Integraal Veiligheidsbeleid Gemeente Brielle

Integraal Veiligheidsbeleid 2012-2014 Gemeente Brielle Februari 2012

Colofon Integraal Veiligheidsbeleid 2012 – 2014 Uitgave Gemeente Brielle Stafafdeling Bestuurszaken en Middelen Bureau Bestuursondersteuning en Advisering Postbus 101 3230 AC Brielle Telefoon: 0181-471111 E-mail: [email protected] Website: www.brielle.nl

Brielle, februari 2012 Integraal Veiligheidsbeleid 2012-2014

2

Inhoudsopgave 1

Inleiding ...................................................................................................... 5 1.1

Aanleiding............................................................................................................. 5

1.2

Belangrijke ontwikkelingen sinds 2006 ..................................................................... 6

1.2.1

Wet veiligheidsregio's ...................................................................................... 6

1.2.2

Veiligheidshuis ................................................................................................ 6

1.2.3

Wet Tijdelijk Huisverbod .................................................................................. 7

1.2.4

Nieuwe politiewet ............................................................................................ 7

1.2.5

Nieuwe Drank- en Horecawet ........................................................................... 8

1.3

2

3

Methodische verantwoording ................................................................................... 8

Strategisch kader ....................................................................................... 10 2.1

Uitgangspunten .................................................................................................... 10

2.2

Strategische doelstellingen .................................................................................... 11

2.3

Prioriteiten ........................................................................................................... 11

Veiligheidsvelden ....................................................................................... 12 3.1

Veiligheidsveld 1: veilige woon- en leefomgeving ...................................................... 12

3.1.1

Vandalisme ................................................................................................... 12

3.1.2

Woninginbraken ............................................................................................. 13

3.1.3

Overlast Midden- en Oost Europeanen (MOE-landers) ......................................... 15

3.1.4

Overlast sekstoerisme Brielse Meer .................................................................. 15

3.1.5

Huiselijk geweld ............................................................................................. 16

3.1.6

Veelplegers ................................................................................................... 17

3.1.7

Subjectieve veiligheid ..................................................................................... 17

3.1.8

Financiën ...................................................................................................... 18

3.2

Veiligheidsveld 2: bedrijvigheid en veiligheid ............................................................ 19

3.2.1

Inbraken/overvallen in winkels/bedrijven/kantoren ............................................ 19

3.2.2

Horeca.......................................................................................................... 20

3.2.3

Evenementen ................................................................................................ 21

3.2.4

Financiën ...................................................................................................... 22

3.3

Veiligheidsveld 3: jeugd en veiligheid ...................................................................... 23

3.3.1

Alcohol- en drugsgebruik onder jongeren .......................................................... 23

3.3.2

Overlastgevende jeugdgroepen........................................................................ 24

3.3.3

Individuele probleemjongeren ......................................................................... 25

3.3.4

Veiligheid in en om school ............................................................................... 27

3.3.5

Financiën ...................................................................................................... 28

3.4

Veiligheidsveld 4: fysieke veiligheid ........................................................................ 29

3.4.1

Verkeersveiligheid .......................................................................................... 29

3.4.2

Brandveiligheid .............................................................................................. 30

3.4.3

Externe Veiligheid .......................................................................................... 31

3.4.4

Crisisbeheersing ............................................................................................ 31

3.4.5

Financiën ...................................................................................................... 32 Integraal Veiligheidsbeleid 2012-2014

3

3.5

4

Veiligheidsveld 5: integriteit en veiligheid ................................................................ 33

3.5.1

Georganiseerde criminaliteit ............................................................................ 33

3.5.2

Polarisatie en radicalisering ............................................................................. 34

3.5.3

Ambtelijke en bestuurlijke integriteit ................................................................ 34

3.5.4

Financiën ...................................................................................................... 35

Financiën ................................................................................................... 36

Bijlage 1

Partners ......................................................................................... 37

Bijlage 2

Afkortingenlijst .............................................................................. 38

Bijlage 3

Literatuuropgave............................................................................ 40

Integraal Veiligheidsbeleid 2012-2014

4

1

Inleiding

1.1

Aanleiding

De noodzaak voor het opstellen van de nota 'Integraal Veiligheidsbeleid 2012-2014' vindt zijn oorzaak in de volgende bevindingen: Nota Integraal Veiligheidsbeleid 2006-2010 Het huidige integraal veiligheidsbeleid is gestoeld op de 'Nota Integraal Veiligheidsbeleid 20062010'. De nota behelst een beleidskader tot 2011 en is gebaseerd op de veiligheidsanalyse en doelstellingen uit 2006. Door vele wetswijzigingen en veranderingen in de maatschappij is deze nota verouderd en sluit de nota niet meer volledig aan bij de veiligheidsvraagstukken van nu. Collegeprogramma 2010-2014 In 2010 is een nieuwe raad en een nieuw college van B&W aangetreden. Het college van B&W heeft in het collegeprogramma 2010-2014 nieuwe doelstellingen voor het thema openbare orde en veiligheid opgenomen. Deze doelstellingen wijken af van de oude doelstellingen waardoor de 'Nota Integraal Veiligheidsbeleid 2006-2010' niet meer aansluit op het huidige collegeprogramma. Regierol gemeenten Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft op 13 augustus 2010 het wetsvoorstel tot 'Wijziging van de Gemeentewet in verband met de versteviging van de regierol van de gemeente ten aanzien van het lokaal veiligheidsbeleid' gepubliceerd. Dit wetsvoorstel beoogt de regierol van gemeenten op het terrein van lokale veiligheid te verstevigen door middel van een tweetal maatregelen. Enerzijds wordt de gemeenteraad verplicht eens in de vier jaar een integraal veiligheidsbeleid vast te stellen. Het verplichte karakter onderstreept de legitimatie van de gemeente een beroep te doen op haar partners bij de totstandkoming van het beleid en bij de verdere uitvoering daarvan. Anderzijds wordt de zorgplicht voor de burgemeester ingevoerd. Deze inspanningsverplichting van de burgemeester zorgt er voor dat de ontwikkeling en de uitvoering van het lokale veiligheidsbeleid voortvarend wordt opgepakt. De burgemeester initieert en faciliteert betrokkenheid van zowel het gemeentelijk apparaat als andere partners bij het opstellen van het integraal veiligheidsbeleid. Het wetsvoorstel is samen met de Memorie van Toelichting en het advies van de Raad van State aan de Tweede Kamer aangeboden. De behandeling van het wetsvoorstel is in oktober 2011 door de Tweede kamer uitgesteld, vanwege de samenhang met het wetsvoorstel Politiewet. De verwachting is dat de Politiewet per 1 juli 2012 van kracht zal zijn, waarna het wetsvoorstel Regierol gemeenten behandeld zal kunnen worden.


5

1.2

Belangrijke ontwikkelingen sinds 2006

Sinds de vaststelling van het integraal veiligheidsbeleid 2006-2010 is er veel veranderd op het gebied van openbare orde en veiligheid. Hieronder staan de belangrijkste wijzigingen weergegeven. 1.2.1

Wet veiligheidsregio's

De Wet veiligheidsregio’s (Wvr) is begin 2010 aangenomen en is op 1 oktober 2010 in werking getreden. De nieuwe wet vervangt de Brandweerwet 1985, de Wet geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen (Wghor) en de Wet rampen en zware ongevallen (Wrzo). In de wet zijn onder meer de bestuurlijke inbedding en de basisvereisten voor de organisatie van de hulpverleningsdiensten opgenomen, welke taken het bestuur van een veiligheidsregio heeft en wat de minimumeisen zijn voor hulpverleners als de regionale brandweer en geneeskundige diensten en het materieel dat ze gebruiken. Nederland is opgedeeld in 25 veiligheidsregio's waarin de brandweer, de Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR), de politie en gemeenten samenwerken om te zorgen voor een effectieve voorbereiding op en bestrijding van crises en rampen. Gemeente Brielle maakt deel uit van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond. 1.2.2

Veiligheidshuis

Het Veiligheidshuis is een samenwerkingsverband tussen verschillende veiligheidspartners, gericht op een integrale, probleemgeoriënteerde aanpak van criminaliteit en het bevorderen van sociale veiligheid. Sommige veiligheidshuizen ontwikkelen zich tot een breed interventiemodel met zowel een persoonsgerichte, groepsgerichte als gebiedsgerichte oriëntatie. De interventies die worden ingezet, zijn (wanneer nodig) gebaseerd op een combinatie van strafrecht, zorg, toezicht en bestuursrechtelijke handhaving. In dit type Veiligheidshuis staat het netwerk voorop en is men in staat om in te spelen op actuele problemen. Het probleem is leidend bij de keuze van de samenwerkingspartners en de noodzakelijke interventies. Daarnaast heeft het netwerk binnen het Veiligheidshuis in sommige gevallen ook een meer tactisch karakter, aangezien voor specifieke probleemgebieden actieplannen worden opgesteld. In deze actieplannen worden persoonsgebonden en domeingebonden interventies beschreven en aan de betrokken partners toebedeeld. Op deze wijze worden er voor criminaliteits- en veiligheidsproblemen integrale interventies ontwikkeld en geïmplementeerd. Er is in dat opzicht sprake van ‘intelligent interventiemanagement’. Het Veiligheidshuis blijft voorts in eerste instantie een operationeel platform, werkend met persoonsgerichte en/of systeemgerichte aanpak. De gebiedsgerichte aanpak zal gericht zijn op personen of groepen van personen. Het gaat om casuïstiek op de persoon gericht en wel op personen die in die probleemwijken misdrijven/overtredingen plegen. Het Veiligheidshuis is zich hiermee aan het ontwikkelen tot één van de belangrijkste hulpmiddelen voor het lokaal (integraal) veiligheidsbeleid. De justitieketen voert niet langer de boventoon. Het Openbaar Ministerie (OM) behoudt weliswaar haar regierol over de justitiële keten, maar deze keten vormt nu één onderdeel van het integraal veiligheidsbeleid. Essentieel in deze nieuwe


6

verhouding tussen het OM en de gemeenten, is dat ook met de politie afspraken kunnen worden gemaakt over een gebiedsgebonden aanpak. De regierol wordt gedeeld met de gemeenten. In het district de Eilanden heeft de werkgroep Veiligheidshuis de Eilanden in beginsel de contouren verkend voor een fysiek Veiligheidshuis op de eilanden. Later is dit, gezien de regionale ontwikkelingen, gewijzigd naar het invullen van het regionaal model. Vervolgens heeft er een inventarisatie plaatsgevonden van de lokale zorgnetwerken en van de problematiek, uitgesplitst in de doelgroepen: Veelplegers, Huiselijk Geweld en Jeugd. Inmiddels is het Veiligheidshuis gestart met het casusoverleg veelplegers. Als overleglocatie wordt het politiebureau in Spijkenisse gebruikt. 1.2.3

