College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
Amstelveen, 5 oktober 2010
pagina 2
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 3
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014 Inhoudsopgave I.
II.
III .
“De Koers”
5
I.1
Inleiding
5
I.2
Nieuwe maatschappelijke context
5
I.3
Startpunt
6
I.4
Positie op hoofdlijnen
7
I.5
Werken
8
I.6
Wonen
I.7
Verkeer en vervoer
10
I.8
Ruimte en landschap
11
I.9
Maatschappelijke ontwikkeling
12
I.10
Duurzame stad
13
I.11
Financiën
13
I.12
Samenvatting
14
Bijlage: Uitwerking kernwaarden
16
9
Projectbladen bestuurlijke speerpunten
17
1.1
Bestuur en bevolking
18
2.1
Openbare orde en veiligheid
20
3.1
Bereikbaarheid en mobiliteit, verkeer(sveiligheid)
22
3.2
Bereikbaarheid en mobiliteit, openbaar vervoer
24
3.3
Bereikbaarheid en mobiliteit, project A9
26
4.1
Onderwijs
28
5.1
Persoonlijke ontplooiing
31
6.1
Maatschappelijke voorzieningen, welzijn
33
6.2
Maatschappelijke voorzieningen, sociale voorzieningen
35
7.1
Ruimte en wonen, bouwen
37
7.2
Ruimte en wonen, wonen
39
7.3
Ruimte en wonen, ruimtelijke ontwikkeling
42
8.1
Groen en milieu
44
9.1
Ruimte voor ondernemerschap, economisch klimaat
47
9.2
Ruimte voor ondernemerschap, arbeidsmarkt
49
Ombuigingsvoorstellen
51
III.1
Inleiding
51
III.2
Apparaat (herijken werkwijze en werkprocessen)
52
III.3
Ombuigingsvoorstellen taken
54
III.4
Subsidies
55
III.4.1
Subsidies Welzijn
55
III.4.2
Subsidies Cultuur
58
III.4.3
Subsidies Sport
63
III.4.4
Subsidies Onderwijs
64
III.5
Groen
65
III.6
WMO
66
III.7
Overig
68
III.8
Totaaloverzichten
74
III.8.1
74
Ambtelijke inventarisatie en voorstellen College
III.8.2. Fasering ombuigingsvoorstellen 2011-2014
75
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 4
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 5
I. “De Koers” I.1. Inleiding In het voorwoord van de politieke agenda wordt aangegeven dat ondermeer vanwege de economische recessie keuzen gemaakt moeten worden met betrekking tot de ambities van Amstelveen. Een aanzet tot nieuw denken voor een nieuwe toekomst is hierbij nodig. In de politieke agenda worden hiertoe op de onderscheiden beleidsterreinen al tal van richtinggevende uitspraken gedaan. In aanvulling op deze agenda wil het college met deze notitie de uitgangspunten voor ons politiek handelen nog eens expliciteren. Het gaat hierbij om het formuleren van vertrekpunten zonder in detail te treden waar het de uitvoering betreft. De uitwerking is terug te vinden in het collegeprogramma, in het uitvoeringsprogramma en in afzonderlijke nota’s. Het is dan ook geen uitputtend maar een compact document. De geformuleerde uitgangspunten vormen met elkaar het politiek bestuurlijk kader van waaruit wij ontwikkelingen willen beoordelen en progamma’s en projecten richting willen geven. Concreet gaat het onder andere om de op te stellen structuurvisie, de herontwikkeling van locaties, beleidswijzigingen bij welzijn en volkshuisvesting en het sluitend krijgen van de meerjarenbegroting. Het college is van mening dat al deze zaken in samenhang vanuit een integrale visie benaderd dienen te worden.
I.2. Nieuwe maatschappelijke context Geen vanzelfsprekende groei Amstelveen heeft vooral door haar gunstige ligging de afgelopen decennia te maken gehad met een aanhoudende vraag naar woningen, kantoren, bedrijfsruimten en voorzieningen. Opeenvolgende gemeentebesturen hebben daarop goed ingespeeld door de dynamiek vanuit de regio te accommoderen. Telkens zijn er daardoor schaalsprongen gemaakt. Amstelveen heeft inmiddels veel kwaliteit en wordt hoog gewaardeerd. Voor de toekomst is deze vanzelfsprekende groei er evenwel niet meer. Oorzaken zijn onder ander de omslag in de vastgoedmarkt en structurele veranderingen in de aard en omvang van de (beroeps)bevolking. Concurrentiepositie metropool onder druk De concurrentiepositie van de Metropoolregio Amsterdam (MRA), inclusief de functie van luchthaven Schiphol, staat onder druk. Andere regio’s in Europa halen de MRA in. Om de goede economische positie te behouden zal elke gemeente in de regio moeten bijdragen door haar bestaande kwaliteiten optimaal in te zetten. Daarnaast moeten kansen worden gegrepen om nieuwe kwaliteiten, die het internationale vestigingsmilieu in de regio versterken, toe te voegen. Duidelijk is dat niets doen tot daling van de relatief goede positie leidt.
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 6
Crisis op de vastgoedmarkt De huidige kredietcrisis heeft ingrijpende gevolgen voor de vastgoedmarkt. Aan de aanbodzijde nemen ontwikkelaars, bouwers en woningbouwcorporaties op grote schaal maatregelen om deze crisis het hoofd te bieden. Nieuwe plannen worden uit- of afgesteld, gepoogd wordt aangegane verplichtingen aan te passen en er wordt niet meer op voorraad gebouwd. Aan de vraagzijde vindt vraaguitval plaats. Dit is zichtbaar in de hergroepering van vastgoed op de kantorenmarkt, een geringe vraag naar bedrijfshuisvesting en een sterke stagnatie op de markt van koopwoningen. De royale investeringscapaciteit die Amstelveen altijd heeft gehad uit grondexploitaties zal de komende jaren aanzienlijk afnemen en herstel op het niveau van voor de crisis valt niet te verwachten. Vermindering structurele inkomsten Naast vermindering van eenmalige inkomsten uit grondexploitaties, zullen de komende jaren ook de structurele inkomsten van de gemeente aanzienlijk afnemen. Het vanwege de economische crisis op orde krijgen van de rijksfinanciën heeft belangrijke negatieve invloed op de gemeentelijke inkomsten. Forse vermindering van gemeentefonds en specifieke uitkeringen (bijv. Wmo), stelselwijzigingen en overdracht van taken en risico’s naar gemeenten, zorgen voor forse taakstellingen (lees bezuinigingen) om de gemeentebegroting weer sluitend te krijgen. Duurzaamheid De urgentie om het tijdperk van fossiele brandstoffen achter ons te laten wordt inmiddels breed gedragen. Het komt er nu op aan dit besef onderdeel te maken van ons dagelijks denken en handelen. Duurzame gebied- en vastgoedontwikkeling zijn hier belangrijk onderdeel van. In de samenwerking met de regiogemeenten is een routekaart naar een energieneutrale regio in 2040 opgesteld. Deze ambitie dient in de komende jaren geconcretiseerd te worden. Van verzorgingsstaat naar participatiemaatschappij Nederland maakt een ontwikkeling door van verzorgingsstaat naar participatiemaatschappij. Mensen moeten meer dan voorheen gebruik maken van hun eigen netwerken en sociale verbanden. Participatie, mantelzorg en vrijwilligerswerk zijn de pijlers voor herinrichting van het sociale stelsel. Zelfregie en zelfredzaamheid moeten centraal komen te staan. Vrijwillige en professionele inzet moeten elkaar versterken.
I.3. Startpunt Naast lokaal politieke ambities maakt de hiervoor beschreven sterk veranderende maatschappelijke context, dat het Amstelveense gemeentebestuur genoodzaakt is positie te bepalen waar het gaat om tal van ontwikkelingen in de stad. Dit proces start echter niet bij nul. Immers, Amstelveen heeft een eigen historisch gegroeide identiteit, een sterke sociaalmaatschappelijke positie en veel kwaliteiten die door haar inwoners worden gekoesterd. Daar ligt dan ook het startpunt. Feitelijk is dit terug te vinden in de fysieke en sociaal-maatschappelijke infrastructuur (kijk naar en beleef de stad). Politiek bestuurlijk vindt dit zijn neerslag in de voor de stad geformuleerde visie en de recent benoemde kernwaarden.
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 7
Visie De gemeenteraad heeft eind 2004 de volgende visie op de stad vastgesteld. “Amstelveen profileert en ontwikkelt zich als aantrekkelijke en rustige stad om te wonen en te werken met een goed bedrijfsklimaat. Gestreefd wordt naar een pluriforme bevolkingssamenstelling. Er is een levendig (cultureel) kloppend Stadshart met een regionale functie, een kwalitatief hoogwaardige groenvoorziening en een veilige, doelmatig ingerichte woonomgeving. Een adequaat verantwoord onderhouden “grijs” maakt hier onderdeel van uit. Hierbij is duurzaamheid leidend principe. Er wordt een op - het bevorderen van zelfredzaamheid gericht beleid gevoerd. Dit laat onverlet dat er door middel van minimabeleid en maatregelen gericht op het verkrijgen van eigen inkomen specifiek aandacht is voor sociaal zwakkeren. De beschikbare gemeentelijke voorzieningen zijn in samenhang, effectief en met aandacht voor een goede bereikbaarheid georganiseerd. Gemeentelijke voorzieningen zijn goed gespreid over de wijken en zijn waar mogelijk en waar nodig op wijkniveau georganiseerd. De maatschappelijke (zorg)voorzieningen zijn primair gericht op het bevorderen van maatschappelijke deelname van diegenen die in een (sociaal) isolement zitten dan wel dreigen te raken en daarnaast op ontplooiing. Op basis van een heldere politiek/bestuurlijke visie en een proactieve houding functioneert de lokale overheid met een eigentijdse taakopvatting.” Kernwaarden Naast de visie is er een aantal kernwaarden benoemd Deze geven uiting aan de grondhouding die Amstelveen hanteert bij haar visie- en beleidsontwikkeling. In de politieke agenda 2010-2014 “Samen naar wegen voor een duurzame toekomst” zijn de kernwaarden benoemd, te weten: betrokken, ondernemend, duurzaam en gastvrij. (voor uitwerking zie bijlage).
I.4. Positie op hoofdlijnen Waar het gaat om het bepalen van de positie ten aanzien van ontwikkelingen van de stad is het college van mening dat de essentie van de hiervoor geformuleerde visie en de kernwaarden onverkort moet blijven gelden. Het ruimtelijke karakter van de stad, de sterke sociaal maatschappelijke positie en kwaliteiten als groen, ruim en veilig maken Amstelveen uniek. Inwoners voelen zich goed in de stad. Het behoud hiervan is voor ons een wezenlijke opgave. Amstelveen houdt vast aan de bestaande kernwaarden en visie op de stad en zet in op het behouden en indien noodzakelijk versterken van de daarin benoemde kwaliteiten . Dit uitgangspunt lijkt in het huidige tijdsgewricht ook het meest vanzelfsprekend. Behouden wat je hebt en niet te veel risico nemen als het gaat om nieuwe ontwikkelingen. Voor de korte en middellange termijn is dit ook een logisch perspectief. Dit zal evenwel niet van zelf gaan. Teruglopende middelen zullen weloverwogen moeten worden ingezet. En behoud van kwaliteiten betekent ook niet dat deze onveranderd moeten/kunnen blijven. Voor de ontwikkeling van Amstelveen op de langere termijn is louter behoud echter onvoldoende. Uit de maatschappelijke en economische context komt duidelijk naar voren dat de aantrekkelijkheid van de Metropoolregio Amsterdam ten opzichte van andere regio’s in Europa afneemt. Extra inspanningen zijn nodig om als regio minimaal op hetzelfde niveau te blijven. Stilstand lijkt achteruitgang te zijn. Voor de toekomstige ontwikkeling van Amstelveen is de concurrentiekracht van de MRA van cruciaal belang. De aantrekkelijkheid van Amstelveen hangt hiermee direct samen. De conclusie is dan ook dat Amstelveen, zich een zuivere locale oriëntatie niet kan veroorloven. Net zoals dat eerder is gebeurd, bijvoorbeeld door de ontwikkeling van het Stadshart, gaan we op zoek naar nieuwe mogelijkheden die de stad verder kunnen versterken.
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 8
Amstelveen levert een bijdrage aan de metropoolregio door kansen te benutten die nieuwe kwaliteiten aan de stad toevoegen. Wij zijn evenwel van mening dat niet alles tegelijk kan. Voor de korte termijn heeft het locale belang prioriteit en richten we onze inspanningen op het oplossen van vraagstukken die daarmee samenhangen. Wel is het nodig om de korte termijn acties perspectief te geven door op hoofdlijnen de ambities voor de lange termijn te formuleren, ofwel een “stippen op de horizon” te zetten”. Het formuleren van ambities is één, ze realiseren is echter afhankelijk van de middelen die beschikbaar zijn. Middelen die op de korte/middellange termijn alleen maar minder worden. Wij zijn dan ook van mening dat –ook lopende- projecten die voor de ontwikkeling van Amstelveen de komende jaren van doorslaggevend belang zijn, in samenhang kritisch tegen het licht moeten worden gehouden als het gaat om de beoogde doelen, programma, afzetbaarheid, draagvlak en financiële haalbaarheid. Daarnaast moeten keuzes worden gemaakt in de lopende begroting. Vanuit het perspectief van behoud van bestaande kwaliteiten ligt er de uitdaging om zodanig te vernieuwen en keuzes te maken, dat deze de essentie van onze stedelijke kwaliteiten niet aantasten. In de volgende paragrafen zullen we een en ander op hoofdlijnen uitwerken naar de diverse beleidsterreinen.
I.5. Werken Amstelveen onderschrijft de ambitie van de Metropoolregio Amsterdam om tot de selecte groep van Europese Global Business Gateways te behoren. Een florerende, ook internationaal georiënteerde economie, is voor de regio/Amstelveen immers van wezens belang en bepaalt in belangrijke mate hoe de stad zich kan ontwikkelen. Hiertoe zal de regionale economie kwantitatief en kwalitatief moeten groeien. Dit gaat niet vanzelf. Er zijn gerichte inspanningen van alle gemeenten in de Metropoolregio nodig om deze ambitie waar te kunnen maken. Amsterdam in Business, dat gericht is op de internationale marketing en acquisitie van bedrijven is hierin één van de instrumenten. Het bieden van voldoende werklocaties die passen bij de kwaliteitseisen van bestaande en nieuwe bedrijven, is essentieel om het vestigingsklimaat te verbeteren, de bestaande werkgelegenheid te behouden en nieuwe werkgelegenheid te creëren. De verscheidenheid van deze locaties moet zodanig zijn, dat zowel lokale, regionale en internationale bedrijven zich gemakkelijk in Amstelveen kunnen vestigen. Amstelveen zal met name richten op behoud en het binnenhalen van kennisintensieve bedrijven. Mede door de economische crisis is er in de regio Amstelland-Meerlanden een fors overaanbod ontstaan aan bedrijven- en kantoorterreinen. Daarnaast zien we dat de markt voor kantoren en bedrijven zich ontwikkelt van een uitbreidings- naar een vervangingsmarkt. Fasering van het (plan)aanbod in de tijd is derhalve noodzakelijk om dreigende overschotten en prijsbederf te voorkomen. Dit betekent concreet dat Amstelveen in regionaal verband afspraken moet maken over de rol van bedrijventerrein De Loeten en Amstelveen Zuid. Dit kan gevolgen hebben voor inkomsten voortkomend uit de ontwikkeling van deze terreinen.
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 9
Amstelveen zal een samenhangend beleid ontwikkelen met betrekking tot de vitaliteit van de bestaande bedrijventerreinen in relatie tot de ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreinen. Dit is belangrijk, omdat een integraal beleid tot een verbetering van het vestigingsklimaat leidt. Het bedrijventerrein Bovenkerk is al aangepakt, maar nog niet op structureel niveau. Op bedrijventerrein Legmeer is de herstructurering in onderzoek. Om leegstand in kantoor- en bedrijfsruimten terug te dringen is de gemeente bereid constructief mee te denken over flexibiliteit in bestemmingen. Voor de langere termijn is het noodzakelijk om meer in te zetten op het creëren van een werkklimaat. Bedrijven worden steeds vluchtiger in hun vestigingsgedrag. Ze zoeken concentraties van hooggeschoolde, internationaal georiënteerde werknemers op. Voor Amstelveen betekent dit dat het accent moet worden verlegd naar citymarketing gericht op inhoud: vestig de aandacht op werkelijk onderscheidende kwaliteiten, bestaande of nieuwe. Naast een internationale oriëntatie dient ook fors geïnvesteerd te worden in het regionale arbeidsmarktbeleid, met name in het verbeteren van de aansluiting tussen onderwijs- en arbeidsmarkt en een verbetering van de matching tussen vacatures en werkzoekenden, zodat optimaal gebruik gemaakt kan worden van het aanwezige aanbod aan werkzoekenden. In dit kader ligt er ook een grote verantwoordelijkheid bij de werkgevers. Bedrijven hebben er alle belang bij om jong talent aan zich te binden. Ook de oudere en langdurige werkloze moet kansen krijgen, niet in de laatste plaats door middel van bijvoorbeeld loonkostensubsidie of activeringsmogelijkheden, zoals vrijwilligerswerk. Amstelveen is een stad met goede sociale voorzieningen. Financiële ombuigingen zullen de komende jaren niet ten koste gaan van mensen met een minimum inkomen. Een sluitende aanpak ter bestijding van armoede is noodzakelijk. Minimaregelingen blijven op peil en schuldhulpverlening en preventie geoptimaliseerd.
I.6. Wonen Voor de regio levert Amstelveen een belangrijke meerwaarde op het terrein van het wonen. Wel staat Amstelveen voor de korte en middellange termijn voor een herijking van het woonbeleid. De huidige Woonvisie is aan het einde van haar looptijd en door de kredietcrisis lopen opname, productie en doorstroming heel anders dan voorzien. Voorts zijn in onze politieke agenda ambities neergelegd die om heroverweging van bestaand beleid vragen. Uit voorstudies voor de nieuwe woonvisie blijkt dat de Amstelveense woningmarkt grondig is verstoord. Eigenlijk kan van een markt niet meer worden gesproken. Op alle relevante indicatoren scoort de Amstelveense woningmarkt, vooral in de goedkope huur, slechter dan de regio: de wachttijden voor een woning zijn langer, de doorstroming is geringer, de scheefheid groter, dit ondanks de nieuwbouw van de laatste jaren en ondanks het feit dat de kernvoorraad in balans is met de doelgroep. Nieuwbouw in die sector leidt niet tot een oplossing: het gaat niet om een tekort aan woningen, maar om een verdelingsvraagstuk. Voor de komende jaren wordt voluit ingezet op maatregelen, met de corporatie(s) als partner, die de doorstroming bevorderen en de scheefheid bestrijden. Buiten de goedkope huurwoningen in de pijplijn (ca 500) worden geen nieuwe goedkope huurwoningen meer in de plannen opgenomen. Daarnaast moeten woningbouwcorporaties investeren in de leefomgeving en veiligheid. De nieuwe keuzes voor het woningbouwprogramma moeten tevens, vanwege de financiële bijdrage aan de realisatie van maatschappelijk vastgoed, de gebiedsontwikkeling A9 en de bereikbaarheid programmatisch kritisch worden bezien. De inzet van de markt is daarbij uiteraard een bepalende factor.
