bijlage 4 agendapunt 7
Vergadernotitie voor de Drechtraad van 12 december 2007
datum 12 november 2007 steller S. Beunke/ A. Backx doorkiesnummer 078-6398525
Onderwerp
Concept Beleidskader WEB ‘Als een spin in het WEB’: de uitvoering van Wet Educatie Beroepsonderwijs in de Drechtsteden
e-mail
[email protected]
Bijlagen - Notitie ‘Als een spin in het WEB’ Gevraagde beslissing - Vaststellen van het beleidskader Wet Educatie Beroepsonderwijs - Instemmen met de voorgestelde verdeling van de educatie-gelden Financiële consequenties De Drechtsteden ontvangen een rijksbijdrage voor de uitvoering van de WEB. In 2007 was dit, inclusief het bedrag voor Nieuw-Lekkerland, € 3.2 miljoen. Voor de uitvoeringskosten (ongeveer € 50.000) betalen de Drechtsteden gemeenten naar inwonersaantal. Procedure In de raadscarrousel van 17 oktober is het onderwerp ter informatie aan de orde geweest in een van de deelprogramma’s. Toelichting Het doel van de notitie is om richting te geven aan de activiteiten die namens de deelnemende gemeenten vanuit het beleidsveld Educatie worden uitgevoerd en ontwikkeld in de periode 20082011. Deze notitie is tevens de basis voor de jaarlijks te overleggen productovereenkomsten, een verplichting die voortvloeit uit de Wet Educatie Beroepsonderwijs (WEB). Educatie is een middel, een instrument, geen doel op zich, het is daarbij complementair aan andere beleidsvelden. Het algemene doel van Educatie is gericht op: a. het stimuleren van de individuele persoonlijke ontwikkeling (zelfredzaamheid en participatiegraad); b. het versterken van de sociaal economische positie van de regio (door bv. versterken arbeidsmarkt via aanvullende scholing). Onder de WEB vallen de door de overheid gefinancierde cursus- en onderwijsactiviteiten die niet tot het reguliere basisonderwijs, beroepsonderwijs of voortgezet onderwijs behoren. Concreet gaat het om funderende educatie (leren basiskennis en vaardigheden), voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (vavo), Nederlands als tweede taal, vormingswerk en verschillende vormen van oriëntatie en schakelcursussen. Sinds het inwerking treden van de WEB met ingang van augustus 1996 is zowel de wet als het educatieaanbod aan verandering onderhevig. Bij aanvang ging het met name om het tweede kans onderwijs voor volwassenen die alsnog hun mavo, havo of vwo-diploma wilden behalen. In de loop van de jaren negentig verschuift het zwaartepunt naar
pagina 2, agendapunt
het tweede weg onderwijs, een opleidingsalternatief voor leerlingen die niet in staat zijn het voortgezet onderwijs af te ronden. Met de Wet Inburgering Nieuwkomers (WIN) in 2001 kwam het onderwijs ´Nederlands als tweede taal´ centraal te staan. Daar is recent een einde aan gekomen met het van kracht worden van de Wet Inburgering (WI) per 1 januari 2007. Organisatie De Drechtsteden onder de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden (GRD) zijn vanaf het jaar 2007 verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wet Educatie Beroepsonderwijs (WEB). De uitvoering van de WEB werd tot en met 2006 als overgedragen taak uitgevoerd door Zuid Holland zuid. Met ingang van 2007 is deze taak teruggegeven van ZHZ aan de gemeenten die hem vervolgens overgedragen hebben aan de GR Drechtsteden. De gemeente Nieuw-Lekkerland heeft zich bij deze uitvoering aangesloten. Indien hierna gesproken wordt over de GRD en uitvoering van de WEB is dat dus telkens inclusief de gemeente Nieuw-Lekkerland. Samen hebben zij daartoe een productovereenkomst gesloten met het Da Vinci College.1 De notitie geeft na de inleiding een kort overzicht van de gang van zaken tot nu toe in hoofdstuk 2. In het volgende hoofdstuk worden de trends en ontwikkelingen geschetst die relevant zijn voor de uitvoering van de WEB in de nabije toekomst. Aan de hand hiervan wordt in hoofdstuk 4 een visie op Educatie gegeven en worden vier voorstellen gedaan voor de uitvoering van de WEB in de komende jaren die hieronder verkort staan beschreven. Voorstel inzet educatie-gelden A. De Educatie-gelden (€3.200.388,-) worden ingezet voor: 1. Onderwijs: a. Ondersteuning bij het beroepskeuze proces van voor educatie in aanmerking komende cursisten. (niet VAVO) b. Vavo: • tweede kans en tweede wegonderwijs voor Havo en VWO • studie begeleiding van de minderjarige deelnemers aan Vavo. • 16/17 jarigen helpen alsnog een startkwalificatie te behalen door Havo en VWO onderwijs te bieden. • VMBO-TL hulpstructuur • Ondersteuning bij het beroepskeuze proces van voortijdig schoolverlaters. (inclusief uitvoering poortwachters functie bij VAVO door Bureau Leerplicht en VSV) c. cursussen voor Laaggeletterden: Er wordt een start gemaakt voor een regionaal aanvalsplan laaggeletterdheid door middel van een studieconferentie op 25 september 2007 in nauwe samenwerking met het DVC. 2. Leefbaarheid: a. Taallessen gericht op vergroting participatie, bijvoorbeeld in buurtwerk en ouderparticipatie in het onderwijs. b. Extra opvoedingsondersteuning voor genaturaliseerde oudkomers in de vorm van taallessen, voorlichting en informatie. c. Ondersteuning van vrijwilligerswerk (met name onder allochtone groeperingen). d. Extra ondersteuning en stimulering van mantelzorgers e. taalonderwijs en sociale vaardigheidstrainingen voor laaggeschoolde werklozen, als opstap voor vervolgtrajecten. f. Sociale activering, vormings- en ontwikkelingswerk.(als onderdeel van participatiebeleid) 3. Vergroting van het aanbod van duale of geïntegreerde trajecten: a. doelgroepen helpen bij voorschakeling vakopleidingen voor beroepen in potentiële groeisectoren b. talentenjacht bij allochtone vrouwen-met-taalachterstand.
1 Gemeenten zijn verplicht om voor het cursusaanbod in het kader van de WEB een beroep te doen op het roc (regionale opleiding centrum) in de regio.
pagina 3, agendapunt
c. bevorderen zelfstandig ondernemerschap. Educatie kan hier bij aanhaken met duale trajecten. (Nederlandse taal, wetgeving, ondernemersvaardigheden) d. Re-integratie: Educatie als voorschakel voor re-integratietraject (o.a. bij onvoldoende taalkennis, sociale activering) e. Taalonderwijs en sociale vaardigheidstrainingen voor laaggeschoolde NWW’ers als opstap voor vervolgtrajecten B. Er wordt niet langer een maarjarig raamcontract gesloten met het betrokken ROC. In plaats daarvan wordt jaarlijks een produktcontract gesloten.
Als een spin in het Web
De uitvoering van Wet Educatie Beroepsonderwijs in de Regio Drechtsteden
24-10-2007
Vooraf: Als een spin in het WEB is de titel van deze notitie. Educatie is letterlijk als een web. Het spint diverse beleidsterreinen samen en is een bindmiddel. De Drechtsteden hebben de uitvoering van de Wet educatie opgedragen aan de gemeente Dordrecht. Dordrecht is echter niet de spin in het WEB. Dat is het onderwijs zelf. De samenwerking met het DVC in de regio is van groot maatschappelijk belang. Zo is de WEB ook bedoeld. Het werkt. Het brengt partijen samen.