Wet Tijdelijk Huisverbod

De Wet Tijdelijk Huisverbod (WTH) is per 1 januari 2009 in werking getreden. De WTH biedt de burgemeester de mogelijkheid om een tijdelijk huisverbod op te leggen aan meerderjarige personen van wie een onmiddellijke en ernstige dreiging van huiselijk geweld uitgaat naar de huisgenoten. De gehele veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond is per 1 januari 2009 gestart met het uitvoeren van de WTH. Het huisverbod geldt in beginsel voor tien dagen waarbij de uithuisgeplaatste zijn of haar woning niet meer mag betreden en geen contact mag onderhouden met de achterblijvers (veelal partner en kinderen). Afhankelijk van de situatie kan de burgemeester het huisverbod verlengen tot maximaal 28 dagen (gedurende de gehele periode van het huisverbod kan een huisverbod ook worden ingetrokken). Het huisverbod kan ook opgelegd worden bij kindermishandeling of een ernstige dreiging daarvan. Het huisverbod creëert een afkoelingsperiode, waarborgt de veiligheid voor de achterblijver(s) en is gekoppeld aan een hulpverleningstraject voor alle betrokkenen. Doel van de maatregel is het stoppen van huiselijk geweld en het voorkomen van verder huiselijk geweld. Huiselijk geweld is het meest voorkomende geweldsdelict in Nederland. 1.2.4

Nieuwe politiewet

Sinds de vorming van het kabinet 'Rutte' wordt er gesproken over een nieuwe politiewet. De minister van Veiligheid en Justitie wilde de wet in eerste instantie per 1 januari 2012 invoeren. Deze datum is echter niet gehaald. Op maandag 28 november 2011 heeft er een wetgevingsoverleg in de Tweede Kamer plaatsgevonden over de invoering van de nieuwe politiewet. Er zijn diverse moties en amendementen ingediend. De Tweede Kamer heeft uiteindelijk op 6 december 2011 ingestemd met het wetsvoorstel. De Eerste Kamer zal het wetsvoorstel vervolgens in het eerste kwartaal van 2012 behandelen. De invoering van de nieuwe politiewet heeft als meest ingrijpende gevolg dat er een nationale politie gevormd zal worden. Als de nationale politie een feit is, gaan de 25 regiokorpsen op in één landelijke politieregio die zal bestaan uit tien kleinere gebieden. Voor het korps RotterdamRijnmond, waar de gemeente Brielle onder valt, betekent dit een fusie met het korps Zuid-HollandZuid. Het is de bedoeling dat het landelijke politiekorps onder de directe verantwoordelijkheid van de minister van Veiligheid en Justitie valt. De minister is systeemverantwoordelijk en schept de Integraal Veiligheidsbeleid 2012-2014

7

noodzakelijke randvoorwaarden. De burgemeester blijft daadwerkelijk invulling kunnen geven aan haar gezag. De politie werkt in ondergeschiktheid aan dit gezag. Verder zullen specialistische teams van de politie anders verspreid worden over de gemeenten in Nederland, zodat er sneller opgetreden kan worden. Hiernaast komt er een wijziging in de zogeheten informatie-organisatie voor een betere spreiding van kennis binnen de politie. 1.2.5

Nieuwe Drank- en Horecawet

De belangrijkste verandering is dat het toezicht op de naleving van de wet geheel bij de gemeente komt te liggen. Er komt zo meer lokale grip omdat er bevoegdheden bij komen in de sfeer van regelgeving en handhaving. De doelstelling van de Drank- en Horecawet is het voorkomen van gezondheidsschade en verstoring van de openbare orde door alcoholgebruik. De wet wordt aangescherpt om drankmisbruik door jongeren beter aan te kunnen pakken. Zo worden bijvoorbeeld jongeren onder de zestien jaar door de nieuwe wet nu ook zelf strafbaar als ze in de kroeg alcohol drinken. Op 1 januari 2008 is een landelijke pilot gestart om de wijzigingen van de Drank- en Horecawet bij enkele gemeenten uit te testen. Gemeente Brielle neemt deel aan deze pilot en voldoet daarmee aan de nieuwe Drank- en Horecawet. De ervaringen tot nu toe zijn positief. De Tweede Kamer is in 2011 akkoord gegaan met de nieuwe Drank- en Horecawet. De Eerste Kamer heeft de wet in behandeling genomen. Als de Eerste Kamer akkoord gaat met de wijzigingen zullen deze ingaan per 1 juli 2012.

1.3

Methodische verantwoording

Integraal veiligheidsbeleid is beleid dat alle veiligheidsvelden bestrijkt en deze facetten van veiligheid bijeen brengt in één beleidsnota, waarbij alle partners in veiligheid gezamenlijk proberen te komen tot een veiligere samenleving. Het komen tot een volledig integraal veiligheidsbeleid is een uitgebreid proces. De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft in samenwerking met adviesbureau BMC en het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) de methode Kernbeleid Veiligheid ontwikkeld als handreiking voor gemeenten bij het opstellen van een integraal veiligheidsbeleid. De methode Kernbeleid Veiligheid is de leidraad voor de totstandkoming van het Integraal Veiligheidsbeleid 2012-2014 voor de gemeente Brielle. Kernbeleid Veiligheid helpt gemeenten bij het opstellen van een strategische visie, het selecteren van prioriteiten, het coördineren van de samenwerking met ketenpartners en geeft richtlijnen voor de organisatorische borging van het beleid. Daarnaast wordt in een uitvoeringsplan de hoofdlijnen van beleid vertaald in concrete acties, taakverdeling en termijnen. Het centrale onderdeel van de methode is een stappenplan dat bestaat uit de volgende onderdelen: 1. opstart (startnotitie, samenstelling werkgroep, startbijeenkomst); 2. veiligheidsanalyse; 3. prioritering; 4. opstellen van het veiligheidsbeleid; 5. opstellen van het uitvoeringsplan; 6. van beleid naar uitvoering.


8

Het begrip integrale veiligheid is zeer omvangrijk. Binnen de methode Kernbeleid Veiligheid is dit begrip opgedeeld in vijf veiligheidsvelden die elk bestaan uit een aantal veiligheidsthema's. Aan de hand van deze veiligheidsvelden is het Integraal Veiligheidsbeleid 2012-2014 opgesteld. De veiligheidsvelden zijn: 1. Veilige woon- en leefomgeving (sociale kwaliteit, fysieke kwaliteit, objectieve veiligheid en subjectieve veiligheid). 2. Bedrijvigheid en veiligheid (bedrijventerreinen, uitgaan, evenementen en toerisme) 3. Jeugd en veiligheid (overlastgevende jeugd, criminele jeugd, alcohol/drugs en veilig in en om de school). 4. Fysieke veiligheid (verkeersveiligheid, brandveiligheid, externe veiligheid en rampenbestrijding). 5. Integriteit en veiligheid (polarisatie en radicalisering, georganiseerde criminaliteit en ambtelijke/bestuurlijke integriteit).


9

2

Strategisch kader

In dit hoofdstuk wordt het strategische kader uitgewerkt waarbinnen het integraal veiligheidsbeleid is opgesteld. Onderwerpen die behandeld worden zijn de uitgangspunten, strategische doelstellingen en prioriteiten.

2.1

Uitgangspunten

Bij het opstellen en uitvoeren van het integraal veiligheidsbeleid worden de volgende uitgangspunten gehanteerd: 1. Regierol gemeente. De gemeente voert de regie over het integrale veiligheidsbeleid. De uitvoering is een opgave voor vele partners, zowel intern als extern. Binnen de gemeente Brielle ligt deze regie bij de afdeling bestuursondersteuning en -advisering. De uitvoering spreidt zich echter uit over alle beleidsvelden. 2. Beleidvorming en -uitvoering wordt integraal opgepakt. De verantwoordelijkheid van veiligheid ligt niet alleen bij de gemeente. Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de gemeente en nog vele andere partners. Veiligheid is een coproductie van meerdere partijen en waar mogelijk zijn andere partijen bij de totstandkoming van het veiligheidsbeleid betrokken zoals de politie en de brandweer. 3. De eigen verantwoordelijkheid van de burger staat voorop en wordt gestimuleerd. Van alle veiligheidspartners is de burger de partner die het verschil kan maken, individueel maar zeker ook in groepsverband. Door veel en duidelijk te communiceren wordt de burger gewezen op wat hij/zij kan doen om de eigen veiligheid en die van de gemeente als geheel te promoten en te waarborgen. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om voorlichting over inbraakmaatregelen, het doen van aangifte en het signaleren van strafbare feiten. De bewoners van de gemeente Brielle zijn door middel van het burgerpanel betrokken bij het samenstellen van de prioriteiten van het veiligheidsbeleid. 4. Er wordt nauw samengewerkt met de gemeenten op Voorne-Putten. Vele vraagstukken die betrekking hebben op openbare orde en veiligheid gaan verder dan de eigen gemeentegrenzen. Er dient daarom voortdurend afstemming met de andere gemeenten van Voorne-Putten plaats te vinden. Hierbij kan gedacht worden aan de crisisbeheersing. Verder kan een beleidslijn van een gemeente invloed hebben op de veiligheid in buurgemeenten. Als er bijvoorbeeld een streng beleid in de gemeente Brielle op het gebied van vandalisme gevolgd wordt, kan dit leiden tot een waterbedeffect bij de omliggende gemeenten. 5. Er is blijvende aandacht voor actuele ontwikkelingen. Openbare orde en veiligheid is een beleidsveld waarbinnen voortdurend nieuwe ontwikkelingen te vinden zijn. Dit komt onder andere door nieuwe vormen van criminaliteit en nieuwe projecten die door de rijksoverheid worden geïnitieerd. Integraal Veiligheidsbeleid 2012-2014

10

2.2

Strategische doelstellingen

In het collegeprogramma 2010-2014 zijn door het college van B&W voor het thema openbare orde en veiligheid de volgende doelstellingen opgesteld:

•

Het actief wegnemen van onveilige situaties Toelichting: Er wordt snel gereageerd op elementen die van invloed zijn op de veiligheidsbeleving. Waar de leefbaarheid onder druk staat, wordt ingezet op een gebiedsgerichte aanpak. Crisisbeheersing heeft een belangrijke rol binnen de gehele organisatie.

•

Het bevorderen van de fysieke en sociale veiligheid Toelichting: Veiligheid en veiligheidsbeleving zijn randvoorwaarden voor de leefbaarheid binnen de gemeente. De Wet maatschappelijke ondersteuning legt een specifieke verantwoordelijkheid bij gemeenten met betrekking tot het voorkomen van dakloosheid, de aanpak van huiselijk geweld, alsmede het bevorderen van verslavingspreventie.

