Postbus 1 3430 AA
Bezoekad res Stadsplein 1
3431 LZ www.nieuwegein.nl
Duurzame Ontwikkeling en Toezicht, Veiligheid & Leefbaarheid
Uitvoeringsprogramma Omgevingsrecht 2014
Datum
23 januari 2014
Auteur Dhr. L. van Miltenburg
Uitvoeringsprogramma omgevingsrecht 2014 Datum 23 januari 2014
Inhoudsopgave
Inleiding ........................................................................................................... 5 1
Bouwen en slopen ................................................................................... 7 1.1
Vergunningverlening, toezicht en handhaving ........................... 7
1.2
Projecten.............................................................................. 9
1.3 2
Controles van bestaande bouw ..................................... 9
1.2.2
Wijkgerichte inzet ....................................................... 9
1.2.3
Opleiding ................................................................... 9
1.2.4
Digitaal handhaven .................................................... 10
1.2.5
Instrumenten Beleidskader omgevingsrecht 2011-2014 . 10
Relatie met prioriteiten en doelen ........................................... 10
Ruimtelijke ordening .............................................................................. 12 2.1
Vergunningverlening, toezicht en handhaving .......................... 12
2.2
Projecten............................................................................. 13
2.3 3
1.2.1
2.2.1
Binnenklimaat scholencomplex Fokkesteeg ................... 13
2.2.2
Instrumenten Beleidskader omgevingsrecht 2011-2014 . 13
Relatie met prioriteiten en doelen ........................................... 13
Brandveilig gebruik bouwwerken .............................................................. 14 3.1
Vergunningverlening, toezicht en handhaving .......................... 14 3.1.1
Beleidswijziging in indeling en controlefrequenties bouwwerken ............................................................. 14
3.1.2 3.2
3.3 4
3.2.1
Projecten .................................................................. 16
3.2.2
Instrumenten Beleidskader omgevingsrecht 2011-2014 . 17
3.2.3
Overige taken buiten het omgevingsrecht ..................... 17
Relatie met prioriteiten en doelen ........................................... 18
Milieu ................................................................................................... 20 4.1
4.2
4.3 5
Inzet in 2014 ............................................................ 15
Projecten en overige taken .................................................... 16
Vergunningverlening, toezicht en handhaving .......................... 20 4.1.1
Beleidswijziging controlefrequentie milieucategorie 2 ..... 21
4.1.2
Inzet 2014 ................................................................ 21
Projecten............................................................................. 23 4.2.1
Ketentoezicht ............................................................ 23
4.2.2
Energiebesparing ....................................................... 23
4.2.3
Instrumenten Beleidskader omgevingsrecht 2011-2014 . 23
Relatie met prioriteiten en doelen ........................................... 24
Overige taken omgevingsrecht ................................................................ 26 5.1
Gemeentelijke en provinciale verordeningen ............................ 26
5.2
Ondersteunende taken .......................................................... 27
5.3
Omgevingsrechtbrede projecten in 2013 ................................. 28 5.3.1
Kwaliteitseisen .......................................................... 28
3 (32)
Uitvoeringsprogramma omgevingsrecht 2014 Datum 23 januari 2014
5.3.2 6
ICT .......................................................................... 28
Benodigde en beschikbare capaciteit ........................................................ 29
Bijlage 1
Uitvoeringsprogramma 2014 in uren ....................................... 31
4 (32)
Uitvoeringsprogramma omgevingsrecht 2014 Datum 23 januari 2014
5 (32)
Inleiding
Op
23
februari
2011
heeft
de
gemeenteraad
het
Beleidskader
omgevingsrecht 2011 – 2014 – Deel I Probleemanalyse, prioriteiten, doelen en instrumenten vastgesteld. Hierin zijn de kaders neergelegd waarbinnen taken rond het omgevingsrecht
uitgevoerd
zullen
worden.
Dit
Uitvoeringsprogramma
2014
is
gebaseerd op het Beleidskader omgevingsrecht en omschrijft op hoofdlijnen welke instrumenten
we
rond
het
omgevingsrecht
inzetten.
Dit
betreft
voornamelijk
vergunningverlening, toezicht en handhaving rond: Bouwen en slopen Brandveilig gebruik van bouwwerken Milieu Ruimtelijke ordening Enkele
taken
op
basis
van
lokale
verordeningen,
waaronder
kap-
en
uitwegvergunningen. Aan dit Uitvoeringsprogramma ligt een gedetailleerde cijfermatige analyse ten grondslag van alle taken in aantallen en uren. Dit Uitvoeringsprogramma geeft daarvan een samenvatting. Het uitvoeringsprogramma vormt de leidraad voor de uitvoering van de taken
rond
het
omgevingsrecht
in
2014.
Natuurlijk
kan
de
uitvoering
door
omstandigheden wijzigen. Dit zal zichtbaar worden in het Jaarverslag. De ervaringen worden vervolgens meegenomen in het Uitvoeringsprogramma voor het jaar daarop. Met dit Uitvoeringsprogramma wordt tevens invulling gegeven aan diverse wettelijke plichten, te weten: Artikel 7.3 van het Besluit omgevingsrecht en artikel 10.4 van de Regeling omgevingsrecht:
plicht
tot
jaarlijkse
uitwerking
handhavingsbeleid
in
een
uitvoeringsprogramma; Artikel 10.1 lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening (verder: “Wro”), waarbij burgemeester en wethouders jaarlijks hun voornemens bekend moeten maken over de wijze waarop in het komende jaar uitvoering zal worden gegeven aan de bestuursrechtelijke handhaving van de regels in die wet. Binnen Nieuwegein
worden de taken rond
het
omgevingsrecht
in
hoofdzaak uitgevoerd door de afdelingen Duurzame Ontwikkeling, Toezicht, Veiligheid en Leefbaarheid, Beheer en Stadswinkel en door de Veiligheidsregio Utrecht. Daarnaast zijn diverse interne en externe adviseurs betrokken bij producten die geleverd worden. Naar verwachting worden per 1 juli 2014 een deel van de VTH-taken door de Regionale uitvoeringsdienst Utrecht uitgevoerd. In dit uitvoeringsprogramma is
Uitvoeringsprogramma omgevingsrecht 2014 Datum 23 januari 2014
6 (32)
hiermee geen rekening gehouden. De omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied voert vanaf 1 januari 2014 de taken voor vergunningverlening, toezicht en handhaving voor BRZO- en IPPC categorie 4-bedrijven uit (deel milieu Wabo). In 2014 betreft dit één bedrijf (Ecolab Production Netherlands). Leeswijzer In hoofdstuk 1 t/m 4 zijn achtereenvolgens de kerntaken omschreven op de beleidsvelden bouwen en slopen, ruimtelijke ordening, brandveilig gebruik en milieu.
In
hoofdstuk
5
worden
overige
Wabo-taken
(bv.
kapvergunning,
uitritvergunning) en ondersteunende taken beschreven die nodig zijn om deze Wabotaken uit te voeren. In hoofdstuk 6 ten slotte wordt aangegeven welke capaciteit benodigd is om de taken uit te voeren, en in hoeverre deze beschikbaar is. In de bijlage is een overzichtstabel opgenomen met de raming van de uren per betrokken afdeling. Aan deze tabel ligt een gedetailleerde planning ten grondslag, die hier niet is opgenomen.
Uitvoeringsprogramma omgevingsrecht 2014 Datum 23 januari 2014
7 (32)
1
Bouwen en slopen
1.1
Vergunningverlening, toezicht en handhaving
De aanhoudende economische crisis heeft een aanzienlijk effect op het aantal aanvragen voor bouwactiviteiten. Dat daalt van ca. 300 in 2011 tot een verwacht aantal van 224 in 2014. De verlaging toont zich bij kleine en grote bouwprojecten. De grote projecten zijn ruim meer dan kostendekkend en moeten qua legesinkomsten de kleine aanvragen compenseren. Een opgestelde meerjarenprognose 2013-2022 heeft aangetoond dat dit stelsel niet houdbaar is omdat het aantal grote bouwopgaven in die periode onvoldoende zal zijn. Dit heeft te maken met de crisis en ook omdat Nieuwegein geen groeigemeente meer is. Sinds eind 2012 zijn meerdere maatregelen genomen om een begrotingstekort zoveel als mogelijk te voorkomen. De tarieven zijn verhoogd en de legesinkomsten zijn in de begroting bijgesteld tot een reële waarde. De formatie van de bouwdisciplines DO en TVL is inmiddels afgestemd op een lager werkaanbod aan Wabo-taken, deels door een reductie in het aantal fte en deels door een verandering in takenpakket. De resterende formatie van team Bouwen van DO is afgestemd op het huidige
werkaanbod
legesinkomsten
volgend
tegenover
uit
staat.
