CONCEPT Jaarwerkplan 2016 Integraal Veiligheidsbeleid gemeente Gooise Meren
voorwoord ‘Samen wonen, werken, ondernemen en recreëren in een groen en historisch gebied.’ Maar dan wel binnen een zo veilig mogelijke leefomgeving. In de visie op de nieuwe gemeente is ondermeer opgenomen dat er sprake moet zijn van een samenleving die veilig is en waarin iedereen mee kan doen en verantwoordelijkheid neemt voor zijn eigen omgeving en voor elkaar. Er is oog voor het belang van kleinschaligheid van wijken en kernen, ruimte voor initiatieven van inwoners, het stimuleren van ‘samen-redzaamheid’ en het aangaan en versterken van allianties en partnerships op lokaal, regionaal en landelijk niveau. Niet voor niets is in de Contourenschets, waarin de visie en missie nader worden toegelicht, ‘Veiligheid’ aangemerkt als een van de kernwaarden van de nieuwe gemeente. Vanuit het besef dat (visie - missiedocument) ook vanuit financieel opzicht niet alles tegelijk kan worden gerealiseerd en er soms keuzes moeten worden gemaakt, dient het gemeentelijk beleid zich te richten op een zo veilig mogelijke leefomgeving. Ontwikkelingen in de laatste decennia geven aan dat slechts bij een integrale aanpak succes kan worden geboekt op de hiervoor noodzakelijke bestrijding van criminaliteit en het vergroten van de objectieve (feitelijke) en subjectieve (gevoelsmatige) veiligheid. De overheid kan inwoners echter niet garanderen dat er altijd en onder alle omstandigheden sprake zal zijn van een woon- en leefomgeving die vrij is van gevaar. Onveilige situaties kunnen door plotselinge en onverwachte gebeurtenissen ontstaan, veroorzaakt door natuurverschijnselen, technisch falen en/of menselijk handelen of nalaten. Wel mag van de overheid verwacht worden dat alles in het werk wordt gesteld om de voorwaarden te scheppen voor een zo veilig mogelijke omgeving. Dat de overheid, voor zover dat binnen de mogelijkheden ligt, voor dat doel middelen beschikbaar stelt en voorzieningen treft om eventuele schade bij rampen en crisissituaties te beperken. Maar ook dat de overheid de regie neemt wanneer meerdere partijen een bijdrage kunnen of moeten leveren aan het vergroten van de veiligheid en de inzet van en samenwerking tussen die betrokken partijen stimuleert. Integraal veiligheidsbeleid is noodzakelijk. Dit laat onverlet dat de burgers ook een eigen verantwoordelijkheid hebben op het gebied van veiligheid. Niet alleen waar het betreft het eigen (veiligheidsbewust) gedrag en de bescherming van privé bezit, maar ook voor wat betreft de veiligheid in de eigen woonomgeving. Door middel van actief burgerschap en burgerparticipatie kan hier invulling aan worden gegeven. De gemeenten binnen het district Gooi en Vechtstreek van de politieregio Midden-Nederland hebben bij de ontwikkeling van hun integraal veiligheidsbeleid reeds lang aansluiting gezocht bij de Methode Kernbeleid Veiligheid, zoals die in samenwerking tussen de VNG, het Centrum Criminaliteitpreventie Veiligheid en het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is opgesteld. Dit geldt derhalve eveneens voor de fusiegemeenten Naarden, Muiden en Bussum, zij het dat er in de wijze van totstandkoming, vormgeving en tijdsduur van de plannen in de loop der jaren verschillen zijn ontstaan. Bij de harmonisatie is in eerste instantie gekozen voor het samenvoegen van het integraal veiligheidsbeleid van de drie fusiegemeenten in een jaarwerkplan 2016, dat als basis kan dienen voor de vormgeving van één- of meerjarige beleidsplannen in de nieuwe gemeente. De beleidsvoornemens van de nieuwe gemeente op dit gebied zijn immers voor een deel afhankelijk van en worden bepaald door het nieuwe gemeentebestuur, mede in het licht van de daarvoor beschikbare middelen en capaciteit. Voor de politieregio Midden-Nederland zijn de lokale jaarlijkse of meerjarige beleidsplannen onlosmakelijk verbonden met de Regionale Veiligheidsstrategie Midden Nederland 2015-2018. Dit meerjarige integrale beleidsplan is/wordt in overleg tussen de politie, het Openbaar Ministerie en de (voorheen) 41 gemeenten vastgesteld. Het plan is onder andere gevoed vanuit genoemde plannen.
1
INHOUD pag. pag. pag. pag.
1 2 3 4
Pag. 23
Voorwoord Inhoud Samenvatting Inleiding Gebruikte politiegegevens Integrale Veiligheidsmonitor 2013 AD-misdaadmeter Kernmethode Veiligheid VNG Samenwerkingsverbanden 1) Veilige woon- en leefomgeving 1.1) Sociale kwaliteit - overlast drugs / drank - overige overlast 1.2) Fysieke kwaliteit - vernieling 1.3) Objectieve veiligheid/veelvoorkomende en ‘high impact’-criminaliteit - geweld totaal (exclusief huiselijk) - huiselijk geweld - zakkenrollen - woninginbraak (incl. poging) - inbraak schuur, box of garage - autokraak - diefstal motorvoertuigen - (brom) fietsdiefstal 1.4) Subjectieve veiligheid 2) Bedrijvigheid en veiligheid 2.1/2 Veilig winkelgebied en veilige bedrijfsterreinen - winkeldiefstal - bedrijfsinbraken 2.2a) Seksinrichtingen en coffeeshops 2.3) Veilig uitgaan 2.4) Veilige evenementen 2.5) Veilig toerisme 3) Jeugd en Veiligheid 3.1) Overlastgevende jeugd - meldingen jongerenoverlast 3.2) Jeugdcriminaliteit / individuele probleemjongeren 3.3) Jeugd, alcohol en drugs 3.4) Veilig in en om de school 4) Fysieke veiligheid 4.1) Verkeersveiligheid - verkeersongevallen (incl. verlaten plaats ongeval) 4.2) Brandveiligheid 4.3) Externe veiligheid 4.4) Rampenbestrijding en crisisbeheersing 5) Integriteit en veiligheid 5.1) Polarisatie en radicalisering 5.2) Georganiseerde criminaliteit 5.3) Veilige publieke taak 5.4) Informatieveiligheid 5.5) Ambtelijke en bestuurlijke integriteit
Bijlagen: 1-1 t/m 1-3 2-1 t/m 2-2
Cijfermatige gegevens kernen 2011/2014 (bureau RVS) + prognose 2015 Specificatie cijfers 2014 naar wijken/buurten (gegevens politie)
Pag. 5 Pag. 6 Pag. 7 Pag. 8 Pag. 9 Pag. 10 Pag. 11 Pag. 12 Pag. 13 Pag. 14 Pag. 15 Pag. 16
Pag. 17 Pag. 18 Pag. 19
Pag. 20 Pag. 21 Pag. 22
2
Samenvatting: De gemeente Gooise Meren geeft samen met verscheidene andere partners en in nauw overleg met de regiogemeenten vorm aan integraal veiligheidsbeleid. Het veiligheidsbeleid is onderverdeeld in de beleidsvelden “veilige woon- en leefomgeving”, ‘bedrijvigheid en veiligheid”, “jeugd en veiligheid”, “fysieke veiligheid” en Integriteit en Veiligheid. Elk beleidsveld heeft zijn eigen veiligheidsthema’s. Informatie voor dit beleid is afkomstig uit diverse bronnen, zoals de gegevens uit het politieregistratiesysteem, de criminaliteitsbeeld analyse, het veiligheidsbeeld van het bureau Regionale Veiligheidstrategie Midden-Nederland, uit de overleggen met partners, andere betrokkenen en afdelingen van de voormalige fusiegemeenten. Gegevens die in onderlinge samenhang zijn beoordeeld en toegelicht. Voor zover er raakvlakken zijn vindt over het veiligheidsbeleid regionale afstemming plaats. Uiteraard is ook het rijksbeleid onderwerp van overleg. Na de invoering van de Nationale Politie en indeling in eenheden, districten en basisteams is in de eerste jaren hard gewerkt aan implementatie daarvan. Een proces overigens, dat meer tijd vergt dan aanvankelijk beoogd. De bestrijding van de High Impact Criminaliteit, waaronder woninginbraken, en de verdere professionalisering van evenementenvergunningen hebben in 2016 prioriteit. Binnen de Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek wordt door de Brandweer Gooi en Vechtstreek in 2016 in het bijzonder aandacht besteed aan integrale advisering (omgevingsvergunning en evenementen), periodieke actualisatie van het Regionaal Risicoprofiel en een uitrol van verschillende ‘Brandveilig Leven’ maatregelen. Het onderdeel ‘Bevolkingszorg’ van de veiligheidsregio werkt enerzijds aan een verdere verbetering van het zorgniveau van de rampen- en crisisbestrijding om te voldoen aan de eisen die de Inspectie Veiligheid en Justitie daaraan stelt en, voor wat Gooise Meren betreft, aan het op orde brengen van de locale crisisorganisatie. 2016: Alle beleidsthema’s zullen in 2016 de nodige aandacht krijgen, uiteraard ook die waarop in eerdere jaren vooruitgang is geboekt. De inzet is om deze ‘winst’ vast te houden en te vergroten. De activiteiten zijn er op gericht om de sluitende ketenaanpak van zorg- en risicojongeren binnen het Veiligheidshuis verder uit te bouwen, inbraakpreventie te bevorderen en burgerparticipatie, onder meer door het vergroten van de aangiftebereidheid (bevorderen ‘Meld Misdaad Anoniem‘) en deelname aan Burgernet, Waaks en Whatsappgroepen, verder te stimuleren. In overleg met de politie, het jongerenwerk, omwonenden en de jeugd zelf wordt aandacht besteed aan het terugdringen van het aantal meldingen jongerenoverlast. 2015: Op grond van eerder gehouden onderzoeken is de conclusie gerechtvaardigd dat de inwoners van de kernen van Gooise Meren het leefklimaat in de eigen woonomgeving en in de gemeente als meer dan gemiddeld positief beoordelen. Aan de hand van de politiecijfers over het eerste halfjaar 2015 kan een prognose worden gegeven van het criminaliteitsbeeld voor het volledige kalenderjaar, zonder dat daar harde conclusies aan kunnen worden verbonden. De prognoses zijn voorzien van een toelichting, op basis waarvan voorzichtig het volgende beeld kan worden geschetst: - in positieve zin kan worden opgemerkt dat het aantal bij de politie gemelde situaties van overlast drank en drugs, vernielingen, geweld en huiselijk geweld, zakkenrollen, woninginbraken, diefstal motorvoertuigen en (brom-)fietsdiefstal, winkeldiefstal met wisselende percentages lijkt af te nemen. De maatregelen die in voorgaande jaren zijn genomen sorteren kennelijk effect. Wat ook in positieve zin opvalt is de bereidheid van de inwoners om zich in te zetten voor het terugdringen van de criminaliteit. Met bijvoorbeeld 9,2% deelname aan Burgernet scoort Gooise Meren zeker niet slecht. - minder positief is de geprognostiseerde ontwikkeling van het aantal meldingen overige overlast, waarvaan de aanleiding heel divers is. Ook het aantal inbraken in schuren, boxen of (particuliere) garages, het aantal autokraken en bedrijfsinbraken is toegenomen, hetgeen eveneens geldt voor het aantal verkeersongevallen (veelal op de snelweg) en de regionale ontwikkeling van het aantal comazuipers in de afgelopen jaren. Zaken waar ook in 2016 de nodige aandacht naar uit moet gaan.
