verlengde groenstraat Provincie Vlaams-Brabant Stad Vilvoorde
ruimtelijk uitvoeringsplan 2.14_2_1
COLOFON Stadsbestuur VILVOORDE Stadhuis - Grote Markt - 1800 Vilvoorde T 02 255 45 11 F 02 255 45 39 www.vilvoorde.be
document 2.14_2_1-v200602.doc
versie 2005 08 23 bijsturing 2006 03 08 2006 04 10 2006 12 18
ontwerper Danny Polspoel Ruimtelijk Planner - Stedenbouwkundige Planoloog - Dienst Stedelijke Ontwikkeling Portaelsstraat 7 - 1800 Vilvoorde tel fax
02 255 46 04 02 255 46 09
[email protected]
In toepassing van artikel 40 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, gewijzigd bij de decreten van 28/9/1999, 22/12/1999, 26/4/2000, 8/12/2000, 13/7/2001, 1/3/2002, 8/3/2002, 19/7/2002, 28/2/2003, 4/6/2003, 21/11/2003, 7/5/2004 en 22/4/2005, gebeurt de opmaak van het ontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan onder de verantwoordelijkheid van één of meerdere ruimtelijk planners. register van ruimtelijke planners update-datum : 6 september 2009 (Besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000) Polspoel Danny
2.14_2_1-v20061218 GR DA.doc
ii
RUP 2.14_2_1 Verlengde Groenstraat
inhoud 0
LEESWIJZER................................................................................. 1
1
INLEIDING ..................................................................................... 3
2
RELATIE MET DE STRUCTUURPLANNEN ................................ 4 2.1
RELATIE MET HET RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN VLAANDEREN ...................... 4
2.1.1 2.1.2
Richtinggevend deel ........................................................................................4 Bindend deel ...................................................................................................5
2.2 RELATIE MET HET PROVINCIAAL RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN VLAAMSBRABANT .............................................................................................................. 5 2.2.1 2.2.2
2.3
RELATIE MET HET GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN VILVOORDE.. 6
2.3.1 2.3.2
3
Richtinggevend deel ........................................................................................5 Bindend deel ...................................................................................................6 Richtinggevend deel ........................................................................................6 Bindend deel ...................................................................................................8
RUIMTELIJKE SITUERING......................................................... 10 3.1
BESTAANDE FEITELIJKE EN JURIDISCHE TOESTAND
3.1.1 3.1.2
3.2
...................................... 10
Bestaande feitelijke toestand .........................................................................10 Bestaande juridische toestand.......................................................................10
WATERTOETS......................................................................................... 12
4 VERTALING NAAR VERORDENENDE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN EN OP TE HEFFEN VOORSCHRIFTEN..................................................................................... 13 4.1
STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN .....................................................
4.1.1 4.1.2
4.2 4.3
13
Algemene stedenbouwkundige voorschriften .................................................13 specifiek stedenbouwkundige voorschriften ...................................................14
OP TE HEFFEN BEPALINGEN................................................................ 38 GRAFISCH PLAN.......................................................................................... 38
2.14_2_1-v20061218 GR DA.doc
iv
RUP 2.14_2_1 Verlengde Groenstraat
kaarten
bijlage 1 - bestaande toestand (kadscan)....................................................................10 bijlage 2 - topografische kaart......................................................................................10 bijlage 3 - orthofoto......................................................................................................10 bijlage 4 - gewestplan..................................................................................................10 bijlage 5 - bijzonder plan van aanleg 39 “Verlengde Groenstraat” ................................10 bijlage 6 - bijzonder plan van aanleg 38 “Rolleveld” .....................................................10 bijlage 7 - Grafisch plan...............................................................................................38
2.14_2_1-v20061218 GR DA.doc
v
RUP 2.14_2_1 Verlengde Groenstraat
0
LEESWIJZER Het document maak integraal deel uit van de besluitvorming. Het eerste deel geeft de relatie aan met de ruimtelijke structuurplannen op de verschillende beleidsniveaus. Het tweede deel betreft de inhoudelijke toelichting en bestaat uit vijf elementen : 1. Ruimtelijke situering Het betrokken gebied wordt ruimtelijk gesitueerd in een ruimere omgeving. 2. Bestaande feitelijke en juridische toestand De bestaande feitelijke toestand duidt het grondgebruik aan met een gedetailleerde kaart waarbij eveneens de begrenzing van het RUP is aangeduid. Hierbij wordt het mogelijk om de ligging ten opzichte van perceelsgrenzen, gebouwen en functies te bepalen. De bestaande juridische toestand geeft eveneens een overzicht van de verschillende verordenende plannen die hetzij binnen de grenzen van het RUP zijn gelegen of er relevante binding mee hebben. De verordenende plannen die geheel of gedeeltelijk bedekt worden door het Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan worden automatisch opgeheven bij de inwerkingtreding van dit plan. 3. Bestaande ruimtelijke structuur De feitelijke toestand wordt planologisch geïnterpreteerd in een bestaande ruimtelijke structuur die met beelden, schetsen en tekst wordt voorgesteld. 4. Visie, doelstellingen en concepten Op basis van de bestaande ruimtelijke structuur met aftoetsing naar het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Vilvoorde, het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen en het RSVB, worden visie en doelstellingen geformuleerd die moeten leiden tot een gewenste ruimtelijke ordening. De weergegeven concepten brengen de ruimtelijke visie in beeld. 5. Maatregelen Op basis van de gewenste ruimtelijke ordening worden een aantal maatregelen voorgesteld die deels gekoppeld kunnen worden aan de uitvoering van het (de) beoogde project(en). Deze maatregelen kunnen betrekking hebben op diverse aspecten zoals uit te voeren studiewerk, praktische initiatieven die aan de bouwvergunning(en) gekoppeld worden, het opmaken van inrichtingsplannen, … Enkele van deze maatregelen worden expliciet opgenomen in dit ruimtelijk uitvoeringsplan. Andere maatregelen worden weergegeven als elementen die best in later volgende processen worden meegenomen en die met dit ruimtelijk uitvoeringsplan niet afdwingbaar opgelegd worden. Deze zijn aldus voorstellen voor verder onderzoek of realisatie. Het derde deel omvat de stedenbouwkundige voorschriften, op te heffen bepalingen en grafisch plan. Dit plan wordt steeds geïntegreerd in dit document en zonodig op een leesbaarder schaal losbladig toegevoegd aan het document. In dit deel wordt eveneens gebruik gemaakt van een overzichtstabel. Deze bevat vier kolommen. Per inhoudelijk element (kolom 1) wordt een korte inhoudelijke toelichting gegeven en worden de essentiële inhoudelijke aspecten die belangrijk zijn om het beoogde te realiseren uitgelicht (kolom 2). Deze kolommen hebben een toelichtende en richtinggevende functie en dienen samen met de stedenbouwkundige voorschriften te worden gelezen. Kolom 3 bevat de legende en de juridische vertaling naar stedenbouwkundige voorschriften.
2.14_2_1-v20061218 GR DA.doc
1
RUP 2.14_2_1 Verlengde Groenstraat
richtinggevend inhoudelijke elementen
verordenend eisen gesteld aan de inhoudelijke elementen
stedenbouwkundige voorschriften
kolom 2 richtinggevend voor het beoordelen van aanvragen tot het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning
kolom 1 benaming van de verschillende zones
kolom 3 stedenbouwkundige voorschriften van toepassing
Aanduidingen op de grafische plannen Op de plannen van het Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan zijn kleurvlakken, overdrukken en lijnen aangeduid, zonodig aangevuld met symbolen en/of tekst. 1. De kleurvlakken duiden aan welke bestemmingen in deze zone toegelaten zijn. 2. Voorschriften die tijdelijk zijn of visueel niet als hoofdgebruik herkenbaar zijn, worden aangeduid in overdruk. Tijdelijke bestemming Dit type voorschrift moet opgevat worden als een tijdelijke reservatie nodig is (bv het uitvoeren van aanpassingswerken aan wegen). Eens het tijdelijk karakter geen voorwerp meer heeft vervalt dit voorschrift. Hieronder vallen eveneens reservaties in het kader van erfdienstbaarheden. Niet visueel herkenbare bestemmingen Het niet visueel herkenbaar zijn slaat op bestemmingen die zich onder het maaiveld bevinden (bv collectoren, overdekte waterlopen, …). Projectzone en/of -gebied Binnen een projectzone (en/of -gebied) wordt een procedure beschreven die noodzakelijk moet gevolgd worden vooraleer een stedenbouwkundige vergunning kan worden aangevraagd. Het betreft o.m. de opmaak van inrichtingsplannen, wedstrijden, aanpak via open oproep, … 3. Lijnen hebben betrekking op (bestaande) infrastructuur. De voorschriften die hierbij horen zijn minimaal en geven aan dat bestaande infrastructuur al dan niet wordt behouden.
