Examen VMBO-KB
2010 gedurende 200 minuten
landbouw en natuurlijke omgeving dierhouderij en -verzorging productiedieren CSPE KB Het examen landbouw en natuurlijke omgeving CSPE KB bestaat uit twee deelexamens waarvan dit er één is.
Naam kandidaat _______________________________
Kandidaatnummer ______________
Bij dit examen horen digitale bestanden.
Dit examen bestaat uit 14 opdrachten. Voor dit examen zijn maximaal 90 punten te behalen. Voor elk opdrachtnummer staat hoeveel punten met een goede uitvoering behaald kunnen worden.
PK-0941-b-10-1-o
Tijdens dit praktijkexamen voer je een aantal opdrachten uit. Deze opdrachten zijn: − een minitoets maken − een vervoersplan opstellen − een rantsoen berekenen − een afrastering maken − de tochtigheid van een koe controleren − een kalf beoordelen − een minitoets maken
Onderdeel A
minitoets
tijdsduur 15 minuten 12p
1
Maak de minitoets bij opdracht 1.
Onderdeel B
bijzonder transport dieren
tijdsduur 40 minuten Lees dit onderdeel eerst helemaal door. Voor dit onderdeel heb je de bestanden start_Europa.htm en start_evp nodig.
Een Russische melkveehouder heeft vijf dragende vaarzen aangekocht in Nederland. Deze dieren moeten met een vrachtwagen van Didam naar hun nieuwe eigenaar in Volgograd (Rusland), een reis van meer dan vijftig uren. Aan jou de taak om dit transport te plannen, van het startpunt tot de aankomst in Rusland. Bij dit transport horen documenten. Die ga je met behulp van de websites invullen en klaarmaken voor transport.
PK-0941-b-10-1-o
2
lees verder ►►►
14p
2
Het voorbereiden van het vervoer Kijk op de website van EVP (Export Verzamel Plaats). Beantwoord de volgende vragen over het voorbereiden van het transport van de vijf vaarzen. Ga naar de administratie van de Export Verzamel Plaats en toets de toegangscode 6801mg in. − Wat zijn de namen van de vijf vaarzen die op transport gaan? ....................................................................................................................... ....................................................................................................................... .......................................................................................................................
Voordat een dier geëxporteerd kan worden naar Rusland, moet duidelijk zijn dat het dier gezond is en geen besmettelijke ziektes heeft. Om die reden moet het dier 21 dagen in quarantaine staan. −
Wat betekent 'in quarantaine staan'?
....................................................................................................................... ....................................................................................................................... −
Noem een besmettelijke ziekte die een vaars mee zou kunnen nemen naar Rusland.
.......................................................................................................................
Deze vijf vaarzen zijn deel van een groter transport naar Rusland. De vrachtwagen is volgeladen met vaarzen die naar verschillende adressen in Rusland gaan.
Kijk op de website van de Europese Unie en ga naar voedselveiligheid. − De vrachtwagen heeft één keer 20 m 2 en één keer 25 m 2 vloeroppervlakte vrij om te beladen met vee. Hoeveel vaarzen kunnen er in één rit mee naar Rusland? Schrijf de berekening op. ....................................................................................................................... ....................................................................................................................... .......................................................................................................................
PK-0941-b-10-1-o
3
lees verder ►►►
Op weg naar Rusland moet gestopt worden om de vaarzen te drenken en te voederen. − Hoe lang mogen de vaarzen maximaal achter elkaar vervoerd worden? ....................................................................................................................... Bij een vervoer dat langer duurt dan acht uur worden eisen gesteld aan het wegvervoermiddel (de vrachtwagen). − Noem één eis die dan geldt. ....................................................................................................................... ....................................................................................................................... Chauffeurs van vrachtwagens mogen maar een bepaalde tijd achter elkaar rijden. Er zijn verplichte rij- en rusttijden. − Na hoeveel uur rijden moet een chauffeur drie kwartier pauze houden? ....................................................................................................................... De chauffeur mag afwijken van deze rij- en rusttijden om een geschikte stopplaats te vinden. − Noem een voorwaarde waaraan de chauffeur moet voldoen om af te mogen wijken. ....................................................................................................................... .......................................................................................................................
Bij het transporteren van de vaarzen moeten twee documenten zeker aanwezig zijn: een vervoersdocument en een journaal. Hierin staan alle gegevens van de vaarzen, zoals waar ze vandaan komen, waar ze naartoe gaan. − − −
PK-0941-b-10-1-o
Print deze twee documenten uit. Schrijf je naam bovenaan de documenten. Vul de ontbrekende gegevens volledig in na het maken van opdracht 3. Maak gebruik van de gegevens op de websites.