aanvragen
Ruimte
voor
voor de
Wabo
uitvoering
producten, van
waar
aanvullende
werkzaamheden is sterk afgenomen. De terugloop in het aantal bouwaanvragen zal voor het team bouwen van TVL zal dit in 2014 nog geen consequenties hebben voor de werkvoorraad. Er zijn meerdere grotere projecten die in 2014 nog in uitvoering zijn of waarmee gestart wordt. Ook het aantal niet gestarte projecten geeft geen verwachting dat de werkzaamheden zullen afnemen. Doordat de middelen voor de toezichtcapaciteit van het team bouwen van TVL gedekt worden uit de bouwleges is in 2014 minder capaciteit beschikbaar dan voorgaande jaren. Daarnaast is er een noodzaak vanwege het personeelsverloop dat toezichthouders van TVL ook werkzaamheden in het kader van de Drank- en horecawetgeving en APV oppakken. Hierdoor vindt een verschuiving van capaciteit plaats en worden nieuwe prioriteiten gesteld. Voor toezicht op de uitvoering van verleende vergunningen, en toezicht- en handhavingstaken op basis van klachten een meldingen is voldoende capaciteit beschikbaar. De controles voor de bestaande bouw worden in 2014 opgepakt op basis van de beschikbaarheid van de uren en conform het Beleid Bestaande Bouw. De ervaring van de afgelopen jaren leert dat opgestarte projecten of weinig tijd kosten of
Uitvoeringsprogramma omgevingsrecht 2014 Datum 23 januari 2014
8 (32)
juist zeer veel tijd. Plannen van het aantal projecten is daardoor erg lastig. De controles voor de bestaande bouw krijgen in 2014 pas prioriteit indien er in de loop van 2014 voldoende uren beschikbaar blijken te zijn. Voor 2014 is de inzet van team Bouwen afdeling DO geraamd op: Product Het voeren van vooroverleg bij het afhandelen van principeaanvragen waarmee de haalbaarheid van een schetsplan wordt getoetst en eventuele voorwaarden voor de formele aanvraag in beeld worden gebracht
Aantal 100
Afhandelen vergunningaanvragen voor bouwactiviteiten
2241
Afhandelen van sloopmeldingen, bedrijfsmatig
65
Afhandelen van asbestsloopmeldingen particulieren
25
Toezicht op de realisatie van bouwactiviteiten na afgifte van een omgevingsvergunning.
17902
Toezicht op sloopmeldingen
65
Toezicht op illegale bouw en sloop (illegaal is zonder vereiste vergunning of melding) door surveillance, klachten en handhavingsverzoeken.
93
Controles bestaande bouw, nieuw4
15
Handhaving, bestuursdwang
5
Handhaving, last onder dwangsom
5
Afhandelen vergunningaanvragen voor veranderen of slopen van monumenten en gebouwen in een beschermd stads- of dorpsgezicht
3
Zienswijzen, bezwaar, (hoger) beroep en/of voorlopige voorzieningen m.b.t. omgevingsvergunningen
18
Zienswijzen, bezwaar, (hoger) beroep en/of voorlopige voorzieningen m.b.t. handhavingsbeschikkingen, invorderingsbeschikkingen en/of beslissingen op verzoek om handhaving
0
In het uitvoeringsprogramma 2013 waren uren geraamd voor projecten voortkomend uit inspectiesignalen van het ministerie van VROM (nu ministerie van Binnenlandse Zaken. Vanwege voortdurende grote personele bezetting voor de
1 De 224 vergunningaanvragen voor het bouwen zullen bij 32 gevallen samenlopen met planologisch strijdig
gebruik. Daarnaast zullen er 9 planologische procedures doorlopen worden die niet samenhangen met bouwactiviteiten of waarvoor in ieder geval geen vergunning voor de activiteit bouwen nodig is. 2
Betreft aantal toezichtacties. Per bouw vinden één of meerdere toezichtsacties plaats, reikend van controle
of de bouw is gestart, administratieve controles van bijvoorbeeld certificaten en rapporten tot controles op de bouw zelf. 3 Aantal betreft raming van het aantal zaken, dus niet aantal toezichtacties. 4 Daarnaast worden in het verleden gestarte trajecten verder vervolgd.
Uitvoeringsprogramma omgevingsrecht 2014 Datum 23 januari 2014
9 (32)
projecten in de Binnenstad (Blok 1, 7 en 8, het Stadshuis, het Theater, de parkeergarages P4 en P5) is het niet mogelijk gebleken hiervoor uren beschikbaar te stellen. Ook in 2014 zal dit niet mogelijk zijn. De
VRU
heeft
een
adviserende
rol
als
het
gaat
om
omgevingsvergunningen voor het bouwen. Aanvragen van de grotere bouwwerken, naar schatting zo’n 40 stuks, worden standaard aan de VRU voorgelegd om advies. Bij de kleinere bouwwerken spelen soms ook brandveiligheidsaspecten die om advies vragen. De VRU voert daarnaast ook samen met de gemeente controles uit op nieuwbouw, waarbij specialistische brandbeveiligingsvoorzieningen getroffen zijn. Dit kan bijvoorbeeld een wettelijk vereiste brandmeld- en ontruimingsinstallatie zijn. De sterke verlaging van grotere bouwprojecten zorgt ervoor dat de adviesvraag aan VRU aanzienlijk zal afnemen. Het toetsen van aanvragen omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen geschiedt aan de hand van een toetsprotocol. Ook het toezicht op bouwen en slopen geschiedt aan de hand van toezichtprotocollen. In de protocollen is aangegeven hoe (met welke diepgang per te toetsen cq. te controleren aspect) deze taken worden uitgevoerd. Deze zijn opgenomen in Beleidskader omgevingsrecht 2011-2014 - Deel II Strategieën vergunningverlening, toezicht en handhaving. 1.2
Projecten
1.2.1
Controles van bestaande bouw
In
2012
is
een
lijst
opgesteld
met
bedrijfspanden
waarbij
het
aandachtspunt ligt op het voldoen aan de veiligheidseisen. Deze lijst is opgebouwd met projecten voorkomende uit ministeriële speerpunten, zoals de combinatie van horeca
met
wonen
of
verzorgingstehuizen,
en
uit
constateringen
van
de
toezichthouders van de gemeente en de VRU. De constateringen betreffen veelal panden waarbij geconstateerd is dat door (illegale) verbouwingen of afwijkend gebruik het vluchten uit de gebouwen mogelijk negatief wordt beïnvloed. 1.2.2
Wijkgerichte inzet
In 2014 wordt een start gemaakt met een wijkgerichte aanpak in het zuidelijk deel van Jutphaas-Wijkersloot. Het doel van deze eerste wijkgerichte aanpak is het inventariseren en optimaliseren van de gebouwen met een bedrijfsfunctie in deze wijk. Door signalen uit de bevolking, stadstoezicht, wijkmanagers en de politie is gebleken dat in de loop van de tijd het veiligheidsniveau in en rond deze panden vaak naar een zorgwekkend laag niveau is gedaald. Door middel van deze wijkgerichte aanpak hoopt kan mogelijk het veiligheidsgevoel van de burgers verbeterd worden. 1.2.3
Opleiding
Om in 2015 aan de kwaliteitscriteria te voldoen volgen de teamleden cursussen en opleidingen. Door een voldoende opleidingsniveau en urenbesteding bij zowel afdeling DO en team bouwen van TVL wordt voldaan aan de kwaliteitscriteria voor de asbest taken. Voor team bouwen houdt dit in dat één opgeleide inspecteur minimaal 1/3 fte zal besteden aan asbest taken. Een bijkomend voordeel van het onderbrengen van de taak bij één inspecteur is dat de werkzaamheden daardoor meer gestroomlijnd uitgevoerd kunnen worden.
Uitvoeringsprogramma omgevingsrecht 2014 Datum 23 januari 2014
1.2.4
10 (32)
Digitaal handhaven
In 2014 is het digitale handhaven ingevoerd. Verwacht wordt dat in 2014 hier voldoende ervaring mee zal worden opgedaan waardoor nog efficiënter gewerkt zal kunnen gaan worden. 1.2.5
Instrumenten Beleidskader omgevingsrecht 2011-2014
In het Beleidskader zijn diverse instrumenten opgenomen, ter invulling van daarin genoemde risico’s en prioriteiten. Veel van deze instrumenten betreffen jaarlijks terugkerend regulier werk, enkele zijn bijzonder van aard, die in de beleidsperiode invulling behoeven. Voor 2014 zijn dat (met vetgedrukt de doelgroep die het betreft): 56. (Horeca) Toezicht op drank en horecavergunningen; 68. (Burgers) Voorlichting rond bouwregelgeving om de bewustwording te verhogen; 94. (Horeca) Toezicht op bestaande bouw (in gebruiksfase) bij horecabedrijven (zie § 1.2.1; betreft voortzetting vanuit 2013); 1.3
Relatie met prioriteiten en doelen
In het Beleidskader omgevingsrecht 2011 – 2014 – Deel I zijn op basis van de probleemanalyse prioriteiten en doelen benoemd. De werkzaamheden rond bouwen en slopen zijn gerelateerd aan de prioriteiten: Constructief veilige gebouwen Deze prioriteit komt voort uit de analyse dat handhavend optreden in de bouwfase meestal betrekking heeft op het ontbreken van constructieve gegevens en constructieve gebreken. De effecten (in termen van slachtoffers) zijn zowel maatschappelijk als politiek hoog. Zowel bij toetsing van aanvragen als bij bouwtoezicht ligt hier, naast brandveiligheidsaspecten, de grootste aandacht. Daarnaast
hangen
de
werkzaamheden
samen
met
twee
algemene
prioriteiten, die voor elk beleidsveld binnen de Wabo gelden. Dit zijn: Het behandelen van aanvragen om vergunningen, binnen de wettelijke termijnen. Het behandelen van handhavingsverzoeken/meldingen/klachten. Bij de werkzaamheden worden de volgende doelen uit het Beleidskader in acht genomen: I. III. IV. V.
