College Uitvoeringsprogramma 2014-2018
Amstelveen, oktober 2014
pagina 2
Inhoudsopgave
1.
Inleiding en koers 2014-2018
3-4
2.
Bestuurlijke speerpunten politieke agenda (projectbladen) 1. Sociaal Domein
5 6-7
2. Onderwijs en Ontplooiing
8-13
3. Economie en Duurzaamheid
14-17
4. Openbare ruimte
17-18
5. Ruimtelijke ontwikkeling
19-25
6. Bestuur, bevolking en veiligheid
26-29
3.
Overige bestuurlijke speerpunten
4.
Financiële paragraaf
30 33
0.
Inleiding
33
1.
Maatregelen om de begrotingspositie te verbeteren
33
2.
De toekenning van middelen voor nieuw beleid
40
Bijlage 1: Fysiek domein in overgang en invulling taakstelling ondersteunende functies
College Uitvoeringsprogramma 2014-2018
pagina 3
1. Inleiding en koers 2014-2018 De politieke agenda “ruimte voor Amstelveen” omvat de bestuurlijke opdracht voor ons college voor de komende jaren. De agenda vormt het raamwerk waarbinnen wij als dagelijks bestuur ons werk moeten doen. Het gaat om hoofdlijnen; we hebben als college de ruimte gekregen voor invulling van de gekozen ambities en beleidsdoelstellingen. Wij willen in deze inleiding in dit perspectief een aantal van onze accenten aangeven. Ons college is aangetreden in een turbulente periode. Economisch lastige tijden, waarin groei geen vanzelfsprekendheid meer is. Er zijn belangrijke veranderingen op sociaal terrein op til en de gemeentelijke organisatie staat onder druk. Geen reden voor negativisme overigens, want het omgaan met veranderingen biedt immers ook veel kansen. Kansen voor creativiteit en het benutten van het eigen kritisch vermogen en gezond verstand. Kansen om zaken anders te doen. De uitdaging is het op zijn minst vasthouden van de sterke punten van de stad en het versterken van de zwakkere. Onze vertrekpositie is daarbij niet verkeerd. Wij zijn gelegen in het economisch hart van het land, met alle dynamiek die daar bij hoort, we hebben een goede plek op de sociaal economisch ladder en een solide financiële positie. Maar “noblesse oblige”, daar moeten we de goede dingen mee doen. Duidelijk is dat in een sterk veranderende omgeving oude werkwijzen niet meer passen. We zullen ons voortdurend af moeten vragen waarom we dingen doen en waarom we de dingen doen zoals we ze doen, en of het niet anders kan. Het collegeprogramma geeft hierbij al een belangrijke aanzet door het geven van ruimte, deregulering en het beroep op eigen verantwoordelijkheid van inwoners en organisaties in de stad. Niet zelf alles uitdenken, maar ook luisteren en loslaten. Het vasthouden van de ruimtelijke kwaliteit van de stad is een belangrijke opgave. Zeker omdat de stad fysieke grenzen bereikt en zuinig met overblijvende vrije ruimte en herinrichting moet worden omgegaan. In dit perspectief past het om waar zich mogelijkheden voordoen kritisch naar de opties te kijken, bijvoorbeeld bij nog in te vullen locaties. Een financiële opbrengst is mooi, maar een kwalitatief hoogwaardige en toekomstbestendige bebouwing en openbare ruimte is minstens zo belangrijk. Dit geldt in elk geval voor de zone A9/Stadshart/Beneluxbaan waar veel te doen staat. We hebben nu de kans om duurzame plannen te ontwikkelen. Ook toekomstige generaties moeten kunnen profiteren van de kwaliteiten van de stad. Experimenten met meer vrijheden voor ontwikkelaars en bouwers horen hierbij, maar de regie op de ruimtelijke kwaliteit hoort onvervreemdbaar bij de gemeente. De veranderingen in het sociaal domein zijn substantieel. Belangrijkste opgave is voor ons om efficiënter en effectiever met de beperkte(re) middelen om te gaan. De schaarse middelen moeten terecht komen bij degenen die het echt nodig hebben. Vanzelfsprekendheden uit het verleden zullen (deels) verdwijnen en er zal een groter beroep op het eigen regelend vermogen van mensen wordt gedaan, die daartoe (nog) in staat zijn, en dat zijn er in Amstelveen gelukkig heel veel. De aansturing van de organisaties die de uitvoering voor hun rekening nemen wordt verder geprofessionaliseerd. Het nieuwe aanbestedingsbeleid is hier een belangrijk instrument bij. Daarnaast wordt bewaakt dat de gelden worden ingezet voor “handjes” en niet voor overhead. De effectiviteit wordt niet alleen getoetst aan de cijfers maar ook aan de praktijk.
College Uitvoeringsprogramma 2014-2018
pagina 4 Naast het concretiseren van voornemens en ambities wordt het dagelijks bestuurlijk werk nogal eens gedomineerd door de actualiteit. Omdat dit vaak zaken zijn die onze burgers direct raken willen wij hier ook nadrukkelijk tijd en aandacht aan besteden. Of het nu gaat om rampspoed die burgers overkomt, vormen van criminaliteit die plotseling de kop op steken, situaties rond overlast, een niet functionerende voorziening, problemen rond accommodaties of juist natuurlijke momenten om problemen op te lossen, wij zullen hierop alert zijn . Dit kan alleen door een goede binding met de inwoners en organisaties in Amstelveen. We zullen dan ook veel energie steken in het onderhouden van contacten in de stad. Ook de gemeentelijke organisatie staat voor de majeure opgave zich te richten naar de veranderde tijden. Bestuurlijke (en ambtelijke) schaal vergroting, nieuwe taken op het sociaal domein, sterke krimp in de werkzaamheden en ingrijpende nieuwe wetgeving op het fysiek domein en een efficiëntere inrichting van de ondersteunende functies zijn gelijktijdige ontwikkelingen die van grote invloed zijn op de organisatie. Er is een start gemaakt met de inrichting van een duurzame ambtelijke organisatie die efficiënt en effectief werkt en in kan spelen op een veranderende maatschappelijke omgeving. Verandering van werkwijzen, flexibele structuren maar vooral ook een robuuste ICT infrastructuur zijn hierbij belangrijke aspecten. Kortom, dit college wil met een kritische blik en vernieuwende eigentijdse werkwijzen invulling geven aan de politieke agenda. Een toekomstbestendige ruimtelijke kwaliteit, een doelgericht sociaal beleid gericht op degenen die echt niet zonder ondersteuning kunnen, maar zeker ook aandacht voor die actuele zaken die burgers direct raken zijn voor ons belangrijke ambities. Wij zullen ons in het bijzonder inspannen om samen met onze medewerkers midden in de Amstelveense samenleving te werken en met plezier vele contacten onderhouden met de burgers en organisaties in de stad. Dat is onze missie voor de komende jaren en daarover zullen wij ons aan de raad graag verantwoorden. Burgemeester en wethouders van Amstelveen
College Uitvoeringsprogramma 2014-2018
pagina 5
2. Bestuurlijke speerpunten politieke agenda (projectbladen) In dit hoofdstuk zijn de bestuurlijke speerpunten uit het collegeprogramma “Ruimte voor Amstelveen” uitgewerkt en ingedeeld volgens de nieuwe programmastructuur. De uitwerking loopt langs de drie W-vragen: wat willen we bereiken, wat gaan we er voor doen en wat mag het extra kosten? Daarnaast staan de acties voor 2015 (hoe gaan we het doen) in een aparte tabel weergegeven inclusief planning. De nummers van de projectbladen corresponderen met de themanummers in de programmabegroting.
College Uitvoeringsprogramma 2014-2018
pagina 6 Programma: Sociaal domein Projectnummer: Portefeuillehouder: 1.1 Veeningen/Raat/Brandes
Verantwoordelijke afdeling/bedrijf: Beleid (1-5)/WI (6-8,10) SV (9,11)
Wat willen we bereiken in 2015-2018: Zo veel mogelijk zelfredzame burgers die zich vrij kunnen ontplooien en actief deel nemen aan het maatschappelijk verkeer.
Wat gaan we daarvoor doen:
1. Effectief uitvoeren van de door het Rijk aan de gemeente overgedragen taken op het gebied van jeugdhulp, zorg en ondersteuning en begeleiding naar werk. 2. Terugdringen van overheadkosten bij de uitvoering van de overgedragen taken zodat minimaal 80% van het budget naar uitvoering gaat en tegengaan van overlap tussen voorzieningen 3. Strakke gemeentelijke regie op de toegang tot zorg en ondersteuning. 4. Ondersteuning bieden op basis van de behoefte van de hulpvrager en maatwerk bij hulpverlening aan gezinnen. 5. Stimuleren van vrijwilligerswerk en ondersteunen van mantelzorgers. 6. In beginsel tijdelijk ondersteunen van mensen op zoek naar betaald werk via een persoonsgerichte benadering 7. Inzetten op extra uitstroom uit de bijstandsuitkering van 2,5% per jaar. 8. Uitwerken van de verplichte tegenprestatie bij ontvangst van een bijstandsuitkering, onder voorwaarden ook in de vorm van mantelzorg. 9. Creëren van een vangnet via een passend armoedebeleid en vroegtijdige schuldhulpverlening voor mensen die niet zelfstandig uit hun financiële problemen kunnen komen. 10.Onderzoek naar mogelijkheden voor aansluiting van de Amstelveenpas bij andere initiatieven die de toegankelijkheid van sport- en culturele voorzieningen bevorderen. 11. Goed samenwerken met en ondersteunen van maatschappelijke voorzieningen voor bewoners in de knel zoals de Voedselbank.
2015
2016
2017
2018
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
College Uitvoeringsprogramma 2014-2018
pagina 7 Hoe gaan we het doen (realisatiewijze) in 2015 met planning: Nummer Omschrijving realisatiewijze collegebesluit, prestatie raadsbesluit of uitvoering 1. Dit zijn met ingang van 2015 ‘normale’ taken van de Uitvoering gemeente en hebben geen tijdelijk of politiek karakter. Door uitvoering, evaluatie en bijstelling van de Kadernota’s Jeugd, Wmo en Participatiewet, het inrichtingsplan Sociale Teams en Amstelveen loket en de visienota ‘Waar Amstelveen voor Staat’ komen we de in de komende jaren tot een effectieve uitvoering. (Indien evaluaties aan leiding geven kan aanpassing via
Kwartaal
College of Raad noodzakelijk zijn)
2.
3.
Alle huidige inkoopdocumenten bevatten deze eis. Door goed contractbeheer en jaarlijkse evaluatie zal worden geborgd dat deze norm wordt gehandhaafd Uitvoeren, evalueren en zo nodig bijstellen van de vastgestelde werkwijze aangaande de sociale teams en het sociaal loket.
Uitvoering
Uitvoering
(Indien evaluaties aan leiding geven kan aanpassing via College of Raad noodzakelijk zijn)
4.
Uitvoeren, evalueren en zo nodig bijstellen van de vastgestelde werkwijze aangaande de sociale teams en het sociaal loket. (Indien evaluaties aan leiding geven kan aanpassing via
Uitvoering
College of Raad noodzakelijk zijn)
5.
6.
Uitvoeren van het stimuleringsbeleid Vrijwilligerswerk en Mantelzorgers zoals genoemd in de Kadernota Wmo. Uitvoering geven aan de Kadernota Participatiewet
Uitvoering
Uitvoering
(vastgesteld december 2014)
7.
Uitvoering geven aan de Kadernota Participatiewet
Uitvoering
(vastgesteld december 2014)
8. 9.
10.
11.
Uitvoering geven aan de vastgestelde verordening en (beleids)regels Tegenprestatie Uitvoering geven aan de beleidsregels Schuldhulpverlening en Bijzondere bijstand en minimaregelingen Voornemen om per 2015 aan te sluiten bij de Stadspas Amsterdam en zo jaarlijks de toegankelijkheid van sport en cultuur te vergroten. Verlenen van een subsidie aan de Voedselbank Amstelveen in de jaren 2015-2017 en maken en opvolgen van de afspraken met de Voedselbank.
Uitvoering Uitvoering
Uitvoering
Uitvoering
Wat mag het extra kosten: Bijdrage aan Voedselbank Amstelveen: € 15.000. In het voorstel toedeling nieuw beleid is een reservering/buffer voor het sociaal domein / 3D opgenomen van 250.000 euro in 2016 en 500.000 structureel vanaf 2017. De financiële paragraaf van dit College Uitvoeringsprogramma bevat een uitvoeriger toelichting op het actuele financiële kader voor het sociaal domein (toelichting financieel totaaloverzicht, onderdeel sociale samenhang).
College Uitvoeringsprogramma 2014-2018
pagina 8 Programma: Onderwijs en ontplooiing Projectnummer: Portefeuillehouder: 2.1 Veeningen
Verantwoordelijke afdeling/bedrijf: Beleid/Vastgoed (voor prestatie-indicator 5)
Wat willen we bereiken in 2014-2018: Er is hoogstaand onderwijs in Amstelveen voor alle leeftijdscategorieën en opleidingsniveau's, waardoor kinderen zich optimaal kunnen ontplooien en hun (latere) positie op de arbeidsmarkt wordt bevorderd.
Wat gaan we daarvoor doen: 2015 X
2016 X
2017 X
2018 X
2. De kwaliteit van het onderwijs helpen te verbeteren.
X
X
X
X
3. In samenwerking met het onderwijs de interesse in Techniek en ICT bevorderen.
X
4. Stimuleren van de vorming van een alles-in-één-school concept waarbij kinderen op één locatie terecht kunnen voor opvang, VVE, onderwijs, sport en cultuur.
X
X
X
X
5. Besluiten over de toekomstige huisvesting van het Herman Wesselink College.
X
X
6. De aansluiting van het bedrijfsleven op het onderwijs stimuleren
X
X
X
X
7. Uitvoering geven aan het plan van aanpak laaggeletterdheid uit 2013, door uitvoering te geven aan het vastgestelde Plan van Aanpak.
X
X
X
X
1. Afstemmen van jeugdhulp op schoolmaatschappelijkwerk.
College Uitvoeringsprogramma 2014-2018
pagina 9
Hoe gaan we het doen (realisatiewijze) in 2015 met planning: Nummer Omschrijving realisatiewijze College, raad prestatie of uitvoering 1. Aansluiting organiseren tussen de sociale teams Uitvoering van de gemeente en de zorgstructuren op de scholen. Voorstel inkoop schoolmaatschappelijk werk College 2015. 2. Stimuleren kwaliteit onderwijs. *Ten eerste door verkleining onderwijsachterstanden en daarmee ontlasten leerkrachten: Ondersteunen van stedelijke nieuwkomersklassen van de basisonderwijsinstellingen Uitvoering Evaluatie taalklassen Verhogen van de kwaliteit van kinderopvang en Uitvoering VVE door investering in het taalniveau van College kinderopvangleidsters *Ten tweede door het instandhouden en verbreden van het onderwijsaanbod: Onderzoek naar Amstelveens aanbod voor hoogbegaafde/excellente leerlingen College Onderwijsvoorzieningen in Nes op peil houden Voor de bovenbouw van de basisschool en voor Uitvoering middelbare scholen derden initiatieven als College summerschool en weekendacademy stimuleren en waar nodig ondersteunen, ter ondersteuning van leerprestaties en van ambitieuze/excellente leerlingen. Structurele inbedding van cultuur in onderwijs door verbreding aanbod van cultuuronderwijs op College het primair onderwijs (denk aan muziek, beeldende kunst) naast het bestaande aanbod van leesonderwijs en cultuureducatie Culturele en sportinstellingen verleiden om cultuurbeleving, sport en een gezonde levensstijl College onder middelbare scholieren meer te stimuleren en plannen hiervoor aan het gemeentebestuur voor te leggen 3.
Via een stedelijk coördinator de samenwerking tussen bedrijven, technische opleidingen en Amstelveense scholen stimuleert, d.m.v. gastlessen, Olympiade e.d.
Uitvoering
4.
Via een stedelijk coördinator in overleg met ouders, scholen, kinderopvang, sport- en cultuurinstellingen e.a. de realisatie van alles-in-één scholen met draagvlak onder de stakeholders stimuleren.
Uitvoering
Kwartaal
2e
1e 4e 1e
4e
2e resp. 4e
2e
4e
College Uitvoeringsprogramma 2014-2018
pagina 10 5.
6.
7.
Afwijzen dan wel krediet voteren nadat keuze is gemaakt voor renovatie of vervangende nieuwbouw. Overleg met school over intrekking aanvraag. Ondersteuning van de aansluiting van onderwijs op de arbeidsmarkt door: Een stedelijke aanjager aan te stellen die stages/uitwisselingen tussen scholen en bedrijven/instellingen organiseert en stimuleert, mede voortbordurend op ervaringen van maatschappelijke stages Voorlichting organiseren voor ouders en jongeren over beroepskeuze en onderwijsloopbaan Een plan van aanpak opstellen om lokale en regionale samenwerking tussen bedrijfsleven en scholen te stimuleren. In samenwerking met partijen in de stad een aanpak uitwerken en door samenwerking onderling het huidige aanbod voor laaggeletterden vergroten en verbeteren primair gericht op arbeidsmarktparticipatie en voorkomen van taal- en onderwijsachterstanden van kinderen.
Raad
2e
Uitvoering
Uitvoering
College
4e
College en uitvoering
1e
Wat mag het extra kosten: 1. Voor de extra taken die het schoolmaatschappelijk werk krijgt in het kader van de aansluiting Jeugdzorg - Onderwijs is een extra investering nodig: € 20.000 per jaar. 2. De nieuwkomersklassen worden door het onderwijs georganiseerd en hebben een nieuwe impuls gekregen. Ook de Internationale taalklas (ISK) van het VO valt hieronder. Dit vraagt om extra inzet van middelen van € 110.000 per jaar, aanvullend op de huidige begroting. Kwaliteitsimpuls leidster kinderopvang kost per jaar zo’n € 30.000. Voor de instandhouding van de basisschool in Nes is € 10.000 aan aanvullende middelen nodig (niet gedekt in huidige begroting). Verbreding van cultureel aanbod in het onderwijs en het stimuleren van onderwijs buiten reguliere lestijden is begroot op zo’n € 100.000 per jaar. 3. Kosten coördinator: € 30.000 per jaar, activiteitenbudget € 15.000 per jaar. 4. Kosten coördinator: € 30.000 per jaar, activiteitenbudget € 15.000 per jaar. 5. Afhankelijk van nadere besluitvorming 6. Kosten coördinator € 60.000 per jaar, activiteitenbudget € 40.000 per jaar. 7. Ter aanvulling op de middelen voor Volwasseneneducatie is jaarlijks een bedrag van €50.000 nodig. De onderwijsagenda is een ambitieuze agenda die gaat over de toekomst van Amstelveen en haar bewoners. Het college stelt voor verdere optimalisering van de voorzieningen in Amstelveen voor in totaal € 500.000 per jaar te investeren. Met de instellingen en belanghebbenden zal in nauwe samenwerking invulling moeten worden gegeven aan de ambities. Wensen en mogelijkheden moeten in kaart worden gebracht, de effecten van de invoering van passend onderwijs zijn nog niet bekend en hier en daar zijn nog onderzoeken nodig, zoals naar het aanbod voor bijzonder goed presterende leerlingen. In de loop van de huidige bestuursperiode zullen daarom nog verschuivingen binnen de onderwijsbegroting nodig kunnen zijn. De onderwijsagenda richt zich op een optimalisering van de kwaliteit van het onderwijs, waarbij de effecten in de klas merkbaar zijn. Voor het nader invulling geven aan de ambities zullen aanjagers aangesteld worden die de wensen en mogelijkheden inventariseren en vervolgens in samenspraak met de instellingen en andere belanghebbenden invulling geven aan de onderwijsagenda, op het gebied van o.a. ICT-ontwikkeling, techniekonderwijs en ontwikkelen van integrale kindcentra. In de loop van de collegeperiode zal dan ook een verschuiving binnen het budget plaatsvinden, waarbij het activiteitenbudget in omvang zal toenemen. Het niveau van 500.000 euro per jaar voor nieuw beleid onderwijs wordt gefaseerd in het budgettaire kader opgenomen: 250.000 euro in 2015: 375.000 euro in 2016 en 500.000 euro vanaf 2017.