3
Inleiding Alhoewel het aanvankelijk in de bedoeling lag om in de aanloop naar de fusie voor het jaar 2016 al een kadernota integrale veiligheid 2016-2019 en een uitvoeringsplan 2016 voor te bereiden, is gaandeweg gebleken dat harmonisatie van het integraal veiligheidsbeleid in een jaarwerkplan voor het eerste jaar na de fusie toch de voorkeur verdient. Het jaar 2016 kan dan worden beschouwd als een overgangsjaar, waarin door het gemeentebestuur van de gemeente Gooise Meren op basis van eigen afwegingen kaders kunnen worden gesteld voor het meerjarig veiligheidsbeleid en de vertaling daarvan. In het voorliggende jaarwerkplan 2016 Integraal Veiligheidsbeleid is daarom gekozen voor een compacte, overzichtelijke weergave van de veiligheid en de maatregelen die in dat kader in samenwerking met de partners – waaronder de inwoners – in de kernen worden genomen. De opbouw volgt in grote lijnen die van de Methode Kernbeleid Veiligheid, opgesteld door de VNG. Gebruikte politiegegevens Voor de cijfermatige informatie, verwerkt in de in dit jaarwerkplan opgenomen grafieken, is gebruik gemaakt van de door de politie aangeleverde gegevens die door het bureau Regionale Veiligheid Strategie Midden-Nederland in de database ‘Veiligheidsbeelden’ zijn opgenomen in de rapportages per gemeente. De jaarprognose 2015 is opgesteld op basis van de cijfers van het 1e halfjaar 2015 en de gemiddelde procentuele ontwikkeling van de cijfers van de tweede ten opzichte van de eerste halfjaren in de periode 2012/2014. In enkele gevallen is het eindbeeld aangepast wanneer de procentuele ontwikkeling - bij kleine getallen – tot een onrealistisch resultaat leidde. De cijfers zijn in bijlage 1 opgenomen Aangezien de gegevens in die database niet voor alle drie de fusiegemeenten kunnen worden uitgesplitst naar de tot op heden gehanteerde wijkindeling per gemeente is nadere specificatie bij de politie opgevraagd. Overigens kunnen er verschillen tussen deze cijfers en die van het bureau RVS zitten. Het politieregistratiesysteem is een dynamisch systeem en aangiften kunnen bijvoorbeeld later worden ingetrokken en verwijderd. De verkregen informatie is in bijlage 2 opgenomen De Nationale Politie is in 2014 overgegaan naar een nieuw management informatiesysteem (BVI). Door een andere wijze van registreren is op onderdelen wederom van een trendbreuk in de weergave van cijfers sprake. De verschillende cijfers hebben echter geen significante invloed op de trend van de ontwikkeling (omlaag of omhoog). Veiligheids Monitor De voormalige gemeente Naarden nam in 2013/2014 deel aan de Integrale Veiligheidsmonitor, waarin inwoners een groot aantal vragen werden gesteld die direct of indirect betrekking hebben op het veiligheidsgevoel, ofwel de beleving van veiligheid, ook wel subjectieve veiligheid genoemd. In Muiden werd bij de voorbereiding van het meerjarig veiligheidsplan 2013-2016 de veiligheidsbeleving geïnventariseerd via het “project buurtsignaal” De resultaten van deze onderzoeken worden nader toegelicht onder 1.4. De kernen Naarden en Bussum zijn door de toenmalige gemeentebesturen aangemeld voor de veiligheidsmonitor 2015/2016. De resultaten daarvan zullen bij het veiligheidsbeleid in de komende jaren worden betrokken. AD-Misdaadmeter De AD misdaadmeter geeft een misdaadscore per gemeente, die bepaald wordt door de positie van de gemeente op de landelijke ranglijsten van 10 delicten (woninginbraak, diefstal van motorvoertuigen, bedreiging, mishandeling, straatroof, overval, vernieling, diefstal uit garage/schuur, diefstal uit auto en zakkenrollen) waarvan de eerste zes zwaarder wegen. De scores zijn relatief, omdat deze zijn afgezet op het inwonertal. Zo ontstaat een kansberekening op het plaatsvinden van een delict. Op basis van deze totaalscores is een overzicht samengesteld van de minst veilige (nr.1) naar de meest veilige (nr. 405) gemeente. De gunstiger ontwikkeling in alle drie de fusiegemeenten (zie grafiekje op volgende pagina) is vooral te danken aan het lagere aantal inbraken in 2014 ten opzichte van 2013.
4
AD misdaadmeter 2015 387 330
400 300
244
200 100
152 100 70
223841
145 656465
8780 55
106 104 64
54 52 27
665874
122 68
0 H'sum
Naarden
2012
Huizen 2013
Blaric.
Laren
Wijdem.
Bussum
Muiden
Weesp
2014 (hoe hoger de score, hoe veiliger de gemeente)
Kernmethode Veiligheidsbeleid De door veel gemeenten gehanteerde kernmethode veiligheidsbeleid van de VNG (aangepast in 2013) verdeelt het veiligheidsbeleid in veiligheidsvelden ‘Veilige woon- en leefomgeving’, Bedrijvigheid en veiligheid’, ‘Jeugd en veiligheid’, ‘Fysieke veiligheid’ en ‘Integriteit en veiligheid’, elk onderverdeeld in een aantal veiligheidsthema’s zoals die hierna verder zijn uitgewerkt. Samenwerkingsverbanden Alvorens in te gaan op de activiteiten binnen de hierboven genoemde veiligheidsvelden, is het van belang hier kort aandacht te besteden aan samenwerkingsverbanden binnen de regio. Veiligheid bestrijkt een breed terrein en er wordt dan ook op veel onderwerpen samengewerkt, soms in de vorm van een gemeenschappelijke regeling, zoals de Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek (de regionale brandweer en de rampen- en crisisbeheersing) maar vaak ook op basis van convenanten, zoals bijvoorbeeld het RIEC Midden-Nederland (tegengaan georganiseerde criminaliteit) en het Bureau Regionale Veiligheids Strategie Midden-Nederland (afstemming meerjarig gemeentelijk en politiebeleid, coördinatie uitvoering en vergroting/centralisatie deskundigheid) of afgesproken deelname, zoals bijvoorbeeld Burgernet. Deze samenwerkingverbanden worden bij de betreffende beleidsvelden besproken of waar nodig in elk geval genoemd. Afzonderlijke aandacht is hier op zijn plaats voor de samenwerking binnen het Veiligheidshuis Gooi- en Vechtstreek, omdat de activiteiten binnen dit samenwerkingsverband zich niet beperken tot slechts één van de veiligheidsvelden. Het veiligheidshuis is een platform, waar politie, justitie (OM), zorg- en hulpverlening en gemeenten elkaar vinden om voor inwoners met een multiproblematiek (en dat zijn niet alleen jongeren) een aanbod op maat te doen, waardoor shopgedrag wordt voorkomen en recidive zoveel mogelijk wordt tegengegaan. Na aanvankelijk het beleid en de activiteiten zoveel mogelijk te hebben gericht op doelgroepen (zoals veelplegers) is dat in 2014 verschoven naar “Casus op Maat”, een persoonsgebonden aanpak (PGA) die in 2015 en 2016 verder lokaal wordt uitgewerkt en waarbij de gemeenten een beter aansluiting realiseren van het veiligheidsdomein en het sociaal domein. Een ander deel van de taken van het veiligheidshuis is de coordinatie Nazorg ex-gedetineerden. Uit afspraken tussen de VNG en het ministerie, vastgelegd in het Samenwerkingsmodel Nazorg ex-gedetineerden, heeft bij het vrijkomen van gedetineerden de gemeente een taak op het gebied van het (verstrekken van een) geldig ID bewijs, eerste huisvesting, arbeid / inkomen / bestaansmiddelen, gezondheidszorg en schuldsanering. Dit alles om te voorkomen dat ex-gedetineerden terugvallen in de criminaliteit en daardoor de maatschappij (weer) schade berokkenen. Deze taken zijn vooralsnog tijdelijk bij het veiligheidshuis ondergebracht, onder de aantekening dat de jaren 2015 en 2016 worden benut om deze coördinatietaak zo veel mogelijk te laten aansluiten bij c.q. zo mogelijk te integreren in de lokale uitvoeringsorganisaties in het sociaal domein. Ook Buurtplatforms en Buurtpreventieverenigingen laten zich niet direct tot uitsluitend één enkel veiligheidsveld toedelen. Met deze buurtvertegenwoordigingen wordt op het gebied van veiligheid in verschillende vormen samengewerkt. Alhoewel de totstandkoming van buurtplatforms en buurtpreventieverenigingen in het verleden vanuit een verschillend oogmerk is gestimuleerd, wordt op het moment van het samenstellen van dit jaarwerkplan onderzocht of en in welke vorm samenwerking tussen Buurtplatforms en Buurtpreventieverenigingen zowel onderling als met elkaar verder kan worden bevorderd.
