Veiligheidszorg, ons aller zorg ! Nota Integraal Veiligheidsbeleid Sluis 2012-2016
Gemeente Sluis Afdeling Bestuursondersteuning November 2011
Inhoudsopgave Samenvatting
3
1 - Aanleiding en opbouw 1.1. Aanleiding 1.2. Opbouw van de nota
4
2 - Uitgangspunten en kaderstelling 2.1. Wat verstaan we onder veiligheid ? 2.2. Wet- en regelgeving en beleid 2.3. Veiligheidsvelden, thema's en ambities
5
3 - Veiligheidsanalyse 3.1. Karakteristiek gemeente Sluis 3.2. Zeeuws Risicoprofiel 3.3. Risico's in de gemeente Sluis 3.4. Risico's in de omgeving van de gemeente Sluis
9
4 - Veiligheidspartners en prioriteiten
11
5 - Bestuurlijke rollen en bevoegdheden 5.1. Rol burgemeester 5.2. Rol College van Burgemeester en Wethouders 5.3. Rol Gemeenteraad 5.4. Rol en afstemming veiligheidspartners
13
6 - Communicatie 6.1. Algemeen 6.2. Informatie-uitwisseling
16
7 - Financiële consequenties
17
BIJLAGE: Uitvoeringsprogramma 2012-2016
Pagina 2 van 17
SAMENVATTING Aanleiding De voorliggende nota geeft invulling aan het integraal veiligheidsbeleid voor de periode 20122016. Voortbordurend op de Startnotitie Integrale Veiligheid (2003) en het daaropvolgende Integraal Veiligheidsbeleid (2005) zet deze nota de lijnen uit voor het gewenste beleid voor de komende jaren. De nadruk daarbij wordt gelegd op preventie, wat tot uitdrukking komt in het Uitvoeringsprogramma. Deze beschrijft de doelstelling, kernmerken en risico's van de gemeente Sluis, kaders voor een veiligheidsbeleid, uitgangspunten, ambities, prioriteiten, de veiligheidsvelden en producten die Sluis op die velden heeft ontwikkeld en gaat uitvoeren. Daarnaast omvat de nota de veiligheidsanalyse en organisatorische borging van de veiligheidsprojecten en -activiteiten. De bevoegdheid tot vaststellen van het beleid ligt bij de gemeenteraad. De voorziene uitwerking van het beleid is omgezet naar concrete producten in een Uitvoeringsprogramma 2012-2016 waarmee het college van Burgemeester en Wethouders het vastgestelde beleid kan uitvoeren (bijlage). Met het opleveren van deze nota inclusief het Uitvoeringsprogramma wordt enerzijds voldaan aan de vraag uit het coalitieakkoord. Anderzijds anticipeert Sluis hiermee op toekomstige wetgeving, waarin de plicht tot een vierjaarlijks beleidsplan wordt vastgelegd inclusief de regierol van de gemeente. VNG model als basis Het integraal veiligheidsbeleid Sluis "Veiligheidszorg, ons aller zorg!" is opgesteld volgens de richtlijnen van de Methode Kernbeleid Veiligheid van de VNG. Deze methode ondersteunt (de totstandkoming van) de regierol van gemeenten op het gebied van integrale veiligheid en gaat uit van 5 inhoudelijke veiligheidsvelden waarop voldaan moet worden aan de wettelijke eisen. Dit zijn: veilige woon- en leefomgeving, jeugd en veiligheid, bedrijvigheid en veiligheid, fysieke veiligheid en integriteit en veiligheid. Binnen die beleidsvelden worden, in overleg met de in- en externe veiligheidspartners, per jaar drie speerpunten benoemd die extra aandacht vragen. Interne veiligheidspartners zijn de gemeentelijke afdelingen die (in)direct met het beleidsveld veiligheid te maken hebben. Externe veiligheidspartners zijn onder andere Regiopolitie Zeeland, Openbaar Ministerie, Veiligheidsregio Zeeland, Veiligheidshuis Zeeland, Stichting Welzijn, onderwijsinstellingen, Centrum voor Jeugd en Gezin en stads- en dorpsraden. Speerpunten in de afgelopen jaren waren ondermeer de Zeeuwse risicokaart met risicoprofiel, HALT, preventielessen op scholen en het Regionaal Crisisplan Zeeland. Prioriteiten 2012 Op basis van hetgeen de afgelopen jaren reeds opgepakt is en in relatie tot de voornoemde veiligheidsvelden en het risicoprofiel, worden voor 2012 de volgende prioriteiten voorgesteld: - een veilige woon- en leefomgeving; - aanpak winkelcriminaliteit; - jeugd en veiligheid. De concrete uitwerking daarvan is uitgewerkt in het Uitvoeringsprogramma. Financiën In programma 2 van de Begroting 2012-2015 zijn de middelen voor openbare orde en veiligheid opgenomen. Deze zijn overeenkomstig verwerkt in het Uitvoeringsprogramma. Communicatie Onderdeel van de nota is een actieve communicatiehouding tussen de veiligheidspartners (via reguliere overlegstructuren) en richting de burger (via publieks- en persvoorlichting). Per product uit het Uitvoeringsprogramma wordt op maat bekeken welke vorm van communicatie gewenst is.
