KADERNOTA INTEGRAAL VEILIGHEIDSBELEID GEMEENTE KORENDIJK 2011-2014
Versie 2.4 24-11-2011 Werkgroep Integrale Veiligheid Gemeente Korendijk
1
Versiebeheer Datum 26-07-2011 12-08-2011 26-08-2011 26-09-2011 17-10-2011 24-11-2011
Versie 1 2 2.1 2.2 2.3 2.4
Opmerkingen Eerste concept ter bespreking in werkgroep Concept voor interne bespreking Feedback interne bespreking verwerkt Feedback Jongerenwerk verwerkt Concept-versie aangeboden aan Korendijk Concept-versie bewerkt door Korendijk ter voorbereiding op behandeling College
2
Inhoudsopgave 1. INLEIDING ................................................................................................................................................4 1.1 LEESWIJZER ....................................................................................................................................................4 1.2 AANLEIDING .....................................................................................................................................................4 1.3 STRATEGISCHE DOELSTELLINGEN ..................................................................................................................5 1.4 VERTREKPUNTEN ............................................................................................................................................5 1.5 ONTWIKKELINGEN ...........................................................................................................................................7 1.6 STRATEGISCHE PARTNERS .............................................................................................................................7 2. VEILIGHEIDSANALYSE ..........................................................................................................................9 2.1 VEILIGE WOON EN LEEFOMGEVING .................................................................................................................9 2.2 BEDRIJVIGHEID EN VEILIGHEID ......................................................................................................................11 2.3 JEUGD EN VEILIGHEID....................................................................................................................................12 2.4 FYSIEKE VEILIGHEID ......................................................................................................................................13 2.5 INTEGRITEIT EN VEILIGHEID ...........................................................................................................................13 3. PRIORITEITEN .......................................................................................................................................14 3.1 JEUGD, ALCOHOL EN DRUGS .........................................................................................................................14 3.2 OVERLAST GEVENDE JEUGD & CRIMINELE JEUGD/INDIVIDUELE PROBLEEMJONGEREN ...............................15 3.2.1 Overlastgevende jeugd ......................................................................................................................15 3.2.3 Individuele (criminele) probleemjongeren ......................................................................................16 3.3 DRANK EN DRUGSOVERLAST.........................................................................................................................16 3.4 WOONGEDRAG ..............................................................................................................................................16 3.5 VEILIG UITGAAN .............................................................................................................................................18 3.6 GEWELD ........................................................................................................................................................19 3.7. AANPAK OP DE VEILIGHEIDSVELDEN ............................................................................................................21 3.7.1 Veilige woon en leefomgeving...........................................................................................................21 3.7.2 Bedrijvigheid en veiligheid .................................................................................................................21 3.7.3 Jeugd en Veiligheid.............................................................................................................................22 3.7.4 Fysieke Veiligheid ............................................................................................................................... 22 3.7.5 Integriteit en Veiligheid .......................................................................................................................24 4. ORGANISATORISCHE BORGING VEILIGHEID .................................................................................25 4.1 VEILIGHEID IN DE GEMEENTELIJKE ORGANISATIE EN POLITIEK BESTUURLIJKE INBEDDING .........................25 4.2 INTERNE EN EXTERNE AFSTEMMING .............................................................................................................25 4.3 COMMUNICATIE .............................................................................................................................................26 4.4 PLANNING EN CONTROL ................................................................................................................................26 4.5 FINANCIËN .....................................................................................................................................................27
3
1. Inleiding Korendijk behoort tot de veiligste gemeenten van Nederland. Veiligheid blijft echter een voortdurend aandachtspunt. We tellen onze zegeningen maar rusten niet op onze lauweren. Een veilige woon, werk en leefomgeving is en blijft een basisbehoefte en basis recht van de inwoners van Korendijk. De Kadernota Integraal Veiligheidsbeleid geeft hierin de richting voor de komende periode. Uitgangspunt bij het opstellen van deze nota is het Kernbeleid Veiligheid. Deze methode is ontwikkeld door de VNG en ondersteunt gemeenten bij het ontwikkelen van integraal veiligheidsbeleid. Om inzichtelijk te maken hoe de feitelijke veiligheidssituatie eruit ziet en wat de gemeente Korendijk doet aan het thema veiligheid is een veiligheidsanalyse uitgevoerd.
1.1 Leeswijzer Na de inleiding volgt in paragraaf 1.2 de aanleiding. Er is te lezen welke redenen er voor de gemeente Korendijk zijn om integraal veiligheidsbeleid te ontwikkelen. Welke strategische doelen dit beleid nastreeft en welke vertrekpunten zijn gehanteerd bij de ontwikkeling van voorliggend beleid. In hoofdstuk 2 worden de hoofdpunten uit de veiligheidsanalyse weergegeven. Een uitwerking van de door de raad gestelde prioriteiten vindt plaats in hoofdstuk 3. Tot slot wordt in hoofdstuk 4 de organisatorische borging van het beleid beschreven. Hoe zijn verantwoordelijkheden verdeeld, welke middelen zijn beschikbaar en hoe ziet de beleidscyclus eruit. Subregionale Samenwerking Deze nota is opgesteld in samenwerking met de gemeenten Binnenmaas, Strijen en Cromstrijen. Daarnaast is er tijdens het proces overleg geweest met de gemeente Oud-Beijerland die in een apart parallel traject, maar wel ook volgens het Kernbeleid Veiligheid, haar nota heeft opgesteld. De problematiek en de gestelde doelen wijken tussen de 5 Hoekschewaardse gemeenten over het algemeen niet van elkaar af. De in deze nota voorgestelde prioriteiten en doelstellingen worden door alle 4 de genoemde . gemeenten vastgesteld. Waar hierin afwijkingen zijn treft u onze lokale verfijning in een geel tekstvlak.
1.2 Aanleiding In 2010 is door de gemeenteraad van Korendijk het actieprogramma Openbare Orde en Veiligheid Hoeksche Waard 2010-2011 vastgesteld. Hierin is opgenomen dat wordt gestreefd om het integraal veiligheidsbeleid vorm te (blijven) geven en op termijn te komen tot een integraal veiligheidsplan voor de Hoeksche Waard 1 . Daarnaast wordt door de geplande wijziging van de Gemeentewet in 2011 de regierol van de gemeente t.a.v. het lokaal veiligheidsbeleid verstevigd. De gemeenteraad wordt verplicht tot het eens in de vier jaar vaststellen van een integraal veiligheidsplan. De nota Integrale Veiligheid van de gemeente Korendijk is in 2006 vastgesteld met integrale actieplannen. Ook in deze nota stond een aantal veiligheidsvelden centraal: 1. Veilige woon- en leefomgeving: Nota Jeugdbeleid in Korendijk; 2. Veilige woon- en leefomgeving: Politiekeurmerk Veilig Wonen als basisrandvoorwaarde; 3. Fysieke veiligheid: uitwerking risicoinventarisatie; 4. Fysieke veiligheid: inzetten op interregionale afspraken en samenwerking. Kort samengevat:
1
Actieprogramma Openbare Orde & Veiligheid Hoeksche Waard 2010-2011, p. 3 4
Er ontstaat een wettelijke verplichting voor gemeenten om Lokaal Integraal Veiligheidsbeleid vast te stellen. Hiermee wordt beoogd dat de gemeente invulling geeft aan de regierol binnen veiligheidsbeleid; Er is behoefte aan een visie ten aanzien van veiligheid om inhoudelijk sturing te kunnen geven aan interne en externe partners.
1.3 Strategische Doelstellingen In het Coalitieprogramma 2010-2014 wordt gesteld dat “veiligheid in de woon- en leefomgeving een eerste zorg van de gemeente” is. De geformuleerde missie houdt in dat Korendijk een veilige en landelijke woon- en leefomgeving biedt, wet- en regelgeving uitvoert en daarnaast eigen beleid ontwikkelt, afgestemd op de lokale behoeften. De menselijke maat en het streven naar een kwalitatief hoogwaardige dienstverlening staan hierbij centraal. Werken aan een goede woon- en leefomgeving heeft een positieve invloed op de betrokkenheid van de inwoners. Deze betrokkenheid maakt Korendijk tot een aantrekkelijke en vitale gemeente voor iedereen. Verder wordt gesteld dat daar waar beleidsontwikkelingen de gemeentegrenzen overstijgen, Korendijk samenwerkt met de buurgemeenten in de Hoeksche Waard (Samenwerkingsorgaan Hoeksche Waard). Bij initiatieven wordt acht geslagen op lokale en regionale beleidsvisies en de mogelijkheden die het Nationaal Landschap Hoeksche Waard biedt.
