VERSTEDELIJK
stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal Provincie Vlaams-Brabant Stad Vilvoorde
ruimtelijk uitvoeringsplan 2.14_1_1
ii 2.14_1_1-v20050314-GR_da.doc
RUP 2.14_1_1 stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal
inhoud 0
LEESWIJZER ............................................................................... 1
1
INLEIDING .................................................................................... 3
2
RELATIE MET DE STRUCTUURPLANNEN................................ 5 2.1
RELATIE MET HET RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN VLAANDEREN .................. 5
2.1.1 2.1.2
Richtinggevend deel...................................................................................... 5 Bindend deel.................................................................................................. 6
2.2 RELATIE MET HET ONTWERP PROVINCIAAL RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN VLAAMS-BRABANT .............................................................................................. 6 2.2.1 2.2.2
2.3
RELATIE MET HET GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN VILVOORDE 8
2.3.1 2.3.2
3
Richtinggevend deel...................................................................................... 6 Bindend deel.................................................................................................. 8
Richtinggevend deel...................................................................................... 8 Bindend deel................................................................................................ 10
RUIMTELIJKE SITUERING........................................................ 11 3.1
BESTAANDE FEITELIJKE EN JURIDISCHE TOESTAND ................................... 11
3.1.1 3.1.2
Bestaande feitelijke toestand ...................................................................... 11 Bestaande juridische toestand .................................................................... 11
3.2 BESTAANDE RUIMTELIJKE STRUCTUUR ..................................................... 12 3.3 VISIE, DOELSTELLINGEN EN CONCEPTEN .................................................. 17 3.4 MAATREGELEN MET HET OOG OP DE COHERENTIE EN VAN HET GEBIED ........................................................................................................... 26
4 VERTALING NAAR VERORDENENDE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN EN OP TE HEFFEN VOORSCHRIFTEN ................................................................................... 28 4.1
STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN .................................................. 28
4.1.1 4.1.2
4.2
Algemene stedenbouwkundige voorschriften ............................................. 28 specifiek stedenbouwkundige voorschriften................................................ 31
GRAFISCH PLAN ....................................................................................... 62
v 2.14_1_1-v20050314-GR_da.doc
RUP 2.14_1_1 stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal
figuren Figuur 1 - STADSRELATIE............................................................................................... 12 Figuur 2 - BLOKKENMODEL Figuur 3 - CAMPUSMODEL ............................................ 12 Figuur 4 - RANDVOORWAARDEN .................................................................................. 13 Figuur 5 - GROENE SCHAKEL ........................................................................................ 14 Figuur 6 - FERRARISKAART ........................................................................................... 15 Figuur 7 - FASEN IN HET ONTWIKKELINGSPROCES .................................................. 16 Figuur 8 - INTEGRATIE VAN FUNCTIES......................................................................... 17 Figuur 9 - KANAAL EN ZENNE ........................................................................................ 18 Figuur 10 - ZICHTLIJNEN................................................................................................. 19 Figuur 11 - VERSTERKING EN BEHOUD VAN HET TUCHTHUIS................................. 20 Figuur 12 - REEKS VAN OPENBARE FUNCTIES........................................................... 21 Figuur 13 - REEKS VAN OPENBARE RUIMTES............................................................. 22 Figuur 14 - KAVELS.......................................................................................................... 23 Figuur 15 - VERANKEREN OP NIVO VAN STRATENSTRUCTUUR .............................. 25 Figuur 16 - indeling projectgebieden................................................................................. 26
kaarten à à à à à
bijlage 1 : kaart 1 - bestaande toestand (GRB - kadastrale percelen) ...................... 11 bijlage 2 : kaart 2 - topografische kaart...................................................................... 11 bijlage 3 : kaart 3 - orthofoto ...................................................................................... 11 bijlage 4 : kaart 4 - gewestplan .................................................................................. 11 bijlage 5 - kaart 5 - Bestemmingsplan ....................................................................... 62
vi 2.14_1_1-v20050314-GR_da.doc
RUP 2.14_1_1 stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal
0
LEESWIJZER Het document maak integraal deel uit van de besluitvorming. Het eerste deel geeft de relatie aan met de ruimtelijke structuurplannen op de verschillende beleidsniveaus. Het tweede deel betreft de inhoudelijke toelichting en bestaat uit vijf elementen : 1. Ruimtelijke situering Het betrokken gebied wordt ruimtelijk gesitueerd in een ruimere omgeving. 2. Bestaande feitelijke en juridische toestand De bestaande feitelijke toestand duidt het grondgebruik aan met een gedetailleerde kaart waarbij eveneens de begrenzing van het RUP is aangeduid. Hierbij wordt het mogelijk om de ligging ten opzichte van perceelsgrenzen, gebouwen en functies te bepalen. De bestaande juridische toestand geeft eveneens een overzicht van de verschillende verordenende plannen die hetzij binnen de grenzen van het RUP zijn gelegen of er relevante binding mee hebben. De verordenende plannen die geheel of gedeeltelijk bedekt worden door het Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan worden automatisch opgeheven bij de inwerkingtreding van dit plan. 3. Bestaande ruimtelijke structuur De feitelijke toestand wordt planologisch geïnterpreteerd in een bestaande ruimtelijke structuur die met beelden, schetsen en tekst wordt voorgesteld. 4. Visie, doelstellingen en concepten Op basis van de bestaande ruimtelijke structuur met aftoetsing naar het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Vilvoorde, het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen en het RSVB in procedure, worden visie en doelstellingen geformuleerd die moeten leiden tot een gewenste ruimtelijke ordening. De weergegeven concepten brengen de ruimtelijke visie in beeld. 5. Maatregelen Op basis van de gewenste ruimtelijke ordening worden een aantal maatregelen voorgesteld die deels gekoppeld kunnen worden aan de uitvoering van het (de) beoogde project(en). Deze maatregelen kunnen betrekking hebben op diverse aspecten zoals uit te voeren studiewerk, praktische initiatieven die aan de bouwvergunning(en) gekoppeld worden, het opmaken van inrichtingsplannen, … Enkele van deze maatregelen worden expliciet opgenomen in dit ruimtelijk uitvoeringsplan. Andere maatregelen worden weergegeven als elementen die best in later volgende processen worden meegenomen en die met dit ruimtelijk uitvoeringsplan niet afdwingbaar opgelegd worden. Deze zijn aldus voorstellen voor verder onderzoek of realisatie.
Het derde deel omvat de stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan. Dit plan wordt steeds geïntegreerd in dit document en zonodig op een leesbaarder schaal losbladig toegevoegd aan het document. In dit deel wordt eveneens gebruik gemaakt van een overzichtstabel. Deze bevat vier kolommen. Per inhoudelijk element (kolom 1) wordt een korte inhoudelijke toelichting gegeven en worden de essentiële inhoudelijke aspecten die belangrijk zijn om het beoogde te realiseren uitgelicht (kolom 2). Deze kolommen hebben een toelichtende en richtinggevende functie en dienen samen met de stedenbouwkundige voorschriften te worden gelezen. Kolom 3 bevat de legende en de juridische vertaling naar stedenbouwkundige voorschriften. Kolom 4 bevat het eventueel op te heffen voorschrift of deel ervan.
1 2.14_1_1-v20050314-GR_da.doc
RUP 2.14_1_1 stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal
richtinggevend inhoudelijke elementen
verordenend toelichting bij de inhoudelijke elementen essentiële aspecten
stedenbouwkundige voorschriften
richtinggevend voor het beoordelen van aanvragen tot het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning
op te heffen stedenbouwkundige voorschriften
kolom 4 op te heffen stedenbouwkundige voorschriften
kolom 2 gewenste ruimtelijke invulling kolom 1 benaming van de verschillende zones
kolom 3 stedenbouwkundige voorschriften van toepassing
Aanduidingen op de grafische plannen Op de plannen van het Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan zijn kleurvlakken, overdrukken en lijnen aangeduid, zonodig aangevuld met symbolen en/of tekst. 1. De kleurvlakken duiden aan welke bestemmingen in deze zone toegelaten zijn. 2. Voorschriften die tijdelijk zijn of visueel niet als hoofdgebruik herkenbaar zijn, worden aangeduid in overdruk. Tijdelijke bestemming Dit type voorschrift moet opgevat worden als een tijdelijke reservatie nodig is (bv het uitvoeren van aanpassingswerken aan wegen). Eens het tijdelijk karakter geen voorwerp meer heeft vervalt dit voorschrift. Hieronder vallen eveneens reservaties in het kader van erfdienstbaarheden. Niet visueel herkenbare bestemmingen Het niet visueel herkenbaar zijn slaat op bestemmingen die zich onder het maaiveld bevinden (bv collectoren, overdekte waterlopen, …). Projectzone en/of -gebied Binnen een projectzone (en/of -gebied) wordt een procedure beschreven die noodzakelijk moet gevolgd worden vooraleer een stedenbouwkundige vergunning kan worden aangevraagd. Het betreft o.m. de opmaak van inrichtingsplannen, wedstrijden, aanpak via open oproep, … 3. Lijnen hebben betrekking op (bestaande) infrastructuur. De voorschriften die hierbij horen zijn minimaal en geven aan dat bestaande infrastructuur al dan niet wordt behouden.
2 2.14_1_1-v20050314-GR_da.doc
RUP 2.14_1_1 stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal
1
INLEIDING Het Broek dat zich uitstrekt in het zuidelijk deel van de stad tussen de historische stadskern, spoorweg en kanaal, met de Zenne, ontwikkelde zich van nat landschap naar een sterk industrieel gebied. Het is echter tijdens de laatste decenia met wisselende economische conjuncturen achteruitgegaan. Hierdoor ontstond verspreide leegstand en werd ook omwille van de strategische ligging aan grondspeculatie gedaan. Het Broek staat aan een nieuwe fase in haar ontwikkelingsgeschiedenis. Het gebied tussen Zeekanaal en Zenne heeft in korte tijd een heel nieuwe betekenis gekregen. Met de laatste gewestplanwijziging 1 werd het grootste deel van dit gebied omgezet naar gebied voor stedelijke ontwikkeling. Deze bestemmingswijziging betekende ook via het voorschrift dat een verdere verfijning werd opgelegd via bijzondere plannen van aanleg. De zone van het Tuchthuiscomplex werd met dezelfde gewestplanwijziging gebracht naar de bestemming 'woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde'. De opgave die zich op dit moment aandient is het definiëren van een ruimtelijk kader waarbinnen dit gebied zich zal moeten ontwikkelen tot een integraal onderdeel van het centrum van Vilvoorde met behoud van de bijzondere kwaliteiten als waterfront voor de stad, als gebied met de historische Zenne en het Tuchthuiscomplex. De ontwikkeling van dit deelgebied vormt de kop van een veel groter ontwikkelingsgebied langs Zeekanaal en Zenne, een gebied dat reikt tot de Buda-brug.
STAND VAN ZAKEN Als aanzet tot het herontwikkelen van deze locaties werd in juni 2000 een eerste masterplan voor de totale projectzone opgesteld door de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij Vlaams-Brabant. Eind 2000 werd een samenwerkingsverband afgesloten tussen de stad Vilvoorde, de nv Zeekanaal en de nv Novovil, met als doel : à het ontwikkelen van de projectzone op ruimtelijk, maatschappelijk en economisch vlak à het actualiseren van de bestaande onderzoeken en studies met betrekking tot het werkterrein à het stimuleren van interesse bij instellingen, overheden, bedrijven, private sector, bewoners à het bundelen van de krachten op financieel, maatschappelijk en economisch vlak, en coördineren van de verschillende te nemen initiatieven (ruimtelijke aanpak, planning, infrastructuur, …) Via wedstrijd werd, eind 2000 door de stad Vilvoorde in samenwerking met de nv Zeekanaal, de opdracht tot de opmaak van een stedenbouwkundig, integraal ontwikkelingsplan toegewezen aan de tv Gedas / West8. De stad Vilvoorde heeft het Sint-Lukasarchief een doorgedreven onderzoek laten uitvoeren naar de historische waarde van het Tuchthuiscomplex. In het voorjaar van 2002 werd een markt- en financiële haalbaarheidsstudie opgesteld door de studiebureaus ERM en PwC. Tijdens de periode april 2001 tot november 2002 werd via een openbare procedure door de nv Zeekanaal een ontwikkelaar geselecteerd voor de site Steenkaai. De ideeënwedstrijd voor Architectuuropleidingsscholen ging door tijdens het academiejaar 2001-2002 en werd afgerond met een tentoonstelling. 1
gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse - laatste wijziging : M.B. 17.07.2000
3 2.14_1_1-v20050314-GR_da.doc
RUP 2.14_1_1 stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal
De initiatieven werden genomen tot de indiening van een stadsvernieuwingsproject. De eerste ronde vond plaats in augustus 2002. Op 20 januari 2003 greep de selectie plaats en formuleerde de jury een advies m.b.t. de projecten. De Vlaamse regering stelde een 'shortlist projecten' vast op 21 februari 2003. Aansluitend werd de belofte van subsidie toegekend. Het integraal ontwikkelingsplan maakt mee deel uit van het dossier van het stadsvernieuwingsproject en vormde de basis voor het Uitgewerkte MasterPlan (UMP). Het stedenbouwkundig integraal ontwikkelingsplan dat werd opgesteld door Adriaan Geuze en Maarten van de Voorde van het bureau West8, werd teruggekoppeld naar de Vlaams Bouwmeester. Het integraal ontwikkelingsplan van 04 februari 2002 en het UMP van 22 september 2003 dienen als bijlage bij dit stedenbouwkundig kader. DOELSTELLING Voor het genoemde gebied zijn een aantal primaire randvoorwaarden vastgesteld. à verankering van ‘Het Broek’ in het weefsel van de bestaande stad, het centrum van Vilvoorde. à ruimtelijke ontwikkeling die gebaseerd is op een gezonde exploitatieve basis. à veiligstellen en benutten van de historische waarde van het Tuchthuis-complex à de historische Zenne (die ook het ontstaan van de stad en de ligging van het centrum heeft bepaald) moet in elke planontwikkeling als een nieuw landschappelijk element zijn geïntegreerd. De oorspronkelijke loop blijft vrij van bebouwing en wordt als parkwandeling ontwikkeld.
