Uitvoeringsprogramma 2014 Team Toezicht en Handhaving Sector Waterbeheer
team Toezicht en Handhaving Vastgesteld door het college van Dijkgraaf en Hoogheemraden op 29 april 2014.
definitieve versie, d.d. 29-04-2014
Voorwoord Voor u ligt het Uitvoeringsprogramma 2014 van het team Toezicht en Handhaving, gericht op het stimuleren van de naleving van de geldende wet- en regelgeving door middel van het instrument toezicht en handhaving. Dit programma geeft een overzicht van de geplande activiteiten voor 2014 en bevat tevens een doorkijk naar de komende jaren tot 2017. De gestelde doelen en prioriteiten zijn gebaseerd op de ervaringen van voorgaande jaren. De realisatie van de activiteiten in 2014 vindt plaats op een risicogeoriënteerde werkwijze. Dit uitvoeringsprogramma is gebaseerd op de Probleemanalyse Integrale Handhaving die op 27 oktober 2009 door het college van Delfland is vastgesteld. In 2013 is een geactualiseerde risicoanalyse opgesteld. Deze wordt begin 2014 bestuurlijk vastgesteld. Als de behandeling in het college daar aanleiding toe geeft, zal de prioritering in dit programma worden aangepast. De activiteiten die risicovol, bestuurlijk en/of maatschappelijk belangrijk zijn, krijgen de meeste prioriteit. Deze prioritering bepaalt naast de actuele situatie de verdeling van de beschikbare personele capaciteit. In 2013 is een nieuwe Toezicht- en Handhavingsstrategie Delfland ‘Toezicht en Handhaving met effect’ bestuurlijk vastgesteld. Het programma voldoet daarmee aan de eisen die worden gesteld in het Besluit omgevingsrecht (Bor). De Meerjarendoorkijk 2015- 2017 van het team, dat als apart hoofdstuk is toegevoegd, geeft inzicht in de prioriteiten en de uitvoering van de handhavingstaken voor die periode. Per jaar wordt deze doorkijk geëvalueerd en eventueel bijgesteld. Het geeft jaarlijks de actuele werkvoorraad weer en de keuzes die zijn gemaakt op het gebied van het al dan niet uitvoeren van de werkzaamheden. B.M. van Egmond Teamleider Toezicht en Handhaving
Uitvoeringsprogramma 2014 team Toezicht en Handhaving
2
definitieve versie, d.d. 29-04-2014
Inhoud 1. Beleidsdoelen en taken Toezicht en Handhaving ........................................................... 4 1.1 Missie en visie ..................................................................................................... 4 1.2 Relatie met (programma)begroting/jaarplan 2014. ................................................... 4 1.3 Prestatie-indicatoren ............................................................................................ 5 1.4 Wettelijk kader .................................................................................................... 6 2. Uitvoeringsprogramma 2014 ...................................................................................... 7 2.1 Concernsturing Delfland ........................................................................................ 7 2.2 Programma T&H................................................................................................... 7 2.2.1
Projecten T&H........................................................................................... 8
2.2.2
Regulier werk T&H..................................................................................... 8
2.2.3
Beleid en instrumenten T&H ....................................................................... 8
2.2.4
Nautisch en vaarwegbeheer ........................................................................ 8
2.3
Uitwerking belangrijkste activiteiten ................................................................... 9
2.4
Overige activiteiten ........................................................................................ 16
2.5
Verankering Bestuurlijke prestatie-indicatoren .................................................. 17
3. Team Toezicht en Handhaving .................................................................................. 18 3.1
Sector Waterbeheer ....................................................................................... 18
3.2
Team Toezicht en Handhaving ......................................................................... 18
3.3
Inzet capaciteit en middelen handhaving .......................................................... 20
3.4
Actualiseren werkprocessen en protocollen ....................................................... 20
3.5
I&A ondersteuning van het werkproces ............................................................ 20
3.7
Buitengewoon Opsporings Ambtenaren (BOA’s) ................................................. 21
3.8
Bereikbaarheid buiten kantooruren .................................................................. 21
3.9
Overige middelen .......................................................................................... 21
4. Monitoring en resultaten .......................................................................................... 22 4.1
Doelstellingen activiteiten ............................................................................... 22
5. Doorkijk naar 2015 en volgende jaren ....................................................................... 24
Uitvoeringsprogramma 2014 team Toezicht en Handhaving
3
definitieve versie, d.d. 29-04-2014
1. Beleidsdoelen en taken Toezicht en Handhaving In dit hoofdstuk zetten we onze missie en visie op het gebied van handhaving uiteen, inclusief de verschillende hoofddoelen en prestatie-indicatoren. 1.1 Missie en visie In 2013 is de nieuwe Toezicht- en Handhavingstrategie ‘Toezicht en Handhaving met effect’ door het bestuur van Delfland vastgesteld. Hierin staat onze missie en visie op het gebied van handhaving. De missie luidt als volgt: Wij zijn een flexibel, betrokken en omgevingsgericht team dat deskundig, zakelijk en professioneel het naleefgedrag van derden verbetert en daarmee een belangrijke bijdrage levert aan de primaire doelstellingen van Delfland. Delfland wil actief zorgen dat gebruikers van het watersysteem de regels zo goed mogelijk naleven. Met een efficiënte en effectieve inzet van wet- en regelgeving en communicatie draagt toezicht bij aan de realisatie van een duurzaam watersysteem. We werken met een realistisch en duidelijk uitvoeringsprogramma. In lijn met deze missie streeft Delfland er naar dat onze doelgroepen zich spontaan aan de regels houden. Om dit voor elkaar te krijgen, lichten we onze doelgroepen goed en tijdig voor. Dit betekent dat er veel aandacht wordt besteed aan preventie en communicatie zodat doelgroepen de wet- en regelgeving kennen om overtredingen zoveel mogelijk te voorkomen. Daarnaast investeren we in een goede samenwerking met onze doelgroepen en andere overheidsinstanties. Onze visie hierop is als volgt: “Toezicht en Handhaving met effect”. Door de instrumenten van toezicht en handhaving creatief en situationeel toe te passen zetten wij in op een maximaal effect op de bescherming en verbetering van het watersysteem in de breedste zin. Wij durven risico’s te nemen en benutten voor een maximaal rendement de grenzen van onze mogelijkheden. Dit bereiken wij door actief samen te werken met onze collega’s, partners en de omgeving. Wij zijn flexibel door te anticiperen op veranderingen in de omgeving, wet- en regelgeving en de organisatie. 1.2 Relatie met (programma)begroting/jaarplan 2014. Het team Toezicht en Handhaving levert een integrale bijdrage aan de realisatie van de primaire doelstellingen van Delfland. Ten behoeve van de P&C-cyclus/financiële verantwoording wordt jaarlijks een “Jaarplan” opgesteld; dit is ook voor 2014 gebeurd. In dit jaarplan is aangegeven welke activiteiten worden ondernomen om de afgesproken resultaten te realiseren. Vanwege het hoge abstractieniveau is naast het jaarplan ook dit uitvoeringsprogramma opgesteld waarmee inzicht wordt gegeven in de meer concrete handhavingsdoelen en de wijze waarop deze worden gerealiseerd. Dit uitvoeringsprogramma is dus een invulling van enerzijds het in de programmabegroting opgenomen onderdeel E Instrumenten en anderzijds een nadere uitwerking van de programmalijn E2 ‘Regulering en Toezicht’ uit het jaarplan. Alle middelen inclusief de financiële zijn geborgd in het jaarplan/begroting. De werkzaamheden i.c. de activiteiten die het team Toezicht en Handhaving uitvoert, zijn in dit uitvoeringsprogramma beschreven. Door de realisatie van de activiteiten van het team Toezicht en Handhaving wordt primair een bijdrage geleverd aan de inhoudelijke programma’s A t/m D, te weten Schoon water, Voldoende water, Stevige dijken en Gezuiverd afvalwater.
Uitvoeringsprogramma 2014 team Toezicht en Handhaving
4
definitieve versie, d.d. 29-04-2014
1.3 Prestatie-indicatoren Voor de resultaten van het team Toezicht en Handhaving zijn vanuit de programmabegroting 2014 Instrumenten bestuurlijke prestatie-indicatoren geformuleerd. De bestuurlijke prestatie-indicatoren (PI’s) zijn de volgende. 1. Effectiviteit van de handhaving wordt gemeten op basis van de prioritering van de meest risicovolle activiteiten voor het watersysteem. Dit worden speerpuntcontroles/activiteiten genoemd. Doelstelling: 90% van de geplande speerpuntcontroles/activiteiten* zijn uitgevoerd. * verder uitgewerkt in paragraaf 2.5
2. Vaarwegenverordening Delfland vastgesteld. Doelstelling: vaststelling 2014.** ** “streefwaarde” is afhankelijk van besluit Provincie Zuid-Holland
Naast de bestuurlijke prestatie-indicatoren zijn voor de projecten en diverse andere werkzaamheden die het team uitvoert, de gewenste resultaten en bijbehorende (ambtelijke) prestatie-indicatoren beschreven in paragraaf 4.1. Kortheidshalve wordt hiernaar verwezen.