2.14_2_1-v20061218 GR DA.doc
2
RUP 2.14_2_1 Verlengde Groenstraat
1
INLEIDING Voorliggend document is een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan in de zin van het decreet houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening van 18 mei 1999. Een ruimtelijk uitvoeringsplan bevat : 1° een grafisch plan dat aangeeft voor welk gebied of welke gebieden het plan van toepassing is; 2° de erbij horende stedenbouwkundige voorschriften inzake de bestemming, de inrichting en/of het beheer; 3° een weergave van de feitelijke en juridische toestand; 4° de relatie met het ruimtelijk structuurplan of de ruimtelijke structuurplannen waarvan het een uitvoering is; 5° in voorkomend geval, een zo mogelijk limitatieve opgave van de voorschriften die strijdig zijn met het ruimtelijk uitvoeringsplan en die opgeheven worden; [6° in voorkomend geval, het ruimtelijk veiligheidsrapport, het planmilieueffectenrapport en/of de passende beoordeling.]
Het grafische plan (bijlage 7 – Grafisch plan) en de bijbehorende voorschriften hebben verordenende kracht. De teksten en grafische plannen van de toelichtingsnota hebben als dusdanig geen verordenende kracht, maar behouden hun waarde als inhoudelijk onderdeel van het geheel van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
DOELSTELLING Het voorliggende ruimtelijk uitvoeringsplan omvat de actualisatie van het bijzonder plan van aanleg nr. 39 "Verlengde Groenstraat" en nr. 38 "Rolleveld", in hun totaliteit. De grens van het RUP is verruimd met de sites van het bedrijvencentrum, crematorium en deze van de beschutte werkplaats langsheen de Olmstraat.
2.14_2_1-v20061218 GR DA.doc
3
RUP 2.14_2_1 Verlengde Groenstraat
2
RELATIE MET DE STRUCTUURPLANNEN 2.1
RELATIE MET HET RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN VLAANDEREN
2.1.1 RICHTINGGEVEND DEEL Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, goedgekeurd op 23/09/1997, bepaalt op gewestelijk niveau de planningscontext. Gewenste ruimtelijke structuur De gemeente Vilvoorde is volgens het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, gelegen in het Vlaams stedelijk gebied rond Brussel (RSV p. 335). Omwille van het stedelijk karakter in (delen van) deze gemeenten en vanuit de wenselijkheid om het stedelijk karakter ervan in het ruimtelijk beleid te continueren, vormen delen van deze gemeenten het Vlaams stedelijk gebied rond Brussel. In de delen van deze gemeenten waar de zogenaamde "groene gordel" aanwezig is, wordt een buitengebiedbeleid gevoerd. Opgemerkt moet worden dat binnen het Vlaams stedelijk gebied rond Brussel de gemeente Vilvoorde over een zeer goed uitgeruste stedelijke kern beschikt met een uitrustingsniveau en een verzorgingsfunctie ten aanzien van de omgeving die te vergelijken is met een goed uitgeruste kleine stad. Om deze reden hebben delen van de gemeente Vilvoorde als stedelijke kern een bijzondere rol in het Vlaams stedelijk gebied rond Brussel. Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen doet ook uitspraken omtrent gebiedsspecifieke ontwikkelingsperspectieven voor het Vlaams stedelijk gebied rond Brussel (RSV p. 374). De gewenste ruimtelijke ontwikkeling van het Vlaams stedelijk gebied rond Brussel kan niet worden bereikt door de ontwikkelingsperspectieven voor de stedelijke gebieden noch deze voor het buitengebied ongenuanceerd toe te passen. Dit gebied vereist eigen gebiedsspecifieke ontwikkelingsperspectieven. Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen omschrijft een aantal instrumenten die kunnen worden ingezet om de ontwikkelingsperspectieven binnen het Vlaams stedelijk gebied rond Brussel na te streven (RSV p. 374). Om aan de renovatie- en vernieuwbouwbehoefte te voldoen, is het nodig maatregelen te treffen ter verbetering van de kwaliteit van het bestaande woningaanbod. Mogelijkheden om verlaten en/of verwaarloosde bedrijfsgebouwen te hergebruiken, moeten benut worden. Principes van een dynamische stadsvernieuwing zijn de volgende: à Het werken met projecten Een project geeft voor een specifiek afgebakende ruimte duidelijke en haalbare objectieven voor een bepaalde tijdsperiode aan. Daardoor richt en stimuleert het handelen. Voor een geslaagde projectwerking moet er zekerheid zijn over de inzetbare middelen en instrumenten. Dit kan alleen als de middelen in prioritaire projecten geconcentreerd en planmatig vastgelegd worden. De projectmatige aanpak geldt op elk niveau. à Overheidsmiddelen op continue wijze, gericht en vlot inzetten Een kordate aanpak van de versterking van de stedelijke gebieden kan niet zonder een verhoging van de middelen. Dit moet o.a. mogelijk worden gemaakt door een bundeling en herschikking van de reeds beschikbare middelen (zoals bouwpremies, leningen en sociale huisvestingsprojecten, stedelijke economische expansie, stedelijke vormings- en tewerkstellingsinitiatieven, migrantenwerking, samenlevingsopbouw, ...) in functie van de versterking van de stedelijke gebieden. à Een nieuwe overheidsrol, in actieve samenwerking met particuliere actoren De rol van de overheden moet steunen op twee pijlers. Enerzijds de beperkte overheidsmiddelen gericht investeren. Anderzijds op actieve wijze samenwerken met de particuliere investeerders en daarbij sturend optreden. Tegenover de kleine particuliere actoren (= individuele bewoners, middenstanders, ...) moeten de overheden op alle niveaus een sterke coöperatieve en ondersteunende houding aannemen.
2.14_2_1-v20061218 GR DA.doc
4
RUP 2.14_2_1 Verlengde Groenstraat
à Bewoners op een andere en betere manier betrekken De bewonersinbreng moet minder vrijblijvend gebeuren met een grotere doorstroming van bewonersvoorstellen in de besluitvorming enerzijds, en met een grotere verantwoordelijkheid voor de deelnemende bewonersgroepen, wijkverenigingen en diensten anderzijds. à Kwaliteit voorop stellen Aandacht voor stadscultuur, woonomgeving en architectuur trekt aan en brengt een dynamiek op gang. Op alle niveaus en in alle projecten moet de zorg voor kwaliteit voorop staan. Om het wonen in de stedelijke gebieden te stimuleren worden met betrekking tot de stadsvernieuwing de bestaande initiatieven, samenwerkingsverbanden en besluiten geëvalueerd en getoetst op hun complementariteit en doeltreffendheid. De stadsvernieuwing moet worden uitgevoerd aan een hoger tempo dan tot op heden het geval was. Een versnelde en vernieuwde aanpak, andere organisatie- en overlegstructuren, andere financieringsmechanismen, ... zijn hierbij nodig. Een specifiek en financieel ondersteunend stedelijk beleid is noodzakelijk. Voorbeeld is de mogelijkheid voor inbreidingspremie die kleine ondernemingen kunnen verkrijgen voor ingebruikname van leegstaande bedrijfsruimtes en panden in de stedelijke gebieden.
2.1.2 BINDEND DEEL Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen legt de term Vlaams stedelijk gebied rond Brussel vast. (RSV p. 581).
2.2 RELATIE MET HET PROVINCIAAL RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN VLAAMS-BRABANT Het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Vlaams-Brabant werd goedgekeurd bij het ministerieel besluit van 7 oktober 2004.