VIII. XVI.
Besluitvorming op vergunningaanvragen en handhavingverzoeken binnen wettelijke termijnen. Behandeling van klachten volgens het klachtenprotocol. Beoordeling van vergunningaanvragen voor de delen bouwen, slopen en brandveilig gebruik op basis van een toetsingsprotocol. Toetsing van de naleving van wet- en regelgeving door toezicht (controlebezoek) op basis van een toezichtprotocol voor de onderdelen bouwen, slopen, milieu en brandveilig gebruik en registratie van controlebevindingen en type overtredingen. Sanctionering bij constatering van overtredingen volgens de sanctiestrategie. Bij nieuwbouw/verbouw wordt voldaan aan eisen op het gebied van brandveiligheid en binnenmilieu bij schoolgebouwen vanaf gemeentelijk ontwerptraject tot gebruik.
Uitvoeringsprogramma omgevingsrecht 2014 Datum 23 januari 2014
Bij de werkzaamheden worden de volgende doelen uit het Beleidskader nagestreefd: VI. XIV.
In 90% van de afgegeven vergunningen met bouwactiviteiten en sloopactiviteiten tijdige ontvangst van melding van de start bouw en start sloop. (Doelgroep burgers) Verhoging van de bewustwording bij de doelgroep om bij bouwtechnische aanpassing volgens wet- en regelgeving te werken.
11 (32)
Uitvoeringsprogramma omgevingsrecht 2014 Datum 23 januari 2014
2
Ruimtelijke ordening
2.1
Vergunningverlening, toezicht en handhaving
12 (32)
De Wabo-taken betreffen besluiten op aanvragen dan wel naar aanleiding van toezicht als er planologische strijdigheden zijn van activiteiten in de fysieke omgeving. Het opstellen en actualiseren van bestemmingsplannen valt buiten de reikwijdte van de Wabo en ook van dit uitvoeringsprogramma. Voor 2014 is de inzet geraamd op: Product
Aantal
Afhandelen van vergunningaanvragen voor een aanlegactiviteit
2
Afhandelen van aanvragen voor het afwijken van planologische regels, inclusief bouwen. Afhandelen van aanvragen voor het afwijken van planologische regels, exclusief bouwen
32 9
Afhandelen klachten en handhavingsverzoeken op het gebied van mogelijk strijdig gebruik
20
Handhaving, bestuursdwang
0
Handhaving, last onder dwangsom
45
Zienswijzen, bezwaar, (hoger) beroep en/of voorlopige voorziening m.b.t. omgevingsvergunningen
(6)
Zienswijzen, bezwaar, (hoger) beroep en/of voorlopige voorziening tegen handhavingsbeschikkingen, invorderingsbeschikkingen en/of beslissingen op verzoek om handhaving
7
De afdelingen Ruimtelijke Ontwikkeling en Grondbedrijf/Vastgoed vervullen een adviserende rol bij deze aanvragen.
5 De raming van het aantal handhavingsbeschikkingen overlapt deels met de raming voor het
onderdeel bouwen. Dit komt omdat strijdig gebruik soms samenhangt met illegale bouw. 6 Zie hoofdstuk bouwen en slopen. Hier is het totaal aantal rechtsbeschermingsprocedures
ten aanzien van omgevingsvergunningen bouwen, slopen en planologische afwijkingen opgenomen.
Uitvoeringsprogramma omgevingsrecht 2014 Datum 23 januari 2014
13 (32)
2.2
Projecten
2.2.1
Binnenklimaat scholencomplex Fokkesteeg
Het binnenklimaat op basisscholen is een bekend aandachtspunt. Begin 2014 wordt een project afgerond om in het scholencomplex CO2-gestuurde ventilatie te installeren. Hierdoor zal worden voldaan aan de norm. In het gebouw aan de Deldenseschans zijn meerdere basisscholen gevestigd, een peuterspeelzaal, een buitenschoolse
opvang, en een kinderdagverblijf. Door het project wordt tevens
voldaan aan doelstelling XIII van de uitvoeringsprogramma, namelijk dat eind 2014 dat minimaal 40% van de schoolgebouwen een voldoende binnenklimaat heeft. 2.2.2
Instrumenten Beleidskader omgevingsrecht 2011-2014
In het Beleidskader is een aantal instrumenten genoemd met betrekking tot ruimtelijke ordening. Deze kwamen voort uit het feit dat in 2010 enkele illegale situaties bekend waren dan wel er zorg bestond over de leefbaarheid in relatie tot horeca. Daaruit zijn de volgende instrumenten voortgekomen: 75. (dag- en nachtverblijven) Onderzoeken van gedogen van tijdelijke strijdigheid van
bestemmingsplan
voor
kinderdagverblijven,
mits
aan
bouwtechnische
voorwaarden rond brandveiligheid wordt voldaan. In 2013 zijn de laatste 2 illegale kinderdagverblijven overgegaan naar de Brede school in Hoog Zandveld. Daarmee zijn er geen illegale kinderdagverblijven meer. 2.3
Relatie met prioriteiten en doelen
In het Beleidskader omgevingsrecht 2011 – 2014 – Deel I zijn op basis van de probleemanalyse prioriteiten en doelen benoemd. De werkzaamheden rond ruimtelijke ordening zijn niet gerelateerd aan één van de inhoudelijke prioriteiten. De werkzaamheden rond ruimtelijke ordening hangen wel samen met twee algemene prioriteiten, die voor elk beleidsveld binnen de Wabo gelden. Dit zijn: Het behandelen van aanvragen om vergunningen, binnen de wettelijke termijnen. Het behandelen van handhavingsverzoeken/meldingen/klachten. Bij de werkzaamheden worden de volgende doelen uit het Beleidskader in acht genomen: I.
Besluitvorming op vergunningaanvragen en handhavingverzoeken binnen wettelijke
III. VIII.
termijnen. Behandeling van klachten volgens het klachtenprotocol. Sanctionering bij constatering van overtredingen volgens de sanctiestrategie.
Bij de werkzaamheden worden de volgende doelen uit het Beleidskader nagestreefd: XV.
(Doelgroep dag- en nachtverblijven) Daling aantal illegale vestigingen van erkende kinderdagverblijven naar 0.
Uitvoeringsprogramma omgevingsrecht 2014 Datum 23 januari 2014
14 (32)
3
Brandveilig gebruik bouwwerken
3.1
Vergunningverlening, toezicht en handhaving
Per 1 april 2012 is de regelgeving rond het brandveilig gebruik, te weten het Gebruiksbesluit 2008, opgegaan in het Bouwbesluit 2012. Op grond van het Bouwbesluit 2012 zijn bouwwerken vergunningplichtig of meldingsplichtig. Daarnaast valt een aantal bouwwerken (bijvoorbeeld woningen met zorg) onder ‘algemeen gebruik’. In die bouwwerken is geen melding of vergunning nodig, maar vindt wel toezicht
plaats.
Tot
slot
is
een
aantal
inrichtingen
op
grond
van
de
Brandbeveilingsverordening vergunningplichtig (terreinen, tenten, markten). 3.1.1
Beleidswijziging in indeling en controlefrequenties bouwwerken
Per 1 januari 2013 is een wijziging in indeling van bouwwerken in risicoklassen doorgevoerd en de daarmee gepaard gaande controlefrequenties. In het Beleidskader omgevingsrecht 2011-2014 waren de bouwwerken ingedeeld in drie prioriteitsklassen, waarbij de Prio’s 1 en 2 jaarlijks werden gecontroleerd, en Prio 3 1x per 2 jaar. In onderstaande tabel is het aantal bouwwerken in Nieuwegein per gebruiksfunctie volgens Prevap 2009 weergegeven: Pre vap
Gebruiksfuntcie
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 Tot aal
Woonfunctie (o.a. woongebouwen, kamerverhuur) Bijeenkomstfunctie (o.a. horeca, buurthuizen, theater) Celfunctie (gevangenis, cellen politiebureau) Gezondheidszorgfunctie (o.a. ziekenhuis, verpleeghuizen) Industriefunctie Kantoorfunctie Logiesfunctie (o.a. hotel, dagverblijven excl. kinderopvang) Onderwijsfunctie Sportfunctie Winkelfunctie Overige gebruiksfunctie Bouwwerk, geen gebouw zijnde Gebouwen met gelijkwaardigheid Gebruik op basis brandbeveiligingsverordening (markten)
Vergunning -plichtig 2 19 2 4 0 0 10 24 0 0 0 0 2 0
Aantal in Nieuwegein MeldingsAlgemeen plichtig gebruik 4 14 77 0 0 0 5 0 93 0 176 0 0 0 28 0 20 0 60 200 0 0 0 0 0 2 0 3
BBV=vergunning op grond van Brandbeveiligingsverordening Nu de taken door de Veiligheidsregio Utrecht (VRU) worden uitgevoerd is het van belang dat de VRU kan toewerken naar meer uniformiteit in taakuitvoering. Daar hoort een meer uniforme indeling van bouwwerken bij de verschillende gemeenten toe. Daarnaast is de huidige Prio-indeling van Nieuwegein vrij grofmazig als het gaat om indeling van bouwwerken op basis van risico’s en bijbehorende
BBV 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 3
Uitvoeringsprogramma omgevingsrecht 2014 Datum 23 januari 2014
15 (32)
controlefrequenties. Om deze redenen worden de bouwwerken ingedeeld in de categorieën en gecontroleerd met de frequenties zoals deze benoemd zijn in de landelijk
Handleiding
Prevap7
2009.