Inhoudsopgave I. II.
Inleiding Educatie nader belicht 2.1 Rol van gemeente en middelen 2.2 Beleidsdoelen en resultaten in het verleden 2.3 Locaties
blz. 3 blz. 5 blz. 5 blz. 5 blz. 7
III.
Trends en ontwikkelingen relevant voor Educatie/ WEB 3.1 Education permanente 3.2 EVC’s 3.3 Aanvalsplan laaggeletterdheid 3.4 Wet Inburgering en Integratie 3.4.1. Miljoenennota 2007 en de mogelijke komst van een participatiefonds in 2010 3.5 WMO 3.6 WSW en WBB 3.7 Overige ontwikkelingen 3.8 De regionale arbeidsmarkt
blz. 8 blz. 8 blz. 8 blz. 8 blz. 9
IV.
Visie op Educatie 2008-2012 4.1 Doel en Doelgroepen van Educatie 4.2 Besteding van de educatiegelden in de komende tijd, vier voorstellen
blz. 10 blz. 10 blz. 11 blz. 11 blz. 12
blz. 13 blz. 13 blz. 14 t/m 17
Bijlagen 1. Productcontract 2007 2. Evaluatie vmbo-tl hulpstructuur 2006-2007 3a. Overzicht rijksbijdragen 2006 en 2007 3b. GSB/Binnenlandse zaken Lijst gebruikte afkortingen
-2-
Als een spin in het Web De uitvoering van Wet Educatie Beroepsonderwijs in de regio Drechtsteden
I.
Inleiding
Het doel van deze notitie is richting te geven aan de activiteiten die namens de deelnemende gemeenten vanuit het beleidsveld Educatie worden uitgevoerd en ontwikkeld in de periode 2008-2011. Deze notitie is tevens de basis voor de jaarlijks te overleggen productovereenkomsten, een verplichting die voortvloeit uit de Wet Educatie Beroepsonderwijs (WEB). Educatie is een middel, een instrument, geen doel op zich, het is daarbij complementair aan andere beleidsvelden. Het algemene doel van Educatie is gericht op: a. het stimuleren van de individuele persoonlijke ontwikkeling (zelfredzaamheid en participatiegraad) b. het versterken van de sociaal economische positie van de regio (door bv. versterken arbeidsmarkt via aanvullende scholing). Onder de WEB vallen de door de overheid gefinancierde cursus- en onderwijsactiviteiten die niet tot het reguliere basisonderwijs, beroepsonderwijs of voortgezet onderwijs behoren. Concreet gaat het om funderende educatie (leren basiskennis en vaardigheden), voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (vavo), Nederlands als tweede taal, vormingswerk en verschillende vormen van oriëntatie en schakelcursussen. Sinds het inwerking treden van de WEB met ingang van augustus 1996 is zowel de wet als het educatieaanbod aan verandering onderhevig. Bij aanvang ging het met name om het tweede kans onderwijs voor volwassenen die alsnog hun mavo, havo of vwo-diploma wilden behalen. In de loop van de jaren negentig verschuift het zwaartepunt naar het tweede weg onderwijs, een opleidingsalternatief voor leerlingen die niet in staat zijn het voortgezet onderwijs af te ronden. Met de Wet Inburgering Nieuwkomers (WIN) in 2001 kwam het onderwijs ´Nederlands als tweede taal´ centraal te staan. Daar is recent een einde aan gekomen met het van kracht worden van de Wet Inburgering (WI) per 1 januari 2007.
Organisatie De Drechtsteden onder de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden (GRD) zijn vanaf het jaar 2007 verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wet Educatie Beroepsonderwijs (WEB). De gemeente Nieuw-Lekkerland heeft zich bij deze uitvoering aangesloten. Indien hierna gesproken wordt over de GRD en uitvoering van de WEB is dat dus telkens inclusief de gemeente Nieuw-Lekkerland. Samen hebben zij daartoe een productovereenkomst gesloten met het Da Vinci College.1 Het jaar 2007 is om twee redenen een overgangsjaar. Ten eerste zijn de gemeenten in deze samenstelling voor het eerst samen verantwoordelijk voor de uitvoering van de WEB. Tot 2006 lag die verantwoordelijkheid bij de regio Zuid Holland zuid . Deze regio is in 2006, wat betreft dit onderwerp, opgesplitst in drie deelregio’s. De uitvoering van de WEB heeft de GRD (en de gemeente Nieuw-Lekkerland) aan de gemeente Dordrecht opgedragen. Ten tweede kan met het van kracht worden van de Wet Inburgering (WI) sinds 1 januari 2007 het inburgeringsonderwijs niet meer gefinancierd worden uit de WEB. Een gedeelte van de WEB-gelden is overgeheveld naar de WI. Het WEB budget voor 2007 is afgerond 3,2 miljoen euro.
1 Gemeenten zijn verplicht om voor het cursusaanbod in het kader van de WEB een beroep te doen op het roc (regionale opleiding centrum) in de regio.
-3-
In de Drechtsteden en Nieuw-Lekkerland leidt het van kracht worden van de WI per 1 januari 2007 tot onderbesteding van de beschikbare WEB-gelden. Dit is een landelijk fenomeen. Het grootste deel van de ’klanten’van de WEB is overgegaan naar de ‘WI trajecten’ maar het grootste deel van de financiering is bij de WEB gebleven. Voor de Drechtsteden is dit reden na te denken over een bredere invulling van de WEB. De WEB als instrument voor alfabetisering en als voortraject en vervolgtraject van de WI en als aanvulling op het reguliere (beroeps-) onderwijs blijft bestaan. Nieuwe mogelijkheden zijn wellicht duale trajecten (geïntegreerde trajecten, taal plus praktijk) zoals toegeleiding naar vrijwilligerswerk; ondernemen voor allochtonen, of cursussen aan mantelzorgers. Ook kadertrainingen, educatie in aanvulling op schuldhulpverlening en cursussen samenleven, opvoeden en sociale vaardigheden in het kader van leefbaarheid kunnen onder bepaalde voorwaarden (lengte en duur van cursus) binnen de kaders van de WEB vallen. In september 2007 wordt door de regering opnieuw een deltaplan inburgering bekend gemaakt. Hiermee zal beleid gewijzigd worden. Waarschijnlijk zal onze regionale koers om meer duale trajecten te volgen daardoor bevestigd worden en worden mogelijkheden verruimd. Verdergaande Integratie van WEB en WI in 2008 ligt daarbij voor de hand. Opbouw van deze notitie: Deze notitie geeft na deze inleiding een kort overzicht van de gang van zaken tot nu toe in hoofdstuk 2. In het volgende hoofdstuk worden de trends en ontwikkelingen geschetst die relevant zijn voor de uitvoering van de WEB in de nabije toekomst. Aan de hand hiervan wordt in hoofdstuk 4 een visie op Educatie gegeven en een viertal voorstellen gedaan voor de uitvoering van de WEB in de komende jaren.
-4-
II.
