Vakwerk!
Dierhouderij en -verzorging
Dierhouderij en -verzorging Docentenboek
Enjetta Peters-Schreuder
eerste druk, 2006
Artikelcode: 21132.1 Colofon Auteur(s): Illustraties: Illustrator: Onderwijskundige: Redactie: Resonans:
Enjetta Peters-Schreuder Verbaal Eefje Kuijl & Hester van de Grift Studio Maan, Manon Limmen Studio Maan, Brigitte Meinen Siska Berkemeijer, Eric Boerstal
Het Ontwikkelcentrum heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Bent u desondanks van mening dat we u hebben benadeeld, dan kunt u contact met ons opnemen. © 2006 Ontwikkelcentrum, Ede, Nederland Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, hetzij mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het Ontwikkelcentrum.
■■■
4
DIERHOUDERIJ EN -VERZORGING
Inhoud
1
Huisvesting 6
2
Voeding 14
3
Verzorging 26
4
Voortplanting en fokkerij 36
5
Gezondheid 44
1
Huisvesting
1.1 Opdracht 1.1
Huisvesting van koeien Benodigdheden Voor deze opdracht heb je nodig: – een plattegrond van een melkveebedrijf; – tekenmateriaal; – adressen van veebedrijven.
Code eindtermen
Algemene en specifieke vaardigheden
LN/K/2
Bezinnen Begrippen kennen/leren Antwoorden zoeken/wegstrepen Kiezen Tabel invullen Plattegrond lezen Uitleggen Tekenen Meten Functies benoemen Zelf ontwikkelen Typen onderscheiden/ noemen
Tijd
Tips en bijzonderheden
200 minuten
Dit is een opdracht over huisvesting, maar ook over de levenscyclus van de koe. Zorg voor voldoende plattegronden van een melkveebedrijf De leerlingen moeten eerst de plattegrond lezen en kunnen uitleggen, voordat ze met de opdracht verder gaan. Zorg voor adressen van melkveehouders voor de leerlingen. De leerlingen kunnen natuurlijk ook zelf voor een adres zorgen. Als u geen bezoek kunt afleggen aan een veebedrijf, laat de leerlingen dan zelf een ontwerp maken voor een nieuwe veestal.
■■■
6
HUISVESTING
Opdracht 1.2
Huisvesting van biggen en zeugen Benodigdheden Voor deze opdracht heb je nodig: – de dvd ‘Van big tot zeug’; – een dvd-speler; – tekenpapier; – de folder ‘De varkenshouder’ (LTO Nederland, vakgroep varkenshouderij); – een computer met internet; – het Opzoekboek Dier.
Code eindtermen
Algemene en specifieke vaardigheden
LN/K/2-1,3,10 LN/K/231,2,3,4,5,6
Kritisch kijken Vragen beantwoorden Tabel invullen Samenwerken Taken verdelen Informatie zoeken Computer gebruiken Presentatie voorbereiden Presenteren Werkresultaat beoordelen Werkproces beoordelen
HUISVESTING
7
■■■
Tijd
Tips en bijzonderheden
150 minuten
De dvd ‘Van big tot zeug’ kunt u als volgt te bestellen. Stuur een e-mail naar
[email protected]. Vermeld uw adres en geef aan of u een dvd of video wil ontvangen (kosten 25 euro). De dvd is gemaakt voor groep 8 van de basisschool. Het verhaal is dan ook wat kinderlijk. De dvd duurt 10 minuten. Bij de dvd zit de de folder ‘De varkenshouder’. De folder is een uitgave van LTO Nederland, Vakgroep Varkenshouderij (Postbus 29773, 2502 LT, Den Haag. 070-338 2700). Interessante internetsites: – www.devarkenshouder.nl – www.varkensinzicht.nl (op deze pagina staan adressen van bedrijven waar ze je alles over varkens kunnen vertellen en waar je welkom bent) – www.hetkleineloo.nl – www.vriendenvanhetplatteland.nl Meer informatie bij: – Boerderij de Knorhof in Oudega Friesland 0514-603825 – Boerderij Agro-zicht in Aarle- Rixtel (N-B) 0492-384755 – Boerderij Op den Haegh in Panningen (L) 077-3061133 – Boerderij Op Gen Hei Lemans in Berg aan de Maas (L) 046-4515505 Op het proefbedrijf voor varkens in Raalte doen ze onderzoek naar de gewone en de biologische varkenshouderij. Het praktijkcentrum is sinds kort gedeeltelijk opengesteld voor publiek. Je kunt hier het varkensspoor volgen. Deze route voert langs het zeugenweiland naar de biologische stallen. Onderweg komt de wandelaar onder andere langs een oude eikenwal en een paddenpoel die is aangelegd door het Overijssels Landschap. Meer informatie: 0572-352174. Een prachtig boek over alles wat te maken heeft met varkens is ‘Het Varkensboek’ van Anno Fokkinga. Kosten ongeveer 15 euro (ISBN 90-6868-373-X).
Opdracht 1.3
Huisvesting van kippen Benodigdheden Voor deze opdracht heb je nodig: – kippen in het dierenverblijf met hun huisvesting; – bodembedekking; – zitstokken; – voer- en waterbakken; – legnesten; – folders over huisvesting van kippen; – een computer met internet;
■■■
8
HUISVESTING
– – –
tekenmaterialen; vel A3-papier; knip- en plakmaterialen.
Code eindtermen
Algemene en specifieke vaardigheden
LN/K/2 LN/K/241,2,4,5,6,8
Samenwerken Vragen beantwoorden Beschrijven Opmeten Norm checken Tekenen Tabel invullen Mening geven Stappenplan maken Schoonmaken Materialen op de juiste manier gebruiken Hok inrichten Informatie opzoeken Computer gebruiken Poster maken Beoordelen Bespreken
Tijd
Tips en bijzonderheden
150 minuten
Informatie over kippen houden staan in het vakblad ‘De pluimveehouder’. Folders over dit onderwerp zijn te bestellen bij de Universiteit van Wageningen. “Houden van hennen - op naar gelukkige kippen, trotse boeren en tevreden burgers.” ISBN 90-6754-791-3. In dit boekwerkje worden twee nieuwe typen stallen voor leghennen geïntroduceerd. De stallen hebben de namen ‘het Rondeel’ en ‘de Plantage’ meegekregen. In de ontwerpen is zo veel mogelijk rekening gehouden met de wensen van mensen en dieren. Informatieve internetsites: – www.houdenvanhennen.nl – www.biologischelandbouw.net – www.biofoon.nl (telefoon 0800-2460000). U kunt hier vragen stellen over de biologische pluimveehouderij of infobladen bestellen over de Biologische pluimveehouderij
HUISVESTING
9
■■■
Opdracht 1.4
Huisvesting in een dierenasiel Benodigdheden Voor deze opdracht heb je nodig: – pen en papier; – een telefoonboek of de Gouden gids; – eventueel een digitale camera.
Code eindtermen
Algemene en specifieke vaardigheden
LN/K/2 LN/K/23-1,2,4,5,8
Telefoonnummers zoeken Bellen Afspreken Vragenlijstje opstellen Samenwerken Verschillen noemen Doel noemen Foto’s maken Inrichting beoordelen Informatie inwinnen Aantekeningen maken Beoordelen Verslag schrijven Voordelen noemen Beroepsoriëntatie
Tijd
Tips en bijzonderheden
Voorbereiding 50 minuten
Laat leerlingen die stage lopen bij een pension of een uitlaatservice de excursie organiseren.
