Handhavingsprogramma milieu 2015-2019 Toezicht en handhaving
Op basis van het Milieuhandhavingsdecreet en -besluit
23 maart 2015
Inhoud 1
Toezicht en handhaving Milieu ....................................................................................................... 3 1.1
Visie ......................................................................................................................................... 4
1.2
Prioriteiten en tijdsbesteding .................................................................................................. 5
1.3
Doelstellingen .......................................................................................................................... 6
1.3.1
Algemene doelstellingen: ................................................................................................ 6
1.3.2
Specifieke doelstellingen ................................................................................................. 7
1.4
Praktische afspraken ............................................................................................................... 7
1.5
Uitvoering ................................................................................................................................ 8
1.5.1
Proactieve controles ........................................................................................................ 8
1.5.2.
Reactieve controles (naar aanleiding van melding of klacht) ......................................... 9
1.6
Monitoring............................................................................................................................... 9
1.7
Bijlagen .................................................................................................................................. 10
Pagina 2 van 16
1
Toezicht en handhaving Milieu
In dit document wordt de beleidsvisie en de wijze waarop milieutoezicht en handhaving in SintNiklaas worden uitgeoefend, geformuleerd. Het is een dynamische en richtinggevende handleiding die de uitvoerende ambtenaren bijstaat in het eenduidig uitoefenen van hun functie. Het Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM)bevat momenteel XVI titels. De twee eerste titels bevatten het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning, kortweg VLAREM. VLAREM bevat 3 delen. In de eerste titel,VLAREM-I, staan de types van bedrijven opgesomd die moeten voldoen aan bepaalde algemene en/of sectorale milieuvoorwaarden. Deze voorwaarden zelf staan omschreven in de tweede titel, VLAREM-II. Bedrijven met een zekere impact op het leefmilieu die moeten voldoen aan één of meerdere voorwaarden uit VLAREM, noemt men ingedeelde inrichtingen. VLAREM-III bevat bijkomende algemene en sectorale milieuvoorwaarden voor GPBV-installaties. Het Milieuhandhavingsdecreet is in werking getreden op 1 mei 2009, tot uitvoering van titel XVI Toezicht, handhaving en veiligheidsmaatregelen van het DABM. Handhaving omvat zowel proactieve of preventieve controles, als reactieve of repressieve controles. De preventieve en proactieve handhaving omvat het actief toezicht op de naleving van de regels zonder een concreet vermoeden van overtredingen. Reactieve handhaving omvat het optreden in geval van wetsovertredingen. •• 1.0 Lokale toezichthouders De stad beschikt over twee lokale toezichthouders milieuhandhaving die werkzaam zijn op de milieudienst. Zij staan ook in voor de advisering van milieu- en bouwvergunningen met betrekking tot milieugerelateerde thema’s, de technische opvolging van projecten m.b.t. bodem(sanering), geluid, licht(hinder),… Er wordt geschat dat de lokale toezichthouders, in een optimale situatie, elk 10% van hun tijd kunnen besteden aan toezicht en handhaving (= 0,2 VTE). De lokale toezichthouders worden ondersteund door administratieve medewerkers. Bij de dienst bijzondere wetten van de politie (voormalige milieupolitie) is een toezichthouder milieuhandhaving werkzaam. De dienst bijzondere wetten bestaat in totaal uit vier personen. De dienst verricht politionele opdrachten op vlak van milieu (sluikstort, afvaltransport, geluidshinder,…), stedenbouw, dierenwelzijn,… Enkel de toezichthouder kan PV (proces verbaal) of een VVV (verslag van vaststelling) opmaken. De taken van de lokale toezichthouders in het kader van toezicht en handhaving zijn grotendeels gelijk: zowel het uitvoeren van preventieve, als reactieve controles tot het nemen van bestuurlijke maatregelen. Hoewel het accent bij de toezichthouders van de stad vooral ligt op het geven van informatie, raadgevingen en aanmaningen, ligt dit bij de toezichthouder van de dienst bijzondere wetten eerder bij het uitvoeren van reactieve, repressieve maatregelen en controles die mogelijks Pagina 3 van 16
enig risico inhouden of waarbij eventueel bijstand van de lokale politie is vereist. De toezichthouder van de politie wordt tevens ingezet bij acties van de federale politie (vb. controles van discotheken), de wegpolitie (vb. controles van wegtransport). De controles n.a.v. een milieuvergunning (aanvraag, wijziging voorwaarden,…) gebeuren door de milieudienst. Om ervaringen en de stand van zaken van dossiers door te geven, wordt wekelijks overleg gepleegd tussen de milieudienst en de dienst bijzondere wetten van de politie. Door de goede samenwerking is er geen nood aan een samenwerkingsprotocol inzake handhaving tussen de stad en de politie. Op het grondgebied van Sint-Niklaas zijn geen interlokale toezichthouders aangesteld.
