IVB Nota Integraal Veiligheidsbeleid Gemeente Vlissingen
(definitieve versie juni 2005)
INHOUDSOPGAVE
INLEIDING
3
1: VEILIGHEID
4
1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6
4 4 4 5 5 6
Veiligheid: objectief en subjectief Veiligheid: fysiek en sociaal Waarom een nota integraal veiligheidsbeleid? Uitgangspunten De totstandkoming van deze nota Opzet van de nota
2: DE GEMEENTE VLISSINGEN
7
2.1 Veiligheidsrisico's in de gemeente Vlissingen 2.2 Veiligheidsrisico's in de omgeving van de gemeente Vlissingen
7 7
3: VEILIGHEIDSBELEID
8
3.1 Visie 3.2 Regiefunctie en samenwerking 3.3 De rol van de burgemeester 3.4 Interne borging 3.5 Regionale samenwerking
8 8 9 9 10
4: DOELEN EN MIDDELEN
11
4.1 Doelstellingen 4.2 Randvoorwaarde 4.3 Meerjarenbegroting
11 12 12
5: PROBLEEMGERICHTE AANPAK
13
5.1 Van wijkgerichte naar probleemgerichte aanpak 5.2 Huidige situatie 5.3 Beoogd resultaat 5.4 Activiteiten 5.5 Evaluatie
13 13 13 14 17
2
INLEIDING Landelijk staan veiligheid en crisisbeheersing hoog op de politieke agenda. Dat is niet verwonderlijk gezien de gebeurtenissen van de afgelopen tijd. Mede daardoor is er ook veel aandacht voor de rol van de gemeente hierin. De zorg voor veiligheid van inwoners en bezoekers is een kerntaak van de gemeente. Ook gebeurtenissen dichter bij huis tonen aan dat verdere verbeteringen op de terreinen van sociale veiligheid, externe veiligheid, brandveiligheid en crisisbeheersing noodzakelijk zijn. Veiligheid is een ruim begrip. Het bevat ook het veilig kunnen wonen en recreëren. Genoeg openbare verlichting ’s avonds. De aanpak van overlast in de uitgaansgebieden van Vlissingen, het terugdringen van vandalisme en vernielingen. En niet te vergeten: het verhogen van het veiligheidsgevoel van onze inwoners. Veiligheid wordt vaak als volgt omschreven: “veiligheid is vrij zijn van gevaar en risico’s”. Deze omschrijving lijkt op het eerste gezicht heel helder. Er zijn echter twee belangrijke kanttekeningen bij deze definitie te plaatsen. De omschrijving schept verwachtingen die geen enkele overheid voor 100% kan waarmaken. Bovendien gaat hij voorbij aan de eigen verantwoordelijkheid van de burger. Met andere woorden: veiligheidsgaranties bestaan niet en primaire en individuele veiligheid kan niet overgedragen worden aan de overheid. Iedere burger houdt zijn eigen verantwoordelijkheid voor zijn eigen persoonlijke veiligheid. Het kabinet heeft op het gebied van veiligheid een standpunt ingenomen. Hierin worden actiepunten genoemd die tot verbeteringen op veiligheidsgebied moeten leiden. Een van de actiepunten van het kabinet betreft het doen ontwikkelen van een nota lokaal veiligheidsbeleid door de gemeenten. De gemeente Vlissingen geeft door middel van deze nota integraal veiligheidsbeleid invulling aan dit actiepunt. De nota wil vooral praktisch zijn en toegesneden op Vlissingen. Diverse disciplines zijn er nauw bij betrokken. Het vergroten van de veiligheid van de leefomgeving is het uiteindelijke kwalitatieve doel. Vlissingen moet een veilige gemeente zijn en blijven.
3
1. VEILIGHEID 1.1 Veiligheid: Objectief en Subjectief Het begrip “veiligheid” is een verzamelterm waar heel wat (gemeentelijke) activiteiten onder te rangschikken zijn. Het is een noodzakelijke voorwaarde voor het functioneren van een samenleving. Veiligheid wordt ook wel omschreven als het aanwezig zijn van een zekere mate van ordening en rust in het publieke domein en van bescherming van leven, gezondheid en goederen tegen acute of bedreigende aantastingen. Onveiligheid is te omschrijven als alles wat hierop inbreuk maakt. Die inbreuken op de veiligheid kunnen feitelijke aantastingen betreffen (objectief), maar kunnen ook gevoelens van onveiligheid zijn (subjectief). Daarom wordt een onderscheid gemaakt tussen objectieve en subjectieve veiligheid. Objectieve onveiligheid behelst de concrete gevaren, die de mensen in onze samenleving bedreigen. Denk hierbij aan de aantallen verkeersongevallen, de industriële risico’s en de kans om slachtoffer te worden van criminaliteit. Daarnaast staat een subjectief gevoel van (on)veiligheid. Het gevoel van onveiligheid wordt door omstandigheden en afhankelijk van het persoonlijk beleven gevoed en gevoeld. Deze beleving is maar in beperkte mate te objectiveren, maar niettemin van belang; voor burgers en voor overheden. 1.2 Veiligheid: Fysiek en Sociaal Een gangbare en praktische indeling van veiligheidsthema’s is die tussen fysieke en sociale veiligheid. Fysieke (on)veiligheid is primair gerelateerd aan natuur en objecten. Denk aan de brandveiligheid van gebouwen, mogelijke calamiteiten bij zware industrie, verkeersveiligheid en natuurrampen. Sociale (on)veiligheid is primair gerelateerd aan (groepen) mensen. Denk hierbij aan zaken van openbare orde, criminaliteit, huiselijk geweld, veiligheid op scholen en in de wijk. 1.3 Waarom een nota integraal veiligheidsbeleid? Met de nota integraal veiligheidsbeleid wordt invulling gegeven aan de regierol van de gemeente Vlissingen op het gebied van het veiligheidsbeleid. Een goed integraal veiligheidsbeleid brengt de veiligheidsproblemen, de aanpak en de oplossingen daarvoor in beeld. Zonder dit beleid is er geen totaaloverzicht en kan er niet effectief naar oplossingen gestuurd worden. Het doel is: Een aanpak en een structuur op te zetten voor een integrale en resultaatgerichte benadering van de veiligheidsproblematiek in de gemeente in samenwerking met de interne en externe (veiligheids)partners, om op die manier gezamenlijk in samenhang en in samenwerking de veiligheidsrisico’s tot een aanvaard niveau te brengen.