Pagina 3 van 17
1 - Aanleiding en opbouw 1.1. Aanleiding Veiligheid is één van de eerste levensbehoeften van de mens en staat in Nederland dan ook hoog in het vaandel. Als er iets misgaat, krijgt dat alle aandacht. Het openbaar bestuur kan een groot risico lopen als zaken op veiligheidsgebied niet goed of onvoldoende geregeld zijn. De gevolgen kunnen in een negatief scenario dramatisch zijn en leiden tot onder andere juridische procedures, financiële schade, imagoschade en politiek-bestuurlijke schade. Het is daarbij al lang niet meer zo dat familie- of schooldrama’s, omvangrijke (industriële) branden of bedreiging van medewerkers van hulpdiensten alleen in grote steden plaatsvinden en dus ‘ver van ons bed’ zijn. Hoewel Sluis in algemene zin als veilig ervaren wordt (bron: Integrale veiligheidsmonitor) laten bijvoorbeeld de brand in de school in Eede (2010) en het gezinsdrama in Breskens (2011) zien dat iedere gemeente hiermee in meer of mindere mate te maken heeft. Landelijk gezien komt veiligheid steeds hoger op de politieke agenda. Het gaat daarbij niet alleen (meer) om het bestrijden van criminaliteit maar ook om het voorkomen van branden, ongelukken en rampen. Lag de nadruk bij veiligheid zo’n 20 jaar geleden vooral op de beteugelende en bestraffende rol (repressie) van politie en justitie, inmiddels is die gekanteld naar de preventieve kant. Meer dan voorheen wordt geïnvesteerd in preventieve projecten die samen met inwoners, maatschappelijke instellingen, het bedrijfsleven en professionele organisaties worden opgepakt. Veiligheid is dus niet alleen iets van de overheid, ook al krijgen gemeenten wel een meer nadrukkelijke rol toegewezen. Die rol en met name de eerstverantwoordelijkheid voor een veilige en leefbare woon- en werkomgeving wordt ook in het nieuwe bestuursakkoord tussen Rijk en de Vereniging Nederlandse Gemeenten beschreven. In het coalitieakkoord 2010-2014 is het belang van een veilige omgeving eveneens benoemd en is de opdracht opgenomen om gestalte te geven aan een integraal veiligheidsbeleid inclusief regierol van de gemeente. De nu voorliggende nota geeft hier invulling aan. De nota beoogt een aanpak en structuur op te zetten voor een integrale en resultaatgerichte benadering van de veiligheidsproblematiek in Sluis in samenwerking met de veiligheidspartners. Hiermee moeten veiligheidsrisico's gezamenlijk, in samenhang en in samenwerking, op een aanvaardbaar niveau gebracht worden. Er staat daarnaast een wijziging/uitbreiding van de Gemeentewet op stapel waarin een lokaal en integraal veiligheidsbeleid verplicht wordt gesteld en waarbij de gemeentelijke regierol wordt verstevigd. De doelstellingen hebben een meerjarig en "grote lijn"-karakter en worden door de gemeenteraad vastgesteld. Daarbij is het belangrijk dat indien de gemeente als regisseur efficiënt wil optreden, alle betrokken veiligheidspartners in beeld worden gebracht. Indien deze wijziging wordt doorgevoerd, worden gemeenteraden verplicht om iedere vier jaar zo’n beleid vast te stellen. Met deze nota speelt Sluis daar reeds op in. 1.2. Opbouw van de nota In hoofdstuk 2 worden de uitgangspunten en (wettelijke) kaders benoemd die aan deze nota ten grondslag liggen. In hoofdstuk 3 wordt een analyse gemaakt van de veiligheid in de gemeente Sluis en de risico’s zoals vastgelegd in het Regionaal risicoprofiel. Op basis van deze twee hoofdstukken geeft hoofdstuk 4 de veiligheidspartners en prioriteiten weer voor de komende jaren. In hoofdstuk 5, 6 en 7 komen achtereenvolgens de bestuurlijke rollen en verantwoordelijkheden, communicatie en financiële gevolgen aan bod. Ter uitvoering van deze nota is een uitvoeringsprogramma voor het college gemaakt dat u als bijlage aantreft. Deze opbouw borduurt voort op de Startnotitie Integrale Veiligheid (2003) en het daarop volgende Integraal Veiligheidsbeleid Sluis (2005).
