C OLLEGE U ITVOERINGSPROGRAMMA 2015-2018
“D AADKRACHTIG EN DUURZAAM IN D IALOOG ”
College Uitvoeringsprogramma 2015-2018
2
Inhoud INLEIDING…………………………………………………………………………………………………………………..4 VAN AMBITIES UIT HET COALITIEAKKOORD NAAR HET COLLEGE UITVOERINGSPROGRAMMA…………………………………………………………………………………………6 FINANCIEEL BELEID……………………………………………………………………………………………………..6 CONCRETE ACTIES PER PROGRAMMA……………………………………………………………………………7 1.
INTERACTIEF OMMEN (BURGER EN BESTUUR)…………………………………………………………………7
2.
DUURZAAM OMMEN (NATUUR EN MILIEU)…………………………………………………………………….10
3.
VEILIG OMMEN (VEILIGHEID EN HANDHAVING)……………………………………………………………….12
4.
BEREIKBAAR OMMEN (BEREIKBAARHEID EN VERKEER)……………………………………………………..13
5.
JEUGDIG OMMEN (ONDERWIJS EN JEUGD)…………………………………………………………………….14
6.
LEEFBAAR OMMEN (WONEN EN WERKEN)…………………………………………………………………….16
7.
ZORGZAAM OMMEN (ZORG EN WELZIJN)..……………………………………………………………………21
8.
RECREATIEF OMMEN (CULTUUR, RECREATIE & TOERISME EN SPORT)……..…………………………….22
9.
Financien en belastingen………….…………………………………..…………………………………….25
FINANCIEEL OVERZICHT KOSTEN EN BATEN………………………………………………………….……..27 VASTSTELLINGSBESLUIT……………………………………………………………………….……………………28 BIJLAGEN…………………………………………………………………………………………………………….…….29
College Uitvoeringsprogramma 2015-2018
3
INLEIDING Met het coalitieprogramma “Krachtig de handen ineen” is de basis gelegd voor een College uitvoeringsprogramma (CUP) voor de periode 2015- 2018. Een periode, die door de veelheid aan veranderingen moeilijk te voorspellen is. Door de forse bezuinigingen staat de gemeente voor een zware opgave. De raad heeft het college verzocht om het coalitieprogramma te vertalen, waarbij met een helder en concreet tijdspad de resultaten worden benoemd en aangegeven wordt, welke financiële middelen benodigd zijn. Het bezuinigingspakket “Mee(r) doen met Ommen” is voor de komende raadsperiode hierbij leidend. Daarbij wordt ook een uitwerking gevraagd van een duurzaam financieel beleid, inclusief de reservepositie en een sluitende Programmabegroting 2015. Expliciet wordt aandacht gevraagd voor het verhogen van de inkomstenkant. De opzet van het CUP is als volgt: Van ambitie coalitieakkoord naar het CUP Algemeen financieel beleid Per programma toelichting relevante concrete acties Financieel overzicht Vaststellingbesluit Bijlagen (CUP projectplannen)
Nog meer dan de afgelopen jaren is in toenemende mate de gemeente slechts één van de spelers in het complexe maatschappelijke veld, waarin grote opgaven met minder middelen om onze aandacht vragen. In de huidige netwerksamenleving is er vraag naar een overheid, die erkent dat de samenleving niet maakbaar is en dat dit ook niet gewenst is. De opgave voor de gemeentelijke overheid zal zijn om, met een heldere visie, in dialoog met de samenleving te gaan om gezamenlijk doelen te realiseren. Wij zijn er van overtuigd, dat betere prestaties voor de toekomst en voor de samenleving worden bereikt door te investeren in nieuwe verbindingen met burgers, instellingen, bedrijven en andere overheden. Dat vergt een daadkrachtige overheid, die improviseert, meebeweegt en vooral ook ruimte schept voor initiatieven en kansen. Sturen als het moet en los laten als het kan! Voor ons college zijn daarbij de woorden “Daadkrachtig, Duurzaam, en in Dialoog” leidend in het denken en handelen de komende jaren.
College Uitvoeringsprogramma 2015-2018
4
Aan het slot van deze inleiding geven wij u, ter verduidelijking, nog een schematisch overzicht van het verband tussen het CUP en een aantal belangrijke documenten en de Programmabegroting 20152018.
Centraal staat de Programmabegroting 2015-2018. In beleidsmatige zin hebben met name 4 documenten hier invloed op: de bezuinigingen uit 2013, zoals die door uw raad zijn vastgesteld, het Coalitieprogramma en het CUP uit 2014 (gericht op planning en uitvoering van ambities), alsmede de begrotingsdoctrine uit 2014 (kaderstelling voor het financieel beleid). Daarnaast werken ook tussentijds peilmomenten door in de (meerjaren)begroting. Het gaat dan om de 2e bestuursrapportage en het MJP Grondexploitatie. De financiële consequenties van het CUP zijn verwerkt in de begroting.
Ommen, 30 september 2014. Burgemeester en wethouders van Ommen, secretaris. L. Dennenberg
College Uitvoeringsprogramma 2015-2018
burgemeester, M.J. Ahne
5
VAN AMBITIES UIT HET COALITIEAKKOORD NAAR HET COLLEGE UITVOERINGSPROGRAMMA Het coalitieprogramma kent een 11-tal ambities: 1. 2. 3.
een gezond financieel beleid door een sluitende meerjarenbegroting; in principe geen lastenverzwaring voor de inwoners en ondernemers; een sociaal en sterk Ommen met een sociaal beleid, dat eigen kracht stimuleert en een vangnet biedt voor de hulpbehoevende inwoners van Ommen.; 4. een gezonde agrarische sector en een sterke economie met een levendig centrum zonder leegstand en meer werkgelegenheid; 5. Ommen als gastheer voor onze toeristen en recreanten; 6. als Ommen ons blijvend profileren als onderdeel van de regio, waarbij wij zoeken naar thematische samenwerkingsvormen en verbindingen binnen het Vechtdal; 7. betaalbare woningen, ook in de sociale sector en starterswoningen voor jongeren; 8. een goede huisvesting van het onderwijs; 9. zo min mogelijk belasting van onze leefomgeving in het kader van de duurzaamheid; 10. een voortrekkersrol rondom duurzaamheid met in 2025 een energie neutrale gemeentelijke organisatie; 11. samen met onze burgers onze ambities realiseren. De raad geeft daarbij richting: aan de inhoud (een sterk en sociaal Ommen met een gezonde agrarische sector en sterke economie met een levendig centrum, met betaalbare woningen en goede huisvesting van het onderwijs); binnen de algemene kaderstelling van duurzaamheid; binnen de financiële kaderstelling van een gezond financieel beleid en in principe zonder lastenverzwaring; om als zelfstandige gemeente, als onderdeel van de regio, te kijken naar samenwerking (thematisch in Vechtdalverband en samen met burgers). Alvorens wij de inhoudelijke aspecten nader uitdiepen, willen wij eerst de focus leggen op het financiële beleid.
Financieel beleid Met het vaststellen van de nota “Mee(r) doen met Ommen” in de vorige raadsperiode is een omvangrijk bezuinigingspakket vastgesteld. Hierin was sprake van een structurele buffer van 2,15 miljoen om de naderende financiële risico’s op te kunnen vangen. De genoemde buffer bleek inmiddels inderdaad zeer nodig door oplopende bezuinigingen van het rijk. Deze buffer is in 2015 en 2016 vrijwel geheel verdampt en in 2017 gezakt naar 526.000 euro. Daarbij past nog de opmerking dat het perspectief voor het jaar 2018 minder is dan voor het jaar 2017. Deze nota is door uw raad ook als uitgangspunt genomen voor de komende periode.
College Uitvoeringsprogramma 2015-2018
6
Het financiële meerjarenperspectief van de gemeente Ommen laat derhalve zien dat, gegeven de wens voor een sluitende meerjarenbegroting, het aanvaarde bezuinigingspakket dient te worden gehaald en zelfs dan pas vanaf 2017 echt ruimte ontstaat voor nieuwe investeringen. Daar komt bij, dat een verantwoorde grondexploitatie voor onze toekomst een voorwaarde is. Waar nodig zullen gronden moeten worden afgewaardeerd. Dit houdt in, dat de eerste 2 jaar van deze periode van ons college en uw raad veel creativiteit en soms moeilijke, maar noodzakelijke keuzes gevraagd zullen worden. De financiële risico’s liggen niet alleen op het terrein van de grondexploitatie. Met de transities binnen het sociaal domein zien we ook taken en verantwoordelijkheden op ons af komen, waarvan de financiële gevolgen nog ongewis zijn. Nog meer reden voor het voeren van een gezond en duurzaam financieel beleid, daadkrachtig, met oog voor de toekomst en in samenspraak met de bevolking van Ommen. Gezond financieel beleid vergt evenwel meer dan een behoedzame overheid die een meerjarig sluitende begroting heeft. Wij denken daarbij aan: 1. een herijking van het weerstandsvermogen; 2. een hernieuwde begrotingsdoctrine; 3. een verscherpte financiële sturing. Zie verder programma 9
CONCRETE ACTIES PER PROGRAMMA Uw raad heeft per programma aangegeven, wat u wilt in deze raadsperiode. Een deel is een voortzetting van het bestaande beleid en een deel is nieuw beleid. In het kort geven wij aan, wat de huidige stand van zaken is op de meest relevante onderdelen van het programma en op welke wijze een vervolg wordt gegeven. Onderdelen, waar op voorhand middelen voor nodig zijn, hebben we vertaald in een CUP-format, (zie bijlagen).
1. INTERACTIEF OMMEN(BURGER EN BESTUUR) Vertrouwen en ambitie, daar staan wij met elkaar voor. Het gemeentebestuur samen met de inwoners van een prachtige unieke stad met daaromheen een aantal kernen en buurtschappen. Een gemeente, waar de inwoners trots op zijn en waar het prettig wonen, werken en recreëren is. De samenleving verandert. In toenemende mate is de gemeente slechts één van de spelers in het complexe maatschappelijke veld, waarin grote opgaven met minder middelen om aandacht vragen. Daar waar enerzijds steeds vaker een beroep wordt gedaan op de eigen verantwoordelijkheid van de samenleving en de eigen kracht van individuen, groepen en partners, is er anderzijds de roep om een overheid die verbindt, daadkracht toont en ruimte schept voor initiatieven en kansen.
1.1 Een daadkrachtig college van burgemeester en wethouders In bovengenoemde krachtenveld kiest het gemeentebestuur voor een bestuursstijl, die verbindend is en in dialoog met individuen, groepen en partners met het oog gericht op de samenleving. Door slim, stabiel en daadkrachtig te besturen willen wij, ook met minder middelen, ruimte creëren voor kansen, investeringen en nieuwe ontwikkelingen.
College Uitvoeringsprogramma 2015-2018
7
1.2 Pilot participatie Het thema “participatie” is een belangrijk speerpunt. Dit vraagt om een manier van werken, waarbij investeren in verbinden, vertrouwen en het vermogen van bewoners en partners om te participeren centraal staat. Deze aanpak vraagt niet alleen om het geven van ruimte, maar ook om een meedenkende, stimulerende en oplossingsgerichte overheid. Beleid wordt vormgegeven door meer gebiedsgericht en wijkgericht te werken en in het nieuw gevormde gebiedsteam. In de vorige periode is met burgerparticipatie in een aantal projecten de nodige ervaring opgedaan. De Rekenkamercommissie Ommen heeft dit thema uitgekozen voor haar onderzoeksplan 2014. Begin volgend jaar zal het onderzoeksrapport worden gepresenteerd en zullen we de conclusies en aanbevelingen meenemen in het verder vormgeven van de participatie, o.a. in een pilot. Ook de provincie heeft dit hoog op de agenda staan en geeft subsidies voor pilotprojecten, waar wij graag gebruik van willen maken.
1.3
Eindevaluatie van de ambtelijke organisatie (Bestuursdienst Ommen-Hardenberg) juli 2015 Begin 2014 hebben wij een tussenevaluatie met u besproken. Na 1 juli 2015 evalueren we de ambtelijke samenwerking met de gemeente Hardenberg in de Bestuursdienst Ommen- Hardenberg over de periode 1 juli 2012-1 juli 2015. Uw raad heeft hier bij de besluitvorming van de fusie in het voorjaar van 2012 om gevraagd. Drie jaar na dato wordt de balans met elkaar opgemaakt en in het najaar van 2015 zullen wij deze evaluatie aan u voorleggen.
1.3.1 Optimaliseren klanttevredenheid dienstverlening Eind dit jaar ontvangt u van ons een beleidsnotitie Dienstverlening 2015-2020. De uitvoering van deze beleidsnotitie wordt een opdracht aan de Bestuursdienst Ommen-Hardenberg en vindt u terug in de eerstvolgende begroting BOH.
1.3.2 Nulmeting 1-1-2015 over de effecten van de regelgeving op de inwoners In 2013 is door BMC voor Ommen het burgeronderzoek ‘Waarstaatjegemeente’ uitgevoerd op basis van de door het Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten (KING) vastgestelde vragenlijst. Helaas heeft KING moeten besluiten om de vragenlijst stop te zetten, omdat het onderzoek niet voldoende betrouwbaar bleek te zijn. KING heeft hiervoor excuses aangeboden en toegezegd dat, zodra er een verbeterde versie van de vragenlijst beschikbaar is, die wel aan de gestelde eisen voldoet, het onderzoek opnieuw gedaan kan worden op kosten van KING. Inmiddels is de nieuwe vragenlijst voor de burgerpeiling een feit. Mede gezien de ontwikkelingen in het sociaal - maatschappelijk domein is er voor gekozen, om het hernieuwde onderzoek in de eerste helft van 2015 te doen. Zoals bekend is ‘Waarstaatjegemeente’ een benchmarkonderzoek naar de waardering van de burger voor de gemeente. Deze waardering wordt gemeten op vier thema’s: “woon- en leefomgeving”, “relatie burger-gemeente”, “gemeentelijke dienstverlening” en “zorg en welzijn”. Hiermee krijgen we goed inzicht in de eigen prestaties en kunnen we beoordelen, of de gemeente Ommen over voldoende slagkracht beschikt, om de ambitie van eerste overheid waar te kunnen maken. In dit onderzoek zal o.a. worden meegenomen, wat verdere digitalisering betekent voor burgers, die digitaal minder onderlegd zijn. Het onderzoek wordt gehouden in de periode januari t/m maart 2015. De rapportage wordt in april 2015 opgeleverd.