2.2.1 RICHTINGGEVEND DEEL Het ontwerp Ruimtelijk Structuurplan Vlaams-Brabant formuleert een aantal uitgangspunten en kernprincipes (p-165-168). De gemeente Vilvoorde behoort, conform het Ruimtelijk Structuurplan Vlaams-Brabant, tot de deelruimte verdicht netwerk (p-175). Het Verdicht Netwerk is te beschouwen als een interpretatie of een gebiedgerichte vertaling van de in het RSV aangeduide “Vlaamse Ruit”. In het gebied dat niet behoort tot de stedelijke gebieden, wenst de provincie er een gedifferentieerd buitengebiedbeleid te voeren. Het Verdicht Netwerk is niet alleen een stedelijk netwerk, het is tevens een netwerk van alle verschillende ruimtelijke structuren en in die zin dus ruimer dan een stedelijk netwerk. De stedelijke dynamiek, eigen aan de deelruimte, wordt plaatsgebonden en afhankelijk van de ligging ten opzichte van lijninfrastructuren, openruimte fragmenten en verschillende concentraties van activiteiten gestuurd. Multimodale knooppunten worden in eerste instantie verder ontwikkeld. Het openbaarvervoersnetwerk wordt uitgebouwd en afgestemd op de ruimtelijke ontwikkelingen. Het feit dat Vilvoorde gelegen is in het deelgebied Verdicht Netwerk, laat toe om een aantal ruimtelijke principes van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaams-Brabant mee te nemen. Het Verdicht Netwerk is niet alleen een stedelijk netwerk, het is tevens een netwerk van alle verschillende ruimtelijke structuren en in die zin dus ruimer dan een stedelijk netwerk. Het provinciaal beleid is gericht op het verlenen van een eigen identiteit aan elk van de fragmenten.
2.14_2_1-v20061218 GR DA.doc
5
RUP 2.14_2_1 Verlengde Groenstraat
De stedelijke dynamiek, eigen aan de deelruimte, wordt plaatsgebonden en afhankelijk van de ligging ten opzichte van lijninfrastructuren, openruimte fragmenten en verschillende concentraties van activiteiten gestuurd. Multimodale knooppunten worden in eerste instantie verder ontwikkeld. De regionale en internationale polen worden versterkt. Het openbaar vervoersnetwerk wordt uitgebouwd en afgestemd op de ruimtelijke ontwikkelingen. Bebouwde ruimte Een gericht beleid voor de verschillende schaalniveaus van de bebouwde ruimte Vlaams Stedelijk Gebied rond Brussel De kern Vilvoorde neemt in dit Vlaams Stedelijk Gebied rond Brussel een specifieke rol in. De kern fungeert als handels- en voorzieningencentrum voor een ruime omliggende regio in het centrale noorden van de provincie. Deze centrale rol dient behouden en versterkt te worden. Niet alleen zal er werk gemaakt worden van de economische reconversie van de kanaalzone en de bedrijvenzone op de grens met Machelen en Brussel. Tegelijkertijd zal er aandacht besteed worden aan de ontwikkeling van hoogwaardig wonen op strategische plaatsen (ondermeer watersite), de uitbouw van het handelsapparaat (zowel detailhandel als grootschalige kleinhandel) en een verbetering en uitbouw van de recreatieve voorzieningen (zowel hoogdynamische als laagdynamische). De gemeente Vilvoorde wordt ook geselecteerd als een toeritisch-recreatief knooppunt.
2.2.2 BINDEND DEEL Indien volgende potentieel stedelijke kernen niet worden opgenomen binnen de afbakening van het Vlaams stedelijk gebied rond Brussel, dan zal de provincie aandringen bij het Vlaams Gewest om deze het statuut van een kleinstedelijk gebied toe te kennen : •Vilvoorde (Vilvoorde) •Kassei (Vilvoorde) •Koningslo (Vilvoorde) Met het oog op de ontwikkelingsperspectieven geschetst in het richtinggevend gedeelte - III. Deelstructuren - themamobiliteit - hoofdstuk 3.1.1. selecteert de provincie bindend ook Vilvoorde als interregionale vervoersknooppunt en het wegvak N1 van BudasteenwegDiegemstraatN1 (Vilvoorde) tot grens Antwerpen(Mechelen) als secundaire weg type III. De provincie selecteert bindend volgende Vilvoorde als toeristisch-recreatieve knooppunt.
2.3 RELATIE MET HET GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN VILVOORDE Het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan van de gemeente Vilvoorde, goedgekeurd MB 05/09/2003, bepaalt op gemeentelijk niveau de planningscontext.
2.3.1 RICHTINGGEVEND DEEL Bestaande Ruimtelijke Structuur Het betreft een uitloper van het stadscentrum, gelegen in de wijk Far-west. Het gebied wordt gekenmerkt door een zekere graad stedelijkheid in bebouwing en ontsluiting. Er lopen twee belangrijke lijninfrastructuren door het gebied: de spoorlijn Brussel Antwerpen en de N1 (Mechelsesteenweg). Op deze laatste sluiten de ontsluitingswegen van het gbeid aan. Het grootste deel van het RUP is gelegen tussen deze twee harde lijnen en omvat twee grote delen: de woonwijk en het park Rolleveld.
2.14_2_1-v20061218 GR DA.doc
6
RUP 2.14_2_1 Verlengde Groenstraat
De woonwijk is opgebouwd uit bouwblokken met gegroepeerde woningen van 4 tot 7 woningen, waardoor er naar de straatzijde toe nog enige openheid bestaat. Deze woningen werden grotendeels ontwikkeld aan de hand van verkavelingen en zijn dan ook vrij eenvormig wat de vormentaal en materialen betreft. In de wijk bevindt zich ook een kleiner park, gelegen tussen de Guldensporenstraat en de Verbindingsstraat, dat de openheid ten goede komt en een alternatieve route aanbiedt voor de zwakke weggebruikers. Tussen de woningen, centraal in de bouwblokken of aan de rand, bevinden zich een aantal gebouwen van een andere schaal: een gebouw van het gemeenschapsonderwijs, een gebouw van het gemeentelijk onderwijs en MIVAVIL, een beschutte werkplaats. Het spreekt voor zich dat het RUP een antwoord moet formuleren op de relatie tussen deze gebouwen en de kleinschalige woningen. Het park bevindt zich tussen de achtertuinen van de woningen aan de Nieuwe Rolleweg en de spoorlijn, met beperkte (zicht)relatie naar de straat toe. Belangrijk zijn ook twee braakliggende terreinen in het gebied, beide gelegen langs de Mechelsesteenweg. De grootte van deze terreinen en de onmiddellijke relatie met het woonweefsel vraagt om een projectmatige uitwerking met aandacht voor circulatie, buffering en landmarkfunctie. Nog een laatste site die mee opgenomen wordt, ligt aan de overzijde van de N1. Daarop bevinden zich een tankstation, een kantoorgebouw en het crematorium. Het reliëf van het terrein is eerder vlak. Gewenste Ruimtelijke Structuur Algemeen Wonen en leven in Vilvoorde à Versterken en op elkaar afstemmen van de kernen Het woonbeleid wordt gericht op kernversterking. Hierdoor wordt een verdere aantasting van de open ruimte tegengegaan. Onder kernversterking wordt inbreiding verstaan op maat van de kernen. De ruimtelijke ontwikkeling van iedere buurt, wijk of deelgemeente moet bekeken worden binnen de mogelijkheden, rekening houdend met het draagvlak en de stedelijkheid of openheid van het gebied. Elke buurt, wijk of deelkern krijgt een duidelijke rol toebedeeld, waarbij ze op elkaar worden afgestemd. Voor Vilvoorde betekent dit dat het woonbeleid wordt gericht op het versterken van de bestaande nederzettingenstructuur in de omgeving van de wegen N1 en N211 (met uitzondering van Peutie). à Versterking van de differentiatie van de woonomgeving In de bestaande ruimtelijke structuur bleek dat de barrièrewerking van de infrastructuren geresulteerd heeft in woongebieden met een geëigend karakter. Deze eigenheid moet behouden en versterkt worden. à Duurzaam woonbeleid De stad Vilvoorde zet een duurzaam woonbeleid uit waarbij herwaardering, inbreiding en het verzekeren van een gedifferentieerd en betaalbaar woonaanbod centraal staan. De stad zal in samenwerking met diverse partners acties concretiseren voor de invulling van de woonbehoeften. Het gedifferentieerd woonaanbod zal geconcretiseerd worden binnen BPA’s en GRUP’s. à
Creëren van een grote verscheidenheid aan betaalbare woningen en verschillende woningtypologieën Het is van belang voor de gemeenschappen en de integratie van de verschillende bevolkingsgroepen dat de verschillende soorten woningen (huur - koop, appartement - huis, klein - groot, sociaal - andere) voldoende met elkaar worden vermengd op een ruimtelijke
2.14_2_1-v20061218 GR DA.doc
7
RUP 2.14_2_1 Verlengde Groenstraat
verantwoorde manier. Hierbij moet ook rekening gehouden worden met nieuwe samenlevingsvormen. De algemene trend naar vergrijzing van de bevolking laat zich ook in Vilvoorde voelen. Naar het woningaanbod toe betekent dit dat er een groter aanbod aan kleinere woningen moet komen (nieuwbouw, renovatie,…). De woningen moeten op maat van de bejaarden, de jongeren, de alleenstaanden en/of koppels gemaakt worden, en kunnen zowel huur- als koopwoningen omvatten. à Opwaarderen van het openbaar domein in de kern- en woongebieden Algemeen kan gesteld worden dat voor de typische pleinstructuren een opwaardering nodig is. Dit moet gebeuren in aansluiting tot het overige openbaar domein (straten, voetwegen, groenvoorzieningen,…). Hierbij moeten de accenten gelegd worden op het verblijfskarakter en de verkeersveiligheid. Bij de concrete uitwerking van het openbaar domein in een deelkern moet men ernaar streven om het geëigende karakter ervan te versterken. à Parkherwaardering in functie van stedelijke vrijetijdsbesteding Deze herwaardering van de parken moet op wijkniveau eveneens kleinschalige initiatieven toelaten met het oog op een zinvolle en eigentijdse vrijetijdsbesteding en de ontwikkeling van welzijnsvoorziening naar de zwakkere bevolkingsgroepen toe.