4 2.14_1_1-v20050314-GR_da.doc
RUP 2.14_1_1 stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal
2
RELATIE MET DE STRUCTUURPLANNEN 2.1
RELATIE MET HET RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN VLAANDEREN
2.1.1 RICHTINGGEVEND DEEL Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, goedgekeurd op 23/09/1997, bepaalt op gewestelijk niveau de planningscontext. Gewenste ruimtelijke structuur De gemeente Vilvoorde is volgens het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, gelegen in het Vlaams stedelijk gebied rond Brussel (RSV p. 335). Omwille van het stedelijk karakter in (delen van) deze gemeenten en vanuit de wenselijkheid om het stedelijk karakter ervan in het ruimtelijk beleid te continueren, vormen delen van deze gemeenten het Vlaams stedelijk gebied rond Brussel. In de delen van deze gemeenten waar de zogenaamde "groene gordel" aanwezig is, wordt een buitengebiedbeleid gevoerd. Opgemerkt moet worden dat binnen het Vlaams stedelijk gebied rond Brussel de gemeente Vilvoorde over een zeer goed uitgeruste stedelijke kern beschikt met een uitrustingsniveau en een verzorgingsfunctie ten aanzien van de omgeving die te vergelijken is met een goed uitgeruste kleine stad. Om deze reden hebben delen van de gemeente Vilvoorde als stedelijke kern een bijzondere rol in het Vlaams stedelijk gebied rond Brussel. Gezien de ligging en het karakter van de site, is deze te plaatsen onder de noemer stedelijk gebied in het algemeen en het Vlaamse stedelijk gebied rond Brussel in het bijzonder, zoals gedefinieerd in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV p. 335 en p. 581). Dit heeft uiteraard consequenties voor de ontwikkeling en de inrichting van de site. Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen doet ook uitspraken omtrent gebiedsspecifieke ontwikkelingsperspectieven voor het Vlaams stedelijk gebied rond Brussel (RSV p. 374). De gewenste ruimtelijke ontwikkeling van het Vlaams stedelijk gebied rond Brussel kan niet worden bereikt door de ontwikkelingsperspectieven voor de stedelijke gebieden noch deze voor het buitengebied ongenuanceerd toe te passen. Dit gebied vereist eigen gebiedsspecifieke ontwikkelingsperpsectieven. Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen omschrijft een aantal instrumenten die kunnen worden ingezet om de ontwikkelingsperspectieven binnen het Vlaams stedelijk gebied rond Brussel na te streven (RSV p. 374). Gezien de aard, de ligging en het concept, valt het RUP 'Stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal' onder de titel van stadsrenovatie en vernieuwing. Om aan de renovatie- en vernieuwbouwbehoefte te voldoen, is het nodig maatregelen te treffen ter verbetering van de kwaliteit van het bestaande woningaanbod. Mogelijkheden om verlaten en/of verwaarloosde bedrijfsgebouwen te hergebruiken, moeten benut worden. De stadsvernieuwing is hiervoor het geëigende instrument. Principes van een dynamische stadsvernieuwing zijn de volgende: Het werken met projecten Een project geeft voor een specifiek afgebakende ruimte duidelijke en haalbare objectieven voor een bepaalde tijdsperiode aan. Daardoor richt en stimuleert het handelen. Voor een geslaagde projectwerking moet er zekerheid zijn over de inzetbare middelen en instrumenten. Dit kan alleen als de middelen in prioritaire projecten geconcentreerd en planmatig vastgelegd worden. De projectmatige aanpak geldt op elk niveau. Overheidsmiddelen op continue wijze, gericht en vlot inzetten Een kordate aanpak van de versterking van de stedelijke gebieden kan niet zonder een verhoging van de middelen. Dit moet o.a. mogelijk worden gemaakt door een bundeling 5 2.14_1_1-v20050314-GR_da.doc
RUP 2.14_1_1 stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal
en herschikking van de reeds beschikbare middelen (zoals bouwpremies, leningen en sociale huisvestingsprojecten, stedelijke economische expansie, stedelijke vormings- en tewerkstellingsinitiatieven, migrantenwerking, samenlevingsopbouw, ...) in functie van de versterking van de stedelijke gebieden. Een nieuwe overheidsrol, in actieve samenwerking met particuliere actoren De rol van de overheden moet steunen op twee pijlers. Enerzijds de beperkte overheidsmiddelen gericht investeren. Anderzijds op actieve wijze samenwerken met de particuliere investeerders en daarbij sturend optreden. Tegenover de kleine particuliere actoren (= individuele bewoners, middenstanders, ...) moeten de overheden op alle niveaus een sterke coöperatieve en ondersteunende houding aannemen. Bewoners op een andere en betere manier betrekken De bewonersinbreng moet minder vrijblijvend gebeuren met een grotere doorstroming van bewonersvoorstellen in de besluitvorming enerzijds, en met een grotere verantwoordelijkheid voor de deelnemende bewonersgroepen, wijkverenigingen en diensten anderzijds. Kwaliteit voorop stellen Aandacht voor stadscultuur, woonomgeving en architectuur trekt aan en brengt een dynamiek op gang. Op alle niveaus en in alle projecten moet de zorg voor kwaliteit voorop staan. Om het wonen in de stedelijke gebieden te stimuleren worden met betrekking tot de stadsvernieuwing de bestaande initiatieven, samenwerkingsverbanden en besluiten geëvalueerd en getoetst op hun complementariteit en doeltreffendheid. De stadsvernieuwing moet worden uitgevoerd aan een hoger tempo dan tot op heden het geval was. Een versnelde en vernieuwde aanpak, andere organisatie- en overlegstructuren, andere financieringsmechanismen, ... zijn hierbij nodig. Een specifiek en financieel ondersteunend stedelijk beleid is noodzakelijk. Voorbeeld is de mogelijkheid voor inbreidingspremie die kleine ondernemingen kunnen verkrijgen voor ingebruikname van leegstaande bedrijfsruimtes en panden in de stedelijke gebieden.
2.1.2 BINDEND DEEL Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen legt de term Vlaams stedelijk gebied rond Brussel vast. (RSV p. 581).
2.2
RELATIE MET HET ONTWERP PROVINCIAAL RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN VLAAMS-BRABANT Het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Vlaams-Brabant doorloopt momenteel de voorgeschreven procedure. Het openbaar onderzoek is afgerond en de bezwaarschriften worden verwerkt door de PROCORO1. Het document dat werd gebruikt om de relatie aan te geven is hetgeen aan het openbare onderzoek is onderworpen.
2.2.1 RICHTINGGEVEND DEEL Het ontwerp Ruimtelijk Structuurplan Vlaams-Brabant formuleert een aantal uitgangspunten en kernprincipes (p. 153), waarvan sommige van toepassing zijn op de sites, gelegen binnen het RUP 'Stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal'. De gemeente Vilvoorde behoort, conform het Ruimtelijk Structuurplan Vlaams-Brabant, tot de deelruimte verdicht netwerk (p. 163). Het Verdicht Netwerk is te beschouwen als een interpretatie of een gebiedgerichte vertaling van de in het RSV aangeduide “Vlaamse Ruit”. In het gebied dat niet behoort tot de stedelijke gebieden, wenst de provincie er een gedifferentieerd buitengebiedbeleid te voeren.
1
PROCORO : Provinciale Commissie voor Ruimtelijke Ordening
6 2.14_1_1-v20050314-GR_da.doc
RUP 2.14_1_1 stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal
Het Verdicht Netwerk is niet alleen een stedelijk netwerk, het is tevens een netwerk van alle verschillende ruimtelijke structuren en in die zin dus ruimer dan een stedelijk netwerk. De stedelijke dynamiek, eigen aan de deelruimte, wordt plaatsgebonden en afhankelijk van de ligging ten opzichte van lijninfrastructuren, openruimtefragmenten en verschillende concentraties van activiteiten gestuurd. Multimodale knooppunten worden in eerste instantie verder ontwikkeld. Het openbaarvervoersnetwerk wordt uitgebouwd en afgestemd op de ruimtelijke ontwikkelingen. Het feit dat Vilvoorde gelegen is in hel deelgebied Verdicht Netwerk, laat toe om een aantal ruimtelijke principes van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaams-Brabant mee te nemen. (p. 279) Ruimtelijke principes Het Verdicht Netwerk: een mozaïek van functies Het ‘Verdicht Netwerk’ is een zeer versnipperd gebied. Eén typerend beeld voor de hele regio opstellen is onmogelijk. De complexe samenhang tussen bebouwde en onbebouwde ruimte geeft een oneindig palet aan verscheidene landschappen. Daarom kiest de provincie voor een fijnmazigere oplossing waarbij elk van de ruimtelijke componenten deel uitmaakt van een netwerk. Een netwerk heeft de specifieke eigenschap dat de samenhang tussen elementen van dezelfde ruimtelijke structuur veeleer tot stand komt via lijnvormige verbindende structuren, dan wel door de ruimtelijke nabijheid. In het ‘Verdicht Netwerk’ zijn de ruimtelijke aanspraken zeer divers. Het komt er dus op aan een ruimtelijk beleid uit te stippelen waarin continu een evenwicht wordt gezocht tussen de (ruimte)behoeften van de verschillende actoren of onderdelen van de ruimte. Dit evenwicht zal in grote mate bereikt moeten worden door het samengaan van verschillende functies, eerder dan door het naast elkaar plaatsen van. Meervoudig ruimtegebruik staat bijgevolg voorop. Het ‘Verdicht Netwerk’ is dan ook niet alleen een stedelijk netwerk, maar tevens een netwerk van alle verschillende ruimtelijke structuren en in die zin dus ruimer dan een stedelijk netwerk. Het beleid voor het Verdicht Netwerk is gericht op het maximaal geven van een eigen identiteit aan elk van de fragmenten. Deze identiteit is op vele plaatsen reeds embryonaal aanwezig en kan, mits een aantal ruimtelijke ingrepen, versterkt worden. De identiteit van een fragment heeft onder meer te maken met de bebouwingsvorm, de menging van functies, de ecologische waarde, de aanwezigheid of nabijheid van openruimtefuncties, de relatie met de lijninfrastructuren, enz. Daarom zal er gestreefd worden om de structuurbepalende elementen of delen van het Verdicht Netwerk een sterkere identiteit te geven. Door in het Verdicht Netwerk de interne consistentie van belangrijke fragmenten te vergroten, of door hun ontwikkelingen op elkaar af te stemmen en met elkaar te verbinden, kan de ruimtelijke samenhang van delen van het Verdicht Netwerk worden bevorderd. De kern van de gemeente Vilvoorde, wordt gedefinieerd als een potentieel stedelijke kern. Met het aanduiden van de potentieel stedelijke kernen geeft de provincie haar visie weer op het Vlaams stedelijk gebied rond Brussel en het regionaal stedelijk gebied Leuven. De uiteindelijke afbakening zal gebeuren door het Vlaamse Gewest, in samenwerking met provincie en betrokken gemeenten. Het ontwikkelingsperspectief voor de potentieel stedelijke kernen komt overeen met het ontwikkelingsperspectief van het stedelijke gebieden uit het RSV op p. 329 e.v. Wat betreft de mobiliteit in het algemeen en het openbaar vervoer in het bijzonder, wordt Vilvoorde benoemd als interregionaal knooppunt (p. 254). Parkeervoorzieningen in het vervoerknooppunt zijn gewenst. Dit soort knooppunten dient minimaal in een aantal basisvoorzieningen te voorzien (zoals bewaakte fietsstallingen, fietsverhuur, fietsherstelplaats, cafetaria, krantenkiosk, handel met basisproducten, verwarmde wachtruimte, bemand loket…) Deze voorzieningen zijn afgestemd op de gebruikers van de vervoerlijnen die dit knooppunt aandoen. Deze interregionale knooppunten komen in aanmerking voor kantoorontwikkeling. De grootte van de kantoren dient in overeenstemming te zijn met de schaal van de OVhalte. De kantoorfunctie dient gemengd met andere functies en mag in geen geval een concurrentieel aanbod betekenen voor het Vlaams stedelijk gebied rond Brussel en het regionaal stedelijk gebied Leuven. 7 2.14_1_1-v20050314-GR_da.doc
RUP 2.14_1_1 stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal
De gemeente Vilvoorde wordt ook geselecteerd als een toeritisch-recreatief knooppunt.
2.2.2 BINDEND DEEL Gezien de status van het document, is het niet relevant om de bindende bepalingen nader te omschrijven, aangezien deze mogelijks nog zullen worden bijgestuurd en/of aangevuld.
2.3
RELATIE MET HET GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN VILVOORDE Het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan van de gemeente Vilvoorde, goedgekeurd MB 05/09/2003, bepaalt op gemeentelijk niveau de planningscontext.