De excursie 50 -100 minuten
Het zou leuk zijn als de leerlingen iets op het bedrijf kunnen doen, bijvoorbeeld poep opruimen, voer- en waterbakken schoonmaken, honden uitlaten, honden borstelen, kleedjes uitkloppen et cetera. Met een kleiner groepje leerlingen is er meestal meer mogelijk dan met een grote groep.
Verslag maken 50 minuten
Opdracht 1.5
Huisvesting van knaagdieren en konijnen Benodigdheden Voor deze opdracht heb je nodig: – tekenmaterialen; – glazen bakken voor knaagdieren; – kunststof bakken voor knaagdieren; – traliehokken voor knaagdieren; – laboratoriumbakken.
■■■
10
HUISVESTING
Code eindtermen
Algemene en specifieke vaardigheden
LN/K/23-2,3,4,5,8 LN/K/24-2,3
Samenwerken Eisen formuleren Tabel invullen Zaken benoemen Materialen onderscheiden Voor- en nadelen noemen Tekenen Waarnemen Kritisch zijn Organiseren Werk plannen Overleggen Hokken schoonmaken Hokken inrichten Werk evlaueren
Tijd
Tips en bijzonderheden
150 minuten
Zet gedurende deze opdracht vier verschillende hokken met dieren erin naast elkaar op een tafel. De leerlingen zien dan duidelijk wat de voordelen en de nadelen van een hok zijn. Voorbeeld: een cavia in een traliehok geeft meestal veel troep om het hok. Bij het tekenen van voer- en watervoorzieningen moeten de leerlingen vijf verschillende voorzieningen tekenen. U kunt aangeven van welke hokken de leerlingen de voer- en waterbakken moeten tekenen. Voor het voer bijvoorbeeld een stenen bakje, kunststof bakje, rvs-bakje en een voorraadsysteem bakje. Voor het water bijvoorbeeld een stenen bakje, kunststof bakje, rvs-bakje, stenen flesje en een kunststof flesje.
Opdracht 1.6
Huisvesting van volièrevogels Benodigdheden Voor deze opdracht heb je nodig: – bodembedekking; – voer- en watervoorzieningen; – voer en water; – zitstokken; – nestbakjes; – speeltjes; – schoonmaakspullen (borstels, sopje, droogdoek, zeef); – blik en veger, bezem, kruiwagen of opruimbakken; – het Opzoekboek Dier; – een encyclopedie over volièrevogels; – tekenmaterialen. HUISVESTING
11
■■■
Code eindtermen
Algemene en specifieke vaardigheden
LN/K/2-1,3,8,10 LN/K/23-1,4,5,8
Informatie verzamelen Checklist maken Tabel invullen Meten en checken Tekenen Omschrijven Systematisch werken Bewust omgaan met materialen Hygiënisch werken Materialen schoonmaken Uitmesten Schoonmaken Reinigen Inrichten Evalueren Verbeteringspunten noemen
Tijd
Tips en bijzonderheden
150 minuten
Voor deze opdracht moet er een volière aanwezig zijn. Een volière is niet moeilijk om te verzorgen. Een aantal gemakkelijke vogels om te houden zijn kanarie, zebravink, rijstvogel, Japans meeuwtje en diamantduifje. Grasparkieten zijn niet gemakkelijk te houden met andere volièrevogels. Grasparkieten kun je wel bij valkparkieten zetten. Die verdragen elkaar goed.
■■■
12
HUISVESTING
HUISVESTING
13
■■■
2
Voeding
2.1 Opdracht 2.1
Voer- en watervoorzieningen Benodigdheden Voor deze opdracht heb je nodig: – verschillende hokken met dieren; – verschillende voer- en watersystemen; – diverse voeders; – een emmer, teiltjes, schoonmaakmiddel en een schuursponsje; – heet water; – borstels en een flessenrager; – een droogdoek; – een zeef; – een bezem; – een potlood en kleurpotloden.
Code eindtermen
Algemene en specifieke vaardigheden
LN/K/2-1,5,8,10,11 LN/K/24-1,2,3,8
Tabel invullen Benoemen Voor- en nadelen noemen Materialen onderscheiden Verschillen aangeven Kritisch zijn Samenwerken/overleggen Tekenen en kleuren Stappenplan volgen Hygiënisch werken Schoonmaken en reinigen Afwassen en afdrogen Zeef gebruiken Opruimen Aanvegen Checklist maken Beoordelen
■■■
14
VOEDING
Tijd
Tips en bijzonderheden
150 minuten
Zorg ervoor dat de leerlingen in het dierenverblijf verschillende voer- en watersystemen kunnen bekijken (en tekenen en beoordelen). De leerlingen overleggen met u van welke dieren ze de voer- en watervoorziening gaan tekenen. Kies als het kan zo veel mogelijk verschillende uit.
Opdracht 2.2
Van grondstof tot mengvoer Benodigdheden Voor deze opdracht heb je nodig: – stevig papier/karton; – een liniaal; – lijm en plakband; – schoteltjes of bakjes; – gemengd knaagdierenvoer (geen brok) en etiket van de verpakking; – duivenvoer en etiket van de verpakking; – grasparkietenvoer en etiket van de verpakking; – voer voor tropische vogels en etiket van de verpakking; – potjes met verschillende zaden.
Code eindtermen
Algemene en specifieke vaardigheden
LN/K/2-1,10,11 LN/K/24-1,4,5
Grondstoffen herkennen Beschrijven Verschillen benoemen Namen opzoeken Samenwerken Overleggen Opruimen Aanvegen Etiketten lezen Mening geven Evalueren
VOEDING
15
■■■
Tijd
Tips en bijzonderheden
100 minuten
U moet voor deze opdracht zorgen voor labels en etiketten van de voedermiddelen. Het is handig om van allerlei voedermiddelen de verpakkingen uit te knippen en die te plastificeren. Het knaagdierenvoer moet gemengd knaagdierenvoer zijn. Het vogelvoer kan voer zijn voor grasparkieten, volièrevogels of duiven. U kunt de leerlingen zelf een kaart laten maken op een los stevig stuk papier/karton. Dan hoeven ze niet in het boek te werken. Het opplakken van zaden gaat het best door eerst wat lijm op de kaart te plakken, het voedermiddel erop te leggen en er dan een stukje plakband of plakplastic overheen te doen. U kunt de opdracht wat moeilijker maken door de leerlingen het percentage van iedere grondstof te laten bepalen. Laat de leerlingen 100 gram afwegen en vervolgens uitzoeken hoeveel procent er van iedere grondstof in het voer zit.
Opdracht 2.3
Bereiding van krachtvoeders Benodigdheden Voor deze opdracht heb je nodig: – brokjes voor verschillende dieren; – potjes met mengvoeders; – labels van voedersoorten; – het Tabellenboek Veevoeding.
Code eindtermen
Algemene en specifieke vaardigheden
LN/K/24-1 LN/K/7-4,6 LN/K/25-5
Verschillen opmerken Kritisch lezen Tabel invullen Samenwerken Gegevens opzoeken Conclusies trekken Krantenartikel lezen Discussiëren Overleggen
■■■
16
VOEDING
Tijd
Tips en bijzonderheden
150 minuten
U moet zorgen voor een label waarop de samenstelling van een voedermiddel staat. De leerlingen kunnen zelf ook labels meenemen. Het gaat in deze opdracht om de samenstelling van brok voor paarden, schapen, koeien, varkens en kippen. U kunt dan ook labels nemen van schapenbrok of van diverse varkensvoeders (biggenkorrel, startkorrel, vleesvarkenskorrel, zeugenkorrel et cetera). Het is handig om de labels van de diverse voeders uit te knippen en te lamineren. Bij de discussie over het gebruik van diermeel in veevoer moet BSE (de ziekte van Creutzfeldt-Jacob) moet aan de orde komen.
