Verkenning HBO Pedagogiek Hogeschool Zeeland Rapportage quick scan Katja van Vliet Esmy Kromontono
Januari 2010
Inhoud
4
1.
Inleiding
5
2.
Stage- en beroepsmogelijkheden (kwantitatief)
6
3.
Stagemogelijkheden 7
4.
Beroepsmogelijkheden 8
5.
Kennisdomeinen 10
6.
Gewenste competenties
13
7.
Samenvatting en voorlopige conclusies
15
Bijlage 1
Topiclist interviews beroepspraktijk HBO Pedagogiek
16
Bijlage 2
Overzicht organisaties en respondenten
19
VerweyJonker Instituut
1.
Inleiding In opdracht van Hogeschool Zeeland heeft het Verwey-Jonker Instituut onderzocht of er een markt is voor een opleiding hbo Pedagogiek in de Zeeuwse regio. De verkenning in de vorm van een quick scan heeft betrekking op de mogelijke beroepspraktijk voor hbo-pedagogen in Zeeland. Voor de quick scan zijn de volgende onderzoeksvragen geformuleerd: 1. Op welke beroepspraktijken moet de opleiding hbo Pedagogiek zich richten? Wat zijn de kennisdomeinen? 2. Wat zijn de gewenste competenties (kennen en kunnen) van hbo-afgestudeerden Pedagogiek? 3. Wat zijn de stage- en beroepsmogelijkheden? 4. Waarin onderscheidt de hbo-pedagoog zich van de universitaire pedagoog? De quick scan bestond oorspronkelijk uit twee onderdelen: een inventarisatie en telefonische interviews met vertegenwoordigers van het werkveld. Voor de inventarisatie is een overzicht van werkterreinen gemaakt naar analogie van de opleiding hbo Pedagogiek van de Hogeschool Utrecht. Voor de verschillende werkterreinen zijn organisaties geselecteerd en benaderd voor een telefonisch interview. In totaal zijn zestien interviews gehouden (zie bijlage 1 voor de topiclijst en bijlage 2 voor een overzicht van de organisaties en gesprekspartners)
5
VerweyJonker Instituut
2.
Stage- en beroepsmogelijkheden (kwantitatief) Over de stage- en beroepsmogelijkheden hebben we zowel kwalitatieve als kwantitatieve gegevens verzameld. Daarnaast hebben we de respondenten rechtstreeks gevraagd naar hun mening over de potentiële markt voor hbo-pedagogen. Onderstaand staafdiagram geeft een kwantitatief overzicht van het antwoord op de vraag naar de aanwezigheid van een arbeidsmarkt, stageplekken en functies in de eigen organisatie voor hbo-pedagogen. En, als de respondenten hiertoe mogelijkheden zien, om hoeveel plaatsen gaat het dan? De vraag naar het aantal stageplekken en functies kon niet altijd beantwoord worden. Dit hangt van verschillende factoren af, zoals het jaarprogramma en het verloop van medewerkers.
Aanwezigheid stageplekken, functies binnen de eigen organisatie en Potentiële markt voor hbo-pedagogen 18
aantal organisaties
16 14
4 7
12
6
10 3
8 6
12 9
4
7
2 0 Stageplekken
Functies
Markt
Denkt van wel
0
0
6
Weet niet
0
0
3
Nee
4
7
0
Ja
12
9
7
Twaalf van de zestien respondenten zijn van mening dat er een potentiële markt is voor hbopedagogen (44%). Wel plaatst men de kanttekening dat de Zeeuwse markt klein is (dun bevolkt, grote vergrijzing) en de arbeidsmarkt beperkt is. Twaalf van de zestien organisaties hebben stagemogelijkheden (75%). Het aantal stageplekken varieert van één tot vijf. Negen van de zestien organisaties zien mogelijkheden voor functies voor hbo-pedagogen binnen de organisatie (56%). Voor zover de respondenten een schatting geven gaat het om één tot vijf functies, mede afhankelijk van het verloop onder de huidige medewerkers, et cetera. Twee organisaties geven aan nog geen functies te hebben, maar er wellicht wel één te kunnen creëren mits er financiële middelen beschikbaar zijn.
