Uitvoeringsprogramma Integrale handhaving gemeente Sliedrecht 2014
Uitvoeringsprogramma integrale handhaving 2014
Het uitvoeringsprogramma waarin voor Sliedrecht de handhaving voor de fysieke leefomgeving wordt geprogrammeerd. Het betreft een uitwerking van het Beleidskader integrale handhaving gemeente Sliedrecht 2013-2017. Dit document vormt een bijlage bij de Notitie vaststelling Uitvoeringsprogramma integrale handhaving 2014 dd. 7 februari 2014
1 Bijlage bij de Notitie vaststelling Uitvoeringsprogramma integrale handhaving 2014, dd. 7 februari 2014
Uitvoeringsprogramma Integrale handhaving gemeente Sliedrecht 2014
Inhoudsopgave 1.
2.
3.
4.
Inleiding en bestuurlijke samenvatting geplande resultaten.......................................................... 3 1.1
Inleiding ................................................................................................................................... 3
1.2
Prioriteiten gekoppeld aan de Programmabegroting 2014 .................................................... 4
Programmeren .............................................................................................................................. 10 2.1
Uitgangspunten van het uitvoeringsprogramma .................................................................. 10
2.2
Vergunninggebonden toezicht: toezichtsprotocol Wabotaken ............................................ 13
2.3
Niet‐vergunninggebonden toezicht ...................................................................................... 16
Aandachtspunten uitvoering handhaving ..................................................................................... 17 3.1
Specifieke aandachtspunten in 2014 .................................................................................... 17
3.2
Extern belegde uitvoeringstaken .......................................................................................... 18
3.3
Handhavingsregisseur en taken ............................................................................................ 18
3.4
Boa’s, coördinatie en taken................................................................................................... 19
3.5
Integraal handhavingsoverleg ............................................................................................... 22
Doorontwikkeling uitvoering handhaving in 2014 ...................................................................... 23 4.1
Uitvoering bestuurlijke strafbeschikking............................................................................... 23
4.2
In‐ en externe ketenpartners en de te maken procesafspraken........................................... 23
4.3
Team Vergunningverlening, Handhaving en Toezicht (VTH)................................................. 24
4.4
Communicatie ....................................................................................................................... 25
4.5
Tenslotte................................................................................................................................ 26
Bijlage: Richtlijn dwangsommen Wabo‐activiteit: bouwen
2 Bijlage bij de Notitie vaststelling Uitvoeringsprogramma integrale handhaving 2014, dd. 7 februari 2014
Uitvoeringsprogramma Integrale handhaving gemeente Sliedrecht 2014
1.
Inleiding en bestuurlijke samenvatting geplande resultaten
1.1
Inleiding
Voor u ligt het Uitvoeringsprogramma Integrale Handhaving gemeente Sliedrecht 2014; het uitvoeringsprogramma waarin voor Sliedrecht de handhaving voor de fysieke leefomgeving wordt geprogrammeerd. Het betreft een uitwerking van het Beleidskader integrale handhaving gemeente Sliedrecht 2013-2017. De scope van het handhavingsbeleid zijn de handhavingstaken die gerelateerd zijn aan de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de APV, de Drank- en Horecawet, Wet op de Kansspelen en de Afvalstoffenwet en die verricht worden door de gemeente Sliedrecht. Het uitvoeringsprogramma heeft tot doel te zorgen voor : Een effectieve en efficiënte wijze van vergunningverlening, toezicht en handhaving, die tevens de continuïteit en kwaliteit van uitvoering optimaal kan borgen.1 Het Besluit omgevingsgrecht (Bor)schrijft voor dat de gemeente Sliedrecht jaarlijks een uitvoeringsprogramma opstelt voor haar handhavingsactiviteiten op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Voor de overige taken geldt die verplichting in beginsel niet. De gemeente heeft echter gekozen voor een integrale aanpak van de handhaving in de fysieke leefomgeving. Daarom zijn in het programma ook de handhaving van andere meer op de leefomgeving gerichte taken opgenomen. Naast een programmering van de taken dient de gemeente weer te geven hoe de benodigde middelen geborgd worden, op welke wijze zij de uitvoering, monitoring, evaluatie en rapportage vormgeeft en op welke wijze afgestemd wordt met ketenpartners. Ook dit is vastgelegd in het uitvoeringsprogramma. In 2014 zal na de gemeenteraadsverkiezingen een nieuw college worden gevormd. Aangezien het nieuwe college andere keuzes kan maken in de handhaving, kan dit in de loop van 2014 leiden tot aanpassing van het Beleidskader integrale handhaving gemeente Sliedrecht 2013-2017 en als gevolg daarvan tot wijziging van dit uitvoeringsprogramma. Vraagstelling Het uitvoeringsprogramma is bedoeld om transparantie in de werkwijze te krijgen en inzicht in de capaciteitsbehoefte te vergroten. Het uitvoeringsprogramma biedt met als grondslag de Bor, antwoord op de volgende vragen: Op basis van welke werkprocessen wordt gewerkt? Op welke wijze wordt de monitoring, evaluatie en registratie vormgegeven? Hoeveel capaciteit is nodig om de taken uit te voeren en hoeveel capaciteit is daarvoor beschikbaar? Hoe kan de uitvoering van de handhaving in 2014 geprogrammeerd worden? Met welke (interne en externe) ketenpartners zijn afspraken gemaakt in het kader van handhaving?
