landbouw en natuurlijke omgeving 2015 dierhouderij en -verzorging gezelschapsdieren CSPE BB instructie voor de examinator In deze instructie vindt u richtlijnen en aandachtspunten bij de geheimhouding, de voorbereiding, de afname en de herkansing van het cspe. De paragrafen 1 tot en met 5 bevatten algemene informatie, die ook van toepassing is op cspe’s van andere vakken. Vakspecifieke informatie treft u aan in de overige paragrafen. De mededelingen over de cspe’s van 2015 (Septembermededeling op www.examenblad.nl) bevatten nadere informatie over dit cspe.
1 Geheimhouding cspe 1
2
3
4 5
6
Veel scholen hebben een protocol voor de afname van het cspe. In dit protocol staat dat de examinatoren tekenen voor de ontvangst van de examendocumenten van het cspe en verklaren alle zorgvuldigheid in acht te zullen nemen om te voorkomen dat de geheimhouding van de examendocumenten wordt geschonden. De examinator en de tweede examinator stellen in onderling overleg de score voor het centraal examen vast. In het protocol staat dat de eerste en tweede examinator verklaren dat zij de beoordeling in overeenstemming met het correctievoorschrift hebben verricht. Op www.vo-raad.nl en www.aocraad.nl staat een goed voorbeeld van een protocol. Alle examendocumenten (papier en digitaal) zijn geheim. Bewaar ze in een kluis op school. Neem ze niet mee naar huis. Voer de voorbereidingen van het examen uit in een ruimte waar geen leerlingen aanwezig zijn. Reik examendocumenten aan het begin van iedere zitting uit aan de kandidaten en neem ze na iedere zitting in. Tenzij anders vermeld in de instructie voor de examinator hebben kandidaten buiten de zittingen om geen inzage in de examendocumenten. Houd het correctievoorschrift en de instructie voor de examinator voor de kandidaten geheim. Examendocumenten zijn na afloop van de examenperiode pas openbaar. Hetzelfde geldt voor de producten die door de kandidaten in het kader van het cspe gemaakt worden. Deze kunnen pas na afloop van de examenperiode tentoongesteld of meegegeven worden. Pas eind juni is de examenperiode afgelopen (zie het examenrooster voor het tweede tijdvak op www.examenblad.nl). Tot die tijd kunnen er nog kandidaten geëxamineerd worden en is geheimhouding noodzakelijk. Eventuele foto- of filmopnamen van de afname mogen alleen gemaakt worden door bij de afname betrokken examenfunctionarissen die door de directeur zijn aangewezen. Tenzij een opname een onderdeel is van een praktische opdracht mogen ook kandidaten dus geen opnamen maken. Eventuele gemaakte opnamen mogen niet toegankelijk gemaakt worden zolang er (op andere scholen) nog kandidaten geëxamineerd kunnen worden. Tot eind juni is publicatie van cspemateriaal via bijvoorbeeld de website van de school of YouTube dus niet toegestaan.
PB-0951-b-15-1-i
1
lees verder ►►►
7
8
9
Minitoetsen in MiniTester Als u met MiniTester werkt geldt: Van de minitoetsen zijn varianten aanwezig. Alle kandidaten die gelijktijdig aan onderdeel X werken, kunt u dezelfde variant laten maken, mits de kandidaten niet bij elkaar kunnen kijken. Kandidaten die later zijn ingeroosterd, geeft u een andere variant van de minitoets. Zo waarborgt u de geheimhouding. Minitoetsen in Facet De varianten van de minitoetsen worden door Facet zelf toegewezen. Kandidaten die gelijktijdig aan onderdeel X werken, kunt u in dezelfde afnameplanning zetten. Als de kandidaten niet bij elkaar op het scherm kunnen kijken, kunt u ervoor kiezen om elke kandidaat dezelfde variant te laten maken. In de overige gevallen kiest u ervoor om twee varianten in de afnameplanning op te nemen. Voor kandidaten die later zijn ingeroosterd, maakt u een nieuwe afnameplanning. Zo waarborgt u de geheimhouding. Op de laatste bladzijde van deze instructie voor de examinator staat vermeld welke informatie over de inhoud van het examen vooraf verstrekt mag worden aan de kandidaten. Meer inhoudelijke informatie geven is niet toegestaan. Deze bladzijde behandelt u als een examendocument (zie punt 2). U reikt een kopie van deze bladzijde uit in de laatste lesweek die aan de afname van het cspe voorafgaat. Dit examendocument is dus alleen ter inzage voor de kandidaten. Na inzage neemt u deze bladzijde weer in. Het is niet geoorloofd om de opdrachten van tevoren met de kandidaten te oefenen.