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 10
Voor de woningvoorraad uit de jaren zestig en zeventig is een kwaliteitsverbetering en verduurzaming nodig, zodat deze categorie woningen courant blijft en aan de technische eisen van deze tijd voldoet. Amstelveen vergrijst. Hierdoor is het van belang dat er steeds meer rekening wordt gehouden met ouderen. Bijvoorbeeld door meer aanleunwoningen en seniorenappartementen te bouwen. Met het oog op de vergrijzing is bovendien de verbetering van de toegankelijkheid van woningen en voorzieningen voor ouderen van groot belang. De gemeente initieert en faciliteert en spreekt betrokken partijen aan op hun verantwoordelijkheid. Een andere bijzondere kwaliteit is het aanbod aan ontspannen, ruime woonmilieus op een steenworp afstand van de hoogstedelijke dynamiek van de Zuidas, het nieuwe zakelijke centrum van Amsterdam, en Schiphol. Het eigen karakter van deze woonmilieus kan echter sterker worden benadrukt. Voor de lange termijn oriënteert Amstelveen zich op het bieden van woonmogelijkheden voor mensen met uiteenlopende woonwensen in een internationaal georiënteerde omgeving. De stad biedt een breed palet aan woonmilieus, van dynamisch stedelijk (bijvoorbeeld bij openbaar vervoersknooppunten) tot rustig landelijk (bijvoorbeeld landgoedwonen). Op deze manier kan het (zeer) aantrekkelijke woonmilieu van Amstelveen als vestigingsfactor voor (internationale) bedrijven en kenniswerkers worden versterkt. Starters op de woningmarkt worden gesteund door starterleningen en door woningen in maatschappelijk gebonden eigendom aan te bieden, mogelijk op basis van erfpacht.
I.7. Verkeer en vervoer Bereikbaarheid is een van de belangrijkste kwaliteiten van Amstelveen. Behoud en versterking van deze van die kwaliteit vergt veel aandacht. De economische dynamiek en de hoge bevolkingsdichtheid stellen immers steeds hogere eisen aan de bereikbaarheid van Amstelveen en de Metropoolregio, zowel per auto als per openbaar vervoer. De huidige Amstelveense verkeer- en vervoersvisie zoekt de balans tussen economische dynamiek en een leefbare stad. Het accent ligt sterk op het verbeteren van het openbaar vervoer. Dit moet een volwaardig systeem van transport zijn, dat bijdraagt aan de interne en externe bereikbaarheid van Amstelveen. Doel is een systeem van ontsluitende en verbindende hoogwaardige (doorgaande) lijnen, dat onderdeel uitmaakt van het regionale netwerk. Daarnaast wordt ingezet op realisatie van een kernfietsnet in Amstelveen. Doorgaand verkeer, in het bijzonder vrachtverkeer,wordt zoveel mogelijk buiten Amstelveen omgeleid. Amstelveen zet in het bijzonder in op verkorting van reistijden per openbaar vervoer in de Metropoolregio. Amstelveen benut de ontwikkelpotenties voor commerciële en maatschappelijke functies bij OV-knooppunten/haltes en genereert daarmee tegelijkertijd vervoerswaarde Voor ouderen en gehandicapten wordt ingezet op verbeteren van de toegankelijkheid in het openbaar vervoer. De bereikbaarheid van Amstelveen aan de zuidzijde van de stad zal op termijn moeten worden verbeterd, onder andere door een ‘2x2 tot de A2’ van de N201. Voor het openbaar vervoer is de ambitie om Amstelveen goed aangesloten te laten zijn op het metropolitane netwerk. De ombouw van de Amstelveenlijn naar een volwaardige metroverbinding wordt onderzocht en kan hieraan, met inachtneming van het belang van een goed onderliggend lokaal netwerk, een belangrijke bijdrage leveren. Een HOV-knoop in het centrum van de stad, die de noord-zuid en oost-west lijnen verbindt, is een noodzakelijkheid.
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 11
I.8. Ruimte en Landschap Er is in Nederland en in verhoogde mate in de Metropoolregio Amsterdam, steeds meer druk op het buitengebied. Er zijn claims vanuit onder meer natuurontwikkeling, waterberging, recreatieve fiets- en wandelroutes, sportvoorzieningen en woningbouw. In Amstelveen zien we dit met name aan de oost en zuidkant van de stad terug. Juist in Amstelveen is de overgang en het contrast tussen stad en landschap een unieke kwaliteit. Om deze kwaliteit te behouden zijn verbetering van het stedelijk grondgebruik en het aantrekkelijk maken van het landschap voor de stedelijke recreant belangrijk. Opwaardering van het watersysteem zal de appreciatie van het groen verder doen toenemen. Aangezien ontwikkeling van ruimte en landschap veelal met andere overheden, organisaties en particulieren plaats vindt is regie op de ontwikkelingen nodig. Samenwerking is hierbij een belangrijk uitgangspunt. Voorbeeld hiervan is de intentieovereenkomst gesloten over het tegengaan van verrommeling van het landschap in de Amstelscheg. Dit moet leiden tot een bestuursakkoord begin 2011. Financiële mogelijkheden zij overigens wel bepalend voor de uitvoering en het tempo daarvan. Amstelveen heeft veel groen en water in de stad. De inzet is om de ecologische waarde en de gebruiks- en belevingswaarde hiervan te verbeteren. De teruglopende gemeentelijke inkomsten nopen evenwel tot herdefiniëring van de Amstelveense groenkwaliteit. Behoud van groenstructuur en groenbeleving zijn hierbij belangrijke uitgangspunten. Amstelveen biedt een breed palet aan aantrekkelijke, gedifferentieerde en regionaal onderscheidende woonmilieus die worden gekenmerkt door groen, ruimte en een optimale bereikbaarheid. In dit perspectief zullen ruimtelijke plannen die dit karakter aantasten en tot onwenselijke verdichting leiden niet worden uitgevoerd Met oog voor de belangen van de huidige bewoners, wil Amstelveen op de langere termijn niet alleen de lokale, maar ook de regionale en internationale vraag bedienen. Naast diversificatie en opwaardering van bestaande woonmilieus, dient daarom aandacht te worden besteed aan het ontwikkelen van nieuwe woonmilieus. Twee specifieke ruimtelijke ontwikkelingen verdienen nog extra aandacht. (Her)ontwikkeling woonwijken Om bestaande woonwijken vitaal te houden moet worden nagedacht over een gedifferentieerde aanpak van wijken en woningen. Dan gaat het naast goed beheer en onderhoud van de wijken vaak ook om invulling of herontwikkeling van vrije of vrijvallende locaties daarbinnen. Tot 2020 gaat het om circa vijftig over de stad verspreide locaties waar aanvullende woningbouw, bouw en herbouw van scholen en andere maatschappelijke wijkvoorzieningen een plaats moeten krijgen. Bij elkaar opgeteld gaat het hier om een groot project voor Amstelveen. Kwalitatief is de uitdaging om woningen en woonmilieus te realiseren die het profiel van de verschillende wijken ondersteunen, en daarmee de stad –zonder onwenselijke verdichting- als geheel sterker en herkenbaarder maken. Centrumstedelijke ontwikkeling (Stadshart, A9) De huidige positie van het Stadshart kenmerkt zich door een unieke combinatie van recreatief winkelen en culturele voorzieningen. Het Stadshart heeft een bovenlokale functie. Voor de korte termijn is het belangrijk om initiatieven te ondersteunen die bijdragen aan behoud en versterking van de kwaliteit van het Stadshart. Daarbij wordt ook gezocht naar een goede afstemming met het nieuwe HOV-knooppunt.
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 12
Met de ondertunneling van de A9 wordt de stad beter bereikbaar, de milieuoverlast van de snelweg vermindert, er komt een hoogwaardig openbaar vervoerknooppunt en er ontstaat in het midden van de stad een nieuw gebied om te ontwikkelen. De gemeenteraad heeft al een aantal hoofdlijnen voor de beleidsvisie vastgesteld die overeenkomen met de in dit document verwoorde visie : Amstelveense kwaliteiten behouden en metropolitane kansen benutten. Alvorens tot een uitgewerkte gebiedsvisie te komen moeten er evenwel nog tal van keuzen worden gemaakt. Hier zal de komende periode een aanvang mee worden gemaakt. Daarbij speelt dat de door de gemeente uit de gebiedsontwikkeling op te brengen bijdrage ad € 100 miljoen in het licht van economische crisis en de crisis op de vastgoedmarkt een te zware opgave is.
I.9. Maatschappelijke ontwikkeling Nederland maakt een ontwikkeling door van verzorgingsstaat naar participatiemaatschappij, gericht op het terugkrijgen van de ondernemende geest van het individu en de eigen verantwoordelijkheid. Dit betekent dat mensen meer dan voorheen gebruik (moeten) maken van hun eigen netwerken en andere sociale verbanden, zoals familie, buurt, kerk, politieke partij of vakbond. Dit raakt onder andere ook de functie van het welzijnsbeleid, waarin niet langer het aanbieden van activiteiten vanuit diverse accommodaties centraal staat. De nadruk ligt op het stimuleren van participatie en netwerkvorming. Niet de instellingen en de gebouwen maar sociale verbindingen staan centraal. Maatschappelijke participatie, zelfredzaamheid, eigen verantwoordelijkheid en een sterke sociale infrastructuur zijn leidend. Pas als blijkt dat mensen vanwege beperkingen niet zelf een voorziening met behulp van eigen sociale netwerken kunnen treffen is er een rol voor de overheid. Die rol uit zich door mensen te helpen (weer) zelf een voorziening te treffen of een sociaal en/of maatschappelijk netwerk te bouwen. Vanuit deze gedachte (aandacht en aanbod richten op diegenen die het niet zonder ondersteuning zullen kunnen) is de insteek in principe dat extra zorg en welzijn zich richt op de kwetsbare groepen en individuen en het vangnet vormt dat daarvoor nodig is. Uitgangspunt is dat de kwetsbare doelgroep wordt ontzien en ondersteund. In de gemeente zijn veel organisaties actief op het terrein van ontwikkeling, zorg en welzijn. Met sommige is er een directe (subsidie)relatie, andere staan meer op afstand. Wij zijn van mening dat er door het aanbrengen van coördinatie en samenhang nog veel voor de burgers te winnen is. Een opgave die gezamenlijk moet worden opgepakt, waarbij de gemeente een stimulerende rol wil vervullen. Maar het zijn ook met name de instellingen zelf die hierin verantwoordelijkheid dragen. Een voor bewoners vitale stad is er een waarin de bewoners goed toegang vinden tot kwalitatief goede scholen, sportverenigingen, culturele en maatschappelijke instellingen. Wij werken hier hard aan (o.a. schoolgebouwen) en zullen hier ook blijvend aandacht aan besteden. Dit neemt niet weg dat herbezinning onder de druk van de financiële schaarste noodzakelijk is. Efficiënt ruimtegebruik, voorkomen van overlap, samenwerking en profijtbeginsel zijn hierbij leidende principes. Algemene toegankelijkheid van voorzieningen weegt zwaarder dan individueel nut. Voor een vitale stad is de jeugd essentieel. Immers: de jeugd is de toekomst. Het is sociaal onaanvaardbaar en economisch onverantwoord dat in de Metropoolregio Amsterdam jongeren niet naar school gaan en geen werk hebben. Het streven is gericht op maximale arbeidsparticipatie van alle jongeren, nu en in de toekomst. Arbeidsparticipatie beschermt jongeren beter tegen sociale problemen zoals armoede, sociale uitsluiting, criminaliteit en integratieproblemen.
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 13
Doel blijft Amstelveen als stad waar iedereen mee kan doen. Een betrokken stad met kwaliteiten die door veel bewoners worden gekoesterd. En waar men zelf een bijdrage aan kan leveren. De burgers zelf vormen de kracht waarop de stad draait, de kracht die de stad levendig maakt.
I.10. Duurzame stad De urgentie om het tijdperk van de fossiele brandstoffen achter ons te laten, wordt inmiddels breed gedragen. Het komt er nu op aan om dit besef onderdeel te maken van ons dagelijks denken en handelen. In de bouw- en automobielsector wordt hard gewerkt aan duurzaam materiaalgebruik. Voor ruimtelijke projecten is het belangrijk te anticiperen op fysieke duurzaamheidmaatregelen. Dat vereist planning op regionale schaal en het opstellen van energievisies voor verschillende delen van het grondgebied. In het samenwerkingsverband met de A&M-gemeenten is een routekaart naar een energieneutrale regio in 2040 opgesteld. Op zes thema’s (gemeentelijk vastgoed, woningen, bedrijven, agrarische sector, verkeer en vervoer, duurzame energie) worden maatregelen voorgesteld om deze doelstelling te bereiken. De routekaart dient nog concreet te worden uitgewerkt. Amstelveen heeft haar ambities en maatregelen ook vastgelegd in het Milieuplan 2010. Wil Amstelveen haar trekkersrol in de A&M ambitie om in 2040 energieneutraal te zijn waarmaken, dan is een uitvoeringsprogramma met bijbehorend budget voor de periode na 2010 nodig In Amstelveen kent iedere gebouw- en gebiedsontwikkeling vanzelfsprekend een hoge duurzaamheidambitie, dat wordt uitgewerkt naar een ambitiedocument per plan. Plannen worden beoordeeld op de bijdrage aan de op Amstelland- en Meerlandenniveau afgesproken klimaatdoelstellingen. Specifieke aandacht gaat uit naar duurzame energie, duurzaam verkeer en vervoer en een zelfreinigend watersysteem. Amstelveen zoekt hiervoor de samenwerking met het Waterschap, energiebedrijven, Schiphol, de Greenport en woningcorporaties. Met de ontwikkeling naar duurzame zones waarin innovatie en kennis een belangrijke rol spelen, kan Amstelveen zich onderscheiden. Daarmee wordt duurzaamheid onderdeel van de ‘branding’ van Amstelveen.
I.11. Financiën De kaders voor het gemeentelijk financiële beleid in de komende jaren worden in belangrijke mate bepaald door de als gevolg van de economische crisis sterk teruglopende inkomsten, zowel eenmalig (o.a. teruglopende grondexploitaties) als structureel (o.a. vermindering gemeentefonds en specifieke bijdragen). Om de gemeentebegroting sluitend te krijgen zal er aanzienlijk bezuinigd moeten worden, zowel op taken als op de gemeentelijke organisatie. Daarnaast blijkt dat de in de vorige paragrafen genoemde ontwikkelingen, bestuurlijk aangegane verplichtingen en geformuleerde ambities op zowel de korte als lange termijn een substantiële middelenbehoefte met zich meebrengen. Een belangrijk deel van de benodigde middelen moet nog worden gevonden/gerealiseerd. Gelet op de omvangrijke bezuinigingstaakstellingen is het illusoir te veronderstellen dat binnen de gemeentebegroting door extra ombuigingen extra geld voor genoemde projecten/ontwikkelingen kan worden gevonden. Dit betekent dat op andere wijze dekking voor genoemde ontwikkelingen/projecten moet worden gevonden, dan wel dat er middels een bestuurlijke heroverweging ambities moeten worden bijgesteld. Het is goed om ons daarbij te realiseren dat de tijdstippen waarop de financiële middelen benodigd zijn in de tijd zijn gespreid.
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 14
Wat betreft de kosten gaat het indicatief om grote projecten als de scholenbouw (2 à 15 miljoen euro), bereikbaarheid (15 à 20 miljoen euro) en de A9 (20 à 25 miljoen euro). Met betrekking tot de opbrengsten is er medio dit jaar een indicatieve doorrekening gemaakt van nog te realiseren grondexploitaties (exclusief Zone A9). In orde van grootte wordt met de nodige onzekerheden en risico’s een opbrengst van 35 a 45 miljoen becijferd. Kortom: Het is alle hens aan dek om via ombuigingen en bezuinigingen een structureel evenwichtige begroting te realiseren; Voor het realiseren van alle bestuurlijk gecommitteerde verplichtingen/projecten en ambities is veel geld nodig dat (groten) deels nog moet worden verdiend; De begroting biedt geen ruimte om substantieel extra ruimte te vinden door extra ombuigingen; Dekking voor de verplichtingen en ambities kan derhalve alleen uit “zachte/onzekere” grondopbrengsten komen dan wel OZB verhoging. Vorenstaande betekent allereerst dat de uitvoering en realisatie van de verplichtingen en ambities met “gepaste bescheidenheid” moet plaatsvinden. Daarnaast moet getracht worden het risicoprofiel naar beneden bij te stellen (bijvoorbeeld verminderen bijdrage A9) en grondopbrengsten/suppleties te optimaliseren. Ten slotte zijn wij van mening dat het onverantwoord is om de onbenutte belastingcapaciteit nu in te zetten, aangezien dit het laatste financiële vangnet wegneemt. Met deze capaciteit kunnen wij immers toekomstige risico’s afdekken zonder dat we draconisch hoeven te snijden in ons voorzieningenniveau.
I.12. Samenvatting
Amstelveen houdt vast aan de bestaande kernwaarden en visie op de stad en zet in op het behouden en indien noodzakelijk versterken van de daarin benoemde kwaliteiten.
Amstelveen levert een bijdrage aan de metropoolregio door kansen te benutten die nieuwe kwaliteiten aan de stad toevoegen.
Zonder het perspectief op de lange termijn uit het oog te verliezen richten we onze inspanningen op de korte termijn en op het oplossen van lokale vraagstukken.
Amstelveen onderschrijft de ambitie van de Metropoolregio Amsterdam om tot de selecte groep van Europese Global Business Gateways te behoren. Het bieden van voldoende passende werklocaties voor zowel lokale, regionale als internationale bedrijven en het revitaliseren van bestaande bedrijventerreinen zijn hiertoe belangrijke speerpunten.
Naast een internationale oriëntatie dient ook fors geïnvesteerd te worden in het regionale arbeidsmarktbeleid, met name in het verbeteren van de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt en een verbetering van de matching tussen vacatures en werkzoekenden, zodat optimaal gebruik gemaakt kan worden van het aanwezige aanbod aan werkzoekenden.
Maximale arbeidsparticipatie van alle jongeren, nu en in de toekomst is noodzakelijk. Arbeidsparticipatie beschermt jongeren beter tegen sociale problemen zoals armoede, sociale uitsluiting, criminaliteit en integratieproblemen.
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 15
Op het terrein van het wonen ligt de prioriteit bij het bestrijden van de scheefheid en het bevorderen van doorstroming. Daarnaast worden kwaliteitsverbetering en verduurzaming van de bestaande voorraad bevorderd. Voor de lange termijn oriënteert Amstelveen zich op het bieden van woonmogelijkheden voor mensen met uiteenlopende woonwensen in een internationaal georiënteerde omgeving.
Amstelveen verbetert de kwaliteit van het verkeer- en vervoersnetwerk en benut ontwikkelpotenties van vervoersknooppunten. Voor het openbaar vervoer is de ambitie om Amstelveen goed aangesloten te laten zijn op het metropolitane netwerk en een daarop toegesneden lokaal netwerk.