Pagina 4 van 17
2 - Uitgangspuntenpunten en kaderstelling 2.1. Wat verstaan we onder veiligheid (definities)? Met het oog op de leesbaarheid en eenduidige interpretatie van deze nota, worden hierna enkele veelgebruikte termen toegelicht. Dit geldt ook voor de kaderstelling vanuit de bestaande wet- en regelgeving. Tevens wordt nader ingegaan op de veiligheidsvelden die als belangrijke bouwstenen dienen voor de totstandkoming van dit beleid. Veiligheid is een verzamelterm van een flink aantal gemeentelijke activiteiten voor het verantwoord doen functioneren van een samenleving, met andere woorden "Veiligheid is vrij zijn van gevaar en risico's". Veiligheid wordt ook wel omschreven als het aanwezig zijn van een zekere mate van ordening en rust in het publieke domein en van bescherming van leven, gezondheid en goederen tegen acute of bedreigende aantastingen. Onveiligheid is alles wat hierop inbreuk maakt c.q. dreigt te maken. De tegenwoordige maatschappij eist van de overheid dat zij de maatschappij vrijwaart van alle gevaren. Daar tegenover staat evenwel dat veiligheidsgaranties niet bestaan en dat de primaire en individuele verantwoordelijkheid voor veiligheid niet aan de overheid overgedragen kan worden. Ieder behoudt de eigen verantwoordelijkheid voor zijn of haar persoonlijke veiligheid. Binnen de algemene term veiligheid wordt onderscheid gemaakt in fysieke en sociale veiligheid en in objectieve en subjectieve veiligheid. Met fysieke veiligheid wordt bedoeld het verhogen en verbeteren van onder andere brandveiligheid in gebouwen, de strandveiligheid en de verkeersveiligheid. Ook de rampenbestrijding en crisisbeheersing en de ruimtelijke ordeningsaspecten vallen hier onder. Alle overige veiligheidsaspecten worden gerekend tot de sociale veiligheid. Hierbij moet vooral gedacht worden aan zaken van openbare orde zoals horecaoverlast en andersoortige overlast in het publiek domein. De sociale veiligheid is gericht op het verminderen van overlast en criminaliteit en het verhogen van de veiligheidsgevoelens van de inwoners. Bij objectieve veiligheid gaat het om de concrete gevaren die mensen in onze samenleving bedreigen. Denk hierbij aan de risico's verbonden aan het verkeer, de industrie en de kans om slachtoffer te worden van criminaliteit. Als basis hiertoe dient het zogeheten Regionaal Risicoprofiel van de Veiligheidsregio Zeeland. De Wet Veiligheidsregio's van 2010 geeft aan dat het risicoprofiel door het bestuur van de Veiligheidsregio wordt vastgesteld, gehoord hebbende (o.a.) de gemeenteraden. In Zeeland is dat overeenkomstig gebeurd. Subjectieve veiligheid is een persoonlijk gevoel van het wel of niet veilig zijn. Dit is afhankelijk van de omstandigheden waarin iemand zich bevindt. Integrale veiligheid in Sluis betekent samen werken aan de verbetering van de lokale veiligheid onder regie van de gemeente en met een samenhangend pakket van activiteiten en/of maatregelen. Dit pakket toont aan op welke verschillende niveaus de gemeente een bijdrage kan leveren aan de verbetering van de lokale veiligheid. Hierbij werken private partijen (inwoners, ondernemers en woningcorporaties) en publieke partijen (zoals politie, welzijnsinstellingen, hulpverleningsinstanties en scholen) met de gemeente samen aan het verbeteren van de veiligheid en het verhogen van het welzijnsbewustzijn van burgers.
Pagina 5 van 17
Onder de regierol van de gemeente wordt verstaan dat de gemeente actief signalen oppakt, desbetreffende partners rond de tafel brengt en enthousiasmeert, het betreffende veiligheidsproces coördineert, afspraken en activiteiten inventariseert, deze op elkaar afstemt en de resultaten en effecten daarvan volgt en tenslotte evalueert. De eigen verantwoordelijkheid van individuele inwoners en van organisaties en bedrijven wordt gestimuleerd. 2.2. Wet- en regelgeving en beleid Op 1 oktober 2010 is de Wet veiligheidsregio's (Wvr) in werking getreden. Op grond van deze wet moeten veiligheidsregio's een helder inzicht hebben van de aanwezige risico’s in zowel de eigen regio als de omliggende gebieden (nationaal en internationaal). In deze wet wordt het opstellen van een regionaal risicoprofiel (artikel 15) als basis voor het op te stellen Regionaal Beleidsplan (artikel 14) verplicht gesteld. Het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Zeeland heeft het risicoprofiel van de Veiligheidsregio Zeeland in december 2010 vastgesteld, na consultering van de Zeeuwse gemeenteraden. De bevoegdheden en verantwoordelijkheden op het gebied van openbare orde en veiligheid liggen vast in verschillende wetgeving en verordeningen. De belangrijkste wetten zijn de Gemeentewet, de Wet veiligheidsregio's (zie hiervoor) en de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Op basis van die wetten en verordening kan zondermeer worden opgetreden indien de situatie daarom vraagt. Bijvoorbeeld een alcoholverbod op grond van de APV, het vaststellen van een noodverordening op grond van de Gemeentewet, etc. Een aantal van deze bevoegdheden kan een gemeente nader invullen. Die bevoegdheden zijn dan ook verwerkt in het Uitvoeringsprogramma. Daar waar de wet of een verordening al een bepaald middel of handvat biedt, is de aanpak of het middel niet opgenomen in deze nota. Op 18 december 2003 heeft de gemeenteraad de Startnotitie Integrale Veiligheid gemeente Sluis vastgesteld. De Startnotitie vormde de bestuursopdracht om integraal veiligheidsbeleid te ontwikkelen en beschreef het proces van de totstandkoming van het integraal veiligheidsbeleid Sluis. De notitie beoogde een invulling te geven aan het lokale veiligheidsbeleid in het streven naar een gemeente waarin het wonen, werken en recreëren is veilig gesteld. Op 22 december 2005 heeft de gemeenteraad de tot dan opgedane ervaringen en resultaten van het Integrale Veiligheidsbeleid geëvalueerd. Geconcludeerd is dat enerzijds de roep vanuit de betrokken veiligheidspartners om op korte termijn te zorgen voor afdoende oplossingen en anderzijds voortschrijdend inzicht hebben geleid tot een aanpassing van de beleidskaders door een meer praktische aanpak dan aanvankelijk in de Startnotitie was voorgestaan. Dat heeft geleid tot jaarlijkse uitvoeringsprogramma's. Deze door de raad vastgestelde lijn is in de nu voorliggende nota voortgezet. 2.3. Veiligheidsvelden, thema's en ambities Om integrale veiligheid lokaal tot stand te brengen heeft de VNG in 2003 de methode "Kernbeleid Veiligheid" ontwikkeld. Deze methode hebben sindsdien veel gemeente gebruikt. In 2006 is er een revisie van de methode doorgevoerd die geleid heeft tot de nieuwe methode "Kernbeleid Veiligheid". Deze nota is conform deze methode en aan de hand van de ervaringen van andere gemeenten opgesteld. In deze methode worden de veiligheidsvelden benoemd inclusief veiligheidsthema’s en ambities.