Uitvoeringsprogramma 2014 team Toezicht en Handhaving
5
definitieve versie, d.d. 29-04-2014
1.4 Wettelijk kader Als team Toezicht en Handhaving houden we toezicht op verschillende activiteiten die van invloed zijn op het watersysteem. Tevens houden we ook toezicht op het onttrekken van grondwater en op alle activiteiten op waterkeringen. Met andere woorden; er wordt toezicht gehouden op zowel inrichtingsgebonden als omgevingsgebonden activiteiten. Uitgangspunt is wel dat Delfland bevoegd gezag is en/of bevoegdheden heeft. Waar nodig worden conform de door het bestuur vastgesteld Toezicht- en Handhavingstrategie handhavingsinstrumentaria ingezet om ongewenste (illegale) situaties te beëindigen. Delfland heeft deze bevoegdheid op basis van onder andere de volgende wet- en regelgeving: • Waterwet • Activiteitenbesluit • Besluit lozingen buiten inrichtingen • Besluit bodemkwaliteit • Besluit lozing afvalwater huishoudens • Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden • Scheepvaartverkeerswet (Binnenvaartpolitiereglement BPR) • Wrakkenwet • Delflands Keur 2010. Conform de afspraken met de Regionale Belasting Groep (RBG) voert het team Toezicht en Handhaving ook beperkte controlewerkzaamheden in het kader van de aanslagregeling zuiveringsheffing/watersysteemheffing uit. Waar mogelijk combineren we dit met handhavingcontroles.
Uitvoeringsprogramma 2014 team Toezicht en Handhaving
6
definitieve versie, d.d. 29-04-2014
2. Uitvoeringsprogramma 2014 Dit uitvoeringsprogramma is gebaseerd op de uitkomsten van de in 2009 opgestelde ‘Probleemanalyse Integrale handhaving’ –toezicht waterkwaliteit, waterkwantiteit en grondwater, waterkering en scheepvaart- . De ‘hoogst scorende’ activiteiten waarop het toezicht houden als belangrijk werd gekwalificeerd, waren • directe lozingen vanuit de glastuinbouw • het aanbrengen van en onderhoud aan peilregulerende objecten • de grote, tijdelijke en vaste onttrekkingen en infiltraties • het plaatsen/bouwen van werken in de primaire kering of veendijken • te snel varen op het water. Op basis hiervan en de bestuurlijke- en omgevingswensen zijn de prioriteiten en de uitvoering van de handhavingstaken voor het jaar 2014 bepaald. In 2013 is een geactualiseerde risicoanalyse opgesteld. Deze wordt begin 2014 bestuurlijk vastgesteld. Als de behandeling in het college daar aanleiding toe geeft, zal de prioritering in dit programma worden aangepast. Het uiteindelijke hoofddoel van het programma is een effectieve handhaving en een efficiënte inzet van de beschikbare uren en middelen. Onder andere het toezicht en de (integrale) handhaving moeten leiden tot het bevorderen van het naleefgedrag. Maar uiteraard dragen ook goede communicatie, voorlichting en het nemen van eigen verantwoordelijkheid hieraan bij. In 2014 zal hieraan wederom aandacht besteed aan blijven worden. Door de handhavingresultaten, in het te implementeren zaaksysteem, goed te registreren, wordt het beter mogelijk deze resultaten te monitoren. Hierbij is het team wel afhankelijk van een adequaat functionerend zaak- en registratiesysteem. 2.1 Concernsturing Delfland Delfland werkt vanuit de in het Waterbeheerplan 2010-2015 genoemde taakvelden; dit wordt gedaan met behulp van concernsturing. Met deze sturing wordt invulling gegeven aan meer dwarsverbanden tussen sectoren onderling en doelen te stellen per kerntaak; dit door het benoemen van doel- en resultaatverantwoordelijken. Voor de volgende taakvelden zijn door Delfland doelstellingen geformuleerd: • Schoon Water; • Voldoende Water; • Stevige Dijken en • Gezuiverd Afvalwater. 2.2 Programma T&H Naast de uitvoering aan de wettelijke taken levert het team Toezicht en Handhaving aan de taakvelden van Delfland een bijdrage die zijn uitwerking heeft in de volgende sterblokken1: • blok nr. 100132: Projecten T&H; • blok nr. 100017: Regulier werk T&H; • blok nr. 100019: Beleid en instrumenten T&H; • blok nr. 100153: Nautisch en vaarwegbeheer. Met de invoering van zaakgericht werken/zaaktypen en de afstemming met de collegawaterschappen (VTH-West) is het waarschijnlijk noodzakelijk deze verdeling aan te passen. Vanwege de relatie met de P&C-cyclus heeft het de voorkeur om dit, indien mogelijk, per 1 januari 2015 door te voeren.
1
Zijn de nummers in het jaarplan 2014 & GIDS.
Uitvoeringsprogramma 2014 team Toezicht en Handhaving
7
definitieve versie, d.d. 29-04-2014
In de volgende tabellen wordt een overzicht gegeven van de inzet (het ingeschatte aantal uren) per activiteit. 2.2.1
Projecten T&H
Tabel 1 Projecten T&H
2
Nr.
Activiteit
P1 P2 P3 P4 P5 P6 P7 P8 P9 P10 P11 P12
(Periodiek) Integraal toezicht Glastuinbouw Spoorzone Delft Gebiedsgerichte monitoring en handhaving Niet waterkerende objecten Schouw (incl. ontwikkeling) Surveillance / Arendsoog A4 DS Start/stopmeldingen Rotterdamse Baan Bochtafsnijding Schie Top 10 bedrijven/activiteiten Luchtsurveillance Totaal
Aantal uur 6.100 1.000 1.300 1.500 1.600 1.700 1.300 200 100 120 350 100 16.320
Bijdrage aan taakveld Schoon Water Voldoende Water Schoon Water
Stevige Dijken Voldoende Water Integraal Voldoende Water Integraal Voldoende water Stevige Dijken Schoon Water Integraal
Dit is het primaire taakveld maar toezicht vindt integraal over alle taakvelden plaats.
2.2.2
Regulier werk T&H
Tabel 2 Regulier werk T&H
Nr.
Activiteit
R1 R2 R3
Incidentbehandeling Heffingen Controles waterdossiers (verleende vergunning/meldingen)
R4 R5
Bijdrage diensten andere teams Crisisbeheersing / preventie
Aantal uur
Totaal 2.2.3
2.700 450 7.800 500 500 11.950
Beleid en instrumenten T&H
Tabel 3 Beleid en instrumenten T&H
Nr.
Activiteit
B1 B2 B3 B4 B5 B6
Bijdrage aan beleid Kwaliteitszorg Advies aan organisatie/bestuur Implementatie beleid en wetgeving Externe overleggen + samenwerking Communicatie
B7 B8 B9
Team-/organisatieontwikkeling Management en coördinatie Overige organisatorische activiteiten (OR/PV/BHV/beheer middelen) Totaal
2.2.4
Aantal uur 800 500 80 500 500 300 500 2.580 1.180 7.260
Nautisch en vaarwegbeheer
Tabel 4 Nautisch en vaarwegbeheer
Nr.
Activiteit
N1 N2
Nautisch toezicht (vaartoezicht) Nautisch- en vaarwegbeheer (beleidsmatig)
Aantal uur 600 350 Totaal
Uitvoeringsprogramma 2014 team Toezicht en Handhaving
8
950
2
definitieve versie, d.d. 29-04-2014
2.3
Uitwerking belangrijkste activiteiten
Voor het toezicht op alle activiteiten die het watersysteem beïnvloeden is in 2013 een vernieuwde risicoanalyse opgesteld en wordt begin 2014 ter vaststelling aan het bestuur aangeboden. Om dit uitvoeringsprogramma van team Toezicht en Handhaving op te stellen wordt zoals eerder vermeld gebruik gemaakt van de probleemanalyse integrale handhaving uit 2009 en de ervaringen van de voorgaande jaren. De activiteiten die risicovol, bestuurlijk en/of maatschappelijk belangrijk zijn, krijgen de meeste prioriteit. Naast het reguliere toezicht op activiteiten naar aanleiding van afgegeven vergunningen en geaccepteerde meldingen zijn vooralsnog de hieronder beschreven activiteiten als prioritair geprogrammeerd. Als de behandeling in het college daar aanleiding toe geeft, zal de prioritering in dit programma worden aangepast. Projectmatige activiteiten P1: Integraal (periodiek) toezicht glastuinbouw Het project “Integraal (periodiek) toezicht glastuinbouw” omvat verschillende glastuinbouw gerelateerde toezichtsprojecten, alsmede het reguliere toezicht. Hieronder worden kort de toezichtsactiviteiten omschreven die onder dit project vallen. Toezichtsplan glastuinbouw In de huidige regelgeving zijn verschillende doelstellingen opgenomen, waaronder de “nagenoeg nullozing in 2027”. In 2014 wordt een toezichtsplan afgerond waarin de doelstellingen en de wijze waarop het toezicht binnen de glastuinbouwsector, gericht op het bereiken van deze nullozing, staat beschreven omschreven. UO-Jaarrapportage Om adequaat toezicht te kunnen houden op de emissienormen is het van belang dat de rapportageverplichting wordt nageleefd. Tuinbouwbedrijven dienen voor 1 mei een rapportage met emissiegegevens van het voorgaande jaar in te dienen. Op dit moment is de naleving hiervan kwantitatief en kwalitatief onvoldoende. Om op een gelijke wijze hiermee om te gaan hebben een aantal grotere waterschappen gezamenlijk (Delfland, Brabantse Delta, Rijnland, Peel en Maasvallei) een stappenplan opgesteld en afgesproken op deze wijze te gaan werken. Begin 2014 zal de focus in het toezicht komen te liggen op het “binnen halen” van de jaarrapportages. In de tweede helft van het jaar zal in samenwerking met de andere waterschappen een handreiking worden opgesteld om de kwaliteit van de rapportage te verbeteren. Ondergrondse hemelwateropslag Om te voorzien in de behoefte van goed gietwater beschikken circa 26 glastuinbouwbedrijven over een voorziening om hemelwater in de bodem te infiltreren met als doel dit in een later stadium weer te kunnen ontrekken voor gebruik als gietwater. De betreffende bedrijven hadden veelal een tijdelijke vergunning van de provincie en deze zijn in 2013 verlopen. Inmiddels zijn nieuwe vergunningen verstrekt, waarin een norm is opgenomen voor de hoeveelheid gewasbeschermingsmiddelen in het geïnfiltreerde water. Om meer inzicht te krijgen en naleving van de vergunningen te stimuleren worden deze bedrijven in 2014 minimaal 1 keer bezocht voor een vergunningcontrole en minimaal 2 keer bezocht voor bemonstering en analyse van het geïnfiltreerde water. Op deze wijze worden meer gegevens verzameld, zodat getoetst kan worden aan de normen. Zorgplicht grondteelten Vanuit de landelijke werkgroep is een checklist opgesteld om de (mogelijke) oorzaak voor het hoge verbruik van stikstof en fosfor bij grondgebonden teelten te achterhalen. Het gebruik van de checklist bevindt zich nog in een pilot-fase. Een aantal projectmedewerkers doet hiermee ervaring op. Vanuit Delfland zijn een tweetal toezichthouders aangesloten bij de landelijke werkgroep. Voor 2014 worden minimaal 10 bedrijven conform deze methodiek gecontroleerd.