4
1.4 Uitgangspunten De gemeente levert op verschillende niveaus een bijdrage aan de verbetering van de lokale veiligheid: •
Pro-actie
:
het structureel voorkomen van onveiligheid.
•
Preventie
:
het voorkomen van directe oorzaken van onveiligheid en het beperken van de gevolgen ervan.
•
Preparatie
:
de daadwerkelijke voorbereiding op de bestrijding van onveilige situaties.
•
Repressie
:
de bestrijding van onveiligheid en verlening van hulp in acute noodsituaties.
•
Nazorg
:
alle activiteiten om zo snel mogelijk weer naar de normale situatie terug te keren, en de evaluatie om uit het gebeurde lessen te leren voor de toekomst.
Integraal veiligheidsbeleid behelst het over de volle breedte van sociale en fysieke veiligheid doorlopen van al die schakels van de veiligheidsketen. Onder regie van het openbaar bestuur is een concrete probleemgerichte aanpak nodig, met aandacht voor de hele cyclus; van het in een vroegtijdig stadium voorkomen tot het bestrijden van onveiligheid. Bij integraal veiligheidsbeleid is het van belang dat bij zowel de totstandkoming van het beleid als bij de uitvoering alle betrokken partijen samenwerken. De gemeente Vlissingen is zowel (uitvoerings)partner als regisseur in een samenwerking tussen alle partijen die medeverantwoordelijkheid dragen voor het veiligheidsbeleid. De politie, het Openbaar Ministerie, de stadsgewestelijke brandweer, de Regionale Brandweer Zeeland, de ambulancediensten en instellingen, zoals het Bureau HALT, het Bureau Jeugdzorg Zeeland, de Stichting Slachtofferhulp en Emergis zijn bij uitstek samenwerkingspartners in veiligheid. 1.5 De totstandkoming van deze nota Integraal veiligheidsbeleid is niet iets volslagen nieuws. De laatste jaren is op veiligheidsgebied ook in de gemeente Vlissingen al heel veel ingang gezet. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met alle veiligheidspartners. Waar het soms aan ontbrak, en waar het nu om gaat, is het gestructureerde overzicht over alle doelen en middelen, en de wijze waarop de gemeente hier sturing aan geeft. De nota IVB is gebaseerd op de door de VNG ontwikkelde methode Kernbeleid Veiligheid. Hierbij wordt het brede begrip “veiligheid” opgedeeld in een aantal velden en bijbehorende thema’s. Aan de hand hiervan krijgt een gemeente een beter en vollediger inzicht in de eigen lokale situatie en kan daar haar (regie)rol op afstemmen. De pragmatische toepassing van de kernbeleidmethode in de gemeente Vlissingen vond plaats in een aantal bijeenkomsten en workshops, die zijn gehouden rond de verschillende velden.
Deze velden kunnen schematisch als volgt worden ingedeeld:
5
IVB Vlissingen Sociale veiligheid
Fysieke veiligheid
Brandveiligheid en brandweer
Veilige woon- en leefomgeving
Externe veiligheid
Bedrijvigheid en veiligheid
Rampenpreventie en rampenbestrijding
Jeugd en veiligheid
Integriteit en veiligheid
Verkeersveiligheid en Veilige infrastructuur
In de workshops zijn de verschillende veiligheidsthema’s met externe en interne deskundigen besproken en verder geïnventariseerd. De inbreng en de deskundigheid van de verschillende partners waren hierbij essentieel. Zij zijn tenslotte medeverantwoordelijk voor de totstandkoming van een effectief integraal veiligheidsbeleid. De resultaten van de workshops zijn vertaald naar doelstellingen en daaruit volgende concrete acties. Er is een afsluitende informerende bijeenkomst gehouden met alle betrokkenen en de gemeenteraad. De raad geeft per periode steeds voor elk veiligheidsveld de prioriteiten aan. Deze prioriteiten vinden hun weerslag in de bundel productenboeken van het programma veiligheid, waarvan een eerste concept bij deze nota is gevoegd. 1.6 Opzet van deze nota De nota integraal veiligheidsbeleid Vlissingen is de kapstok, waar de gemeente het integrale veiligheidsbeleid aan ophangt. De gemeente onderkent en neemt de regierol, en geeft ook de interne regie een plaats. Het brede begrip veiligheid wordt, verdeeld in sociale en fysieke veiligheid, gesplitst in een aantal veiligheidsvelden. Daaraan zijn doelstellingen gehangen. Voor de uitvoering van het beleid wordt de systematiek van de probleemgerichte aanpak geschetst. In productenboeken worden de doelstellingen uitgewerkt naar concrete producten; de lopende en nog in te zetten acties en middelen. Het gekozen format dwingt tot een goede, heldere en controleerbare systematiek. De nota geeft een meerjarig houvast, de productenboeken kunnen worden aangepast aan de actualiteit. Deze aanpassingen lopen mee met de reguliere begrotingscyclus. Voor een goed veiligheidsbeleid worden twee algemene peilers ook als zeer belangrijk beschouwd: burgerparticipatie en handhaving. Deze zaken, die ook buiten de veiligheidscontext van belang zijn, worden uitgewerkt en bijgehouden in twee aparte nota's.
