UITVOERINGSPROGRAMMA SPEELRUIMTE 2013 - 2020 In Kinderspel, de Nota Speelruimte 2013 – 2020 onderkent de gemeente Bussum het belang van speel- en ontmoetingsruimten. Kinderen hebben immers recht op (buiten) spelen. De gemeente heeft de volgende uitgangspunten op het gebied van buitenspelen te behalen: A. er zijn voldoende speel- en ontmoetingsplekken in de openbare ruimte voor de jeugd van 0 tot 18 jaar; B. de openbare ruimte is optimaal ingericht als toegankelijke, veilige en bespeelbare ruimte; C. het beheer van speelvoorzieningen is duurzaam en adequaat; D. de inrichting en het beheer van speel- en ontmoetingsruimten vinden plaats in samenwerking met kinderen, hun verzorgers en andere belanghebbenden. De nota Speelruimte 2013- 2020 is geconcretiseerd in dit uitvoeringsprogramma Speelruimte 2013 -2020. ./.
Op bijgaande principetekening actieradii zijn de speelplaatsen en trapvelden met doelen weergegeven en voorzien van de actieradii van Jantje Beton. Plus overzicht van speelplaatsen in Bussum. Tevens treft u een speelplaatsenoverzicht 2012 aan. Onderstaand volgt per uitgangspunt een overzicht van de werkzaamheden. A. er zijn voldoende speel- en ontmoetingsplekken in de openbare ruimte voor de jeugd van 0 tot 18 jaar Werkzaamheden 2013 – 2020 Aanleg twee speelplekken Er worden twee speelplekken aangelegd ten behoeve van de kinderen in het Brediuskwartier en Het Spiegel. Wanneer: 2013 Middelen: uit bestaande kredieten Spiegel: € 25.000,Brediuskwartier: € 10.000,Omvormen twee formele speelplaatsen naar informele speelruimte en niet vervangen van twee tafeltennistafels Twee speelplekken (Vaartweg en Eendrachtspark) worden omgevormd tot informele speelruimte. In de directe omgeving zijn reeds twee speelplaatsen (van Goghkwartier en Sportpark Zuid) aangelegd. Twee van de acht tafeltennistafels worden niet vervangen. Na verwijdering van de speeltoestellen blijven de plekken als speelruimte gehandhaafd. Wanneer: einde levensduur investering Middelen: uit bestaande kredieten Eendrachtspark: € 12.000,Vaartweg: € 10.000,Tafeltennistafels Landstraat en Boomkleverlaan: € 6.000,Voorzieningen oudere jeugd Voor de oudere jeugd wordt: • de halfpipe van de Groene Long naar de skatebaan op de Ceintuurbaan verplaatst en eventueel uitgebreid; • (een deel van) de Groene Long avontuurlijk(er) en natuurlijk(er) ingericht. Wanneer: 2013 en 2015 Middelen: uit bestaande kredieten Skatebaan: € 40.000,Groene Long: € 10.000,-
B. Toegankelijke, veilige en bespeelbare openbare ruimte 1. De speelwaarde van de buitenruimte is het grootst wanneer het een variatie biedt van alle spelvormen zoals bewegingsspel, constructiespel of regel- en wedstrijdspel. Bij het inrichten streven we ernaar deze verschillende spelvormen evenwichtig over Bussum aan te bieden. 2. Speelplaatsen en de routes er naartoe zijn veilig: - uitgangspunt voor het ontwerp van speelplaatsen is een veilige speelplaats ingericht conform het Attractiebesluit (zie vervanging speelplaatsen); - speelplaatsen zijn sociaal veilig (zie vervanging speelplaatsen); - speelvoorzieningen van jongere en oudere kinderen dienen fysiek voldoende afstand te bewaren en afgebakend te zijn (zie vervanging speelplaatsen); - voorzieningen voor de oudere jeugd (12+) worden rond de Groene Long en de sportvelden in de omgeving van Fort Werk IV gecentreerd. Werkzaamheden 2013 – 2020 Voorzieningen gehandicapte kinderen Speelplaatsen