6
VerweyJonker Instituut
3.
Stagemogelijkheden We hebben de respondenten allereerst gevraagd naar de stage- en beroepsmogelijkheden binnen de eigen organisatie. Mogelijkheden voor stages zijn er vooral op het terrein van opvoedingsondersteuning en waar hulp/begeleiding wordt geboden aan kinderen/jongeren en de ouders, zoals Bureau Jeugdzorg (BJZ). Denk aan licht pedagogische advisering, het geven van voorlichting of het verzorgen van cursussen aan ouders, zoals ‘Opvoeden doe je zo’. Bij de jeugdgezondheidsdienst met een traditie van hbo-verpleegkundigen, kan de pedagoog een rol spelen door bijvoorbeeld advies te geven over welke cursussen en voorlichting belangrijk zijn om te geven en waarom. In zekere mate zijn er mogelijkheden voor stages in het onderwijsveld (speciaal basisonderwijs, voortgezet onderwijs). Om te werken in het speciaal basisonderwijs is de didactische vaardigheid wel van belang. Van een pedagoog kan niet verwacht worden dat hij of zij een reken- of taalles verzorgd. Een hbo-pedagoog kun je inzetten om een relatie aan te gaan met kinderen die sociaalemotionele of gedragsproblemen vertonen. Problemen op leergebied kunnen over het algemeen goed opgepakt worden door de leerkrachten zelf of de remedial teacher, voor de sociale en emotionele kant is er zeker hulp/ondersteuning nodig van een pedagoog. Scholen hebben echter vaak de financiële middelen niet om een dergelijke functie in het leven te roepen. Een hbopedagoog kan ingezet worden om onderzoek te doen bij leerlingen en testen af te nemen. Voor het stellen van een diagnose is echter een universitair geschoolde pedagoog nodig, dat is bij de wet bepaald. De hbo-pedagoog zou dus uitvoerend werk kunnen doen voor de orthopedagoog. Verder kunnen hbo-pedagogen stage lopen bij de gemeente, bij de leerplichtambtenaar of medewerker RMC (Regionaal Meld- en Coördinatiepunt voortijdig schoolverlaten) en betrokken zijn bij beleidsontwikkeling.
7
VerweyJonker Instituut
4.
Beroepsmogelijkheden De gesprekspartners noemden de volgende beroepsmogelijkheden voor hbo-pedagogen. Opvoedingsondersteuning
Als staffunctionaris in de jeugdgezondheidszorg kan de hbo-pedagoog verpleegkundigen adviseren die van oudsher bij de jeugdgezondheidsdiensten werken. Daarnaast kan de hbopedagoog adviseren over cursussen of zelf cursussen of voorlichting geven. Orthopedagogische ondersteuning; speciaal onderwijs
Als ambulant begeleider van kinderen met cognitieve en lichamelijke beperking en na drie of vier jaar ervaring als leidinggevende.
Als orthodidacticus die zich richt op de didactische inhoud bij taal, lezen en rekenen. Leerkrach-
ten kunnen een beroep doen op de orthodidacticus voor advies als bijvoorbeeld het lezen van sommige leerlingen onvoldoende op gang komt. De orthodidacticus kan materiaal en instrumenten ontwikkelen die leerkrachten kunnen gebruiken om het leesgedrag van leerlingen te verbeteren. Als onderzoeker op scholen met kinderen met psychiatrische problemen. De pedagoog voert het onderzoek uit en praat met de kinderen. De verslaglegging vindt plaats onder leiding van de GZ psycholoog. Als maatschappelijk werker, jeugdreclasseerder, gezinsvoogd, AMK medewerker, screener. Vroeger moest een medewerker de opleiding maatschappelijk werk hebben afgerond om bij Bureau Jeugdzorg te werken. Tegenwoordig is er sprake van een verschuiving tussen de werkers met verschillende achtergronden hbo, MWD, SPH en pedagogen. Als raadsonderzoeker bij de Raad voor de Kinderbescherming. Een hbo-pedagoog kan niet als gedragsonderzoeker aan de slag, doorvoor is een BIG-registratie nodig. Als coördinator taakstraffen, maar deze functie is ook te beoefenen door iemand met een andere opleidingsachtergrond.