College Uitvoeringsprogramma 2015-2018
8
1.3.3
Doorontwikkelen gemeentelijke website en gebruik digitale media voor verbetering dienstverlening In het huidige regeerakkoord is de doelstelling opgenomen dat de dienstverlening door de overheid beter moet. Minister Plasterk heeft aangegeven dat bedrijven en burgers uiterlijk in 2017 zaken die ze met de overheid doen, zoals het aanvragen van een vergunning, digitaal kunnen afhandelen. Deze ontwikkeling volgen wij en wij verwachten de komende jaren derhalve een verre gaande digitalisering van onze producten en diensten. Wij volgen de landelijke ontwikkelingen en de landelijke initiatieven om minder digivaardige mensen te ondersteunen bij het aanvragen van gemeentelijke producten en diensten. Het verbeteren van de (digitale) bereikbaarheid van de gemeente via de website blijft continu onze aandacht behouden.
1.4 Mobiliteit en terugdringen externe inhuur De BOH is in 2014 gestart met de monitoring van de externe inhuur. Hierbij wordt aansluiting gezocht bij de systematiek en begrippen, die door het A&O fonds worden gehanteerd bij de gemeente onderzoeken, zodat deze ook als benchmark instrument kunnen worden toegepast. Mobiliteit heeft een hoge prioriteit en wordt in brede zin doorontwikkeld binnen het HR beleid van de BOH. Dit moet bijdragen aan een (op termijn) flexibele organisatie, waardoor ook minder externe inhuur noodzakelijk zal zijn. Op korte termijn zal gestart worden met het realiseren van een vaste flexibele schil waarin een aantal professionals geplaatst zullen worden, die breed in de organisatie ingezet kunnen worden. Hiermee wordt ook een bijdrage aan de bezuiniging gerealiseerd.
1.5
Actualisatie van de toekomstvisie “Het Ommer Motief, perspectieven voor Ommen 2020” met als horizon het jaar 2030 In 2008 heeft de raad de toekomstvisie “Het Ommer Motief, perspectieven voor Ommen 2020” opgesteld. Hierin wordt Ommen omschreven als een groene, gastvrije en geïnspireerde gemeente. Het Ommer Motief is concreet uitgewerkt in het Gemeentelijk Omgevingsplan. Dit is het strategisch beleidskader van de gemeente op zowel fysiek als maatschappelijk domein . Hierin zij de ambities en opgaves voor de gemeente opgenomen tot 2020. Door de veranderende (maatschappelijke) omstandigheden is het wenselijk om een nieuw visiedocument van de raad op te stellen met als horizon 2030 . Basis voor dit op te stellen document zijn het Ommer Motief, het Gemeentelijk Omgevingsplan Ommen en de beleidsnota Sociaal Domein “Om Elkaar” (zie bijlage CUP projectplan 1.5).
1.6
Eén netwerkpartij, waarbij alle promotieactiviteiten zijn gebundeld; realistische voorstellen , waaronder een mogelijke invoering van reclamebelasting voor de financiering van promotie Ommen Regie, promotie en marketing willen we beleggen bij één netwerkpartij en in samenspraak met de stakeholders bepalen we de marketing strategie en stellen we een uitvoeringskader met financieringsmogelijkheden op (zie bijlage CUP projectplan 1.6).
College Uitvoeringsprogramma 2015-2018
9
1.7 Glasvezel/breedband in het centrum van Ommen en het buitengebied Aanleg van glasvezel is een activiteit van de markt. Overheden kunnen om staatsteunredenen niet zomaar subsidiëren of anderszins ondersteunen. De faciliterende rol wordt door de gemeente opgepakt. Het centrum van Ommen is verglaasd door Reggefiber. De kernen Beerzerveld, Witharen, Vilsteren en Lemele, waar al breedband beschikbaar is van KPN of Ziggo, zijn in principe voorzien. De prioriteit ligt bij aanleg in buitengebieden en op bedrijventerreinen waar geen breedband beschikbaar is. Door bewoners en ondernemers is de Stichting Vechtdalbreed opgericht met als doel inzichtelijk te maken onder welke voorwaarden glasvezel in het buitengebied kan worden aangelegd. In een samenspel tussen provincie, marktpartijen, bevolking en gemeente kan worden bepaald of er voldoende deelnamebereidheid is voor aansluiting op breedband. De gemeente faciliteert in eerste instantie dit proces. In een later stadium zou een beroep gedaan kunnen worden op een gemeentelijke garantstelling, dan wel zelf een geldlening te verstrekken. Om de kosten voor aanleg in de buitengebieden naar beneden te brengen wordt op dit moment onderzocht op welke manier de legesverordening kan worden aangepast.
2. DUURZAAM OMMEN (NATUUR EN MILIEU) In een duurzaam Ommen zijn bewoners, ondernemers en gebruikers tevreden over de kwaliteit van hun fysieke leefomgeving. De ontwikkelingen richten zich op het voorzien in de huidige behoefte zonder de belangen van de toekomstige generaties in gevaar te brengen. De komende jaren speelt duurzaamheid daarom een belangrijke rol en is uitgangspunt bij alles wat we doen. De gemeente inclusief de ambtelijke organisatie heeft hierbij een belangrijke voorbeeldfunctie.
2.1 Toegroeien naar een energie neutrale gemeente in 2025 Het Duurzaamheidsprogramma 2015-2018 zal begin 2015 worden opgesteld en ter besluitvorming aan de raad worden voorgelegd. In dit programma wordt aangegeven hoe duurzaamheidsdoelstellingen gerealiseerd kunnen worden. In 2015 wordt ook een rapportage voorgelegd waarin de mogelijkheden en haalbaarheid van een energie neutrale gemeentelijke organisatie in 2025 in beeld wordt gebracht.
2.2 Een duurzaamheidstoets bij ieder bouwproject In het opgestelde inkoopbeleid zijn ook duurzaamheidscriteria ’s verwerkt. Het verder integreren van het toetsen van bouwactiviteiten op duurzaamheidsstandpunten, wordt meegenomen in het duurzaamheidsprogramma.
2.3
Aansluiten bij en meeliften op de subsidieregeling zonne-energie “stichtingen en verenigingen In navolging van de motie d.d. 7 november 2013 om de 50/50 regeling voor sportverenigingen om te investeren in zonne-energiemaatregelen op termijn af te schaffen, wordt op dit moment een voorstel uitgewerkt om tot een nieuw investeringsprogramma gebruik zonne-energie te komen. Hierbij worden de betreffende sportverenigingen betrokken. Eind 2014 / begin 2015 wordt het voorstel aan de raad aangeboden.
College Uitvoeringsprogramma 2015-2018
10
2.4 Aansluiten bij en meeliften op de subsidieregeling ‘Duurzame energie voor inwoners’ Enkele jaren geleden had de gemeente, met cofinanciering van de Provincie, een eigen subsidieregeling voor het toepassen van energiebesparende maatregelen in de bestaande bouw. Op basis van Energieloket 2.0 is er de provinciale premieregeling en duurzaamheidslening. Een eigen gemeentelijke regeling naast de bestaande provinciale regeling achten wij derhalve niet nodig.
2.5 Evaluatie en vervolg op project “Van afval naar grondstof” Eind 2014 zal fase 1 ( invoeringsproces, inzamelingsresultaten, financiële effecten etc. ) worden geëvalueerd. Op basis van de resultaten kan eind 2014 besluitvorming plaatsvinden over de invoering van fase 2 ( plaatsing van ondergrondse verzamelvoorzieningen). Bij een positief raadsbesluit kunnen in 2015 de (technische) voorbereidingen worden getroffen en kan per 1 januari 2016 de fiscale invoering (betalen per lediging) worden geëffectueerd.
2.6
Verder ontwikkelen van het Natuur Informatiecentrum Ommen (NICO) tot een volwaardig Anjerpunt/betrekken NICO bij duurzaamheidseducatie op basisscholen Afgelopen jaar zijn wij regelmatig met het NICO in gesprek geweest over het door ontwikkelen tot een volwaardig Anjerpunt. Het blijkt dat dit proces langer duurt dan verwacht. Dit betekent, dat het NICO voor komend jaar haar reguliere activiteiten voortzet. Dit brengt op dit moment geen extra kosten voor de gemeente met zich mee. In het voorjaar van 2015 moet duidelijk zijn, hoe het NICO zich op de huidige locatie kan door ontwikkelen tot Anjerpunt. Eventuele financiële gevolgen voor de gemeente zullen worden opgenomen in de Kadernota 2016. In de gesprekken met het NICO zullen wij ook uw wens meenemen om het NICO actief te betrekken bij duurzaamheidseducatie op basisscholen. Eventuele financiële gevolgen hiervan zullen wij eveneens opnemen in de Kadernota 2016.
2.7
Beleid van de Stichting Ommen Millenniumgemeente (SOM) actualiseren en de activiteiten van SOM inzetten op thema duurzaamheid Op bestuurlijk/ambtelijk niveau is er regelmatig overleg met de SOM. In het kader van het duurzaamheidsprogramma wordt nader ingegaan op de rol die de SOM kan innemen.
2.8 LED-verlichting voor gemeentelijke gebouwen en straatverlichting voortzetten In 2014 is het Integraal Beleidsplan Openbare Ruimte vastgesteld. Hierin is het verduurzamen van de openbare verlichting in gang gezet. Het vervangingsplan is opgesteld in 2014. In 2015 kan er in principe gestart worden met de vervanging van de verlichting, na vaststelling door uw raad van het vervangingsplan. Energiemonitoring in combinatie met mogelijke duurzaamheidsmaatregelen zullen de komende jaren binnen ons gemeentelijk vastgoed veel aandacht krijgen. Investeringen zullen zoveel mogelijk op natuurlijke (onderhouds-)momenten plaatsvinden. Een relatief korte terugverdientijd zal hierbij een belangrijk afwegingskader zijn. Naast LED-verlichting en zonnepanelen zullen ook andere relatief goedkope aanpassingen (denk aan: aanwezigheidsdetectie en warmte terugwin (WTW)installaties) plaats gaan vinden.
College Uitvoeringsprogramma 2015-2018
11
2.9 Elektrische oplaadpunten en tankstation voor biogas Het stimuleren van het rijden op elektriciteit en groengas is onderdeel van de reguliere duurzaamheidscampagne. De gemeente Ommen heeft 1 openbaar elektrisch oplaadpunt en diverse oplaadpunten bij bedrijven en particulieren. Begin 2015 wordt een onderzoek gestart of het aantal openbare oplaadpunten moet worden uitgebreid. Eind 2015 worden de resultaten aan de raad aangeboden. In de gemeente Ommen is geen tankstation voor biogas. Wel is er door een groengas exploitant een verzoek ingediend bij het Energiefonds Overijssel van de provincie voor een tiental locaties in de provincie. Ommen is een van die mogelijke locaties, die in beeld is voor realisatie.
3. VEILIG OMMEN (VEILIGHEID EN HANDHAVING) In de gemeente Ommen kunnen inwoners veilig wonen, werken en recreëren. Aantastingen van de veiligheid worden integraal aangepakt. De brandweer- en rampbestrijdingsorganisatie is continu paraat. De gemeente geeft als regisseur de veiligheidsproblemen aan, brengt (veiligheids)partners bij elkaar, stimuleert goede samenwerking en streeft eenduidige prioriteitenstelling na.
3.1 Prioriteiten stellen binnen het integraal veiligheidsbeleid 2015-2018 gemeente Ommen In deze raadsperiode dient een integraal veiligheidsplan te worden vastgesteld, waarin de prioriteiten t.a.v. veiligheid worden opgenomen. Dit integrale veiligheidsplan wordt voorbereid met de ketenpartners en in het voorjaar van 2015 voorgelegd aan uw raad. De in het coalitieprogramma opgenomen onderwerpen vormen onderdeel van de prioriteiten.
3.2 Meerjarig ‘Uitvoeringsprogramma Handhaving’ (incl. financiële onderbouwing) Jaarlijks wordt op basis van wet- en regelgeving een handhavingsuitvoeringsprogramma (HUP) opgesteld. In dit programma worden de toezichthoudende- en handhavende activiteiten op het gebied van de Wabo en APV en bijzondere wetten beschreven. Ook wordt in het HUP aangegeven op welke handhavingsonderwerpen de beschikbare menskracht wordt ingezet en hoe wordt geprioriteerd binnen de taakvelden. Verslaglegging over deze activiteiten vindt plaats in het Jaarverslag. In 2015 wordt een notitie aangeboden over de pro’s en contra’s ten aanzien van bestuurlijke boete/strafbeschikking, waarbij ook het kostenaspect en de opbrengsten in beeld worden gebracht .