2.3.1 RICHTINGGEVEND DEEL Gewenste Ruimtelijke Structuur Algemeen Voor het stadscentrum wordt geopteerd voor renovatie en vernieuwing, terwijl in de overige kernen wordt geopteerd voor afwerking van de bebouwingsranden. Dit beleid van kernversterking wordt eveneens gevoerd bij het concentreren van de stedelijke handels- en dienstenvoorzieningen. Hierin wordt voor alle kernen gestreefd naar een minimaal primair voorzieningenniveau. Vilvoorde centrum heeft hierbij een bovenlokale, zelfs regionale functie te vervullen die door verhoging van het voorzieningenniveau nog versterkt kan worden. De N1 vormt grotendeels de drager waarop diverse activiteiten geënt zijn. Deze N1 kan als activiteitenas worden versterkt, met respect voor de aanwezige bestemmingen en functies. Specifiek in het centraal woongebied dient ter hoogte van het kanaal het stedelijk weefsel opgewaardeerd te worden door het doortrekken van de stedelijke woon, werk en recreatieve functies tot aan het kanaal. Deze ‘waterfront’-ontwikkelingen ter hoogte van Centrum en Kassei en het toegankelijker maken van het parkdomein ‘Drie Fonteinen’ vanaf het kanaal en het centrum zijn hiervan concrete acties. Het doorknippen van de N260 langsheen het kanaal (minimaal voor zwaar verkeer en ideaal voor alle doorgaand verkeer) ondersteunt dit concept. Wonen en leven in vilvoorde Versterking van de differentiatie van de woonomgeving In de bestaande ruimtelijke structuur bleek dat de barrièrewerking van de infrastructuren geresulteerd heeft in woongebieden met een geëigend karakter. Deze eigenheid moet behouden en versterkt worden. Voor de kernen binnen het stedelijk gebied worden verschillende kernen geselecteerd. Diegene waar de site toe behoort is het centrum. Het wonen in het Centrum wordt aansluitend bij de kern - versterkt rond het Tuchthuis. Het karakter van de woonwijken in Far West moet behouden blijven. De andere kernen (Kassei, Faubourg en Koningslo) zijn niet van toepassing voor het RUP 'Stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal'. Creëren van een grote verscheidenheid aan betaalbare woningen en verschillende woningtypologieën Het is van belang voor de gemeenschappen en de integratie van de verschillende bevolkingsgroepen dat de verschillende soorten woningen (huur - koop, appartement huis, klein - groot, sociaal - andere) voldoende met elkaar worden vermengd op een
8 2.14_1_1-v20050314-GR_da.doc
RUP 2.14_1_1 stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal
ruimtelijke verantwoorde manier. Hierbij moet ook rekening gehouden worden met nieuwe samenlevingsvormen. De algemene trend naar vergrijzing van de bevolking laat zich ook in Vilvoorde voelen. Naar het woningaanbod toe betekent dit dat er een groter aanbod aan kleinere woningen moet komen (nieuwbouw, renovatie,…). De woningen moeten op maat van de bejaarden, de jongeren, de alleenstaanden en/of koppels gemaakt worden, en kunnen zowel huurals koopwoningen omvatten. Een nieuwe woontypologie die in Vilvoorde kan toegevoegd worden is het ‘wonen aan het water’ langs het kanaal en in mindere mate langs de Zenne. De inrichting van de ongestructureerde stadsrand tussen centrum en kanaal biedt hiervoor grote potenties. Opwaarderen van het openbaar domein in de kern- en woongebieden Algemeen kan gesteld worden dat voor de typische pleinstructuren een opwaardering nodig is. Dit moet gebeuren in aansluiting tot het overige openbaar domein (straten, voetwegen, groenvoorzieningen,…). Hierbij moeten de accenten gelegd worden op het verblijfskarakter en de verkeersveiligheid. Bij de concrete uitwerking van het openbaar domein in een deelkern moet men ernaar streven om het geëigende karakter ervan te versterken. Voor het centrum is hierbij het versterken van het historisch karakter belangrijk. Bewaren en versterken historisch karakter en architecturale kwaliteiten van de stad De stad hecht veel belang aan het bewaren van het historisch karakter en de architecturale kwaliteiten van de stad. De stad wenst dit ook te concretiseren binnen de uitwerking van gemeentelijke verordeningen en ruimtelijke uitvoeringsplannen. Daarom werkt de stad mee aan de actualisering van de inventaris van de afdeling Monumenten en Landschappen. De stad zal het Sint-Lucasarchief opdracht geven deze inventaris aan te vullen met een inventaris waardevolle en merkwaardige gebouwen. De stad zal vervolgens een actieplan uitwerken voor de bescherming, de bestemming en de opwaardering van de stedenbouwkundige kwaliteiten van de cultuurhistorische waardevolle eivormige structuur van de binnenstad, de architecturaal waardevolle gevelzichten, de tuinwijken en sociale wijken. Dit actieplan zal geconcretiseerd worden via gemeentelijke verordeningen en/of GRUP’s, zoals het GRUP 'Stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal'. Deelruimtes Er worden in het Gemeentelijk Structuurplan Vilvoorde een aantal deelruimtes afgebakend, waarvan de deelruimte 'Kanaalzone' van toepassing is voor de ontwikkeling van het tuchthuiscomplex. Deelruimte Kanaalzone Een onderdeel van deze deelruimte is het deel ten zuiden van het centrale woongebied. In het zuidelijke deel van de kanaalzone wordt algemeen gestreefd naar reconversie van “Broek”. De N1 en het spoor worden hierbij als dragers van de toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen binnen dit gebied uitgebouwd. Hierbij wordt de N1 heringericht als laan, waarbij de klemtoon komt te liggen op het openbaar vervoer. De spoorlijn zal geïntegreerd worden binnen het GEN, met tussenstops ter hoogte van Machelen en het station van Vilvoorde. Na sanering zal het gebied in aanmerking komen voor kantoren, hoogwaardige bedrijvigheid en complementaire functies die zich richten naar de (toekomstige) ontwikkelingen rondom de luchthaven en HST-station te Schaarbeek. Hierdoor ontstaat een breuk met de industriële ontwikkelingen op het grondgebied van Brussel. De activiteitenstrip langsheen de Schaarbeeklei wordt slechts verder uitgebouwd in het kader van bovengenoemde ontwikkeling van “Broek”. Voor de overgangszone naar het centrum wordt gestreefd naar een kwalitatieve integratie van de woonbebouwing in de MarieJosé-wijk, langsheen de Harensesteenweg en in de omgeving van het Tuchthuiscomplex. Binnen de zone is er enkel lokaal verkeer mogelijk. Hier wordt de Zenne als stedelijk ecologisch gegeven opgewaardeerd. Inzake zonevreemde woningen wordt voor de ‘Kanaalzone’ het algemeen principe gehuldigd dat er gestreefd wordt naar een versterking van de woonfunctie. Dit houdt in 9 2.14_1_1-v20050314-GR_da.doc
RUP 2.14_1_1 stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal
dat er, indien de bebouwing aansluit bij het bestaande (verstedelijkte) woonweefsel, een GRUP zal opgemaakt worden met als doel een bestemmingswijziging te realiseren voor de betrokken percelen. Bij het opmaken van deze GRUP’s zal tevens de aandacht toegespitst moeten worden op de directe omgeving. De clusters van zonevreemde woningen in de deelruimte “Kanaalzone” (zoals opgenomen in de inventaris zonevreemde woningen in het voorontwerp gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Vilvoorde, versie september 2001) behoren ook tot de deelruimte “Stadscentrum”. Binnen de deelruimte “Stadscentrum” is een schema opgenomen dat als richtinggevend kader gehanteerd worden voor de individuele toetsing van de zonevreemde woningen die ook in de deelruimte “Kanaalzone” gelegen zijn. Er wordt gestreefd naar de realisatie van een zuidelijk verbindingweg vanaf de Tyraslaan (op– en afrit nr. 6 R0) over de Budasteenweg en verder in de richting van de R22. Zo wordt een volwaardige toegang naar de bedrijvenzones gecreëerd met een ontlasting van de N1 en een goede ontsluiting voor “Broek”. Het voorzien van deze verbindingen biedt tevens de mogelijkheid om het zwaar verkeer vanuit de bedrijvenzones Grimbergen uit de zone Kassei te weren. Zo worden op de N260 perspectieven geopend voor de uitbouw van een recreatieve as langs de westelijke zijde van het kanaal. Dit kadert in de uitbouw van het kanaal als recreatieve as op regionaal niveau.
2.3.2 BINDEND DEEL bp -- 03. Stadsvernieuwingsprojecten De stadsvernieuwing kan zowel bebouwde als onbebouwde ruimte omvatten (kan zich situeren in de(her)inrichting van openbaar domein). De stad zal ten behoeve van de stadsvernieuwing: à een inventaris van de aan te pakken plekken opmaken; à een prioriteitsbepaling vaststellen en een actieprogramma uitwerken gesteund op deze inventaris. Dit actieprogramma zal een maatregelenpakket en een uitvoeringsprogramma omvatten; à indien vereist zullen de nodige GRUP’s worden opgemaakt om het actieprogramma te realiseren. De stad zal een coördinerende rol vervullen en kan deze bindende bepaling in samenspraak en samenwerking met andere betrokken actoren uitvoeren. bp -- 13. Gebiedsgerichte en strategische aanpak van stedelijk weefsel Voor bepaalde gebieden in het stedelijke weefsel zullen ontwikkelingsplannen worden opgemaakt die duidelijk aangeven in welke richting het gebied zich dient te ontwikkelen en welke inrichtingsvereisten moeten worden nageleefd. Daarbij dient de gewenste ruimtelijke structuur van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan als richtkader. Indien vereist worden GRUP’s opgemaakt om de ruimtelijke opties van het structuurplan te kunnen concretiseren. Hiervoor kunnen samenwerkingsverbanden met andere partners verder worden uitgewerkt. Deze bepalen de thema’s waarrond zal worden gewerkt. De plannen leiden tot de door de betrokken partners uit te voeren actieprogramma’s. Volgende gebieden komen in eerste instantie in aanmerking voor deze aanpak: à stationsomgeving: uitbouw van een multimodaal knooppunt; à kanaalstrip: de uitbouw van de kanaalzone als multifunctioneel gegeven met ruimte voor diverse stedelijke functies zal vanuit meerdere ontwikkelingsplannen worden aangepakt. Op korte termijn wordt de zone rond het Tuchthuiscomplex en de zone Het Broek uitgewerkt en in ruimtelijke uitvoeringsplannen gegoten (bijvoorbeeld project Vilvoorde Watersite); à de verschillende tuinwijken vereisen een eigen aanpak om met respect voor het typische karakter tot herwaardering te kunnen overgaan.
10 2.14_1_1-v20050314-GR_da.doc
RUP 2.14_1_1 stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal
3
RUIMTELIJKE SITUERING 3.1
BESTAANDE FEITELIJKE EN JURIDISCHE TOESTAND
3.1.1 BESTAANDE FEITELIJKE TOESTAND à
bijlage 1 : kaart 1 - bestaande toestand (GRB - kadastrale percelen)
à
bijlage 2 : kaart 2 - topografische kaart
à
bijlage 3 : kaart 3 - orthofoto
3.1.2 BESTAANDE JURIDISCHE TOESTAND à
bijlage 4 : kaart 4 - gewestplan
type plan gewestplan(nen)
gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen algemene plannen van aanleg bijzondere plannen van aanleg verkavelingsvergunningen beschermde monumenten beschermde stads- en dorpsgezichten beschermde landschappen vogelrichtlijngebieden habitatrichtlijngebieden beschermingszones grondwaterwinnen gebieden van het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN), decreet Natuurbehoud gebieden met recht van voorkoop natuurreservaten bosreservaten gebieden van het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN), decreet Natuurbehoud bevaarbare waterlopen onbevaarbare waterlopen
in het gebied Gewestplan Halle-VilvoordeAsse KB 7 maart 1977 en latere wijzigingen geen
aangrenzend Gewestplan Halle-VilvoordeAsse KB 7 maart 1977 en latere wijzigingen geen
geen
geen
geen
geen
geen geen geen geen geen
geen geen geen geen geen
geen geen geen geen
geen geen geen geen
geen
geen
geen geen geen
geen geen geen
Zenne Lobbeek - cat 3
zeekanaal Brussel-Schelde geen
11 2.14_1_1-v20050314-GR_da.doc
RUP 2.14_1_1 stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal
3.2
BESTAANDE RUIMTELIJKE STRUCTUUR De ontwikkelingslocatie dient een goede verbinding te onderhouden met de structuur van de stad. Streefdoel bij het opmaken van het stedenbouwkundig plan is het voortzetten van het stedelijk weefsel van stadsblokken en stadsstraten en aansluiten bij de bestaande stadsstructuur. Het is belangrijk nu al aan te geven welke structuren in de toekomst de samenhang in het gebied kunnen waarborgen. Gezien het grote aantal randvoorwaarden is het onmogelijk het model van blokverkaveling door te zetten. Het beste model om de stedelijke en landschappelijke verbindingen te waarborgen is het campusmodel.
POSITIE IN HET LANDSCHAP
Figuur 1 - STADSRELATIE
Figuur 2 - BLOKKENMODEL
Figuur 3 - CAMPUSMODEL
12 2.14_1_1-v20050314-GR_da.doc
RUP 2.14_1_1 stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal
RANDVOORWAARDEN In de projectzone bevinden zich volgende randvoorwaarden die de uitbreiding van dit stedelijk weefsel sterk zullen bepalen. 1. Vuurkruisenlaan 2. Overwelfde Zennecollector 3. Tuchthuiscomplex, beschermd monument 4. Historische Zennebedding De verbindende infrastructuren op hoger schaalnivo veroorzaken hier belemmeringen op het lokale schaalnivo.