Uitvoeringsprogramma 2014 team Toezicht en Handhaving
9
definitieve versie, d.d. 29-04-2014
Regulier toezicht (Handhaving emissienorm) Het reguliere toezicht voor dit onderwerp wordt in 2014 met name gericht op bedrijven met een emissie boven de vastgestelde norm. Op basis van de ingediende emissieregistratie worden bedrijven geselecteerd. Van de gerapporteerde bedrijven zaten 33 bedrijven boven de emissienorm en 38 bedrijven boven de norm van 2015. Dit betreft naast potplanten, voornamelijk tomaat- en paprikateelten. De bedrijven worden bezocht en “begeleid”. Hierbij wordt uitgegaan van één volledige controle en erna ieder kwartaal een bezoek. Controles n.a.v. resultaten gebiedsgericht meten en handhaven In het project gebiedsgericht meten en handhaven vindt in “achterblijvende polders” intensieve waterkwaliteitsmonitoring plaats. Deze gegevens worden naast bedrijfsgegevens gelegd, met als doel inzicht te krijgen in bedrijfsgebonden lozingen en deze uiteindelijk op te sporen. De toezichtsuren voor de benodigde bedrijfsbezoeken worden onder het project “regulier toezicht glastuinbouw” ondergebracht. Samenwerking met gemeente-omgevingsdiensten De bestaande samenwerkingsprojecten (vernieuwend toezicht-gecoördineerd toezicht) worden voortgezet. Schatting is dat dit circa 100 controles betreft. P2: Project spoorzone Delft Het huidige spoorwegtraject door Delft wordt vervangen door een ondergrondse spoortunnel met station. Grondwater speelt een belangrijke rol in dit ondergrondse bouwproject. Bij de bouw van de Spoortunnel moet daarom rekening gehouden met de specifieke situatie van bodem en grondwater in Delft. Daarnaast wordt het traject gekruist door diverse boezemwatergangen en waterkeringen. Ook hiervoor zijn diverse vergunningen afgegeven en zullen nog vergunningen afgegeven worden. Delfland houdt op basis van een vastgesteld toezichtsplan gestructureerd toezicht op de watergerelateerde werkzaamheden van dit project. 2014 zal vooral in het teken staan van continuering van deze toezichtswerkzaamheden en de daarbij behorende afstemming met mede-overheden. P3: Gebiedsgerichte monitoring en handhaving In dit project wordt onderzoek gedaan naar de mogelijkheden van het door middel van een “taskforce-achtige” wijze van werken aanpakken van waterkwaliteitsknelpunten. Werkwijze In minimaal vijf polders met relatief veel glastuinbouw wordt maandelijks de waterkwaliteit gemonitord op nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen. Deze polders zijn geselecteerd op basis van relatief hoge concentraties gewasbeschermingsmiddelen en nutriënten in het oppervlaktewater. In 2013 zijn drie polders nauwgezet onderzocht en gecontroleerd ten einde vervuilers op te sporen en niet toegestane lozingen te beëindigen. Deze polders zullen door monitoring en toezicht ook in 2014 intensief gevolgd blijven worden. In 2014 zullen nog minimaal twee polders worden toegevoegd aan dit project. Data-analyse In de geselecteerde gebieden worden alle gegevens over waterkwaliteit, waterhuishouding rioolstelsels en bedrijven in het kader van vooronderzoek naar een polder, geanalyseerd en gecombineerd om zodoende relaties te kunnen achterhalen en lozingen op te sporen. Veldonderzoek Per polder worden alle watergangen nagelopen en gecontroleerd op mogelijke lozingspunten. Bij eventuele lozingen worden watermonsters genomen. In 2014 worden nieuwe on-line opsporingssensoren in gebruik genomen. Dieptecontrole bedrijven ‘Verdachte’ bedrijven worden (in samenwerking me de NVWA, omgevingsdienst en/of politie) verder onderzocht. Tegen bewust lozingsgedrag wordt straf- en bestuursrechtelijk
Uitvoeringsprogramma 2014 team Toezicht en Handhaving
10
definitieve versie, d.d. 29-04-2014
opgetreden. Onbewust lozingsgedrag wordt bestuursrechtelijk aangepakt conform de vastgestelde handhavingstrategie. Dit project heeft een sterke relatie met het toezicht op de glastuinbouw en surveillance. Er zal daarom intensief afstemming plaatsvinden tussen deze activiteiten. Overigens is deze activiteit voor succes sterk afhankelijk van een verbetering in de ICT ondersteuning en het gegevensbeheer. In de huidige situatie gaat (te) veel (toezichts-)capaciteit verloren aan het handmatig verwerken en analyseren van gegevens. P4: Niet waterkerende Objecten (NWO’s) Inleiding Tijdens de uitvoering van onder andere het kadeverbeteringsproject Noordeindseweg is binnen Delfland meer aandacht ontstaan voor niet-waterkerende objecten (nwo’s) op de waterkering. Naast de mogelijkheden om ongewenste nwo’s tijdens de uitvoering van (en op kosten van) het project te verwijderen, zijn ook de mogelijkheden om met behulp van de instrumenten regulering en toezicht & handhaving dit te realiseren in de picture gekomen. Ontwikkelingen Beleidsmatig is momenteel een document in ontwikkeling waarin duidelijkheid wordt verkregen hoe de instrumenten regulering en toezicht & handhaving worden ingezet bij de kadeverbeteringsprojecten die vallen onder ‘(complex) buitengewoon onderhoud’. Ook is een werkwijze in ontwerp waarin aangegeven wordt hoe Delfland handhavingstechnisch kan optreden bij constatering van (nieuwe) nwo’s op keringen; concreet een beslisboom. Tot slot zijn werkafspraken in ontwikkeling hoe de afstemming tussen de teams OWW en T&H kunnen worden geoptimaliseerd na constatering van nwo’s waarbij de waterveiligheid in het geding is. Bovenstaande documenten zullen in 2014 worden afgerond en ambtelijk, indien nodig bestuurlijk, worden vastgesteld. Praktijk inzet instrument toezicht & handhaving - Op basis van meldingen vanuit onderhoud, beheer en schouw optreden tegen (nieuwe) nwo’s die waterveiligheid in gevaar brengen. - Controleren keringen op nieuwe nwo’s waar buitengewoon onderhoud of dagelijks onderhoud in 2013 is uitgevoerd. Vooruitlopend daarop wordt de nulsituatie vastgelegd. - In het project veldsurveillance ‘Arendsoog’ aandacht besteden aan toezicht op nwo’s door een pilot uit te voeren naar nwo’s in een polder waar voorlopig geen buitengewoon onderhoud staat gepland. - Bij jaarlijkse schouw Waterkeringen optreden tegen ongewenste nwo’s. P5: Schouw Uitvoering Schouw is de controle op de onderhoudsverplichting van derden zoals vastgelegd in Keur en Legger. Om de waterveiligheid in het gebied te borgen is niet alleen het Delflandse onderhoud maar ook het onderhoud dat door derden uitgevoerd moet worden van groot belang. Evenals de voorgaande jaren zal door het inzetten van de instrumenten communicatie, toezicht en handhaving de schouw plaats vinden. In 2013 is een vernieuwingsslag gemaakt met de schouw op de waterkeringen. Dit zal in 2014 in relatie met de hieronder beschreven ontwikkeling worden gecontinueerd. Ontwikkeling 2014 staat in het teken van de doorontwikkeling van deze bijzondere vorm van toezicht. Afhankelijk van de besluitvorming in 2014 zal de schouw verder worden geprofessionaliseerd. Uitgangspunt is dat de schouwwerkzaamheden zoveel mogelijk onderdeel worden van het regulier werkproces en de administratieve lasten verminderd worden. Hiervoor wordt gewerkt aan de vaststelling en implementatie van een toekomstvisie. Met de komst van het nieuwe zaaksysteem, in het kader van E-dienstverlening, wordt het schouwprogramma KIM uitgefaseerd. Om dit te ondervangen wordt er een digitaal
Uitvoeringsprogramma 2014 team Toezicht en Handhaving
11
definitieve versie, d.d. 29-04-2014