Opdracht 2.4
Rantsoenen voor konijnen en knaagdieren bepalen Benodigdheden Voor deze opdracht heb je nodig: – dieren in het dierenverblijf; – voederbakjes; – voedersoorten; – een weegschaal voor dieren; – een weegschal om voer te wegen; – verpakkingen van diervoeders voor rat, muis, cavia, chinchilla, degoe, hamster en gerbil; – een konijnenencyclopedie of de Konijnenstandaard.
Code eindtermen
Algemene en specifieke vaardigheden
LN/K/2-1,3,10 LN/K/ 24-1,2,3,4,8 LN/K/25-2
Samenwerken Beoordelen Informatie opzoeken Beperkt/onbeperkt voeren Tabel invullen Rassen herkennen Dieren wegen Voedermiddelen wegen Schatten Controleren Vergelijken Kritisch lezen Voerhoeveelheden bepalen Conditie bepalen Oplossingen bedenken Bespreken
VOEDING
17
■■■
Tijd
Tips en bijzonderheden
150 minuten
Op de meeste scholen krijgen de knaagdieren vaak onbeperkt voer. Je ziet dan ook vaak vette muizen, ratten en konijnen. Het is verstandiger alle dieren beperkt te voeren. Ratten die een wat schrale conditie hebben, leven bijna twee keer zo lang als vette ratten. Het merk Supreme (www.russelrabbit.com) heeft voor ieder klein dier ander voer. Het geeft ook aan hoeveel gram een dier dagelijks van dat voer mag hebben. Reggie Rat en Charlie Chinchilla zijn diervoeders van Supreme. Informatie is te vinden op www.russelrabbit.com. Op verpakkingen van diervoeders voor onder andere rat staat geschreven dat de gemiddelde rat per dag 20-30 gram Reggie Rat nodig heeft. Laat de leerlingen eens de hoeveelheid van 25 gram voer schatten en het vervolgens wegen. Meestal hebben ze veel te veel voer gepakt. Kasper Faumafood maakt voor de konijnen een indeling voor: – grote rassen: 120 -180 gram per dier per dag; – midden rassen: 100 -160 gram per dier per dag; – kleine rassen: 50 -100 gram per dier per dag; – dwergrassen: 30 - 50 gram per dier per dag. Leerlingen kunnen zelf de gegevens van de verpakkingen aflezen. U kunt de etiketten van de verpakkingen uitknippen en lamineren.
Opdracht 2.5
Werken met het tabellenboek voor het paard en de pony Benodigdheden Voor deze opdracht heb je nodig: – het Tabellenboek Veevoeding 2005; – het Tabellenboekje Energie- en eiwitvoeding van paarden en pony’s; – een rekenmachine; – een weegschaal; – een unster; – hooi; – een hooinet; – krachtvoer voor paarden; – een maatschep.
■■■
18
VOEDING
Code eindtermen
Algemene en specifieke vaardigheden
LN/K/2-1,2,3,5,10,11 LN/K/24-1,4,5
Samenwerken Overleggen Tabellen lezen Tabel invullen Onderscheid maken Rekenen met rekenmachine Gegevens interpreteren Wegen Gegevens opzoeken Afkortingen verklaren en gebruiken Schatten Beschrijven Commentaar geven Uitleggen Evalueren
Tijd
Tips en bijzonderheden
150 minuten
In het Tabellenboek Veevoeding 2004 staan nog geen gegevens over de energie- en eiwitbehoefte van paarden en pony’s. In september 2004 is een boekje verschenen. CVBreeks nr. 29. Met ingang van 2005 staan deze gegevens in het normale tabellenboek. In het Tabellenboek paarden staan tabellen met voedermiddelen voor paarden. Hier staan ook weer de voederwaarde gegevens in van gras, graskuil en grashooi. Krachtvoer heeft gemiddeld als waarden 0,80 EWpa en 90 VREp. Zogende merries krijgen krachtvoer met de volgende waarden: 0,95 EWpa en 144 VREp. Zorg dat u van de aanwezige krachtvoeders op school de EWpa- en VREp-gegevens weet. Soms staan deze gegevens niet duidelijk op de voerzakken. De diverse broksoorten hebben verschillende voedergegevens. Let hierop. U kunt de leerlingen die een eigen paard of pony hebben de opdracht voor hun eigen dier laten maken.
VOEDING
19
■■■
Opdracht 2.6
Voedingsstoffen in hondenvoer Benodigdheden Voor deze opdracht heb je nodig: – verpakkingen van hondenvoeders (brokjes, blikvoer en dinervoeding); – verpakkingen van hondenvoeders voor verschillende leeftijden (puppy, adult (volwassen) en senior); – folders van merken hondenvoeders.
Code eindtermen
Algemene en specifieke vaardigheden
LN/K/24-1,2,3,4,5
Tabel invullen Verschillen benoemen Samenwerken Kritisch lezen Concluderen Schema opstellen Bezwaren onderkennen Begrippen verklaren
Tijd
Tips en bijzonderheden
100 minuten
Leerlingen kunnen allerlei voedermiddelen van huis meenemen. U moet als docent zorgen voor een voorbeeld van blikvoeding, brokjesvoeding en dinervoeding voor de adult. Van één merk brokjes zorgt u voor junior, adult en seniorbrokjes. De leerlingen kunnen dan de samenstelling goed vergelijken. Het merk ‘Kenner’ heeft folders waar veelgevraagde gegevens in staan. Kenner maakt tevens onderscheid tussen voeding voor de grote hondenrassen en de kleine en middelgrote rassen.
Opdracht 2.7
Grassen herkennen Benodigdheden Voor deze opdracht heb je nodig: – tekenmaterialen; – een boekje voor grassen; – een determinatietabel over grassen; – een paar grassoorten; – weiland om te beoordelen.
■■■
20
VOEDING
Code eindtermen
Algemene en specifieke vaardigheden
LN/K/2-1,10 LN/K/24-1,2
Samenwerken Tekenen Begrippen omschrijven Systematisch werken Onderzoeken Gegevens opzoeken Determinatietabel lezen Grassen determineren Tabellen invullen Grassen drogen Controleren Verklaren Samenwerking evalueren
Tijd
Tips en bijzonderheden
150 minuten
Het gemakkelijkst kun je grassen herkennen aan de bloeiwijzen. Het boekje ‘Grassen’ van ingenieur Glas deelt de grassen in in drie hoofdgroepen: aargrassen, aarpluimgrassen en pluimgrassen. Voor het verder herkennen van de grassen is het belangrijk te weten hoe het jonge blad te voorschijn komt. U moet uitleggen wat de voet van de plant is (het stukje plant waar de wortels aanzitten). Kiezen bij een plant tussen ‘matig tot sterk geribd’ en ‘zwak geribd’ is erg moeilijk. Leerlingen moeten dan kijken naar de verdere omschrijvingen van de grassen. U dient te zorgen voor een aantal grassen. Geef de leerling een grassoort waarbij de verschillen goed te zien zijn. Leuke grassen om te zien zijn hanenpoot en kanariegras. Leerlingen kunnen eventueel zelf grassen meenemen.