•

Een strenge aanpak van vandalisme en criminaliteit door middel van preventie, repressie en handhaving Toelichting: Het gevoel van onveiligheid wordt vooral beïnvloed door overlast, vandalisme en gebrek aan handhaving. Een preventieve aanpak kan veel overlast voorkomen, wat een positief effect op de veiligheidsbeleving heeft. Een sluitende aanpak m.b.t. jongeren zorgt dat dreigende problemen snel worden gesignaleerd en aangepakt. Niet alleen de aandacht voor de totale leefsituatie van de jongeren, maar ook van andere kwetsbare groepen is van groot belang.

2.3

Prioriteiten

In het tweede halfjaar van 2011 heeft er een veiligheidsanalyse van de gemeente Brielle plaatsgevonden. De veiligheidsanalyse geeft weer wat de belangrijkste huidige veiligheidsvraagstukken in de gemeente Brielle zijn en welk beleid nu wordt gevoerd op het gebied van openbare orde en veiligheid. De veiligheidsanalyse is samengesteld met verschillende partners waaronder de politie, brandweer en verschillende afdelingen van de gemeente. Ook zijn de bewoners betrokken bij het opstellen van de veiligheidsanalyse door middel van het burgerpanel. Het uiteindelijke doel van de veiligheidsanalyse is, naast inzicht krijgen in de belangrijkste veiligheidsvraagstukken, komen tot de prioriteiten voor de komende jaren. De Raad heeft zes veiligheidsprioriteiten op 10 januari 2012 vastgesteld. Het betreft de volgende prioriteiten in willekeurige volgorde: •

Huidig beleid omtrent vandalismegerelateerde vernielingen en afspraken tussen gemeente en politie evalueren en borgen.

•

Terugdringen van het aantal inbraken in woningen.

•

Terugdringen van overlast veroorzaakt door MOE-landers.

•

Terugdringen van het aantal inbraken/overvallen in winkels/bedrijven/kantoren.

•

Terugdringen van alcoholen drugsgebruik onder jongeren.

•

Terugdringen van drugshandel.


11

3

Veiligheidsvelden

In dit hoofdstuk wordt per veiligheidsveld aangegeven welke thema's belangrijk zijn voor de gemeente Brielle. Per thema wordt aangegeven welke activiteiten nu worden uitgevoerd en welke activiteiten eventueel aanvullend worden ingezet in de jaren 2012-2014. De prioriteiten genoemd in paragraaf 2.3 zijn als eerste thema's onder het betreffende veiligheidsveld uitgewerkt.

3.1

Veiligheidsveld 1: veilige woon- en leefomgeving

Het thema veilige woon- en leefomgeving bundelt veiligheidsthema’s die direct met de alledaagse kwaliteit van wonen en leven in buurten en wijken te maken hebben. Thema’s zijn bijvoorbeeld vandalisme, woninginbraken en huiselijk geweld. De onveiligheid binnen dit veld heeft een heel herkenbaar karakter. Het gaat om verschijnselen waar iedereen mee te maken kan krijgen en die o.a. in de veiligheidsrapportages worden gemeten. 3.1.1

Vandalisme

De maatschappelijke impact van vandalisme is groot. Het kan onder andere leiden tot verpaupering van de openbare ruimte, aantasting van het woongenot van burgers en het herstel van de schade brengt enorme kosten met zich mee. Door de grote maatschappelijke impact beïnvloedt de mate van vandalisme binnen een gemeente sterk de subjectieve veiligheid. De afgelopen jaren heeft de gemeente veel geïnvesteerd in het terugdringen van vandalisme met als resultaat dat vandalisme aan vooral gemeentelijke objecten sterk is afgenomen. Om de investeringen van voorgaande jaren goed te kunnen borgen, zal de komende jaren meer aandacht zijn voor het evalueren en borgen van het huidige beleid. Lopende activiteiten: •

'Schoon, heel en veilig'

Voortzetting project 'Schoon, heel en veilig'. Deze taak wordt uitgevoerd door ambtenaren van de buitendienst en de gemeente is met het Sociaal Werkvoorzieningsschap "De Welplaat" overeengekomen, dat deze instelling ook personeel inzet voor het structureel en systematisch schoonhouden van de wijken. •

Graffitibeleid

In 2008 is het graffitibeleid vastgesteld. Hierin staat beschreven hoe de preventie, repressie en handhaving rondom graffiti wordt aangepakt. - Graffiti wordt binnen drie dagen verwijderd. - Racistische teksten worden binnen 24 uur verwijderd en de politie stelt een onderzoek in. - De schoonmaakkosten van graffiti worden verhaald op de dader indien deze bekend is. •

Verhalen vandalismegerelateerde schade

In 2011 is de procedure verhalen vandalismegerelateerde schade opgesteld met als doel zo effectief mogelijk schade te verhalen op de dader als deze bekend is.


12

•

De bestuurlijke strafbeschikking is ingevoerd en kan worden toegepast.

•

Er wordt een handhavingsbeleid opgesteld door de afdelingen VROM en BOA van de gemeente.

•

Eén keer per jaar wordt een wijkschouw georganiseerd.

•

Klachten en meldingen

Klachten en meldingen kunnen bewoners doorgeven aan de gemeente via het SIMmeldingensysteem. Elke melding wordt gekoppeld aan de ambtenaar met de benodigde expertise. Er wordt gestreefd om 80% van alle meldingen binnen de gestelde termijn af te handelen. Elke maand wordt het MT geïnformeerd over de voortgang van deze meldingen. •

Jaarwisseling

Enkele maanden voor de jaarwisseling vinden er overleggen plaats met de politie, brandweer, jongerenwerk en verschillende afdelingen van de gemeente. Tijdens deze overleggen worden er concrete afspraken gemaakt en wordt er een maatregelenplan opgesteld. De afspraken hebben betrekking op het beperken van vandalisme en het handhaven van de openbare orde tijdens de jaarwisseling. Nieuwe activiteiten: •

Bij toename van het aantal vandalismegerelateerde vernielingen zal extra toezicht en handhaving worden gerealiseerd.

3.1.2

Woninginbraken

Veilig wonen is een gezamenlijke inspanning. Bewoners en woningbouwverenigingen kunnen hieraan een bijdrage leveren door hun eigen huizen veiliger te laten maken (met behulp van hangen sluitwerk, rookmelders en buitenverlichting). Hiernaast kan de gemeente zorgen voor preventieve maatregelen buiten het huis (zoals voldoende straatverlichting, terugsnoeien van de groenvoorziening en schoonhouden van de wijk). In gemeente Brielle is in 2011 een sterke stijging van woninginbraken waarneembaar. Deze stijging is op heel Voorne-Putten waargenomen. De politie heeft een projectleider aangesteld om ten behoeve van preventie van woninginbraken maatregelen te treffen. De gemeente Brielle heeft in samenwerking met gemeente Westvoorne en de politie een preventiefolder voor woninginbraken rondgestuurd naar alle bewoners van beide gemeenten. Lopende activiteiten: •

Eén keer per jaar schouwen van gemeentelijke accommodaties.

•

Indien nodig kan een wijkagent een wijktafel organiseren. Integraal Veiligheidsbeleid 2012-2014

13

•

Politiekeurmerk Veilig Wonen

Om het aantal woninginbraken terug te dringen is op landelijk niveau het Politiekeurmerk Veilig Wonen (hierna PKVW) in het leven geroepen. Een woning die voldoet aan dit keurmerk heeft 95% minder kans op inbraak dan een woning die hier niet aan voldoet. De effecten van het Politiekeurmerk Veilig Wonen zijn zo duidelijk aangetoond dat het kabinet het keurmerk aanbeveelt in de nota ‘Naar een veiliger samenleving’. Het kabinet stelt in deze nota onder andere dat vanaf 2004 alle nieuw te bouwen woningen en woningen die worden gerenoveerd moeten voldoen aan het keurmerk veilig wonen. Bij nieuwbouwplannen wordt gevraagd aan de projectontwikkelaar of het PKVW wordt meegenomen in de nieuwbouwplannen. De gemeente kan de projectontwikkelaar hiertoe niet verplichten (artikel 122 Woningwet). Nieuwe activiteiten: •


Het aantal gecertificeerde woningen met het PKVW neemt langzaam toe. Als meer woningen het certificaat PKVW krijgen, kan dit bijdragen aan het dalen van het aantal inbraken. Er moet extra aandacht worden gegeven aan het PKVW. Van bewoners mag worden verwacht dat zij zelf initiatief nemen om voor hun woning het certificaat veilige woning te verkrijgen. In de praktijk blijken bewoners niet altijd bereid om zelf preventieve maatregelen te nemen. De gemeente zal de eigen verantwoordelijkheid van de bewoners moeten benadrukken en hen regelmatig herinneren via berichten in het Briels Nieuwsland, op de website of tijdens wijkavonden. •

Voorlichting

Onder regie van de gemeente voorlichtingsbijeenkomsten voor bewoners organiseren met als onderwerp 'preventie van inbraken en overvallen'. Voor een dergelijke bijeenkomst kunnen experts worden uitgenodigd van bijvoorbeeld de politie. •

Aanpak van onveilige plekken

Voorkomen en aanpakken van onveilige plaatsen en situaties, gesignaleerd door de bijzondere opsporingsambtenaren (boa’s) en de politie, door plaatsen van voldoende verlichting, terugsnoeien van de groenvoorziening, schoonhouden van de wijk en eventuele andere maatregelen. •

Burgernet

Met 'Burgernet' kan de politie het publiek vragen te helpen bij een zoekactie naar een verdachte, een voertuig of een vermist persoon. De politie stuurt deelnemers binnen een bepaalde straal een spraakbericht of sms. Hen wordt gevraagd uit te kijken naar een verdacht of vermist persoon of voertuig. Als mensen, die het bericht hebben gekregen, iets zien of horen dat interessant is voor de politie, bellen zij direct naar een gratis telefoonnummer. Zo kan de politie gerichter en sneller Integraal Veiligheidsbeleid 2012-2014

14

zoeken. Na afloop van de zoekactie krijgen alle deelnemers een bericht met informatie over het resultaat. In de gemeente Spijkenisse en Vlaardingen is in 2011 een pilot over 'Burgernet' met succes afgerond. Vanaf begin 2012 zal een verdere uitrol van 'Burgernet' binnen de regio Rotterdam-Rijnmond plaatsvinden. Gemeente Brielle werkt mee aan deze uitrol. 3.1.3

Overlast Midden- en Oost Europeanen (MOE-landers)

Het valt de politie op dat vooral veel MOE-landers betrokken zijn bij mishandelingen en ruzie/vechtpartijen. Beide vormen van geweld gaan vaak gepaard met drugs- en drankgebruik. Het drankgebruik onder MOE-landers is hoog. Naast de overlast die in de horeca wordt veroorzaakt wordt er ook regelmatig overlast, veroorzaakt door MOE-landers, in de woonwijken geconstateerd. Er is sprake van illegale bewoning door MOE-landers (grote aantallen personen in woningen die daar niet geschikt voor zijn waardoor onder andere de brandveiligheid in het geding komt). Dit is in strijdt met het gebruiksbesluit en het bestemmingsplan. Lopende activiteiten: •