1.4 Vertrekpunten Het begrip veiligheidsbeleid is erg breed en zogenoemd een containerbegrip. Maar wat wordt er bedoeld met lokaal integraal veiligheidsbeleid? Om deze vraag te kunnen beantwoorden is het noodzakelijk om eerst het begrip veiligheid af te bakenen in een definitie. Binnen het integraal veiligheidsbeleid wordt ervoor gekozen om uit te gaan van de volgende definitie van het begrip veiligheid: Definitie Veiligheid: “Veiligheid is het aanwezig zijn van een zekere mate van orde en rust in het publieke domein en van bescherming van leven, gezondheid en goederen tegen acute en dreigende aantastingen. Onveiligheid is te omschrijven als alles wat hier inbreuk op maakt. Die inbreuken kunnen feitelijke aantastingen betreffen, maar ook gevoelens van onveiligheid.” (bron: www.veiligheidswijzer.nl) In bovenstaande definitie zijn twee vormen van veiligheid te onderscheiden, namelijk: Objectieve Veiligheid: feitelijke aantastingen; Subjectieve Veiligheid: gevoelens van onveiligheid. Naast een onderscheid in objectieve veiligheid en subjectieve veiligheid is er een onderscheid te maken in sociale veiligheid en fysieke veiligheid. Sociale veiligheid: richt zich op veiligheid die afhankelijk is van intermenselijke verhoudingen. Hierbij kan onder andere gedacht worden aan veiligheidsthema’s als overlast, verloedering, jeugdproblematiek en huiselijk geweld. Fysieke Veiligheid: fysieke veiligheid is veiligheid in verband met de fysieke omgeving van bewoners. Het gaat om de veiligheidsrisico’s van gebouwen, gevaarlijke stoffen, natuur en verkeer. Externe veiligheid is een onderdeel van fysieke veiligheid. Het gaat hierbij om de veiligheidsrisico’s voor de omgeving in verband met opslag, bewerking en transport van gevaarlijke stoffen. Integrale Veiligheid De methode Kernbeleid Veiligheid van de VNG onderscheidt vijf veiligheidsvelden: veilige woon- en leefomgeving, bedrijvigheid en veiligheid, jeugd en veiligheid, fysieke veiligheid en integriteit en veiligheid. Integraal veiligheidsbeleid is veiligheidsbeleid dat alle veiligheidsvelden bestrijkt, interne en externe partners bij de aanpak betrekt en ook de organisatorische borging van het beleid regelt. Integraal verwijst zowel naar de organisatorische als inhoudelijke aspecten van het veiligheidsbeleid.
5
De veiligheidsketen, inhoudelijke integraliteit Voor een goede inhoudelijke integrale aanpak is het noodzaak dat alle schakels van de veiligheidsketen goed op elkaar aansluiten en dat er systematiek, samenhang en samenwerking is bij de ontwikkeling en uitvoering van het veiligheidsbeleid.
De vijf schakels van de veiligheidsketen zijn: 1. Pro-actie: richt zich op het structureel voorkomen van onveiligheid, veelal in het kader van lange termijnplanning. Veiligheid maakt structureel onderdeel uit van de besluitvorming. Bijvoorbeeld door bij het ontwerpen en van een nieuwe woonwijk al rekening te houden met de buitenruimte voor (opgroeiende) jeugd om latere overlast voor te zijn. 2. Preventie: overlast en onveiligheid voorkomen door het nemen van maatregelen vooraf. Bijvoorbeeld het geven van voorlichtingslessen over alcohol en drugs, maar ook het instellen van buurttoezicht en het inzetten van ambulant / outreachend jongerenwerk. 3. Preparatie: de daadwerkelijke voorbereiding op de bestrijding van mogelijke aantasting van de veiligheid: Bijvoorbeeld het opstellen van crisisplannen en het organiseren van oefeningen. 4. Repressie: de bestrijding van onveiligheid en overlast. Bijvoorbeeld het arresteren van een verdachte of het blussen van een brand. 5. Nazorg: alles wat nodig is om zo snel mogelijk terug te keren naar normale verhoudingen. Hierbij is zowel aandacht voor opvang en begeleiding van slachtoffers, als voor opsporing, vervolging en/of begeleiding van daders. Bijvoorbeeld het aanbieden van slachtofferhulp of het geven van preventieadviezen na een woninginbraak of projecten gericht op risicogroepen binnen de samenleving ter bevordering van de saamhorigheid en participatie. Organisatorische integraliteit De organisatorische kant van integraal lokaal veiligheidsbeleid richt zich op samenwerking en samenhang met interne en externe partners onder regie en coördinatie vanuit de gemeente. Het integraal veiligheidsbeleid beschrijft een systematische manier van samenwerken gericht op behoud of verbetering van veiligheid binnen al haar facetten. Veiligheid moet in die hoedanigheid verankerd worden binnen de verschillende vakafdelingen en beleidsterreinen en is daarmee ook een verantwoordelijkheid van meerdere portefeuillehouders in het college. Veiligheid als facetbeleid De gemeente Korendijk benadert lokaal integraal veiligheidsbeleid als facet van andere beleidsvelden. Facetbeleid is beleid dat inhoudelijk raakvlakken heeft met andere beleidsterreinen. Een facet benadering houdt in dat deze raakvlakken zoveel mogelijk tot de primaire verantwoordelijkheid van andere beleidsterreinen wordt gerekend. Het voordeel van facet benadering is dat er gemeente breed aan veiligheidsbewustzijn wordt gewerkt. Regierol gemeente Het kabinet heeft een wetsvoorstel ingediend bij de Tweede Kamer waarmee de regierol en de verplichting van Integraal Veiligheidsbeleid voor gemeenten wordt vastgelegd. De regie over lokaal
6
integraal veiligheidsbeleid ligt bij het lokaal bestuur en met name de burgemeester is op grond van artikel 172 lid 1 Gemeentewet belast met de handhaving van de openbare orde en veiligheid. De gemeente kent haar partners, kan deze bij elkaar brengen, en door dialoog met elkaar beleid laten afstemmen. De regierol van de gemeente bestaat uit de taak om beleidsontwikkeling en uitvoering aan de gang te houden, partners hierbij te betrekken en aan hun afspraken te houden en om nieuwe ontwikkelingen en items snel op te pakken en van een aanpak te voorzien. Door het actief voeren van integraal veiligheidsbeleid wordt de regierol ingevuld. Er is zowel intern als extern een groot aantal partners actief met elk hun eigen kennis en ervaring op het gebied van veiligheid. Dit brengt het risico van een versnipperde aanpak met zich mee op het gebied van veiligheid. Door zowel intern als met externe partners integraal samen te werken en deze samenwerking te verankeren in integraal veiligheidsbeleid wordt een versnipperde aanpak van veiligheid voorkomen. Burgers en het maatschappelijk middenveld Natuurlijk is veiligheid niet de verantwoordelijkheid van professionals alleen. Burgers hebben ook een eigen verantwoordelijkheid. Waar het gaat om preventie en preparatie zijn naast de professionals ook het maatschappelijk middenveld en burgers aan zet. ‘Vraag wat uw gemeente voor u doet, maar vraag uzelf ook af wat u voor uw gemeenschap doet?’ In toenemende mate willen wij een beroep doen op de zelfredzaamheid van burgers. Daarbij hoeven burgers niet op de stoel van de gemeente of de burgemeester plaats te nemen, maar als gemeente willen wij hen die een bijdrage willen leveren daarin ondersteunen. Voor burgers betekent dit dat de gemeente wil faciliteren bij projecten zoals bijvoorbeeld het buurttoezichtproject dat in 2010 in de kern Zuid-Beijerland van start is gegaan. Overigens wordt dit project in het tweede halfjaar 2011 geëvalueerd. Een ander voorbeeld van burgerinitiatief is bijvoorbeeld de Dorpsvereniging in Goudswaard, die van tijd tot tijd zich ook beijvert voor veiligheidsonderwerpen. Invulling integraal veiligheidsbeleid Het Integraal Veiligheidsbeleid is vormgegeven in voorliggende kadernota en een jaarlijks gemeenschappelijk uitvoeringsprogramma. De kadernota bestrijkt een meerjarige periode (2011-2014). Operationalisering van gestelde prioriteiten en doelen vindt plaats in jaarlijkse uitvoeringsprogramma’s. De uitvoering wordt aan het einde van elk jaar geëvalueerd. Op basis van de evaluatie wordt een nieuw uitvoeringsprogramma opgesteld en wordt eventueel de kadernota bijgesteld.