Onderwijs
Als Intern begeleider (IB), maar nascholing als IB is wenselijk (opleiding van 1 jaar), omdat
8
didactische vaardigheden belangrijk zijn voor het coachen van leerkrachten. Eventueel kan een pedagoog worden ingezet om een relatie aan te gaan met kinderen met sociaal-emotionele problemen. Ook ouders kunnen begeleid worden als er wat aan de hand is met de opvoeding. Pedagogen kunnen ouders hierin begeleiden door het organiseren van ouderbijeenkomsten, training aan ouders te geven, onderzoeken uit te voeren en enquêtes af te nemen. Begeleiden van autistische kinderen en hen leren hoe ze met andere kinderen omgaan. Voeren van feedback gesprekken over hoe het kind speelt, handelt en reageert op situaties. Eventueel als docent, maar daarvoor moeten ze een pedagogisch didactische aantekening halen, zodat ze een pedagogische basis hebben om les te kunnen geven. Ook paar jaar praktijkervaring is gewenst. Eventueel als studentbegeleider, mentorfunctie, counselor functie op het persoonlijk vlak, of als studie/loopbaan coach.
Als leerplichtambtenaar, mits de extra opleiding voor leerplichtambtenaar is gevolgd. Verder als
beleidsmedewerker onderwijs en als leertraject begeleider RMC. Als docent op het ROC indien ze kiezen voor de lerarenvariant van de studie. Als onderzoeker en begeleider van leerkrachten (leerkrachten leren hoe zij kinderen met hulpvragen kunt begeleiden).
3e milieu, jeugdparticipatie, overig
Beperkte mogelijkheden, misschien bij beleidsontwikkeling indien pedagogische kennis nodig is.
9
VerweyJonker Instituut
5.
Kennisdomeinen Aan de respondenten is gevraagd op welke beroepspraktijken en kennisdomeinen de opleiding hbo Pedagogiek zich zou moeten richten. Daarnaast hebben we gevraagd naar het verschil tussen een hbo pedagoog en een universitair pedagoog. De gesprekspartners noemden de volgende kennisdomeinen die relevant zijn voor de opleiding hbo Pedagogiek. Opvoedingsondersteuning
Analyseren. Psychologie. Pedagogiek. Sociologie. Kennis van zorgnetwerk. Opvoedingsondersteuning. Preventief werken.
Orthopedagogische ondersteuning; speciaal onderwijs
Werken met en begeleiden van kinderen (met een beperking), theoretische achtergrond met betrekking tot ziektebeelden, psychopathologie.
Management, organisatie, stijlen van leidinggeven. Kennis van verschillende stoornissen, leerproblematiek, psychiatrische problemen, dyslexie welke invloed dat heeft op het gedrag.
Kennis van diverse type onderwijsvormen, hoe is het onderwijs ingericht, hoe zit het onderwijs-
systeem in elkaar, leren hoe je onderzoeken kan lezen en begrijpen; wat is bijvoorbeeld een IQ en hoe is dat opgebouwd? Ontwikkelingspsychologie, psychopathologie, gedragstherapie, algemene beelden, kennis over het gezin, systeem theoretische principes, systeem gericht denken, kennis van netwerken. Veel aandacht aan gespreksvaardigheden en gesprekstechnieken. Kennis van gedwongen hulpverlening, normaal en afwijkend gedrag, zaken kunnen signaleren, opvoedingsleer, het kind in beeld kunnen brengen om op basis daarvan te kijken wat veranderbaar is en wat is er daarvoor nodig. Als iemand als raadsonderzoeker komt werken dan is die verplicht de RIO (raadsonderzoeker in opleiding) te volgen, met vakken als strafrecht, persoonsen familierecht, gesprekstechnieken, pedagogiek, rapportage en de omgang met agressieve cliënten.