Bemiddeling

Als er meldingen van overlast van MOE-landers bij de gemeente binnenkomen, bemiddelt de gemeente bij het komen tot afspraken om de overlast te verminderen of weg te nemen. Nieuwe activiteiten: •

Beleid overlast MOE-landers

Er wordt integraal beleid ontwikkeld om de overlast veroorzaakt door MOE-landers te verminderen. Hierbij moet gedacht worden aan voorlichting over de wetgeving in Nederland en in gemeente Brielle, het opstellen van een procesomschrijving over de wijze waarop de gemeente om moet gaan met overlastmeldingen en het uitvoeren van controles door Bouw- en Woningtoezicht en de brandweer. 3.1.4

Overlast sekstoerisme Brielse Meer

De afgelopen jaren wordt regelmatig overlast van sekstoerisme bij het Brielse Meer geconstateerd. In 2010 en 2011 is het aantal meldingen van overlast toegenomen. De overlast door sekstoerisme kan nadelige gevolgen hebben op de mate van bezoek van toeristen aan het naaktrecreatiegebied en bezoekers van de nabij gelegen scouting. Lopende activiteiten: •

Jaarlijks vindt er een afstemmingsoverleg plaats met de gemeente, politie en de Groenservice Zuid-Holland (GZH)

•

Extra controle door politie, toezichthouders van de gemeente en van de GZH

•

De GZH initieert preventieve maatregelen Integraal Veiligheidsbeleid 2012-2014

15

Nieuwe activiteiten: Op het beleidsterrein overlast sekstoerisme Brielse Meer zijn geen nieuwe activiteiten te melden. 3.1.5

Huiselijk geweld

Huiselijk geweld is geweld gepleegd door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer. Het woord 'huiselijk' zegt niets over de plaats van het geweld, maar over de relatie tussen pleger en slachtoffer. Huiselijk geweld kan dus zowel binnenshuis als buitenshuis plaatsvinden. Uit onderzoek is gebleken dat 45% van de Nederlandse bevolking ooit te maken heeft gehad met aanhoudend huiselijk geweld. Huiselijk geweld komt in alle lagen van de bevolking en binnen alle culturele groeperingen voor. Lopende activiteiten: •

Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld (ASHG)

Het ASHG is een advies- en meldpunt voor burgers en professionals, is zeven dagen per week 24 uur per dag bereikbaar en werkt daarbij nauw samen met partners als Vrouwenopvang Arosa, Politie, Reclassering, het Crisisinterventieteam van Bureau Jeugdzorg en het Crisis Interventie Team Huisverbod van het Centrum voor Dienstverlening. Als iemand een vermoeden heeft van huiselijk geweld bij iemand in zijn/haar omgeving kan contact worden gezocht met het ASHG. Het ASHG kan helpen bij het oplossen van het mogelijke huiselijk geweld en erger voorkomen. Het ASHG, bedoeld voor bewoners van Voorne-Putten en Goeree-Overflakkee, is gevestigd in Spijkenisse. •

Lokaal Team Huiselijk Geweld (LTHG)

Het LTHG is een samenwerkingsverband van hulp- en dienstverlenende organisaties op gemeenteniveau, gespecialiseerd in de aanpak van huiselijk geweld. In het LTHG werken stedelijke en lokale partijen samen om hulp te verlenen aan gezinnen die te maken hebben met huiselijk geweld. Binnen de LTHG’s worden meldingen van huiselijk geweld van de betreffende gemeente geïnventariseerd en wordt een gezamenlijk plan van aanpak opgesteld. Vervolgens worden acties op elkaar afgestemd en in gang gezet. De samenhangende aanpak binnen de LTHG’s maakt het mogelijk om het huiselijk geweld in een zo vroeg mogelijk stadium te stoppen, voor het hele cliëntsysteem hulp in te zetten en herhaling van het geweld te voorkomen. ‘Eenvoudige’ (advies/verwijs-) zaken worden door het ASHG afgehandeld. De meer complexe casuïstiek wordt in overleg met de desbetreffende coördinator overgedragen aan het LTHG of bijvoorbeeld het LZN. •

Tijdelijk huisverbod

Per 1 januari 2009 is de Wet Tijdelijk Huisverbod (WTH) in werking getreden. De WTH biedt de burgemeester de mogelijkheid om een tijdelijk huisverbod op te leggen aan meerderjarige personen van wie een onmiddellijke en ernstige dreiging van huiselijk geweld uitgaat naar de huisgenoten. Alle gemeenten binnen Rotterdam-Rijnmond zijn per 1 januari 2009 meteen gestart met het uitvoeren van de WTH. In 2011 zijn in gemeente Brielle drie tijdelijk huisverboden opgelegd. Integraal Veiligheidsbeleid 2012-2014

16

Nieuwe activiteiten: •

Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling

Het wetsvoorstel voor het verplichte gebruik van de meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling is op 28 oktober 2011 aangeboden aan de Tweede Kamer. Staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten (ministerie van VWS) heeft het wetsvoorstel voorbereid, minister Opstelten (ministerie van Veiligheid en Justitie) is medeondertekenaar. De meldcode is een 5-stappenplan waarin staat hoe professionals uit de sectoren onderwijs, kinderopvang, jeugdzorg, maatschappelijke ondersteuning (thuiszorgorganisaties) en justitie en politie, moeten omgaan met het signaleren en melden van huiselijk geweld en kindermishandeling. In opdracht van de gemeenten Bernisse, Brielle, Hellevoetsluis, Spijkenisse en Westvoorne ondersteunt de GGD RR in de eerste helft van 2012 de gemeenten bij het implementeren van de meldcode in de regio Voorne-Putten. 3.1.6

Veelplegers

Een veelpleger is iemand die meer dan 10 keer een proces-verbaal heeft gekregen voor een misdrijf, waarvan minimaal 1 in de laatste 2 jaar. Veelplegers komen vaak met de politie in aanraking en zijn verantwoordelijk voor een groot deel van de criminaliteit in Nederland. De rechter kan deze mensen, die veel overlast veroorzaken, voor maximaal 2 jaar laten opsluiten in een inrichting voor stelselmatige daders Lopende activiteiten: •

Regionaal Veiligheidshuis

In paragraaf 1.2.2 wordt een beschrijving gegeven van het Veiligheidshuis. Eind 2011 is een regionaal Veiligheidshuis geopend, waarbij Spijkenisse is aangewezen als overleglocatie waar ook gemeente Brielle haar casussen kan bespreken. Nieuwe activiteiten: Op het beleidsterrein veelplegers zijn geen nieuwe activiteiten te melden. 3.1.7

Subjectieve veiligheid

Onder subjectieve veiligheid wordt het veiligheidsgevoel van de inwoners van de gemeente Brielle bedoeld. Hoe veilig voelt men zich binnen de gemeente. De cijfers van de politie geven een beeld van het aantal misdrijven en incidenten in de gemeente, maar kunnen geen beeld geven over hoe de inwoners van gemeente Brielle de veiligheid in de gemeente ervaren. Om het veiligheidsbeleid beter op de wensen van de inwoners af te kunnen stemmen is inzicht in de subjectieve veiligheid een belangrijk gegeven.


17

Lopende activiteiten: •

Integrale Veiligheidsmonitor

Gemeente Brielle heeft in 2006, 2008 en 2010 deelgenomen aan de Veiligheidsrapportage Rotterdam-Rijnmond. De objectieve cijfers die deel uitmaken van deze rapportages worden door de politie aangeleverd. De subjectieve cijfers worden in kaart gebracht door de integrale veiligheidsmonitor. De integrale veiligheidsmonitor geeft onder andere aandacht aan buurtproblemen, aangiftegedrag, het functioneren van de politie en het gemeentelijk veiligheidsbeleid. Met de integrale veiligheidsmonitor worden op eenduidige wijze cijfers verkregen over de (beleving van) veiligheid op zowel landelijk, regionaal als (beneden)lokaal niveau. De Veiligheidsrapportage Rotterdam-Rijnmond en dus ook de integrale veiligheidsmonitor dienen als belangrijke input voor de veiligheidsanalyse en het integraal veiligheidsbeleid van de gemeente Brielle. De gemeente Brielle neemt ook deel aan de Veiligheidsrapportage Rotterdam-Rijnmond in 2012 en 2014. Nieuwe activiteiten: Op het beleidsveld subjectieve veiligheid zijn geen nieuwe activiteiten te melden. 3.1.8

Financiën

Veiligheidsveld 1: veilige woon- en leefomgeving

2012

2013

2014

Lopende activiteiten 3.1.1 Schoon, heel en veilig

54.000

54.000

54.000

-14.020

-14.020

-14.020

3.1.5 Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld (ASHG)

PM

PM

PM

3.1.5 Lokaal Team Huiselijk Geweld (LTHG)

PM

PM

PM

3.1.5 Tijdelijk huisverbod

11.986

11.986

11.986

3.1.7 Integrale Veiligheidsmonitor

11.835

0

11.835

3.1.2 Politiekeurmerk Veilig Wonen

2.000

2.000

2.000

3.1.2 Voorlichting

2.000

2.000

2.000

3.1.2 Burgernet

3.000

4.000

4.000

3.1.3 Beleid overlast MOE-landers

2.000

2.000

2.000

PM

PM

PM

72.801

61.966

73.801

3.1.1 Bijdrage van derden schoon, heel en veilig

Nieuwe activiteiten

3.1.5 Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling Totaal


18

3.2

Veiligheidsveld 2: bedrijvigheid en veiligheid

Onder bedrijvigheid wordt zowel het winkelgebied als bedrijventerreinen verstaan. In het winkelgebied kunnen zich verschillende vormen van onveiligheid voordoen. Het gaat daar bijvoorbeeld om winkeldiefstal en zakkenrollerij maar ook om jongerenoverlast, vernielingen, fietsen en bromfietsen in voetgangersgebied en de mate van brandveiligheid van de gebouwen (voldoet het gebouw aan het bouwbesluit 2012). Daarnaast kunnen zwerfvuil en andere tekenen van verloedering tot subjectieve onveiligheid (onveiligheidsgevoelens) leiden. Onveiligheid op bedrijventerreinen kent eveneens zowel sociale (gericht op de maatschappij) als fysieke (gericht op de tastbare omgeving) aspecten: bedrijfsinbraak, diefstal en vernieling aan de ene kant en aan de andere kant inrichting en onderhoud van de terreinen, verkeersveiligheid en brandveiligheid (‘externe veiligheid’ ofwel veiligheid rond inrichtingen en vervoer gevaarlijke stoffen wordt apart behandeld onder veiligheidsveld 'fysieke veiligheid'). 3.2.1

Inbraken/overvallen in winkels/bedrijven/kantoren

Een inbraak of overval op een winkel of bedrijf heeft verschillende negatieve gevolgen. Allereerst zijn er negatieve financiële, geestelijke en soms ook fysieke gevolgen voor de eigenaar zelf. Vervolgens nemen de onveiligheidsgevoelens onder ondernemers toe en wordt een bepaald gebied minder aantrekkelijk voor ondernemers om zich te vestigen. Momenteel is er sprake van een sterke stijging van zowel diefstal als inbraken in winkels, bedrijven en kantoren. Lopende activiteiten: •

Actieprogramma overvallen

Er is een gemeentelijk actieprogramma overvallen voor het district de Eilanden opgesteld. Alle gemeenten volgen dit actieprogramma. Dit gaat in overleg met alle gemeenten van het district en de politie. •

Voorlichting

Op de website van gemeente Brielle wordt aandacht gegeven aan het project 'sta voor je zaak' en 'samen de boef de baas’. •

'Donkere dagen offensief'

Elk jaar wordt door de politie het 'donkere dagen offensief' gestart. Dit project is gericht op het aanpakken van overvallen. De politie heeft dan onder andere meer aandacht voor de openings- en sluitingstijden van winkels. Nieuwe activiteiten: •

Voorlichting

Onder regie van de gemeente wordt voorlichting gegeven aan ondernemers over het voorkomen van diefstal en inbraak in de winkel. Dit kan door middel van een voorlichtingsbijeenkomst waarvoor experts uitgenodigd worden.