schouwsysteem ingevoerd. Dit systeem biedt mogelijkheden het schouwen integraal op te pakken en uit te voeren. De coördinatie van de schouw vindt plaats vanuit het team Toezicht en Handhaving. Toezichthouders en handhavers controleren en zorgen op een moderne en zoveel mogelijk digitale wijze voor afhandeling van geconstateerde tekortkomingen van onderhoudsplichtigen. P6: Surveillance / Arendsoog In 2013 is gestart met gestructureerd surveilleren. Het invoeren van deze activiteit is noodzakelijk door een toename van het aantal algemene regels en de veranderende omgeving. In 2014 zal het project Arendsoog worden gecontinueerd waarbij het samenwerken met andere (overheids-)diensten een grotere rol zal gaan spelen. Daarnaast zal er binnen het project worden geparticipeerd in de projecten nautisch toezicht en gebiedsgericht meten. Het houden van veldsurveillance heeft tot doel om het naleefgedrag te vergroten bij de uitvoering van activiteiten die van invloed zijn op de waterkwaliteit, waterkwantiteit en stevige dijken en die niet bij vergunning of melding zijn geregeld. Het team Toezicht en Handhaving zal met 20 projectmedewerkers aan het project gaan deelnemen. Per week zal minimaal één surveillancedag worden gepland waarbij door twee projectmedewerkers wordt gesurveilleerd; aansluitend wordt voor de afhandeling van zaken ruimte gepland. In 2014 zal minimaal 700 uur aan surveillance worden besteed en nog eens 700 uur aan de afwikkeling van zaken. Daarnaast is tijd gereserveerd voor het organiseren en het voeren van overleg. Voor de uitvoering is een projectplan opgesteld waarin ook de te bereiken resultaten zijn opgenomen. P7: Project A4 DS Rijkswaterstaat legt met het consortium A4all zeven kilometer nieuwe snelweg aan van Delft tot aan het Kethelplein (A20/A4). Van de 7 kilometer van de nieuwe weg wordt 2,6 kilometer half verdiept aangelegd (vanaf Delft). Hierna volgt 1,4 kilometer verdiepte weg tot aan de bebouwing bij Vlaardingen en Schiedam. Daar verdwijnt de snelweg in een landtunnel van 2 kilometer. Hierna kruist de A4 het knooppunt Kethelplein om vervolgens aan te sluiten op de bestaande A4 naar de Beneluxtunnel. De voorbereidende werkzaamheden zijn gestart in juni 2012. Conform de planning is begin 2013 een aanvang gemaakt met de verdiepte ligging. Naar verwachting is de weg eind 2015 open. Voor de werkzaamheden aan het traject van de A4 Delft-Schiedam is Delfland bevoegd gezag als het gaat om lozingen op oppervlaktewater, onttrekking en retournering van grondwater en de wijzigingen in het watersysteem. Om begeleiding, toezicht en handhaving doelmatig plaats te laten vinden is een toezichtplan opgesteld. Het geformuleerde doel is het adequaat toezicht houden conform opgesteld toezichtsplan en handhavingsstrategie, waarbij een naleving gerealiseerd wordt van 95% van de voorschriften uit de watervergunning(en) en/of meldingen die verleend is/zijn in het kader van de lozingen, onttrekkingen en wijzigingen in het watersysteem. Daarnaast is er specifiek aandacht voor niet-vergunde actviteiten. Het project kent qua grondwateronttrekking en lozen van dit grondwater een aantal risicoaspecten. De constructie van de verdiepte en half verdiepte ligging wijkt af van de beleidsuitgangspunten en gaat uit van “geen effect op de omgeving”. Dit vraagt meer en complexere toezichtsinspanningen. In 2014 zal ook regelmatig buiten de reguliere kantooruren toezicht worden gehouden. De te ondernemen toezichtsactiviteiten kunnen worden onderverdeeld in: - Locatiebezoek (quick scans, regulier en opleveringscontroles); - Administratief onderzoek (o.a. monitoringsgevens); - Overleg (intern en extern).
Uitvoeringsprogramma 2014 team Toezicht en Handhaving
12
definitieve versie, d.d. 29-04-2014
P8: Start-/Stopmeldingen waterdossiers Alle door Delfland afgegeven watervergunningen en veel algemene regels, zijn standaard voorzien van voorwaarden c.q. voorschriften m.b.t. tot melden van het starten en stoppen van activiteiten. Het gaat dan vaak om de verplichting tot het melden van start- en einddata van de werkzaamheden aan Delfland. Ook het melden van het onttrokken en/of geloosde debiet (wanneer van toepassing) is een voorwaarde. Deze debieten worden vervolgens door de toezichthouder ingevoerd in het Landelijk Grondwater Register. Wanneer uitvoeringsdata gemeld worden kan het toezicht op de dossiers effectief en doelmatig worden gepland en uitgevoerd. Ook kan dan bij eventuele ongewenste situaties sneller actie worden ondernomen zodat hoge kosten of onomkeerbare situaties worden voorkomen. In de praktijk blijkt dat deze voorwaarden slecht worden nageleefd. Het toezicht hierop is met de huidige middelen een arbeidsintensieve, administratieve aangelegenheid waardoor er in praktijk slechts beperkt gehandhaafd kan worden op het niet nakomen van deze voorwaarden. Vaak is het nu de toezichthouder die contact opneemt met de vergunninghouder om naar de gewenste gegevens te vragen. De te ondernemen activiteiten kunnen worden onderverdeeld in: • Administratief vooronderzoek (inventarisatie huidige situatie); • Overleg (afstemmen met het team R&P over nut en noodzaak meldverplichting); • Inventarisatie registratiemogelijkheden en wensen; • Communicatie- en handhavingsplan; P9: “Rotterdamse Baan” In 2014 vindt de aanbesteding plaats voor de bouw van een geboorde tunnel, onderdeel van de nieuwe weg tussen knooppunt Ypenburg en de Centrumring van Den Haag, de zogenaamde “Rotterdamse Baan”. Vooruitlopend hierop zijn al werken aanbesteed waaronder het verplaatsen van de haven in het Laakkwartier te Den Haag. Naar verwachting worden er na de aanbesteding een aantal grondwatervergunningen verleend. Ook in Rijswijk zullen een aantal waterstaatkundige veranderingen worden doorgevoerd. Toezicht Het toezichtswerk is in 2014 in beginsel nog overzichtelijk en kan tijdens het regulier controlewerk van watervergunningen meegenomen worden. Wel vindt coördinatie plaats. Handhaving In verband met de complexiteit van het project is het van belang om in een vroeg stadium, d.m.v. vooroverleg, heldere afspraken te maken met de vergunninghouder en aannemer(s) over de vergunningvoorwaarden en bij overtreding direct handhavend op te treden. Gezien de ervaringen met gemeente Den Haag in de afgelopen jaren kan dit extra inspanningen op het gebied van afstemming en handhaving vergen. Overig Gezien de gevoeligheden rondom dit project (of keten van projecten) wordt een toezichtsplan opgesteld dat ook met de vergunninghouder wordt gecommuniceerd. Aangezien nog niet duidelijk is wanneer het werk wordt aanbesteed, vergunningen worden aangevraagd en de uitvoering van de tunnelbouw zal starten, moet er in de tweede helft van het jaar rekening gehouden worden met nieuwe concrete werkzaamheden voor dit project. P10: Bochtafsnijding Schie In januari 2014 zijn Provinciale Staten van Zuid-Holland voornemens een inpassingplan vast te stellen waardoor de planologische procedures voor het project “Bochtafsnijding Delftse Schie” kunnen worden afgerond. Delfland is intensief betrokken in het planvormingsproces voor dit project. De daadwerkelijke uitvoering van het project start naar verwachting eind 2014. Afhankelijk van de planning wordt in 2014 vanuit team T&H een handhavingtoets uitgevoerd op de te verlenen watervergunning voor onder andere de “verplaatsing” van de waterkering. Daarnaast wordt er een toezichtplan opgesteld op basis waarvan gedurende de uitvoering gestructureerd en effectief toezicht op de werkzaamheden kan worden gehouden.