5
Geheel in het licht van de visie en missie van de gemeente Gooise Meren zal de uitvoering van het veiligheidsbeleid ook in de samenwerking met de buurtvertegenwoordigingen meer vraag gestuurd moeten zijn en derhalve meer in de behoefte gaan voorzien. Zo zullen de thema’s van de wijkinformatieavonden over veiligheid in de meest uitgebreide zin, waaronder de subjectieve veiligheidsbeleving, de kwaliteit van de woonomgeving en het voorkomen van eenzaamheid mede worden afgestemd op de actuele ontwikkelingen en de wensen vanuit het betreffende gebied. Wel is het wenselijk om per avond een groter gebied te bestrijken, bijvoorbeeld één of twee avonden voor Bussum, één voor Naarden en één voor Muiden/Muiderberg. Het initiatief voor de organisatie van deze avonden zal binnen het wijkgericht werken worden opgepakt.
1) Veilige woon- en leefomgeving We onderscheiden hier vier kernindicatoren of veiligheidsthema’s, te weten: sociale kwaliteit (woonoverlast overlast verslaafden en zwervers e.d.), fysieke kwaliteit (vernieling, graffiti, zwerfvuil e.d.), objectieve veiligheid ofwel veelvoorkomende criminaliteit (onder meer woninginbraak, fietsendiefstal en geweldsdelicten) en subjectieve veiligheid ofwel het veiligheidsgevoel. 1.1) sociale kwaliteit
De categorie overlast drank en drugs is breder dan overlast op dit terrein, veroorzaakt door jeugd. Iedere melding van overlast van drank en drugs is in deze categorie verwerkt. Het totaalbeeld geeft een geprognosticeerde daling in de kernen Bussum en Naarden, doch in Muiden lijkt sprake van een toename. Deze geprognosticeerde toename komt echter niet overeen met het beeld dat de politie heeft van deze overlast in Muiden. Mogelijk dat de gehanteerde prognosewijze hier leidt tot een vertekend beeld. De maatregelen op dit gebied die gericht zijn op jongeren wordt verwezen naar het vermelde onder punt 3.3. Voor het overige wordt toegezien op handhaving van de sluitingstijden van horecaondernemingen en wordt met toepassing van het regionaal hennepconvenant opgetreden bij het aantreffen van hennepkwekerijen. Alhoewel het gebruik en voorhanden hebben van een beperkte (gebruikers) hoeveelheid softdrugs binnen het gedoogbeleid valt wordt bij het constateren van het dealen van drugs opgetreden door de politie.
6
Het totaalbeeld van de (bij de politie gemelde) overige overlast tussen bewoners vertoont al jaren een stijgende lijn. De oorzaak van de overlast is heel divers. Het kan gaan om overlast van zwervers, van verwarde personen die niet of nog niet voldoende op vrijwillige basis meewerken aan aangeboden zorg op maat en niet gedwongen kunnen worden opgenomen of behandeld. Ook landelijk is het beeld dat steeds vaker voor dit soort overlast een beroep wordt gedaan op de politie, terwijl insluiting voor betrokkenen geen reële optie is. Regelmatige overlast van een enkele verwarde persoon zal dan meerdere klachten en meldingen tot gevolg hebben. Een verhuizing van zo’n persoon binnen de kernen of naar een andere gemeente zal dan ook directe consequenties hebben op het totaalbeeld van de cijfers. Maar evenzeer kan het gaan om overlast van buren of lawaaioverlast van (tuin)feesten e.d. Na een aanvankelijke bemiddelingspoging treedt de politie in slepende kwesties alleen nog op wanneer er sprake is van vermoedelijk strafbare feiten. Bij ruzies tussen bewoners van huurwoningen bemiddelen de woningcorporaties. Maar ook tussen bewoners/eigenaren ontstaan ruzies. Versa biedt gemeenten de mogelijkheid tot buurtbemiddeling met inzet van daartoe opgeleide vrijwilligers. Deze vorm van burgerparticipatie wordt ook door het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid gestimuleerd. Buurtbemiddeling is de manier om burgers meer zelfredzaam te maken. Maatregelen: Wegens het ontbreken van de financiële middelen maakt de gemeente geen gebruik van deze vorm van gecoördineerde buurbemiddeling. Bij langdurige overlast wordt in gesprekken met de burgers uiteindelijk een privaatrechtelijke rechtsgang geadviseerd. 1.2) fysieke kwaliteit
7
Het betreft vernieling c.q. zaakbeschadiging en omvat onder meer vernieling van/aan auto’s1, vernieling van/aan openbaar vervoer of abri, vernieling van/aan openbaar gebouw en vandalisme/baldadigheid. Het aantal vernielingen toont duidelijk een afnemende lijn. Maatregelen: via wijkgericht werken en burgerparticipatie (buurtpreventie, buurtplatforms, Waaks en Whatsappgroepen) worden burgers gestimuleerd bij te dragen aan het vergroten van de sociale en fysieke kwaliteit en de veiligheid van de eigen woonomgeving; via de media wordt aandacht gevraagd voor het terugdringen van vernielingen, bijvoorbeeld rond oud en nieuw, en wordt in voorkomend geval tot schadeverhaal overgegaan; het digitaal melden van gebreken in de openbare ruimte wordt in de gemeente Gooise Meren zo gemakkelijk mogelijk gemaakt en het gebruik ervan gestimuleerd. Een melding kan gedaan worden via de website. De website is responsive, dat wil zeggen dat de website op alle apparaten (smartphone, tablet, laptop en desktop) te gebruiken is; daarnaast blijft voor degenen die digitaal niet vaardig genoeg zijn, de mogelijkheid open om telefonisch een melding door te geven via het KCC; van de op parkeerterrein P2 aan de Mariahoeveweg te Muiden geplaatste camera’s gaat een preventieve werking uit. 1.3) Objectieve veiligheid Bij objectieve veiligheid gaat het om de mate waarin melding wordt gemaakt/aangifte wordt gedaan van veelvoorkomende criminaliteit en ‘high impact’ criminaliteit. In onderstaande grafiekjes wordt de ontwikkeling in Gooise Meren op dat terrein weergegeven, zo nodig voorzien van een korte toelichting.
In deze grafiek is een beeld gegeven van het totaal aantal geweldsdelicten, waartoe kunnen worden gerekend zeden, openlijk geweld, bedreiging, mishandeling, straatroof en overval, doch met uitzondering van huiselijk geweld. Voor het grootste deel (80 à 90%) betreft het bedreiging en/of (voornamelijk lichtere vormen van) mishandeling. Niet altijd in het openbaar. Gelukkig zien we over de jaren ook hier een daling. Na het volgende grafiekje wordt nader op de maatregelen tegen geweld ingegaan.
1
Vernieling aan auto’s kan verband houden met een mislukte autokraak (bijvoorbeeld een kapotte ruit, zonder dat er iets gestolen is), met relatieproblemen of burenruzies, schade met doorrijden na aanrijding (parkeerschade) of vandalisme.
8
Geweld vindt helaas ook vaak achter de voordeur plaats. Bij constatering van huiselijk geweld beoordeelt de politie of er aanleiding is tot het in opmaken van een risicotaxatie ingevolge de Wet tijdelijk Huisverbod. Het opmaken daarvan geschiedt in afstemming met het Advies- en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (“Veilig Thuis”)2, waarna door de Hulpofficier van Justitie advies wordt uitgebracht aan de burgemeester. In de kern Bussum werden in 2014 in totaal 17 huisverboden opgelegd en slechts 2 in het eerste halfjaar 2015. In de kernen Naarden en Muiden waren dat er respectievelijk 4 en 0 en 1 en 0. Geen van de huisverboden werd na het verstrijken van de termijn van 10 dagen verlengd. Evenmin werd beroep ingesteld tegen de opgelegde huisverboden. Een tijdelijk huisverbod impliceert ook een aanbod van hulpverlening op maat aan betrokken partijen. Maatregelen: aangiften van geweld tegen personen zijn in het algemeen op zichzelf staande zaken, waardoor het erg moeilijk is om extra inzet te plegen; waar mogelijk wordt uitvoering gegeven aan de Wet tijdelijke huisverbod; ter beperking van horeca gerelateerd geweld wordt toegezien op het naleven van de sluitingstijden, in samenwerking met politie, boa’s en jongerenwerk ingezet op controle van het terugkerend uitgaanspubliek en worden in samenwerking binnen de regio fysieke controles gehouden op drankverstrekking; daarnaast wordt in de contacten met de horeca exploitanten en – personeel steeds gewezen op hun verantwoordelijkheid voor het gedrag van hun bezoekers, ook waar het betreft het gedrag in de nabije omgeving van het etablissement.
2
Ter uitvoering van de Jeugdwet en de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 is het ASHG samengevoegd met het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling tot het Advies- en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling, het AMHK, in de Regio Gooi en Vechtstreek bekend onder de naam ‘Veilig Thuis’.
9
Gelukkig doet deze ergerlijke vorm van criminaliteit zich in totaal steeds minder voor in de gemeente Gooise Meren, zij het dat in de kern Muiden/Muiderberg van een geprognosticeerde toename sprake lijkt. Mogelijk is de oorzaak van deze geprognosticeerde toename deels het gevolg van de oproep van de politie om aangifte te doen, wanneer men slachtoffer wordt van dit delict. Natuurlijk zou het helemaal niet voor moeten komen, maar helaas geeft onachtzaamheid of onoplettendheid vaak de gelegenheid tot dit delict, zeker wanneer portemonnees of telefoons tijdens het doen van boodschappen uit winkelwagentjes worden ontvreemd. Het winkelgebied Maxis is nogal eens het werkterrein van zakkenrollers. Maatregelen: in een artikel in lokale media zal aan dit onderwerp aandacht worden besteed; via de media, buurtplatforms, buurtpreventieverenigingen, WAAKS –deelnemers, rechtstreekse brieven aan de bewoners of tijdens wijkavonden worden inwoners geadviseerd track and trace software op de smartphones te installeren, waarmee vaak ook de data kan worden gewist en/of het toestel buiten gebruik kan worden gesteld; bij aangifte tracht de politie de dader(s) op te sporen.
In deze grafiek zijn zowel de pogingen als voltooide inbraken opgenomen. Ten opzichte van 2013 is het aantal woninginbraken en pogingen (486) in 2014 gedaald met 30% tot 336. De prognose voor 2015 laat ook weer een daling zien, zij het minder heftig, tot 306. In ruim 1 op de 3 gevallen (37%) leidt een inbraakpoging niet tot het gewenste resultaat. Goed hang- en sluitwerk en andere preventieve maatregelen kunnen daar de oorzaak van zijn, of de inbreker wordt gestoord bij de uitoefening van zijn/haar professie. Maar met een ruim 200 geslaagde inbraken blijft het bestrijden van deze High Impact criminaliteit een hoge prioriteit hebben. Ook huiseigenaren, verhuurders en bewoners hebben daar een belangrijk aandeel in. Goede inbraakpreventie, het bijbrengen van het besef dat mensen door hun gedrag het inbrekers soms wel heel erg eenvoudig maken hun slag te slaan en het vergroten van de alertheid van omwonenden kan veel ellende voorkomen. Na het volgende grafiekje wordt verder op de maatregelen ingegaan.