Opdracht 2.8
Biest en kunstmelk Benodigdheden Voor deze opdracht heb je nodig: – verpakkingen van kunstmelk voor een kalf; – een voerkaart voor het oplossen van de kunstmelk; – heet water; – een thermometer; – een maatbeker; – een weegschaal; VOEDING
21
■■■
– – – – – – – – – –
een emmer; een garde; een rekenmachine; een rekje met reageerbuisjes; drie knijpers; een gasbrander; lucifers; een veiligheidsbril; plastic bekertjes; kunstmelkpoeder, biest en normale koemelk.
Code eindtermen
Algemene en specifieke vaardigheden
LN/K/24-1,2,3,5 LN/K/25-3
Samenwerken Opnoemen Klaarzetten Voorschriften lezen Voorschriften uitvoeren Tabel invullen Voerkaart lezen Met gasbrander werken Vergelijken Rekenen Temperatuur opmeten Wegen Liters afmeten Met garde werken/roeren Beoordelen Veiligheidsvoorschriften noemen/toepassen Conclusies trekken Samenwerking evalueren
Tijd
Tips en bijzonderheden
100 minuten
Een voorraadje biest kan in de diepvries bewaard worden. Dit kan het gemakkelijkst in plastic bekertjes. Sprayfo heeft voerkaarten. Die kunnen telefonisch besteld worden (0570-639969) of via internet (
[email protected]). Er is ook Sprayfo Veulen en Sprayfo voor lammeren. Ook voor jonge kittens is er melkpoeder.
■■■
22
VOEDING
Opdracht 2.9
Vleeskuikens mesten Benodigdheden Voor deze opdracht heb je nodig: – jonge vleeskuikens; – een hok met stroom en verlichting, voer- en watervoorziening; – een warmtestraler of biggenlamp; – het juiste voer voor vleeskuikens; – oude kranten; – een weegschaal/maatbeker; – het Tabellenboek Veevoeding; – een jute zak of een kist om de kuikens in te wegen; – een unster om te wegen; – een rekenmachine; – een computer met Word en Excel; – een printer.
Code eindtermen
Algemene en specifieke vaardigheden
LN/K/2-1,3,4,5,10 LN/K/24-1,2
Overleggen Samenwerken Inrichten Temperatuur regelen in een ruimte Voerschema bepalen Wegen met een unster Voer wegen met een weegschaal Tabel invullen Kengetallen berekenen Rekenmachine gebruiken Werken met Word Werken met Excel Gegevens verwerken Gegevens opzoeken Gegevens vergelijken Mening formuleren
VOEDING
23
■■■
Tijd
Tips en bijzonderheden
De opdracht duurt ongeveer zes weken
Zorg ervoor dat het juiste voer aanwezig is. Bij vleeskuikens verstrek je meestal drie soorten voeders na elkaar, respectievelijk 1 (0-2 weken) 2 en 3. Voer 3 is voer zonder coccidiostaticum dat 5-10 dagen voorafgaand aan de aflevering verstrekt wordt.
Opstarten: 50 minuten
Voor een open dag op school kunt u vleeskuikens bestellen bij een kuikenbroederij of op school vleeskuikeneieren uitbroeden. Informatie over Vee, Vlees en Eieren is te krijgen bij het Productschap. E-mail:
[email protected] of www.pve.nl . Hier is gratis een boekje verkrijgbaar over aantallen bedrijven, kwaliteit, import en export, productie, hygiëne, en het verbruik van de Nederlanders. Ook gegevens over kengetallen staan hierin.
Verwerken gegevens: 100 minuten
U kunt de dieren dagelijks laten wegen. U kunt ook met de leerlingen afspreken dat ze om de dag moeten wegen. De kuikens weeg je in een kist. Vertel de leerlingen dat ze het gewicht van de kist steeds van het gewogen gewicht af moeten trekken. U kunt de kippen ook laten wegen in een jutezak aan een unster (maximaal drie). De unster moet daarbij steeds eerst op nul gezet worden. In deze proefopzet noteren de leerlingen iedere dag hoeveel voer ze de dieren verstrekken. U kunt er ook voor kiezen om pas op het einde te tellen hoeveel zakken met voer de dieren hebben opgegeten. Waarschijnlijk is de voederconversie van de kuikens zeer ongunstig. redenenen daarvoor zijn dat de dieren regelmatig gehanteerd worden, dat het onrustig is in de stal, dat de temperatuur niet altijd even ideaal is en dat er nog wel eens voer vermorst wordt U kunt deze klassikaal nabespreken. Het begrip voederconversie is moeilijk voor leerlingen. Leerlingen kunnen het lastig vinden om de tabel in te vullen. Ieder groepje kan ook een simpel overzicht maken voor het voeren en wegen van de kuikens. Hierna ziet u een voorbeeld van een werkblad. Werkblad ‘Voer en kuikens wegen’ Datum: ......... Let op! De kist weegt ....... gram. Stap Stap Stap Stap Stap Stap ■■■
24
VOEDING
1 2 3 4 5 6
Weeg het restvoer en het morsvoer Strooi vers strooisel Doe vers water in de drinkbak of drinktoren Weeg nieuwe voer af (restvoer, morsvoer en nieuw voer) Weeg de kuikens Tel het aantal kuikens
VOEDING
25
■■■
3
Verzorging
3.1 Opdracht 3.1
Een geit keuringsklaar maken Benodigdheden Voor deze opdracht heb je nodig: – een geitenhalster; – een touw; – een geit; – een pillenschieter; – brokjes; – een haringkaakmesje en duimbescherming; – borstels; – diershampoo; – warm water; – handdoeken; – een meetlat; – een weegschaal.
Code eindtermen
Algemene en specifieke vaardigheden
LN/K/2-1,2,5,6,8,10 LN/K/25-1,2,3,4,5,6,7
Samenwerken Lopen met een dier Dier vangen Dier vastzetten Borstelen Verzorgen Meten Wegen/Gewicht bepalen Leeftijd schatten Gebruiksaanwijzing lezen Wassen Afdrogen Onderdelen benoemen Verschillen waarnemen Afwijkingen constateren Beschrijven Beoordelen
■■■
26
VERZORGING
Tijd
Tips en bijzonderheden
150 minuten
Om deze opdracht te kunnen maken, moeten de leerlingen enige kennis van de geit hebben. Meten en wegen heeft niets met ‘keuringsklaar maken’ te maken. De hoogte en het gewicht van het dier zeggen wel iets over de eisen die voor een ras opgesteld zijn. Het is handig wanneer u korte rasbeschrijvingen van de geit heeft klaarliggen. De eisen in de tabel zijn gesteld voor een witte melkgeit. Voor andere rassen gelden andere eisen. Deze opdracht kunt u niet doen als het koud weer is, tenzij op school een overdekte wasgelegenheid aanwezig is.
Opdracht 3.2
Honden in de klas Benodigdheden Voor deze opdracht heb je nodig: – een (eigen) hond; – een weegschaal; – een maatstok; – een borstel en een kam; – een snuitje; – hondensnoepjes, stukje kaas of vlees; – shampoo; – een emmer met lauw water; – handdoeken en een föhn; – een plek om de hond te wassen; – een bench; – een hondenencyclopedie.