1.1 Visie De visie van toezicht en handhaving wordt voornamelijk uitgevoerd via preventieve controles, vermits de uitvoering van reactoractieve controles vooral wordt bepaald door meldingen van hinder en mogelijke overtredingen. Preventief toezicht is er op gericht om milieuhinder te voorkomen. In de eerste plaats wordt gesensibiliseerd: de burger goed informeren zodat regelgeving kan nageleefd worden en kansen geven om fouten recht te zetten. De visie is gebaseerd op de overtuiging van de positieve ingesteldheid en bereidwilligheid van de burgers en exploitanten. Tijdens toezicht willen we in de eerste plaats een vertrouwensrelatie opbouwen waarbij er positieve medewerking is en oplossingen in overleg en op vrijwillige basis worden voorgesteld en uitgewerkt. Preventief toezicht heeft dus als voornaamste taak de kans op milieuverontreiniging- en hinder zo minimaal mogelijk te maken. Naar aanleiding van een milieuvergunningsaanvraag wordt de inrichting altijd proactief gecontroleerd, met uitzondering van klasse 3 inrichtingen (meldingen). Na informeren volgt opvolging en controle en zijn sanctionerende instrumenten inzetbaar. Handhaving is aan de orde als de aard, frequentie en ernst van de overtreding een te grote milieuverontreiniging of een risico hierop inhouden. Deze laatste stap wordt steeds vooraf overlegd en overwogen met minstens één andere lokale toezichthouder van de milieudienst of de dienst bijzondere wetten of een betrokken deskundige. De toezichthouders handelen in een meerderheid van de gevallen zoals vermeld in onderstaande tabel: Preventief toezicht 1) Aangekondigde proactieve controle 2) Overleg en raadgeving 3) Overleg en aanmaning 4) Aanmaning Handhaving 5) Aanmaning en PV* of VVV* 6) Bestuurlijke maatregelen: regularisatiebevel – stopzettingbevel – bestuursdwang op kosten exploitant *PV: proces-verbaal, bij milieumisbruiken *VVV: verslag van vaststelling, bij milieu-inbreuken Pagina 4 van 16
Zowel ingedeelde als mogelijk ingedeelde inrichtingen worden gecontroleerd. Door te focussen op bepaalde sectoren of geografisch afgebakende gebieden of een combinatie van beiden, kan efficiënter gewerkt worden. Als mogelijke stedenbouwkundige overtredingen worden vastgesteld, worden deze doorgegeven aan de toezichthouders van de dienst stedenbouw. Retroactief toezicht wordt uitgevoerd na melding van milieuhinder of –verontreiniging (bv. lozingen van olie of mest, geluidsoverlast, geurhinder, …). Deze meldingen moeten in de meeste gevallen onmiddellijk behandeld worden. De melding wordt behandeld door de toezichthouder van de instantie waar de melding binnenkwam, hetzij van de milieudienst, hetzij de politie – dienst bijzondere wetten of door de dienst die het dossier reeds behandeld. Afhankelijk van de aard van de melding, de inrichting en de exploitant, wordt een gezamenlijk terreinbezoek met de lokale toezichthouder stedenbouw georganiseerd of wordt bijstand van de lokale politie gevraagd. Vermits bij reactief toezicht reeds milieuhinder aanwezig is, zal hier sneller overgegaan worden tot repressieve handhaving. Onderstaande tabel geeft de mogelijke stappen weer.
Retroactief toezicht Handhaving
1) 2) 3) 4)
Overleg en aanmaning bij retroactieve controle Aanmaning Aanmaning en PV* of VVV* Bestuurlijke maatregelen: regularisatiebevel – stopzettingbevel – bestuursdwang op kosten exploitant *PV: proces-verbaal, bij milieumisbruiken *VVV: verslag van vaststelling, bij milieu-inbreuken Afhankelijk van de aard van de milieuhinder is bij de verdere afhandeling samenwerking vereist met de brandweer, de natuurambtenaar, de groendienst, de adviseur water van de stad, OVAM (Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij), het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE) van de Vlaamse Overheid i.v.m. dierenwelzijn, de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, … (zie ook bijlage 3.1.)