10
In dit overzicht zien we de ontwikkeling van het aantal inbraken in schuren, boxen en garages in woongebieden. Evenals bij woninginbraken is het aantal in 2014 fors gedaald, namelijk met 40% van 59 naar 35. Op basis van de ontwikkelingen in de eerste helft 2015 eindigt de prognose voor volledige jaar 2015 op een aantal van 42, zodat ook hier aandacht vereist blijft. Maatregelen: De aanpak van woninginbraak heeft gelet op de impact een hoge prioriteit. Na iedere inbraak wordt door de politie een buurtonderzoek verricht en krijgen bewoners een map met diverse informatie en slachtofferhulp aangeboden. Via Burgernet worden omwonenden per mail geïnformeerd over de inbraak in hun woonomgeving en zo mogelijk wordt bij de opsporing van (vluchtende) daders gebruik gemaakt van Burgernet; stimuleren inbraakpreventie (o.a. aanbrengen PKVW goedgekeurd hang- en sluitwerk) via media, buurtpreventie, buurtplatforms, wijkavonden, rechtstreekse correspondentie; het voortzetten van het Naardens initiatief om in samenwerking met de politie, brandweer en woningcorporaties te bevorderen dat onder de huurders het besef voor het belang van brand- en inbraakpreventie toeneemt en noodzakelijke voorzieningen worden getroffen; stimuleren alertheid en informeren van participerende burgers via WAAKS, Burgernet en WhatsApp en bevorderen deelname daaraan; het stimuleren van de meldingsbereidheid door de mogelijkheid van “Meld Misdaad Anoniem” (met M. in actie) via de media onder de aandacht te brengen; zorg dragen voor een goede openbare verlichting.
Het gaat hier om daadwerkelijk autokraak met diefstal van al dan niet zichtbaar in de auto achtergelaten goederen of – en vaak – om complete onderdelen van auto’s als airbags, navigatieapparatuur, verlichtingunits en kentekenplaten. Gelet op de gunstige ligging van Naarden en Muiden ten opzichte van de A1 en de A6 is in die kernen helaas ook sprake van snelwegcriminaliteit. Gelukkig wijst de prognose op een stabilisatie van het aantal autokraken. Maatregelen: surveillance politie en inzet van technische opsporings- en herkenningsmiddelen; permanente analyse voor eventuele probleemgebieden voor gerichte integrale aanpak; surveillance gemeentelijke boa’s; uitvoering Beleidsplan Openbare Verlichting; flyeren en publicaties in de media; vergroten oplettendheid en participatie van burgers (o.a. Waaks, buurtpreventie en buurtplatforms);
11
Actieve inzet van de politie, media aandacht gericht op gedragsverandering (fiets goed op slot zetten, schuurtjes en tuinhekken/-poorten afsluiten, gegevens noteren en fiets laten graveren) en ook de bijdrage van de burgers in het (met succes) tippen van de politie bij het vermoeden van fietsdiefstal leveren goede resultaten op. Het geprognosticeerd totaal aantal diefstallen is in Gooise Meren licht gedaald. Maatregelen: meerdere bewaakte fietsenstallingen of objecten (rekken, tulpen, nietjes, stangen etc.) waar de fiets aan vast kan worden geketend om te voorzien in de behoefte aan voldoende veilige stallingplekken; voldoende zichtbaarheid (groenvoorzieningen) en verlichting van de fietsparkeervoorzieningen; media aandacht, gericht op gedragsverandering van eigenaren door het belang aan te geven van (het op een juiste wijze gebruikmaken van) goedgekeurde sloten, het registreren van de fietsen en het doen van aangifte bij diefstal; extra surveilleren op plekken waar het aantal fietsdiefstallen is toegenomen; inzetten van technische hulpmiddelen; goede communicatie met Waaks deelnemers. 1.4) Subjectieve veiligheid Bij subjectieve veiligheid gaat het om het veiligheidsgevoel, ofwel hoe de burger de veiligheid beleeft. Een uitstekend instrument om dat te toetsen was de Integrale Veiligheidsmonitor 2013, waaraan de voormalige gemeente Naarden heeft meegedaan. De uitkomsten daarvan zijn op een groot aantal punten bovengemiddeld positief. Een aantrekkelijke gemeente om in te wonen en te verblijven, zij het dat er in eigen de buurt wat vaker verkeersoverlast wordt ervaren. In het algemeen, dus anders dan buurt of woonplaats gerelateerd, voelt men zich soms wat onveiliger en acht
12
men de kans op slachtofferschap groter, terwijl dit niet wordt gestaafd door het daadwerkelijk slachtofferschap, dat over de hele linie juist weer lager ligt dan regionaal gemiddeld. In de voormalige gemeente Muiden heeft eind 2012 het project Buurtsignaal gedraaid, waarin interviews met inwoners over diverse veiligheidsaspecten zijn gehouden. Positief signaal is de sociale cohesie en sociale controle die er heerst in beide kernen, maar negatief de tolerantie die steeds minder lijkt te worden. Geconcludeerd kan worden dat de uitkomsten niet echt afwijken van die van omliggende gemeenten, met dien verstande dat de verkeersdrukte in het centrum een belangrijk aandachtpunt is in Muiden. Met de realisering van een nieuwe lokale brug (september 2015) zal dit aspect grotendeels verdwenen zijn. Twee andere punten die genoemd zijn en inbreuk doen op het veiligheidsgevoel zijn woninginbraken en overlast door groepen jongeren. De overlast door uitgaansjongeren is overigens in het afgelopen jaar sterk verminderd door gezamenlijk optrekken van politie, gemeente en horeca. In de kernen van de gemeente Gooise Meren wordt op verschillende manieren aandacht gegeven aan (het voorkomen van) criminaliteit (via media, buurtpreventie, buurtplatforms, wijkavonden, Waaks of buurtwhatsapp). Ook wordt Burgernet ingezet voor opsporing en inbraakalertmails. In totaal neemt per 1 juli 2015 gemiddeld 9,2% van de bevolking van de fusiegemeenten deel aan Burgernet, waarmee in het district Gooi en Vechtstreek van de politieregio Midden-Nederland een vierde plaats wordt ingenomen. Overigens wordt/is mede ter uitvoering van de Regionale Veiligheidsstrategie in de tweede helft van het jaar 2015 gewerkt aan de opname van het Waaks bestand in de database van Burgernet.
2) Bedrijvigheid en veiligheid Binnen dit veiligheidsveld vallen aantasting van de veiligheid rond recreatieve en economische voorzieningen zoals winkelcentra, bedrijventerreinen en uitgaansmogelijkheden. Het gaat hier uitdrukkelijk om de sociale veiligheid rond genoemde vormen van bedrijvigheid, meer in het bijzonder om delicten als winkeldiefstal, bedrijfsinbraak en uitgaansgeweld. Toegelaten sexinrichtingen en coffeeshops vallen ook onder de categorie ‘Bedrijven”, zodat ook de (sociale) veiligheid rond deze instellingen hier dient te worden meegenomen. Fysieke (externe) veiligheid rond inrichtingen met gevaarlijke stoffen op bedrijventerreinen valt niet onder dit veiligheidsveld. 2.1 / 2.2) Veilig winkelgebied en veilige bedrijfsterreinen Bij dit onderdeel kan worden gewezen op de afspraken die tussen de gemeente, de bedrijvenvereniging FIN (Naarden) en BOV (Bussum), de politie en brandweer zijn vastgelegd in het kader van het Keurmerk Veilig Ondernemen om de veiligheid en leefbaarheid in en rond het Bussumse winkelcentrum en op de Naardense bedrijventerreinen te vergroten. Veel informatie over veilig ondernemen is voor bedrijven beschikbaar op de sites van de Kamer van Koophandel en het Hoofdbedrijfschap Detailhandel. Kleinere bedrijven kunnen verder via het CCV (Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid) gebruik maken van de door het Ministerie van Veiligheid en Justitie geboden mogelijkheid tot een gratis veiligheidinspectie en gedeeltelijke bekostiging van maatregelen ter verbetering. Via de site van het CCV kunnen ondernemers zich ook verdiepen in het voorkomen van, optreden tijdens en handelen na een overval: (http://www.veiligondernemenbeginthier.nl/overvallen/). Voor zover sprake is van overvallen op winkels en bedrijven, dan zijn de aantallen daarvan verwerkt in de grafiek “Geweld totaal (excl. Huiselijk)” onder 1.3. Gelet op de impact voor de betrokken ondernemer wordt daar in de regel ook vanuit de gemeente extra aandacht aan besteed.
13
Het geprognosticeerd aantal winkeldiefstallen is in totaliteit fors afgenomen, behalve in de kern Muiden, waar de cijfers over het eerste half jaar de verwachting van een toename rechtvaardigen. Ook hier is een relatie te leggen met het winkelgebied Maxis. Winkeliers kunnen, indien zij daarbij zijn aangesloten, bij constatering van winkeldiefstal gebruik maken van de diensten van de “Stichting afrekenen met winkeldieven”. Ter compensatie van de schade van en het ongemak voor de winkeliers voegt deze stichting een civiele vordering van € 181,00 in de strafzaak. De ervaring is dat het vermelden van deze informatie in de winkel preventief werkt. Niet alle winkeliers maken hiervan gebruik. Maatregelen: de detaillisten wijzen op de preventieve werking die uitgaat van goede veiligheidsmaatregelen als camerabewaking in de winkel en op de mogelijkheid van de diensten van de Stichting afrekenen met winkeldieven; het in behandeling nemen van aangiften van winkeliers.