VERZORGING
27
■■■
Code eindtermen
Algemene en specifieke vaardigheden
LN/K/24-2,3,4,5,6
Hanteren Gegevens opzoeken Samenwerken Geslacht bepalen Beoordelen Dier borstelen en kammen Dier optillen Dier onderzoeken Dier pillen Wegen Meten Gebruiksaanwijzing lezen en opvolgen Dier inzepen, wassen, afdrogen en föhnen Opruimen Vergelijken Conclusies trekken Samenwerking evalueren
Tijd
Tips en bijzonderheden
150 minuten
Houd er bij het vormen van tweetallen rekening mee dat een van de leerlingen een hond moet bezitten. Zijn er te weinig hondeneigenaren in de klas, dan kunt u ook drietallen laten vormen. Voor deze opdracht moeten de leerlingen al in een eerder stadium afspraken maken. Wie neemt er een hond mee? Er kunnen alleen maar lieve, gemakkelijke honden meegenomen worden. Een snuitje kunnen de leerlingen ook zelf maken van een zakdoek of een bandje. Tip: Stop het pilletje in de worst of een stukje kaas. Laat het nagelknippen over aan de deskundige.
Opdracht 3.3
Koeien scheren Benodigdheden Voor deze opdracht heb je nodig: – halsters en touwen; – scheerapparaten, mesjes, snoeren, haspels en stroom; – borstels, schroevendraaier en smeerolie voor het apparaat; – een rosborstel en borstels voor de koe; – werkkleding en laarzen of klompen;
■■■
28
VERZORGING
– – –
makke koeien; doeken om stroomkabel en apparaat na afloop schoon te maken; een kruiwagen, een schep en een bezem.
Code eindtermen
Algemene en specifieke vaardigheden
LN/K/1-1 LN/K/2-1,5,6,10 LN/K/25-3,4,5,6,7
Samenwerken Volgorde bepalen Beweringen beoordelen Systematisch werken Veilig werken Scheren Oliën Borstelen Hanteren Vastzetten Bewust om gaan met materialen, middelen en dieren Juiste werkhouding presenteren Opruimen Aanvegen Werk beoordelen Samenwerking beoordelen
Tijd
Tips en bijzonderheden
150 minuten
Voorafgaand aan deze opdracht moeten de leerlingen de opdrachten over het scheerapparaat en het koeien scheren uit klas 3 hebben gehad. Kies voor deze opdracht een bedrijf met makke koeien uit. Koeien op een grupstal zijn het gemakkelijkst te hanteren. Koeien kunnen ook vastgezet worden aan een zelfsluitend voerhek. Dan is er geen halster nodig. Als de leerlingen nog nooit hebben geschoren, geef dan een instructie ‘koeien scheren’. Zorg voor deugdelijk materiaal. De messen van het scheerapparaat moeten scherp zijn. Leerlingen kunnen ieder aan een kant een koe scheren. Ze kunnen ook om de beurt een helft scheren. De ander kan dan helpen met allerlei werkzaamheden (koe gerust stellen, apparaat oliën). Snelle leerlingen kunt u in hun eentje een koe laten scheren.
VERZORGING
29
■■■
Opdracht 3.4
Een pony hanteren en verzorgen Benodigdheden Voor deze opdracht heb je nodig: – het Opzoekboek Dier; – een pony; – een halster of een touw; – een borstelbak met inhoud; – een zadel en hoofdstel; – een maatstok; – een stuk touw of een niet rekbare singel; – brokjes voor het dier.
Code eindtermen
Algemene en specifieke vaardigheden
LN/K/252,3,4,5,6,7
Samenwerken Dagelijkse werkzaamheden benoemen Periodieke werkzaamheden noemen Veiligheidsvoorschriften benoemen Materialen kiezen en benoemen Gebruiksdoel uitleggen Lopen met een dier Hanteren Vastzetten Kammen, uitpluizen en borstelen Meten Rekenen Gewicht schatten Signalement maken Onderdelen benoemen Halster aandoen Hoofdstel aandoen Zadel opleggen Opmaat maken Opstijgen en afstijgen Hoeven krabben Opruimen Afspoelen Werkproces beoordelen
■■■
30
VERZORGING
Tijd
Tips en bijzonderheden
150 minuten
U kunt het beste met een groepje naar een manege gaan. Dan kunnen alle leerlingen gelijktijdig deze opdracht doen. Laat een ervaren leerling met een bange/minder ervaren leerling samenwerken. Zorg dat de dieren mak en braaf zijn. Vertel de leerlingen dat ze heel rustig moeten zijn (niet gillen, niet schreeuwen en geen onverwachte bewegingen maken). Wijs de leerlingen nog een keer op de juiste manier van hanteren. Vertel over het orenspel. Als extra opdracht kunt u ook nog een signalement van het dier laten geven. Als er een stamboekpapier bij het dier is, kan de leerling het signalement controleren.
Opdracht 3.5
De melkmachine Benodigdheden Voor deze opdracht heb je nodig: – een melkmachine; – een los melkstel; – een melkketel; – een kunstuier; – kleurpotloden; – een maatbeker; – een stopwatch of een horloge; – water.
Code eindtermen
Algemene en specifieke vaardigheden
LN/K/23-8 LN/K/25-3,6
Samenwerken Tekeningen lezen Logisch nadenken Tabel invullen Verbanden leggen Onderdelen benoemen Samenvatten Terugblikken Juiste methode noemen Melken met een melkmachine Handmatig melken Begrippen leren Tijd opnemen Opruimen Droogmaken
VERZORGING
31
■■■
Tijd
Tips en bijzonderheden
150 minuten
Op voormalige land- en tuinbouwscholen zijn mobiele melkmachines aanwezig. De ervaring heeft geleerd, dat leerlingen de werking van de melkmachine moeilijk vinden. Begin zeer eenvoudig. Probeer eerst alleen het melkstel en de melkketel uit te leggen. Het is natuurlijk wel heel erg ouderwets, maar het principe blijft hetzelfde. Voor deze opdracht moet u voor een paar kunstuiers zorgen. Er zijn er die het model van een koe hebben. Zet de ‘koe’ op tafel. Hierdoor krijg je een verhoogde koe. Je waant je dan in een melkput. Leerlingen vinden het wedstrijdje melken op de kunstuier vaak erg leuk. Ze krijgen hierdoor ook respect voor de boeren van vroeger die met de hand moesten melken. Soms lukt het om op een veebedrijf in de buurt met de leerlingen te melken. Dat wordt met de huidige wetgeving en regelgeving rondom hygiëne wel steeds moeilijker.
Opdracht 3.6
Touwen, knopen en vlechten Benodigdheden Voor deze opdracht heb je nodig: – ongeveer 3 meter gevlochten nylontouw van 4 mm dik; – ongeveer 3 meter geslagen nylontouw van 8 mm dik; – dun paktouw; – soldeerbout; – stukjes rondhout; – liniaal; – een flink aantal hooi- en strotouwtjes.