2.3.2 BINDEND DEEL bp -- 13. Gebiedsgerichte en strategische aanpak van stedelijk weefsel Voor bepaalde gebieden in het stedelijke weefsel zullen ontwikkelingsplannen worden opgemaakt die duidelijk aangeven in welke richting het gebied zich dient te ontwikkelen en welke inrichtingsvereisten moeten worden nageleefd. Daarbij dient de gewenste ruimtelijke structuur van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan als richtkader. Indien vereist worden GRUP’s opgemaakt om de ruimtelijke opties van het structuurplan te kunnen concretiseren. Hiervoor kunnen samenwerkingsverbanden met andere partners verder worden uitgewerkt. Deze bepalen de thema’s waarrond zal worden gewerkt. De plannen leiden tot de door de betrokken partners uit te voeren actieprogramma’s. Zoals weergegeven in de bestaande ruimtelijke structuur, heeft het gebied een harde kern van kleinschalig woningen, met een fijnmazige eigendomsstructuur. Deze moet als bestaand en blijvend worden beschouwd. Om die reden, is het niet aangewezen om een ontwikkelingsplan op te maken voor de het hele gebied. Er is geopteerd om een aantal strategische projecten op belangrijke sites op te nemen, welke aangeduid worden op het plan als zijnde projectzones. Daarnaast worden er uitspraken gedaan over randafwerking en nabestemming. Deze projectzones en randafwerkingen laten toe om in dit starre weefsel nieuwe woontypologieën te impregneren en landmarks te plaatsen, die het gebied visueel gaan structureren. Daardoor krijgt de wijk een nieuwe gezicht en gaat ze zich plaatsen ten opzichte van de eigenlijke stadskern, terwijl er toch duidelijk geopteerd wordt voor het versterken van de stedelijkheid in dit gebied. De projectzones voorzien ook een invulling die net niet dezelfde is als de bestaande (verkavelings)woningen. Nieuwe woontypologieën, die voldoen aan de wijzigende sociale samenstelling en gezinsverdunning, worden ingepast. Deze aanvullende typologieën en het opleggen van het gebruik van duurzame materialen, werkt een duurzame ontwikkeling in de hand. Daarnaast gaat de ontwikkeling van de projectzones gepaard met een bijzondere aandacht voor het openbaar en semi-openbaar domein. Dit is noodzakelijk om een zachte as doorheen het gebied te krijgen, waardoor zwakke weggebruikers gescheiden van gemotoriseerd verkeer zich door het gebied kunnen verplaatsen. De bestemming van groene zones als openbaar (OP), semi-publiek (SP) en privaat (PP) park, kadert binnen deze organisatie van onbebouwde ruimtes.
2.14_2_1-v20061218 GR DA.doc
8
RUP 2.14_2_1 Verlengde Groenstraat
Daarnaast wordt er ook bijzonder aandacht besteed aan het park. Er wordt een zone afgebakend waar deels gemeenschapsvoorzieningen mogelijk zijn in een zone met parkachtig karakter. Daardoor wordt er een openbare functies gecreëerd aan de straatzijde en wordt het park meer naar de straat gebracht.
2.14_2_1-v20061218 GR DA.doc
9
RUP 2.14_2_1 Verlengde Groenstraat
3
RUIMTELIJKE SITUERING 3.1
BESTAANDE FEITELIJKE EN JURIDISCHE TOESTAND
3.1.1 BESTAANDE FEITELIJKE TOESTAND
bijlage 1 - bestaande toestand (kadscan)
bijlage 2 - topografische kaart
bijlage 3 - orthofoto
3.1.2 BESTAANDE JURIDISCHE TOESTAND
bijlage 4 – gewestplan
bijlage 5 –bijzonder plan van aanleg 39 “Verlengde Groenstraat”
bijlage 6 –bijzonder plan van aanleg 38 “Rolleveld”
type plan gewestplan(nen)
gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen algemene plannen van aanleg bijzondere plannen van aanleg
verkavelingsvergunningen
in het gebied Gewestplan Halle-VilvoordeAsse KB 7 maart 1977 en latere wijzigingen geen
aangrenzend Gewestplan Halle-VilvoordeAsse KB 7 maart 1977 en latere wijzigingen geen
geen
geen
geen
geen
geen à BPA nr. 39 "Verlengde Groenstraat" à BPA nr. 38 "Rolleveld" à 20 -- Stad Vilvoorde 1993-12-13 à 200 -- O.C.M.W Brussel 1993-09-10 à 200A -- Mosselmans Didier 1998-04-20 à 201 -- Matexi N.V 1992-06-01 à 202 -- Matexi N.V 1995-07-03 à 203 -- Matexi N.V 1993-08-02 à 20A -- Haelewaeters Simoens 1993-01-25 à 210 -- Eyndels 1966-11-18 à 216 -- Timmermans M. 1989-09-18 à 219 -- Taelemans M. 1979-01-15 à 219A -- Taelemans M. 1980-01-14 à 219B -- Taelemans H. 1999-02-15
geen geen
2.14_2_1-v20061218 GR DA.doc
10
geen
RUP 2.14_2_1 Verlengde Groenstraat
à à à à à à à à à à à à à à à
beschermde monumenten beschermde stads- en dorpsgezichten beschermde landschappen vogelrichtlijngebieden habitatrichtlijngebieden beschermingszones grondwaterwinnen gebieden van het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN), decreet Natuurbehoud gebieden met recht van voorkoop natuurreservaten bosreservaten gebieden van het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN), decreet Natuurbehoud bevaarbare waterlopen onbevaarbare waterlopen risicozone overstromingsgebied
309 -- De Raymaeker 1989-02-13 310 -- Stad Vilvoorde 1991-12-09 311 -- Stad Vilvoorde 1986-07-30 311A -- Stad Vilvoorde 1991-02-13 344A -- Smets Helga 2003-06-02 5 -- Stad Vilvoorde 1992-08-31 6 -- Francis Bostoen 1994-09-19 7 -- Parochiale werken 1995-05-15 73 -- Campion-Curtis 1992-03-09 73A -- Delande 1993-02-01 74 -- Leunen M. 1976-10-18 77 -- Taelemans 1995-12-04 78 -- Taelemans M. 1979-12-17 78A -- Goosens Alex 1980-07-07 79 -- Van Poppel 1993-03-15
geen geen
geen geen
geen geen geen geen
geen geen geen geen
geen
geen
ja geen geen geen
geen geen geen
geen geen geen
geen geen geen
Bovengrondse hoogspanningsleidingen - F150/62-63 – Schaarbeek – Verbrande Brug span 10-12 - F150/67-68 – Machelen – Verbrande Brug span 1-3 Binnen een strook van 20 meter aan beide zijden van de buitenste hoogspanningsgeleiders dienen de aanplantingen in hoogte beperkt te blijven tot drie meter.