3.3 Handhaving op aangegeven prioriteiten Het handhaven op Algemene plaatselijke verordening, zoals hondenpoep is een intensieve taak, aangezien alleen bekeurd kan worden voor een zogenaamde ‘heterdaad’. Dit vraagt een grote inzet van de toezichthouders. Handhaving op hondenpoep is onderdeel van de reguliere surveillance van de toezichthouders. Indien sprake is van zogeheten ‘hotspots’ kan daarop tijdelijk een gerichte controle plaatsvinden. Deze controles vinden plaats binnen de beschikbare uren van TVH. Het nog op te richten Cleanteam van team Buitendienst van de afdeling Openbaar Gebied zal onder meer worden ingezet om hondenpoep op te ruimen naar aanleiding van klachten. Gelet echter op opruimplicht voor hondenbezitters (APV2014) moeten we ervan uit kunnen gaan dat in combinatie met een strakke handhaving, het Cleanteam slechts incidenteel hiervoor behoeft te worden ingezet. College Uitvoeringsprogramma 2015-2018
12
4. BEREIKBAAR OMMEN (BEREIKBAARHEID EN VERKEER) Een goed wegennetwerk en goede infrastructuur zijn onmisbaar voor Ommen. Onderdeel daarvan is goed onderhoud van wegen, ook in het buitengebied. Er is de afgelopen jaren veel veranderd in en om Ommen qua wegen en infrastructuur. De gemeente heeft als wegbeheerder vanuit de Wegenwet de zorgplicht voor wegverhardingen. Effectief en efficiënt wegbeheer vraagt om een duidelijk beheerbeleid en beleidsdoelstellingen, waarin het kwalitatieve en het financiële niveau van de verhardingen staan aangegeven. Door bezuinigingen bij het Rijk en provincie zijn er minder middelen beschikbaar voor investeringen in het hoofdwegennet. Bezuiniging op het hoofdwegennet kan op den duur gevolgen hebben voor de bereikbaarheid en verkeersveiligheid. Ook het beleid op het gebied van openbaar vervoer wordt door de provincie herijkt, door onder andere duurdere concessies en lagere bijdragen van de Rijksoverheid.
4.1
Een nieuw toekomstgerichte ‘Verkeersvisie 2030’ (mede op basis van rijks- en provinciale keuzes) Om de bereikbaarheid van Ommen te verbeteren en enkele knelpunten op te lossen wordt een verkeersvisie opgesteld. In deze Verkeersvisie 2030 (Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan GVVP), wordt aandacht geschonken aan fietsverkeer (utilitair en recreatief), verkeersveiligheid (ook rondom scholen), parkeren, verkeersstructuur, landbouwverkeer. In deze verkeersvisie wordt ook een langzaam verkeersplan opgenomen (zie bijlage CUP projectplan 4.1).
4.2 Aandacht voor de knelpunten N34, N34o, N36, N48 en N348 Een belangrijk aandachtspunt voor de verkeersveiligheid op wegen is het knooppunt N36 bij Beerze . Voor de zomer 2014 is in afstemming met Rijkswaterstaat gekozen voor een tijdelijke oplossing met verkeerslichten. In het 1e kwartaal van 2015 worden deze lichten geplaatst. Het uiteindelijke doel is om een ongelijkvloerse aansluiting N36 bij Beerze te realiseren. Om dit doel te bereiken is het echter noodzakelijk, dat dit onderwerp wordt geagendeerd op de MIRT agenda (Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport). In eerste instantie gaan we hiervoor draagvlak verwerven bij buurgemeenten en de Provincies Overijssel en Drenthe en de Regio Twente. In 2015 is het streven om het onderwerp “ongelijkvloerse aansluiting N36 bij Beerze” geagendeerd te krijgen op het Bestuurlijk Overleg MIRT van het Rijk. Ook worden op dit moment gesprekken gevoerd met de provincie omtrent de N340, en dan met name het knooppunt Varsen. 4.3 Behoud Openbaar Vervoer Het is belangrijk om blijvend aandacht te hebben voor een goed werkend Openbaar Vervoerssysteem. Hiervoor gaan we een gemeentelijk visie opstellen. Ook gaan we actief deelnemen in het, door de provincie Overijssel geïnitieerde, proces tot aanpassingen in het Openbaar Vervoer. De bezuinigingen in het Openbaar Vervoer raakt het doelgroepenvervoer, zoals leerlingenvervoer en vervoer voor minder validen.
College Uitvoeringsprogramma 2015-2018
13
5. JEUGDIG OMMEN (ONDERWIJS EN JEUGD) Het huidige onderwijsaanbod en de doorlopende leerlijn van de peuterspeelzaal tot en met VWO is een belangrijke ontwikkeling geweest van de afgelopen jaren. Verscheidenheid is belangrijk. Ouders en leerlingen moeten kunnen blijven kiezen uit een gevarieerd en goed onderwijsaanbod. In de kleine kernen is basisonderwijs en goede kinderopvang van belang voor de leefbaarheid. Door het huidige onderwijsaanbod zijn wij een aantrekkelijke woongemeente. De afgelopen jaren is besloten te investeren in het voortgezet onderwijs (Vechtdalcollege) en het speciaal onderwijs (Boslustschool). Nu is het tijd om goede huisvesting van het basis- en praktijkonderwijs te bevorderen. Met ingang van 1 januari 2015 wordt de verantwoordelijkheid voor het buitenonderhoud en aanpassing van de scholen voor primair onderwijs overgeheveld van de gemeenten naar de schoolbesturen. Gemeente en schoolbesturen zullen als gevolg hiervan de onderlinge samenwerking moeten herijken middels een integrale en planmatige aanpak.
5.1. Een zorgvuldige aanpak van de transitie van de jeugdzorg In 2015 wordt het casuïstiekoverleg van het Centrum voor Jeugd en Gezin geïntegreerd in het gebiedsteam om invulling te geven aan het Beleid “Om Elkaar” met als onderdelen: inzet eigen kracht en het sociale netwerk van de jongeren/het gezin; het opstellen van een Plan van Aanpak volgens het principe één gezin – één plan – één werker. versterken van de samenwerking met andere toegangen zoals de huis- en kinderartsen. Daarnaast geven we in 2015 invulling aan de zorgcontinuïteit voor de gezinnen op basis van het Regionaal Transitie Arrangement.
5.2 Sport, muziek en cultuur voor iedereen bereikbaar laten zijn, met name voor jongeren Wij willen deelname aan het Jeugdsportfonds Overijssel en Jeugdcultuurfonds Overijssel continueren. Via verschillende kanalen (bijv. websites, nieuwsbrieven scholen, persberichten, inzet ambassadeurs) willen wij de fondsen nog meer onder de aandacht brengen bij de partijen, die een aanvraag kunnen indienen, de zgn. intermediairs. Dit zijn professionals, die betrokken zijn bij de begeleiding van het kind, zoals leerkrachten, hulpverleners van Bureau Jeugdzorg, buurtwerkers, combinatiefunctionarissen of huisartsen. De Stichting HaFaMO ontvangt structurele subsidie voor het verzorgen van muziekonderwijs voor leerlingen uit Ommen tot 18 jaar. Tot op heden nemen 3 Ommer muziekverenigingen muziekonderwijs af bij deze stichting. De 2 andere Ommer muziekverenigingen hebben te kennen gegeven dat zij ook graag in aanmerking willen komen voor gesubsidieerd muziekonderwijs. Dit is medio 2014 één van de gespreksonderwerpen geweest in het jaarlijkse evaluatiegesprek met de Stichting HaFaMO. Betrokken partijen zijn met elkaar in overleg over mogelijke aansluiting bij de Stichting HaFaMO. In het najaar van 2014 zullen wij met een voorstel komen.
5.3
Preventieve maatregelen introduceren op scholen op het gebied van alcohol, drugs, discriminatie en pesten Het uitvoeren van actief alcoholmatigingsbeleid staat beschreven in het Preventie- en handhavingsplan ‘Integrale aanpak Drank- en Horecawet 2014-2016”.
College Uitvoeringsprogramma 2015-2018
14
De interventies zijn voornamelijk gericht op jeugdigen en hun ouders waaronder: - het in beeld brengen van jongeren, die zorgwekkend alcoholgebruik vertonen en hierop gepast actie met inbegrip van ouders nemen. (Waaronder aansluiting bij Zorg Advies Teams op scholen); - uitvoering project ”Smart Connexion”; - het verzorgen van ouderavonden op V(S)O scholen; - waar nodig hokken en ketenbeleid ontwikkelen. De interventies worden in samenwerking met diverse partijen (onderwijs, sportverenigingen politie, jongerenwerk etc.) uitgevoerd.
5.3.1 Blijvend aandacht besteden aan voorzieningen, die bijdragen aan de vroege signalering van leerstoornissen en -achterstanden De jeugdgezondheidszorg (GGD) heeft hierin een centrale rol, omdat zij in de uitvoering van haar wettelijke taak, alle kinderen ziet. De GGD screent op meerdere ontwikkelgebieden. Daarnaast zorgen de voorschoolse voorzieningen en het primair onderwijs voor een goede overdracht waardoor bijvoorbeeld de voorschoolse educatie omgezet wordt in vroegschoolse educatie.
5.3.2 Blijvend bestrijden van laaggeletterdheid Laaggeletterheid moet op jonge leeftijd al voorkomen worden. Om die reden blijft de gemeente, samen met voorschoolse en schoolse voorzieningen, het aanbod van voor- en vroegschoolse educatie door ontwikkelen. Dit gebeurt onder andere door het invullen van de geactualiseerde afspraken rondom overdracht van voor- naar vroeg school. Ook het bestrijden van laaggeletterheid op latere leeftijd blijft belangrijk, waarbij het cruciaal is, dat inwoners zo min mogelijk drempels ervaren om te werken aan laaggeletterdheid (o.a. toegang tot cursussen).
5.3.3 Plan van aanpak jeugdwerkloosheid Onverminderd zetten we de komende jaren de bestrijding van jeugdwerkloosheid in regionaal verband door. Samen met het MBO-onderwijsveld en het UWV zullen we projecten blijven initiëren om jongeren naar werk of studie te begeleiden.
5.4 Onderwijshuisvesting In kwalitatieve en in kwantitatieve zin streven we naar goede huisvesting voor alle scholen in de gemeente. Investeringen in de gebouwen van het Vechtdalcollege en Boslust vinden in dit licht reeds plaats. Voor de overige scholen dienen waar nodig investeringsbeslissingen genomen te worden op basis van prioriteit binnen een samenhangend en gedragen plan. Ook de huisvesting van het gymnastiekonderwijs behoort in de afwegingen een plaats te krijgen. Aandachtpunten zijn daarnaast de kleine scholen en de bestemming van eventuele leegkomende schoolgebouwen. De schoolgebouwen staan ten dienste van het onderwijs. Ten principale is het vaststellen van een visie van de diverse schoolbesturen over de instandhouding en de inrichting van hun scholen (individueel en gezamenlijk) een belangrijke eerste stap.
College Uitvoeringsprogramma 2015-2018
15
Vervolgens wordt een gezamenlijk plan opgesteld, waarin de ingrepen in de onderwijshuisvesting worden opgenomen, die redelijkerwijs nodig zijn voor de verwezenlijking van de visie, met samenhang tussen de inzet van gemeentelijke en school bestuurlijke budgetten. Hierna volgt het vertalen van het plan naar concrete investeringsbeslissingen op passende momenten in de budgetcyclus (en wordt gekeken naar de haalbaarheid) (zie bijlage CUP projectplan 5.4.1-5.4.4).
5.5 Het behoud van goede voorschoolse voorzieningen De kinderopvangvoorzieningen in de gemeente zijn van goede kwaliteit. Ons toezicht is erop gericht om deze kwaliteit te behouden en bij te dragen aan verbetering. Veiligheid, gezondheid en ontwikkeling van kinderen zijn daarbij speerpunten. Als op deze terreinen tekortkomingen worden geconstateerd treden wij direct handhavend op. Daarnaast houden we nauw contact met de kinderopvang-organisaties en de GGD om overtredingen te voorkomen. Eind 2014 wordt, met het oog op behoud van goede voorschoolse voorzieningen, het onderzoek naar mogelijkheden tot harmonisering van peuterspeelzalen en kinderdagverblijven afgerond om te komen tot een toekomstbestendige opzet van voorschoolse voorzieningen in Ommen.
6. LEEFBAAR OMMEN (WONEN EN WERKEN) In een leefbaar Ommen is het goed wonen, werken en leven . Er is voldoende ruimte voor voorzieningen en recreëren. Belangrijk hierbij is een goede afstemming tussen functie, gebruik, inrichting en beheer. Ook de komende jaren zullen veranderingen op de woningmarkt zich blijven voordoen. De gemeente heeft daarom besloten een nieuwe woonvisie op te stellen. De economische crisis heeft vooral ook duidelijk gemaakt dat onzekerheid over de toekomst de belangrijkste zekerheid is. Een moderne woonvisie kan dan ook niet volstaan met een blauwdruk van de gewenste ideale toekomst, maar moet bovenal houvast blijven bieden als de situatie weer verandert. Dit vraagt een vorm van scenarioplanning. Met de actualisatieslag van de bestemmingsplannen is inmiddels bereikt dat de gemeente over flexibele bestemmingsplannen beschikt, waardoor er snel ingespeeld kan worden op de wensen van burgers en bedrijven. Uiteraard met in achtneming van de Wet RO en met gebruikmaking van de sturingsfilosofie van het Gemeentelijk Omgevingsplan (GOP). Voldoende werkgelegenheid is van essentieel belang voor het goed functioneren van de gemeente. Er moet daarom voldoende vestigingsruimte voor bestaande en nieuwe bedrijven aanwezig zijn. Ingezet wordt op een goed ondernemersklimaat, waarbij overleg is met individuele ondernemers en gezorgd wordt voor een adequate dienstverlening.
6.1 Een nieuwe woonvisie De woonvisie vormt de basis voor de gehele breedte van het woonbeleid en bestaat uit een inventarisatie en vertaling van trends en ontwikkelingen naar een woonbeleid met een concreet uitvoeringsprogramma, dat dusdanig flexibel is, dat ingespeeld kan worden op ontwikkelingen en voldoende mogelijkheden geeft tot sturing voor de aankomende jaren. Een moderne woonvisie richt zich op de bestaande voorraad en complementair op nieuwbouw, waar de onderwerpen doorstroming, behoefte, duurzaamheid, betaalbaarheid, samenstelling van de bestaande woningvoorraad en toekomstbestendigheid van vastgoed onderdeel van uitmaken.
