Het Friese Merenproject
Uitvoeringsprogramma 2011-2015 Versoberen, investeren, verzilveren en borgen
Colofon Dit is een uitgave van projectbureau Friese Meren, Provincie Fryslân, Postbus 20120, 8900 HM Leeuwarden, Snekertrekweg 1, 058-292 58 62, www.friesemeren.nl Opmaak Druk Foto’s
Klaas Pot, provincie Fryslân Huisdrukkerij provincie Fryslân Rotarywings, Luchtbeeld, Kick Dull, Jaap Goos, Bram Hulsman, Hanneke Godthelp, Fotobureau Het Hoge Noorden
Het Friese Merenproject
Uitvoeringsprogramma 2011-2015 Gedeputeerde Staten van Fryslân 4 oktober 2011
Inhoudsopgave
Samenvatting ......................................................................................6
4
Hoofdstuk 1 1.1 1.2 1.3 1.4
Inleiding .............................................................................................13 Tien jaar Het Friese Merenproject ...................................................13 Coalitieakkoord “Nije Enerzjy foar Fryslân” ...................................14 Aanscherping uitvoeringsprogramma .............................................14 Leeswijzer ..........................................................................................15
Hoofdstuk 2 2.1 2.2
Tussenstand .......................................................................................17 Evaluatie 2000-2010 ..........................................................................17 Trends en ontwikkelingen................................................................18
Hoofdstuk 3 3.1 3.2 3.3
Visie, missie en doelstellingen..........................................................23 Visie ....................................................................................................23 Missie .................................................................................................24 Doelstellingen Friese Merenproject .................................................25
Hoofdstuk 4 4.1 4.2 4.3 4.4
Koers ..................................................................................................27 Versoberen ........................................................................................28 Investeren ..........................................................................................29 Verzilveren.........................................................................................30 Borgen ...............................................................................................33
Hoofdstuk 5 5.1 5.2
Werkwijze en Organisatie ................................................................35 Prioritering ........................................................................................35 Organisatie ........................................................................................36
Hoofdstuk 6 6.1 6.2 6.3
Programma ........................................................................................39 Programmalijn Grenzeloos Varen ....................................................40 Programmalijn Bestedingen aan de wal .........................................49 Programmalijn Mitigatie, ecologie en duurzaamheid ...................55
Hoofdstuk 7 7.1 7.2
Kosten en financiering .....................................................................65 Kosten ................................................................................................65 Financiering .......................................................................................66
Het Friese Merenproject - Uitvoeringsprogramma 2011-2015
Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage
1 2 3 4 5 6 7
Bronverantwoording .....................................................................................69 Betrokkenen...................................................................................................71 Visie belanghebbenden.................................................................................73 Bouwstenen voor Duurzaamheid .................................................................76 Overzicht prioritering projecten...................................................................78 Kosten en Financiering..................................................................................80 Overzicht Financieringsopgave .....................................................................82
Inhoudsopgave
5
Samenvatting 10 jaar Het Friese Merenproject De afgelopen 10 jaar zijn er door alle participanten in Het Friese Merenproject (FMP) omvangrijke investeringen gedaan in Fryslân. Deze hebben een positief effect gehad op de kwaliteit van het Friese vaargebied en de watersportvoorzieningen. Fryslân heeft haar concurrentiepositie als toeristische (watersport)bestemming en de economische positie van haar watersportsector in de afgelopen 10 jaar zeker verbeterd. Een meerjarig consistent uitgevoerd beleid loont. Met dank aan de politiek van de provincie Fryslân, die drie statenperiodes haar steun en vertrouwen heeft uitgesproken in Het Friese Merenproject en met dank aan alle partners. Er is een flinke slag gemaakt, maar we zijn nog niet klaar. De bestedingen van watersporters staan onder druk en de concurrentie zit niet stil. De komende periode kan sterker worden ingezet op het verzilveren van de gedane investeringen. Bovendien is het zaak om deze investeringen en de bereikte kwaliteitsverbetering voor de toekomst te borgen. De schaarser wordende middelen vragen om bijstelling van de koers, met name door de infrastructurele programmalijn ‘Grenzeloos varen’ te versoberen en door meer focus te leggen op de balans tussen het economische en ecologische deel van het programma. Een aantrekkelijk vaar- en verblijfgebied bevordert de bestedingen. Deze koerswijziging is ook noodzakelijk omdat als gevolg van recente kostenramingen voor de vaarverbinding Drachten – Groningen/Drenthe, het kader voor de totale programmabegroting van € 495 mln. overschreden dreigt te worden. Om beide redenen heeft een nadere prioritering plaats gevonden en is een opsomming gemaakt van geplande projecten waarmee we willen stoppen in verband met geen of onvoldoende financieringsmogelijkheden, een te laag investeringsrendement, te hoge kosten of een te geringe bijdrage aan de programmadoelen. Voorgesteld wordt om voor een totaal van € 138,4 miljoen uit het uitvoeringsprogramma 2011-2015 te schrappen.
Koers voor de komende 5 jaar In de laatste 5 jaar van Het Friese Merenproject wordt ingezet op: Het versoberen binnen, met name het infrastructurele deel van, het programma. Het investeren in de restopgave van het programma, met de focus op economie en ecologie. Het verzilveren van de kwaliteitsverbetering door in te zetten op rendement. Het borgen van het beheer van basisvoorzieningen voor de lange termijn.
6
Het Friese Merenproject - Uitvoeringsprogramma 2011-2015
Versoberen Versoberen: ‘Geen nieuwe doelen en projecten opzetten en afbouwen infrastructurele programmadeel’ Er worden geen nieuwe doelen en projecten meer in het programma gebracht, ondanks dat de markt of onze partners hierom vragen. Bovendien voeren we een versobering door in het uitvoeringsprogramma. Voorgesteld wordt infrastructurele projecten voor een totaalbedrag van € 138,4 mln. uit de restopgave te schrappen. Na de versobering bedraagt de totale programmabegroting van Het Friese Merenproject over de periode 2000-2015 € 446,7 mln. (€ 235,4 mln. uitgevoerd 2000-2010 + 211,3 mln. 2011-2015) en blijven we binnen het oorspronkelijk financieel kader van € 495 mln.
Investeren Terug naar de basis: ‘Basisvoorzieningen en vaargebied op orde’ Het oorspronkelijke programma uit 2000, gericht op verbetering van de kwaliteit van het vaargebied, is nog niet compleet afgerond. Ondernemers en gemeenten hebben kenbaar gemaakt dat investeren in de basisvoorzieningen belangrijker is dan nieuwe projecten. De ‘duurzame’ sluis Stavoren staat met stip bovenaan, de vaarwegen moeten op diepte zijn en blijven, de pauzes in de brug- en sluisbedieningstijden moeten worden afgeschaft en er is behoefte aan meer passantenplaatsen. Daarnaast wordt er ook flink geïnvesteerd in de ruimtelijke en ecologische kwaliteit van het merengebied. Lopende projecten zoals het Polderhoofdkanaal en de Noordelijke Elfstedenvaarroute worden afgemaakt. Daarnaast zijn nog enkele knelpunten op te lossen, zoals de aanpassing van de sluizen in Workum en Makkum. Focus op economie en ecologie: ‘Versterken toegangspoorten en waterfronten’ In 2007 is vastgesteld dat het soms moeilijk was om de watersportdorpen en steden te bezoeken. Er zijn onvoldoende passantenplaatsen in het waterfront van de historische kernen. Ook de verrommeling van de historische water- en havenfronten met allerlei nieuwe voorzieningen en gebouwen, verbergt vaak het waterfront en verbreekt het visueel contact tussen het water en de historische watersportkern. De oevers zijn in veel gevallen niet meer openbaar toegankelijk. De watersportkernen moeten weer visueel en functioneel ‘aan het water’ komen te liggen zodat de watersporter meer gestimuleerd wordt om aan de wal te stappen. Watersporters kunnen veel besteden, maar zij moeten wel de gelegenheid krijgen. Het IJsselmeer en de Waddenzee zijn de meest populaire watersportgebieden. De IJsselmeer- en Wadzeilers, moeten door verfraaiing van de waterfronten en de uitbreiding van de sluiscapaciteit, gestimuleerd worden om de dorpen en steden
Samenvatting
7
aan het IJsselmeer en de Waddenkust te bezoeken en ‘grenzeloos’ door te kunnen varen naar de dorpen en steden en de natuurgebieden in het Friese binnenland. Stavoren is de meest gepasseerde en strategische invalspoort voor de lange termijn, want het potentieel van de nationale vloot ligt vooral in Flevoland, Noord- en Zuid-Holland en Zeeland en komt vanaf het IJsselmeer via Stavoren Fryslân binnen of bezoekt de andere toegangspoorten langs de kust. De opwaardering en versterking van 7 toegangspoorten (Stavoren, Harlingen, Workum, Lemmer, Zuidoever Tsjûkemar, Lauwersoog en Makkum) en 10 watersportkernen (Heeg, Woudsend, IJlst, Dokkum, Earnewâld, Franeker, Bolsward, Joure, Balk en Leeuwarden) zijn strategische speerpunten in het programma. Focus op duurzaamheid Duurzaamheid is het uitgangspunt van alle investeringen die worden gedaan binnen Het Friese Merenproject. De term duurzaamheid is voor het Friese Merenproject vertaald van een abstract begrip naar hanteerbare ‘bouwstenen’. Daarin zijn de drie p’s van people (van interactieve planvorming tot een gastvrij onthaal), planet (het landschap is de basis) en prosperity (duurzame bedrijfsvoering) prominent terug te vinden.
(ervaringsforums), gevolgd door meningen van familie, vrienden en bekenden. Ook is gebleken dat de watersporter grote waarde hecht aan een vriendelijke bevolking. Gelukkig wordt de Friese bevolking daarin zeer positief heeft beoordeeld. Goed gastheerschap is randvoorwaardelijk voor het verzilveren van de investeringen in de watersport en het trekken van toeristen naar onze provincie. De mensen die het directe contact hebben met de toerist, zoals havenmeesters, brug- en sluiswachters en natuurlijk de Friese ondernemer zelf, zijn onze ambassadeurs. Maar ook de Friese bevolking moet zich de ambassadeur van zijn provincie voelen. Het stimuleren van het ‘Frysk gastheerschap’ past in de merkcampagne ‘Fan Fryslân’. Marketing en promotie: ‘Waterrijk Fryslân nu nog sterker en gerichter gaan promoten’ Het water en het watertoerisme in Fryslân kan nog sterker en gerichter worden gepromoot om de investeringen beter te verzilveren. In de promotie moeten met name duurzame land- en waterrecreatiemogelijkheden in Fryslân beter worden verbonden. De meren en vaarten vormen in het weidse Friese landschap ook een prachtig decor voor fietsers en wandelaars. Inwoners van Nederland en Duitsland zijn onze belangrijkste doelgroepen. In de mediakeuze kan wellicht nog gerichter worden gedifferentieerd en meer onderscheid worden gemaakt in massa- en beïnvloedingscommunicatie.
Verzilveren Verzilveren van decor: ‘Verzilveren van natuur en landschap’ Het Friese Merenproject heeft in 2008 de visie op de uitvoering verscherpt door de investeringen economisch en ecologisch duurzaam in balans te brengen. Toen is gebleken dat mitigatiemaatregelen noodzakelijk zijn om drukverhoging op te vangen en te compenseren. Inmiddels zijn locaties voor natuurmaatregelen en kansen bekend en kan in samenwerking met Wetterskip Fryslân, Staatsbosbeheer en It Fryske Gea een uitvoeringsprogramma worden opgesteld. Fryslân is in juni 2010 door de Vereniging Nederlands Cultuurlandschap (VNC) uitgeroepen tot de mooiste provincie van Nederland, omdat de oorspronkelijke historische natuur en landschapswaarden het meest en best zijn behouden. Het water en de natuurlijke inrichting van het weidse en gevarieerde landschap vormen het even fraaie, als onmisbare decor voor recreatie en toerisme. Het Friese landschap is in feite de economische drager voor recreatie en toerisme. Goed gastheerschap: ‘Vriendelijke begeleiding & voorlichting, verbeteren brugen sluisbediening, Friese bevolking is ambassadeur’ Uit onderzoek is gebleken dat de keuze van de toerist voor het bezoeken van een gebied of het kiezen van een vakantie het meest wordt bepaald door internet
8
Het Friese Merenproject - Uitvoeringsprogramma 2011-2015
Ondernemersschap: ‘Verzilveren samen met ondernemers’ Verzilveren kan alleen samen met ondernemers. Zij zorgen voor het aanbod van voorzieningen en vertier en houden de kwaliteit van het watersporttoerisme op peil. Veel ondernemers zijn al ingesprongen op Het Friese Merenproject of zien nu nieuwe mogelijkheden voor nieuwe (duurzame) ‘producten’ voor watersporter en toerist. Met diverse maatregelen wordt getracht private initiatieven en ondernemerschap te stimuleren.
Borgen Beheer van basisvoorzieningen: ‘Vaarwegbeheer, aanlegplaatsen, fietsen wandelpaden’ Op tweederde van het programma is het goed om stil te staan op welke wijze de behaalde resultaten voor de toekomst kunnen worden geborgd. Het Friese Merenproject is mede gestart om een inhaalslag te maken. Een inhaalslag die vooral het gevolg is geweest van gebrekkig onderhoud, te weinig prioriteit en te weinig middelen in de voorafgaande periode. Het grote aantal partijen dat een bijdrage dient te leveren aan het beheer en onderhoud, het verbeteren van voorzieningen en ook een versnipperde aanpak, is een belangrijke oorzaak geweest van de
Samenvatting
9
achteruitgang. De winst van Het Friese Merenproject is dat alle partijen uiteindelijk gefocust zijn op hetzelfde doel en maatregelen uitvoeren met een grote mate van samenhang en integraliteit. Uit interviews blijkt dat de samenwerkingspartners zich zorgen maken over het borgen van de resultaten. Er is veel geïnvesteerd in de kwaliteit van de infrastructuur en de voorzieningen. Daar komt bij dat er tot 2015 als gevolg van versnipperde aandacht nog een opgave resteert om achterstallig onderhoud weg te werken. Er ligt dan ook een flinke bestuurlijke uitdaging om een vorm te vinden waarin alle belanghebbende partijen blijven samenwerken en het belang onderschrijven van goed beheer, onderhoud en de blijvende aanpassing van de publieke voorzieningen. Het agenderen hiervan, het formuleren van de koers en het inzichtelijk maken van de benodigde jaarlijkse middelen is een uitdaging voor de komende jaren. Wij zijn voornemens de mogelijkheden hiertoe te verkennen, de verschillende alternatieven op een rij te zetten en met Provinciale Staten in overleg te gaan over de meest geëigende beheersvorm. De invoering van de Waterwet en de noodzakelijke herschikking van het Friese vaarwegbeheer kan hierbij dienen als een belangrijke aanleiding. Borgen van decor: ‘Beheerovereenkomsten sluiten met natuuren landschapbeheerders’ De term ‘natuur’ suggereert dat het natuurlijke landschap zoals het er nu uitziet er als vanzelf is gekomen en dat dit ook zo zal blijven. Niets is minder waar. Wat wij als natuur beschouwen is in feite een product van inrichting en onderhoud. In het open Friese merengebied zal niet-onderhouden natuur zijn functie als landschappelijk decor snel verliezen door verruiging en verbossing. Het belang dat alom wordt gezien in de openheid van het landschap vraagt om creatieve oplossingen met betrekking tot beheer en onderhoud, zeker nu de terreinbeheerders worden getroffen door Rijksbezuinigingen.
Uitvoering langs 3 programmalijnen De aangescherpte koers is langs de volgende 3 programmalijnen uitgewerkt: Grenzeloos varen Bestedingen aan de wal Mitigatie, ecologie en duurzaamheid
10
Het Friese Merenproject - Uitvoeringsprogramma 2011-2015
Grenzeloos varen In de periode 2000-2010 is veel geïnvesteerd in verbetering van de kwaliteit van het recreatief netwerk. Knelpunten zijn opgelost, nieuwe verbindingen zijn gelegd, er is een begin gemaakt met het inhalen van de achterstand in het baggerwerk en er zijn veel voorzieningen voor de recreatievaarder gerealiseerd. In de programmalijn ‘Grenzeloos varen’ ligt de focus op het afronden van de projecten, die in de afgelopen periode in gang zijn gezet. Met de programmalijn ‘Grenzeloos varen’ wordt invulling gegeven aan Versoberen en Investeren.
Bestedingen aan de wal De programmalijn Bestedingen aan de wal spitst zich toe op de versterking van 7 toegangspoorten en 10 watersportkernen. De programmalijn richt zich op het verzilveren van de eerder gedane investeringen uit de eerste fase van Het Friese Merenprogramma. Door te investeren in de toegangspoorten en watersportkernen worden meer watersporters naar Fryslân getrokken. Zij worden vervolgens verleid om langer te blijven en vooral meer geld uit te geven.
Mitigatie ecologie en duurzaamheid Provinciale Staten heeft in haar vergadering van 9 februari 2011 aangegeven dat duurzaamheid en ecologie belangrijke onderwerpen zijn die herkenbaar moeten terugkomen in het Friese Meren Uitvoeringsprogramma. Gedeputeerde Staten heeft dit voorstel overgenomen. De programmalijn Mitigatie ecologie en duurzaamheid richt zich op het nemen van maatregelen om de negatieve effecten van projecten te voorkomen en op een duurzame ontwikkeling. In samenwerking met terreinbeherende instanties als Staatsbosbeheer en It Fryske Gea zal worden ingezet op versterking van de kwaliteit van diverse natuurgebieden rondom de Friese meren. We geven hiermee niet alleen uitvoering aan randvoorwaardelijke mitigatiemaatregelen maar investeren ook in de kwaliteit van natuur en landschap als decor voor watersporters, fietsers en wandelaars. Waar mogelijk sluiten we aan bij andere initiatieven, zoals de Natura2000 beheerplannen, de oever- en kadeprojecten en kaderrichtlijn waterprojecten van het waterschap en provinciale en gemeentelijke baggerwerken. Hiermee denken wij deze natuurversterkingsprojecten, ondanks het wegvallen van het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) als financieringsbron, te kunnen financieren met een provinciale (Friese Merenproject) bijdrage van 50%. Wetterskip Fryslân en de provincie werken hierbij intensief samen bij planvorming en uitvoering door middel van een projectorganisatie voor het Friese merengebied. De programmalijn is relatief nieuw en nog in opbouw.
Samenvatting
11
HOOFDSTUK
Inleiding
1
1.1 Tien jaar Het Friese Merenproject Fryslân is met haar uitgestrekte merengebied, de vele kanalen en vaarten en haar ligging aan IJsselmeer en Wad een omvangrijk watersportgebied binnen WestEuropa. Samen met het prachtige Friese landschap en de vele karakteristieke dorpen en (elf)steden maakt dit een unieke combinatie waar veel binnen- en buitenlandse toeristen en recreanten op afkomen. Het is dan ook niet voor niets dat recreatie en toerisme belangrijke economische pijlers zijn geworden voor de provincie Fryslân. Investeren in deze sector is investeren in werkgelegenheid voor de toekomst. Maar het betekent ook investeren in leefbaarheid, ruimtelijke kwaliteit, natuur en landschap en duurzaamheid. Eind jaren ‘90 stond de marktpositie van de Friese meren onder druk. De watersport liet teruglopende bezoekersaantallen zien, concurrerende watersportgebieden waren in opkomst en de kwaliteit stond onder druk vanwege vele knelpunten en verouderde voorzieningen. Dit heeft geleid tot de start van Het Friese Merenproject op 20 december 2000. Het project is gestart vanuit de gedachte dat economische structuurversterking gebaat is bij een meerjarige en consistente aanpak. De resultaten van Het Friese Merenproject over de afgelopen 10 jaar zijn geëvalueerd, voor de belangrijkste conclusies wordt verwezen naar hoofdstuk 2. Het evaluatierapport is door Provinciale Staten (PS) vastgesteld op 9 februari 2011.
Hoofdstuk 1 Inleiding
13
1.2 Coalitieakkoord “Nije Enerzjy foar Fryslân” Op 20 april 2011 hebben Provinciale Staten het coalitieakkoord ‘Nije Enerzjy foar Fryslân’ vastgesteld. Dit is nader uitgewerkt in het uitvoeringsprogramma 2011-2015 ‘Koersfêst mei nij realisme’. Genoemde documenten vormen het kader waarbinnen het uitvoeringsprogramma voor Het Friese Merenproject 2011-2015 nader is uitgewerkt. Het Friese Merenproject levert haar bijdrage aan nieuwe energie voor de leefomgeving, voor de inwoners en voor de economie. De drie p’s van duurzaamheid (people, planet en prosperity) vormen hierbij ook voor Het Friese Merenproject een wezenlijk uitgangspunt. Het uitvoeringsprogramma van Het Friese Merenproject sluit aan op de ambitie recreatie en toerisme in en naar Fryslân toe te laten nemen om daarmee bestedingen en werkgelegenheid te bevorderen. Dit uitvoeringsprogramma voor Het Friese Merenproject richt zich op het speerpunt watersport. De programmatische invulling van de toeristische speerpunten Friese Wouden, Wadden en Elfsteden loopt via het afzonderlijke programma Toeristische Topattractie. Bij het afronden van Het Friese Merenproject zetten we met name in op het verzilveren van de gedane investeringen via de programmalijn Bestedingen aan de wal. Wij zullen ten behoeve van de financiering van deze programmalijn een beroep doen op REP-regio middelen. Een aantal specifieke duurzaamheidsaspecten zijn in een afzonderlijke programmalijn ‘mitigatie ecologie en duurzaamheid’ nader uitgewerkt. Verder wordt waar mogelijk aansluiting gezocht met het provinciale programma ‘Duurzaamheid’.