Educatie nader belicht
2.1 Rol van gemeenten en middelen Sinds de invoering van de Kaderwet Volwasseneneducatie in 1991 en later de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) in 1996, zijn gemeenten verantwoordelijk voor de volwasseneneducatie. Voor de Drechtsteden is dat de GR Drechtsteden in plaats van de afzonderlijke gemeenten. De GR Drechtsteden moet zorgen voor een educatieaanbod, dat zowel aansluit op de vraag naar Educatie in de gemeente, als op de doelgroepen van de volwasseneneducatie. GR Drechtsteden mag zelf de doelgroepen bepalen en prioriteiten stellen. Vaak gaat het om inburgeraars (oudkomers), volwassen analfabeten en ouderen of specifieke groepen als jonge moeders of langdurig werklozen. Het is verplicht om het educatieaanbod in te kopen bij de ROC’s. Voorlopig wordt deze "gedwongen winkelnering" niet afgeschaft. Financiering GR Drechtsteden ontvangt van de rijksoverheid een budget voor de volwasseneneducatie voor de gemeenten Alblasserdam, Sliedrecht, Zwijndrecht, Hendrik Ido Ambacht, Papendrecht en NieuwLekkerland. Dordrecht krijgt het WEB budget via het Grote Steden Beleid. De hoogte van het budget is onder andere afhankelijk van het aantal volwassen inwoners, het aantal volwassen inwoners met een laag opleidingsniveau en het aantal volwassen allochtonen. GR Drechtsteden legt over het gevoerde educatiebeleid verantwoording af aan het ministerie van OCW. (CFI) Voor Dordrecht echter wordt verantwoording afgelegd via het Grote Steden Beleid aan het ministerie van Binnenlandse Zaken. Uitsplitsing van de uitvoering educatie volgens de financieringslijnen is echter niet mogelijk. Het is daarvoor te veel met elkaar verweven in de regio. Voor de inburgering krijgt de GR Drechtsteden apart budget in het kader van de Wet Inburgering, die door het ministerie van Justitie aan de samenwerkende gemeenten wordt toegekend. De WI wordt uitgevoerd door de SDD. Via aanvullende Regelingen worden aan oudkomers, met name aan allochtone vrouwen, de komende jaren extra mogelijkheden geboden om zich verder te ontwikkelen op het gebied opvoeding en maatschappijoriëntatie. Voor de gemeenten in ZHZ was in 2006 € 6.861.575 voor Educatie beschikbaar, waarvan € 4.212.678 voor de Drechtsteden-gemeenten. Van deze gelden ging ongeveer 75% naar inburgeringsactiviteiten. (Zie bijlage 1: een overzicht van de rijksbijdragen WEB 2006 en 2007.) In 2007 was er voor de Drechtsteden-gemeenten en Nieuw-Lekkerland €3.200.388,= beschikbaar. Dit is dus exclusief de gelden voor inburgering die in 2007 onder WI vallen. Er is daarom in 2007 en daarna sprake van onderbesteding bij een ongewijzigd cursusaanbod.
2.2
Beleidsdoelen en resultaten in het verleden
Educatie kan een interessante rol spelen bij het oplossen van problemen rond het integratieproces van nieuwe ingezetenen, afstemming tussen onderwijs en arbeidsmarkt, werkgelegenheid, de digitalisering van de maatschappij en de vergrijzing. Het gemiddelde opleidingsniveau van de Nederlandse beroepsbevolking is de laatste decennia flink toegenomen. Dit laat onverlet dat vooral ouderen en een deel van de jongere beroepsbevolking de nodige opleiding ontbeert.
-5-
Het educatieaanbod was (en is nog steeds) gericht op bevorderen van de sociale, educatieve en professionele zelfredzaamheid. Voor de regio ZHZ (incl.Drechtsteden) waren, de afgelopen jaren, de volgende concrete doelstellingen vastgesteld: • Behalen van startkwalificaties door voortijdig schoolverlaters (jongeren) • Behalen van inburgeringsexamens (WI-inburgeraars) • Toeleiding naar de arbeidsmarkt (werkzoekenden) • Versterking van de zelfredzaamheid (allochtone vrouwen/ouderen/gehandicapten) Hierbij werd gestreefd naar: • Meer duale trajecten inburgering NT2 • Betere resultaten, namelijk: meer cursisten behalen hun doelstelling en vermindering van de uitval • Gemeenten en ROC moeten de te behalen doelen beter omschrijven • Betere afstemming op het beleid van de sociale diensten; andere inkoopsystematiek (educatievoorzieningen en outputfinanciering bij de inburgering van nieuwkomers) • Duidelijker rollen: opdrachtgever-opdrachtnemer en ook “partnerschap met het ROC Da Vinci College” • Betere rapportage verantwoording door opdrachtnemer/het ROC) Op hoofdlijnen zijn deze doelen bereikt. Wel verdienen de voortijdige schooluitval en de doelomschrijving door de gemeenten nog steeds veel aandacht. In hoofdstuk IV wordt verwoord hoe in de toekomst de uitvoering van de WEB kan worden voortgezet en verdere aandacht kan worden gegeven aan genoemde streefdoelen. De volwasseneneducatie was toegankelijk voor iedereen boven de 18 jaar. Voor deze leeftijdsgrens werd gekozen omdat de Educatie onder andere bedoeld is als een tweede kans, of een tweede weg om een diploma te behalen. Leerlingen onder de 18 jaar moeten hun opleiding in principe binnen het reguliere voortgezet onderwijs afronden. Als uitzondering hierop gelden probleemjongeren van 16 en 17 jaar die voortijdig het voortgezet onderwijs dreigen te verlaten kunnen met “een rugzakje” vanuit het VO via de volwasseneneducatie toch de kans krijgen een diploma te behalen. In 2006 werd hierop ingespeeld door de invoering van de VMBO-TL hulpstructuur in het volwassenonderwijs ( VAVO ). In juni 2007 is hierover apart gerapporteerd aan het portefeuillehoudersoverleg Sociaal van de Drechtsteden, naar aanleiding van een verzoek hiertoe van de gemeenteraad van Dordrecht.(zie bijlage 2) Het gehele palet van diensten, trainingen en opleidingen van het Da Vinci College, werd vastgelegd in de Raamovereenkomst Educatie en inburgering 2004-2007 met de regio ZHZ. De omvangrijke Productencatalogus van het Da Vinci College werd mede op deze Raamovereenkomst gebaseerd. In 2007 is een nieuw productcontract afgesloten met het DVC. Er wordt in hoofdstuk IV voorgesteld geen nieuw raamcontract af te sluiten omdat de nieuwe manier van samenwerken (met tijdig afgesloten productcontracten) dat overbodig maakt. Afhankelijk van het doel werden opleidingen aangeboden als inburgering, NT2, sociale activering, ondersteuning op de werkvloer, functietrainingen enzovoorts. Voorts bood het DVC assessments voor werklozen en inburgeraars, trainingen sociaal communicatieve vaardigheden, spreekvaardigheden en examentrainingen. Voor een overzicht van het volledige actuele aanbod zie het productcontract 2007 (bijlage 1)
-6-
2.3 Locaties en cursisten In de regio Drechtsteden werden en worden op de volgende locaties educatieve trajecten uitgevoerd. In Dordrecht vanaf 1-8-2007 op het Leerpark en in de wijkcentra trajecten voor allochtone vrouwen. Verder in Papendrecht, Sliedrecht, Alblasserdam, en Zwijndrecht. De spreiding van de locaties over de regio laat zien dat educatie feitelijk overal wordt aangeboden en de voorzieningen voor veel bewoners goed toegankelijk zijn. Dit geldt niet voor het Vavo: dat wordt uitsluitend in Dordrecht aangeboden op het leerpark en is dan ook tevens een voorziening voor de gehele regio ZHZ. (wat noopt tot overleg en samenwerking met de ‘oude’ZHZ regio’s) In het schooljaar 2004/2005 hebben zich 780 deelnemers ingeschreven, dat is inclusief WIN en voor de grotere regio: ZHZ. In 2005/2006 waren er 970 deelnemers , ook inclusief de WIN / inburgeraars en voor de grotere regio: ZHZ (waarvan voor vavo 219 cursisten). Hieronder staat een overzicht van de aantallen in de huidige doelgroepen en educatietrajecten. Aan deze mensen wordt de rijksbijdrage educatie tot nu toe besteed. Aantal cursisten WEB schooljaar 2006-2007 per doelgroep en cursus* Doelgroep
Jongeren tot 23 jaar (VAVO)
Anderstaligen
Laaggeschoolden Overig Totaal
Soort cursus/ traject
Drechtsteden
Havo/ Vwo/ Gymnasium
169
VMBO
48
Anderstaligen alfabetisering
39
Anderstaligen inburgering
100
Anderstaligen staatexamen
39
Inbu nieuwe stijl
12
Taal op werkplaats
27
Geïntegreerde beroepsopleiding-VT
37
Taallessen aan vrouwen in wijken Funderende educatie
28 144 21 664
Aantal cursisten WEB schooljaar 2005-2006 per doelgroep, cursus en lokatie* Doelgroep Jongeren zonder startkwalificatie (VAVO) Inburgeraars
Analfabeten Laaggeschoolden Werklozen Totaal
Soort cursus/ traject Havo/ Vwo/ Gymnasium VMBO- hulpstructuur Geïntegreerde trajecten
Dordrecht. 176 43 37
Albl.West 4
Zwijndr. 4
Niveauverhoging Nederlands
-
148
96
Maatschappijoriëntatie / opvoedingsondersteuning
135
34
12
Autochtonen Allochtonen
20 0
0 5
0 1
Nederlands voor werkenden Funderende educatie Voor-/aanvullend traject re-integratie Sociale activering
0 94 53 1
0 26 0 20
10 2 21 28
559
237
174
* Een vergelijking van bovenstaande tabellen is niet voor 100% mogelijk, omdat de regio is gewijzigd t.o.v. schooljaar 2005-2006 en omdat de Wet Inburgering per 1 jan. 2007 van kracht is. Daarnaast is het cursusaanbod veranderd.