College Uitvoeringsprogramma 2015-2018
16
De planning voor de woonvisie is er op gericht dat de woonvisie begin 2015 ter vaststelling aan de raad wordt voorgelegd.
6.1.1 Flexibele prestatie afspraken met woningbouwcorporatie en provincie De nieuwe woonvisie dient als basis voor het maken van nieuwe prestatieafspraken met de woningbouwcorporatie en zullen net als de woonvisie voldoende flexibel zijn, zodat ingespeeld kan worden op veranderende marktomstandigheden. Prestatieafspraken met woningbouwcorporaties zijn een belangrijk middel voor de uitvoering van in het in de woonvisie vastgelegd beleid. De prestatieafspraken Wonen 2010-2015 met de provincie zijn in 2014 verlengd en hebben een looptijd tot en met 31 december 2015. Nadat de regionale woonvisie van de provincie is vastgesteld, zullen nieuwe (prestatie)afspraken met de provincie worden gemaakt.
6.1.2 Betaalbare woningen voor o.a. starters In 2013 heeft de raad € 200.000,- beschikbaar gesteld voor de starterslening. Op basis van de revolving fund methode kunnen met dit budget in totaal 26 startersleningen worden versterkt, zolang de bijdragen van het rijk en de provincie van kracht blijven. In 2014 heeft een evaluatie plaatsgevonden en is besloten de starterslening voor de jaren 2014 en 2015 te continueren, zolang er budget beschikbaar is. De starterslening heeft inmiddels al 13 jongeren in staat gesteld een woning te kopen in zowel de bestaande als de nieuwbouw. Het nog beschikbare budget wordt ingezet om de startersleningen te continueren. Hiermee kunnen circa 13 startersleningen worden verstrekt, zolang de bijdragen van het rijk en provincie van kracht blijven. Het budget wordt verdeeld over de bestaande en nieuwbouwwoningen. Hierdoor wordt de doorstroming op de woningmarkt gestimuleerd en kunnen nieuwbouwprojecten eerder in uitvoering worden genomen. In 2015 wordt wederom geëvalueerd, welke bijdrage dit instrument levert aan de woningbouw. Op basis van de evaluatie kan een besluit genomen worden om nieuwe middelen beschikbaar te stellen om startersleningen te continueren.
6.1.3
Bevorderen doorstroming op woningmarkt door bouwen op de Westflank, in het Havengebied en in de Vlierlanden Onderdeel van de nieuwe woonvisie is de visie op nieuwbouw mede in relatie tot de bestaande voorraad. Het aantal woningbouwtransacties in Ommen is de afgelopen periode gestegen. Dit geldt zowel voor de transacties in de bestaande woningbouw als de nieuwbouw. Met het in de verkoop gaan van de nieuwbouwlocaties Westflank en Havengebied West wordt er in Ommen weer gebouwd en zijn de eerste nieuwbouwwoningen opgeleverd. Voor de komende periode zal De Vlierlanden hierin ook bijdragen. De vraag naar duurdere woningen blijft echter beperkt. Op de korte termijn is vooral vraag naar goedkopere koopwoningen en huurwoningen, waardoor doorstroming met name aan de onderkant van de markt wordt gerealiseerd.
6.1.4
Monitoring ontwikkeling van De Vlierlanden op basis van vraag naar woningen, alsmede financiën Een woonvisie in deze veranderende woningmarkt betekent, dat nauwgezet gemonitord moet worden om vroegtijdig te kunnen wenden bij veranderende omstandigheden in de markt. De indicatoren worden opgenomen in de nieuwe woonvisie en dienen als basis voor de project specifieke monitoring van De Vlierlanden.
College Uitvoeringsprogramma 2015-2018
17
6.1.5 Woonteam Het Woonteam van de BOH werkt op een markgerichte manier, met (verkoop)begeleiding gericht op het leveren van maatwerk en het ontzorgen van de klant (zelfbouw en particulier opdrachtgeverschap).
6.2 Bieden van flitsservice en flexibel werken binnen bestemmingsplannen De formatie voor het verlenen van omgevingsvergunningen bouw wordt met ingang van 2015 met meer dan 1/3 teruggebracht. Tegelijkertijd zien wij dit jaar het aantal bouwaanvragen weer oplopen. Tegen deze achtergrond wordt naar mogelijkheden gezocht om vergunningen voor verbouwingen binnen twee weken te verlenen. De samenleving is dynamisch en het is, ook met flexibele bestemmingsplannen, niet goed mogelijk om voor een planperiode van 10 jaar alle ontwikkelingen te voorzien. De kunst is om goed en snel in te spelen op kansen, ontwikkelingen en (ruimtelijke) initiatieven, die een bijdrage kunnen leveren aan het beleid van de gemeenten en/of de maatschappelijke en economische dynamiek anderszins kunnen versterken. Dat kan met het toepassen van de sturingsfilosofie uit het GOP. Kernbegrippen daarin zijn maatwerk en een integrale aanpak. Binnen dat kader wordt ook gekeken naar het ombouwen van leegstaande kantoren en bedrijfspanden tot wooneenheden.
6.3.1
Integraal opstellen en uitwerken van een nota ‘Economisch perspectief Ommen’ voor alle type bedrijven De ontwikkeling en versterking van het centrum is een grote uitdaging. Een integrale aanpak is hierbij nodig. Daarom gaan we een integrale nota economie Ommen opstellen, waarbij het strategisch gedeelte wordt ondergebracht in het Gemeentelijk Omgevingsplan Ommen. De nota bestaat uit een inventarisatie en vertaling van de trends en ontwikkelingen naar een economisch beleidskader met een concreet uitvoeringsprogramma. In de integrale nota wordt een masterplan winkelaanbod/detailhandelsvisie opgenomen. De winkeltijdenverordening wordt onder de loep genomen en zo nodig aangepast(zie CUP projectplan 6.3.1). 6.3.2 Integraal opstellen en uitwerken programma centrumontwikkeling Voor een kwalitatief hoogwaardig centrum wordt een leidend programma centrumontwikkeling opgesteld. Ambitie, kwaliteit, participatie en samenhang zijn de dragende principes; “harde activiteiten” als herinrichting centrum en bouwprojecten en “zachte activiteiten” als economie worden op elkaar afgestemd. Intensieve samenwerking met middenstand, ondernemers en burgers, met als doel synergie te genereren, die het centrum duurzaam op een hoger plan moet brengen. Uitgewerkt worden de actieplannen/notities, die vallen onder het programma centrumontwikkeling en die betrekking hebben op: I Centrummanagement (inclusief economie, leegstand) II Bouwen o.a. Westflank (realisatie van de opstallen vanuit het ontwikkelingsplan de Westflank) III (Inrichting) openbaar gebied (herinrichting van de openbare ruimte van het centrumgebied en het betrekken van de Vecht door realisatie van het project Vechtoevers). (zie CUP projectplan 6.3.2).
College Uitvoeringsprogramma 2015-2018
18
6.4 Aandacht startende ondernemers Potentiele ondernemers moeten een aanspreekpunt hebben, waar zij informatie kunnen verkrijgen over het opstarten van een eigen bedrijf. Het Klantencontactcentrum (KCC) is eerste aanspreekpunt voor startende ondernemers. Voor advisering en eerste begeleiding wordt doorverwezen naar een professionele externe partij, waarmee een dienstovereenkomst wordt gesloten. Om startende ondernemers een duwtje in de rug te kunnen geven wordt jaarlijks het evenement “Ommer starter van het jaar” georganiseerd (zie CUP projectplan 6.4).
6.5 Vergroten inzet mensen met een achterstand op de arbeidsmarkt (oprichten Cleanteam) Een cleanteam houdt de openbare ruimte netjes en opgeruimd. Dit varieert van het dagelijks vegen van het winkelgebied, wekelijks vegen rondom milieu parken en glascontainers, het wekelijks ledigen van de papier- en afvalbakken tot het periodiek verzamelen van zwerfvuil langs wegen en fietspaden in het buitengebied, als ook de plantsoenen. Het cleanteam bestaat uit mensen die werkervaring opdoen en mensen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt, zoals WSW’ers (wet sociale werkvoorziening), WWB’ers (wet werk en bijstand). De ambitie is ze op termijn door te laten stromen naar de reguliere arbeidsmarkt. Om de werkzaamheden van het cleanteam in Ommen uit te voeren is een bezetting nodig van 5 fte. Om deze situatie verantwoord te kunnen laten verlopen is begeleiding noodzakelijk. De werkbegeleider is belast met de aansturing van het cleanteam, hierbij moet gedacht worden aan de dagelijkse werkorganisatie, waaronder het inpassen van verlof, begeleiding bij ziekte, afstemmen op meldingen en hij moet ervoor zorgen dat de werkzaamheden en gebieden met de hoogste prioriteit voorrang krijgen. Op deze wijze is het cleanteam onder gestructureerde begeleiding en toezicht aan het werk. Zowel uit veiligheids- als sociale redenen is dit zeer gewenst. (zie CUP projectplan 6.5)
6.6 Participatief traject met inwoners over tegengaan overlast hondenpoep in Ommen Binnen de kaders van het beleid (zie hieronder) zal in buurten, waar veel klachten over hondenpoep vandaan komen, contact worden gelegd met buurtvereniging, bewoners en hondenbezitters om door middel van een participatief traject oplossingen te realiseren. De oplossingen c.q. ideeën daarvoor dienen te komen van bewoners en hondenbezitters en zullen binnen de mogelijkheden die daarvoor zijn door de gemeente worden gefaciliteerd. Afhankelijk van de behoefte welke op basis van klachten en meldingen worden geïnventariseerd loopt de participatie zo mogelijk gelijk op met de implementatie van de beheerplannen IBOR. In het kader van de beoogde uitvoering en participatie worden nadere afspraken met buurt- en speeltuinverenigingen gemaakt. Lokaal zijn inmiddels afspraken gemaakt over het aanwijzen en inrichten van uitlaatstroken met een (beperkt) toezicht door de omgeving.
6.7 Voortgang op de ingeslagen weg verkoop eigendommen In februari 2014 zijn 27 gemeentelijke objecten aangewezen om te verkopen op basis van inventarisatie en categorisering. Naar aanleiding van de voortgang in de verkoop en opbrengsten zal in 2015 een evaluatie plaatsvinden. Bij de evaluatie wordt ook gekeken of hiervoor nog meer objecten in aanmerking komen.
College Uitvoeringsprogramma 2015-2018
19
6.7.1 Vastgoedmanagement In het najaar van 2014 wordt een Nota ” Vastgoedmanagement 2014-2018” vastgesteld en aan uw raad voorgelegd. Op basis van de individuele vastgoedexploitaties wordt hierbij een langjarig financieel inzicht gegeven. Onderdeel van deze nota is een voorstel tot schifting van objecten, die tot onze vaste voorraad en flexibele voorraad behoren, zoals opgenomen in het categorisering overzicht gemeentelijke eigendommen. De objecten die tot de flexibele voorraad behoren kunnen (indien gewenst) aan de te verkopen eigendommen worden toegevoegd.
6.7.2 Uitvoeren haalbaarheidsonderzoek voor behoud cultureel erfgoed “Het Laer” Wij gaan uitgangspunten formuleren en een verkenning uitvoeren, op welke wijze landgoed “Het Laer” langjarig in stand kan worden gehouden, waarbij de mogelijkheden worden onderzocht of het onderbrengen van het erfgoed bij een stichting haalbaar en of wenselijk is. Dit als uitwerking van de Nota “Vastgoedmanagement 2014-2018”. Hierbij verwijzen we naar het ingediende initiatiefvoorstel van 25 maart 2014.
6.7.3 Verdere uitwerking en inrichting exploitatie openluchtbad “Olde Vechte” Het openluchtbad “Olde Vechte” kan alleen in stand worden gehouden, wanneer de verantwoordelijkheden voor de exploitatie van het zwembad gedeeld worden. We zijn hierover in gesprek met een bestuur i.o., met als doel overeenstemming te bereiken over de condities, waaronder overdracht van de exploitatie plaats kan vinden. Het al dan niet aanleggen van een strandje aan de Vecht wordt in de gesprekken meegenomen. We streven er naar per 1 januari 2015 de verantwoordelijkheid voor de exploitatie over te dragen.
6.8
Plattelandsontwikkeling met meer nadruk op de kracht van eigen streekproducten ( Agrofood) Het instrument voor ondersteuning voor plattelandsontwikkeling is POP¹/LEADER². Voorwaarde om in aanmerking te komen voor Europese middelen is, dat de provincie en de gemeente als cofinancierders optreden. Een jaarlijks gemeentelijk cofinancieringsbudget is dan ook noodzakelijk om aan de nieuwe POP/LEADER deel te nemen (zie CUP projectplan 6.8). Uiteraard zal de samenwerking met LTO, Ommer Marke en natuurorganisaties worden voortgezet. In de regio Zwolle wordt gewerkt aan een uitvoeringsprogramma Agrofood . In het kader van het toeristische programma “Vechtdalkompas” is de verbinding tussen de toeristische profilering van het Vechtdal en de productie en het genieten van streekproducten gelegd. ¹ POP = Plattelandsontwikkelingsprogramma ² LEADER = Europees subsidieprogramma dat de regionale ontwikkelingen stimuleert
6.9
Een visie ontwikkelen op kernen en buurtschappen middels dorpsplannen en op de beschermde dorpsgezichten Beerze en Ommerschans Er wordt een nadere verkenning gemaakt van de gebruiksmogelijkheden binnen deze beschermde dorpsgezichten Beerze en Ommerschans. We willen de buurtschappen en kernen stimuleren om via een dorpsplan een visie neer te leggen over de toekomst van hun kern/buurtschap.