College Uitvoeringsprogramma 2014-2018
pagina 11 Programma: Onderwijs en ontplooiing Projectnummer: Portefeuillehouder: 2.2.1 Bot
Verantwoordelijke afdeling/bedrijf: Beleid
Wat willen we bereiken in 2015-2018: Verbetering van het sportklimaat en meer maatschappelijke betrokkenheid van (sport)verenigingen. Wat gaan we daarvoor doen: 1. Verbreden van de betrokkenheid van (sport)verenigingen bij realiseren maatschappelijke doelen en maatschappelijke activiteiten op wijkniveau. 2. Vaststellen transparante, beredeneerde grondslagen voor gemeentelijke financiële ondersteuning van sportverenigingen. 3. Meer regionale samenwerking in het belang van de sport in Amstelveen.
2015 X
2016 X
2017 X
2018 X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
4. Op een hoger plan brengen van Amstelveense sportbeoefening.
Hoe gaan we het doen (realisatiewijze) in 2015 met planning: Nummer Omschrijving realisatiewijze College, raad prestatie of uitvoering 1. a. Bestendigen c.q. intensiveren samenwerking Uitvoering verenigingen en buurtsportcoaches gecoördineerd door het Sportbedrijf b. de kostenprijsorientatie kan desgewenst leiden tot College een wijziging van de verenigingstarieven en een relatie tussen tarief en maatschappelijke tegenprestaties. 2. a. maken kostprijsoriëntatie van de accommodatie College tarieven b.Introductie van een compensatieregeling voor zelfwerkzaamheid 3.
4.
Kwartaal
4e 2015
4e 2015
Uitvoering
a. bestendiging deelname Sportas
Uitvoering
b. onderzoeken samenwerking Sportbedrijf en ESA
Uitvoering
c. structuurvisie sportaccommodaties opstellen en toetsen in regionaal verband Ondersteuning van initiatieven die de Amstelveense sportbeoefening op een hoger plan kunnen brengen.
Raad
3e
Uitvoering
Wat mag het extra kosten: De beleidsvoornemens uit de sportnota zijn gesteld met het uitgangspunt van budgetneutraliteit. We beogen het nieuwe beleid binnen de bestaande middelen te effectueren.
College Uitvoeringsprogramma 2014-2018
pagina 12 Programma: Onderwijs en ontplooiing Projectnummer: Portefeuillehouder: 2.2.2 Veeningen
Verantwoordelijke afdeling/bedrijf: Beleid
Wat willen we bereiken in 2015-2018: Uitbreiding van recreatieve voorzieningen en activiteiten.
Wat gaan we daarvoor doen: 2015 X
2016
2017
2018
2. Recreatieve initiatieven ondersteunen
X
X
X
X
3. Meer ruimte geven aan lokale evenementen
X
X
X
X
1. Stadsstrand langs de noordelijke Poeloever.
Hoe gaan we het doen (realisatiewijze) in 2015 met planning: Nummer Omschrijving realisatiewijze College, raad prestatie of uitvoering 1. Uitkomsten onderzoek naar realisering van een College stadsstrand langs de noordelijke Poeloever waarderen 2. Recreatieve initiatieven van bewoners en Uitvoering ondernemers actief ondersteunen 3.
Evaluatie/beleidsaanpassing.
College
Kwartaal 4e
1e
Wat mag het extra kosten:
College Uitvoeringsprogramma 2014-2018
pagina 13 Programma: Onderwijs en ontplooiing Projectnummer: Portefeuillehouder: 2.3 Veeningen
Verantwoordelijke afdeling/bedrijf: Beleid
Wat willen we bereiken in 2015-2018:
Het cultuurbeleid moet behalve ter bevordering van het culturele klimaat en de deelname van de Amstelveense bevolking ook worden ingezet ter verwezenlijking van een goed sociaal-economisch klimaat en ontwikkeling en tolerantie van de samenleving. Wat gaan we daarvoor doen: 2015
2016
2017
2018
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
1. Voorzieningenniveau op peil houden 2. Verhogen efficiency instellingen 3. Implicaties nieuwe bibliotheekwet 4. Verankeren cultuureducatie in het onderwijs
Hoe gaan we het doen (realisatiewijze) in 2015 met planning: Nummer Omschrijving realisatiewijze College, raad prestatie of uitvoering 1. In overleg met de culturele sector en op basis van Raad trends en ontwikkelingen nieuwe beleidsagenda formuleren inclusief samenwerkingsdoelen.
2.
3.
4.
Kwartaal 4e
Meerjarige afspraken maken met (output) gesubsidieerde instellingen. Betere benutting van accommodaties onderzoeken onder andere door de “plinten” van de gebouwen in het Stadshart commercieel te benutten.
Uitvoering College
4e
Onderzoeken of het mogelijk is de functie van de Kunstuitleen te combineren met een commerciële functie. In overleg met verschillende actoren de implicaties nieuwe bibliotheekwet onderzoeken
College
4e
Besluit inrichting nieuwe bibliotheekwezen Verder professionaliseren van cultuureducatie voor het basisonderwijs door deelname aan ‘Cultuureducatie met kwaliteit’.
Raad College/ uitvoering
Uitvoering
4e
Op basis van de vraag van het voortgezet onderwijs cultuureducatie aanbod ontwikkelen. Wat mag het extra kosten:
College Uitvoeringsprogramma 2014-2018
pagina 14 Programma: Economie en duurzaamheid Projectnummer: Portefeuillehouder: Verantwoordelijke afdeling/bedrijf: 3.1 Veeningen Beleid Wat willen we bereiken in 2015-2018: Versterking van het lokale economische klimaat. Wat gaan we daarvoor doen: 2015 X
2016 X
2017
2018
2. Versterken van het internationale karakter van Amstelveen
X
X
X
X
3. Versterken van de lokale economische structuur en aantrekkingskracht van Amstelveen.
X
X
X
X
4. Versterken van de aantrekkingskracht van het Stadshart.
X
6. Ondersteunen van de ontwikkeling van het Oude Dorp als aantrekkelijk winkel- en uitgaansgebied. 7. Ondersteunen van Amstelzijde als aantrekkelijk uitgaansgebied.
X
8. Faciliteren van ZZP-ers
X
X
X
X
9. Stimuleren dat lokale ondernemers meedingen bij gemeentelijke inkoop en aanbestedingen. 10. Inzetten op nieuwe functies voor leegstaande kantoorgebouwen.
X
X
X
X
X
X
X
X
11. Transparant maken van resultaten en kosten buitenlandse handelsmissies.
X
X
X
X
X
X
X
1. Ontwikkelen van lokale citymarketing.
12. Dereguleren economisch beleid
X
X
College Uitvoeringsprogramma 2014-2018
pagina 15
Hoe gaan we het doen (realisatiewijze) in 2015 met planning: Nummer prestatie 1. 2.
Omschrijving realisatiewijze
College, raad of uitvoering Uitvoering Uitvoering
3.
Beter uitnutten van bestaande kwaliteiten Ruimte te geven aan initiatieven om leefkwaliteit voor expats in Amstelveen te ondersteunen. Upgraden buitenruimte Kronenburg
4.
Verlevendiging Stadsplein
Uitvoering
6.
Beter uitnutten van bestaande kwaliteiten
Uitvoering
7.
Vergroten van bekendheid van en promoten van Amstelzijde als aantrekkelijk uitgaansgebied
Uitvoering
8.
Faciliteren marktinitiatieven zoals door uitbreiding van het aantal ontmoetingsplekken. Uitvoeren van het in 2014 vastgestelde beleid ‘Aanbesteding en inkoop’ Initiatieven tot transformatie door markpartijen ondersteunen. Concretisering doelstellingen van deelname van bestuurders en ambtenaren aan buitenlandse handelsmissies en rapportering over bereikte resultaten en kosten.
Uitvoering
9. 10. 11.
Kwartaal
Uitvoering
Uitvoering Uitvoering Uitvoering
Wat mag het extra kosten: € 50.000 voor punt 3: upgraden buitenruimte Kronenburg
College Uitvoeringsprogramma 2014-2018
pagina 16 Programma: Economie en duurzaamheid Projectnummer: Portefeuillehouder: Verantwoordelijke afdeling/bedrijf: 3.3 Veeningen Beleid Wat willen we bereiken in 2014-2018: Een goed evenwicht tussen het economisch belang van Schiphol en de leefbaarheid in Amstelveen.
Wat gaan we daarvoor doen: 2015
2016
2017
2018
X
X
X
X
X
X
1. Beïnvloeden dat de Buitenveldertbaan en Aalsmeerbaan minder gebruikt wordt. 2. Lobby tegen regelgeving voor transformatie
Hoe gaan we het doen (realisatiewijze) in 2015 met planning: Nummer prestatie
Omschrijving realisatiewijze
1.
Met de luchtvaartsector en de bewoners in gesprek blijven over de vermindering van de geluidsoverlast. Actieve lobby tegen beperkende regelgeving in Luchthavenindelingsbesluit voor de ruimtelijke ontwikkeling van Amstelveen.
2.
collegebesluit, raadsbesluit of uitvoering Uitvoering
Kwartaal
Uitvoering
Wat mag het extra kosten:
College Uitvoeringsprogramma 2014-2018
pagina 17 Programma: Openbare ruimte Projectnummer: Portefeuillehouder: 4.1 Bot
Verantwoordelijke afdeling/bedrijf: Wijkbeheer
Wat willen we bereiken in 2014-2018: Goed wonen als gegarandeerde basisvoorziening. Behoud van de open en groene omgeving in Amstelveen en ruimte voor initiatieven van bewoners.
Wat gaan we daarvoor doen: 2015 X
1. Waar mogelijk selectieve versterking van groen. 2. Realiseren van verticaal groen bij gebouwen.
X
3. Ondersteunen van kansrijke initiatieven van bewoners op het gebied van groen.
X
2016 X
2017 X
2018 X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
4. Andere inrichting van het openbaar groen in de buurt indien bewoners daaraan willen bijdragen. 5. Bewoners in de gelegenheid stellen stukjes gemeentegrond aan te kopen om bij hun tuin te betrekken. 6. Besluitvorming over een mogelijk andere vorm van onkruidbestrijding.
X
X
Hoe gaan we het doen (realisatiewijze) in 2015 met planning: Nummer Omschrijving realisatiewijze collegebesluit, prestatie raadsbesluit of uitvoering 1. Gerichte aandacht voor de veiligheid van het groen. Uitvoering Realiseren van meer groene uitstraling bij de Noorden Zuid entrees van Amstelveen. 2. Uitvoeren motie Vertikaal groen (dec. 2013) Uitvoering 3. 5. 6.
In goede wisselwerking met bestuur en bezien welke initiatieven passend zijn. In goede wisselwerking met bestuur en bezien welke initiatieven passend zijn Voorstel alternatieve onkruidbestrijding op verhardingen (b&w notitie 2013)
Kwartaal
Uitvoering Uitvoering Raad
4e
Wat mag het extra kosten: In afwachting van nadere besluitvorming in het 4e kwartaal 2015 is met ingang van 2016 structureel € 300.000 gereserveerd voor alternatieve onkruidbestrijding (handhaven huidig beeldkwaliteitsniveau).
College Uitvoeringsprogramma 2014-2018
pagina 18 Programma: Openbare ruimte Projectnummer: Portefeuillehouder: 4.2 Brandes
Verantwoordelijke afdeling/bedrijf: Beleid
Wat willen we bereiken in 2015-2018: Betaald parkeren beperken tot gebieden waar schaarste aan openbare parkeerplaatsen is of waar de meerderheid van de huishoudens voorstander is van regulering Wat gaan we daarvoor doen : 1. Buiten het Stadshart en de vergunningsgebieden wordt waar mogelijk parkeren gratis. Waar nodig worden er blauwe zones ingevoerd. 2. Onderzoek naar realiseren langparkeervoorzieningen bij knooppunten van het openbaar vervoer. 3. Per winkelcentrum het best passende parkeerregime bepalen 4. Binnen vergunninggebieden parkeermogelijkheden voor scholen en mantelzorgers realiseren.
2015 X
2016 X
2017 X
2018 X
X X X
Hoe gaan we het doen (realisatiewijze) in 2015 met planning Nummer prestatie
Omschrijving realisatiewijze
1.
Haalbaarheidsonderzoek en onderzoek scanscooter/auto Onderzoek naar de parkeersystematiek bij wijkwinkelcentra om per winkelcentrum het best passende parkeerregime bepalen Mantelzorg: B en W en Raad via brief op Raadsweb reeds geïnformeerd mei 2014. Qua scholen: onderzoek/uitzoeken
3.
4.
collegebesluit, raadsbesluit of uitvoering College
Kwartaal
College
2e
College
4e
2e
Wat mag het extra kosten: 1) Er loopt momenteel een onderzoek naar de beleidsmatige consequenties, eventuele extra kosten zijn nog niet helemaal in beeld.
College Uitvoeringsprogramma 2014-2018
pagina 19 Programma: Economie en duurzaamheid Projectnummer: Portefeuillehouder: Verantwoordelijke afdeling/bedrijf: 5.1 Veeningen Bureau stedelijke ontwikkeling Wat willen we bereiken in 2015-2018: Een gezellig en levendig Stadsplein. Wat gaan we daarvoor doen: 2015 X
1. Het Stadsplein verlevendigen.
Hoe gaan we het doen (realisatiewijze) in 2015 met planning Nummer Omschrijving realisatiewijze prestatie 1.
Fysieke maatregelen uitwerken en ten uitvoer brengen.
2016
2017
collegebesluit, raadsbesluit of uitvoering uitvoering
2018
Kwartaal
Wat mag het extra kosten: Het door de raad in 2012 verstrekte krediet is taakstellend.
College Uitvoeringsprogramma 2014-2018
pagina 20 Programma: Ruimtelijke ontwikkeling Projectnummer: Portefeuillehouder: 5.2.1 Brandes
Verantwoordelijke afdeling/bedrijf: Bureau stedelijke ontwikkeling
Wat willen we bereiken in 2015-2018: Een verantwoorde inpassing van de ombouw Amstelveenlijn met zo min mogelijk overlast voor passagiers, omwonenden en bedrijven. Wat gaan we daarvoor doen: 2015
2016
2017
1. De te maken ongelijkvloerse kruisingen harmonieus inpassen in het Amstelveense Stadsbeeld en zorgen voor een veilige en vlotte verkeersafwikkeling.
X
X
X
2018 X
2. De hinder voor de passagiers tijdens de ombouw tot een minimum beperken.
X
X
X
X
Hoe gaan we het doen (realisatiewijze) in 2015 met planning Nummer Omschrijving realisatiewijze prestatie 1a.
1b.
2.
In overleg met de SRA en de Dienst Metro komen tot een ontwerp voor de ongelijkvloerse kruisingen en hiervoor een ontwerp bestemmingsplan in procedure brengen. In overleg met de SRA en de Dienst Metro komen tot een ontwerp voor het opstelterrein in de Legmeerpolder en hiervoor een ontwerp bestemmingsplan in procedure brengen. In overleg met de SRA een go- no gobesluit opstellen inclusief een plan voor het tijdelijk openbaar vervoer gedurende de realisatiefase.
collegebesluit, raadsbesluit of uitvoering
Kwartaal
raad
2e
raad
2e
raad
4e
Wat mag het extra kosten:
College Uitvoeringsprogramma 2014-2018
pagina 21
Programma: Ruimtelijke ontwikkeling Projectnummer: Portefeuillehouder: 5.2.2 Raat
Verantwoordelijke afdeling/bedrijf: Bureau stedelijke ontwikkeling
Wat willen we bereiken in 2015-2018: Inpassing van de te verbreden A9 met zo min mogelijk overlast voor omwonenden en bedrijven.
Wat gaan we daarvoor doen: 1. De te verbreden A9 inpassen in het Amstelveense stadsbeeld.
2015
2016
2017
X
X
X
2018 X
Hoe gaan we het doen (realisatiewijze) in 2015 met planning Nummer prestatie
Omschrijving realisatiewijze
1a.
Opstellen van een uitvoeringsovereenkomst met Rijkswaterstaat om de Amstelveense belangen te borgen. In opdracht van Rijkswaterstaat opstellen van groeninrichtingsplannen en plannen voor kruisende verkeersverbindingen in overleg met omwonenden en bedrijven. In overleg met Rijkswaterstaat omwonenden en bedrijven tijdig informeren over de planning en voortgang van de werkzaamheden en rekening houden met hun belangen.
1b.
1c.
collegebesluit, raadsbesluit of uitvoering raad
Kwartaal
college
4e
4e
uitvoering
Wat mag het extra kosten:
College Uitvoeringsprogramma 2014-2018
pagina 22 Programma: Ruimtelijke ontwikkeling Projectnummer: Portefeuillehouder: 5.2.3 Brandes
Verantwoordelijke afdeling/bedrijf: Bureau stedelijke ontwikkeling
Wat willen we bereiken in 2015-2018: Een vlotte en veilige doorstroming van het doorgaand verkeer tussen de N201 en de A9.
Wat gaan we daarvoor doen: 1. Komen tot een duurzame oplossing voor een vlotte en veilige afwikkeling van het doorgaand verkeer tussen de N201 en de A9 als alternatief voor de aanleg van de oostelijke Randweg. 2. Zorgen voor een vlotte en veilige afwikkeling van het verkeer tijdens de ombouw van de Amstelveenlijn en de verbreding van de A9.
2015 X
2016 X
2017 X
2018
X
X
X
X
Hoe gaan we het doen (realisatiewijze) in 2015 met planning Nummer Omschrijving realisatiewijze. collegebesluit, prestatie raadsbesluit of uitvoering 1. Opstellen van een plan voor verbetering van de raad verbinding N201-A9 in samenwerking met de Provincie Noord-Holland en de Stadsregio. 2. Afstemmen van de uitvoering van de plannen voor uitvoering de A9, Amstelveenlijn en N201-A9 in overleg met RWS, Stadsregio en Provincie.
Kwartaal
4e
Wat mag het extra kosten: De kosten van aanleg van infrastructuur voor verbetering van de verbinding N201-A9 zijn nog niet geraamd.
College Uitvoeringsprogramma 2014-2018
pagina 23 Programma: Ruimtelijke ontwikkeling Projectnummer: Portefeuillehouder: 5.2.4 Raat
Verantwoordelijke afdeling/bedrijf: Bureau stedelijke ontwikkeling
Wat willen we bereiken in 2015-2018: Het kwaliteitsniveau en de economische positie van het Stadshart bestendigen.
Wat gaan we daarvoor doen: 1. Uitwerken van de Visie Stadshart 2025 tot een samenhangende ruimtelijke uitwerking van alle ontwikkelingen in en rond het Stadshart waaronder de verbreding van de A9 en de ombouw van de Amstelveenlijn. 2. Voor het aantrekkelijker maken van het Stadshart zijn we afhankelijk van diverse partijen. In samenwerking met deze partijen gaan we initiatieven die het Stadshart versterken, stimuleren.
2015 X
2016 X
2017
2018
X
X
X
X
Hoe gaan we het doen (realisatiewijze) in 2015 met planning Nummer Omschrijving realisatiewijze prestatie 1a. 1b. 2.