4
lees verder ►►►
4p
3
Het maken van een reisschema Maak met behulp van de gegevens op de EVP-website een reisschema voor de reis van de vaarzen. Op de website is een kaart van Europa te zien. Hierop zijn de rustplaatsen van de reis van Didam (Nederland) naar Volgograd (Rusland) aangegeven. Als je op de witte rondjes klikt, krijg je de rustplaatsen te zien en enkele andere gegevens over de reis. De chauffeur vertrekt op maandagmiddag 10 mei 2010 om 12.30 uur uit Didam. Wanneer en hoe laat is hij dan op de eindbestemming in Rusland? Je hoeft in dit schema geen rekening te houden met het tijdsverschil. Vul onderstaand reisschema verder in.
vertrekplaats
tijdstip
dag
aankomstplaats
tijdstip
dag
Didam
12.30 uur
maandag
Wroclaw
………uur
maandag
Wroclaw
09.00 uur
………………
L'viv
20.30 uur
………………
L'viv
………uur
woensdag
Kiev
17.15 uur
………………
Kiev
02.15 uur
………………
Lugansk
………uur
donderdag
Lugansk
23.00 uur
………………
Volgograd
………uur
………………
Een paar weken daarvoor was de chauffeur ook naar Volgograd gereden met een lading vaarzen. Hij deed er toen wat langer over. Hij vertrok toen uit Didam op maandag 22 maart 2010 om 11.00 uur Nederlandse tijd en kwam toen op vrijdag 27 maart 2010 om 12.00 uur Russische tijd in Volgograd aan. Het is in Volgograd 2 uur later dan in Nederland. Houdt daar rekening mee. − Reken uit hoeveel uur de vaarzen onderweg waren. ....................................................................................................................... ....................................................................................................................... ....................................................................................................................... −
PK-0941-b-10-1-o
Lever de ingevulde documenten in bij de examinator.
5
lees verder ►►►
Onderdeel C
voeding koe
tijdsduur 40 minuten Lees dit onderdeel eerst helemaal door. Voor dit onderdeel heb je nodig: − twee ruwvoeders − een weegschaal − een krachtvoeder en het etiket hiervan 7p
4
De voederwaarde van het rantsoen bepalen Je gaat de voederwaarde van het rantsoen van een melkkoe bepalen. De twee ruwvoeder die de melkkoe dagelijks krijgt, liggen klaar. − Schrijf de namen van de twee ruwvoeders hieronder op. ruwvoeder 1: ................................................................................................... ruwvoeder 2: ................................................................................................... −
Weeg de ruwvoeders en schrijf het gewicht hieronder op. Rond af op hele kilo's.
ruwvoeder 1: …………………………. kg ruwvoeder 2: …………………………. kg tabel gegevens van vier ruwvoeders, samenstelling in g/kg ruwvoeder kuilgras hooi snijmaïs gras
−
DS PR DS PR DS PR DS PR
samenstelling in g/kg DS VEM SW 1000 830 2,8 400 332 1,1 1000 800 3,5 830 664 2,9 1000 909 1,7 250 227 0,4 1000 875 1,6 180 158 0,3
Bereken met behulp van bovenstaande tabel hoeveel VEM de koe in totaal opneemt uit de ruwvoeders. Schrijf de berekening op.
....................................................................................................................... .......................................................................................................................
PK-0941-b-10-1-o
6
lees verder ►►►
−
Vraag aan de examinator hoeveel melk de koe per dag produceert.
De koe produceert ………………… kg per dag. Je mag er vanuit gaan dat de koe 650 kg weegt en dat de melk 4% vet bevat. tabel normen voor de voederbehoefte per dag van melkvee bij stalvoedering, lichaamsgewicht 650 kg % vet kg melk 10 12 14 16 18 20 22 24 26 28 30 −
3,50 VEM
9460 10300 11140 11990 12850 13710 14580 15450 16330 17210 18090
3,75 DVE
560 650 750 840 940 1040 1140 1240 1340 1440 1550
VEM
4,00 DVE
9630 10500 11390 12280 13170 14070 14970 15880 16800 17720 18640
580 680 780 880 980 1090 1190 1300 1410 1520 1630
VEM
9800 10710 11630 12550 13480 14420 15360 16310 17260 18220 19180
4,25 DVE
600 710 810 920 1020 1130 1240 1360 1470 1590 1700
VEM
DVE
9970 10910 11870 12830 13790 14760 15740 16730 17720 18720 19720
620 730 840 950 1060 1180 1290 1410 1530 1650 1770
Hoeveel VEM heeft de koe per dag nodig?