1.4 Leeswijzer Hoofdstuk 2 geeft de tussenstand van Het Friese Merenproject aan de hand van de uitgevoerde evaluatie 2000-2010 en licht de relevante trends en ontwikkelingen toe. Hoofdstuk 3 beschrijft de visie voor de komende vijf jaar en de doelstellingen voor 2015. In hoofdstuk 4 resulteert dit in een aangescherpte koers, waarin aangegeven wordt langs welke lijnen wij de komende jaren de doelstellingen willen gaan bereiken. Hoofdstuk 5 licht de werkwijze en organisatie nader toe. In hoofdstuk 6 is het uitvoeringsprogramma uitgewerkt langs 3 programmalijnen. Hoofdstuk 7 gaat ten slotte in op de kosten en de financiering van het uitvoeringsprogramma. Een samenvatting is opgenomen aan het begin van dit rapport. In het vervolg wordt ten behoeve van de leesbaarheid gesproken over PvA 2000, PvA 2007 en Herijking 2008. Wanneer het andere documenten betreft worden deze specifiek genoemd. Daar waar gesproken wordt over ‘FMP’, wordt Het Friese Merenproject bedoeld.
1.3 Aanscherping uitvoeringsprogramma De evaluatie wijst uit dat de ingezette koers en acties juist zijn geweest. Er is veel bereikt en het merendeel van de gestelde doelen is behaald. Op een aantal punten is aanscherping van de koers wenselijk. Dit blijkt uit consultatie van gemeenten en de private sector, de trends en ontwikkelingen in de toeristisch-recreatieve sector en is daarnaast nodig vanwege schaarser wordende middelen. Voor de komende periode is het zaak te versoberen, de gedane investeringen af te ronden, te verzilveren en te borgen. Met de evaluatie van Het Friese Merenproject in 2010 is de 1e fase verantwoord en afgesloten. Dit Uitvoeringsprogramma Friese Merenproject 20112015 geeft aan welke koers de komende jaren wordt gevaren, welke bijstellingen noodzakelijk zijn, waar de prioriteiten liggen en welke financiering daarvoor nodig is. Het Uitvoeringsprogramma Friese Merenproject 2011-2015 is onder meer tot stand gekomen in samenwerking met vertegenwoordigers in de toeristisch-recreatieve sector binnen en buiten de provincie Fryslân. In plenaire bijeenkomsten met bestuurders, ambtenaren, ondernemers en brancheorganisaties en andere deelnemers zijn de resultaten besproken, meningen en opvattingen uitgewisseld en ideeën naar voren gebracht over de aan te scherpen koers die de provincie de komende jaren moet varen. Via deze interactieve aanpak is waardevolle kennis en ervaring uit het werkveld benut.
14
Het Friese Merenproject - Uitvoeringsprogramma 2011-2015
Hoofdstuk 1 Inleiding
15
HOOFDSTUK
Tussenstand
2
Dit hoofdstuk gaat in op de huidige stand van zaken en de voor de toekomst van de watersport relevante trends en ontwikkelingen.
2.1 Evaluatie 2000-2010 Het oorspronkelijke beleidskader is vastgesteld met het Plan van Aanpak Friese Meren (PvA 2000). Op basis van tussentijdse evaluatiemomenten heeft een bijstelling plaatsgevonden, opgenomen in het Plan van Aanpak ‘Koers op Fryslân’ 2e fase (PvA 2007). Een volgende aanscherping van het beleidskader Friese Meren is neergelegd in de ‘Herijking, prioritering en programmamanagement 2e fase’ (Herijking 2008). Het hoofddoel van het programma zoals dat in 2000 is geformuleerd spitst zich toe op een verbetering van de kwaliteit van het Friese merengebied en een versterking van de marktpositie van de sector recreatie en toerisme. Op basis van de evaluatie kan geconcludeerd worden dat de doelstellingen van het aflopende beleidskader 2000-2010 in belangrijke mate bereikt zijn: 1
Werkgelegenheidsgroei van 30% in de watersport in Fryslân aan het einde van de looptijd (2015). In de periode 2000-2009 is er mede dankzij Het Friese Merenproject een werkgelegenheidsgroei in de Friese watersport bereikt van 22,7%. Dit is positief ten opzichte van de gemiddelde landelijke groei van de
Hoofdstuk 2 Tussenstand
17
totale werkgelegenheid die 16,4% bedraagt. Deze doelstelling van Het Friese Merenproject ligt dus goed op koers. 2
3
Bestedingsgroei van 150% per persoon per dag in de watersport in Fryslân aan het einde van de looptijd (2015). Vanaf 2000 tot en met 2005 zijn de bestedingen in het watertoerisme van watersporters in Fryslân sterk gegroeid van € 41 naar € 59 per persoon per dag. Dit was aanleiding om te streven naar een bestedingsgroei van 150% aan het einde van de looptijd. De recente kredietcrisis heeft de toeristische bestedingen echter zwaar onder druk gezet. In 2009 zijn de bestedingen in het watertoerisme uitgekomen op € 41. Dit is exact het bestedingsniveau ten tijde van de start van Het Friese Merenproject in 2000. Bestedingscijfers en signalen uit de markt wijzen op een sterke teruggang van vooral de consumptieve bestedingen in de horeca. Deze bestedingsdaling is enigszins strijdig met de werkgelegenheidsgroei. Dit wordt verklaard doordat de horeca in de werkgelegenheidsindeling geen onderdeel uitmaakt van de watersportsector. De ambitieuze doelstelling van 150% bestedingsgroei lijkt niet gehaald te worden, hoewel uiteindelijk pas aan het eind van het programma in 2015 beoordeeld kan worden of er sprake is van een tijdelijke inzinking of niet. Een minimaal gelijkwaardige groei van het watertoerisme als in de Duitse watersportgebieden. De afgelopen 10 jaar is gebleken dat de groei in het watertoerisme in de Duitse watersportgebieden – vertaald naar MecklenburgVorpommern en Brandenburg - groter is geweest dan in Fryslân, maar op een aantal punten zoals de bootverhuur en het aantal ligplaatsen scoort Fryslân beduidend beter. Fryslân mag zich nog steeds marktleider noemen, want Fryslân is de meest populaire watersportbestemming voor Nederlandse en Duitse watersporters. De beide Duitse gebieden zijn groeimarkten en een groeivergelijking valt meestal uit in het nadeel van gevestigde markten of producten. De Friese concurrentiepositie staat niet onder druk, maar de Duitse Oostzee wordt wel steeds meer een populair zeilgebied en vormt concurrentie voor het IJsselmeer en het Wad.
Klimatologische ontwikkelingen Op de wat langere termijn is ons klimaat aan het veranderen. De zomers worden op termijn warmer en langer. Experts hebben berekend dat Nederland vanaf 2020 een interessant alternatief is voor zonaanbidders ten opzichte van het Middellandse Zeegebied. Dit kan het Friese watersportseizoen op termijn verlengen en intensiveren.
Demografische ontwikkelingen Vergrijzing De huidige demografische ontwikkelingen bieden nieuwe kansen en opgaven. De reislustige senior wordt een steeds belangrijkere doelgroep: zij hebben geld te besteden en gaan meerdere keren per jaar op vakantie, ook buiten het hoofdseizoen. Ze hebben oog voor kwaliteit en comfort en stellen hier eisen aan. Door de toenemende vergrijzing in de markt zal naar verwachting op de middenlange termijn binnen de pleziervloot een verschuiving plaatsvinden naar een groter aandeel motorboten. Ook zal door de vergrijzing meer behoefte aan de combinatie van zorg en toerisme ontstaan. Voor ondernemers liggen hier goede marktkansen. Als Provincie hebben we hier een bescheiden rol in de voorwaarden scheppende sfeer. Zo wordt bij het ontwerpen van masterplannen voor watersportkernen en toegangspoorten door ons aandacht gevraagd voor levensloopbestendige voorzieningen. Bevolkingskrimp Demografische veranderingen leiden op termijn tot een afname van de bevolkingsomvang. Dit brengt nieuwe herstructureringsopgaven van woningen, gebouwen en voorzieningen in dorpen en steden met zich mee. Toerisme kan als groeisector een invulling bieden voor vrijkomende gebouwen en voorzieningen en daarmee een bijdrage leveren aan behoud en herbestemming van historische gebouwen en het versterken van de ruimtelijke kwaliteit van onder meer de watersportkernen.
2.2 Trends en ontwikkelingen Recreatie en toerisme is bij uitstek een sector waar exogene factoren, zoals klimatologische, economische, demografische, en sociale trends en ontwikkelingen invloed op hebben. Deze exogene factoren maken het behalen van doelen niet afdwingbaar.
Weer en klimaat Weer Signalen uit de markt geven aan dat ‘het weer’ een steeds bepalender factor is geworden voor het (vaar)gedrag van (water)toeristen. Watersporters maken hierbij in toenemende mate gebruik van moderne media en internet toepassingen zoals ‘buienradar’. Men vaart vooral bij mooi (zeil)weer, waardoor de recreatiedruk op het water zich in toenemende mate toespitst op piekmomenten. Het afgelopen ‘natte’ zomerseizoen heeft ook nog eens duidelijk gemaakt dat ‘het weer’ van grote invloed is op de toerisme- en recreatiesector.
18
Het Friese Merenproject - Uitvoeringsprogramma 2011-2015
Hoofdstuk 2 Tussenstand
19
Economische ontwikkelingen Economische recessie De vanaf najaar 2008 ingezette economische recessie heeft een aantal ontwikkelingen in gang gezet: consumenten gaan minder vaak en korter op vakantie, men boekt later en kiest bestemmingen dichterbij huis. Ook besteedt men minder tijdens de ondernomen vakanties. Na een aanvankelijke groei vanaf 2000 tot 2005 wordt er de laatste jaren weer minder uitgegeven door watersporters. Voor 2010 is sprake van een lichte daling van het aantal overnachtingen in Fryslân ten opzichte van 2009. Onzekere economische vooruitzichten Het Centraal Planbureau voorspelt voor 2011 en 2012 een lichte groei van de economie. De onzekerheden rond de ramingen zijn evenwel groot. Beperking van overheidstekorten in diverse hoogontwikkelde economieën en de schuldencrisis in Europa kunnen de (Nederlanse) economische groei afremmen. Eventuele gevolgen van de onrust in de Arabische wereld zijn hoogst onvoorspelbaar. De onzekere economische vooruitzichten zullen naar verwachting ook de komende jaren nog hun weerslag hebben op het toerisme in Fryslân. De huidige ontwikkeling biedt echter ook kansen, omdat Nederlanders nu meer dan voorheen kiezen voor een vakantie in eigen land.
Ontwikkelingen in de markt voor watersport en toerisme Ontgroening Door de toenemende ‘ontgroening’ in de markt dreigt de nieuwe aanwas van watersporters op termijn te stagneren en de totale watersportmarkt kleiner te worden. Dit maakt de jeugd van nu een belangrijke doelgroep. De belangstelling bij de jeugd voor watersport staat echter onder druk door een toenemende concurrentie van andere vrije tijdsactiviteiten en goedkope buitenlandse vakanties. De verhuurmarkt voor met name open zeilboten heeft het daardoor al jaren moeilijk. De jeugd is vooral gevoelig voor uitdagende sporten en belevenissen met veel actie, iets wat ze te weinig in de huidig aangeboden watersportvormen in Fryslân herkennen. Ook is voor hen de koppeling tussen water- en landrecreatie van belang. Ook ’s avonds en bij slechter weer moet er immers ‘iets te beleven’ zijn. Deze trends en ontwikkelingen vragen om een strategische aanpak om deze bedreiging te keren, bijvoorbeeld door een aantrekkelijk watersportaanbod voor de jeugd en de werving van nieuwe aanwas via het stimuleren van schoolzeilen.
deze veranderende marktvraag. Deze trend is waarneembaar voor alle leeftijdscategorieën maar geldt in versterkte mate voor jongeren. De toeristische markt wordt steeds meer een belevingseconomie, waarbij gedenkwaardige, unieke en onvervangbare concepten gretig aftrek vinden. De consument voert een zoektocht uit naar intensieve ervaringen, wil deze ervaringen delen en is bereid te experimenteren met ICT. Dit vraagt om voortdurende innovatie en productontwikkeling op recreatief-toeristisch gebied. Toeristen gebruiken het water meer en meer als decor: een prachtig landschap om vanaf de oever, kade of het land van te genieten. Het unieke en authentieke karakter van het Friese merengebied met haar afwisseling tussen rustig natuurschoon en levendige historische dorpen en steden is een unique selling point. Het is daarom van groot belang dit te behouden en waar nodig op duurzame wijze te versterken. De versterking van watersportkernen, het bevorderen van elektrisch varen en aandacht voor duurzaam toerisme zijn hiervan voorbeelden. Vaargedrag Naast eerdergenoemde ontwikkeling is dat er minder met de boot gevaren wordt dan vroeger. Brug- en sluistellingen laten de laatste jaren een daling van het aantal recreatievaartpassages zien, terwijl het aantal boten in Fryslân de afgelopen 10 jaren wèl behoorlijk is gegroeid. Zo is het aantal boten in jachthavens met 12% toegenomen. Ook zijn er veel woonwijken aan het water bijgekomen met vaak een boot bij huis. In de IJsselmeerhavens is het aantal boten de afgelopen 10 jaren gegroeid met maar liefst 20%. Deze groei heeft echter uitsluitend plaatsgevonden in de jachthavens van Noord-Holland en Flevoland. De sluispassages op het IJsselmeer laten de afgelopen 10 jaren eveneens een groei zien (Den Oever 30%, Kornwerderzand 10%), al hoewel hier de laatste jaren sprake is van stabilisatie. Voor Fryslân is het de uitdaging om met een gericht maatregelenbeleid te profiteren van deze belangrijke watersportmarkt.
Internationalisering De belangstelling voor watersport in Fryslân groeit nog steeds. Niet alleen de Nederlanders weten Fryslân als watersportbestemming goed te vinden, ook de internationale grenzen vormen steeds minder een belemmering voor de watersport. De grote bekendheid van de Friese watersport in de ons omringende landen biedt daardoor kansen voor meer buitenlandse watersportgasten in Fryslân. Voor de binnenlandse watersportmarkt betekent deze toenemende internationalisering echter ook meer concurrentie door het aanbod van goedkope zon(vlieg)vakanties in het buitenland. Veranderende vraag Watersportondernemers geven aan dat hun gasten niet alleen willen varen, maar in toenemende mate variatie en afwisseling zoeken in hun watersportvakantie. Dit vraagt om een verbreding van het watersportaanbod, waarbij ook koppelingen met landgebonden voorzieningen, (cultuurhistorische) bezienswaardigheden, attracties en slechtweervoorzieningen nodig zijn om in te kunnen spelen op
20
Het Friese Merenproject - Uitvoeringsprogramma 2011-2015
Hoofdstuk 2 Tussenstand
21
HOOFDSTUK
3
Visie, missie en doelstellingen
Dit hoofdstuk benoemt de visie op de toekomst van de Friese watersport. Ook wordt de missie van de provincie Fryslân en Het Friese Merenproject beschreven. Samen met de ontwikkelingen in de markt en maatschappij en de signalen van ondernemers en partners zijn deze bepalend geweest voor de koers van het uitvoeringsprogramma 2011-2015.
3.1 Visie Fryslân staat bekend als het meest aantrekkelijke watersportgebied van Noordwest Europa. Het is uniek door haar omvangrijke aaneengesloten vaarnetwerk en de vele levendige, pittoreske dorpen en historische steden zijn gemakkelijk bereikbaar. Varen in Fryslân is een beleving in een prachtig decor van schoon water, riet en open landschap; ‘Fryslân; een ideale plek om te zeilen, varen en recreëren in een veilige, gastvrije en gezellige sfeer’. Toerisme integraal verbinden met andere thema’s, programma’s en streekagenda’s De Friese beleidsinspanningen, projecten en maatregelen op het gebied van recreatie en toerisme zijn de afgelopen periode actief opgepakt, samen met de lagere overheden en de toeristische sector. Vrijwel elke gemeente heeft toerisme en recreatie als speerpunt in haar beleid als belangrijke kans in relatie tot bijvoorbeeld duurzaamheid, leefbaarheid, werkgelegenheid, demografische ontwikkelingen, ruimtelijke kwaliteit, natuur, water, landschap enz. Ook zijn de merkcampagne Fan Fryslân en Kulturele Haadstêd 2018 programma’s op provinciale schaal, waarmee verbindingen kunnen worden gemaakt. De middelen om dit beleid uit te
Hoofdstuk 3 Visie
23
voeren worden de komende jaren schaarser door de bezuinigingen op de overheidsfinanciën. Het is zaak de middelen van overheid en ondernemers te bundelen en te komen tot een integrale aanpak, met de toeristische sector, de Friese gemeenten en Wetterskip Fryslân als belangrijke partners voor de provincie Fryslân. Duurzaamheid verankerd in beleid De drie p’s van duurzaamheid (people, planet, prosperity) zijn het uitgangspunt voor het totale provinciale beleid, dat blijkt uit het coalitieakkoord en het uitvoeringsprogramma 2011-2015 van het college dat op 29 juni 2011 is gepresenteerd. De provincie kiest vóór duurzaamheid in combinatie met innovatie, en is tegen elke vorm van afwenteling. In de komende periode versterken we de verbinding die het provinciale toerismebeleid al heeft gelegd tussen economische, ecologische en sociale ontwikkeling. Ruimtelijke kwaliteit Een kwalitatief aantrekkelijke omgeving is van groot belang voor het slagen van toeristisch-recreatieve doelstellingen. Het Friese landschap en de cultuurhistorische kwaliteiten van de steden en dorpen zijn misschien wel de belangrijkste (voor)waarden van het recreatief toeristisch product. Het behoud en de versterking van het landschap is een opgave die de komende jaren samen met het provinciaal ruimtelijk kwaliteitsteam wordt opgepakt. Ten behoeve van de uitwerking van masterplannen voor watersportkernen en toegangspoorten zijn 23 bouwstenen ontwikkeld, gericht op duurzaamheid. Voorbeelden hiervan zijn: toepassing van duurzame materialen, maatschappelijk verantwoorde bedrijfsvoering, versterking van de ruimtelijke kwaliteit en energiebesparing. Voor een volledige opsomming zie bijlage 5. Visie belanghebbenden Een belangrijke bijdrage aan het uitvoeringsprogramma is geleverd door watersportondernemers, gemeenten (ambtelijk en bestuurlijk), brancheorganisaties, belangenorganisaties en experts. Geïnterviewden geven aan veel waardering te hebben voor de tot nu toe geboekte resultaten van Het Friese Merenproject. Zij hebben hun prioriteiten voor de inzet van Het Friese Merenproject voor de komende periode aangegeven. Voor een gedetailleerde weergave hiervan wordt verwezen naar bijlage 3.
3.2 Missie De provincie Fryslân wil de Friese wateren optimaal economisch te gelde maken, door het aanbieden van een compleet, veilig en optimaal beschikbaar vaarnetwerk met behoud en ontwikkeling van natuur en landschap, ten behoeve van toerisme en recreatie voor bedrijven, bewoners en bezoekers van Fryslân. De provincie Fryslân is daarbij regisseur op netwerkniveau om de bovenlokale belangen op het gebied van de toeristisch-recreatieve ontwikkelingen van de watersport voor Fryslân efficiënt en integraal te behartigen.
sector is investeren in werkgelegenheid voor de toekomst. Maar het betekent ook investeren in ecologie en leefbaarheid, ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid. Voor de eigen inwoners is de watersport naast een belangrijke bron van werkgelegenheid ook een gewaardeerde vorm van vrijetijdsbesteding.