2 Voorbereiding cspe 1
2
3
4 5 6
Om het cspe voor te kunnen bereiden, ontvangt de school in februari zending A van de cspe’s. Zending A bevat in tweevoud alle papieren examendocumenten inclusief de instructie voor de examinator. Het correctievoorschrift behoort niet tot deze zending. In deze examendocumenten is de informatie die niet nodig is voor de voorbereiding van het cspe met grijze vlekken bedekt. Zending B van maart bevat de papieren examendocumenten in kandidaataantallen. Met inachtneming van de geheimhouding mag u vijf werkdagen voorafgaand aan de start van de afname op uw school, de examendocumenten van zending B gebruiken om voorbereid te zijn op de afname van het cspe (bijvoorbeeld door zelf voorafgaand aan de afname, het cspe te maken). Het cspe kent de onderdelen A, B, C, …. Uw school bepaalt per onderdeel, hoeveel kandidaten gelijktijdig geëxamineerd worden. Paragraaf 6 bevat aanbevelingen hiervoor. Laat de opdrachten uitvoeren zoals ze in de examenopdrachten zijn gesteld. Het is niet toegestaan opdrachten aan te passen, te vervangen of over te slaan. Zorg ervoor dat de school voldoet aan de eisen met betrekking tot veiligheid, hygiëne en milieu. Controleer voor aanvang van het examen of per kandidaat alle benodigde materialen, grondstoffen, gereedschappen en/of hulpmiddelen aanwezig zijn.
PB-0951-b-15-1-i
2
lees verder ►►►
7
8
9
Van elk onderdeel van het cspe is de richttijd aangegeven. Zie paragraaf 6 overzicht opdrachten. In de Septembermededeling staat in ‘de richtlijnen examentijd cspe’ nadere informatie hierover (zie de Septembermededeling op www.examenblad.nl). In een cspe kunnen opdrachten voorkomen waarbij het werktempo beoordeeld wordt. Let erop dat u tijdens deze opdrachten per kandidaat de tijd exact bijhoudt. Cito heeft een helpdesk ingericht voor technische vragen over computergebruik in het cspe. Informatie over de bereikbaarheid van deze helpdesk kunt u vinden op http://ictexamenhelpdesk.cito.nl Met (vakinhoudelijke) vragen of opmerkingen over het cspe kunt u terecht bij het Examenloket (www.examenloket.nl - zie de Septembermededeling op www.examenblad.nl).
3 Afname cspe 1
2
3
4
5 6
Iedere kandidaat werkt individueel aan de opdrachten van het examen. Tenzij anders vermeld in de examendocumenten is overleg en samenwerking met anderen niet toegestaan. De opdrachten moeten in de aangegeven volgorde gemaakt worden. Om organisatorische redenen kan eventueel van de aangegeven volgorde worden afgeweken. Per onderdeel van het cspe zijn richttijden aangegeven. De richttijden gaan uit van een werktempo dat de kandidaat aan moet kunnen. Overschrijding van de richttijd en de reden hiervoor kunnen in het protocol vermeld worden (zie de Septembermededeling op www.examenblad.nl). Hulp aan kandidaten door de examinator of anderen tijdens het cspe is niet toegestaan, tenzij anders vermeld in het vakspecifieke deel van deze instructie of in het correctievoorschrift. Deel de kandidaten vooraf mee dat u hen tijdens het examen niet kunt helpen. Het is niet toegestaan om bij de beoordeling af te wijken van het correctievoorschrift. Stuur de WOLF-scores in van de eerste afname van de kandidaten, dus vóór een eventuele herkansing.
4 Herkansing cspe 1 2
3
Herkansing kan pas plaatsvinden nadat het gehele cspe is afgelegd. Herkansen van het cspe betekent dat de kandidaat het cspe geheel, of onderdelen daarvan, opnieuw aflegt. Tijdens een eventuele herkansing demonstreert een kandidaat zijn kennis en vaardigheden door dezelfde praktische opdrachten van het cspe nogmaals uit te voeren. BB- en KB-kandidaten kunnen het cspe herkansen en daarnaast mogen zij het centraal examen van één algemeen vak herkansen. GL-kandidaten mogen slechts één centraal examen herkansen, dat wil zeggen óf het cspe GL óf het centraal examen van één algemeen vak. Met de herkansing van het cspe GL kan derhalve pas gestart worden als de uitslag van het eerste tijdvak is vastgesteld.