....................................................................................................................... −
Hoeveel VEM komt de koe nog te kort per dag? Schrijf de berekening op.
....................................................................................................................... Bekijk het etiket van het krachtvoeder. −
Je moet het rantsoen van de koe aanvullen met krachtvoeder zodat de koe voldoende VEM krijgt. Hoeveel kg krachtvoeder heeft de koe nodig? Schrijf de berekening op en rond af op één decimaal.
....................................................................................................................... ....................................................................................................................... − −
PK-0941-b-10-1-o
Weeg deze hoeveelheid krachtvoeder af. Laat dit controleren door de examinator.
7
lees verder ►►►
8p
5
De structuurwaarde van het rantsoen bepalen Je hebt het stalvoeder-rantsoen voor een koe bepaald. Nu ga je kijken of de koe met dit rantsoen voldoende structuur krijgt. − Vul de hoeveelheden voeder in die de koe krijgt, de DS-gehaltes en de structuurwaarden (SW) in de onderstaande tabel in. − Bereken daarna de ontbrekende gegevens en vul deze ook in.
hoeveelheid (kg)
voersoort
DS (g) (hoeveelheid x DS-gehalte product)
DS-gehalte product (g/kg)
SW
hoeveelheid structuur (g) (DS x SW)
ruwvoeder 1 ruwvoeder 2 krachtvoeder totaal
0,1 xxxxxxxxxxx
xxxxxxxxxxxx
xxxxxxx
Berekening gemiddelde structuurwaarde rantsoen: totale hoeveelheid structuur in grammen : totale hoeveelheid DS in grammen −
Wat is de gemiddelde structuurwaarde van het rantsoen? Schrijf de berekening op.
....................................................................................................................... ....................................................................................................................... De gemiddelde structuurwaarde van het rantsoen moet boven de 1,2 liggen. −
Omcirkel of het rantsoen aan deze structuurwaarde voldoet.
Het rantsoen voldoet
PK-0941-b-10-1-o
wel
/
8
niet
aan de structuurwaarde.
lees verder ►►►
Onderdeel D
afrasteren weiland
tijdsduur 40 minuten Lees dit onderdeel eerst helemaal door. Voor dit onderdeel heb je nodig: − een leeg A4-tje − een grondboor − handgereedschap − 3 weidepalen − touw / gladdraad − krammen − schrikdraadkoord − isolatoren − een meetlint 3p
6
Het inventariseren van onderhoudswerkzaamheden De examinator wijst je een perceel grasland aan. − − − − −
PK-0941-b-10-1-o
Maak een schets van het perceel. Geef aan waar de in- en/of uitgang(en) zit(ten). Loop nu de perceelrand langs en geef op de schets aan waar onderhoud aan de afrastering nodig is. Schrijf erbij welke werkzaamheden bij dat onderhoud nodig zijn. Lever de schets in bij de examinator.
9
lees verder ►►►
8p
7
Het maken van een afrastering − Maak een stuk afrastering volgens onderstaande tekening en foto’s. detail 1
detail 2
1,0 m
3m
detail 1 gemaakt met touw
detail 2 gemaakt met schrikdraadkoord
detail 1 gemaakt met gladdraad
PK-0941-b-10-1-o
10
lees verder ►►►
Onderdeel E
controleren tochtigheid koe
tijdsduur 25 minuten Lees dit onderdeel eerst helemaal door. Voor dit onderdeel heb je nodig: − een rundveestal met koeien − een vruchtbaarheidsziektekaart of uitdraai attentielijst − een horloge, stopwatch of klok 1p
8
Het invullen van het stroomschema − Lees onderstaande tekst goed door. Bij de dagelijkse tochtigheidscontrole op een melkveebedrijf is het van belang dat je zorgvuldig te werk gaat. − Kies rustige momenten uit als je gaat observeren. Je ziet dan het beste het 'afwijkende' gedrag, dat kan wijzen op tochtigheid. − Je krijgt van de examinator het I&R nummer van een koe. Kijk op de vruchtbaarheidsziektekaart (of uitdraai attentielijst) of het een attentiekoe is. Dit zijn koeien die ongeveer 3 of ongeveer 6 weken geleden zijn gedekt of geïnsemineerd. De vruchtbaarheidscyclus van de koe is namelijk ongeveer 3 weken. Is een koe niet drachtig geworden dan zal ze dus ongeveer 3 weken na dekking of inseminatie weer tochtig worden. Voor de zekerheid controleer je ook op 6 weken na dekking of inseminatie. Ook koeien die langer dan 6 weken geleden hebben afgekalfd moet je dagelijks controleren op mogelijke tochtigheid. Dit is van belang om te weten of een koe gezond is en om te zorgen dat de koe weer op tijd drachtig wordt. − Bij het observeren van een koe of meerdere koeien moet je de tijd nemen, minstens vijf minuten. − Let op alle symptomen van tochtigheid als je gaat observeren.