3.3 Doelstellingen Friese Merenproject Het Friese Merenproject heeft als doel om in alle opzichten een kwaliteitsverbetering in de watersport in Fryslân te realiseren. Daarmee willen we bereiken dat onze provincie zijn marktpositie in de sector recreatie en toerisme versterkt (PvA 2000). Bij de herijking in 2008 zijn de doelen als volgt geformuleerd: Werkgelegenheidsgroei van 30% in de Friese watersport (over de planperiode 2000-2015). Bestedingstoename van (bij voorkeur) 150% per persoon per dag in de Friese watersport (over de planperiode 2000-2015). Groei watertoerisme in Fryslân even groot als in de Duitse watersportgebieden. Voorgesteld wordt de eerste twee doelstellingen onverkort te handhaven. Dit onder voorbehoud van vaststelling door Provinciale Staten van de gevraagde aanvullende provinciale middelen bij begroting 2012-2015 en toereikende cofinanciering door gemeenten en derden. Ten aanzien van het derde doel is in de evaluatie gebleken dat een groeivergelijking van een groeimarkt als de Duitse watersportgebieden met de positie van Fryslân als marktleider weinig zinvol is. Voorgesteld wordt dan ook genoemde groeidoelstelling te laten vervallen. De positie van Fryslân als marktleider is echter duidelijk zichtbaar. Om deze te behouden is het van belang dat doorontwikkeling plaatsvindt. Voorgesteld wordt dan ook de ontwikkelingen te blijven monitoren die gericht zijn op het behoud van de markleiderspositie. Voorgesteld wordt hierbij met name ook de vergelijking te maken met andere gevestigde Nederlandse watersportgebieden. Het gaat dan vooral om ontwikkelingen en vergelijkingen op het terrein van: - Gebiedskenmerken: verdere versterking van het Friese merengebied als groot en aaneengesloten vaargebied in combinatie met cultuurhistorisch waardevolle dorpen en steden. - Watersportaanbod: aanbod en dichtheid van watersportvoorzieningen, aantal verhuurboten en ligplaatsen in jachthavens. - Economische betekenis: economische betekenis van de watersport in Fryslân. - Gastheerschap: beleving door watersporters, brug- en sluisbedieningstijden en gratis doorvaarmogelijkheden.
Het Friese Merenproject levert door middel van kwaliteitsverbeteringen in de watersportinfrastructuur van Fryslân een strategische bijdrage aan de economische ontwikkeling van recreatie en toerisme. Daarbij staat voorop dat het speciale open karakter van het typische Friese landschap, de natuurlijke omgeving en de bijzondere karakteristieken van de dorpen en steden worden behouden. Investeren in deze
24
Het Friese Merenproject - Uitvoeringsprogramma 2011-2015
Hoofdstuk 3 Visie
25
HOOFDSTUK
Koers
4
In de laatste 5 jaar van Het Friese Merenproject wordt ingezet op: Het versoberen van de restopgave in het infrastructurele deel. Het investeren in de restopgave van het programma met de focus op economie en ecologie. Het verzilveren van de kwaliteitsverbetering door in te zetten op rendement. Het borgen van het beheer van basisvoorzieningen voor de lange termijn. De ingezette koers betekent een aanscherping van de tot nu toe gevaren koers. De overwegingen die tot genoemde aanscherping hebben geleid zijn in de voorgaande hoofdstukken behandeld en betreffen: - Uitkomsten evaluatie FMP 2000-2010 - Trends en ontwikkelingen - Visie en missie - Doelstellingen Het Friese Merenproject - Beperkte financiële middelen De inhoudelijke vertaling hiervan in programmalijnen, resultaten en projecten treft u aan in hoofdstuk 6.
Hoofdstuk 4 Koers
27
Samenvatting De vanaf de start van Het Friese Merenproject in 2000 ingezette koers zal de komende jaren in grote lijnen worden gevolgd. Op basis van nieuwe inzichten uit onderzoeken en evaluaties worden er echter belangrijke accenten gelegd. Het credo voor de komende 5 jaar luidt: versoberen, investeren, verzilveren en borgen. Versoberen Afbouwen van het infrastructurele deel van het programma, onderhanden projecten afronden. Geen nieuwe doelen en projecten. Investeren Terug naar de basis: de basisvoorzieningen en het vaargebied op orde maken (vaarwegdiepte, brugbediening, passantenplaatsen, natuurlijke omgeving). Focus op balans tussen economie en ecologie: versterken van watersportkernen en toegangspoorten en tegelijk versterken van de natuurlijke omgeving als bindend element om extra bestedingen aan de wal uit te lokken. Duurzaamheid is uitgangspunt voor alle investeringen. Verzilveren Verzilveren van decor: “kansen verzilveren in natuur en landschap” Goed gastheerschap: vriendelijke begeleiding & voorlichting, verbeteren brug- en sluisbediening, de Friese bevolking en onze brug- en sluiswachters zijn onze ambassadeurs. Marketing en promotie: waterrijk en duurzaam Fryslân sterker en gerichter gaan promoten. Ondernemerschap: “verzilveren samen met ondernemers”. Borgen Beheer van voorzieningen: bestuurlijke afspraken maken met alle betrokken overheden met betrekking tot brugbediening, vaarwegbeheer, aanlegplaatsen, fiets- en wandelpaden. Borgen van decor: beheerovereenkomsten sluiten met natuur- en landschapbeheerders.
4.1 Versoberen ‘Geen nieuwe doelen en projecten en afbouwen van het infrastructurele programmadeel’ Er worden geen nieuwe doelen en projecten meer in het programma gebracht, ondanks dat de markt of onze partners hierom vragen. Bovendien voeren we een versobering door in het uitvoeringsprogramma ondanks dat het primaire programma om de kwaliteit van het vaargebied te verbeteren nog niet is afgerond. Er is onvoldoende investeringsruimte om alles af te ronden. Dat betekent dat de focus moet worden gelegd op een aantal basisvoorzieningen, het afronden van projecten die al onder handen zijn en het schrappen van de overige projecten op het gebied van de vaarweg infrastructuur. De algemene opvatting van ondernemers en gemeenten is dat de laatste extra vaarweg er voor het watersportproduct Fryslân niet meer toe doet, en dat voorrang moet worden gegeven aan basisvoorwaarden zoals voldoende diepgang en ruimere brugbediening.
28
Het Friese Merenproject - Uitvoeringsprogramma 2011-2015
De resterende infrastructurele deelprojecten uit spoor 1 (2e fase) die nog worden afgerond, worden onderdeel van de projecten in het uitvoeringsprogramma 20112015.
4.2 Investeren Terug naar de basis: ‘basisvoorzieningen en vaargebied op orde’ Het oorspronkelijke programma uit 2000, gericht op verbetering van de kwaliteit van het vaargebied, is nog niet compleet afgerond. Ondernemers en gemeenten hebben kenbaar gemaakt dat investeren in de basisvoorzieningen belangrijker is dan nieuwe projecten. De ‘duurzame’ sluis Stavoren staat met stip bovenaan, de vaarwegen moeten op diepte zijn en blijven, de pauzes in de brug- en sluisbedieningstijden moeten worden afgeschaft en er is behoefte aan meer passantenplaatsen. Daarnaast wordt er ook flink geïnvesteerd in de ruimtelijke en ecologische kwaliteit van het Friese merengebied. Lopende projecten zoals het Polderhoofdkanaal en de Noordelijke Elfstedenvaarroute worden afgemaakt. Daarnaast zijn er nog enkele knelpunten op te lossen, zoals de aanpassing van de sluizen in Workum en Makkum. Focus op economie en ecologie: “Versterken toegangspoorten en waterfronten” Uit onderzoek is gebleken dat het IJsselmeer en de Waddenzee de meest populaire watersportgebieden zijn. Hier liggen kansen voor Fryslân. De IJsselmeer- en Wadzeilers moeten door verfraaiing van de waterfronten en de uitbreiding van de sluiscapaciteit worden gestimuleerd om de dorpen en steden aan het IJsselmeer en de waddenkust te bezoeken of “grenzeloos” door te varen naar de dorpen en steden en natuurgebieden in het Friese binnenland. Stavoren is de strategische invalspoort voor de lange termijn, want het potentieel van de nationale vloot ligt vooral in Flevoland, Noord- en Zuid-Holland en Zeeland en komt vanaf het IJsselmeer via Stavoren Fryslân binnen. Op basis van de rendementsprognose (bron: Ecorys, 2008) voor de maatregel ‘versterken toegangspoorten’ blijkt dat dit een van de meest renderende maatregelen is uit het PvA 2007. We stellen daarom voor deze maatregel een hoge prioriteit te geven, mede in het licht van de gebleken groeipotenties van de watersport op het IJsselmeer en het Wad. We vertalen dit naar het uitvoeringsprogramma door de prioriteit te leggen bij de toegangspoorten. Voor een nadere beschrijving van de prioriteringsystematiek wordt verwezen naar paragraaf 5.1. Voor een overzicht van de projecten in volgorde van prioriteit wordt verwezen naar bijlage 5. Focus op duurzaamheid Duurzaamheid is het uitgangspunt van alle investeringen die worden gedaan binnen Het Friese Merenproject. De term duurzaamheid is voor het Friese Merenproject vertaald van een abstract begrip naar hanteerbare ‘bouwstenen’. Daarin zijn de drie p’s van people (van interactieve planvorming tot een gastvrij onthaal), planet (het landschap is de basis) en prosperity (duurzame bedrijfsvoering) prominent terug te vinden. De 23 bouwstenen (zie bijlage 4) vormen de basis voor de masterplannen maar zijn daarnaast gebruikt voor de projecten in het kader van grenzeloos varen.
Hoofdstuk 4 Koers
29
De projecten binnen de programmalijn Mitigatie, Ecologie en Duurzaamheid zijn daarnaast specifiek gericht op een te ontwikkelen duurzaam doel. Het sub-programma ‘Elektrisch varen’ bijvoorbeeld is gericht op het stimuleren van innovatie in de jachtbouw, maar tevens op een rustige leefomgeving waar het voor de recreërende mens goed toeven is.
4.3 Verzilveren Verzilveren van decor: ‘Kansen benutten van natuur en landschap’ Het Friese Merenproject heeft in 2008 de visie op de uitvoering verscherpt om de investeringen in economisch en ecologisch opzicht duurzaam in balans te brengen. Er is onderzoek gedaan naar mitigatiemogelijkheden en extra kansen voor natuur en duurzame ontwikkelingen zijn in kaart gebracht. Inmiddels zijn hiervoor locaties bekend en is vooral het elektrisch varen op het gebied van innovatie en duurzaamheid een kansrijke ontwikkeling. Toerisme in Fryslân is een belangrijke branche die moet worden onderhouden en zeker verder moet worden ontwikkeld. Fryslân is de mooiste provincie van Nederland, omdat de oorspronkelijke historische natuur en landschapswaarden het meeste en beste zijn behouden. Water, natuur en het weidse en gevarieerde landschap vormt het fraaie onmisbare decor voor recreatie en toerisme en is in feite de economische drager. Verzilveren betekent daarom ook investeren in natuurmitigatie en nieuwe vormen van landschapsbeheer om de openheid te behouden.
Goed gastheerschap: ‘professionele en vriendelijke begeleiding & voorlichting, Friese bevolking is ambassadeur’ Duitse bezoekers komen graag naar Fryslân en zijn over het algemeen tevreden over de gastvrijheid. Toch kan hier nog veel gewonnen worden omdat onze mensen in de ‘front-office’ het niet altijd goed doen. Het zich welkom voelen is een belangrijke promotiefactor die niet via een folder of website kan worden uitgedragen. Als we ons realiseren dat een belangrijk deel van onze gasten hier naar toe komt op basis van mond tot mond reclame of via beoordelingsfora op internet, dan is dit beslist een punt van aandacht. Havenmeesters, brugwachters, sluismeesters en horecapersoneel zijn de eersten die hierin een belangrijke rol kunnen spelen. Gastheerschap, klantvriendelijkheid, ruimere openingstijden en gratis doorvaart zijn daarbij de sleutelbegrippen. Het stimuleren van het Frysk gastheerschap past in de merkcampagne ‘Fan Fryslân’. De gemeente Súdwest Fryslân wil hier ook mee aan de slag samen met o.a. Stenden. Ondernemers in Grou hebben het voornemen om een pilot gastheerschap op te starten met ondernemers en gemeentemensen (havenmeester, brugwachter e.d.). Initiatieven zoals bovengenoemd willen wij steunen. Op basis hiervan kan mogelijk een pilot ontstaan die bruikbaar is voor andere watersportkernen. Marketing en promotie: ‘Waterrijk Fryslân nu nog sterker en gerichter gaan promoten’ Waterrijk Fryslân kan nog sterker en gerichter worden gepromoot en de investeringen kunnen daardoor beter worden verzilverd. Uit de gevoerde gesprekken komt naar voren dat met goede promotie nog veel valt te winnen. In de promotie moeten met name duurzame land- en waterrecreatiemogelijkheden in Fryslân beter worden verbonden. De meren en vaarten vormen in het weidse Friese landschap ook een prachtig decor voor fietsers en wandelaars. Een van de onderwerpen die aandacht behoeft, is een centraal punt waar routekaarten worden gemaakt en beheerd. Dat gebeurt nu op een groot aantal plaatsen, variërend van Landschapsbeheer Fryslân, ondernemers, speciale routesites die betrekking hebben op een deel van de provincie en Fryslân Marketing. Hierop dient een stevige regie gevoerd te worden. Met Fryslân Marketing, Recreatieschap De Marrekrite en de VVV-Fryslân zullen hierover afspraken worden gemaakt m.b.t. taken en verantwoordelijkheden. De provincie, andere overheden en ondernemers kunnen hierbij een belangrijke toeleverende en stimulerende rol spelen. Ook is een verscherping in de doelgroepdefinitie van Fryslân Marketing – nu gericht op gezinnen met jonge kinderen en koppels senioren - naar in ieder geval motoren zeilbootgebruikers noodzakelijk. Uit onderzoek blijkt dat de potentiële markt voor zeilvakanties voor een relatief groot deel uit jongeren tussen de 18-24 jaar bestaat en het aantal senioren (55+) in verhouding groot is onder de potentiële vakantiegangers met een motorboot (NBTC, 2010). Voor de watersportpromotie kan het gebruik van de mediakanalen nog specifieker worden gericht op deze (internationale) product-markt-combinaties. Watersporters lijken één doelgroep, maar hierbinnen kan onderscheid worden gemaakt in huur- en eigen bootbezitters, zeil- en motorboten en Nederlandse en Duitse watersporters, omdat deze in voorkeuren voor vaargebieden nogal verschillen. In de promotie is het zeker zinvol om meer aandacht te schenken aan internet en sociale media. Daarnaast zou de promotie ten behoeve van massacommunicatie of imagocreatie wellicht nog frequenter kunnen plaatsvinden. Om de watersport internationaal meer te promoten heeft de provincie Fryslân het initiatief genomen om samen met andere watersportprovincies en Fryslân
30
Het Friese Merenproject - Uitvoeringsprogramma 2011-2015
Hoofdstuk 4 Koers
31
Marketing bij de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) te pleiten voor meer inzet van het Nederlands bureau voor Toerisme (NBTC) op het gebied van de watersport. Het NBTC besteedt hier geen aandacht aan. In 2011 is hier mede met middelen van een vijftal provincies voor het eerst invulling aan gegeven. Door de bezuinigingen van de huidige staatssecretaris van EL&I van 60% op het NBTC staat de continuïteit van deze campagne echter weer onder druk. Ondernemerschap: ‘verzilveren samen met ondernemers’ Verzilveren kan niet zonder de inzet van ondernemers. Zij zorgen voor het aanbod van voorzieningen en vertier en houden de kwaliteit van het watersporttoerisme op peil. Veel ondernemers zijn al ingesprongen op Het Friese Merenproject of zien nu nieuwe mogelijkheden voor nieuwe – vaak duurzame – ‘producten’ voor watersporter en toerist. Met diverse maatregelen wordt getracht private initiatieven en ondernemerschap te stimuleren. Zo wordt met een subsidieregeling initiatieven en investeringen rond het elektrisch varen gestimuleerd. Met de oprichting van het ondernemersplein Fryslân wordt ondernemers een loket geboden waar zij terecht kunnen voor adviezen en hulp. Van belang hierbij is dat het ondernemersplein haar activiteiten niet beperkt tot ‘de zones’, maar ook Zuidwest Fryslân bediend.
4.4 Borgen Beheer basisvoorzieningen: ‘Vaarwegbeheer, aanlegplaatsen, knooppuntensysteem, fiets- en wandelpaden’ Op tweederde van het programma is het goed om stil te staan hoe de behaalde resultaten voor de toekomst kunnen worden geborgd. Het Friese Merenproject is mede gestart om een inhaalslag te maken. Deze is vooral het gevolg geweest van gebrekkig onderhoud, te weinig prioriteit en te weinig middelen in de voorafgaande periode. Het grote aantal partijen dat een bijdrage dient te leveren aan het beheer, het onderhoud en het verbeteren van voorzieningen is een belangrijke oorzaak geweest van de achteruitgang. De winst van Het Friese Merenproject is dat alle partijen uiteindelijk zijn gefocust op hetzelfde doel en maatregelen uitvoeren met een grote mate van samenhang en integraliteit. Voorkomen moet worden dat de vele miljoenen die zijn geïnvesteerd de komende jaren door de vingers glippen en dat we langzaamaan door gebrek aan focus weer achteruit varen. Er ligt dus een bestuurlijke uitdaging om een vorm te vinden waarin alle belanghebbende partijen blijven samenwerken en het belang onderschrijven van een goed beheer, onderhoud en de blijvende aanpassing van de publieke voorzieningen. Het gaat daarbij in ieder geval om de volgende aandachtsgebieden: Het vaststellen van gezamenlijk streefbeeld m.b.t. de diepte van vaarwegen. Een gezamenlijke inspanningverplichting om vaarwegen op diepte te houden. Een afspraak over de brug- en sluisbedieningtijden en de organisatie van de bediening (provincie en gemeenten). Het beheer van aanlegplaatsen. Het op orde houden van voorzieningen voor vuilwateropvang. Het beheer en onderhoud van de bewegwijzering van routes. Het agenderen hiervan, het in bespreking brengen met een groot aantal actoren, het formuleren van een koers en het inzichtelijk maken van de benodigde jaarlijkse middelen is een uitdaging voor de komende jaren. Wij zijn voornemens de mogelijkheden hiertoe te verkennen, de verschillende alternatieven op een rij te zetten en met Provinciale Staten in overleg te gaan over de meest geëigende beheersvorm. De invoering van de Waterwet en de noodzakelijke herschikking van het Friese vaarwegbeheer kan hierbij dienen als een belangrijke aanleiding. We stellen voor een bestuurlijk platform te creëren om de opgaven op dit punt te formuleren, een aantal oplossingsrichtingen te verkennen en deze bestuurlijk te agenderen. Borgen van decor: ‘Beheerovereenkomsten sluiten met natuur- en landschapsbeheerders’ De term ‘natuur’ suggereert dat het natuurlijke landschap zoals het er nu uitziet er als vanzelf is gekomen en dat dit ook zo zal blijven. Niets is minder waar. Wat wij als natuur beschouwen is in feite een product van inrichting en onderhoud. In het open Friese merengebied zal niet-onderhouden natuur (veelal voormalige graslanden) zijn functie als landschappelijk decor snel verliezen door verruiging en verbossing. Het belang dat alom wordt gezien in de openheid van het landschap vraagt oplossingen voor het beheer en onderhoud in de toekomst. Door de bezuinigingen op de beheerbudgetten van met name Staatsbosbeheer neemt dit probleem alleen maar toe. Het is zaak voor het beheer creatieve oplossingen te zoeken met alle betrokkenen, bewoners en gebruikers. Dit vraagt echter een brede aanpak en kan niet binnen het programma Friese Meren worden opgelost.
32
Het Friese Merenproject - Uitvoeringsprogramma 2011-2015
Hoofdstuk 4 Koers
33
HOOFDSTUK
5
Werkwijze en organisatie
5.1 Prioritering De in hoofdstuk 4 beschreven koers is leidend geweest bij de uitwerking van het uitvoeringsprogramma en hierin opgenomen programmalijnen en resultaten. Bij de nadere invulling op projectniveau en de afweging welke projecten wel of niet in het uitvoeringsprogramma op te nemen is in aanvulling hierop gebruik gemaakt van een prioriteringsystematiek. Met behulp van een ontwikkeld scoringsmodel is op zo objectief mogelijke wijze de prioritering van de projecten bepaald. Hiermee willen we bereiken dat de beperkt beschikbare financiële middelen zo effectief mogelijk worden ingezet. Projecten die reeds in uitvoering zijn genomen, zijn hierin niet meegenomen. Dit geldt eveneens voor zogenaamde randvoorwaardelijke projecten, dit betreft met name projecten in het kader van mitigatie ecologie en duurzaamheid. Alle overige projecten zijn gescoord op hun effecten op de volgende terreinen: Economisch Ecologisch Sociaal Strategisch Met het prioriteringsmodel is beoogd op een zo objectief mogelijke wijze tot een prioritering te komen. Aan de uitkomsten van een dergelijk model kan echter geen exacte waarde worden toegekend. Het gehanteerde prioriteringsmodel is dan ook uitdrukkelijk bedoeld als ondersteunend middel waarbij de beoordeling door deskundigen van het projectbureau steeds de doorslag heeft gegeven. Daarom is er voor gekozen de mogelijke scores in het model te beperken tot hoog, midden of laag. De uitkomsten zijn weergegeven in bijlage 5.