Amstelveen biedt een breed palet aan aantrekkelijke, gedifferentieerde en regionaal onderscheidende woonmilieus die worden gekenmerkt door groen, ruimte en een optimale bereikbaarheid. In dit perspectief zullen ruimtelijke plannen die dit karakter aantasten en tot onwenselijke verdichting leiden niet worden uitgevoerd
Amstelveen is een voor alle bewoners vitale stad waarin iedereen goed toegang vinden tot kwalitatief goede maatschappelijke voorzieningen. Maatschappelijke participatie, zelfredzaamheid, eigen verantwoordelijkheid en een sterke sociale infrastructuur zijn leidend. Pas als blijkt dat mensen vanwege beperkingen niet zelf een voorziening kunnen treffen is er een rol voor de overheid. Uitgangspunt is dat de kwetsbare doelgroep wordt ontzien en ondersteund. Een sluitende aanpak ter bestrijding van armoede is noodzakelijk.
Amstelveen onderschrijft de in het samenwerkingsverband met de A&M-gemeenten geformuleerde ambitie om tot een energieneutrale regio in 2040 te komen. Op zes thema’s (gemeentelijk vastgoed, woningen, bedrijven, agrarische sector, verkeer en vervoer, duurzame energie) worden maatregelen ontwikkeld om deze doelstelling te bereiken.
Vanuit financieel perspectief zal de realisatie van verplichtingen en ambities met gepaste bescheidenheid” moeten plaatsvinden. Daarnaast moet het risicoprofiel naar beneden worden bijgesteld (bijvoorbeeld verminderen bijdrage A9) en grondopbrengsten/suppleties geoptimaliseerd. De onbenutte belastingcapaciteit blijft als buffer voor toekomstige ontwikkelingen beschikbaar.
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 16
Bijlage Uitwerking kernwaarden
Ondernemend Amstelveen is gericht op actie en toegevoegde waarde. De stad biedt van oudsher ruimte aan ondernemend initiatief van burgers, bedrijven en organisaties; een “entrepreneurial society”. Amstelveen bezit een scherpe neus voor een veranderende omgeving en (maatschappelijke, sociale) trends. En weet daarop in te spelen. Dat betekent voor de gemeentelijke organisatie dat de lijnen van plannen naar resultaat kort zijn: gebaseerd op heldere keuzes en doorzettingskracht van alle partijen. Gastvrij Amstelveen ziet zichzelf als deel van een grensoverschrijdend groter geheel. Amstelveen bestaat uit een grote nationaliteitenmix, een open samenleving die aan alle inwoners een grote verscheidenheid biedt aan activiteiten en (leef)stijlen en ondersteuning aan diegenen die dat nodig hebben. Amstelveen heeft een rijke geschiedenis waar het gaat om het aangaan van internationale verbanden en het bieden van een bijpassende werk, verblijf en mobiliteitsomgeving. Duurzaam Duurzaam betekent dat al het handelen is gericht op het verbeteren van kwaliteit van leven, gezondheid, de leefomgeving en het veiligstellen ervan voor komende generaties. Duurzaamheid wordt leidend voor alle plannen en acties van de gemeente, van burgers en bedrijven. De gemeente ziet zichzelf daarin als de duurzaamheidmotor. Betrokken Betrokkenheid draait vooral om de relatie tussen de individuele burger en zijn maatschappelijke omgeving. Investeren in de betrokkenheid binnen en tussen gemeenschappen, maakt individuen binnen hun netwerk sterker en zelfstandiger. De betrokken overheid moedigt het ontstaan van sociale netwerken aan – met aandacht voor iedere inwoner in elke omstandigheid.
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 17
II. Projectbladen Bestuurlijke Speerpunten College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 18
Programma: Bestuur en bevolking Projectnummer: Portefeuillehouder: Programmatrekker: 1.1
Van Zanen
C. Mensinga/A. Lamers
Verantwoordelijke afdeling/bedrijf: Staf/Publiekszaken/FB/Beleid Wijkbeheer
Wat willen we bereiken in 2010-2014: Goede dienstverlening, deregulering en een breed draagvlak voor bestuurlijke keuzen.
Wat gaan we daarvoor doen (prestatie-indicatoren): 2011 x
2012 x
2013 x
2014 x
2. Burgers en bedrijven meer betrekken bij beleidsontwikkeling door middel van onderzoek naar inzet nieuwe instrumenten voor participatie.
x
x
x
x
3. Een heldere positionering van de wijkplatforms, afbakening t.o.v. participatie rond ruimtelijke projecten en herziening van het convenant.
x
4. Minder belemmerende regels voor burgers en bedrijven.
x
1. De toegang tot gemeentelijke diensten goed regelen, zowel fysiek, digitaal als geografisch.
Realisatiewijze (acties) in 2011 met planning Nummer prestatie 1.
Omschrijving realisatiewijze
College, raad of uitvoering
1.1. Onderzoek mogelijkheden verbetering samenwerking met woningcorporaties op het gebied van de dienstverlening. 1.2. Verdere uitvoering geven aan de inrichting van een Klant Contact Center. 1.3. Verdere koppeling van de basis registraties en het perfectioneren van de digitale dienstverlening.
Kwartaal
Uitvoering
2.
2.1. Organiseren van bedrijfsbijeenkomsten. 2.2. Organiseren van ontmoetingen tussen burgers en raadsleden.
Uitvoering
3.
Traject wijkplatforms is gestart. Resultaten van dit onderzoek worden verwerkt in aangepast convenant.
Collegebesluit
4.
Deregulering; administratieve lasten verlichting met betrekking tot vergunningverlening en ontheffing en RO procedures.
Uitvoering
1
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 19
Financiën
Wat gaat het kosten: De acties betreffen uitsluitend ambtelijke capaciteitsinzet.
Kritische succesfactoren: 1. Bereidwilligheid samenwerkingspartners 2. Landelijke wet- en regelgeving
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 20
Programma: Projectnummer:
Openbare orde en veiligheid Portefeuillehouder: Ambtelijk trekker:
2.1
Van Zanen
R. Van der Laan/F. Voorbij
Verantwoordelijke afdeling/bedrijf: Beleid/VKH
Wat willen we bereiken in 2010-2014: De veiligheid in de stad vergroten en overlast beperken.
Wat gaan we daarvoor doen (prestatie-indicatoren):
2011
2012 2013 2014
1. Overlast in de openbare ruimte wordt proactief en doortastend aangepakt. x
x
x
X
2. Bevorderen dat de operationele sterkte van de politie gehandhaafd blijft en mogelijk wordt vergroot, dat er ‘s nachts minimaal 2 auto’s in de gemeente aanwezig zijn en voorts de eigen inzet van de gemeente minimaal handhaven. x
x
x
X
x
x
x
X
x
x
x
X
x
x
x
x
x
X
x
x
x
X
3. Schade aan eigendommen van de gemeente verhalen op daders of hun ouders. 4. In beslagname van scooters bij herhaald verkeerd gedrag. 5. Voortzetting Keurmerk Veilig Ondernemen, project Stop overvallen en de regeling Kleine Veiligheidsprojecten. x
X
6. Slim gebruik van cameratoezicht. 7. Alle nieuwbouwwoningen uitrusten met een Politiekeurmerk Veilig Wonen. 8. Stimuleren dat woningbouwcorporaties meer investeren in leefbaarheid en veiligheid. x
x
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 21
Realisatiewijze (acties) in 2011 met planning Nummer prestatie 6
Omschrijving realisatiewijze implementatieplan toepassing cameratoezicht
College, raad of Kwartaal uitvoering College 1
3
Uitvoering plan van aanpak vernielingen
Uitvoering
2,4,5,7
Betreft uitvoering bestaand beleid
Uitvoering
1
Werving straat coaches en bikers Inzet gezinsaanpak Handhaving alcohol en drugs in handhavingsprogramma Ontwikkeling veiligheidshuis
College College College
1 1 3
College
1
Financiën
Wat gaat het kosten: € 100.000 voor slim cameratoezicht € 25.000 voor Keurmerk Veilig Ondernemen € 250.000 straatcoaches € 50.000 gezinstrajecten € 70.000 handhaving alcohol en drugs € 50.000 ontwikkeling veiligheidshuis Wijze van dekking: t.l.v. budget nieuw/versterkt beleid Kadernota 2011. De kosten voor de uitvoering van punt 7 worden betrokken bij de uitvoering van ruimtelijke projecten. Overige actiepunten betreffen uitsluitend ambtelijke capaciteitsinzet.
Kritische succesfactoren: De bezuinigingen op regionaal (centrum gemeente en stadsregio) en landelijk niveau kunnen consequenties hebben voor de inzet en capaciteit van veiligheidspartners als politie justitie.
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 22
Programma: Projectnummer:
Bereikbaarheid en mobiliteit Portefeuillehouder: Ambtelijk trekker:
3.1
Levie
W. Wieffering/A. van Rijn
Verantwoordelijke afdeling/bedrijf: Beleid/ROP/CBT
Wat willen we bereiken in 2010-2014: De bereikbaarheid van, leefbaarheid in en verkeersveiligheid in Amstelveen duurzaam en structureel verbeteren.
Wat gaan we daarvoor doen (prestatie-indicatoren):
2011 1. Onderzoek doen naar mogelijkheden voor een betere verkeersafwikkeling in Amstelveen vanuit het zuiden. De verkeersbehoeften als gevolg van de bouw in Westwijk, Nieuw-Oosteinde en Uithoorn in kaart brengen 2. Bevorderen opwaardering N201 tot 2x2 rijstroken.
2012
x
2013
2014
x x
x
x
x
x
x
x
x
5. Zorgen voor goed onderhouden fietspaden in Amstelveen
x
x
x
6. Dagrand-distributie (verder) implementeren
x
x
7. Verkeersvoorzieningen
x
x
3. Bevorderen dat andere partners participeren bij grote infrastructurele projecten.
x
4. Zorgen voor verkeersveilige fietspaden in Amstelveen.
x
x
Realisatiewijze (acties) in 2011 met planning Nummer prestatie 3.
Omschrijving realisatiewijze
4.
Verkeersmaatregelen i.v.m. de fiets binnen beschikbaar budget
Uitvoering
5.
Conform bestaande beheerssysteem
Uitvoering
6.
In overleg met VAD / OA en de Stadsregio Amsterdam haalbaarheid van verder implementeren onderzoeken
Uitvoering
7.
Uitvoering kleine verkeersvoorzieningen
Uitvoering
Overleg met de Stadsregio voor subsidiebijdragen aan infrastructurele projecten, overleg met buurgemeenten, Stadsregio, provincie over regionale infrastructuur
College, raad of uitvoering Uitvoering
Kwartaal
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 23
Financiën
Wat gaat het kosten: Ad 4. € 100.000/jaar conform Nota Fiets en latere besluitvorming (verkeersveiligheid fietsers en verbeteren hoofdnet fiets) Ad 7. € 250.000/jaar Overige actiepunten betreffen uitsluitend ambtelijke capaciteitsinzet. Wijze van dekking: 4. Nota Fiets: onderhoud fietspaden uit bestaand budget 7. Dekking t.l.v. budget nieuw/versterkt beleid Kadernota 2011. Met het wegvallen van projectbudgetten (kwaliteitsimpulsgelden) voor verkeer bestaat behoefte aan een structureel budget verkeersvoorzieningen, zoals oversteekplaatsen etc. Dit omdat de uitvoering van projecten en andere maatschappelijke ontwikkelingen in de praktijk steeds opnieuw verkeerskundige aanpassingen (doorstroming en verkeersveiligheid) vragen, die vallen buiten de scope van specifieke (project)budgetten.
Kritische succesfactoren: Medewerking van betrokken partners.
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 24
Programma: Projectnummer:
Bereikbaarheid en mobiliteit Portefeuillehouder: Ambtelijk trekker:
3.2
Levie
W. Wieffering/ A. van Rijn/ M. Boerma/ M.Olman
Verantwoordelijke afdeling/bedrijf: Beleid/ROP/CBT/ Projectorganisatie Zone A9
Wat willen we bereiken in 2010-2014: Hoogwaardige OV-verbindingen naar en binnen Amstelveen.
Wat gaan we daarvoor doen (prestatie-indicatoren):
2011
2012 2013 2014
1. Bevorderen dat het fijnmazig OV-net in Amstelveen gehandhaafd blijft en duurzame verbindingen met onder meer Schiphol worden gerealiseerd. In 20012 een beslissing nemen over doortrekking van de Noord/Zuidlijn waarbij het fijnmazige net minimaal op hetzelfde niveau gehandhaafd moet blijven. x
x
x
x
x
x
x
x
x
2. Onderzoek naar realisatie van ongelijkvloerse kruisingen bij de Beneluxbaan t.b.v. bebouwing en een kruisingsvrij metrotracé. x
3. De toegankelijkheid van het OV (voor ouderen en gehandicapten) verbeteren. 4. Schone, veilige wachtruimtes en parkeergelegenheden en zo nodig voorzieningen voor ouderen en gehandicapten bij haltes van het OV realiseren.
Realisatiewijze (acties) in 2011 met planning Nummer prestatie 1.
Omschrijving realisatiewijze
1.
Stadsregionaal onderzoek naar diverse HOV verbindingen dóór Amstelveen bijwonen.
Uitvoering
1/2.
Voorbereiding besluitvorming o.b.v. onderzoek van stadsregionaal Projectbureau Ombouw Amstelveenlijn (‘M51’) naar inpassing van een kruisingsvrij metrotracé op de Amstelveenlijn.
Uitvoering
In afstemming met de Stadsregio Amsterdam toewerken naar kaders waaraan onderliggend OV net moet voldoen bij ingebruikname volwaardige metroverbinding op de Amstelveenlijn.
College, raad of uitvoering Raad
Kwartaal 23-3
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 25
Financiën
Wat gaat het kosten: Voor openbaar vervoer en verkeer wordt een middelenbehoefte van 15 à 20 miljoen euro ingeschat. Wijze van dekking: Ten aanzien van bereikbaarheid is sprake van ontwikkelingen en geformuleerde ambities die zowel op korte als op lange termijn een substantiële middelenbehoefte met zich meebrengen. Een substantieel deel van de benodigde middelen moet nog worden gevonden/gerealiseerd, dan wel moeten via bestuurlijke heroverweging ambities worden bijgesteld.
Kritische succesfactoren: 1. Voldoende middelen van de betrokken overheden voor de realisatie 2. Concessie A&M wordt vóór ingebruikname metro op Amstelveenlijn opnieuw aanbesteed, eisen (H)OV kunnen worden opgenomen in Programma van Eisen van de concessie A&M
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 26
Programma: Projectnummer:
Bereikbaarheid en mobiliteit Portefeuillehouder: Ambtelijk trekker:
3.3
Raat
M. Olman
Verantwoordelijke afdeling/bedrijf: Projectorganisatie Zone A9
Wat willen we bereiken in 2010-2014: Een doelmatige, realistische en duurzame uitvoering van het project A9.
Wat gaan we daarvoor doen (prestatie-indicatoren):
2011 2012 2013 2014 1. Afronden van de gebiedsvisie Zone A9 waarin o.a. de volgende uitgangspunten worden meegenomen: - erop toezien dat de uitvoering van de zone A9 zal leiden tot betere luchtkwaliteit en minder geluidoverlast; - de ontwikkeling van de zone A9 richten op verhoging van de kwaliteit van de stad en trachten de zone energieneutraal in te richten; - het plangebied terugbrengen tot de daadwerkelijk vrijkomende bouwruimte en hierop gebaseerd nieuwe calculaties maken. Dit als kader voor korte- en middenlange termijn beslissingen voor zowel gebiedsontwikkeling zone A9 als A9 tunnel, HOV station Amstelveen Centrum, Stadshart en het creëren van metrokwaliteit op de Amstelveenlijn (alleen ongelijkvloerse kruisingen) X
X
n.b. De Ombouw Amstelveenlijn valt formeel onder de projectorganisatie zone A9 maar staat opgenomen in blad 3.2 i.v.m. de verwevenheid met de portefeuille OV
Realisatiewijze (acties) in 2011 met planning Nummer prestatie 1.
Omschrijving realisatiewijze.
College, raad of uitvoering Raad
1.
Samenwerkingsovereenkomst sluiten met het Rijk
Onderdeel van de Gebiedsvisie Zone A9 Amstelveen.
Raad
Kwartaal 23-3
23-3
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 27
Financiën
Wat gaat het kosten: Zone A9: kosten projectorganisatie Zone A9 Amstelveen Wijze van dekking: Zone A9: kosten projectorganisatie Zone A9 Amstelveen uit bestaand budget
Kritische succesfactoren: 1. Goede samenwerking met Rijkswaterstaat 2. Overeenstemming verkrijgen t.a.v. financiering en uitvoering 3. Flexibiliteit in planontwikkeling om maximaal in te spelen op (toekomstige) marktontwikkeling
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 28
Programma: Projectnummer:
Onderwijs Portefeuillehouder:
4.1
Raat
Ambtelijk trekker: E. van Rekum/H. Marijt
Verantwoordelijke afdeling/bedrijf: Beleid/Vastgoed
Wat willen we bereiken in 2010-2014: Goed onderwijs voor elke leerling.
Wat gaan we daarvoor doen (prestatie-indicatoren):
2011 2012 2013 2014 1. Duidelijkheid scheppen over de eigen verantwoordelijkheid van scholen. x 2. Geen schoolfusies toestaan en zo mogelijk scholen opsplitsen in kleinere units. x 3. Zorgdragen dat elk Amstelveens kind naar de gewenste Amstelveense school kan. x 4. Snelle en financieel verantwoorde uitvoering van het huisvestingsplan voor de scholen. x
x
x
x
5. Maatregelen nemen die leiden tot lager schoolverzuim. x 6. Stimulering van vernieuwing en talentontwikkeling om de onderwijskansen van scholieren te verbeteren
x
x
x
x
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 29
Realisatiewijze (acties) in 2011 met planning Nummer prestatie 1,2,3
Omschrijving realisatiewijze
4
Betreft uitvoering bestaand beleid op basis van gewijzigde verordening
Uitvoering
4
Intensief overleg met ouders, medezeggenschapsraden en schoolbesturen
Uitvoering
5
Afhankelijk van uitkomst onderzoek invoeren nieuw regionaal registratiesysteem leerplicht/rmc
Uitvoering
5
Stimuleren (intensiveren) Zorg Advies Team (ZAT) op ROC (conform VO)
Uitvoering
5
Instellen van leerplichtspreekuren op ROC (conform VO)
Uitvoering
5
Absentiecontroles/intensivering toezicht op ROC
Uitvoering
5
Inzet nieuw instrument bij trajectbegeleiding RMC (ROC traject)
Uitvoering
5
Intensivering controle schoolloopbaan van uitstromende VMBO-ers (in overleg met schoolbesturen) Stimuleringsregeling voor scholen
Uitvoering
6
Overleg met samenwerkingsverbanden/besturen onderwijs over o.a. schaalgrootte en kernprocedure
College, raad of uitvoering Uitvoering
Kwartaal
Uitvoering
Financiën
Wat gaat het kosten: ad. 4: 67 à 80 miljoen euro Wijze van dekking: Ad.4: Voor de komende jaren staan grote investeringen in onderwijshuisvesting op de rol, die worden gedekt via het investeringsfonds onderwijshuisvesting. Voor de 1e tranche met een omvang van 35 miljoen euro is de dekking inmiddels hard geregeld en zijn de middelen beschikbaar gesteld. Dit betreft Panta Rhei, Palet Noord, Michiel de Ruyter, Orion en Amstelveen College. Voor de 2e tranche zijn de voorbereidingen in volle gang. Afhankelijk van nog te maken keuzes heeft de 2e tranche een omvang van 32 à 45 miljoen euro, waarvoor op dit moment 30 miljoen euro aan harde dekking beschikbaar is. De 2e tranche betreft Eerste Montessori, Tweede Montessori/Parcival, Roelof Venema, Triangel/Eykman, Westwijzer, M.L. King en Piet Hein. Overige actiepunten betreffen uitsluitend ambtelijke capaciteitsinzet.