-7-
III.
Trends en ontwikkelingen relevant voor de uitvoering van Educatie/WEB
Educatie wordt voortdurend beïnvloed door de ontwikkelingen op andere terreinen. In dit hoofdstuk wordt een beknopt overzicht geboden van een aantal van die belangrijke actuele trends en ontwikkelingen.
3.1 Education permanente Een landelijke ontwikkeling waar rekening mee gehouden moet worden is het fenomeen van de ‘education permanente’, ofwel ‘een leven lang leren’. De maatschappij verandert razend snel, evenals haar producten. Hetzelfde geldt voor arbeid. Wie niet goed bij de tijd blijft loopt het risico uiteindelijk links en rechts te worden ingehaald door jongeren of beter geschoolden. Het effect is dat men aan de zijlijn komt te staan. Om dit groeiend probleem het hoofd te bieden zal de overheid het voortouw moeten nemen – uit preventief oogpunt- om zowel werkzoekenden als werkenden die met “boventalligheid”worden bedreigd in staat te stellen voortdurend bij te leren. Dit houdt in de doelgroepen te attenderen op dit verschijnsel, voorlichting te geven over de educatie mogelijkheden en te zorgen voor toegankelijke voorzieningen. Speciale aandacht zal daarbij moeten uitgaan naar het aanleren van competenties. Afgezien van de vakspecifieke competenties gaat het vooral om algemene competenties als luistervaardigheid, discussievaardigheid, organisatievermogen, sociale omgang op de werkvloer, maar ook zaken als flexibiliteit, initiatief, ontwikkeling van het leervermogen, oordeelsvorming et cetera.
3.2 EVC’s In het nieuwe beleid zal ook meer aandacht komen voor het stimuleren van de erkenning van eerder verworven competenties, EVC genaamd. Veel personen hebben in het verleden relevante ervaringen opgedaan (soms beroepshalve, soms als vrijwilliger). Met een relatief geringe bijscholing kunnen zij snel klaar gestoomd worden voor de betaalde arbeidsmarkt. In dit verband kan onder meer worden gedacht aan mantelzorgers die in een afbouwfase van hun werkzaamheden zitten of wiens werk beëindigd is omdat de verzorgde weer hersteld is. Zij hebben hiermee vaak zoveel kennis en ervaring opgedaan dat ze via kortstondige bijscholing als het ware zo de professionele zorgsector kunnen instromen.
3.3 Aanvalsplan laaggeletterdheid De afgelopen twee jaar is er landelijk veel aandacht voor laaggeletterdheid. Er is dan ook een landelijk aanvalsplan van start gegaan. Ook de regio Drechtsteden kan aanhaken.om laaggeletterden te helpen hun sociaal-economische positie te verbeteren. Iemand is ongeletterd of analfabeet wanneer hij of zij 15 jaar of ouder is en helemaal niet kan lezen en schrijven en dit ook nooit heeft geleerd. Iemand is laaggeletterd of functioneel analfabeet wanneer hij of zij onvoldoende kan lezen, schrijven of rekenen om effectief te kunnen handelen in persoonlijke en maatschappelijke situaties en in situaties van studie en werk. Landelijk is circa 13% van degenen die tot de leeftijdscategorie 15-74 jaar behoren, laaggeletterd. In de regio Drechtsteden ligt het geschatte percentage laaggeletterden gelijk aan landelijk, namelijk op 13 %. Dit komt voor de regio Drechtsteden overeen met ongeveer 26.000 laaggeletterden. Het probleem van laaggeletterdheid komt vaker dan gemiddeld voor onder bepaalde groepen: vrouwen, ouderen, allochtonen, mensen met een lage opleiding, werklozen, mensen met een laag inkomen.
-8-
Onderzoek leert dat Dordrecht, gelet op de aanwezigheid van enkele grootstedelijke kenmerken als een relatief hoog aandeel allochtonen, een gemiddeld laag opleidingsniveau, e.d., naar verwachting, een aandeel laaggeletterdheid heeft van 15%. In de regio Drechtsteden zijn er ten opzichte van landelijk ongeveer 1% meer allochtonen. In Drechtsteden is 47% van de laaggeletterden allochtoon, dit komt neer op een aantal van ruim 11.000 personen. Een doelgroep die dan ook niet in een tijdsbeslag van enkele jaren maar over een lange reeks van jaren bediend zal moeten worden. Keuzes zullen moeten worden gemaakt met betrekking tot het aanwijzen van prioritaire subgroepen binnen deze populatie: jongeren boven ouderen of juist nadruk op de middengroepen. In de praktijk is het lastig om deze doelgroep te bereiken, omdat zij zich schaamt voor haar analfabetisme. In 2005/2006 namen in de regio Drechtsteden slechts 26 personen en in 2006/2007 slechts 38 personen deel aan een alfabetiseringscursus. Het aandeel autochtonen liep daarbij sterk terug. Kortom een goede reden om met de Drechtsteden aan te sluiten bij het landelijke aanvalsplan.