De cijfers over het eerste halfjaar 2015 rechtvaardigen helaas het beeld van een geprognosticeerde toename van het aantal bedrijfsinbraken in de kernen Bussum en Naarden, terwijl in de kern Muiden juist een verlaging wordt voorzien. Ondanks de beveiliging en maatregelen in het kader van het Keurmerk Veilig Ondernemen fluctueert het aantal bedrijfsinbraken. Maatregelen: (stimuleren) deelname integrale aanpak Keurmerk Veilig Ondernemen; controleren op voorschriften en naleving daarvan; uitvoeren beleidsplan openbare verlichting; opname aangifte na inbraak; permanente analyse en indien mogelijk probleemgerichte projectmatige aanpak. 2.2a Seksinrichtingen en coffeeshops In de regio Gooi en Vechtstreek is in 2000 een regionaal prostitutiebeleid vastgesteld. Onderdeel van dit beleid is een regionaal maximumstelsel voor het aantal toegelaten seksinrichtingen.
14
Beoordeeld zal worden of door aanpassing van de APV het vergunningsstelsel voor de seksbranche kan worden verbeterd, dit vooruitlopend op de “Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche”. In 2001 werd eveneens aangesloten bij het regionaal drugsbeleid, waarin vastgelegd is het aantal aanwezige coffeeshops te bevriezen. Sprake is van een nulbeleid voor de (kernen) Naarden en Muiden. De in de gemeente Gooise Meren aanwezige vergunde seksinrichtingen (parenclub en massagesalon) en de coffeeshop hebben geen overlast tot gevolg die de sociale veiligheid negatief beïnvloedt. De naleving van de vergunningvoorwaarden wordt regelmatig door de betrokken toezichthoudende instanties gecontroleerd. 2.3) Veilig uitgaan De belangrijkste uitgaansgebieden liggen in de kern Bussum en de gemeente Hilversum, maar ook horeca in het centrum van Muiden is bij de jongeren in trek. Het uitgaan concentreert zich het meest op de zaterdagavond en komt dan pas laat op de avond op gang. In en om de horecagebieden werkt de politie met het speciale horecateam. Met de politie zorgen mobiele portiers met name in de nacht van zaterdag op zondag voor het toezicht in de horecagebieden en de directe woonomgeving. Eerder vond dit ook in de nacht van vrijdag op zaterdag plaats doch als gevolg van een afgenomen bezoekersaantal is dit vervallen. Of dit ook in omvang afgenomen toezicht op die wijze kan worden gehandhaafd is afhankelijk van de ontwikkeling van het bezoekersaantal. Bij het toezicht wordt samengewerkt met de Boa’s en het ambulant jongerenwerk. In het gebied Generaal de la Reylaan/Stationsweg is cameratoezicht, waarvan de beelden achteraf kunnen worden gebruikt voor opsporing. De vrije sluitingstijden (Bussum) werken voldoende spreidend bij het einde van de horeca avond. Een groot aantal exploitanten van diverse cafébedrijven heeft na 1 januari 2014, zeker in het weekend, geen zogenoemde 18-minners in hun bedrijf toegelaten. Voor die jongeren worden ook de komende jaren weer regelmatig terugkerende frisfeesten georganiseerd. Overigens zoeken zij tussentijds vaak elders hun vertier, hetgeen voor andere vormen van overlast kan zorgen. In een bedrijf waar wel 18-minners worden toegelaten is handhaving van de leeftijd niet eenvoudig. Zeker als het druk is valt het nauwelijks te controleren of er wederverstrekking plaatsvindt. Zoals onder punt 3.3 “Jeugd, alcohol en drugs” verder is uitgewerkt, is eind 2014 in de 3 gemeenten het preventie- en handhavingplan alcohol vastgesteld. In het nieuwe jaar wordt het horecabeleid voor de drie kernen verder vorm gegeven. Maatregelen: continueren van het huidige toezicht; 2.4) Veilige evenementen Gewerkt wordt met een jaarplanning van kleine en grote evenementen, die met de regiocoördinator evenementen van de Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek wordt afgestemd. Dit was al gebruik in Naarden en Bussum. De Muidense evenementen worden in het najaar 2015 ingevoegd. Bij de beoordeling van de aanvraag tot vergunningverlening worden de adviezen van de politie en hulpdiensten meegewogen, waarbij het accent ligt op het veilig verloop van het evenement. De Veiligheidsregio acht voor een viertal evenementen in G&V een multidisciplinair veiligheidsadvies wenselijk. Dit gelet op de aard en omstandigheden van de evenementen of de wijze waarop deze worden georganiseerd. Naast Hilversum Alive, Hilversum On Air en de Loosdrechtse Gondelvaart is de avondintocht van Sinterklaas in Naarden er daar één van. Het evenement, met ongeveer 13.000 bezoekers, waaronder vooral veel kinderen (deels in buggies), water, tractoren met platte karren, nauwe straten in de vesting en zich langs de route verplaatsende toeschouwers, vraagt om een draaiboek, waarin de verantwoordelijkheden goed zijn belegd en voldoende maatregelen zijn opgenomen om de veiligheid tijdens het evenement in samenwerking met de hulpdiensten en vrijwilligers óók bij eventuele incidenten zoveel als redelijkerwijs mogelijk is te waarborgen. Via een groeimodel wordt gewerkt aan het professionaliseren van het veiligheidsplan, het veiligheidsbewustzijn van de vrijwillige organisatie en de afstemming van alle betrokken hulpdiensten. De dienstverlening van Gooise Meren richt zich mede op het beperken van administratieve lasten van ondernemers, instellingen en inwoners. Voor de behandeling van aanvragen worden niet méér gegevens gevraagd dan benodigd voor de afhandeling. Ook bij complexe aanvragen voor evenementenvergunningen zal deze lijn worden gevolgd, hetgeen overigens niet betekent dat dit voor de organisatoren in die situatie tot een verlichting leidt. Naar aanleiding van zeer recente gebeurtenissen heeft de Onderzoeksraad voor de Veiligheid een aantal aanbevelingen gedaan, die extra nadruk leggen op de (bewustwording van de) verantwoordelijkheid van de organisatoren voor de
15
veiligheid tijdens het evenement. Risico’s en de daarvoor genomen maatregelen zullen nog duidelijk dan thans het geval is in beeld moeten worden gebracht om de veiligheidspartners (politie, branweer en GHOR) in staat te stellen goed te adviseren teneinde te kunnen komen tot een kwalitatief goede vergunningverlening. Dit leidt eerder tot een verzwaring dan een verlichting van de administratieve lasten. In 2016 zal op een heldere wijze in een document standpunten moeten worden vastgelegd over de wijze waarop en mate waarin (vrijwillige) organisatoren zelf verantwoordelijk zijn voor actuele planvorming, financiering en uitvoering (o.a. ten aanzien van verkeersaspecten zoals dranghekken, verkeersborden en inzet van beveiliging en verkeersregelaars). Maatregelen: voortzetten huidige werkwijze planning en voorbereiding vergunningverlening, waaronder afstemming met hulpdiensten, wijkbeheer, boa’s en communicatie, inclusief strikte toepassing van de richtlijnen voor het tijdige aanvragen van evenementen; controle op naleving voorschriften en zo nodig handhaving (zo nodig in samenwerking met de Omgevingsdienst Flevoland en Gooi en Vechtstreek OFGV); ontwikkeling evenementenbeleid Gooise Meren 2.5) Veilig toerisme Het Naardermeer, de Muider en Naarder jachthaven, Oud Valkeveen, de monumentale vesting- en verdedigingswerken in de drie kernen, monumenten als het Muiderslot, de Grote Kerk, het voormalige stadhuis Naarden en het Arsenaal, het Stads- en Streekarchief, de musea, het mausoleum, kunstgalerieën en ateliers, rondvaarten, goede horecagelegenheden en verschillende evenementen op watersportgebied (als de Roeisloepenrace Muiden-Pampus-Muiden en de Muider hardzeildagen), Vlaggetjesdag, het Spieringfestival, Koningsdag, de Matthäus Passion, de Antiekbeurs, de carnavalsoptochten, de intocht van de Sint en het Fotofestival, elk op zich en elkaar onderling versterkend nodigen zij uit tot een bezoek aan Gooise Meren. De opsomming is zeker niet volledig maar geeft wel een beeld van een aantrekkelijke locatie voor toerisme. Toerisme dat dan ook in ruime mate plaatsvindt door bezoekers uit binnen- en buitenland. De veiligheid tijdens evenementen is onder 2.4 al aangestipt. Dat aspect heeft bij vergunningverlening een sterk accent. Voor toeristen geldt uiteraard ook dat zij geen waardevolle artikelen in auto’s achter zouden moeten laten en fietsen goed op slot moeten zetten. Daar zijn goede voorzieningen voor. Er zijn geen aanwijzingen dat toeristen zich in Gooise Meren minder veilig zouden voelen dan de bewoners van Gooise Meren zelf. De gemeente is toerisme gewend. Maatregelen: zie evenementen; afstemming met Rijkswaterstaat bij (mogelijke) aanwezigheid blauwalg in Gooimeer.