De
indeling
geschiedt
volgens
de
(hoofd)gebruiksfunctie van een bouwwerk. Dit sluit aan op de indeling die het Bouwbesluit kent in het kader van bouwen. De controlefrequentie hangt niet alleen samen met de gebruiksfunctie van het gebouw, maar ook met het aantal gebruikers. Binnen een gebruiksfunctie kunnen, met het oog op aantal gebruikers, verschillende controlefrequenties gelden op grond van Prevap 2009. Voor Nieuwegein komt dit neer op: Controlefrequentie volgens Prevap
Aantal bouwwerken in Nieuwegein
Aantal periodieke controles
22 242 278 542
44 242 139 425
2x per jaar 1x per jaar 1x per 2 jaar Totaal
In 2012 heeft reeds een opschoning van de bestaande lijst van bouwwerken plaatsgevonden: bouwwerken die niet vergunning- of meldingsplichtig zijn op grond van het Bouwbesluit worden niet meer periodiek gecontroleerd op brandveiligheid Met de wijziging in indeling naar Prevap én het opschonen van het bestand aan periodiek te controleren bouwwerken daalt het aantal uit te voeren periodieke controles per jaar licht, van 434 in 2013 naar 425 in 2014. De
VRU zal
in 2014
verder werken aan de
ingezette
weg
van
risicogestuurde controles. Daarbij wordt op basis van naleefgedrag een verdere verfijning aangebracht in de controlefrequenties. Simpel gezegd: doet het bedrijf het goed, dan kan de controlefrequentie omlaag. 3.1.2
Inzet in 2014
Ten opzichte van voorgaande jaren is het aantal af te handelen vergunningen en meldingen in relatie tot brandveiligheid naar beneden toe bijgesteld, op basis van ervaringen in voorgaande jaren. Het toetsen van aanvragen omgevingsvergunning voor bouwwerken in relatie tot brandveiligheid geschiedt aan de hand van een toetsprotocol. Het toezicht op de regelgeving van het Bouwbesluit 2012 geschiedt aan de hand van het toezichtprotocol brandveilig gebruik. In de protocollen is aangegeven hoe (met welke diepgang per te toetsen cq. te controleren aspect) deze taken worden uitgevoerd. Deze zijn opgenomen in Beleidskader omgevingsrecht 2011-2014 - Deel II Strategieën vergunningverlening, toezicht en handhaving.
7 Prevap staat voor Preventieactiviteitenplan.
Uitvoeringsprogramma omgevingsrecht 2014 Datum 23 januari 2014
16 (32)
Voor 2014 is de inzet geraamd op: Product
Aantal
Afhandelen van aanvragen om omgevingsvergunning: in gebruik nemen of gebruiken van bouwwerken in relatie tot brandveiligheid
50
Afhandelen melding in gebruik nemen of gebruiken van bouwwerken in relatie tot brandveiligheid
10
Periodiek toezicht (op basis van Prevap 2009)
425
Hercontroles (n.a.v. periodieke controles)
127
Themacontroles
200
Themacontroles, overig (integraal, klachten)
10
Handhaving, bestuursdwang/dwangsom
2
Zienswijzen, bezwaar, (hoger) beroep en/of voorlopige voorziening m.b.t. omgevingsvergunning
0
Zienswijzen, bezwaar, (hoger) beroep en/of voorlopige voorziening m.b.t. handhavingsbeschikkingen en/of invorderingsbeschikkingen
0
De themacontroles zijn de “eindejaars”controles van de vijf winkelcentra in Nieuwegein en horeca op de brandveiligheid van kerstversieringen. Daarmee wordt tevens invulling gegeven aan de volgende instrumenten uit het Beleidskader omgevingsrecht 2011-2014 Deel I: 82. (doelgroep Detailhandel) Periodiek toezicht detailhandel op brandveiligheid die niet gebruiksmeldingplichtig zijn; 92.
(doelgroep
Horeca):
Periodiek
toezicht
horecabedrijven
die
niet
gebruiksmeldingplichtig zijn.
3.2
Projecten en overige taken
3.2.1
Projecten
Projecten Nieuwegein
Zoals in § 1.1 aangegeven blijft het aantal bouwaanvragen laag, waarmee ook het aantal adviezen van de VRU op vergunningen in het kader van de Wabo naar verwachting afneemt.
De ruimte die daarmee vrijkomt in de formatie wil de VRU
benutten voor een aantal taken die de afgelopen jaren zijn blijven liggen: Onderhoud van het vergunningen- en meldingenbestand “Brandveilig gebruik”. Door wijzigingen in functie of indeling van een bouwwerk in de loop der jaren zullen “oude” gebruiksvergunningen” niet meer actueel zijn of zelfs strijdig met de huidige regelgeving (de vergunning uit 1992 van voor de brand in de Geinsche Hof is hiervan een voorbeeld);
Uitvoeringsprogramma omgevingsrecht 2014 Datum 23 januari 2014
17 (32)
Verder vormgeven van digitaal werken. Naast het reeds ingevoerde digitaal afhandelen van vergunning- en adviesaanvragen zal de VRU het papieren archief waar nodig en mogelijk opschonen en inscannen. Uitvoeren van werkzaamheden in het kader van “Brandveilig Leven”. De VRU zal zich meer richten op de voorkant van de veiligheidsketen. Het verder laten dalen van slachtoffers bij brand kan vooral worden gerealiseerd door verhoging van bewustzijn over brand(veiligheid) bij burgers en bedrijven. Brandveilig Leven. In het Algemeen Bestuur en het Dagelijks bestuur van de VRU wordt
momenteel
gesproken
over
investering
aan
de
voorkant
van
de
veiligheidsketen, waarbij aandacht is voor wegnemen van structurele risico’s, communicatie, zelfredzaamheid en bewustwording (verzamelterm: Brandveilig Leven). De precieze invulling komt mogelijk naar voren in een bestuurlijk besluit. Anders wordt gedacht aan projecten als een rookmeldercampagne in een wijk met verhoogd risico, of aan veiligheidsexpeditie in zorginstellingen (www.geennood bij brand.nl). Daarnaast vragen we van de VRU ons bij te staan bij de controles bestaande bouw (zie § 1.2.1). Projecten voor alle gemeenten binnen de VRU -regio
Het verder ontwikkelen van een visie m.b.t. het nieuwe Veiligheidsdenken. Het nieuwe veiligheidsdenken heeft tot doel het veiligheidsbewustzijn bij burgers, bedrijven en instellingen te verhogen. De visie gaat uit van een totaalpakket aan instrumenten (voorlichting, “Brandveilig Leven” en toezicht & handhaving) om dat doel te bereiken. De VRU zal in 2013 de catalogus Brandveilig Leven verder ontwikkelen. Hieruit kunnen gemeenten dan producten kiezen die ze in 2014 en daarna zouden willen afnemen van de VRU. Waarschijnlijk zal die keuze bij leden van het Algemeen of Dagelijks Bestuur van de VRU liggen. Een ander onderdeel is het uitvoeren van ontruimingsoefeningen in de brandpreventieweek bij middelbare scholen en zorginstellingen; Samenwerking en verdere afstemming met partners. Voor 2014 zal ok de VRU de samenwerking met de Regionale Uitvoeringsdienst in wording (RUD i.w.) zoeken. Concreet gaat het om de ODRU en de RUD 2.0: het doel is dat beide uiteindelijk opgaan in de RUD Utrecht. Hiertoe is eind 2012 een werkgroep bestaande uit vertegenwoordigers van de afdelingen preventie binnen de VRU en de RUD i.w. geformeerd en worden in 2014 regio breed pilots uitgevoerd om de samenwerking te optimaliseren. 3.2.2
Instrumenten Beleidskader omgevingsrecht 2011-2014
De VRU levert haar bijdrage aan de uitvoering van controles bestaande bouw, en daarmee aan de instrument 94 (zie § 1.2.1). Nieuwe controles worden in gezamenlijkheid uitgevoerd met de toezichthouder van de gemeente. Door de uitvoering van themacontroles geeft de VRU invulling aan instrumenten 82 en 92 (zie § 3.1). 3.2.3 Met
Overige taken buiten het omgevingsrecht de
VRU
zijn
Dienstverleningsovereenkomst.