1
Programmabegroting 2014
3 Bijlage bij de Notitie vaststelling Uitvoeringsprogramma integrale handhaving 2014, dd. 7 februari 2014
Uitvoeringsprogramma Integrale handhaving gemeente Sliedrecht 2014 Beleidscyclus De Wabo eist dat de organisatie zo wordt ingericht dat een adequate en behoorlijke uitvoering van de handhaving is gewaarborgd. Het Besluit omgevingsrecht (Bor) geeft een uitwerking van een aantal artikelen uit de Wabo. De kwaliteitseisen zijn gebaseerd op ‘het model van het adequate handhavingproces’ of het ‘model van de dubbele regelkring’ zoals opgenomen in het Beleidskader integrale handhaving gemeente Sliedrecht 2013-2017. Om de wettelijke taken ingevolge de kwaliteitscriteria uit te kunnen voeren, is de dubbele regelkring in Sliedrecht vertaald naar een handhavings-beleidscyclus (zie figuur).
Met het handhavingsbeleid is de stap ‘beleid’ ingevuld. In dit Uitvoeringsprograma worden de overige vier stappen ingevuld.
1.2
Prioriteiten gekoppeld aan de Programmabegroting 2014
Met het uitvoeringsprogramma maakt de gemeente transparant welke keuzen gemaakt worden bij het uitvoeren van de taken binnen de beschikbare capaciteit en de (beleids)kaders. Daarmee wordt direct de relatie gelegd met het vastgestelde Beleidskader integrale handhaving gemeente Sliedrecht 2013-2017, (hierna: Beleidskader). Het centrale doel zoals verwoord in dat beleidskader luidt: Een betere leefomgeving voor de inwoners van Sliedrecht door uniforme en eenduidige handhaving Vanuit deze doelstelling is een aantal prioriteiten geformuleerd met de score “hoog”. Deze prioriteiten zijn gekoppeld aan de relevante doelstellingen uit de Programmabegroting 2014 en in de volgende overzichten vertaald naar concrete maatregelen. Ook is aangegeven waarop in 2014 geen toezicht wordt gehouden en dus geen handhaving plaatsvindt. Op basis van de rapportages over het verloop van de maatregelen in 2014, kunnen dan in de loop van dit jaar per doelstelling de prestatie-indicatoren: “O-waardes” en “Streefwaardes” geformuleerd worden.
4 Bijlage bij de Notitie vaststelling Uitvoeringsprogramma integrale handhaving 2014, dd. 7 februari 2014
Uitvoeringsprogramma Integrale handhaving gemeente Sliedrecht 2014
Programma 1 Bestuur en dienstverlening
Sliedrecht is een zelfstandige gemeente, die middelen zo doelmatig en effectief mogelijk inzet (..)