1.2 Prioriteiten en tijdsbesteding In navolging van voorgaande visie wordt volgende prioriteitenvolgorde aangehouden: 1. Reactief toezicht: meldingen van milieuhinder Tot 2015 werd gebruik gemaakt van het softwarepakket MKROS (MilieuKlachten registratieen opvolgingsysteem) van de Vlaamse Overheid voor het registreren van meldingen m.b.t. milieuhinder. Op basis van praktische en organisatorische overwegingen worden meldingen vanaf 23 februari 2015 geregistreerd worden via het intern softwarepakket FacilSyn van MCS. Dit systeem zal op termijn gebruikt worden door de meeste stedelijke diensten en de Pagina 5 van 16
politie voor de registratie en afhandeling van meldingen. Via dit digitaal systeem is de opvolging van meldingen beter gegarandeerd en bestaat de mogelijkheid voor eenduidige en snelle rapportage.
2. Proactief toezicht i.h.k.v. milieuvergunningsaanvraag Bijlage 3.2: procedure proactieve controle Bijlage 5: overzicht milieutoezicht en -handhaving 3. Proactieve acties i.h.k.v. actieplannen per thema, sector of regio. Bijlage 3.2: procedure proactieve controle Bijlage 5: overzicht milieutoezicht en -handhaving Tijdsbesteding De gewenste tijdsbesteding voor toezicht en handhaving bedraagt 80% voor de proactieve controles en acties en 20% voor reactieve meldingen. Het uitgangspunt is dat dankzij de preventieve aanpak, de klachten zullen verminderen. Het registreren, doorgeven en rapporteren van meldingen wordt gedeeltelijk uitgevoerd door administratieve medewerkers of het diensthoofd. Hierbij dient opgemerkt dat het zeer moeilijk is een strikte tijdsbesteding na te streven alsook een vastgestelde termijn nauwgezet te volgen bij de uitvoer van proactieve acties. Het is immers niet te voorspellen hoeveel en van welke aard er zich meldingen zullen aandienen. Enige flexibiliteit is en blijft dus noodzakelijk. Bovendien is het adviseren van milieu- en bouwvergunningsaanvragen, dat wordt uitgevoerd door de toezichthouders van de milieudienst, termijngebonden. Hierdoor moet deze taak steeds prioritair opgenomen worden t.o.v. (proactief) toezicht en handhaving.
1.3 Doelstellingen 1.3.1 Algemene doelstellingen: 1) Nieuwe milieuovertredingen, al dan niet gekoppeld aan stedenbouwkundige overtredingen, voorkomen door proactieve controles bij nieuwe milieuvergunningsaanvragen of wijzigen van de milieuvergunning; 2)
Het uitvoeren van preventief toezicht gekoppeld aan prioritaire thema’s, sectoren of regio’s vastgelegd in actieplannen;
3) N.a.v. de implementatie van het omgevingsdecreet, een team “vergunningen” oprichten, dat instaat voor het afleveren van de omgevingsvergunningen en voor het toezicht en handhaving op vlak van milieu en stedenbouw. Momenteel wordt hiervoor Pagina 6 van 16
de nieuwe organisatiestructuur vastgelegd. Idealiter zal de nieuwe structuur gelijktijdig worden ingevoerd met het in voege treden van de omgevingsvergunning.