Opstellen en vaststellen van kaders voor de gebiedsvisie Stadshart. Opstellen van de gebiedsvisie. Onderzoek, afstemming en overleg met bewoners, ondernemers en overige stakeholders
collegebesluit, raadsbesluit of uitvoering college
Kwartaal
2e
uitvoering uitvoering
Wat mag het extra kosten: -
College Uitvoeringsprogramma 2014-2018
pagina 24 Programma: Ruimtelijke ontwikkeling Projectnummer: Portefeuillehouder: 5.3 Raat
Verantwoordelijke afdeling/bedrijf: Beleid
Wat willen we bereiken in 2015-2018: Blijvend zorgdragen voor aantrekkelijk woonmilieu in Amstelveen Wat gaan we daarvoor doen: 2015 X
2016 X
2017
2018
2. Realiseren van goedkope koopwoningen en middeldure huur- en koopwoningen voor lage en middeninkomens.
X
X
X
X
3. Realiseren woningen met zorgvoorzieningen voor ouderen in woonservice-zones, zodat zij langer zelfstandig kunnen wonen.
X
X
X
4. Verlagen aandeel scheefwonen door corporatie
X
X
X
X
5. Actualiseren Woonvisie
X
6. Bouwen naar de wensen van de woonconsument
X
X
X
X
1 Gemeentelijke achtervangpositie Waarborgfonds Sociale Woningbouw a) verkrijgen meer inzicht in financiële risico’s gemeentelijke achtervang en mogelijkheden deze te verkleinen; b) versterken relatie gemeentelijke prestatieafspraken en garantstellingen;
Hoe gaan we het doen (realisatiewijze) in 2015 met planning Nummer Omschrijving realisatiewijze prestatie 1. Besluit over gemeentelijke achtervangpositie
College, raad of uitvoering College of raadsbesluit Uitvoering
2.
Uitvoeren bouwprogramma (regulier)
3.
Uitvoeren van de WMO nota die eind 2014 wordt vastgesteld
Uitvoering
4.
Uitvoeren inkomensafhankelijk huurverhoging door Eigen Haard
Uitvoering
5.
Besluit actualisatie Woonvisie door raad
Raadsbesluit
6.
Uitvoeren via bouwprogramma
Uitvoering
Kwartaal 2e
4e
Wat mag het extra kosten: Ad 2 Investeringen in woningen komt ten laste van ontwikkelaar of ‘zelfbouwer’; Ad 3 Investeringen in woningen en voorzieningen komen voor rekening van corporaties en zorginstellingen. Gemeentelijke kosten en de dekking hiervan komen aan de orde in de WMO nota.
College Uitvoeringsprogramma 2014-2018
pagina 25 Programma: Ruimtelijke ontwikkeling Projectnummer: Portefeuillehouder: 5.4 Bot
Verantwoordelijke afdeling/bedrijf: Vastgoed
Wat willen we bereiken in 2015-2018: De wijze van inpassing van parkeerplaatsen bij ruimtelijke ontwikkelingen sluit aan bij een groen, veilig en ruim opgezet Amstelveen. Wat gaan we daarvoor doen: 1. Stimuleren van ondergronds parkeren bij ruimtelijke ontwikkelingen indien verstoring van het stadsbeeld dreigt.
2015 PM
Hoe gaan we het doen (realisatiewijze) in 2015 met planning Nummer Omschrijving realisatiewijze prestatie 1. Per project wordt bekeken welke mogelijkheden er zijn om het parkeren bij nieuwbouw projecten in te passen.
2016 PM
2017 PM
College, raad of uitvoering
2018 PM
Kwartaal
Wat mag het extra kosten: Maakt onderdeel uit van de grondprijsbepaling.
College Uitvoeringsprogramma 2014-2018
pagina 26 Programma: Bestuur, bevolking en veiligheid Projectnummer: Portefeuillehouder: Verantwoordelijke afdeling/bedrijf: 6.1 Burgemeester VKH Wat willen we bereiken in 2014-2018: Een veilige stad voor jong en oud. Wat gaan we daarvoor doen: 1. Schade aan gemeentelijke eigendommen altijd verhalen op de dader. 2. In de vorm van een pilot gezamenlijke inkoop van preventieve veiligheidsmaatregelen realiseren en de kritische succesfactoren vaststellen. 3. Burgers en bedrijven bewust maken van de risico’s van bijvoorbeeld inbraak en diefstal.
2015 X
4. Handhaving in eerste instantie richten op in stand houding van een veilige leefomgeving en bestrijding van overlast.
2018 X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
1.
Voortzetting plan van aanpak vernielingen/vandalisme en graffiti.
2.
Programmatische aanpak van woninginbraken op hotspots creatieve communicatiecampagnes voorlichtingsbijeenkomsten collectieve inkoop van middelen intensievere samenwerking met woningcorporaties en regiogemeenten bepaling kritische succesfactoren voor de pilot Haalbaarheid inzet mobiel cameratoezicht op hot spots bij overlast/vernielingen onderzoeken, evt. in regioverband Flexibele capaciteit handhaving inzetten op hotspots
4.
2017 X
X
Hoe gaan we het doen (realisatiewijze) in 2015 met planning Nummer Omschrijving realisatiewijze prestatie
3.
2016 X
collegebesluit, raadsbesluit of uitvoering uitvoering
Kwartaal
uitvoering
Besluit burgemeester
3e
uitvoering
Wat mag het extra kosten: Er komt een resultatenonderzoek mobiel cameratoezicht (prest. indicator 3). In afwachting van de uitkomsten van dit onderzoek en nadere besluitvorming wordt een structureel budget van € 50.000 gereserveerd.
College Uitvoeringsprogramma 2014-2018
pagina 27 Programma: Bestuur, bevolking en veiligheid Projectnummer: Portefeuillehouder: Verantwoordelijke afdeling/bedrijf: 6.3 Brandes Publiekszaken (prest. indi. 1) Informatie beheer (prest. ind. 2) VKH (prest. ind. 3) Wat willen we bereiken in 2014-2018: Een klantgerichtere dienstverlening aan burgers en bedrijven tegen zo laag mogelijke kosten en meer digitale informatievoorziening.
Wat gaan we daarvoor doen: 1. In de vorm van een pilot een informatie desk in het Stadshart realiseren met openingstijden ook in het weekeinde. 2. Binnen de wettelijke mogelijkheden realiseren van volledig digitale afhandeling van aanvragen bij de gemeente in 2017. 3. Meer digitale informatie uitwisseling met ketenpartners met name op het gebied van veiligheid, zorg en werkgelegenheid.
2015 X
2016
2017
X
X
X
X
Hoe gaan we het doen (realisatiewijze) in 2015 met planning Nummer Omschrijving realisatiewijze prestatie 1.
2. 3.
De pilot met de informatie desk in het Stadshart volgt de landelijke ontwikkelingen op het gebied van dienstverlening. Het streven is om een dergelijke desk de eerste helft van 2015 te realiseren. Met de vervanging van het huidige zakenmagazijn zal het totale proces van burger naar backoffice digitaal kunnen worden afgehandeld. 1. Informatie-uitwisseling verbeteren met politie en via onze communicatiekanalen beschikbaar stellen aan inwoners 2. Eigen Haard heeft toegang tot de GBA en voor de zorg wordt er een digitaal regie platform ingericht.
2018
collegebesluit, raadsbesluit of uitvoering Uitvoering
Kwartaal
Uitvoering Collegebesluit
4e
Uitvoering
Wat mag het extra kosten: € 10.000,-- met betrekking tot prestatie-indicator 3.1
College Uitvoeringsprogramma 2014-2018
pagina 28 Programma: Bestuur, bevolking en veiligheid Projectnummer: Portefeuillehouder: Verantwoordelijke afdeling/bedrijf: 6.4 Burgemeester FB (Communicatie) Wat willen we bereiken in 2014-2018: Meer inbreng van burgers en maatschappelijke organisaties in gemeentelijke plannen en meer kansen voor initiatieven uit de samenleving.
Wat gaan we daarvoor doen (prestatie-indicatoren):
1. ontwikkelen nieuwe participatievisie, vanuit breed perspectief 2. Vergroting van de inbreng vanuit de samenleving in gemeentelijke plannen onder meer door gerichte inzet van social media.
2015 x
2016
2017
2018
x
x
x
x
Realisatiewijze per prestatie-indicator (acties) in 2015 met planning Nummer prestatie
Omschrijving realisatiewijze
1.
Met partijen in de stad ontwikkelen visie, inclusief opleveren best practices en testen nieuwe instrumenten (digitaal) Participatie via digitale media 1 pilot test met community
2.
collegebesluit, raadsbesluit of uitvoering collegebesluit
Kwartaal
uitvoering
3
3
Wat mag het extra kosten: € 30.000 Afhankelijk van initiatief
College Uitvoeringsprogramma 2014-2018
pagina 29 Programma: Bestuur, bevolking en veiligheid Projectnummer: Portefeuillehouder: Verantwoordelijke afdeling/bedrijf: 6.6 Veeningen FB (Juridische zaken) Wat willen we bereiken in 2014-2018: Afschaffing van overbodige regelgeving en beperking van administratieve lasten voor burgers en bedrijven. Wat gaan we daarvoor doen: 1. Actieprogramma deregulering in verband met de afschaffing van regelgeving in verordeningen en beleidsnota’s waarvan nut en noodzaak niet kan worden aangetoond, bijvoorbeeld: - Ruimtelijke deregulering - Economische deregulering 2. Aanvullende gemeentelijke regelgeving op het gebied van ruimtelijke ordening bovenop landelijke wetgeving afschaffen tenzij nut en noodzaak daarvan kan worden aangetoond: - Uitvoeren experimenteerproject Zonnestein 64-66 3. Herziening van het welstandsbeleid met het doel het welstandstoezicht te verminderen dan wel deels af te schaffen.
2015 X
2016
2017
2018
X
X X X
X
X
X X
X
X
Hoe gaan we het doen (realisatiewijze) in 2015 met planning Nummer Omschrijving realisatiewijze prestatie 1. Doorlopende acties voortvloeiend uit o.a. werkgroep APV en DHW. 2. Experimenteerproject "Ontslakken gebiedsontwikkeling" Zonnestein 64-66 3. Uitwerking uitgangspunten herijking welstandsbeleid met het doel het welstandstoezicht te verminderen dan wel deels af te schaffen
College, raad of uitvoering Uitvoering
Kwartaal
Uitvoering Raad
1e
Wat mag het extra kosten: Voor het afschaffen en herzien van aanvullende gemeentelijke regelgeving en beleidskaders (zoals bijvoorbeeld het welstandsbeleid), zijn veelal eenmalige investeringen die nodig zijn om op termijn een besparing op te leveren. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om het leveren van externe expertise; eerste inschatting is dat hiervoor € 50.000,= nodig is.
College Uitvoeringsprogramma 2014-2018
pagina 30
3. Overige bestuurlijke speerpunten Het vorige hoofdstuk bevat de uitwerking van bestuurlijke speerpunten die direct voortvloeien uit de Politieke Agenda 2014-2018 “Ruimte voor Amstelveen”. Aanvullend daarop komt in dit hoofdstuk een aantal overige bestuurlijke speerpunten aan de orde: Ten eerste zijn in de achterliggende jaren via eenmalige beleidsintensiveringen tot en met 2014 middelen vrijgemaakt voor specifieke bestuurlijke speerpunten waarvan ons college van mening is dat deze zaken ook na 2014 voorzetting verdienen. Een voorbeeld hiervan is de cursus alcohol in het verkeer. In de tweede plaats is sprake van een beperkt aantal nieuwe, actuele ontwikkelingen. Een voorbeeld hiervan is de motie zoogdierenopvang. Hieronder volgt een toelichting op de afzonderlijke speerpunten. In hoofdstuk 4 “financiële paragraaf” geven wij een totaaloverzicht met een voorstel voor de toedeling van middelen voor nieuw beleid waarin zowel de bestuurlijke speerpunten uit de projectbladen als de overige bestuurlijke speerpunten zijn verwerkt. 1.woonfraude, voortzetting operatie “Schijnwerper” In 2011 is besloten een extra impuls te geven aan de aanpak van woongerelateerde fraude, overlast en criminaliteit. Kern van de aanpak is een intensieve samenwerking tussen verschillende betrokken gemeentelijke afdelingen en externe partijen. De belangrijkste resultaten van deze aanpak voor de jaren 2012 en 2013 zijn: • er zijn 27 grootschalige hennepplantagens opgerold; • in de sociale huur zijn 64 woningen vrijgekomen; • in 2013 is 18% van de onderzoeken gestart naar aanleiding van een melding van een bewoner. In totaal hebben 9 meldingen van bewoners geleid tot het opheffen van een overtreding/fout; • in totaal hebben 9 meldingen van bewoners (11%) geleid tot het opheffen van een overtreding of fout. Via de kadernota 2012 is een bedrag per jaar beschikbaar gesteld voor adresonderzoek voor de periode 2012-2014. Het college is voornemens deze aanpak voort te zetten. Daarbij benadrukken wij, dat deze aanpak enerzijds een investering vraagt, maar dat dit anderzijds vervolgens de gemeente ook geld oplevert. Denk hierbij aan het voorkomen en stopzetten van uitkeringen en persoonsgebonden subsidies. Daarnaast werken dergelijke projecten preventief. 2. samenwerkingsverbanden De achterliggende jaren heeft Amstelveen nadrukkelijk geïnvesteerd in de bestuurlijke deelname aan de regionale samenwerkingsverbanden. Hiervoor zijn in de periode 2012-2014 middelen voor vrijgemaakt via eenmalige beleidsintensiveringen. Het college is voornemens deze inzet voort te zetten en stelt voor hiervoor een structureel bedrag in de begroting op te nemen. Concreet betreft dit: • Metropool Regio Amsterdam (MRA), 25.000 euro: Amstelveen participeert in de MRA voor met name belangenbehartiging van Amstelveen in regionaal en rijksverband. Het gaat hierbij om (bestuurlijk) draagvlak voor diverse grote projecten (bijvoorbeeld A9, Amstelveenlijn), maar ook lobby voor Rijks- & provinciale financiële bijdragen, beïnvloeding- en sturingsmogelijkheden en kennisuitwisseling/ afstemming. De bijdrage betreft onder andere een bijdrage voor de algemene organisatie van het MRA samenwerkingsverband, een bijdrage aan deelname bestuurlijk “Platform Ruimtelijke Ordening” (PRO) en “Bestuurlijke denktank Metropolitaan landschap” (met name voor benodigde advisering op deze beleidsterreinen) en een bijdrage aan gezamenlijke regionale lobby richting het Rijk.
College Uitvoeringsprogramma 2014-2018
pagina 31 •
•
Bestuurlijk Overleg Amstelscheg (BOA), 15.000 euro: Amstelveen participeert in het regionale samenwerkingsverband “Amstelscheg”, uitvloeisel van Bestuursakkoord Amstelscheg. Binnen dit verband vindt samenwerking en afstemming plaats tussen onder andere Amsterdam, Ouder Amstel, Waterschap, Groengebied Amstelland en Amstelveen. Doel: behouden en versterken van de unieke groene en landschappelijke kwaliteiten van de Amstelscheg (globaal gelegen tussen Amsterdam ZO en Amstelveen), middels afstemming en uitvoering van diverse projecten en ontwikkelingen. Daarnaast ook advisering rond inpassingsvraagstukken, zoals verbreding A9 en provinciale brug Amstelzijde. Expatcenter, 35.000 euro: De ‘one-stop-shop’ voor kennismigranten. Jaarlijks assisteert het Expatcenter zo’n 800 kennismigranten die zich in Amstelveen willen vestigen, op diverse terreinen als huisvesting en regelgeving. Het Expatcenter draagt bij aan een goed imago van Amstelveen en de regio Amsterdam als vestigingsregio.
3. Ombuiging kunstuitleen Bij behandeling van de Kadernota 2013 is via het ‘Amendement Kunstuitleen’ besloten de subsidie aan de Kunstuitleen (nog) niet volledig te bezuinigen, maar een subsidie van afgerond 26.000 euro (ter hoogte van de huurlasten) voor de jaren 2013 en 2014 te handhaven. Daarmee is de ombuiging uitgesteld tot 2015. De bezuiniging zit structureel dus nog steeds in het begrotingskader vanaf 2015. De gemeente Amstelveen hecht waarde aan een voorziening als de kunstuitleen en de perspectieven om dit zonder subsidie van de huurlasten in stand te houden zijn nog steeds ongunstig. Wij stellen voor deze specifieke taakstelling te schrappen. Dit laat onverlet dat op termijn de mogelijkheden kunnen worden onderzocht van besparingen via een verregaande samenwerking van culturele instellingen zoals de Muziek- en Dansschool, de Volksuniversiteit, de kunstuitleen en Bibliotheek. 4. maatschappelijke stages Met ingang van 2015 vervalt de verplichting om maatschappelijke stages op te nemen in het curriculum van het voortgezet onderwijs en ook de apart door het Rijk hiervoor aan de gemeente verstrekte bekostiging. Doel van de maatschappelijke stages is het bevorderen van vrijwilligerswerk onder jongeren. Zowel de scholen als de gemeente krijgen middelen voor de organisatie van de stages. De gemeente subsidieert de Vrijwilligerscentrale voor de uitvoering van de coördinatie. De scholen geven aan dat zij zonder extra financiering vanuit de gemeente, c.q. instandhouding van de ondersteuning door de vrijwilligerscentrale, niet verder zullen gaan met de maatschappelijke stages in de huidige vorm. Overeenkomstig de algemene gedragslijn is in eerste aanleg het wegvallen van de Rijksbekostiging gekort op het desbetreffende budget. Het alsnog voor gemeentelijke rekening en verantwoordelijkheid nemen van deze door het Rijk geschrapte taak vraagt een eigen afweging en doet een aanspraak op de ruimte voor nieuw beleid. Ons college kiest hiervoor met dit voorstel. 5. zoogdierenopvang De Toevlucht Tijdens de raadsvergadering van 5 februari 2014 is een motie aangenomen met als strekking het verzoek om middelen vrij te maken voor het subsidiëren van de in Amsterdam Zuidoost gevestigde Stichting De Toevlucht, die in Amstelveen jaarlijks 600 tot 800 zoogdieren opvangt. Het betreft in het wild levende dieren die in problemen zijn geraakt, waarbij de gemeente geen wettelijke plicht heeft. De subsidie is bedoeld om deze opvang te onderhouden. Zonder deze subsidie zal De Toevlucht moeten stoppen met de opvang in Amstelveen. De subsidie voor 2014 is bij beschikking van 22 mei 2014 verstrekt. Via dit voorstel wordt de subsidie structureel in de begroting opgenomen.