Uitvoeringsprogramma 2014 team Toezicht en Handhaving
13
definitieve versie, d.d. 29-04-2014
P11: TOP 10 bedrijven/activiteiten Inleiding Met de invoering van de Waterwet is het toezicht op grondwateronttrekkingen bij het team T&H ondergebracht. Gelijktijdig is ook het toezicht op de Keur en later de schouw bij dit team gepositioneerd. Dit alles bij een nagenoeg gelijkblijvende formatie. Hierdoor is de inzet voor controles op en opsporing van lozingen/activiteiten door bedrijven (exclusief glastuinbouw) verminderd. Deels wordt dit opgevangen door “Surveillance” en “Gebiedsgericht meten” In 2014 wordt als aanvulling gestart met het benoemen van een top 10 van bedrijven te benoemen waarbij het relevant is om de controles op onder andere de (mogelijke) lozingen van afvalwater (direct op oppervlaktewater of via een rechtstreekse aansluiting op een awzi) en/of onttrekkingen van grondwater te intensiveren. Het gaat hier om bedrijven met een groot milieurisico, een slecht naleefgedrag of een risicovolle bedrijfsvoering. Uitvoering In het eerste kwartaal van 2014 is de lijst van de ‘TOP 10-bedrijven’ voor 2014 vastgesteld. Op basis van risicofactoren leggen we vast met welke frequentie en op welke wijze de bedrijven gecontroleerd moeten worden. Factoren die dit beïnvloeden zijn bijvoorbeeld: • Eigen zuiveringsvoorzieningen en de bediening daarvan • directe (koelwater-)lozingen met grote impact op watersysteem • indirecte lozingen met impact op goede werking awzi van Delfland • bedrijven die op basis van ervaringen een slecht naleefgedrag hebben (kan breder worden gezien dan alleen lozingen). Bedrijven die vallen onder de BRZO zijn apart geprogrammeerd in het uitvoeringsprogramma 2014 (vallend onder ‘regulier toezicht en handhaving’). Bedrijven die ten onrechte aangeslagen worden op basis van de tabel zuiveringsheffing en onbekende grote lozers met hoge vervuilingswaarde van het afvalwater, worden bij de controles ‘heffingen’ mee genomen. Wanneer de Top 10-bedrijven worden gecontroleerd, gebeurt dit integraal en niet alleen op lozingen; vooralsnog met een frequentie van gemiddeld twee keer per jaar. P12: Luchtsurveillance In het kader van het Bestuursakkoord Water (BAW) zijn afspraken gemaakt tussen de waterschappen en Rijkswaterstaat over het gezamenlijk uitvoeren en inkopen van surveillancevluchten. In 2013 is hiermee (kosteloos) als pilot gestart. De resultaten zijn zeer bevredigend zowel de afstemming, de inspectieresultaten als de rapportages overtreffen de verwachtingen. Het is de verwachting dat deze pilot wordt omgezet in reguliere samenwerking en Delfland heeft aangegeven in dat geval te willen participeren in de gezamenlijke inkoop van “vlieguren”. Mocht om onvoorziene omstandigheden de samenwerking geen doorgang vinden, dan zal Delfland zelf minimaal twee inspectievluchten uitvoeren. Overigens zijn ten behoeve van het toezicht op de aanleg van de A4 aparte afspraken met Rijkswaterstaat gemaakt over het ter beschikking stellen van luchtfoto’s. Regulier werk -cyclische/procesmatige activiteitenR1: Incidentbehandeling Naast alle toezichts- en handhavingsactiviteiten in het beheersgebied wordt ook continu aandacht besteed aan het behandelen en coördineren van klachten/meldingen die worden ontvangen via het Meldpunt. Gelet op de landelijke tendens is het duidelijk dat mensen steeds mondiger worden en veel vaker en eerder meldingen/klachten indienen bij verschillende instanties. De afhandeling vindt plaats op basis van de protocollen en werkinstructies uit het kwaliteitshandboek Waterbeheer.
Uitvoeringsprogramma 2014 team Toezicht en Handhaving
14
definitieve versie, d.d. 29-04-2014
Hiervoor worden vooralsnog de volgende prestatie-indicatoren gebruikt: • totaal aantal af te handelen meldingen; • aantal meldingen langer open/niet in behandeling dan 1 week; • aantal meldingen langer in behandeling dan 1 maand; • aantal klachten over terugkoppeling. Opgemerkt wordt dat de laatste drie prestatie-indicatoren pas gemeten kunnen worden bij de ingebruikname van het nieuwe zaaksysteem. Verder wordt aangesloten bij de ontwikkeling van de servicenormen. In 2014 wordt extra aandacht besteed aan de borging van de terugkoppeling naar de melder. In het kader van de implementatie van het zaakgericht werken zal het zaaktype “meldingen van incidenten” als eerste zaak worden ingericht. R2: Heffingen 2014 De aanslagregeling is primair een taak van de Regionale Belasting Groep (RBG). Het team Toezicht en Handhaving voert op verzoek en conform de gemaakte afspraken een beperkt aantal controletaken uit. De belastingopbrengsten van de circa 40 zogenaamde meetbedrijven dragen bij in de belastingopbrengst zuiveringsheffing. Gezien het grote financiële belang is het gewenst voldoende tijd en aandacht te blijven geven aan deze bedrijven. Door systematisch controles uit te voeren wordt greep op deze bedrijven behouden. Het gaat hierbij om de controle op het juist en representatief uitvoeren van meting en bemonstering van het te lozen afvalwater. Tabelbedrijven worden niet systematisch gecontroleerd. Hiervan wordt steekproefsgewijs een aantal bedrijven geselecteerd om de juistheid van de klasse-indeling vast te stellen. Daarnaast wordt in 2014 een plan van aanpak opgesteld waarin beschreven wordt op welke wijze niet-meetbedrijven die mogelijk in een te lage klasse zijn ingedeeld of ten onrechte als tabelbedrijf zijn ingedeeld, kunnen worden opgespoord door gerichte controles. Hierbij wordt samengewerkt met de VTH-West partners R3: Toezicht waterdossiers Delfland verleent per jaar circa 1.100 vergunningen. De vergunde activiteiten hebben direct invloed op het watersysteem. Enerzijds op wijzigingen van het watersysteem, anderzijds betreft het de kwaliteit van het watersysteem door lozingen op het oppervlaktewater. Toezicht op deze vergunningen is noodzakelijk om te bezien of de uitvoering conform is en belangrijk bij de oplevering van werken is dat de beheergegevens wordt bijgewerkt aan de nieuwe situatie. Een vaste meetploeg van twee opzichters lopen dit soort werken na en zorgen dat de gegevens op orde blijven. Naast de afgegeven vergunningen wordt een groot aantal activiteiten behandeld die onder de werking van Algemene regels vallen. Om de watersysteemkundige belangen te waarborgen is het nodig dat passend toezicht wordt gehouden. Met periodieke bezoeken en controle van de vergunde en meldingsplichtige activiteiten wordt hieraan invulling gegeven. Naast werken aan het watersysteem en/of keringen gaat het hier bijvoorbeeld om onttrekken van grondwater, natuurvriendelijke oevers, kust en strand activiteiten. Daarnaast vindt toezicht plaats op een aantal categorieën van lozingen die het gevolg zijn van activiteiten die plaatsvinden buiten inrichtingen. Voor dergelijke lozingen is de vergunningsplicht opgeheven en vervangen door algemene regels welke geregeld zijn in het besluit lozen buiten inrichtingen. Veel van de aanwezige waterdossiers vallen onder de bestaande werkvoorraad. Volgens een prioritering wordt het toezicht op die waterdossiers gerangschikt. Hierbij is een deel van de waterdossier ook ondergebracht in diverse projecten zoals hiervoor al is aangegeven. Tot slot worden in samenwerking met het waterschap Hollandse Delta ook enkele bedrijven vallend onder werking van het Besluit Risico Zware Ongevallen gecontroleerd.
Uitvoeringsprogramma 2014 team Toezicht en Handhaving
15
definitieve versie, d.d. 29-04-2014
R4: Bijdrage/diensten aan andere team’s Regelmatig wordt een beroep gedaan op de kennis, vaardigheid of middelen van medewerkers van het team Toezicht en handhaving. Het gaat hier veelal om ad-hoc activiteiten zoals - inmeten van werken/peilen bij bijvoorbeeld peilbesluiten of duinvoet; - inventarisatie van bedrijven (bijvoorbeeld Oranjepolder); - op verzoek uitvoeren van (afval-)waterbemonsteringen. Het gaat hier om zaken zonder relatie met toezicht en handhaving maar voor Delfland van belang. Omdat deze moeilijk planbaar zijn is overall 500 uur voor deze activiteiten gereserveerd. R5: Crisisbeheersing en preventie Inzet voor calamiteiten wordt bij Delfland niet gepland. Er wordt wel tijd gereserveerd voor oefening, voorbereiding en preventieve inzet bij bijvoorbeeld droogte. Het gaat om een aantal relatief kleine posten. Deze zijn gebundeld tot één post van 500 uur. N1: Nautisch toezicht (N1) Delfland is belast met de regeling van het scheepvaartverkeer op alle wateren die open staan voor openbaar scheepvaartverkeer, voor zover er geen sprake is van een provinciale of gemeentelijke scheepvaartweg. Door middel van communicatie, toezicht en handhaving wordt bijgedragen aan een veilige en vlotte doorvaart (regulier vaartoezicht). Dit gebeurt onder andere door in samenwerking met handhavingpartners controles uit te voeren op gebied van waterrecreatie en ondersteuning te bieden bij evenementen. 2.4
Overige activiteiten
Hieronder wordt voor enkele belangrijke (beleidsmatige) onderwerpen in het kort een toelichting gegeven op wat voor 2014 is gepland. B1: Beleidsmatige zaken Glastuinbouw Beleidsmatige zaken die in 2014 worden opgepakt - verbetering kwaliteit databasegegevens UO-IMT; - landelijk onderzoek naar en opstellen van handreiking gebruik schermmiddelen; - onderzoek naar en aanpak van condensorwater Wkk - onderzoek en beleid doelmatigheid recirculeren afvalwater van grondteelten. B5: Externe Samenwerking Op het gebied van toezicht- en handhavingstaken worden diverse bijeenkomsten bezocht om met de verschillende overheden kennis uit te wisselen en de samenwerking op te zoeken dan wel te verbeteren. De samenwerking vindt plaats op verschillende niveaus. VTH-West: De belangrijkste hierbij is VTH-West, de samenwerking tussen de hoogheemraadschappen Rijnland, Delfland, de Stichtse Rijnlanden en Schieland en de Krimpenerwaard op het gebied van vergunningverlening en handhaving. Deze samenwerking richt zich op het vastgestelde “wenkend perspectief 2015” en krijgt onder andere vorm in het gezamenlijk ontwikkelen en invoeren van zaakgericht werken, utwisseling van kennis en personeel en harmonisering van uitvoeringsbeleid en processen. De samenwerking is vooralsnog niet gericht op structuur- of organisatorische aanpassingen. Overige samenwerking: Naast samenwerking met collega-waterschappen vindt ook samenwerking plaats met andere partners; hieronder zijn voorbeelden hiervan benoemd. • • • •
Omgevingsgericht: Lokaal/regionaal met gemeenten, omgevingsdiensten en provincie; Themagericht: NVWA, ISW(voorheen arbeidsinspectie), glastuinbouwoverleggen; Wet en regelgericht: Invulling geven aan zorgplichten/doelvoorschriften en ontwikkeling protocollen met sector en collega waterschappen; Instrumentgericht: Benutten Bestuurlijke strafbeschikking en koppelen aan digitaal werken en
Uitvoeringsprogramma 2014 team Toezicht en Handhaving
16
definitieve versie, d.d. 29-04-2014
•
Landelijke samenwerking: LOVH, RWS en andere waterschappen. Invulling geven aan de landelijke projecten tussen Rijkswaterstaat en de waterschappen voortkomend uit het Bestuursakkoord Water (2012).