College Uitvoeringsprogramma 2015-2018
20
Het opzetten van dorpsplannen kan gestimuleerd worden door te faciliteren (Saxion/Stimuland) en door goede voorbeelden te laten zien van andere dorpen. De planning is twee dorpen per jaar te helpen bij het opstellen van hun dorpsplan (zie CUP projectplan 6.9).
6.10 Voortzetten subsidie kleinen kernen De subsidie is bedoeld voor activiteiten waarvan redelijkerwijs aannemelijk is, dat zij wezenlijk bijdragen aan de sociale cohesie in een kleine kern. De subsidie wordt o.a. ingezet voor Koningsdagactiviteiten, aanschaf infoborden, sinterklaasbijeenkomsten, sportieve bijeenkomsten, aanschaf materialen dorpshuis, bouw website voor het dorp, ouderenmiddagen, jongerenmiddagen, zwerfvuilacties, 4-meiviering, politiek café, etc. Deze subsidie zal worden voortgezet.
7. ZORGZAAM OMMEN (ZORG EN WELZIJN) De gemeente heeft de komende jaren op dit programma een stevige opgave. Allerlei zorgtaken en taken op het gebied van werk komen op ons af, met minder geld. Dat is een dusdanig grote opgave dat we het niet alleen kunnen, maar met elkaar. Maar het gaat verder: de gemeente zou niet eens willen om dit alleen te doen. De gemeente wil de kwaliteiten van inwoners en de samenleving benutten en versterken. Bij welzijn, zorg en werk gaat het er om beleid en uitvoering weer dicht bij mensen te brengen. Natuurlijk; we praten over systemen, organisatievormen en geld, maar de kern is en blijft dat we de menselijke maat in de uitvoering willen. Er is nog veel financiële onzekerheid voor ons als gemeente. Toch heeft de gemeente de ambitie om de kwaliteit van de zorg voorop te stellen en geen verschraling van de zorg te laten plaatsvinden. Dit vraagt om een geheel nieuwe aanpak voor alle betrokkenen en vraagt van onze ambtelijke organisatie naast expertise, ook slim organiseren. Wij verwijzen hierbij naar de onlangs vastgestelde beleidsnota Sociaal Domein “Om elkaar”.
7.1 Een zorgvuldige transitie van zorgtaken van de rijksoverheid naar de gemeente We geven invulling aan de wettelijk verplichte zorgcontinuïteit voor 2015 en in 2016 bij een goede transformatie door de organisaties. Dit hebben we vastgelegd in het Regionaal Transitie Arrangement, dat met de zorgaanbieders is opgesteld. Door middel van inkoopafspraken en een monitoringssysteem toetsen wij of in 2015 conform de afspraken is gewerkt.
7.2 Een goed professioneel toegerust gebiedsteam De toegang tot alle vormen van ondersteuning en hulp loopt via het gebiedsteam. In de weging van de zorg, die nodig is binnen dit team, wordt in eerste instantie uitgegaan van de eigen kracht en de inzet van het sociale netwerk. In 2015 is onze dienstverlening zo ingericht, dat belangrijke voorzieningen in een wijk of kern op loop en/of fietsafstand zijn. We zetten het beleid door om te komen tot woonservicegebieden, waarin wonen, zorg en welzijn samenvloeien. Het ontwikkelen van algemene voorzieningen is de manier waarop we dit vorm en inhoud geven.
College Uitvoeringsprogramma 2015-2018
21
7.3 Een modern digitaal voorzieningennetwerk De signalering van zorgen/ problemen is zodanig georganiseerd, dat in een vroeg stadium hulp kan worden gegeven. Hierbij uitgaande van de eigen kracht, de inzet van de hulp in de directe leefomgeving van het gezin en een integrale benadering. Passend bij de huidige tijd wordt er ook onderzocht of digitale netwerken en voorzieningen kunnen worden ingezet om zorg en ondersteuning op afstand mogelijk is.
7.4 ‘Noaberschap’ initiatieven faciliteren en stimuleren We onderzoeken de mogelijkheid van een innovatiefonds, waarmee we maatschappelijke initiatieven willen stimuleren. In de loop van 2015 willen we deze opzet van dit fonds presenteren. Het innovatiefonds is een manier, waarop Noaberschap verder versterkt kan worden, doordat dorpen, kernen en buurten initiatieven kunnen aandragen.
7.5 instandhouding van het vrijwilligerssteunpunt met haar activiteiten De ondersteuning van vrijwilligers geven we de komende jaren vorm langs drie lijnen: 1. stimuleren; 2. faciliteren; 3. waarderen. Langs deze drie lijnen willen we vrijwilligers werven voor het werk (stimuleren), de vrijwilligers en hun organisaties steunen (faciliteren) en het werk van de vrijwilligersorganisaties verdient onverminderd een compliment (waarderen). Het vrijwilligerssteunpunt blijft in stand.
7.6 Inkoop zorg en participatie In het kader van de transformatie is de huidige manier van inkopen niet de meest passende. Hiervoor is sociaal contracteren geschikter. Voor de periode na de overgangsperiode en voor nieuwe klanten, starten we in het najaar 2014 (met doorloop in 2015) met een dergelijk traject. Bij een dergelijk traject worden relevante partners gehoord en betrokken, waaronder zorgboerderijen en andere kleinere leveranciers. We houden voorlichtingsbijeenkomsten voor inwoners en organisaties om hen op de hoogte te houden van de ontwikkelingen.
7.7 Deelname project “Vitaal Vechtdal” Vitaal Vechtdal is de netwerkorganisatie op het snijdvlak van een gezonde levensstijl, welzijn en zorg. Met de partners in het Vitaal Vechtdal hebben we oog voor jongeren, werkgevers en werknemers en ouderen. Samen met Achmea en de gemeente Hardenberg nemen we de regie binnen Vitaal Vechtdal, zonder dat we de andere partners tekort gaan doen. Samenwerking en cocreatie is het adagium. Meer dan in het verleden willen we de verbinding leggen tussen het zorgdomein en het sociaal domein.
8. RECREATIEF OMMEN(CULTUUR, RECREATIE EN TOERISME, SPORT) Ommen is en blijft een recreatieve topspeler in het hart van het Vechtdal, zowel voor de eigen inwoners als voor de vele vakantiegangers en dagrecreanten. Ommen heeft voor ieder wat wils: een gevarieerde omgeving, bijzondere natuurgebieden, divers accommodatieaanbod, veel
College Uitvoeringsprogramma 2015-2018
22
evenementen en goede (recreatieve) voorzieningen. Innovatie is cruciaal voor behoud en versterken van de positie. Een groen, gastvrij en geïnspireerd Ommen blijft van kracht. Kunst en cultuur kan worden ingezet om een toppositie op het terrein van recreatie en toerisme te behouden. Maar kunst en cultuur is niet alleen vanuit toeristisch-recreatief oogpunt waardevol. Zo draagt kunst en cultuur bij aan de ontwikkeling van mensen en verhoogt deelname aan culturele activiteiten de maatschappelijke betrokkenheid. Met de provincie is een cultuurarrangement aangegaan, welke erop gericht is om de samenwerking met en tussen gemeenten te stimuleren, de infrastructuur te versterken en deelname van burgers aan cultuur in de vrije tijd te bevorderen.
8.1 Behoud en instandhouding Nationaal Tinnen Figuren Museum De vorige raadsperiode zijn op grond van een aangenomen motie door de raad voor 2014 en 2015 incidentele middelen beschikbaar gesteld voor de subsidiëring van het Nationaal Tinnen Figuren Museum (NTFM) en het opstellen van een marketingplan. Aangezien het Streekmuseum Ommen ook deels met dezelfde problematiek wordt geconfronteerd, is er een toekomstplan voor beide Ommer musea opgesteld en deze zomer aan het college aangeboden. Het plan bevat algemene aanbevelingen voor beide musea en specifieke aanbevelingen voor elk museum afzonderlijk. Met een aantal verbetervoorstellen zullen de musea binnen hun eigen organisatie aan de slag moeten gaan. Deze voorstellen zijn met name gericht op het verbeteren van de positie van het museum en het vergroten van de eigen inkomsten en het publieksbereik. Met name op het gebied van samenwerking zijn een aantal aanbevelingen geformuleerd, waarbij de inzet van de gemeente wordt gevraagd. Voor de verdere uitwerking van het plan zal in het najaar van 2014 een plan van aanpak worden opgesteld. Hierbij zal ook de toezegging voor het opstellen van een notitie museumbeleid worden meegenomen. Om het NTFM te kunnen behouden en in stand te kunnen houden, willen wij het museum met ingang van 2016 structureel financieel ondersteunen overeenkomstig de wens van uw raad, maar wel onder de voorwaarde, dat het museum blijvend zal moeten werken aan het verbeteren van hun positie, het vergroten van de eigeninkomsten en het publieksbereik (zie CUP projectplan 8.1)
8.2 Doorontwikkeling van het Bostheater Het cultuurarrangement biedt t/m 2016 de mogelijkheid om de programmering in het Bostheater extra te ondersteunen. Het cultuurarrangement is er onder meer op gericht om de samenwerking in het Vechtdal te versterken en verder vorm te geven. In 2014 zijn vier evenementen, die Vechtdalbreed van betekenis zijn, waaronder de programmering Bostheater, aangemerkt als Vechtdal Cultuurparel. De vier Cultuurparels worden vanuit het Cultuurarrangement met een extra financiële bijdrage en gezamenlijke publiciteit extra ondersteund.
8.3 Kunstgrasveld in Vilsteren Op basis van de raadsnotitie “kunstgrasvelden op de sportparken in de kleine kernen” gaan we, na Beerzerveld en Lemele, in 2016 op sportpark Vilsteren een natuurgrasveld vervangen door een kunstgrasveld. Het technisch kwaliteitsniveau van het hoofdveld krijgt hiermee de gewenste en noodzakelijke verbetering en het multifunctioneel gebruik van een kunstgrasveld geeft een impuls aan diverse activiteiten in de kern Vilsteren. De investering is in de vorige raadsperiode reeds meegenomen in de investeringsplanning.
College Uitvoeringsprogramma 2015-2018
23
8.4 Haalbaarheidsonderzoek voor het realiseren van skeelerbaan We zullen onderzoek doen naar de financiële haalbaarheid van de aanleg van een skeelerbaan en daarbij tevens de meest geschikte plek(ken) in beeld brengen. Financiële middelen voor aanleg van een skeelerbaan zijn vooralsnog niet beschikbaar. Afhankelijk van de uitkomsten van het onderzoek dienen hiervoor, indien gewenst, in 2016 of volgende jaren (Kadernota 2015 ) financiële middelen beschikbaar gesteld te worden.
8.5 Initiatieven ondersteunen tot behoud van het Van Raaltehuis Er is een Stichting Van Raaltehuis, die zich onder meer bezig houdt met het behoud van het Van Raaltehuis. Noch de Stichting, noch de gemeente hebben hiervoor de financiële middelen. Wij willen wel, waar mogelijk, de stichting ondersteunen, ook om externe fondsen te werven. Zo zijn er goede contacten met de Van Raalteorganisaties in de Verenigde Staten. Met het oog daarop heeft de gemeente een stedenbouwkundige verkenning laten maken voor de directe omgeving van het Van Raaltehuis.
8.6 Instandhouding en waar mogelijk uitbreiden van ons fiets- en wandelnetwerk De aanwezige basisinfrastructuur op het gebied van wandelen en fietsen vormt het vertrekpunt om nu verder in te zetten op groei van het gebruik en economische spin off van de netwerken. De provincie Overijssel heeft (financieel) ook de focus verlegd van realisatie van routestructuren naar verbetering kwaliteit, beleving en gebruik van de routestructuren. De afgelopen jaren zijn er diverse fietspaden gerealiseerd (fietspad Varsen-de Ziel, Marsweg-brug Regge, langs de Regge, Oude Dijk, Oosterdijk). Op dit moment worden de mogelijkheden in beeld gebracht om aanvullend nog het fietspad Dunnewind te realiseren. Met de realisatie van het wandelnetwerk in 2011 zijn er vele wandelmogelijkheden bijgekomen door medewerking van diverse grondeigenaren. Kansen voor uitbreiding van beide netwerken worden gezien bij eventuele (inrichtings-)projecten. Voor instandhouding van het fiets – en wandelnetwerk is het van belang, dat de huidige budgetten voor onderhoud beschikbaar blijven.
8.7 Onderzoeken verbreding van het strandje aan de Vecht Het onderzoeken van de mogelijkheden om het strandje aan de Vecht te verbreden, worden meegenomen in/betrokken bij het lopende traject van de bezuinigingsopdracht voor openluchtzwembad “De Olde Vechte” (zie punt 6.6.3).
8.8 De bevaarbaarheid van de Vecht voor duurzame pleziervaart stimuleren De recreatievaart zorgt voor gezelligheid op het water en is een bruisend onderdeel van het (nieuwe) centrum. De verbetering van de Vecht, de aanleg van meerdere aanlegplaatsen en een haven maakt een bezoek aan Ommen nog aantrekkelijker. Wij ondersteunen dan ook de verbetering van de bevaarbaarheid van de Vecht als vaarroute en willen de Vecht beter benutten. Binnen het programma Ruimte voor de Vecht is het doel de Vecht zo te ontwikkelen en te versterken, dat deze binnen de gestelde randvoorwaarden (half natuurlijke laaglandrivier) optimaal als vaarbestemming tot zijn recht komt. De rivier en de omgeving zijn bijzonder aantrekkelijk voor een korte vaartocht of een bezoek van een paar dagen.