3) Jeugd en veiligheid Binnen dit veiligheidsveld vallen de gebruikelijke veiligheidsthema’s in relatie tot jeugd: ‘overlastgevende jeugd’, ‘criminele jeugd/individuele probleemjongeren’, ‘jeugd, alcohol en drugs’ en ‘veilig in en om school’. 3.1) Overlastgevende jeugd
Over 2011 waren voor dit onderdeel geen gegevens in het bestand van Bureau RVS opgenomen, zodat de eerste kolom feitelijk ontbreekt. Na een toename in de periode 2012-2014 lijkt op basis
16
van de ontwikkeling in het eerste halfjaar de verwachting gerechtvaardigd dat over het hele jaar 2015 sprake zal zijn van een stabilisatie/lichte daling van het aantal meldingen jongerenoverlast. Het ervaren van overlast van jongeren leidt op verschillende locaties wel regelmatig tot klachten. Hier kunnen – mogelijk in combinatie met elkaar - diverse oorzaken aan ten grondslag liggen. Zoals al onder ‘Veilig uitgaan’ is gemeld kunnen 16 en 17 jarigen niet meer in de horeca, kantines e.d. terecht voor alcohol, waardoor zij elders hun vertier zoeken. Daar waar jongeren elkaar buiten opzoeken, kan dit voor omwonenden irritatie geven, waarbij de frequentie aanleiding kan zijn voor een lagere tolerantiegrens. In de kern Bussum is in 2014 aan de Centuurbaan een mobiele JOP (jongeren ontmoetings plek) geplaatst, met het oogmerk deze overlast te verminderen. De veronderstelde lagere tolerantiegrens leidt er vermoedelijk ook toe dat eerder overlast wordt ervaren van jongeren die tijdens schoolpauzes in de omgeving van winkels rondhangen, wanneer winkeliers in verband met het behoud van het overzicht in de winkel een systeem van gedoseerde toegang hanteren. Het in 2014 toegenomen aantal meldingen is al aanleiding geweest tot een nadere inventarisatie van meldingen en hotspots en overleg met het onderwijs, winkelier(s) en omwonenden en versterkte inzet van het ambulant jongerenwerk. Ook omwonenden weten het jongerenwerk te vinden en meldingen gaan ook vaak rechtstreeks naar Versa Jongerenwerk. Actuele zaken worden samen met de gemeente en politie besproken en waar nodig wordt de werkwijze aangescherpt. Dit is een continu proces. Maatregelen: surveillance van politie en boa’s; noteren van namen en informeren van ouders; inzet ambulant jeugd- en jongerenwerk; vergroten weerbaarheid omwonenden (aanspreken jongeren) en zoeken naar alternatieven voor de jeugd; het afspreken van spelregels en plaatsen van bordjes bij speelgelegenheden; het evalueren of de JOP in een behoefte voorziet. 3.2) Jeugdcriminaliteit / individuele probleemjongeren Beke en Ferwerda hebben aan de hand van een zogenaamde shortlistmethode overlastgevende jeugdgroepen onderverdeeld in 3 categoriën, te weten ‘hinderlijk’ , ‘overlastgevend’ en ‘crimineel’, zodat daarop gerichte gecoördineerde inzet kan worden gepleegd door gemeente, jongerenwerk en politie. Het gaat hier om min of meer vaste groepen. In de Regionale Veiligheidsstrategie is de gecoördineerde aanpak van geshortliste jeugdgroepen een speerpunt. Alhoewel er soms overlast wordt ervaren van groepjes jongeren, is er in Gooise Meren gelukkig geen sprake van ‘jeugdgroepen’, in de zin als bedoeld door Beke en Ferwerda. Daar waar sprake is van meervoudige problematiek vindt bespreking van casussen plaats in het Veiligheidshuis (zie verder hetgeen vermeld is onder ‘Samenwerkingsverbanden’ op pagina 5). Overigens was 2015 waarschijnlijk het laatste jaar waarin met de hiergenoemde shortlistmethodiek werd gewerkt. Om te voorzien in de behoefte aan een systeem met een meer eenduidige toepassing heeft de Nationale Politie namelijk op verzoek van de minister een nieuwe groepscanmethodiek ontwikkeld, waarmee in een aantal gemeenten al is proefgedraaid. Maatregelen: zo nodig in kaart brengen en scannen van jeugdgroepen; aanpak jeugdige ‘criminelen’ door bureau Halt, Regionaal bureau Leerlingzaken, politie en justitie; opstellen lijst met personen / gezinnen die in aanmerking komen voor een PGA en beoordeling casussen gemeentelijke aanpak of bespreking in het Veiligheidshuis. 3.3) Jeugd, alcohol en drugs Een verwijzing is hier op zijn plaats naar de eerste tabel onder 1.1 “sociale kwaliteit”, aangezien overlast van jongeren door drugs- en drankgebruik ook in die tabel is verwerkt Om het drankgebruik onder jongeren te beperken (te vroeg, te vaak, te veel) biedt de GGD aan scholen voor basis- en voortgezet onderwijs les- en voorlichtingsmateriaal en gastlessen aan. Zowel landelijk als ook in onze regio is het aantal comazuipers (alcoholvergiftigingen bij kinderen onder de 18 jaar) gestegen ten opzichte van 2013. In 2014 waren er 35 comazuipers in de regio, terwijl dat er in het voorafgaand jaar 26 waren; Een stijging derhalve van meer dan 30%. De gemiddelde leeftijd is hetzelfde gebleven, namelijk 15 jaar en enkele maanden. De jongeren zijn veelal 14, 15 of 16 jaar en het zijn iets meer meisjes dan jongens. De nieuwe leeftijdsgrens heeft in ieder geval geen invloed gehad op de gemiddelde leeftijd van de comazuipers. Het merendeel van de kinderen is onervaren drinker, soms zelfs drinken ze voor de eerste keer.
17
Cijfers over 2015 ontbreken nog, maar het voorgaande toont aan dat onverkort moet worden gezocht naar mogelijkheden om de jeugd te wijzen op de gevolgen van vroegtijdig en overmatig drankgebruik. De fysieke controle op alcoholverstrekking wordt sinds 1 juli 2013 op convenantbasis door de gemeente Hilversum uitgevoerd. Ter uitvoering van artikel 43a van de Drank en Horecawet hebben de gemeenteraden van de voormalige fusiegemeenten eind 2014 een Preventie- en Handhavingplan alcohol vastgesteld. Het plan bevat de hoofdzaken van het beleid betreffende de preventie van alcoholgebruik, met name onder jongeren, en de handhaving van de wet. Medio 2015 hebben de colleges de handhavings- en sanctiestrategie Drank en Horecawet vastgesteld. Hierin is bepaald op welke wijze opgetreden wordt bij overtreding van artikelen uit de Drank en Horecawet en de paracommerciële alcoholverstrekking. Op deze manier wordt eenduidig opgetreden. Maatregelen: deelname aan regionale programma’s ter ontmoediging van alcoholgebruik; het monitoren van aan minderjarigen (mysteryshopping) alcoholverstrekking controle en handhaving; ontmoediging drankgebruik via (sociale) media; Regelmatig worden – ook in de kernen van Gooise Meren – hennepkwekerijen gevonden en geruimd. Er zijn nog steeds mensen die denken met een kwekerij snel, gemakkelijk en zonder ontdekking geld te kunnen verdienen. Bijvoorbeeld om een financieel probleem op te lossen. Vaak laten zij zich verlokken door criminelen. Die blijven meestal achter de schermen, waar de houder van de kwekerij grote kans heeft tegen de lamp te lopen. Aan het gevaar van hennepkwekerijen in woonruimtes wordt in de media ruim aandacht besteed. In het bijzonder brandgevaar door oververhitting van ondeskundig aangelegde elektravoorziening, maar ook vocht- en waterschade. Een kwekerij gaat vaak gepaard met illegale stroomafname, belastingontduiking, uitkeringsfraude, het gebruik van een woning/pand in afwijking van de bestemming en (eventueel) het niet naleven van de bepalingen uit een huurcontract. Om deze vorm van criminaliteit zo goed mogelijk te bestrijden is aanvankelijk een districtelijk, later regionaal hennepconvenant met alle betrokken partijen overeengekomen. Op grond van het convenant kan onderling informatie worden uitgewisseld en kan gezamenlijk worden opgetreden om naast de strafrechtelijke aanpak te komen tot een maximaal verhaal van schade, onrechtmatig ontvangen uitkeringen en wederrechtelijk verkregen voordeel en eventueel tot ontbinding van het huurcontract worden overgegaan. Integrale aanpak van illegale hennepkwekerijen draagt bij aan een veilige woonomgeving. Vandaar dat inwoners dan ook worden verzocht om in verdachte situaties de politie te informeren. Maatregelen: via media inwoners informeren over de gevaren van hennepkwekerijen en over signalen die mogelijk wijzen op de aanwezigheid van illegale kwekerijen; aanpak met behulp van integrale aanpak naar landelijk model en regionale standaard werkwijze; uitvoering hennepconvenant. 3.4) Veilig in en om school Veel scholen spreken van hectische en onveilige situaties bij het halen en brengen van de schoolkinderen. De fysieke inrichting vormt op zich niet het grootste probleem, meer het gedrag van de ouders zelf. In structureel overleg met de scholen wordt hiervoor aandacht gevraagd en worden handvatten geboden ouders daarop aan te sturen, met het doel dat kinderen meer naar school fietsen. Ook in 2016 zullen nog in samenwerking met de gemeente en politie verkeersexamens worden afgenomen. De bijdrage van de politie richt zich in dat jaar echter alleen nog op het praktische deel en wordt in principe in 2017 beëindigd. Verder stimuleert de gemeente deelname aan Streetwise, een verkeerseducatie programma voor kinderen op de basisschool. Naast ‘veiligheid in het verkeer’ gaat het bij dit thema echter ook om het zich veilig kunnen voelen binnen de groep. Pesten, ook via sociale media, is op alle scholen een onderwerp van aandacht, uitgewerkt in een pestprotocol. Maatregelen: zo nodig treffen van infrastructurele maatregelen; overleg gericht op gedragsbeïnvloeding ouders; controle naleving verkeersregels en handhaving; bevorderen deelname streetwise / verkeerseducatie; afnemen verkeersexamens.
18
4) Fysieke veiligheid Het gaat hier om de ‘echte’ fysieke veiligheidsthema’s, de fysieke veiligheidsrisico’s en niet de sociale veiligheid. 4.1) Verkeersveiligheid
In 2009 is de politie begonnen met het minder registeren van verkeersongevallen. Bij eenvoudige zaken wordt volstaan met hulpverlening en worden geen gegevens meer geregistreerd. Het geprognosticeerd aantal voor 2015 geeft voor de kernen Bussum en Naarden een niet echt afwijkend beeld in vergelijking tot de voorgaande jaren, doch de ontwikkeling in het eerste half jaar 2015 lijkt voor de kern Muiden aan te geven dat het lagere aantal van 2014 een incidenteel karakter heeft. Er is geen sprake van een onderlinge relatie of van gevaarlijke plekken, waarbij echter wordt opgemerkt dat een groot deel van verkeersongevallen plaatsvinden op de snelwegen A1/A6. Maatregelen: monitoren verkeersongevallen en onveilige situaties van infrastructurele aard eventueel in overleg met politie en Rijkswaterstaat oplossen; burgers betrekken bij planvorming over infrastructurele maatregelen om verkeersonveilige situaties kenbaar te kunnen maken; verkeershandhaving en binnen surveillances repressief optreden tegen onveilig verkeersgedrag; gerichte controles t.b.v. verhogen verkeersveiligheid, waaronder GRASH (gordel, roodlicht, alcohol, snelheid en helmdragen); deelname aan landelijke en regionale projecten gericht op verhogen verkeersveiligheid. het volgens schema inzetten van snelheidindicatiedisplays. Het display toont de automobilist zijn actuele snelheid en met een kleurcode wordt aangegeven of dat goed, op de grens of te snel is. 4.2) Brandveiligheid Binnen het veiligheidsveld ‘Fysieke veiligheid’ is de regionale brandweer Gooi en Vechtstreek natuurlijk nauw betrokken bij het belang van brandveiligheid in Gooise Meren. Proactief en preventief, door binnen een operationele en efficiënte organisatie zorg te dragen voor integrale advisering (omgevingsvergunning en evenementen) en periodieke actualisatie van het Regionaal Risicoprofiel. Daarnaast worden in 2016 verschillende Brandveilig Leven maatregelen in de gemeente uitgerold, in eerste instantie gericht op risicogroepen en de “rode gebieden”, die vanuit het Regionaal Dekkingsplan naar voren gekomen zijn (overschrijdingen normtijden). Doel is het verhogen van het veiligheidsbewustzijn en het versterken van de zelfredzaamheid van burgers, bedrijven en instellingen. Hieronder valt ook bv. structurele brandveiligheidvoorlichting op basisscholen. Het kwaliteitsniveau van de medewerkers Risicobeheersing, die voor Gooise Meren werkzaamheden verricht, voldoet aan de wettelijke normen, zodat de in de Dienstverleningsovereenkomst beschreven preventieve werkzaamheden, zowel voor wat betreft de advisering als het toezicht, goed kunnen worden uitgevoerd. Preparatief, door zorg te dragen voor beschikbaarheid van voldoende, goed onderhouden en inzetbaar materieel en materiaal, de beschikking over adequate planvorming van bijzondere objecten, uitvoering van het vakbekwaamheidbeleid en voldoende geoefende en inzetbare brandweerlieden. Repressief, waar het gaat om het daadwerkelijk optreden bij brand en hulpverlening. Vanaf begin 2015 is de dekking aanmerkelijk verbeterd door de invoering van variabele voertuigbezetting.