1.5 Ontwikkelingen Het veiligheidsveld blijft de komende periode volop in beweging. De samenwerking tussen de arrondissementen Dordrecht en Rotterdam van het Openbaar Ministerie krijgt steeds meer gestalte en leidt in deze raadsperiode tot een fusie. De reorganisatieplannen, die bij de regionale politie in werking waren gezet, krijgen een nieuwe dimensie door de aangekondigde kabinetsplannen voor een nationale politie. Daarnaast speelt de regionalisering van de brandweer en de invoering van het Regionaal Crisisplan Zuid-Holland Zuid.
1.6 Strategische partners De uitvoering en de ontwikkeling van veiligheidsbeleid vraagt zoals eerder gesteld om samenwerking. Strategische partners hierin zijn: De overige gemeenten in de Hoeksche Waard; Jongerenwerk; Politie Zuid-Holland Zuid; Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid (Brandweer, GHOR, Ambulancedienst); GGD Zuid-Holland Zuid; GGZ; Bureau Jeugdzorg; JPT; Kerkelijke gemeenschappen; Vrijwilligersorganisaties; Careyn, Maatschappelijk Werk;
7
Veiligheidshuis Zuid-Holland Zuid; Centrum Jeugd en Gezin Hoeksche Waard; Bewoners; Ondernemers; HW Wonen; Steunpunt Huiselijk Geweld / Advies- en Meldpunt Kindermishandeling.
Naast externe partners in de uitvoering is er een aantal beleidsterreinen nauw betrokken bij de ontwikkeling en uitvoering van veiligheidsbeleid, dit zijn: Handhaving’; Openbare orde en veiligheid; Buitendienst; (beheer openbare ruimte); Sociale zaken; Jeugdbeleid en jongerenwerk; Communicatie; Volksgezondheid.
8
2. Veiligheidsanalyse Basis voor de veiligheidsanalyse zijn de gebiedsscans 2009 en 2010 van de politie Zuid-Holland Zuid. Deze informatie is in een bredere context geplaatst door middel van cijfers van HW-wonen, de GGD Zuid-Holland Zuid, de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid, Halt Zuid-Holland Zuid, het Veiligheidshuis en de GGD Zuid-Holland Zuid. Bij de veiligheidsanalyse is gebruik gemaakt van de lijst van veiligheidsthema’s (zie tabel 2) Op basis van de verzamelde gegevens is in breed verband door professionals van de geraadpleegde organisaties een prioritering aangebracht in de uit de analyse naar voren komende veiligheidsthema’s. In een gezamenlijke sessie van de gemeenten Binnenmaas, Korendijk, Strijen en Cromstrijen is met partners een indeling gemaakt in thema’s die de komende periode extra aandacht dienen te krijgen en thema’s waarbij de huidige beleidsinzet kan volstaan. Het algemene beeld is en blijft dat Korendijk een veilige gemeente is waar burgers met een gerust hart kunnen wonen, werken en leren. tabel 2, indeling veiligheidsthema’s volgens Kernbeleid Veiligheid
2.1 Veilige woon en leefomgeving Dit veiligheidsveld heeft betrekking op de woon- en leefomgeving van bewoners. De veiligheid en leefbaarheid in de wijk, buurt, straat, tussen buren staat centraal, waarbij het exclusief om de sociale veiligheid gaat, dat wil zeggen criminaliteit, overlast en verloedering. Voor zover er fysieke aspecten aan de orde zijn, hebben die een oorzakelijke relatie met de sociale veiligheid – denk aan verlichting, zichtlijnen, beschoeiing van groenstroken, e.d. Er worden vier veiligheidsthema’s onderscheiden: sociale kwaliteit (woonoverlast, overlast verslaafden en zwervers e.d.), fysieke kwaliteit (vernieling, graffiti, zwerfvuil, e.d.), objectieve veiligheid ofwel veelvoorkomende criminaliteit (onder meer woninginbraak, fietsendiefstal en geweldsdelicten) en subjectieve veiligheid ofwel het veiligheidsgevoel.
9
Drank- en drugsoverlast Uitgaande van de politiecijfers (Gebiedsscan 2010) zou de overlast van drank- en drugsgebruik niet als een probleem worden ervaren. Het gevoel van de burgers is echter anders. De problematiek is meer gericht op overlast veroorzaakt door de bezoekers van uitgaansgelegenheden en de exploitatiewijze van de horecaondernemers. Dit heeft ook een relatie met de vernielingen als gevolg van alcohol- en drugsgebruik onder jongeren. Volgens de deelnemers werkt de huidige aanpak. De huidige aanpak heeft betrekking op het regionale programma ‘Verzuip jij je toekomst’. Dit programma is gericht op het verminderen van alcoholgebruik onder jongeren. Daarnaast worden er ook preventieactiviteiten (o.a. informatiebijeenkomsten en blaastests) georganiseerd gericht op drank- en drugsoverlast. Vernielingen en vandalisme Incidenteel vinden vernielingen / zaakbeschadiging van zowel particuliere als gemeentelijke eigendommen plaats. Hierbij kan vaak een relatie gelegd worden met overlast als gevolg van drank- en drugsgebruik van het uitgaanspubliek. Ook is een piek in de vakantieperiodes waar te nemen alsmede in de periode voor en tijdens oud en nieuw. Beide bovenstaande onderwerpen (Drank- en drugsoverlast en Vernielingen en vandalisme) worden behandeld onder het thema ‘Jeugd en Veiligheid’, omdat deze onderwerpen vaak jeugd gerelateerd zijn. Diefstal uit motorvoertuigen Aan dit aandachtsgebied werd geen prioritering toegekend, omdat het lastig te handhaven is. Het onderwerp heeft wel de aandacht, maar dit zal meer in communicatieve zin zijn, gericht op onder andere gedragsbeïnvloeding van autobezitters. Geweld Volgens de wijkagenten is bij geweldsdelicten veelal sprake van alcohol- en/of drugsgebruik. Voor dit onderwerp is duidelijk een link te leggen met veilig uitgaan – jeugd, alcohol en drugs – sociale kwaliteit. Geweld is te verdelen in drie categorieën:
Huiselijk geweld. Bij huiselijk geweld is het belangrijk om de aangiftebereidheid te vergroten. De aanpak huiselijk geweld is regionaal geregeld; Geweld in het publieke domein; Geweld tegen hulpverleners / ambtenaren in functie.
De professionals geven wel aan door de aanpak kindermishandeling (RAAK, AMK) op de goede weg te zitten. Kindermishandeling heeft hierbij dus betrekking op huiselijk geweld. Woongedrag Woonoverlast / burengerucht is ook een prioriteit. De wijkagent is regelmatig bezig met maatschappelijke werkproblemen. Dit wordt door de overige professionals bevestigd. Woongedrag krijgt tijdens de prioritering veel aandacht. Zaken zoals een gebrek aan sociale cohesie en een gebrek aan tolerantie zijn ook op woongedrag van toepassing. Een opmerking die hierbij geplaatst dient te worden, is dat drie woonconsulenten van HW Wonen bij deze prioriteringsgroep betrokken waren. Vanzelfsprekend gaven zij allen prioriteit aan woongedrag. Uiteraard zijn ook sterke zaken in de huidige aanpak aanwezig. Hierbij valt volgens de professionals te denken aan het lokaal zorgnetwerk. Woninginbraken Het onderwerp woninginbraken verdient aandacht. De impact op het veiligheidsgevoel van de bewoners na een inbraak is zeer groot. Door de ligging van bepaalde woonkernen nabij op- en afritten van de rijkswegen A16 en A29 zijn deze kernen gevoeliger voor mobiel banditisme.