de Naast
taken de
op
hoofdlijnen
reeds
vastgelegd
genoemde
taken
in in
de dit
Uitvoeringsprogramma voert de VRU nog de volgende taken uit, die niet onder het omgevingsrecht vallen:
Uitvoeringsprogramma omgevingsrecht 2014 Datum 23 januari 2014
18 (32)
Product
Aantal 150
Terugdringen ongewenste brandmeldingen
10
Advisering ontruimingsplannen
165
Advies en toetsing evenementenvergunningen Toezicht op brandveiligheid bij evenementen
3.3
10
Relatie met prioriteiten en doelen
In het Beleidskader omgevingsrecht 2011 – 2014 – Deel I zijn op basis van de probleemanalyse prioriteiten en doelen benoemd. De werkzaamheden rond brandveilig gebruik zijn gerelateerd aan de prioriteit: Brandveiligheid bouwwerken, met accent op veilig vluchten en brandbeheersing (goede
werking
van
brandveiligheidsinstallaties,
goede
uitvoering
van
vluchtroutes). Deze prioriteit komt voort uit de analyse dat het naleefgedrag ten aanzien van deze voorschriften laag is en het effect (in termen van slachtoffers) zowel maatschappelijk als politiek hoog is. Daarnaast
hangen
de
werkzaamheden
samen
met
twee
algemene
prioriteiten, die voor elk beleidsveld binnen de Wabo gelden. Dit zijn: Het behandelen van aanvragen om vergunningen, binnen de wettelijke termijnen. Het behandelen van handhavingsverzoeken/meldingen/klachten. Bij de werkzaamheden worden de volgende doelen uit het Beleidskader in acht genomen: I. II. III. IV. V.
VII. VIII. XVI.
Besluitvorming op vergunningaanvragen en handhavingverzoeken binnen wettelijke termijnen. Beoordeling en registratie van meldingen en mededelingen in het kader van de Wet milieubeheer, Besluit bodemkwaliteit en het Bouwbesluit en Wet op de kansspelen. Behandeling van klachten volgens het klachtenprotocol. Beoordeling van vergunningaanvragen voor de delen bouwen, slopen en brandveilig gebruik op basis van een toetsingsprotocol. Toetsing van de naleving van wet- en regelgeving door toezicht (controlebezoek) op basis van een toezichtprotocol voor de onderdelen bouwen, slopen, milieu en brandveilig gebruik en registratie van controlebevindingen en type overtredingen. Uitvoering van controles milieu, brandveiligheid en terrassen volgens vastgestelde frequenties. Sanctionering bij constatering van overtredingen volgens de sanctiestrategie. Bij nieuwbouw/verbouw wordt voldaan aan eisen op het gebied van brandveiligheid en binnenmilieu bij schoolgebouwen vanaf gemeentelijk ontwerptraject tot gebruik.
Uitvoeringsprogramma omgevingsrecht 2014 Datum 23 januari 2014
Bij de werkzaamheden worden de volgende doelen uit het Beleidskader nagestreefd: IX.
X.
95% van de vergunningsplichtige bedrijven en 85% van de meldingsplichtige bedrijven die volgens het Bouwbesluit een brandmeldinstallatie nodig heeft, beschikt in 2014 over een brandmeldinstallatie. Bij periodieke controles op brandveiligheid wordt in 60% van de gecontroleerde gebouwen geen overtreding geconstateerd op kernpunten uit het toezichtprotocol brandveiligheid. Voor de doelgroepen Dag- en nachtverblijven, Detailhandel, Recreatie en vrije tijd en Transport en opslag geldt een naleefgedrag van 70%.
19 (32)
Uitvoeringsprogramma omgevingsrecht 2014 Datum 23 januari 2014
20 (32)
4
Milieu
4.1
Vergunningverlening, toezicht en handhaving
Onze gemeente is bevoegd gezag voor 1.365 bedrijven die onder de Wet milieubeheer vallen. Door deregulering van de milieuregelgeving zijn de laatste jaren veel bedrijven meldingsplichtig geworden in plaats van vergunningplichtig. Er zijn 33 vergunningplichtige bedrijven waarvoor onze gemeente bevoegd gezag is. Dit zal in de toekomst nog afnemen als gevolg van verdere deregulering vanuit het Rijk. Op 9 januari 2014 is de Regionale Uitvoeringsdienst Utrecht 2.0 opgericht (RUD 2.0). Gemeenten en Provincie dienen taken die zijn genoemd in het landelijk vastgestelde
“basistakenpakket”
naar
deze
dienst
over
te
dragen.
Het
basistakenpakket betreft milieuvergunningverlening, het toezicht op de wat zwaardere categorieën bedrijven en het toezicht op het Besluit bodemkwaliteit. De gemeenteraad heeft 19 december 2012 ingestemd met het zogenaamde Koersdocument rond de vorming van de RUD. Operationalisering van de RUD wordt voorzien per 1 juli 2014. Dit betekent dat de taakuitvoering in 2014 voor een deel halverwege dit jaar wordt overgedragen. Voor de uitvoer van deze taken worden aan de RUD fte en financiële ter beschikking gesteld, zodanig dat deze haar taken conform het vastgestelde het uitvoeringsprogramma kan uitvoeren. Voor het bedrijf Ecolab Production Netherlands waarop het Besluit risico’s zware ongevallen van toepassing is zijn de genoemde taken al per 1 juli 2013 uitbesteed aan een andere omgevingsdienst die gespecialiseerd is in risicobedrijven, namelijk de omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied. Uitgangspunt is dat de verleende milieuvergunningen actueel blijven. Een vergunning voor een milieuactiviteit wordt tenminste eenmaal per 10 jaar beoordeeld op actualiteit, dekkendheid en wordt zo nodig geactualiseerd. Een vergunning voor een categorie 4 inrichting wordt tenminste eenmaal per 5 jaar beoordeeld op actualiteit, dekkendheid en wordt zo nodig geactualiseerd. Daarnaast kunnen wijziging in wet- en regelgeving een actualisatie nodig maken. Op basis van de indeling van bedrijven worden periodieke milieucontroles gepland en uitgevoerd. Dit betekent dat bedrijven met een vaste frequentie worden bezocht om te beoordelen of wordt voldaan aan de milieuregelgeving. De indeling (peildatum 8 januari 2014) ziet er als volgt uit: Categorie
Vergunning plichtig
1 2 3 4 Totaal
0 11 17 5 33
Activiteitenbesluit/Besluit Landbouw 632 459 232 9 1332
Totaal
Controlefrequentie
632 470 249 14 1365
niet 1x per 5 jaar 1x per 2 jaar jaarlijks
Uitvoeringsprogramma omgevingsrecht 2014 Datum 23 januari 2014
21 (32)
Categorie 1 is wat betreft de milieurisico´s de lichtste categorie, categorie 4 de zwaarste. Bovenstaand zijn in de kolom “vergunningplichtig” wel meegenomen: de 5 bedrijven waarvoor sinds 1 oktober 2012 de gemeente bevoegd gezag is geworden in plaats van de provincie, maar waarvoor de provincie voorheen een zogenaamde “verklaring van geen bedenkingen” (vvgb) afgeeft, en waarbij de provincie het toezicht uitoefent. Vanaf 1 januari 2014 is de wabo-figuur van de vvgb komen te vervallen vanwege de oprichting van de RUD’s, en zijn nog eens 4 provinciale bedrijven overdragen aan onze gemeente. Vanwege deze 9 extra bedrijven is het aantal vergunningplichtige bedrijven hoger dan in 2013. Tot inwerkingtreding van de RUD 2.0 blijft de provincie overigens adviseren op de vergunningverlening en het toezicht uitvoeren voor deze bedrijven. Bovenstaand zijn in de kolom “vergunningplichtig” niet meegenomen: de 2 bedrijven in Nieuwegein waarvoor de provincie het bevoegd gezag blijft (Nuon hulpwarmtecentrale en Van Vliet afvalverwerkers). Ook
deze
2
bedrijven
vallen
onder
het
zogenaamde
basistakenpakket,
waardoor
vergunningverlening, toezicht en handhaving voor deze bedrijven vanaf medio 2014 zal worden uitgevoerd door de Regionale Uitvoeringsdienst Utrecht. De uitvoering van de toezichtstaken is niet meegenomen in bovenstaande tabel.