6
2. DE GEMEENTE VLISSINGEN 2.1 Veiligheidsrisico's in de gemeente Vlissingen Vlissingen is een havenstad. Door de gunstige ligging vormt het de toegangspoort naar de Westerschelde en de havens van Antwerpen. Langs de boulevards passeren dagelijks honderden schepen, van pleziervaartuigen tot zware tankers gevuld met gevaarlijke stoffen. Vlissingen wordt gekenmerkt door toerisme en industriële bedrijvigheid. Dat laatste vindt vooral plaats in de haven van Vlissingen-Oost. Hier bevinden zich meerdere bedrijven die vallen onder het Besluit Risico’s Zware Ongevallen 1999 (BRZO’99). Daarnaast zijn in de gemeente verschillende andere risicovolle kleinere bedrijven gesitueerd zoals lpg-tankstations, opslagplaatsen voor chemische producten en dergelijke. Vlissingen heeft ook te maken met problemen op het gebied van de infrastructuur, ruimte en werkgelegenheid en het kent wijken waar de sociale structuur zwak is. Het is een stad met een gemêleerde bevolking die uit alle windstreken komt. Het is een sociale stad die bijvoorbeeld als centrumgemeente voor verslavingszorg in Zeeland fungeert. Drugsverslaafden en daklozen maken soms een onderdeel uit van het beeld op straat. Vlissingen is een bruisende stad. De omvangrijke projecten als herinrichting van het Middengebied, ontwikkeling van de kenniswerf en de aankoop van het Scheldeterrein zullen in de komende jaren bijdragen tot verdere ontwikkeling van de stad. In de zomer wordt de stad druk bezocht door toeristen wegens het mooie badstrand en de talrijke grote evenementen. Een stad met verschillende middelgrote ondernemingen, een middelgrote detailhandel en een gemiddeld horecabestand. Er kan worden geconcludeerd dat Vlissingen een stad is waar, als gevolg van de (industriële) bedrijvigheid en het bedrijfsmatige transport, steeds risico’s op het gebied van de fysieke veiligheid latent aanwezig zullen zijn. En dat Vlissingen, als havenstad met een grote diversiteit aan verschillende bevolkingsgroepen en individuen, diverse aspecten van sociale onveiligheid kent en zal blijven kennen. 2.2 Veiligheidsrisico’s in de omgeving van de gemeente Vlissingen Onveiligheid houdt niet op bij de gemeentegrens. Noch in fysieke noch in sociale zin. Ook in omliggende gemeenten vindt verschillende risicovolle industriële bedrijvigheid plaats die, wanneer het misgaat, zijn weerslag kan hebben op de gemeente Vlissingen en haar inwoners. Bijvoorbeeld een aantal bedrijven in het havengebied dat bij de gemeente Borsele behoort. Ook de Kerncentrale van Borsele en die van Doel (België) moeten in dat licht worden genoemd. Transportongevallen hebben, ook als ze een eind buiten de grenzen plaatshebben, al snel hun weerslag op de Vlissingse situatie. Op het gebied van sociale veiligheid zien we dat grootstedelijke tendensen met betrekking tot criminaliteit en dergelijke uiteindelijk ook Vlissingen bereiken. Het is zaak daar goede notie van te nemen, omdat de huidige problematiek van de Randstad ons kan leren over mogelijke toekomstige problemen in Vlissingen, én hoe die problematiek nu reeds zo goed mogelijk tegen te gaan. Verder hebben actuele gebeurtenissen elders, zoals bijvoorbeeld aanslagen op vooraanstaande personen en terroristisch geweld, in dit tijdperk van televisie en internet, onmiddellijk in enige vorm en mate hun weerslag op de belevingen van de Vlissingse bevolking.
7
3. VEILIGHEIDSBELEID 3.1 Visie Met deze nota onderkent en neemt de gemeente Vlissingen de rol van regisseur over het lokale veiligheidsbeleid. De samenwerking met alle betrokken partners en de eigen verantwoordelijkheid van de burgers staan daarbij centraal. De visie over het te volgen veiligheidsbeleid richt zich vooral op de vraag welk veiligheidspeil voor onze gemeente dient te worden nagestreefd. Wat tolereren we als gemeenschap en wat niet, welke doelen worden gesteld en met welke middelen willen we deze doelen bereiken? Die doelstellingen zijn met enige mate van abstractie verwoord in deze nota. Uitgangspunt is dat we ons primair richten op objectieve veiligheid, omdat veiligheidsbeleving (wellicht niet direct, maar uiteindelijk) de feitelijke mate van veiligheid zal volgen, en in elk geval niet andersom. Goed integraal veiligheidsbeleid wordt gekenmerkt door: systematiek, samenhang en samenwerking. Een dergelijke aanpak betaalt zich terug in scherpte door een gerichte aanpak van problemen, synergie doordat de activiteiten van de verschillende partners een versterkend effect op elkaar hebben en in symptoomoverstijging doordat de dieperliggende oorzaken in plaats van alleen de verschijnselen worden aangepakt. Door een systematische werkwijze wordt inzicht verkregen in de veiligheidssituatie en –risico's. Dit vraagt per veld om een vierstappenplan: inventariseren, analyseren, actie ondernemen en evalueren. In die systematiek zijn burgerparticipatie, communicatie en handhaving onmisbare elementen. Er moet evenwicht zijn tussen de verschillende onderdelen van de veiligheidsketen. Lange tijd is de nadruk teveel gelegd op repressie; Het blussen van branden in letterlijke en figuurlijk zin. Integrale veiligheid vereist aandacht voor álle schakels van de veiligheidsketen. Zowel op het vlak van fysieke als sociale veiligheid gaan we meer inzetten op proactie en preventie. Ook is bij een integrale uitvoering van het veiligheidsbeleid de samenhang belangrijk. Zo dienen bij het verbeteren van de veiligheid verschillende maatregelen in hun onderlinge relatie te worden bezien. Daarom moeten tussen de veiligheidspartners (gemeente en externe organisaties, instellingen en burgers) maatregelen en activiteiten op elkaar zijn afgestemd. Geen dubbelingen en zeker geen hiaten. Ook de eigen verantwoordelijkheid van de burger komt hierbij nadrukkelijk in beeld, want het zorgdragen voor de veiligheid is niet alleen een taak voor de overheid. Men kan burgers ook nooit volledige veiligheid beloven. Er zijn grenzen aan wat gedaan kan worden, zowel in voorkomen als aanpak van onveiligheid. Over die grenzen, de mogelijkheden én onmogelijkheden, kan en moet de overheid ook in alle openheid communiceren. Veiligheid is een co-productie van en voor de samenleving als geheel. Een samenleving waarin de burger dus niet alleen afnemer van veiligheid is, maar nadrukkelijk ook medeproducent. 3.2 Regiefunctie en samenwerking De gemeente is niet alleen (uitvoerings)partner in het veiligheidsveld. De gemeente vervult vooral ook de lokale regiefunctie daarin. Enerzijds is de gemeente, mede op basis van hogere wet- en regelgeving, verantwoordelijk voor het lokale veiligheidsbeleid, anderzijds is zij afhankelijk van een groot aantal betrokkenen. Regie brengt beide componenten, verantwoordelijkheid en afhankelijkheid, samen. De taken van de regisseur, intern of extern, laten zich onderverdelen in vijf hoofdactiviteiten: • •
Stimuleren Situeren
Initiatieven nemen, actief opstellen, meedenken. Kennis hebben van het veld, van de problemen, netwerken hebben en kennen, weten van en aansluiten bij al bestaand beleid.