3.4 Wet Inburgering en integratie Inburgering en integratie vormen een belangrijk onderdeel van de Educatie. In de Kadernotitie Wet Inburgering (WI) die inmiddels is goedgekeurd door de GRD, staat een visie op inburgering die ook van belang is voor de Educatie: “Om ingeburgerd te raken in Nederland is voorwaarde dat mensen de Nederlandse taal leren spreken en bekend zijn met de (Nederlandse) lokale situatie. Verder moeten zij gebruik kunnen maken van instellingen en voorzieningen, contacten kunnen leggen met verschillende ‘soorten’ burgers in de gemeente en voldoende geschoold zijn om economisch onafhankelijk te zijn. Om te kunnen deelnemen aan de samenleving is het dus nodig dat mensen die inburgeringsplichtig zijn, basale kennis en -vaardigheden verwerven over de Nederlandse taal2 en over burgerschap in de Nederlandse samenleving. Op deze kennis en vaardigheden is het inburgeringsprogramma en –examen van de WI gericht. Het niveau is volgens de wetgever dusdanig dat in principe iedereen wordt geacht zich dit eigen te kunnen maken. Ingeburgerd zijn onder de WI betekent dat de inburgeraar is geslaagd voor het inburgeringsexamen. Daar waar het mogelijk is, zouden de Drechtsteden een stapje verder willen gaan. Voorgesteld wordt inburgering te zien als een eerste stap richting integratie (inclusief reïntegratie), waarbij participatie van alle (oude en nieuwe) inwoners van de Drechtstedengemeenten centraal staat. Om te kunnen participeren in de samenleving is meer nodig dan de WI vereist. In de visie van de Drechtsteden kunnen burgers volwaardig participeren aan de samenleving indien zij: • zelfredzaam zijn in de samenleving; • hun kinderen bij hun ontwikkeling kunnen ondersteunen; • actief mee kunnen doen (participeren) in de samenleving; • kunnen voorzien in eigen inkomen door deel te nemen aan de arbeidsmarkt; • in staat zijn hun sociaal-economische positie te verbeteren. Iemand kan voor de wet niet (meer) inburgeringsplichtig zijn, maar tegelijkertijd niet volwaardig kunnen participeren in de samenleving. Om te bevorderen dat zo veel mogelijk mensen in de samenleving participeren, moeten zoveel mogelijk aanvullende voorzieningen in samenhang met elkaar en de WI worden ingezet, zoals deze voortvloeien uit o.a. de WEB, de WWB, WMO, enz. Voor de hand liggend is dat hierbij gebruik wordt gemaakt van de (lokale) organisaties die op deze
-9-
terreinen opereren, zoals het Da Vinci College, de basisscholen, buurthuizen, kinderopvangcentra, enz. De gemeenten treden hierbij op als regisseur in de (inburgerings)keten.” Door een uitspraak van de Raad van State blijft art.3 uit de WI (vooralsnog) buiten de wet. Het verplicht inburgeren van genaturaliseerde Nederlanders wordt conform de gedachten in de Tweede Kamer, als discriminerend betiteld. Als gevolg hiervan verandert de omvang van de groep verplichte inburgeraars: deze wordt met de helft gereduceerd, want de wet beperkt zich voorlopig tot de groep vreemdelingen. De verplichte inburgeraars zijn dan alle nieuwkomers en de niet-genaturaliseerde oudkomers die niet aan de inburgeringsnormen voldoen (= niet 8 jaar onderwijs in Nederland, of geen startkwalificatie in beroepsonderwijs behaald, of geen profieltoets afgelegd met niveau A1 voor lezen en schrijven en A2 voor spreken en luisteren). De kleinere omvang van de groep verplichte inburgeraars heeft ook financiële gevolgen gehad Op 1 januari 2007 is de wet inburgering (WI) ingevoerd. De SDD, die de inburgering uitvoert, heeft daarom inburgeringstrajecten ingekocht bij het DVC. (Na open inschrijving en gunning aan het DVC) De WEB is hieraan dus aanvullend met eventuele voortrajecten en vervolgtrajecten. 3.4.1.
Miljoenennota 2007 en de mogelijke komst van een participatiefonds in 2010.
Ontschotting van middel en Gemeenten lopen bij de uitvoering van inburgeringsbeleid, maar ook bij de uitvoering van beleid op aanpalende terreinen, zoals re-integratie en educatie aan tegen uiteenlopende financierings- en verantwoordingssystematieken van de beschikbare geldstromen. Dit maakt het niet alleen lastig om geldstromen te combineren en effectief en efficiënt in te zetten, maar ook om inburgering te verbinden met educatie, re-integratie en (maatschappelijke) participatie. De beleidsvrijheid die hierdoor zou ontstaan nodigt uit tot een integraal gemeentelijk beleid. (Uit; Deltaplan inburgering; Wonen, Wijken en Integratie, Deltaplan Inburgering: Vaste voet in Nederland, 07-09-07) Om gemeenten voldoende armslag te geven wordt het voorstel gedaan in de miljoenennota 2007 om de geldstromen naar gemeenten voor volwasseneneducatie, inburgering en reïntegratie samen te voegen in het zogeheten Participatiefonds. Ten behoeve van de uitvoering zet het kabinet in op vereenvoudiging van de regelgeving. Om de kwaliteit van de inburgering te verbeteren, nodigt het kabinet de uitvoeringspartners uit om de komende jaren gezamenlijk aan het werk te gaan om de kwaliteit van de inburgeringsprogramma’s te verbeteren en instrumenten te ontwikkelen die de uitvoering ondersteunen en stimuleren. Deze notitie ‘als een spin in het web’ anticipeert op bovenstaande komst van een participatiefonds. De planning van het rijk gaat uit van een realisatie van een participatiefonds in 2010. 3.5 WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning) Het doel van de WMO is: meedoen aan het maatschappelijk verkeer. Meedoen van álle burgers aan álle facetten van de samenleving, al dan niet geholpen door vrienden, familie of bekenden. En als dat niet kan, is er ondersteuning vanuit de gemeente. Het eindperspectief van de WMO is een samenhangend lokaal beleid op het gebied van de maatschappelijke ondersteuning en op aanpalende terreinen. Voor mensen die langdurige, zware zorg nodig hebben is en blijft er de AWBZ. De WMO kent een aantal raakvlakken met het terrein van Educatie. Op de volgende prestatievelden komen deze het best tot uiting: • sociale samenhang in dorpen, wijken en buurten & leefbaarheid • mantelzorg en vrijwilligers • op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met opgroeien en van ouders met problemen met opvoeden
- 10 -
3.6 WSW (Wet Sociale Werkvoorziening) en WBB (Wet Werk en Bijstand) De WSW is gericht op personen die nog niet de leeftijd van 65 jaar hebben bereikt en die door lichamelijke, verstandelijke of psychische beperkingen uitsluitend onder aangepaste omstandigheden tot regelmatige arbeid in staat zijn. Voor deze doelgroep zijn vaak SW-bedrijven in het leven geroepen. Waren deze bedrijven voorheen eerder eindstation, thans is het beleid er op gericht dat de medewerkers ook buiten de SW omgeving een plek op de arbeidsmarkt vinden. Deze trend en het feit dat de cao lonen van de SW’ers sterk zijn gestegen doen vermoeden dat er op korte termijn een uitstroom of uitstoot van medewerkers gaat plaatsvinden. Educatie kan op dat moment ingezet worden voor additionele scholing. Rekening moet gehouden worden met extra beslag op de Educatiemiddelen. Concreet betekent dit dat WSW-ers op basis van 'begeleid werken' (een dienstverband bij een werkgever met subsidie) of 'detachering' (dienstverband SW-bedrijf uitgeleend tegen betaling) bij bedrijven en instellingen aan het werk gaan. Dit streven 'van binnen naar buiten' past binnen een activerend arbeidsmarktbeleid dat ook de basis vormt van de WWB. Evenals de uitvoerders van de WWB zullen de SW-bedrijven energie moeten gaan steken om hun medewerkers meer arbeidsmarktbestendig te maken. Hiervoor zijn allerlei faciliteiten beschikbaar of komen beschikbaar. Vanuit de licht bezien is het dan ook niet verwonderlijk dat veel gemeenten en samenwerkingsverbanden op het terrein van de WWB allerlei re-integratie-activiteiten uitbesteden aan SW-bedrijven. Work First voor nieuwe én bestaande WWB-ers springt daarbij het meest in het oog. Overal in het land zie je dan ook dat gemeenten en samenwerkingsverbanden samen de reintegratie van bepaalde groepen aanpakken. Dit wordt ook wel 'verknoping' van beleid genoemd. Er is zo ook sprake van 'verknoping' van beleid met betrekking tot de WMO. Deze nieuwe wet kent zoals hierboven vermeld, in andere woorden, ook een participatiedoelstelling (prestatieveld) van mensen die anders in een maatschappelijk isolement (dreigen) te verkeren. SW-bedrijven kunnen in dat verband bijvoorbeeld activiteitencentra inrichten.