2.14_2_1-v20061218 GR DA.doc
11
RUP 2.14_2_1 Verlengde Groenstraat
3.2
WATERTOETS
Het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid stelt een verplichte watertoets voorop. Artikel 8, §1 van hoger genoemd decreet stelt dat: De overheid die over een vergunning, een plan of programma moet beslissen, draagt er zorg voor, door het weigeren van de vergunning of door goedkeuring te weigeren aan het plan of programma dan wel door het opleggen van gepaste voorwaarden of aanpassingen aan het plan of programma, dat geen schadelijk effect ontstaat of zoveel mogelijk wordt beperkt en, indien dit niet mogelijk is, dat het schadelijk effect wordt hersteld of, in de gevallen van de vermindering van de infiltratie van hemelwater of de vermindering van ruimte voor het watersysteem, gecompenseerd. Wanneer een vergunningsplichtige activiteit, een plan of programma, afzonderlijk of in combinatie met een of meerdere bestaande vergunde activiteiten, plannen of programma's, een schadelijk effect veroorzaakt op de kwantitatieve toestand van het grondwater dat niet door het opleggen van gepaste voorwaarden of aanpassingen aan het plan kan worden voorkomen, kan die vergunning slechts worden gegeven of kan dat plan of programma slechts worden goedgekeurd omwille van dwingende redenen van groot maatschappelijk belang. In dat geval legt de overheid gepaste voorwaarden op om het schadelijk effect zoveel mogelijk te beperken, of indien dit niet mogelijk is, te herstellen of te compenseren. Binnen de perimeter van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ligt geen recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied. De ontwikkelingsmogelijkheden die gegeven worden via het RUP zijn samen met de bestaande toestand van die aard dat de kans op schadelijke effecten minimaal is. Er wordt gestreefd naar een maximaal gebruik van waterdoorlatende materialen voor de bijkomende voorziene verhardingen. De veroorzaakte schadelijke effecten van bijkomende verhardingen – niet-waterdoorlatend – dienen gecompenseerd te worden met een buffering voor hemelwater.
2.14_2_1-v20061218 GR DA.doc
12
RUP 2.14_2_1 Verlengde Groenstraat
4
VERTALING NAAR VERORDENENDE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN EN OP TE HEFFEN VOORSCHRIFTEN 4.1
STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
4.1.1 ALGEMENE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN BEGRIPPENKADER à
Wonen
huisvesting, serviceflats, begeleid wonen, rusthuis, …
à
Voorzieningen
recreatie, horeca, kleinhandel, cinema, discotheken, indoor-sportfaciliteiten, hotel, …
à
Kantoor
een vertrek bestemd voor beheer, administratiewerkzaamheden of privaat onderricht, in gebruik voor een bedrijfsactiviteit.
à
Kantoorachtigen
Een middencategorie van bedrijfshuisvesting, tussen bedrijven en kantoren. Naast bureauwerken kunnen er ook productiegerichte en licht-industriële activiteiten verricht worden. Het zijn bedrijven met een (veelal hoogtechnologische) activiteit inzake productie, onderzoek en ontwikkeling of laboratoria die gevestigd zijn in aantrekkelijke bedrijfsgebouwen die op kantoorgebouwen lijken, en waarbinnen ook een beperkter aandeel kantoren als onderdeel van het bedrijf aanwezig kan zijn
à
Handel
vestigingen voor kleinhandel, speciaalhandel, inclusief de noodzakelijke opslagplaatsen en werkplaatsen voor zover deze bij de bedoelde winkelfunctie horen.
à
Gemeenschapsvoorzieningen
lager onderwijs, kleuter- en peutertuinen, kinderdagverblijven, cultuur en cultus: bibliotheek, buurthuis, clublokaal, kerk, gebedshuis, overheidsdiensten: dienstencentrum, politie (wijkbureau), post, …
à
Diensten
kantoren en diensten zoals banken, verzekeringskantoren, studiebureau, praktijken, zelfstandigen, ...
à
Omgevingsrapport
Document dat bij aanvragen van vergunningen een goede beoordeling van projecten en hun exacte gevolgen door het College moetmogelijk maken. Het omgevingsrapport moetvoldoende en duidelijke informatie verschaffen over: à de ruimtelijke context waarbinnen het project zich situeert; à het project naar zijn gebruik en voorkomen; à de effecten en de kwaliteitsverhoging van het project voor de omgeving.
2.14_2_1-v20061218 GR DA.doc
13
RUP 2.14_2_1 Verlengde Groenstraat
OPENBARE BESTEMMINGEN Binnen alle bestemmingszones zijn openbare bestemmingen en gemeenschapsvoorzieningen toegelaten. De initiatieven buiten de daartoe geëigende zone of overdruk dienen afgestemd op de hoofdbestemming van het betrokken gebied, met voldoende aandacht voor architectuur en inpassing. De effecten op de omgeving dienen te worden aangegeven d.m.v. een omgevingsrapport.
WATERHUISHOUDING Aanleg van een volledig gescheiden systeem voor de afvoer van oppervlakte- en afvalwater binnen de zone is verplicht voor nieuwe initiatieven. Regenwaters van verhardingen waar mogelijke bezoedeling voorkomt ondergaan eerst de nodige filtering overeenkomstig de vigerende wetgeving. Vuile waters worden in afvalwaterriool geloosd. Er wordt gestreefd naar een maximaal gebruik van waterdoorlatende materialen voor de bijkomende voorziene verhardingen. De veroorzaakte schadelijke effecten van bijkomende verhardingen – niet-waterdoorlatend – dienen gecompenseerd te worden met een buffering voor hemelwater.
PUBLICITEIT Publiciteit kan beperkt worden toegelaten op voorwaarde dat deze betrekking heeft op de ter plaatse uitgeoefende activiteiten en voor zover er een esthetisch evenwicht kan worden aangetoond met zowel de architectuur als de omgeving.
TRACÉ VAN DE PERCELEN De zijdelingse perceelsgrenzen van nieuw gevormde percelen moeten loodrecht op de rooilijn voorzien worden tot op de toegelaten bouwdiepte.
ALGEMENE PARKEERNORMERING binnen de grenzen van het RUP In relatie tot de te realiseren functie dient volgende normering te worden gevolgd : à min 1.5 parkeerplaatsen per woonentiteit; à 1 parkeerplaats per 65 m² voorzieningen, kantoren, kantoorachtigen en diensten ; à 2 parkeerplaatsen per 30 m² verkoopsruimten (handel); Het aantal noodzakelijke parkings voor gemeenschapsvoorzieningen wordt aangetoond in functie van het initiatief binnen deze bestemming. Van deze normering kan worden afgeweken d.m.v een onderbouwende studie onder vorm van een MOBiliteitsEffectenRapport. Dergelijk rapport zal in dergelijk geval ook integraal onderdeel van de desbetreffende stedenbouwkundige aanvraag uitmaken. Deze bepalingen vervallen bij het van kracht worden van een gemeentelijke parkeerverordening.
4.1.2
SPECIFIEK STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
2.14_2_1-v20061218 GR DA.doc
14
RUP 2.14_2_1 Verlengde Groenstraat
richtinggevend
verordenend
inhoudelijke elementen
eisen gesteld aan inhoudelijke elementen
stedenbouwkundige voorschriften
projectzone afbakening
Binnen een project zone wordt gewerkt naar een architecturaal coherent geheel. Dit houdt in dat er wel gefaseerd kan worden gewerkt, maar steeds dient de fase gekaderd in het geheel van de projectzone. Een aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning dient steeds gekaderd te worden binnen een ruimere visie op de totale projectzone. Deze kan bestaand zijn of moet worden opgemaakt door de initiatiefnemer.
2.14_2_1-v20061218 GR DA.doc
15
Kwaliteitsbewaking De GECORO zal worden ingeschakeld voor de kwaliteitsbewaking van de invulling van de projectzones. De initiatiefnemer(s) / ontwerper(s) kan beroep doen op de GECORO bij de voorontwerpfase(n). Een aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning zal steeds dienen te worden voorzien van een expliciet advies van de GECORO.