PB-0951-b-15-1-i
3
lees verder ►►►
4
5
6
De kandidaat maakt in de herkansing een andere variant van dezelfde minitoets dan tijdens de eerste afname. Van de onderdelen van het cspe, waarvan meer varianten voorhanden zijn, maakt de kandidaat eveneens een andere variant dan tijdens de eerste afname. Van de onderdelen, die in de herkansing worden afgelegd, komen alle scores in de plaats van de scores die de kandidaat tijdens de eerste afname heeft behaald. Wat niet mag, is dat per onderdeel de hoogste score wordt genomen. Van de onderdelen die niet worden herkanst, blijft de score staan. Het kan voorkomen dat een kandidaat, na een weinig succesvolle herkansing, achteraf meedeelt dat hij liever andere onderdelen had willen herkansen. Het verdient daarom aanbeveling dat de school voorafgaand aan de herkansing de keuze van de te herkansen onderdelen in overleg met de kandidaat en diens ouders/wettelijke vertegenwoordigers vastlegt in een overeenkomst. Voor aanvullende informatie zie de Septembermededeling op Examenblad.nl.
5 ICT-gebruik en dvd met bestanden 1
2 3
4
5
6
De digitale bestanden die nodig zijn voor het cspe, worden in maart op dvd aan de secretaris van het eindexamen van uw school gezonden. Een handleiding voor het ICT-gebruik bij het cspe wordt tegelijkertijd met de digitale bestanden aan uw examensecretaris gestuurd. In de handleiding staan onderstaande aandachtspunten voor ICT-gebruik. Overleg vooraf met de ICT-coördinator / systeembeheerder van uw school over de afname van de cspe-onderdelen waarbij de computer wordt gebruikt. Houd per groep één reservecomputer beschikbaar, en bij grotere groepen één reservecomputer per tien kandidaten. In de examenzaal dienen één of meer printers aanwezig te zijn. Het is in het belang van de kandidaat dat de systeembeheerder de back-upfunctionaliteiten zo instelt dat bij uitval van de computer zo weinig mogelijk examenwerk verloren gaat. Daarnaast wordt aanbevolen dat de examinator / surveillant tijdens de afname op de hoogte is van de locatie van de back-upbestanden. De digitale bestanden voor de praktische opdrachten dienen voor de kandidaten beschikbaar gemaakt te worden op, dvd’s, USB-sticks of op een veilige plaats op de centrale server. De kandidaten moeten een duidelijke instructie krijgen waar de bestanden te vinden zijn en waar de eigen bestanden opgeslagen moeten worden. Op de USB-stick wordt de naam van de kandidaat en het kandidaatnummer vermeld. De opdracht is veelal zo geformuleerd dat de kandidaat het door hem bewerkte bestand opslaat onder een andere, eigen bestandsnaam. Dit maakt het mogelijk dat de kandidaat terugkeert naar het originele bestand, als er iets verkeerd mocht gaan. Wanneer er meer zittingen zijn waarbij de computer gebruikt wordt, gebruikt de kandidaat bij elke zitting in principe dezelfde USB-stick. Wanneer een volgende zitting op een andere dag of dagdeel plaatsvindt, wordt de USB-stick ingenomen. Laat de school de bestanden in een netwerkomgeving opslaan, dan zorgt men ervoor dat de toegang tot die bestanden buiten de examentijd geblokkeerd is.
PB-0951-b-15-1-i
4
lees verder ►►►
7
8
In een volgende zitting mag de kandidaat geen veranderingen aanbrengen in examenbestanden die in een eerdere zitting zijn gemaakt. Na elke opdracht of examenonderdeel maakt de kandidaat tijdens het examen een afdruk op papier die wordt ingeleverd, tenzij anders wordt aangegeven. Deze afdruk is een “beveiliging” tegen het later aanpassen van bestanden. Na afsluiting van het examenonderdeel worden afdrukken op papier niet meer in ontvangst genomen. Het toetsprogramma voor de digitale minitoetsen moet vooraf in overleg met de ICT-coördinator / systeembeheerder zijn geïnstalleerd en gecontroleerd.
6 Overzicht opdrachten ONDERDEEL A 1
minitoets
variant a, b, c, d
2
praktijkopdracht
ICT-gebruik: Media Player met bestand
ONDERDEEL B
richttijd: 100 minuten
3
praktijkopdracht
4
praktijkopdracht
5
praktijkopdracht
uitwerkbijlage
6
praktijkopdracht
uitwerkbijlage
7
praktijkopdracht
8
praktijkopdracht
uitwerkbijlage
9
praktijkopdracht
uitwerkbijlage
ONDERDEEL C 10
praktijkopdracht
11
praktijkopdracht
12
praktijkopdracht
ONDERDEEL D
akg*
richttijd: 50 minuten
6 6 6 6
richttijd: 50 minuten bijlage
6 6
richttijd: 50 minuten
13-14 praktijkopdrachten 15
*
minitoets
6 variant a, b, c, d
akg = aantal kandidaten gelijktijdig. Toetstechnisch advies over het aantal kandidaten dat bij deze praktijkopdracht gelijktijdig beoordeeld kan worden.