3.7 Overige ontwikkelingen Op economisch gebied zijn de laatste jaren allerlei ontwikkelingen zichtbaar. Hierbij valt te denken aan het ontstaan van de kenniseconomie, de toegenomen scholingsgraad van de beroepsbevolking, de digitalisering van de maatschappij, tekorten aan zowel hoger opgeleiden als aan technisch laag- en middelbaar opgeleiden, alsook de groei van de harde kern laaggeschoolden werkzoekenden. Op sociaal gebied dreigt (partiele) uitsluiting van de groep digibeten en de laag/ongeletterden. Daarnaast is sprake van grote aantallen inburgeraars die op traject moeten. Tevens is nog steeds sprake van een forse schooluitval, vooral in het middelbaar beroepsonderwijs. Om jongeren ertoe te brengen hun studie voort te zetten of om naar school te blijven gaan is met ingang van 1 augustus 2007 de uitbreiding van de leerplicht tot 18 jaar van kracht, door invoering van de kwalificatieplicht. Dit heeft gevolgen voor de uitvoering van de volwasseneducatie. Hierover meer in het volgende hoofdstuk. Tot slot spelen ook de volgende landelijke ontwikkelingen een rol die van invloed kan zijn op Educatie: • ontgroening en vergrijzing • opkomst belang competentiekwalificaties • nadruk in overheidsbeleid op eigen verantwoordelijkheid van actoren • langer doorwerken van 65 naar 67 jaar • voorkeur bij jongeren voor schone beroepen (N.B. zie bijlage 4 voor een toelichting op enkele van bovenstaande punten)
- 11 -
3.8 De regionale arbeidsmarkt Een van de knelpunten op de regionale arbeidsmarkt in ZHZ is dat het gemiddelde opleidingsniveau achterblijft bij de behoeften van de bedrijven. Er vindt versneld een verschuiving plaats van laag- naar hooggeschoold werk. Laaggeschoolde werkzoekenden ondervinden het negatieve effect van het wegvallen van banen aan de onderkant van de arbeidsmarkt en worden vaker langdurig werkloos, zonder uitzicht op een baan. Het aandeel werkzoekende laaggeschoolden neemt dan ook toe. Knelpunten in de sociaal-economische situatie op korte termijn zijn o.a.: • de groep werkelozen die overblijft in de huidige hoogconjunctuur wordt ‘afgeschreven’ omdat ze niet de juiste competenties hebben. • een deel van de beroepsbevolking is te laag opgeleid (te weinig midden en hoog opgeleiden) • er is integratieproblematiek, o.a. doordat te veel zeer laag opgeleide allochtone vrouwen een geïsoleerde positie hebben • scholen werken nog onvoldoende samen met het regionale bedrijfsleven (het leerpark en de locale opleidngscentra zijn hierop een uitzondering, zij hebben een voorbeeld en voorlopersfunctie). • jongeren kiezen nog steeds te weinig voor technische beroepen • vacaturevervulling vindt vooral binnen de regionale arbeidsmarkt plaats • lager opgeleiden zijn veel meer aangewezen op werk binnen de eigen subregio (Drechtsteden/AV/HW) dan hoger opgeleiden Wat gebeurt er op de langere termijn als er niet wordt ingegrepen? - Er is een vraagoverschot als gevolg van ontgroening en vergrijzing. Specifiek in de technische bedrijvigheid (metaal en elektrotechniek), de gezondheidszorg/welzijn en de overheid/onderwijs worden tekorten aan voldoende opgeleid personeel verwacht. Deze sectoren zorgen momenteel voor 41% van de regionale werkgelegenheid in de Drechtsteden. (Bron: RPA-Rijnmond). - Er is een overschot van te laag opgeleide en onervaren werkzoekenden. - Het zittend personeel is vaak te laag opgeleid. - Bedrijven trekken (mede) weg omdat ze onvoldoende goed opgeleid personeel kunnen vinden. - De jeugd kiest te vaak voor een beroep dat niet past bij de economische activiteiten in de regio - Bedrijvigheid kent onvoldoende innovatie en groei. - Er is onvoldoende integratie en deelname aan de arbeidsmarkt vanuit de allochtone bevolking; Dit veroorzaakt sociale onrust. - Er is een toenemende zorgvraag, waaraan de zorginstellingen onvoldoende kunnen voldoen. Om deze ontwikkelingen te keren is tussen bedrijfleven en onderwijs nauwe samenwerking nodig. We constateren dat hieraan hard gewerkt wordt en dat het DVC hierbij voorop loopt. Zo wordt gewerkt aan het : • creëren van een onderwijsaanbod waarbij de behoefte van het regionale bedrijfsleven en leerlingen centraal staat; • bevorderen van doorlopende leerlijnen, waardoor leerlingen minimaal met een startkwalificatie het beroepsonderwijs verlaten; • gerichte acties om voortijdig schoolverlaten te reduceren; • ‘verborgen talenten’ bij allochtone vrouwen te ontwikkelen en bij laagopgeleiden; • gerichte acties om leerlingen op een zo hoog mogelijk niveau laten eindigen in het onderwijs (hoger geschoolde beroepsbevolking); • in gezamenlijkheid met deelprobleemeigenaren (bedrijven, instellingen, onderwijs, overheidsorganisaties) het onderwijs vorm geven, zodat een krachtige, beroepsgerichte leeromgeving wordt gerealiseerd; Educatie (uitvoering WEB) kan bij het bereiken van bovengenoemde inspanningen een grotere ondersteunende rol spelen dan tot dusver gebeurt.
- 12 -
IV.