1.3.2 Specifieke doelstellingen In het verleden werden reeds proactieve acties ondernomen: - Garagesector (2006-2007) - Industriepark-Noord (2010-2011) - Geluidsinstallaties bij horeca en evenementen (2012-2013) - zwembaden (2013-2014) Deze acties focussen op een regio, een sector of een bepaalde activiteit. Door deze controles te groeperen, worden ze efficiënter uitgevoerd. Er wordt onder meer bespaard op verplaatsing en informatieverzameling. In de toekomst zal verder rond onderstaande acties gewerkt worden. a) Milieu -
-
-
Actieplan Industriepark-West met prioriteiten: milieuvergunning aanwezig en naleving bijzondere voorwaarden waterbeheer (grondwaterwinning, gebruik hemelwater, verharding) keuring stookinstallatie/mazouttank Vetvangers in de horeca: •op basis van rioloolverstoppingen Landbouw- en veeteeltbedrijven in SBZ (toepassen van de voortoets i.h.k.v. de passende beoordeling) met prioriteiten: directe en indirecte lozing in oppervlakte en grondwater opslag van mest gebruik van grondwater gebruik van BATNEEC voor reductie van stikstofemissies Tuinbouwbedrijven Gebruik grond/hemelwater
b) Stedenbouw (i.s.m. milieutoezichter, natuurambtenaar en stedenbouwkundig toezichter) - Heraanplant van bomen/groenbuffer - overwelvingen c) Sensibilisatie (samenwerking milieudienst en groendienst) - Gebruik van pesticiden in bermen en langsheen oppervlaktewateren - Sluikstort van o.a. groenafval
1.4 Praktische afspraken Volgende praktische afspraken worden genomen om de doelstellingen te bereiken:
Stroomschema’s en sjablonen (bijlagen 3, 4 en 5) worden opgesteld voor proactieve controles en voor afhandeling van meldingen/klachten van milieuhinder. In deze schema’s worden tevens de samenwerkingsverbanden met de dienst bijzondere wetten van de politie verduidelijkt. Naast deze instanties kunnen ook andere organisaties Pagina 7 van 16
betrokken zijn bij toezicht en handhaving. (Bv. VLM, VMM, milieu-inspectie, …). Er wordt vastgelegd rond welke thema’s, sectoren of regio’s preventieve acties of campagnes worden uitgewerkt.
1.5 Uitvoering Hierboven opgenoemde doelstellingen en afspraken resulteren in activiteiten die onder 3 types van toezicht kunnen worden gerangschikt:
1.5.1 Proactieve controles Alle milieuvergunningen en milieuvergunningsaanvragen die gekend zijn op de milieudienst sinds 1945, zitten in het vergunningenregister CEMOS van CEVI. Bij elke milieuvergunningsaanvraag ((her)nieuw(ing), verlenging, wijziging, uitbreiding,…) wordt een terreinbezoek uitgevoerd. Tenzij de aanvraag een zeer beperkt milieurisico inhoudt of de recente situatie van de inrichting voldoende gekend is. Op basis van de bijzondere voorwaarden in de milieuvergunning, het risico op milieuhinder en de historiek van de inrichting, wordt bepaald of een controlebezoek, nadat de vergunning werd verleend wordt uitgevoerd. Dit type van controle gebeurt sporadisch ook op vraag van de provincie en de milieu-inspectie bij klasse 1 bedrijven. Bij proactieve acties in een bepaalde regio of sector, wordt meestal op dezelfde manier tewerk gegaan. Een dergelijke controle of plaatsbezoek verloopt meestal in grote lijnen volgens het schema 'procedure proactieve controle' (bijlage 3.2.). Verdere verduidelijking bij het schema wordt hierna gegeven:
telefonisch contact opnemen met de exploitant om een afspraak voor de controle te maken en bevestiging van de afspraak per email; plaatsbezoek op de inrichting: vragen stellen, controleren van toestellen, machines, opvragen attesten, inventarissen, foto’s maken…; in het geval dat alles in orde is, kunnen naar de toekomst toe toch mondelinge raadgevingen gegeven worden die schriftelijk bevestigd worden. Dit om overtredingen te voorkomen (bv. de aanleg van een groenscherm in eerstvolgende plantseizoen, bijhouden van registers van verven, bedekkingmiddelen, geluidsmetingen, logboek van onderhoud van koolwaterstofafscheiders,…); in het geval dat fouten worden waargenomen waarbij geen ernstige milieuschade aanwezig is (bv. geen geluidsmeter bij klasse 3 muziekinrichting, geen inkuiping noch dubbele wand voorzien bij de opslag van een gevaarlijke stof,…) wordt er ter plaatse mondeling op gewezen en wordt een redelijke termijn in overleg afgesproken ter herstelling van de fout met schriftelijke bevestiging; opmaken verslag plaatsbezoek, handtekening door toezichthouder, opsturen naar uitbater; opvolgingscontrole na afgesproken termijn; opmaken verslag van de nacontrole; in geval de fouten niet zijn hersteld, wordt een tweede aanmaning opgemaakt; na afgesproken termijn 2de opvolgingscontrole; opmaken verslag van de nacontrole; in geval de fouten nog steeds niet opgelost zijn, wordt PV (“proces verbaal” in geval Pagina 8 van 16
van milieumisdrijven) of VVV (“Verslag van Vaststelling”, in geval van milieuinbreuken) opgemaakt na overleg met minstens 1 andere toezichthouder van de stad/politie of deskundige betrokkenen van de milieudienst;
in voorkomend geval kunnen bestuurlijke maatregelen opgelegd worden door de burgemeester of de toezichthouder. Een bestuurlijke maatregel is geen sanctie maar is in eerste instantie gericht op herstel. De bestuurlijke maatregel kan een regularisatiebevel, een stopzettingbevel of bestuursdwang inhouden en opgelegd door de burgemeester of een bevoegd toezichthouder met als doel milieuschade te herstellen, ongedaan te maken of herhaling te voorkomen.
ingeval tijdens een proactieve controle toch een vaststelling van een ernstig misdrijf wordt gedaan, kan onmiddellijk overgegaan worden tot de opmaak van een procesverbaal.