worden voor iedereen toegankelijk, ook voor gehandicapte kinderen. Bij renovatie wordt de behoefte naar speelvoorzieningen voor gehandicapte kinderen middels bewonersparticipatie gepolst en de toegankelijkheid voor gehandicapte kinderen vergroot. Wanneer: doorlopend Middelen: uit beschikbare kredieten Nota Speelruimte en projecten Informeel, natuurlijk spelen en kindvriendelijke routes bevorderen In ruimtelijke projecten worden de potenties voor informeel spelen en natuurlijk spelen in beeld gebracht. Via deze projecten wordt de bespeelbaarheid van de openbare ruimte verbeterd. Wanneer: doorlopend Middelen: uit beschikbare kredieten Nota Speelruimte en projecten Totaal: € 20.000,-
C. Adequaat beheer en vervanging (zie ook bijlage A en B) Werkzaamheden 2013 – 2020 Vervanging speelplaatsen Speelplaatsen worden volgens bijlage A vervangen. De volgende uitgangspunten worden daarbij gehanteerd: • De gemiddelde vervangingsperiode is 12 jaar. • Speeltoestellen zijn veilig: o Elk toestel moet voorzien zijn van een technisch constructiedossier en gebruiksaanwijzing; o Een nieuw toestel moet voorzien zijn van een keuringscertificaat; o Bij zelfgebouwde toestellen moet er een keuring worden uitgevoerd door een aangewezen keuringsinstantie. • De afstand tussen speeltoestellen voldoet aan de eisen ten aanzien van de vrije ruimte rondom de toestellen; • De ondergrond onder speeltoestellen voldoet aan de eisen van valdemping; • Speelplaatsen zijn fysiek veilig afgekaderd van de omgeving; • De sociale veiligheid wordt vergroot door: o De betrokkenheid van bewoners in het ontwerpproces en beheer van speelplaatsen; o Kinderen en jongeren te laten spelen op plekken waar ook andere mensen zijn en waar ze gezien kunnen worden. Wanneer: 2013 – 2020 Middelen: uit beschikbare middelen Nota Speelruimte Periodiek onderhoud en beheer Er vindt periodiek onderhoud en inspectie plaats volgens het schema in bijlage B. De volgende uitgangspunten worden daarbij gehanteerd: • Het Attractiebesluit verplicht om van elk toestel een logboek bij te houden; in het logboek moeten de volgende gegevens worden opgenomen: o Gegevens van de eigenaar en/of beheerder; o Gegevens over het speeltoestel: een beschrijving, technische gegevens, de naam van de leverancier of fabrikant en gegevens van de installateur; o Uitgevoerde keuringen, inspecties, onderhoudswerkzaamheden en reparaties; o Registratie van ongevallen met het toestel. • Het beheer vindt plaats op basis van een beheer- en onderhoudsysteem; • De speelterreinen worden beheerd conform de afspraken omtrent zwerfafval (CROW norm A voor het centrum, overig B). Op een speelplaats is minimaal 1 prullenbak. • Speelterreinen en –speeltoestellen worden 4 keer per jaar op veiligheid gecontroleerd: o 3 keer per jaar vindt inspectie plaats door eigen dienst; o 1 keer per jaar vindt inspectie plaats door externe inspecteurs. Wanneer: 2013 – 2020 Middelen: n.v.t.
Onderhoud en beheer Speelplaatsen worden effectief beheerd. Er wordt onderzocht of een kostenreductie gehaald kan worden door werkzaamheden voor de speelplaatsen door derden te laten verrichten. Wanneer: 2015 Middelen: n.v.t.
D. Samen met bewoners werken aan speelruimte Werkzaamheden 2013 – 2020 Participatie De gemeente ontwikkelt samen met kinderen en bewoners speelplaatsen. Participatie is maatwerk (zie ook vervanging speelplaatsen). Wanneer: 2013 – 2020 Middelen: n.v.t.