Onderwijs
Leren op niveau van kinderen een gesprek aan gaan, op een ongedwongen manier het kind leren
10
kennen, gedragsproblematiek; wat is afwijkend gedrag, kennis van ontwikkeling kind op sociaal emotioneel gebied, observatietechnieken. Kennis van organisatie, management, omgaan met ict (dit is eerder algemene kennis die ook nodig is bij andere functies en beroepen). Voor studieloopbaan/coach: zicht op wat van mensen worden verlangd en wat mensen zelf willen, coachingsvaardigheden.
Om als leerplichtambtenaar te kunnen werken heb je nodig: kennis van wetten en regels en
kennis van speciale vormen van onderwijs. Dit verkrijg je door de extra opleiding tot leerplichtambtenaar. Het is te specialistisch om mee te kunnen nemen bij de opleiding pedagogiek, het gaat om veel wetskennis. Andere kennisdomeinen zijn gezinsproblematiek en opvoedingsproblematiek (goed inzicht hebben in waar ouders hulp kunnen krijgen en verbeteren met betrekking tot de opvoeding van kinderen). Gesprekstechnieken, leren om met ouders en kinderen te praten. Didactische vaardigheid, brede theoretische achtergrond maar ook kennis van het werkveld. Context van het beroep kennen (aan de leerlingen kunnen overbrengen wat de beroepsmogelijkheden zijn binnen verschillende organisaties).
Ondersteuning 3e milieu, jeugdparticipatie, overig
Beleidsontwikkeling, kennis van het maatschappelijk veld, kinderopvang, begeleiden van mensen en opvoedondersteuning.
Pedagogiek, onderwijskunde, leerpsychologie, ontwikkelingspsychologie en kinesiologie. Kennis van lichamelijke of functionele stoornissen, beperkingen en leerlingen met interne of externe handicap.
11
VerweyJonker Instituut
6.
Gewenste competenties De gesprekspartners vonden het soms lastig om gewenste competenties te noemen, omdat ze bang waren niet volledig te zijn en daardoor de organisatie te kort te doen. Ze benoemden de volgende voor de hbo-pedagoog relevante competenties. Opvoedingsondersteuning
Jeugdgezondheidsdienst: laagdrempelig, uitstralen: ‘we willen u helpen en hebben het beste met u voor’, een uitnodigende houding hebben, communicatief vaardig zijn (om cursussen te verzorgen). Orthopedagogische ondersteuning; speciaal onderwijs
Over een helikopterview beschikken (in staat het geheel te overzien), kennis van inhoud, gericht
ondersteuning kunnen bieden, integraal denken; in staat relatie en verbinding te leggen (op metaniveau denken, verbanden kunnen leggen), prettig in persoonlijk contact, in staat zijn om contact te leggen met leerkrachten en kinderen, goede mondelinge en schriftelijke communicatieve vaardigheden (kunnen praten met ouders en kinderen). Zelfstandig kunnen werken, didactische kennis bezitten, methodiek toetsen, instructie kunnen geven aan leerkrachten en interesse hebben in een onderwijsproces waar ouders sterk bij betrokken zijn. In het onderwijs in elk geval ook les kunnen geven. Goede gesprekstechnieken hanteren, slecht nieuws gesprekken kunnen voeren, goed kunnen luisteren en de juiste basishouding/vaardigheid is zeer belangrijk. Zaken snel kunnen oppakken. Gemotiveerd en stevig in schoenen staan, gemotiveerd om te werken in het kader van gedwongen hulpverlening (RvdK). Kennis van afwijkend gedrag, vrede hebben met korte en intensieve contacten, weten dat cliënten niet op je staan te wachten, omgaan met en het overwinnen van weerstanden.
Onderwijs
Mensenkennis/interpersoonlijke competenties: goed en professioneel met mensen omgaan,
inzicht in relaties, goede communicatieve vaardigheden, goed met normen en waarden kunnen omgaan, positieve attitude naar kinderen, kunnen omgaan met mensen in moeilijke omstandigheden, kunnen werken in een team, gericht op eigen persoonlijke ontwikkeling, stabiel zijn, stressbestendig, goed met alle problemen om kunnen gaan, goede beroepshouding, omgaan met weerstand, stressbestendig. Pedagogische competenties. Vakinhoudelijke competenties. Coaching competenties. Organisatorische competenties. Competent in samenwerking met de omgeving.