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 30
Kritische succesfactoren: 1. Medewerking van het onderwijs bij de uitvoering van (in overleg nog vast te stellen) maatregelen om gestelde doelen te bereiken. 2. De reikwijdte van de bevoegdheid van de gemeente om tot maatregelen over te gaan. Deze bevoegdheid is beperkt. 3. Tijdige en adequate verzuimmelding door het onderwijs is essentieel om schoolverzuim aan te pakken. 4. Instemming belanghebbenden met eventuele wijzigingen bestemmingsplannen en verlening bouwvergunning.
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 31
Programma: Projectnummer:
Persoonlijke ontplooiing Portefeuillehouder:
5.1
J.E. Levie
Ambtelijk trekker:
Verantwoordelijke afdeling/bedrijf: L. Reuters/M. Zweers Beleid/Vastgoed
Wat willen we bereiken in 2010-2014: Voldoende en kwalitatief goede faciliteiten voor de breedtesport tegen de laagst mogelijke kosten.
Wat gaan we daarvoor doen (prestatie-indicatoren):
2011
2012 2013 2014
1. Geen verdere bebouwing op de sportcomplexen Janselaan Oost en West tenzij het gaat om de bouw van nieuwe clubhuizen ter vervanging van oude. x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
2. De Emergohal renoveren, ook als accommodatie voor topsport gebruiken en het onderhoud structureel regelen. x 3. Aankopen en aanbestedingen kritisch onder de loep nemen. x 4. Inventarisatie van de afspraken met en wensen van sportverenigingen. x 5. Onderzoek naar de haalbaarheid van de 1/3 regeling. x 6. Zorgen voor meer samenwerking tussen sportverenigingen en andere maatschappelijke organisaties, multifunctioneel gebruik van accommodaties en voorkoming van overlap in het aanbod. 7. Realisering van kleinschalige faciliteiten voor breedtesport in de wijken. 8. Zorgen voor een heldere verdeling van verantwoordelijkheden tussen de SAS en de gemeente. x 9. De ongelijkheid tussen sportverenigingen met eigen en zonder eigen velden opheffen.
x
10. Duurzame instandhouding sportvelden
x
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 32
Realisatiewijze (acties) in 2011 met planning Nummer prestatie 1, 3, 6, 7.
Omschrijving realisatiewijze Betreft uitvoering beleid.
College, raad of uitvoering Uitvoering
Kwartaal
2.
(Onderzoek) renovatie Emergohal.
Raad
4.
Inventarisatie afspraken en wensen en plan van aanpak opstellen.
College
4
5.
Uitvoeren onderzoek naar 1/3 regeling.
College
2
8.
Analyse SAS opstellen en verdeling van verantwoordelijkheden vastleggen.
College
1
9.
Onderzoek naar mogelijke oplossingen om ongelijkheid tussen verenigingen op te heffen.
Raad
10.
Aanleg nieuwe en vervanging bestaande (kunst) grasvelden
Uitvoering
23-3
14-12
Financiën
Wat gaat het kosten: Actie 2. € 0,1 miljoen per jaar structureel voor instandhouding Emergohal plus € 1,5 miljoen eenmalige investering Emergohal. Actie10. Voor 2011 en 2012 wordt nog een omvorming van één grasveld voorzien. Wijze van dekking: Bestaande budgetten voor duurzame instandhouding. Overige actiepunten betreffen uitsluitend ambtelijke inzet.
Kritische succesfactoren: Draagvlak bij sportverenigingen in het kader van samenwerking met andere maatschappelijke organisaties.
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 33
Programma: Projectnummer:
Maatschappelijke participatie Portefeuillehouder: Ambtelijk trekker:
6.1
Koops-Scheele/Raat
J. Langeveld/E. Leijen
Verantwoordelijke afdeling/bedrijf: Beleid
Wat willen we bereiken in 2010-2014: Doelmatige en doeltreffende welzijnsvoorzieningen voor jong en oud.
Wat gaan we daarvoor doen (prestatie-indicatoren):
2011
2012 2013 2014
1. Zorgen voor meer samenwerking tussen wijk- en buurtcentra, welzijnsinstellingen en andere maatschappelijke organisaties en voorkoming van overlap in het aanbod (zie ook onder 5.1). x 2. Nieuwe maatschappelijke voorzieningen alleen bouwen in de plaats van vrijkomende andere maatschappelijke ruimtes of gebouwen zodat verdichting wordt tegengegaan. x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
3. De toegankelijkheid van publieke voorzieningen voor ouderen en gehandicapten verbeteren. 4. Zorgen voor drugsvrije jongerencentra die toegankelijk zijn voor meerdere doelgroepen. x
x
5. Jongeren die dreigen te ontsporen op het juiste spoor brengen, waarbij ouders hun eigen verantwoordelijkheid voor de opvoeding van hun kinderen nemen. x
x
x
x
x
x
6. Meer kinderopvang en buitenschoolse opvang en kortere wachtlijsten. x
x
7. Programma aanbod jeugdcentra afstemmen op doelgroepen 8. De projecten in het kader van Jeugd en Veiligheid worden voortgezet.
x
x
x
x
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 34
Realisatiewijze (acties) in 2011 met planning Nummer prestatie 1
Omschrijving realisatiewijze Wijkarrangementen (met name Vita en Cardanus)
College, raad of uitvoering Uitvoering
2
Uitgangspunt voor planvorming
Uitvoering
3
Betreft uitvoering bestaand beleid
Uitvoering
4
Drugsvrije centra reeds gerealiseerd per 2010
Uitvoering
4,7
Herinrichting jongerenwerk
Raad
5,8
Uitvoering programma jeugd en veiligheid
Uitvoering
5
Opvoedingsondersteuning wordt meegenomen in ontwikkeling CJG
Uitvoering
6
Middels de monitor kinderopvang wordt behoefte aan kinderopvangplaatsen gemonitord.
Uitvoering
Kwartaal
14-12
Financiën
Wat gaat het kosten: Betreft uitsluitend ambtelijke capaciteitsinzet.
Kritische succesfactoren: Omslag werkwijze en cultuur van instellingen
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 35
Programma: Projectnummer:
Maatschappelijke participatie Portefeuillehouder: Ambtelijk trekker:
6.2
Koops-Scheele
J. Langeveld/E. Leijen
Verantwoordelijke afdeling/bedrijf: Beleid/SV
Wat willen we bereiken in 2010-2014: Behoud van goede sociale voorzieningen en verbetering van de jeugdzorg.
Wat gaan we daarvoor doen (prestatie-indicatoren):
2011 2012 2013 2014
1. Het Wmo-beleid afstemmen op de verschraling van de AWBZ en de aanzienlijke vermindering van het Wmo-budget. x 2. Facilitering van de verwachte toename van het beroep op minimaregelingen. x
x
x
x
3. De verantwoordelijkheid voor Bureau Jeugdzorg regionaal oppakken en afstemmen met de taak van de Centra voor Jeugd en Gezin met specifieke aandacht voor de Amstelveense situatie x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
4. Voor (toekomstige) ouders laagdrempelige cursussen opvoedingsondersteuning aanbieden. x 5. Zorgen voor zo veel mogelijk directe hulp voor het kind en zo min mogelijk indicatie momenten. x 6. Zorgen dat kindermishandeling en pesten beter worden herkend en aangepakt. x 7. Aanpak van alcohol- en drugsgebruik onder jongeren. x 8. Facilitering van de verwachte toename van het beroep op schuldhulpverlening, waarbij rekening wordt gehouden met de wettelijke verkorting van de wachttijd van 6 naar 4 weken. x
x
x
X
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 36
Realisatiewijze (acties) in 2011 met planning Nummer prestatie 1
Omschrijving realisatiewijze Uitvoering regeling ondersteunende begeleiding
College, raad of uitvoering Uitvoering
2
Voortzetting huidig beleid
Uitvoering
3,5
Planning afhankelijk besluitvorming Rijk rondom stelsel jeugdzorg
4
Subsidie diverse instellingen waaronder de Stichting Opvoeding en Training
Uitvoering
4
Subsidie project Positief Pedagogisch Programma (opvoedingssystematiek)
Uitvoering
6
Reflectie en Actiegroep Aanpak Kindermishandeling: aanpak kindermishandeling i.s.m. stadsregio
Uitvoering
7
Uitvoeringsplan preventie alcohol en drugs
Uitvoering
8
Effectuering verkorting behandeltermijn
Uitvoering
Kwartaal
Financiën
Wat gaat het kosten: preventie alcohol en drugs € 40.000 Wijze van dekking: Dekking € 40.000 ten laste van budget nieuw/versterkt beleid Kadernota 2011 Overige kosten worden gedekt binnen Wmo budget / GGD budget / brede doeluitkering / middelen CJG. Overige acties betreffen uitsluitend ambtelijke capaciteitsinzet.
Kritische succesfactoren: 1. Landelijke ontwikkeling bijv. rond jeugdzorg 2. Verdere toename aanvragen door economische recessie
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 37
Programma: Projectnummer:
Ruimte en wonen Portefeuillehouder:
7.1
Groot
Ambtelijk trekker:
Verantwoordelijke afdeling/bedrijf: A. Blok/C. Overwater Beleid/ ROP
Wat willen we bereiken in 2010-2014: Verduurzaming van de (bestaande en nieuwe) gebouwde omgeving
Wat gaan we daarvoor doen (prestatie-indicatoren):
2011 2012 2013 2014 1. Stimulering van milieuvriendelijk, energiezuinig en veilig (ver) bouwen. x 2. Uitvoering motie Rendabel sparen op energie en onderhoud. x 3. Bevorderen dat woningbouwverenigingen investeren in het verduurzamen van hun woningvoorraad. x
x
x
x
Realisatiewijze (acties) in 2011 met planning Nummer prestatie 1
Omschrijving realisatiewijze
1
Vaststellen beleidsregel energiebesparing; ten behoeve van inzet bestaande provinciale subsidie (ISV 3)
College
2
Vaststellen uitvoeringsstrategie motie
Raad
3
Monitoring prestatieafspraken duurzaamheid
Uitvoering
Provinciale subsidie energiebesparende maatregelen bestaande bouw aanvragen
College, raad of uitvoering College
Kwartaal 1
1
8-6
Financiën
Wat gaat het kosten: Betreft uitsluitend ambtelijke capaciteitinzet De inventarisatie van versterkt/nieuw beleid in de Kadernota 2011 bevat geen extra middelen voor milieubeleid. Als toch extra geld nodig blijkt zal dat apart moeten worden gevonden.
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 38
Kritische succesfactoren: 1. Medewerking corporaties en projectontwikkelaars 2. Investeringsbereidheid (gerelateerd aan conjunctuur en mogelijkheden financiering) 3. Juridische haalbaarheid (motie)
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 39
Programma: Projectnummer:
Ruimte en wonen Portefeuillehouder:
7.2
Groot
Ambtelijk trekker:
Verantwoordelijke afdeling/bedrijf: A. Blok/C. Overwater Beleid/ROP
Wat willen we bereiken in 20102014: Doorstroming op de woningmarkt.
Wat gaan we daarvoor doen (prestatie-indicatoren):
2011 2012 2013 2014 1. Handhaving van de kernvooraad sociale woningen. x 2. Bevorderen dat minimaal 90% van de vrijkomende en 100% van de in aanbouw zijnde sociale huurwoningen, studenten- en starterwoningen voor Amstelveners worden gereserveerd met inachtneming van de verplichtingen jegens statushouders. x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
3. Tegengaan van scheefwonen door altijd een inkomenstoets te houden bij verhuur van sociale woningen en fors in te zetten op de Actie Zoeklicht. Instelling van een anoniem meldpunt voor leegstand en illegale onderhuur. 4. Handhaving van starterleningen en woningen in maatschappelijk gebonden eigendom. 5. Invoering van een verhuispremie voor ouderen die doorstromen naar een kleinere woning. 6. Stimulering van de bouw van multifunctionele gebouwen, meer aanleunwoningen en seniorenappartementen en nieuwbouwplannen waarin ruimte voor maatschappelijke doeleinden zijn opgenomen. 7. Een bouwprogramma ontwikkelen dat doorstroming op woningmarkt bevordert
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 40
Realisatiewijze (acties) in 2011 met planning Nummer prestatie 1/6
Omschrijving realisatiewijze
2
Gemeentelijke lobby richting stadsregio voor grotere lokale vrije beleidsruimte
Uitvoering
3/7
Aanpak scheef wonen Scheef toewijzen zal na invoering van EU maatregel (sociale huurvoorraad alleen voor inkomens tot 33.000 euro) niet meer plaatsvinden. Met de corporaties is afgesproken dat op 1 januari 2011 een plan van aanpak bestrijding goedkope scheefheid gereed is. Tot de maatregelen zal in ieder geval deelname aan het landelijk experiment huur op maat behoren (mogelijk vanaf najaar 2011) . Voorts onderzoekt gemeente met stadsregio de mogelijkheden voor versnelde invoering van Huur op Maat in de regio.
College
Beleid wordt uitgewerkt in het kader van de nieuwe Woonvisie
Gemeente ontwikkelt bouwprogramma in nieuwe woonvisie, gericht op doorstroming. Gemeente stimuleert koopstarters met starterlening en via opname MGE in bouwplannen.
College, raad of uitvoering Raad
Raad
Bestrijding illegale onderhuur De corporaties maken een plan van aanpak intensivering bestrijding illegale onderhuur. Dit komt gereed op 1 januari 2011. Daarna volgt uitvoering. Gemeente vervult faciliterende rol (gegevensuitwisseling).
College
4
Uitvoering staand beleid
Uitvoering
5
Corporaties voeren project “maatwerk voor ouderen’ uit. Een onkostenregeling vormt een onderdeel van dit project.
Uitvoering
Kwartaal 8-6
1
8 juni
1
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 41
Financiën
Wat gaat het kosten: Ad 4. Hiervoor is in de raad van 7 juli 2010 een bedrag van 2,5 miljoen euro beschikbaar gesteld. Wijze van dekking: Ad 4. Dekking van de structurele rentelast ad. € 150.000 uit het budget nieuw/versterkt beleid Kadernota 2011.
Kritische succesfactoren: 1. De huidige Huisvestingswet beperkt de mogelijkheden voor het hanteren van lokale bindingseisen bij woningtoewijzing. Hierdoor is op dit moment voor Amstelveen hoogstens een vrije beleidsruimte van 50% haalbaar. Eventuele invoering van een nieuwe Huisvestingswet kan deze ruimte nog verder gaan inperken, aangezien het voornemen is het stellen van bindingseisen niet mogelijk te maken. 2. Voor de invoering van ‘Huur op Maat’ zijn gemeente en corporaties afhankelijk van de experimenteerruimte die de wet biedt. Vooralsnog lijkt het invoeren van een inkomensafhankelijke huur in bestaande huurcontracten niet mogelijk te zijn.
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 42
Programma: Projectnummer:
Ruimte en wonen Portefeuillehouder:
7.3
Levie
Ambtelijk trekker:
Verantwoordelijke afdeling/bedrijf: A. Blok/C. Overwater Beleid/ROP/projectorg. A9
Wat willen we bereiken in 2010-2014: Een evenwichtige en duurzame ruimtelijke ontwikkeling van Amstelveen.
Wat gaan we daarvoor doen (prestatie-indicatoren):
2011
2012
2013
2014
1. Een visie op de stad voor de komende 20 jaar ontwikkelen om goed regie te kunnen voeren op ruimtelijke ontwikkelingen. Daarbij worden alle lokale, regionale en provinciale plannen in de buitengebieden in beeld gebracht. Volkstuinencomplex Langs de Akker blijft behouden tenzij houders zelf bereid zijn te verplaatsen. x 2. In de structuurvisie worden de zone A9, Middenwaard en de Scheg betrokken bij het woningbouwprogramma. De Bovenkerkerpolder wordt in ieder geval tot 2030 niet benut voor woningbouw. x 3. Behouden van openbaar groen in de Groene Long. x
x
x
x
x
x
x
x
4. Plannen of projecten die tot onwenselijke binnenstedelijke verdichting leiden worden niet uitgevoerd.
5. Bij nieuwbouw wordt ondergronds geparkeerd en de kosten daarvan worden binnen de projecten gedekt. x
x
x
x
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 43
Realisatiewijze (acties) in 2011 met planning Nummer prestatie 1
Omschrijving realisatiewijze
College, raad of uitvoering Raad
2
Projectplan Middenwaard
College
3
2
Projectplan Scheg
College
4
3/4/5
Diverse Nota’s van Uitgangspunten, Programma’s van eisen, Bestemmingsplannen. In de Nota’s van Uitgangspunten worden ondermeer aspecten “onwenselijke binnenstedelijke verdichting” en “ondergronds parkeren” meegenomen.
Raad/College
Vaststellen gemeentebrede structuurvisie Amstelveen
Kwartaal 23-3
doorlopend
Financiën
Wat gaat het kosten: Acties betreffen uitsluitend ambtelijke capaciteitsinzet
Kritische succesfactoren: 1. Marktomstandigheden, financiële haalbaarheid (bv ten aanzien van ondergronds parkeren) 2. Grondposities (geen grondpositie in scheg) 3. Maatschappelijke weerstand ontwikkelingen
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 44
Programma: Projectnummer:
Milieu en groen. Portefeuillehouder:
8.1
Groot
Ambtelijk trekker: W. van der Pol/ R. Gahar
Verantwoordelijke afdeling/bedrijf: Beleid/ROP/VKH/VO
Wat willen we bereiken in 2010-2014: Meer toepassing van innovatie en duurzame energie in Amstelveen, reductie gebruik fossiele brandstoffen, betere luchtkwaliteit en terugdringen geluidhinder.
Wat gaan we daarvoor doen (prestatie-indicatoren):
2011 2012 2013 2014 1. Onderzoek naar de mogelijkheden om een lokaal duurzaam energiebedrijf te realiseren. x
2. Opstellen plan van aanpak stadsverwarming voor het bevorderen van stadsverwarming waarbij woningbouwcorporaties hun woningen aansluiten en het ondersteunen van particulieren met warmtenetten en WKO. x
3. Realisatie gezamenlijke projecten Energieneutrale regio, meer duurzame energie x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
4. Bevorderen elektrisch rijden en rijden op groen gas – tbv. luchtkwaliteit en energie (emissiereductie) 5. Onderzoek naar luchtkwaliteit bij tunnelmonden (A9) x
6. Verminderen vervuilend doorgaand vrachtverkeer 7. Deelname aan Schipholoverleg met inbreng van Amstelveense belangen, vermindering overlast en beperkingen 8. Afspraken maken met corporaties over verduurzamen woningvoorraad
x
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 45
Realisatiewijze (acties) in 2011 met planning Nummer prestatie 1.