Figuur 4 - RANDVOORWAARDEN
13 2.14_1_1-v20050314-GR_da.doc
RUP 2.14_1_1 stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal
GROENE SCHAKEL Aan de overzijde van het kanaal vormt ‘Drie Fonteinen’ de groene long van Vilvoorde. De vroegere zware industriële activiteiten stonden in schril contrast met de binnenstad en dit hoogwaardige groengebied. De relatie tussen de binnenstad en drie fonteinen wordt versterkt door verschillende groenmilieus te verbinden. Door het creëren van een campus kan in de toekomst een groene corridor een aangename en recreatieve stadsrand vormen. Een aantrekkelijk woon-, recreatief- en werkmilieu.
DOMEIN DRIE FONTEINEN IN CONTRAST MET OVERZIJDE
DRIE FONTEINEN IN RELATIE MET HET KANAAL EN DE STAD VERSCHILLENDE GROENMILIEUS VERBINDEN
Figuur 5 - GROENE SCHAKEL
14 2.14_1_1-v20050314-GR_da.doc
RUP 2.14_1_1 stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal
HISTORISCH OVERZICHT Historisch gezien is Vilvoorde ontstaan op de kruising van een belangrijke oost-west handelsroute met de Zenne. De Zenne is door de geschiedenis heen geëvolueerd van een natuurlijke meanderende waterloop naar het gebruik van een riool die geen plaats en betekenis meer heeft in de stad en voor een groot deel overwelfd wordt. Het herwaarderen van de Zenne of de historiek ervan kan als een van de belangrijkste ambities gezien worden om het gebied op te waarderen. Het projectgebied heeft een dualiteit met de oorspronkelijke stad. Historisch gezien vormt de Zenne de natuurlijke barrière tussen de echte stad en het buiten de stadsmuren gelegen tuchthuiscomplex. Anderzijds heeft Vilvoorde als ‘stad aan het Kanaal’ de ambities de relaties met het water te versterken.
Figuur 6 - FERRARISKAART
15 2.14_1_1-v20050314-GR_da.doc
RUP 2.14_1_1 stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal
VILVOORDE FASEN IN HET ONTWIKKELINGSPROCES Binnen de haltes in het ontwikkelingsproces is Vilvoorde geëvolueerd van een stad in het landschap naar een geïndustrialiseerde voorstad van Brussel. De sterk gedefinieerde stadsranden van het middeleeuwse Vilvoorde zijn vervaagd door de sterke industrialisatie van het beekdal. De economische activiteit heeft het landschap ingenomen en verdrongen zodat Vilvoorde is uitgegroeid tot industriële voorstad van Brussel.
PRE INDUSTRIEEL <19E EEUW VILVOORDE IN ARCADISCH BEEKDAL
INDUSTRIELE REVOLUTIE 19E EN 20E EEUW INDUSTRIALISATIE BEEKDAL
Figuur 7 - FASEN IN HET ONTWIKKELINGSPROCES
16 2.14_1_1-v20050314-GR_da.doc
RUP 2.14_1_1 stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal
3.3
VISIE, DOELSTELLINGEN EN CONCEPTEN INTEGRATIE VAN FUNCTIES Bij de nieuwe ontwikkeling van het projectgebied staat de integratie van wonen, werken en landschap centraal. De relaties binnenstad, landschap en werkstad worden versterkt. De ontwikkeling van de watersite brengt op deze wijze de stad aan het kanaal en het landschap verder in de stad.
VILVOORDE WATERFRONT STAD AAN HET WATER 21E EEUW WONEN -WERKEN - LANDSCHAP GEINTEGREERD
Figuur 8 - INTEGRATIE VAN FUNCTIES
17 2.14_1_1-v20050314-GR_da.doc
RUP 2.14_1_1 stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal
KANAAL ÉN ZENNE ALS BEELDDRAGE VOOR DE TOEKOMSTIGE ONTWIKKELING De Zenne kan als historische ontwikkelingsstructuur ook nu een belangrijke beelddrager vormen van de toekomstige ontwikkeling. Ter hoogte van het stadcentrum is de Zenne volledig overwelfd. De afgesneden delen kunnen, als restanten, de integratie van landschap en water versterken. Ze herinneren aan het historische meanderende verloop van de rivier, waaraan Vilvoorde zijn ontstaansgeschiedenis dankt. Het kanaal Brussel-Schelde kan naast zijn industriële vaart een belangrijke recreatieve functie vervullen. Een veerdienst kan de verbinding maken tussen de stad en het Domein Drie Fonteinen om de bestaande barrière op te heffen. De Vilvoordenaar krijgt meer dan ooit de mogelijkheid de kanaalrand te veroveren.
HUIDIGE SITUATIE GEKANALISEERDE ZENNE MET ONDERTUNNELING TER HOOGTE VAN VILVOORDE
HERSTEL MEANDERS, GROENE OEVERS, INTEGRATIE IN BEBOUWDE KOM
Figuur 9 - KANAAL EN ZENNE
18 2.14_1_1-v20050314-GR_da.doc
RUP 2.14_1_1 stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal
ZICHTLIJNEN Uitgangspunt voor de ontwikkeling van dit deelgebied binnen ‘Het Broek’ is het campusmodel, dat bebouwing en openheid combineert. De oude en nieuwe gebouwen lijken willekeurig te zijn weggezet, maar ze vinden hun onderlinge relatie in de openbare ruimte. De openbare ruimte en de positie van de gebouwen worden bepaald door een stelsel van zichtlijnen. De gebouwen worden hierdoor aan elkaar gerelateerd en de oriëntatie wordt ondersteund. Aan de hand van markante gebouwen, bruggen en zichten uit de omgeving de zichtlijnen die de ontwikkelingslocatie doorsnijden versterkt worden maar tegelijkertijd zorgen voor de verankering in het weefsel van de stad.
Figuur 10 - ZICHTLIJNEN ZICHTLIJN VUURKRUISENLAAN -VIADUCT
ZICHTLIJN BOCHT VUURKRUISLAAN - KERK
ZICHTLIJNEN BRUGGEN OVER HISTORISCHE ZENNE OP PIJLERS BRUG
19 2.14_1_1-v20050314-GR_da.doc
RUP 2.14_1_1 stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal
VERSTERKING EN BEHOUD VAN HET TUCHTHUIS
Figuur 11 - VERSTERKING EN BEHOUD VAN HET TUCHTHUIS
20 2.14_1_1-v20050314-GR_da.doc
RUP 2.14_1_1 stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal
REEKS VAN OPENBARE FUNCTIES
De campus fungeert als aangenaam recreatie- en verblijfsgebied voor bewoners en werknemers. Het hart van de campus wordt gevormd door een groot stedelijk binnenhof aansluitend bij het tuchthuiscomplex. Het vormt een onderdeel uit een netwerk van voetgangersverbindingen tussen de voornaamste kwalitatieve openbare ruimtes. Het binnenhof sluit aan op alle belangrijke routes in relatie met het centrum maar ook naar de omliggende woonbuurten. Een stadsplantsoen vormt de groene schakel tussen de Markt en het Tuchthuiscomplex. Het vormt tevens het kwalitatieve entreegebied van het vernieuwde stadhuis, maar ook de meest stedelijke toegang tot dit gebied. Centraal op de Steenkaai ontstaat er een verzamelplek aan het water waar verschillende activiteiten kunnen plaatsvinden. Langs de oude Zennebedding is het mogelijk een kwalitatieve noord-zuid-promenade te creëren en zo ook de meer zuidelijk gelegen woongebieden te binden met dit gebied en de stad.
Figuur 12 - REEKS VAN OPENBARE FUNCTIES
21 2.14_1_1-v20050314-GR_da.doc
RUP 2.14_1_1 stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal
Het parkkarakter van de campus wordt versterkt door de vele (oude en nieuwe)bomen. Het groen komt ook terug in de grasvelden, tuinen en terrassen. Het park sluit door zijn openheid goed aan op de bestaande stad, zodat de nieuwe buurt geen apart eiland in het centrum wordt. Binnen het gebied worden verschillende deelruimtes onderscheiden die een kwalitatieve hoogstaande landschappelijke uitwerking krijgen. 1. Historische Zennebedding 2. Binnenhof en voortuin Tuchthuiscomplex 3. Heldenplein- Vuurkruisenlaan 4. Vaartstraat, stadsplantsoen
Figuur 13 - REEKS VAN OPENBARE RUIMTES
22 2.14_1_1-v20050314-GR_da.doc
RUP 2.14_1_1 stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal
KAVELS MET SPECIFIEKE BEBOUWINGSMOGELIJKHEDEN? BOUWPROGRAMMA EN BRUTO VLOEROPPERVLAK Binnen de projectzone wordt op basis van de zichtlijnen verschillende kavels gedefinieerd. Elke kavel krijgt als het ware specifieke richtlijnen met een omschrijving van het bouwbouwprogramma, bebouwbare oppervlakte, aantal bouwlagen, toegeschreven met eventuele specifieke plaatsgebonden kenmerken, zoals bv. hoogbouwaccenten.
Figuur 14 - KAVELS
Door de afbraak van onattractieve toevoegingen met onduidelijke achterkanten krijgt het Tuchthuis terug een centrale plaats binnen het gebied. Het wordt in die functie hersteld door de centrale positionering in het planconcept en oordeelkundige, architectonisch hoogwaardige toevoegingen. In het ontwikkelingsplan wordt voorgesteld de wegen, gebouwen en omgeving op elkaar af te stemmen om zo een sterk model te ontwikkelen: de campus met vrijstaande gebouwen. Elk van deze gebouwen staat onafhankelijk van elkaar. Op basis van de gedefinieerde en vrij te houden zichtlijnen op de omgeving, zijn asymmetrische en onregelmatige kavelvormen ontstaan. Het doelbewust voorstellen van deze onregelmatige kavelvormen verplicht de architecten en ontwikkelaars ertoe verder na te denken over organisatie en lichttoetreding ten opzichte van standaard en vaak toegepaste, klassiekere bebouwingstypologieën. Een originele architectuuropvatting beantwoord het meest aan deze uitgangspunten. Voldoende vrijheid dient te worden gevrijwaard om een eigen identiteit en een exploitatief haalbaar project voor te kunnen leggen. Een dergelijke houding zal uiteindelijk resulteren in de realisatie van specifieke en karaktervolle gebouwen die het nieuwe gezicht van Vilvoorde zullen bepalen. Het campusmodel sluit aan op de huidige fragmentatie van op zich geïsoleerde gebouwen (tuchthuis, labo, ziekenhuis) structureren en samenhang bijbrengen. Het gebied wordt ontsloten door een riante parkweg boven/naast de overwelving van de Zenne. De parkweg met brede groene bermen en doorzichten is het adres voor de solitaire, sculpturale gebouwen. 23 2.14_1_1-v20050314-GR_da.doc
RUP 2.14_1_1 stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal
BELANGRIJKSTE KENMERKEN
PRINCIPE BEBOUWING OP KAVEL
24 2.14_1_1-v20050314-GR_da.doc
RUP 2.14_1_1 stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal
VERANKEREN OP NIVO VAN STRATENSTRUCTUUR Het autoverkeer is beperkt tot de bewoners van de campus en hun bezoekers. Het wegenplan wil zo veel mogelijk verkeersspreiding in de hand werken en het parkgebied voldoende te benadrukken. Sluikverkeer wordt via de geëigende maatregelen tegengegaan. Iedere bewoner vindt onder het gebouw waar hij woont een eigen parkeerplaats. Het gebied is het domein voor fietsers en voetgangers. Het bovengronds parkeren is tot een minimum beperkt. Voor mindervaliden zijn er aparte parkeerplaatsen. Het beperkt bovengronds parkeren wordt georganiseerd via clusters, landschappelijk geïntegreerd. Uitzondering op het bovengronds parkeren vormt het Tuchthuis en de mogelijke uitbreiding ervan. Gezien de historische waarde van het gebouwencomplex en zijn technische randvoorwaarden kan er een beperkte parking op maaiveld georganiseerd worden. Deze parking mag de algemene uitgangspunten en het parkkarakter niet verstoren.
Figuur 15 - VERANKEREN OP NIVO VAN STRATENSTRUCTUUR
25 2.14_1_1-v20050314-GR_da.doc
RUP 2.14_1_1 stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal
De relaties met het stadscentrum kunnen enkel slagen als er ook een langetermijnvisie bestaat die deze uitgangspunten ondersteunt. De kwaliteit van het Heldenplein als openbare ruimte wordt in grote mate bepaald door de grote verkeersstroom. Deze verkeersstroom wordt extra belast met de nieuw ontwikkelingen van ‘Het Broek’. Op termijn zal er verkeerskundig een oplossing moeten gevonden worden voor deze problematiek.
Binnen het masterplan is er wel ruimte de pleinranden te versterken en te opwaarderen zodoende een duidelijke stedelijke ruimte te definiëren.