4.1.1 Ook
Beleidswijziging controlefrequentie milieucategorie 2 in
dit
Uitvoeringsprogramma
Omgevingsrecht
2014
wordt
de
beleidswijziging welke is ingezet met het Uitvoeringsprogramma Omgevingsrecht 2013, doorgevoerd. Deze wijziging houdt verband met een herprioritering van de toezichtstaken, als gevolg van een extra toezichtstaak die de gemeente per 1-1-2013 uitvoert, te weten toezicht op de Drank- en Horecawet. Voor de uitvoering van deze extra taak zijn geen extra financiële middelen beschikbaar. In de integrale afweging van prioriteiten hecht het college voor dit moment een groter belang aan inzet op alcoholmatiging, gezien ook het speerpunt “Overmatig alcoholgebruik” is opgenomen in de Nota Gezondheidsbeleid 2005-2008 (2014). Met de uitvoering van deze nieuwe taak is 0,5 fte aan toezichtcapaciteit gemoeid. Daarop zijn de uit te voeren toezichtstaken naast elkaar gelegd. In de vergelijking is kritisch gekeken naar de aard van de bedrijven in milieucategorie 2. Onder de 471 bedrijven bevinden zich 58 bedrijven waarvoor wij met het oog op milieubelang een regelmatige controle wenselijk achten. Voor die beperkte groep van 58 wordt de controlefrequentie van 1x per 5 jaar gehanteerd. Voor de overige bedrijven vervalt periodieke controle. Daarbij zij
opgemerkt
dat
hiervan
een
aantal
toch
zullen
worden
gecontroleerd
op
milieuvoorschriften, bij controle op naleving van de Drank- en Horecawet.
4.1.2 De
Inzet 2014 VRU
omgevingsvergunningen
heeft milieu.
een
adviserende
Daarnaast
is
de
rol VRU
bij
aanvragen
betrokken
bij
om enkele
opleveringscontroles van nieuw verleende vergunningen. Dit beperkt zich tot bedrijven waar opslag van gevaarlijke of ontplofbare (patronen, kruit, vuurwerk) stoffen plaatsvindt. Verder is de VRU elk jaar betrokken bij de periodieke controles bij bedrijven die vuurwerk verkopen.
Uitvoeringsprogramma omgevingsrecht 2014 Datum 23 januari 2014
22 (32)
Voor 2014 is de inzet geraamd op: Product
Aantal
Afhandelen van aanvragen om omgevingsvergunning milieu
4
Afhandelen van aanvragen om omgevingsvergunning milieuneutrale wijziging (voorheen 8.19 Wm)
voor
2
Afhandelen aanvragen omgevingsvergunning met daarin onderdeel flora en fauna
1
Afhandelen meldingen op grond van art. 8.41 Wm
30
Opstellen maatwerkvoorschriften op grond van het Activiteitenbesluit
5
Afhandelen ontheffing geluidsnormen inrichtingen, alsmede bouwoverlast)
60
(festiviteiten
bij
Wm-
Afhandelen meldingen toepassingen grond, bagger of bouwstoffen op grond van het Besluit bodemkwaliteit
40
Periodiek toezicht bedrijven (categorie 2 t/m 4)
152
Hercontroles
115
Aspectcontroles
50
Toezicht op ontheffing geluidsnormen Wm-inrichtingen
10
Afhandelen klachten over bedrijven
60
Handhaving, bestuursdwang
1
Handhaving, last onder dwangsom
10
Handhaving, strafrechtelijk8
200 uur
Toezicht Besluit bodemkwaliteit
50 uur
Zienswijzen, bezwaar, (hoger) beroep en/of voorlopige voorziening m.b.t. omgevingsvergunning
2
Zienswijzen, bezwaar, (hoger) beroep en/of voorlopige voorziening m.b.t. handhavingsbeschikkingen en/of invorderingsbeschikkingen
2
8 Binnen de gemeente zijn twee medewerkers beëdigd als milieu-Buitengewoon
Opsporingsambtenaar (BOA). Dat zijn andere BOA’s dan de medewerkers van Stadstoezicht. Bij een aantal milieuovertredingen zullen deze ook strafrechtelijk optreden.
Uitvoeringsprogramma omgevingsrecht 2014 Datum 23 januari 2014
23 (32)
Vanaf 22 december 2009 is met de inwerkingtreding van de Waterwet de gemeente bevoegd gezag geworden voor de zogenaamde “voormalig WVO-bedrijven” in plaats van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR). HDSR voert echter de bijbehorende taken uit (advisering op te verlenen milieuvergunningen en controles). HDSR voert ook in 2014 deze taken om niet (gratis) uit. Het is nog niet duidelijk of dit ook na 2014 nog het geval zal zijn. 4.2
Projecten
4.2.1
Ketentoezicht
Op het gebied van afval en grondstromen is ketentoezicht van belang om malversaties met deze stromen op te sporen. In provinciaal verband is het instrument “informatiegestuurd handhaven” voor regionale ketenprojecten ontwikkeld. Op basis van analyse van gegevens kunnen daaruit ketengerichte projecten voortvloeien met betrekking tot grondverzet of afvalstromen. Uitwisseling van kennis, informatie en ervaringen opdoen is daarbij van belang, ook voor Nieuwegein. Nieuwegein reserveert daarom uren voor deze regionale projecten, zij het dat deze taak tot het basistakenpakket hoort, en daarmee in 2014 wordt overgedragen aan de RUD. 4.2.2
Energiebesparing
Eén van de prioriteiten uit het Beleidskader omgevingsrecht 2011-2014 betreft energiebesparing. De milieuwetgeving biedt handvaten om bedrijven aan te zetten tot het nemen van energiebesparende maatregelen. Gemeente Nieuwegein heeft hierop sinds 2008 inzet gepleegd bij de periodieke controles en in het project supermarkten. Bij vrijwel elke supermarkt zijn de verticale koelingen en vriezers inmiddels afgedekt. Door de tijdrovendheid van toezicht en handhaving op het nemen van energiebesparende maatregelen en het feit dat de gemeente voor de eigen gebouwen geen volwaardige voorbeeldrol vervult in deze, is onze inzet op energiebesparing dit jaar miniem. We sluiten zoveel mogelijk aan bij projecten die door naburige gemeenten en milieudiensten worden uitgevoerd, om zo het wiel samen uit te vinden. Voor 2014 zetten we door op de branche kantoren. Dit is een complexe branche, waar ook veel leegstand speelt. We zetten in eerste instantie in op inventarisatie van de branche: welke gebouwen zijn er en wie zijn de gebouwbeheerders? Om van daaruit de vervolgstappen te bepalen. We kijken naar mogelijkheden van motiveren en stimuleren, in plaats van handhaving. 4.2.3
Instrumenten Beleidskader omgevingsrecht 2011-2014
In het Beleidskader zijn diverse instrumenten opgenomen, ter invulling van daarin genoemde risico’s en prioriteiten. Veel van deze instrumenten betreffen jaarlijks terugkerend regulier werk, enkele zijn bijzonder van aard, die in de beleidsperiode invulling behoeven. Voor 2014 zijn dat (met vetgedrukt de doelgroep die het betreft): 56.
(Horeca)
Toezicht
op
drank
en
horecavergunningen.
Bij
een
aantal
horecabedrijven wordt tegelijkertijd ook een milieucontrole uitgevoerd. 72. (Industrie)
Toezicht
op
gevaarlijke
stoffen,
bodem,
stook,
koel
en
brandcompartimenten bij periodieke milieucontroles. In de voorbereiding van een milieucontrole wordt bouwtoezicht om hulp gevraagd voor het onderdeel brandcompartimenten.
Uitvoeringsprogramma omgevingsrecht 2014 Datum 23 januari 2014
77. (Industrie)
Periodiek
24 (32)
milieutoezicht
op
het
ziekenhuis.
Er
worden
drie
milieucontroles per jaar uitgevoerd. 85. (Zakelijke dienstverlening) Voorlichting door mailing voor bewust worden en informatie over nut en noodzaak wetgeving, energiebesparende maatregelen en onderhoud installaties. 4.3
Relatie met prioriteiten en doelen
In het Beleidskader omgevingsrecht 2011 – 2014 – Deel I zijn op basis van de probleemanalyse prioriteiten en doelen benoemd. De werkzaamheden rond milieu zijn gerelateerd aan de prioriteiten: Energiebesparing. Deze prioriteit komt voort uit de analyse dat bij milieutoezicht vaak wordt geconstateerd dat (voorgeschreven) energiebesparende maatregelen niet zijn getroffen. Het effect is een (weliswaar kleine) bijdrage aan het broeikaseffect. De gemeente Nieuwegein is een ambitieuze gemeente op dit vlak, waarbij ook via energiebesparing door bedrijven wordt bijgedragen aan de klimaatdoelstellingen van de gemeente. Bescherming van lucht, bodem en water. Deze prioriteit komt voort uit de analyse dat bij milieutoezicht vaak overtredingen worden geconstateerd op het niet onderhouden en keuren van installaties en voorzieningen. Voorbeelden daarvan zijn stookinstallaties, koelinstallaties, tanks, bodembeschermende voorzieningen en vetafscheiders. Effecten liggen op het vlak van aantasting leefomgeving, flora en fauna en aantasting riool. Daarnaast
hangen
de
werkzaamheden
samen
met
twee
algemene
prioriteiten, die voor elk beleidsveld binnen de Wabo gelden. Dit zijn: Het behandelen van aanvragen om vergunningen, binnen de wettelijke termijnen. Het behandelen van handhavingsverzoeken/meldingen/klachten. Bij de werkzaamheden worden de volgende doelen uit het Beleidskader in acht genomen: I. II. III. V.