10
Volgens een deelnemer vormt het Politiekeurmerk Veilig Wonen een pluspunt in de huidige aanpak. De regie op beleid voor dit keurmerk ligt echter bij de gemeente. Op dit terrein kunnen meer resultaten behaald worden. Thema
Probleem
Signalen
Huidig beleid
Sociale kwaliteit
Woongedrag
Politie, HW Wonen, gemeente
-
Sociale kwaliteit
Drank- en drugsoverlast
Bewoners, politie, jongerenwerk, gemeente
-
Bemiddeling gemeente (bestuurlijk, ambtelijk, jongerenwerk) Bemiddeling politie, HW Wonen; Handhaving door gemeente; Inzet zorgnetwerk/bemoeizorg Alcoholverbodsgebieden; Locaties JOP/ JOR: sociale controle; Preventieactiviteiten De Hoop / GGZ Bouman; Verzuip jij je toekomst.
-
aangifte buitendienst; Service Meldpunt: snel reageren; Snel herstel; Schade verhalen op de dader.
Bemiddeling burgemeester; Tijdelijk huisverbod; Gedwongen opnames; Reflectie- en Actiegroep Aanpak Kindermishandeling, Steunpunt Huiselijk Geweld. PKVW standaard bij nieuwbouw; Communicatie.
-
Fysieke kwaliteit
Vernielingen en vandalisme
Politie, gemeente
Objectieve veiligheid
Diefstal uit motorvoertuig
Politie
Objectieve veiligheid
Geweld
Politie, gemeente
-
Objectieve veiligheid
Woninginbraken
Politie
-
Op het gebied van subjectieve veiligheid zijn tot op heden geen tekenen van onveiligheid gesignaleerd. Een mogelijke oorzaak hiervan is de beperkte beschikbaarheid van subjectieve gegevens op het gebied van veiligheid. De gegevens die wel beschikbaar zijn, laten een positief veiligheidsbeeld zien (GGD, gezondheidsenquête 2009, VRZHZ Veiligheid en Belevingsonderzoek 2011).
2.2 Bedrijvigheid en veiligheid De thema’s voor het beleidsterrein bedrijvigheid en veiligheid hebben te maken met de sociale veiligheid rond bedrijvigheid zoals winkelcentra en bedrijventerreinen. Maar er valt ook te denken aan de veiligheid rond uitgaan, toerisme en grootschalige evenementen. Veiligheid van bedrijvigheid is een randvoorwaarde voor een goed vestigings- en ondernemersklimaat. Het is daarom wenselijk om het gunstige ondernemersklimaat in de Hoeksche Waard te behouden. Aan de veiligheid op en om de bedrijventerreinen moet daarom in de komende jaren extra aandacht worden besteed. Het uitgangspunt is een veilige situatie in het uitgaansleven waarbij de inwoners geen onveiligheidsgevoelens mogen ervaren.
11
Thema Bedrijventerreinen
Probleem Inbraken bedrijven
Signalen Politie
Veilig Uitgaan
verouderd horecaconvenant met gemeente, politie, Koninklijke Horeca Nederland, OM en de individuele horecaondernemers. Oneigenlijk gebruik van bedrijfsloodsen voor horecadoeleinden Implementatie vernieuwde Drank- en horecawet overlast als gevolg van bezoekers van uitgaansgelegenheden
Politie, gemeente
Huidig beleid Beleid ter bevordering van bedrijfswoningen wordt teruggedraaid - APV; - Regionaal beleid; - Vergunningen; - Overleg ondernemers; - IVA-trainingen t.b.v. sportkantines; - Alcoholverbodsgebieden; - Handhaving door gemeente o.b.v. beleid Veilig Uitgaan; - Project buurttoezicht ZuidBeijerland.
2.3 Jeugd en veiligheid Het beleidsterrein Jeugd en Veiligheid bevat de veiligheidsproblemen die specifiek met jeugd te maken hebben. Het gaat daarbij zowel om 12-minners als om oudere jeugd. Met verreweg de meeste jongeren in de Hoeksche Waard gaat het goed. Een deel van de jongeren zorgt echter voor overlastgevend en vandalistisch gedrag. Dit risico is het grootst bij jongeren die te maken hebben met een combinatie van factoren, zoals een lage of geen opleiding, alcohol- en drugsgebruik en gezinsproblematiek (zoals huiselijk geweld, en problematische eenoudergezinnen). Deze jongeren verdienen extra aandacht. Jongeren vormen een kwetsbare groep; ze lopen niet alleen een groter risico dan anderen om als verdachte in de criminaliteitsstatistieken terecht te komen, maar ook om zelf slachtoffer te worden. Naast het feit dat jongeren de gemeenten in de Hoeksche Waard een sprankelend en dynamisch karakter geven, is de keerzijde dat, zoals hiervoor gezegd, een (klein) deel van de jongeren voor overlast en vandalisme zorgt en zodoende een stempel drukt op het (on)veiligheidsgevoel van inwoners en objectieve criminaliteitscijfers. Door vroegtijdig, snel en consequent te reageren op normoverschrijdend gedrag (vaak in groepsverband) en op de eerste strafbare feiten, is de kans op verergering van de problematiek te verkleinen. Het alcoholgebruik onder Hoeksche Waardse jongeren is hoog, zorgwekkend zelfs (zie verder bij ‘Prioriteiten’). Thema Overlast gevende jeugd(groepen) Alcohol- en drugsgebruik
Probleem Vaak oorzaak van overlast, zwerfvuil, alcohol- en drugsgebruik, vernielingen en soms geweld Het alcoholgebruik onder jongeren is hoog (zorgwekkend). Ook het gebruik door jongeren van softdrugs is aan de hoge kant
Signalen Politie, jongerenwerk, gemeente, inwoners, scholen Jongerenwerk, politie, inwoners, GGD, Bouman
Huidig beleid Task-force Jeugd Veiligheidshuis
Reglement alcoholgebruik; Sancties opleggen op basis van Veilig Uitgaan; Aanbod verslavingspreventie;
12
Vernielingen/ vandalisme
Vaak alcohol gerelateerd en gepleegd in groepsverband (zie hierboven)
Individuele verdachten
Veelplegers en harde kern van overlast gevende jeugd(groepen)
Gemeente (beheer openbare ruimte.) Politie, Jongerenwerk, inwoners Politie, OM (Veiligheidshuis)
Deelname VJJT Aangifte doen; Schadeverhaal dader(s) Graffiti verwijdering
Politie en OM
2.4 Fysieke veiligheid Thema Externe Veiligheid (gevaarlijke stoffen)
Probleem Externe veiligheid onvoldoende geborgd in gemeentelijke organisatie
Signalen Gemeente
Huidig beleid Route gevaarlijke stoffen
Signalen Politie, gemeente, RIEC, Ministerie
Huidig beleid BIBOB
2.5 Integriteit en veiligheid Thema Georganiseerde criminaliteit
Probleem Gemeenten faciliteren (onwetend) de georganiseerde misdaad met het verlenen van vergunningen
13
3. Prioriteiten Op basis van de veiligheidsanalyse komen de onderstaande zes thema’s als prioriteiten naar voren: 1. Jeugd, alcohol en drugs 2. Overlastgevende jeugd & criminele jeugd/individuele probleemjongeren 3. Drank- en drugsoverlast 4. Woongedrag 5. Veilig uitgaan 6. Geweld In onderstaande paragrafen worden deze prioriteiten uitgewerkt. Deze uitwerking vindt plaats door te beschrijven wat er op de thema’s willen bereiken, wat we daarvoor willen doen, met wie we dit gaan doen. De prioriteiten 1, 2 en 3 zullen vanwege hun sterke onderlinge samenhang integraal worden behandeld.