RUP 2.14_2_1 Verlengde Groenstraat
richtinggevend
verordenend
inhoudelijke elementen
eisen gesteld aan inhoudelijke elementen
Zone voor wegenis
Binnen deze zone wordt het openbaar domein ingericht, waarbij : -
Zone voor ontsluitingswegen
stedenbouwkundige voorschriften
voldoende aandacht gaat naar de zachte weggebruiker duurzame materialen worden gebruikt verlichting in relatie tot het wonen wordt aangewend (behoudens de gewestweg) aandacht naar publiek groen gaat
artikel 1 Zone voor wegenis Bestemming : Wegen, openbare parkeerplaatsen, groenaanleg en pleinen Attributen die tot de normale uitrusting van de wegen en pleinen behoren zijn toegelaten, alsmede alle nutsvoorzieningen
Binnen deze zone wordt de ruimte ingericht in functie van de ontsluiting van de bestaande en mogelijke nieuwbouw, waarbij : -
2.14_2_1-v20061218 GR DA.doc
duurzame materialen worden gebruikt verlichting in relatie tot het wonen wordt aangewend binnen de projectzone PJ 1 wordt deze voorafgaand of ten laatste bij de beëindiging van de ruwbouwwerken aangelegd
16
artikel 2 Zone voor ontsluitingswegen Bestemming : Wegen enkel voor de ontsluiting van de aangrenzende bebouwing, groenaanleg en pleinen Deze wegen mogen geen verbindende functie voor gemotoriseerd verkeer toelaten. Attributen die tot de normale uitrusting van de wegen en pleinen behoren zijn toegelaten, alsmede alle nutsvoorzieningen
RUP 2.14_2_1 Verlengde Groenstraat
richtinggevend
verordenend
inhoudelijke elementen
eisen gesteld aan inhoudelijke elementen
Zone voor de zachte weggebruiker
Binnen deze zone wordt de ruimte ingericht in functie van de zachte weggebruiker, waarbij : -
stedenbouwkundige voorschriften
duurzame materialen worden gebruikt verlichting in relatie tot het wonen wordt aangewend
artikel 3 Zone voor zachte weggebruiker Bestemming : voetgangersgebied en groenaanleg Gemotoriseerd verkeer is in deze zone niet toegelaten Attributen die tot de normale uitrusting van de wegen en pleinen behoren zijn toegelaten, alsmede alle nutsvoorzieningen
2.14_2_1-v20061218 GR DA.doc
17
RUP 2.14_2_1 Verlengde Groenstraat
richtinggevend inhoudelijke elementen Zone voor meergezinswoningen
verordenend
eisen gesteld aan inhoudelijke elementen
stedenbouwkundige voorschriften
Een voldoende differentiatie van woningtypologie wordt vooropgesteld. De meergezinswoningen worden voorzien langsheen de invalweg, Mechelsesteenweg en Hendrik I lei en binnen de twee afgebakende projectzones.
artikel 4 Zone voor meergezinswoningen Binnen deze zone geldt een gemengde bestemming, met in hoofdzaak het accent op wonen. Gemeenschapsvoorzieningen in de ruime zin van de betekenis zijn eveneens toegelaten. Bouwzone A Bestemmingen: wonen (minimum 80 % van de totale bouwzone A) voorzieningen kantoor- en kantoorachtigen commerciële functies (niet in concurrentie met het handelscentrum in de stadskern) detailhandel kan enkel indien de verkoopsruimte kleiner dan 400m² is per handel horeca De bouwlijn op het gelijkvloers ligt op 8 m achter de rooilijn. Bouwhoogten: kroonlijsthoogte : maximum 10.50 m één bouwlaag boven de kroonlijst is toegelaten en ligt t.o.v. voor- en achtergevellijn minimum 2 m achteruit Uitwendige terrassen zijn toegelaten, aan het gevelvlak langsheen de Mechelsesteenweg kunnen enkel inpandige.
2.14_2_1-v20061218 GR DA.doc
18
RUP 2.14_2_1 Verlengde Groenstraat
richtinggevend inhoudelijke elementen
verordenend
eisen gesteld aan inhoudelijke elementen
stedenbouwkundige voorschriften
PROJECTZONES PZ_01 Deze zone omvat de percelen : Vilvoorde 3 sectie G 434k3 434h3 219L 219m deel 434n2 PZ_02 Deze zone omvat de percelen : Vilvoorde 3 sectie G 528a4 528b4 528h4
2.14_2_1-v20061218 GR DA.doc
19
RUP 2.14_2_1 Verlengde Groenstraat
richtinggevend inhoudelijke elementen
verordenend
eisen gesteld aan inhoudelijke elementen
stedenbouwkundige voorschriften
PZ_01 projectzone 01
PZ_01 projectzone 01
Binnen deze projectzone worden volgende concepten gehanteerd : doortrekking van de parkstructuur wonen in een park met semi-publiek karakter voldoende transparantie vanuit de bestaande woonwijk naar deze semi-publieke parkruimte landmark thv Mechelsesteenweg op de scheiding tussen de economisch gerichte zone en de woonstad vormen van een 'buffer' tussen de economische zone en de woonwijk, dmv bebouwing en geluidsberm, geïntegreerd in het groenkarakter gevelfrontvorming langsheen de Mechelsesteenweg bebouwing zonder achterkanten nastreven van een samenhangende innoverende architectuur dient te worden nagestreefd
Parkeren : Dient ondergronds te worden georganiseerd, behoudens binnen de projectzone grenzend aan de Guldensporenstraat / Nieuwe Rolleweg, worden landschappelijk ingepaste parkings toegelaten. Er dient een totaalconcept voor de projectzone te worden ontworpen die in functie van de realisaties gefaseerd kan worden uitgevoerd. De toegang(en) tot de ondergrondse parkeer faciliteiten worden voorzien via de Mechelsesteenweg in overleg met de beheerder van de weg.
2.14_2_1-v20061218 GR DA.doc
20
Erfdienstbaarheden De projectzone is belast met een erfdienstbaarheid van openbaar nut : er loopt een openbare riolering van de Nieuwe Rolleweg naar de Mechelsesteenweg. Deze kan worden verlegd in samenspraak met en onder toezicht van de beheerder. Aantal wooneenheden Het aantal wooneenheden binnen de totale projectzone mag de 164 niet overschrijden.
RUP 2.14_2_1 Verlengde Groenstraat
richtinggevend
verordenend
inhoudelijke elementen
eisen gesteld aan inhoudelijke elementen
stedenbouwkundige voorschriften
PZ_01 projectzone 01
Bouwzone B
Bouwzone B
De navolgende maquette-beelden zijn richtinggevend naar de te realiseren volumes toe.
Bestemmingen : wonen voorzieningen kantoor- en kantoorachtigen commerciële functies (niet in concurrentie met het handelscentrum in de stadskern) detailhandel kan enkel indien de verkoopsruimte kleiner dan 400m² is per handel horeca hotelfuncties De bouwlijn op het gelijkvloers ligt op 8 m achter de rooilijn. Op de verdieping is het bouwen in overkraging tot maximaal 3 m toegestaan. Bouwhoogten : maximum 25.80 m over een diepte van maximaal 40 m te rekenen vanaf de voorgevel langsheen de Mechelsesteenweg (in de 40 m dient de 3 m overkraging te worden meegerekend). over het resterende deel van de maximale footprint varieert de hoogte van maximaal 10.80 m tot maximaal 16.80 m. Uitwendige terrassen zijn toegelaten, aan het gevelvlak langsheen de Mechelsesteenweg kunnen enkel inpandige.
zone op het gelijkvloers : bouwvrij
2.14_2_1-v20061218 GR DA.doc
21
RUP 2.14_2_1 Verlengde Groenstraat
richtinggevend
verordenend
inhoudelijke elementen
eisen gesteld aan inhoudelijke elementen
stedenbouwkundige voorschriften
PZ_01 projectzone 01
Bouwzone C
Bouwzone C
De navolgende maquette-beelden zijn richtinggevend naar de te realiseren volumes toe.
Bestemmingen : wonen (minimum 80 % van de totale bouwzone C) voorzieningen kantoor- en kantoorachtigen commerciële functies (niet in concurrentie met het handelscentrum in de stadskern) detailhandel kan enkel indien de verkoopsruimte kleiner is dan 400m² per handel horeca De bouwlijn op het gelijkvloers ligt op 8 m achter de rooilijn. Bouwhoogten : kroonlijsthoogte : maximum 10.50 m tophoogte : 16.60 m - de bouwlijnen van de twee hoogste bouwlagen liggen t.o.v. vooren achtergevellijn minimum 2 m achteruit Gevelontwikkeling : maximaal 35 m per bouwblok minimaal 8 m afstand tussen de verschillende bouwblokken Uitwendige terrassen zijn toegelaten, aan het gevelvlak langsheen de Mechelsesteenweg kunnen enkel inpandige.