VII. VIII.
Besluitvorming op vergunningaanvragen en handhavingverzoeken binnen wettelijke termijnen. Beoordeling en registratie van meldingen en mededelingen in het kader van de Wet milieubeheer, Besluit bodemkwaliteit en het Bouwbesluit en Wet op de kansspelen. Behandeling van klachten volgens het klachtenprotocol. Toetsing van de naleving van wet- en regelgeving door toezicht (controlebezoek) op basis van een toezichtprotocol voor de onderdelen bouwen, slopen, milieu en brandveilig gebruik en registratie van controlebevindingen en type overtredingen. Uitvoering van controles milieu, brandveiligheid en terrassen volgens vastgestelde frequenties. Sanctionering bij constatering van overtredingen volgens de sanctiestrategie.
Bij de werkzaamheden worden de volgende doelen uit het Beleidskader nagestreefd: XI.
Bij periodieke controles op milieu wordt bij 70% van de gecontroleerde inrichtingen geen overtreding geconstateerd op kernpunten uit het toezichtprotocol milieu. Voor de doelgroep Landbouw een naleefgedrag van 100%.
Uitvoeringsprogramma omgevingsrecht 2014 Datum 23 januari 2014
XII.
Minimaal 50% van alle inrichtingen in de doelgroepen Zakelijke dienstverlening en Transport en opslag hebben de wettelijk verplichte energiebesparende maatregelen genomen.
XVI.
(Doelgroep landbouw) In 2014 wordt voor de doelgroep landbouw voor 100% voldaan aan de regels ten behoeve van bodembescherming.
XX.
(Doelgroep Transport en opslag) Tussen 2011 en 2014 heeft 100% van de transport- en opslagbedrijven met een verbruik van meer dan 50.000 kWh per jaar een integrale milieucontrole gehad.
25 (32)
Uitvoeringsprogramma omgevingsrecht 2014 Datum 23 januari 2014
26 (32)
5
Overige taken omgevingsrecht
5.1
Gemeentelijke en provinciale verordeningen
Op basis van de Wabo vallen de volgende activiteiten onder de Wabo: Het kappen van een boom (op grond van de Bomenverordening Nieuwegein) Het aanleggen of veranderen van een weg, of uitweg (Algemene plaatselijke verordening Nieuwegein of Provinciale Wegenverordening) Het aanbrengen van reclame aan een onroerende goed (Algemene plaatselijke verordening of de provinciale Verordening bescherming natuur en landschap) Het opslaan van roerende goederen (Algemene plaatselijke verordening of de provinciale Verordening bescherming natuur en landschap). Verder
heeft
de
gemeente
besloten
het
plaatsen
van
bouwcontainers
en
bouwmateriaal op de openbare weg (art. 2.10 Algemene plaatselijke verordening), voor zover sprake is van een samenloop met bouwen, als aanhaker te benoemen aan de omgevingsvergunning, vanwege de relatie met bouwactiviteiten. Voor 2014 is de inzet geraamd op: Product
Aantal
Afhandelen van aanvragen gemeentelijke bomen
om
omgevingsvergunning
kappen,
Afhandelen van aanvragen particuliere bomen
om
omgevingsvergunning
kappen,
Afhandelen van aanvragen aanleggen/veranderen weg
om
omgevingsvergunning
Afhandelen van aanvragen aanleggen/veranderen uitweg
om
omgevingsvergunning
30 40 0 20
Afhandelen van aanvragen om omgevingsvergunning reclame aan onroerend goed
0
Afhandelen van aanvragen roerende goederen
0
om
omgevingsvergunning
opslaan
Afhandelen van aanvragen om omgevingsvergunning voorwerpen op openbare plaats (als aanhaker)
opslaan
Afhandelen van aanvragen om omgevingsvergunning opslaan voorwerpen op openbare plaats (als losse objectvergunning)
0 55
Mogelijk dat op vergunningen bezwaar en beroepsprocedures volgen. Deze zijn niet geraamd. Er vindt geen actief toezicht plaats op bovenstaande, anders dan tijdens de
vergunningprocedure
voor
kappen.
Wel
streven
we
ernaar
om
bij
meldingen/vergunningen voor het plaatsen van bouwcontainers in de openbare ruimte
Uitvoeringsprogramma omgevingsrecht 2014 Datum 23 januari 2014
27 (32)
deze meldingen/vergunningen op asbestrisico’s in te schatten en daar zonodig actief op toe te zien. Aan de uitvoering van deze taken zijn geen prioriteiten en doelen verbonden in het Beleidskader omgevingsrecht 2011-2014, met uitzondering van de twee algemene prioriteiten, die voor elk beleidsveld binnen de Wabo gelden. Dit zijn: Het behandelen van aanvragen om vergunningen, binnen de wettelijke termijnen. Het behandelen van handhavingsverzoeken/meldingen/klachten. Door
betrokken
afdelingen
wordt
ook
inzet
gepleegd
op
andere
vergunningen die bedrijfsgerelateerd zijn, zoals de horeca-exploitatievergunning (incl. terras), Wet op de kansspelen en Drank- en horecawet. Deze taken vallen niet onder de Wabo. Cijfermatig zijn deze taken wel meegenomen in de urenraming zoals opgenomen in de Bijlage.
5.2
Naast
Ondersteunende taken
de
raming
op
concrete
producten
zoals
verwoord
in
de
hoofdstukken 2 t/m 5.1 wordt inzet gepleegd op randvoorwaarden om het afhandelen van aanvragen en het toezicht te kunnen uitoefenen. Dit betreft onder andere: casemanagement bij meervoudige aanvragen Verder zijn er ondersteunende taken die indirect bijdragen aan de kerntaken toezicht, handhaving en beleidsvorming. Dit zijn: ICT Het betreft met name het applicatiebeheer van het registratiesysteem Squit XO, het beheer van het Omgevingskloket Online, de realisatie van koppelingen tussen de front- en backofficesystemen en implementatie mobiel handhaven (iPad’s). Zie verder § 5.3.3. Asbestcoördinatie Dit is sinds begin 2009 een nieuw benoemde taak, betrekking hebbend op coördinatie van alle gemeentelijke asbesttaken. De taak vloeit voort uit het zogenaamde asbestklimtraject, dat de gemeente sinds voorjaar 2007 heeft gevolgd. De asbestcoördinatietaak is belegd bij de afdeling Toezicht, Veiligheid en Leefbaarheid. Externe en interne overleggen, advisering en informatieverstrekking o
Voor wat betreft de milieutaken participeert de Gemeente Nieuwegein in twee regionale/provinciale milieuhandhavingsoverleggen. Daarnaast vindt interne afstemming plaats onder de betrokken afdelingen om de vergunningverlening en handhaving goed op elkaar af te stemmen. Verder worden vragen van burgers en bedrijven met betrekking tot de regelgeving beantwoord.
o
Voor wat betreft de bouw en RO-taken vindt overleg plaats tussen de afdeling Duurzame Ontwikkeling, de afdeling Toezicht, Veiligheid en Leefbaarheid en de Veiligheidsregio Utrecht (VRU). Daarnaast wordt voor eigen bouwprojecten overlegd en afgestemd met GEVIC en het gemeentelijke Ingenieursbureau. Vragen die intern en extern worden gesteld worden beantwoord.
o
De VRU adviseert en overlegt veelvuldig, over bijvoorbeeld ruimtelijke plannen zodat rekening wordt gehouden met de behoefte aan blusvoorzieningen en
Uitvoeringsprogramma omgevingsrecht 2014 Datum 23 januari 2014
28 (32)
aanrijdroutes, met Vitens over de primaire bluswatervoorziening en met Provincie Utrecht over bedrijven met een verhoogd veiligheidsrisico. Cursussen en opleidingen Doel van cursussen en opleidingen is dat de betrokken medewerkers over voldoende technische en juridische kennis en handhaving op een adequaat niveau uit te kunnen voeren, in lijn met de kwaliteitseisen. Verder is er in opleidingen aandacht voor arbo-omstandigheden en veiligheid. Administratieve ondersteuning, waaronder registratie, publiceren aanvragen en verleende
vergunningen,
afhandeling
van
legesfacturen,
verzenden
van
(handhavings)correspondentie. Leiding en teamcoördinatie Welstandscommissie Monumentencommissie etc.