3.1 Jeugd, alcohol en drugs Het alcoholgebruik onder jongeren in de Hoeksche Waard is hoog, volgens meerdere instanties en onderzoeken zelfs zorgwekkend te noemen. Vaak zijn de gevolgen van alcoholgebruik bij de jongeren zelf en bij ouders niet of niet voldoende bekend: onherstelbare schade aan de opgroeiende hersenen, IQ-achteruitgang en coördinatieverlies. Naast deze gezondheidsaspecten is het gebruik van alcohol door jongeren vaak de oorzaak van overlast gevend en zelfs crimineel gedrag, vernielingen, vandalisme en geweld. Het rapport ‘Genoeg Genoten’ (mei 2009) van de GGD ZHE bevestigt dit beeld. Hiernaast blijkt dat ouders van jongeren vaak gemakkelijk zijn in het toestaan van alcoholgebruik. Het ‘voordrinken’ in huiskamer en buurtketen met instemming van de ouders is kennelijk een geaccepteerde cultuur. Voorlichtingsavonden over dit onderwerp worden nauwelijks bezocht door ouders en ook de z.g. ‘Homeparty’s’ (initiatief GGZ Bouman) komen (nog) niet van de grond. Er zal daarom veel meer ingezet moeten worden op preventieve voorlichting en gedragsbeïnvloeding van ouders en jongeren. Jongeren in de Hoeksche Waard gebruiken regelmatig (soft)drugs. Dit betreffen voornamelijk oudere jongeren in de leeftijdscategorie van 16+. Sportverenigingen geven aan dat het drugsgebruik onder jongeren een probleem is, waarover men afspraken wil maken. Wat willen we bereiken in de periode 2011-2014 Het aantal jongeren uit de Hoeksche Waard dat in verband met comazuipen naar het ziekenhuis wordt gebracht is met 50 % afgenomen t.o.v. 2010 (Bron GGD); Verder tegengaan van alcoholgebruik door jongeren onder de 16 jaar; Tegengaan overmatig en excessief alcohol- en drugsgebruik door jongeren (16 t/m 23 jaar); Vermindering van (alcohol gerelateerde) vernielingen met 15%. Wat gaan we daarvoor doen in de periode 2011-2014 We maken een samenhangend pakket aan interventies, waarbij er sprake is van een ketensamenwerking van instellingen en organisaties; Intensiveren preventieve voorlichting en gedragsbeïnvloeding ouders en jongeren (bijeenkomsten, homeparty’s, etc); Uitvoeren (regionale) campagnes als ‘Verzuip jij je toekomst?’; Scholen nauwer betrekken in het kader van voorlichting; Stevig inzetten op opsporing en handhaving van zuip- en buurtketen; Slimmer inzetten preventief gezondheidsbeleid in verband met verlaagde budgetten; Extra toezicht: handhaven nieuwe Drank- en Horecawet; Afspraken met sportverenigingen; Eventueel aanvulling: Contact ouderen en jongeren / Risicowijzer jongeren en alcoholgebruik/drugs.
14
Met wie gaan we dat doen? Ouders; Bureau Leerplicht; GGZ Bouman; GGD Zuid-Holland Zuid; Jongerenwerk; Gemeente; Politie; Scholen; Sportverenigingen; NVWA; De Hoop; Jeugd Preventie Team. Wanneer gaan we dit doen? Doorlopende aandacht.
3.2 Overlast gevende jeugd & criminele jeugd/individuele probleemjongeren 3.2.1 Overlastgevende jeugd Algemene beschrijving van het thema Overlast gevende jeugd is één van de huidige prioriteiten van de gemeenten en veiligheidspartners in de Hoeksche Waard. Jongeren zoeken elkaar op, vormen groepen, netwerken en brengen veel tijd door op straat. Hoewel jongeren vaak vinden dat ze aanvaardbaar gedrag vertonen, strookt dit vaak niet met de (subjectieve) beleving van bewoners. In die zin staan burgercultuur en jongerencultuur soms lijnrecht tegenover elkaar. Hiernaast wordt 75% van de jeugdcriminaliteit gepleegd in groepsverband. Opgemerkt dient te worden dat overlastgevende jeugd een klein percentage van de totale jeugd in de Hoeksche Waard betreft. In 2010 is in diverse gemeenten in de Hoeksche Waard gestart met het Tijdelijk Casusoverleg Overlast gevende Jeugd via het Veiligheidshuis. Daar kunnen gemeenten die een groep overlastgevende jeugd hebben deze inbrengen in het casusoverleg, waarbij per casus/groep gekeken wordt welke partners het beste kunnen aansluiten. Het aanleveren/indienen van individuele personen zal moeten geschieden in de Taskforce Jeugd. Sinds oktober 2010 is in Korendijk de zogenaamde ‘Task-Force Jeugd’ actief. Deze (integrale) task-force, die ook in andere Hoeksche Waardse gemeenten succesvol operationeel is, richt zich voornamelijk op het tegengaan van overlast gevende jeugd(-groepen). Wat willen we bereiken in de periode 2011-2014 De jongeren in de Hoeksche Waard studeren of werken. De Hoeksche Waard is een prettige omgeving om volwassen te worden. Jongeren krijgen de ruimte grenzen te verkennen, doch deze grenzen worden indien nodig door ouders, scholen, horeca, gemeente, politie, jongerenwerk en andere instanties duidelijk gesteld. afname van het aantal meldingen jeugdoverlast met 25% ten opzichte van 2010 (politie Zuid Holland Zuid). Wat gaan we daarvoor doen in de periode 2011-2014 Uitvoering integraal beleid volgens BEKE-methodiek (groeps-, persoons- en domeingericht); Ambulant jongerenwerk in combinatie met locatiegebonden jongerenwerk; Buurttoezicht Zuid-Beijerland (afhankelijk van evaluatie van de pilot); Beleid MBVEO; Jongeren en inwoners betrekken bij beleid en uitvoering (participatie);
15
Ouders structureel aanspreken op hun verantwoordelijkheid; Korte doorlooptijden bij Veiligheidshuis en CJG (bij individuele jongeren); Optimale aansluiting van de strafrechtsketen en het zorgnetwerk; Scholen melden verzuim van leerlingen.
Met wie gaan we dat doen? Politie; Jongerenwerk; Gemeente; inwoners; JPT ; Woningcorporaties; Scholen; Halt; Bureau Leerplicht. Wanneer gaan we dit doen? Doorlopende aandacht in de Taskforce.
3.2.3 Individuele (criminele) probleemjongeren De aanpak 2011-2014 richt zich op het aanleveren en indienen van persoonsgegevens. Aanleveren / indienen persoonsgegevens zal moeten geschieden in de Taskforce Jeugd. In het overleg Taskforce Jeugd nemen naast de politie en de gemeente ook JPT en HW Wonen deel. Binnen deze Taskforce bespreken zij opvallende zaken waarbij jongeren in Korendijk betrokken zijn. Het uiteindelijke doel van de Taskforce Jeugd is dat de gemeente haar zorgen om deze jongeren omzet in beleid en acties. Te denken valt aan gesprekken met ouders, individuele benadering van jongeren, alcohol- en drugspreventie in de gemeente. In het Veiligheidshuis worden alle minderjarigen die een strafbaar feit hebben gepleegd, besproken in het Justitieel Casus Overleg (JCO). Daar wordt door politie, Raad voor de Kinderbescherming en het Openbaar Ministerie bekeken welke afdoening voor de minderjarige passend is; per individuele jongere wordt een (plan van) aanpak afgestemd. Aanpak van eventuele criminele jeugdgroepen valt onder verantwoordelijkheid van het Openbaar Ministerie. 12-minners Hoewel kinderen jonger dan 12 jaar (12-minners) niet strafrechtelijk vervolgd kunnen worden, worden zij wel door de politie over het strafbare feit gehoord en besproken in het JCO. Vervolgens worden zij doorverwezen naar het Jeugd Preventie Team. Ook vindt in het Veiligheidshuis een overleg plaats waarbij Leerplicht betrokken wordt.. Hiernaast is het mogelijk voor de 12-minners die emotionele- en/of gedragsproblemen hebben, zogenaamde ‘weerbaarheidstrainingen’ te volgen.