Afgeleide doelstellingen in Programmabegroting 2014
Doelstelling 3: Een eenduidig, inzichtelijk en transparant handhavingsbeleid
Prioriteiten met score “hoog” in Beleidskader
Niet van toepassing
Uit te voeren maatregelen
Rapporteren a.h.v. werkelijke resultaten en programma evalueren en vervolgens bijstellen
Wat doen we niet
nvt
A.h.v. resultaten “0-waardes”en “Streefwaardes” in Programmabegroting 2015 opnemen
5 Bijlage bij de Notitie vaststelling Uitvoeringsprogramma integrale handhaving 2014, dd. 7 februari 2014
Uitvoeringsprogramma Integrale handhaving gemeente Sliedrecht 2014 Programma 2 Openbare orde en veiligheid
Wij willen bijdragen aan een veilige plek om te wonen, werken en recreëren, met respect voor elkaar en elkaars bezittingen
Afgeleide doelstellingen in Programmabegroting 2014
Doelstelling 1: Een veilige woon- en leefomgeving
Prioriteiten met score “hoog” in Beleidskader
Doelstelling 2: Beperkter risico op calamiteiten, crises en grootschalige verstoringen van de openbare orde en adequaat optreden in geval van incidenten naleving van de exploitatievergunning van Coffeeshops de naleving van de leeftijdsgrenzen bij de verkoop van alcohol;
Uit te voeren maatregelen
20 controles bij de 5 supermarkten 8 controles bij de 2 slijterijen 72 controles bij 18 horecabedrijven-met speciale aandacht 27 controles bij de overige 27 horecabedrijven
Wat doen we niet
Geen controles van de gehele drank- en horecavergunning op inrichtingseisen, leidinggevende enz. (gebeurt in 2015)
15 controles bij para-commerciële horecabedrijven 5 controles niet-vergunningplichtige bedrijven 10 controles van evenementen Controle van alle verleende exploitatievergunningen 26 controles van de beschikking voor de coffeeshop 3 controles van 15 vergunningen voor de B-evenementen (grotere evenementen) 20 controles van bedrijven zonder vergunning (snackbars, pompstations) 30 controles van 18 minners: alcoholgebruik op openbare plaatsen 12 controles vanwege mogelijke verstoring openbare orde 30 controles op jeugdoverlast (icm alcohol en drugs) Alle controles zijn uitsluitend gericht op: -leeftijdgrenzen -doorschenken -openbare ordeverstoringen als gevolg van verstrekken alcohol
Openbare orde handhaving op hangplekken
6 Bijlage bij de Notitie vaststelling Uitvoeringsprogramma integrale handhaving 2014, dd. 7 februari 2014
Uitvoeringsprogramma Integrale handhaving gemeente Sliedrecht 2014 Programma 4 Openbare ruimte
Een aantrekkelijke, groene woon- en werkomgeving, maatschappelijk verantwoord omgaan met afvalstoffen (..)
Afgeleide doelstellingen in Programmabegroting 2014
Doelstelling 1: Ontwikkelen en in stand houden van een aantrekkelijke en veilige woonomgeving
Prioriteiten met score “hoog” in Beleidskader
naleving van de hondenuitlaatregels, inclusief hondenpoep aanpak zwerfafval, dumpingen naleving van de hondenuitlaatregels, inclusief hondenpoep aanpak parkeerexcessen
Uit te voeren maatregelen
12 controles van 30 vergunningen voor driehoeks/sandwichborden
Wat doen we niet
1 x per kwartaal algehele controle van het op juiste wijze aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen 2 controles van het op juiste wijze aanbieden van bedrijfsmatige afvalstoffen
5 gebiedsgerichte acties tegen het op onjuiste wijze plaatsen van (brom-)fietsen
Nog geen algehele controle van alle bedrijven op het op juiste wijze aanbieden van afvalstoffen (volgt in 2015)
Dagelijkse controles op hondenuitlaatregels 3 x per week controle van de blauwe zones parkeren waarvan: 1 x donderdagmiddag/-avond 1 x zaterdag 1 x naar eigen inzicht 60 controles van 60 signalen van parkeerexcessen (caravans, campers, grote bestelbussen, aanhangwagens)
7 Bijlage bij de Notitie vaststelling Uitvoeringsprogramma integrale handhaving 2014, dd. 7 februari 2014
Uitvoeringsprogramma Integrale handhaving gemeente Sliedrecht 2014 Programma 8 Ruimtelijke Ordening en milieu
Sliedrecht, aantrekkelijke plaats om te wonen, werken en verblijven
Afgeleide doelstellingen in Programmabegroting 2014
Doelstelling 1: Duurzame lokale ruimtelijke ontwikkeling
Prioriteiten met score “hoog” in Beleidskader
Doelstelling 2: Deelnemen en bijdragen aan (boven)regionale ruimtelijke ontwikkeling Doelstelling 3: Effectief, efficiënt en professioneel uitvoeren van wettelijke taken Doelstelling 4: Behoud historische kwaliteiten
bouwen in afwijking van de vergunning
constructieve- en brandveiligheid Bouwbesluit bouwen zonder vergunning strijdig gebruik gronden en bouwwerken met bestemmingsplan voorschriften sloop in afwijking melding
sloop asbestverwijdering staat van erven en terreinen Brandveilig gebruik gebouwen Omzettingsvergunning (Huisvestingsverordening)
Uit te voeren maatregelen
Alle 93 te verlenen WABO-vergunningen, activiteit: bouwen, worden gecontroleerd volgens het nog op te stellen Toezichtsprotocol