■■■
32
VERZORGING
Code eindtermen
Algemene en specifieke vaardigheden
LN/K/25-4
Met touwen werken Juiste omschrijvingen kiezen Knopen maken Vlechten Meten Tabel invullen Tekening lezen Namen leren Halster maken Samenwerken Werkproces beoordelen Samenwerking beoordelen Verworden kennis toepassen
Tijd
Tips en bijzonderheden
150 minuten
U kunt de leerlingen een knopenbord laten maken. Gebruik voor een knopenbord een plankje dik triplex dat groot genoeg is om alle knopen op te bevestigen. Plak om dit triplex plankje een touw van ongeveer 8 mm dik. De knopen kunnen met lijm op het knopenbord te bevestigd worden. Sla daarna koperen spijkertjes op de knopen om de knopen extra stevig te bevestigen. Leerlingen die bekend zijn met zeilen of scouting kennen vaak al veel knopen. Laat ze de andere leerlingen helpen. Het benodigde touw is verkrijgbaar bij jachtwerven of bij winkels voor scheepsbenodigdheden. Ook bij Welkoop winkels zijn touwen verkrijgbaar. Het werkt motiverend om de knopen praktisch toe te passen. Voorbeelden zijn een schaap/geit op de juiste manier een touw omdoen of een schaap/geit/paard met de paardenknoop vastzetten. Als er op school een pony is, kunnen de leerlingen de pony vastzetten met de paardenknoop, vlechtjes maken bij de pony en eventueel de manen invlechten (vlechten maken en dan met een elastiekje vastzetten).
VERZORGING
33
■■■
Opdracht 3.7
Schapen scheren Benodigdheden Voor deze opdracht heb je nodig: – een scheerapparaat; – een haspel voor stroom; – een borstel, olie en een schroevendraaier; – reservemessen; – touwen; – een jute zak; – het Opzoekboek Dier.
Code eindtermen
Algemene en specifieke vaardigheden
LN/K/25-3,4,5,6
Samenwerken Veilig werken Controleren Opzoeken Een schaap vangen Een schaap vasthouden Een scheerapparaat borstelen en oliën Scheren Wol oprollen Ongerechtigheden verwijderen Vragen beantwoorden Werkresultaat beoordelen
■■■
34
VERZORGING
Tijd
Tips en bijzonderheden
150 minuten (liefst een hele ochtend of middag)
Houd in deze opdracht rekening met de reistijd. Soms komen leerlingen zelf met adressen om schapen te scheren. U kunt de leerlingen in het kort uitleggen hoe ze een schaap moeten scheren. U kunt de leerlingen de informatie ook een les eerder al laten opzoeken in het Opzoekboek Dier. Als de leerlingen schapen gaan scheren moeten de schapen de avond tevoren opgehokt worden. Dit is om scheerziekte te voorkomen. U kunt de boer van de schapen vragen om dit te doen. Voor het scheren kunnen dezelfde messen gebruikt worden als voor het scheren van koeien en paarden. Deze messen zijn het veiligst voor onervaren mensen. Schapenmessen zijn wat groffer. Laat alleen ervaren leerlingen scheren met een echte schapenkop op het scheerapparaat. Om het achterstel te scheren kun je het schaap beter plat neerleggen. Je gaat daarbij op je knieën zitten en half boven het hoofd van het schaap hangen met je achterwerk. Wanneer je de andere kant wilt gaan scheren, moet je het dier eerst rechtop neerzetten en dan naar de andere kant neerleggen. Het schaap mag tijdens het scheren niet over der rug gewenteld worden. Dit is om verwentelen te voorkomen. Scheer de schapen altijd op een schone vloer of kleed. Verwijder stro en hooi en mest uit de wol. Bewaar de vachten nooit in plastic zakken. De wol kan daarin gaan zweten en verstikken. Daardoor zal de wol gaan stinken en vervilten. Vachten kun je het beste bewaren in jute zakken.
VERZORGING
35
■■■
4
Voortplanting en fokkerij
4.1 Opdracht 4.1
Voortplanting bij verschillende diersoorten Benodigdheden Voor deze opdracht heb je het Opzoekboek Dier nodig.
Code eindtermen
Algemene en specifieke vaardigheden
LN/K/25-2
Samenwerken Gegevens opzoeken Begrippen verklaren Tabel invullen Puzzel oplossen Verworven kennis toepassen
Tijd
Tips en bijzonderheden
100 minuten
De leerlingen moeten allerlei gegevens opzoeken over de voortplanting van dieren. Dat doen ze in tweetallen. Tweetallen kunnen elkaar helpen als het opzoeken te lang duurt.
Opdracht 4.2
Het geslacht bepalen Benodigdheden Voor deze opdracht heb je nodig: – dieren in het dierenverblijf; – eventueel halsters en touwen; – het Opzoekboek Dier.
■■■
36
VOORTPLANTING EN FOKKERIJ
Code eindtermen
Algemene en specifieke vaardigheden
LN/K/2-10,13 LN/K/25-2,4
Samenwerken Op het oog kijken Geslacht bepalen Tabel invullen Benoemen Overleggen Verschillen constateren Gegevens opzoeken Beschrijven Toetsen Beargumenteren Voorstel schrijven
Tijd
Tips en bijzonderheden
100 minuten
U kunt het hanteren van het dier en het bepalen van het geslacht het beste een keer voordoen. Vooral bij jonge dieren is het moeilijk om het geslacht te bepalen. Bij oudere muizen, ratten, hamsters ete cetera is dat weer makkelijker. Oudere mannelijke dieren hebben meestal flink ontwikkelde balzakken en zijn daardoor herkenbaar. Bij konijnen en cavia’s is het moeilijk om op het oog het geslacht te bepalen. Nader onderzoek is dan nodig. U kunt leerlingen in groepjes verdelen en ze voor een bepaalde diersoort een opdracht voor een fokprogramma geven. Laat de leerlingen een voorstel maken.
Opdracht 4.3
Determinatie van konijnenrassen Benodigdheden Voor deze opdracht heb je nodig: – verschillende konijnenrassen; – een konijnenencyclopedie; – de Konijnenstandaard; – kooien en matjes; – een weegschaal; – een meetlat.
VOORTPLANTING EN FOKKERIJ
37
■■■
Code eindtermen
Algemene en specifieke vaardigheden
LN/K/2-1,10 LN/K/25-1,2,4
Voorkennis activeren Samenwerken Logisch werken Konijnen hanteren Meten Wegen Gegevens opzoeken Verschillen benoemen Determineren Rassen onderscheiden Tabel invullen Vergelijken Vragen beantwoorden Werkproces evalueren
Tijd
Tips en bijzonderheden
100 minuten
Er zijn scholen die deze determinatietabel op de computer hebben staan. U kunt dan een beschrijving van een konijnenras geven uit de Standaard en de leerlingen op de computer laten opzoeken om welk ras het gaat.
Opdracht 4.4
Een legkip of niet? Een vers ei of niet? Benodigdheden Voor deze opdracht heb je nodig: – legkippen; – bakken om de kippen in te houden; – een tray met verschillende afwijkende eieren; – een tray met pasgeraapte, verse eieren; – een maatbeker en zout; – een maatschuifje; – een weegschaal; – verschillende verpakkingen van eieren (scharrelei, maïsei, grasei, granenei); – een eierkoker; – een schouwlamp; – een rekenmachine; – het Opzoekboek Dier.
■■■
38
VOORTPLANTING EN FOKKERIJ
Code eindtermen
Algemene en specifieke vaardigheden
LN/K/2-5,7,10 LN/K/25-1,2,4,5
Samenwerken Op het oog beoordelen Gegevens opzoeken Een kip hanteren Onderdelen benoemen en aanwijzen Geslachtsorganen benoemen Functie benoemen Voelen Oplossing maken Wegen Onderdelen ei benoemen Eieren beoordelen en schouwen Rekenen Vormindex bepalen Gewichtsklassen bepalen Gebruiksaanwijzing lezen Eieren koken Verpakkingen lezen Verschillen constateren Kennis verwoorden Samenwerking beoordelen
Tijd
Tips en bijzonderheden
150 minuten
Deze opdracht vraagt enige voorbereiding. – Zorg voor verschillende soorten eieren uit de winkel. – Haal bij een legkippenhouder een tray met afwijkende eieren en tevens een tray met normale eieren. – Zorg ook voor een doosje met oude eieren. Een oud ei herkent u (na het koken) aan de hele grote luchtkamer. Deze opdracht kunt u uitbreiden door de eieren uit te laten broeden.