34
uitvoeringsprogramma 2011-2015
Hoofdstuk 5 Werkwijze en organisatie
35
Economische effecten Met de volgende aspecten is rekening gehouden: Economisch rendement; kosten in relatie tot bijdrage aan de programma doelstellingen. Hoe hoger de “opbrengsten” in relatie tot de kosten, des te hoger de score. De “opbrengsten” zijn hierbij geschat op basis van rendementsprognoses (Ecorys 2008) en verwachte effecten op vaarintensiteit rekening houdend met vaarwegklasse. Projectfase en financiering; Hoe concreter qua voorbereiding en financiële dekking des te hoger de score. Hoe verder in de fasering, des te moeilijker is het om een project niet uit te voeren. Bij projecten in de initiatief- of definitiefase is er nog erg veel vrijheid om te besluiten het project niet uit te voeren. Aandachtspunt daarbij is wel in hoeverre er informeel al toezeggingen zijn gedaan naar andere partners. Een project waar al harde bestuurlijke afspraken over zijn gemaakt (en dus de financiering ook al rond is) zou in theorie nog gestopt kunnen worden, maar dat zou de provincie een onbetrouwbare partner doen lijken (of zijn). Zonder zwaarwegende reden is stoppen van een dergelijk project niet aan de orde. Een project, dat al volop in uitvoering is, kan feitelijk niet meer worden stopgezet zonder aanzienlijke kosten en gezichtsverlies. Dat wordt in dit kader dan ook niet overwogen. Bij een project waar door veranderde bestuurlijke of financiële omstandigheden voortzetting heroverwogen moet worden, moet een aparte afweging plaatsvinden. Ecologische effecten Beoordeeld is of een project: Positief effect heeft op ecologische waarden; het project scoort hiermee een ‘plus’ Neutraal effect heeft op ecologische waarden; het project scoort hiermee ‘neutraal’ Extra aandacht nodig heeft teneinde nadelige ecologische effecten te voorkomen; het project scoort hiermee ‘negatief’ Sociale effecten Met de volgende aspecten is rekening gehouden: Bijdrage aan verbeteringen in een aandachtsgebied Bijdrage aan beleving/goed gastheerschap Strategische effecten Met de volgende aspecten is rekening gehouden: Aansluiting op landrecreatie/Programma Topattractie Aansluiting bij toegangspoort of watersportkern Politiek/bestuurlijke wenselijkheid en verwachtingen
5.2 Organisatie Deze paragraaf schetst de visie op samenwerking, organisatie en communicatie voor de komende vijf jaar. Uitgangspunten Voor de laatste periode van Het Friese Merenprogramma wordt voorgesteld de volgende uitgangspunten te hanteren, die in belangrijke mate ook hebben gegolden in de eerste fase: Een regierol door de provincie om de inhoudelijke samenhang van de toerismeontwikkeling in Fryslân te versterken.
36
Het Friese Merenproject - Uitvoeringsprogramma 2011-2015
Een werkwijze die samenwerking van alle relevante deelnemers als uitgangspunt neemt. Integraliteit als uitgangspunt bij visie-, planvorming en uitvoering, met als doel een hoger maatschappelijk rendement. Streven naar samenwerking en het genereren van synergie bij planvorming en inrichtingsmaatregelen op het gebied van natuur, water en recreatie en toerisme, zowel intern als extern (Wetterskip Fryslân). Waar mogelijk streven naar integratie van projectorganisaties. Organisatie De trekkersrol blijft bij de provincie Fryslân die rollen vervult als regisseur, aanjager, coördinatiepunt, adviseur en medefinancier. Het projectbureau Friese Merenproject blijft het regie- en coördinatiepunt om op programmaniveau doelen, resultaten en financiën te managen en rapportages te verzorgen richting Gedeputeerde Staten (GS) en Provinciale Staten. Deze rol wordt door de partners hoog gewaardeerd en in vele gevallen zelfs als noodzakelijk genoemd. Bij de introductie van het werken met streekagenda’s, zoeken we naar passende organisatie- en samenwerkingsvormen met als uitgangspunt de door Provinciale Staten vastgestelde doelen, resultaten en budgetten. De provinciale stuurgroep wordt omgevormd naar een bestuurlijke klankbordgroep, waarin naast de investerende overheden, de gebruikers, de beheerders van natuur, water en landschap, ook de ondernemers die moeten zorgen voor het creëren van werkgelegenheid, rechtstreeks zijn vertegenwoordigd. Voorgesteld wordt de klankbordgroep samen te stellen uit de volgende partijen: Wetterskip Fryslân, LTO, Recreatieschap De Marrekrite, Rijkswaterstaat (IJsselmeer en Waddenzee), Het Watersportverbond, Staatsbosbeheer, It Fryske Gea, en naast de HISWA een aantal watersportondernemers zoals bijv. vertegenwoordigers van het Toeristisch Overlegplatform Zuidwest Fryslân. Het accent zal in de laatste fase immers liggen op het verzilveren van de eerdere investeringen en de noodzakelijke mitigatie ecologie. De provinciale ambtelijke projectgroep Friese Merenproject wordt opgeheven. Afstemming met beleidsafdelingen en andere provinciale programma’s vindt plaats via de programmaraad i.o. De samenwerking met andere provinciale beleidsthema’s en programma’s zoals op het gebied van ruimtelijke kwaliteit, duurzame energie (elektrisch varen), worden aangescherpt en beter verankerd. Om aansluiting te vinden met de rijksagenda’s wordt onder de titel ‘Blauwgroene gordel’ gewerkt aan samenwerking en integratie van provinciale- en rijksdoelen op het gebied van water en natuur, recreatie en toerisme, klimaatadaptatie en leefbaarheid. Dit thema is reeds opgenomen in de Noordelijke gebiedsagenda en vastgesteld door het Bestuurlijk Overleg MIRT. In mei 2011 hebben het Rijk en de drie noordelijke provincies besloten een haalbaarheidsonderzoek uit te voeren onder de titel: ‘de economie van water en landschap’. Communicatie De huidige overkoepelende communicatiestrategie heeft voor een hoge naamsbekendheid onder de verschillende doelgroepen gezorgd. Deze naambekendheid van Het Friese Merenproject moet goed onderhouden worden omdat er promotionele waarde vanuit gaat voor de provincie en Fryslân als totaal. Het is van belang de huidige strategische alliantie tussen de provincie, gemeenten en andere partijen in de communicatiestrategie vast te houden en als eenheid naar buiten te treden. Daarom wordt vastgehouden aan een centraal communicatiecoördinatiepunt. Het Friese Merenproject blijft het gezamenlijk ‘voertuig’ en de communicatie-uiting wordt hierop afgestemd. Hoewel er promotionele waarde uitgaat van het ‘Het Friese Merenproject’ ligt de taak voor de (toeristische) promotie van Fryslân bij de organisaties Fryslân Marketing en Fan Fryslân. De projectorganisatie beperkt zich tot de proces- en projectcommunicatie. Hoofdstuk 5 Werkwijze en organisatie
37
HOOFDSTUK
Programma
6
Dit hoofdstuk benoemt de resultaten en projecten per programmalijn voor de periode 2011-2015 en is daarmee het concrete uitwerkingsresultaat van de geformuleerde koers in hoofdstuk 4. Geen sporen meer, wel programmalijnen In het PvA 2007 is onderscheid gemaakt in Spoor 1 en Spoor 2, met als doel te markeren welke onderdelen uit het PvA 2000 doorliepen in de 2e fase na 2007. Met de evaluatie Friese Merenproject 2000-2010 zijn de meeste projecten uit spoor 1 uitgevoerd, afgesloten en verantwoord. Enkele nog lopende projecten worden meegenomen naar het Uitvoeringsprogramma 2011-2015. Het restant aan projecten, voornamelijk uit de 2e fase van Spoor 1, wordt niet meer uitgevoerd, tenzij expliciet benoemd in dit uitvoeringsprogramma. Voor de laatste fase 2011-2015 wordt de indeling in sporen verlaten en worden alleen nog de drie programmalijnen gebruikt. Versoberen Zoals reeds bij de evaluatie Friese Merenproject 2000-2010 is geconstateerd, dreigt de programmabegroting van € 495 mln. als gevolg van kostenstijgingen overschreden te worden. Daarnaast staan de beschikbare middelen en financieringsmogelijkheden onder druk en is het noodzakelijk een versoberingskoers te gaan varen. Wij stellen daarom voor met een aantal projecten te stoppen. Bij de keuze van te stoppen projecten is een prioriteringssystematiek gehanteerd waarbij de projecten zijn gerang-
Hoofdstuk 6 Programma
39
schikt op basis van elementen als financieringsmogelijkheden, investeringsrendement, kosten en bijdrage aan de programmadoelstellingen. Bij het afstemmen van het programma op de beschikbare middelen vallen de projecten met de laagste score als eerste af. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar paragraaf 5.1.
Samenvatting
onderzoek gedaan naar de haalbaarheid van deze verbindingen. Dit heeft uitgewezen dat de kosten hoog zijn: het voorkeursalternatief Drachten - Groningen kost ca. € 105 miljoen, het alternatieve tracé van Drachten naar Drenthe zelfs ca. € 132 miljoen. Aan bestedingen zullen de tracés niet meer genereren dan ca. € 1 á 2 miljoen per jaar. Aldus kan geconcludeerd worden dat de investeringen hoog zijn en het rendement laag. Bovendien is er bij beide tracés sprake van risico op aantasting van hoge ecologische waarden. Het is daarom niet realistisch dit project voort te zetten.
Aanscherping van het programma langs 3 programmalijnen. 1. Grenzeloos varen 2. Bestedingen aan de wal 3. Mitigatie ecologie en duurzaamheid
6.1 Programmalijn Grenzeloos Varen Koers In de periode 2000-2010 is veel geïnvesteerd in verbetering van de kwaliteit van het recreatief netwerk. Knelpunten zijn opgelost, nieuwe verbindingen zijn gelegd, er is een flinke slag gemaakt met het inhalen van de achterstand in het baggerwerk en er zijn veel voorzieningen voor de recreatievaarder gerealiseerd. In de programmalijn ‘Grenzeloos varen’ ligt de focus op het afronden van de projecten, die in de afgelopen periode in gang zijn gezet. Maar we stellen voor ook met een aantal projecten te stoppen. Hiermee wordt invulling gegeven aan het ‘koerselement’ Versoberen. Versoberen Wij stellen voor te stoppen met de volgende projecten: Nieuwe verbinding Drachten – Groningen /Drenthe Opwaarderen verbinding Workum – Hindeloopen als motorbootroute DM of CM Nieuwe verbinding Balk – De Fluezen Verbinding Sleattemer Mar – De Fluezen Verminderen wachttijden Sluis Kornwerderzand Verhogen bruggen Fjouwerhúster Feart (Tjonger-Tjukemâr) Deze projecten leveren in verhouding tot de gevraagde investeringen een relatief geringe bijdrage aan het bereiken van de programmadoelen. Dit is nader onderbouwd met behulp van een ontwikkeld prioriteringsmodel. Voor een nadere uitleg van het prioriteringsmodel, zie paragraaf 5.1. Nieuwe verbinding Drachten – Groningen /Drenthe Het project ‘nieuwe verbinding Drachten – Groningen /Drenthe’ behoeft nadere toelichting. Zoals is afgesproken in de statenbehandeling van de Herijking 2008 is
40
Het Friese Merenproject - Uitvoeringsprogramma 2011-2015
Samenvatting Grenzeloos varen Voor de programmalijn Grenzeloos Varen ligt de focus voor periode 2011-2015 op het afmaken van de lopende projecten en het oplossen van een enkel resterend knelpunt. Resultaten 1. Afronden projecten opwaardering bestaande en nieuwe verbindingen (Noordelijke Elfstedenroute (NER), Polderhoofdkanaal (PHK), Luts, Turfroute) 2. Verbeteren capaciteit en drempeldiepte sluizen (Stavoren, Workum, Makkum) 3. Oplossen resterende knelpunten in vaarnetwerk 4. Afschaffen van pauzes brug- en sluisbediening en afschaffen bruggeld 5. Wegwerken achterstallig baggeronderhoud: - 103 km provinciaal PVVP (einddoel 435 km) - 39 km gemeente PVVP (einddoel 140 km) - 34 km gemeente Taheakke (einddoel 80 km) Effect: Belangrijkste recreatieve netwerk op orde.
Prioritering restopgave De belangrijkste projecten in uitvoering: Drempelverlaging sluis Workum Recreatiegeulen Grutte Brekken Fietspad langs De Swette (Sneek-Leeuwarden) Recreatieve voorzieningen Lauwersmeer De belangrijkste projecten in voorbereiding: Uitbreiden Sluiscapaciteit Stavoren Heropenen Polderhoofdkanaal Verhoging van brug Jirnsumersyl Drempelverlaging sluis Makkum Opwaardering Lutscomplex De volgende projecten resteren nog: Afronden Noordelijke Elfstedenvaarroute. Turfroute: realiseren toeristische overstappunten. Turfroute: opwaardering als alternatief voor de geschrapte verbinding Drachten-Groningen /Drenthe.
Hoofdstuk 6 Programma
41
En ten slotte het behalen van de gewenste resultaten die volgens gemeenten en ondernemers als basisvoorwaarden worden gezien (back to basic): Baggerprogramma afmaken volgens de bijgestelde doelen 11 februari 2009 Afschaffen van de pauzes in de brug- en sluisbediening realiseren
zijn gestegen tot een geraamd bedrag van € 16,95 mln., waardoor nieuwe samenwerkingsovereenkomsten gesloten moeten worden. Omdat er sprake is van een nieuwe situatie met een hogere provinciale bijdrage zal de ‘doorstart’ van dit project aan Provinciale Staten worden voorgelegd.
Ten opzichte van het PvA 2007 (spoor 2) zijn de maatregelen ten aanzien van de toegangspoorten overgegaan naar de programmalijn ‘bestedingen aan wal’. Dit is gedaan omdat het bij de toegangspoorten veelal gaat om ruimtelijke kwaliteit en voorzieningen en minder om infrastructurele maatregelen.
Lutscomplex De Luts is een bestaande vaarweg, maar het project ‘Lutscomplex’ omvat meer dan het opknappen van de bestaande vaarweg. In de evaluatie is vastgesteld dat niet meer wordt gestreefd naar verruiming van het profiel en verhoging van de bruggen. De bestaande route wordt vanwege de kwetsbare natuur niet geschikt gemaakt voor grotere schepen. Het is wel de bedoeling om de zijvaarten weer toegankelijk te maken. Zo kan vanuit die zijvaarten aan wal worden gegaan om de recreatieve mogelijkheden van het unieke gebied te beleven (wandelen, fietsen, kamperen, golf, natuur, landschap en cultuur). Doelgroep is vooral de waterrecreant met de wat kleinere boot. Planvorming en financiering zijn rond.
Turfroute Nu voorgesteld wordt de verbindingen vanuit Groningen en Drenthe naar Drachten te schrappen, blijft de Turfroute over als één van de weinige alternatieve vaarverbindingen met Drenthe. De geraamde kosten van de profielverruiming naar de diepgang op basis van de in het Provinciaal Verkeer- en Vervoersplan (PVVP) vastgestelde DM norm bedragen ca. € 10,9 mln.. Op basis van de voorgestelde prioritering ontbreken momenteel (deels) de financiële middelen voor een provinciaal aandeel in de financiering. Wij stellen desondanks voor dit project in het programma op te nemen en de haalbaarheid nader te onderzoeken. Onderzocht zal worden in hoeverre bestaande provinciale onderhoudsbudgetten hierbij ingezet kunnen worden.
6.1.1
Afronden projecten opwaardering bestaande en nieuwe verbindingen
De projecten: Noordelijke Elfstedenvaarroute (NER) Recreatiegeulen Grutte Brekken Polderhoofdkanaal Lutscomplex Middelseeroute afronden Turfroute
Middelseeroute afronden (Fietspad langs De Swette) Onderdeel van het traject Middelseeroute uit de eerste fase is een recreatief fietspad langs De Swette tussen Mantgum en Scharnegoutum. De Middelseeroute is op het water al afgerond, maar het fietspad is nog niet uitgevoerd omdat grondaankoop via de ruilverkaveling Baarderadeel moest plaatsvinden. Nu dat is gebeurd, wordt het fietspad in fasen aangelegd. Het project is in uitvoering. Turfroute In 2008 is door Provinciale Staten besloten een haalbaarheidsstudie uit te voeren naar een nieuwe vaarverbinding naar Groningen of Drenthe. Uit deze studie blijkt dat deze nieuwe routes veel duurder uitvallen dan verwacht. Mede daarom is voorgesteld deze voorgenomen routes uit het programma te schrappen. Bij de besluitvorming in 2008 (Herijking, prioritering en programmamanagement 2e fase FMP) is de opwaardering van de turfroute genoemd als alternatief. Om de verbinding met het Drents-Groningse kanalenstelsel ‘volwaardig‘ te maken is en opwaardering naar de in het PVVP vastgestelde classificatie van belang (motorboten tot 2.50 m doorvaart-
Noordelijke Elfstedenvaarroute (NER) De NER is volop in uitvoering; de voltooiing is gepland in 2013. Recreatiegeulen Grutte Brekken (gereed) Scheiding van beroeps- en recreatievaart is één van de doelstellingen van Het Friese Merenproject. De geulen zijn inmiddels gereed. Polderhoofdkanaal Uitvoering van het Polderhoofdkanaal is gestart in 2005. Door een schorsing liggen de werkzaamheden stil. Er zijn aanvullende compenserende natuurmaatregelen ontwikkeld en op basis daarvan zijn er nieuwe ontheffingen verleend. De kosten
42
Het Friese Merenproject - Uitvoeringsprogramma 2011-2015
Hoofdstuk 6 Programma
43
hoogte en 1.30 m diepgang). Met name de diepgang voldoet bij lange na niet aan de norm. Voorgesteld wordt in samenwerking met de regiogemeenten, de Stichting de Nije Kompagnons en de toeristische organisaties de hieronder voorgestelde maatregelen a en b te realiseren . Het is de bedoeling dat de Turfroute de drager wordt van een integrale toeristische infrastructuur in Zuidoost Fryslân. Na openstelling van het Polderhoofdkanaal ontstaat een aantrekkelijke Vaarroute in het oosten van Fryslân tussen Lauwersoog en Appelscha. Op de Turfroute is sprake van achterstallig onderhoud, en het huidige vervangings programma dat de gemeenten en de provincie uitvoeren zal dat probleem niet oplossen. Omdat in het kader van de waterwet het vaarwegbeheer waarschijnlijk overgaat naar het Wetterskip is er extra noodzaak de achterstand versneld in te lopen. Mede hierdoor zal het niet lukken 1/3 deel derde geldstroom te genereren. We gaan dan ook uit van financiering door provincie en gemeente waarbij de provincie € 5 tot € 6 mln. zal moeten investeren in diepgang en oevervoorzieningen. Het project Turfroute is opgedeeld in twee deelprojecten, met als doelstelling een verdubbeling van het aantal bezoekers: Verbeteren aanleg- en overstapvoorzieningen: omdat de kwaliteit van de Turfroute vooral is gelegen in de mogelijkheden van het achterland (wandelen, fietsen, cultuurbeleving, natuurbeleving) zijn in acht kernen verbeteringen gepland van de aanleg- en overnachtingvoorzieningen. Tevens wordt op deze locaties toeristische informatie aangeboden, die de watersporter moet verleiden tot het van boord gaan en het gebied in te trekken. De kosten zijn geraamd op circa € 0,6 mln. Profielverruiming: de Turfroute is nu toegankelijk voor schepen met een maximale diepgang tot 1,10 meter. Het is wenselijk om dat te vergroten naar 1,30 meter, de motorbootklasse Dm. Dat zou betekenen dat een grotere doelgroep wordt bereikt; vooral een groot deel van de huurvloot kan dan ook de Turfroute varen. Om te verdiepen moet ook veel beschoeiingen worden vervangen daardoor is er sprake van een aanzienlijke investering (geraamd op ca. € 10,9 mln.) Door het bedenken van slimme oplossingen en een combinatie met het planmatig onderhoud, zal samen met de gemeenten in het gebied worden getracht de kosten verder te reduceren en te spreiden in de tijd.