Als belangrijkste stadsverbinding kan de Vaartstraat ingericht worden als stadsplantsoen. In eerste fase betekent dit het ontdubbelen van het straatprofiel en het creëren van een groene middenberm als toegang tot het park. In een latere fase kan de transformatie van AZ J. Portaelsziekenhuis zo gestuurd worden dat zowel het ziekenhuis als het stadsplantsoen beter aansluiten bij het stadsweefsel van straten en blokken. Deze maatregelen leiden tot duidelijke verbinding tussen het nieuwe stadsdeel en het historisch centrum.
3.4
MAATREGELEN MET HET OOG OP DE COHERENTIE EN VAN HET GEBIED Om coherentie in het geheel te bewaken en eveneens in het kader van de kwaliteitsbewaking, worden hierna een aantal maatregelen aangegeven. Alle initiatieven binnen de grenzen van het RUP worden teruggekoppeld naar de Kwaliteitskamer (zie verder). Elk bouwaanvraagdossier voor nieuwbouw, verbouwing van bestaande gebouwen, en aanleg van buitenruimte, dient vergezeld te zijn van een advies van deze Kwaliteitskamer.
Figuur 16 - indeling projectgebieden
26 2.14_1_1-v20050314-GR_da.doc
RUP 2.14_1_1 stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal
1. Tuchthuiscomplex De renovatie van het bestaande Tuchthuiscomplex kan geheel of gedeeltelijk zonder randvoorwaarden qua fasering van inrichting van de niet-bebouwde ruimte en/of weginfrastructuur. De keuze voor de ontwerper is vrij. 2. Inrichtingsplan niet-bebouwde ruimte Voor alle niet-bebouwde ruimte, weginfrastructuur, kadeboulevard, de poorten en het inkomgedeelte aan het einde van de Vaartstraat, wordt via een open oproep-procedure van de Vlaamse Bouwmeester of een wedstrijdformule een inrichtingsplan opgemaakt, dat gehanteerd wordt bij de verschillende dossiers tot het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning binnen dit gebied. De initiatiefnemers voor deze opdracht zijn de betrokken grondeigenaars en bouwheren in het gebied. Er kunnen pas bouwvergunningen worden verleend binnen de afbakening van dit RUP (uitgezonderd de werken bedoeld onder “1. Tuchthuiscomplex”) nadat dit inrichtingsplan na voorafgaandelijk advies van de Kwaliteitskamer is goedgekeurd door het College van Burgemeester en Schepenen 3a. Tuchthuiszone De inrichting van de niet-bebouwde ruimte binnen de Tuchthuiszone wordt simultaan aangepakt met het eerste nieuwbouwproject in deze zone. De keuze voor de ontwerpers is vrij, maar de dossiers moeten opgemaakt worden conform de richtlijnen van het hogervermelde inrichtingsplan. De keuze voor de ontwerpers van de gebouwen TN, inclusief de aanleg van de binnenruimten in het geëvoceerde Tuchthuiscomplex, gebeurt via een wedstrijdformule. De architectuurwedstrijd wordt georganiseerd door de partners binnen het Gebied, met als jury de Kwaliteitskamer, aangevuld met een vertegenwoordiger van de bouwheer, en eventueel aangevuld met door het College van Burgemeester en Schepenen aangestelde externe experten (bijvoorbeeld van de dienst Monumenten en Landschappen). De bebouwing kan gefaseerd verlopen, maar dient wel in één concept beoordeeld te worden. De keuze voor de ontwerpers voor de bebouwing binnen de kavel L1 is vrij. Een fasering is mogelijk. 3b. Steenkaaizone De inrichting van de niet-bebouwde ruimte binnen de Steenkaaizone wordt gekoppeld aan de gefaseerde ontwikkeling van de verschillende kavels binnen deze zone. - de zones met bestemming “wegen” die de ontsluiting van het gebied met de bestaande of nog te realiseren wegeninfrastructuur verbinden, moeten simultaan worden aangepakt met het eerste nieuwbouwproject binnen de Steenkaaizone. - Bij bebouwing van kavel K1 moeten tevens de zones met bestemming “kadeboulevard” en “stedelijk groen” worden aangelegd vanaf de Vlaanderenstraat tot de Kanaalbrug. - Bij bebouwing van kavels K2 en K3 moeten tevens de zones met bestemming “kadeboulevard” en “stedelijk groen” worden aangelegd vanaf de Kanaalbrug tot en met de zone met overlay “stedelijk groen, wegen en pleinruimte” - Bij bebouwing van kavel K4 moeten tevens de zones met bestemming “kadeboulevard” en “stedelijk groen” worden aangelegd vanaf de Havenstraat tot en met de zone met overlay “stedelijk groen, wegen en pleinruimte” De keuze voor de ontwerpers is vrij, maar de dossiers moeten opgemaakt worden conform de richtlijnen van het hogervermelde inrichtingsplan. De keuze voor de ontwerpers van de kavels K1, K2 en K3, gebeurt via een wedstrijdformule. De architectuurwedstrijd wordt georganiseerd door de partners binnen het Gebied, met als jury de Kwaliteitskamer, aangevuld met een vertegenwoordiger van de bouwheer, en eventueel aangevuld met door het College van Burgemeester en Schepenen aangestelde externe experten. De bebouwing in kavels K1 en K3 kan gefaseerd verlopen, maar dient wel in één concept per afzonderlijke kavel beoordeeld te worden. K2 dient simultaan uitgevoerd te worden met de eerste fase van kavel K3. De keuze voor de ontwerpers voor de bebouwing binnen de kavel K4 is vrij. Een fasering is mogelijk. 27 2.14_1_1-v20050314-GR_da.doc
RUP 2.14_1_1 stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal
4
VERTALING NAAR VERORDENENDE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN EN OP TE HEFFEN VOORSCHRIFTEN 4.1
STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
4.1.1 ALGEMENE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN KWALITEITSBEWAKING Doelstelling is binnen het Gemeentelijk Ruimtelijk 'Stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal' een kwaliteitsbewaking in te bouwen. Deze bewaking heeft betrekking op zowel het totaal stedenbouwkundig concept van het RUP, als de architecturale invulling en inrichting openbare en/of niet-bebouwde ruimten. begrippenkader kwaliteitskamer
groep van deskundigen die de architectonische uitdrukking van de verschillende gebouwen , constructies en inrichting open ruimte binnen de grenzen van het RUP begeleiden bestaande uit afgevaardigden van : à Afdeling Vlaams Bouwmeester à AROHM à Provincie Vlaams-Brabant - ROM à Gemeentelijke Commissie van Ruimtelijke Ordening à Dienst Stedelijke Ontwikkeling Vilvoorde à mogelijke aanvulling door externe expert(en)
Het College van Burgemeester en Schepenen duidt de aanvullende externe experten aan. De samenstelling van de kwaliteitskamer kan worden bijgestuurd door het College van Burgemeester en Schepenen in het geval er zich wijzigingen voordoen m.b.t. de instellingen die deel uitmaken van de kwaliteitskamer.
methodiek / procedure De doelstelling van de kwaliteitskamer is tweeërlei : à mogelijkheid voor de ontwerper(s) om in de ontwerpfase de kwaliteitskamer als klankbord aan te spreken in een samenwerkingsverband à advies te verlenen aan de overheid bij het aanvraagdossier tot het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning Alle initiatieven binnen de grenzen van het RUP dienen te worden teruggekoppeld naar de Kwaliteitskamer. Om tot een onderbouwde besluitvorming door de vergunningverlenende overheid te kunnen komen dient het advies van de Kwaliteitskamer gevoegd te worden bij het aanvraagdossier en maakt het er integraal deel van uit. Dit advies zal intergraal deel uitmaken van de besluitvorming. De coördinatie van de kwaliteitskamer gebeurt via de stedelijke overheid, inzonderheid binnen de dienst bevoegd voor de materie ruimtelijke ordening. De adviesvraag en /of terugkoppeling bij de ontwikkeling van het project, gebeurt vanuit de aanvrager, via het secretariaat welke instaat voor de coördinatie binnen de stedelijke overheid.
28 2.14_1_1-v20050314-GR_da.doc
RUP 2.14_1_1 stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal
WEDSTRIJDEN Het College van Burgemeester en Schepenen bepaalt de wijze waarop wedstrijden worden georganiseerd. De jury wordt samengesteld als volgt : à de kwaliteitskamer à afgevaardigden van de projectindiener à aangevuld met externe experten gerelateerd aan het inhoudelijke van de opdracht (optie) Per wedstrijd zal nominatief het College van Burgemeester en Schepenen de jury vaststellen rekening houdend met bovenstaande basissamenstelling.
INRICHTINGSPLAN à
Voor het gebied 'stedelijk groen' met inclusief de wegenstructuur (gemotoriseerd en wegen voor de zachte weggebruiker) dient een volledig uitgewerkt inrichtingsplan te worden opgemaakt voorafgaand aan andere initiatieven binnen het RUP, behouden 'Tuchthuiscomplex', 'Tuchthuiscomplex' aanvullend, met bijbehorende 'groene binnenruimten'. Voor dit plan zal worden gewerkt via een open oproep-procedure van de Vlaams Bouwmeester, of een wedstrijdformule, of via een onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. Bij deze laatste werkwijze zal de afdeling Vlaams Bouwmeester een lijst voorstellen van mogelijke ontwerpers aan het College van Burgemeester en Schepenen en zal voor de gunning een advies geformuleerd worden door een selectiecommissie, samengesteld zoals de jury bij wedstrijden. Er zal eveneens speciale aandacht worden geschonken aan de kadeboulevard, het 'portaal met scharnierfunctie' (zie plan) en de verbindingen met en door de 'groene binnenruimten' en de 'zonering voor stedelijk groen, wegen en pleinruimte'.
à
Elk bouwproject m.b.t. de bouwkavels zal vergezeld gaan van een uitgewerkt inrichtingsplan voor de niet bebouwde ruimte dat conceptueel zich dient te richten naar het inrichtingsplan voor het gebied 'stedelijk groen' (zie hoger). Voor de kavels K3 en K4 zal er tevens via het bedoelde inrichtingsplan uitspraak dienen te worden gedaan naar relatie met mogelijke pleininrichting binnen de zonering 'stedelijk groen, wegen en pleinruimte'.
ALGEMENE PARKEERNORMERING binnen de grenzen van het RUP In relatie tot de te realiseren functie dient volgende normering te worden gevolgd : à min 1 en max 2 parkeerplaatsen per woonentiteit; à 1 parkeerplaats per 65 m² kantoren; à 2 parkeerplaatsen per 30 m² verkoopsruimten; Er kunnen maximaal 1.500 parkeerplaatsen voorzien worden. Van deze normering kan worden afgeweken d.m.v een onderbouwende studie onder vorm van een MOBiliteitsEffectenRapport. Dergelijk rapport zal in dergelijk geval ook integraal onderdeel van de desbetreffende stedenbouwkundige aanvraag uitmaken. Deze bepalingen vervallen bij het van kracht worden van een gemeentelijke parkeerverordening.
BEGRIPPENKADER 29 2.14_1_1-v20050314-GR_da.doc
RUP 2.14_1_1 stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal
à
Wonen
huisvesting, serviceflats, begeleid wonen, rusthuis, …
à
Voorzieningen
recreatie, horeca, kleinhandel, cinema, discotheken, indoor-sportfaciliteiten, hotel, gemeenschapsvoorzieningen, …
à
Kantoor
een vertrek bestemd voor beheer, administratiewerkzaamheden of privaat onderricht, in gebruik voor een bedrijfsactiviteit.
à
Kantoorachtigen
Een middencategorie van bedrijfshuisvesting, tussen bedrijven en kantoren. Naast bureauwerken kunnen er ook productiegerichte en lichtindustriele activiteiten verricht worden. Het zijn bedrijven met een (veelal hoogtechnologische) activiteit inzake productie, onderzoek en ontwikkeling of laboratoria die gevestigd zijn in aantrekkelijke bedrijfsgebouwen die op kantoorgebouwen lijken, en waarbinnen ook een beperkter aandeel kantoren als onderdeel van het bedrijf aanwezig kan zijn
à
Handel:
vestigingen voor kleinhandel, speciaalhandel, inclusief de noodzakelijke opslagplaatsen en werkplaatsen voor zover deze bij de bedoelde winkelfunctie horen.
à
Gemeenschapsvoorzieningen
lager onderwijs, kleuter- en peutertuinen, kinderdagverblijven, cultuur en cultus: bibliotheek, buurthuis, clublokaal, kerk, gebedshuis, overheidsdiensten: dienstencentrum, politie (wijkbureau), post, …
à
Diensten
kantoren en diensten zoals banken, verzekeringskantoren, studiebureau, praktijken, zelfstandigen, ...
OPENBARE BESTEMMINGEN Binnen alle bestemmingszones zijn openbare bestemmingen toegelaten. WATERHUISHOUDING Aanleg van een volledig gescheiden systeem voor de afvoer van oppervlakte- en afvalwater binnen de zone is verplicht. Regenwaters van verhardingen waar mogelijke bezoedeling voorkomt ondergaan eerst de nodige filtering overeenkomstig de vigerende wetgeving. Vuile waters worden in afvalwaterriool geloosd.
PUBLICITEIT Publiciteit kan beperkt worden toegelaten op voorwaarde dat deze betrekking heeft op de ter plaatse uitgeoefende activiteiten en voor zover er een estetisch evenwicht kan worden aangetoond met zowel de architectuur als de omgeving.