Pagina 6 van 17
Veiligheidsveld Veilige woon- en leefomgeving
Veiligheidsthema's overlast tussen bewoners en botsende leefstijlen verloedering in relatie tot kwaliteit woonomgeving onveiligheidsgevoelens huiselijk geweld woninginbraken voertuigcriminaliteit drugs- en alcoholoverlast overige veel voorkomende vormen van criminaliteit
Ambities verminderen van overlast, inbraken in woningen en huiselijk geweld verminderen gebruik alcohol en drugs
Jeugd en veiligheid
Bedrijvigheid en veiligheid
Fysieke veiligheid
overlastgevende, hinderlijke en/of criminele jeugdgroepen alcohol en drugs veiligheid in en om de school "12-minners"
uitgaan en horeca winkeldiefstal grootschalige evenementen toerisme en onveiligheid
verkeersveiligheid brandveiligheid gebouwen en campings risico's gevaarlijke stoffen en externe veiligheid rampenbestrijding en crisisbeheersing beschikbaarheid hulpverleningsdiensten
radicalisering georganiseerde criminaliteit organisatiecriminaliteit integriteit lokale bestuur
Integriteit en veiligheid
verminderen van overlast, hinder en crimineel gedrag verminderen gebruik alcohol en drugs verhogen schoolveiligheid verminderen (horeca)overlast verminderen van inbraken in winkels verminderen aantal slachtoffers verbeteren van kwaliteit en slagkracht van de brandweer beperken van de kans op en gevolgen van een ramp
faciliteren van de preventie georganiseerde criminaliteit minimaliseren non-integer bestuurlijk handelen
Veiligheidsketen Naast de veiligheidsvelden die aangeven welke inhoudelijke beleidsvelden binnen integraal veiligheid vallen, is er een landelijke veiligheidsketen die toont in welke vorm en op welk niveau de gemeente binnen die velden actief kan zijn. Deze keten wordt ook gebruikt bij bijvoorbeeld de kwaliteitsfoto van de brandweer. De schakels van de veiligheidsketen omvatten: -
Pro-actie Het structureel voorkomen van de onveiligheid door bijvoorbeeld het verbeteren van de kwaliteit van woonomgevingen om het ontstaan van vandalisme, criminaliteit en onveiligheidsrisico's voor te zijn.
Pagina 7 van 17
-
-
-
-
Preventie Het voorkomen van directe oorzaken van onveiligheden en het beperken van de gevolgen ervan met preventieve maatregelen in een bepaald gebied. Preparatie De daadwerkelijke voorbereiding op de bestrijding van onveilige situaties zoals het opstellen van een gemeentelijk rampenplan en rampbestrijdingsplannen inclusief het periodiek oefenen daarmee. Repressie De bestrijding van onveiligheid en hulpverlening in acute noodsituaties door de daadwerkelijke inzet van politie, brandweer en andere hulpverleningsdiensten. Nazorg Dit afsluitend geheel aan maatregelen en acties is nodig om zo snel mogelijk terug te keren naar de normale leefsituatie door het opvangen en verzorgen van slachtoffers en andere direct betrokkenen of het bieden van hulp bij de afhandeling van (schade)claims.
In de verschillende fasen van de aanpak kan de nadruk in meer of mindere mate op één van de elementen liggen. Vaak zullen de verschillende aanpakken naast elkaar lopen om elkaar te versterken: repressieve aandacht van politie en/of brandweer voor een dadergroep of bron kan gecombineerd worden met de preventieve maatregelen en nazorg voor de slachtoffers. Integraal veiligheidsbeleid is het doorlopen van de schakels van de veiligheidsketen: van het in een vroegtijdig stadium voorkomen van onveiligheid en beter beheersen naar het bestrijden van onveiligheid.
Pagina 8 van 17
3 - Veiligheidsanalyse Om een veiligheidsbeleid op maat te kunnen maken is een beeld van de gemeentelijke situatie nodig. Welke problemen spelen er in Sluis op het gebied van veiligheid? Wat doen we daar op dit moment aan en welke (extra) maatregelen zijn nodig voor de komende jaren? Dat beeld ontstaat door een veiligheidsanalyse. Een veiligheidanalyse geeft een indicatief beeld van de huidige veiligheidssituatie in Sluis en kan enkel op strategisch niveau worden gebruikt. Er wordt daarbij gebruik gemaakt van beschikbaar gestelde informatie van onder andere de Integrale Veiligheidsmonitors, de Delicten- en Overlastmonitor en wijkscans van de politie. Criminaliteit wordt doorgaans in beeld gebracht door opgemaakte processen-verbaal van politie en de eigen opsporing. Van een deel van de criminaliteit wordt echter geen aangifte gedaan. Vervuiling van registratiesystemen en achterstanden van invoer of gegevensbeheer geven aanleiding tot een foutenmarge. Daardoor is er geen statistisch betrouwbaar beeld te geven over de aard en omvang van overlast en criminaliteit in de gemeente. 