College Uitvoeringsprogramma 2015-2018
24
De realisatie van sluizen zal er voor zorgen, dat de gehele Vecht bevaarbaar wordt (passende bevaarbaarheid). Daarbij wordt gekeken naar de mogelijkheden de diepgang van de Vecht te vergroten, om in oostelijke richting (stroomopwaarts) goed aan te kunnen sluiten bij de diepte van de te realiseren sluizen. Deze zaken zorgen ervoor dat mensen langer verblijven en dat de economische impact stijgt. De rivier wordt een bestemming. Bij deze ontwikkelingen in Vechtdalverband past het gezamenlijk stimuleren van duurzame pleziervaart. Hiervoor kan aansluiting worden gezocht bij de provinciale subsidieprogramma’s.
9. FINANCIËN EN BELASTINGEN Ommen streeft naar een begroting en een balans, die financieel gezond zijn. Met andere woorden: een begroting, die structureel sluit en een balans, waarin de schulden zich goed verhouden tot de omvang van de exploitatie. Die goede verhouding ligt vast in een norm, die de raad bepaalt en binnen de bandbreedte blijft, die de VNG terzake als maximum adviseert (in beide gevallen is dit 130%). De thans voorliggende meerjarenbegroting 2015-2018 voldoet hieraan. De begroting is structureel sluitend en de netto schuldquote schommelt rond de 100%. Ook ten opzichte van het vorige perspectief zijn de ontwikkelingen niet slecht. Toch is er een ‘maar’ en die zit in de mogelijkheden, die er nog zijn om tegenvallers op te vangen: de rek is er uit. De decentralisaties leiden tot een toename van de risico’s, de bezuinigingen zijn al ingeboekt, maar moeten deels nog worden gerealiseerd, de bestemmingsreserves zijn opgeschoond. Feitelijk is de ruimte dus zéér beperkt, hetgeen vraagt om strakke spelregels en een strikte toepassing daarvan. Vandaar dat wij, met dit onderdeel van het CUP als kapstok, willen overgaan tot een begrotingsdoctrine, waarin de kaders worden weergegeven.
9.1
goede monitoring van de bezuinigingen en optimaal meenemen van de gemeenteraad hierin Zoals u weet is een dashboard ontwikkeld om de bezuinigingen vanuit het bezuinigingsprogramma “ Mee(r) doen met Ommen” goed te kunnen monitoren. Over de voortgang van deze bezuinigingen wordt u meegenomen in de reguliere P&C-cyclus.
9.2 duurzaam financieel beleid voor de komende jaren In het kader van de verbeterslagen m.b.t. de P. en C.-cyclus komen wij in en bij de begroting o.a. met voorstellen om: - de systematiek van risicobepaling (hoog, midden, laag) cf. het model van Deloitte te handhaven; - jaarlijks de risicobepaling te actualiseren, met specifieke aandacht voor de grondexploitaties in het MJP; - de algemene reserve en de algemene reserve grondexploitaties te integreren; - het weerstandsvermogen te verdubbelen naar 1.6 miljoen euro plus € 4,5 miljoen in verband risico’s in grondexploitaties; - het totale begrotingsresultaat over vier jaar sluitend te laten zijn; - tussentijdse voorstellen alleen te doen, die onuitstelbaar en onvermijdelijk zijn; - een verwacht begrotingsoverschot of-tekort gedurende het jaar niet te compenseren; - tot het instellen van een schuldenplafond (netto schuldquote) van maximaal 130 % op basis van de begroting; College Uitvoeringsprogramma 2015-2018
25
de voorstellen voor resultaatbestemming (en budgetoverheveling) te vervroegen naar de tweede bestuursrapportage; - investeringen op basis van meerjarenraming af te wegen. Daarnaast willen wij de financiële sturing verbeteren door: - de informatie te verbeteren door een goede organisatie- en informatiestructuur van raad tot uitvoering en vice versa; - de beleidscyclus te versterken door een vierjarige beleidscyclus; - harmonisatie van de P&C-cyclus op de beleidscycli door financiën volgend te maken op beleid; - vereenvoudiging van de financiële sturing door vereenvoudiging van de financiële structuur; - harmonisatie van de P&C cyclus van de BOH op die van de gemeente. In de Rekeningscommissie zullen wij deze voorstellen presenteren. -
9.3
Gezonde grondexploitaties, actief de grond de komende jaren afwaarderen en indien noodzakelijk grond verkopen Het MJP Grondexploitaties 2015 staat in het teken van het verder gezond maken van de grondexploitaties. Dit betekent enerzijds dat grondexploitaties worden geactualiseerd, met in achtneming van de huidige marktomstandigheden, om tot reële en uitvoerbare grondexploitaties te komen. Dit leidt tot bijstellingen in de programmering en de grondprijzen en als gevolg van deze bijstellingen eventueel een (aanvullende) voorziening voor negatieve resultaten. Anderzijds worden waar nodig afwaarderingen voorgesteld om ook in de aangelegde grondportefeuille naar realistische waarderingen te gaan. Dit laatste speelt vooral in Ommen Oost.
College Uitvoeringsprogramma 2015-2018
26
9.4
Financieel overzicht kosten en baten CUP
Lasten nieuw beleid CUP activiteit en benodigde middelen 1.5 Toekomstvisie 2030 1.6 één netwerkpartij promotie/marketing 4.1 Verkeersvisie 2030 *** 5.4.1 Onderwijshuisvesting 6.3.1 Integrale nota economie 6.3.2 Centrumverfraaiing (centrummanagement) Deelactiviteiten II en III zie de bijlage 6.4 Aanspreekpunt startende ondernemer Evenement “Ommer starter van het jaar” 6.5 Oprichten cleanteam ### 6.7 Plattelandsontwikkeling (POP/LEADER) 6.8 Dorpsplannen 8.1. Subsidie NTFM TOTAAL
2015
2016 € 40.000 € 25.000
2017
2018
pm
pm
€ 20.000
€ 20.000
€ 15.000 € 15.000 (structureel)
€ 15.000
€ 15.000
€ 55.000 € 20.000
€ 55.000 € 20.000
€ 55.000 € 20.000
€ 55.000 € 20.000
€ 2.000
€ 3.000 € 25.000 € 218.000
€ 3.000 € 25.000 € 138.000
€ 2.000 € 25.000 € 137.000
€ 25.000 € 30.000 pm pm € 20.000 € 15.000 € 20.000 € 20.000 (structureel)
€ 187.000
Dekking nieuw beleid CUP activiteit en beschikbare middelen 2015 2016 2017 2018 1.5 Toekomstvisie 2030 1.6 één netwerkpartij promotie/marketing 4.1 Verkeersvisie 2030 *** € 30.000 5.4.1 Onderwijshuisvesting 6.3.1 Integrale nota economie 6.3.2 Centrumverfraaiing (centrummanagement) 6.4 Aanspreekpunt startende ondernemer Evenement “Ommer starter van het jaar” 6.5 Oprichten cleanteam ### € 55.000 € 55.000 € 55.000 € 55.000 6.7 Plattelandsontwikkeling (POP/LEADER) 6.8 Dorpsplannen 8.1 Subsidie NTFM TOTAAL € 85.000 € 55.000 € 55.000 € 55.000 *** ten laste van bestaand investeringskrediet ### kosten worden toegeschreven aan afvalinzameling en door beëindiging contract Larcom Netto lasten
College Uitvoeringsprogramma 2015-2018
2015 € 102.000
2016 € 163.000
2017 € 83.000
2018 € 82.000
27
VASTSTELLINGBESLUIT De raad van de gemeente Ommen; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 30 september 2014; besluit: a. kennis te nemen van het College Uitvoeringsprogramma 2015-2018 “Daadkrachtig en duurzaam in dialoog”; b. de financiële consequenties te verwerken in de begroting 2015 te weten: incidentele lasten één netwerkpartij promotie/marketing € 25.000 integrale nota economie € 20.000 plattelandsontwikkeling (POP/LEADER) € 20.000 dorpsplannen € 2.000 ---------€ 67.000 structurele lasten centrumverfraaiing € 20.000 aanspreekpunt startende ondernemer ca. € 15.000 Cleanteam (toename lasten € 55.000, toename baten /afname lasten 55.000) per saldo €neutraal ---------€ 35.000 en als dekking hiervoor aan te wenden de stelpost CUP in de begroting 2015; c. de relevante onderwerpen van het CUP op te nemen op de Lange Termijn Agenda van de gemeenteraad. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Ommen d.d. 13 november 2014 De raad voornoemd,
griffier, J.A.R. Tenkink
College Uitvoeringsprogramma 2015-2018
voorzitter, M.J. Ahne
28
CUP projectplan 1.5 Programma
1. Interactief Ommen (burger en bestuur)
Programma onderdeel
1.5 Toekomstvisie 2030
Bestuurlijk opdrachtgever
Marc Jan Ahne
Ambtelijk opdrachtgever
Leonie Dennenberg
Opdrachtnemer/coördinator
beleidscoördinatie
Resultaat (wat willen we bereiken?)
In 2008 heeft de raad de toekomstvisie “Het Ommer Motief, perspectieven voor Ommen 2020” opgesteld. Hierin wordt Ommen omschreven als een groene, gastvrije en geïnspireerde gemeente. Het Ommer Motief is concreet uitgewerkt in het Gemeentelijk Omgevingsplan. Dit is het strategisch beleidskader van de gemeente op zowel fysiek als maatschappelijk domein . Hierin zij de ambities en opgaves voor de gemeente opgenomen tot 2020. Deze zijn door vertaald in bestemmingsplannen en nadere uitvoeringsplannen. Door de veranderende (maatschappelijke) omstandigheden is het wenselijk om een nieuw visiedocument van de raad op te stellen met als horizon 2030 . Basis voor de op te stellen document zijn het Ommer Motief en het Gemeentelijk Omgevingsplan Ommen. Plan van aanpak Communicatieplan Interactief proces met stakeholders en inwoners aan de hand van een agenda Vaststellen visiedocument
Beschrijving /deel activiteiten (Wat gaan we er voor doen?)
Planning (per activiteit in jaartal) (wanneer is het klaar?) Deelactiviteit 1 Deelactiviteit 2
2014
2015 2016 Plan van aanpak Interactief Communicatieplan proces stakeholders en inwoners
2017 2018 Vaststellen visiedocument
Financiën (kosten, dekking en jaartal) (wat kost het? Is er dekking binnen het programma?) Deelactiviteit 1 Deelactiviteit 2
2014
2015
2017
College Uitvoeringsprogramma 2015-2018
2016 Voor het gehele proces worden de kosten geraamd op € 40.000,-- Er is geen dekking binnen het
2018
29
2015 Alleen uren ambtelijke inzet
programma. Er wordt uitgegaan van € 20.000,-cofinanciering 2016 2017 Naast de interne uren zal er een externe moeten worden ingehuurd om het visie document op een heldere manier vorm te geven
Capaciteit (lukt het binnen de bestaande capaciteit?)
2014
Raakvlakken (zijn er raakvlakken met andere programma’s/ beleidsterreinen?)
Het gaat hier om een visiedocument Ommen 2030. Het document heeft derhalve raakvlakken met alle programma’s en beleidsterreinen
College Uitvoeringsprogramma 2015-2018
2018
30
CUP projectplan 1.6 Programma
1. Interactief Ommen (burger en bestuur)
Programma onderdeel
1.5 Promotie en Marketing
Bestuurlijk opdrachtgever Ambtelijk opdrachtgever Opdrachtnemer/coördinator
Marc Jan Ahne Mark van de Sluis Huib Noltes
Resultaat (wat willen we bereiken?)
Regie promotie en marketing beleggen bij één netwerkpartij en in samenspraak met stakeholders marketing strategie, inclusief uitvoeringskader opstellen met financieringsmogelijkheden Plan van aanpak opstellen
Beschrijving /deel activiteiten (Wat gaan we er voor doen?)
Planning (per activiteit in jaartal) (wanneer is het klaar?) Deelactiviteit 1: Plan van aanpak Deelactiviteit 2: Onderzoek structurele financierings mogelijkheden Deelactiviteit 3: Strategie en uitvoeringskader vaststellen Financiën (kosten, dekking en jaartal) (wat kost het? Is er dekking binnen het programma?) Deelactiviteit 1 Deelactiviteit 2
Structurele financieringsmogelijkheden onderzoeken en waar nodig meenemen bij begroting 2017
Promotie en marketing strategie vaststellen inclusief uitvoeringskader
2014
2014
2015 1. Plan van aanpak
2016 2017 3. Strategie en uitvoeringskader
2018
2. Onderzoek structurele financieringsmogelijkheden 2015 1. € 10.000 planvorming incidenteel
2016 2017 1. € 10.000 uitvoeringskader incidenteel
2018
2. € 15.000 activiteiten incidenteel
Capaciteit (lukt het binnen de bestaande capaciteit?) Raakvlakken (zijn er raakvlakken met andere programma’s/ beleidsterreinen?)
2014
Geen dekking. 2015 ja
2.€ 15.000 activiteiten incidenteel Geen dekking.
2016 ja
2017
2018
Recreatie en toerisme Evenementen Wonen Economie
College Uitvoeringsprogramma 2015-2018
31
CUP projectplan 4.1 Programma
4. Bereikbaar Ommen (bereikbaarheid en verkeer)
Programma onderdeel
4.1 Toekomstgericht verkeersplan 2030
Bestuurlijk opdrachtgever
Klaas Smid
Ambtelijk opdrachtgever
Dirk van Lenthe
Opdrachtnemer/coordinator
Gijs Hoogerwerf
Resultaat (wat willen we bereiken?) Beschrijving /deel activiteiten (Wat gaan we er voor doen?)