Omschrijving realisatiewijze
2.
Met Amsterdam, tuinbouwsector, bedrijfsleven en corporaties ontwikkelen en uitvoeren plan van aanpak. Gebieden evt. in concessie uitgeven. Decentrale opwekking en benutting promoten
Uitvoering
3.
Uitvoeringsprogramma opstellen en uitvoeren op basis van Routekaart Energieneutrale Regio 2040 (2009). Programmamanagement en subsidies verwerven. Monitoren op nakomen afspraken gemaakt op A’veense klimaattop 14 oktober 2010. Financieel instrument ontwikkelen voor verrekening winst bij investeren in duurzame energie. Ondersteunen burgerparticipatie op basis van klimaatstraatfeest en Duurzame Dinsdag.
Uitvoering
4.
Introduceren in wagenpark, allianties aangaan in (stads)regioverband, opstellen PvA elektrisch rijden
College
4
5.
Onderzoek tunnelmonden
College
3
6.
Nagaan met betrokkenen of milieuzone meerwaarde biedt, of alternatieve maatregelen (in samenwerking met stadsregio)
Uitvoering
7.
Actieve inbreng Schipholoverleg/Alderstafel
Uitvoering
8.
Monitoring uitvoering afspraken door corporaties
Uitvoering
Participatie betrokkenen, evt. actie in volgende jaren
College, raad of uitvoering College
Kwartaal 3
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 46
Financiën
Wat gaat het kosten: 3. € 52.000,Wijze van dekking: 3. € 52.000,- wordt gedekt uit SLOK subsidiegeld (€ 15.000) en regiobudget (€ 37.000) Overige acties betreffen uitsluitend ambtelijke capaciteitsinzet. De inventarisatie van versterkt/nieuw beleid in de Kadernota 2011 bevat geen extra middelen voor milieubeleid. Als toch extra geld nodig blijkt zal dat apart moeten worden gevonden.
Kritische succesfactoren: 1. 2. 3. 4.
Inbreng marktpartijen, ontwikkeling gasprijs, regionale ontwikkelingen Visie en sturing van decentrale opwekking, bestemming ondergrond Prioritering en welslagen samenwerking met regio en provincie Gezamenlijke aanpak bedrijfsleven en rijksoverheid op vlak van toepassen innovatie, draagvlak voor maatregelen 5. Identificeren mogelijkheden met MKB en bewoners voor handhaafbaar regime of alternatieven 6. Ontwikkelingen in luchtvaart en rijksbeslissingen t.a.v. Mainport
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 47
Programma: Projectnummer:
Ruimte voor ondernemerschap Portefeuillehouder: Ambtelijk trekker:
9.1
Groot
H. op ’t Veld/S. Zorge
Verantwoordelijke afdeling/bedrijf: Beleid
Wat willen we bereiken in 2010-2014: Versterking van het economisch klimaat en ondersteuning van nieuwe initiatieven.
Wat gaan we daarvoor doen (prestatie-indicatoren):
2011 2012
2013 2014
1.. Bevorderen dat bestaande bedrijven voor Amstelveen behouden blijven en nieuwe worden aangetrokken. 2.
Continueren van de plannen en projecten op het gebied van internationale marketing en acquisitie via amsterdam inbusiness.
3.
Bevordering van de realisatie van een Economic Development Board Amsterdam.
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x 4. Handhaving van de deelname aan Greenport Aalsmeer. 5. Handhaving van de deelname aan het Expatcenter en faciliteren internationale kenniswerkers en expats. 6. Eigen plannen van ondernemers zo veel mogelijk faciliteren. 7. Bevordering van meer innovatief en duurzaam ondernemen. x 8. Meer kansen scheppen voor startende ondernemers. x
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 48
Realisatiewijze (acties) in 2011 met planning Nummer prestatie 1
Omschrijving realisatiewijze Vaststellen bedrijventerreinenbeleid
College, raad of uitvoering Raad
1, 2, 6, 8
Betreft uitvoering bestaand beleid
Uitvoering
3
Via deelname aan het Platform Regionaal Economische Structuur (PRES)
Uitvoering
4, 5
Betreft versterking bestaand beleid
Uitvoering
7
Uitvoering geven aan op de klimaattop verzamelde ideeën en verbreding van initiatieven voor duurzaam ondernemen
Uitvoering
8-6
Financiën
Wat gaat het kosten: Actie 4. € 30.000 euro per jaar Actie 5. € 27.000 euro per jaar Dekking t.l.v. budget nieuw/versterkt beleid Kadernota 2011 De overige actiepunten betreffen uitsluitend ambtelijke capaciteitsinzet.
Kritische succesfactoren: 1. Aantrekken economie na economische recessie. 2. Realisatie van Economic Development Board is afhankelijk van ontwikkelingen en besluitvorming in de Metropoolregio Amsterdam.
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 49
Programma: Projectnummer:
Ruimte voor ondernemerschap Portefeuillehouder: Ambtelijk trekker:
9.2
Koops-Scheele
H. op ’t Veld/S. Zorge
Verantwoordelijke afdeling/bedrijf: Beleid
Wat willen we bereiken in 2010-2014: Zoveel mogelijk werkzoekenden kansen bieden op werk.
Wat gaan we daarvoor doen (prestatie-indicatoren):
2011 2012
2013 2014
1. In regionaal verband bevorderen dat vraag en aanbod op de arbeidsmarkt beter op elkaar aansluiten. x
x
x
x
x
x
x
x
2. In regionaal verband bevorderen dat onderwijsinstellingen hun aanbod meer richten op bijscholing, omscholing en contractonderwijs om het voor sommige sectoren dreigende tekort aan personeel zo veel mogelijk te voorkomen. Via het regionale Platform Arbeidsmarkt en Onderwijs hiervoor projecten opzettenspecifiek gericht op sectoren en locaties.
Realisatiewijze (acties) in 2011 met planning Nummer prestatie 1 en 2
Omschrijving realisatiewijze Deelname regionaal Platform Arbeidsmarkt Onderwijs (PAO)
College, raad of uitvoering Uitvoering
Kwartaal
Financiën
Wat gaat het kosten: De actiepunten betreffen uitsluitend ambtelijke capaciteitsinzet.
Kritische succesfactoren: Aantrekken van de arbeidsmarkt na economische recessie.
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 50
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 51
III. OMBUIGINGSVOORSTELLEN III.1 Inleiding In dit deel wordt specifiek ingegaan op de ombuigingsvoorstellen zoals deze aan de raad voor de begrotingsbehandeling 2011 worden voorgelegd. In een betrekkelijk korte tijdspanne is veel informatie geleverd. Anderzijds moet ook worden geconstateerd dat een aantal onderwerpen die op zich een bijdrage zouden kunnen leveren voor invulling van de ombuigingstaakstelling nog niet konden worden uitgewerkt. Dit zal de komende maanden in de aanloop naar de Kadernota 2012 verder worden opgepakt. Wij zijn van mening dat met de nu voorliggende voorstellen een solide basis wordt gelegd voor een sluitende meerjarenbegroting. Zowel voor 2011 als voor 2012 is sprake van een sluitende begroting. Bij de behandeling van de Kadernota 2012 zullen wij voortbordurend op de nu ingeslagen weg nadere voorstellen doen om ook voor 2013 en 2014 een sluitende begroting te realiseren. Wij zijn dan ook verheugd te kunnen constateren dat ondanks de moeilijke tijden er gelegenheid is om zorgvuldig en afgewogen te werk te gaan. In deel I “De koers” is het inhoudelijke referentiekader gegeven op basis waarvan wij deze ombuigingsvoorstellen doen. Per voorstel wordt een korte samenvatting gegeven van de door de ambtelijke organisatie geleverde informatie. In de bijlage treft u de ambtelijk opgestelde bijdragen als achtergrond informatie aan. De gevolgde aanpak en structurering borduurt voort op de informatie die de raadsleden maart jongstleden middels het boekwerk “Basisinformatie” is verstrekt. De ombuigingsvoorstellen zijn in een tweetal hoofdrubrieken onderverdeeld te weten Apparaat (herijken werkwijze en werkprocessen) Ombuigingsvoorstellen taken De ombuigingstaakstellingen voor 2011 bedragen 0,5 miljoen euro voor het ambtelijk apparaat oplopend naar tenminste 2 miljoen structureel en op taken 0,55 miljoen euro oplopend tot 7 miljoen euro structureel in 2014. Uit het geleverde materiaal blijkt dat er mogelijkheden zijn om in 2011 (en 2012) beduidend meer om te buigen dan dat de taakstelling bedraagt. Dit deel sluit af met twee totaaloverzichten. Het eerste overzicht geeft een totaaloverzicht van zowel de ambtelijke inventarisatie van ombuigingsmogelijkheden als de uiteindelijk door ons college voorgestelde ombuigingsmaatregelen. Dit overzicht maakt duidelijk welke ambtelijk ingediende voorstellen (op dit moment) niet door het college zijn overgenomen. Het tweede totaaloverzicht laat de fasering van de ombuigingsvoorstellen over de jaren 2011-2014 zien.
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 52
III.2 Apparaat (herijken werkwijze en werkprocessen) Formatiereductie afdeling Beleid Met het hoofd van de afdeling beleid zijn afspraken gemaakt over het taakstellend verminderen van de formatie van de afdeling waardoor een besparing van 0,3 miljoen euro wordt gerealiseerd met ingang van 2011. Organisatiewijzigingen afdelingen ROP, Vastgoed en V&O Onze omgeving is de laatste twee jaar ingrijpend veranderd en dat geldt zeker ook voor de vastgoedwereld. Nieuwe wetgeving (omgevingvergunning), politieke uitgangspunten (kritisch beschouwen bebouwingsdichtheid) en wegvallende vraag naar gebiedsontwikkeling cumuleren tot een sterk afnemende omzet die blijvend van karakter zal zijn. Verwacht mag worden dat dit tot een duurzaam lager niveau van activiteiten zal leiden. Deze ontwikkelingen impliceren dat de winstpotentie van grondexploitaties onder druk staat, dekking van ambtelijke projectkosten wegvalt, evenals de dekking voor apparaatskosten uit bouwleges. In orde van grootte wordt op dit moment ingeschat dat het tenminste 20 à 25 formatieplaatsen betreft. De directie heeft daarom besloten tot een organisatiewijziging waarbij de drie afdelingen worden getransformeerd tot twee nieuwe afdelingen. Herstructurering van de processen rond plannen, vergunningen en projecten zullen de komende maanden hun beslag krijgen. Op basis van deze uitwerking kan beredeneerd worden bepaald of er naast de taakstelling van zo’n 25 formatieplaatsen nog ruimte resteert die als bezuiniging kan worden ingezet. Taakstellende ombuiging ondersteunende functies Als gevolg van de ombuigingen zal de ambtelijke organisatie krimpen. Dit betekent dat de ondersteunende functies die met name bij het Facilitair Bedrijf (en Staf) zitten eveneens een bijdrage aan de ambtelijke bezuinigingen dienen te leveren. Het Facilitair Bedrijf heeft nog een lopende taakstelling voor 2011 (overgang Brandweer naar Veiligheidregio). De maatregelen die getroffen zullen worden, zijn primair gericht op de bedrijfsvoering (herstructurering werkprocessen). De directeur Facilitair Bedrijf is gevraagd voor de behandeling van de Kadernota 2012 met voorstellen te komen. Een bezuinigingstaakstelling van 0,3 miljoen euro structureel wordt daarbij reëel geacht. Verjonging ambtelijke organisatie De komende jaren zullen veel personeelsleden als gevolg van pensionering de ambtelijke organisatie verlaten. Zoals zoveel gemeentelijke organisaties is ook ons personeelsbestand relatief vergrijsd. Om ook in de toekomst over voldoende gekwalificeerd personeel te kunnen blijven beschikken zullen gemeenten primair moeten investeren in het binden en boeien van mensen. Daarbij is het vanuit concurrentieoverwegingen op de arbeidsmarkt verstandig gericht te investeren in (jonge) medewerkers. Door hen doorstromingskansen, carrière perspectief, e.d. te bieden stijgt de aantrekkelijkheid als werkgever. Onderzoeken geven aan dat deze aspecten voor de jonge medewerker zeker zo belangrijk zijn als de materiële beloning. En omdat zeker in hoogconjunctuur gemeenten ten aanzien van de materiële arbeidsvoorwaarden niet competitief zijn met de marktsector moet de gemeentelijke werkgever zich onderscheiden op de immateriële voorwaarden In financiële termen betekent het inzetten op verjonging van het ambtelijk apparaat dat er een structurele besparing kan worden gerealiseerd in de orde van grootte van 0,9 miljoen euro. Hierbij is er rekening mee gehouden dat een succesvolle “verjongingskuur” extra middelen vraagt voor opleidingen c.a. De besparingen zullen successievelijk in de komende jaren worden gerealiseerd. Voorgesteld wordt om met ingang van 2011 een bezuiniging van 0,5 miljoen euro in te boeken op de apparaatskosten en 0,9 miljoen euro met ingang van 2012.
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 53
Onderzoeken verminderen inhuur personeel van derden/externe inhuur In het kader van de systematische kostendoorlichting die de komende periode gaat worden gestart past ook het kritisch bekijken van de gebruikmaking van personeel van derden. In deze exercitie zal vanuit de bedrijfseconomische invalshoek worden bezien waar het mogelijk en verantwoord is de afhankelijkheid van derden te verminderen. Door het met eigen personeel uitvoeren van de werkzaamheden wordt interne expertise (en continuïteit) opgebouwd en kunnen wellicht besparingen worden gerealiseerd. De insteek van de analyse is dat de eerste resultaten (en besparingspotentieel) bij de Kadernota 2012 beschikbaar zijn. Dit laat onverlet dat de externe inhuur wordt beperkt tot die taken waar fricties door pieken, personele uitval, incidentele werkzaamheden, toekomstige uitbestedingen etc. optreden.
Resumé apparaat Met ingang van 2011 wordt op het apparaat een budgettaire korting van 0,8 miljoen euro gerealiseerd (reductie Beleid en verjonging ambtelijke organisatie). Daarenboven kunnen voor 2012 in elk geval aanvullende bezuinigen in de orde van grootte van 0,7 miljoen euro structureel worden ingeboekt (tweede tranche verjonging ambtelijke organisatie en bezuiniging ondersteunende functies). Voor 2012 is met de thans beschikbare info een groot deel van de structureel benodigde 2 miljoen euro hard ingevuld. De concretisering van de dan nog resterende taakstelling van 0,5 miljoen euro op het ambtelijk apparaat zal bij de Kadernota 2012 bestuurlijk worden voorgelegd. bedragen x € 1.000
Omschrijving
2011
2012
2013
2014
Formatiereductie beleid Verjonging Ondersteunende functies
-300 -500
-300 -900 -300
-300 -900 -300
-300 -900 -300
Totaal Taakstelling Extra bezuinigd Nog in te vullen ombuiging
-800 -500 -300
-1.500 -1.000 -500
-1.500 -1.500 ---
-1.500 -2.000 500
(*)
(*) tenminste
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 54
III.3 Ombuigingsvoorstellen taken Voor 2011/2012 is de lijn gekozen een reële taakstelling in te vullen met concrete maatregelen die een zo hoog mogelijke opbrengst genereren. De voorgestelde ombuigingen voor deze jaren liggen boven de taakstelling in de begroting. Daarmee is eenmalig geld beschikbaar voor flankerende maatregelen en eenmalige kosten bij de invoering/effectuering van de ombuigingen (bijvoorbeeld omvormingskosten). In deel I van dit uitvoeringsprogramma is de bestuurlijke koers voor deze collegeperiode weergegeven waaraan de inhoudelijke inbedding van de voorliggende ombuigingsvoorstellen wordt ontleend. Daarnaast is een aantal aspecten van belang die onderstaand de revue passeren alvorens concreet naar de ombuigingsvoorstellen wordt gegaan: bezuinigingen 2011 zijn concreet; de voorstellen voor 2012 en verder zijn financieel taakstellend en inhoudelijk richtinggevend/indicatief. De inhoudelijke concretisering wordt bij de Kadernota 2012 ter besluitvorming voorgelegd. daadwerkelijke kortingen op subsidies niet voor 2012 mogelijk als gevolg van de Algemene Wet Bestuursrecht die vereist dat er een redelijke overgangstermijn in acht wordt genomen zodat de instellingen gelegenheid krijgen zich voor te bereiden. bij gemeenschappelijke regelingen op dit moment geen voorstellen gezien afhankelijkheid van andere gemeenten (lees Amsterdam). Enige uitzondering is een kleine besparing op de bijdrage voor het regio overleg. voor invullen van de volledige taakstelling van 7 miljoen euro is nog tijd beschikbaar (Kadernota’s 2012 en 2013). er worden nog heel wat zaken verder uitgezocht en uitgewerkt; genoemd worden het optimaliseren van het gebruik van maatschappelijk vastgoed waaronder het vercommercialiseren begane grond cultuurstrip; onderzoeken van mogelijkheden tot vernieuwende vormen van samenwerking, waaronder vergaande samenwerking van de backoffice, van welzijnsinstellingen alsmede culturele instellingen dan wel bundeling activiteiten; onderzoek naar tariefopbouw gesubsidieerde instellingen in relatie tot profijtbeginsel waarbij de toegankelijkheid van de voorzieningen voor eenieder gewaarborgd kan blijven (compenserende maatregelen voor degene die buiten de boot dreigen te vallen). gesubsidieerde instellingen worden uitdrukkelijke uitgenodigd constructieve ideeën te leveren om tot de invulling van de ombuigingstaakstellingen te komen. De
ombuigingsvoorstellen zijn hieronder weergegeven in vier categorieën te weten: Subsidies (III.4) Groen (III.5) Wmo (III.6) Overig (III.7)
Per hieronder specifiek genoemd onderwerp wordt de volgende info gegeven; het totaal budget kernachtige beschrijving van de door de ambtelijke organisatie geïnventariseerde maatregelen ombuigingsvoorstel college.