3.3 Drank en drugsoverlast Zie hiervoor: Jeugd, alcohol en drugs.
3.4 Woongedrag Algemene beschrijving van het thema Woongedrag (woonoverlast / burengerucht) is een bron van gevoel van onveiligheid en is daarom een prioriteit. Zaken zoals een gebrek aan sociale cohesie en een gebrek aan tolerantie zijn ook op woongedrag van invloed. Het thema heeft een relatie met vernielingen, geluidsoverlast, gedrag en drank- en drugsgebruik en overlastgevende jeugd. Onveiligheid door woongedrag wordt veroorzaakt door burengerucht, burenruzies of door botsende levensstijlen. Oorzaken hiervan kunnen liggen in geluidsoverlast, onderhoud en hygiëne.
16
Wat willen we bereiken in de periode 2011-2014 De Hoeksche Waard is een gebied waar inwoners veilig en prettig kunnen wonen. De meeste mensen zijn sociaal weerbaar en spreken elkaar aan op gedrag dat tot overlast leidt. Doelstelling hierbij is het realiseren van een afname van het aantal meldingen burengerucht met 10% ten opzichte van 2010 (politie Zuid-Holland Zuid). Wat gaan we daarvoor doen in de periode 2011-2014 De aanpak 2011-2014 richt zich op burengerucht. Leefbaarheid is het samenspel tussen fysieke kwaliteit, sociale kwaliteit, sociale kenmerken en veiligheid van de omgeving (Sociaal Cultureel Planbureau, 2002). Goed contact tussen bewoners, politie, HW Wonen en de gemeente is hierbij belangrijk. ‘Schoon, heel en veilig’ is hier een goed voorbeeld van. Deze boodschap wordt door de gemeente en HW Wonen uitgedragen. Ook hier staat eigen verantwoordelijkheid van de burger wederom centraal. Wat kan de bewoner zelf doen aan de leefbaarheid in zijn wijk? Met wie gaan we dat doen? Bewoners c.q. bewonersgroepen; Sociaal Cultureel Werk; Jongerenwerk; Politie; HW Wonen; Gemeente; RAD; Zorgpartners zoals Bemoeizorg, GGD, AMK, GGZ Bouman, De Hoop. Wanneer gaan we dit doen? Het realiseren van meer veiligheid op het gebied van woongedrag is een continu proces.
17
3.5 Veilig uitgaan Algemene beschrijving van het thema Binnen dit thema kunnen drie aspecten beschreven worden: 1. Stijging van overlast door bezoekers van uitgaansgelegenheden en evenementen; 2. Overtreding van vergunningvoorschriften; 3. Implementatie nieuwe Drank- en Horecawet in 2012. Wat willen we bereiken in de periode 2011-2014 Terugdringen van overlast in de uitgaansweekenden. Naleving van vergunningvoorschriften door horeca. Door de drank en horecawet worden de administratieve lasten voor de burgers teruggedrongen. Ook wordt schadelijk alcoholgebruik door jongeren teruggedrongen. Wat gaan we daarvoor doen in de periode 2011-2014 Gebieden aanwijzen waar het op grond van de APV verboden is alcohol te nuttigen in de openbare ruimte; Controle van horecavergunningen en exploitatievergunningen bij de horecainstellingen; Voorbereidingen treffen om bevoegdheden van de nieuwe Drank- en Horecawet in de gemeentelijke organisatie in te vullen. Met wie gaan we dat doen? Brandweer Politie Zuid-Holland Zuid Nieuwe Voedsel en Warenautoriteit Koninklijke Horeca Nederland Horecaondernemers Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid Wanneer gaan we dit doen? 2011-2014
18
3.6 Geweld Algemene beschrijving van het thema Geweld vormt een ernstige inbreuk op de persoonlijke veiligheid. Volgens de wijkagenten is bij geweldsdelicten veelal sprake van alcohol- en of drugsgebruik. Geweld is te verdelen in drie categorieën: 1. Huiselijk geweld. Bij huiselijk geweld is het belangrijk om de aangiftebereidheid te vergroten. De aanpak huiselijk geweld is regionaal geregeld; 2. Geweld in het publieke domein; 3. Geweld tegen hulpverleners / ambtenaren in functie. Wat willen we bereiken in de periode 2011-2014 1. Meldingsbereidheid van huiselijk geweld wordt verhoogd ten opzichte van 2010. De doelstelling is erop gericht om de aangiftebereidheid huiselijk geweld te laten stijgen, zodat repressief en preventief kan worden opgetreden; 2. Dalende trend op het gebied van geweld wordt ingezet; 3. Geweld tegen hulpverleners / ambtenaren in functie wordt hard en consequent aangepakt. Wat gaan we daarvoor doen in de periode 2011-2014 De aanpak 2011-2014 richt zich op huiselijk geweld, geweld in het publieke domein én geweld tegen hulpverleners / ambtenaren in functie. 1. Huiselijk geweld Het aantal slachtoffers van huiselijk geweld is groter dan dat van enig ander type geweld. Het komt overal voor: in alle milieus en bij alle culturen. De gemeenten in de Hoeksche Waard en andere gemeenten in Zuid-Holland Zuid werken samen via het Steunpunt Huiselijk Geweld Dordrecht (SHG). Het SHG zorgt voor preventie en helpt slachtoffers én daders van huiselijk geweld. GGD Zuid-Holland Zuid gebruikt de RAAK-methode op het gebied van kindermishandeling. Deze methode richt zich op een sluitende aanpak. Bij alle instellingen die in de regio met kinderen en gezinnen werken wordt kindermishandeling gecoördineerd en gestructureerd voorkomen door signaleren en aanpak. Met ingang van 1 januari 2009 is de Wet Tijdelijk Huisverbod van kracht. De gemeente vervult de regierol en zorgt voor het verbeteren van de ketensamenwerking en bewerkstelligt optimale communicatie. Hulpmiddel hierbij is Huisverbod-Online. Met de invoering van de Wet Tijdelijk Huisverbod hebben burgemeesters de bevoegdheid gekregen om een huisverbod op te leggen bij (dreigend) huiselijk geweld of (een ernstig vermoeden van) kindermishandeling. Het verbod houdt in dat plegers van huiselijk geweld tien dagen hun woning niet meer in mogen. Ook mogen zij in die periode geen contact opnemen met hun partner of kinderen. Vanuit het Ministerie van Veiligheid en Justitie wordt onderzocht om de wet sneller preventief in te zetten. Deze preventieve maatregel kan worden opgelegd wanneer hulpverleners een ernstig incident aan zien komen. Bijvoorbeeld wanneer wel sprake is van fysiek en psychisch geweld, maar hiervan geen aangifte bij de politie wordt gedaan. Het onderzoek van het ministerie van Veiligheid en Justitie richt zich op de vraag of het preventief opleggen van een huisverbod juridsch houdbaar is. 2. Geweld Het opsporen van verdachten is één van de belangrijkste kerntaken van de politie. De politie geeft een hoge prioriteit aan de opsporing van verdachten van onder andere geweldsdelicten. Het OM probeert conform de richtlijn huiselijk geweld van het College van procureurs-generaal zoveel mogelijk zaken strafrechtelijk te vervolgen en verdachten waar mogelijk voor te geleiden bij de rechter-commissaris. In geval van schorsing van de voorlopige hechtenis verzoekt het OM zo mogelijk om bijzondere schorsingsvoorwaarden, zoals bijv. een straat- of contactverbod.