8
• •
Steun creëren Structureren
•
Sturen
Draagvlak door betrokkenheid, bottum-up werken, succes zoeken en boeken. Relatiebeheer, organisatorische ondersteuning, afspraken maken, evaluatiecriteria vastleggen en (subsidieinstellingen) afrekenen op prestaties. Richting aanwijzen, prioriteiten stellen, terugkoppeling en verantwoording, monitoring.
De gemeente is als het ware de dirigent van het veiligheidsorkest die, met de totale partituur voor ogen, door aansturen en afstemmen samenhang brengt tussen de vele verschillende partijen. Met als doel een zo goed mogelijke uitvoering van het veiligheidsbeleid. Een goed samenspel is, ook met dirigent, niet mogelijk zonder tevoren af te stemmen en zonder goed contact. Het frequent hebben van allerlei overleg is in dat licht geen doel op zich, maar wel een heel belangrijk middel. Alle betrokkenen hebben voor hun eigen terrein op zowel bestuurlijk als ambtelijk niveau regelmatig overleg met elkaar. Tweewekelijks heeft de gemeente een openbare orde en veiligheidsoverleg tussen de burgemeester, de teamchef van politie, de brandweercommandant, de eigen ambtenaren openbare orde en veiligheid en het hoofd bestuurszaken. Afhankelijk van de agendapunten kunnen hier andere betrokkenen bij aanschuiven. Op het gebied van openbare orde en veiligheid vindt belangrijk overleg plaats in de lokale en districtsdriehoek en het regionaal college. De lokale beleidsvrije ruimte van de politie wordt in overleg met de gemeente ingevuld in het jaarlijkse werkplan. Op ambtelijk niveau is er zeer regelmatig contact tussen politie en gemeente. De diverse uitvoeringspartners (zoals HALT, Emergis, Palladium) hebben, mede in het licht van hun subsidieverstrekking, ook frequent contact met de gemeente. Op ad hoc basis vindt nog allerlei ander overleg plaats, bijvoorbeeld met scholen, kerken, minderheidsgroeperingen of ondernemersclubs. Op het gebied van de fysieke veiligheid speelt zowel lokaal als regionaal de brandweer een grote rol. Middels de plaats in de besturen van de stadsgewestelijke en regionale brandweer kan de gemeente hier, naast de dagelijkse contacten, richting aan geven. Het veiligheidscollege is het platform waarin op bestuurlijk niveau zaken worden uitgepraat en uitgezet. Op ambtelijk niveau worden zaken voorbereid en uitgevoerd in het overleg tussen de Zeeuwse Ambtenaren Openbare Orde en Veiligheid. Naast bestaande overlegvormen zal ook een belangrijke plaats worden ingeruimd voor het veiligheidsteam (zie ook paragraaf 5.4, 3e lid). De rol, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van dit overleg zijn nog niet vastgesteld en ingebed in de gemeentelijke organisatie. Het betreft dus een geheel nieuwe aanpak voor integraal werken aan veiligheid binnen de gemeente Vlissingen. Deze overlegvorm kan zowel uit interne als externe partners bestaan, naar gelang welk probleem of welke onveilige situatie zich voortdoet. Het overleg heeft tot doel om integraal te werken aan directe probleemoplossing middels de keten proactie- preventie - preparatie - repressie - nazorg. 3.3 De rol van de burgemeester Van oudsher behoort een belangrijk deel van de zorg voor de veiligheid binnen de gemeente tot de portefeuille van de burgemeester. De burgemeester is het gezag en het gezicht van het integraal veiligheidsbeleid, en vervult daarin een centrale rol. Dit wil echter niet zeggen, dat veiligheid en het veiligheidsbeleid enkel en uitsluitend de verantwoordelijkheid is van de burgemeester. Dit zou afbreuk doen aan het integrale karakter van het veiligheidsbeleid. Ook de wethouders hebben hierin een belangrijke rol. Zij zijn belast met verschillende beleidsvelden die belangrijke raakvlakken hebben met veiligheid. Dit betekent, dat ook de wethouders alert moeten zijn op hun bijdrage aan het veiligheidsbeleid.