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 55
III.4 Subsidies III.4.1. Subsidies Welzijn Cardanus Ambtelijke inventarisatie Herinrichting jongerenwerk: 200.000 euro Bij de herinrichting jongerenwerk en het onderbrengen bij de gemeente (zie de brief over de herinrichting van het jongerenwerk die 1 september 2010 in de commissie B&S is besproken), zal de nadruk komen te liggen op het ambulant jongerenwerk en minder op het accommodatiegebonden jongerenwerk. Omdat heel weinig gebruik wordt gemaakt van de Bajes wordt de accommodatie waarin dit jongerencentrum zich bevindt in ieder geval afgestoten. Het sluiten van de Bajes levert structureel tenminste 48.000 euro op. De huurovereenkomst met Cardanus wordt in onderling overleg in oktober 2010 beëindigd. Opheffing van andere jongerencentra zal tot een verdere bezuiniging op het jongerenwerk leiden. De invulling hiervan wordt in 2010 en 2011 nader uitgewerkt. De subsidie voor het jongerenwerk aan Cardanus van 860 duizend euro wordt per 1 januari 2012 beëindigd. Cardanus wordt hierover in oktober 2010 formeel in kennis gesteld. De kosten die de gemeente gaat maken voor het jongerenwerk door directe aansturing, vanaf 2012, zijn 200 duizend euro lager. Sociaal Cultureel Werk: 200.000 euro Het totale budget bedraagt 0,7 miljoen euro. Uitgaande van overlap met de activiteiten van VITA op hetzelfde terrein, het effect van wijkarrangementen (afstemming vraag en aanbod) en het meer optreden als sociaal makelaar in plaats van alles zelf uitvoeren is een bezuiniging van 200.000 euro haalbaar. Harmonisering peuterspeelzalen en kinderopvang: 440.000 euro In het kader van de Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie (Wet Oké) loopt een harmonisatietraject peuterspeelzalen-kinderopvang. Doelstelling is een integratie waardoor flexibele vormen van opvang voor peuters ontstaan afgestemd op de behoefte van ouders. Om tot een sluitende aanpak op het gebied van VVE (voor- en vroegschoolse educatie) te komen moet de gemeente opvangplaatsen voor doelgroepkinderen, waarvan de ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag, inkopen. Afhankelijk van de keuzes omtrent het aantal uren per dagdeel dat wordt ingekocht en de bepaling van de doelgroep kan een bezuiniging van 440.000 euro worden bereikt. De harmonisering betekent voor Cardanus een gefaseerde verlaging van de subsidie met 600.000 euro. Een deel van die verlaging wordt structureel ingezet voor de uitvoering van de nieuwe werkwijze. Maatschappelijke stages: 30.000 euro De maatschappelijke stage is een vorm van leren buiten de school voor leerlingen VO waarbij zij via vrijwilligersactiviteiten kennis maken met allerlei aspecten van de samenleving op basis van rijksbeleid. Binnen het budget zit een marge van 30.000 euro voor onvoorziene kosten. Bezuiniging van dit bedrag is dus geen korting van de huidige subsidie. Dit bedrag kan worden ingezet voor de bezuinigingen. Bezuinigen verkleint de mogelijkheid snel op toekomstige ontwikkelingen in te kunnen spelen.
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 56
Voor Tienerwerk, Kinderwerk, Taal- en opvoedondersteuning, Wijkopbouwwerk, Vrijwilligerscentrale en Buurthulpdienst worden geen bezuinigingen aangedragen. Argument is dat deze onderdelen van Cardanus met name gericht zijn op kwetsbare kinderen en burgers c.q. op preventie en dat het wijkopbouwwerk een belangrijke bijdrage moet leveren aan de vormgeving van wijkgericht werken/wijkarrangementen. Voorstel College De ambtelijke voorstellen worden overgenomen met uitzondering van de korting maatschappelijke stages. Het college stelt voor om het subsidie voor Cardanus structureel met 1.660.000 euro te korten. De hiermee gepaard gaande wijzigingen leiden tot een bezuiniging van 840.000 euro. De bezuinigingen zullen gefaseerd worden doorgevoerd waarbij niet wordt uitgesloten dat tijdelijk flankerende maatregelen nodig zullen blijken. bedragen x € 1.000
Omschrijving
Cardanus: # Jongerenwerk # Sociaal Cultureel Werk # Kinderopvang/peuterspeelzaalw. # Maatschappelijke stages # Sub-totaal Cardanus Jongerenwerk via gemeente Andere werkwijze kinderopv./psz. Totaal (=netto ombuiging)
Budget 2010
Ambtelijke inventarisatie
Voorstel college 2011 2012ev
860 200 600
4.900
860 200 600 30 1.690
1.660
-660 -160
-660 -160
870
840
(*)
(*): 1.360 in 2012, 1.560 in 2013 en 1.660 vanaf 2014
VITA Ambtelijke inventarisatie Verlaging subsidie Sociaal Cultureel Werk/ouderensteunpunten: 200.000 euro De ouderensteunpunten, waarvan het SCW een onderdeel vormt, worden gesubsidieerd voor een bedrag van 1,2 miljoen euro. Niet alle ouderen zijn per definitie kwetsbaar. Voor deze groep kunnen ook via de markt activiteiten worden aangeboden. Door het SCW meer te richten op de kwetsbare groep ouderen is een bezuiniging haalbaar. De bezuiniging zal zo worden doorgevoerd dat deze zo min mogelijk ten koste zal gaan van de ondersteuning aan ouderen. Verlaging subsidie ouderenadvies en maaltijdvoorziening: 12.500 euro Voor deze activiteiten ontvangt VITA een subsidie van 445.000 euro. Hiervan is 25.000 euro bestemd voor distributie van maaltijden en gezamenlijk eten (de kosten van het voedsel zelf worden niet gesubsidieerd). Omdat verschillende andere instellingen ook aan maaltijdverstrekking doen kan de subsidie met de helft worden verlaagd. Ouderenadviezen worden geleverd d.m.v. kort durende of langdurende begeleiding waardoor de regie over het eigen leven toeneemt of behouden blijft. Hierdoor wordt de zelfredzaamheid bevorderd en kunnen ouderen langer zelfstandig wonen. Indien nodig wordt een samenhangend hulppakket rond een complex van vragen georganiseerd om een klant in staat te stellen zo onafhankelijk mogelijk te functioneren. Hierop is geen bezuiniging aangedragen op grond van het grote maatschappelijke belang dat aan deze voorziening wordt gehecht.
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 57
Versobering van het maatschappelijk werk: 60.000 euro VITA ontvangt voor maatschappelijk werk een subsidie van 570.000 euro. Het AMW is gericht op de ondersteuning van kwetsbare mensen die te kampen hebben met maatschappelijke/psychosociale problemen. Vermindering van trajecten/uren maatschappelijk werk leidt tot een langere wachtlijst. Voorstel College Overall stelt het college voor structureel 200.000 euro op het subsidiebudget voor Vita te bezuinigingen, waarbij het zwaartepunt ligt op verlaging van de bijdrage aan het Sociaal Cultureel Werk/oudersteunpunten. De te treffen maatregelen zullen zodanig moeten uitwerken dat de meest kwetsbaren worden ontzien. bedragen x € 1.000
Omschrijving
Budget 2010
Soc. Cult. Werk/ouderensteunp. Ouderenadvies/maaltijdvoorz. Maatschappelijk werk Totaal
Ambtelijke inventarisatie 200 13 60
2.300
Voorstel college 2011 2012ev } } }
200
(*)
273
(*): Taakstellend 200.000 euro op totale subsidie Vita met zwaartepunt Soc. Cult.Werk/ouderensteunpunt.
Stichting Vluchtelingenwerk Amstelland/Jurimas/Overige subsidies Welzijn Ambtelijke inventarisatie Stichting Vluchtelingenwerk: 10% bezuiniging door toespitsing activiteiten op de gemeentelijke taak: 14.000 euro. De gemeente delegeert aan SVA haar taak van ondersteuning nieuwkomers die volgens het asielrecht verblijf in Nederland verkrijgen. De ondersteuning kan op sommige punten soberder en meer toegespitst op de kerntaak van de gemeente en op de werkelijk behoeftige. Op termijn zou verhuizing naar een beter bereikbare, goedkopere huisvesting voor de hand liggen. Jurimas: Andere manier van werken (minder arbeidsintensief): 45.000 euro Jurimas is een portaal voor goedkope rechtshulp, juridische adviezen en verwante maatschappelijke dienstverlening. Gebleken is dat met een andere werkwijze hetzelfde resultaat kan worden behaald. Het budget kan daardoor met 45.000 euro worden gekort. Overige subsidies Wmo/Welzijn en participatiegroepen: 65.000 euro De overige subsidies worden alle conform de motie van de gemeenteraad van 11 november 2009 met 10% gekort (kaasschaaf) waardoor een bezuiniging van 65.000 euro wordt gerealiseerd. Voorstel College Het college stelt voor om alle maatregelen in te voeren en in totaliteit 120.000 euro in te boeken
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 58
bedragen x € 1.000
Omschrijving
Budget 2010
Ambtelijke inventarisatie
St. Vluchtelingenwerk Jurimas Div. Overige Subsidies Welzijn
134 50 650
14 45 65
Totaal
834
124
Voorstel college 2011 2012ev } }} }
120
120
III.4.2. Subsidies Cultuur Bibliotheek Ambtelijke inventarisatie Commercieel verhuren begane grond: opbrengst 250.000 euro. De begane grond doet nu dienst als entree, ontmoetingsruimte, lees- en computerplek, baliefunctie, podiumfunctie voor literaire activiteiten en Amstelveen Informatie. Enkele van deze producten worden ook op de eerste verdieping aangeboden. Door Amstelveen Informatie op te heffen en overigens efficiënter gebruik te maken van de beschikbare ruimte kan de begane grond worden vrijgespeeld en worden verhuurd voor commerciële doeleinden in het kader van de beoogde upgrading van het Stadshart. Aangezien de bibliotheek beschikking krijgt over minder m2 wordt nader onderzocht wat dit betekent voor de huisvestingslasten en huisvestingssubsidie. Sluiting filiaal Westwijk: 350.000 euro Het aantal uitleningen loopt al jaren terug (dit is een landelijke trend) en de nadruk komt meer te liggen op digitale dienstverlening. Door efficiënter gebruik van de hoofdvestiging in het Stadshart en filiaal Middenhoven en de vestiging in Aalsmeer-Noord kan filiaal Westwijk worden vrijgespeeld en zal Amstelveen de beschikking krijgen over één vestiging in Noord en één in Zuid. Dit kan overigens een nieuwe impuls geven aan de herontwikkeling van het Westwijkplein doordat meer ruimte beschikbaar komt voor toevoeging van winkels. De grondopbrengst zal hierdoor stijgen en wordt de uitvoering van de plannen sterk vereenvoudigd. Aangezien de commerciële exploitatie van de begane grond stadshart al een beperking in m2 met zich meebrengt, is er bij combinatie met sluiting vestiging Westwijk sprake van grote beperking in aantal m2. Bibliotheek zet juist in op meer bezoekers, literaire en info-activiteiten, Verdeelsleutel inwoneraantallen: 70.000 euro Herberekening van de subsidies van Amstelveen, Aalsmeer en Uithoorn op basis van inwonertal leidt ertoe dat de subsidie van Amstelveen 70.000 euro lager uitkomt. Taakstellende bezuiniging van 200.000 op basis van een toekomstvisie bibliotheek Een door de bibliotheek op te stellen visie zal de basis vormen van een concrete uitwerking van een taakstellende structurele bezuiniging van 200.000 euro. Voorstel College Sluiting van het filiaal Westwijk en inzetten op een betere spreiding van de vestigingen over Amstelveen Zuid en Aalsmeer moet met een kritische blik nader onderzocht worden. De overige voorstellen worden door het college overgenomen
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 59
bedragen x € 1.000
Omschrijving
Bibliotheek: # Filiaal Westwijk # Verdeelsleutel inwoneraantallen # Toekomstvisie # Sub-totaal bibliotheek
Budget 2010
Ambtelijke inventarisatie
2.200
350 70 200 620
Commerc. verhuur begane grond
250
Totaal
870
Voorstel college 2011 2012ev
70 70
70 200 270 250
70
520
Muziek- en Dansschool Ambtelijke inventarisatie Verlagen subsidie individuele en koppellessen: 300.000 euro Het accent van het gemeentelijk beleid en de outputsubsidiëring ligt op groepsgerichte activiteiten. Meer dan de helft van de subsidie gaat echter naar individuele en koppellessen. Muziekonderwijs kan en wordt ook op de markt aangeboden. De Muziek- en Dansschool heeft een goede reputatie opgebouwd betreft de kwaliteit van het onderwijs en talentontwikkeling en heeft een groot bereik onder jongeren. De opbouw van klassikale, koppel- en individuele lessen vormt het fundament voor de opgebouwde kwaliteit. De voorgestelde bezuiniging zal dan ook een fundamentele ingreep betekenen in de werkwijze van de muziekschool. Dit kan leiden tot vraaguitval, verschraling van het aanbod, tariefsverhoging en grotere wachtlijsten doordat de vraag naar groepsonderwijs waarschijnlijk zal toenemen. Alternatief is dat de muziekschool een taakstelling krijgt waarvoor de school een plan indient om op andere wijze het voorgestelde bezuinigingsbedrag te behalen. De kosten van het gebouw en de overhead (vaste kosten) binnen de muziekschool zullen met stopzetting van de subsidiering van het individueel- en koppelonderwijs niet wezenlijk dalen. Daarom wordt veiligheidshalve 300.000 euro als bezuiniging ingeboekt. Sluiting vestiging Westwijk: 100.000 euro (subsidie in huisvestingskosten). Bij stopzetting van de subsidie voor individuele en koppellessen zal de ruimtebehoefte van de muziekschool waarschijnlijk verminderen. Dit biedt de mogelijkheid om de activiteiten te concentreren op de hoofdvestiging in het Stadshart. Dit kan overigens wel leiden tot een langere wachtlijst doordat de vraag naar groepsonderwijs waarschijnlijk zal toenemen. Voorstel College Het college neemt het voorstel tot stopzetting van de individuele en koppellessen over. Sluiting van het filiaal Westwijk is prematuur. Eerst moet duidelijk worden of er inderdaad sprake is van substantiële vraaguitval door de stopzetting van de subsidie voor individuele en koppellessen. bedragen x € 1.000
Omschrijving
Budget 2010
Individueel/Koppellessen Filiaal Westwijk Totaal
1.200
Ambtelijke inventarisatie
Voorstel college 2011 2012ev
300 100
300
(*)
400
300
(*)
(*): 150 in 2012 en 300 vanaf 2013
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 60
Schouwburg Verlaging subsidie voor de filmzaal met 75.000 euro In de regio is ruim voldoende filmaanbod in genres die Schouwburg ook aanbiedt. Bovendien draaien deze bioscopen zonder subsidie. Uit eerder onderzoek is gebleken dat de filmzaal te klein is om commercieel te exploiteren. Bezien moet daarom worden welke andere functionaliteiten (ook) in de filmzaalruimte kunnen worden ondergebracht (zie ook poppentheater). De subsidie in de exploitatiekosten van de filmzaal bedragen 150.000 euro. De kosten van het gebouw en de overhead (vaste kosten) binnen de schouwburg zullen met het stopzetten van de voorziening filmzaal niet wezenlijk dalen. Veiligheidshalve wordt daarom 75.000 euro als bezuiniging ingeboekt (de variabele kosten). 10% minder voorstellingen subsidiëren in de grote en de kleine zaal: 90.000 euro Momenteel worden 165 voorstellingen in de grote en 60 voorstellingen in de kleine zaal gesubsidieerd. Hoewel de bezuiniging kan leiden tot verschraling zal bij de voorgestelde verlaging van het aantal gesubsidieerde voorstellingen toch sprake zijn van een voldoende kwalitatief en gedifferentieerd aanbod. De voorgestelde bezuiniging kan leiden tot tariefsverhoging en vraaguitval, maar dit wordt in het overall perspectief acceptabel geacht. Het college neemt de voorstellen met betrekking tot de schouwburg over. bedragen x € 1.000
Omschrijving
Budget 2010
Filmzaal Voorstellingen grote/kleine zaal Totaal
1.500
Ambtelijke inventarisatie
Voorstel college 2011 2012ev
75 90
75 90
165
165
Poppodium P60 Taakstellende ombuiging door minder uitvoeringen te subsidiëren Momenteel worden 150 uitvoeringen gesubsidieerd. Hoewel de bezuiniging kan leiden tot verschraling zal bij de voorgestelde verlaging van het aantal gesubsidieerde voorstellingen toch sprake zijn van een voldoende kwalitatief en gedifferentieerd aanbod. De taakstellende bezuiniging van 50.000 euro kan leiden tot tariefsverhoging en vraaguitval. Het college neemt dit voorstel over. bedragen x € 1.000
Omschrijving
Budget 2010
Uitvoeringen Totaal
500
Ambtelijke inventarisatie
Voorstel college 2011 2012ev
50
50
50
50
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 61
Cobra Museum Stopzetting subsidie collectievorming: 95.000 euro Op basis van de besluitvorming in 2007 ontvangt het museum ook een subsidie voor collectievorming. Op zich kan deze subsidiëring worden stopgezet. Stopzetting van het subsidie beperkt de mogelijkheden voor het opbouwen van de collectie en de expositiemogelijkheden. Bij besluit van 30 mei 2007 heeft de gemeenteraad een jaarlijkse exploitatiesubsidie van 667.000 euro gegarandeerd tot en met 2020. Het museum kampt met een fors tekort op de begroting. Verlagen van het gemeentelijk subsidie vergroot de urgentie voor het museumbestuur om andere financieringsbronnen aan te boren. Het college neemt het voorstel tot stopzetten van het subsidie collectievorming over. bedragen x € 1.000
Omschrijving
Budget 2010
Collectievorming Totaal
1.200
Ambtelijke inventarisatie
Voorstel college 2011 2012ev
95
95
95
95
Volksuniversiteit Verlaging subsidie: 160.000 euro Op de commerciële markt worden veel cursussen aangeboden. De volksuniversiteit moet in staat worden geacht zonder subsidie de concurrentie aan te kunnen. Voor de volksuniversiteit is van belang dat er dan geen indirecte facilitering is van dit cursusaanbod via Cardanus. Omdat de huisvesting in de Stadshartaccommodatie relatief kostbaar is wordt voorgesteld uitsluitend de huurlasten te subsidiëren omdat de instelling zich anders wat betreft tarieven uit de markt zou prijzen. Verlaging van het subsidie zal kunnen leiden tot verschraling van het aanbod, tariefsverhoging en vraaguitval. Het college neemt dit bezuinigingsvoorstel met een opbrengst van 160.000 euro over. bedragen x € 1.000
Omschrijving
Budget 2010
Cursusaanbod Totaal
275
Ambtelijke inventarisatie
Voorstel college 2011 2012ev
160
160
160
(*)
160 (*): 80 in 2012 en 160 vanaf 2013
Kunstuitleen Stopzetting subsidie55.000 euro Subsidie voor de kunstuitleen is niet een vanzelfsprekendheid. Ook elders in het land is de subsidiëring van kunstuitlenen stopgezet. Voor de kunstuitleen is een goede locatie en accommodatie voorwaarde om zonder subsidie te kunnen blijven voortbestaan. Stopzetten van het subsidie betekent een bezuiniging van 55.000 euro op en zal kunnen leiden tot verschraling in het aanbod, tariefsverhoging en vraaguitval. Het college onderschrijft het voorstel tot stopzetten van het subsidie aan de kunstuitleen.