6.1.2
Sluis Stavoren In 2011 is de aanbestedingsprocedure afgerond waarbij de markt (aannemers en adviesbureaus) is uitgedaagd om te komen met creatieve oplossingen voor het capaciteitsprobleem. Dit heeft geresulteerd in een creatieve oplossing met ruim voldoende extra capaciteit en veel aandacht voor duurzaamheid, ecologie en publieksparticipatie. Sluis Workum Het recreatief netwerk achter de sluis in Workum is toegankelijk voor schepen met een diepgang van 1,90 meter (IJsselmeerzeilers, klasse Bzm). De drempeldiepte in de sluis laat die diepgang echter niet toe. Daarom zijn plannen ontwikkeld om de sluis dieper te maken. Gebleken is dat volstaan kan worden met het weghalen van de deurdrempel. Schepen tot een diepgang van 1,90 meter kunnen dan bijna altijd gebruik maken van deze sluis. Plan en financiering zijn rond. Sluis Makkum Het Van Panhuyskanaal voorbij Makkum is toegankelijk voor schepen met een diepgang van 1,90 meter (IJsselmeerzeilers, klasse Bzm). Ook hier laat de drempeldiepte in de sluis die diepgang niet toe en zijn plannen ontwikkeld om de sluis dieper te maken. Ook hier is gebleken dat volstaan kan worden met het weghalen van de deurdrempel. De vaart in de bebouwde kom van Makkum (De Grutte Sylroede) zal ook uitgediept moeten worden. De aansluitende vaarwegstructuur naar het merengebied (Van Panhuyskanaal, Warkemer Trekfeart) zijn reeds op diepte gebracht. Het plan is gereed, de financiering dient nog te worden afgerond. Sluis Lauwersoog De schutsluis in Lauwersoog is niet eerder als knelpunt erkend. Gebleken is dat ook in Lauwersoog soms sprake is van lange wachttijden en oncomfortabele situaties. Op korte termijn wordt gezocht naar enige verlichting door het aanpassen van de wachtvoorzieningen en organisatorische maatregelen. Voor de langere termijn wordt door de provincies Groningen en Fryslân een gebiedsontwikkelingsplan voor
Verbeteren capaciteit en drempeldiepte sluizen
De projecten: Sluis Stavoren Sluis Workum Sluis Makkum Sluis Lauwersoog
44
Het Friese Merenproject - Uitvoeringsprogramma 2011-2015
Hoofdstuk 6 Programma
45
het gehele Lauwersmeer opgesteld, omdat er nog meer ingrepen spelen: dijkversterking, realisatie grootschalig gemaal en de aanpassing van de spuisluizen. Daarbij staat de vorm en locatie van de schutsluis ook ter discussie. Deze aanpassing is geen onderdeel van Het Friese Merenproject.
6.1.3
6.1.4
Belangrijk in het Friese merengebied is het gevoel welkom te zijn. Goed gastheerschap is daarvoor de basis. Naast verruiming van de brug- en sluisbedieningstijden wordt gestreefd naar afschaffing van de bruggelden. Een gesloten brug op de onhandige “Marrekritetijden” (van 12:00-13:00 en 16:15-17:15) is geen goed gastheerschap, evenmin als het moeten betalen voor brugpassages (en dan ook nog overal andere bedragen en andere methoden). Basis voor het vaststellen van de gewenste bedieningstijden is het recreatieve vaarnetwerk zoals dat is gedefinieerd in het PVVP. Het PVVP is onlangs geëvalueerd, en daaruit is gebleken dat er behoefte is aan een nieuwe indeling en classificatie van het recreatieve netwerk. Deze classificatie gaat uit van de volgende doelgroepen: Beroepsvaart Rivercruisers en grote rondvaartboten Chartervaart (bruine vloot) IJsselmeerzeilers (Azm-Bzm) Toerzeilers (t/m Czm) Toervaarders (Cm, Dm) Voor iedere doelgroep geldt een bedieningsregime dat is afgestemd op betrreffende doelgroep. Het regime varieert van 7x24 uur voor de beroepsvaart tot iets ruimere openingstijden voor de toervaarders in het zomerseizoen. In ieder geval streven we naar afschaffing van de pauzes voor alle doelgroepen.
Oplossen resterende knelpunten in vaarnetwerk
De projecten: Brug Jirnsumersyl Brug Sylroede te Lemmer Brug Skarster Rien in de A6
Realisatie van het afschaffen van bruggeld en pauzes kan op twee manieren: Meer personeel inzetten. Omdat het gemeentelijke bruggen betreft, zal dit een moeilijke weg zijn. De meeste gemeenten zijn hiertoe niet bereid of ontbreekt het aan de mogelijkheden. Realisatie van afstandsbediening. Door meerdere bruggen op afstand te bedienen kan worden bespaard op personeelskosten. Gebleken is dat gezamenlijk realiseren van afstandsbedieningprojecten met gemeentes niet budgettair neutraal te realiseren is. De provincie onderzoekt op dit moment realisatie van een netwerkstructuur ten behoeve van het op afstand bedienen van de provinciale bruggen. Indien dit netwerk vorm krijgt zal opnieuw onderzocht worden in hoeverre het mogelijk is gemeentelijke bruggen aan te haken.
Brug Jirnsumersyl De route Grou-Jirnsum-Akkrum via de Rjochte en Kromme Grou, de Boarn en de Kromme Knilles is een recreatief alternatief voor het Prinses Margrietkanaal. Het is de bedoeling deze route op te waarderen tot motorbootklasse Dm (doorvaarthoogte 2,5 meter). Met de gemeente Boarnsterhim is een overeenkomst gesloten over de afronding van het traject H+. De brug Jirnsumersyl maakt daar onderdeel van uit. Het plan is op hoofdlijnen gereed en de financiering is rond. Brug Sylroede te Lemmer (initiatieffase, financiering gedeeltelijk gereserveerd) De beweegbare brug over de Sylroede te Lemmer is één van de resterende locaties waar de interactie tussen wegverkeer en scheepvaartverkeer een knelpunt is. De drukke en strategisch belangrijke N359 kruist hier de druk bevaren Sylroede. Dit leidt tot veel wachttijd en ergernis voor beide verkeersstromen. Het project verkeerd nog in de initiatief fase. In programma 2 (Verkeer en Vervoer) is € 15 mln. gereserveerd voor dit knelpunt. Voor een definitieve oplossing is dat onvoldoende, waardoor ook een bijdrage van andere belanghebbenden nodig zal zijn. Brug Skarster Rien in de A6 De A6 kruist bij het knooppunt Joure de Skarster Rien, een drukke vaarweg en de enige toegang naar het Overijssels merengebied voor staande masten. Hier zou een aquaduct een adequate oplossing zijn om een betere doorstroming te krijgen. Het grootste belang van een ongestoorde doorstroming is voor het autoverkeer. Daarom is ons standpunt dat het aan het Rijk is de financiering van een aquaduct mee te nemen in het project Knoop Joure. Het Rijk heeft voor de periode 20202028 € 50 mln. gereserveerd voor een aquaduct. Het is wenselijk het aquaduct direct mee te nemen in de realisatie van de knoop Joure. Het project bevindt zich nog in de initiatieffase, de financiering is nog niet rond. Het project maakt geen deel uit van Het Friese Merenproject.
46
Het Friese Merenproject - Uitvoeringsprogramma 2011-2015
Afschaffen van bruggeld en pauzes brug- en sluisbediening
Samen met de gemeenten zal onderzoek worden gedaan naar optimalisatie en eventueel samenvoegen van de bedieningsorganisaties.
6.1.5
Wegwerken achterstallig baggeronderhoud Dit betreft het inlopen van achterstallig onderhoud van provinciale vaarwegen, gemeentes en haveneigenaren en het verdiepen van meren. De doelstelling voor het wegwerken van achterstallig baggeronderhoud is nog niet gehaald. Vooral in de gemeentelijke vaarwegen en in particuliere jachthavens wordt te weinig voortgang geboekt. Belangrijkste oorzaak van het achterblijven van gemeenten is het feit dat baggeren geen wettelijke taak is en er onvoldoende middelen worden gereserveerd. Tot nu toe hebben we als provincie ingezet op een aanjagende en coördinerende rol, waarbij gemeenten en jachthavens sinds 2004 een beroep kunnen doen op een provinciale bijdrage van 25% in de kosten. Hoewel er veel in uitvoering is genomen heeft dit onvoldoende bijgedragen aan het gewenste resultaat.
Hoofdstuk 6 Programma
47
Om de doelen te kunnen halen heeft het College van Gedeputeerde Staten gekozen voor een andere werkwijze. Deze is gericht op gebieden met de hoogste prioriteit: de belangrijke watersportgebieden en vaarroutes. We benaderen de betreffende gemeenten en jachthavens actief en stellen hen voor om in gezamenlijkheid tot een uitvoeringsprogramma te komen. Om deze gemeenten daadwerkelijk te interesseren voor deze aanpak is een actievere rol van de provincie nodig en een hogere provinciale bijdrage. Afspraken worden vastgelegd in een bestuurlijke overeenkomst. De rol van aanjager zetten we dus om in de rol van regisseur/ projectleider. Uitgangspunt is een gemeenschappelijke projectmatige aanpak, onder regie van het projectbureau Friese Meren. We denken met deze aanpak meer zekerheid te krijgen over de uitvoering van de prioritaire opgave. Tevens verwachten we (door schaal-, aanbestedings- en synergievoordeel) aanzienlijk te kunnen besparen op de totale maatschappelijke kosten en een besparing op de uitvoeringskosten. Als voorbeeld kan worden genoemd dat wij samen met een groot aantal partijen aan een project werken om te komen tot een baggeraanpak voor het Nationaal Park De Alde Feanen. Een belangrijk deel van de baggeropgave van de gemeente Boarnsterhim ligt in dit gebied. Hier wordt gezocht naar integratie van doelen op het gebied van watersport, Natura 2000 en Kaderrichtlijn Water. Het streven is er op gericht in 2012 op deze wijze in aanmerking te komen voor Europese middelen.
Samenvatting Bestedingen aan de wal De programmalijn ‘Stimuleren bestedingen aan de wal’ is gericht op het verzilveren van de eerder gedane investeringen uit fase 1 door meer mensen naar Fryslân te trekken en de bezoekers te verleiden langer te blijven en vooral meer uit te geven. Resultaten De aantrekkingskracht van 7 toegangspoorten is versterkt (gebruik, beleving, duurzaamheid en 3 sluizen) De aantrekkingskracht van 10 watersportkernen is versterkt (gebruik, beleving, duurzaamheid) Realisatie 500 nieuwe of verbeterde passantenplaatsen Minimaal 3 innovatie pilots in de watersport: - Realisatie en vermarkting nieuwe digitale vaar- en dieptekaart stimuleren (aanscherping) - Waterwegennavigator: van Interreg pilot naar introductie - Aanbesteding recreatie servicepas (watersportpas)
Effecten De aantrekkelijkheid van de waterfronten en toegangspoorten is verbeterd De kwaliteit van bestaande watersportvoorzieningen is verbeterd Er wordt meer geld uitgegeven door de watersporter
48
Het Friese Merenproject - Uitvoeringsprogramma 2011-2015
6.2 Programmalijn Bestedingen aan de wal Koers Met de programmalijn Bestedingen aan de wal wordt invulling gegeven aan het onderdeel verzilveren van de aangescherpte koers zoals beschreven in hoofdstuk 3. De programmalijn is gericht op het verzilveren van de eerder gedane investeringen uit fase 1. Het programma spitst zich toe op de versterking van 7 toegangspoorten en 10 watersportkernen. Door versterking van de toegangspoorten worden meer watersporters naar Fryslân getrokken. Zij worden vervolgens verleid om langer te blijven en meer geld uit te geven. Hiervoor zijn ondermeer aantrekkelijkere toegangspoorten en watersportkernen nodig.
Prioritering De versterking van toegangspoorten is gericht op het verhogen van de bestedingen aan de wal. Extra dimensie ten opzichte van de masterplannen voor watersportkernen is om nieuwe bezoekers naar Fryslân te trekken, door de groei van de watersport die zich vooral op het IJsselmeer en langs de Waddenkust voordoet. Watersporters moeten door een versterking van de toegangspoorten worden verleid om naar Fryslân te komen. Op basis van de rendementsprognose (bron: Ecorys, 2008) voor de maatregel ‘versterken toegangspoorten’ blijkt dat dit een van de meest renderende maatregelen is uit het PvA 2007 (gemiddeld 10,6%). We geven daarom deze maatregel een hoge prioriteit, mede in het licht van de gebleken groeipotenties van de watersport op het IJsselmeer en het Wad. We vertalen dit naar het uitvoeringsprogramma door een hoge prioriteit te leggen bij de toegangspoorten. We willen ons focussen op de basisvoorzieningen en voorkomen dat het programma uitdijt tot een alles omvattend watersportprogramma. In de evaluatie is al gemotiveerd dat wij niet overtuigd zijn van de effectiviteit van een aantal projecten en ook de rol en positie van de provincie als overheid niet in alle gevallen vanzelfsprekend vinden. In de vastgestelde Evaluatie 2000-2010 (PS 09-02-2011) is gemotiveerd waarom wij met de volgende projecten stoppen: Het organiseren van een prijsvraag ter bevordering van een watersportactiviteitencentrum. Het stimuleren van een evenementenbureau via Fryslân Marketing. Het instellen van een taskforce regelgeving toeristisch bedrijfsleven.
Masterplannen Per toegangspoort en per watersportkern wordt gekeken welke projecten het meeste bijdragen aan de gewenste versterking. In een masterplan wordt voorafgaand de onderbouwing hiervoor gegeven. Speerpunten daarbij zijn de beleving en ruimtelijke kwaliteit van de plaats, de gebruiksmogelijkheden en de duurzaamheid van de betreffende plaatsen. Als hulpmiddel zijn 23 bouwstenen ontwikkeld die kunnen dienen als basis voor de nadere uitwerking van een masterplan. Voor een overzicht van de 23 bouwstenen: zie bijlage 4. Uit het masterplan, dat een visie voor de langere termijn weergeeft, volgt een uitvoeringsprogramma met een uitvoerings- en financieringsovereenkomst waarin afspraken voor de kortere termijn zijn vastgelegd. Op basis hiervan kunnen de projecten die het beste bijdragen aan het realiseren van de opgestelde visie uitgevoerd worden. De daarmee gepaard gaande overheidsinvesteringen zijn gericht op verbeteringen in de openbare ruimte. Hiermee worden voorwaarden gecreëerd voor marktpartijen om het private deel van de toegangspoort of watersportkern van een investeringsimpuls te voorzien.
Hoofdstuk 6 Programma
49
kan worden gegeven, start in het najaar 2011. Daarna rollen we deze methodiek uit over de plaatsen waarvoor een masterplan is opgesteld.
De totale opwaardering van een toegangspoort of watersportkern, zowel het publieke als het private deel, leidt tot een toename van de bestedingen aan de wal.
Duurzaamheid Duurzaamheid is voortaan het centrale provinciale uitgangspunt bij het opstellen en uitvoeren van elk provinciaal beleidsplan, programma of project. Door expliciet te kiezen voor duurzaam toerisme beschermen én versterken we de aantrekkingskracht van Fryslân als toeristisch gebied. En tegelijkertijd biedt een expliciete keuze voor duurzaam toerisme kansen om Fryslân nóg sterker te profileren. Om hieraan invulling te geven bij het versterken van watersportkernen en toegangspoorten ontwikkelde de provincie 23 bouwstenen. Met deze bouwstenen worden de moeilijk hanteerbare begrippen ‘duurzaamheid’ en ruimtelijke kwaliteit’ vertaald in praktische aandachtspunten die gebruikt worden bij het opstellen en uitwerken van masterplannen voor zowel watersportkernen als toegangspoorten. In bijlage 4 zijn de bouwstenen weergegeven.
6.2.1
De aantrekkingskracht van 7 toegangspoorten naar Fryslân versterkt Inzet Er wordt ingezet op de volgende 7 toegangspoorten: Stavoren Lemmer Harlingen Lauwersmeer Workum Zuidoever Tsjûkemar (als toegangspoort vanuit Overijssel) Makkum
Borging We gaan een pilot starten om te onderzoeken op welke manier de drive die bij gemeente en ondernemers ontstaat tijdens het masterplanproces kan worden vast gehouden. Hiermee willen we de mensen bewust maken van het feit dat de kracht van een watersportkern te maken heeft met wat uitgestraald wordt. Het borgen is een logische vervolgstap op de fysieke versterkingen in toegangspoorten en watersportkernen. De pilot om te ontdekken op welke wijze de borging het beste vorm
Overwegingen Uit onderzoek is gebleken dat het IJsselmeer en de Waddenzee de meest populaire watersportgebieden zijn. Hier liggen kansen voor Fryslân. De IJsselmeer- en wadzeilers moeten door verfraaiing van de waterfronten en de uitbreiding van de sluiscapaciteit worden gestimuleerd om de dorpen en steden aan het IJsselmeer en de waddenkust te bezoeken of “grenzeloos” door te varen naar de dorpen en steden in het Friese binnenland. Stavoren is de strategische invalspoort voor de lange termijn, want het potentieel van de nationale vloot ligt vooral in Flevoland, Noord- en Zuid-Holland en Zeeland en komt vanaf het IJsselmeer via Stavoren Fryslân binnen. Naast de 7 geselecteerde toegangspoorten kan ook Hindeloopen als toegangspoort worden aangemerkt. De sluis in Hindeloopen wordt echter minimaal gebruikt om Fryslân binnen te varen. De haven in Hindeloopen is vooral voor IJsselmeervaarders. Daarnaast is er in Hindeloopen nu al sprake van goede voorzieningen en ruimtelijke kwaliteit en zal het met extra investeringen moeilijk zijn om dezelfde toename van de bestedingen aan de wal te genereren als in de andere toegangspoorten. Om die reden wordt Hindeloopen niet versterkt. Ook via de Turfroute kan men Fryslân per boot bereiken. In dit geval wordt er niet voor gekozen om met behulp van een masterplan tot een uitvoeringsprogramma voor verbeteringen te komen. De noodzakelijke verbeteringen aan de ‘Toegangspoort Turfroute’ hebben een dermate infrastructureel karakter dat de masterplan-systematiek zich daar niet voor leent. Vanwege het infrastructurele karakter van de noodzakelijke verbeteringen zijn deze ondergebracht in de programmalijn Grenzeloos Varen (zie 6.1.1). Planning en prioritering Over de financiering en uitvoering van het masterplan voor de toegangspoort Harlingen zijn in de zomer van 2011 afspraken met de gemeente gemaakt. Deze afspraken voorzien in de uitvoering van een groot aantal concrete projecten die nu ten uitvoer gebracht kunnen worden. Tevens zijn afspraken gemaakt over de nadere uitwerking van een aantal deelgebieden, waaronder de Nieuwe Willemshaven. Deze uitwerking zal in 2012 tot aanvullende afspraken over de precieze invulling van de haven leiden. Gezien de positie van Harlingen aan het Wad, en het te verwachten rendement heeft de uitvoering van de plannen in Harlingen voor ons hoge prioriteit.
50
Het Friese Merenproject - Uitvoeringsprogramma 2011-2015
Hoofdstuk 6 Programma
51
Ook een hoge prioriteit hebben de toegangspoorten Stavoren en Lemmer. Voor Stavoren is in de 2e helft van 2011 gestart met het opstellen van het masterplan. Het plan voor Lemmer is in concept al gereed en hierover worden in het najaar 2011 bestuurlijke afspraken met de gemeente Lemsterland gemaakt. De afspraken met de gemeente Lemsterland zullen ook betrekking hebben op de toegangspoort Tsjûkemar, die ook in die gemeente gelegen is. Ten slotte zal eind 2011 ook gestart worden met het opstellen van het masterplan Lauwersmeer. Bij de volgorde voor uitvoering van genoemde masterplannen is vooral het strategische belang van Harlingen als toegangspoort vanaf het Wad van belang. Ook de ligging van Stavoren en Lemmer ten opzichte van Friese merengebied is van belang. De uitvoering van de masterplannen voor Stavoren, Lemmer en Harlingen moeten daarom prioriteit boven de andere poorten krijgen. Lauwersmeer, Workum en Tsjûkemar vormen bij de toegangspoorten de middencategorie als het gaat om prioritering. De poort Makkum heeft de laagste prioriteit.
6.2.2
De aantrekkingskracht van 10 watersportkernen versterkt Inzet Er wordt ingezet op de volgende 10 watersportkernen: Heeg Balk Woudsend Bolsward IJlst Joure Franeker Dokkum Earnewâld Leeuwarden
Overwegingen Binnen Fryslân worden de water- en havenfronten van de watersportdorpen en – steden opgewaardeerd. Evenals voor de toegangspoorten worden hiertoe vooraf masterplannen ontwikkeld als basis voor een nadere uitwerking in projecten. In het PvA Friese Merenproject van 2007 onderscheidden we circa 20 op te waarderen watersportkernen. In dit uitvoeringsprogramma hebben we prioriteiten gesteld en wordt meer focus aangebracht door niet alle watersportkernen in Fryslân te verbeteren, maar alleen de tien watersportkernen met de meeste potentie in ogenschouw te nemen. De opwaardering van watersportkernen is ook gericht op het verhogen van de bestedingen aan de wal. Watersporters moeten door een opwaardering van het haven- en waterfront van watersportkernen verleidt worden om langer in Fryslân te verblijven en om per verblijf meer geld uit te geven. Het rendement van het opwaarderen van de watersportkernen is geschat op gemiddeld 6,5% (bron: Ecorys 2008). Daarom heeft het opwaarderen van watersportkernen binnen deze programmalijn een lagere prioriteit dan het versterken van de toegangspoorten. In het PvA 2007 werd gesproken van het opwaarderen van ‘de belangrijkste watersportkernen’. Een analyse van de potenties van alle watersportkernen heeft een lijst met 10 watersportkernen op geleverd waarvoor een masterplan opgesteld gaat worden. Deze zijn niet één op één te vergelijken met ‘de belangrijkste watersportkernen’ zoals genoemd in het PvA 2007. Sneek, Langweer, Sloten en Grou zouden bijvoorbeeld ook tot de belangrijkste watersportkernen genoemd mogen worden, maar deze zijn erbuiten gelaten om uiteenlopende redenen (geen rendement omdat een kern al ‘af’ is, of het ontbreken van gemeentelijke financiële bijdrage). Planning en prioritering Voor de masterplannen Heeg, Woudsend en IJlst zijn de afspraken over de uitvoering en financiering vastgelegd in de ‘Bestuurlijke afspraken Het Friese Merenproject 2e fase, gemeente Wymbritseradiel’. Momenteel wordt aan de uitvoering van projecten uit deze bestuursovereenkomst gewerkt. Ook de afspraken tussen gemeente Tytsjerksteradiel en de provincie over financiering en uitvoering van het masterplan Earnewâld zijn inmiddels vastgelegd en er is gestart met de uitvoering daarvan. Het opstellen van de masterplannen voor Franeker, Dokkum, Joure en Balk is in volle gang. In 2011 zal gestart worden met het opstellen van het tiende masterplan voor de watersportkern Leeuwarden. Over de uitvoering van het in 2010 opgestelde plan voor de watersportkern Bolsward worden eind 2011 afspraken met de gemeente Súdwest Fryslân gemaakt. Dit gebeurd in samenhang met de afspraken over de uitvoering van de toegangspoorten Stavoren en Workum. Bij de uitvoering is het moeilijk om een prioritering tussen deze zes watersportkernen te maken. Op basis van economisch rendement steken Franeker en Balk licht positief af tegen de rest. Voor alle kernen, behalve Leeuwarden, geldt dat er door de betreffende gemeenten bestuurlijk positief tegen de uitvoering van de masterplannen wordt aangekeken. Op basis hiervan krijgen Franeker en Balk de hoogste prioritering, vormen Bolsward, Joure en Dokkum de midden categorie. Leeuwarden krijgt de laagste prioriteit als het gaat om de uitvoering van masterplannen.