3.1. Karakteristiek gemeente Sluis De gemeente Sluis kent 15 kernen en zo'n 56 buurtschappen. De totale oppervlakte is 30.843 ha en het aantal inwoners per 1 januari 2011 bedraagt 23.986. Sluis kent op demografisch vlak een toenemende vergrijzing en ontgroening. De gemeente heeft een kustlijn van circa 17 km waarvan 11 kilometer zandstrand. Sluis telt 37 campings, 32 mini-campings (het zogeheten "kamperen bij de boer"), 24 hotels, 23 pensions en Bed & Breakfast en circa 3.800 vakantiewoningen. In het toeristenseizoen ontvangt Sluis circa 160.000 verblijfsrecreanten. Omgerekend betekent dit (op basis van een forfaitair tarief voor de campings en minicampings) zo'n 2,2 miljoen overnachtingen per jaar. Inclusief de dagrecreanten brengen die de score op zo'n 75.000 toeristische gasten op een topdag in de gemeente Sluis. 3.2. Zeeuws risicoprofiel Op grond van de Wet veiligheidsregio's wordt per veiligheidsregio een regionaal risicoprofiel vastgesteld nadat de betrokken gemeenteraden zijn geconsulteerd. De gemeenteraden geven een prioritering aan uit zo'n Risicoprofiel. De hoogste prioriteiten vallen in categorie 1, de minst belangrijke in categorie 4. Voor de Veiligheidsregio Zeeland zijn bij besluit van het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Zeeland van 10 december 2010 de navolgende risico’s voor de Zeeuwse gemeenten benoemd: - Categorie I: overstroming vanuit zee, kernongeval, uitval olievoorziening, pandemie ernstig en besmetting c.q. voedselvergiftiging. - Categorie II: giftige stof op weg, water en BRZO, brand spoor, op water, in gebouwen grootschalige publieksfunctie, instorting gebouw, uitval spraak- en datacommunicatie, uitval elektriciteitsvoorziening, extreme koude, sneeuw & ijzel, windhozen en zware storm, brand gebouwen niet zelfredzame personen en weg tunnelincident. - Categorie III: brand op weg, BRZO, aardgasleiding, hoog gebouw, binnenstad, uitval drinkwater en gasvoorziening, incident waterrecreatie & pleziervaart, verkeersincident, dierziekten, paniek en rellen in menigten. - Categorie IV: luchtvaartincidenten, incidenten beroepsvaart (anders dan met gevaarlijke stof) en ongedierte- en plantenziekten.
Pagina 9 van 17
3.3. Risico's in de gemeente Sluis Voor Sluis trekt het groot aantal toeristen in het (hoog)seizoen een zware wissel op de infrastructuur in de gemeente. Regelmatig ontstaan er op de kustroutes parkeerproblemen, zijn er geblokkeerde straten als gevolg van foutief geparkeerde motorvoertuigen en straten die zijn afgesloten voor evenementen. Deze "ongemakken" zijn dan plots ergernissen en problemen voor de lokale bevolking en de hulpverleningsdiensten. Met name kernen als Breskens, Cadzand-Bad, Groede, Nieuwvliet-Bad en Sluis kennen een relatief hoog horecabestand met langs de gehele kust de zuigende werking van de vele strandpaviljoens. De toeristen zijn naast de Nederlandse overwegend van Duitse en Belgische nationaliteit. Het grote aantal dag- en verblijfsrecreanten houdt in, dat met name in het hoogseizoen het inwonertal van Sluis "verdubbelt". Tegen de achtergrond van het hiervoor beschreven Zeeuwse risicoprofiel betekent deze verdubbeling dat de gemeente voorbereid moet zijn op potentiële grootschalige calamiteiten met veel mensen. Grotere evenementen zoals de Visserijfeesten, Folkloristische Dag, Fokveedag en jaarmarkten in de diverse kernen vormen hoe langer hoe meer festiviteiten waar sowieso in de voorbereidingen en later in de uitvoering verschillende hulpverleningsdiensten acte de presence moeten geven. Grootschalige incidenten zoals recent nog op Pukkelpop in België geven eens te meer aan hoe belangrijk het achter de hand hebben van een op de situatie toegeruste hulpverleningsorganisatie is. Vanuit deze veiligheidsgedachte is in overleg met de betrokken hulpdiensten het Sluisse evenementenbeleid doorgelicht en geactualiseerd. Op het water passeren over de Westerschelde dagelijks vele schepen, variërend van pleziervaartuigjes, vissers- en binnenschepen en voetveer tot tankers en "super" containerschepen van zo'n 400 meter lengte. 3.4. Risico's in de omgeving van de gemeente Sluis Sluis wordt begrensd door gemeenten met verschillende risicovolle industriële bedrijvigheid die in geval van incidenten en/of rampen grote gevolgen inhouden voor de gemeente en de inwoners en recreanten. Deze bedrijvigheid betreft onder andere de (Belgische) haven- en industriegebieden van Zeebrugge, Rotterdam, Moerdijk, Vlissingen-Oost en Terneuzen en de kerncentrales in Borssele en Doel.