5.3
Omgevingsrechtbrede projecten in 2013
5.3.1
Kwaliteitseisen
Met het nieuwe Beleidskader omgevingsrecht 2011-2014 is een grote stap gezet om aan de wettelijke kwaliteitseisen van het Besluit omgevingsrecht en Regeling omgevingsrecht te voldoen. Daarnaast streven we ernaar zoveel mogelijk te voldoen aan de procescriteria die zijn beschreven “Kwaliteitscriteria 2.1” (oktober 2012 bestuurlijk vastgesteld door PuMA (Programma uitvoering met ambitie, waarin VNG, IPO, UvW en ministerie zitting hebben)). Dit vergt continue aandacht. Naar verwachting worden deze criteria vanaf 2015 wettelijk vastgelegd en horen wij hieraan te voldoen, voor wat betreft de taken die niet bij de Regionale uitvoeringsdienst worden ondergebracht. De komende twee jaar staan we voor deze opdracht. 5.3.2
ICT
Koppelingen tussen diverse systemen
Eind 2010 is met het oog op de Wabo een nieuw registratiesysteem in gebruik genomen, Squit XO, ter afhandeling van vergunningaanvragen en het registreren van toezicht en handhaving. Van belang is de automatische verwerking van inkomende aanvragen. Deze worden ingediend via het landelijke Omgevingsloket online. Van daaruit dient de digitale documenten in het digitale archief te worden opgeslagen, waarna deze via een view in Squit XO zijn te raadplegen. Vergunningbesluiten worden in Squit XO aangemaakt, waarna de verzonden originelen eveneens in het digitale archief worden geplaatst. Door een uniek zaaknummer is een koppeling tussen de systemen mogelijk. Naar verwachting wordt deze koppeling in 2013 gerealiseerd. Digitaal toezicht
In 2014 is het digitale handhaven ingevoerd. Verwacht wordt dat in 2014 hier voldoende ervaring mee zal worden opgedaan waardoor nog efficiënter gewerkt zal kunnen gaan worden.
Uitvoeringsprogramma omgevingsrecht 2014 Datum 23 januari 2014
6
29 (32)
Benodigde en beschikbare capaciteit
In dit hoofdstuk wordt kort de beschikbare capaciteit weergegeven voor de uitvoering van de hoofdtaken binnen het omgevingsrecht, voor de belangrijkste afdelingen als het gaat om het omgevingsrecht9. De benodigde capaciteit is gebaseerd op een onderliggende Excel-sheet, waarbij in detail alle taken rond het omgevingsrecht in aantallen en uren zijn omschreven. Benodigde
Organisatieonderdeel Duurzame
capaciteit Beschikbare capaciteit
Saldo
In uren
In uren
In uren
ontwikkeling,
team
7.588
7.588
0
ontwikkeling,
team
927
927
0
team
931
931
0
en
4.642
6.361
+1.719
3.893
3.899
+6
4.030
4.277
+188
22.011
23.983
+1.913
bouwen Duurzame
ruimtelijke ordening Duurzame
ontwikkeling,
milieu Toezicht,
Veiligheid
Leefbaarheid,
team
omgevingstoezicht (bouwen) Toezicht,
Veiligheid
Leefbaarheid,
en team
omgevingstoezicht (milieu) Toezicht,
Veiligheid
en
Leefbaarheid, team Strategie en ondersteuning Totaal Toelichting op de tabel: “Benodigde capaciteit” is capaciteit die op grond van de onderliggende Excel-sheet met raming van aantallen en uren nodig is om het Uitvoeringsprogramma uit te voren. “Beschikbare capaciteit” betreft de ingevulde formatie per 01-01-2014. De niet-ingevulde formatie betreft formatie die aan andere taken wordt besteed.
9 Dit betekent dat enkele onderdelen die bij andere afdelingen (Stadswinkel, Beheer) zijn
belegd hier buiten beschouwing worden gelaten. Ook de uren die de VRU levert worden hier niet genoemd; met de VRU zijn afspraken gemaakt op het niveau van aantal producten. Dit Uitvoeringsprogramma maakt onderdeel uit van de Dienstverleningsovereenkomst (DVO) met de VRU.
Uitvoeringsprogramma omgevingsrecht 2014 Datum 23 januari 2014
30 (32)
“Saldo” is de beschikbare capaciteit minus de benodigde capaciteit. Indien dit negatief is, betekent dit een tekort aan beschikbare capaciteit of de geraamde uren uit te kunnen voeren. Voor 2014 is er een positief saldo van 1.913 uur.
De benodigde capaciteit is gebaseerd op prognoses en aannames. Alhoewel
dit
zo
nauwkeurig
mogelijk
is
gedaan,
is
het
werkaanbod
sterk
vraagafhankelijk en zal in de praktijk blijken dat cijfers afwijken. In die gevallen zal binnen de beschikbare capaciteit geschoven worden met taken. Vooroverleg, vergunningverlening en advies o
De benodigde capaciteit van team Bouwen van DO is in 2014 2.445 uur minder dan in 2013. De formatie is inmiddels gereduceerd en afgestemd op het huidige werkaanbod volgend uit aanvragen voor Wabo producten, waar legesinkomsten tegenover staat.
o
Voor omgevingsvergunningen ten aanzien van plaonologisch strijdig gebruik is 2 fte beschikbaar. De geraamde uren zoals hierboven zichtbaar in de tabel zijn lager, omdat de uren voor omgevingsvergunningen met kostenverhaal niet zijn geraamd. Deze vergen ieder voor zich een eigen urenraming. Binnen team RO zijn hiervoor voldoende uren beschikbaar.
o
De taken rond omgevingsvergunningen milieu zijn belegd bij 3 medewerkers. Voor hen zijn dit deeltaken binnen hun totale individuele werkprogramma.
Toezicht- en handhaving o
De benodigde ureninzet van team Bouwen is bijna 1.500 uren minder dan vorig jaar, de beschikbare capaciteit is hetzelfde gebleven. Het positief saldo aan uren wordt in 2014 ingezet op een verbreding van het takenpakket, zoals taken in het kader van de Drank- en horecawetgeving en APV (1.200 uur), en opleidingen om te voldoen aan de kwaliteitscriteria (500 uur).
o
De ureninzet voor team Milieu is circa 400 uur minder dan vorig jaar doordat in de loop van 2014 een medewerker met pensioen gaat. Echter, ook het aantal benodigde uren is lager dan 2013, doordat taken vallend onder de drank- en horeca wet en APV overgedragen zijn aan team bouwen. Hierdoor is toch de aanwezige capaciteit voldoende voor het uitvoeren van de taken.
o
Het saldo voor team Strategie en Ondersteuning is toereikend. Een licht overschot (4%) zit in de juridische en administratieve inzet. Dit overschot kan worden ingezet voor taken buiten het omgevingstoezicht in de betreffende afdeling, waar ook Stadstoezicht en de wijkmanagers onderdeel van uitmaken. Daarnaast wordt onderzocht in hoeverre medewerkers op de primaire taak een efficiënter beroep kunnen doen op administratieve medewerkers.
De werkzaamheden van de VRU zijn niet in uren uitgedrukt, omdat de VRU geen tijdregistratie hanteert. VRU zal verantwoording afleggen in producten. Ter indicatie: met de producten van de VRU is een inzet van circa 6.500 uur gemoeid. Uitvoering van het omgevingsrecht vergt daarmee jaarlijks zo’n 30.000 uur. Dit is exclusief de uren van archivering en verzending correspondentie door Support.
Bijlage 1
Uitvoeringsprogramma 2014 in uren
TAKEN EN PRODUCTEN
DO (Bouwen)
DO (RO)
DO (milieu)
TVL (milieu)
TVL (bouwen)
Stadswinkel
RO
Beheer
Grondbed rijf & Vastgoed TOTAAL zaken UREN
STRUCTUREEL 1.
Omgevingsvergunning, voortraject en informatie
700
100
-
-
-
50
50
10
-
910
2.
Coördinatie, overleg & monitoring
619
146
146
-
-
182
78
52
-
1.223
3.
Applicatie- software- en sitebeheer
806
-
169
50
240
-
-
-
-
1.025
3.018
189
350
-
-
-
84
278
-
3.919
325
-
133
120
-
-
-
440
-
1.018
989
-
-
100
-
-
-
-
-
1.089
484
488
48
-
-
-
112
70
34
1.236
147
-
52
2.775
4.046
-
-
110
24
3.108
-
-
-
760
356
-
-
-
-
760
500
4
33
88
-
4
4
4
2
639
7.588
927
931
3.893
4.642
236
328
-
-
-
1.719
959
7.588
927
931
6.361
1.195
4. 5. 6. 7.
Omgevingsvergunning, inhoudelijke behandeling aanvragen (deel)activiteiten Overige aanvragen binnen beleidskader omgevingsrecht maar buiten omgevingsvergunning, inhoudelijke behandeling Administratieve ondersteuning / registratie en archivering Rechtsprocedures tegen besluiten op aanvragen (en facturen)
8.
Toezicht
9.
Handhaving
10.
Beleidsvorming & Projecten TOTAAL
964
60
50
32
-
378
996
14.927
TAKEN BUITEN HET OMGEVINGSRECHT 11.
Overige taken buiten het omgevingsrecht TOTAAL UREN
3.893
60
1.041 15.968