52
Het Friese Merenproject - Uitvoeringsprogramma 2011-2015
Hoofdstuk 6 Programma
53
6.2.3
Realisatie 500 nieuwe of verbeterde passantenplaatsen Inzet In het PvA 2000 is het realiseren en/of verbeteren van passantenplaatsen als één van de te behalen resultaten genoemd. De teller staat momenteel op ruim 1600. In de resterende jaren van Het Friese Merenproject willen we nog eens 500 passantenplaatsen realiseren. Waar we, in samenwerking met Recreatieschap De Marrekrite, in de eerste fase van het Het Friese Merenproject veelal ligplaatsen in het buitengebied hebben gerealiseerd, willen we de focus nu op de bebouwde gebieden leggen en ons richten op passantenplaatsen. We willen de passanten daarmee dicht bij de plaatsen brengen waar geld besteed kan worden, dus in de oude stads- en dorpskernen. Planning en prioritering De realisatie van de passantenplaatsen wordt in de meeste gevallen gekoppeld aan de opwaardering van een watersportkern of de versterking van een toegangspoort.
6.2.4
Minimaal 3 innovatieve pilots in de watersport Digitale vaar- en dieptekaart Het Friese Merenproject wil het maken van een nieuwe digitale vaar- en dieptekaart voor de Friese meren en vaarwegen stimuleren. Het gaat hier om het beschikbaar stellen van provinciale data op het gebied van vaarwegdiepte die zijn verzameld in het kader van de eerder genoemde baggerevaluatie en die na bewerking of aanvulling geschikt zijn te maken voor het maken van een digitale dieptekaart door marktpartijen. Op dit moment is de informatievoorziening over de vaardiepte in Fryslân zeer gebrekkig en achterhaald. In 2011 zullen de eerste resultaten gereed zijn.
Overwegingen Uit de interviews blijkt dat er veel behoefte is aan betrouwbare en digitaal beschikbare informatie. Wij zijn van mening dat hiervoor primair de verantwoordelijkheid ligt bij de markt, Fryslân Marketing en het dienstenbureau van de VVV Fryslân. We zetten in op het concentreren van alle (digitale) route informatie bij VVV Fryslân en het beheer en onderhoud van de bewegwijzering van routes bij het Recreatieschap De Marrekrite en zullen deze ontwikkeling actief ondersteunen. Wel zien we een bescheiden taak voor de overheid om dit proces te bevorderen in samenwerking met genoemde partijen. Planning en prioritering We geven prioriteit aan de ontwikkeling van een toeristische servicepas.
6.3 Programmalijn Mitigatie ecologie en duurzaamheid Koers De programmalijn Mitigatie, ecologie en duurzaamheid richt zich op het nemen van maatregelen om de negatieve effecten van projecten te voorkomen en op een duurzame ontwikkeling. De programmalijn is nog in opbouw. Provinciale Staten heeft in haar vergadering van 9 februari 2011 aangegeven dat duurzaamheid en ecologie belangrijke onderwerpen zijn die herkenbaar moeten terugkomen in het uitoveringsprogramma.
Waterwegennavigator Het stimuleren van de overdracht van de resultaten van het project ‘waterwegennavigator’ aan marktpartijen na de afronding als Interreg project. Dit pilotproject streeft naar de ontwikkeling van digitale informatieontsluiting voor watersporters met betrekking tot nautische en toeristische data. In de eindfase zullen extra inspanningen worden gedaan om de resultaten beschikbaar te stellen aan marktpartijen voor de doorontwikkeling naar een commercieel product.
Watersportpas Uit een eerste inventarisatie is gebleken dat een pas alleen gericht op de watersport een te smalle basis is voor een door de markt gedragen servicepas. Het doel is die zin bijgesteld dat nu gewerkt wordt aan de introductie van een algemeen toeristische servicepas zoals de ‘I Amsterdam Card’ of ‘de Schouwen-Duiveland pas’. Een dergelijke kaart zou geladen kunnen worden met een breed scala aan diensten waaronder typische watersportproducten. Er loopt een aanbestedingsprocedure voor de selectie van een marktpartij die de ontwikkeling van een dergelijke pas ter hand wil nemen. Fryslân Marketing heeft hierin de rol van opdrachtgever, de provinciale taak beperkt zich tot initiatiefnemer, het mede bepalen van de randvoorwaarden en het beschikbaar stellen van een financiële bijdrage in de startkosten van maximaal 0,2 mln. Daarmee wijkt deze aanpak aanzienlijk af van de voorgestelde aanpak in 2007 met een investeringsvolume van € 12 mln.
54
Het Friese Merenproject - Uitvoeringsprogramma 2011-2015
Hoofdstuk 6 Programma
55
6.3.1
Mitigatie ecologie Inzet In 2008 is door Ecorys en Altenburg&Wymenga (A&W) onderzocht welke economische en ecologische effecten er zijn te verwachten van de tweede fase van het Friese Meren Project. Uit de ecologische effectmeting blijkt dat er mogelijk nega-
Samenvatting Mitigatie ecologie en duurzaamheid De programmalijn Mitigatie ecologie en duurzaamheid richt zich op het nemen van maatregelen om negatieve effecten van projecten te voorkomen en op een duurzame ontwikkeling. Resultaten 1. Mitigatie ecologie Uitvoeren van omvangrijke mitigatieprojecten in drie kerngebieden: Noordoever Snitser Mar, Terkaplester Poullen en Zuidzijde Fluezen; Mitigatiemogelijkheden bij projecten van anderen, met name Wetterskip Fryslân, onderzoeken en realiseren (werk-met-werk); Beheer borgen in overeenkomsten met terreinbeheerders. 2. Duurzaamheid Algemeen Van 50% naar 80% hergebruik van baggermateriaal; Duurzame materialen en werkwijzen als eis meegenomen in aanbestedingstrajecten; 100% van de nieuw in te richten openbare havens zijn duurzaam; Uitvoering van voorbeeldproject duurzaamheid op het gebied van energie, materiaalgebruik en vuilwaterafvoer; Alle steigers De Marrekrite duurzaam vormgegeven. Elektrisch varen Consument en PR - Elektrisch varen bij de consument bekend gemaakt en geaccepteerd. - Van ca. 200 (2010) naar 3000 elektrisch aangedreven boten in 2015 in Fryslân. Laadinfrastructuur - Oplaadinfrastructuur elektrisch varen verbeterd en uitgebreid met 225 ‘publieke’ oplaadpunten (waarvan 45 op krachtstroom) en 1000 oplaadpunten in de private sector. Kwaliteit en innovatie - Bevorderen dat de kwaliteit van toegepaste systemen bij elektrisch varen geborgd is (certificering) en innovatie stimuleren. - Realisatie en vermarkting van minimaal 3 unieke (‘electric only’) vaarroutes/vaargebieden.
tieve effecten zijn te verwachten op projectlocaties (bruggen, sluizen, vaarwegen) maar dat ook het drukker worden in met name het voor- en naseizoen vooral voor watervogels gevolgen zal hebben. Om de doelstellingen van het Friese Merenproject te kunnen realiseren moeten de ecologische effecten worden gemitigeerd dan wel gecompenseerd. Mitigerende maatregelen zijn een voorwaarde voor het uitvoeren van projecten die leiden tot meer vaarbewegingen. Het accent ligt daarbij op maatregelen die negatieve effecten op vooral eenden- en ganzensoorten compenseren in het voor- en naseizoen, omdat in deze periode het risico op verstoring het grootst is. Maatregelen In het onderzoek van Ecorys en Altenburg&Wymenga (A&W) worden vijf maatregelen onderscheiden: Geringe aanpassingen en mitigatie op locatie Mitigerende maatregelen op locatie bij projecten met duidelijke effecten Parallelle ecologische verbindingszones Opvangen drukverhoging en cumulatie door waterhuishouding, beheer en rustgebieden in bestaande natuur Zonering en creëren rustgebieden in de Friese boezem De eerste twee worden meegenomen bij de projecten bij ‘grenzeloos varen’ en ‘bestedingen aan de wal’ en daarom hier niet apart belicht. De overige drie worden in dit hoofdstuk uitgewerkt. Ecologisch adviesbureau A&W heeft onderzocht hoe de mitigatieopgave voor het opvangen van de drukverhoging en het creëren van vogelrustgebieden kan worden vertaald naar een scala van maatregelen die genomen zou kunnen worden (A&W, februari 2011). Om aan de opgave te voldoen moeten minimaal de volgende maatregelen worden gerealiseerd: Er moet zowel in het gebied Snitser Mar/Terkaplester Puollen als in De Fluezen/De Morra een gebied van zo’n 20-60 ha zodanig wordt ingericht dat er tussen 1 oktober en 1 april een laagje water op staat (natte graslanden, zomerpolders). Tevens moet er in elk van de drie Natura2000 gebieden een beschut, ondiep deel van het open boezemwater in de zomer (en winter) gevrijwaard worden van verstoring. Daarnaast moeten (natte) ecologische verbindingszones worden versterkt op trajecten waar verstoring door de waterrecreatie kan optreden. In overleg met de provinciale beleidsafdeling Landelijk Gebied is bepaald waar dat van toepassing zou kunnen zijn. Vanuit die opgave stellen wij voor om te investeren in mitigerende maatregelen in de volgende Friese Meren gebieden:
Effecten Kwaliteit en robuustheid van bestaande natuur, landschap en water zijn verbeterd (mitigatie); Fryslân is dé ontwikkeltuin en voorbeeldregio voor elektrisch varen binnen NW Europa; Versterken van een duurzaam watersportgebied. Hoofdstuk 6 Programma
57
heeft enerzijds te maken met het verminderen van de instroom van vervuiling. Dat is ook voor het Friese Merenproject een onderwerp dat expliciet aandacht krijgt in de vorm van promotie en stimuleringsmaatregelen voor vuilwatertanks bij de recreatievaart. Het waterschap neemt daarnaast maatregelen om het water schoner te maken, zoals de aanleg van brede rietoevers als natuurlijke filters. Dit sluit mooi aan bij de doelstellingen van het mitigatiepakket.
Uitwerking per categorie en projectgebied Categorie: Drukverhoging en cumulatie (rood omcirkeld op de kaart) Er zijn – zoals op de kaart op bladzijde 58 is te zien – drie rood omcirkelde en genummerde gebieden waar omvangrijke mitigatieprojecten kunnen worden uitgevoerd. Bij uitvoering van onderstaande maatregelen is volgens A&W een investering van € 2 tot 4 mln. gemoeid.
Legenda Het volgende onderscheid is aangebracht: Projecten gericht op het opvangen van drukverhoging en cumulatie (rood omcirkeld en genummerd); Onderzoeksgebieden voor mogelijke projecten gericht op de (parallelle) ecologische verbindingszones (groen omcirkeld); Projecten gericht op het realiseren van een natuur-plus bij projecten van anderen (blauw omcirkeld).
1. Noordoever Snitser Mar In het voorjaar van 2011 is gestart met een verkenning van de mogelijkheden voor een integrale aanpak van de noordoever van het Snitser Mar. Dit pilotproject moet leiden tot inzicht in de manieren waarop particulieren en overheden elkaars wensen kunnen versterken. Uiteindelijk moet dat leiden tot een kwalitatief hoogstaand resultaat voor de recreatie, de natuur maar zeker ook voor het landschap als decor voor de omwonenden en gebruikers van het Snitser Mar. De mitigatieopgave voor Het Friese Merenproject is in dit gebied vooral gericht op het creëren van extra rust- en voedselgebieden voor watervogels in de winter door het omvormen van winterpolders in zomerpolders.
Overwegingen In alle gebieden zijn ook opgaven van het waterschap (oevers en kaden, kaderrichtlijn water, WB21), EHS en/of het Natura2000-beheerplan voor de Friese Meren, zodat er werk-met-werk kan worden gemaakt. Voor de uitvoering hiervan wordt dan ook intensief samengewerkt met andere provinciale afdelingen, Wetterskip Fryslân en terreinbeherende organisaties (It Fryske Gea en Staatsbosbeheer) in een gezamenlijke uitvoeringsorganisatie. De meest effectieve maatregelen zijn inrichtings- en zoneringsmaatregelen in en nabij bestaande natuurterreinen. Door een verbeterde inrichting, bijvoorbeeld door aanpassing van de waterhuishouding (met name ’s winters een hoger waterpeil met water op het land en ’s zomers een droge polder), kunnen bestaande gebieden beter gaan functioneren. Hierdoor ontstaan robuustere natuurwaarden. Het -concept- Natura2000-beheerplan is leidend voor de natuurontwikkelingsdoelen die worden nagestreefd. Tevens sluiten we nauw aan bij het uitvoeringsprogramma Waterbeheer Fryslân, waarin de provincie en het waterschap afspraken hebben gemaakt over waterveiligheid, voldoende water en schoon water. Schoon water
58
Het Friese Merenproject - Uitvoeringsprogramma 2011-2015
2. Terkaplester Puollen Dit gebied is in het rapport van A&W (februari 2011) als belangrijk gekenmerkt vanwege de mogelijkheden om grote aaneengesloten dus robuuste natuurgebieden te ontwikkelen. Grote delen van het gebied zijn al eigendom van Staatsbosbeheer. De aandacht zal uitgaan naar zowel verwerving van sleutelpercelen als de inrichting en het beheer. Verkend moet worden op welke manier natuur-, water- en landschapsdoelen gerealiseerd kunnen worden.
Hoofdstuk 6 Programma
59
Natuurplus-kansen (blauw omcirkeld op de kaart) De ophoging van de kades door Wetterskip Fryslân is een belangrijke motor achter de projecten in de met blauw omcirkelde gebieden. Vanuit het Friese Merenproject sluiten wij daar op aan en willen investeren in robuuste(re) natuurvriendelijke oevers en leefgebieden voor bijvoorbeeld de Noordse Woelmuis. In alle gevallen wordt er in een breed samengestelde projectgroep, waarin ook de recreatie- en landbouwsector worden betrokken, een evenwichtig pakket met maatregelen voor veiligheid, natuur en recreatie opgesteld.
3. Zuidwestzijde van De Fluezen In aansluiting op de nieuwe Johan Frisosluis, de in 2013 vernieuwde duurzame en groene entree van Fryslân bij Stavoren, stellen we voor een prachtig groen en natuurlijk landschapsdecor aan te bieden aan de vele waterrecreanten die hier langskomen. Het gebied omvat de nu al vogelrijke Morra, de Galamadammen, de polder Lânsein, eiland de Oarden en natuurontwikkelingsgebied It Sân. Er wordt gedacht aan bloemrijke polders, brede rietoevers en vogelrustgebieden. Natuureducatie en mogelijkheden voor recreanten om van landschap en natuur te genieten worden nadrukkelijk meegenomen.
Categorie: zonering en creëren rustgebieden Bij de inrichting van (nieuwe) watergebieden worden bij de eerder genoemde projectgebieden ook rustgebieden gecreëerd. Als aanvulling daarop willen we met de recreatiesector afspreken dat een drietal kleinere wateren ’s winters niet bevaren worden. Het gaat daarbij om ondiepe en luwe delen van de Friese meren. In het (concept) Natura2000 beheerplan voor de Friese Meren zijn die gebieden op kaarten weergegeven. Onze inspanningen zijn er op gericht om deze afspraken vast te leggen in een gedragscode, waarmee de sector aangeeft zich hier vrijwillig aan te houden en in het landschap zelf geen grote ingrepen als bebording, afzettingen en betonning nodig zijn. De naleving van de gedragscode zal periodiek worden onderzocht.
Categorie: Ecologische verbindingszones (groen omcirkeld op de kaart) Sinds het effectonderzoek van 2008 is het natuurbeleid van het Rijk gewijzigd en wordt er in de toekomst door het rijk minder geïnvesteerd in de (natte) ecologische verbindingszones. De beleidsvrijheid van de provincie op dit punt wordt daarmee groter, de kans op eventuele medefinanciering vanuit het rijk wordt alleen kleiner als gevolg van de bezuinigingen op het ILG. Het schrappen van een aantal projecten die voor de opgave in 2008 relevant waren, zoals de verbinding Drachten – Groningen, de verbinding Workum-Hindeloopen en verbindingen rond De Fluezen, heeft gevolgen voor de recreatiedruk en daarmee op de omvang van de totale opgave. Door deze kleinere opgave zullen de geraamde kosten (ca. €5 mln. bij volledige uitvoering) lager gaan uitvallen. De restopgave moet nog verder worden geconcretiseerd en vertaald naar maatregelen. De met groen aangegeven gebieden zijn de verbindingszones die worden meegenomen in het nadere onderzoek naar de omvang van de opgave en de mogelijke maatregelen voor het parallelle gebruik door natuur en recreatie.
Borging beheer Bij al deze projecten geldt dat het met het inrichten van compensatie- en rustgebieden pas begint. Daarna moet het gebied worden onderhouden zodat het gewenste resultaat gehandhaafd blijft. Daartoe worden er afspraken en overeenkomsten gemaakt, vooral met de terreinbeherende organisaties it Fryske Gea en Staatsbosbeheer, vanwege hun belangrijke rol als eigenaar en beheerders. Andere beheervormen en overeenkomsten met agrariërs, loonbedrijven en andere particulieren zijn echter ook denkbaar.
Planning en prioritering De uitvoering van de projecten van Friese Merenproject sluit aan op uitvoeringsprojecten van Wetterskip Fryslân en van het Natura2000beheerplan voor de Friese meren. Vanaf medio 2011 wordt er zo nauw samengewerkt dat er in de praktijk sprake is van een gezamenlijke uitvoeringsorganisatie. Dit wordt naar verwachting eind 2011 bestuurlijk geformaliseerd. De aanpak is gebiedsgericht. Noordoever Snitser Mar, Gaastmeer e.o. en de Wite en Swarte Brekken zijn drie gebieden waar in 2011 integrale plannen voor worden gemaakt en (de voorbereiding van) de uitvoering start. Voor de natuur- en recreatieontwikkelingen in de Blauhúster Puollen is medio 2011 een effectstudie gestart. Verkenningen voor de zuidkant van de Fluezen en de Terkaplester Puollen e.o. starten in het najaar van 2011.
6.3.2
Duurzaamheid Elektrisch varen De watersport is een sector waarin de transitie naar elektrisch transport op relatief korte termijn kan plaatsvinden. Daarmee kan enerzijds een bijdrage geleverd worden aan de milieudoelstellingen, en anderzijds aan de transitie in groter verband, hetgeen niet geldt voor het wegverkeer als gevolg van de afwezigheid van het
60
Het Friese Merenproject - Uitvoeringsprogramma 2011-2015
Hoofdstuk 6 Programma
61
aanbod (elektrische auto’s) en de benodigde infrastructuur. Een overgang naar een duurzame vorm van watersport biedt kansen voor de Friese economie, en daarmee ook voor de landelijke. Deze kansen liggen op het gebied van innovatie, omzet en werkgelegenheid, en daarmee de internationale positie van de Nederlandse maritieme industrie. De visie van veel ondernemers en experts op dit gebied is dat deze kans zich nú voordoet, en niet meer over een paar jaar. Fryslân heeft de ideale uitgangspositie om een dergelijke transitie naar elektrisch varen als eerste te verwezenlijken. Er is een goede waterinfrastructuur, een goed ontwikkeld en georganiseerd bedrijfsleven, kennisinstellingen met een focus op de watersport én overheden die de wil hebben hierin te investeren. Tegelijkertijd is de schaal beheersbaar genoeg om hier met alle partijen een programma uit te voeren, dat gezien kan worden als een strategisch transitie experiment. Overwegingen Met het bevorderen van elektrisch varen willen we een bijdrage leveren aan de overgang naar elektrisch transport. Het bevorderen van elektrisch varen wordt in samenwerking met het provinciale programma Duurzame energie opgepakt. De noordelijke provincies en de minister van EL&I zijn voornemens een ‘Greendeal’ te sluiten waarin partijen hun gezamenlijke inspanningen voor het bevorderen van electrisch vervoer in een overeenkomst vastleggen tot 2015. Voor Fryslân betekent dit dat het Rijk Fryslânde status wil toekennen van ‘ontwikkeltuin’ voor electrisch en hybride varen.