PB-0951-b-15-1-i
5
lees verder ►►►
7 Vakspecifieke aanbevelingen met betrekking tot de organisatie Algemene aanbevelingen Offline gebruik WOLF tijdens praktijkafname Het is mogelijk om tijdens de afname van het cspe de beoordelingen van de kandidaten direct te verwerken in het programma WOLF. U kunt WOLF installeren op bijvoorbeeld een laptop en deze meenemen naar de praktijkruimte of buitenlocatie. Voor het invoeren van de scores in WOLF is het namelijk niet noodzakelijk om over een internetverbinding te beschikken. Voor een bijbehorende handleiding zie http://wolf.cito.nl ICT Bij dit examen hoort het volgende bestand: bestand
opdracht
diergedrag.mpg
2
Om het filmpje te kunnen bekijken is een Media Player nodig.
Aanbevelingen per onderdeel Let u erop dat er gedurende het gehele examen geen instructies worden gegeven! Bij opdracht 11 en opdracht 13 moeten de kandidaten een beoordeling uitvoeren. Zorgt u ervoor dat u voorafgaande aan deze opdrachten noteert wat u voor een beoordeling zou geven. Op deze manier kunt u de resultaten van de kandidaten goed vergelijken en beoordelen. Daarnaast moeten de kandidaten bij onderdeel B het geslacht van een gerbil en bij onderdeel C het geslacht van twee konijnen bepalen. Zorgt u ervoor dat u deze van tevoren zelf bepaalt. Onderdeel B In dit onderdeel observeren de kandidaten twee keer gedurende 7 minuten een gerbil. Iedere kandidaat heeft de beschikking over een (doorzichtige) bak en twee gerbils. Deze twee gerbils zitten nog in een apart bakje. Zorgt u ervoor dat de twee gerbils goed van elkaar te onderscheiden zijn. Het is mogelijk twee verschillende kleuren gerbils te gebruiken of één van de gerbils te merken. U vertelt de kandidaat welke gerbil de kandidaat moet observeren. Zorgt u ervoor dat de gerbils elkaar al kennen. Eerst observeren de kandidaten de 'gemerkte' gerbil in hun eigen bak met een laagje bodemmateriaal van 2 cm, een bakje met voer en een bakje met water. Dit bodemmateriaal moet minder geschikt zijn voor gerbils, bijvoorbeeld houtvezel, hennepvezel of beukensnippers. In ieder geval geen zand! Tijdens de observatie kijken de kandidaten gedurende 7 minuten om de 15 seconden wat de 'gemerkte' gerbil op dat moment doet. Het is aan te raden om een aantal kandidaten tegelijk hiermee te laten beginnen. U geeft dan om de 15 seconden een seintje als de kandidaten moeten kijken. Denkt u eraan dat u de gerbils even aan de bak laat wennen voordat de kandidaten beginnen met de observatie.
PB-0951-b-15-1-i
6
lees verder ►►►
Daarna verrijken de kandidaten hun eigen bak met materialen. De twee gerbils worden even in een apart bakje gezet. Voor de verrijking kunt u klaarzetten: verschillende soorten bodembedekking: zand, potgrond, schelpenzand, grind, houtvezel, hennepvezel, hooi, stro en gedroogde bladeren. klimmateriaal en huisjes, dicht looprad en een open looprad, wc-rolletjes, pvc-pijp, stenen enzovoort. voerbakjes van plastic en steen of metaal, bakje voor zandbad, drinkbakjes, drinkflesjes enzovoort. Na de verrijking zetten de kandidaten hun gerbils weer terug in de verrijkte bak en wachten tot alle kandidaten klaar zijn. Denkt u er hierbij weer aan dat u de gerbils weer even aan de bak laat wennen. Daarna observeren de kandidaten hun eigen 'gemerkte' gerbil nogmaals in hun eigen verrijkte bak. U geeft dan net zoals bij de vorige observatie om de 15 seconden een seintje als de kandidaten moeten kijken. Onderdeel C Voor dit onderdeel moet een keuze gemaakt worden uit de rassen die in de bijlage zijn genoemd. Controleer van tevoren of u bij het juiste ras uitkomt als u gebruikmaakt van de rassen op school. Stel dat de konijnen eigenlijk te zwaar zijn, dan kunt u de kandidaten van tevoren zeggen dat ze bij het wegen van het konijn bijvoorbeeld een halve kilo af moeten trekken van het gewicht alvorens ze gaan determineren. Bij opdracht 10 worden de kandidaten ook op werktempo beoordeeld. De startsituatie dient voor alle kandidaten gelijk te zijn. Zorgt u er daarom voor dat iedere kandidaat een rolmaat/lineaal en een weegschaal tot zijn beschikking heeft. De benodigde materialen dienen dicht bij de werkplek te staan. In het correctievoorschrift noteert u de begintijd en de eindtijd zodat u kunt uitrekenen wat de werkelijk bestede tijd is. Als de konijnen geen oornummers hebben, maakt u een keuze uit de volgende oornummers: 3MH-523 4OQ-418 4RM-201 4GB-316 4KH-809 5RR-130 Deze oornummers vermeldt u op het hok van het konijn. De kandidaten kunnen de oormerken gebruiken voor opdracht 11. Bij de beoordeling die de kandidaat zichzelf geeft bij opdracht 12, kunt u gebruikmaken van uw beoordelingen bij de aspecten 10c, 11a en 11b.