3e milieu, jeugdparticipatie, overig
Integraal denken, verbanden kunnen leggen, goede gesprekspartner met deelnemende organisaties in kader van de brede school, stukken schrijven, hoofdzaken van bijzaken onderscheiden. 13
Vaardigheid om naar het kind te kunnen kijken, inlevingsvermogen, warmte hebben om de juiste
aandacht te schenken en vertrouwen te winnen van het kind. Onderwijsbevoegdheid hebben. Kennis van leerlingen/kinderen met lichamelijke/functionele beperking. Coachende vaardigheden.
Op de vraag naar het verschil tussen een universitaire en een hbo-pedagoog bleven de antwoorden bleven beperkt tot wetenschappelijk, theoretisch, abstract, onderzoeksgericht versus praktisch en uitvoerend.
14
VerweyJonker Instituut
7.
Samenvatting en conclusies Het algemene beeld van een potentiële markt voor hbo Pedagogiek is gematigd positief. Algemene kanttekeningen zijn dat Zeeland dun bevolkt is en een grotere vergrijzing kent dan in andere provincies. Zeven van de zestien respondenten zijn van mening dat er een potentiële markt is voor HBO pedagogen (44%). Twaalf van de zestien organisaties hebben stagemogelijkheden (75%). Het aantal stageplekken varieert van één tot vijf. Negen van de zestien organisaties zien wel mogelijkheden voor functies voor hbo-pedagogen binnen de organisatie (56%). Voor zover de respondenten een schatting geven, gaat het om één tot vijf functies. Twee organisaties geven aan nog geen functies te hebben, maar er wellicht wel één te kunnen creëren. Hbo-pedagogen passen volgens velen in een grote organisatie waar zij een middenkaderfunctie kunnen vervullen. In een platte organisatie kunnen zij het beroep van gedragswetenschapper niet uitoefenen, want wettelijk is dat een beroep voor iemand met een academische opleiding. Er zijn met vooral mogelijkheden bij opvoedingsondersteuning en lichte pedagogische hulpverlening. Er zijn twijfels over de positie van hbo Pedagogiek ten opzichte van SPH, als het gaat om de functie van begeleider. Organisaties zullen eerder voor een SPH’er kiezen, omdat men denkt dat deze duidelijk en meer toegespitst is op hulpverlening en omdat deze studie al langer bestaat en bekender is. Op het terrein van orthopedagogische ondersteuning en speciaal onderwijs zijn in beperktere mate mogelijkheden. Dit komt doordat de functie van gedragswetenschapper een universitaire opleiding en aanvullende opleiding voor intern begeleider vereist. In het onderwijs zijn er mogelijkheden, mits er ook aandacht wordt besteed aan didactiek. Een combinatie van Pabo en hbo Pedagogiek zou wellicht op dit terrein een goede aanvulling zijn.
15
VerweyJonker Instituut
Bijlage 1
Topiclist interviews beroepspraktijk HBO Pedagogiek
Toelichting/instructie
Alle onderwerpen behandelen, maar hoeft niet noodzakelijk in deze volgorde. Beginnen met open vragen, vervolgens concretiseren. Naar voorbeelden vragen. Voor het interview de website van de organisatie/relevante afdelingen bekijken om alvast een idee te hebben van de organisatie en voorbeelden paraat te hebben. Intro De Hogeschool Zeeland is voornemens te starten met een opleiding hbo Pedagogiek. De Hogeschool heeft het Verwey-Jonker Instituut gevraagd een verkenning te verrichten naar de mogelijke beroepspraktijk van hbo pedagogen in de provincie Zeeland. Met behulp van telefonische interviews willen we hiervan een eerste beeld krijgen. Organisatie (voor het interview website van de organisatie bekijken)
Naam organisatie, afdeling en functie van de respondent. Korte omschrijving van de organisatie, taken, functies. Zijn er pedagogen werkzaam in uw organisatie? In wat voor soort functies? Stage- en beroepsmogelijkheden in de organisatie
Zou de hbo pedagoog passen binnen deze organisatie en zo ja waar (algemeen)? Wat zijn mogelijke functies voor HBO pedagogen binnen deze organisatie (specifiek)? Om hoeveel functies zou het kunnen gaan? Is deze organisatie een mogelijk stageadres? Wat zijn mogelijke stages voor hbo pedagogen binnen deze organisatie? (soort stages, afdelingen, taken) Hoeveel stageplekken per jaar zou de organisatie kunnen aanbieden? Wat zijn voor deze organisatie de relevante kennisdomeinen waarop de opleiding zich zou moeten richten? Gewenste competenties voor stages/functies in de organisatie
Wat zijn de gewenste competenties (kennen en kunnen) van hbo stagiaires en afgestudeerden Pedagogiek in uw organisatie? Onderscheid HBO- en universitaire pedagoog in de organisatie
Waarin zou de hbo pedagoog zich kunnen onderscheiden van de universitaire pedagoog (in functies, taken, competenties)?