College Uitvoeringsprogramma 2014-2018
pagina 32 6. risico en aansprakelijkheid bomen Regelmatige inspecties van bomen worden steeds belangrijker, vanwege de zorgplicht die de eigenaar heeft. Wanneer een boom bijvoorbeeld een tak laat vallen of in z’n geheel omvalt, kan de eigenaar moeten opdraaien voor de schade. Dit risico is sterk te verminderen wanneer men kan aantonen dat de boom regelmatig verzorgd of gecontroleerd is. Dat kan met behulp van gedocumenteerde boominspecties. Voorheen lag de nadruk op het vakkundig beheer; nu is het (veel meer) zaak, dit ook aantoonbaar te maken. De inzet van VTA (visuele boominspecties) voor de solitaire (straat)bomen wordt inmiddels uitgevoerd. Echter, de middelen besteed aan boominspecties, leiden tot verminderde inzet van middelen voor de nodige uitvoeringsmaatregelen. Het bosplantsoenareaal (ca. 100 ha) is tot nu buiten de inspecties en de daaropvolgende beheermaatregelen gehouden. Ervaringen met de laatste novemberstorm hebben geleerd, dat én solitaire bomen én het bosplantsoen de volledige aandacht vragen bij zowel het zorgvuldig beheer in de stad als het juridisch gedekt zijn. De structurele meerkosten van VTA boombeheer inclusief de daaruit voortvloeiende noodzakelijke beheer maatregelen zijn geraamd op circa 130.000 euro per jaar. Ons college stelt voor de helft hiervan als extra budget in de begroting op te nemen en de overige kosten taakstellend binnen het bestaande budget voor groen in te passen. 7. cursus alcohol in het verkeer Het gemeentebestuur stimuleert aankomende automobilisten om zich te verdiepen in het negatieve effect van alcoholgebruik op verkeersdeelnemers. In ruil voor het volgen van de cursus Alcohol en Verkeer van de Brijder Verslavingszorg ontvangen aankomende automobilisten een gratis rijbewijs als ze binnen een jaar slagen voor hun rijexamen. Dit beleid geeft uitvoering aan de motie van de Ouderencombinatie die is aangenomen in de raadsvergadering van 10 november 2010. Achterliggende gedachte is dat met name aankomende automobilisten opvallen in het verkeer door opvallend en riskant rijgedrag, vaak versterkt door alcoholgebruik. Tot en met 2014 is hiervoor via eenmalige beleidsintensiveringen een bedrag beschikbaar gesteld. Ons college stelt voor dit beleid voort te zetten hiervoor een structureel bedrag in de begroting op te nemen. 8. kantorenloods In 2012 is met het oog op de sterk gewijzigde omstandigheden op de vastgoedmarkt een budget van 200.000 euro gereserveerd voor tijdelijke inhuur van commerciële deskundigheid voor twee jaar (eindigend medio 2014). Het is de bedoeling nog tot eind 2015 van deze tijdelijke versterking gebruik te maken en in die periode te werken aan opvolging binnen het eigen apparaat. Voor deze verlenging is een eenmalig bedrag van 186.000 euro opgenomen.
College Uitvoeringsprogramma 2014-2018
pagina 33
4. Financiële paragraaf 0. Inleiding Met de Politieke Agenda 2014-2018 “Ruimte voor Amstelveen” is een bestuurlijke visie voor de komende jaren neergelegd met een inhoudelijke en een financiële component. De inhoudelijke component is in hoofdstuk 2 vertaald in concrete acties, c.q. speerpunten en bestuurlijke afspraken. In hoofdstuk 3 is dit nog aangevuld met overige bestuurlijke speerpunten. Nu volgt de financiële paragraaf met een uitwerking van de Politieke Agenda inclusief overige bestuurlijke speerpunten in de begrotingskaders 2014-2018. Dit valt in twee delen uiteen: 1. Maatregelen om de begrotingspositie te verbeteren. 2. De toekenning van middelen voor nieuw beleid. In deze actuele begrotingskaders hebben wij ook de uitkomsten van de recent verschenen septembercirculaire gemeentefonds verwerkt. Deze circulaire bevat de effecten van de Rijksbegroting 2015 voor de algemene uitkering uit het gemeentefonds.
1. Maatregelen om de begrotingspositie te verbeteren Vertrekpositie Vertrekpunt is een nog in te vullen bestuurlijke taakstelling van 1,5 miljoen euro in 2015 oplopend naar structureel 3,5 miljoen euro vanaf 2018. Deze vertrekpositie is de resultante van de besluitvorming tot en met de Kadernota 2015 en dit is uitgewerkt in de Programmabegroting 2015. Een uitvoerige toelichting op de totstandkoming van deze nog in te vullen taakstelling treft u aan in het hoofdstuk Algemeen Beeld van de programmabegroting 2015.
Hoofdlijn gekozen aanpak Dit College Uitvoeringsprogramma bevat voorstellen die ervoor zorgen dat in de jaren 2015/2016 geen sprake meer is van een nog openstaande taakstelling. In plaats daarvan is er in deze jaren een eenmalige ruimte. Deze ruimte zal worden aangewend voor het versterken van de reservepositie, dan wel via expliciete bestuurlijke besluitvorming worden gebruikt voor de dekking van frictie- en transitiekosten in verband met de verschillende lopende ombuigingstrajecten (fysiek domein, sociaal domein en organisatie-ontwikkeling). Voor 2017 en verder resteert een nog in te vullen taakstelling van “hanteerbare” omvang in combinatie met p.m.-posten voor nader uit te werken maatregelen. Gelet op de onzekerheden waarmee het meerjarenperspectief is omgeven achten wij dit een verantwoorde aanpak voor dit moment. Enerzijds waarborgen wij een gezond sluitende begroting en solide reservepositie. Anderzijds verdisconteren wij de in aanmerking te nemen onzekerheden. Mochten de implementatie van de decentralisaties en/of de Rijksfinanciën zich de komende jaren gunstiger ontwikkelen dan nu voorzien dan zouden verdergaande pijnlijke ingrepen op dit moment achteraf voorbarig kunnen blijken. Mocht de situatie zich ongunstiger ontwikkelen dan nu geraamd, dan zouden nu te treffen maatregelen ontoereikend blijken en alsnog weer door aanvullende maatregelen moeten worden opgevolgd. Het is evident dat de ontwikkelingen binnen het sociale domein strak worden gemonitord en periodiek met de raad worden gedeeld. Bijlage 1 geeft inzicht in de stand van zaken met betrekking tot de operaties fysiek domein en ondersteunende functies.
College Uitvoeringsprogramma 2014-2018
pagina 34 De nu voorgestelde koers met een sluitende begroting en een stevige buffer is voor de korte termijn afdoende en biedt ruimte en flexibiliteit om adequaat te kunnen reageren op het beeld zoals zich dit voor de jaren daarna zal ontwikkelen.
Financieel totaaloverzicht Onderstaand financieel totaaloverzicht werkt dit verder uit. Na het overzicht volgt een toelichting op de afzonderlijke onderdelen. FINANCIEEL TOTAALOVERZICHT EFFECT VOORSTELLEN COLLEGEPROGRAMMA bedragen in miljoenen euro positief bedrag is tekort; negatief bedrag is tekortverlaging
2015
2016
2017
2018
1,5
2,2
3,2
3,5
-1,0 -0,8
-0,5 -2,2
-0,5 -0,1 -1,1
-0,5 -0,1
p.m. -0,5 -0,1
p.m. -0,5 -0,1
c) Septembercirculaire 2014
0,7
0,2
0,0
0,0
d) Saldo nieuw beleid 2015 t.l.v. eenmalige middelen
0,3 p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
-1,0
-1,0 2,6
2,9
a) Vertrekpositie: Nog in te vullen taakstelling na Kadernota 2015 b) Tekortverlagende ontwikkelingen/maatregelen # fasering structureel nieuw beleid uitvoeringsprogramma # incidenteel voordeel overgangsregeling BAG # duurzame instandhouding sport/facilitair # restantbijdrage harde sector # Amsteldijk/Amstelzijde # sociale samenhang, incidentele ruimte 2015
e) Verder uit te werken richting Kadernota 2016 # slimmer werken, dereguleren # overige bezuingingsopties vorige inventarisaties # genereren inkomsten (sponsoring/reclame, etc.) # "zero base in subsidieland" # "inkoopvoordelen" # maatschappelijk vastgoed / activabeleid Totaal # Eenmalige versterking buffer tbv frictie/transitie # Nog in te vullen taakstelling
Tekortverlagende ontwikkelingen/maatregelen Fasering nieuw beleid uitvoeringsprogramma In de vertrekpositie staat opgenomen structureel 2 miljoen euro voor nieuw beleid vanaf 2015. In lijn met de Politieke Agenda stellen wij voor deze ruimte gefaseerd in uitvoering te nemen. Dus niet alles in één keer vanaf 2015. Dat helpt om een sluitende begroting in 2015/16 te realiseren en de reservepositie te versterken. Concreet stellen wij voor in 2015 een bedrag van 1 miljoen euro structureel te bestemmen, in 2016 oplopend naar 1,5 miljoen euro en vervolgens 2 miljoen euro vanaf 2017. Dit betekent een eenmalige vrijval van middelen van 1 miljoen euro in 2015 en 0,5 miljoen euro in 2016. Onderstaand overzicht zet dit op een rij.
structureel gefaseerde inzet vrijval fasering
2015 2,0 1,0 1,0-/-
2016 2,0 1,5 0,5-/-
2017 2,0 2,0 ---
2018 2,0 2,0 ---
College Uitvoeringsprogramma 2014-2018
pagina 35 De besluitvorming over de omvang en invulling van nieuw beleid is een belangrijk onderdeel van de bestuurlijke afweging. Dit komt apart aan de orde in de volgende paragraaf. Incidenteel faseringsvoordeel overgangsregeling BAG. Het structureel effect van de meicirculaire is verwerkt conform de aanvullende notitie bij de Kadernota 2015. Onderdeel daarvan is de voor Amstelveen nadelige definitiewijziging BAG (kortweg: er komt een nieuw verdeelstelsel voor de algemene uitkering waarin studentenhuisvesting veel minder meetelt. Dit is zeer ongunstig voor gemeenten met veel studentenhuisvesting zoals Amstelveen met Uilenstede).Een overgangsregeling geeft gemeenten tot en met 2016 de tijd om deze definitiewijziging door te voeren. Dat betekent een incidenteel faseringsvoordeel doordat de nadelige BAG-correctie pas vanaf 2017 doorwerkt. Duurzame instandhouding Sportvelden/Facilitair Conform de Kadernota 2015 is nader uitwerking gegeven aan het onderbrengen van de duurzame instandhouding sport en facilitair in de structurele begroting. Tot dusver vindt dit plaats via het investeringsprogramma. Bestaande boekwaarden worden afgeboekt. In plaats van investeringen met kapitaallasten (rente en afschrijving) komt er een jaarlijks budget voor instandhouding in de begroting. Budgettair is de kern van het verhaal, dat er eenmalige middelen uit de reserve worden gehaald om de boekwaarde af te boeken, waarmee een structurele besparing kan worden gerealiseerd. In totaal wordt 5,6 miljoen euro afgeboekt, waarvan 3,4 miljoen euro ten laste van de algemene reserve. Uitgaande van de bestaande budgetten is deze omzetting vooralsnog budgettair neutraal verwerkt. Door de afboeking van de boekwaarden valt een structureel kapitaallastenbedrag vrij van 1,4 miljoen euro. Hiervan is 0,8 miljoen euro benodigd als structureel budget om de duurzame instandhouding van de bestaande sportvelden te waarborgen. De nog resterende 0,6 miljoen euro komt afgerond overeen met het bestaande jaarlijks budget voor facilitaire investeringen. Met deze “omzetting” is de vanaf 2017 beschikbare structurele stelpost voor de vervangingspiek sportvelden ad. 0,7 miljoen euro niet meer voor dit doel benodigd. Deze post is in het verleden opgenomen voor de vervanging van kunstgrasvelden die met eenmalige middelen zijn aangelegd. Met de nieuwe systematiek (wegvallen rentefactor) en actuele grondslagen is de totale instandhouding structureel ingepast zodat deze stelpost kan vrijvallen. Er zijn twee belangrijke redenen waarom wij voorstellen om de stelpost niet te laten vrijvallen: Waarborgen ICT functie Heroriëntatie Vastgoed. Waarborgen ICT functie In de eerste plaats maakt ons college zich zorgen over het duurzame waarborging van de ICT functie. De ICT infrastructuur is van vitaal belang voor ons functioneren op alle niveaus en in alle geledingen, alsmede voor de ambities die wij nastreven. Dit geldt voor dienstverlening, monitoring en beheersing. Dit geldt voor administratieve processen, basisregistraties en bestuurlijke informatievoorziening. Dit gaat over effectiviteit en efficiency, waaronder het benutten van ICT om slimmer te werken. Het belang hiervan neemt alleen maar toe door de omvangrijke, complexe en gevoelige taken die nieuw op de gemeente afkomen. Het inpassen van deze nieuwe taken vraagt veel op het gebied van het aanpassen én doorontwikkelen van de bestaande systemen. Dit naast de reguliere vervangingsvraag voor kernapplicaties en de dynamiek die inherent is aan ICT. Op dit moment loopt een onderzoek naar de bepaling van het structureel noodzakelijke bedrag voor de duurzame instandhouding ICT in het licht van het bovenstaande. De paragraaf bedrijfsvoering in de programmabegroting besteedt eveneens aandacht aan deze materie.
College Uitvoeringsprogramma 2014-2018
pagina 36 Heroriëntatie Vastgoed In de tweede plaatshebben wij in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen van de programmabegroting een fundamentele heroriëntatie aangekondigd op het gemeentelijk vastgoedbeleid op langere termijn. Dit in het licht van de ingrijpend gewijzigde verhoudingen rond de (her)ontwikkeling van (maatschappelijk) vastgoed en de geleidelijke veroudering van het gebouwbestand (cultuurstrip, bibliotheek, museum). Geschetste ontwikkelingen met betrekking tot ICT en Vastgoed hebben ons ertoe gebracht om de structurele stelpost van 0,7 miljoen euro vooralsnog te handhaven en niet in te zetten ter invulling van de nog openstaande taakstelling. Wij stellen u dan ook voor de bestaande stelpost vervangingspiek sportvelden van 0,7 miljoen euro structureel vanaf 2017 te handhaven als structurele reservering ten behoeve van duurzame instandhouding ICT en Vastgoed. Onderstaand overzicht zet één en ander op een rij. bedragen x duizend euro positief bedrag is tekort; negatief bedrag is tekortverlaging
2014 A. Incidenteel in 2014: afboeking bestaande boekwaarde # sport # facilitair
2.471 3.134
inzet reserve verv. activa inzet algemene reserve (sluitpost)
-2.177 -3.428
B. Structureel 2015 en verder: vrijval kapitaallasten opnemen structurele budgetten instandhouding # sport # facilitair
2015
2016
2017
2018
-1.400
-1.400
-1.400
-1.400
800 600
800 600
800 600
800 600
-700 700
-700 700
0
0
vrijval stelpost vervangingspiek sportvelden reservering t.b.v. duurz. instandh. IC T/Vastgoed Totaal
0
0
0
Voorgestelde besluitvorming (opgenomen in het ontwerp-raadsbesluit)
De bestaande boekwaarden sport ad. 2.471.000 euro en facilitair ad. 3.134.000 euro af te boeken ten laste van het in 2014 beschikbare bedrag in de reserve vervanging activa ad. 2.177.000 euro en voor het resterende bedrag ad. 3.428.000 ten laste van de algemene reserve. Met ingang van 2015 in plaats van de wegvallende kapitaallasten (totaal 1,4 miljoen euro) in de begroting opnemen, 0,8 miljoen euro structureel voor instandhouding sport en 0,6 miljoen euro structureel voor instandhouding facilitair. De bestaande stelpost vervangingspiek sportvelden (beschikbaar vanaf 2017) te handhaven als structurele reservering ten behoeve van duurzame instandhouding ICT en Vastgoed.
Restantbijdrage harde sector In de begrotingsraad van 6 november 2013 is besloten over een pakket van structurele ombuigingen van 1,5 miljoen euro binnen de harde sector als onderdeel vaneen totale taakstelling harde sector van 2 miljoen euro. Deze 1,5 miljoen euro is reeds met ingang van 2014 gerealiseerd. Voor 2015 en verder resteert nog een bedrag van 0,5 miljoen euro.
College Uitvoeringsprogramma 2014-2018
pagina 37 Dit bedrag hebben wij nu als harde taakstelling in ons voorstel opgenomen. Over de concrete invulling zullen wij afzonderlijk rapporteren.
Voorgestelde besluitvorming (opgenomen in het ontwerp-raadsbesluit)
De restant-taakstelling harde sector ad. 0,5 miljoen euro als structurele ombuiging met ingang van 2015 in de begroting op te nemen, concreet in te vullen uiterlijk eerste kwartaal 2015.
Amstelzijde/Amstelbrug De vervanging van de Amstelbrug door de provincie brengt ook een gemeentelijke inspanning met zich mee. Naast de vervanging van de brug zelf en het daarop aanpassen van de direct aanliggende infrastructuur is dit ook het aangewezen moment om de herinrichting van het gebied Amstelzijde te bezien. Aparte besluitvorming hierover heeft plaatsgevonden in de raadsvergadering van 1 oktober 2014. Conform deze besluitvorming houdt deze notitie rekening met een eenmalige bijdrage uit de algemene reserve. De nu nog in de begroting opgenomen structurele stelpost van 0,1 miljoen euro valt daarmee vrij en draagt zo bij aan het oplossen van het nog openstaande structurele tekort. incidentele ruimte 2015 sociale samenhang In de vorige collegeperiode zijn besluiten genomen over een andere vormgeving van delen van het gemeentelijke welzijnsbeleid. Naast hiervoor ingeboekte en gerealiseerde bezuinigingen is er in de bestaande welzijnbudgetten 2014 nog een structurele ruimte. Ook op de bestaande Wmotaken is sprake van ruimte in de budgetten 2014. Daarmee is reeds geanticipeerd op de forse kortingen op deze budgetten met ingang van 2015. Via een apart traject heeft in de raadsvergadering van 1 oktober 2014 inmiddels besluitvorming plaatsgevonden over aparte beleidsnota’s met bijbehorende verordeningen Wmo en Jeugd. Deze nota’s bevatten ook een uitgewerkte financiële paragraaf. Kern daarvan is: 1. zoveel mogelijk reëel geraamde, inhoudelijk onderbouwde budgetten op basis van de nu beschikbare informatie. 2. een aparte “post onvoorzien” binnen beide decentralisaties (0,7 miljoen euro per decentralisatie), waarmee het college tijdens de uitvoering adequaat kan reageren op zich voordoende ontwikkelingen en daarover rapporteert aan de raad. Met inachtneming hiervan resteert per saldo binnen deze onderdelen van het sociaal domein/sociale samenhang nog een ruimte van afgerond 1,1 miljoen euro die in 2015 incidenteel ten gunste van de algemene reserve komt. Voor de decentralisatie Werk, in samenhang met de onderdelen I-deel WWB, Minimaregelingen en Schuldhulpverlening is ten tijde van de afronding van de begrotingsstukken nog geen uitgewerkte financieel kader 2015 beschikbaar zoals bij Wmo en Jeugd. Zoals eerder aangegeven is de algemene reserve de brede gemeentelijke buffer, ook voor het sociaal domein. Mocht het bestaande kader ontoereikend blijken dan kan een beroep op deze buffer apart door de raad worden toegekend. Aandachtspunten, c.q. risico’s in dit verband zijn in ieder geval de transitiekosten 3D, de bestaande overschrijdingen op schuldhulpverlening en minimabeleid, alsmede extra benodigde ambtelijke capaciteit voor de behandeling van het door de economische crisis toegenomen volume bijstandsaanvragen en aanvragen schuldhulpverlening. Er vindt geen structurele aframing plaats op het sociaal domein. Verder is bij het voorstel toedeling nieuw beleid meerjarig een reservering/buffer voor het sociaal domein opgenomen. Voor 2016 en verder zal bij de Kadernota/begroting 2016 een nieuwe actualisatie plaatsvinden.