19
Hierbij wordt zowel met een snel inzetbaar klein voertuig (TS2) uitgerukt, als met een standaard brandweervoertuig (TS flex, met 4 of 6 brandweermensen). Concrete resultaten van de kwaliteitsverbetering zullen in 2016 beschikbaar komen. Het aantal uitrukken voor loos alarm, van brandmeldinstallaties die doormelden naar de alarmcentrale, is de afgelopen vier jaren continu afgenomen. Dit komt vooral door een teruglopend aantal aansluitingen, als gevolg van deregulering. Maatregelen: voor de specifieke maatregelen, die in het kader van de vormgeving van het bovenstaande door de Regionale Brandweer Gooi en Vechtstreek worden genomen, wordt hier verwezen naar de begroting 2016 van de Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek en de daaraan ten grondslag liggende beleids- en uitvoeringsplannen. Er zijn 4 uitrukposten in de gemeente (Bussum, Muiden, Muiderberg en Naarden), die elk voor de repressieve taak worden aangestuurd door een post coördinator. De eindverantwoordelijk voor de totale brandweerzorg in de gemeente ligt bij een Clustercommandant. 4.3) Externe veiligheid Externe veiligheid richt zich op de bescherming van personen in de omgeving van activiteiten (waaronder transport en opslag) met gevaarlijke stoffen. Het richt zich daarbij zowel op de bron van het risico als op de omgeving waarin dat risico zich bevindt. Brongericht beleid (beperken van de hoeveelheid gevaarlijke stoffen of het installeren van veiligheidssystemen), ruimtelijke ordening (voorkomen van bevolkingsconcentraties in de buurt van activiteiten met gevaarlijke stoffen) en een goede organisatie van de rampenbestrijding beperken de kans op incidenten met gevaarlijke stoffen of de gevolgen ervan. De Regionale Beleidsvisie Externe Veiligheid is door de voormalige gemeentebesturen in 2011 vastgesteld. Maatregelen: continue aandacht voor het (blijven) uitvoeren van de actiepunten die in genoemde beleidsvisie zijn opgenomen. 4.4) Rampenbestrijding en crisisbeheersing. Gemeenten (Bevolkingszorg) spelen een belangrijke rol in het bestrijden van een crisis èn in de periode daarna. Daarom horen zij binnen de Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek als één organisatie naast de brandweer en de GHOR. Binnen dit samenwerkingsverband, blijven we samen met de politie en andere instanties werken aan de verdere verbetering van de multidisciplinaire samenwerking en crisisbeheersing binnen de veiligheidsregio. Vanuit de nieuwe wettelijke kaders worden er hogere eisen gesteld aan de kwaliteit van Bevolkingszorg. De besturen van veiligheidsregio’s Flevoland en Gooi en Vechtstreek hebben in het najaar van 2012 besloten om over te gaan tot samenwerking binnen één centrale organisatie voor Bevolkingszorg, aangepast aan de nieuwe kaders van het Regionaal Crisisplan De gemeentelijke draaiboeken/processen binnen het regionaal crisisplan worden herzien en gegroepeerd onder vier hoofdthema’s, namelijk crisiscommunicatie, informatie en ondersteuning, acute bevolkingszorg en herstelzorg. Hierdoor zijn de kernfuncties van bevolkingszorg (de gemeentelijke kolom) en de personele bezetting gewijzigd. Onze visie op de organisatie van bevolkingszorg gaat uit van eenvoud; we doen wat nodig is, dat wil zeggen dat we voldoen aan de wettelijke kaders en we zullen geen overbodige zaken gaan organiseren. Daar waar wij goed in zijn doen wij, daar waar anderen goed in zijn, laten wij hen doen als netwerken, zoals het sluiten van convenanten met Rode Kruis en Waakvlamovereenkomsten. Door de veiligheidsregio is al enkele malen voor een of meerdere gemeenten een alarmeringsoefening met opkomstverplichting (ALOP) gehouden, waarbij (een begin van) een geënsceneerde crisis wordt geoefend. Deze ALOP is vooral gericht op de kernfunctionarissen binnen de gemeentelijke organisatie, zoals de piketfunctionarissen, de leden van het Gemeentelijk Beleids Team en lokale functionarissen, die ervoor zorgen dat het gemeentehuis open en inzetbaar is. Het overige ambtelijke personeel kan op andere momenten worden geoefend. Oefening en deskundigheidsbevordering is ook het doel tijdens de Veiligheidsweek, die jaarlijks in Naarden werd gehouden en vanaf 2016 ook in Gooise Meren. Tijdens de veiligheidsweek gaan gastsprekers in op eigen ervaring met rampenbestrijding en crisisbeheersing en verschillende thema’s aan de hand van diverse oefenvormen zullen de revue passeren. Door de Veiligheidsregio wordt ook zorg gedragen voor de jaarlijkse oefening en training van de gemeentelijke beleidsteams.
20
Ook burgers zouden voorbereid moeten zijn op een ramp of een crisissituatie door zodanige maatregelen te nemen dat zij in een crisissituatie gedurende de eerste 72 uren niet afhankelijk zijn van derden. Steeds meer wordt een beroep gedaan op de zelfredzaamheid van burgers. Zo wordt jaarlijks de folder ‘Denk Vooruit’ opgenomen in de gemeentegids, in welke folder informatie wordt gegeven over welke maatregelen zij kunnen treffen. Maar ook in via artikelen in de media wordt daar geregeld aandacht aan gegeven. Zelf kunnen burgers zich ten tijde van een ramp of crisis laten registeren op een site (www.ikbenveilig.nl), zodat ook anderen weten dat zij in veiligheid zijn. Tijdens een om het jaar te houden veiligheidsdag kunnen de veiligheidsdiensten zich in al hun facetten presenteren aan de inwoners. Niet alleen om hen te informeren over en te enthousiasmeren voor hun activiteiten, maar ook om uit te dragen hoe burgers zelf een bijdrage kunnen leveren aan de eigen veiligheid. Maatregelen: Op orde brengen van de lokale crisisorganisatie Gooise Meren. oefenen, opleiden en testen; burgers informeren over wat te doen bij een ramp; binnen het onderdeel bevolkingszorg (de gemeentelijke kolom) van de veiligheidsregio mede vorm geven aan het gewenste zorgniveau van rampenbestrijding en crisisbeheersing; voor de verdere specifieke maatregelen, die in het kader van de verbetering van de multidisciplinaire samenwerking en crisisbeheersing door de Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek worden genomen, wordt hier verwezen naar de begroting 2016 van de Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek en de daaraan ten grondslag liggende beleids- en uitvoeringsplannen; het om het jaar organiseren van een veiligheidsdag.
5) Integriteit en veiligheid Dit veiligheidsveld omvat verschijnselen die een inbreuk vormen op onze maatschappelijk integriteit c.q. op de belangrijke regels en andere afspraken in het kader van de veiligheid en stabiliteit van onze samenleving. Deze verschijnselen hebben potentieel dan ook een omvangrijk veiligheidseffect omdat ze in de meest extreme vorm fundamenteel ontwrichtend kunnen werken. 5.1) Polarisatie en radicalisering Onder Polarisatie wordt verstaan de verscherping van tegenstellingen tussen groepen in de samenleving die resulteert of kan resulteren in (een toename van) spanningen tussen deze groepen en in risico's voor de sociale veiligheid. Uitingen die kunnen duiden op polarisatie zijn: (groepsgericht) pesten, discriminatie, vandalisme, intimidatie, racisme en geweld. Uit het overleg binnen het wijkgericht werken, waarin de gemeente, het jongerenwerk, de woningcorporaties en de wijkagenten vertegenwoordigd zijn, blijkt niet dat er zich binnen onze gemeente ontwikkelingen voordoen die wijzen op polarisatie. Onder radicalisme wordt verstaan het actief nastreven en/of ondersteunen van diep ingrijpende veranderingen in de samenleving, die een gevaar kunnen opleveren voor het voortbestaan van de democratische rechtsorde, eventueel met het hanteren van ondemocratische methodes, die afbreuk kunnen doen aan het functioneren van de democratische rechtsorde. Radicalisme komt voort uit een geesteshouding, die zich kenmerkt door een denken en doen dat wordt beheerst door een ideaal, een geloof, een doel of belang dat alles overheerst. Aanslagen in omringende landen geven aan dat radicalisering als serieus probleem dient te worden aangemerkt. Recente gebeurtenissen geven daarnaast aan dat radicalisme dichtbij, ook in het Gooi, wel degelijk aanwezig is. Personen bijvoorbeeld, die open staan voor beïnvloeding tot deelname aan de gewapende strijd in Syrië of aansluiting bij terreurbewegingen als IS. Het kabinetsbeleid is er op gericht om radicalisering en Jihadisme aan te pakken en heeft verschillende maatregelen getroffen, dan wel in voorbereiding. De politie monitort de ontwikkelingen als hier bedoeld maar ook de lokale overheid heeft een taak wat betreft het herkennen en signaleren van dergelijke ongewenste processen. Goede contacten met maatschappelijke organisaties in het veld zijn hiervoor noodzakelijk. In contact met vatbare jongeren kunnen scholen, moskeeën, sleutelfiguren, gemeenschappen, eerstelijns werkers etcetera een bijdrage leveren door veranderingen waar te nemen en bij te dragen aan interventies (onder meer het voeren van gesprekken). Wanneer de interventies niet het gewenste resultaat opleveren, kunnen in het driehoeksoverleg andere maatregelen worden overwogen. In 2015 is besloten tot deelname aan en ondertekening van het Regionaal Convenant Radicalisering, op basis van welk convenant gegevenuitwisseling kan plaatsvinden.