Pagina 10 van 17
4 - Veiligheidspartners en prioriteiten In dit hoofdstuk worden, mede op basis van de voorgaande hoofdstukken en de speerpunten in de afgelopen jaren, en in overleg met de veiligheidspartners, de prioriteiten voor 2012 benoemd. Bij deze keuze zijn de navolgende criteria in acht genomen: • duurzaamheid en hardnekkigheid van een verschijnsel; • wettelijke plicht of taak van de gemeente; • maatschappelijke impact of schade van een probleem; • relatie met reeds vastgestelde prioriteiten; • bestuurlijke risico's. Veiligheidspartners Er zijn interne en externe veiligheidspartners. Interne partners zijn de afdelingen in de gemeentelijke organisatie die (in)direct met het beleidsveld veiligheid te maken hebben. Onder externe veiligheidspartners worden onder meer verstaan: Veiligheidsregio Zeeland, Regiopolitie Zeeland, Openbaar Ministerie, bijzondere opsporingsdiensten zoals Belastingdienst, Veiligheidshuis Zeeland, Stichting Welzijn West Zeeuws-Vlaanderen, jeugdreclassering, onderwijsinstellingen, Stadsen Dorpsraden, ondernemers- en winkeliersverenigingen, Centrum voor Jeugd en Gezin, Steunpunt Huiselijk Geweld en Woongoed Zeeuws-Vlaanderen. Goed integraal veiligheidsbeleid kenmerkt zich door systematiek, samenhang en samenwerking die op hun beurt een appél doen op: • scherpte door een gerichte aanpak van de problemen; • synergie om reden, dat de activiteiten van de verschillende partners een versterkend effect op elkaar hebben; • het eveneens aanpakken van de oorzaken van voorvallen en incidenten in plaats van alleen de verschijningsvormen. Alle genoemde veiligheidspartners zijn intensief bij het veiligheidsbeleid betrokken. Zij hebben een reguliere overlegstructuur die in hoofdstuk 5 nader wordt toegelicht. Gezamenlijk wordt jaarlijks een "top 2 of 3" opgesteld van de veiligheidsonderwerpen, die prioriteit genieten. Prioriteiten in de afgelopen jaren In de afgelopen jaren zijn de volgende speerpunten benoemd en ter hand genomen: 2006 a. Communicatie over het te voeren veiligheidsbeleid en de (on)veilige woon- en leefomgeving. b. Verbeteren van de uitvoering van strandexploitatie en -bewaking. 2007 a. Samenstellen van het Sluisse deel van de Zeeuwse Risicokaart waarop risicoveroorzakers en risico-ontvangers staan vermeld. b. HALT-afdoeningen als pedagogische maatregel inzetten om de betreffende jongeren de mogelijkheid te bieden om de zaak weer recht te zetten. 2008 a. Gemeentelijke ondersteuning van de aanpak van Huiselijk Geweld intensiveren.
Pagina 11 van 17
b. Preventielessen op basisscholen en onderbouw voortgezet onderwijs waarbij het onderwerp is gerelateerd aan actuele zaken of problemen op het gebied van veiligheid, overlast of criminaliteit. c. Voldoen aan de eisen van de Kwaliteitsfoto voor Brandweer en Rampenbestrijding & Crisisbeheersing (streefpercentage 62,5 %). 2009 a. Met het toepassen van een duidelijk, volledig en integraal Evenementenbeleid de grootschalige evenementen in goede banen leiden. b. Deelname aan het Project Oog en Oor om medewerkers van de gemeente alert te houden bij radicaliseringtendensen. c. Deelnemen aan de vorming en verdere invoering van de Veiligheidsregio Zeeland op grond van de Wet Veiligheidsregio's. 2010 a. Actualiseren en implementeren van het Rampenplan gemeente Sluis. b. Het doorvoeren van een Integriteitsbeleid binnen de gemeente Sluis om normen hanteerbaar te maken. c. Deelname aan het Regionaal Informatie- en ExpertiseCentrum (RIEC) om o.a. juiste uitvoering te kunnen geven aan de Wet Bevordering IntegriteitsBeoordeling Openbaar Bestuur (BIBOB). 2011 a. Deelname aan Veiligheidshuis Zeeland voor een integrale samenwerking tussen Justitie, politie en de zorg- en welzijnsketen. b. Samenstellen van het Regionaal Crisisplan Zeeland (RCZ) ter vervanging van de Zeeuwse gemeentelijke rampenplannen. c. Implementatie van de taken en inrichting van de Bevolkingszorg in het RCZ. In de afgelopen jaren is de nadruk steeds verder verlegd naar preventie. Deze ingezette lijn wordt voortgezet. Prioriteiten 2012 Op basis van wat de afgelopen jaren reeds opgepakt is en in relatie tot de veiligheidsvelden en het risicoprofiel, worden voor 2012 de volgende prioriteiten voorgesteld: een veilige woon- en leefomgeving; aanpak winkelcriminaliteit; jeugd en veiligheid. Deze prioriteiten krijgen de komende tijd extra aandacht. De concrete uitwerking daarvan maakt onderdeel uit van het Uitvoeringsprogramma bij deze beleidsnota. Het benoemen van prioriteiten betekent uiteraard niet dat er uitsluitend aan die zaken gewerkt wordt. Indien de situatie hierom vraagt zal ook aan andere veiligheidszaken de nodige aandacht worden besteed. Daarnaast blijft de preventieve communicatie aan de burgers een belangrijke taak (zie hoofdstuk 6).