Opdracht 4.5
Een ras om mee te fokken Benodigdheden Voor deze opdracht heb je nodig: – een computer met Word en internet; – een printer; – het Opzoekboek Dier; – tijdschriften over het ras van je keuze; – knip- en plakmaterialen; – een snelhechter.
VOORTPLANTING EN FOKKERIJ
39
■■■
Code eindtermen
Algemene en specifieke vaardigheden
LN/K/2-1,2,4,11,13 LN/K/8-11 LN/K/25
Computer gebruiken Word toepassen Internet gebruiken Gegevens opzoeken in boeken Gegevens opzoeken op internet Verslag maken Voorblad ontwerpen/tekenen/kleuren Afbeeldingen zoeken/plakken/invoegen Vragen beantwoorden Tabel invullen Werkproces evalueren
Tijd
Tips en bijzonderheden
150 minuten
Leerlingen mogen zelf uitkiezen over welk dier ze een verslag willen maken. U kunt een cijfer geven voor dit verslag. U kunt het ook een handelingsdeel noemen. Het verslag moet dan voldoende zijn; u geeft dan geen cijfer. De leerlingen kunnen ook het dier aan elkaar presenteren door middel van een korte spreekbeurt. Over alle diersoorten is genoeg te vinden op internet. Verder zijn er allerlei cd-roms verkrijgbaar over diersoorten. Stamboeken van dieren beschikken ook over veel informatiemateriaal. Een goede beschrijving van knaagdieren en konijnen staat in het handboek.
Opdracht 4.6
Een schaap dekklaar maken Benodigdheden Voor deze opdracht heb je nodig: – een schaap; – een pillenschieter, ontwormmiddel en een brokje; – een haringkaakmesje; – een duimbeschermer; – jodium en teer; – een weegschaal; – een wasmiddel tegen ongedierte; – een maatbeker; – een gieter; – een halster en touw; – een dektuig met kleurblokken; – het Opzoekboek Dier; – A4-papier; – teken- en plakmaterialen.
■■■
40
VOORTPLANTING EN FOKKERIJ
Code eindtermen
Algemene en specifieke vaardigheden
LN/K/251,2,3,4,5,7
Samenwerken Opnoemen Opzoeken Vragen beantwoorden Een schaap hanteren Vastzetten Bekijken en benoemen Geslacht bepalen Onderdelen benoemen Conditie bepalen Wegen Leeftijd bepalen Geschiktheid bepalen Gebruiksaanwijzing lezen Dosering bepalen Ontwormen Wassen Beoordelen Dektuig bevestigen Opruimen Vragen controleren Werkproces beoordelen Informatie ordenen Jaarkalender maken
Tijd
Tips en bijzonderheden
150 minuten
De schapen hoeven niet wekelijks ontwormd te worden. Doe het ontwormen met een schapenbrokje. Let erop dat de leerling de pillenschieter op de juiste manier hanteert. Het wassen van een enkel schaap gebeurt meestal met een gieter. Het bevestigen van het dektuig mogen de leerlingen eerst zelf proberen. Bij gebrek aan een ram kan het dektuig ook bij een ooi bevestigd worden. Een schapenhouder verwisselt na 14-16 dagen het kleurblok bij zijn rammen. Een goede volgorde is groen en dan rood en dan blauw. De leerlingen kunnen het kleurblok ook verwisselen.
VOORTPLANTING EN FOKKERIJ
41
■■■
Opdracht 4.7
De geboorte van een dier Benodigdheden Voor deze opdracht heb je nodig: – beeldmateriaal uit de mediatheek over de geboorte van een dier; – apparatuur om af te spelen; – het Opzoekboek Dier; – een computer met internet en Word; – een printer; – (oude) tijdschriften over dieren; – knip- en plakmaterialen; – twee snelhechters.
Code eindtermen
Algemene en specifieke vaardigheden
LN/K/21,2,4,8,10,13 LN/K/23-4,5 LN/K/25-5,7
Video, dvd of cd-rom bekijken Aantekeningen maken Computer gebruiken Word toepassen Internet gebruiken Gegevens opzoeken in boeken Gegevens opzoeken op internet Belang van hygiëne kennen Nazorg van dieren bij de geboorte beschrijven Verslag maken Voorblad ontwerpen/tekenen/kleuren Afbeeldingen zoeken/plakken/invoegen Vragen beantwoorden Tabel invullen Werkresultaat evalueren Werkproces evalueren
Tijd
Tips en bijzonderheden
150minuten
De leerlingen kunnen in plaats van een verslag ook een poster of een muurkrant maken over de geboorte van een dier. Het werkt natuurlijk het beste als de leerlingen een geboorte van een dier kunnen bekijken. Zorg daarom voor een videoband, dvd of cd-rom over geboortes van dieren. Op internet staan van allerlei diersoorten gegevens over de geboorte van jongen.
■■■
42
VOORTPLANTING EN FOKKERIJ
VOORTPLANTING EN FOKKERIJ
43
■■■
5
Gezondheid
5.1 Opdracht 5.1
Gewicht en conditie bepalen Benodigdheden Voor deze opdracht heb je nodig: – een kleine weegschaal; – een grote personenweegschaal; – een meetband/meetlint; – een jute zak met unster; – informatieboeken over honden, paarden en konijnen; – het Opzoekboek Dier.
Code eindtermen
Algemene en specifieke vaardigheden
LN/K/25-2,4,5
Verklaren Samenwerken Gewicht schatten Beoordelen Dieren wegen Hanteren Verschillen berekenen Verschillen verklaren Conditie bepalen Afwijkingen benoemen Conclusies trekken Informatie opzoeken
Tijd
Tips en bijzonderheden
100 minuten
Geen bijzonderheden
Opdracht 5.2
Gezondheidscontrole bij dieren Benodigdheden Voor deze opdracht heb je nodig: – dieren in het dierenverblijf; – een hygrometer/thermometer; – een thermometer voor dieren; – glijmiddel; – een stethoscoop; – een horloge.
■■■
44
GEZONDHEID
Code eindtermen
Algemene en specifieke vaardigheden
LN/K/2-10 LN/K/23-4,5 LN/K/25-2,4,5,6
Samenwerken Mening geven Overleggen Beoordelen Dieren hanteren Kritisch kijken Gezondheid beoordelen Huisvesting beoordelen Samenvatten Beschrijving geven Verbanden noemen Pols opnemen Ademhaling tellen Temperatuur opnemen Thermometer gebruiken Stethoscoop gebruiken
Tijd
Tips en bijzonderheden
150 minuten
De normale waarde van de pols verschilt per diersoort. De reden hiervoor is dat de leeftijd en de grootte van het dier invloed hebben op de pols. Een pony heeft een hogere pols dan een paard. Een jonger dier heeft ook vaak een hogere pols. Bij het opnemen van de pols moet het dier zo rustig mogelijk zijn. Wanneer het dier zich opwindt, gaat de pols omhoog. De ademhaling neem je op door schuin achter het dier te gaan staan en te letten op de beweging van de ribwand. De ademhalingsfrequentie verschilt per diersoort. Hoe kleiner het dier, hoe sneller de ademhaling. Bij het opnemen van de temperatuur moet je rekening houden met de activiteit die het dier doet. Door veel beweging of onrust, stijgt de temperatuur.