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 62
bedragen x € 1.000
Omschrijving
Budget 2010
Stopzetten Subsidiëring Totaal
55
Ambtelijke inventarisatie
Voorstel college 2011 2012ev
55
55
55
(*)
55 (*): 30 in 2012 en 55 vanaf 2013
Poppentheater Onderbrengen poppentheater in schouwburg: 50.000 euro Naast het poppentheater verzorgt ook de schouwburg een aanbod voor zeer jeugdigen. Het Poppentheater geniet landelijke bekendheid en kenmerkt zich door kwaliteit. Juist de kleinschaligheid van de accommodatie zorgt voor aantrekkingskracht. Onderbrengen van het poppentheater in de schouwburg heeft synergievoordelen en leidt tot een effectiever gebruik van maatschappelijk vastgoed. Het onderbrengen van het Poppentheater in de schouwburg kan het opgebouwde imago van het Poppentheater aantasten en om een andere profilering vragen. Om bij de huisvesting in de schouwburg het huidige karakter van het Poppentheater zoveel mogelijk te behouden zullen mogelijk extra investeringen of flankerende maatregelen nodig zijn. Het onderdeel huisvestingskosten in het subsidie poppentheater kan door het onderbrengen van de activiteit in de in de schouwburg vrijvallen. Daarbij is verondersteld dat de eigen inkomsten die het poppentheater nu genereert ook in de toekomst gecontinueerd kunnen worden. Bovendien kan het huidige gebouw van het poppentheater een andere bestemming krijgen of de locatie kan worden herontwikkeld. Het college neemt dit voorstel over. bedragen x € 1.000
Omschrijving
Budget 2010
Huisvesting in schouwburg Totaal
110
Ambtelijke inventarisatie
Voorstel college 2011 2012ev
50
50
50
(*)
50 (*): 50 vanaf 2013
Gemeentelijke ateliers Afstoten gemeentelijke ateliers De instandhouding van ateliers is geen kerntaak en kunstenaars kunnen ook op de markt atelierruimte vinden. Het afstoten van de gemeentelijke ateliers levert structureel 70.000 euro op. Minimum optie zou kunnen zijn om het gebouw Van Weerden Poelmalaan voor een nader te definiëren groep kunstenaars beschikbaar te houden. Het college is van mening dat er voor een nog nader te definiëren aantal kunstenaars atelierruimte beschikbaar moet blijven. Het budget voor ateliers wordt structureel met 35.000 euro verlaagd.
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 63
bedragen x € 1.000
Omschrijving
Budget 2010
Instandhouding ateliers Totaal
70
Ambtelijke inventarisatie
Voorstel college 2011 2012ev
70
35
70
(*)
35 (*): 35 vanaf 2013
Overige cultuursubsidies Conform ambtelijk advies en de motie van de gemeenteraad van 11 november 2009 stelt het college voor om de overige cultuursubsidies generiek met 10% te korten, hetgeen een besparing oplevert van 20.000 euro. bedragen x € 1.000
Omschrijving
Budget 2010
Div. overige subsidies Cultuur Totaal
200
Ambtelijke inventarisatie
Voorstel college 2011 2012ev
20
20
20
20
III.4.3. Subsidies Sport Ambtelijke inventarisatie SAS onderuitputting: 100.000 euro Het in de gemeentebegroting opgenomen budget voor de SAS is 100.000 euro groter dan de subsidieaanvraag van de SAS. Dit heeft een structureel karakter. Deze budgetruimte kan derhalve vrijvallen. Integreren van de STAV met de SAS Door de STAV en de SAS te integreren tot één sportbedrijf, waarin het zwaartepunt op de breedtesport wordt gelegd kunnen de exploitatiekosten van beide stichtingen in totaliteit (taakstellend) met 100.000 euro worden verlaagd. Ook samenwerking met topsport Amsterdam kan efficiencyvoordelen opleveren voor de activiteiten op het gebied van talentontwikkeling en ondersteuning van sportevenementen. Met de founders van de STAV zal gesproken worden of de wijziging in de gemeentelijke beleidslijn consequenties heeft voor hun bijdragen aan de STAV. Sportstimulering Het toepassen van een generieke korting van 10% op het budget sportstimulering levert 30.000 euro bezuiniging op. Voorstel College Met uitzondering van de korting op sportstimulering neemt het college de overige voorstellen op het gebied van sport over. Wanneer tengevolge van de bezuinigingen sprake is van tariefsverhoging is het uitgangspunt van het college dat de minima daarbij ontzien moeten worden.
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 64
bedragen x € 1.000
Omschrijving
Budget 2010
Ambtelijke inventarisatie
Voorstel college 2011 2012ev
SAS STAV Sportstimulering
3.500 250 300
100 100 30
100
100 100
Totaal
4.050
230
100
200
III.4.4.Subsidies Onderwijs Ambtelijke inventarisatie Beëindiging van de exploitatiebijdrage voor basisschool De Zwaluw: 60.000 euro Betreft een niet wettelijk verplichte bijdrage. De gemeente is in gesprek met het schoolbestuur, mede in verband met een verzoek voor een hogere gemeentelijke bijdrage. Het is overigens de vraag of het schoolbestuur bereid en in staat is de school (in combinatie met kinderopvang) zonder gemeentelijke bijdrage te continueren. Stopzetten van het subsidie van 60.000 euro kan er toe leiden dat de school in Nes aan de Amstel verdwijnt. Schoolbegeleiding: 125.000 euro Basisscholen krijgen inmiddels zelf rijksmiddelen voor schoolbegeleiding. In beginsel kan het hele budget (ad 250.000 euro) worden ingezet in het kader van de bezuinigingen. De subsidiemiddelen worden op dit moment pondspondsgewijs verdeeld over alle lokale scholen. Het college kiest er echter voor aandacht te concentreren op specifieke aanvullende projecten in het onderwijs en op het ondersteunen van het creëren van extra kansen tot ontwikkeling voor scholieren. Gedacht kan worden aan initiatieven als de plusklas. Daarom wordt een bezuiniging van 50% voorgesteld. De schoolbesturen beamen dat verdeling van de middelen over alle scholen geen recht doet aan de specifieke noden en kansen die zich voordoen en zullen met concrete resultaatgerichte voorstellen aanspraak kunnen maken op de overblijvende middelen. Brede schoolactiviteiten: 70.000 euro In de voorliggende periode is het concept Brede Scholen succesvol neergezet in Amstelveen. Voor scholen is het creëren van een Brede School meer en meer verworden tot een noodzakelijke ontwikkeling in de concurrentieslag. Er zijn andere tijden aangebroken en de scholen en andere betrokken instellingen zullen zelf aan de slag moeten. Vandaar dat gefaseerd een bezuiniging op het Brede School budget wordt voorgesteld. Later zal nog beoordeeld worden of een deel van de bezuiniging op subsidie kan worden vervangen door een bezuiniging op de gemeentelijke coördinatiefunctie. Schoolzwemmen: 50.000 euro In schoolzwemmen, geen wettelijke taak, gaat op dit moment 100.000 euro gemeentelijke middelen om. Een groot deel van de kinderen die aan schoolzwemmen deelneemt heeft bij aanvang van het schoolzwemmen al een diploma en het half jaar schoolzwemmen draagt voor de andere kinderen nauwelijks bij aan het behalen van een diploma. De schoolbesturen onderstrepen dat het schoolzwemmen geen efficiënte werkwijze is. Stopzetten van het schoolzwemmen betekent voor de exploitatie van de Meerkamp wel derving van inkomsten en leidt tot meerkosten in de onderwijshuisvesting (gymzalen). Hiermee wordt budgettair rekening gehouden; deze maatregel levert per saldo 50.000 euro op.
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 65
Voorstel College Het college neemt de voorstellen met betrekking tot de schoolbegeleiding , Brede School en schoolzwemmen over. Het subsidie aan de Zwaluw blijft gecontinueerd en voor de brede school activiteiten geldt dat er een structurele besparing van 70.000 euro wordt ingeboekt. bedragen x € 1.000
Omschrijving
Budget 2010
Ambtelijke inventarisatie
Voorstel college 2011 2012ev
De Zwaluw Schoolbegeleiding Brede School Schoolzwemmen
60 250 140 100
60 125 p.m. 50
125 70 50
Totaal
550
240 + p.m.
(*)
250 (*): 35 in 2012 en 70 vanaf 2013
Subsidies EZ Bezuinigingsvoorstellen op subsidies economische zaken zijn opgenomen in paragraaf III.7 “Overig” onder het kopje economische zaken.
III.5. Groen Ambtelijk zijn ombuigingsvoorstellen voorbereid waarbij drie verschillende beeldkwaliteit niveaus worden onderscheiden. Beeld niveau 1: besparing 1.048.000 euro De gemeente zal in beperkte mate vergrassen. Heestervakken zullen worden omgevormd naar grasvelden. Dit geeft een meer ruimtelijk beeld van de openbare ruimte, en bevordert sociale veiligheid. Er zullen uiteindelijk wel minder bloemen en vruchten zijn. Deze operatie zal tot een tijdelijke ontevredenheid bij bewoners kunnen leiden maar hoeft als zodanig niet veel invloed te hebben voor de groenbeleving van en het groenbeeld binnen de stad. Er zullen incidentele omvormingskosten moeten worden gemaakt. De precieze omvang daarvan zal nog moeten worden vastgesteld en is mede afhankelijk van het tempo waarin de omvorming moet plaatsvinden (in een korte periode omvormen is duurder dan getemporiseerd omvormen). Bomen die weinig bijdragen aan het groenbeeld zullen worden verwijderd. Gezonde bomen zullen het verlies aan volume compenseren. Niet wordt uitgesloten dat er eenmalig extra middelen voor de omvormingskosten beschikbaar moeten worden gesteld. Beeld niveau 2: extra ten opzichte van niveau één 448.000 euro Het onderhoudsbeeld in de gehele stad zal minder worden. Het beeld is als volgt te beschrijven: Het sierplantsoen is niet gesloten, oogt wat rommelig, minder vitaal en heeft incidenteel storende takken. Er is onkruid in de beplanting. Het bosplantsoen is minder gevarieerd. Verticale lagen sluiten op elkaar aan. De kruidenlaag is pleksgewijs aanwezig en beperkt gevarieerd. De randen van verharding of gras bij beplanting zijn nog net zichtbaar. Hagen zijn voldoende gesnoeid en hebben gaten en uitlopers. Bomen zien er minder gezond en verzorgd uit en hebben minder groeikracht. Er is onkruid in de boomspiegels. Gazons zijn goed gemaaid. Wel liggen er maairesten op en naast het gazon. Er is duidelijk hoogteverschil met gras rondom obstakels aanwezig. De velden ogen minder strak en verzorgd. Er zijn kale plekken en oneffenheden. De rand van verharding is nog net zichtbaar.
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 66
De bermen hebben beschadigingen en er is hoogteverschil met de verharding. Meerjarige bloemenweides hebben een mindere ecologische waarde. Er ligt zwerfafval in het groen. Naast de aanpassing van het onderhoudsniveau zal er meer verruigd worden. De soortenrijkdom zal verder afnemen, de inrichting van de openbare ruimte eentoniger. Er zullen meer beplantingsvakken omgevormd moeten worden en meer bomen moeten verdwijnen. De ingrepen zullen duidelijker zichtbaar zijn. De incidentele omvormingskosten zullen beduidend hoger uitvallen dan bij niveau 1. De precieze omvang moet nog nader worden vastgesteld en is mede afhankelijk van het tempo waarin de omvormingsoperatie zich moet gaan voltrekken. Om de omvormingsoperatie in enkele jaren te voltooien zullen extra incidentele middelen benodigd zijn. Beeld niveau 3: extra ten opzichte van niveau twee 499.000 euro Ten opzichte van Beeld niveau 2 zullen de omvormingen in de beplantingsvakken radicale vormen aannemen. 26% van de beplantingsvakken zal omgevormd moeten worden naar gras, waardoor de openbare ruimte een zeer open karakter krijgt. De incidentele omvormingskosten zullen hoger zijn dan bij niveau 2. bedragen x € 1.000 Omschrijving Budget Ambtelijke Voorstel college 2010 inventarisatie 2011 2012ev Ombuigen niveau-1 Ombuigen niveau-2 Ombuigen niveau-3 Totaal
1.048 448 499 10.300
400
1.048
(*)
1.995 400 1.048 (*): 750 in 2012 en 1.048 vanaf 2013
III.6. WMO Achtergrond De Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) heeft als doel dat mensen met een beperking, zoals gehandicapten, chronisch zieken en ouderen zo lang en zo zelfstandig mogelijk kunnen blijven deelnemen in de samenleving. In de wet is het zogenaamde compensatiebeginsel vastgelegd. Dit houdt in dat de gemeente voorzieningen moet treffen, zodat burgers met beperkingen zodanig gecompenseerd worden dat zij deel kunnen blijven nemen aan het maatschappelijk verkeer. De compensatieplicht moet de zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie bevorderen. Binnen de wet is geen inhoudelijke invulling gegeven van het compensatiebeginsel. Hoever de compensatieplicht voor gemeenten reikt moet worden opgemaakt uit de Wmo jurisprudentie. De beleidsvrijheid, dus wie onder welke voorwaarden wordt gecompenseerd, is in Amstelveen uitgewerkt in de verordening maatschappelijke ondersteuning 2008 en de beleidsregels wet maatschappelijke ondersteuning. Hierin is aangegeven dat de volgende producten worden geleverd: 1. hulp bij huishouden 2. individuele vervoersvoorzieningen en rolstoelen 3. individuele woonvoorziening 4. collectief vervoer Gelet op de uitwerking van het compensatiebeginsel is de gemeente wettelijk verplicht het grootste deel van bovenstaande producten aan te bieden.
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 67
Bezuinigingsmogelijkheden Geen bezuinigingen zijn mogelijk op de volgende onderdelen: Aangezien bij verstrekking van vervoer- en woonvoorzieningen het uitgangspunt geldt van de goedkoopst compenserende maatregelen, is het niet mogelijk deze tegen lagere kosten aan te bieden. De tarieven die de aanbieder van hulp bij huishouden in rekening brengt zijn een uitvloeisel van periodieke aanbesteding en daarmee –gegeven de eisen die aan de aanbieder worden gesteld- voorlopig niet beïnvloedbaar. Hoge kwaliteitseisen maken onderdeel uit van deze periodieke aanbesteding. Op de volgende onderdelen zijn bezuinigen mogelijk: Verhogen eigen bijdragen onder andere voor hulp in de huishouding tot het wettelijk maximum (maximale bezuiniging 525.000 euro). Niet meer verstrekken algemeen gebruikelijke woonvoorzieningen zoals een verhoogde toiletpot (maximale bezuiniging 45.000 euro).
Het collectief vervoer wordt aangeboden aan zowel Wmo geïndiceerden als 65-plussers. Het aanbieden van regiovervoer aan 65-plussers is eigen beleid van Amstelveen en is niet wettelijk voorgeschreven en is dus beïnvloedbaar.
Keuze college: Het college zet in op de verhoging van de eigen bijdrage tot de maximale bijdrage. De minima worden hierbij ontzien. Zij betalen géén eigen bijdrage. Echter, voor de doelgroep met een inkomen net boven het minimuminkomen kan het verhogen van de eigen bijdrage tot een onevenredig grote inkomensval leiden. Het college kiest ervoor de inkomensgrens tot het niveau waarop geen eigen bijdrage wordt verlangd te verhogen naar een verzamelinkomen van 20.370 euro. Niet alleen worden hierdoor de minima ontzien maar ook kwetsbare groepen (d.w.z. Wmo-geïndiceerden) die een inkomen hebben net boven het minimuminkomen. De doelgroep met een minimuminkomen wordt ontzien bij het verstrekken van algemeen gebruikelijke woonvoorzieningen. Minima met een Amstelveenpas behouden hun recht op een vergoeding. Wat het regiovervoer betreft wordt het ouderenvervoer afgeschaft. Voor burgers die het regiovervoer echt nodig hebben, is in deze voorzien in de Wmo. Op dit moment bedragen de kosten voor het ouderenvervoer 190.000 euro. Omdat verwacht mag worden dat een aantal ouderen voor een Wmo-indicatie in aanmerking komt, zal de besparing naar verwachting 150.000 euro bedragen. De totale structurele besparing bedraagt aldus 605.000 euro. bedragen x € 1.000
Omschrijving
Hulp bij huishouden Individueel vervoer Woonvoorzieningen Collectief vervoer Ondersteuning Totaal
Budget 2010
Ambtelijke inventarisatie
Voorstel college 2011 2012ev
5.710 1.827 1.734 1.382 75
525
205
410
45 150
25 75
45 150
10.728
720
305
605
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 68
III.7 Overig Bestuursorganen De budgetten bestuursorganen betreffen naast de kosten van de raad en het college van B&W, apparaatskosten van het facilitair bedrijf (gedeeltelijk), directie en staf, afdeling beleid (gedeeltelijk) en de griffie. Genoemde apparaatskosten worden in verband met de invulling van de taakstellingen op de ambtelijke organisatie beschouwd (zie paragraaf III.2). Binnen de bestuursorganen kan een tweeledige besparing worden gerealiseerd; een vermindering van de bijdrage aan het regio overleg met 19.000 euro en lagere kosten ten gevolge van het feit dat het college van B&W nu vier wethouders heeft en het aantal raadsleden en fracties is uitgebreid (per saldo 72.000 euro). bedragen x € 1.000
Omschrijving
Budget 2010
Beperken bijdrage regio-overleg -/-1 wethouder, uitbreiding raad Totaal
4.450
Ambtelijke inventarisatie
Voorstel college 2011 2012ev
19 72
72
19 72
91
72
91
Burgerzaken Ambtelijke inventarisatie Door burgerzaken is een groot aantal relatief kleine(re) besparingsmogelijkheden aangedragen. In totaal gaat het om een bezuinigingspotentieel van 262.000 euro; (Amstelveen Informatie 50.000 euro; sluiten expatcenter 50.000 euro; kassier 50.000 euro en ruim 100.000 euro kleinere bezuinigingsmogelijkheden, met name in relatie tot dienstverlening en openingstijden). Bezuinigen middels het inperken van de openingstijden heeft als ongewenste consequentie dat Amstelveen niet langer voldoet aan het keurmerk Antwoord @ en derhalve niet beschikt over Klant Contact Centrum (KCC). Hierdoor kan geen gebruik worden gemaakt van centraal (landelijk) ontwikkelde tools als een landelijk kennisbank. Voorstel College Het voorstel tot bezuinigingen op het expatcenter wordt niet overgenomen gezien het belang dat het college toekent aan deze functionaliteit. Samenvattend stelt het college derhalve een bezuiniging van 175.000 euro structureel voor op burgerzaken. bedragen x € 1.000
Omschrijving
Budget 2010
Amstelveen informatie Expatcenter Kassier Overige dienstverl./openingst. Totaal
3.220
Ambtelijke inventarisatie
Voorstel college 2011 2012ev
55 49 50 108
50
50
50 75
262
50
175
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 69
Economische Zaken Ambtelijke inventarisatie Met betrekking tot economische zaken is een aantal bezuinigingsvoorstellen met betrekking tot het afschaffen van subsidies en inzet van capaciteit uitgewerkt. In de voorliggende periode is veel geïnvesteerd in het verlevendigen van het stadshart en dit heeft geleid tot een goede samenwerking met betrokken partijen. Het is nu tijd dat de betrokken private partijen de rol van de gemeente meer overnemen. Dat geldt evenzeer bij de inzet van de gemeente bij het organiseren van evenementen. De gemeente zal blijven participeren maar zal niet zonder meer de regiefunctie op zich nemen. Voorts zullen reguliere bijdragen en de vorm van participatie aan diverse (veelal regionale) verbanden bekeken worden. Flexibele inzet van het budget, ook in de tijd, is daarvoor noodzakelijk. In totaliteit gaat het om 113.000 euro aan uitgaven. Voorstel College Het college stelt een taakstellende bezuiniging van 100.000 euro voor waarbij het zwaartepunt ligt bij het stadshartbudget. bedragen x € 1.000
Omschrijving
Budget 2010
Stadshartbudget Overige subsidies en capaciteit Totaal
1.250
Ambtelijke inventarisatie
Voorstel college 2011 2012ev
80 33
80 20
113
0
100
Milieu educatie Ambtelijke inventarisatie Het budget van de speelboerderij Elsenhove wordt voor ruim 80% (412.000 euro van de 475.000 euro) bepaald door de kosten voor gebouwen, dierenverblijven en salarissen. Bij in standhouding van het concept Elsenhove is een budgetkorting haalbaar van 25.000 euro (versoberen educatief programma en overig aanbod ten behoeve van de recreatieve bezoekers en het verhogen van de inkomsten via horeca). Grotere taakstellingen leiden onvermijdelijk tot fundamentele herziening van het concept dat voor Elsenhove geldt. Op het NME programma is korting van 35.000 euro haalbaar door middel van inperken van het NME programma voor de basisscholen, het voortgezet onderwijs, de brede school en de buitenschoolse opvang, zonder dat hoeft te worden ingeleverd op de regionale functie die de NME vervult. Doordat de regionale functie aanzienlijke inkomsten genereert, is het onverstandig om zwaar in deze functie te snijden. Afstoten van schooltuinencomplex Langs de Akker als zodanig is mogelijk (opbrengst 40.000 euro). Dit complex ligt decentraal, waardoor slechts enkele scholen op dit complex tuinieren. Indien tot sluiting wordt overgegaan kunnen alternatieven worden geboden. Het aantal vrijwilligers dat zich inzet op Elsenhove en schooltuinen is met circa 60 personen aanzienlijk. Dankzij hun inzet en bijdragen is het succesvol exploiteren van deze voorzieningen mogelijk en bestaat maatschappelijk en groot draagvak. Voorstel College Het college stelt een taakstellende bezuiniging van 100.000 euro voor op het beleidsterrein milieu educatie, maar is van mening dat het al dan niet afstoten van een schooltuin (Langs de Akker) op dit moment prematuur is. Een uitgewerkt voorstel voor de nog concreet in te vullen taakstelling van 40.000 euro zal worden voorgelegd bij de Kadernota 2012.