Wat doen we niet
20 controles n.a.v. vergunning/melding met speciale aandacht voor asbest
1 Project gebiedsgerichte aanpak reclame op Nijverwaard en Noord-Oost Kwadrant
1 controle n.a.v. vergunning monument
Er worden 30 omzettingsvergunningen verleend (t.b.v. het legaliseren van huisvesting, betreft een inhaalslag)
15 controles n.a.v. huisvestingsvergunning
22 controles van bestaande bouw (bijv. scholen)
2 controles voor gebruik gemeentegrond
Er vindt geen algehele inventarisatie voor het illegale gebruik van gemeentegrond plaats
8 Bijlage bij de Notitie vaststelling Uitvoeringsprogramma integrale handhaving 2014, dd. 7 februari 2014
Uitvoeringsprogramma Integrale handhaving gemeente Sliedrecht 2014
Wat doen we niet
Uit te voeren maatregelen
1 x per 2 jaar controle van de ophangconstructie en de bevestigingsmiddelen bij de zwembaden (ieder jaar dus 1 zwembad)
Ad hoc zaken aanpakken (10% van toezichtscapaciteit)
Controles en aanschrijvingen van 8 verzoeken van derden/overige signalen inzake bouwen en ruimtelijk gebruik
Geen actieve opsporing van illegale situaties op het gebied van bouwen en ruimtelijk gebruik (anders dan het project voor illegale reclame op de beide bedrijventerreinen)
30 controles van 30 in zijn geheel nog niet gerealiseerde bouwwerken
Controle op verrommeling voorterreinen en bouwwerken hierop
In het volgende hoofdstukken wordt ingegaan op de stappen programmeren (hoofdstuk 2), de aandachtspunten voor de uitvoering van de handhaving (hoofdstuk 3) en de doorontwikkeling in 2014 (hoofdstuk 4). In die hoofdstukken zijn de onderbouwingen voor de hiervoor geformuleerde maatregelen gegeven. De onderbouwing heeft betrekking op datgene wat in de artikel 7.1 tot en met 7.7 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) als verplichte onderdelen van het beleid en het programma is voorgeschreven, te weten: de voorgenomen activiteiten in 2014; de uitvoeringsorganisatie voor de handhaving waarbij in ieder geval inzicht moet worden gegeven in de beschikbare formatie, de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden; een beschrijving van de werkprocessen: wat is gedaan en wat moet nog worden opgepakt; de borging van de benodigde personele en financiële middelen; de verplichting tot het beschikbaar hebben van een geautomatiseerd systeem waarin de doelen en resultaten van de handhaving worden vastgelegd; de aanpak van de monitoring en periodieke rapportage. Strikt genomen gelden deze eisen uitsluitend voor de toezicht en handhaving van het omgevingsrecht. Het Beleidskader gaat echter uit van een integrale aanpak van toezicht en handhaving in Sliedrecht. Deze integraliteit staat uiteraard ook binnen dit uitvoeringsprogramma centraal. Het is dan ook vanzelfsprekend dat deze eisen voor het opstellen van het gehele programma zijn gehanteerd.
9 Bijlage bij de Notitie vaststelling Uitvoeringsprogramma integrale handhaving 2014, dd. 7 februari 2014
Uitvoeringsprogramma Integrale handhaving gemeente Sliedrecht 2014
2.
Programmeren
De activiteiten in het kader van de integrale handhaving zijn in dit hoofdstuk opgenomen. Door vooraf de beschikbare capaciteit toe te wijzen aan activiteiten (programmeren) kan beter gestuurd worden. Jaarlijks kan de volledige beleidscyclus worden doorlopen, om daarmee te kunnen leren op basis van de ervaringen en waar nodig bij te sturen. Bij een programmatische aanpak worden beleid en uitvoering van beleid opgevolgd door evaluatie en bijsturing. Programmatische vergunningverlening voldoet aan de afspraken in de Programmabegroting 2014: zorgen voor een eenduidig, inzichtelijk en transparant handhavingsbeleid.
2.1
Uitgangspunten van het uitvoeringsprogramma
Er zal goed overwogen moeten worden welke keuzes er gemaakt worden ten aanzien van de in te zetten capaciteit. Voor het uitvoeringsprogramma is daarom een capaciteitsberekening gemaakt. Deze berekening is gebaseerd op een aantal aannames, die in deze paragraaf worden weergegeven. Beschikbare capaciteit In dit uitvoeringsprogramma wordt uitgegaan van de formatieve capaciteit van het team Handhaving en Toezicht binnen de afdeling Samenleving en Bestuur. Deze capaciteit wordt in onderstaande tabel weergegeven. In deze formatieve capaciteit is de capaciteit gerelateerd aan de extern belegde milieuhandhavings- en brandweertaken niet meegenomen. Functie
Totaal (fte)
Totaal (uren)
Juridisch adviseur handhaving
0,8
1080
Inkoop uren van JKC
0,2
270
Inspecteur Wabo
1,0
1350
Toezicht inrichtingseisen en overig
0,2
270
Inkoop uren Boaalgemeen
1,1
1500
Inkoop uren BoaDrank- en Horeca
0,7
962
Productieve uren per fte Voor de beschikbare capaciteit is voor de medewerkers van de gemeente uitgegaan van 1.350 netto productieve uren per fte.