Planning en prioritering In november 2010 is door Gedeputeerde Staten een uitvoeringsprogramma vastgesteld waarin de belangrijkste maatregelen voor de komende jaren staan vermeld. Een belangrijke rol is hierbij weggelegd voor de Stifting Elektrysk Farre Fryslân (SEFF). In de komende jaren zal jaarlijks aandacht zijn voor voorlichting. Dit richt zich op het bij de consument bekend maken en laten accepteren van deze vorm van schone en stille vaarrecreatie. Een manier om dat te doen is het subsidiëren van aanschaf van of ombouw naar elektrische boten. Waren er in 2011 circa 400 elektrisch aangedreven boten, in de komende jaren willen we dat met 500 tot 1000 per jaar laten oplopen naar 3000 in 2015 in Fryslân.
62
Het Friese Merenproject - Uitvoeringsprogramma 2011-2015
Om elektrisch varen nog aantrekkelijker te maken willen we investeren in vaarroutes door de natuur die alleen voor schone vaartuigen worden opengesteld. In 2011 is een eerste verkenning naar geschikte routes gedaan. In 2012 kan worden gestart met de planvorming van minimaal drie unieke ‘electric only’ routes. Tevens willen we de ontwikkeling van arrangementen, waarvan electrisch varen een onderdeel is, stimuleren. Het uitgangspunt hierbij is: natuurbeleving. Electrisch varen biedt bij uitstek de kans om de natuur te ervaren en kan een nieuwe doelgroep aantrekken. Elektrisch varen vraagt naast beschikbare boten ook om een goede laadinfrastructuur. Bij het verbeteren daarvan ligt de focus op een uitbreiding van het aantal oplaadpunten. Tussen 2010 en 2015 willen we jaarlijks de realisatie van minimaal 50 publieke en 200 particuliere oplaadpunten stimuleren tot een gewenst aantal van 1225 extra oplaadpunten in de provincie in 2015. Elektrisch varen is een tamelijk nieuwe tak van watersport. De komende jaren willen we dan ook innovaties stimuleren en kwaliteitsverbeteringen borgen. Door het SEFF wordt in samenwerking met de Hiswa gewerkt aan een landelijk systeem van certificering van installaties en bedrijven. Duurzaam materiaalgebruik Alle nieuw in te richten openbare havens en aanlegvoorzieningen, waaronder die van Recreatieschap De Marrekrite, worden duurzaam ingericht en vormgegeven. Bij aanbestedingstrajecten is het (her)gebruik van duurzame materialen en werkwijzen opgenomen als belangrijke eis. Hergebruik van materialen bij aanleg en onderhoud is de standaard werkwijze. Voor het baggermateriaal bijvoorbeeld willen we dat er in 2015 minimaal 80% wordt hergebruikt. Schoonwater/vuilwaterinzameling Door in te zetten op een aantal zaken op het gebied van vuilwaterinzameling hopen wij in de toekomst weer overal veilig en gezond in het Friese boezemwater te kunnen zwemmen. Want ondanks dat de chemische en bacteriologische kwaliteit van het water over het algemeen aan de wettelijke normen voor zwemwater voldoet, kan er lokaal toch sprake zijn van verontreiniging als gevolg van de -illegale- lozing van toiletwater. Maag- en darmklachten zijn een vervelend gevolg van deze onhygiënische praktijken. Om schoner en gezonder water te krijgen willen we het aantal lozingen van vuilwater verminderen. Daarom gaan we een viertal acties uitvoeren: Havens die groter zijn dan 50 ligplaatsen moeten verplicht een vuilwaterpomp hebben. Deze blijkt echter in de praktijk niet vaak te werken. We gaan gemeenten op hun taak wijzen om het toezicht op het functioneren van vuilwaterpompen beter uit te voeren. We gaan met de rondvaartondernemers en charterbranche in gesprek om afspraken te maken over de wijze waarop zij omgaan met hun vuilwater. We continueren samen met Wetterskip Fryslân, Recreatieschap De Marrekrite en het Watersportverbond de voorlichting richting vaarrecreanten over het lozingsverbod dat van kracht is. Tevens wijzen we mensen op de negatieve effecten voor de volksgezondheid van het lozen van vuilwater . Om bewustwording bij huurders te creëren hebben de bootverhuurbedrijven een belangrijke rol. Technisch zullen zij hun verhuurvloot op de juiste wijze moeten uitrusten. Maar ook in de communicatie richting recreanten zijn deze bedrijven van groot belang. Wij gaan afpsraken maken met de verhuurbedrijven over de uitrusting van de verhuurvloot en de voorlichting aan hun klanten.
Hoofdstuk 6 Programma
63
HOOFDSTUK
7
Kosten en financiering
7.1 Kosten Programmabegroting De geraamde investeringsomvang van het uitvoeringsprogramma 2011-2015 bedraagt €211,3 mln. Over de periode 2000-2010 is reeds voor een bedrag van €235,4 mln. gerealiseerd. De totale programmabegroting over de periode 2000-2015 komt hiermee uit op €446,7 mln. Hiermee blijven we ruimschoots binnen het oorspronkelijk financieel kader van €495 mln. (€345 mln. PvA 2000 en €150 mln. PvA 2007 extra inspanning). Programmabegroting FMP bedragen in mln. euro Gerealiseerd periode 2000-2010 Uitvoeringsprogramma 2011-2015 Totale investeringsomvang 2000-2015
Voor versobering 235,4 349,7 585,1
Voorgestelde versobering -138,4 -138,4
Na versobering 235,4 211,3 446,7
Voorgestelde versoberingen 2011-2015 De actuele kostenraming van de restopgave voor versobering bedraagt € 349,7 mln. Hiermee wordt het financieel kader voor het programma als geheel overschreden. Daarnaast zijn de financieringsmogelijkheden ontoereikend om een dergelijke opgave te realiseren. Wij stellen daarom voor versoberingen door te voeren voor een totaal bedrag van € 138,4 mln.
Hoofdstuk 7 Kosten en financiering
65
Specificatie versoberingen bedragen in mln. euro Programmalijn Grenzeloos varen Verhogen bruggen Fjouwerhusterfeart Opwaarderen verbinding Workum-Hindeloopen Verminderen wachttijden sluis Kornwerderzand Verbinding Sleattemermar-De Fluezen Nieuwe verbinding Balk-De Fluezen Nieuwe verbinding Drachten-Groningen/Drenthe Subtotaal Grenzeloos varen
Bedrag . 0,9 15,4 2,0 2,5 11,0 105,6 137,4
Programmalijn Bestedingen aan de wal Stimuleren Evenementen bureau Instellen Taskforce regelgeving Prijsvraag watersportactiviteitencentrum Subtotaal Bestedingen aan de wal
0,3 0,5 0,2 1,0
Totaal versoberingen
138,4
Uitvoeringsprogramma 2011- 2015 De begroting voor het uitvoeringsprogramma 2011-2015 ziet er op hoofdlijnen als volgt uit. Voor een nadere onderbouwing van de kostenraming op projectniveau wordt verwezen naar bijlage 6.
Begroting Uitvoeringsprogramma 2011-2015 bedragen in mln. euro Algemene voorbereidingskosten Bestedingen aan de wal Grenzeloos varen Ecologie en duurzaamheid Totale investeringsomvang 2011-2015
Bedrag 5,5 55,2 134,0 16,6 211,3
Verwerking collegeprogramma 2011-2015 In het kader van het coalitieakkoord en de uitwerking hiervan in het uitvoeringsprogramma ‘Koersvast met nieuw realisme’ zijn aanvullende middelen voor de afronding van Het Friese Merenproject in de begroting 2012 gereserveerd. Deze aanvullende middelen zijn verwerkt in de financieringsopzet. Het betreft aanvullend € 9,4 mln. (incl. formatie) gefinancierd uit de begrotingsruimte, dit bedrag is, excl. formatiekosten, verwerkt in de kolom ‘financiering geregeld’ onder voorbehoud van goedkeuring van de begroting 2012 door Provinciale Staten op 2 november 2011. Verder zal een beroep worden gedaan op REP middelen. Hiertoe zullen afzonderlijke projectvoorstellen worden ingediend zodra de criteria door Provinciale Staten zijn vastgesteld. De financiering is op dit punt derhalve nog niet zeker gesteld. In de begroting 2012 is ten aanzien van Het Friese Merenproject rekening gehouden met €10 mln. uit REP regio en €10 mln. provinciale cofinanciering. Het resterende 1/3 deel willen we laten bijdragen door gemeenten. Voor het project Wymbritseradiel is reeds € 4,6 mln. beschikbaar gesteld (vanuit het Rijksdeel REP via provinciefonds).
Uitgangspunten financiering Uitgangspunt bij de financiering van het uitvoeringsprogramma 2011-2015 is dat partijen bijdragen in de verhouding 1/3 deel provincie, 1/3 deel gemeenten en 1/3 deel overige derden. In afwijking hiervan wordt voor projecten in de programmalijn Mitigatie ecologie en duurzaamheid uitgegaan van een verdeling 50/50 tussen provincie en gemeenten en/of derden, dit in verband met de rijksbezuinigingen op het ILG. Voor de Turfroute is eveneens een uitzondering gemaakt en wordt in dit uitvoeringsprogramma uitgegaan van een 50/50 verdeling tussen provincie en gemeenten.
Resterende financieringsopgave De financieringsopgave incl. beoogde REP aanvragen bedraagt € 62 mln. Indien de aan te vragen REP bijdragen worden gehonoreerd resteert een financieringsopgave van € 42,7 mln. Deze resterende financieringsopgave ligt nagenoeg geheel bij gemeenten en overige derden. Het provinciale aandeel in de resterende financieringsopgave is nog gering en bedraagt € 1,1 mln. Deze resterende provinciale financieringsopgave heeft betrekking op de Turfroute. Aangezien hier sprake is van achterstallig onderhoud zal onderzocht worden of hiervoor een beroep kan worden gedaan op bestaande onderhoudsbudgetten. Indien dit niet lukt zal binnen het programma gezocht worden naar een oplossing.
7.2 Financiering Financieringsopzet De financieringsopzet ziet er op hoofdlijnen als volgt uit. Voor een nadere specificatie op projectniveau wordt verwezen naar bijlage 6. Financieringsopzet bedragen in mln. euro Provincie (excl. cofin. REP) REP Provinciale cofinanciering Gemeente REP Regio (Rijksgeld) Overige Derden Totaal financiering
66
Het Friese Merenproject - Uitvoeringsprogramma 2011-2015
Financiering geregeld 84,5 0 25,6 4,6 34,6 149,3
Financiering te regelen 1,1 9,5 35,3 9,8 6,4 62,0
Financiering totaal 85,6 9,5 60,9 14,4 41,0 211,3
Hoofdstuk 7 Kosten en financiering
67
BIJLAGE
1
Bronverantwoording
Bij de totstandkoming van de Evaluatie 2000-2010 en het concept Uitvoeringsprogramma 2011-2015 is gebruik gemaakt van de volgende bronnen: Plan van aanpak Friese Merenproject (december 2000) Streekplan Kwaliteit fan de Romte (2006) Beleidsnota recreatie en toerisme 2002-2010 (Verrassend Fryslân) Programma Friese Meren Tussenbalans 2006 (augustus 2006) Tussentijdse evaluatie beleidsnota recreatie en toerisme 2002-2010 (maart 2006) Koers op Fryslân, Friese Meren Project 2e fase (2006-2013) (21 februari 2007) Fryslân toeristische topattractie in Nederland (2007) Fryske Fiersichten, provinsje Fryslân (25 juni 2008) Toerismebrief, Holland meesterwerk aan het water (juli 2008) Rompnotitie ‘Herijking, prioritering en programmamanagement tweede fase Friese Merenproject (16 september 2008) Beleidsvisie recreatietoervaart Nederland BRTN 2008-2013 Evaluatie en plan van aanpak oplossen knelpunten baggerevaluatie (28 oktober 2008) Fryslân vanaf het water, kwantitatief en kwalitatief onderzoek en ideeënbundel (februari 2008) Koepelnotitie ‘Meer met Friese Meren’ (3 maart 2009) Verslag expertmeeting Fryslân, toeristische topattractie in Nederland, Weusthuis en Partners (19 maart 2009) Destinatie Holland 2020, toekomstvisie inkomend toerisme (NRIT)
Bijlage 1 Bronverantwoording
69
En van de volgende onderzoeken: Onderzoek vaargedrag Fryslân en Leeuwarden, Het Friese Merenproject en Waterrecreatie Advies (oktober 2007) Economische en ecologische effectmeting Friese Merenproject, Ecorys Altenburg & Wymenga (2008) Effectmeting marketing profiel Fryslân, Grontmij Marktplan (9 juni 2009) Recreatiecijfers bij de hand, Kenniscentrum Recreatie (november 2008) Het Nationale Watersportonderzoek, YPCA (augustus 2009) Botenpanelonderzoek, NBTC NIPO Research (maart 2010) Consumentenonderzoek Toerisme 2010 (april 2010) Onderzoek Toerisme in Cijfers over 2009 (juli 2010) De Friese Meren vergeleken, Benchmark met twee Duitse watersportgebieden, Kenniscentrum Recreatie (2010) Water als recreatie, gezamenlijke uitgave van Rijkswaterstaat Programma Waterinnovatie (WINN), Deltares en het Kenniscentrum Recreatie Toekomst van de Friese Watersport voor verkenning innovatieve voorbeelden in Europa, Kenniscentrum Recreatie (april, 2010) Onderzoek positie van Nederland op de Duitse markt van bootvakanties 2009, NBTC (2010) Trendrapporten van het NRIT Toerdata Noord, Consumentenonderzoek 2009 Toerdata Noord, Toerisme in cijfers 2010 Toerdata Noord, Toerisme in cijfers 2011 LISA, het werkgelegenheidsregister van Nederland NBTC-NIPO: onderzoek naar bootvakanties van Nederlanders (2010) NBTC-NIPO: onderzoek naar bootvakanties op de Duitse markt (2010) Kenniscentrum Recreatie: De toekomst van de Friese watersport (een quickscan van innovatieve voorbeelden in Europa) (2010) Kenniscentrum Recreatie: De Friese meren vergeleken (een benchmark met twee Duitse watersportgebieden (2010) Alterra: Recreatietoevoervaart: 9 jaar later (2002) Waterrecreatieadvies: Watersportmonitor IJsselmeergebied (2009) Waterrecreatieadvies: Onderzoek aantal recreatievaartuigen Nederland (2005) Evaluatieonderzoek naar de communicatie van Het Friese Merenproject, Camerik Voortman communicatie- en pr-adviseurs (2008) Marktontwikkelingen Watersport in Fryslân, ISM (2006) De Landelijke R&T standaard. Notitie over bepalen bestedingen en werkgelegenheid in de vrijetijdssector op provinciaal niveau, IPO (2009)
70
BIJLAGE
Konsept Programmaplan Fryslân Toeristyske Topattraksje (23 april 2009) De Friese Wouden (authentiek, inspirerend, aangenaam, actief), Grontmij/Vandertuuk (22 september 2009) Ontwikkeling watersport IJsselmeergebied, deelrapportage Friese IJsselmeerkust 2009, Waterrecreatie Advies (december 2009) Strategisch meerjarenplan Fryslân Marketing 2009-2013 en eindafrekeningen 2007-2009 Nota Krimp & Groei (januari 2010) Evaluatie baggerinspanning recreatief vaarnetwerk 2000 t/m 2007 (11 februari 2009) Plan van aanpak, oplossen knelpunten baggerevaluatie (11 februari 2009) Notitie “Provincie Fryslân, Elektrisch (er)varen!” en Uitvoeringsagenda Elektrisch varen 2010-2011 (28 september 2010)
Het Friese Merenproject - Uitvoeringsprogramma 2011-2015
Betrokkenen
2
Bijeenkomst Stuurgroep Het Friese Merenproject Staatsbosbeheer, mevrouw Kiestra Watersportverbond, de heer De Jong en de heer Van der Meer Recreatieschap De Marrekrite, de heer Van den Berg HISWA, de heer Ybema RECRON, mevrouw Ellens Bijeenkomsten ondernemers De Drijfveer en Tusken de Marren, de heer Bosma TROEF, p/a Camping It Wiid, de heer Bleckman Friese Rondvaart Ondernemers, de heer en mevrouw Koopmans Jachthaven Lunegat Dokkumer Nieuwe Zijlen, de heer Meijer Vinea Vakanties, de heer Snijders Blok Sailing Actief, de heer Dijkstra Maran Yachtcharter bv, de heer Gubbels Ottenhome Heeg bv, de heer Alberts Hotel Jachthavens Galamadammen, de heer Haitsma Jachthaven De Kuilart, de heer De Jong SkipsMaritiem bv, mevrouw De Vries De Haas Marine Services, de heer De Haas Jachthaven de Boei, de heer Ten Veen Jachthaven Enjoy Sailing, de heer Dijkstra Stichting Elektrisch Varen, de heer Schaap
Bijlage 2 Betrokkenen
71
BIJLAGE
Bijeenkomst gemeentelijke bestuurders Gemeente Skarsterlân, burgemeester Kuiper Gemeente Lemsterland, wethouder Van der Pal Gemeente Wymbritseradiel, wethouder Gerbrandy Gemeente Boarnsterhim, wethouder Van Beek Gemeente Sneek, wethouder Metz Gemeente Gaasterlân-Sleat, wethouder Bonnema
3
Bijeenkomst gemeenten ambtelijk Gemeente Skarsterlân, de heer De Jong Gemeente Weststellingwerf, de heer Dijkhof Gemeente Wymbritseradiel, mevrouw Schuurmans Gemeente Opsterland, de heer Blauw Gemeente Sneek, mevrouw Van Duuren Gemeente Wûnseradiel, mevrouw Heeres Bijeenkomst experts Elzinga & Oterdoom Procesmanagement, de heer Elzinga Altenburg & Wymenga, de heer Wymenga Waterrecreatie Advies, de heer Steensma Bijeenkomst Provincie Ulke van der Bij Klaas Zwart Gosse Schriemer Sandra van Assen
Visie belanghebbenden
Fryslân intern Hanny Stijnen Thomas Ietswaart Waldina Hulshoff
Interviews ondernemers, gemeenten, experts, brancheorganisaties Belangrijke bijdrage aan het uitvoeringsprogramma is geleverd door watersportondernemers, gemeenten (ambtelijk en bestuurlijk), brancheorganisaties, belangenorganisaties en experts. Geïnterviewden geven aan veel waardering te hebben voor de tot nu toe geboekte resultaten van Het Friese Merenproject. Zij geven de volgende prioriteiten aan voor de inzet van Het Friese Merenproject voor de komende periode: Infrastructuur en productverbetering Structurele aandacht voor het baggeren van vaarwegen en meren en bereikbaarheid van aanlegplaatsen (ook regelen in gemeentelijke begrotingen) Verruiming en uniformering van brug- en sluisbediening, met op zijn minst afschaffing pauzes als grootste knelpunt. Verbeteren van de bereikbaarheid van het Friese watersportgebied (goede toegangspoorten: vooral verruiming sluis Stavoren). Verbeteren waterfronten watersportkernen (mensen bij elkaar brengen, dit zorgt voor gezellige sfeer). Verbeteren van de koppeling water – landrecreatievoorzieningen (o.a. overstappunten, aansluiting fietsknooppunten/wandelroutes). Meer slechtweervoorzieningen, attracties en evenementen nodig en onderlinge koppeling (om dreigend oubollig imago te voorkomen). Meer aandacht voor jeugd (de watersporters van de toekomst): speciale gebieden voor hen aanwijzen, per watersportkern ruimte voor hen creëren. Bij bezuinigingen inzetten op “houden wat je hebt” (behoud unieke diversiteit Fryslân).
72
Het Friese Merenproject - Uitvoeringsprogramma 2011-2015
Bijlage 3 Visie belanghebbenden
73
Voorkomen aantasting van de weidsheid, het vrije zicht van het centrale merengebied door dreigende verbossing bij (goedkoper) moerasbeheer. Stimuleren elektrisch varen door ontwikkeling van exclusieve vaarroutes in nog niet toegankelijk water (overige voorzieningen overlaten aan de markt). Beter benutten kleine vaarwegen en opvaarten naar vaarroutes. Borgen van gerealiseerde resultaten voor de toekomst via bestuurlijke afspraken. Marketing en promotie Fryslân promoten als één geheel “schoon water” gebied met veel diversiteit en koppelingen tussen productonderdelen. Inzetten op “belevingen vanaf het water” als attractie. Naast Duitsland is Engeland een kansrijke watersportmarkt voor Fryslân (met Fryslân Marketing oppakken). Cursus gastheerschap brug- en sluiswachters (stewards functioneren goed). Klompje niet gebruiken als betaalwijze, maar als promotiemiddel (bruggeld innen via vaarvignet).