Visie op Educatie 2008-2011
In dit hoofstuk worden vier voorstellen geformuleerd naar aanleiding van voorgaande informatie en enkele nadere constateringen. 4.1
Doel en doelgroepen van Educatie
Het algemene doel van Educatie is zowel gericht op een goede aansluiting op het beroeps- en voortgezet onderwijs, het stimuleren van de individuele persoonlijke ontwikkeling (zelfredzaamheid) als op het versterken van de sociaal-economische positie van de regio via het verhogen van de scholingsgraad. Verhoging van de scholingsgraad behoort tot het domein van diverse beleidsterreinen. Educatie fungeert daarmee als een soort smeerolie bij het versterken van de effecten van de doelstellingen op de onderscheiden beleidsdeelgebieden zoals onderwijs, welzijn, sociale zaken en werkgelegenheid en economie. Effectieve inzet van het Educatiebudget kan bijdragen tot verbetering op elk van deze gebieden. Dit kan alleen bereikt worden als intensief intersectoraal en regionaal wordt samengewerkt. De huidige doelgroepen van Educatie zijn en blijven: • Jongeren tot 23 jaar die aanvullende educatie nodig hebben (als aanloop) voor een startkwalificatie en o die voortijdig het voortgezet onderwijs hebben verlaten en alsnog een Havo/Vwo-diploma willen behalen, of deelcertificaten o die een voorschakel nodig hebben naar een beroepsopleiding via de VMBO-hulpstructuur o die extra ondersteuning krijgen tijdens de MBO-opleiding (voorkomen van voortijdige uitval) • inburgeraars (complementair aan het aanbod van de WI) o die de Nederlandse taal beter willen leren spreken, begrijpen/verstaan, lezen, schrijven o die opvoedingsondersteuning krijgen • analfabeten, laaggeletterden en andersgeletterden o allochtonen o autochtonen • laaggeschoolden die extra Nederlands, Engels, rekenen, computervaardigheden willen leren o voor de eigen ontwikkeling (sociale redzaamheid) o om aan het werk te blijven • werklozen o die Nederlandse taal leren voorafgaand aan of in combinatie met een reïntegratietraject o die “sociaal geactiveerd” worden
- 13 -
4.2
Besteding van de educatiegelden in de komende tijd; vier voorstellen:
Educatie en Onderwijs In 2007 is er per 1 augustus een verruiming van de mogelijkheid om het VAVO voor tweede kans onderwijs te gebruiken en als functie voor bestrijding van VSV. Jongeren onder 18 jaar, die in het reguliere onderwijs niet goed functioneren of niet te handhaven zijn kunnen gemakkelijker gebruik maken van het Vavo. Zij blijven wel verbonden aan hun oorspronkelijke school en deze school blijft ook eindverantwoordelijk. Het onderwijsprogramma wordt als het ware uitbesteed aan het volwassenenonderwijs. Een poortwachter (functionaris van bureau leerplicht en vsv) beslist over plaatsing op het Vavo en voorkomt oneigenlijk gebruik. Natuurlijk blijft daarbij het uitgangspunt voorop staan dat jongeren onder de 18 jaar thuis horen op het reguliere voortgezet onderwijs. VAVO is een voorziening die gerealiseerd wordt door samenwerking en financiering vanuit de grotere regio ZHZ. In overleg met ROC DVC en de twee andere betrokken regio’s, in casu de twee Gemeenschappelijke Sociale Diensten van de Hoeksche Waard en de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden wordt het aanbod gerealiseerd. De VMBO-TL hulpstructuur is geëvalueerd juni 2007. Het heeft VAVO VMBO vervangen in 2006. VMBO functioneert als doorvoer naar het MBO. De conclusie voor de invoering van een hulpstructuur in plaats van de VMBO leergang is positief. (zie bijlage 2) Sinds 1 januari is de regeling Aanvalsplan Laaggeletterdheid 2006 – 2010 van kracht. Gemeenten kunnen in samenwerking met de provincie plannen indienen voor de bestrijding van het (partieel) analfabetisme. Dit biedt ook voor onze regio mogelijkheden stapsgewijs de lees en schrijfvaardigheid van onze ingezetenen te vergroten. Laaggeletterdheid komt voor onder alle lagen van de bevolking: schoolverlaters, volwassenen, ouderen, werkenden en niet-werkenden, allochtonen en autochtonen.
) Voorstel 1 Educatie blijvend inzetten voor: a. Ondersteuning bij het beroeps- en studiekeuze proces.(voor WEB cursisten in het algemeen) b. Vavo: • tweede kans en tweede wegonderwijs voor Havo en VWO • studie begeleiding van de minderjarige deelnemers aan Vavo. • 16/17 jarigen helpen alsnog een startkwalificatie te behalen door Havo en VWO onderwijs te bieden. • VMBO-TL hulpstructuur • Ondersteuning bij het beroeps- en studiekeuze proces van voortijdig schoolverlaters. (inclusief de uitvoering van de poortwachters functie bij VAVO door Bureau Leerplicht en VSV) c. Laaggeletterden: Er wordt een start gemaakt voor een regionaal aanvalsplan laaggeletterdheid door middel van een studieconferentie op 25 september 2007 in nauwe samenwerking met het DVC.
- 14 -
Educatie en Leefbaarheid De sociale kwaliteit in de Drechtsteden wordt bepaald door: 1. deelname aan het maatschappelijk verkeer. Daar waar mensen een geïsoleerde positie innemen zijn ze minder gelukkig. 2. samenhang in de samenleving. Het gaat om bevorderen van integratie en het in harmonie, op basis van gelijkwaardigheid, samenleven van jong en oud, allochtoon en autochtoon. 3. verantwoordelijkheid. Overheid, burgers en instelling hebben ieder hun eigen verantwoordelijkheid, waarbij de overheid verantwoordelijk is voor het aanbieden van een basisinfrastructuur waardoor inwoners in staat zijn hun eigen leven te organiseren. Het gaat hierbij om het faciliteren van maatregelen gericht op het verhogen van kansen om deelname van alle groepen te bevorderen. (Uit: Kansrijk in de Drechtsteden: sociaal beleid op de kaart) Buurtwerk, zorg en opvoedingsondersteuning: Een deel van de buurtwerkactiviteiten gericht op sociale activering en vorming is onvoldoende toegankelijk voor grote groepen van de bevolking door taalachterstanden. Mantelzorgers lopen zelf tegen specifieke problemen aan terwijl zij juist de problemen van anderen (naasten) oplossen en de maatschappij door hun inzet veel geld besparen. Veel allochtone vrouwen kennen een samenballing van problemen terwijl men bovendien vaak onvoldoende in staat is de eigen kinderen bij te staan. Door het ontwikkelen van hun kennis en competenties versterken zij hun rol in de opvoeding en de schoolprestaties van hun kinderen en leggen zij de basis voor het maatschappelijk succes van zichzelf en de volgende generatie.
) Voorstel 2 Educatie wordt ingezet voor: a. Taallessen gericht op vergroting participatie, bijvoorbeeld in buurtwerk en ouderparticipatie in het onderwijs. b. Extra opvoedingsondersteuning voor genaturaliseerde oudkomers in de vorm van taallessen, voorlichting, informatie. c. Ondersteuning van vrijwilligerswerk (met name onder allochtone groeperingen). d. Extra ondersteuning en stimulering van mantelzorgers. e. taalonderwijs en sociale vaardigheidstrainingen voor laaggeschoolde werklozen, als opstap voor vervolgtrajecten. f. Sociale activering, vormings en ontwikkelingswerk.(als onderdeel van participatiebeleid)
Educatie en Sociale zaken Educatie beschouwd vanuit sociale zaken geeft aan dat juist vanuit dit beleidsveld de interactie met belendende beleidsvelden als hierboven genoemd, bijzonder groot is. Het gaat er daarbij om mensen hetzij stapsgewijs via training en opleiding (weer) geschikt voor de arbeidsmarkt te maken hetzij – in die gevallen waar dat niet mogelijk is – toch dusdanige bagage mee te geven dat men in staat is zich in het dagelijks leven sociaal te handhaven: binnen de woonomgeving, het contact met familie en kennissen, het contact met overheidinstanties, e.d.. Zie hieronder bij voorstel 3 d en 3 e hoe Educatie middelen ingezet kunnen worden als ondersteunend aan het sociaal beleid.