19
3. Veilige Publieke Taak Het kabinetsprogramma ‘Veilige Publieke Taak’ beoogt dat werkgevers en werknemers met een publieke taak deze op een veilige en respectvolle wijze kunnen uitvoeren. Dit betekent dat werknemers burgers met respect en begrip tegemoet treden en ditzelfde terug mogen verwachten. Zero tolerance beleid wordt gevoerd ten opzichte van geweld in het algemeen en geweld tegen hulpverleners in het bijzonder: werknemers met een publieke taak dienen hun werk onbelemmerd te kunnen uitoefenen. In gevallen van geweld tegen medewerkers bij het uitoefenen van hun functie, zal het OM de strafeis tegen de verdachte met 150% verhogen. De strafverzwaring is van toepassing bij geweld tegen o.a. ambtenaren van de sociale dienst, ambulance- en brandweerpersoneel, ziekenhuispersoneel, onderwijzend personeel en winkelpersoneel. Dezelfde 150% verhoging van de strafeis past het OM toe in gevallen dat geweld wordt gebruikt bij het tonen van ‘burgermoed’, dat wil zeggen door moedig optreden (proberen te) verhinderen dat een geweldsdelict gepleegd wordt. Bij slachtoffers die in een afhankelijke situatie tot de dader staan, wordt de strafmaat met 33% verhoogd. Het OM informeert – indien gewenst – de slachtoffers van geweld over het verloop van het strafproces. Met wie gaan we dat doen? Steunpunt Huiselijk Geweld; Algemeen Maatschappelijk Werk; Veiligheidshuis Zuid-Holland Zuid; Raad voor de Kinderbescherming; Centrum voor Jeugd en Gezin; Signalerende partners (huisartsen, onderwijs, kinderopvang, sociaal cultureel werk, jongerwerk); Politie; OM. Wanneer gaan we dit doen? 2011-2014
20
3.7. Aanpak op de veiligheidsvelden De thema’s die niet geprioriteerd worden, raken niet uit beeld. De prioritering leidt in essentie tot een verdeling van de veiligheidsthema’s in enerzijds prioritaire en anderzijds overige thema’s. De prioriteiten zijn daarbij het visitekaartje van de gemeente in het nieuwe veiligheidsbeleid, waar de ‘overige thema’s’ een lager profiel kennen en in sterkere mate meegenomen worden in de lopende zaken. De thema’s die geprioriteerd zijn, krijgen de meeste aandacht. In deze paragraaf worden de problemen, die voortkomen uit de veiligheidsanalyse die niet als prioriteit zijn aangemerkt uitgewerkt. Wederom vindt de uitwerking op veiligheidsveld en de daarbij behorende veiligheidsthema’s plaats. In onderstaande tabel staat het probleem weergegeven zoals dat uit de veiligheidsanalyse blijkt, wat we willen bereiken, wat we daarvoor gaan doen en met wie.
3.7.1 Veilige woon en leefomgeving Thema
Prioriteit
Wat willen we bereiken
Wat gaan we daarvoor doen
Met wie
Wanneer
Objectieve veiligheid
Diefstal uit motorvoertuig
2012-2014
Woninginbraken
1.Communicatie & voorlichting; 2.Bewustwordingsacties 1. Communicatie & voorlichting; 2. PKVW standaard in voorwaarden nieuwbouw; 3.Bewustwordingsacties;
Politie
Objectieve veiligheid
Terugdringen van diefstal uit motorvoertuigen Terugdringen van het aantal woninginbraken met 10%
Politie; OM; Gemeenten Bewoners; HW Wonen; Projectontwikkelaars Verzekeringsmaatschappij en.
2012-2014
3.7.2 Bedrijvigheid en veiligheid Thema
Probleem
Veilig winkelgebied
Mobiel banditisme (o.a. bij tankstations) Winkeldiefstallen
Veilige bedrijventerreinen
Inbraken bedrijventerrein
Veilige evenementen
Inzet politie Er is onvoldoende structurele inbedding van veiligheid tijdens evenementen.
Wat willen we bereiken Terugdringen aantal bedrijfsinbraken met 5% Terugdringen van het aantal winkeldiefstallen met 5% Terugdringen aantal inbraken met 5%
Een sluitende keten van vergunningverlening en handhaving bij evenementen. Zoveel mogelijk waarborden van veiligheid en het beperken van risico’s bij (grootschalige) evenementen.
Wat gaan we daarvoor doen
Met wie
Wanneer
Politie
KVK, politie, MKB Instellen bedrijfsinvesteringszones/par kmanagement en aanwezigheid bedrijfswoningen Betere afstemming evenementenkalenders Opstellen van evenementenbeleid, werkproces brandveiligheid bij evenementen en multidisciplinair draaiboek maken bij grote evenementen.
2012
Politie Brandweer Gemeente, GHOR
21
3.7.3 Jeugd en Veiligheid Thema Veilig in en om de School
Probleem
Wat willen we bereiken
Wat gaan we daar voor doen Met wie
Wanneer 2012 en verder
3.7.4 Fysieke Veiligheid Thema Rampenbestrijding
Probleem het voorbereiden op een ramp of crisis vraagt om structurele aandacht
Brandveiligheid
Het niveau van de de brandweerzorg dient met de regionalisering in het verschiet geborgd te worden voor de jaren 2013 en verder.
Externe Veiligheid
Route gevaarlijke stoffen
Wat willen we bereiken Een goed uitgeruste, voorbereide en geoefende crisis- en rampenorganisatie, waarbij subregionale samenwerking het uitgangspunt is.
Wat gaan we daar voor doen Opstellen en uitvoeren van het subregionaal meerjaren oefenbeleidsplan. Inventariseren haalbaarheid subregionale ARB organisatie
Een adequaat niveau van brandweerzorg binnen het nieuw te vormen cluster Hoeksche Waard.
Met wie SOHW VRZHZ
Wanneer 2012 en verder
Uitvoering geven aan het organisatie en formatieplan brandweer Hoeksche Waard . Uitvoering geven aan de verbeterpunten als benoemd in de audit. Met het nieuw te vormen cluster zullen DVO's worden opgesteld om de kwaliteit van de brandweerzorg te zekeren.
VRZHZ
2012
Het vertalen van de regionale risicoinventarisatie in lokaal beleid.
VRZHZ OZHZ
2013
22
Verkeersveiligheid
Thans geen regionaal verkeersen vervoersplan Hoeksche Waard (RVVP)
1.
2.
3.
Het opstellen van een Het ontwikkelen van een eenduidige RVVP. Opdracht is verleend aan het bureau Goudappel en eldere visie op Coffeng. het gebied van verkeer en vervoer t.b.v. communicatie naar belanghebbenden; het bieden van een kaderstellend, samenhangend en richtinggevend verkeers- en vervoerbeleid, van waaruit verkeerskundige vraagstukken kunnen worden opgelost en verkeersplannen in hun regionale context kunnen worden ontwikkeld; inspelen op (ruimtelijke) ontwikkelingen en trends in de regio.
Vanuit het SOHW
2011 en 2012
M.a.w. : het opstellen van een visie op het gebied van verkeer en vervoer en het uitwerken van een aantal inhoudelijke thema’s w.o. regionale infrastructuur, relatie met een evt. doorgetrokken A4, openbaar vervoer en fietsverkeer.
23
3.7.5 Integriteit en Veiligheid Thema
Probleem
Wat willen we bereiken
Polarisatie en radicalisering
Radicalisering is niet in beeld als probleem binnen onze gemeente. Sympathie voor extreem rechts komt incidenteel voor.
Behoud van het huidige klimaat van tolerantie binnen de gemeente.