19

• 3.2.2

Extra aandacht voor het Keurmerk Veilig Ondernemen Horeca

Het hebben van horecagelegenheden geeft gemeenten zowel voor- als nadelen. Zo wordt een gemeente aantrekkelijker voor toeristen die, naast het nuttigen van een hapje en een drankje in de plaatselijke horeca, ook boodschappen kunnen halen bij de plaatselijke winkels. Dit is uiteraard goed voor de economie van een gemeente. Bovendien geeft het een gemeente een gezellige uitstraling. Nadelen van horecagelegenheden kunnen zijn geluidsoverlast en de mogelijke aanwezigheid van beschonken horecabezoekers die ook de nodige overlast kunnen veroorzaken. Binnen gemeente Brielle is er sprake van een lichte stijging van geluidshinder veroorzaakt door horeca. Ook zijn het aantal mishandelingen en ruzies/vechtpartijen in de openbare ruimte gestegen. Beide indicatoren zijn voornamelijk horeca gerelateerd. De oorzaak hiervan is onder andere te vinden in het drank- en drugsgebruik. Lopende activiteiten: •

De politie zet elk weekend een horecateam in voor extra toezicht.

•

Horecacontrole

Tenminste één keer per jaar vindt er een regionale horecacontrole plaats. De bijzondere opsporingsambtenaren en inspecteurs Bouw- en Woningtoezicht van de gemeente kunnen de verleende vergunningen controleren. •

Horecaoverleg

Elke zes weken vindt een horecaoverleg plaats tussen politie, gemeente en het bestuur van de horecavereniging. •

Landelijke pilot 'Decentralisatie toezicht Drank- en Horecawet'

In het kader van de in januari 2008 gestarte landelijke pilot ‘Toezicht Drank- en Horecawet’ werken de gemeenten op Voorne-Putten samen en zijn twee drankinspecteurs aangesteld. Mede in verband hiermee zijn in 2008 vastgesteld: - een gewijzigd “Handhavingsprotocol Horeca, district De Eilanden” - een handhavingsprogramma Pilot Decentralisatie DHW 2008. Bij invoering van de gewijzigde Drank- en Horecawet wordt het toezicht definitief overgeheveld naar de gemeenten. Deze pilot blijft doorlopen totdat de nieuwe Drank- en Horecawet van kracht wordt. Hiermee is een grote mate van uniformiteit binnen het politiedistrict bereikt ten aanzien van handhaving op horeca-activiteiten. •

Pilot 'verruiming horecatijden'

In 2012 zal een pilot uitgevoerd worden m.b.t. andere horecasluitingstijden. Deze pilot heeft als doel het verminderen van geluidsoverlast, vandalisme en andere ongeregeldheden in de binnenstad van Brielle veroorzaakt door horecabezoekers in het weekend.


20

Nieuwe activiteiten: Op het beleidsterrein horeca zijn geen nieuwe activiteiten te melden. 3.2.3

Evenementen

Evenementen, zeker de grootschalige, kunnen behoorlijke veiligheidsrisico's opleveren. Het is aan de organisator voorwaarden voor de veiligheid te realiseren en aan de gemeente om de juiste voorwaarden te stellen en die te handhaven. De risico's betreffen vooral geweldpleging, overlast, vernieling en brandgevaar. Lopende activiteiten: •

Evenementenbeleid

In 2010 is het evenementenbeleid vastgesteld. Dit beleid is in 2011 geëvalueerd en aangepast. In het evenementenbeleid staan de procedures omtrent vergunningverlening, toezicht en handhaving omschreven. Elk jaar vinden er in gemeente Brielle verschillende grootschalige evenementen plaats. Dit zijn evenementen als '1 april viering', 'Bruisend Brielle' en 'Brielle Bleus'. Ruim voor aanvang van deze evenementen vinden verschillende overleggen plaats met de organisatoren, betrokken horeca ondernemers en veiligheidspartners waaronder de politie en de VRR. Tijdens deze overleggen worden de benodigde vergunningen voorbereid en worden afspraken gemaakt. Nieuwe activiteiten: Op het beleidsterrein evenementen zijn geen nieuwe activiteiten te melden.


21

3.2.4

Financiën

Veiligheidsveld 2: bedrijvigheid en veiligheid

2012

2013

2014

Lopende activiteiten 3.2.2 Landelijke pilot ‘Decentralisatie toezicht Drank- en Horecawet

30.000

30.000

30.000

1500

1500

1500

31.500

31.500

31.500

Nieuwe activiteiten 3.2.1 Voorlichting Totaal


22

3.3

Veiligheidsveld 3: jeugd en veiligheid

De jeugd heeft de toekomst. Het is dan ook belangrijk dat de jeugd veilig kan opgroeien. In de nota jeugdbeleid is hiervoor, en op andere terreinen, beleid ontwikkeld. Dit beleid heeft onder andere betrekking op onderwijs en openbare ruimte, maar ook op gezondheid. Net als andere leeftijdsgroepen kan ook jeugd overlast bezorgen en zich niet altijd gedragen zoals van hen verwacht wordt. Ook hierop wordt in deze paragraaf ingegaan. Onderwerpen zijn o.a. alcoholen drugsgebruik onder jongeren, overlastgevende jeugdgroepen en veiligheid in en om school. 3.3.1

Alcohol- en drugsgebruik onder jongeren

In vergelijking met de andere gemeenten in de regio Voorne-Putten is het gebruik van alcohol en drugs onder jongeren in de gemeente Brielle hoger. Ook de politie constateert op straat steeds meer alcoholen drugsgebruik onder jongeren. Het aantal meldingen met betrekking tot alcoholen drugsgebruik is in 2010 verdubbeld ten opzichte van 2009. Alcohol- en drugsgebruik onder jongeren beïnvloed de prestaties op school en werk negatief en kan vaak worden gekoppeld aan jeugdoverlast. Lopende activiteiten: •

Gezonde Slagkracht

In kader van verslavingspreventie neemt gemeente Brielle deel aan het subsidieprogramma 'Gezonde slagkracht' wat op geheel Voorne-Putten wordt uitgevoerd. Activiteiten die in dit kader worden uitgevoerd zijn de gezonde school en genotmiddelen, ingangscontroles, Sappie, het organiseren van Home Partys en no apologies. In 2012 wordt het subsidieprogramma 'Gezonde Slagkracht' geëvalueerd en zal het verdere verloop worden bepaald. Nieuwe activiteiten: •

Alcoholmatigingsbeleid

In 2012 wordt beleid met betrekking tot alcoholmatiging opgesteld waarin rekening wordt gehouden met de uitkomsten van de evaluatie van het regionale verslavingspreventieprogramma Gezonde Slagkracht. •

Voorlichting ouders

Over alcoholgebruik maken veel ouders zich minder snel zorgen dan om het gebruik van drugs. Gedeeltelijk komt dit door het feit dat alcoholgebruik veel meer geaccepteerd is. De meeste ouders drinken zelf ook wel eens. Tevens speelt te weinig kennis van de schadelijke gevolgen van alcohol op nog niet volgroeide jongeren een rol in deze houding van ouders ten opzichte van alcohol. Veel ouders beschouwen het uitproberen van alcohol daarnaast als een onderdeel van de puberteit en vertrouwen er te veel op dat het eigen kind wel controle heeft over zijn of haar alcoholgebruik.


23

Uit onderzoek blijkt dat ouders meer invloed heeft op het drinkgedrag van de kinderen. Middels voorlichting wordt beoogd ouders te informeren over het gebruik en de gevolgen van alcoholgebruik door jongeren. 3.3.2

Overlastgevende jeugdgroepen

Groepen jongeren kunnen geluidsoverlast veroorzaken, intimiderend aanwezig zijn, zwerfvuil achterlaten en eventueel vernielingen plegen en/of andere vormen van kleine criminaliteit plegen. Soms plegen groepen jongeren ook zwaardere vormen van criminaliteit zoals overvallen en drugshandel, het betreft dan de zogenaamde 'criminele jeugdgroepen'. In de gemeente Brielle is sprake van een afname van overlastmeldingen veroorzaakt door jeugd. Lopende activiteiten: •

Beke-methode

De Beke-methode is een door Advies en Onderzoeksgroep Beke ontwikkelde methode om hulp te bieden bij jongerenoverlast. De gemeenten vinden het moeilijk inzicht te krijgen in de aard en omvang van jeugdoverlast en hebben over het algemeen moeite te bepalen of er sprake is van hinder, overlast of criminaliteit. Door middel van het inzetten van de Beke-methode kunnen verschillende instanties gezamenlijk een inschatting maken van groepen jongeren die overlast veroorzaken. De aanpak is gericht op het terugdringen van overlast door jeugdgroepen en het ontwikkelen van een aanpak voor iedere groep. De aanpak bestaat uit preventieve, curatieve en repressieve maatregelen en zijn groepsgericht, domein- of situatiegericht of individueel gericht. In 2010 is in Brielle gestart met de Beke Groepsaanpak. De politie inventariseert samen met het jongerenwerk jeugdgroepen die hinderlijk, overlastgevend of crimineel gedrag vertonen. Vervolgens wordt er onder leiding van de gemeente samen met de politie, het jongerenwerk en de GOSA-regisseur voor de desbetreffende groep een plan van aanpak opgesteld. •

Stichting PUSH

Als gemeente subsidiëren wij het jeugd- en jongerenwerk in Brielle. Het beleid daarbij is dat kinderactiviteiten (tot 12 jaar) vooral plaatsvinden in alle woonkernen in Brielle en voornamelijk in de dorpshuizen en dat deze activiteiten worden uitgevoerd door vrijwilligers, zo nodig ondersteund door medewerkers van Stichting PUSH. Activiteiten voor jongeren van 12 tot 19 jaar worden grotendeels uitgevoerd door de jongerenwerkers van Stichting PUSH. Middels sportactiviteiten, informatieavonden, muziekactiviteiten, disco en open inloop wordt contact gelegd met de jongeren. Veel van de activiteiten vinden plaats binnen het jongerencentrum Bravo. Met jongeren, die niet bereikt kunnen worden via het aanbod binnen Bravo en de dorpshuizen in Vierpolders en Zwartewaal, proberen de jongerenwerkers via het outreachende werk contact te leggen met de jongeren. Daartoe worden bezoeken afgelegd aan de informele ontmoetingsplekken, ofwel “hangplekken”.