9
3.4 Interne borging Een kritische succesfactor voor het welslagen van het integraal veiligheidsbeleid is de wijze waarop de visie binnen de gemeentelijke organisatie vertaald wordt. Dit is een randvoorwaarde om de regiefunctie met betrekking tot veiligheid ook daadwerkelijk tot uitvoering te laten komen. De gemeente heeft regie over de betrokken partners. Binnen de gemeente heeft de afdeling Bestuurszaken / Openbare Orde en Veiligheid (BZ/OOV) de regie over de bij fysieke en sociale veiligheid betrokken afdelingen. De regierol doet (uiteraard) niet af aan de eigen verantwoordelijkheden, budgetten en zeggenschap van deze afdelingen. Wat dat betreft zitten de externe en interne alsmede de bestuurlijke en ambtelijke verhoudingen ook op een lijn. Voor wat betreft de ambtelijke borging zijn de beleidsmedewerkers veiligheid de regisseur op hun vakgebied. Zij moeten zorgdragen dat (integrale) veiligheid een vast bestanddeel wordt in het denken en doen van andere beleidsmedewerkers. De beleidsmedewerkers zijn zelf verantwoordelijk voor een tijdige afstemming van activiteiten en plannen waarin veiligheidsaspecten besloten liggen. In een zo vroeg mogelijk stadium van de beleidsvoorbereiding wordt hiermee rekening gehouden. De medewerkers van de afdeling BZ/OOV beheren en bewaken het productboek voor het programma veiligheid over alle veiligheidsvelden. Waar nodig initiëren zij hiertoe intern overleg of schuiven zij bij de vakafdelingen aan. Zij geven verder invulling aan de acties op die terreinen die ook inhoudelijk tot de verantwoordelijkheid van de afdeling bestuurszaken behoren. 3.5 Regionale samenwerking Decentraal waar mogelijk, centraal waar wenselijk. Dit credo geldt ook voor het veiligheidsbeleid. Onveiligheid moet worden aangepakt op de schaal waarin het zich manifesteert. Problemen in een wijk, vragen om een aanpak op wijkniveau. Problemen die de hele gemeente aangaan, kunnen het beste op lokaal niveau opgelost worden. Daarnaast is er een heel scala aan onderwerpen die gemeenteoverstijgend zijn. Dan is regionale samenwerking gewenst, vaak zelfs noodzakelijk. Samenwerking is voorts efficiënter en goedkoper om in de gemeentelijke taken te voorzien. Voorbeelden hiervan zijn te vinden op alle velden van het veiligheidsbeleid. Op het fysieke vlak betreft het bijvoorbeeld zaken die te maken hebben met de brandweer en rampenbestrijding. Met name een groter incident, calamiteit of ramp kan gevolgen hebben voor de hele provincie Zeeland. De regionale samenwerking tussen de verschillende overheden en diensten is dan essentieel. Ook in de voorbereiding wordt de samenwerking tussen gemeenten, waterschappen, rijkswaterstaat en de operationele diensten vorm gegeven. Rampenbestrijding moet, zowel in (planvormende) voorbereiding als uitvoering, in feite per definitie multidisciplinair zijn afgestemd. Om deze samenwerking op het vlak van brandweerzorg en rampenbestrijding te verbeteren, worden veiligheidsregio's opgericht, waarin alle diensten binnen dezelfde territoriale en bestuurlijke context gaan opereren. In Zeeland zullen in 2006 de Regionale Brandweer Zeeland (RBZ), de Geneeskundige Hulp bij Ongevallen en Rampen (GHOR), de Stichting Ambulancevervoer Boven de Westerschelde (SABW), de Centrale Post Ambulancevoorzieningen (CPA) en de Regionale Ambulances Voorziening Zeeland (RAVZ) worden samengevoegd. Hierdoor zullen niet alleen de taken maar ook het beheer van deze verschillende diensten beter georganiseerd worden. In Zeeland dekken zowel de veiligheidsregio als de politieregio exact het territorium van de provincie Zeeland. Die gunstige congruentie wordt ook grotendeels gevonden in het werkgebied van Rijkswaterstaat directie Zeeland en de twee Zeeuwse waterschappen. Al deze spelers vinden elkaar in het Zeeuwse Veiligheidscollege. Ook op het gebied van de sociale veiligheid zijn talrijke voorbeelden te noemen van bestaande en mogelijke samenwerkingsverbanden. Het Bureau HALT, dat naast een taak in justitiële afhandeling ook preventieve taken verricht, is in 2004 gefuseerd en zal uiteindelijk congruent zijn met de
10
politieregio's in ons geval dus met de provinciegrenzen. Met Zeeland Seaports en de andere havengemeenten wordt door de gemeente Vlissingen samengewerkt als het gaat om havenbeveiliging in het kader van de International Code for the security of ship and port facilities (ISPS-code). Een ander voorbeeld is Emergis, die in overleg met de betrokken partners door heel de provincie werkzaam is. Het verdient aanbeveling om een inventarisatie te maken van verdere problemen die op regionaal niveau opgepakt kunnen worden en zoveel mogelijk gezamenlijk naar oplossingen te zoeken. Vlissingen neemt, als grote Zeeuwse gemeente, zeer nadrukkelijk haar verantwoordelijkheid als het gaat om (financiële en personele) bijdragen aan regionale samenwerkingsverbanden. Een goed voorbeeld op het gebied van sociale veiligheid is de totstandkoming van het Advies en Steunpunt Huiselijk Geweld Zeeland, waarbij Vlissingen (wegens haar rol als centrumgemeente voor vrouwenopvang) het voortouw heeft genomen.