Georganiseerde criminaliteit
Leegstaande agrarische bedrijven (kassen) lenen zich voor hennepteelt
Het op integrale wijze benaderen van georganiseerde criminaliteit
Ambtelijke en bestuurlijke integriteit
Wat gaan we daar voor doen
Met wie
Wanneer
monitoren van signalen van polariserend gedrag
Politie, gemeente, maatschappelijke organisaties
regulier werk
monitoren van signalen van hennepteelt
regulier werk Politie, OM, gemeente, LTO, HWwonen
Regulier werk a.h.v. bestaande missie en volgens bestaande gedragscode
24
4. Organisatorische borging veiligheid 4.1 Veiligheid in de gemeentelijke organisatie en Politiek bestuurlijke inbedding Gemeenteraad De gemeenteraad treedt door het stellen van prioriteiten kaderstellend op. Het integraal veiligheidsbeleid wordt vormgegeven aan de hand van de door de raad gestelde prioriteiten. Over de uitvoering van het Integraal Veiligheidsbeleid wordt jaarlijks gerapporteerd aan de raad. De gemeenteraad stelt de benodigde budgetten beschikbaar. College van burgemeester en wethouders De uitvoering van het veiligheidsbeleid is de gezamenlijke verantwoordelijkheid van de leden van het college. De verschillende thema’s zoals bijvoorbeeld verkeersveiligheid, en jeugdbeleid hebben betrekking op de portefeuille van de collegeleden en daarom dragen ze verantwoordelijkheid voor de uitvoering van veiligheidsbeleid. De portefeuillehouder Openbare Orde en Veiligheid voert de regie over de uitvoering. Over het gevoerde beleid legt het college verantwoording af aan de gemeenteraad. Ambtelijke coordinatie De beleidsmedewerker Openbare Orde en Veiligheid is gepositioneerd in de afdeling Beleid en Projecten. Zij is primair verantwoordelijk voor de Openbare Orde en de Sociale Veiligheid, incl. overlast bestrijding. Zij is samen met de burgemeester de spil in de ontwikkeling en uitvoering van het Openbare orde en sociale veiligheidsbeleid. Zij houdt het overzicht, stuurt eventueel bij, bewaakt resultaten en geeft feedback. Zij brengt interne en externe partijen bij elkaar, verbindt lijntjes en houdt beleid en uitvoering bij elkaar. Zij woont de overleggen tussen de burgemeester en de teamchef wijkpolitie bij en is ambtelijk het eerste aanspreekpunt voor de politie. Zij neemt deel aan de Taskforce Jeugd. Uitvoering van activiteiten geschiedt verder ook op de vakafdelingen en bij externe partners. De ambtenaar rampenbestrijding is direct onder de secretaris gepositioneerd in de afdeling Bestuur en Management Ondersteuning. Zij is het eerste ambtelijke aanspreekpunt voor de Veiligheidsregio en is gemeentelijk coördinator en eerste uitvoerder van de ontwikkelingen op het gebied van de veiligheidsregio. De ambtenaar Milieu is verantwoordelijk voor de Externe Veiligheid. Hij is het eerste aanspreekpunt voor de Omgevingsdienst Zuid-Holland.Zuid. Het aspect Verkeersveiligheid valt onder de ambtenaar Verkeer en Vervoer. Deze is gepositioneerd in de afdeling Beheer. Ten aanzien van de algehele coördinatie op het terrein van het Integrale Veiligheidsbeleid achten wij het niet noodzakelijk deze structureel vorm te geven door een centrale ambtelijke coördinator aan te wijzen. Dit, gelet op de omvang van de organisatie, de korte lijnen en gelet op het feit dat de verschillende disciplines doorgaands zelfstandig draaien, coördinatie desgewenst kan plaatsvinden in het MT en tenslotte gelet op het feit dat de Integrale Veiligheid afdelingsoverstijgend is en dan door de secretaris in het college aan de orde kan worden gebracht.
4.2 Interne en externe afstemming De ontwikkeling en uitvoering van het Lokaal Integraal Veiligheidsbeleid gebeurt onder regie van de portefeuillehouder. De verantwoordelijkheid van de uitvoering is echter door het integrale karakter van het beleid niet volledig toe te schrijven aan de gemeente. Ontwikkeling en uitvoering van het beleid dient daarom in samenwerking te worden gedaan met externe partners. Om afstemming van beleidsontwikkeling en uitvoering bestuurlijk te borgen wordt er op diverse momenten met partners gesproken. In deze paragraaf worden een aantal structurele overleggen nader verklaard. Lokaal veiligheidsoverleg (politieoverleg) Naast de werkgroepen veiligheid is er voor de operationele uitvoering van het veiligheidsbeleid een lokaal Veiligheidsoverleg. Aan dit overleg nemen de burgemeester, de teamchef wijkpolitie en de
25
beleidsmedewerker Openbare Orde en Veiligheid deel. Zij komen vier wekelijks bijeen. Het is een praktisch overleg waar de actualiteit van (meer incidentele) veiligheidsproblemen en de aanpak hiervan wordt besproken. De portefeuillehouder heeft naast het lokaal veiligheidsoverleg met regelmaat een werkoverleg met de commandant brandweer. Taskforceoverleg Voor specifieke en aanhoudende overlastsituaties is een lokaal casusoverleg in het leven geroepen om op groeps- en persoonsniveau overlast aan te kunnen pakken. De overlegfrequentie is wekelijks of om de week. Regionale Samenwerking Op het terrein van veiligheid wordt steeds meer samengewerkt met veiligheidspartners en andere gemeenten. Deze samenwerking is noodzakelijk, onder andere omdat belangrijke veiligheidspartners zoals politie, het openbaar ministerie, brandweer en GHOR regionaal zijn georganiseerd. Daarnaast is veel problematiek niet lokaal maar regionaal of kan er op regionaal niveau schaalvoordeel worden behaald door het bundelen van kennis en expertise. De gemeente Korendijk participeert daarom o.a. in het Veiligheidshuis en in het project Verzuip Jij je Toekomst.
4.3 Communicatie Het communicatiebeleid van Korendijk over veiligheid gaat in eerste instantie uit van (de verhoging van) de veiligheidsbeleving van de inwoners van Korendijk. De geijkte wegen dienen bewandeld te worden. Inwoners: De beleving en verwachtingen van de inwoners gaan meer gelijk lopen met de feitelijke veiligheidssituatie; De inwoners zijn goed geïnformeerd over de veiligheidssituatie, de aanpak en de resultaten; De inwoners zijn betrokken bij de ontwikkeling en uitvoering van het veiligheidsbeleid, met name in hun leefomgeving (wijk, school, winkelgebied, bedrijven, etc). Gemeente: De gemeente is herkenbaar als helder communicerende overheid die zegt wat ze doet, doet wat ze belooft en haar inwoners daarover informeert; De uitvoering van het gemeentelijke communicatiebeleid is nauw afgestemd met de activiteiten van de veiligheidspartners zoals de politie, jongerenwerk, e.a. opdat een samenhangende aanpak van veiligheidsproblemen zichtbaar wordt. Veiligheidspartners De veiligheidspartners van de gemeente weten met welk doel, op welk moment en hoe de gemeente communicatie inzet, opdat zij hun eigen communicatie instrumenten daarop kunnen afstemmen. Wat gaan we doen? De communicatiestrategie wordt daar waar nodig, steeds aangescherpt op basis van actuele ontwikkelingen en op basis van teruggekoppelde resultaten. Er wordt de nadruk gelegd op het belang van eigen verantwoordelijkheid bij het veilig houden en veiliger maken van Korendijk. De gemeente beschouwt haar inwoners als een belangrijke partner bij de uitvoering van het integrale veiligheidsbeleid.
4.4 Planning en Control Het Integraal Veiligheidsbeleid is vormgegeven in voorliggende kadernota en jaarlijkse uitvoeringsplannen. De kadernota bestrijkt een meerjarige periode (2011-2014). Operationalisering van gestelde prioriteiten en doelen vindt plaats in jaarlijkse uitvoeringsprogramma’s. De uitvoering wordt aan het einde van elk jaar geëvalueerd. Op basis van de evaluatie wordt een nieuw uitvoeringsprogramma opgesteld en wordt eventueel de kadernota bijgesteld. Bewaking van de voortgang en beoogde effecten vindt tevens plaats in de reguliere veiligheidsoverleggen zoals het lokaal politieoverleg en de taskforceoverleggen.
26
Aan het einde van het vierde jaar van de beleidsuitvoering (2014) wordt een beleidsevaluatie opgesteld. Bij deze evaluatie wordt bekeken of de beoogde doelstellingen zijn gerealiseerd. Tevens zal er een nieuwe veiligheidsanalyse worden opgesteld. De evaluatie en de nieuwe veiligheidsanalyse zullen de input zijn voor een nieuwe beleidsperiode. In de reguliere gemeentelijke jaarplancyclus zal het integraal veiligheidsbeleid onder programma 2 Veiligheid worden behandeld.
4.5 Financiën Voor het ontwikkelen en uitvoeren van het integraal veiligheidsbeleid is het van belang dat er structureel geld en capaciteit beschikbaar is op de begroting. In de huidige begroting zijn voor de uitvoering van beleid beperkte middelen opgenomen.
27