1.5.2. Reactieve controles (naar aanleiding van melding of klacht)
Meldingen of klachten die bij de milieudienst of de dienst Bijzondere Wetten van de politie binnenkomen worden afgehandeld volgens het schema in bijlage 3.1. Na het horen van de klacht, volgt een registratie en een beperkt onderzoek op basis van onder meer het vergunningenregister, digitale databanken, archiefdocumenten en luchtfoto’s. Indien nodig wordt onmiddellijk ter plaatse gegaan en worden de nodige maatregelen getroffen om de milieuhinder zo snel mogelijk te stoppen en de schade te herstellen. Indien het een klasse 1 bedrijf betreft, wordt de melding doorgegeven aan de Milieu-inspectie. Indien de hinder geen blijvende milieuverontreiniging veroorzaakt, kan de melding afgehandeld worden zoals een proactieve controle (bijlage 3.2.). Via een wekelijks overleg tussen de milieudienst en de dienst Bijzondere Wetten van de politie, worden de toezichthouders op de hoogte gehouden van alle binnengekomen dossiers en meldingen en de afhandelingen hiervan. De tabel uit bijlage 5 geeft een overzicht van de activiteiten voor zowel proactief als reactief toezicht.
1.6 Monitoring De controles vermeld in bijlage 5 werden tot 2014 geregistreerd in MKOS (Milieuklachten registratieen opvolgingssysteem), de databank die werd opgericht door de Vlaamse Overheid. Het gebruik hiervan was verplicht in het kader van de Samenwerkingsovereenkomst 2008-2013. Vanaf 23 februari 2015 worden de meldingen bijgehouden in het registratiesysteem FacilSYN. Met dit programma worden zowel de meldingen van de burger, als van de medewerkers van de stad genoteerd. Hierdoor is het mogelijk een eenduidige procedure te volgen voor alle meldingen. De opvolging is beter verzekerd en de rapportage kan geautomatiseerd en integraal gebeuren. Gedurende 2015 zal geëvalueerd worden in welke mate het programma nog moet worden aangepast aan de werkwijze.
Pagina 9 van 16
1.7 Bijlagen Bijlage 1.
Taakoverzicht toezichthouders
Bijlage 2.
Bevoegdheden van de gemeentelijke toezichthouders milieu
Bijlage 3.1..
Afhandeling meldingen milieuhinder
Bijlage 3.2.
Procedure proactieve controle
Bijlage 4.
Overzicht milieutoezicht en -handhaving
Pagina 10 van 16
BIJLAGE 1 Taakoverzicht toezichthouders
In grote mate komt het takenpakket van de toezichthouders van de milieudienst en de politie overeen. De omgeving van waaruit men werkt, bepaalt echter hun takenpakket en hun wijze van optreden. De toezichthouders van de milieudienst zijn in hoofdzaak bezig met de advisering van milieuvergunningsaanvragen en stedenbouwkundige aanvragen en de bijhorende preventieve controles hiervan. Hierdoor staan ze dichter bij de uitbaters en trachten ze milieuhinder te voorkomen via het verstrekken van informatie, bemiddeling en aanmaningen. De toezichthouder van de politiezone is in zijn takenpakket vooral, maar niet exclusief, gericht op de reactieve controles na klacht of milieuhinder.