11
4. DOELEN EN MIDDELEN 4.1 Doelstellingen
Hoofddoelstelling: De gemeente wil vanuit haar (lokale) regierol alle fysieke en sociale veiligheidsrisico’s, in samenhang en samenwerking met alle betrokken partijen, in beeld hebben en tot een aanvaardbaar niveau (terug) brengen, en daarbij het accent verleggen van repressief naar pro-actief en preventief handelen. Doelstellingen sociale veiligheid: Veilige woon- en leefomgeving De gemeente wil (helpen) zorgdragen voor een netjes onderhouden en schone omgeving. En waar nodig en mogelijk door fysieke maatregelen bijdragen (via zichtbaarheid, openheid of juist geslotenheid van terreinen) aan de veiligheid van objecten en gebieden. De gemeente wil met betrokken partners overlast in wijken voorkomen en tegengaan, en daarbij ook nadrukkelijk de wijkbewoners horen en betrekken. Bedrijvigheid en veiligheid Overheid en bedrijfsleven maken allebei afwegingen tussen handel en veiligheid. Beide partijen en beide terreinen moeten zo min mogelijk tegenover elkaar en zo veel mogelijk naast elkaar worden gezien en gezet. Zij kunnen elkaar juist versterken. De gemeente wil daarom de publiek-private samenwerking verder bevorderen. Jeugd en veiligheid De jeugd heeft recht op veiligheid; zowel thuis, op school als in de openbare ruimte. De gemeente en haar partners optimaliseren die veiligheid in al die drie gebieden. De jeugd is zelf echter ook medeverantwoordelijk voor (de eigen) veiligheid. De gemeente en haar partners bevorderen die betrokkenheid en het besef van verantwoordelijkheid voor veiligheid bij de jeugd. Integriteit en veiligheid De gemeente heeft een voorbeeldfunctie. Zij wil een integere organisatie zijn met integere medewerkers en verwacht dit ook van haar partners en relaties. Waar nodig en mogelijk selecteert zij partners en relaties hierop en spreekt hen hierop aan. Doelstellingen fysieke veiligheid: Brandveiligheid en brandweer De brandweer is in materieel, personeel en opleiding goed toegerust voor haar taken. Ook de brandweer verlegt, met in achtneming van (preparatie op) de repressieve taak, het accent meer naar pro-actie en preventie. De gemeente en brandweer werken ook nauw en goed samen als het gaat om advisering, vergunning en handhaving met betrekking tot brandveiligheid.
12
Rampenpreventie en rampenbestrijding De (gemeentelijke) voorbereidingen op de rampenbestrijding moeten optimaal zijn. Die voorbereidingen zijn niet slechts te duiden in papieren plannen. Opleiding en oefening, alsook het benodigde materieel zijn van belang. De gemeente wil in het kader van de brandweerzorg en rampenbestrijding daarnaast (als grote haven- en industriestad) ook in regionaal verband haar verantwoordelijkheid nemen en haar bijdrage leveren. Externe veiligheid De risico’s die bedrijven voor de omgeving met zich meebrengen moeten bekend zijn, beperkt worden en aan de burgers aangeduid en uitgelegd worden. Als het gaat om veiligheid versus economie moet een redelijk evenwicht gevonden worden zonder dat een van de twee automatisch de overhand krijgt. Verkeersveiligheid en veilige infrastructuur De gemeente wil verkeersveiligheid bevorderen en bijdragen aan een veilige infrastructuur in de gemeente. Verkeersveiligheid wordt verder niet alleen door handhaving van verkeersregels, maar ook door educatie bevorderd. Een veilige infrastructuur wordt niet enkel afgemeten aan de mate van verkeersveiligheid, maar ook op aspecten als bereikbaarheid voor hulpdiensten. 4.2 Randvoorwaarde Het integraal veiligheidsbeleid, dat vooral preventief gericht is en samenwerking met partners vereist, dient naast de systematiek ook de middelen te hebben om de gestelde doelen te bereiken. Om tot een succesvolle uitvoering van het veiligheidsbeleid te kunnen komen, is een voorwaarde dat deskundigheid, personeel en geld van alle veiligheidspartners door middel van samenwerking en samenhang binnen de kaders van de veiligheidsketen wordt ingebracht. De producten en actieprogramma's moeten in die zin optimaal op elkaar aansluiten. 4.3 Meerjarenbegroting In het productenboek worden de doelstellingen vertaald in concrete producten en acties om deze te realiseren. Doelen zijn gesteld voor de langere termijn, de middelen kunnen variëren en de inzet daarvan wordt steeds primair bepaald aan de hand van de reguliere begrotingscyclus. In de meerjarenplanning is nog geen specifiek budget opgenomen voor integrale veiligheid.
13
5. PROBLEEMGERICHTE AANPAK 5.1 Van wijkgerichte naar probleemgerichte aanpak Dit hoofdstuk probeert richting te geven aan de ontwikkeling van de wijkgerichte aanpak naar een gemeentebrede probleemgerichte aanpak op het gebied van integrale veiligheid. Allereerst wordt kort aangegeven hoe de huidige situatie is en waarom de voorkeur naar een gemeentebrede probleemgerichte aanpak gaat. Vervolgens zal de gewenste situatie aan de orde komen. En welke activiteiten zijn nodig om tot een gemeentebrede probleemgerichte aanpak te komen? 5.2 Huidige situatie Momenteel is de gemeente Vlissingen nog steeds onderverdeeld in wijken, te weten het Middengebied, Paauwenberg, Groot-Lammerenburg, Oost-Souburg/Ritthem en de binnenstad. Iedere wijk heeft zo zijn eigen manier om problemen op te pakken. En iedere wijk heeft op zijn manier burgerparticipatie georganiseerd. In de verschillende wijken worden dezelfde problemen geconstateerd, maar vervolgens worden deze problemen afzonderlijk en op verschillende manieren opgelost. Als gemeente laten we ons op het gebied van veiligheid toch nog steeds voornamelijk leiden door de incidenten en niet door een van tevoren vastgesteld actieprogramma met daarin een aantal prioriteiten benoemd. De erkenning en herkenning en afstemming van het beleid van de partners in veiligheid is nog onvoldoende aanwezig. Er is sprake van een versnipperde aanpak in de vorm van hier een project en een actie daar. Hierdoor is het lastig om tot een brede integrale aanpak van veiligheid te komen en daardoor loop je ook iedere keer weer tegen dezelfde problemen aan. 5.3 Beoogd resultaat. Doelstelling: van een wijkgerichte naar een gemeentebrede probleemgerichte aanpak op het gebied van integrale veiligheid. Drie ankerpunten in deze aanpak zijn: systematisch, structureel en integraal. Met betrekking tot integrale veiligheid wordt een onderverdeling gemaakt in fysieke en sociale veiligheid (zie eerder in deze nota). Bij de probleemgerichte aanpak heb je soms te maken met sociale veiligheid en soms met fysieke veiligheid, maar heel vaak is het ook een mix van beiden. Het onderscheid tussen sociaal en fysiek is bij de probleemgerichte aanpak niet van belang. Het probleem staat centraal in de aanpak. Eigenlijk zijn er twee gradaties te benoemen in de probleemgerichte aanpak. Allereerst heb je veel voorkomende kleinere veiligheidsproblemen c.q. aandachtspunten die redelijk eenvoudig oplosbaar zijn, zoals inrichting, verlichting, verkeersoverlast en andere kleine irritaties. Deze problemen moet de gemeente Vlissingen in eerste instantie in overleg en samenwerking met burgers (burgerparticipatie) zelf kunnen oplossen. Als gemeente Vlissingen wordt dan in ieder geval intern integraal bedoeld, omdat de gemeente Vlissingen als één vertegenwoordiger naar buiten moet treden op het gebied van veiligheid. Daarnaast zijn er problemen die complexer van aard zijn en die al snel meer vergen dan alleen een interne integrale aanpak. Denk hierbij aan hangjongeren die overlast veroorzaken, overlast rondom HKPD, Antillianenproblematiek, huiselijk geweld enz. Deze problemen moeten multidisciplinair en dus intern en extern integraal opgepakt worden.