2.14_2_1-v20061218 GR DA.doc
22
RUP 2.14_2_1 Verlengde Groenstraat
richtinggevend
verordenend
inhoudelijke elementen
eisen gesteld aan inhoudelijke elementen
stedenbouwkundige voorschriften
PZ_01 projectzone 01
Bouwzone D
Bouwzone D
De navolgende maquette-beelden zijn richtinggevend naar de te realiseren volumes toe.
Bestemmingen : wonen complementaire activiteiten tot maximum 100 m² per volwaardige woonentiteit en gekoppeld aan de woonentiteit zijn toegelaten De bouwlijn langs de zijde van de Guldensporenstraat valt samen met de uiterste grens van de bebouwbare zone. Uitvoering in viergevelwoonblok. Bouwhoogten : kroonlijsthoogte : maximum 7.80 m maximum 3 bouw/woonlagen de bouwlijn van de hoogste bouwlaag ligt t.o.v. de voorgevelbouwlijn (kant Guldensporenstraat / Nieuwe Rolleweg) minimum 4.50 m achteruit Zowel inpandige als uitwendige terrassen zijn toegelaten.
2.14_2_1-v20061218 GR DA.doc
23
RUP 2.14_2_1 Verlengde Groenstraat
richtinggevend inhoudelijke elementen
verordenend
eisen gesteld aan inhoudelijke elementen
stedenbouwkundige voorschriften
PZ_01 projectzone 01 richtingevend gabarieten
2.14_2_1-v20061218 GR DA.doc
24
RUP 2.14_2_1 Verlengde Groenstraat
richtinggevend
verordenend
inhoudelijke elementen
eisen gesteld aan inhoudelijke elementen
stedenbouwkundige voorschriften
PZ_02 projectzone 02
PZ_02 projectzone 02
PZ_02 projectzone 02
Binnen deze projectzone worden volgende concepten gehanteerd : nastreven van een samenhangende innoverende architectuur gedifferentieerde woontypologie wonen in een park met privaat karakter bebouwing zonder achterkanten
Bouwzone E Bestemmingen: wonen (minimum 80 % van de totale zone E en F) voorzieningen kantoor- en kantoorachtigen commerciële functies (niet in concurrentie met het handelscentrum in de stadskern) detailhandel kan enkel indien de verkoopsruimte kleiner is dan 400m² per handel horeca De bouwlijn op het gelijkvloers ligt op 8 m achter de rooilijn. Bouwhoogten: kroonlijsthoogte : maximum 10.50 m één bouwlaag boven de kroonlijst is toegelaten en ligt t.o.v. voor- en achtergevellijn minimum 2 m achteruit Uitwendige terrassen zijn toegelaten, aan het gevelvlak langsheen de Mechelsesteenweg kunnen enkel inpandige. Parkeren De toegang(en) tot de ondergrondse parkeer faciliteiten worden voorzien via de Mechelsesteenweg in overleg met de beheerder van de weg.
2.14_2_1-v20061218 GR DA.doc
25
RUP 2.14_2_1 Verlengde Groenstraat
richtinggevend inhoudelijke elementen
verordenend
eisen gesteld aan inhoudelijke elementen
PZ_02 projectzone 02
stedenbouwkundige voorschriften Bouwzone F Bestemmingen: wonen complementaire activiteiten tot maximum 100 m² per woonentiteit en gekoppeld aan de woonentiteit zijn toegelaten Bouwhoogten: kroonlijsthoogte : maximum 7.20 m Uitwendige terrassen zijn toegelaten. Parkeren Kan zowel op gelijkvloers als ondergronds. De toegang(en) tot de ondergrondse parkeerfaciliteiten worden gegroepeerde voorzien
2.14_2_1-v20061218 GR DA.doc
26
RUP 2.14_2_1 Verlengde Groenstraat
richtinggevend inhoudelijke elementen
verordenend
eisen gesteld aan inhoudelijke elementen
stedenbouwkundige voorschriften
Zone voor gegroepeerde woningen artikel 5 Zone voor gegroepeerde woningen Bestemming : In deze zone mogen alleenstaande en gekoppelde woningen gebouwd worden of woninggroepen van maximum 7 eenheden, waarvan de totale gevellengte 50 meter niet overtreft. Breedte van de zijdelings bouwvrije strook: minimum 3,00 m. Gabariet: maximum hoogte van de voorgevel: 9,50 m. minimum hoogte van de voorgevel: 6,50 m De hoogte verschillen van de gevels van aanpalende gebouwen mogen 0,50 meter niet overschrijden, vermeerderd of verminderd volgens het geval met het peilverschil van de helling van de straat tussen de twee gebouwen. Nochtans ingeval het een groep betreft die een architecturaal geheel vormt, mag van deze vastgestelde hoogten afgeweken worden op voorwaarde dat zij aangepast zijn, aan de omgeving.
2.14_2_1-v20061218 GR DA.doc
27
RUP 2.14_2_1 Verlengde Groenstraat
richtinggevend inhoudelijke elementen
verordenend
eisen gesteld aan inhoudelijke elementen
stedenbouwkundige voorschriften
zone voor bebouwing op het gelijkvloers artikel 6 zone voor bebouwing op het gelijkvloers Bestemming: wonen complementaire activiteiten tot maximum 100 m² per woonentiteit en gekoppeld aan de woonentiteit zijn toegelaten binnen de projectzone 2 Bouwhoogte: max kroonlijsthoogte 3.50 m
zone voor garages en/of bergingen artikel 7 zone voor garages en/of bergingen Bestemming: garages bergingen Kroonlijsthoogte: Max 3 m Platte daken verplicht. Gebruik van duurzame materialen is verplicht
2.14_2_1-v20061218 GR DA.doc
28
RUP 2.14_2_1 Verlengde Groenstraat
richtinggevend inhoudelijke elementen
verordenend
eisen gesteld aan inhoudelijke elementen
stedenbouwkundige voorschriften
zone voor tuinen
artikel 8 zone voor tuinen Bestemming Deze zones zijn bestemd voor de aanleg van privé-tuinen met inbegrip van vijvers en constructies die behoren tot de normale uitrusting van een tuin, voor zover rekening gehouden wordt met de schaal en de terreinindex. Bezettingsdensiteit De groen / terreinindex van de tuinen is minimaal 0,8 per perceel. Het optrekken van constructies is verboden, uitgezonderd zoals hierboven aangegeven. Natuurlijk peil Het natuurlijk peil van de grond mag niet worden gewijzigd op minder dan 0.50 m afstand van de eigendomsgrenzen. De taluds, de steunmuren en de terrassen mogen niet hoger zijn dan 0.50 m ten overstaan van het natuurlijk of genormaliseerd grondpeil. De overgang tussen twee verschillende niveau's (taluds) dient te geschieden door een hellend vlak van maximum 8/4.
2.14_2_1-v20061218 GR DA.doc
29
RUP 2.14_2_1 Verlengde Groenstraat
richtinggevend inhoudelijke elementen
verordenend
eisen gesteld aan inhoudelijke elementen
stedenbouwkundige voorschriften
zone voor gemeenschapsvoorzieningen artikel 8 zone voor gemeenschaps-voorzieningen Bestemming Openbare instellingen, voorzieningen die gericht zijn op de bevordering van het algemeen belang en die ten dienste van de gemeenschap worden gesteld. De idee van dienstverlening (verzorgende sector) aan de gemeenschap is derhalve rechtstreeks aanwezig. Recreatieve voorzieningen (verenigingen, jeugdwerking, …) zijn eveneens toegelaten. Eventuele aanvragen voor het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning zullen, voorafgaandelijk voor advies voorgelegd worden aan de Gemeentelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening of aan een hiertoe gemandateerde werkgroep van deze Commissie.
De bepalingen van artikel 8 zijn van toepassing met bijkomende vereiste dat er een doorgedreven integratie met de onderliggende bestemming noodzakelijk is. De initiatieven dienen een globale visie te bevatten, maar mogen gefaseerd uitgevoerd worden. Een omgevingsrapport is vereist.