N2: Nautisch en vaarwegbeheer In 2014 zullen er voor het vaarweg- en nautisch beheer een aantal zaken veranderen. De Provincie Zuid-Holland is voornemens haar vaarwegenverordening in te trekken en daarbij een deel van haar vaarweg- beheertaken (en mogelijk ook haar nautische beheertaken) over te dragen aan medeoverheden. Om op deze toekomstige situatie in te spelen heeft het college van D&H in 2013 de ambitie uitgesproken een coördinerende rol op het gebied van vaarwegbeheer te willen spelen.
In 2014 wordt hier verder invulling aan gegeven door het opstellen van een Delflandse vaarwegenverordening en bijbehorende beleidsregels. Dit nieuwe beleid moet leiden tot meer duidelijkheid voor burgers en mede overheden. Ter voorbereiding worden belangen en wensen van gemeenten en andere instanties geïnventariseerd. Ook in het verdere traject zullen de belangrijkste gemeenten actief betrokken worden de totstandkoming van het nieuwe beleid. Vanuit de resultaatsverantwoordelijkheid vindt vanuit het team Toezicht en Handhaving de coördinatie plaats met betrekking tot inhoudelijke discussies & overleggen. 2.5
Verankering Bestuurlijke prestatie-indicatoren
Zoals eerder vermeld zijn er voor dit jaar enkele bestuurlijke prestatie-indicatoren voor het team Toezicht en Handhaving vastgesteld. Hieronder is aangegeven hoe deze verankerd zijn in de werkzaamheden van het team; met andere woorden aan de hand van welke gegevens/projecten deze PI’s worden vastgesteld. 1e PI: 90% van de geplande speerpuntcontroles/activiteiten is uitgevoerd. Deze doelstelling is opgebouwd uit de onderstaande werkzaamheden, welke verdeeld zijn over de diverse taakvelden. Voor 2014 worden de volgende controles als zijnde speerpuntcontroles aangemerkt:
• • • • •
220 40 52 100% 100%
reguliere controles glastuinbouw controles bouw spoorzone Delft controles aanleg A4 DS afhandeling schademeldingen NVO’s afhandeling doormeldingen schouwmeesters.
De specifieke opbouw van het aantal controles bij deze projecten wordt verwezen naar paragraaf 2.3 2e PI: Vaarwegenverordening Delfland in 2014 vastgesteld. Onafhankelijk van de besluitvorming bij de Provincie Zuid-Holland (i.v.m. provinciale vaarwegenverordening), zet Delfland in op het vast stellen van een eigen Delflandse Vaarwegenverordening en bijbehorende beleidsregels. Insteek is beide documenten in 2014 vast te stellen.
Uitvoeringsprogramma 2014 team Toezicht en Handhaving
17
definitieve versie, d.d. 29-04-2014
3. Team Toezicht en Handhaving
In dit hoofdstuk wordt de positionering aangegeven binnen de organisatie en wat met betrekking tot de organisatie wordt gedaan op het gebied van Toezicht en Handhaving en wat dit betekent voor de inzet van het team. De nadruk ligt hierbij vooral op een efficiënte uitvoering, continue verbeteren van onze toezicht- en handhavingstaken en ontwikkeling van medewerkers. 3.1
Sector Waterbeheer
Per 1 juli 2012 zijn de sectoren Vergunning en Handhaving en Watersysteem samengevoegd tot de sector Waterbeheer. De sector Waterbeheer bestaat naast het management uit vier teams: -
team team team team
Regulering en Planadvisering (Delftechpark); Toezicht en Handhaving (Delftechpark); Onderhoud Waterkeringen en Watergangen (Kijkduin) en Peilbeheer (Vlaardingen).
De sector Waterbeheer van Delfland is naast het operationele beheer, verantwoordelijk voor het eenduidig en afgestemd inzetten van de instrumenten vergunningverlening, toezicht en handhaving en de communicatie daaromheen, om de kerntaken van Delfland (waterkwaliteit, waterhuishouding en waterkeringen) uit te voeren. Zij heeft daarbij als taak te zorgen voor de instandhouding van het peil in de boezem en polders overeenkomstig de peilbesluiten. Ook het in stand houden van de voor dit doel benodigde middelen zoals boezem- en poldergemalen, inlaten en stuwen behoort tot de taak. 3.2
Team Toezicht en Handhaving
Als waterschap houden we toezicht op verschillende activiteiten die van invloed zijn op de kwaliteit en kwantiteit van het watersysteem. Hieronder valt ook het toezicht op het onttrekken en lozen van grondwater en op (ongewenste) activiteiten op waterkeringen. Het team Toezicht en Handhaving houdt toezicht op de naleving van wet- en regelgeving en handhaaft de naleving van wet- en regelgeving waar nodig. Per activiteit zet het team verschillende instrumenten in, zoals voorlichting, toezicht, bestuurlijke maatregelen een bestuurlijke strafbeschikking of proces-verbaal. Kortheidshalve wordt verwezen naar de Toezicht- en Handhavingstrategie waarin deze instrumenten uitvoering worden beschreven; ook wordt hierin vermeld wanneer welke instrumenten worden gehanteerd om beëindiging van overtredingen te realiseren. De operationele medewerkers in het team zijn (senior)handhavers, controleurs en opzichters. Zij zijn vanaf 2014 voor surveillance (project Arendsoog) en de schouw werkzaam in vier regio’s/clusters. Deze verdeling sluit aan bij de verdeling van team Peilbeheer en team Onderhoud Waterkeringen en Watergangen waardoor de samenwerking tussen de “buitendienstmedewerkers” wordt bevorderd. In de 2e helft van 2014 wordt bekeken of deze onderverdeling ook handig te gebruiken is voor de uitvoering van andere taken van het team. Naast de operationele medewerkers zijn binnen het team werkzaam een teamleider, coördinatoren, beleidsadviseur, adviseur (juridisch medewerker) en een managementassistent. De juridisch medewerker is per 1 juli 2013 gecentraliseerd binnen het team JVI maar gedeconcentreerd gehuisvest. Vanwege het juridisch gehalte van de werkzaamheden van het team T&H en het grote risico bij foutief handelen, zijn specifieke afspraken gemaakt. 3.2.1. Teamontwikkeling: Door de veranderende omgeving , takenpakket en wetgeving, is het van belang om continue te investeren in kennis en vaardigheden van medewerkers en het team als collectief. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in inhoudelijk kennis, competenties en vaardigheden en de wijze hoe we omgaan met de omgeving en elkaar (cultuur).
Uitvoeringsprogramma 2014 team Toezicht en Handhaving
18
definitieve versie, d.d. 29-04-2014
Kennis: De kennis binnen het team is over het algemeen goed op orde. In 2014 wordt gestart met kennisgroepen die zorg dragen voor het “bijblijven” en het in overleg/afstemming met andere organisatieonderdelen en/of externe collega beantwoorden van vragen. Dit voorkomt dat door het brede takenpakket “iedereen alles moet weten”. Iedereen is generalist maak ook specialist op een bepaald terrein. In eerste instantie zijn binnen het team Toezicht en Handhaving de volgende kennisgebieden benoemd:
• • • • • •
Glastuinbouw en waterkwaliteit Kust en Waterkeringen Bodem en grondwater Watersysteem Scheepvaart en Boa en strafrecht.