- 15 -
Educatie bij duale trajecten of geïntegreerde trajecten: Het is niet toevallig dat de regering, zoals aangekondigd in augustus en nader toegelicht zal worden op prinsjesdag 2007, komt met een aangepast inburgeringbeleid (meteen al na invoering van WI in 2007…) waarbij, in een nieuw Deltaplan Inburgering, voorstellen gedaan worden voor een verdere integrale aanpak. (taalonderwijs combineren met praktijkervaring). Educatie, kan nogmaals gezegd, een interessante rol spelen bij het oplossen van problemen rond het integratieproces van nieuwe ingezetenen, afstemming tussen onderwijs en arbeidsmarkt, werkgelegenheid, de digitalisering van de maatschappij en de vergrijzing. Het gemiddelde opleidingsniveau van de Nederlandse beroepsbevolking is de laatste decennia flink toegenomen. Dit neemt niet weg dat de opleiding van vooral allochtonen, ouderen en een deel van de jongere beroepsbevolking te kort schiet. Het gaat hierbij niet uitsluitend om het behalen van een volwaardig vmbo-, havo- of vwo-diploma, of bijbehorende deelcertificaten. Het gaat vooral ook om het aanleren van specifieke vaardigheden als bijvoorbeeld het spreken van de Nederlandse taal, sociale of digitale vaardigheden.
) Voorstel 3 Educatie meer inzetten voor duale trajecten (of geïntegreerde; GIT trajecten): a. Doelgroepen helpen bij voorschakeling vakopleidingen voor beroepen in potentiële groeisectoren b. Talentenjacht bij allochtone vrouwen-met-taalachterstand. Dit betekent dat o.b.v. talent, kennis, vaardigheden, interesses en intelligentie beroepskeuze perspectieven kunnen worden vastgesteld of mogelijkheden voor vrijwilligerswerk, e.d. c. Zelfstandig ondernemerschap bevorderden.(start een eigen bedrijf.) De mogelijkheden van het ondernemerschap kunnen beter worden benut. In toenemende mate zien we dat binnen m.n. allochtone kringen de weg naar de arbeidsmarkt wordt gevonden via de opzet van een eigen bedrijf.. In overleg met de regionale onderwijsaanbieders en Senter-Novem wordt gekeken of in Dordrecht een leerweg ‘ondernemen’ kan worden gestart..(past ook in kaders van bestaand beleid; Kennisinfrastructuur). Educatie kan hier bij aanhaken met duale trajecten. (Nederlandse taal,wetgeving, ondernemersvaardigheden) d. Reïntegratie: Educatie gebruiken als voorschakel voor reïntegratietrajecten (o.a. bij onvoldoende taalkennis, sociale activering) e. Taalonderwijs en sociale vaardigheidstrainingen voor laaggeschoolde NWW’ers als opstap voor vervolgtrajecten
Meer aandacht voor kwaliteit en effectiviteit en vermarkting Een aspect dat samenhangt met effectiviteit betreft de kwaliteitsborging. De vaststelling van een minimaal kwaliteitsniveau van de educatieve trajecten en de handhaving van dit niveau zijn punt van zorg. De huidige methodiek van jaarlijkse productovereenkomsten zal verfijnd dienen te worden waarbij meer aandacht voor kwaliteit van de geboden cursussen en opleidingen en de effecten hiervan door de opdrachtgever aan de dag gelegd moet worden dan thans nog het geval is. Voortijdige uitval bij cursussen zal sterker bestreden worden dan in het verleden. De uitvoerder, in onze regio het Da Vinci College, zal een instrumentarium moeten ontwikkelen dat uitval tegengaat en tot een minimum zal gaan terug dringen.
- 16 -
Ook zal de komende jaren extra inzet worden gevraagd om meer mensen over te halen en over de drempel te helpen om zich in te schrijven voor een cursus.
) Voorstel 4 Jaarlijks worden de productcontracten Educatie bijgesteld en geactualiseerd in overleg met het betrokken ROC. Dit laatste in 2008 ook aan de hand van jaarlijkse kwaliteitscontroles en een klanten tevredenheids onderzoek. Er zal tevens extra promotionele inzet worden gevraagd van het ROC. Het raamcontract met het DVC (dat bestaat naast het jaarlijkse productcontract) expireert in 2007 en wordt niet meer afgesloten, het is overbodig gezien het feit dat er jaarlijks, vóór het begin van het contractjaar, een nieuw productcontract wordt afgesloten en er sprake is van een maandelijkse productevaluatie.
Bijlagen bij deze notitie 1. 2. 3a. 3b.
Productcontract 2007 Evaluatie vmbo-tl hulpstructuur 2006-2007 Overzicht rijksbijdragen GSB/Binnenlandse zaken
- 17 -
Bijlage 1
Productcontract Educatie 2007
Bijlage 2
Evaluatie vmbo-tl hulpstructuur 2006-2007
Bijlage 3a.
Overzicht rijksbijdragen WEB 2006 en 2007 2006
2007
2.211.844
1.554.135
Alblasserdam
264.450
214.957
Papendrecht
394.111
315.319
Sliedrecht
306.698
265.427
Nw-Lekkerland
102.741
97.001
Zwijndrecht
664.327
521.253
HI Ambacht
268.507
232.296
4.212.678
3.200.388
Gorinchem
636.005
472.170
Graafstroom
89.620
89.679
Liesveld
97.028
92.866
Giessenlanden
145.507
136.636
Leerdam
367.492
285.822
Zederik
144.349
136.135
Hardinxveld-G.
185.227
181.506
1.665.228
1.394.814
Binnenmaas
192.825
187.983
Cromstrijen
140.837
137.833
Korendijk
99.294
102.024
s-Gravendeel
101.446
90.844
Oud-Beijerland
248.627
226.532
Strijen
100.640
93.575
Dordrecht *
Totaal Drechtsteden
Totaal Alblasserwaard & Vijfheerenlanden
Totaal Hoeksche Waard
Totaal ZHZ
883.669
6.761.575
838.791
5.433.993
*ontvangt rijksbijdrage via GSB in plaats van OCW/CFI
- 18 -
Bijlage 3b: Scan: uit: beschikking BDU SIV en betaling tweede tranche 2007 (ministerie binnenlandse zaken; GSB)
- 19 -
Gebruikte afkortingen:
AV BDU SIV BZ CWI DS DVC FE GO GRD+ GSB HW ISD KIS KSB NK NT1 NT2 NWW OK ROC RSD SDD UWV VAVO VMBO-TL WEB WI WIN WMO WWB ZHZ
Alblasserwaard/Vijfheerenlanden Brede Doeluitkering Sociaal Integratie en Veiligheid (ihkv GSB) Bijstandsbesluit Zelfstandigen Centrum voor Werk en Inkomen Drechtsteden Da Vinci College (ROC) Funderende Educatie Goeree Overvlakkee Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden +Nieuw Lekkerland Grote Steden Beleid Hoeksche Waard Intergemeentelijke Sociale Dienst KennisInfraStructuur Kwalificatie Structuur Beroepsonderwijs Nieuwkomers Nederlands als 1e taal Nederlands als 2e taal Bestand niet werkende werkzoekenden Oudkomers Regionaal Opleiding Centrum Regionale Sociale Dienst Sociale Dienst Drechtsteden Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen Voortgezet algemeen volwassenen onderwijs Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs Theoretische Leerweg Wet Educatie en Beroepsonderwijs Wet Inburgering Wet Inburgering Nieuwkomers Wet Maatschappelijke Ondersteuning Wet Werk en Bijstand Regio Zuid Holland-Zuid
- 20 -