Verbeteren bereikbaarheid Ommen en oplossen verkeersveiligheidsknelpunten 1. Het opstellen van een Verkeersvisie 2030 (Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan GVVP), waarin aandacht wordt geschonken aan fietsverkeer (utilitair en recreatief), verkeersveiligheid (ook rondom scholen), parkeren, verkeersstructuur, landbouwverkeer 2. Opstellen langzaam verkeersplan *
Planning (per activiteit in jaartal) (wanneer is het klaar?) Deelactiviteit 1 Deelactiviteit 2
2014 1. Formuleren doelstellingen en te behalen resultaten Verkeersvisie 2030
2015 Opstellen Verkeersvisie 2030
2016
2017
2018
2015 € 30.000 De verwachting is dat dit bedrag nodig is om tot een Verkeers visie te komen (procesbegeleiding). Hiervoor
2016
2017
2018
2. Uitvraag en gunning voor begeleiding proces Verkeersvisie 2030 Financiën (kosten, dekking en jaartal) (wat kost het? Is er dekking binnen het programma?) Deelactiviteit 1 Deelactiviteit 2
2014
College Uitvoeringsprogramma 2015-2018
32
Capaciteit (lukt het binnen de bestaande capaciteit?)
2014 Ja (vanaf 3e kwartaal)
willen we een deel van het investeringskrediet ontbrekende schakels (€ 100.000,-) inzetten. 2015 Ja
2016
2017
2018
Raakvlakken (zijn er raakvlakken met andere programma’s/ beleidsterreinen?)
* Voorstel is om Langzaam Verkeersplan onderdeel uit te laten maken van Verkeersvisie 2030/GVVP. Het GVVP dient als ‘kapstok’ werken voor al het verkeersbeleid.
College Uitvoeringsprogramma 2015-2018
33
CUP projectplan 5.4 Programma Programma onderdeel Bestuurlijk opdrachtgever Ambtelijk opdrachtgever Opdrachtnemer/coördinator Resultaat (wat willen we bereiken?)
Beschrijving /deel activiteiten (Wat gaan we er voor doen?)
5 Jeugdig Ommen (onderwijs en jeugd) 5.4 Onderwijshuisvesting Ko Scheele Annette Wittich Erik Hakkert In kwalitatieve en in kwantitatieve zin streven we naar goede huisvesting voor alle scholen in de gemeente. Investeringen in de gebouwen van het Vechtdal college en Boslust vinden in dit licht reeds plaats. Voor de overige scholen dienen waar nodig investeringsbeslissingen genomen te worden op basis van prioriteit binnen een samenhangend en gedragen plan. Ook de huisvesting van het gymnastiekonderwijs behoort in de afwegingen een plaats te krijgen. Aandachtpunten zijn daarnaast de kleine scholen en de bestemming van eventuele leegkomende schoolgebouwen. 1. De schoolgebouwen staan ten dienste van het onderwijs. Ten principale is het vaststellen van de visie van de diverse schoolbesturen over de instandhouding en de inrichting van hun scholen (individueel en gezamenlijk) dus een belangrijke eerste stap. 2. Het opstellen van een gezamenlijk plan, waarin de ingrepen in de onderwijshuisvesting worden opgenomen, die redelijkerwijs nodig zijn voor de verwezenlijking van de visie, met samenhang tussen de inzet van gemeentelijke en school bestuurlijke budgetten. 3. Het vertalen van het plan naar concrete investeringsbeslissingen op passende momenten in de budgetcyclus (haalbaarheid).
Planning (per activiteit in jaartal) (wanneer is het klaar?) Deelactiviteit 1 Deelactiviteit 2 Financiën (kosten, dekking en jaartal) (wat kost het? Is er dekking binnen het programma?) Capaciteit (lukt het binnen de bestaande capaciteit?) Raakvlakken (zijn er raakvlakken met andere programma’s/ beleidsterreinen?)
2014
2015
2016
2017
2018
Act. 1
Act.2 Act.3 2015
Act.3
Act.3
Act.3
2016
2017
2018
pm
pm
pm
pm
2015 Ja
2016
2017
2018
2014
2014
Er zijn raakvlakken met (de huisvesting van) voorschoolse voorzieningen en evt. diverse andere instellingen.
College Uitvoeringsprogramma 2015-2018
34
CUP projectplan 6.3.1 Programma
6. Leefbaar Ommen (wonen en werken)
Programma onderdeel
6.3 Economie
Bestuurlijk opdrachtgever
Marc Jan Ahne
Ambtelijk opdrachtgever
Mark van de Sluis
Opdrachtnemer/coördinator
Huib Noltes
Resultaat (wat willen we bereiken?)
Het opstellen van een integrale nota economie Ommen waarbij het strategisch gedeelte wordt ondergebracht in het Gemeentelijk Omgevingsplan Ommen. De nota bestaat uit een inventarisatie en vertaling van de trends en ontwikkelingen naar een economisch beleidskader met een concreet uitvoeringsprogramma 1. Plan van aanpak Integrale nota economie
Beschrijving /deel activiteiten (Wat gaan we er voor doen?)
2. Opstellen Integrale nota economie 3. Masterplan winkelaanbod/detailhandelsvisie 4. Winkeltijdenverordening Ommen 2015
Planning per activiteit in jaartal (wanneer is het klaar?)
Financiën (kosten, dekking en jaartal)
2014
2014
College Uitvoeringsprogramma 2015-2018
2015 1e helft 2015: Plan van aanpak Integrale nota economie
2016 Vaststellen nota Masterplan Winkelaanbod/ Detailhandelvisie
Vaststellen Winkeltijden verordening Ommen 2015
Vaststellen integrale nota economie
2015 Totaal: plan van aanpak en integrale nota economie € 20.000
2016 € 15.000 voor opstellen van masterplan/ visie
2017
2018
2017
2018
35
Capaciteit (lukt het binnen de bestaande capaciteit?)
Raakvlakken (zijn er raakvlakken met andere programma’s/ beleidsterreinen?)
Er is geen Er is geen dekking dekking binnen binnen het het programma programma 2014 2015 2016 2017 2018 Nee, advies Idem Nee van externe 2015 voor specifieke onderdelen Integrale nota economie Ommen, dient ingehuurd te worden (zie hierboven) Centrumontwikkeling ( (Vecht voor het Centrum) Ontwikkeling bedrijvenpark de Rotbrink en acquisitie bedrijven Promotie/marketing Evenementen Recreatie en toerisme
College Uitvoeringsprogramma 2015-2018
36
CUP projectplan 6.3.2 Programma
6. Leefbaar Ommen (wonen en werken)
Programma onderdeel
6.3.2 Centrumontwikkeling
Bestuurlijk opdrachtgever
Marc Jan Ahne/Klaas Smid
Ambtelijk opdrachtgever
Mark van de Sluis
Opdrachtnemer/coördinator
Hessel Posthuma
Resultaat (wat willen we bereiken?)
Het opstellen van een programma centrumontwikkeling waarbij de diverse activiteiten binnen het centrum op elkaar worden afgestemd. Het gaat hierbij zowel om de “harde” activiteiten (bijv bouwen) als de “zachte” activiteiten (bijv economie) Uitwerken actieplannen/ notities die vallen onder het programma centrumontwikkeling en die betrekking hebben op: I Centrummanagement (inclusief economie, leegstand) Voor het uitwerken van actieplannen/notities wordt op onderdelen advies ingewonnen bij externe partijen. Daarnaast is budget noodzakelijk voor een goede communicatie hieromtrent. II Bouwen o.a. Westflank (voor nadere detaillering zie bijlage) III (Inrichting) openbaar gebied (voor nadere detaillering zie bijlage) Prioritering gebeurt in overleg met de portefeuillehouder 2014 2015 2016 2017 2018 Vaststellen Uitwerke Uitwerken programma n actieplanne actieplan n nen en notities en notities
Beschrijving /deel activiteiten (Wat gaan we er voor doen?)
Planning (per activiteit in jaartal) (wanneer is het klaar?) Deelactiviteit 1 Deelactiviteit 2
Financiën (kosten, dekking en jaartal) (wat kost het? Is er dekking binnen het programma?) Deelactiviteit 1 Deelactiviteit 2
2014
Capaciteit (lukt het binnen de bestaande
2014
2015 Deelactiviteit I: externe advisering en communicatie € 20.000 Deelactiviteit II: zie bijlage Deelactiviteit III : zie bijlage 2015 Voor
College Uitvoeringsprogramma 2015-2018
2016
2017
2018
€ 20.000
€ 20.000
€ 20.000
2016 Zie 2015
2017 Zie 2015
2018 Zie 2015
37
capaciteit?)
Deelactiviteit I zal centrummanager nodig zijn. Er is geen dekking binnen het programma
Raakvlakken (zijn er raakvlakken met andere programma’s/ beleidsterreinen?)
College Uitvoeringsprogramma 2015-2018
38
Bijlage onderdeel II (Bouwen o.a. Westflank) en III ((Inrichting) Openbaar gebied) Programma
6. Leefbaar Ommen (wonen en werken)
Programma onderdeel
II. Bouwen o.a. Westflank
Deelactiviteit III en IV
III. (Inrichting) Openbaar gebied
Bestuurlijk opdrachtgever
K. Smid
Ambtelijk opdrachtgever
Hessel Posthuma
Opdrachtnemer/coördinator
Robert Ekkelenkamp
Resultaat
Versterken van de economische positie van het centrum van Ommen door uitvoering van het Ontwikkelingsplan Westflank en project Vechtoevers.
(wat willen we bereiken?)
Beschrijving /deel activiteiten Deelactiviteiten II en III (Wat gaan we er voor doen?)
(II) Realisatie van de opstallen (woningen, dienstverlening en commercieel) vanuit het ontwikkelingsplan de Westflank en (III) Herinrichting van de openbare ruimte van het centrumgebied en het betrekken van de Vecht bij het centrum door realisatie van het project Vechtoevers.
Planning (per activiteit in jaartal)
2014
2015
2016
2017
2018
2016
2017
2018
(wanneer is het klaar?) Inrichting openbare ruimte Fase 2, Bermerstraat, Openbare Juli 2014 ruimte rond Marktgebouw & Sloop Aldi Fase 3, Marktplein, Parkeren Markt & Varsenerdijk
Juli 2015
Fase 4, Varsenerstraat, Weth. Paarhuisstraat & Voormalige Aldi Realisatie van de opstallen ‘De Vrijheid’ (11 April Plein)
College Uitvoeringsprogramma 2015-2018
2015
39
‘De Driesprong’ (Kop Varsenerstraat)
2015
‘Het Paviljoen’(Marktplein)
2015
‘Bebouwing Varsenerdijk’
2016
‘Voormalige Aldi-locatie’
2017
2018
2017
Realisatie van Vechtoevers Fase Noordoever, haven, boulevard en verlaagd plein
2014
Fase Zuidoever, Koeksegeul en pondje over de Vecht
Financiën (kosten, dekking en jaartal)
2014
2015
2016
2015
2016
2017
2018
(wat kost het? Is er dekking binnen het programma?) Inrichting openbare ruimte
Dekking uit de grondexploitatie Centrum Ommen
Fase 2, Bermerstraat, Openbare ruimte rond Marktgebouw & Sloop Aldi (incl. verwerving)
1.000.000,--
Fase 3, Marktplein, Parkeren Markt & Varsenerdijk
2.700.000,--
Fase 4, Varsenerdijk, Varsenerstraat, Weth. Paarhuisstraat & Voormalige Aldi
50.000,-- 1.000.000,--
450.000,--
Realisatie van de opstallen ‘De Vrijheid’ (11 April Plein) ‘De Driesprong’ (Kop Varsenerstraat)
College Uitvoeringsprogramma 2015-2018
-720.000,--460.000,-
40
‘Het Paviljoen’(Marktplein)
-100.000,--
‘Voormalige Aldi-locatie’
-750,000,--700.000,-
‘Bebouwing Varsenerdijk’
-700.000,--
-700.000,-
Realisatie van Vechtoevers
Dekking vanuit projectbudget Vechtoevers (5.1 milj. Totaal, 1.7 milj bijdrage gemeente Ommen)
Fase Noordoever, haven, boulevard en verlaagd plein
1.000.000,--
Fase Zuidoever, Koeksegeul en pondje over de Vecht Capaciteit
2014
n.t.b.
n.t.b.
2015
2016
2017
2018
(lukt het binnen de bestaande capaciteit?) Raakvlakken
Interactief Ommen
(zijn er raakvlakken met andere programma’s/ beleidsterreinen?)
-
doelnr. 5, Promotie & Marketing
-
doelnr. 6, Vergroten digitale bereikbaarheid Ommen
Bereikbaar Ommen -
Doelnr. 1, Verbeteren bereikbaarheid Ommen en oplossen knelpunten, Subnr. 4.1.1; 4.1.3; 4.1.5 & 4.1.7
Leefbaar Ommen -
Doelnr. 1; Verbinden economische thema’s en ontwikkelingen
-
Doelnr. 3; Ommen bouwt op bescheiden schaal, subnr. 6.3.1 en 6.3.2
-
Doelnr. 5; Verbeteren dienstverlening t.a.v. vergunningverlening en bouwen, subnr. 6.5.3
-
Doelnr. 8; Ontwikkeling en versterking van het centrum van Ommen
College Uitvoeringsprogramma 2015-2018
41
Recreatief Ommen -
Doelnr. 1 Behoud en ontwikkeling van bestaande cultuur, recreatie en sportvoorzieningen, subnr. 8.1.7 en 8.1.8
Financien en belastingen -
Overige concrete vragen B&W voor zover niet hierboven beantwoord (zie toelichting exceloverzicht)
Behouden van een gezonde financiële situatie voor de toekomst, subnr. 9.1.6
Het CUP 2011-2014 bevatte in relatie tot de centrumontwikkeling de noodzaak voor herinrichting van de Julianastraat tot een 30 km/uur gebied. Deze activiteit is in de periode 2011-2014 niet uitgevoerd en is in het huidige CUPprogramma verdwenen. Het CUP 2011-2014 bevatte in relatie tot de centrumontwikkeling de noodzaak voor een aanvullende parkeervoorziening (Den Oordt) aan de oostzijde van het centrum. Deze activiteit is in de periode 2011-2014 niet uitgevoerd en is in het huidige CUP-programma verdwenen.