16
Beroepspraktijken en kennisdomeinen algemeen
Op welke beroepspraktijken en kennisdomeinen zou de opleiding zich vlg. u moeten richten
(naast de door u genoemde voor uw organisatie relevante)? (Doorvragen wat betreft verschillende werkvelden, soort organisaties, soort functies, etc.). Waarin zou de hbo pedagoog zich in het algemeen kunnen onderscheiden van de universitaire pedagoog (in functies, taken, competenties)?
Tot slot Denkt u dat er een markt is voor hbo Pedagogiek? Waarom wel/niet?
17
VerweyJonker Instituut
Bijlage 2
19
Overzicht organisaties en respondenten
Organisatie Maatschappelijk Werk Walcheren; Schoolmaatschappelijk werk
Gesproken met
Over de organisatie
Judith van Maldegem, senior schoolmaatschappelijk werker
Bij het maatschappelijk werk kan men terecht met vragen over relaties, wonen, werk, geld, onderwijs, gezondheid en verslaving. Het Schoolmaatschappelijk werk richt zich specifiek op kinderen met wie het thuis of op school niet goed gaat.
Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst (GGD) Goes
Marjan de Smit, beleidsmedewerker
De GGD bewaakt, beschermt en bevordert de gezondheid van de Zeeuwse bevolking.
Stichting de Korre; dienst ambulante begeleiding
Jan Kees Dekker, Directeur
De Tweern Speciaal Basis Onderwijs (SBO)
Marit Nieuwenhuijse, adjunct directeur
De stichting biedt begeleiding aan leerlingen met een lichamelijke en/of verstandelijke handicap in het reguliere onderwijs Speciale School voor basisonderwijs, waar kinderen worden begeleid die door hun specifieke leer- en/of sociaal emotionele hulpvragen niet verder op een reguliere basisschool kunnen worden begeleid.