30 2.14_1_1-v20050314-GR_da.doc
RUP 2.14_1_1 stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal
4.1.2
SPECIFIEK STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
31 2.14_1_1-v20050314-GR_da.doc
RUP 2.14_1_1 stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal
richtinggevend inhoudelijke elementen
toelichting bij de inhoudelijke elementen essentiële aspecten
Zennewater Lobbeek Binnen het campusmodel wordt een zone voorzien met bestemming zone voor stilstaand water. Deze omvat een deel van de verlaten Zennebedding en de Lobbeek. De zone dient zodanig ingericht te worden dat deze een sociale functie kan vervullen. Hiervoor dient de kwaliteit van het stilstaande water, gepaard gaande met de aftakking van de waterpartijen t.o.v. de stromende Zenne arm, continue verzekerd te worden opdat een maximale beleving voor de woon en groenomgeving verkregen wordt. Recreatief stedelijk medegebruik van waterpartijen, dragen bij aan de leefbaarheid van dit stilstaande water. Rekening dient gehouden te worden met de technische haalbaarheid van de aanleg van de waterpartij(en). De oevers dienen zodanig ingericht te worden dat deze een sociale functie kunnen vervullen. Toegankelijkheid van de oevers en recreatief en stedelijk medegebruik dragen bij aan de maximale beleving voor de woon en groenomgeving. Het deel langsheen de achterste perceelsgrenzen van de Tuchthuisstraat dient dermate te worden aangelegd dat er gevelfrontontwikkeling mogelijk is. Inzake bereikbaarheid dient er eveneens voldoende aandacht te gaan naar dit deel, niet enkel voor de zachte weggebruiker, maar tevens voor de ontsluiting van nieuwe voorzijden van gebouwencomplexen langsheen de Tuchthuisstraat.
Wegen, pleinen / poorten
Binnen het campusmodel, wordt een zone voorzien met bestemming ‘wegen’. Het profiel van deze wegen dient afgestemd op het parkkarakter en is bestemd voor lokaal bestemmingsverkeer. Doorgaand verkeer dient afgeremd te worden. In het belang het campusmodel te vrijwaren van gemotoriseerd verkeer ter creatie van een aangenaam verblijfs en recreatie gebied, worden de toegangen tot het campusmodel met de te onsluiten zones binnen de campus, op de meest efficiëntste manier verbonden gericht naar bestemmingsverkeer. Toegankelijkheid van heel het campusmodel voor dienstverkeer moet op elke moment verzekerd zijn.
Deze weginfrastructuur vormt tevens een schakel binnen het stedelijke weefsel. Dit gebied sluit op deze wijze ook aan bij dit stedelijk functioneren. Zowel naar het knooppunt openbaar vervoer t.h.v. de Vuurkruisenlaan als de kerk / Schaarbeeklei, als naar het GEN-station wordt een goede link voorzien. Het GEN-station is op niveau van de zachte weggebruiker bereikbaar via de nieuwe brug aan de Zenne (stilstaand water), Trawoolstraat, Hanssenspark en Stationsplein.
32 2.14_1_1-v20050314-GR_da.doc
RUP 2.14_1_1 stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal
verordenend stedenbouwkundige voorschriften
op te heffen stedenbouwkundige voorschriften
Artikel 1a Zennewater Zennewater Bestemd voor waterpartijen die vormen van stedelijk recreatief medegebruik toelaten. Lozing van DWA-wateren in het stilstaande water is niet toegestaan.
Artikel 1b Lobbeek Lobbeek bestemming : onbevaarbare waterloop Er dient, ruimtelijke kwalitatief ingepast, een onderhoudsstrook te worden gevrijwaard. Deze wordt in samenspraak met de beheerder van de waterloop vastgelegd.
Artikel 2 Wegen De wegen zijn bestemd voor gemotoriseerd verkeer in functie van een efficiënte ontsluiting van het plangebied. De ontworpen wegenis dient een samenhang te vertonen met het parkkarakter van het totale gebied en in voorkomend geval met de bestaande en/of ontworpen bebouwing. De poorten (kop Vlaanderenstraat, bruggen Tuchthuisstraat en kop Havenstraat) vormen het voorwerp van een stedelijk ontwerp met kwalitatieve aandacht voor de poortfunctie. De wijze van constructie en in relatie tot dit constructief gegeven dient de dwarsing van de Zennekoker, alsook de parallelstructuur, in overleg met de beheerder voorafgaand aan de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning te worden bepaald. De resultaten van dit overleg maken integraal deel uit van de aanvraag.
33 2.14_1_1-v20050314-GR_da.doc
RUP 2.14_1_1 stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal
richtinggevend inhoudelijke elementen
toelichting bij de inhoudelijke elementen essentiële aspecten
Kadeboulevard Langsheen het kanaal dient de kadeaanleg bij te dragen tot de beleving van het water voor de bewoner, werknemers en bezoekers vanuit oa de binnenstad. Deze boulevard zal zich in dialoog bevinden met de bebouwing binnen de aangeduide bouwkavels langsheen het kanaal, alsmede met de erboven kruisende infrastructuur. In dit belang en ter verwezenlijking van een aangename verblijfsruimte wordt de zone gevrijwaard van gemotoriseerd verkeer, behouden publieke diensten en dit enkel wanneer de noodwendigheid zich voordoet. Tevens ter bevordering van de positieve beleving van de zone en de maximale belevingswaarde van het water zal de aanleg ervan geschieden met oog voor openheid en zichtrelaties. Ook in het belang van de sociale veiligheid zal aandacht besteed worden aan de open inrichting en voldoende verlichting van deze zone. Functionele linken met het kanaal zullen het voorwerp uitmaken van de specifieke inrichting (bv. jachthaven, publiek personenvervoer over het water, toeristische initiatieven, …). De kwaliteit en beeldbepaling in functie van de beleving, de zachte weggebruike
34 2.14_1_1-v20050314-GR_da.doc
RUP 2.14_1_1 stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal
verordenend stedenbouwkundige voorschriften
op te heffen stedenbouwkundige voorschriften
Artikel 3 Kadeboulevard bestemming Weg bestemd voor de zachte weggebruiker met uitsluiting van gemotoriseerd verkeer, behoudens publieke diensten en dit enkel wanneer de noodwendigheid zich voordoet. De kwaliteit en beeldbepaling in functie van de beleving, de zachte weggebruiker en de dialoog met de omgeving gaat boven de noodzaak aan occasioneel publiek verkeer. Kleinschalige voorzieningen voor recreatieve en culturele activiteiten (met name hengelen, toervaart, jachthaven, wandelen en fietsen langs de trekweg...) zijn toegelaten. Werken en constructies ten behoeve van waterbeheersing, transport over water en windhinder zijn eveneens toegelaten. inrichting De keuze en selectie van de beplanting dient afgestemd te worden op de eisen, eigen aan de technische uitvoering van de kaaimuur. Laanbeplanting aan de boulevard dient als windscherm te functioneren om het gebied aangenaam te houden In het belang van de herkenbaarheid dient een eenvormige materiaalkeuze en een eenduidige vormgeving gebruikt te worden In het belang van de sociale veiligheid (met name onder de Vuurkruisenlaan) en om vandalisme tegen te gaan dient een overzichtelijk, herkenbaar geheel gecreëerd te worden: Toepassing van eenvormige straatverlichting, meubilair, materialisatie,… is noodzakelijk. De inplanting van verlichting: dient effectief te zijn voor land- en semi voor kanaalzijde en mag niet door laanbeplanting ‘nutteloos' worden. De breedte wordt bepaald op 15 m.
35 2.14_1_1-v20050314-GR_da.doc
RUP 2.14_1_1 stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal
richtinggevend inhoudelijke elementen
toelichting bij de inhoudelijke elementen essentiële aspecten
Stedelijk groen Getracht wordt een groene corridor tussen het park drie fonteinen en het Hanssenspark te creëren opdat een aangename en recreatieve stadsrand gevormd wordt in relatie tot het kanaal. De zone dient zodanig ingericht te worden dat deze een sociale functie kan vervullen. Gezien de gewenste ecologische waarde van het gebied, zijn enkel extensieve voorzieningen voor sociaal medegebruik gewenst. Bij de inrichting en beplanting gaat aandacht uit naar de extensivering van het onderhoud van deze groenontwikkeling op lange termijn. In het belang van de sociale veiligheid dienen zichtassen tussen gebouwen vrij of open gehouden te worden en kunnen beperkingen voor zichtbeperkende beplanting worden opgelegd.
De visuele en functionele relatie binnen het gebied, in het bijzonder tussen de gebouwcomplexen inclusief het Tuchthuiscomplex, dient verzekerd te worden. Het Tuchthuis dient als centrale plaats en als referentie binnen het campusmodel te functioneren. Bij de inrichting van de zone voor stedelijk groen dient hiermee rekening gehouden te worden. Deze gewenste relatie komt tevens ten goede aan de eenheid, de levendigheid en de sociale controle binnen het gebied.
36 2.14_1_1-v20050314-GR_da.doc
RUP 2.14_1_1 stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal
verordenend stedenbouwkundige voorschriften
op te heffen stedenbouwkundige voorschriften
Artikel 4
Stedelijk groen Bestemming Publieke ruimte ingericht als open park als aangenaam recreatie- en verblijfsgebied voor bewoners en werknemers, maar ook voor andere gebruikers van het park. Een netwerk van verbindingen voor de zachte weggebruiker (voetganger en fietser) tussen kwalitatieve openbare ruimtes. Medegebruik voor extensieve en passieve vormen van natuurvriendelijke recreatie (natuurbeleving, joggen, wandelen, fit-ometer ..) is toegelaten. Beperkte spel- en onthaalinfrastructuur (speelpleintjes, picknicktafel, …) kunnen worden ingeplant. Kleinschalige en tijdelijke constructies die een ondersteuning vormen van de recreatievormen en passen binnen de parkontwikkeling zijn toegelaten Functioneel medegebruik van gestructureerde en natuurvriendelijke activiteiten ter bevordering van de leefbaarheid van het parkgebied zijn toegelaten Uitbreiding van waterpartijen is toegestaan Aanleg van wegen voor gemotoriseerd is toegestaan in het belang van de te onsluiten gebouwcomplexen (zie o.m. artikel 2 - wegen en overdruk). Alle complementaire uitrusting voor deze wegen, waaronder o.a. mogelijke halteinrichtingen voor openbaar vervoer, zijn eveneens toegelaten. Aanleg van onverharde recreatieve infrastructuur (fiets en voetpaden) is toegestaan. Parkeren bovengronds is beperkt toegestaan. De wijze waarop dit parkeren landschappelijk wordt ingepast, als mede de minimale behoefte zal deel uitmaken van de studie m.b.t. het inrichtingsplan voor dit gebied. Dit parkeren is gericht op bezoekers van het park en dient tot een minimum beperkt te worden. De historische link met de verlaten Zennebedding dient mee te worden genomen in de inrichting van de niet-bebouwde ruimte. inrichting - afbraak van bestaande constructies in functie van en ten behoeve van parkaanleg, is verplicht. Dit kan gefaseerd gebeuren. - voor aanleg van het parkgebied dient gekozen te worden voor beplanting (hoogstammen, struiken,..) met extensief onderhoud, (paardekastanje, tamme kastanje, beuk, esdoorn, eik, plataan, els, berk, lijsterbes, aucuba, sneeuwbes, esdoorn, lijsterbes, zuurbes meidoorn, hazelaar,...).Bij de aanleg dient voldoende openheid behouden te worden om zichtrelaties tussen gebouwen, brug, kanaal,..te behouden. Bomen worden aangeplant met min 1 boom per 150m². - binnen het kader van de sociale veiligheid dient er voldoende openheid en verlichting voorzien te worden; - verlichting dient zowel de wandelwegen als de parkzone aan te lichten. - bomen dienen op min 2m van de wandelpaden aangelegd te worden. - voor de keuze van het parkmeubilair dient in het belang van de herkenbaarheid, een eenvormige materiaalkeuze en een eenduidige vormgeving gebruikt te worden.
37 2.14_1_1-v20050314-GR_da.doc
RUP 2.14_1_1 stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal
richtinggevend inhoudelijke elementen
toelichting bij de inhoudelijke elementen essentiële aspecten
Multifunctioneel medegebruik van het stedelijk groen, openheid, verlichting, herkenbare referentie punten dragen bij aan de sociale veiligheid en de leefbaarheid van deze groenzone. In het belang van de herkenbaarheid is een uniforme inrichting gewenst wat betreft beplanting en parkmeubilair. Ter optimalisering van het stedelijk groen is in de mate van het mogelijke, beperking gewenst van gemotoriseerd verkeer inclusief bovengrondse parkeerplaatsen. Onder de brug worden sociale veiligheid en criminaliteitspreventie als belangrijkste aandachtspunten beschouwd. In dat belang zal deze zone met zekere openheid en toezicht ingericht worden. Zichtbeperkende groenaanleg (bomen, struiken,..) worden beperkt en toezicht vanuit de randbebouwing wordt bevorderd. Verlichting dient zowel in de randen als in het overdekte binnengebied aanwezig te zijn. Intensivering en differentiering van de activiteiten rond en binnen deze zone vormen tevens een positieve bijdrage voor de leefbaarheid en veiligheid.