College Uitvoeringsprogramma 2015-2018
42
CUP projectplan 6.4 Programma
6. Leefbaar Ommen (wonen en werken)
Programma onderdeel
6.4 Startende ondernemers
Bestuurlijk opdrachtgever
Marc Jan Ahne
Ambtelijk opdrachtgever
Mark van de Sluis
Opdrachtnemer/coördinator
Huib Noltes
Resultaat (wat willen we bereiken?)
Potentiele ondernemers een aanspreekpunt bieden waar zij informatie kunnen verkrijgen over het opstarten van een eigen bedrijf. Klantencontactcentrum (KCC) is eerste aanspreekpunt voor startende ondernemers. Voor advisering en eerste begeleiding wordt doorverwezen naar een professionele externe partij, waarmee een dienstovereenkomst wordt gesloten.
Beschrijving /deel activiteiten (Wat gaan we er voor doen?)
Planning (per activiteit in jaartal) (wanneer is het klaar?)
Jaarlijks organiseren van het evenement “Ommer starter van het jaar”
2014
2015 Externe advisering Evenement Ommer starter van het jaar
Financiën (kosten, dekking en jaartal) (wat kost het? Is er dekking binnen het programma?)
2014
2015 Externe advisering € 10.000 structureel Evenement € 5.000 structureel
2016 Idem
2017 idem
2018 idem
idem
idem
idem
2016 Idem
2017 idem
2018 idem
Idem
Idem
Idem
idem
idem
geen dekking idem binnen programma
College Uitvoeringsprogramma 2015-2018
43
Capaciteit (lukt het binnen de bestaande capaciteit?)
2014
2015 Ja, behoudens inhuren kennis specifieke vragen
2016
2017
2018
idem
idem
idem
Raakvlakken (zijn er raakvlakken met andere programma’s/ beleidsterreinen?)
College Uitvoeringsprogramma 2015-2018
44
CUP projectplan 6.5 Programma
6. Leefbaar Ommen (wonen en werken)
Programma onderdeel
6.5 Inzet mensen met achterstand op de arbeidsmarkt
Bestuurlijk opdrachtgever
Klaas Smid
Ambtelijk opdrachtgever
Dirk van Lenthe
Opdrachtnemer/coördinator
Dirk van Lenthe
Resultaat (wat willen we bereiken?) Beschrijving /deel activiteiten (Wat gaan we er voor doen?)
Oprichten cleanteam
Planning (per activiteit in jaartal) (wanneer is het klaar?) Deelactiviteit 1 Deelactiviteit 2 Het opzetten van een cleanteam
Een cleanteam houdt de openbare ruimte netjes en opgeruimd. Dit varieert van het dagelijks vegen van het winkelgebied, wekelijks vegen rondom milieu parken en glascontainers, het wekelijks ledigen van de papier- en afvalbakken tot het periodiek verzamelen van zwerfvuil langs wegen en fietspaden in het buitengebied, als ook de plantsoenen. Het cleanteam bestaat uit mensen die werkervaring opdoen en voor mensen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt, zoals WSW’ers (wet sociale werkvoorziening), WWB’ers (wet werk en bijstand). De ambitie is ze op termijn door te laten stromen naar de reguliere arbeidsmarkt. Om de werkzaamheden van het cleanteam in Ommen uit te voeren is een bezetting nodig van 5 fte. Om deze situatie verantwoord te kunnen laten verlopen is begeleiding noodzakelijk. De werkbegeleider is belast met de aansturing van het cleanteam, hierbij moet gedacht worden aan de dagelijkse werkorganisatie waaronder het inpassen van verlof, begeleiding bij ziekte, afstemmen op meldingen en hij moet ervoor zorgen dat de werkzaamheden en gebieden met de hoogste prioriteit voorrang krijgen. Op deze wijze is het cleanteam onder gestructureerde begeleiding en toezicht aan het werk. Zowel uit veiligheids- als sociale redenen is dit zeer gewenst. 2014 2015 2016 2017 2018
College Uitvoeringsprogramma 2015-2018
45
Financiën (kosten, dekking en jaartal) (wat kost het? Is er dekking binnen het programma?) Deelactiviteit 1 Deelactiviteit 2 De totale exploitatiekosten van een cleanteam zijn ca. € 55.000,(structureel) Dit zijn o.a. de kosten van inleenvergoedingen, vervoer, kleding, gereedschappen en extra stortkosten. De dekking wordt gevonden door het toeschrijven van de kosten aan de afvalinzameling. Een deel door beëindiging van een contract met Larcom.
2014
Capaciteit (lukt het binnen de bestaande capaciteit?) De begeleiding van het cleanteam Ommen wordt geregeld vanuit de bestaande bezetting van de bestuursdienst.
2014
Raakvlakken (zijn er raakvlakken met andere programma’s/ beleidsterreinen?)
Er zijn raakvlakken met maatschappelijk domein en de bezuinigingsprojecten “Mee(r) doen met Ommen” .
College Uitvoeringsprogramma 2015-2018
2015
2016
2017
2018
€ 55.000
€ 55.000
€ 55.000
€ 55.000
2015 ja
2016 ja
2017 ja
2018 ja
46
CUP projectplan 6.8 Programma
6. Leefbaar Ommen (wonen en werken)
Programma onderdeel
6.7 Plattelandsontwikkeling
Bestuurlijk opdrachtgever
Klaas Smid
Ambtelijk opdrachtgever
Mark van de Sluis
Opdrachtnemer/coördinator
Henk Heusinkveld
Resultaat (wat willen we bereiken?) Beschrijving /deel activiteiten (Wat gaan we er voor doen?)
Samen met de agrarische sector meer nadruk leggen op plattelandsontwikkeling (Agrofood) Het instrument voor ondersteuning voor plattelandsontwikkeling is POP¹/LEADER². Voorwaarde om in aanmerking te komen voor Europese middelen is dat de provincie en de gemeente als cofinancierders optreden. Een jaarlijks gemeentelijk cofinancieringsbudget van € 20.000 (budget POP3 delen naar rato inwoners) voor een periode van 4 jaren (2015-2018) is dan ook noodzakelijk om aan de nieuwe POP/LEADER deel te nemen. 2014 2015 2016 2017 2018 Cofinanciering idem idem idem POP/LEADER
Planning (per activiteit in jaartal) (wanneer is het klaar?) Deelactiviteit 1 Deelactiviteit 2 Financiën (kosten, dekking en jaartal) (wat kost het? Is er dekking binnen het programma?) Deelactiviteit 1 Deelactiviteit 2
2014
2015 € 20.000 incidenteel
2016 2017 2018 € 20.000 € 20.000 € 20.000 Incidenteel Incidenteel Incidenteel
Geen dekking
idem
idem
idem
Capaciteit (lukt het binnen de bestaande capaciteit?)
2014
2015 ja
2016 ja
2017 ja
2018 ja
Raakvlakken (zijn er raakvlakken met andere programma’s/ beleidsterreinen?)
Recreatie (Vechtdalkompas) Zorgzaam Ommen (sociale innovatie)
Onderbouwing van de € 20.000,- incidentele lasten voor plattelandsontwikkeling: de financiering vanuit Europa voor uitvoering van LEADER in Overijssel bedraagt € 6 miljoen in de periode tot en met 2020. Hiervan is naar verwachting €1,8 miljoen bestemd voor deelgebied Noord- en West (IJsseldelta, de Kop van Overijssel en het Vechtdal); om hiervan gebruik te kunnen maken moet er evenveel publieke cofinanciering bij. De provincie doet daarvan de helft: = € 0,9 miljoen. Voor de gezamenlijk gemeenten blijft dus ook samen € 0.9 miljoen over;
College Uitvoeringsprogramma 2015-2018
47
op basis van evenredigheid van inwoneraantallen (exclusief inwoners grote steden zoals Zwolle en Kampen) zou dit voor Ommen 7% van 0,9 miljoen = € 63.000,- bedragen. Uitgaande van 10% begeleidingskosten en verdeeld over 4 jaar komt dit uit op € 17.500,-; Aangezien plattelandsontwikkeling breder is dan POP / LEADER (ook Agro en Food en Vechtdalkompas zijn al benoemd) is dit bedrag naar boven afgerond tot € 20.000,-
Met een eigen bijdrage van 40% door de aanvragers, is binnen LEADER een subsidie van 30% Europa, 15% provincie en 15% gemeente mogelijk.
College Uitvoeringsprogramma 2015-2018
48
CUP projectplan 6.9 Programma
6. Leefbaar Ommen (wonen en werken)
Programma onderdeel
6.8 Ontwikkelen visie op kernen en buurtschappen
Bestuurlijk opdrachtgever
Klaas Smid
Ambtelijk opdrachtgever
Dirk van Lenthe
Opdrachtnemer/coördinator
Contactambtenaren
Resultaat (wat willen we bereiken?) Beschrijving /deel activiteiten (Wat gaan we er voor doen?)
Ontwikkeling in buitengebied en kleine kernen
Planning (per activiteit in jaartal) (wanneer is het klaar?) Deelactiviteit 1 Deelactiviteit 2 Het opzetten van dorpsplannen kan gestimuleerd worden door te faciliteren (Saxion/Stimuland) en door goede voorbeelden te laten zien van andere dorpen. De planning is twee dorpen per jaar. De haalbaarheid is afhankelijk van de inzet van de dorpen zelf.
Financiën (kosten, dekking en jaartal) (wat kost het? Is er dekking binnen het programma?) Deelactiviteit 1 Deelactiviteit 2
Stimuleren van buurtschappen en kernen om via een dorpsplan een visie neer te leggen i.o. de toekomst van hun kern/buurtschap 2014 2015 2016 2017 2018 2 dorps3 dorps3 dorps2 dorpsplannen plannen plannen plannen
2014
2015
2016
2017
2018
€ 2.000
€ 3.000
€ 3.000
€ 2.000
Er zijn geen gelden beschikbaar binnen de gemeentelijke begroting voor het opzetten van dorpsplannen. De kosten voor het opzetten van een dorpsplan zijn ca. € 2.000 per dorp (op basis van twee opgestelde dorpsplannen), waarbij per dorp een bijdrage van 50% wordt gevraagd. College Uitvoeringsprogramma 2015-2018
49
Capaciteit (lukt het binnen de bestaande capaciteit?) Voor het opzetten van dorpsplannen is geen gemeentelijke inzet vereist. Bij de uitvoering zullen afdelingen deels betrokken kunnen worden, afhankelijk van de onderwerpen binnen de dorpsplannen.
2014
Raakvlakken (zijn er raakvlakken met andere programma’s/ beleidsterreinen?)
Bij het opzetten van de dorpsplannen zijn geen raakvlakken met andere beleidsterreinen. Bij de uitvoering van de dorpsplannen is het mogelijk dat meerdere beleidsterreinen betrokken raken (Interactief Ommen-glasvezel, Veilig Ommen-hondenpoep, Bereikbaar Ommen-allerlei verkeersaspecten , Jeugdig Ommen-kleinen scholen, Zorg voor Ommen-wmo)
College Uitvoeringsprogramma 2015-2018
2015
2016
2017
2018
50
CUP projectplan 8.1 Programma
8. Recreatief Ommen
Programma onderdeel
8.1. Kunst, Cultuur en Monumentenzorg
Bestuurlijk opdrachtgever
Ko Scheele
Ambtelijk opdrachtgever
Annette Wittich
Opdrachtnemer/coördinato r
Lummy Boer
Resultaat (wat willen we bereiken?) Beschrijving /deel activiteiten (Wat gaan we er voor doen?)
Behoud en instandhouding van het Nationaal Tinnen Figuren Museum (NTFM) Met ingang van 2016 een structurele subsidie verlenen onder voorwaarden aan het NTFM. Voor 2014 en 2015 is incidenteel € 55.000 beschikbaar gesteld voor subsidiëring en het opstellen van een marketingplan onder voorwaarden. 2014 2015 2016 2017 2018 Plan van Uitwerking aanpak plan van Januari Januari Januari opstellen aanpak verzenden verzenden verzenden nota musea beschikkin beschikkin beschikkin beleid g g g
Planning (per activiteit in jaartal) (wanneer is het klaar?) Deelactiviteit 1 Deelactiviteit 2
Financiën (kosten, dekking en jaartal) (wat kost het? Is er dekking binnen het programma?) Deelactiviteit 1 Deelactiviteit 2
2014 Bij vaststelling begr. 2014 incidenteel € 30.000 beschikbaa r gesteld
2015 Bij vaststelling begr. 2014 incidenteel € 25.000 beschikbaa r gesteld
2016
2017
2018
€ 25.000 (struct.)
€25.000 (struct.)
€25.000 (struct.)
Capaciteit (lukt het binnen de bestaande capaciteit?)
2014
2015
2016
2017
2018
Ja
Ja
Ja
Raakvlakken (zijn er raakvlakken met andere programma’s/ beleidsterreinen?)
Recreatie & toerisme: de musea zijn belangrijke slechtweervoorzieningen binnen onze gemeente. Programma jeugdig Ommen: de musea bieden in het kader van kunstzinnige vorming verschillende projecten aan voor het onderwijs. Economie: De aanwezigheid van musea binnen de gemeente stimuleert de lokale economie. Vrijwilligersbeleid: Door de inzet van vele vrijwilligers vervullen de musea een maatschappelijke functie.
College Uitvoeringsprogramma 2015-2018
51