24

•

Overleg jeugd en veiligheid

Er vindt structureel overleg plaats tussen de burgemeester, de portefeuillehouder jeugd, de beleidsmedewerker jeugd, de beleidsmedewerker openbare orde en veiligheid, politie en het jongerenwerk. Indien van toepassing nemen de leerplichtambtenaar en/of de GOSA-regisseur deel aan het overleg. Overlast in de woon- en leefomgeving, die als hinderlijk of zelfs als bedreigend wordt ervaren, wordt besproken. De meeste meldingen zijn terug te voeren op de hangplekken en het uitgaansgebied en variëren van geluidsoverlast, alcoholgebruik, vandalisme tot het vervuilen van de directe omgeving •

De bijzondere opsporingsambtenaren en politie surveilleren dagelijks door de wijken van gemeente Brielle.

Nieuwe activiteiten: Op het beleidsterrein overlastgevende jeugdgroepen zijn geen nieuwe activiteiten te melden. 3.3.3

Individuele probleemjongeren

Het gaat hier vooral om jongeren met meerdere antecedenten, die in diverse opzichten de maatschappelijke aansluiting hebben verloren. Deze probleemjongeren vormen vaak de harde kern van jeugdgroepen en plegen verschillende vormen van criminaliteit. Lopende activiteiten: •

Gemeentelijke Organisatie Sluitende Aanpak

De gemeente Brielle is verantwoordelijk voor het welzijn van alle inwoners. In maart 2011 is daarom een GOSA-regisseur aangesteld en wordt hiermee getracht het welzijn van de jeugdige en/of gezinnen die problemen hebben op meer dan één leefgebied te vergroten. De GOSA is een noodzakelijke vorm van afstemming tussen verschillende organisaties op het gebied van jeugd die gericht is op een gecoördineerde en effectieve aanpak van jeugdigen. Deze noodzakelijke vorm van afstemming is een vervolgstap op de eerder ingezette hulpverlening vanuit het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG), welke onvoldoende resultaat heeft opgeleverd. Het doel van de GOSA is dat een jeugdige en/of gezin in een (hulpverlenings) traject komt. Aan het GOSA-overleg neemt de voorpostfunctionaris van Bureau Jeugdzorg, de jeugdcoördinator van de politie, de leerplichtambtenaar, de CJG-coördinator en de GOSA regisseur deel. •

Probleemjongeren melden bij het lokaal zorgnetwerk

Als er sprake is van grote individuele problematiek bij een jongere, geconstateerd door de politie, kan de politie hiervan melding maken bij het lokaal zorgnetwerk (LZN) door een zorgformulier in te sturen. In het LZN wordt vervolgens besproken hoe de problemen rondom een jongere aangepakt of weggenomen kunnen worden.


25

•

Bureau Halt

Jongeren van 12 tot 18 jaar, die zijn aangehouden voor bijvoorbeeld vernieling, winkeldiefstal, overlast met vuurwerk of die veel spijbelen, hebben middels een Halt-afdoening de mogelijkheid recht te zetten wat zij fout hebben gedaan, zonder dat zij in aanraking komen met het Openbaar Ministerie. Voor de criteria, inhoud en duur van de Halt-afdoening gelden landelijke, door het Openbaar Ministerie vastgestelde regels. Voor een succesvolle Halt-afdoening is het nodig dat de jongere en zijn/haar ouders instemmen met deelname, de jongere de gemaakte afspraken volledig nakomt en dat er geen sprake is van ernstige, achterliggende problematiek bij de jongere. Bureau Halt heeft tevens de mogelijkheid om jongeren door te verwijzen naar Pak je Kans. •

Pak je Kans

Pak je Kans valt onder jeugdhulpverlening en heeft als doel te voorkomen dat jeugdigen van 0 tot 18 jaar afglijden in crimineel gedrag of dat problemen verergeren. De problematiek kan signaalgedrag zijn, (licht) strafbare feiten, huiselijk geweld of slachtoffers. Jongeren komen alleen terecht bij Pak je Kans via verwijzing van politie of Bureau Halt. Pak je Kans is een interventieprogramma dat momenteel in alle politiedistricten in de Stadsregio wordt uitgevoerd door Politie Rotterdam-Rijnmond, FlexusJeugdplein, Humanitas en Kwadraad en richt zich op jongeren tot 18 jaar die thuis, op straat, op school of op hun werk in aanraking komen met de politie. Doel is jongeren direct hulp te bieden om (verdere) overlast te voorkomen. •

Persoonsgerichte aanpak (PGA)

Alle jeugdige criminelen, die zich als recidivist schuldig maken aan een misdrijf, worden aangewezen voor de persoonsgerichte aanpak (PGA). De politie zal deze jongeren regelmatig bezoeken. •

Justitieel casusoverleg Jeugd (JCO-Jeugd)

In het Justitieel Casusoverleg Jeugd (JCO-jeugd) worden strafrechtelijke feiten en trajecten van jongeren tussen de 12 en 18 jaar besproken tussen het Openbaar Ministerie, de Raad voor de Kinderbescherming, de Jeugdreclassering en de Jeugdcoördinator van de politie. Als regel komen alleen de zaken aan de orde die door de officier van justitie worden afgedaan. Dit betreffen dus geen HALT-zaken en zaken die voor de rechter worden gebracht. Wanneer de Jeugdcoördinator van de politie hiertoe aanleiding ziet dan wordt een desbetreffende jongere en indien van toepassing andere kinderen uit het gezin door de Jeugdcoördinator ingebracht in het GOSA-overleg. •

Nazorg jeugdige ex-gedetineerden

Goede opvang van jeugdige ex-gedetineerden is belangrijk om herhaling van overlast te voorkomen. De regie op de nazorg voor een individuele jongeren ligt formeel bij de Raad voor de Kinderbescherming en is daarbij casusregisseur. De uitvoering ligt echter bij de Jeugdreclassering van Bureau Jeugdzorg. De gemeente Brielle regelt slechts de faciliteiten voor de jeugdige exgedetineerde, zoals een plaats op een school of huisvesting.


26

Formeel neemt de reclasseringsambtenaar de persoonlijke begeleiding van de jongere op zich en stelt samen met de GOSA-regisseur een nazorgplan op met daarin de te ondernemen acties. Tevens wordt de voortgang van de nazorgactiviteiten voor de jongere gemonitord. Nieuwe activiteiten: Op het beleidsterrein individuele probleemjongeren zijn geen nieuwe activiteiten te melden. 3.3.4

Veiligheid in en om school

De jeugd kan dader en slachtoffer zijn van onveiligheid thuis, in de buurt, bij het stappen maar ook op school. Mogelijke veiligheidsproblemen op en rond scholen zijn pesten, geweldpleging, diefstal, overlast (voor omwonenden), vernielingen en verkeersonveiligheid. De politie constateert op scholen ook steeds meer oproepen tot vechten of bedreigingen via 'social media'. Lopende activiteiten: •

Conciërgeoverleg

Drie keer per jaar vindt een conciërgeoverleg plaats. Tijdens dit overleg wordt de actuele veiligheidssituatie rondom scholen besproken met de conciërgemedewerkers van alle scholen uit gemeente Brielle, politie en gemeente. Vervolgens worden afspraken gemaakt over mogelijke maatregelen. •

Twee keer per jaar voert de politie een kluisjescontrole op scholen uit

•

Eén keer per twee maanden wordt door de boa’s en/of politie samen met de conciërgemedewerkers extra toezicht geboden bij het busstation van Connexxion in Brielle

•

Het aantal 'veilige huizen', woningen waar scholieren aan kunnen bellen als er problemen zijn (bijvoorbeeld een lekke fietsband), wordt in stand gehouden en eventueel uitgebreid

•

Als een incident op school daarom vraagt kan onder regie van de school een les door de politie worden gegeven.

•

Regionalisering leerplicht

Per 1 januari 2012 wordt de administratie van leerplichtambtenaren op Voorne-Putten gezamenlijk opgepakt. De intentie is om per 1 augustus 2012 te gaan werken met een regionaal leerplicht bureau. Bij deze werkwijze zullen leerplichtambtenaren een aantal scholen toegewezen krijgen wat zal leiden tot een efficiëntere manier van werken. Voor deze wijziging volgen leerplichtambtenaren alleen de leerlingen uit de eigen gemeente en moeten met veel verschillende scholen contact onderhouden wat veel tijd kost.


27

Nieuwe activiteiten: Op het beleidsterrein veiligheid in en om school zijn geen nieuwe activiteiten te melden.