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 70
bedragen x € 1.000
Omschrijving
Budget 2010
Elsenhove NME programma Afstoten schooltuin Nog in te vullen taakstellend Totaal
Ambtelijke inventarisatie
Voorstel college 2011 2012ev
25 35 40
25 35 40
1.050
100
0
100
(*)
(*): 60 in 2012 en 100 vanaf 2013
Speelplaatsen Ambtelijke inventarisatie Op het gebied van speelvoorzieningen is een forse bezuiniging mogelijk. Amstelveen heeft een bovengemiddeld voorzieningenniveau dat moeizaam toekomstgericht in stand te houden is vanuit het huidige budget. De hoge onderhoud- en renovatiekosten van de speelvijvers als gevolg van onder andere hygiëne-eisen staan niet meer in verhouding tot andere voorzieningen. Daarenboven is het aantal voorzieningen voor kleine kinderen bovengemiddeld en loopt dit niet meer in de pas met maatschappelijke ontwikkelingen. Hierdoor kunnen er bijvoorbeeld (te) weinig voorzieningen gerealiseerd worden voor de oudere jeugd. Door de toename van mobiliteit zijn de huidige beleidsuitgangspunten (een speelplek op maximaal 100 meter van iedere woning) verouderd. Een vermindering van het aantal voorzieningen kan gepaard gaan met een verbetering van een aantal overblijvende (bijvoorbeeld door meer toestellen te combineren op 1 locatie en meer voorzieningen voor de oudere kinderen toe te voegen, alsmede sociale ontmoetingsplekken), waardoor de maatschappelijke acceptatie weer positief beïnvloed kan worden. Tenslotte kan door afstoten van een aantal voorzieningen de kwaliteit van de overblijvende voorzieningen gehandhaafd blijven, waarmee tevens de veiligheidseisen gewaarborgd zijn Uitgewerkt naar beeldniveaus kan het volgende worden gezegd. Beeld Niveau 1: besparing 200.000 euro Fase 1: besparing 100.000 euro De drie gerenoveerde speelbadjes blijven bestaan. De overige 6 locaties met speelbadjes worden gesloten. Hiermee wordt bovenop de ombuiging op onderhoud bespaard op de vervangingsinvestering van 900.000 euro. Daarnaast worden 20 kleinere, minder gebruikte speelplaatsen verwijderd. Het onderhoudsniveau van de overblijvende faciliteiten blijft op huidig peil. Met het verwijderen, afvoeren en herinrichten zullen extra eenmalige kosten zijn gemoeid waarvoor extra middelen moeten worden vrijgemaakt. Fase 2: additionele besparing ten opzichte van fase één 100.000 euro Er zijn geen openbare zandbakken meer. De 100 nog resterende zandbakken worden verwijderd. Daarnaast neemt het onderhoudsniveau additioneel op fase 1 af, waardoor op speelplaatsen zichtbaar meer onkruid en zwerfvuil voorkomt. Graffiti en beplakking zijn aanwezig. Beeld Niveau 2: extra besparing ten opzichte van niveau één 75.000 euro Additioneel op niveau 1 neemt het onderhoudsniveau af, waardoor speelvoorzieningen schade vertonen. Graffiti en beplakking zijn duidelijk aanwezig. Met het verwijderen, afvoeren en herinrichten zullen extra eenmalige kosten zijn gemoeid waar middelen moeten worden vrijgemaakt.
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 71
Beeld Niveau 3; extra besparing ten opzichte van niveau twee 259.000 euro Additioneel op niveau 2 zullen alle speelbadjes worden gesloten en verdwijnt de helft van de speelplekken. Met het verwijderen, afvoeren en herinrichten zullen extra eenmalige kosten zijn gemoeid waarvoor middelen moeten worden vrijgemaakt. Voorstel College Het college wil ten aanzien van speelplaatsen in twee fases een ombuiging van 200.000 euro structureel realiseren. Daarvoor is het noodzakelijk dat inzicht wordt verkregen in op wat er op buurtniveau beschikbaar en nodig is. Door middel van maatwerk op buurtniveau denken wij de ombuigingstaakstelling concreet te kunnen realiseren. bedragen x € 1.000
Omschrijving
Budget 2010
Ombuigen niveau-1 Ombuigen niveau-2 Ombuigen niveau-3 Totaal
1.000
Ambtelijke inventarisatie
Voorstel college 2011 2012ev
200 75 259
200
(*)
534
200
(*)
(*): 100 in 2012 en 200 vanaf 2013
Straatreiniging Ambtelijke inventarisatie In de overweging van Wijkbeheer is de meest verantwoorde aanpak om verzorging van de bestaande inrichting te versoberen tot een gemiddeld niveau. Het profijtbeginsel is op enkele, geringe voorzieningen of diensten van toepassing. Het huidige kwaliteitsbeeld is dat er op het eerste gezicht geen zwerfafval is. In de goten is weinig veegvuil aanwezig en op de verhardingen is weinig onkruid te zien. Afvalbakken worden tijdig geleegd zodat geen afval uitsteekt. Rondom de ondergrondse afvalcontainers is nauwelijks bijgeplaatst afval aanwezig. Het huidige kwaliteitsbeeld is bovengemiddeld. Versoberen is mogelijk. Beeld niveau 1: De bevolking stimuleren meer zelf te doen zodat het kwaliteitsbeeld in stand blijft met lagere kosten voor gemeente (opbrengst 50.000 euro). Het zal een structurele inspanning van de organisatie vergen om actieve participatie een blijvend effect te laten hebben. Beeld niveau 2: Verspreid over de verhardingen is zwerfafval te zien. In de goten is veegvuil te zien, op de verhardingen is onkruid zichtbaar aanwezig. In de afvalbakken is het afval te zien, maar de bakken zitten niet vol. Er steekt geen afval uit de bakken. Bij de ondergrondse afvalcontainers is bijgeplaatst afval aanwezig (opbrengst 100.000 euro). Naast genoemde maatregelen is het mogelijk om een deel, maximaal 850.000 euro van de huidige kosten van de straatreiniging onder te brengen in de afvalstoffenheffing en rioolrecht. Voorstel College Het college is van mening dat enige versobering van het kwaliteitsniveau van straatvegen acceptabel is en boekt hiervoor 100.000 euro in. In het college programma is als uitgangspunt opgenomen dat de lastendruk zo laag mogelijk wordt gehouden. Het onderbrengen van (een deel van) de kosten straatvegen in de afvalstoffenheffing en rioolrecht leidt tot een lastenstijging. Op dit moment vinden wij een dergelijke maatregel niet nodig omdat wij eerst (bij de Kadernota 2012 en 2013) de uiteindelijke balans van de invulling van ombuigingstaakstelling kunnen opmaken.
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 72
bedragen x € 1.000
Omschrijving
Budget 2010
Ombuigen niveau-1 Ombuigen niveau-2 Via afvalstoffenheffing Totaal
1.400
Ambtelijke inventarisatie
Voorstel college 2011 2012ev
50 100 850
100
1.000
100
Vastgoed In het kader van de duurzaamheidproblematiek worden de mogelijke besparingen binnen de vastgoedsector betrokken. Daarbij wordt er overigens vanuit gegaan dat het huidige bezit duurzaam in stand moet worden gehouden. Wanneer het efficiënter gebruik van maatschappelijk vastgoed leidt tot afstoten van vastgoed zullen de financiële consequenties daarvan in beeld worden gebracht en als extra ombuiging kunnen worden ingeboekt. Vergunningen en ontheffingen Het grootste deel van de taken zijn wettelijk en de kosten betreffen met name de organisatie. Onder de paragraaf apparaat wordt ingegaan op de organisatiewijziging die in dit verband relevant is (ROP, Vastgoed en V&O). Voor de verlening en toezicht op APV vergunningen worden ambtelijke kosten gemaakt. Deze kosten kunnen in meer of mindere mate op de aanvrager worden verhaald. Op dit moment bedraagt het dekkingspercentage van de APV vergunningen circa 10% (opbrengst 70.000 euro). Het dekkingspercentage zal naar boven moeten door enerzijds kostenverlaging en anderzijds tariefsverhoging (profijtbeginsel). Taakstellend wordt een bezuiniging ingeboekt van 200.000 euro. Voor 2011 wordt vooruitlopend op een overall aanpak voorgesteld de leges voor grote evenementen (meer dan 7.500 bezoekers) bij te stellen naar 6.000 euro. Dit betekent een meeropbrengst van 12.000 euro. Bij de Kadernota 2012 wordt een volledig uitgewerkt voorstel ter besluitvorming voorgelegd. bedragen x € 1.000
Omschrijving
Budget 2010
APV vergunningen Totaal
3.900
Ambtelijke inventarisatie
Voorstel college 2011 2012ev
200
12
200
200
12
200
Centrale beheertaken (CBT) Door CBT is een aantal bezuinigingsvoorstellen ingediend die noodzakelijk zijn om bestaande tekorten binnen de exploitatie CBT weg te werken. Wel lijkt het mogelijk om door samenvoeging van het beheer van twee in Amstelveen bestaande netwerken voor openbare verlichting besparingen te realiseren. Eén kabelnet is in beheer van NUON en één kabelnet in eigendom en beheer van de gemeente. Is er een storing in het kabelnet van NUON, dan moet de storing ook via de NUON worden opgelost. In de praktijk duurt het door de procedures die daarbij worden gehanteerd langer voordat een storing is opgelost (max. 10 dagen tegenover max. 5 dagen voor door de gemeente op te lossen storingen). Bij nieuwbouw en /of reconstructies kiezen we er voor over te gaan op het eigen kabelnet. Door de bezuiniging van 40.000 euro zal het wel langer duren voordat het hele kabelnet in eigendom en beheer van de gemeente komt.
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 73
Omschrijving
Budget 2010
Beheer Kabelnet Totaal
8.600
Ambtelijke inventarisatie
bedragen x € 1.000 Voorstel college 2011 2012ev
40
40
40
40
Veiligheid Ambtelijke inventarisatie Het budget betreft voor het grootste deel gelden in de Gemeenschappelijke Regelingen en organisatielasten. Ambtelijk is een aantal voorstellen voorbereid tot een totaal bedrag van 206.000 euro. Het betreft een schrappen van aantal kleinere posten voor in totaal 110.000 euro; de pilot zelfredzaamheid, slachtofferhulp, bureau HALT, conflictbemiddeling en meldpunt discriminatie. Daarnaast betaalt de gemeente ongeveer één vijfde deel (96.000 euro) van het zogenaamde pluspakket van de brandweer dat wordt afgenomen van de Veiligheidsregio (preventie en rampenbestrijding) Voorstel College Veiligheid is een speerpunt voor dit college. Daarom worden de suggesties met betrekking het schrappen van genoemde kleinere posten niet overgenomen. Ten aanzien van het zogenaamde pluspakket stelt het college zich op het standpunt dat initiatieven in gemeenschappelijk verband om te komen tot een lagere bijdrage zullen worden ondersteund. Echter, indien de grootste contribuant, de gemeente Amsterdam niet aan bezuinigingen wenst deel te nemen is bezuinigen op de gemeenschappelijke regeling nihil. bedragen x € 1.000
Omschrijving
Budget 2010
Pluspakket Veiligheidsregio Diverse kleinere posten Totaal
6.850
Ambtelijke inventarisatie
Voorstel college 2011 2012ev
96 110
0 0
0 0
206
0
0
GGD/Groengebied Amstelland Tenslotte worden nog twee overige posten genoemd. Het betreft in de eerste plaats de vrijval van het restant van 80.000 euro op een stelpost die enkele jaren geleden is gevormd in verband met de fusieperikelen en begrotingsproblematiek van de GGD. Een mogelijke besparing op de bijdrage aan het Groengebied Amstelland is vooralsnog p.m. opgenomen. bedragen x € 1.000
Omschrijving
stelpost GGD Groengebied Amstelland Totaal
Budget 2010
Ambtelijke inventarisatie
Voorstel college 2011 2012ev
450
80 p.m.
80 p.m.
80 p.m.
80 + p.m.
80 + p.m.
80+ p.m.
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 74
III.8. Totaaloverzichten III.8.1. Ombuigingen: Ambtelijke inventarisatie en voorstellen College bedragen x 1.000 euro
Budget 2010
Ambtelijke Inventarisatie
College Voorstel
Verschil
1.690 -820 273 124
1.660 -820 200 120
-30 0 -73 -4
1.200 1.500 500 1.200 275 55 110 70 200
620 250 400 165 50 95 160 55 50 70 20
270 250 300 165 50 95 160 55 50 35 20
-350 0 -100 0 0 0 0 0 0 -35 0
3.500 250 300
100 100 30
100 100 0
0 0 -30
60 250 140 100
60 125 p.m. 50
0 125 70 50
-60 0
Sub-totaal Subsidies
19.960
3.667
3.055
-682
WMO
WMO versoberen en profijtbeg.
10.700
720
605
-115
Groen
1) Ombuigen Niv-1 2) Ombuigen Niv-2 3) Ombuigen Niv-3
10.300
1.048 448 499
1.048
0 -448 -499
Sub-totaal Groen
10.300
1.995
1.048
-947
4.450
19 72 175 100 100 200 100 200 40 0 80 p.m.
0 0 -87 -13 0 -334 -900 0 0 -206 0
450
19 72 262 113 100 534 1.000 200 40 206 80 p.m.
32.170
2.626
1.086
-1.540
73.130
9.008
5.794
-3.284
Onderwerp
Ombuigingsvoorstel
Subsidies
A) Subsidies: Welzijn Cardanus # Andere wijze van uitvoering Vita St. Vluchtel.werk/Jurimas/Overig B) Subsidies: Cultuur Bibliotheek # Comm. verhuur beg.grond biblioth. Muziekschool Schouwburg Poppodium p60 Cobra Volksuniversiteit Kunstuitleen Poppentheater Gemeentelijke ateliers Overige subsidies C) Subsidies: Sport SAS STAV Sportstimulering D) Subsidies: Onderwijs Zwaluw Schoolbegeleiding Brede School Schoolzwemmen
Overig bestuursorganen bestuursorganen burgerzaken ec. zaken milieu educatie speelplaatsen straatreiniging V&O CBT Veiligheid GGD Groeng. Amstelland
Beperking bijdrage regio-overleg -1 wethouder +raadsleden/fractie Dienstverlening versoberen Schrappen & versoberen Versoberen & Schrappen Versoberen & Schrappen Versoberen Invoeren profijtbeginsel Versobering dienstverlening Schrappen & versoberen Opheffen stelpost in begroting Lagere bijdrage aan gem. regeling Sub-totaal Overig
Totaal
afgerond
4.900 2.300 850
2.200
3.220 1.250 1.050 1.000 1.400 3.900 8.600 6.850
0
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014
pagina 75
III.8.2. Ombuigingen: Fasering ombuigingsvoorstellen 2011-2014 Budget '10 Onderwerp
Ombuigingsvoorstellen
Subsidies
A) Subsidies: Welzijn Cardanus # andere wijze van uitvoering Vita St.Vluchtel.werk/Jurimas/Overig B) Subsidies: Cultuur Bibliotheek # Comm. verhuur beg.grond biblioth. Muziekschool Schouwburg Poppodium p60 Cobra Volksuniversiteit Kunstuitleen Poppentheater Gemeentelijke ateliers Overige subsidies
Totaal
afg eron d
4.900 2.300 850
1.660 -820 200 120
1.360 -820 200 120
1.560 -820 200 120
1.660 -820 200 120
270 250 150 165 50 95 80 30
20
270 250 300 165 50 95 160 55 50 35 20
270 250 300 165 50 95 160 55 50 35 20
100 100
100 100
100 100
125 35 50
125 70 50
125 70 50
70
1.200 1.500 500 1.200 275 55 110 70 200
270 250 300 165 50 95 160 55 50 35 20
3.500 250
100 100
100
250 140 100
125 70 50
Sub-totaal Subsidies
19.600
3.055
170
2.380
2.955
3.055
WMO
WMO versoberen en profijtbeg.
10.700
605
305
605
605
605
Groen
Ombuigen Niv-1
10.300
1.048
400
750
1.048
1.048
Overig: bestuursorganen bestuursorganen burgerzaken ec. zaken milieu educatie speelplaatsen straatreiniging V&O CBT GGD Groeng. Amstelland
Beperking bijdrage regio-overleg -/-1 wethouder, +raadsleden/fracties Dienstverlening versoberen Schrappen & versoberen Versoberen & Schrappen Versoberen & Schrappen Versoberen Invoeren profijtbeginsel Versobering dienstverlening Opheffen stelpost in begroting Lagere bijdrage aan gem. regeling
4.450 3.220 1.250 1.050 1.000 1.400 3.900 8.600 80 430
19 72 175 100 100 200 100 200 40 80 p.m.
80 p.m.
19 72 175 100 60 100 100 200 40 80 p.m.
19 72 175 100 100 200 100 200 40 80 p.m.
19 72 175 100 100 200 100 200 40 80 p.m.
25.380
1.086
214
946
1.086
1.086
65.980
5.794
1.089
4.681
5.694
5.794
C) Subsidies: Sport SAS STAV D) Subsidies: Onderwijs Schoolbegeleiding Brede School Schoolzwemmen
Sub-totaal Overig Totaal Lasten
2.200
bedragen x duizend euro Ombuiging 2011 2012 2013 2014
72 50
12
College Uitvoeringsprogramma 2010-2014