Opdracht 5.3
Hygiëne in het dierenverblijf Benodigdheden Voor deze opdracht heb je nodig: – een emmertje Halamid. – een maatbeker; – uitmestspullen; – schoonmaakmaterialen.
GEZONDHEID
45
■■■
Code eindtermen
Algemene en specifieke vaardigheden
LN/K/21,3,5,6,8,10 LN/K/23-5 LN/K/25-4,5,7
Samenwerken Overleggen Veilig werken Hygiënisch werken Gebruiksaanwijzing lezen Veiligheidsvoorschriften lezen Rekenen Dosering bepalen Uitmesten Reinigen Ontsmetten Opruimen Aanvegen Inrichten Werkproces beoordelen Werkresultaat beoordelen
Tijd
Tips en bijzonderheden
100 - 150 minuten
Alle hokken moeten ten minste één keer in het jaar volledig ontsmet worden. De leerling kan één hok uitmesten, reinigen en ontsmetten, maar kan er ook meerdere doen. Halamid is geen schadelijk of dodelijk middel, maar wel een bijtend middel. Laat de leerlingen de veiligheidsvoorschriften goed lezen.
Opdracht 5.4
Parasieten bij hond en kat Benodigdheden Voor deze opdracht heb je nodig: – diverse verpakkingen en gebruiksvoorschriften van ontwormmiddelen voor hond en kat (pillen, pasta’s, gels, tabletten, poeders); – diverse verpakkingen en gebruiksvoorschriften ter bestrijding van vlooien (en teken) voor hond en kat (tabletten, pillen, pasta’s, shampoos, vlooienbandjes, ampullen, sprays en druppels); – een computer met Word; – een printer.
■■■
46
GEZONDHEID
Code eindtermen
Algemene en specifieke vaardigheden
LN/K/1-1,3,6,7 LN/K/7-10 LN/K/8-2,6 LN/K/25-1,2,3,4,5,6,7
Samenwerken Vragen beantwoorden Tabellen invullen Middelen onderscheiden Verschillen aangeven Informatie opzoeken Gebruiksaanwijzingen /etiketten lezen Rekenen Dosering bepalen Keuze bepalen Gewicht dier schatten Overzicht/schema maken Computer gebruiken Periodieke verzorgingswerkzaamheden registreren Eigen werk beoordelen
Tijd
Tips en bijzonderheden
100 minuten
Er zijn veel middelen voor het ontwormen van de dieren en voor het bestrijden en voorkomen van vlooien, mijten en teken. Probeer zo veel mogelijk middelen te verzamelen. U kunt de leerlingen natuurlijk ook verpakkingen van huis laten meenemen. De leerlingen kunnen eventueel informatiemateriaal halen bij de dierenarts. Welk middel zal het beste werken? Hoe duur zijn de middelen? Hoe vaak mag je het toedienen? Welke dieren mag je niet behandelen?
Opdracht 5.5
Parasieten bij schaap en geit Benodigdheden Voor deze opdracht heb je nodig: – diverse verpakkingen en gebruiksvoorschriften van ontwormmiddelen voor schaap en geit (pillen, pasta’s, tabletten, poeders, injectiemiddel); – diverse verpakkingen en gebruiksvoorschriften ter bestrijding van uitwendige parasieten bij schaap en geit (shampoos, injectiemiddel); – halsters; – touwen; – pillenschieters; – brokjes voor schaap en geit; – een grote watergieter; GEZONDHEID
47
■■■
– – – –
wasmiddelen voor de dieren en dierenshampoo; borstels, sponzen en emmers; een overall; laarzen.
Code eindtermen
Algemene en specifieke vaardigheden
LN/K/1-1,3,6,7 LN/K/7-10 LN/K/8-2, 6 LN/K 25-2,3,4,5,6,7
Samenwerken Vragen beantwoorden Onderscheiden Verschillen aangeven Informatie opzoeken Gebruiksaanwijzingen /etiketten lezen Dieren beoordelen Rekenen Juiste dosering bepalen Gewicht schaap /geit schatten Een schaap/geit hanteren Een schaap/geit pillen Een schaap/geit wassen Controleren Verslag doen Overleggen Problemen oplossen Opruimen Samenvatten Werkproces evalueren
Tijd
Tips en bijzonderheden
200 minuten
Er zijn veel middelen voor het ontwormen van de dieren en voor het bestrijden en voorkomen van vlooien, mijten en teken. Probeer zo veel mogelijk middelen te verzamelen. U kunt de leerlingen natuurlijk ook verpakkingen van huis laten meenemen. De leerlingen kunnen eventueel informatiemateriaal halen bij de dierenarts. Welk middel zal het beste werken? Hoe duur zijn de middelen? Hoe vaak mag je het toedienen? Welke dieren mag je niet behandelen? Laat de leerlingen de schapen en geiten pillen met een brokje.
■■■
48
GEZONDHEID
Opdracht 5.6
Een ernstige ziekte Benodigdheden Voor deze opdracht heb je nodig: – boeken over dierziekten; – een computer met internet; – een koe, een varken, een schaap en een kip.
Code eindtermen
Algemene en specifieke vaardigheden
LN/K/2-1,2,4,10 LN/K/25-5,8
Begrip ‘ruimen’ kennen Overleggen Samenwerken Werkzaamheden verdelen Informatie zoeken op internet Informatie zoeken in boeken Gegevens verzamelen Maatregelen noemen Overheidsregels noemen Folder maken Informatie verstrekken Werkresultaat beoordelen Mening geven
Tijd
Tips en bijzonderheden
150 minuten
Een deel van deze opdracht kunt u als huiswerk laten maken. Gegevens over de verschillende ziekten zijn te vinden op de site van het ministerie van LNV, de sites van de gezondheidsdiensten en de site van Landbouwuniversiteit Wageningen. In boeken is ook informatie over deze ziekten te vinden.
GEZONDHEID
49
■■■
Opdracht 5.7
Leven en dood Benodigdheden Voor deze opdracht heb je nodig: – een telefoon; – een telefoonboek; – een computer met internet; – de Gouden Gids; – kladpapier.
Code eindtermen
Algemene en specifieke vaardigheden
LN/K/1-2,4,7,10 LN/L/25-8
Vragen beantwoorden Computer gebruiken Samenwerken Taken verdelen Tabel invullen Informatie opzoeken Vragenlijst maken Informatie ordenen Instanties/personen benaderen Telefoneren/ gesprek voeren Samenvattingen maken Overleggen Conclusie trekken Advies schrijven
Tijd
Tips en bijzonderheden
150 minuten
U kunt de leerlingen zelf de telefoonnummers laten opzoeken van de dierenarts, de Dierenbescherming, veehouders/varkenshouders, manegehouders/paardenhouders, de gemeente, de provincie, het ministerie en de Gezondheidsdienst voor dieren. Een klein kadaver breng je naar de dierenarts. Voor een groot kadaver schrijf je het UBN, de gebruikersnaam en het wachtwoord op een papier. Bij dieren met een oormerk schrijf je ook de identificatiecode op. Laat de leerlingen op internet zoeken met een zoekprogramma naar kadaverafvoer.
■■■
50
GEZONDHEID