21
Maatregelen: goede contacten onderhouden met relevante maatschappelijke organisaties; continu monitoren ontwikkelingen in afstemming met politie; in voorkomende gevallen deelname aan casusoverleg radicalisering in Huizen. 5.2) Georganiseerde criminaliteit Georganiseerde criminaliteit ondermijnt de samenleving en is dus niet voor niets één van de speerpunten in de Regionale Veiligheidsstrategie. Georganiseerde criminaliteit doet zich in verschillende verschijningsvormen voor, zoals mensenhandel en -smokkel (waaronder uitbuiting, gedwongen prostitutie, escortservices en loverboy-problematiek), georganiseerde hennepteelt, fraude in de vastgoedsector, misbruik binnen de vastgoedsector, witwassen en daaraan gerelateerde vormen van financieel economische criminaliteit, 1% motorclubs. Het vraagt om een integrale aanpak. Bij vergunningaanvragen voor horeca en sexinrichtingen bestaat de mogelijkheid om met toepassing van de Wet Bevordering Integriteitsbeoordelingen door het Openbaar Bestuur (Wet BIBOB) te toetsen of er mogelijke relaties zijn tussen de onder- en bovenwereld. Maar ook in andere situaties kan er sprake zijn van georganiseerde criminaliteit. Als er bijvoorbeeld jaarlijks naar schatting 5 miljard euro in Nederland wordt witgewassen, dan lijkt het niet aannemelijk dat de gemeente Gooise Meren daarvan geheel verschoond blijft, ook al zijn daar niet direct aanwijzingen voor. Via aansluiting bij het Regionaal Informatie en Expertise Centrum Midden-Nederland (RIEC MN) draagt ook onze gemeente bij aan onderzoek en informatie uitwisseling om te kunnen komen tot een integrale aanpak van georganiseerde criminaliteit. Maatregelen: het zo nodig (doen) uitvoeren van een BIBOB onderzoek bij vergunningaanvraag Horeca of sexinrichting; handhaving aansluiting bij het RIEC MN en het inbrengen van casussen bij een vermoeden van georganiseerde criminaliteit. 5.3) Veilige Publieke Taak Werknemers met een publieke taak krijgen vaak te maken met agressie en geweld tijdens de uitoefening van hun functie. Denk bijvoorbeeld aan ambulancepersoneel, politieagenten, buschauffeurs en leerkrachten. Maar ook medewerkers in dienst van de gemeente hebben er meer of minder mee te maken. De overheid pakt dit geweld aan, onder andere door daders harder te straffen en de schade te verhalen op de daders. Maar ook werkgevers moeten maatregelen nemen om agressie tijdens het werk te voorkomen. Door ondertekening van het ‘Convenant VPT’ hebben de voormalige gemeentebesturen zich als werkgever met een publieke taak aangesloten bij de afspraken die in het convenant zijn vastgelegd. Deze afspraken sluiten aan op het per gemeente vastgestelde agressieprotocol en op de opleiding en trainingen die aan het personeel zijn en worden aangeboden. De agressieprotocollen zullen nog worden omgezet in een protocol voor de gemeente Gooise Meren. Maatregelen: beleid, gericht op het voorkomen van en zo nodig optreden tegen agressie; werknemers aansporen agressie en geweld te melden; bij strafbare feiten aangifte doen bij de politie; maatregelen nemen tegen de agressor conform het sanctiebeleid van de werkgever. Zo kan de agressor tijdelijk de toegang tot gemeentelijke gebouwen worden beperkt of ontzegd. 5.4) Informatieveiligheid De bestuurs- en bedrijfsprocessen van de overheid zijn vrijwel onmogelijk te realiseren zonder het toepassen van geautomatiseerde gegevensverwerking. Informatiebeveiliging garandeert dat deze gegevensverwerking betrouwbaar is (in termen van beschikbaarheid, integriteit en vertrouwelijkheid) door een proces in te richten dat bestaat uit het maken, onderhouden en controleren van een samenhangend stelsel van maatregelen. De (voormalige) gemeenten Naarden, Muiden en Bussum zijn (waren) aangesloten bij de Informatie Beveiligings Dienst (IBD), een gezamenlijk initiatief van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten (KING). De IBD is er voor alle gemeenten en richt zich op bewustwording en concrete (incident)ondersteuning aangaande informatiebeveiliging. De Nederlandse overheid heeft zich verbonden aan de invoering van de Baseline Informatiebeveiliging Nederlandse Gemeenten (BIG). Gooise Meren heeft als taak dit uiterlijk begin 2017 geïmplementeerd te hebben. Het van toepassing zijnde Informatiebeveiligingsplan en e-mail en internetprotocol worden geactualiseerd om aan de richtlijnen van de IBD te voldoen. Richtlijnen waarop elk jaar een audit plaatsvindt en waar verbeterpunten uit voortvloeien.
22
Maatregelen: monitoren ontwikkelingen en actualisering van het Informatiebeveiligingsplan; invoeren delen die van toepassing zijn van de BIG 5.5) Ambtelijke en bestuurlijke integriteit Er is een Gedragscode voor ambtelijke integriteit vastgesteld die handelt over: het vertrouwelijk omgaan met informatie; nevenfuncties en andere privé-activiteiten; geschenken, aanbiedingen en vergoedingen; uitnodiging voor reizen, congressen e.d.; ongewenst gedrag (waarvoor in 2007 door het College van Arbeidszaken de “Landelijke klachtencommissie ongewenst gedrag voor de Decentrale Overheid” is ingesteld); verklaring omtrent het gedrag bij indiensttreding; het afleggen van de ambtseed en het aanstellen van een externe vertrouwenspersoon. Voor bestuurders is er ook een gedragscode vastgesteld en ook zij leggen bij het aanvaarden van hun functie de ambtseed af. Bovendien worden de nevenbetrekkingen van bestuurders openbaar gemaakt. De fusiegroep bestuurlijke integriteit werkt aan harmonisatie van de hier genoemde gedragscodes ten behoeve van de gemeente Gooise Meren Maatregelen: handelen overeenkomstig de gedragscode; publiceren nevenbetrekkingen. ----------
23
Bijlage 1-1 Cijfermatige gegevens tabellen jwp 2016 IVB Gooise Meren (op basis cijfers bureau RVS) Overlast drugs en drank:
Bussum Naarden Muiden totaal
2011 8 3 1 12
2012 31 5 5 41
2013 36 7 9 52
2014 51 5 9 65
2015 (progn) 38 2 20 60
2011 76 29 15 120
2012 115 39 18 172
2013 124 66 19 209
2014 143 73 17 233
2015 (progn) 160 58 22 240
2011 330 135 68 533
2012 222 94 39 355
2013 240 104 60 404
2014 202 97 39 338
2015 (progn) 134 83 40 257
2011 232 50 26 308
2012 206 80 34 320
2013 190 39 28 257
2014 150 37 18 205
2015 (progn) 137 32 10 179
2011 62 13 3 78
2012 52 27 12 91
2013 47 11 8 66
2014 45 10 3 58
2015 (progn) 24 8 0 32
2011 94 10 7 111
2012 82 9 14 105
2013 75 13 10 98
2014 62 10 6 78
2015 (progn) 47 2 16 65
2012 242 166 35 443
2013 297 137 52 486
2014 207 96 33 336
2015 (progn) 169 102 35 306
Overig overlast:
Bussum Naarden Muiden totaal Vernielingen:
Bussum Naarden Muiden totaal
Geweld (exclusief huiselijk geweld):
Bussum Naarden Muiden totaal Huiselijk geweld:
Bussum Naarden Muiden totaal Zakkenrollen:
Bussum Naarden Muiden totaal
Woninginbraken (inclusief pogingen):
Bussum Naarden Muiden totaal
2011 275 106 53 434
24
Bijlage 1-2 Inbraak box, schuur of garage:
Bussum Naarden Muiden totaal
2011 32 9 6 47
2012 15 18 5 38
2013 29 21 9 59
2014 21 10 4 35
2015 (progn) 18 22 1 41
2011 319 133 121 573
2012 267 198 150 615
2013 265 166 156 587
2014 260 133 106 499
2015 (progn) 253 130 120 504
2011 27 10 8 45
2012 16 12 8 36
2013 25 15 7 47
2014 24 8 11 43
2015 (progn) 19 8 11 38
2011 36 11 3 50
2012 40 5 1 46
2013 37 15 3 55
2014 30 4 1 35
2015 (progn) 18 11 0 29
2011 487 60 23 570
2012 349 65 25 439
2013 385 64 8 457
2014 241 44 11 296
2015 (progn) 227 49 11 287
2011 53 9 28 90
2012 63 9 36 108
2013 74 9 29 112
2014 85 12 16 113
2015 (progn) 51 12 23 85
2011 98 57 17 172
2012 72 46 10 128
2013 78 31 14 123
2014 48 27 13 88
2015 (progn) 60 46 5 111
Autokraak:
Bussum Naarden Muiden totaal Diefstal motorvoertuigen:
Bussum Naarden Muiden totaal Diefstal bromfietsen:
Bussum Naarden Muiden totaal Diefstal fietsen:
Bussum Naarden Muiden totaal Winkeldiefstal:
Bussum Naarden Muiden totaal Bedrijfsinbraken:
Bussum Naarden Muiden totaal
25
Bijlage 1-3 Meldingen jongerenoverlast:
Bussum Naarden Muiden totaal
2011 -
2012 235 75 30 340
2013 247 75 33 355
2014 267 105 20 392
2015 (progn) 275 85 9 369
2014 253 172 109 534
2015 (progn) 265 189 201 655
Verkeersongevallen, inclusief verlaten plaats ongeval:
Bussum Naarden Muiden totaal
2011 341 189 179 709
2012 326 181 175 682
2013 278 190 190 658
26