College Uitvoeringsprogramma 2014-2018
pagina 38 Septembercirculaire 2014 Op Prinsjesdag is de septembercirculaire verschenen met de gevolgen van de Rijksbegroting 2015 voor de algemene uitkering uit het gemeentefonds. De uitkomsten hiervan voor Amstelveen zijn inmiddels doorgerekend en kunnen als volgt worden samengevat. Daarbij onderscheiden we het budgettaire effect en overige mutaties en ontwikkelingen. budgettair effect Het budgettair effect van de septembercirculaire op de algemene middelen is een incidenteel nadeel van 0,7 miljoen euro in 2015 en 0,2 miljoen euro in 2016. Vanaf 2017 is het effect structureel budgettair neutraal. Drie ontwikkelingen verklaren dit resultaat: 1. een verschuiving in de accressen (groei of krimp van het gemeentefonds) naar achteren: Met de cijfers van de Rijksbegroting 2015 is het accres gemeentefonds voor 2015 macro 100 miljoen euro lager dan in de meicirculaire. Vanaf 2016 komt dit bedrag er weer bij. Structureel/cumulatief wijzigt het niveau niet, eenmalig in 2015 betekent dit wel een nadeel van afgerond 0,5 miljoen euro. 2. Daarnaast vraagt de nominale ontwikkeling in samenhang met de accresontwikkeling juist een opwaartse bijstelling voor 2015 van 0,5 miljoen euro structureel vanwege de recent bekrachtigde cao voor gemeente ambtenaren. Deze cao heeft ook al een effect in 2014, maar dit is met name eenmalig en kan worden opgevangen binnen de nog beschikbare stelpost nominaal 2014. 3. De geraamde meerjarige groei van de verdeelmaatstaf bijstandsgerechtigden is in de septembercirculaire afgevlakt ten opzichte van de meicirculaire. Deze maatstaf telt relatief zwaar mee in de verdeling van het gemeentefonds. Een sterke groei van deze maatstaf is nadelig voor Amstelveen omdat onze gemeente relatief weinig bijstandsgerechtigden kent. Dat bleek in de meicirculaire. De nu opgenomen lagere groei geeft nu een gefaseerde positieve bijstelling oplopend tot afgerond 0,5 miljoen euro. De accresontwikkeling geeft een incidentele verschuiving te zien en de nominale bijstelling en de ontwikkeling van het bijstandsvolume compenseren elkaar. Daarmee is het effect structureel budgettair neutraal. overige mutaties/ontwikkelingen Naast het budgettair effect zijn de volgende uitkomsten van de septembercirculaire vermeldenswaard: Er komt geen apart sociaal deelfonds met bestedingsverplichting binnen het gemeentefonds. Voortschrijdend inzicht aan de hand van advisering door de Algemene Rekenkamer en nadere bestuurlijke afspraken met de VNG hebben geleid tot intrekking van dit voornemen. De geldstromen binnen het gemeentefonds voor de drie decentralisaties Zorg, Jeugd en Werk zijn nog wel apart zichtbaar en vormen samen één brede Integratie Uitkering. Voor de decentralisatie Zorg (nieuwe Wmo-taken) ontvangt de gemeente het eerste jaar (2015) een budget op basis van historische kosten. Vanaf 2016 wordt dit gefaseerd omgezet in een budget op basis van een objectief verdeelmodelWmo 2015. De circulaire geeft een eerste indicatie van de herverdeeleffecten onder voorbehoud van de parlementaire behandeling en eventuele aanpassingen. Voor Amstelveen is deze eerste indicatie licht positief (+2,7%, afgerond 0,2 miljoen euro). Binnen het sociaal domein is sprake van: a) een bijstelling van -/-55.000 euro op de uitkering voor nieuwe Wmo-taken als gevolg van een correctie op het macro te verdelen budget. b) een bijstelling op de uitkering voor bestaande Wmo-taken van -/-136.000 euro in 2014 (incidenteel) en -/-77.000 euro in 2015 (structureel) als gevolg van de aanpassing van verdeelmaatstaven. Dit betreft met name de actualisering van de inkomensstatistieken (gemiddeld inkomen). Op de totale budgetten gaat het om relatief geringe bijstellingen. Dit soort schommelingen zal zich steeds blijven voordoen. Deze vallen binnen het totaalkader sociaal domein.
College Uitvoeringsprogramma 2014-2018
pagina 39
Gemeenten ontvangen een bedrag voor de uitkering van een eenmalige koopkrachttegemoetkoming aan lage inkomens ingevolge een aparte hiervoor aangenomen wet. Amstelveen ontvangt 248 duizend euro, die voor dit doel wordt gereserveerd. Dit betreft het jaar 2014. De tijd voor een formeel correcte uitvoering in 2014 is kort geworden voor gemeenten. Voor zover de financieel-administratieve afwikkeling over de jaargrens heenloopt wordt dit bedrag als budgetoverheveling “meegenomen” naar 2015. Het kabinet is voornemens met ingang van 2016 de bestaande macronorm OZB te vervangen door een nieuwe woonlastennorm. Evaluatie van de bestaande praktijk heeft geleerd dat de bestaande macronorm OZB niet aan de verwachtingen voldoet.
Voorgestelde besluitvorming (opgenomen in het ontwerp-raadsbesluit)
Instemmen met verwerking van de uitkomsten van de septembercirculaire gemeentefonds zoals hierboven toegelicht.
Saldo nieuw beleid 2015 ten laste van de eenmalige middelen Hierna volgt een apart voorstel voor de toedeling van middelen voor nieuw beleid. De voorstellen voor structurele toekenning blijven binnen de hiervoor gefaseerd beschikbaar komende ruimte. Daarnaast is sprake van enige voorstellen voor incidentele beleidsintensiveringen. Deze leiden per saldo tot een aanspraak op het saldo eenmalige middelen. De concreet voorgestelde besluitvorming treft u aan de volgende paragraaf. Verder uit te werken richting Kadernota 2016 De laatste rubriek in het totaaloverzicht bevat richtingen/maatregelen voor verdere uitwerking. Die zijn nog niet financieel vertaald maar geven wel een beeld in relatie tot het nog op te lossen tekort 2017 en verder. Totaal-generaal: Nieuwe stand meerjarig begrotingsbeeld De nieuwe elementen in het totaaloverzichten hebben tot gevolg dat in 2015/16 sprake is van incidentele overschotten van in totaal afgerond 2 miljoen euro om de algemene reserve (verder) te versterken, mede met het oog op frictie- en transitiekosten. Vanaf 2017 resteert een nog op te lossen structureel tekort van afgerond 2,5 à 3 miljoen euro. De genoemde transitie- en frictiekosten zijn in ieder geval aan de orde in het kader van de krimp binnen het fysiek domein (bestaande taken), het sociaal domein en het traject ondersteunende functies, alsmede het toekomstbestendig maken van de ambtelijke organisatie. Uitgangspunt is dat oplossingen in eerste instantie binnen de bedrijfsvoering moeten worden gevonden. Kaderstellend zijn de bezuinigingen per 2015 ingeboekt. Gelet op rechtspositionele aspecten en het feit dat nog niet duidelijk is wat de precieze gevolgen zijn, zullen frictieproblemen optreden. Voor de ondersteunende functies geldt dat de financiële implicaties binnen de bedrijfsvoering moeten worden opgelost. Voor de andere operaties ligt de dekking van frictiekosten anders. Genoemde operaties leggen een zodanig beslag op functionele en financiële spankracht van de organisatie dat niet alle optredende frictiekosten binnen de bedrijfsvoering kunnen worden gedekt. Structureel ligt die verplichting er overigens glashard. De omvang van optredende frictiekosten is niet op voorhand te kwantificeren. Dat is inherent aan de aard van deze kosten en de hieraan verbonden inspanningsverplichtingen. De voortgang van de operaties wordt gedeeld met de betrokken portefeuillehouder(s) en periodiek gerapporteerd aan het college en de raadscommissie. Richting raad zal bij de verantwoordingsdocumenten tijdvak en jaarrekening verantwoording worden afgelegd en zichtbaar worden wat binnen de bedrijfsvoering wordt opgelost en wat binnen algemene middelen moet worden gedekt.
College Uitvoeringsprogramma 2014-2018
pagina 40 Geactualiseerd overzicht stand en ontwikkeling algemene reserve De hiervoor toegelichte aanvullende voorstellen hebben niet alleen gevolgen voor de structurele meerjarige begrotingspositie, maar hebben ook invloed op de ontwikkeling van de algemene reserve. Onderstaand overzicht geeft een actuele stand van de prognose van de algemene reserve. Dit is ook de stand die is opgenomen in de programmabegroting 2015. Ultimo 2018 bedraagt de geraamde omvang van de algemene reserve afgerond 28 miljoen euro. Ten opzichte van de Kadernota 2015 is per saldo sprake van een neerwaartse bijstelling van 1,75 miljoen euro. Dit is het totaal van de onderste zeven bedragen in het overzicht. Voor het overige is het overzicht ongewijzigd ten opzichte van de Kadernota 2015. Van de nieuw opgenomen mutaties is de afboeking van de boekwaarde sport/facilitair direct een beslispunt bij dit College Uitvoeringsprogramma. De overige mutaties zijn reeds eerder via andere voorstellen aan de orde geweest, c.q. besloten. Algemene reserve bedragen x duizend euro
Stand alg. reserve per 1jan Saldi structurele begroting Renteresultaat Winstafdrachten grondexploitaties Samenh. bijdrage onderwijshuisvesting Besluitvorming jaarrekening 2013 Overige besluitvorming tot Kadernota 2015 Tijdvakrapportage 2014 besluitvorming Begroting 2014 # ombuiging harde sector tranche '14 # budgettair effect septembercirc. # overgangsregeling BAG Kadernota 2015 # ombuiging onderst. functies, 1e tranche # meicirculaire incidenteel effect 2014 Begroting 2015 # reservering CJG # vrijval reserves Carmenl./Langerhuize # bijdrage betoncentrale (rbs. 2jul14) # prognose grondverkopen (cf. 2de Tijdvak)
2014
2015
2016
2017
2018
15.401
20.197
17.612
27.884
27.884
0 0 1.206
0 1.500 2.215 -7.000
0 0 9.572
0 0 0
0 0 0
700
700
17.612
27.884
27.884
27.884
-1.054 -810 3.152
1.500 1.000 1.000
500 547
-144 1.050 -375 1.552
College Uitvoeringsprogramma # afboeking investeringen sport/facilitair # bijdrage Amstelbrug/Amstelzijde
-3.428 -900
stand algemene reserve 31dec
20.197
(a) Beginstand algemene reserve per 1 januari 2014 is conform de jaarrekening 2013 (inclusief rekeningresultaat 2013). (b) Betreft de raadsbesluiten inzake budgetoverhevelingen (11dec13), CJG (4jun14, sub.5) en vrijval reserves (4jun14, sub.6) . (c) De 0,8 mln. euro in 2014 betreft toegekende eenm. beleidsintensiveringen en overname inv. Cardanus (raadsbesl. 26mrt14); de structurele stelpost vervangingspiek sportvelden ad. 0,7mln. is hiervoor bestemd v.a. 2017; valt incidenteel vrij in '15/'16. (d) cf. raadsbesluiten 5 en 6 bij vaststelling programmarekening 2013 in raadsvergadering van 13jun14.
College Uitvoeringsprogramma 2014-2018
pagina 41
2. De toekenning van middelen voor nieuw beleid In het voorafgaande is aangegeven dat er een stelpost van 2 miljoen euro structureel beschikbaar is voor nieuw beleid, waarbij in het financieel totaalkader een fasering van de structurele inzet is opgenomen: 1 miljoen euro in 2015; 1,5 miljoen euro in 2016 en 2 miljoen euro vanaf 2017. Onderstaand overzicht bevat ons voorstel voor de concrete invulling zoals wij die naar de stand van dit moment ter vaststelling aan u voorleggen. Na het overzicht volgt een korte leeswijzer. Voorstel nieuw beleid 2015-2018 Omschrijving
port. houder
eenmalig 2015
2015
bedragen x 1.000 euro structureel 2016 2017 2018
Bestuurlijke speerpunten Politieke Agenda (zie uitwerking projectbladen Hf. 2) 1. Sociaal domein # 1.1 - 11 bijdrage voedselbank # reservering/buffer sociaal domein / 3D
Ve/Ra/Br
2. onderwijs
Ve
3.1 - 3 upgrade buitenruimte Kronenburg
Ve
50
4.1 - 1 verbeteren uitstraling groene entrees 4.1 - 6 andere vorm van onkruidbestrijding
Bo Bo
40
6.1 - 3 mobiel cameratoezicht 6.3 - 3 info uitwisseling met politie verbeteren 6.4. initiatieven burgers 6.6. deregulering
v'tV Br v'tV Ve
15
15 250
15 500
15 500
250
375
500
500
300
300
300
50 10
50 10
50 10
50 10
62 75 26 40 12 65 10
62 75 26 40 12 65 10
62 75 26 40 12 65 10
62 75 26 40 12 65 10
615 385
1.290
1.665
1.665
1.000
1.500
2.000
2.000
0
210
335
335
(*)
30 50
Overige bestuurlijke speerpunten (zie toelichting Hf. 3) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
woonfraude, voortz. Schijnwerper samenwerkingsverbanden ombuiging kunstuitleen maatschappelijke stages zoogdierenopvang De Toevlucht risico en aansprakelijkheid bomen cursus alcohol in het verkeer kantorenloods inkoopfunctie (cf. raadsbesluit 1okt14)
Ra Bo/Ve Ve Ve Bo Bo Br Ra Ra
TOTAAL nog beschikbaar eenmalig 2015
50
186 230 636 -385
BESCHIKBAAR Incidenteel tlv eenmalig middelen begrotingssaldo Nog beschikbaar ter nadere invulling
251
(*): specificatie nieuw beleid onderwijs Omschrijving 2.1.1. extra taken SMW (nieuwe jeugdzorg) 2.1.2. verbeteren kwaliteit onderwijs # nieuwkomersklassen incl. ISK # kwaliteitsimpuls leidster kinderopv. # instandhouding basisschool Nes # verbreding aanbod cultuur en lestijden 2.1.3. bevorderen interesse IC T en Tecnniek 2.1.4. # bevorderen alles-in-één-school # behoud kwaliteitsniveau VVE gemengd 2.1.6. aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt 2.1.7. volwasseneneductatie/laaggeletterdheid Totaal
totaal bedrag 20 100 30 10 90 35 35 50 90 40 500
College Uitvoeringsprogramma 2014-2018
pagina 42
Leeswijzer Ter toelichting op het voorstel nieuw beleid 2015-2018 het volgende: De bovenste helft van het overzicht bevat posten die in hoofdstuk 2 zijn toegelicht op de projectbladen met bestuurlijke speerpunten die direct voortvloeien uit de Politieke Agenda. De onderste helft van het overzicht bevat een aantal overige bestuurlijke speerpunten die wij in de toedeling hebben betrokken en die inhoudelijk zijn toegelicht in hoofdstuk 3. De vier laatste kolommen bevatten de toedeling van de structurele stelpost, uitgaande van de opgenomen fasering. Daarvóór staat nog een kolom met eenmalige beleidsintensiveringen in 2015. De ruimte voor 2016-2018 is nog niet geheel ingevuld. Er is nog enige ruimte voor zaken die zich de komende tijd nog kunnen aandienen. Deels ten behoeve van het sociaal domein, deels algemeen. Voor 2015 passen de structurele toekenningen binnen de beschikbare stelpost, maar dit laat niet genoeg ruimte om ook nog alle incidentele beleidsintensiveringen te accommoderen. Per saldo is in 2015 sprake van enig beslag op de beschikbare eenmalige middelen in 2015.
Voorgestelde besluitvorming (opgenomen in het ontwerp-raadsbesluit)
Instemmen met de beleidsintensiveringen en daarbij behorende toekenning van middelen conform het overzicht voorstel nieuw beleid 2015-2018 en het eenmalige tot totaalbedragen van 636.000 euro eenmalig 2015 en structureel 615.000 euro in 2015, oplopend tot 1.290.000 euro structureel 2016 en 1.665.000 euro vanaf 2017. Het eenmalige saldo 2015 van 251.000 euro ten laste van de eenmalige middelen te brengen en het saldo voor 2016 ad. 210.000 euro, alsmede voor 2017 en verder ad. 335.000 euro te reserveren voor nadere afweging bij de Kadernota 2016.
College Uitvoeringsprogramma 2014-2018
pagina 43
Bijlage 1 Fysiek domein in overgang en invulling taakstelling ondersteunende functies In de meerjarenbegroting is rekening gehouden met een tweetal omvangrijke bezuinigingstaakstellingen op de ambtelijke organisatie. Het betreft hier de bezuinigingen uit hoofde van de krimp in het fysieke domein en de bezuinigingen op de ondersteunende functies. In deze bijlage wordt inzicht gegeven in de stand van zaken met betrekking tot deze majeure operaties.
A. Het fysiek domein in overgang 1. Aanleiding Gemeenten initiëren, faciliteren en voeren initiatieven uit op het gebied van ruimtelijke inrichting: bouwen, bedrijven en wonen. Voor de uitvoering van deze taken worden publieke middelen ingezet, met name inzet van personeel. De kosten daarvan worden voor een deel gedekt uit de algemene middelen, voor een deel op grond van het profijtbeginsel uit toerekening aan projecten ten laste van het resultaat, bouwleges en kostenverhaal via anterieure overeenkomsten. Vijf 1. 2. 3. 4. 5.
afdelingen vervullen taken in dit domein: Ruimtelijke Ordening en Vergunningen: planvorming en vergunningen; Vastgoed: projectleiding, grondexploitaties, vastgoedbeheer; Ingenieursbureau: inrichting van de omgeving van het project; Publiekszaken: frontoffice bouwen en wonen; Veiligheid, kabinet en handhaving, team objectgebonden handhaving: bouwinspectie.