Stimuleren zelfwerkzaamheid Bewoners worden bij de renovatie van speelplaatsen en bij verzoeken om nieuwe speelplaatsen/-toestellen gestimuleerd om zelf middelen bij elkaar te brengen. Ook wordt het terreinbeheer gestimuleerd: o bewoners kunnen zelf middelen bij elkaar brengen door wijksponsors te zoeken of inzamelingsacties te organiseren; o bewoners kunnen helpen bij aanleg, onderhoud en beheer van speelplekken o beheer beperkt zich tot terreinbeheer. Uit oogpunt van veiligheid ligt het beheer van speeltoestellen bij de gemeente; o wanneer bewoners beheertaken op zich nemen, doen zij dit vanuit een rechtspersoon (vereniging of stichting). Wanneer: 2013 – 2020 Middelen: n.v.t.
Financiën De kosten van de investeringen in speelruimte bestaan uit: Financieringskosten: deze worden in een jaarlijks bedrag uitgedrukt bestaande uit vervangingsreserve en rente van 5,5%; Fysiek onderhoud: onderhoud speeltoestellen, regelmatige visuele inspectie van de speeltoestellen, jaarlijkse veiligheidsinspectie, reparaties; Beleid en werkvoorbereiding: personeelskosten (actualisatie) speelruimte, ontwerp en uitvoering, contacten bewoners en aannemers; Toezicht en beheer: personeelskosten toezicht, beheer (door derden). Er zijn voldoende middelen om alle bestaande speelplekken en trapvelden te onderhouden en te vervangen. Dat neemt niet weg dat een beroep kan worden gedaan op bewoners, verschillende gemeentelijke afdelingen, marktpartijen, diverse fondsen en het bedrijfsleven om de realisatie van aanleg en beheer van buitenspeelruimte mede te bekostigen. Er worden alleen nieuwe speelplekken aangelegd als ook voorzien wordt in voldoende onderhouds- en vervangingsmiddelen. Medefinanciering kan als volgt plaats vinden: Financiering door projectontwikkelaars en corporaties: • bij grote bouwprojecten worden (een deel van de) aanlegkosten van een speelterrein door projectontwikkelaars en corporaties betaald. Van belang is dat er naast aanlegkosten ook middelen gereserveerd worden voor onderhoud, beheer en renovatie. • Als de gemeente grondeigenaar is kan zij de ruimtereservering voor speelruimte en de aanlegkosten ervan verevenen en doorberekenen in de grondprijs. Als de gemeente een deel van de grond in eigendom heeft, kan zij het kostenverhaal regelen via een publiekprivate samenwerking of een samenwerkingsovereenkomst. Andere bronnen • Er zijn provinciale en landelijke subsidieregelingen. Op www.kindvriendelijkesteden.nl staat een actueel overzicht. • Diverse particuliere fondsen bieden financiële ondersteuning bij de aanleg en inrichting van de buitenspeelruimte. Vijf grote fondsen werken samen onder de noemer ‘Samenwerkende fondsen buitenspelen’: Jantje Beton, Nationaal Revalidatiefonds, Nederlandse Stichting voor het Gehandicapte Kind, Stichting Kinderpostzegels en het VSB Fonds (www.samenbuitenspelen.nl). Voorwaarde is dat de gemeente meebetaalt. Sportbevordering Fondsen zoals de Johan Cruyff Foundation en de Richard Krajicek Foundation zijn initiatieven om sportbeoefening te bevorderen. Voorwaarde is ook dat de gemeente meebetaalt. Lokale sponsors In het kader van maatschappelijk ondernemen zetten lokale bedrijven en instellingen graag in voor hun omgeving, bijvoorbeeld door financiële adoptie. Bewoners Bewoners kunnen zelf middelen bij elkaar brengen door wijksponsors te zoeken of inzamelingsacties te organiseren.
Andere financieringsvormen voor inrichting, onderhoud en beheer speelvoorzieningen zoeken De gemeente zet zich in om andere financieringsbronnen dan de gemeentelijke middelen aan te wenden voor de instandhouding van de speelruimte. Bij bouwprojecten en andere ruimtelijke projecten wordt voor de financiering van openbare speelvoorzieningen beroep gedaan op verschillende gemeentelijke afdelingen, marktpartijen, fondsen en het bedrijfsleven. Wanneer: 2013 – 2020 Middelen: n.v.t.