PK-0941-b-10-1-o
11
lees verder ►►►
−
De examinator geeft je de datum van het bedrijfsbezoek aan de rundveestal. Omcirkel deze datum in onderstaande kalender. Kalender 2010
januari week m d w d v z z
53
1
februari
maart
2
3
4
5
6
7
8
9
10 11 12 13
11 12 13 14 15 16 17
18 19 20 21 22 23 24
25 26 27 28 29 30 31
1 2 3 4 5 6 7
8 9 10 11 12 13 14
15 16 17 18 19 20 21
22 23 24 25 26 27 28
1 2 3 4 5 6 7
8 9 10 11 12 13 14
week m d w d v z z
13 14 15 16
17
17 18 19 20 21
19 20 21 22 23 24 25
26 27 28 29 30
week m d w d v z z
26 27 28 29
30
4 5 6 7 1 8 2 9 3 10
april
1 2 3 4
5 6 7 8 9 10 11
12 13 14 15 16 17 18
mei
1 2
juli
PK-0941-b-10-1-o
1 2 3 4
5 6 7 8 9 10 11
12 13 14 15 16 17 18
3 4 5 6 7 8 9
10 11 12 13 14 15 16
17 18 19 20 21 22 23
24 25 26 27 28 29 30
30 31 32 33 34
26 27 28 29 30 31 1
2 3 4 5 6 7 8
12
9 10 11 12 13 14 15
22 29 23 30 24 31 25 26 27 28
juni 22
16 17 18 19 20 21 22
23 24 25 26 27 28 29
22 23 24 25 26
31 1 2 3 4 5 6
augustus 19 20 21 22 23 24 25
15 16 17 18 19 20 21
7 8 9 10 11 12 13
14 15 16 17 18 19 20
21 28 22 29 23 30 24 25 26 27
september 35
35 36 37 38 39
30 31 1 2 3 4 5
6 7 8 9 10 11 12
13 14 15 16 17 18 19
20 21 22 23 24 25 26
27 28 29 30
lees verder ►►►
Zoek in de kalender de datum van 6 weken vóór het bedrijfsbezoek. Vul deze datum in op de stippellijn bij A en C in onderstaand stroomschema. Zoek in de kalender de datum van 3 weken vóór het bedrijfsbezoek. Vul deze datum in op de stippellijn bij B in het stroomschema.
− −
stroomschema Heeft de koe gekalfd voor: ………………..……………(A) ?
↓
nee
→ nee
ja
Ligt de inseminatiedatum rond:
→
………………………………(B) ?
ja
↓
Deze koe controleren op tochtigheid.
nee
Ligt de inseminatiedatum rond:
→
………………………………(C) ?
ja
↓
Het is voor deze koe nog te vroeg om tochtig te zijn.
ja
Is de koe al geïnsemineerd / gedekt?
↓
→
nee
Deze koe behoeft nu geen controle.
PK-0941-b-10-1-o
13
lees verder ►►►
3p
9
Het observeren van vier koeien Vraag de examinator om de I&R-nummers van vier koeien en vul het hieronder in. Ga na of de koeien op tochtigheid gecontroleerd moeten worden. Gebruik hierbij de vruchtbaarheidsziektekaart (of uitdraai attentielijst) en het stroomschema. Als een koe gecontroleerd moet worden, observeer de koe dan minimaal vijf minuten. Kruis hieronder het resultaat aan en schrijf de reden (omdat) op.