14
5.4 Activiteiten Hieronder zal per genoemde gewenste ontwikkeling globaal een toelichting worden gegeven en zullen een aantal noodzakelijke uit te voeren activiteiten worden benoemd. 1. Het ontwikkelen van een gedeelde visie. Binnen de gemeente Vlissingen is het van belang dat veiligheid als een van de belangrijkste prioriteiten wordt gezien. Veiligheid behelst zoveel meer dan alleen criminaliteit en het raakt het beleid van alle afdelingen. Integrale veiligheid moet onderdeel van het afdelingsbeleid zijn, maar moet eigenlijk integraal gemeentelijk beleid zijn en moet uiteindelijk gemeentebreed worden gedragen. Activiteiten: • Het organiseren van een veiligheidsdebat waarin de ontwikkelrichting wordt gepresenteerd en waarbij werkafspraken worden gemaakt. • Het integraal veiligheidsbeleid onderwerp laten zijn van het overleg van DT en MT en afdelingen. 2. Het ontwikkelen van een actieprogramma integrale veiligheid Informatie-analyse-doelstellingen-actie/werkafspraken-evaluatie De gemeente Vlissingen moet aan de bevolking kunnen aangeven wat de jaarlijkse voornemens zijn op het gebied van integrale veiligheid (actieprogramma). Om tot een actieprogramma te komen heb je de juiste informatie nodig. De informatie komt uit alle hoeken van de samenleving (denk hierbij ook aan de burgerinitiatieven die in de nota burgerparticipatie zijn verwoord). Daarnaast is het van belang om periodiek een gemeentebrede veiligheidsenquête te houden, waardoor de gemeente Vlissingen het signaal aan de bevolking, burgers en maatschappelijke organisaties afgeeft dat aan integrale veiligheid één van de hoogste prioriteiten wordt gegeven en waarmee de gemeente Vlissingen ook laat zien dat zij op dit gebied als gemeente Vlissingen de regierol oppakt. Daarnaast bereikt de gemeente Vlissingen een grotere groep mensen dan wanneer informatie alleen afkomstig is van burgerinitiatieven, zodat informatie objectiever wordt. Na analyse van de informatie en het bepalen van beleidsprioriteiten door de gemeenteraad kan het actieprogramma worden vastgesteld. Dit overigens wel na instemming in de lokale driehoek1. Dat is nodig met het oog op afstemming tussen de gemeentebrede probleemgerichte aanpak en de activiteiten van de politie en het Openbaar ministerie. Activiteiten: • Het ontwikkelen van een veiligheidsmonitor c.q. enquête. - Sluit hierbij vooral aan bij bestaande initiatieven op dit gebied en maak het één geheel, zodat ook hier duidelijk wordt gemaakt dat veiligheid een verantwoordelijkheid is van een ieder en dat de gemeente hierin de regierol oppakt. - Misschien kan dit vanuit financieel oogpunt Walchers opgepakt worden. En vervolgens: • Het periodiek uitvoeren van de veiligheidsmonitor c.q. enquête. • Het analyseren van informatie. • Communicatieplan maken: hoe worden resultaten bekend gemaakt? • Het benoemen van beleidsprioriteiten die in het actieprogramma integrale veiligheid opgenomen worden. • Het actieprogramma, ter instemming aan de lokale driehoek voorleggen. • Het actieprogramma presenteren aan bevolking/ maatschappelijke organisaties en ondernemers in de gemeente Vlissingen. 1
De lokale driehoek is het periodiek overleg tussen de burgemeester, openbaar ministerie (officier van justitie) en politie (districtchef en lokale teamchef) 15
3. De ontwikkeling van een integraal veiligheidsteam. Informatie-analyse-doelstellingen-actie/werkafspraken-evaluatie Op basis van het actieprogramma is het van belang dat intern een integraal veiligheidsteam wordt gevormd, zodat afdelingen systematisch, structureel en integraal het actieprogramma integrale veiligheid kunnen uitvoeren. Naast de beleidsprioriteiten die hierin zijn genoemd, heb je toch zeer regelmatig te maken met de eerder genoemde kleinere veiligheidsproblemen c.q. aandachtspunten die het beleid van meer afdelingen zullen raken, waardoor samenwerken onontbeerlijk is en bevorderlijk is voor een effectieve en efficiënte inzet van capaciteit en voor een goede interne en externe informatie-uitwisseling. Uitgangspunten intern integraal veiligheidsteam: • De samenstelling van het team is gemeentelijk integraal (dus alle relevante, dus misschien wel alle afdelingen zijn hierin vertegenwoordigd). • De coördinator integrale veiligheid stuurt het veiligheidsteam aan. • Het team is ingebed in de organisatie van de gemeente Vlissingen. • Leden van het team hebben een mandaat vanuit hun betreffende afdeling. • Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de leden van het team zijn vastgesteld. • Om de slagvaardigheid van het team zo groot mogelijk te laten zijn, zal het team niet in een vergaderstructuur zijn georganiseerd, maar juist heel flexibel op ieder gewenst tijdstip acteren (telefonisch, e-mail, bilateraal). • Een gezamenlijke SMART doelstelling (op basis van het actieprogramma integrale veiligheid) is geformuleerd. • Werkafspraken zijn gemaakt en worden nagekomen (‘zeggen wat we doen, doen wat we zeggen’). Het intern integraal veiligheidsteam kan als volgt ingebed zijn in de organisatie:
Bestuurszaken
Samenleving
Coördinator IVB
• • • •
Figuur 1
• • • •
Veiligheidsteam OOV Burgerparticipatie Publiekszaken Maatschappelijke ontwikkeling Sociale zaken Ontwikkeling Milieu Beheer
16
Grondgebied
De feitelijke samenstelling van het interne veiligheidsteam is afhankelijk van de aard van het probleem. Er zullen veiligheidsproblemen zijn die de hele gemeente Vlissingen aangaan, maar er zullen ook problemen zijn die slechts het beleid van een aantal afdelingen zullen raken, waardoor het team van samenstelling kleiner zal zijn als hierboven staat aangegeven. Om het interne integrale veiligheidsteam slagvaardig en daadkrachtig te laten zijn en te laten blijven is het van belang om een meldpunt leefbaarheid en veiligheid (zie figuur 2) in te stellen. Bij het meldpunt kunnen burgers ( b.v. via website Vlissingen) zaken op het gebied van veiligheid –en leefbaarheid melden). Hierdoor kunnen zaken die niet integraal opgepakt dienen te worden al uitgezet en uitgevoerd worden zonder dat dit in het veiligheidsteam besproken hoeft te worden (overigens moeten deze punten dan wel binnen het actieprogramma de prioriteit hebben gekregen). En zaken die wel integraal (intern, dan wel extern) opgepakt moeten worden, komen dan in het veiligheidsteam terecht, zodat ze daar verder opgepakt kunnen worden. Activiteiten: • Het oprichten van een intern integraal veiligheidsteam • Het inbedden van het veiligheidsteam in de organisatie van de gemeente Vlissingen. • De noodzakelijkheid van de functie coördinator integrale veiligheid aangeven en positioneren en formaliseren in de organisatie van de gemeente Vlissingen. • Het benoemen van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden leden team. • Doelstelling opstellen (SMART). • Werkafspraken maken en nakomen (‘zeggen wat we doen, doen wat we zeggen’) • Meldpunt leefbaarheid en veiligheid ontwikkelen en positioneren ten op zichte van het veiligheidsteam. In het veiligheidsteam komen ook veiligheidsproblemen aan de orde die complexer van aard zijn en die een externe integrale aanpak vereisen. Naar aanleiding van beleidsprioriteiten uit het actieprogramma integrale veiligheid, informatie uit het interne veiligheidsteam (impliciet ook informatie uit burgerinitiatieven), maar ook informatie uit het openbare orde en veiligheidsoverleg2 en de lokale driehoek kunnen problemen gesignaleerd worden die een extern integrale aanpak vergen. Een voorbeeld zijn de bekende hangjongeren die overlast veroorzaken. Hierbij zijn meer partners nodig dan alleen het interne integrale veiligheidsteam.
Coördinator IVB
Meldpunt leefbaarheid –en veiligheid
Intern veiligheidsteam
Politie/ Justitie
Maatschappelijke organisatie
(semi) Overheids diensten
Extern veiligheidsteam
Figuur 2
2
Het openbare orde en veiligheidsoverleg is een overleg tussen burgemeester, brandweer, lokale politiechef en ambtenaar openbare orde en veiligheid. 17
De uitgangspunten zijn hetzelfde als bij het interne veiligheidsteam met daarbij de noot dat de gemeente Vlissingen de regie heeft en oppakt. Ook hier geldt: niet meer partners dan nodig is voor de aanpak van het specifieke probleem. Dus ook het externe veiligheidsteam wisselt van samenstelling en omvang. Een belangrijk hulpmiddel hierbij is het productenboek(groeiboek) wat onderdeel uitmaakt van het integraal veiligheidsbeleid. In het productenboek zal uiteindelijk per aanpak precies aangegeven staan wie welke bijdrage levert. Praktijkvoorbeeld veiligheidsteam De gemeente kan op verschillende niveaus een bijdrage aan de verbetering van de lokale veiligheid leveren, namelijk op het niveau van: Proactie - preventie – preparatie – repressie – nazorg. Het veiligheidsteam (intern en extern) komt met name in de repressiefase in actie. Het veiligheidsteam is dan gericht op de bestrijding van onveiligheid en verlening van hulp in acute noodsituaties. Het veiligheidsteam kan juist ook in de proactieve, preventieve en/ of preparatieve fase ingezet worden, maar dan treedt het adviserend op. Een praktisch voorbeeld: de verplaatsing van de HKPD is momenteel onderwerp van gesprek. Er is geen sprake van overlast of andere onveilige situaties, maar met het oog op de toekomst is het wel van belang om hierop vroegtijdig te anticiperen, zodat het veiligheidsteam (met relevante partners) adviserend kan optreden. Bij het opengaan van de nieuwe HKPD kunnen er overlastgevende situaties ontstaan, waardoor het veiligheidsteam interveniërend moet gaan optreden.
5.5 Evaluatie Informatie-analyse-doelstellingen-actie/werkafspraken-evaluatie Evalueren is van belang om doelstellingen te meten en door middel van verbeterpunten de probleemgerichte aanpak aan te passen, zodat deze blijft aansluiten bij wat de praktijk vraagt. Activiteiten: • De invoering van probleemgericht werken jaarlijks evalueren (zowel op het niveau van intern veiligheidsteam als op het niveau van extern veiligheidsteam) • Beleidsprioriteiten uit het actieprogramma periodiek evalueren zodat tussentijd bijsturing kan plaatsvinden.
18