Geen prioriteit voor Duurzame energieneutrale jachthavens, wél bij nieuwe investeringen aandacht voor duurzaamheid en zorg (bijv. invalidensteigers bij haveninrichtingsplannen). Informatievoorzieningen (o.a. ICT), taak Fryslân Marketing. Jachtbouw; overlaten aan de markt. Seizoensverbreding (alleen kerstmarkten lijken kansrijke trekker voor met name Duitsers).
Bijlage 4 Bouwstenen voor Duurzaamheid
75
1. Pas een interactieve planvorming toe
BIJLAGE
Vergroot het draagvlak in de lokale samenleving voor de ontwikkeling van de watersportkern. Betrek verenigingen, clubs en individuele bewoners bij planvorming en uitvoering.
Plan en ontwerp voorzieningen voor toeristen en recreanten in alle levensfasen, van jong tot oud.
Maak als watersportkern een bewuste keuze: voor welk type boten ben je bereikbaar en voor welk type boten wil je bereikbaar zijn. Optimaliseer de mogelijkheden voor deze doelgroep. Creëer ruime mogelijkheden voor een ommetje over land, te voet of met de fiets, die aansluiten op het vaarnetwerk. Zorg dat je vanaf aanlegplaatsen gemakkelijk die wandel- en fietsroutes bereikt.
3. Houd rekening met klimaatverandering
15. Houd oevers openbaar
Vooral bij de toegangspoorten langs het IJsselmeer en de Waddenzee moet aandacht zijn voor toekomstige peilstijgingen.
Om watersportkernen aantrekkelijk te houden, moet je er gemakkelijk aan wal kunnen gaan. Neem de oevers op in het netwerk van wandelpaden en houd bij nieuwe ontwikkelingen de oevers altijd openbaar.
2. Maak de watersportkern levensloopbestendig
Bouwstenen voor Duurzaamheid
4
14. Zorg voor een netwerk van wandel- en fietspaden
4. Het landschap is de basis 16. Combineer water met groen
Elke watersportkern is uniek door zijn ligging in het landschap.Verschillen in de bodem en historische kavelpatronen moeten ook bij nieuwe ontwikkelingen de structuur bepalen. Zo ontstaan plekken met een eigen karakter.
Juist in een watersportkern zorgt groen voor extra sfeer. Reserveer bij nieuwe ontwikkelingen groeiruimte voor bomen in tuinen en het open baar gebied, maar houd het overzichtelijk.
5. Bewaak zichtrelaties met het landschap
17. Koester en versterk de lokale biodiversiteit
Waar ben ik? Vanuit de kern vertellen zichtlijnen over land en water waar je je bevindt. Breng de mooie bestaande vergezichten in kaart en bewaak ze.
Plan natuurvriendelijke oevers en ruimte voor (aaneengesloten) openbaar groen dat past bij het gebied.
6. Het silhouet in het landschap is verzorgd
18. Stimuleer de productie en het gebruik van duurzame energie
Beplanting en een goede uitstraling van gebouwen zorgen ervoor dat een kern er vanaf het water mooi uitziet.Vergeet ook de ‘achterkant’ van het waterfront niet.
7. Creëer bijzondere plekken aan het water Bakens en andere oriëntatiepunten maken het waterfront herkenbaar. Zo’n punt kan tegelijk een prettige verblijfplek aan het water zijn.
Reserveer ruimte voor het opwekken van duurzame energie. Leg lokale verbindingen tussen leveranciers en gebruikers: restwarmte van bijvoorbeeld een plaatselijke fabriek kan op een naastgelegen locatie goed gebruikt worden. Reserveer ruimte voor oplaad- en vulpunten voor duurzame brandstoffen, waaronder elektriciteit en biobrandstoffen.
19. Beperk het gebruik van energie 8. Borduur voort op de historie van de plek Behoud de identiteit van de plek. Laat de geschiedenis een inspiratiebron zijn voor nieuwe ontwikkelingen op een eigentijdse manier. De ver binding tussen het ’historische centrum’ en het ‘watersportcentrum’ is belangrijk, laat het karakter van de twee plekken duidelijk zijn. Is het watersportcentrum ook het historische centrum, benut dan kwaliteit en meerwaarde van beide.
Plaats gebouwen zodanig dat optimaal gebruik wordt gemaakt van daglicht voor verlichting en verwarming. Zorg voor goede isolatie.
20. Voorkom schade aan het leefmilieu Ontwerp volgens een duurzaam principe (zoals bijvoorbeeld Cradleto-cradle™).Voorkom schadelijke toevoegingen of onttrekkingen aan het leefmilieu. Beperk het materiaalgebruik of gebruik recyclebare of restmaterialen.
9. Aandacht voor architectuur Zorg voor ‘pure’ architectuur met natuurlijke materialen en kleuren, passend bij (de omvang van) de watersportkernen. Houd bij nieuwe ontwikkelingen de regie van planvorming tot en met de uitvoering.
10. Kies voor stedenbouwkundige menging Watersportkernen worden levendig door wonen, werken en recreatie te mengen.
11. Het contrast tussen binnen en buiten is een kwaliteit van de toegangspoorten
Het Friese Merenproject - Uitvoeringsprogramma 2011-2015
Voorkom vervuiling van het oppervlaktewater en beperk het gebruik van kraanwater. Plan voldoende opvangcapaciteit voor vuilwater (ook oliehoudend) afkomstig van vaartuigen en zorg voor aansluiting op de riolering of zuiveringsvoorzieningen op locatie. Plan voldoende toiletvoorzieningen in de publieke ruimte. Probeer waar mogelijk gebruik te maken van regen- of oppervlaktewater.
22. Structureer en financier duurzaam
Zorg voor behoud van het sterke contrast tussen de buitenzijde (open water, weidsheid) en de binnenzijde (land en kleinschaligheid) bij de toe gangspoorten en probeer dit contrast waar mogelijk te versterken. De dijk zorgt voor de scherpe scheiding en is minder geschikt voor bijvoorbeeld nieuwe attractieve punten. Gebruik bestaande (monumentale) elementen om de attractiviteit te verhogen.
De investeringskosten bij duurzame investeringen kunnen hoger zijn, maar de exploitatiekosten zijn vaak een stuk lager (minder energiever bruik en onderhoud).Veelal is financiële ondersteuning mogelijk; op provinciaal, of landelijk niveau. Bij duurzame financiering hoort ook een onderhoudsschema om de voorziening duurzaam en blijvend op niveau te houden. Ook pachters moeten aangespoord worden tot duurzame bedrijfsvoering.
12. Maak aantrekkelijke entrees en logische routes
23. Kies voor een duurzame bedrijfsvoering
Zorg voor een prettige en logische route naar parkeer- en aanlegplaatsen. Markeer duidelijk de plekken waar een bezoeker de kern binnengaat.
Zorg voor een divers aanbod van duurzame producten en duurzame diensten (FairTrade, Green Key of Blauwe Vlag). Kijk vooruit: zorg voor een financiële basis voor exploitatie en duurzame instandhouding van de voorzieningen in de watersportkern. Stimuleer werkgelegenheid voor sociaal zwakkere groepen.
13. Zorg voor een gastvrij onthaal en aantrekkelijk verblijfsklimaat voor toeristen en recreanten
76
21. Kies voor duurzaam waterbeheer
Zorg voor een warm welkom.Verwijder verbodsborden, realiseer goede en schone sanitaire voorzieningen, zorg voor water, stroom, een vuilwaterpomp en een inzamelpunt voor huishoudelijk afval. Plaats de passantenplaatsen in of bij het centrum, op loopafstand van winkels en horeca. Daar wordt het geld besteed! Houd ook rekening met rustzoekers en vertier zoekende watersporters. De aantrekkingskracht van de kern is belangrijk: scheid watersportkern van industrie.
www.friesemeren.nl
BIJLAGE
5
Overzicht prioritering projecten
baw gv gv gv gv gv gv gv gv gv
Projecten in uitvoering, niet meer te stoppen Regionale beeldverhalen Noordelijke Elfstedenvaarroute Revitalisering lauwersmeer Sluis Workum Polderhoofdkanaal Recreatiegeulen Grutte Brekken Verdiepen Langwarder Wielen Fietspad langs de Swette Fase 1 en 3 Birstumer Rak Onderhoudsbijdrage Spoorbrug Akkrum voorbereidingskosten 2011-2015
mit mit mit mit mit mit mit mit mit mit mit mit gv gv gv gv
Randvoorwaardelijke projecten Noordoever Snitser Mar Zuidwestzijde Fluezen 1: Galamadammen Noordzijde Fluezen (Aent Lieuwes) Gaastmar, Aldegeaster Brekken e.o. Blauhúster Puollen Terkaplester Puollen e.o. Gedragscode zonering winterrustgebieden Zuidwestzijde Fluezen 2: Polder Lânsein Zuidwestzijde Fluezen 3: de Oarden en it Sân Natuurvriendelijke oevers Ecologische verbindingszones Natuureducatie onderhoudsbaggeren provinciale vaarwegen Baggeren: provinciale vaarwegen Baggeren: Boarnsterhim Gemeentelijk baggerwerk (140 km)
78
Uitvoeringsprogramma 2011-2015
gv baw baw mit gv baw gv gv baw baw baw baw baw mit baw baw baw gv baw baw baw gv baw baw gv gv baw baw baw gv baw gv baw baw gv gv gv gv baw gv gv gv baw baw
Effecten Overige projecten in volgorde van prioriteit Sluis Stavoren Bestuursovereenkomst Lemsterland Toegangspoort Stavoren Elektrisch varen - 2011 Opwaardering Luts fase 1 Sneek Waterstad A7 Watersportvoorzieningen Leeuwarden Sluis Lauwersoog Wachtvoorzieningen Toegangspoort Harlingen Bestuursovereenkomst Wymbritseradiel Fase 2 Sneek waterstad Elfstedenvaarroute Oosterpoortbrug Toegangspoort Lauwersmeer Toegangspoort Workum Elektrisch varen 2012 - 2015 Watersportkern Franeker Bestuursovereenkomst Tytsjerksteradiel Project Stevenshoek Langweer Drempel Sluis Makkum + baggeren toegang Watersportkern Balk Watersportkern Bolsward Fase 2 Bestuursovereenkomst Boarnsterhim Brugbedieningstijden en -gelden Toegangspoort Zuidoever Tsjûkemar (deel Weststellingwerf) Toegangspoort Zuidoever Tsjûkemar (deel Skarsterlân) Sylsbrege Jirnsum Turfroute Overstapplaatsen Watersportpas Watersportkern Joure Watersportkern Dokkum Fietspad langs de Swette Fase 2 en 4 Toegangspoort Makkum Opwaardering Luts fase 2 Toegangspoort Hindeloopen Watersportkern Leeuwarden Turfroute Profielverruiming Opwaarderen verbinding Workum – Hindeloopen Verhogen bruggen Fjouwerhúster Feart Verminderen wachttijden Sluis Kornwerderzand Evenementenbureau Verbinding Sleattemer Mar – De Fluezen Nieuwe verbinding Balk – De Fluezen Nieuwe verbinding Drachten – Groningen /Drenthe Instellen Taskforce Regelgeving Prijsvraag watersportactiviteitencentrum
Economisch
Ecologisch
Sociaal
Hoge score Midden score
Strategisch
Totaal
Lage score
Bijlage 5 Overzicht prioritering projecten
79
BIJLAGE Programma
6
Watersportkern Joure Watersportkern Dokkum Project Stevenshoek Langweer Toegangspoort Makkum Watersportkern Leeuwarden Watersportpas Toegangspoort Hindeloopen Bestedingen aan de Wal
Kosten en Financiering
Programma
Gefinancierd Te financieren proRep Rep vincie Provinciale Regio Overige financiering gemeente Rijksgeld Derden
Voorbereidingskosten 2011-2015 Algemeen
5,5 5,5
Regionale beeldverhalen BO Lemsterland Toegangspoort Stavoren Toegangspoort Harlingen BO Wymbritseradiel Fase 2 Toegangspoort Lauwersmeer Watersportkern Franeker Toegangspoort Workum BO Tytsjerksteradiel Watersportkern Bolsward Fase 2 BO Boarnsterhim Watersportkern Balk Sneek Waterstad A7 Toegangspoort Zuidoever Tsjûkemar (deel Weststellingwerf) Toegangspoort Zuidoever Tsjûkemar (deel Skarsterlân) Sneek waterstad Elfstedenvaarroute Oosterpoortbrug
0,1
80
0,0
0,2
0,4
0,0
0,0
0,0 0,1
1,9 3,7
4,6
5,0
1,7
1,0 0,8
0,4
Het Friese Merenproject - Uitvoeringsprogramma 2011-2015
2,1
2,4
1,6
0,0
1,5
Totaal
0,0 0,0
5,5 5,5
0,0 6,9 2,0 3,0 0,0 1,0 1,3 2,0 1,7 1,3 0,0 1,3 0,0
0,2 6,9 2,0 5,0 13,3 1,0 1,3 2,0 3,8 1,3 1,0 1,3 4,5
0,2
0,2
0,2
0,2
0,0
4,4
Noordelijke Elfstedenvaarroute Revitalisering lauwersmeer Sluis Workum Polderhoofdkanaal Recreatiegeulen Grutte Brekken Verdiepen Langwarder Wielen Fietspad langs de Swette Fase 1 en 3 Birstumer Rak Onderhoudsbijdrage Spoorbrug Akkrum Sluis Stavoren Baggeren: provinciale vaarwegen (2011-2015) Gemeentelijk baggerwerk (140 km) Watersportvoorzieningen Leeuwarden Drempel Sluis Makkum + baggeren toegang Fietspad langs de Swette Fase 2 en 4 Turfroute Overstapplaatsen Sylsbrege Jirnsum verruiming brug en sluisbediening Opwaardering Luts fase 2 Opwaardering Luts fase 1 Turfroute Profielverruiming Grenzeloos Varen Noordoever Snitser Mar Noordzijde Fluezen (Aent Lieuwes, it Sân) Terkaplester Poullen e.o. Zuidwestzijde Fluezen 1: Galamadammen Zuidwestzijde Fluezen 2: Polder Lânsein Gaastmar, Aldegeaster Brekken e.o. Zuidwestzijde Fluezen 3: de Oarden en it Sân Blauhúster Poullen gedragscode Ecologische verbindingszone natuur vriendelijke oevers natuureducatie Elektrisch Varen 2011 Elektrisch Varen 2012 t/m 2015 Ecologie en Duurzaamheid Totaal
Gefinancierd Te financieren proRep Rep vincie Provinciale Regio Overige financiering gemeente Rijksgeld Derden
Totaal
1,3 1,3 0,0 2,0 1,3 0,0 0,0 27,0
1,3 1,3 0,5 2,0 1,3 0,2 0,0 55,2
0,0 0,3 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
27,8 1,2 0,8 17,0 0,5 0,7 3,2 0,9 0,2 19,5
0,0 17,4 0,0
4,0 25,0 1,1
0,4 0,1 0,2 0,0 0,0 2,5 0,0 6,5 27,4
0,6 0,3 0,6 2,3 12,2 2,5 3,0 10,9 134,0
0,5
0,5
0,9
0,3 0,6
0,3 0,6
0,6 1,1
1,9
1,9
3,9
0,2 0,2
0,2 0,2
0,4 0,3
0,3 0,0 0,1 0,0 0,0
0,6 0,1 0,2 0,0 0,0 0,0 1,3 7,3 16,6 211,3
0,2
0,2
0,2
0,2 3,2
0,0
7,9 0,3 0,8 5,4 0,5 0,3 1,4 0,5 0,2 19,3
12,1
4,6
4,2 0,1
15,7 0,6
5,1
6,5
0,3 1,0
0,8 0,4 0,2
4,0 6,7 0,3
0,9 0,8
0,2 0,2 0,4 1,6 12,2 1,5 4,4 67,7
8,4
0,7
1,1 0,0
13,5
0,4 0,0
25,3
0,4 3,7 8,1
0,0
0,0
0,0
0,9
0,3 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 3,7 7,7
84,5
0,0
25,6
4,6
34,6
62,0
0,9
Bijlage 6 Kosten en Financiering
81
BIJLAGE Programma
Te financieren provincie
7
Watersportkern Joure Watersportkern Dokkum Project Stevenshoek Langweer Toegangspoort Makkum Watersportkern Leeuwarden Watersportpas Toegangspoort Hindeloopen Bestedingen aan de Wal
Overzicht Financieringsopgave
Programma
Te financieren provincie
Voorbereidingskosten 2011-2015 Algemeen
Rep Provinciale cofinanciering
gemeente
0,0
0,0
0,0
Regionale beeldverhalen BO Lemsterland Toegangspoort Stavoren Toegangspoort Harlingen BO Wymbritseradiel Fase 2 Toegangspoort Lauwersmeer Watersportkern Franeker Toegangspoort Workum BO Tytsjerksteradiel Watersportkern Bolsward Fase 2 BO Boarnsterhim Watersportkern Balk Sneek Waterstad A7 Toegangspoort Zuidoever Tsjûkemar (deel Weststellingwerf) Toegangspoort Zuidoever Tsjûkemar (deel Skarsterlân) Sneek waterstad Elfstedenvaarroute Oosterpoortbrug
82
Het Friese Merenproject - Uitvoeringsprogramma 2011-2015
Rep Regio Rijksgeld
Overige Derden
Totaal
0,0
0,0
0,0 0,0
2,3 0,7 1,5
0,0 6,9 2,0 3,0 0,0 1,0 1,3 2,0 1,7 1,3 0,0 1,3 0,0
2,2 0,7 1,5
2,5 0,7
0,3 0,4 0,7 0,7 0,4
0,4 0,4 0,7 0,4
0,3 0,4 0,7 1,0 0,4
0,4
0,4
0,4
0,1
0,1
0,1
0,2
0,1
0,1
0,1
0,2
Noordelijke Elfstedenvaarroute Revitalisering lauwersmeer Sluis Workum Polderhoofdkanaal Recreatiegeulen Grutte Brekken Verdiepen Langwarder Wielen Fietspad langs de Swette Fase 1 en 3 Birstumer Rak Onderhoudsbijdrage Spoorbrug Akkrum Sluis Stavoren Baggeren: provinciale vaarwegen (2011-2015) Gemeentelijk baggerwerk (140 km) Watersportvoorzieningen Leeuwarden Drempel Sluis Makkum + baggeren toegang Fietspad langs de Swette Fase 2 en 4 Turfroute Overstapplaatsen Sylsbrege Jirnsum verruiming brug en sluisbediening Opwaardering Luts fase 2 Opwaardering Luts fase 1 Turfroute Profielverruiming Grenzeloos Varen Noordoever Snitser Mar Noordzijde Fluezen (Aent Lieuwes, it Sân) Terkaplester Poullen e.o. Zuidwestzijde Fluezen 1: Galamadammen Zuidwestzijde Fluezen 2: Polder Lânsein Gaastmar, Aldegeaster Brekken e.o. Zuidwestzijde Fluezen 3: de Oarden en it Sân Blauhúster Poullen gedragscode Ecologische verbindingszone
0,0
Rep Provinciale cofinanciering 0,4 0,4
0,4 0,4
Rep Regio Rijksgeld 0,4 0,4
0,7 0,4
0,7 0,4
0,7 0,4
9,5
7,7
9,8
gemeente
Overige Derden
0,0
Totaal 1,3 1,3 0,0 2,0 1,3 0,0 0,0 27,0
0,3
0,0 0,3 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 17,4 0,0
17,4
0,2
0,2 0,1
0,6
0,4 0,1 0,2 0,0 0,0 2,5 0,0 6,5 27,4
0,5
0,5
0,3 0,6
0,3 0,6
1,9
1,9
0,2 0,2
0,2 0,2
0,3 0,0 0,1 0,0
0,3 0,0 0,1 0,0
0,2
2,5 1,1 1,1
0,0
5,5 25,8
0,0
0,0
Bijlage 7 Overzicht Financieringsopgave
83
Programma
Te financieren provincie
Rep Provinciale cofinanciering
gemeente
Rep Regio Rijksgeld
Overige Derden 0,0
natuur vriendelijke oevers natuureducatie Elektrisch Varen 2011 Elektrisch Varen 2012 t/m 2015 Ecologie en Duurzaamheid
0,0
0,0
1,8 1,8
0,0
1,8 5,8
Totaal 0,0 0,0 0,0 3,7 7,7
Totaal
1,1
9,5
35,2
9,8
6,4
62,0
84
Het Friese Merenproject - Uitvoeringsprogramma 2011-2015
Het Friese Merenproject: Uitvoeringsprogramma 2011-2015 Versoberen, investeren, verzilveren en borgen