3.3.5

Financiën

Veiligheidsveld 3: jeugd en veiligheid

2012

2013

2014

Lopende activiteiten 3.3.2 Stichting PUSH

254992

254992

254992

17183

17183

17183

PM

PM

PM

3.3.3 Bureau Halt

4.675

4.675

4.675

3.3.3 Justitieel casusoverleg Jeugd (JCO-Jeugd)

3.444

3.444

3.444

1.000

1.000

1.000

281.294

281.294

281.294

3.3.3 Gemeentelijke Organisatie Sluitende Aanpak 3.3.3 Lokaal Zorgnetwerk

Nieuwe activiteiten 3.3.1 Voorlichting ouders Totaal


28

3.4

Veiligheidsveld 4: fysieke veiligheid

Binnen dit veiligheidsveld vallen de 'echte' fysieke veiligheidsthema's zoals; verkeersveiligheid, brandveiligheid, externe veiligheid en crisisbeheersing. Met 'echte' fysieke veiligheidsthema's wordt bedoeld dat dit veiligheidsveld exclusief draait om de fysieke veiligheidsrisico's en niet om sociale veiligheid. De (technische) inrichting en het gebruik van de openbare ruimte kunnen onveilige situaties veroorzaken. Het is de bedoeling dat dit vanuit verschillende invalshoeken wordt bevorderd en dat de fysieke veiligheid wordt geoptimaliseerd. 3.4.1

Verkeersveiligheid

Verkeersveiligheid heeft betrekking op de veiligheid van verkeer voor verkeersdeelnemers in het algemeen, voor specifieke doelgroepen en in bepaalde gebieden (woongebied, scholen, winkelgebied e.d.). Deze veiligheid wordt beïnvloed door fysieke factoren (infrastructuur) en het rijgedrag van verkeersdeelnemers. In gemeente Brielle is het aantal aanrijdingen met uitsluitend materiële schade toegenomen en is het aantal verkeerstremmingen in 2010 sterk toegenomen. Dit heeft vooral te maken gehad met de aanleg van de rotondes op de N218 en onderhoud aan de wegen. Lopende activiteiten: •

Verkeersoverleg

Alle meldingen over onveilige situaties op of aan de openbare weg worden besproken in het verkeersoverleg. Vervolgens worden passende maatregelen bedacht. •

ASO controles

Vijf keer per jaar vinden ASO controle acties plaats, gericht op jonge bestuurders van brom- en snorfietsen. •

Toezicht scholen

Elke week wordt door de politie in één wijk extra toezicht geboden bij scholen tijdens het ophalen en wegbrengen van schoolkinderen door ouders. •

Fietsverkeersexamens

Eén keer per jaar worden op basisscholen fietsverkeersexamens afgenomen. •

Toezicht op parkeren

•

De politie leidt nieuwe verkeersregelaars op

•

Twee keer per maand worden door de politie snelheidscontroles verricht op hotspots


29

•

Controles politie

De politie verricht één keer per week een kleine verkeerscontrole, één keer per maand een algehele verkeerscontrole en wekelijks een alcoholcontrole. Nieuwe activiteiten: Op het beleidsterrein verkeersveiligheid zijn geen nieuwe activiteiten te melden. 3.4.2

Brandveiligheid

Dit thema heeft enerzijds betrekking op de ontwerptechnische en gebruikstechnische brandveiligheid van bepaalde soorten gebouwen (zoals woongebouwen, gebouwen met horecabestemming, instellingen en andere bedrijven) en anderzijds op de voorwaarden voor effectieve repressie. Om de brandveiligheid te borgen ziet de brandweer toe op preventie en geeft zij voorlichting aan doelgroepen. Daarnaast prepareert de brandweer zich op de bestrijding (repressie) van branden. Het aantal branden in gemeente Brielle in 2011 is vergelijkbaar met voorgaande jaren. Opvallend is de afname van het aantal meldingen van kleine branden. Lopende activiteiten: •

'Brandveilig Leven'

In 2011 is de brandweer begonnen met het project Brandveilig Leven in de kern Zwartewaal. Elke woning werd door de brandweer bezocht en beoordeeld op de brandveiligheid. Vervolgens krijgt de bewoner een advies hoe de brandveiligheid bevorderd kan worden. De komende jaren zullen ook de andere kernen van gemeente Brielle in kader van het project Brandveilig Leven worden bezocht. •

Dekkingsplan

In juni 2011 is het dekkingsplan voor de brandweer vastgesteld. Het dekkingsplan geeft aan binnen welk tijdsbestek de brandweer in een bepaald gebied ter plaatse moet zijn. •

Veiligheidsadvies evenementen

Bij kleine en middelgrote evenementen wordt een veiligheidsadvies gevraagd bij de brandweer uit het district, politie en de GHOR. Bij grote evenementen wordt een veiligheidsadvies gevraagd bij de VRR. De brandweer uit het district heeft in 2010 op basis van de brandbeveiligingsverordening 87 adviezen over evenementen uitgebracht. Nieuwe activiteiten: Op het beleidsterrein brandveiligheid zijn geen nieuwe activiteiten te melden.


30

3.4.3

Externe Veiligheid

Bij dit thema staan de risico's van gevaarlijke stoffen centraal. Gevaarlijke stoffen worden opgeslagen en/of bewerkt in inrichtingen en vervoerd via de weg, water, spoor, lucht en buisleidingen. Te onderscheiden zijn/het zogenoemde 'groepsrisico' en het 'plaatsgebonden risico'. In beide gevallen gaat het om de zogenoemde 'naarbuiten gerichte' (ofwel externe) veiligheidsrisico's van de gevaarlijke stoffen. Van alle bestemmingsplannen in gemeente Brielle is 70% compleet en voldoen aan de BEVI-eisen (Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen) of het risico is door de gemeenteraad geaccepteerd. In 2013 zullen alle bestemmingsplannen volledig zijn. Lopende activiteiten: •

Er is een risico-inventarisatie opgesteld.

•

Het ISOR is operationeel (informatiesysteem overige ramptypen).

•

Bij elke ruimtelijke ontwikkeling binnen gemeente Brielle wordt vroegtijdig omtrent externe veiligheid advies opgevraagd bij de VRR en de DCMR.

•

Externe Veiligheidsvisie

Er wordt een Externe Veiligheidsvisie opgesteld. De verwachting is dat deze eind 2011 klaar is. Het doel van de Externe Veiligheidsvisie is de gemeente meer inzicht geven in welke mate advisering vereist is voor een bepaalde ruimtelijke ontwikkeling. Nieuwe activiteiten: Op het beleidsterrein externe veiligheid zijn geen nieuwe activiteiten te melden. 3.4.4

Crisisbeheersing

Bij dit thema staan mogelijke rampen en crises centraal. Deze vinden gelukkig zeer zelden plaats, maar gemeenten en veiligheidspartners dienen zich toch goed te prepareren op een eventuele ramp. De gemeente is daarbij verantwoordelijk voor de kwaliteit van de gemeentelijke processen. Eind 2009, begin 2010, is het regionaal crisisplan bij alle gemeente in de regio RotterdamRijnmond ingevoerd. Dit betekent dat de gehele crisisorganisatie van gemeenten volgens een nieuwe structuur is opgezet. Binnen gemeente Brielle is de helft van alle deelplannen volledig ingevuld. Bij de andere helft zijn nog enkele functies niet ingevuld. Elk deelplan uit de crisisorganisatie wordt samen met de ambtenaar rampenbestrijding doorgenomen. Lopende activiteiten: •

Jaarlijks opkomstoefening.

•

Jaarlijks het crisisbeheersingsplan actualiseren.


31

•

Opleiden en oefenen van crisisorganisatie.

Vanaf 2011 tot en met 2013 worden alle deelnemers van alle deelprocessen opgeleid en wordt aan het einde van elk opleidingsjaar geoefend met de teams die in dat jaar zijn opgeleid. •

GGD Rampen Opvang Plan (GROP)

De GGD kan geconfronteerd worden met rampen en crises. Een ramp of crisis is een situatie waarbij ten gevolge van gebeurtenis in de regio (of in geheel Nederland) een ernstige verstoring van de openbare orde en veiligheid is of dreigt te ontstaan. Het leven en de gezondheid van vele personen of grote maatschappelijke belangen worden in ernstige mate bedreigd of geschaad. Een gecoördineerde inzet van diensten en organisaties van verschillende disciplines is vereist om de dreiging weg te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken. Ook de GGD heeft een rol in de hulpverlening bij ongevallen en rampen. Om in ramp- of crisissituaties goed te kunnen handelen is voorbereiding door de juiste planvorming, opleiding, training en oefening essentieel. GGD’en dienen daarom een actueel en beoefend GROP te hebben. Het GROP komt voort uit de Wet Publieke Gezondheidszorg waarin voor een deel de verantwoordelijkheden van de gemeente op het gebied van gezondheidszorg tijdens rampen staat omschreven. Door de GGD uitvoering te laten geven aan het GROP wordt aan deze verplichting voldaan. Nieuwe activiteiten: Op het beleidsterrein crisisbeheersing zijn geen nieuwe activiteiten te melden. 3.4.5

Financiën

Veiligheidsveld 4: fysieke veiligheid

2012

2013

2014

Lopende activiteiten 3.4.1 Fietsverkeersexamens 3.4.4 Opleiden en oefenen van crisisorganisatie 3.4.4 GGD Rampen Opvang Plan (GROP)

1.258

1.258

1.258

10.186

10.186

10.186

1.596

1.596

1.596

13.040

13.040

13.040

Nieuwe activiteiten Geen Totaal


32

3.5

Veiligheidsveld 5: integriteit en veiligheid

Dit veiligheidsveld omvat verschijnselen die een inbreuk kunnen vormen op de maatschappelijke integriteit c.q. op belangrijke regels en andere afspraken in het kader van de veiligheid en stabiliteit van de samenleving. Deze verschijnselen hebben potentieel dan ook een omvangrijk veiligheidseffect en kunnen in de meest extreme vorm fundamenteel ontwrichtend werken. Thema's binnen dit veiligheidsveld zijn georganiseerde criminaliteit, polarisatie en radicalisering en ambtelijke en bestuurlijke integriteit. 3.5.1

Georganiseerde criminaliteit

Bij dit thema gaat het om vormen van georganiseerde criminaliteit die zich manifesteren op gemeentelijk grondgebied en die in bepaalde mate gebruik (misbruik) maken van gemeentelijke voorzieningen en beschikkingen (waaronder vergunningen en aanbestedingen). Sprake is van verweving van onder- en bovenwereld en vaak ook van 'witwassen'. Misdaadbranches die het betreft zijn vooral drugshandel, vastgoedfraude en mensenhandel. De politie constateert een stijging van drugshandel in de gemeente Brielle. De politie heeft enig zicht op daders van handel in harddrugs. Harddrugs wordt naar het zich laat aanzien op bestelling thuis afgeleverd. Softdrugs worden zowel vervaardigd in woningen als in bedrijfspanden. Lopende activiteiten: •

Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC)

Het RIEC ondersteunt de gemeenten bij de aanpak van georganiseerde criminaliteit. Zo heeft het RIEC uitvoeringsmappen ontwikkeld voor de aanpak van mensenhandel, softdrugs en toepassing van BIBOB. Tevens heeft het RIEC regionale convenanten opgesteld met de gemeenten en relevante partijen om de informatieverstrekking onderling te legitimeren. •

Acties van politie

De politie voert bij iedere melding van een mogelijke hennepkwekerij een warmtemeting uit en er wordt onderzoek gedaan naar diefstal van stroom. Verder maakt toezicht op handel van softdrugs deel uit van de dagelijkse werkzaamheden van de politie. Nieuwe activiteiten: •

Vastgoed

Het RIEC stelt een uitvoeringsmap omtrent vastgoed op. Deze uitvoeringsmap zal in 2012 klaar zijn en worden verspreid onder de gemeenten van regio Rotterdam-Rijnmond waarna de gemeente deze desgewenst kan implementeren.