I&R-nummer koe 1:
koe 2:
koe 3:
koe 4:
PK-0941-b-10-1-o
resultaat
□ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □
omdat
hoeft niet gecontroleerd te worden zeker tochtig bijna tochtig niet tochtig hoeft niet gecontroleerd te worden zeker tochtig bijna tochtig niet tochtig hoeft niet gecontroleerd te worden zeker tochtig bijna tochtig niet tochtig hoeft niet gecontroleerd te worden zeker tochtig bijna tochtig niet tochtig
14
lees verder ►►►
Onderdeel F
controleren kalf
tijdsduur 25 minuten Lees dit onderdeel eerst helemaal door. Voor dit onderdeel heb je nodig: − een stal met kalf − een plastic zak − bedrijfsgegevens 3p
10
Het voorbereiden van een gezondheidscontrole Het is belangrijk de gezondheid van een kalf dat nog melk krijgt op de juiste manier te controleren. In het schema op de volgende pagina staan vijf lichaamsdelen of -functies die je gaat bekijken bij de gezondheidscontrole van een kalf. Schrijf bij ieder lichaamsdeel of -functie telkens twee beoordelingen op waar je op moet letten als je dit lichaamsdeel of deze lichaamsfunctie controleert.
PK-0941-b-10-1-o
15
lees verder ►►►
Er zijn hieronder 12 beoordelingen gegeven. Zet deze beoordelingen op de meest juiste plaats in het schema. Twee beoordelingen zijn niet goed en blijven over. Bij de ontlasting is één beoordeling al ingevuld. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
niet verdikt / wel verdikt buikslag te zien / buikslag niet te zien donkerbruine kleur / geen donkerbruine kleur attent (niet sloom) / niet attent (sloom) wel helder / niet helder regelmatig / onregelmatig navelstreng aanwezig / navelstreng niet aanwezig waterig of te hard / smeuïg goede zuigreflex / geen goede zuigreflex wel traanstreep / geen traanstreep droog / nat wel schone anus en vulva / geen schone anus en vulva
Vul onderstaand schema helemaal in. lichaamsdeel of -functie ogen
controleren / beoordelen op 1. ………………………………………………………………………….. 2. …………………………………………………………………………..
ademhaling
1. ………………………………………………………………………….. 2. …………………………………………………………………………..
navel
1. ………………………………………………………………………….. 2. …………………………………………………………………………..
ontlasting
1. wel schone anus en vulva / geen schone anus en vulva 2. …………………………………………………………………………..
activiteit
1. ………………………………………………………………………….. 2. …………………………………………………………………………..
Laat je schema controleren door de examinator.
PK-0941-b-10-1-o
16
lees verder ►►►
4p
11
Het controleren van een kalf De examinator vertelt welk kalf je moet gaan bekijken. Let op de veiligheid van jezelf en van het kalf. −
Controleer de gezondheid van het kalf aan de hand van onderstaande tabel. Gebruik hierbij de gegevens van opdracht 10.
lichaamsdeel of -functie
resultaat controleren / beoordelen
ogen
ademhaling
navel
ontlasting
activiteit
2p
12
Het beantwoorden van twee vragen − Heeft het kalf volgens de punten waarop jij hebt gecontroleerd een goede gezondheid? Waarom wel of waarom niet? ....................................................................................................................... ....................................................................................................................... ....................................................................................................................... −
Schrijf nog een controlepunt op die niet hierboven in het schema staat maar die je bent tegengekomen en die wel met de gezondheid van het kalf te maken heeft.
....................................................................................................................... ....................................................................................................................... .......................................................................................................................
PK-0941-b-10-1-o
17
lees verder ►►►
3p
13
Het nemen van een mestmonster Lees onderstaande tekst goed door. Als de Gezondheidsdienst voor Dieren een mestmonster van een kalf gaat beoordelen moet dit mestmonster vers zijn en niet verontreinigd. Ga daarom als volgt te werk bij het nemen van een mestmonster: − Neem een schone plastic zak van voldoende lengte. − Doe de zak om je hand en arm. − Zoek in de stal van het kalf naar verse mest. − Pak nu met je hand in de plastic zak een handvol van deze mest. Zorg ervoor dat je zo min mogelijk stro en dergelijke meepakt. − Stroop nu de zak van je arm. Tegelijkertijd draai je de zak binnenstebuiten. De mest zit nu in de zak. − Wrijf zo veel mogelijk lucht uit de zak en leg er een knoop in.
−
Neem nu op deze manier een mestmonster van het kalf.
Laat het mestmonster controleren door de examinator. Van de examinator krijg je de bedrijfsgegevens. − Vul op onderstaand etiket alle gegevens in.
naam bedrijf:
......................................................................................
UBN-nummer bedrijf: ...................................................................................... levensnummer kalf:
.......................................................................................
leeftijd kalf:
.......................................................................................
datum monstername : ...................................................................................... naam monsternemer: .......................................................................................
Onderdeel G
minitoets
tijdsduur 15 minuten 18p
14
Maak de minitoets bij opdracht 14.
PK-0941-b-10-1-o PK-0941-b-10-1-o*
18
lees verdereinde ►►►