Pagina 12 van 17
5 - Bestuurlijke rollen en bevoegdheden 5.1 Rol burgemeester (bestuurlijke regierol) Naast de functie van uitvoeringspartner vervult de gemeente ook de regiefunctie tussen de organisaties en instellingen, die medeverantwoordelijkheid dragen voor het bereiken van de beoogde resultaten van het veiligheidsbeleid. Van oudsher heeft de burgemeester op grond van de wet een autonome bevoegdheid op het gebied van veiligheid. Hierdoor behoort een belangrijk deel van de zorg voor de veiligheid binnen de gemeente tot de portefeuille van de burgemeester. De burgemeester heeft daarmee een centrale rol in het integraal veiligheidsbeleid. Dit wil echter niet zeggen dat het veiligheidsbeleid uitsluitend de verantwoordelijkheid is van de burgemeester. Zijn betrokkenheid en verantwoordelijkheid gaat verder dan het invullen van de wettelijke verantwoordelijkheid voor het openbare orde- en veiligheidsbeleid. De burgemeester moet als bestuurlijke spil van het veiligheidsbeleid vorm geven aan de gemeentelijke regisseursrol. De bestuurlijke regisseursrol houdt in: - het betrekken van externe partners; - het alert maken van wethouders; - het verkrijgen van permanent draagvlak in de gemeenteraad. Op bestuurlijk vlak vindt de communicatie in verschillende overlegstructuren van de burgemeester en betrokken wethouders met in- en externe veiligheidspartners. Op ambtelijk niveau vinden er eveneens soortgelijke overleggen plaats. De burgemeester wordt bij de uitvoering van deze rol primair geadviseerd door de ambtenaar openbare orde en veiligheid (AOV). 5.2. Rol college van Burgemeester en Wethouders Het college van Burgemeester en Wethouders is belast met verschillende beleidsvelden die een belangrijke bijdrage leveren aan het veiligheidsbeleid. Dit betekent dat alle portefeuillehouders alert direct of indirect een bijdrage (kunnen) leveren aan het integrale veiligheidsbeleid. Het college is als geheel bestuurlijk verantwoordelijk voor de integrale veiligheid. Door middel van het jaarlijkse uitvoeringsprogramma en de evaluatie legt het college verantwoording af aan de gemeenteraad. 5.3. Rol gemeenteraad Betrokkenheid van de gemeenteraad is één van de belangrijkste voorwaarden voor een succesvol integraal veiligheidsbeleid. De raad stelt binnen het duale stelsel de kaders van het integrale veiligheidsbeleid vast door het stellen van prioriteiten, het scheppen van de nodige randvoorwaarden en het beschikbaar stellen van de financiën. Met het vaststellen van deze nota wordt vorm gegeven aan deze kaderstellende taak. Het bewaken van de voortgang van het veiligheidsbeleid is een gezamenlijke verantwoordelijkheid. De samenwerking met de andere veiligheidspartners garanderen een goed veiligheidsbeleid en een effectieve uitvoering daarvan. 5.4 Rol en afstemming veiligheidspartners Werken aan veiligheid doen we samen. Vele partners zijn dagelijks direct of indirect bezig met het verhogen van de veiligheid in Sluis. Elke partner heeft zijn of haar eigen rol en verantwoordelijkheid op het gebied van veiligheid. Aan de hand van de beeldvergelijking van een voetbalmodel zal inzichtelijk worden gemaakt welke rol dat is.
Pagina 13 van 17
In de verdediging bevinden zich de organisaties, die zich bezighouden met het verminderen van de risico's zoals provincie, Waterschap Scheldestromen, Woongoed Zeeuws-Vlaanderen, politie, gemeentelijke handhavers, beveiligingsdiensten en justitiële partners. Het middenveld bestaat uit maatschappelijke instanties en organisaties zoals (sport)verenigingen, scholen, kerkgenootschappen, welzijns- en zorginstellingen. Burgers, ondernemers en stads- en dorpsraden staan in de voorhoede. Zij moeten zoveel mogelijk zelf problemen voorkomen. De rol van de coach is op lokaal niveau weggelegd voor de gemeente. De gemeente zorgt dat de verschillende actoren of spelers op de juiste plek staan en hun rol zo goed mogelijk uitvoeren. De gemeente zorgt door een juiste coaching en regie voor een goed functioneren van het (lokale) veiligheidselftal, dat zoveel mogelijk kan scoren.
Coach
Voorhoede
Middenveld
Verdediging
Partners in veiligheid Gemeente
Verantwoordelijkheid Ontwikkelen van en voeren van regie over integraal veiligheidsbeleid Ondersteunen en faciliteren van (sociale) veiligheidsprojecten Beheren en onderhouden van de openbare ruimte, gemeentelijk toezicht en handhaving Inwoners, bezoekers, Zorgdragen voor beveiliging van eigendommen (horeca)ondernemers Melden van overlast en criminaliteit ondernemers- en winke- Meedenken in een goede aanpak van de veiligliersverenigingen heidsproblemen Stads- en Dorpsraden Verbeteren van de woon- en leefsituatie in wijk of kern Betrekken van de inwoners bij de verbeteringen Informeren en adviseren van de gemeente over leefbaarheid en veiligheid Verenigingen (sport en Gedrag van de leden positief beïnvloeden door cultuur) normen en waarden te stellen en overtreding hiervan bespreekbaar te maken Onderwijs Zorgdragen voor veiligheid en welzijn van de leerkrachten, onderwijsondersteunend personeel, leerlingen en bezoekers van de school Woongoed Zeeuws Aanbieden van woningen Vlaanderen Stimuleren van de leefbaarheid en veiligheid in de buurt Stichting Welzijn Organiseren van activiteiten voor verschillende bevolkingsgroepen Ondersteunen van bewoners Algemeen Hulp bieden bij het oplossen van problemen van Maatschappelijk Werk mensen provincie Beheren en onderhouden van de openbare ruimte, provinciaal toezicht en handhaving Ondersteunen en faciliteren van (sociale) veiligheidsprojecten
Pagina 14 van 17
Verdediging
Waterschap Scheldestromen,
Beheren en onderhouden van de openbare ruimte Toezicht en handhaving Veilig ontwerpen
De bestuurlijke afstemming met deze veiligheidspartners kent de volgende overlegstructuur: •
Lokaal afstemmingsoverleg (1 x per 4 weken) Dit is een overleg tussen de burgemeester met de Teamchef politie en de Ambtenaar Openbare orde en Veiligheid. In dit overleg worden de belangrijkste zaken uitgewisseld tussen politie en gemeente op veiligheidsgebied. Dit overleg wordt desgewenst aangevuld met een lokaal driehoeksoverleg. Dit is een overleg op strategisch niveau tussen de burgemeester, politie en Openbaar Ministerie.