Seminarium voor Orthopedagogiek
Emmy de KrakerPauw, regiomanager afdeling Zeeland en West Brabant
Odyzee
Tonia de Groene, Locatiedirecteur
Bureau Jeugdzorg Zeeland Middelburg Raad voor de Kinderbescherming Middelburg
Bruno Vannasche, teamleider expertisebureau Dhr Kees Toorenaar, raadsonderzoeker
Louise de Coligny school,
Corrie den Engelsman,
Het Seminarium voor Orthopedagogiek verzorgt (master-)opleidingen en gespecialiseerde cursussen voor professionals uit het educatieve en pedagogische veld. Daarnaast biedt het seminarium advies, coaching, begeleiding en onderzoek. REC-4 (Regionaal Expertise Centrum Cluster 4) school voor speciaal onderwijs (SO) en voortgezet speciaal onderwijs (VSO) en biedt onderwijs op maat aan leerlingen met psychiatrische problemen. Leerlingen met autisme is onze grootste doelgroep. Bureau Jeugdzorg Zeeland helpt kinderen en ouders bij vragen en problemen met opgroeien en opvoeden. De Raad voor de Kinderbescherming komt op voor de rechten van het kind, van wie de ontwikkeling en opvoeding worden bedreigd. De Raad schept voorwaarden om die bedreiging op te heffen of te voorkomen. De Raad doet onderzoek, adviseert in juridische procedures en kan maatregelen of sancties voorstellen. De Raad werkt nauw samen met andere instanties. Intern begeleiders vervullen een sleutelposi-
Protestants Christelijk Basisonderwijs Vlissingen
interne begeleider
Pabo Hogeschool Zeeland
Theo Verbart, docent onderwijskunde
Gemeente Middelburg
Agnes Ebens, leerplichtambtenaar
ROC Zeeland, cluster Welzijn
Dick Hoogstrate, directeur cluster welzijn Dick Aarden, beleidsmedewerker Strategie Beleid en Projecten en projectleider Brede School
Gemeente Vlissingen
20
’t Strange Zoutelande, pedagogisch adviesbureau
Addy Huisman, Directeur
Vives
Stephane Cepero, algemeen directeur
tie in de school. Ze hebben te maken met verschillende vragen ven leerkrachten, kinderen en ouders. Ze richten zich op collega’s, die ze ondersteunen en coachen. Ze overleggen met de directie en denken mee over toekomstig beleid. Ze voeren gesprekken met kinderen en ouders. Op de Pabo (Pedagogische Academie Basisonderwijs) Hogeschool Zeeland worden studenten opgeleid tot leerkracht basisonderwijs. De leerplichtambtenaar ziet er op toe dat ouders, leerlingen en scholen de Leerplichtwet naleven. De leerplichtambtenaar levert een bijdrage aan het voorkomen en bestrijden van schoolverzuim en voortijdig schooluitval. ROC Zeeland is een instelling voor middelbaar beroepsonderwijs (mbo) en volwasseneneducatie. De afdeling Strategie, Beleid en Projecten is verantwoordelijk voor alle strategische beleidsontwikkeling in het fysieke, ruimtelijke en sociale domein in de gemeente Vlissingen. De afdeling is verantwoordelijk voor alle aan deze beleidsterreinen gerelateerde projecten (Centra jeugd en gezin in 2011, huisvesting brede school, integraal huisvestingsplan). De brede school is een samenwerkingsverband tussen partijen (o.a. basisscholen, kinderopvang, bibliotheek, school voor speciaal basisonderwijs, instelling voor welzijns-, jeugd- en jongerenwerk, maatschappelijk werk, GGD, sportvoorziening) die zich bezighouden met opgroeiende kinderen. ’t Strange Zoutelande is een zelfstandig pedagogisch adviesbureau. Dit bureau houdt zich bezig met begeleiding van kinderen met gedragsproblemen die invloed hebben op leerprestaties. Het bureau is met name gespecialiseerd in de invloed van stress, emotie en spanning en het leren van kinderen. Vives is een stichting voor katholiek onderwijs in de gemeente Woensdrecht. De stichting biedt onderwijs aan 1600 kinderen op zes locaties.
RPCZ (jeugdmonitor)
21
Emiel Eshuijs, senior adviseur, projectleider en relatiemanager
RPCZ is een professioneel en innovatief kennis- en expertisecentrum op het gebied van veranderen, leren en ontwikkelen.
Colofon opdrachtgever/financier
Hogeschool Zeeland
auteurs
Dr. K.P. van Vliet Drs. E.M. Kromontono
uitgave
Verwey-Jonker Instituut Kromme Nieuwegracht 6 3512 HG Utrecht telefoon 030-2300799 telefax 030-2300683 e-mail
[email protected] website www.verwey-jonker.nl
De publicatie. De publicatie kan gedownload worden via onze website: http://www.verwey-jonker.nl ISBN 9789058303554 © Verwey-Jonker Instituut, Utrecht 2010 Het auteursrecht van deze publicatie berust bij het Verwey-Jonker Instituut. Gedeeltelijke overname van teksten is toegestaan, mits daarbij de bron wordt vermeld. The copyright of this publication rests with the Verwey-Jonker Institute. Partial reproduction is allowed, on condition that the source is mentioned.