Door de vastgoedcrisis is de sector in zowel Amstelveen als Aalsmeer vergaand tot stilstand gekomen. Het aantal projecten is in omvang gehalveerd. Het werkaanbod, en daarmee de genoemde toerekenings- en verhaalsmogelijkheden, valt weg in substantiële mate. De colleges wensen dat ingaande 2017 weer een evenwicht is bereikt tussen de omzet en de organisatie. Het gaat echter niet alleen om een kwantitatief vraagstuk maar ook om kwalitatieve veranderingen, die niet alleen om bedrijfsmatige, maar ook om inhoudelijke keuzen vragen. 1. Amstelveen bereikt de fysieke grenzen van te ontwikkelen gebied. Na de ontwikkeling van de Scheg ten zuiden van Westwijk (potentieel 900 woningen) zijn er geen uitlegmogelijkheden meer buiten het bestaande stedelijk gebied. De slag van ontwikkel- naar beheergemeente is daarmee onvermijdelijk ingezet. Projecten zullen veel meer gericht zijn op inbreiding, transformatie en reconstructie binnen het bestaande stedelijk gebied. Tevens vindt een verschuiving plaats van tot ontwikkeling brengen van eigen grond met een verdienpotentie naar facilitair grondbeleid op andermans grond met kostenverhaal. Ook in Aalsmeer zijn mogelijkheden beperkter geworden: de grotere woningbouwlocaties die nog tot ontwikkeling kunnen worden gebracht hebben een gezamenlijke capaciteit van maximaal 1.000 woningen, mogelijkheden zijn echter sterk afhankelijk van ontwikkelingen in het LIB. Er is druk op de grondexploitaties voor de projecten Greenpark en &2=1. 2. In de collegeprogramma’s is deregulering een doelstelling. Dat begint met het heroverwegen en zo mogelijk intrekken van lokaal vastgesteld beleid na afweging op nut, noodzaak en afbreukrisico in verhouding tot al bestaande rijks-en provinciale regelgeving. Het gaat door met het terugtreden van de gemeente uit allerlei ruimtelijke processen (“ontslakken” van gebiedsontwikkeling). En het eindigt met het kiezen voor minder administratief belastende
College Uitvoeringsprogramma 2014-2018
pagina 44 instrumenten (melding in plaats van vergunning, globale bestemmingsplannen). Deze autonome gemeentelijke ambitie cumuleert met rijksbeleid inzake uitbreiding vergunningvrij bouwen, vereenvoudiging ruimtelijke procedures nieuwe Omgevingswet. Voor de omzet bij de afdelingen is dit duidelijk zeer relevant. 3. Het systeem van legesheffing werkt niet zo dat bij elke aanvraag alle kosten worden verhaald. In de actuele situatie is het aantal vergunningen op peil gebleven, maar de onderliggende waarde is gemiddeld sterk gedaald. Het grootste deel van de vergunningen is niet kostendekkend, (sociaal tarief, bijvoorbeeld bij dakkapellen) en wordt nu niet meer gecompenseerd door de grote projecten. Bij de frontoffice wordt gewerkt met forfaitaire bedragen, die soms een overschot laten zien (bouwen) en soms een tekort (parkeren, APV). De huidige grondslag voor legesberekening (bouwsommen) leidt tot voortdurende geschillen met aanvragers en verhoogt daardoor de organisatorische kosten. Een houdbaar systeem met lagere administratieve lasten is wenselijk. 4. Het voorgaande leidt tot een grotere krimp dan alleen uit de economische crisis verwacht zou mogen worden. Er is echter ook een ontwikkeling die opwaartse druk geeft voor de afdelingen. De wet VTH (vergunningverlening, toezicht, handhaving), op het programma voor behandeling in de Staten Generaal, geeft gedetailleerde voorschriften aan gemeenten over de omvang en deskundigheid van de organisatie die met taken op dit gebied bezig is. Een wet met inputcriteria dus. Deze wet legt een vloer in de organisatie waar niet onder gegaan mag worden. Gebeurt dat toch, dan dient bezien te worden of het beoogde niveau met anderen kan worden behaald dan wel dient taakoverdracht plaats te vinden aan de Omgevingsdienst. De ervaring tot nu toe leert dat dit tot kostenverhoging leidt die drukt op de algemene middelen. Nog meer opwaartse druk komt voort uit het feit, dat de dominante ontwikkeling voor de toekomst binnen de bebouwde kom ligt: dat is een stuk complexer en daardoor arbeidsintensiever dan we in het verleden zagen bij de grote uitbreidingen in de weilanden. 5. Tariefsverhoging is politiek geen begaanbare weg. Het legestarief is nu op het gemiddelde van de regio gesteld. Er is in elk geval in Amstelveen geen bereidheid om daarboven te gaan dan wel oplossingen te zoeken in de ruimte die de OZB of andere tariefsverhoging de gemeente laat. Het succesvol beheersen van de lokale lastendruk is al lange tijd een speerpunt van het college. Het is aan het bestuur om dit standpunt te handhaven of te verzachten: wij hanteren het als uitgangspunt. 6. De flexibele schil rond het vaste personeel is al vergaand afgebouwd. Dat betekent dat krimp nu ook de vaste kern personeel raakt. De ambtelijke rechtspositie stelt bijzondere voorwaarden aan een krimp van deze omvang binnen een kort tijdsbestek. Deze weg is bovendien kostbaar. De stapeling van al deze invloeden vraagt om een visie op de wijze waarop deze gemeenten voor de toekomst hun ruimtelijk beleid willen inrichten en instrumenteren. In deze nota onderzoeken we wat deze organisatie op grond van maatschappelijke, wettelijke en politieke wensen en eisen in 2016 aan producten moet leveren met de volgende randvoorwaarden: -
De robuuste organisatie voldoet duurzaam aan wettelijke criteria op het gebied van kwaliteit en kwantiteit voor de uitvoering van deze taken; De organisatie is in staat om de noodzakelijke vergaande innovatie van de wijze van werken te realiseren; Er wordt een nieuw evenwicht bereikt tussen omzet en kosten in het fysieke domein binnen de door de gemeenten Amstelveen en Aalsmeer gestelde financiële kaders.
College Uitvoeringsprogramma 2014-2018
pagina 45
2
Actuele analyse: omzetverwachting
2.1 Wonen Op dit moment zien we een krachtig herstel op de nieuwbouwmarkt voor woningen. Dat geldt met nadruk voor de middelhure huur en goedkope koop. Corporaties zijn vanwege de ingrepen die het rijk doet (afdracht 2 miljard per jaar, beperking tot alleen woningen voor de doelgroep) niet op de markt voor sociale huur. Het beeld zal in die sector dat van een vervangingsmarkt zijn. Nieuwbouw zal de spiegel zijn van verkoop van bestaand bezit en er zal grootschalig renovatie en (daardoor) liberalisatie van bestaand bezit plaatsvinden. Amstelveen stelt geen nieuwe locaties voor sociale huur beschikbaar: er zijn ruim voldoende woningen voor de doelgroep beschikbaar, alleen de scheefheid verstoort de markt fundamenteel. Nieuwbouw goedkope huur lost dit probleem niet op, wel het scheppen van doorstromingsmogelijkheden in combinatie met prijsverhoging voor middeninkomens die sociale huurwoningen blijven bezetten. Aalsmeer voert op dit gebied een ander beleid, erop neerkomend dat het nieuwbouwareaal voor 30% uit sociale woningbouw dient te bestaan. De vertreksituatie is ook een andere omdat het areaal sociale huur in Aalsmeer naar verhouding een stuk kleiner is dan in Amstelveen. Het is echter zeer de vraag of dit beleid houdbaar zal blijken: de corporatie, voor Aalsmeer vooral Eigen Haard, is zeer terughoudend bij nieuwbouwprojecten om hiervoor genoemde redenen en in de grondexploitaties is het bouwen van sociale huur sterk verliesgevend voor de gemeente. In tegenstelling tot vroeger tijden is de mogelijkheid om dit met andere categorieën woningen te compenseren beperkt: ook daar wordt voor de grondprijzen neerwaartse prijsdruk gevoeld. De belangstelling bij beleggers en ontwikkelaars voor projecten in de categorieën middeldure huur (€ 700-€1.100 per maand voor Amstelveen, tot € 1.000 voor Aalsmeer) is sterk gegroeid. Wat we nu in Amstelveen op de markt brengen zou in die categorieën meteen worden opgenomen, in Aalsmeer is daar actieve acquisitie nog wel nodig. Dure huur blijft voor Amstelveen een optie van beperkte omvang met name gezien de florerende expatmarkt. Voor dure koop is de markt beperkt. Zowel in Amstelveen als Aalsmeer zijn er vermogende particulieren die voor realisering van een eigen woning kiezen in het segment boven € 1.000.000. In het segment daaronder (vanaf € 400.000) hebben we een snelle opname gezien van projectmatig aangeboden koop in Westwijk Zuidoost, Oosteinde, en Elsenbuiten in een omvang en tempo die we lang niet meer gezien hebben. De omzetverwachting voor woningbouw wordt gedrukt omdat Amstelveen de fysieke grenzen van te ontwikkelen gebied bereikt. Na de ontwikkeling van de Scheg ten zuiden van Westwijk (potentieel 900 woningen) zijn er geen uitlegmogelijkheden meer buiten het bestaande stedelijk gebied. Voor de Bovenkerkerpolder ligt er een uitspraak dat deze open en groen zal blijven. Projecten zullen veel meer gericht zijn op inbreiding, transformatie en reconstructie binnen het bestaande stedelijk gebied. Proceduretijd en complexiteit van dit soort projecten zijn van een andere orde dan bouwen in een weiland. Voor Aalsmeer is dit beeld nog niet helder, al dienen zich ook hier in de markt vooralsnog geen nieuwe grote ontwikkelprojecten aan. In potentie zijn er in Aalsmeer mogelijkheden, zoals aan de zuidoostkant en noordoostkant van Oosteinde (beiden 300 woningen), Hoofdweg-Zuid in Kudelstaart (200 woningen) en Herenweg-Bilderdammerweg (150 woningen). Deze mogelijkheden zijn echter wel sterk afhankelijk van de ontwikkelingen rond het LIB (Luchthavenindelingsbesluit). Er staat druk op de grondexploitaties voor de projecten Greenpark en &2=1. Voor Amstelveen wordt nog steeds uitgegaan van de bouw van 600 woningen per jaar. Gezien het vorenstaande is dat zeker op langere termijn onrealistisch. Een doelstelling van 300 woningen per jaar lijkt voor Amstelveen tentatief haalbaar. Dit mede omdat het aantal te slopen woningen gelet op de leeftijd ervan zal toenemen.
College Uitvoeringsprogramma 2014-2018
pagina 46 Tot slot is de wijziging in de regelgeving zeer relevant voor de inkomsten uit leges. Het aantal verleende vergunningen is niet betekenisvol gedaald, maar de gemiddelde waarde van de bouw wel. Vergunningen voor kleinere werken (< €50.000) zijn niet kostendekkend. De voorziene uitbreiding van het vergunningsvrij bouwen zal de omzet bij vergunningen doen afnemen. Aan de inkomstenkant leidt dat tot verlies, maar dat wordt ruimschoots goedgemaakt doordat voor deze activiteit geen kosten meer worden gemaakt. Per saldo is er een financieel voordeel, maar het betekent tegelijkertijd dat de organisatie dekking voor uren verliest in cumulatie met de verminderde marktomstandigheden. 2.2 Kantoren We verwachten geen herstel op de kantorenmarkt. Het areaal aan leegstand is dermate groot in de Metropoolregio Amsterdam dat de nadruk veel meer zal liggen op het uit de markt nemen van meters die of door hun leeftijd, of door hun locatie nauwelijks meer verhuurbaar blijken. Dat biedt overigens wel mogelijkheden voor een kansrijke sector als de woningbouw, maar het transformeren van een kantoor naar wonen is bepaald geen sinecure. Sloop/nieuwbouw is in economische zin meestal meer voor de hand liggend. De bestaande voorraad is gebouwd in een periode dat andere eisen aan kantoren werden gesteld. Dominant zijn single tenant kantoren, die weinig flexibel zijn. De behoefte aan kantoorruimte loopt terug door ontwikkelingen op het gebied van Thuiswerken/ICT/Het Nieuwe Werken. Daarnaast heeft de zakelijke en financiële dienstverlening in de metropoolregio te maken met een sterke uitstoot aan arbeid. Van oudsher is juist de zakelijke dienstverlening de dominante sector voor Amstelveen. Positief is wel dat de regio, inclusief Amstelveen, onverminderd aantrekkelijk is als “gateway to Europe” voor internationale bedrijven. Amstelveen heeft daarbij als niche de Aziatische markt. We zien daar naast de traditionele relatie met Japan snelle groei van bedrijven uit India, Korea en de laatste tijd vooral China. Doordat inmiddels als gevolg van bovenstaande de prijzen van leegstaande kantoren gekelderd zijn zien we nu ook dat het gebied heel aantrekkelijk is geworden voor beleggende “koopjesjagers”, met name uit China. We verwachten geen nieuwbouw in Amstelveen/Aalsmeer van kantoren. We zetten daar ook niet op in, al zal er altijd een beperkte vraag blijven naar niche-kantoren waarin de bestaande markt niet voorziet, maar die is niet substantieel en wordt incidenteel als maatwerk benaderd. In het project kantorenleegstand/kantorenloods werken we planmatig aan de transformatieopgave. Dit op basis van een beeld van kansrijke en kansloze gebouwen en van kansen die transformatie kan bieden. We proberen aan te jagen, te interesseren, aantrekkelijk te maken en hindernissen te slechten. We geven ruimte in bestemmingen en beïnvloeden omgevingsfactoren. Een mooi voorbeeld is de verwerving van de betonmolen op Legmeer en de verbetering van de buitenruimte op kantorenpark Kronenburg, waar uiteraard wel een financiële inspanning van de gemeente aan de orde was. Omzetverwachtingen in het segment kantoren liggen dus niet in nieuwbouw. Verwacht mag wel worden dat er omzet van substantiële omvang komt uit de transformatieopgave. Omdat transformatie voor alle betrokken partijen een financieel zeer moeilijk proces is, blijft de vraag of onze bemoeienis ermee kostendekkend kan zijn. We hebben daar geen hoge verwachtingen van, maar een leegstandssituatie is, bijvoorbeeld door wegvallen van OZB, ook financieel nadelig voor de gemeenten. 2.3 Bedrijven/Retail Voor Amstelveen verwachten we in de komende jaren een ingrijpende vernieuwing van het Stadshart. Ook op het PDV-terrein Bovenkerk verwachten we grootschalige vernieuwing rond met name Albert Heijn en het gebied van de voormalige garage tegen de Bovenkerkerweg. Op bedrijventerrein Legmeer ligt het initiatief bij de eigenaren/ondernemers: in ruimtelijke zin verruimen we daar de mogelijkheden om een bijdrage te leveren aan bestrijding van de leegstand en hebben we aandacht voor het technisch functioneren van het gebied en mogelijke verbeteringen daarin. Bij het bedrijventerrein de Loeten volgen we een passieve lijn. We wachten binnen (te verruimen) kaders initiatieven van ontwikkelende partijen af en faciliteren die vervolgens.
College Uitvoeringsprogramma 2014-2018
pagina 47 Voor de verspreide winkelcentra/-strips houden we de vinger aan de pols. De centra Groenelaan, Westwijk en Middenhoven functioneren naar behoren. Voor Westwijk staat uitbreiding op het programma. Voor de Van der Hooplaan en Waardhuizen is een vernieuwing wenselijk. Voor diverse winkelstrips geldt dat zij het moeilijk hebben in de huidige markt. In een aantal gevallen zal transformatie onvermijdelijk zijn. Voor Aalsmeer ligt er een zwaar accent op de uitgifte van Green Park Aalsmeer vanwege de actieve grondpositie, die de gemeente in dit gebied heeft. Na de volledige openstelling van de nieuwe N201 is de belangstelling voor Green Park Aalsmeer toegenomen. Het bedrijventerrein is georiënteerd op de sierteeltsector, maar het is de verwachting dat het terrein in de toekomst voor een aanzienlijk deel gevuld wordt met bedrijven die gebaat zijn bij goede regionale logistiek. De verwachting is dat de volledige uitgifte nog minimaal 10 jaar in beslag zal nemen. We verwachten de aankomende jaren geen grote veranderingen in de detailhandel. Beperkte uitbreidingen vinden naar verwachting plaats in het centrum van Aalsmeer en in Kudelstaart door uitbreidingen van bestaande supermarkten of het vestigen van nieuwe formules (Lidl en Deen). Een punt van aandacht is de winkelleegstand in het centrum van Aalsmeer. Met de ondernemers en andere belanghebbenden uit het gebied wordt een project opgestart om actie te ondernemen tegen deze ongewenste ontwikkeling. Tevens is er behoefte aan een nieuwe economische/ruimtelijke visie voor Aalsmeer dorp. Het bedrijventerrein Hornmeer is verouderd maar functioneert nog redelijk en om die reden vindt de aankomende periode een aantal verbeteringen plaats in de openbare buitenruimte. Er komen regelmatig verzoeken om verruiming van het beleid voor het vestigen van nieuwe functies op dit en overige bedrijventerreinen. De verwachting is dat de vraag naar bedrijfsruimte op korte termijn niet sterk toeneemt. Er dient een afweging gemaakt binnen welke bandbreedte nieuwe functies op bedrijventerrein mogelijk kunnen zijn. Veel oude agrarische glastuinbouw in Aalsmeer is te kleinschalig en te verouderd om nog economische potentie te hebben. Het ligt in de lijn der verwachting dat komende jaren, mede onder druk van een stringenter handhavingsbeleid, de vraag naar transformatie toeneemt. Hierbij zal beleidsmatig de nadruk liggen op transformatie naar wonen, recreatie en natuur. Het is zeer de vraag of de gemeentelijke inspanningen volledig terugverdiend worden. Tot slot vormt het versterken van de watersport gerelateerde bedrijvigheid een belangrijk aandachtspunt. Ook hierbij zullen in de komende periode ruimtelijke / economische afwegingen moeten worden gemaakt (gedacht kan onder andere worden aan het mogelijk maken van verblijfsrecreatie en passantenvoorzieningen). 2.4 Publieke gebouwen In Amstelveen is de uitvoering van het Onderwijshuisvestingsplan ver gevorderd. Een school voor voortgezet onderwijs en enkele schoolgebouwen voor basisonderwijs zitten nog in de pijplijn. Daarna is het onderwijs in Amstelveen voorbeeldig gehuisvest. Datzelfde geldt grotendeels voor Aalsmeer. De gemeentelijke gebouwen zijn over het algemeen van recente datum of recent bij de tijd gebracht. Datzelfde geldt over het algemeen voor voorzieningen voor sport/recreatie, cultuur en welzijn. Een uitzondering is het zwembad de Meerkamp: daar is binnen enkele jaren de vervangingsvraag aan de orde. Tenzij er grote bestuurlijke koerswijzigingen komen wordt vanaf 2016 geen substantiële nieuwbouwopgave meer verwacht. 2.5 Toerekening aan grondexploitaties De geschetste structurele afname van ruimtelijke projecten zet de dekking van de organisatie uit de grondexploitaties onder druk. Al enige jaren wordt daarop voorgesorteerd door de flexibele schil van inhuur af te bouwen en de formatie-omvang op natuurlijke momenten te verminderen. Op basis van EPM worden projectplanningen opgesteld en prognoses gemaakt.
College Uitvoeringsprogramma 2014-2018
pagina 48
Op basis van de actuele projectenplanning is begin 2014 de daarvoor benodigde capaciteit bepaald van alle disciplines die worden gedekt uit de bijbehorende grondexploitaties. Daarbij is zoals gebruikelijk gepoogd vier jaar vooruit te kijken. Daar horen globale aannames bij: voor wat betreft de verversing van het projectenbestand is er over de duim van uitgegaan, dat in Amstelveen en Aalsmeer gezamenlijk vanaf 2015 ieder jaar drie kleine en drie middelgrote nieuwe projecten worden gestart. Ook is ervan uitgegaan dat de werkzaamheden, die van gemeentewege voor projecten worden verricht ongewijzigd blijven. Zowel de ontwikkeling in het aantal onderhanden projecten als de omvang van eigen gemeentelijke werkzaamheden per project kennen een forse onzekerheidsmarge. Confrontatie van de beschikbare formatie en benodigde formatie resulteert organisatie breed tot een overschot in 2016/7 van ruim 10 vte, 2.6 Toerekening aan Leges Het legesstelsel als financieringsmiddel van de gemeentelijke taken voor omgevingsvergunningen en bijbehorende handhaving gaat steeds meer knellen door minder en kleinere bouwaanvragen, hogere kwaliteitseisen aan bouw- en woningtoezicht en de plannen voor verbetering van de kwaliteitsborging in de bouw. Samen met de Vereniging Bouw- en Woningtoezicht Nederland, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en het ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft het ministerie van BZK het onderzoek naar alternatieven uitgezet. Er is veel beweging op het gebied van vergunningen en handhaving. Wetswijzigingen volgen elkaar snel op. Het ligt in de lijn der verwachting dat de komende periode werkzaamheden die ten doel hebben de bouwtechnische kwaliteit van bouwwerken te borgen, van de overheid naar de markt worden verplaatst. Daarnaast komen er kwaliteitseisen waaraan de gemeenten en medewerkers op het VTH-taakveld (vergunningverlening, toezicht en handhaving) moeten gaan voldoen. In beide gevallen is het wetgevingsproces gestart en gelet op het gevoelen van de Staten Generaal zullen de ontwerpen op hoofdlijnen de eindstreep wel halen. Gecombineerd met de sterke afname van grootschalige bouwactiviteiten en een toename van vergunningsvrije activiteiten heeft dit voor alle gemeenten, dus ook voor Amstelveen en Aalsmeer, een financieringsvraagstuk tot gevolg. De centrale vraag luidt: als het huidige legesstelsel geen reële inkomensbron meer is, hoe kunnen de overgebleven werkzaamheden voor vergunningen en toezicht bekostigd worden? In het vervolg van deze notitie komen we daar op terug. Wanneer we de vraag verengen tot de gevolgen van de wegvallende omzet zien we dat een realistische kijk op de toekomst en het streven naar een duurzame financiële huishouding met zich brengen dat de opbrengst van de leges structureel zou moeten worden teruggebracht tot het niveau van de prognose voor de jaren 2015-2018: € 1.300.000 (was € 2.268.000 structureel) voor Amstelveen en €700.000 (was € 1.300.000 structureel) voor Aalsmeer. Een verlaging met € 1.440.000 (47%). De bezetting van de betrokken afdelingen moet hiermee in overeenstemming worden gebracht, hetgeen een formatiereductie van 13 vte impliceert. 2.7 Samenvattend 1. Er moet voor de toekomst rekening worden gehouden met een duurzaam lager omzetniveau op het gebied van vergunningen en projecten. Dit beperkt de toerekeningmogelijkheden. 2. Voor de leges is het voorstel om de opbrengst voor Amstelveen structureel te ramen op € 1.300.000 en voor Aalsmeer op € 700.000 met ingang van de begroting 2015. 3. Het gat van € 1.440.000 dat daarmee ontstaat aan de kostenkant van de begroting dient in 2016 gedicht te zijn. Het wegvallen van werk betekent dat medewerkers boventallig worden. 4. Bij deze taakstelling is geen rekening gehouden met mogelijke ontwikkelingen die elders in deze notitie worden geschetst zoals substantiële wijziging van wettelijke regimes op het gebied van omgevingsrecht en WABO, overlaten van taken aan de private sector, andere manier van werken bij projecten enzovoorts. De taakstelling houdt alleen verband met de structurele verlaging van het omzetniveau in het fysieke domein en de stappen die nodig zijn om daar in elk geval administratief kosten en opbrengsten opnieuw met elkaar in balans te brengen.