2.14_2_1-v20061218 GR DA.doc
30
RUP 2.14_2_1 Verlengde Groenstraat
richtinggevend
verordenend
inhoudelijke elementen
eisen gesteld aan inhoudelijke elementen
stedenbouwkundige voorschriften
zone voor KMO dienstverlenende instellingen
Er dient voldoende aandacht te worden geschonken aan een kwalitatieve architectuur. artikel 9 zone voor KMO - dienstverlenende instellingen Bestemmingen : Klein en middelgrote ondernemingen en dienstverlenende instellingen, kantoor en kantoorachtigen, high-tech bedrijven en research Bezettingsdenstiteit (van toepassing op de totale zone) maximale footprint gebouwen : 75 % minimale groenindex : 10 % Voldoende hoogstammig groen dient te worden voorzien. Maximale bouwhoogte : 4 bouwlagen Afstand tot de perceelsgrens : minimum de hoogte van de gevel met minimaal 5 m Publiciteit Enkel publiciteit met rechtstreekse relatie tot de activiteiten ter plaatse uitgevoerd worden toegelaten alsmede de firmanaam
2.14_2_1-v20061218 GR DA.doc
31
RUP 2.14_2_1 Verlengde Groenstraat
richtinggevend inhoudelijke elementen
verordenend
eisen gesteld aan inhoudelijke elementen
stedenbouwkundige voorschriften
parkzone
artikel 10 parkzone Dit gebied is bestemd voor de inrichting als park. De beplantingen binnen de groenzones dienen te bestaan uit inheems of genaturaliseerd laag- en hoogstammig groen, behoudens de bestaande toestand hiervan afwijkt. Deze groenvoorzieningen dienen inzake verhoudingen gras, bodembedekkers, struiken en heesters, laagstam en gebeurlijke hoogstam, op esthetische verantwoorde en oordeelkundige wijze te worden voorzien. Het gebruik van prikkeldraad en/of schrikdraad is uitdrukkelijk verboden. Verdere detaillering naar gebruik en afwijkende en/of aanvullende inrichting : zie hieronder
2.14_2_1-v20061218 GR DA.doc
32
RUP 2.14_2_1 Verlengde Groenstraat
richtinggevend inhoudelijke elementen
verordenend
eisen gesteld aan inhoudelijke elementen
stedenbouwkundige voorschriften
parkzone OP – openbaar / publiek park Park met openbaar karakter waarbij zowel de individuele als sociale aspecten tot hun recht komen. Binnen dit gebied is dag- en jeugdrecreatie met daaraan gekoppelde activiteiten en geïntegreerde constructies toegelaten. De bebouwingen in functie van deze activiteiten dienen optimaal verweven te worden met het karakter van het park en opgetrokken worden in duurzame en ecologisch verantwoorde materialen. SP – semi- publiek park Park met semi-publiek karakter Eigendomstructuur, inrichting en onderhoud is privaat, maar het dient toegankelijk te zijn voor het publiek ook andere dan bewoners / eigenaars in de projectzone 1. Een globaal inrichting- en beheersplan dient deel uit te maken van de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning in het kader van de al dan niet gefaseerde bebouwing binnen de projectzone 1. PP – privaat park Park met privaat karakter .
2.14_2_1-v20061218 GR DA.doc
33
RUP 2.14_2_1 Verlengde Groenstraat
richtinggevend
verordenend
inhoudelijke elementen
eisen gesteld aan inhoudelijke elementen
stedenbouwkundige voorschriften
parkzone
Een (geluids)buffering dient de mogelijke hinder t.o.v. de woonwijk tot het strikte minimum te beperken.
Buffer
Elementen sturend op de efficiëntie van de berm: hoogte van de wal het scherm afstand tussen bron / wal afstand tussen scherm en ontvanger
In het oostelijk deel van de projectzone 1 tussen dient een geluidscherm met groenbuffer te worden voorzien. Naast de geluidsberm dient de groene zone evenwijdig aan de perceelsgrens (grens RUP) tussen de ontworpen en/of gerealiseerde bebouwing volgens het RUP en deze geluidsberm te worden voorzien van een groenblijvende buffer met voldoende hoogstam. Een aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning dient vergezeld te gaan van een verslag van een erkend deskundige dat het ontwerp van bufferzone, zijnde berm met groenscherm inclusief geluidsbeschermende infrastructuur, de meest mogelijke garanties bieden op het vlak van geluidsabsorptie en preventie van geluidsoverdracht naar de nabijgelegen woningen en woonentiteiten.
2.14_2_1-v20061218 GR DA.doc
34
RUP 2.14_2_1 Verlengde Groenstraat
richtinggevend inhoudelijke elementen
verordenend
eisen gesteld aan inhoudelijke elementen
stedenbouwkundige voorschriften
achteruitbouwstrook
artikel 11 achteruitbouwstrook Bestemming Zone voor toegangen, verhardingen, parkeren en groen. Verhardingsdensiteit / gebruik : Minimum 50 % per perceel dient als groene zone te worden ingericht, welke dient te voorzien van structurerend groen (bv hoogstam) echter zonder de zichtbaarheid in functie van het open afrijden te beperken. Afsluitingen Maximale hoogte 80 cm bestaande uit groenblijvende element en/of tuinmuurtjes uitgevoerd in samenhang met de gebruikte materialen van het hoofdgebouw. Het gebruik en inrichting van de achteruitbouwstroken langsheen de gewestweg dient in overeenstemming te zijn met de richtlijnen van de bevoegde administratie.
2.14_2_1-v20061218 GR DA.doc
35
RUP 2.14_2_1 Verlengde Groenstraat
richtinggevend inhoudelijke elementen
verordenend
eisen gesteld aan inhoudelijke elementen
stedenbouwkundige voorschriften
bouwvrije zone
artikel 12 bouwvrije zone Dient ingericht te worden als groenzone vrijblijvend van elke constructie. Beperkte toegangsverharding is toegelaten.
multifunctionele buitenruimte artikel 13 multifunctionele buitenruimte Bestemming Toegangs- en verblijfsruimte. Dient ingericht te worden in samenhang met de architectuur van de aangrenzende bebouwing met gebruik van duurzame materialen
2.14_2_1-v20061218 GR DA.doc
36
RUP 2.14_2_1 Verlengde Groenstraat
richtinggevend
verordenend
inhoudelijke elementen
eisen gesteld aan inhoudelijke elementen
stedenbouwkundige voorschriften
Zone met gemengde bestemming KMO – stedelijk wonen
De huidige bestemming van KMO-activiteiten situeert zich in de sociale sector (tewerkstelling van mindervaliden). Nieuwe en/of andere economische activiteiten zijn naar de toekomst toe niet verder wenselijk. Bij de omschakeling naar wonen dient een globaal project te worden opgemaakt met aandacht voor effectief stedelijk wonen (voldoende dichtheid met diversiteit in woontypologie), groene ruimte, speelruimte voor kinderen en kwalitatieve (semi)publieke ruimte.
artikel 6 Zone met gemengde bestemming KMO – stedelijk wonen Bestemming : KMO met sociale functie, eventueel aangevuld met gerelateerde activiteiten andere vormen van economische activiteiten zijn uitgesloten wonen De omschakeling naar wonen, behoudens één woonentiteit ten behoeve van het besturend en bewakend personeel, kan enkel indien via een totaalproject dat betrekking heeft op de volledige zone complementaire activiteiten tot maximum 100 m² per volwaardige woonentiteit en gekoppeld aan de woonentiteit zijn toegelaten Bezettingsdensiteit : KMO met sociale functie : huidige bezettingsdensiteit is de maximale. wonen : minimaal 25 woningen / ha Gabarieten : KMO met sociale functie : huidige gabariet is het maximale wonen : De bestaande morfologie is richtinggevend; stedenbouwkundig verantwoorde ingrepen zijn toegelaten
2.14_2_1-v20061218 GR DA.doc
37
RUP 2.14_2_1 Verlengde Groenstraat
4.2
OP TE HEFFEN BEPALINGEN
Bij de inwerkingtreding van het voorliggend gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan worden binnen het betreffende plangebied de voorschriften opgeheven van : 1. gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse (K.B. 7 maart 1977 en latere wijzigingen) 2. bijzonder plan van aanleg nr. 38 “Rolleveld”, 2.24_38_1, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 23 maart 1987 3. bijzonder plan van aanleg nr. 39 “Verlengde Groenstraat”, 2.24_39_2, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 10 september 1984 Bij de inwerkingtreding van het voorliggend gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan worden binnen het betreffende plangebied alle verkavelingen vernietigd (art 41 DRO 18 mei 1999 en latere wijzigingen).
4.3
GRAFISCH PLAN bijlage 7 – Grafisch plan
2.14_2_1-v20061218 GR DA.doc
38
RUP 2.14_2_1 Verlengde Groenstraat