Gemeentelijke toezichthouders (milieudienst) -
opvolgen van meldingen preventieve controles en nacontroles in het kader van milieuvergunningsaanvraag controles in het kader van proactieve acties controles op vraag van de provincie, het parket van de procureur des Konings en de Milieuinspectie Geven van raadgevingen na vaststelling van milieu-inbreuk en milieumisdrijf Geven van aanmaningen na vaststelling van milieu-inbreuk en milieumisdrijf Opmaken van verslagen van vaststelling in het kader van milieu-inbreuk Opmaken van processen-verbaal na vaststelling milieumisdrijven Nemen van bestuurlijke maatregelen Bijstand aan andere toezichthouders in het kader van een bepaald dossier of acties (huisvesting, stedenbouw, volksgezondheid,…)
Toezichthouders van de politiezone (dienst Bijzondere Wetten) -
opvolgen van meldingen controles in het kader van proactieve acties controles op vraag van de provincie, het parket van de procureur des Konings en de Milieuinspectie controles in samenwerking met andere politiediensten (verkeer, federale,…) Geven van raadgevingen na vaststelling van milieu-inbreuk en milieumisdrijf Geven van aanmaningen na vaststelling van milieu-inbreuk en milieumisdrijf Opmaken van verslagen van vaststelling in het kader van milieu-inbreuk Opmaken van processen-verbaal na vaststelling milieumisdrijven Nemen van bestuurlijke maatregelen Bijstand aan andere toezichthouders in het kader van een bepaald dossier of acties (huisvesting, stedenbouw, volksgezondheid,…)
Pagina 11 van 16
BIJLAGE 2 Bevoegdheden van de gemeentelijk toezichthouders milieu Gebaseerd op artikel 34 van het Milieuhandhavingsbesluit.
Inrichtingen klasse 2 en 3 niet-ingedeelde inrichtingen vrije velddelicten Klasse 1 inrichtingen enkel vaststellingen: zintuiglijke waarnemingen en onderzoek van zaken
Concrete wetgeving: Titel III van het DABM De wet Luchtverontreiniging De wet oppervlaktewater, wat de lozing van afvalwater en opsporing van waterverontreiniging betreft De wet geluidshinder artikel 11, 12, 13, 23, 25, § 1, artikel 39 en 40 van het Materialendecreet Het grondwaterdecreet Het Milieuvergunningendecreet Het Mestdecreet en de uitvoeringsbesluiten ervan De uitvoeringsbesluiten van voorgaande wetten en decreten Verordening (EG) nr. 1005/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 betreffende de ozonlaagafbrekende stoffen Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1774/2002 verordening (EG) nr. 850/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de persistente organische verontreinigde stoffen en tot wijziging van richtlijn 97/117/EEG verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen
Pagina 12 van 16
BIJLAGE 3.1 Afhandeling melding milieuhinder
Pagina 13 van 16
BIJLAGE 3.2 Procedure actieve controle
Pagina 14 van 16
Aanvullingen bij bijlage 3.2 schema procedure proactieve controle
De pijlen in de oranje kader zijn prioritair en worden door de gemeentelijke toezichthouder uitgevoerd, eventueel met ondersteuning van de interlokale toezichthouder.
Milieumisdrijf: alle schendingen van het milieurecht die geen milieu–inbreuk zijn. Milieu-inbreuk: een schending van hoofdzakelijk administratieve verplichtingen zonder schade aan mens of milieu (geen emissies). Limitatieve lijst in bijlagen bij het Milieuhandhavingsbesluit. Verslag van vaststelling: enkel bij milieu-inbreuken, mogelijkheid tot oplegging van bestuurlijke geldboete door AMMC. Het gaat dan om een exclusieve bestuurlijke geldboete. Indien er sprake is van een milieu–inbreuk, wordt een verslag van vaststelling opgemaakt (artikel 16.3.23 Milieuhandhavingsdecreet) en wordt dit onmiddellijk verstuurd aan de gewestelijke entiteiten (LNE: AMMC). Tegelijkertijd wordt een kopie van het verslag aan de vermoedelijke overtreder bezorgd. Bestuurlijke maatregelen: - Regularisatiebevel: het bevel aan de vermoedelijke overtreder tot beëindiging van het milieu– inbreuk of -misdrijf, ongedaan maken van de gevolgen, voorkoming herhaling. - Stakingsbevel: bevel aan de vermoedelijke overtreder tot stopzetting van activiteiten, werkzaamheden, gebruik van zaken. Vb. ogenblikkelijk stoppen van het storten van illegaal afval. - Bestuursdwang: feitelijk handelen van bevoegde persoon met het oog op beëindiging milieu– inbreuk of -misdrijf, ongedaan maken van de gevolgen, voorkoming herhaling (vb. verzegeling van toestellen of installaties, het meenemen van zaken of het doen verwijderen van illegaal achtergelaten afval, het stilleggen van machines of het doen plaatsen van een wetsconforme inkuiping) op kosten van de overtreder - of een combinatie van bovenvermelde.
Pagina 15 van 16
Bijlage 4 schema procedure proactieve controle
Pagina 16 van 16