College Uitvoeringsprogramma 2014-2018
pagina 49 3. Verlagen van kosten 3.1 Vermindering van taken Voor de middellange termijn is het zeer de vraag of gemeenten belast blijven met taken als de technische toetsing van omgevingsvergunningen, het beoordelen van constructie en bouwtoezicht en de ontwikkeling van projecten. 3.1.a Private kwaliteitsborging Naar verwachting gaan marktpartijen vanaf 2015 het toetsen van omgevingsvergunningen en het toezicht daarop steeds meer uit handen nemen van gemeenten. Dit zal gefaseerd worden ingevoerd. In het najaar 2014 zal hiervoor een wetsvoorstel aan de Tweede Kamer worden aangeboden. Voor het toetsen van omgevingsvergunningen en het toezicht houden tijdens bouwprojecten moeten marktpartijen zelf de instrumenten ontwikkelen. Een nieuwe publieke toetsingsorganisatie moet gaan beoordelen welke instrumenten worden opgenomen in een landelijk register. In dat register staat ook welke bedrijven geschikt zijn voor het toezicht. In het nieuwe stelsel kijken gemeenten alleen nog of een bouwwerk voldoet aan welstand en ruimtelijke ordening. Om de bouwtechnische kwaliteit te bepalen kijkt de gemeente of gebruik wordt gemaakt van een goedgekeurd instrument voor kwaliteitsborging. Zo ja, dan kan de gemeente een omgevingsvergunning verlenen. Er zal een overgangstermijn van drie jaar gelden. Hierna zal uit de evaluatie moeten blijken of gemeenten nog een rol blijven houden bij de toetsing van het bouwplan aan het bouwbesluit en houden van toezicht op de bouwtechnische kwaliteit van de bouw. Gedurende de overgangsperiode zal sprake zijn van een duaal stelsel, hetgeen inhoudt dat aanvragers kunnen kiezen of zij de technische toets bij een marktpartij leggen of bij de gemeente. De verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid voor de technische aspecten liggen bij een marktpartij. Gemeenten handhaven alleen nog de minimumeisen voor de bestaande bouw en gebruikseisen, met name de (brand)veiligheid. Mocht de private kwaliteitsborging uiteindelijk rond 2018 worden ingevoerd zonder duaal stelsel dan zal dit bij de gemeente leiden tot een formatiereductie van 10 tot 12 vte bij vergunningverlening en bouwtoezicht. Uiteraard is dan ook sprake van een lager kostenniveau wat tot gevolg heeft dat het tarief van de bouwleges naar beneden wordt bijgesteld. 3.1.b Verschuiving naar privaat projectmanagement De bestaande werkwijze en werkverbanden rond ruimtelijke projecten stammen van begin 2011. Toen is de vernieuwde werkwijze zoals vastgelegd in de Richtingaanwijzer bestuurlijk geaccordeerd. Het Aalsmeerse college heeft zich eind 2013 voorgenomen deze werkwijze – die zij als een grote verbetering ten opzichte van de bestaande praktijk ziet – ook te gaan toepassen. Voor deze werkwijze zelf wordt verwezen naar de Richtingaanwijzer. We bieden een zeer compleet pakket aan diensten aan vanuit de overheidskolom. De vraag is gewettigd of dit houdbaar is, zowel uit een oogpunt van organisatorische robuustheid in tijden van krimp als uit kostenoogpunt. Er zijn valide constructies –elders reeds in bedrijf- waarbij veel disciplines niet meer door de gemeente worden verzorgd maar aan ontwikkelende partijen worden overgelaten. Lagere project- en plankosten leiden tot hogere netto-opbrengsten voor de gemeente (bij actief grondbeleid) dan wel tot een lagere drempel voor initiatieven op particuliere grond (facilitair grondbeleid). Kostenverlaging kan worden bereikt door verminderde capaciteitsinzet, een van oneigenlijke elementen gezuiverde en transparante kostentoerekening en een strakkere kostenbewaking, overlaten van taken aan de ontwikkelende partijen en een check op de wijze van projectcontrol door projectmanagers. Dit vraagt om accentverlegging in de bedrijfscultuur en verschuivingen in van medewerkers gevraagde competenties. Een paar voorbeelden:
College Uitvoeringsprogramma 2014-2018
pagina 50 1. Versterken van de gezond verstand-benadering. De ambtelijke organisatie is in haar beoordeling van ruimtelijke initiatieven nog sterk gericht op de vraag of een initiatief in het beleid past; afwijkingen van beleid leiden wellicht tot ongewenste precedentwerking. In de gezond verstand-benadering is de eerste vraag niet of een plan binnen de regels of kaders past, maar of het een goed plan is voor de gemeente. 2. Vastheid in taakopvatting, schakelen in rolopvatting. De gemeente heeft wel degelijk duurzaam een belangrijke taak in gebiedsontwikkeling, de publiekrechtelijke taak. Het is belangrijk hierin taakvast te blijven en niet op de stoel van een andere partij te gaan zitten. Verbreding van de rolopvatting van de gemeente is nodig. Niet alleen regulerend en faciliterend, maar ook organiserend en initiërend. Maar dan wel vanuit een duidelijke publiekrechtelijke taakopvatting. Daar past terughoudendheid bij in het oppakken van taken in een project die ook door of onder verantwoordelijkheid van de ontwikkelende partij kunnen worden uitgevoerd, waarbij de gemeente tevoren kaders en kwaliteitsnormen heeft gesteld. Binnen de gemeentelijke organisatie dienen wel competenties aanwezig te zijn om op deze onderwerpen een goede gesprekspartner voor de markt te zijn en gezaghebbend te kunnen toetsen. 3. Vergroting van kostenbewustzijn. Alles wat wij doen kost geld en leidt tot lasten voor de begroting, voor de burger, voor ontwikkelaars. Het bewustzijn is niet overal even goed ontwikkeld en leidt tot onnodige processtappen, een te nadrukkelijke bemoeienis of overdreven kwaliteitseisen. Daarom dienen medewerkers en bestuur zich meer bewust te worden van de kosten die gemoeid zijn met het handelen van de gemeente. Het is nu niet goed mogelijk om aan te geven of dit tot een reductie van de formatie leidt. De waarschijnlijkheid daarvan is groot, maar de contramal is dat de aanjaagfunctie nieuwe behoeften schept waarvoor nieuwe competenties worden gevraagd.
3.2 Ontslakken Eén van de actuele opgaven is het efficiënter vormgeven van de processen rond ruimtelijke ontwikkeling: ontslakken. Bij de paragraaf deregulering (3.2.3) komt vermindering van de inhoudelijke regeldruk aan de orde. Ontslakken is breder te beschouwen dan het experimenteerproject op Zonnestein 64-66 alleen. Al geruime tijd is Amstelveen bezig werkwijzen aan te passen en efficiënter te maken en de organisatie meer naar buiten gericht te maken. De buitenwereld is permanent in beweging en vraagt dus om een goed inspelen daarop. De intensiteit waarmee de lokale overheid zich bemoeit met de ruimtelijke ontwikkeling neemt af. De wijze waarop de lokale overheid het proces van ruimtelijke ontwikkeling stuurt verandert; de overheid wordt meer een gelijkwaardige speler en partner van ontwikkelaars, bewoners, andere actoren. Tenslotte wordt de gevraagde flexibiliteit van plannen groter. De wereld om ons heen verandert zo snel dat plannen continu aangepast moeten kunnen worden. Dit vraagt om ruimte en flexibiliteit. De crisis in de vastgoedsector heeft bovenstaande ontwikkelingen alleen maar meer benadrukt. Onze organisatie moet in kunnen spelen op continue veranderingen. Daarom is nodig dat blijvend doorgewerkt wordt aan de doorontwikkeling van werkwijzen, organisatie en competenties van medewerkers die daarbij horen.
College Uitvoeringsprogramma 2014-2018
pagina 51 Zoals gesteld dienen bestuur en medewerkers zich continu af te vragen wat de toegevoegde waarde is van een bepaalde stap voor een project en of de inzet deze toegevoegde waarde wel waard is. Publiekrechtelijke kerntaken zoals het vaststellen van een bestemmingsplan zijn de basis, stukken die worden opgesteld in het kader van de Werkwijze zoals een Startnotitie of een Quickscan zijn facultatief en mede bedoeld om de bestuurlijke besluitvorming te begeleiden. Het experimenteerproject Zonnestein 64-66 moet een bijdrage leveren in deze cultuur- en gedragsontwikkeling, hierin beperkt Amstelveen zich tot de echte kern van haar taken. Om de competentieontwikkeling bij projectmanagers in het bijzonder vorm te geven is een intensievere aansturing en begeleiding nodig. Uiteindelijk moet deze aanpak leiden tot een effectievere inzet van projectmanagement. Deze ontwikkeling versterkt uiteindelijk de krimpende behoefte aan vaste formatie. Tegelijkertijd vragen de omstandigheden buiten om meer maatwerk en flexibeler handelen. De lokale overheid is steeds minder goed in staat de ruimtelijke toekomst van haar grondgebied te ontwerpen. De rol van het projectteam en met name de rol van de stedenbouwkundige discipline daarbinnen is aan verandering onderhevig. Wat blijft is de integrerende rol van de stedenbouwer. De stedenbouwer heeft te maken met een palet aan belangen, die belangen worden bijeengebracht in de ontwerpopgave. Wat verandert is de rol. De stedenbouwer is niet alleen meer ontwerper, maar staat midden in het proces. Dat proces is fluïde en steeds met andere partijen. Daarom is de rol van de stedenbouwer ook steeds anders, dan weer ontwerper, dan weer opdrachtgever, soms co-creator of inspirator, soms juist advocaat of geweten, soms onderhandelaar of gespreksleider. Tevens is aan de voorkant niet meer te overzien wat het resultaat wordt van het project. Dat betekent niet dat er niet meer gestuurd wordt op resultaat, maar wel dat dat op een andere manier moet. Het accent komt daarom meer te liggen op het proces dan op het ontwerp. Denken in strategie, opgaven en scenario’s in plaats van denken in ontwerpen en blauwdrukken. Dit vraagt een nadrukkelijke investering in competentie-ontwikkeling van vooral de projectmanagers en de stedenbouwkundig adviseurs, voor zover bij de gemeente in dienst. Tenslotte geeft het experimenteerproject “Ontslakken Zonnestein 64-66” ook de behoefte aan minder regels en minder beleid vooraf. Dit thema komt verder aan de orde onder Deregulering (3.2.3). 3.3 Deregulering Ontregelen is een belangrijke pijler uit het collegeprogramma Amstelveen en het coalitieakkoord van Aalsmeer. Ontregelen kan mede gerealiseerd worden door het schrappen van bovenwettelijke taken en eisen. Op zowel landelijk als op lokaal niveau wordt hier al geruime tijd over nagedacht. Veel wet- en regelgeving wordt op landelijk niveau vastgesteld en in medebewind uitgevoerd. De vrijheid tot deregulering beperkt zich dan vaak tot vereenvoudiging van procedures of het niveau van de uitvoering. Daar waar het om lokaal beleid gaat neemt de mogelijkheid tot deregulering toe. 3.3.a Landelijke ontwikkeling Het Rijk werkt samen met bouwsector en gemeenten aan een betere dienstverlening waardoor huidige en toekomstige bouwprojecten vlotter ten uitvoer gebracht worden. Eind 2013 heeft de Minister van Infrastructuur en Milieu een ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit omgevingsrecht (Bor) en diverse andere algemene maatregelen van bestuur aan de Tweede Kamer toegezonden. Het gaat om vrij ingrijpende wijzigingen van de regels voor vergunningsvrij bouwen en het verruimen van de toepassing van de kruimelgevallenregeling voor afwijkingen van het bestemmingsplan. De wijziging zal naar verwachting in het najaar van 2014 in werking treden.
College Uitvoeringsprogramma 2014-2018
pagina 52 De voorgenomen wijziging van het Bor is gericht op het wegnemen van knelpunten binnen het bestaande stelsel van het omgevingsrecht. Daarbij wordt door de regering uitvoering gegeven aan oproep om het eenvoudiger te maken om leegstaande kantoorgebouwen tijdelijk een andere maatschappelijk gewenste functie te geven. Ook wordt in dit besluit uitvoering gegeven aan de oproep om de mogelijkheden voor de plaatsing van mantelzorgwoningen te vereenvoudigen. De regels voor het vergunningsvrij bouwen van bijbehorende bouwwerken worden verder versoepeld. In het ontwerpbesluit wordt uitgegaan van een maximum toelaatbare oppervlakte van aan-, uiten bijgebouwen bij een hoofdgebouw, waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is. Daarnaast kunnen gemeenten met de nieuwe regels eerder een omgevingsvergunning verlenen voor activiteiten die, tot een duur van tien jaar, strijdig zijn met het bestemmingsplan. Het gaat dan bijvoorbeeld om noodwinkels of noodscholen. 3.3.b Deregulering Lokaal Ruimtelijk Beleid Het verminderen van de beleids- en regeldruk is als doelstelling opgenomen in de politieke agenda voor Amstelveen 2014-2018. Minder beleid en minder regels dragen bij aan een verschuiving van verantwoordelijkheid naar burger en markt en het bieden van meer ruimte en flexibiliteit. Ook in het Aalsmeerse collegeprogramma is deregulering als doelstelling opgenomen. Deze dereguleringsopgave reikt van het heroverwegen en zo mogelijk intrekken van lokaal vastgesteld beleid, na afweging op nut, noodzaak en afbreukrisico, mede in het licht van al bestaande rijks- en provinciale regelgeving, via het terugtreden van de gemeente uit allerlei ruimtelijke processen, tot het kiezen voor minder administratief belastende instrumenten. Een eerste inventarisatie resulteert in 14 verordeningen en 67 beleidsstukken voor Amstelveen respectievelijk 17 verordeningen en 38 beleidsstukken voor Aalsmeer. Het gaat hierbij om integraal en sectoraal kaderstellend beleid, uitvoerend beleid, beleidsregels en uitvoeringsregels. In deze inventarisatie zijn gebiedsgerichte kaders niet meegenomen. De opgave is om het lokaal vastgestelde beleid te heroverwegen en zo mogelijk in te trekken. Dit na afweging op nut, noodzaak en afbreukrisico. Resterende beleidskaders worden zoveel mogelijk gebundeld tot en ingebed in een handzame hoeveelheid documenten. Om snel tot resultaat te komen wordt een kopgroep ingesteld die ‘over de afdelingsgrenzen heen’ nut en noodzaak van diverse beleidsnota’s beschouwt. Dit moet in het tweede kwartaal van 2015 leiden tot een concreet voorstel. In dit voorstel wordt aangegeven wat met diverse beleidsnota’s gedaan wordt: intrekken, op- of afwaarderen, actualiseren, bundelen en integreren of in standhouden. Dit is niet een eenmalig proces, het kritisch bezien van beleidsinitiatieven is een kwestie van blijvende aandacht. Bij de voorziene significante afname van de beleidskwantiteit en het dientengevolge schrappen van (bovenwettelijke)taken ontstaan consequenties voor de benodigde formatie-omvang, zowel aan beleids- als uitvoeringscapaciteit. 3.3.c Overige deregulering Naast deregulering binnen het lokaal ruimtelijk beleid wordt ook onderzocht of er binnen de reikwijdte van de APV tot verdere deregulering kan worden gekomen. Eind 2013 is in de Amstelveense Raad de motie “maak werk van deregulering” aangenomen. In deze motie wordt het gemeentebestuur opgeroepen de APV verder te dereguleren en de burger/bedrijven hierbij actief te betrekken. Begin 2013 is hiervoor een publiekscampagne gestart. Deze campagne krijgt in september 2014 nog een vervolg. Een concreet voorbeeld uit de reacties is hier het verzoek om de Exploitatievergunning af te schaffen. De mogelijkheid hiervan is onderzocht en wordt momenteel bestuurlijk afgestemd. Verder beoordeelt een werkgroep momenteel actief elk artikel van de APV en adviseert hierover. Verder wordt aangesloten bij het landelijke model van de VNG-verordening. In deze verordening zijn de landelijke ideeën over deregulering verwerkt.
College Uitvoeringsprogramma 2014-2018
pagina 53 3.4 Efficiency procedures Naast het afschaffen van regelgeving wordt er ook geïnvesteerd in het efficiënt en effectief inrichten van de verschillende processen. Binnen de gemeente wordt al enige jaren het leanprincipe ingezet voor de diverse werkprocessen. Hierbij wordt de gehele keten “van klant tot klant” onder de loep genomen. Lean is er primair op gericht processen “slanker” te maken. Deze context is, gezien de financiële taakstelling binnen het fysiek domein, verbreedt naar het komen met voorstellen om een praktische invulling te geven aan de financiële taakstelling. Voor de zomer zijn de processen voor sloopmeldingen en snelvaarontheffingen onder de loep genomen. Eind augustus wordt gestart met het onderdeel “bouwaanvragen onder de € 50.000”. Bij de vervanging van het huidige zaaksysteem (Inproces) zal ook bijzondere aandacht zijn voor dit onderwerp. De ontwikkelde procesgang dient op een simpele en eenvoudige wijze begeleid te worden door een softwaresysteem. Dit moet meer en beter dan het huidige zaaksysteem.