•
Gebiedsoverleg (1 x per kwartaal) In het viermaandelijks Gebiedsoverleg (het vroegere Districtscollege) ZeeuwsVlaanderen bespreken de Zeeuwse burgemeesters de veiligheid met het Openbaar Ministerie en de korpsleiding met Teamchefs politie.
•
Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Zeeland De burgemeesters overleggen met Provincie, Defensie, Rijkswaterstaat, Waterschap Scheldestromen met als adviseurs de commandanten van de hulpdiensten (brandweer, politie, geneeskundige hulpverlening en gemeenten) in het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Zeeland.
•
Bestuurlijk Overleg Integrale Veiligheid Dit overleg is een vervolg op een ambtelijk overleg van ambtenaren integrale veiligheid zowel gemeentelijk als provinciaal onder voorzitterschap van een gemeentesecretaris. De terugkoppeling van de verschillende veiligheidsitems naar het bestuurlijk vlak van burgemeesters is hiermee afdoende geborgd.
Naast de bestuurlijke overleggen vinden er eveneens ambtelijke, voorbereidende overleggen plaats. Voorbeelden daarvan zijn het Veiligheidsoverleg Zeeuwse Gemeentesecretarissen als apart onderdeel binnen het Kringoverleg Zeeuwse Gemeentesecretarissen, het overleg van Zeeuwse Ambtenaren Openbare Orde en Veiligheid, het provinciaal Platform Integrale Veiligheid, de Platformen Risicobeheersing en Risicoprofiel. Voorts zijn er de meer specifieke overlegvormen zoals van en met de stads- en dorpsraden en themaspecifieke zoals de Werkgroep Jeugd, Werkgroep Verkeersveiligheid en overleg met Ondernemersverenigingen.
Pagina 15 van 17
6 - Communicatie Communicatie is en blijft een onmisbaar middel voor het slagen van het beleid. Er zullen verschillende communicatie-instrumenten ingezet worden ter ondersteuning van dit beleid, zoals: - de reguliere instrumenten zoals (pers)publicaties in het Zeeuwsch Vlaams Advertentieblad, de informatiekrant en de website van de gemeente; - het (interactief) betrekken van de burgers via presentaties, inloopavonden, voorlichtings- en consulatiebijeenkomsten, de website van de gemeente; - het college van Burgemeester en Wethouders brengt periodiek bezoeken aan de kernen waar het bespreken van bestaande problemen vast onderdeel van de agenda uitmaakt; - terugkoppeling in de commissie Ruimte/Algemeen Bestuur; - het organiseren van thema-avonden over veiligheid, waar de burgers in discussie kunnen treden met het bestuur en de overige veiligheidspartners zoals politie en brandweer; - op regionaal niveau wordt de digitale risicokaart van Zeeland actueel gehouden. Sinds 2005 is deze operationeel en onder andere via de website van de gemeente direct te raadplegen, zodat in te zoomen is op de gemeentelijke risico’s in Sluis; - in het kader van risicocommunicatie worden regionale instrumenten bedacht om de burgers te informeren over de risico’s in de omgeving alsmede over de maatregelen die ter beperking van deze risico’s worden genomen: rampbestrijdingsplannen, sirenes, etc.. Tenslotte dient er meer uitgebreide communicatie met de betrokken doelgroepen aan de orde te komen bij de uitwerking van het uitvoeringsprogramma. Daar zal per project bekeken moeten worden op welke manier communicatie ingezet gaat worden met welke doelgroepen, boodschappen en middelen. Hierbij zal ook nadrukkelijk worden gelet op wat van de burgers zal worden verwacht met een verwijzing naar zelfredzaamheid en het appelleren aan de eigen verantwoordelijkheid. Integrale veiligheid is een collectieve verantwoordelijkheid. Partijen zullen zich hiervan terdege bewust moeten zijn, niet alleen in termen van de risico's die men loopt maar ook en vooral van de bijdrage die men kan leveren aan zo een beleid. Een juiste beeldvorming van integrale veiligheid vereist net als voor elk ander gemeentelijk beleid een actieve gemeentelijke communicatie. Bewoners en externe partners inclusief de media moeten adequaat en tijdig geïnformeerd worden over concrete veiligheidsproblemen die zich voordoen. De gemeente zal praktische informatie moeten geven over de veiligheid en bestaande veiligheidsrisico's in de eigen woon- en werkomgeving. Het is daarnaast van belang informatie te geven over de activiteiten die tot een verbetering en de verdeling van verantwoordelijkheden moeten leiden.
Pagina 16 van 17
7 - Financiële consequenties Om de uitvoering van de projecten of activiteiten de doelstellingen en ambities op het gebied van integrale veiligheid waar te maken blijven financiële middelen nodig. Ondanks alle inzet en preventie kost bijvoorbeeld het vandalisme de samenleving veel geld. Hiervoor worden structureel middelen in de begroting opgenomen. Het verhalen van kosten dient daarbij niet te worden vergeten. De Rijksoverheid financiert het politie- en justitieapparaat. De gemeenten dragen vele overige kosten voor onder andere brandweer en ambulancedienst naast alle kosten, die direct of indirect voortvloeien uit (integrale) veiligheid. In programma 2 van de vastgestelde meerjarenbegroting 2012-2015 zijn de bedragen voor openbare orde en veiligheid opgenomen. Deze zijn overeenkomstig verwerkt in het Uitvoeringsprogramma.
Pagina 17 van 17