38 2.14_1_1-v20050314-GR_da.doc
RUP 2.14_1_1 stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal
verordenend stedenbouwkundige voorschriften
op te heffen stedenbouwkundige voorschriften
- Onder de brug (de Vuurkruisenlaan) is aanplanting van zichtbeperkende beplanting niet toegestaan. Verlichting van deze zone dient zowel in de randen (onder randen wordt een zone tot 3m verstaan vanaf de langszijde van de brug) als in het binnengebied voorzien te worden. De materialisatie (bij verharding,..), de groenvoorziening, de verlichting en de eventuele tijdelijke constructies dienen bestand te zijn tegen de verschillende vormen van criminaliteit Ondergronds parkeren is toegestaan waarbij zichtbare elementen op het niveau van het maaiveld tot een strikt minimum dienen beperkt te blijven en er voldoende maatregelen worden getroffen dat hoogstam boven deze zone mogelijk blijft. - Zennekoker Alle initiatieven die worden genomen binnen de zone van de Zennekoker, inclusief de reservatiestroken links en rechts ervan, dienen voorafgaand te worden voorgelegd aan de bevoegde administratie.
39 2.14_1_1-v20050314-GR_da.doc
RUP 2.14_1_1 stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal
richtinggevend inhoudelijke elementen
toelichting bij de inhoudelijke elementen essentiële aspecten
Groene binnenruimte Doel van deze zone is de eenheid van het Tuchthuiscomplex en bijhorend paviljoen te versterken door het tussengebied in te richten conform zijn historische karakter en het historische karakter van zijn omgeving. Het monumentale karakter van het Complex met centrale positie binnen het campusmodel wordt hierdoor geaccentueerd. Ter integratie binnen het campusmodel is aansluiting op de zone voor stedelijk groen gewenst. Toezicht vanuit deze zone is noodzakelijk richting Zenne en stedelijk groen in het belang van de sociale controle. Deze zone is gerelateerd aan het 'Tuchthuiscomplex' en het 'Tuchthuiscomplex aanvullend'. De inrichting van dit gebied maakt deel uit van de stedenbouwkundige aanvraag voor de gebouwencomplexen. De studie van het Sint-Lukasarchief zal mede onderbouwend zijn voor de inrichting en ontwerp van het gebied. Binnen de ruimte, binnenhof begrepen tussen het poortgebouw en het bestaande hoofdgebouw, zal tevens rekening dienen te worden gehouden met de centrale laan met laanbeplanting, die de link vormt vanaf de inkom tot het hoofdgebouw. Links en rechts van deze groene kamer moet er ruimte geboden worden voor het herstel van de historische tuinen. De binnenkamers tussen het 'Tuchthuiscomplex' (bestaande te behouden waardevolle bebouwing) en de aanvullende nieuwbouw dienen vanuit de campus (stedelijk groen) vlot en voldoende bereikbaar voor de parkgebruiker. Deze ruimten zullen een semi-publiek karakter dienen te waarborgen. De middenste groene binnenruimte zal mede plaats bieden aan de link tussen het historische poortgebouw en het kanaal.
Deze link zal door de bebouwing ook moeten gegarandeerd worden voor elke gebruiker van de campus en parkgebied.
40 2.14_1_1-v20050314-GR_da.doc
RUP 2.14_1_1 stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal
verordenend stedenbouwkundige voorschriften
op te heffen stedenbouwkundige voorschriften
Artikel 5
Groene binnenruimte Deze zone wordt verder ingericht als groene binnenruimte en/of tuinzone (gazon, groepen hoge en lage beplanting en hoogstammen, paden, wateroppervlakken,..). Qua inrichting dient aangesloten te worden op de aangrenzende zone voor stedelijk groen (artikel 4). De historische context is sturend in de aanpak en concept. Bij de aanleg en inrichting dient het historische karakter en de centrale positie van het Tuchthuis binnen de Campus versterkt te worden. De eenheid van het Tuchthuiscomplex in zijn totaliteit dient versterkt te worden. Bovengrondse parkeervoorzieningen zijn beperkt toegelaten in het gedeelte dat aansluit bij de zone voor gemeenschapsvoorzieningen met nabestemming 'Groene binnenruimte'.
41 2.14_1_1-v20050314-GR_da.doc
RUP 2.14_1_1 stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal
richtinggevend inhoudelijke elementen
toelichting bij de inhoudelijke elementen essentiële aspecten
Tuchthuiscomplex plus aanvulling Binnen dit deelgebied worden twee representatieve gebouwen weerhouden.
Tot doel wordt gesteld deze monumenten te herwaarderen en aan te vullen met diverse functies. Een multifunctioneel gebruik zal mede bijdragen tot het behoud van de monumentale bebouwing en historische link. Herbestemming naar culturele mogelijkheden, hotel, horeca, wonen, kantoren, kantoorachtigen en voorzieningen kaderend binnen de visie een gemengde woon werkomgeving te realiseren in het Gebied behoren tot de niet-limitatieve invulling. Getracht wordt om voor deze gebouwen tot een zekere representatieve invulling te komen binnen het Campusmodel. Dit houdt onder meer in dat randvoorwaarden worden opgelegd voor herstellingswerkzaamheden, materiaalgebruik, en beplanting om het uitzicht van de gebouwen in de omgeving te integreren. De visuele en functionele relatie met het gebied en in het bijzonder met de overige gebouwcomplexen dient verzekert te worden opdat het Tuchthuis als centrale plaats en als referentie binnen het campusmodel kan functioneren. Dit dient verzekerd te worden door de gebouwen heen via de groene binnenruimten. Deze gewenste relatie komt tevens ten goede aan de eenheid, de levendigheid en de sociale controle binnen het gebied. Getracht wordt om de auto te beperken op het maaiveldniveau ter versterking van de groene inrichting binnen het campusmodel.
42 2.14_1_1-v20050314-GR_da.doc
RUP 2.14_1_1 stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal
verordenend stedenbouwkundige voorschriften
op te heffen stedenbouwkundige voorschriften
Artikel 6
Tuchthuiscomplex Bestemming wonen, kantoren, kantoorachtigen, diensten en voorzieningen Bebouwing De bestaande bebouwing is maatgevend voor zowel grondbezetting als welstand. De aanpak van deze bebouwing naar herwaardering zal in samenspraak gebeuren met de diensten van Monumenten en Landschappen. Er dient voldoende flexibiliteit te worden aangehouden zowel qua materiaalgebruik als inrichtingsprincipes teneinde een continue herwaardering te waarborgen, wel met het nodige respect voor de historische context. Relaties tussen de groene binnenruimten en het stedelijke groen binnen de campus dienen op te onderbouwen strategische plekken te worden voorzien.
Artikel 7
Tuchthuis aanvulling Bestemming wonen, kantoren, kantoorachtigen, diensten en voorzieningen Bebouwing Te voorzien binnen de zonering op het bijbehorend plan, met deze verstande dat de strakke gevellijnen dienen te worden aangehouden. Een bouwdiepte van 16 m wordt als maximaal gesteld binnen deze zone. Afwijking op deze bouwdiepte kan mits een positief advies van de Kwaliteitskamer en Monumenten en Landschappen. De bestaande bebouwing is richtinggevend qua maatvoering inzake gabarieten. Relaties tussen de groene binnenruimten en het stedelijke groen binnen de campus dienen op te onderbouwen strategische plekken te worden voorzien.
43 2.14_1_1-v20050314-GR_da.doc
RUP 2.14_1_1 stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal
richtinggevend inhoudelijke elementen
toelichting bij de inhoudelijke elementen essentiële aspecten
Kanaalkavels Binnen dit deelgebied worden kavels voorzien met bestemming voor vrijstaande gemengde gebouwcomplexen ter realisatie van een gemengde woon-werkvoorzieningen omgeving. Elke kavel dient als een eenheid te worden beschouwd en ingericht. De gebouwen dienen één ruimtelijke eenheid te vormen binnen elke kavel. Elke kavel krijgt een paspoort met omschrijving van de bouwbouwprogramma, bebouwbare oppervlakte, aantal bouwlagen, hoogteaccenten, verbijzonderingen. Tot doel wordt gesteld de zones voor vrijstaande gemengde gebouwcomplexen als onderdeel te laten functioneren binnen het campusmodel dat ingericht wordt met stedelijk groen. Getracht wordt om binnen de zone voor gemengde gebouwcomplexen, het stedelijk groen door te trekken. Bij de groene inrichting van de zone dient gelet te worden dat de visuele en functionele relatie met het gebied verzekerd wordt ter bevordering van de verantwoordelijkheidzin van de bewoners en de werknemers, de levendigheid en de samenhorigheid binnen het gebied en de sociale controle vanaf de bebouwde zones. Er wordt gewerkt met een sculpturale bebouwing waarbij met richtinggevend volgende referentiebeelden. Bij verharding (klei-klinkers, dolomieten, steenslag, boomschors, kasseien, natuurstenen m.n. zand-, kalksteen, inlands hout, ..) dient in relatie tot de parkinrichting rekening gehouden te worden met de ecologische waarde van het plangebied. . Om de groene inrichting te versterken wordt getracht om de aanwezigheid van auto’s te beperken op het maaiveldniveau.
44 2.14_1_1-v20050314-GR_da.doc
RUP 2.14_1_1 stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal
verordenend stedenbouwkundige voorschriften
op te heffen stedenbouwkundige voorschriften
Artikel 8
Kanaalkavel Algemeen Voor de groep van kavels geldt een gemengde bestemming, met in hoofdzaak het accent op het wonen. Afwijkingen op de algemene en specifieke voorschriften kunnen gevalideerd worden mits een gunstig advies van de Kwalititeitskamer en bekrachtiging door de bevoegde overheid op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen. Op alle kavel zijn gemeenschapsvoorzieningen toegelaten afwijkend van de aangeduide procentuele verhoudingen. Er dient specifieke aandacht geschonken aan een kwalitatieve architectuur waarbij gebruik wordt gemaakt van een sculpturale bebouwing. De aangereikte referentiebeelden zijn richtinggevend voor de architecturale aanpak. De invulling per kavel kan gefaseerd gebeuren. Bij een gefaseerde ontwikkeling dient het dossier vergezeld te gaan van een architecturale en stedenbouwkundige totaalvisie voor de kavel. Latere fasen dienen zich in deze visie in te passen. Bijsturingen van de totaalvisie behoren tot de mogelijkheid op voorwaarde dat deze bijsturing stedenbouwkundig en architecturaal een meerwaarde betekent. Niet-bebouwde ruimte Deze wordt hoofdzakelijk ingericht met de principes van het 'stedelijk groen' in een parkkarakter. Dit geldt voor zowel de mogelijke ontstane privatieve als (semi-)publieke ruimte. Verhardingen zijn hier toegelaten voor zover deze een meerwaarde voor de ontstane ruimte betekenen. Parkeervoorzieningen In hoofdzaak worden de noodwendigheden inzake parkeren, gerelateerd aan de functionele invulling van de kavel, ondergronds voorzien. Bezoekersparkeren kan worden toegelaten op maaiveld binnen de kavel. Er dient echter gewerkt met een strikt minimum, landschappelijk ingepast.
45 2.14_1_1-v20050314-GR_da.doc
RUP 2.14_1_1 stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal
richtinggevend inhoudelijke elementen
Kanaalkavels
toelichting bij de inhoudelijke elementen essentiële aspecten Richtinggevend stedenbouwkundig kader KAVEL K1
46 2.14_1_1-v20050314-GR_da.doc
RUP 2.14_1_1 stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal
verordenend stedenbouwkundige voorschriften
op te heffen stedenbouwkundige voorschriften
KAVEL K1 Bestemming
à à
wonen met een minimum van 30 % overige deel : kantoor, kantoorachtigen, diensten, voorzieningen en handel
Bebouwing à bruto vloeroppervlakte maximum te realiseren binnen de kavel omvat 28.250 m² Deze wordt gerealiseerd over de totale kavel volgens het bijgevoegde richtinggevend stedenbouwkundig kader. à Bouwhoogte 6 bouwlagen richtinggevend met mogelijkheid tot hoogteaccent van 14 verdiepingen. Indien van het hoogteaccent gebruik wordt gemaakt dient dit zich te situeren in het meest oostelijk gelegen hoekgedeelte van de kavel Parkeervoorzieningen aanvullend t.o.v. de algemene bepalingen à in ondergrondse bouwlagen Toegankelijkheid Geen toegankelijkheid voor gemotoriseerd verkeer vanaf de kanaalzijde
47 2.14_1_1-v20050314-GR_da.doc
RUP 2.14_1_1 stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal
richtinggevend inhoudelijke elementen
toelichting bij de inhoudelijke elementen essentiële aspecten
Kanaalkavels
48 2.14_1_1-v20050314-GR_da.doc
RUP 2.14_1_1 stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal
verordenend stedenbouwkundige voorschriften
op te heffen stedenbouwkundige voorschriften
49 2.14_1_1-v20050314-GR_da.doc
RUP 2.14_1_1 stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal
richtinggevend inhoudelijke elementen
toelichting bij de inhoudelijke elementen essentiële aspecten
Kanaalkavels
50 2.14_1_1-v20050314-GR_da.doc
RUP 2.14_1_1 stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal
verordenend stedenbouwkundige voorschriften
op te heffen stedenbouwkundige voorschriften
KAVEL K2 Bestemming wonen, kantoor, kantoorachtigen, diensten, à
voorzieningen en handel Bebouwing à bruto vloeroppervlakte maximaal 2.000 m² à Bouwhoogte Het peil van de Vuurkruisenlaan t.h.v. het midden van de kavel is de referentiehoogte voor de top van het te ontwikkelen volume. à Dak : het dak dient te worden ontworpen als 5de gevel Parkeervoorzieningen aanvullend t.o.v. de algemene bepalingen à in ondergrondse bouwlagen Toegankelijkheid Geen toegankelijkheid voor gemotoriseerd verkeer vanaf de kanaalzijde
KAVEL K3 Bestemming
à à à
wonen 30% max 10% max
kantoor, kantoorachtigen, diensten voorzieningen, handel
Bebouwing à bruto vloeroppervlakte maximaal 11.250 m² à Bouwhoogte Referentiehoogte bedraagt 6 bouwlagen. Parkeervoorzieningen aanvullend t.o.v. de algemene bepalingen à in ondergrondse bouwlagen Toegankelijkheid Geen toegankelijkheid voor gemotoriseerd verkeer vanaf de kanaalzijde
51 2.14_1_1-v20050314-GR_da.doc
RUP 2.14_1_1 stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal
richtinggevend inhoudelijke elementen
toelichting bij de inhoudelijke elementen essentiële aspecten
Kanaalkavels
52 2.14_1_1-v20050314-GR_da.doc
RUP 2.14_1_1 stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal
verordenend stedenbouwkundige voorschriften
op te heffen stedenbouwkundige voorschriften
KAVEL K4 Bestemming
à à à
wonen 30% max 10% max
kantoor, kantoorachtigen, diensten voorzieningen, handel
Bebouwing à bruto vloeroppervlakte maximaal 18.500 m² à Bouwhoogte Referentiehoogte bedraagt 4 à 5 bouwlagen. Parkeervoorzieningen aanvullend t.o.v. de algemene bepalingen à in ondergrondse bouwlagen Toegankelijkheid Geen toegankelijkheid voor gemotoriseerd verkeer vanaf de kanaalzijde
53 2.14_1_1-v20050314-GR_da.doc
RUP 2.14_1_1 stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal
richtinggevend inhoudelijke elementen
toelichting bij de inhoudelijke elementen essentiële aspecten
Lobbeekkavels Om het campusmodel te voltooien als een aangename en gemengde woon-, werkomgeving in een stedelijke groen gebied ent deze kavel zich voornamelijk op de waterpartijen en in het bijzonder op de Lobbeek. Doel is de open zichtassen naar het centrum, het plein, de brug,... alsook de ruimtelijke en visuele relatie tussen Campus en stedelijke omgeving te versterken. Tevens wordt eenheid van het bouwvolume, creatie van een sculpturaal bouwvolume en integratie t.o.v. zijn omgeving nagestreefd. Ter bevordering van de levendigheid en de sociale controle binnen de stedelijke groenzone, zal getracht worden het toezicht vanuit de aangelegen gebouwen te versterken. Een open en geanimeerde gevel is gewenst. Voor de gevels dient gebruik gemaakt te worden van esthetisch en architectonisch verantwoorde materialen in relatie tot zijn omgeving en het stedelijk groen milieu. Ter vrijwaring van het open stedelijk groen, dient eigen parkeren binnen de eigen bestemmingszone plaats te vinden geïntegreerd in de architectuur en/of ondergronds.