PB-0951-b-15-1-i
7
lees verder ►►►
Onderdeel D In dit onderdeel moeten de kandidaten de kwaliteit van drie hooimonsters beoordelen. Zorgt u voor een hooimonster van goede kwaliteit voor paarden, een stoffig hooimonster en een hooimonster met schimmel. Doe de hooimonsters bij voorkeur in doorzichtige (diepvries) plasticzakjes. Als er te veel stof in het monster zit zal dit zichtbaar zijn in het zakje. Hetzelfde geldt voor zand en/of schimmel. De kandidaten kunnen ruiken, voelen en kijken in het zakje en dan het beste hooimonster kiezen. Zet op de plasticzakjes met een watervaste stift de nummers 1, 2 en 3. De kandidaten kunnen de juiste gegevens dan in het opdrachtenboekje zetten. Als laatste moeten de kandidaten een hoeveelheid merriebrok (1,5 kg) voor de ochtend afwegen. De kandidaten moeten deze hoeveelheid zelf uitrekenen dus zorgt u ervoor dat er voldoende brok aanwezig is.
8 Materialen, gereedschappen en hulpmiddelen Algemeen Voor eventuele ICT-benodigdheden zie paragraaf 7.
Overzicht per onderdeel Onderdeel B twee gerbils een klein bakje voor de twee gerbils een doorzichtige bak 2 cm bodemmateriaal een bakje met voer een bakje met water een horloge, stopwatch of klok inrichtingsmaterialen voor een gerbilverblijf Onderdeel C twee raskonijnen een rolmaat/lineaal of speciale lineaal om de oorlengte te meten een weegschaal Onderdeel D drie doorzichtige zakjes met hooimonsters een watervaste stift een weegschaal merriebrok
PB-0951-b-15-1-i
8
lees verder ►►►
landbouw en natuurlijke omgeving 2015 dierhouderij en -verzorging gezelschapsdieren CSPE BB algemene informatie voor de kandidaat Wat ga je doen? Je gaat met behulp van een filmpje het gedrag van dieren bekijken. Je hanteert en observeert een gerbil in een kaal verblijf, daarna ga je dit verblijf verrijken waarna je nogmaals deze gerbil observeert in het verrijkte verblijf. Je verwerkt je waarnemingen. Daarna ga je van twee konijnen het ras bepalen en bekijk je of deze konijnen voldoende gezond zijn om aan het fokprogramma mee te kunnen doen. Als laatste ga je het ruwvoer voor paarden beoordelen en bepaal je het rantsoen van een merrie. Vooraf en achteraf maak je een minitoets. Overzicht van de opdrachten Onderdeel A
minitoets gedrag dieren bekijken vraag beantwoorden
Onderdeel B
gerbil hanteren en observeren waarnemingen verwerken verblijf gerbils inrichten gerbil nogmaals observeren waarnemingen verwerken
Onderdeel C
twee konijnen determineren geschikte konijnen op gezondheid selecteren eigen werk beoordelen
Onderdeel D
ruwvoer beoordelen rantsoen merrie bepalen brok afwegen minitoets
Je wordt bij bepaalde opdrachten ook beoordeeld op beroepsvaardigheden zoals veilig werken. Wanneer je deze informatie hebt gelezen, lever je het blad weer in bij je docent.
PB-0951-b-15-1-i
9
lees verder ►►► einde