Als voldoende ervaring is opgedaan wordt bezien of uitbreiding of aanpassing wenselijk is. Op het gebied van opleidingen wordt naast algemene opleidingen en de verplichte her- en bijscholing BOA’s specifiek geïnvesteerd in bodemkennis. Vaardigheden: In 2014 ronden we de laatste modules van “Prettig contact met Delfland” af. Deze trainingen zijn primair voor medewerkers van Delfland met een direct publiekscontact. De training richt zich enerzijds op een veilige werksituatie voor de medewerkers en anderzijds op een prettig contact met burgers/klanten. Een selecte groep medewerkers is getraind in het “bemiddelen” bij conflicten. De eindevaluatie moet nog plaatsvinden maar de eerste bevindingen zijn zo succesvol dat de trainingsmodules inmiddels zijn opgenomen in het Delflands opleidingsprogramma. Aan de hand van de eindevaluatie zullen wij bezien of en welke vervolgtrainingen georganiseerd gaan worden. Sectorvisie en Cultuurwaarden: Naast harde zaken als kennis en vaardigheden, heeft Delfland ondervonden dat het belangrijk is voldoende aandacht te besteden aan de wijze hoe wij zaken doen en hoe we met elkaar en de buitenwereld omgaan. Naast de kernwaarden van Delfland staan hierbij de Watervalwaarden centraal. In 2013 is de Sectorvisie Waterbeheer opgesteld. De implementatie daarvan start aan de hand van een implementatieplan in 2014. Er wordt, door zaken te combineren zoveel mogelijk “werk met werk” gemaakt door zaken en ontwikkelingen te combineren. Dit geldt ook voor het uitdragen hiervan.
Uitvoeringsprogramma 2014 team Toezicht en Handhaving
19
definitieve versie, d.d. 29-04-2014
3.3
Inzet capaciteit en middelen handhaving
In de begroting en het formatieplan van Delfland is binnen de sector Waterbeheer personele capaciteit gereserveerd voor toezicht en handhaving. De werkelijke capaciteit ziet er als volgt uit (1 fte komt overeen met 1.350 effectieve werkbare uren per jaar): Functie Teamleider A Coördinatoren1 Beleidsadviseur Medewerker handhavingsbeleid3 Teamassistent Senior Handhaver Handhaver Controleur Opzichter
Fte
Subtotaal: Juridisch adviseur (gecentraliseerd)2 Totaal 1) 2)
3)
Uren/jaar 1.350 2.700 1.080 1350 1.110 2.700 13260 7.830 2.700 34.080 864 34.944
1,0 2,0 0,8 1,0 0,822 2,0 9,822 5,8 2,0 25,244 0,8
Per 1 januari 2013 is een coördinator aan team Toezicht en Handhaving toegevoegd met de schouw als bijzonder aandachtsgebied. De functie van Schouwmanager binnen de sector Waterbeheer is hiermee komen te vervallen. Betreffende medewerker is gecentraliseerd maar gedeconcentreerd gehuisvest. De werkzaamheden maken onlosmakelijk deel uit van de werkzaamheden van het team Toezicht en Handhaving. De centralisatie heeft een verlies aan inzetbaarheid tot gevolg van ca 20% van 0,8 fte ten opzichte van 2013. Tijdelijk voor twee jaar onttrokken aan de formatie van Handhaver.
In de meerjarenbegroting wordt met deze capaciteitsinzet rekening gehouden. Loopt de geplande ambitie achterstand op, bijvoorbeeld door ziekte of vacatures, dan geeft de teamleider dit in de BURAP aan en wordt benoemd hoe de ambitie toch gehaald kan worden of dat bijstelling noodzakelijk is. Eventueel wordt de output op peil gehouden door externe capaciteit in te huren. 3.4
Actualiseren werkprocessen en protocollen
Het tijdig implementeren van (nieuw) Delflands beleid, zoals op basis van de Keur (algemene regels) en (nieuwe) landelijke wetgeving, blijft een jaarlijks terugkerende activiteit. Deze onderwerpen spelen vooral vanuit de rol van toezicht en handhaving. Het actualiseren en vernieuwen van de protocollen en werkinstructies in het bestaande kwaliteitshandboek blijft een continu proces. Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan de realisatie van het sectorbrede kwaliteitshandboek. Doel hiervan is de (primaire) werkprocessen laten voldoen aan het gestelde in de Algemene wet bestuursrecht; de uitvoering van de handhavingstaken blijvend te voldoen aan alle criteria in het Bor. In 2014 zal dit een extra inspanning vragen vanwege:
• De invoering van zaakgericht werken en de daaraan gerelateerde zaaktypen en werkprocessen; • Het landelijk programma “Uitvoering met Ambitie” met een aanscherping van de bestaande kwaliteitseisen. 3.5
I&A ondersteuning van het werkproces
Omwille van de taakuitvoering van het team Toezicht en Handhaving is een goed informatie-, workflow- en managementsysteem noodzakelijk om het primaire proces te ondersteunen. De huidige systemen zijn sterk verouderd, sluiten niet op elkaar aan en belemmeren daarmee een efficiënte planning en uitvoering. Vervanging is o.a. gerelateerd aan het project E-dienstverlening (zaakgericht werken). Hierdoor, maar ook door de herstructurering van het I&A domein binnen Delfland, is er
Uitvoeringsprogramma 2014 team Toezicht en Handhaving
20
definitieve versie, d.d. 29-04-2014
beperkte ruimte voor snelle verbetering. Desondanks zal dit onderwerp in 2014 topprioriteit moeten krijgen. Mobiel werken in het veld Vooruitlopend op de implementatie van het Nieuwe werken, de huisvestingsstrategie en het zaakgericht werken, is het noodzakelijk dat de handhavingswerkzaamheden volledig digitaal gepland, uitgevoerd en verwerkt kunnen worden. Eind 2012 is een pilot gestart die in 2013 beperkt is uitgebreid. Zowel vanuit de schouw, het zaakgericht werken, de bestrijding van incidenten en calamiteiten alsmede het project Digitale Delta is de noodzaak aangegeven om de digitale ondersteuning van de operationele taken te verbeteren c.q. te implementeren. Begin 2014 wordt een plan van aanpak opgesteld om dit te kunnen realiseren. Belangrijk bij deze implementatie is de noodzaak van een flexibele werkwijze (durven) zodat hard- en software gefaseerd en werkenderwijs ingevoerd kan worden. De huidige Delflandse werkwijze/structuren zijn niet geschikt om de snelle ontwikkelingen op dit gebied te volgen. 3.7
Buitengewoon Opsporings Ambtenaren (BOA’s)
Een aantal toezichthouders van het team Toezicht en Handhaving beschikt over een zogenaamde buitengewone opsporingsbevoegdheid (BOA) en is bevoegd om strafrechtelijk op te treden door processen-verbaal (pv’s of bestuurlijke strafbeschikking) op te maken tegen overtreders. In 2009 is het nieuwe BOA-bestel (6 domeinen) van kracht geworden dat landelijk een verdeling van de BOA’s tot stand heeft gebracht. Boa’s werkzaam bij de waterschappen zijn ingedeeld in domein 2. Binnen het domein wordt aan de hand van een taakomschrijving en een opsomming van de opsporingsbevoegdheden concreet beschreven wat de boa gaat/mag doen en welke bevoegdheden hij daarvoor nodig heeft. Alle BOA’s hebben een basis- en een aanvullende opleiding gevolgd. Om deze bevoegdheid te kunnen houden nemen zij ook deel aan de verplichte permanente her- en bijscholing. Hiervoor ontvangt Delfland subsidie van het ministerie van Veiligheid en Justitie. Op 1 januari 2014 hebben 14 medewerkers deze bevoegdheid. 3.8
Bereikbaarheid buiten kantooruren
Delfland is 24 uur per dag en zeven dagen per week bereikbaar via een speciaal telefoonnummer -(015) 270 18 88-. Burgers, bedrijven en overheden kunnen hier zowel incidenten, klachten als overtredingen melden. Deze zaken worden zo snel mogelijk afgehandeld. Tijdens kantooruren is dit nummer bemenst door het Meldpunt (Front Office van het team Regulering en Planadvisering). Buiten kantooruren wordt dit opgevangen door de wachtdienst van het team Toezicht en Handhaving. Vier medewerkers draaien hiervoor buiten kantoortijden een wachtdienst. In 2014 wordt geëvalueerd of deze bezetting nog voldoende is. 3.9
Overige middelen
Ten behoeve van de uitvoering van de taken beschikt het team Toezicht en Handhaving over onder andere het volgende materiaal/materieel: • • • • •
11 bedrijfsauto’s; dit zijn herkenbare auto’s van Delfland; 2 surveillancevaartuigen en 2 boten ten behoeve van meetwerkzaamheden in/van wateren; GPS apparatuur t.b.v. het inmeten van waterstaatswerken; Foto- en filmapparatuur; diverse meet- en monstername- en opsporingsapparatuur waaronder dataloggers en een warmtebeeldcamera.