4. Voldoen aan wettelijke kwaliteitsniveaus Kwaliteit is een onderwerp waar in Nederland veel over wordt gediscussieerd. Zo ook over de kwaliteit van Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH) van het Omgevingsrecht. De wetgever wil deze kwaliteit verhogen door hier wettelijk voorschriften aan te verbinden middels invoering van de Wet VTH. Inwerkingtreding wordt verwacht op 1 juli 2015. De wet VTH is de zogenaamde ‘werknaam’ van de aanstaande wijziging van de Wabo waarbij invulling wordt gegeven aan de in de ‘Package Deal 2009’ vastlegde afspraken. Concreet hebben we het dan over de vorming van de Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD), het ‘milieu basistakenpakket’ en de 'KPMG kwaliteitscriteria 2.1'. De gemeenten Amstelveen en Aalsmeer hebben het volledige ‘milieu basistakenpakket’ uit de hiervoor genoemde Package Deal 2009 ondergebracht bij de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied. De gemeenten voldoen hiermee aan de eerste twee doelstellingen van de toekomstige Wet VTH. Anders is dit voor het laatste onderdeel; de KPMG kwaliteitscriteria 2.1. De kwaliteitscriteria KPMG hebben met name betrekking op criteria voor “kritieke massa” bij generieke, juridische en specialistische deskundigheden en bij “procescriteria, inhoudelijke criteria en prioriteiten”. 4.1 Kritieke massa bij generieke, juridische en specialistische deskundigheden In een eerder stadium hebben de gemeente in AM-verband onderzocht in welke mate zij kunnen gaan voldoen aan de kritische massa van de kwaliteitscriteria KPMG 2.1. Hierbij is onderzocht in welke mate zij als zelfstandige gemeente voldoen en in welke mate zij voldoen bij een regionaal samenwerkingsverband met de gemeenten Diemen, Ouder-Amstel en Uithoorn. Dit in de wetenschap dat de gemeente Amstelveen ook het ambtelijk apparaat levert dat het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Aalsmeer bedient. De gemeenten Diemen, Ouder-Amstel en Uithoorn hebben aangegeven eerst een samenwerkingsverband te willen onderzoeken met de gemeente De Ronde Venen. Mocht dit niet van de grond komen dan zullen deze gemeenten opnieuw een samenwerkingsverband met Aalsmeer en Amstelveen gaan overwegen. Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek kan gesteld worden dat Amstelveen en Aalsmeer in grote mate kunnen (gaan) voldoen aan de kritische massa zoals deze in de kwaliteitscriteria KPMG 2.1. wordt beschreven. Bij een mogelijke neerwaartse bijstelling van de conceptwetgeving, zullen wij in hogere mate gaan voldoen aan de wet VTH. De meningen over het wel of niet neerwaarts bijstellen van deze kwaliteitscriteria lopen uiteen. Er zal terughoudend moeten worden omgegaan met het uitbesteden van gemeentelijke taken, anders dan de wettelijke basistaken, aan externe organisaties of instellingen. Het uitbesteden van werkzaamheden kan leiden tot het niet meer voldoen aan de kritische massa.
College Uitvoeringsprogramma 2014-2018
pagina 54 Op onderdelen, zoals bijvoorbeeld Externe Veiligheid, zullen de gemeenten Amstelveen en Aalsmeer niet kunnen gaan voldoen aan de wet VTH. Het ligt voor de hand dat de gemeente deze taken zal gaan uitbesteden aan een regionale uitvoeringsdienst zodra de kwaliteitscriteria kracht van wet hebben. Onduidelijk is nog of de criteria voor de kritische massa uiteindelijk in de wet zelf zullen belanden. Het is mogelijk dat volstaan wordt met de in 2009 gemaakte bestuurlijke afspraak dat de gemeenten per 1 januari 2015 zullen voldoen aan de criteria. Het Rijk gaat ervan uit dat ook in die situatie de criteria bindend zijn 4.2 Procescriteria, inhoudelijke criteria en prioriteiten De gemeenten Amstelveen en Aalsmeer voldoen nog niet volledig aan de procescriteria zoals deze zijn opgenomen in het concept wetsvoorstel. Er is inmiddels een project gestart om tijdig te kunnen gaan voldoen aan de wettelijke procescriteria zoals deze in de wet VTH zullen worden opgenomen. De provincie Noord-Holland is bevoegd gezag om in het kader van het Interbestuurlijk toezicht (IBT) te beoordelen of gemeenten (gaan) voldoen aan de wettelijke eisen van de wet VTH.
5. Strategische heroriëntatie ontwikkeling en beheer maatschappelijk vastgoed De gemeenten voorzien in de behoefte aan gebouwen en fysieke voorzieningen nodig voor activiteiten die door de gemeenteraden als publiek belang zijn omschreven. Het gaat om gebouwen als raadhuizen en gemeentewerven, gebouwen voor cultuur en sport, sportcomplexen, onderwijsgebouwen en gebouwen voor welzijn, zoals wijk- en buurthuizen en ouderensteunpunten. Het voorzien gebeurt door het beschikbaar stellen van gebouwen, die bij de gemeente in eigendom zijn of gehuurd worden, dan wel door het beschikbaar stellen van subsidie zodat de instelling in de huisvestingsbehoefte kan voorzien. Een eerste onderzoek naar heroriëntatie leverde de volgende conclusies op: Het algemene uitgangspunt is dat gemeenten geen geld steken in vastgoed, tenzij: er moet een goede reden zijn om publiek geld in stenen te stoppen, hetzij financieel, hetzij beleidsmatig. Vastgoed is voor gemeenten een middel, geen doel. Voor zover gemeenten al eigen vastgoed hebben is het soms lastig om strak redenerend vanuit de behoefte, tot een strategische vastgoedportefeuille te komen. Ook omdat er allerlei historische afspraken met gebruikers zijn. Toch zal het lonen om een dergelijke subject gerelateerde benadering te hanteren. Dat leidt uiteindelijk tot de laagste lasten voor de gemeente en tot een betere verantwoording van publieke uitgaven. Wat betreft de rol van de gemeente bij de ontwikkeling en het beheer van maatschappelijk vastgoed, is alles in eigen hand houden veilig (en kostbaar!), maar gaat dit ten koste van de efficiency en de flexibiliteit. Het functionele onderzoek naar de sectoren sport en cultuur, strikt redenerend vanuit de publieke doelen, moet dienen als stip aan de horizon. Dat onderzoek is in voorjaar 2014 gestart en zal naar verwachting een doorlooptijd van een jaar hebben. Om ook een aantal korte klappen te maken, kan al direct op basis van het nu beschikbare materiaal (onder andere de krimpscenario’s sociaal domein) worden gekeken naar de vastgoedportefeuille in samenhang met het gemeentelijke subsidiebeleid. Dat betekent in de praktijk dat met gezond verstand en met politiek gevoel naar de kaart en de locaties moet worden gekeken: waar zijn mogelijkheden om organisaties bij elkaar te huisvesten, hoe spelen we terreinen en gebouwen vrij en hoe zorgen we daar zo snel mogelijk voor opbrengsten? De verwachting is gewettigd dat het bestand aan gemeentelijke gebouwen voor de publieke dienst kan worden beperkt met ca. 25 % van het areaal. In Aalsmeer is daarenboven discussie gaande over de optie om ESA BV (het Aalsmeerse sportbedrijf) het beheer van meer dan alleen de Aalsmeerse sportgebouwen te laten uitvoeren.
College Uitvoeringsprogramma 2014-2018
pagina 55 Dat heeft gevolgen voor het team bouwzaken bij vastgoed en bij het team dat advisering omtrent de exploitatie en het juridisch/administratief beheer van de gemeentelijke gebouwen en gemeentelijke eigendommen zonder openbare functie verricht, met inbegrip van de vier woonwagenlocaties. Bij het team bouwzaken speelt een cumulatie van factoren die met krimp te maken hebben. Het ligt niet in de verwachting dat de gemeenten in de komende tien jaar nog een stevige nieuwbouwopgave hebben. De gebouwen zijn over het algemeen in goede staat en het onderwijs huisvestingsprogramma in Amstelveen is vergaand afgerond, op een viertal schoolgebouwen na. Het regelen van het onderhoud aan schoolgebouwen wordt door de beide grote schoolbesturen aan Bouwzaken gegund, maar de verwachting is dat dit in de toekomst door b.v. de Wet Markt en Overheid niet meer vanzelfsprekend is: deze dienst wordt veelvuldig en tegen concurrerende tarieven door marktpartijen aangeboden. De vraag is of gezin deze ontwikkeling over enkele jaren voldoende taken overblijven voor een team met voldoende draagkracht en kwaliteit. Een afzonderlijk onderzoek moet daar uitsluitsel over geven.
6. Samenvattend beeld ontwikkelingen fysiek domein in de toekomst 1. Er moet voor de toekomst rekening worden gehouden met een duurzaam lager omzetniveau op het gebied van vergunningen en projecten. Dit beperkt de toerekeningmogelijkheden. 2. Voor de leges is het voorstel om de opbrengst voor Amstelveen structureel te ramen op € 1.300.000 en voor Aalsmeer op € 700.000 met ingang van de begroting 2015; 3. Het gat van € 1.440.000 dat daarmee ontstaat aan de kostenkant van de begroting dient per 1 januari 2017 gedicht te zijn; 4. Het wegvallen van werk betekent dat zo’n 33 vte overcapaciteit ontstaat (daling leges en wegvallende dekking projectmanagement, overhead); 5. Private kwaliteitsborging gaat leiden tot een beperking van de toets en toezicht op omgevingsvergunningen tot aspecten van ruimtelijke ordening en welstand. Dit kan in 2018 leiden tot een uitstoot aan arbeid in de orde van grootte van 12 vte bij vergunningen en object gebonden handhaving; 6. Bezinning op de manier waarop de gemeente met projecten omgaat is nodig. Meer gezond verstand, minder vanuit de regels, een rolopvatting die gegrondvest is op de publieke taak, overlaten van een aantal taken aan marktpartijen en een kritisch kostenbewustzijn zijn daarbij sleutelbegrippen. Dit zal tot krimp van enige omvang leiden, niet alleen bij de projectmanagers maar zeker ook bij de adviserende functies op het gebied van stedenbouw, milieu, planeconomie, juridische zaken en civiele werken. Bijlage 1 kan dienen als agenda voor deze verandering van uitvoering naar regie; 7. Het projectmatig werken wordt “ontslakt”. Minder regels, meer aandacht voor het proces tussen burger en ontwikkelaar. De gemeente treedt terug, stelt vooraf enkele kaders en wacht het resultaat af. Sturing op allerlei gebied wordt –binnen wettelijke grenzenlosgelaten. Dat heeft gevolgen voor de capaciteit, maar zeker ook voor de competenties van projectmanagers; 8. Deregulering van het omgevingsrecht is op komst, zowel door een forse uitbreiding van het vergunningsvrij bouwen als door het verruimen van de kruimelgevallenregeling voor afwijkingen van het bestemmingsplan. De verwachting is wetgeving in 2016; 9. Deregulering van lokaal ruimtelijk beleid wordt systematisch aangepakt door een “kopgroep”. Gemeentelijk beleid en verordeningen worden heroverwogen en ingetrokken tenzij de gevolgen daarvan onaanvaardbaar worden geacht. In dat geval is de actie: op- of afwaarderen, actualiseren, bundelen en integreren of in standhouden. Ook dit leidt wellicht tot een uitstoot van arbeid, zowel bij beleid als uitvoering; 10. De organisatie Amstelveen/Aalsmeer zal naar verwachting voldoen aan de kwaliteitseisen die in de wet worden opgelegd, ondanks de krimp die uit het voorgaande voortvloeit.
College Uitvoeringsprogramma 2014-2018
pagina 56
B. Invulling taakstelling ondersteunende functies 1. Algemeen De directie heeft een plan van aanpak op hoofdlijnen geaccordeerd met betrekking tot maatregelen die leiden tot de beoogde structurele bezuiniging van 2 mln. euro op de bedrijfsvoering/interne organisatie van gemeente Amstelveen/Aalsmeer. Dit betreft grotendeels maatregelen die betrekking hebben op het Facilitair Bedrijf (FB) en de Staf, maar treft ook de ondersteunende functies op de (vak)afdelingen. In deze notitie worden de maatregelen op hoofdlijnen gegeven alsmede de consequenties. In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de algemene overwegingen en uitgangspunten bij dit pakket aan maatregelen. In hoofdstuk 3 worden de maatregelen op hoofdlijnen aangegeven en de opbrengst.
2. Overwegingen die tot dit pakket hebben geleid De voorgestelde maatregelen zijn gebaseerd op de volgende algemene overwegingen: Overweging 1: ‘Mens boven materie’ De grootste post in de budgetten van FB en Staf is het personeel. Het vermijden van boventalligheid is als uitgangspunt genomen bij de maatregelen. Dit uitgangspunt heeft tot consequentie dat bezuinigingen, naast bijvoorbeeld het inleveren van vacatureruimte, dan alleen gevonden kunnen worden in: Gebruikmaking van uitstroom van personeel wegens pensionering. En daarbij geldt vervolgens dat dat alleen mogelijk is wanneer: o de taken die dan vrijvallen kunnen worden herverdeeld of geschrapt. o taken kunnen vervallen wegens efficiëntere werkprocessen en/of digitalisering. o het een expertise betreft die incidenteel benodigd is en op basis van inhuur kan worden ingezet. Bezuiniging op niet-personele budgetten (externe inhuur en voorzieningen). Het feit dat enkele van oudsher bekende voorzieningen ter discussie staan, leidt er toe dat wordt gezocht naar nieuwe, moderne alternatieven. Bijvoorbeeld externe/commerciële(re) exploitatie van de catering, en het stimuleren en faciliteren van eigen initiatief van medewerkers. Dit is in lijn met huidige ontwikkelingen in modern werkgeverschap, waarbij de werkgever niet bepaalt wat goed is voor de medewerker, maar juist faciliteert dat de medewerker zelf keuzes kan maken, zoals de – mogelijke- individuele budgetbenadering in de werkkostenregeling (WKR) en het individueel keuzebudget (IKB in de cao). Er zal ruimte zijn voor meer initiatieven. De rol van de werkgever is dan gelegen in het beschikbaar stellen van ruimtes, menskracht ter ondersteuning en bijvoorbeeld gebruik van kantoorartikelen etcetera. Overweging 2: Efficiëntere werkprocessen en digitalisering Om de vrijval van taken wegens uitstroom op te vangen wordt gekeken naar efficiëntere werkprocessen en digitalisering met als gevolg dat: om de bezuiniging te realiseren eerst een investering in ICT of menskracht benodigd kan zijn, conform de rode draad ‘investeren in procesinnovatie en ICT’. ‘De cost gaat voor de baet uit’. Dit geldt bijvoorbeeld bij de administratie van personeelsgegevens (e-HRM). Waarbij overigens moet worden opgemerkt dat de invoering van e-HRM in het kader van modern werkgeverschap ook zonder bezuinigingstaakstelling zou hebben plaatsgevonden. Een herinrichting van taken niet beperkt hoeft te blijven tot afdelingsgrenzen met als gevolg een reorganisatie. Hierbij zijn de rode draden ‘concernmatig denken en handelen’ en ‘sturen op inzet en kwaliteit van personeel’ medebepalend. Het spreekt voor zich dat een reorganisatie een aparte aanpak behoeft; hoofdstuk 4 gaat daar nader op in.
College Uitvoeringsprogramma 2014-2018
pagina 57 Overweging 3: Vast waar moet, flexibel waar kan De organisatie moet zodanig zijn ingericht dat steeds flexibel kan worden ingespeeld op verschuivingen in taken en financiële kaders. Het FB bereidt zich naar de toekomst voor op meer flexibiliteit in dienstverlening met inzet in kwaliteit en capaciteit. Daartoe wordt gewerkt naar een vaste kern van medewerkers op cruciale functies ten behoud van continuïteit en daaromheen een flexibele schil van intern personeel aangevuld met externen. Personele uitbreiding wordt zoveel mogelijk flexibel aangetrokken en gefinancierd. Op deze wijze kan een efficiëntere en meer adequate dienstverlening worden gerealiseerd. Deze wijze van omvorming levert de gewenste bezuinigingen die via natuurlijk verloop kunnen plaatsvinden. Overweging 4: Lasten delen De bezuinigingsdoelstelling op de bedrijfsvoering kan niet alleen ten laste komen van FB en Staf; het is onvermijdelijk ook aan de afdelingen een bijdrage te vragen aangezien binnen afdelingen ook ondersteunende functies aanwezig zijn. Vanuit het principe van integraal management is er bewust voor gekozen om aan afdelingshoofden zelf de ruimte te geven hier keuzes in te maken die passen bij de eigen afdeling, in plaats van uniforme maatregelen die van bovenaf voor alle afdelingen worden afgekondigd. Afdelingen worden naar rato van het aantal medewerkers aangesproken op een bijdrage aan deze taakstellende bezuiniging.
3. De maatregelen; Verbeteren werkprocessen, stroomlijnen procedures en taak/servicevermindering Binnen het FB en de Staf is gekeken waar door middel van verbeteringen van werkprocessen, stroomlijnen werkprocessen, een andere wijze van service verlening, digitalisering en slimmer werken besparingen zijn te realiseren. Structureel wordt verwacht dat met ingang van 2017 een structurele besparing van 1,3 miljoen euro kan worden gerealiseerd. Binnen de afdelingen wordt in het kader van de bezuinigingen voor de ondersteunende taken een taakstelling van in totaal 0,3 miljoen structureel ingeboekt. De resterende 0,4 miljoen structureel zal moeten worden gevonden in het beëindigen en/of anders inrichten van faciliterende voorzieningen voor het personeel (andere wijze van de catering exploitatie wordt onderzocht) en emolumenten. Op grond van de huidige inzichten omtrent de opbrengst van de voorgenomen maatregelen wordt ten opzichte van de structurele taakstelling van 2 miljoen ingaande 2015, voor de jaren 2015 en 2016 een tekort verwacht van 0,6 miljoen euro respectievelijk 0,1 miljoen euro. Vanaf 2018/9 leveren de voorgenomen maatregelen structureel 0,25/0,4 miljoen euro meer op dan de taakstelling. Dit laatste biedt enige soelaas om indien de omstandigheden daarvoor aanleiding geven bij te kunnen sturen en/of enkele maatregelen te verzachten.
College Uitvoeringsprogramma 2014-2018
pagina 58
C. Tenslotte Beide hier genoemde operaties trekken een stevige wissel op de ambtelijke organisatie AA. In de gemeentebegrotingen van Aalsmeer en Amstelveen wordt ervan uitgegaan dat de taakstellingen per 1 januari 2017 zijn geëffectueerd. Deze operaties vinden overigens plaats in samenhang met de trajecten in het sociale domein en het toekomstbestendig maken van de organisatie. Zeker de krimp in het fysiek domein en de ombuigingen op de ondersteunende functies zullen in 2015 en 2016 gepaard kunnen gaan met frictie en transitiekosten. Uitgangspunt is dat oplossingen in eerste instantie binnen de bedrijfsvoering moeten worden gevonden. Kaderstellend zijn de bezuinigingen per 2015 ingeboekt. Gelet op de rechtspositionele aspecten en het feit dat nog niet duidelijk is wat de precieze gevolgen zijn, zullen frictieproblemen optreden. Voor de ondersteunende functies geldt dat de financiële implicaties binnen de bedrijfsvoering moeten worden opgelost. Voor het fysiek domein ligt dat anders. De beide operaties leggen een zodanig beslag op de functionele en financiële spankracht van de organisatie dat niet alle frictiekosten binnen de bedrijfsvoering kunnen worden opgelost. De omvang van frictiekosten is niet op voorhand te kwantificeren. De voortgang van de operaties wordt gedeeld met de betrokken portefeuillehouders en periodiek gerapporteerd aan college en raadscommissie. Aan de raad zal bij de verantwoordingsdocumenten verantwoording worden afgelegd en zichtbaar worden gemaakt wat binnen de bedrijfsvoering wordt opgelost en wat binnen de algemene middelen moet worden gedekt.
College Uitvoeringsprogramma 2014-2018