Gemeenschapsvoorzieningen met nabestemming stedelijk groen
Doelstelling is binnen de planningsduurte van huidig RUP enerzijds continuïteit te verzekeren voor de gemeenschapsdiensten aanwezig binnen deze kavel, m.n. hulpdiensten, en anderzijds bij het stopzetten van deze activiteiten het park effectief uit te breiden.
54 2.14_1_1-v20050314-GR_da.doc
RUP 2.14_1_1 stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal
verordenend stedenbouwkundige voorschriften
op te heffen stedenbouwkundige voorschriften
Artikel 9
Lobbeekkavel
Bestemming
à à à
wonen 10% max 10% max
kantoor, kantoorachtigen, diensten voorzieningen, handel
Bebouwing à bruto vloeroppervlakte maximaal 5.000 m² à Bouwhoogte Referentiehoogte bedraagt 3 à 4 bouwlagen. Niet-bebouwde ruimte Deze wordt hoofdzakelijk ingericht met de principes van het 'stedelijk groen' in een parkkarakter. Dit geldt voor zowel de mogelijke ontstane privatieve als (semi-)publieke ruimte. Verhardingen zijn hier toegelaten voor zover deze een meerwaarde voor de ontstane ruimte betekenen. Parkeervoorzieningen In hoofdzaak worden de noodwendigheden inzake parkeren, gerelateerd aan de functionele invulling van de kavel, binnen de kavel voorzien. Er dient echter gewerkt met een minimum, landschappelijk ingepast.
Artikel 10
Gemeenschapsvoorzieningen met nabestemming stedelijk groen (artikel 7) Bestemming Gemeenschapsvoorzieningen, inzonderheid hulpdiensten, parkeren met nabestemming stedelijk groen. Naast onderhouds- en instandhoudingswerken, zijn ook uitbreidingen en vernieuwbouw mogelijk binnen het kader van de continuïteit van de bestaande activiteiten en noodwendigheden.
55 2.14_1_1-v20050314-GR_da.doc
RUP 2.14_1_1 stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal
richtinggevend inhoudelijke elementen
Gemeenschapsvoorzieningen met nabestemming groene binnen ruimte
Stedelijk groen, wegen en pleinruimte overdruk
toelichting bij de inhoudelijke elementen essentiële aspecten
Doelstelling is binnen de planningsduurte van huidig RUP enerzijds continuïteit te verzekeren voor de gemeenschapsdiensten aanwezig binnen deze kavel, m.n. hulpdiensten, en anderzijds bij het stopzetten van deze activiteiten het park effectief uit te breiden.
Binnen deze ruimte moeten verharde pleinruimte en parkstructuur, samen met de verbindingsinfrastructuur een voldoende samenhang vertonen voor de respectievelijke functie. De verschillende verhoudingen en juiste locatie worden bepaald door de stedenbouwkundige noodwendigheden van de verschillende ontwikkelingen naar bebouwing op de kavels K3 en K4, de kadeboulevard en de verbinding naar het tuchthuiscomplex. Deze ruimte moeten binnen het parkkarakter voldoende functioneel zijn, als voor de randgebruikers en gebruikers van de link naar de groene binnenruimtes en het poortgebouw. De basisconcepten en de inrichting zullen in de eerste plaats richtinggevend worden bepaald in de studie voor de publieke ruimte van de campus (zie vroeger).
56 2.14_1_1-v20050314-GR_da.doc
RUP 2.14_1_1 stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal
verordenend stedenbouwkundige voorschriften
op te heffen stedenbouwkundige voorschriften
Artikel 11
Gemeenschapsvoorzieningen met nabestemming groene binnenruimte (artikel 5) Bestemming Gemeenschapsvoorzieningen, inzonderheid hulpdiensten, parkeren met nabestemming groene binnenruimte. Naast onderhouds- en instandhoudingswerken, zijn ook uitbreidingen en vernieuwbouw mogelijk binnen het kader van de continuïteit van de bestaande activiteiten en noodwendigheden.
Artikel 12 zonering voor stedelijk groen, wegen en pleinruimte bestemming stedelijk groen, wegen en pleinruimte bezetting en inrichting volgens inrichtingsplan; dit inrichtingsplan dient te kaderen binnen de concepten en inrichtingsprincipes van het totaalplan voor de publieke ruimte binnen de Campus parkeren bovengronds niet toegelaten.
57 2.14_1_1-v20050314-GR_da.doc
RUP 2.14_1_1 stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal
richtinggevend inhoudelijke elementen
toelichting bij de inhoudelijke elementen essentiële aspecten
Linken overdruk Vanaf de waterpartij t.h.v. het poortgebouw, door dit gebouw over de binnenkoer en door het gebouw T2 (plek(ken) van doorsteek dienen te worden gelocaliseerd in relatie tot de restauratie en hergebruik van het gebouw T2), via de nieuwe groene kamer door het gebouw TN1 naar het kanaal toe.
Inkom - portaal met scharnierfunctie overdruk
Deze publieke ruimte vormt naast een scharnierpunt tussen de stedelijke kern en het gebied eveneens een poort die zich zowel horizontaal als vertikaal ontwikkeld. Op het scharnierpunt enten zich zowel de grootschalige bebouwing (AZ Portaels - Koninklijk Technisch Atheneum), de verlaten Zennebedding als de grootschalige infrastructuur, m.n. de Vuurkruisenlaan als aanloop naar de brug over het kanaal. De ligging is niet enkel op het niveau van de Campus cruciaal, maar tevens op het niveau van de Vuurkruisenlaan, waar ze op een belangrijke zichtlijn ligt. Hier kan een vertikale link een ondersteuning zijn tot de bereikbaarheid van het gebied en de binnenstad voor de zachte weggebruiker. Deze plek kan verder worden uitgebouwd naar het openbaar en collectieve vervoer. De inrichting van deze plek zal medebepalend zijn voor de kwaliteit ervan. Zowel naar concept, inrichtingsprincipes als uitwerking dient de verlaten Zennebedding worden meegenomen. Om voldoende kwaliteit te waarborgen kan er hiervoor gewerkt worden via een wedstrijd of open oproep.
Parkeren overdruk Parkeerclusters kunnen worden voorzien binnen de parkstructuur nabij de wegenstructuren op verschillende plekken, zonder langs-, dwars- en/of andere aan de weg gerelateerde parkings in te richten. In de nabijheid van de plekken met de letter P kunnen gegroepeerd parkeervoorzieningen worden aangelegd, weliswaar - zoals voor elke parkeermogelijkheid van toepassing is - landschappelijk ingepast. De schaal mag de draagkracht van het betrokken gebied niet overschrijden. Binnen elke K-kavel kan beperkt bezoekersparkeren worden voorzien.
58 2.14_1_1-v20050314-GR_da.doc
RUP 2.14_1_1 stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal
verordenend stedenbouwkundige voorschriften
op te heffen stedenbouwkundige voorschriften
Artikel 13
Linken Een semi-publieke verbinding van de buitenzijde van het poortgebouw T1 tot aan de kadeboulevard en kanaal dient gerealiseerd te worden/ De realisatie kan gefaseerd uitgevoerd worden, maar is verplicht bij de inrichting van de ruimte waar de link overloop en/of de bebouwing waar deze doorgaat
Artikel 14
portaal met scharnierfunctie Bestemming Publieke ruimte die zowel garanties dient te waarborgen voor de diverse linken (stadskern, Campus, verlaten Zennebedding, Vuurkruisenlaan), als aangename verblijfsruimte. Publieke parkeermogelijkheden zijn toegelaten, geïntegreerd in het stedelijk landschap.
Artikel 15
Parkeerinrichting met landschappelijke inpassing Gegroepeerde landschappelijk beperkte parkeervoorzieningen kunnen ingericht worden. De noodwendigheden in aantal dienen aangetoond via een MOBER.
59 2.14_1_1-v20050314-GR_da.doc
RUP 2.14_1_1 stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal
richtinggevend inhoudelijke elementen
Aandachtszone Vuurkruisenlaan overdruk
toelichting bij de inhoudelijke elementen essentiële aspecten
De Vuurkruisenlaan is een gewestweg. De randvoorwaarden binnen de zone gevormd tussen de twee onderbroken lijnstructuren evenwijdig met de Vuurkruisenlaan worden in samenspraak met de Administratie Wegen en Verkeer vastgelegd. De Vuurkruisenlaan op zich dient bij werken, die meer zijn dan onderhoud van het wegdek, zowel qua inrichting als materiaalgebruik en verschijningsvorm te richten naar de stedenbouwkundige impact van het gebied dat ze doorkruist.
bouwlijn in functie van zichtlijn overdruk
Bepaalde zichtlijn hebben mee de basis gevormd van de kavelvorming binnen het campusmodel. Het is dan ook aangewezen dat deze zichtlijnen mee ondersteund worden door de architectuur op de welbepaalde kavels.
bouwlijn in functie van kadeboulevard overdruk
De relatie van de architectuur alsmede de functionele invulling met zowel de kadeboulevard als het kanaal dient voldoende te worden ondersteund door gefragmenteerd de kavelgrens langs de kadeboulevard te volgen. Een totaal gevelfront rakend aan de kadeboulevard dient uitgesloten te worden. Er dient een voldoende fragmentatie te worden doorgevoerd.
60 2.14_1_1-v20050314-GR_da.doc
RUP 2.14_1_1 stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal
verordenend stedenbouwkundige voorschriften
op te heffen stedenbouwkundige voorschriften
Artikel 17
Aandachtszone t.o.v. de Vuurkruisenlaan De randvoorwaarden binnen de zone gevormd tussen de twee onderbroken lijnstructuren evenwijdig met de Vuurkruisenlaan worden in samenspraak met de Administratie Wegen en Verkeer vastgelegd. Dit is van toepassing zowel twee- als driedimensionaal.
Artikel 19
Bouwlijn in functie van zichtlijn De kavelgrens dient als bouwlijn en/of architectuur gevolgd te worden op die wijze dat de zichtlijn voldoende wordt ondersteund. Dit houdt in dat deze kavelgrens geheel of gedeeltelijk maatgevend is.
Artikel 20
Bouwlijn in functie van kadeboulevard De kavelgrens dient als bouwlijn en/of architectuur gevolgd te worden op die wijze dat de relatie van de architectuur alsmede de functionele invulling met zowel de kadeboulevard als het kanaal voldoende wordt ondersteund. Dit houdt in dat deze kavelgrens gefragmenteerd maatgevend is.
61 2.14_1_1-v20050314-GR_da.doc
RUP 2.14_1_1 stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal
4.2 à
GRAFISCH PLAN bijlage 5 - kaart 5 - Bestemmingsplan
62 2.14_1_1-v20050314-GR_da.doc
RUP 2.14_1_1 stadsuitbreiding tussen Zenne en kanaal