33

3.5.2

Polarisatie en radicalisering

Bij dit thema gaat het om ideologisch groepen en stromingen in de samenleving die zo zijn geradicaliseerd, dat zij een bedreiging vormen of kunnen gaan vormen voor de veiligheid. Deze groepen en stromingen vergroten de polarisatie in de samenleving en zetten het sociaal weefsel onder druk. Stromingen die op die manier kunnen radicaliseren, zijn bijvoorbeeld: rechtsextremisme, links-extremisme, islamextremisme en dierenrechtenradicalisme. In 2010 en 2011 heeft RADAR onderzoek gedaan naar polarisatie in de gemeente Brielle. Daaruit is gebleken dat op dat moment vrijwel geen sprake was van polarisatie. Lopende activiteiten: •

Bij het plaatsen van vluchtelingen in de gemeente Brielle wordt er samen met woningcorporatie Vestia nadrukkelijk gekeken naar spreidingsmogelijkheden.

•

Evaluatie subsidiering sportverenigingen

In 2012 wordt de subsidiering van sportverenigingen geëvalueerd. In de evaluatie wordt aandacht geschonken aan eventueel te stellen voorwaarden waaronder mogelijkheden om polarisatie te verminderen. •

Mediation

Binnen de gemeente Brielle en ook andere omliggende gemeenten zijn enkele medewerkers opgeleid tot ‘mediator’. Een mediator bemiddelt bij burenruzies. •

‘Polarisatie en radicalisering’ jaarlijks agenderen in bestuurlijke en ambtelijke overleggen.

Bij het bestuurlijk en justitieel overleg (BJO) en het D11 overleg (ambtelijk vooroverleg BJO) wordt jaarlijks het onderwerp ‘polarisatie en radicalisering’ geagendeerd. Nieuwe activiteiten: Op het beleidsterrein polarisatie en radicalisering zijn geen nieuwe activiteiten te melden. 3.5.3

Ambtelijke en bestuurlijke integriteit

Schending van de ambtelijke en bestuurlijke integriteit kan het gevolg zijn van belangenverstrengeling en daaruit voortvloeiend strafbaar handelen, maar ook 'niet-intentionele' vervaging van procedures. In dit laatste geval ontstaat de integriteitschending min of meer 'per ongeluk'. Integriteitschendingen kunnen de lokale veiligheid in gevaar brengen doordat daardoor bijvoorbeeld fysiek gevaarlijk situaties ontstaan of in stand blijven (vergunning voor onveilige gebouwen of bedrijfsvoering), criminele groepen extra bewegingsruimte kunnen krijgen (geen BIBOB-procedure toegepast) en er een moreel verloederend effect op groepen of personen binnen de lokale gemeenschap vanuit kan gaan ('slecht voorbeeld doet slecht volgen'). Elke overheidsorganisatie moet vanaf 2007 beschikken over een set van integriteitsinstrumenten. Deze instrumenten moeten voldoen aan basisnormen. Deze normen gelden voor ambtenaren en politieke


34

ambtsdragers. Veel maatregelen zijn verplicht op basis van de Ambtenarenwet of de gemeentewet (integriteitsbeleid, gedragscode, regeling nevenwerkzaamheden en klokkenluidersregeling). Lopende activiteiten: •

Voor integer handelen is een gedragscode opgesteld

•

Alle medewerkers hebben een workshop integer handelen gevolgd

•

Alle medewerkers hebben de ambtseed of-gelofte afgelegd

•

Er is een klokkenluidersregeling vastgesteld en een externe vertrouwenspersoon aangewezen

•

Er is een regeling inkoop- en aanbestedingsbeleid

•

Er is een klachtenregeling bij ongewenst gedrag

•

Nevenfuncties van bestuur en topambtenaren zijn openbaar gemaakt

•

Er zijn voorschriften vastgesteld voor het melden van financiële belangen (verstrengeling) van ambtenaren

Nieuwe activiteiten: •

De basisnormen integriteit openbaarbestuur worden ingebed en verankerd in de gemeentelijke organisatie door middel van een samenhangend integriteitsbeleid

3.5.4

Financiën

Veiligheidsveld 5: integriteit en veiligheid

2012

2013

2014

Lopende activiteiten 3.5.1 Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC)

6.913

6.913

6.913

6.913

6.913

6.913

Nieuwe activiteiten Geen Totaal


35

4

Financiën

De genoemde bedragen worden gedekt vanuit de begroting 2012-2014. Voor de activiteiten met een PM-raming wordt nog gezocht naar dekkingsmiddelen. Hierover wordt nader geadviseerd. Veiligheidsveld 1: veilige woon- en leefomgeving

2012

2013

2014

Lopende activiteiten 3.1.1 Schoon, heel en veilig

54.000

54.000

54.000

-14.020

-14.020

-14.020

3.1.5 Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld (ASHG)

PM

PM

PM

3.1.5 Lokaal Team Huiselijk Geweld (LTHG)

PM

PM

PM

3.1.5 Tijdelijk huisverbod

11.986

11.986

11.986

3.1.7 Integrale Veiligheidsmonitor

11.835

0

11.835

3.1.2 Politiekeurmerk Veilig Wonen

2.000

2.000

2.000

3.1.2 Voorlichting

2.000

2.000

2.000

3.1.2 Burgernet

3.000

4.000

4.000

3.1.3 Beleid overlast MOE-landers

2.000

2.000

2.000

PM

PM

PM

30.000

30.000

30.000

1500

1500

1500

254992

254992

254992

17183

17183

17183

PM

PM

PM

3.3.3 Bureau Halt

4.675

4.675

4.675

3.3.3 Justitieel casusoverleg Jeugd (JCO-Jeugd)

3.444

3.444

3.444

1.000

1.000

1.000

1.258

1.258

1.258

10.186

10.186

10.186

1.596

1.596

1.596

6.913

6.913

6.913

3.1.1 Bijdrage van derden schoon heel en veilig

Nieuwe activiteiten

3.1.5 Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling Veiligheidsveld 2: bedrijvigheid en veiligheid Lopende activiteiten 3.2.2 Landelijke pilot ‘Decentralisatie toezicht Drank- en Horecawet Nieuwe activiteiten 3.2.1 Voorlichting Veiligheidsveld 3: jeugd en veiligheid Lopende activiteiten 3.3.2 Stichting PUSH 3.3.3 Gemeentelijke Organisatie Sluitende Aanpak 3.3.3 Lokaal Zorgnetwerk

Nieuwe activiteiten 3.3.1 Voorlichting ouders Veiligheidsveld 4: fysieke veiligheid Lopende activiteiten 3.4.1 Fietsverkeersexamens 3.4.4 Opleiden en oefenen van crisisorganisatie 3.4.4 GGD Rampen Opvang Plan (GROP) Nieuwe activiteiten Geen Veiligheidsveld 5: integriteit en veiligheid Lopende activiteiten 3.5.1 Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC) Nieuwe activiteiten Geen Totale lasten per jaar

405.548


394.713

406.548

36

Bijlage 1 Partners Werkgroep De werkgroep bestaat uit vertegenwoordigers van: •

Bureau bestuursondersteuning en advisering (voorzitter en secretaris)

•

Afdeling beleid

•

Afdeling voorzieningen

•

Afdeling beheer openbare ruimte

•

Afdeling volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieu

•

Afdeling economische zaken

•

Politie

Overige interne partners •

Leerplichtambtenaar

•

Bijzondere opsporingsambtenaren (boa's)

Overige externe partners •

Brandweer

•

Stichting Push

•

Bureau Halt

•

GGD Zuid-Hollandse Eilanden

•

Bewoners


37

Bijlage 2 Afkortingenlijst ASHG

Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld

ASO-controles

Aanpak Scooter Overlast

BEVI

Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen

BIBOB

Wet Bevordering Integriteits Beoordelingen door het Openbaar Bestuur

BJO

Bestuurlijk en Justitieel Overleg

Boa

Bijzondere opsporingsambtenaar van de gemeente

BZK

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koningsrelaties

CCV

Centrum Criminaliteitspreventie Veiligheid

CJG

Centrum voor Jeugd en Gezin

DCMR

Dienst Centraal Milieubeheer Rijnmond

DHW

Drank- en Horecawet

D11

Ambtelijk vooroverleg van het BJO

GGD

Gemeentelijke Gezondheidsdienst

GHOR

Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen

GOSA

Gemeentelijke Organisatie Sluitende Aanpak

GROP

GGD Rampen Opvang Plan

GZH

Groenservice Zuid-Holland

ISOR

Informatiesysteem Overige Ramptypen

JCO-Jeugd

Justitieel casusoverleg Jeugd

LTHG

Lokaal Team Huiselijk Geweld

LZN

Lokaal Zorgnetwerk

MOE-landers

Midden- en Oost-Europeanen

MT

Managementteam

OM

Openbaar Ministerie

PGA

Persoonsgerichte Aanpak

PKVW


RIEC

Regionaal Informatie- en Expertisecentrum


38

VNG

Vereniging Nederlandse Gemeenten

VRR

Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond

Wghor

Wet geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen

Wrzo

Wet rampen en zware ongevallen

WTH

Wet Tijdelijk Huisverbod

Wvr

Wet veiligheidsregio’s


39

Bijlage 3 Literatuuropgave Het integraal veiligheidsbeleid heeft invloed op en wordt beïnvloed door een aantal beleidsprocessen. Het gaat om de volgende beleidsprocessen: •

Handhavingsprotocol Horeca-muziekgeluid (2007)

•

Beleidsnota terrassen (2008)

•

Beleidsplan 2008-2012 Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (2008)

•

Graffitibeleid Gemeente Brielle (2008)

•

Handhavingsprotocol Horeca, district 'De Eilanden' (2008)

•

Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan 2009-2020 Gemeente Brielle (2009)

•

Nota Lokaal Gezondheidsbeleid 2009-2012 Gemeente Brielle (2009)

•

Collegeprogramma 2010-2014 Gemeente Brielle (2010)

•

Kernbeleid Veiligheid, Handreiking voor gemeenten (2010)

•

Regionaal crisisplan 2010-2013 Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (2010)

•

Uitvoeringsmap bestuurlijke aanpak mensenhandel RIEC (2010)

•

Uitvoeringsmap bestuurlijke aanpak softdrugs RIEC (2010)

•

Uitvoeringsmap BIBOB RIEC (2010)

•

Evenementenbeleid Gemeente Brielle 2011-2012 (2011)

•

Nota jeugd 2011-2014 Gemeente Brielle (2011)

•

Procedure schadeverhaal vandalismegerelateerde vernielingen (2011)

•

Algemene Plaatselijke Verordening Gemeente Brielle (2012)

•

Jaarplan 2012 district 'De Eilanden', Politie Rotterdam-Rijnmond (2012)


40

Integraal Veiligheidsbeleid Gemeente Brielle

Recommend Documents