Uitvoeringsprogramma 2014 team Toezicht en Handhaving
21
definitieve versie, d.d. 29-04-2014
4. Monitoring en resultaten Maandelijks vindt bewaking en zo nodig overleg plaats over de voortgang van dit programma. Dit enerzijds tussen de coördinatoren en handhavers/controleurs & opzichters als anderzijds tussen de teamleider, coördinatoren & beleidsadviseur en tussen de teamleider met de overige medewerkers. Over de bestuurlijke prestatie-indicatoren wordt in de BURAP (P&C-cyclus) gerapporteerd naar de portefeuillehouder, het DMT en het college. De ambtelijke prestatie-indicatoren worden in principe niet intern gerapporteerd, tenzij er aanleiding toe is om dat wel te doen. Complexe of als bestuurlijk interessante gekwalificeerde handhavingstrajecten worden in het periodiek overleg met de portefeuillehouder geagendeerd. Alleen als dan wordt besloten dat het college hierover moet worden geïnformeerd, wordt hierover richting het college gerapporteerd. Tot slot worden de behaalde resultaten begin 2015 verwerkt in een jaarverslag. 4.1
Doelstellingen activiteiten
Voor de projecten zijn de volgende doelstellingen benoemd; op basis van de bijbehorende prestatie-indicator wordt gerapporteerd. Activiteit
Prestatie-indicator
Doelstelling
(periodiek) toezicht glastuinbouw
Aantal gecontroleerde bedrijven voldoen aan Activiteitenbesluit.
220
% ingediende UO‐rapportages.
90 %
Spoorzone Delft
Aantal uitgevoerde controles conform toezichtsplan.
40
Nautisch toezicht
Aantal uren vaartoezicht.
600
Gebiedsgerichte monitoring en handhaving
Aantal (gtb‐)polders waar onderzoek is afgerond/loopt.
5
Top 10 bedrijven Schouw
Aantal bedrijven/ aannemers dat is doorgelicht conform Plan van aanpak. % doormeldingen van schouwmeesters afhandelen.
10 100 %
A4 DS
Aantal uitgevoerde controles conform toezichtsplan.
52
Start‐/stopmeldingen
Werkwijze afgestemd met R&P en geïmplementeerd binnen T&H.
Q4 werkwijze ingevoerd.
Niet waterkerende objecten (NWO’s)
Veldsurveillance + opsporing
% kades waar buitengewoon (complex) onderhoud heeft plaatsgevonden gecontroleerd. Aantal dagen veldsurveillance uitgevoerd Aantal geconstateerde illegale activiteiten.
Uitvoeringsprogramma 2014 team Toezicht en Handhaving
22
100 % 44
definitieve versie, d.d. 29-04-2014
Voor het regulier werk T&H worden de volgende doelstellingen gepland, waarbij tevens op basis van de geformuleerde prestatie-indicatoren wordt gerapporteerd. Activiteit Incident behandeling
Heffingen
Controle waterdossiers
Prestatie-indicator
Doelstelling
Percentage afgehandelde meldingen conform protocol (servicenormen). Aantal uitgevoerde controles bij 40 meetbedrijven. Verbeterplan toezicht op heffingsbedrijven gereed. Aantal uitgevoerde controles/ opleveringen van gereguleerde activiteiten.
90 % 100 in Q3. 1500
Voor het onderdeel beleid en management worden de volgende doelstellingen gepland. Activiteit Het actualiseren en vernieuwen van de protocollen en werkinstructies in het kwaliteitshandboek Advies aan organisatie/bestuur Implementatie beleid en wetgeving
Externe overleggen + samenwerking
Prestatie-indicator
Doelstelling
voldoen aan de criteria die vermeld staan in het Bor.
100%
Aantal uitgebrachte adviezen aan het bestuur. Implementatie beleidsonderwerpen actueel en op uitvoerend niveau voltooid. Basis leggen door in samenwerking met andere overheden een essentiële bijdrage te leveren aan veiligheid, leefbaarheid en duurzame bruikbaarheid van Delflands gebied. Volgen Insights‐training.
Team‐ en organisatieontwikkeling
Ambassadeur zijn voor waterval cultuurwaarden en toekomstvisie sector WB.
in 2014 voltooid.
Implementatie kennisgroepen Management en coördinatie
Aantal gehouden gesprekken in het kader van de PVB‐cyclus.
75
Mobiele Handhaving
% van de handhavings‐ inspanningen mobiel/digitaal af te handelen.
> 50%
Uitvoeringsprogramma 2014 team Toezicht en Handhaving
23
definitieve versie, d.d. 29-04-2014
5. Doorkijk naar 2015 en volgende jaren Voor de doorkijk naar 2015 en volgende jaren wordt in dit uitvoeringsprogramma stilgestaan bij een aantal ontwikkelingen in de komende jaren die van invloed kunnen zijn op het werk van het team Toezicht en Handhaving. Een aanzienlijk deel van de werkzaamheden van het team zijn nu nog een cyclisch proces, t.w. controles uitvoeren op (bekende) gereguleerde activiteiten. Zowel landelijk als in eigen regelgeving zet de ingezette deregulering zich voort. Hierdoor zal er voor steeds minder activiteiten een watervergunning moeten worden aangevraagd. Vaak moeten de activiteiten nog wel worden gemeld maar ook het aantal vrijstellingen en/of algemene regels neemt toe. De nadruk voor het toezicht ligt steeds meer op het houden van toezicht of de activiteiten voldoen aan de regels die gelden voor de gedane melding/algemene regel. De complexiteit van deze (algemene) regels waarbij vaak de begrippen ‘zorgplicht’ en ‘doelmatigheid’ worden genoemd, neemt toe. Hierdoor is het ingewikkelder om te kunnen beoordelen of sprake is van een overtreding of niet. Daarnaast treedt verschuiving op van objectgerichte controles naar meer gebiedsgerichte controles. Een goed voorbeeld hiervan is de dit jaar uit te voeren veldsurveillances waarbij gebiedsgericht activiteiten worden opgespoord die niet aan de wet- en regelgeving voldoen. Tevens is er bij de glastuinbouw een duidelijke trend waarneembaar van minder doch wel grotere complexere bedrijven. Het uitvoeren van toezicht vergt hierdoor duidelijk meer en andere inhoudelijke kennis van de toezichthouder. Tot slot worden door de volgende ontwikkelingen de komende jaren veranderingen in de werkwijze bij het team verwacht, te weten Wetgeving in ontwikkeling: Hoewel er op dit gebied altijd sprake is van ontwikkeling, zijn de volgende voorgenomen wetswijzigingen/aanpassingen in ieder geval van invloed op het toezicht- en handhavingsinstrumentarium, te weten •
•
•
•
Omgevingswet: Landelijk worden een groot aantal milieuwetten samengevoegd tot omgevingswet. Vooralsnog leidt dit niet tot een bevoegdheidsverandering maar het zal zeker tot verandering van het instrumentarium leiden. In ieder geval zullen de te nemen besluiten meer rekening moeten houden met andere omgevingsfactoren. Ook de discussie rondom indirecte lozingen zal wederom gevoerd gaan worden. Visserijwet: Door aanpassing van de Visserijwet zal het waterschap naast zijn private rol ook “bevoegd gezag” gaan worden en toe moeten zien op de verplichtingen uit deze wet. De impact is nog moeilijk in te schatten maar verwacht wordt dat dit een kwantitatieve en kwalitatieve investering vraagt. VTH-Criteria: De huidige kwaliteitseisen voor het Wabo bevoegd gezag zullen in aangepaste vorm ook gaan gelden voor de waterbeheerders. Dat betekent dat naast de huidige eisen aan het handhavingsproces en de procedures, ook eisen gesteld worden aan de kwaliteit van medewerkers en de kritische massa van de handhavingsorganisatie per onderwerp. Voor Delfland zal dit betekenen dat de inzet voor kwaliteitsborging vergroot zal moeten worden en op kritische punten de samenwerking met collega waterbeheerders gezocht moet worden. Landelijke handhavingsstrategie: In relatie tot het voorgaande onderwerp is door de koepels afgesproken dat er gewerkt gaat worden met één landelijke handhavingstrategie (sanctiestrategie). Uitgangspunt hierbij dat in Nederland gelijke overtredingen op ene gelijke wijze gesanctioneerd worden. Deze strategie wordt naar verwachting via een AMvB bindend verklaard.
De laatste twee onderwerpen worden overigens in het kader van het Bestuursakkoord Water door de waterbeheerders (waterschappen en RWS) gezamenlijk opgepakt.
Uitvoeringsprogramma 2014 team Toezicht en Handhaving
24
definitieve versie, d.d. 29-04-2014
Samenwerking: • De bestaande samenwerking VTH-West wordt verder gecontinueerd waarbij de nadruk ligt op kennisuitwisseling, gezamenlijk oppakken van ontwikkelingen, opleiding, zaakgericht werken en wederzijdse ondersteuning. • In het kader van de afspraken uit het bestuursakkoord water levert het team Toezicht en Handhaving een bijdrage aan diverse onderwerpen. Omgevingsgericht vs. uniformiteit: Delfland streeft enerzijds naar uniformering en deregulering teneinde processen te kunnen automatiseren, regeldruk te verminderen en eenduidigheid voor klanten te bewerkstelligen. Anderzijds wil Delfland samen met de omgeving, waar mogelijk maatwerk leveren. Hetgeen tot precedenten leidt. Dit spanningsveld is ook benoemd in het (concept)WBP5. Daar is vastgelegd dat we het spanningsveld herkennen en niet uit de weg gaan. Het werken hiermee vraagt een extra kwantitatieve en kwalitatieve inzet van medewerkers. In de ontwikkeling van medewerkers wordt dit meegenomen in jaarplannen. De kwantitatieve inzet is afhankelijk van de projecten/activiteiten. Indien dit knelpunten oplevert, zullen deze in de komende jaarplannen cq. BURAP’s worden meegenomen.
Uitvoeringsprogramma 2014 team Toezicht en Handhaving
25