10 Bijlage bij de Notitie vaststelling Uitvoeringsprogramma integrale handhaving 2014, dd. 7 februari 2014
Uitvoeringsprogramma Integrale handhaving gemeente Sliedrecht 2014 Niet inbegrepen in deze uren zijn de improductieve uren (ziekte, verlof, ADV, feestdagen) en de indirect productieve uren (bureauwerkzaamheden, opleiding en bijhouden vakkennis, overleg, interne project- en werkgroepen, etc.). Deze capaciteit in netto productieve uren wordt in de tabel op de vorige pagina weergegeven. Administratieve werkzaamheden In de capaciteitsberekening voor de feitelijke inzet (hierna) van de reguliere Boa’s is rekening gehouden met administratieve werkzaamheden. Deze bedraagt 20% van de netto-beschikbare tijd. Hierbij gaat het activiteiten als: dossiervorming, verwerking van de bestuurlijke strafbeschikkingen, opstellen rapportages e.d. Echter, voor de rapportage n.a.v. de overtredingen van de Drank- en Horecawet zijn die uren afzonderlijk en wel per overtreding geraamd. Uitvoering inspectie De urenramingen voor de inspecties zijn inclusief de volgende activiteiten: • Voorbereiding; • Reistijden naar en van de locatie waar de inspectie wordt uitgevoerd; • Inspectie ter plaatse; • Verslaglegging van de inspectie overeenkomstig de gemaakte afspraken. De verslaglegging vindt plaats in de vorm van een toezichtsdossier bij toezicht en in de vorm van een inspectierapportage bij een handhavingsinspectie. De verslaglegging moet een voldoende juridische basis vormen voor een (eventueel) handhavingstraject. De duur van een inspectie is afhankelijk van het categorie bouwwerk of de soort activiteit die wordt gecontroleerd. Uitvoering Boa-toezicht Voorbereiding; Reistijden naar en van de standplaats Papendrecht; Het feitelijke toezicht; Verslaglegging van het toezicht overeenkomstig de gemaakte afspraken. Vergunninggebonden toezicht Voor de organisatie van vergunninggebonden toezicht zijn twee elementen van wezenlijk belang: wanneer wordt toezicht gehouden en op welke activiteit wordt toezicht gehouden. Beide elementen samen bepalen de kwaliteit van het toezicht. Uiteraard zal de intensiteit moeten samenhangen met de risico’s die de verschillende taken afdekken en de prioriteiten die in het Beleidskader gesteld zijn. Uitgangspunt is dat de kwaliteit van het toezicht bijdraagt aan de kwaliteit van de uitvoering door vergunninghouders. Wel wordt benadrukt dat toezicht alleen nooit een goede kwaliteit kan waarborgen. Die verantwoordelijkheid rust te allen tijde bij de vergunninghouder.
11 Bijlage bij de Notitie vaststelling Uitvoeringsprogramma integrale handhaving 2014, dd. 7 februari 2014
Uitvoeringsprogramma Integrale handhaving gemeente Sliedrecht 2014 Prioritering In de capaciteitsberekening is uitgegaan van een schatting van het aantal toezichtstrajecten. Het geschatte aantal toezichttrajecten is lager dan het aantal vergunningen/ontheffingen dat jaarlijks afgegeven wordt en is ook lager dan het aantal overtredingen dat jaarlijks wordt begaan. Om een transparante en gestructureerde afweging van de zaken waarop toezicht moet worden gehouden, te kunnen maken, zijn alle zaken gerangschikt naar de risico’s: “hoog”, “gemiddeld” en “laag”. Deze rangschikking is het resultaat van het invullen van een risicomatrix en de prioritering in de Beleidsregels handhaving horeca en alcohol t.b.v. de Drank- en Horecawet, de Wet op de Kansspelen en de Algemene Plaatselijke Verordening / de Gemeentewet en de Opiumwet. Daarnaast blijkt uit ervaring dat niet alle verleende Wabo-vergunningen daadwerkelijk uitgevoerd worden. Deze vergunningen kunnen op termijn ingetrokken worden door de gemeente. Voor het controleren en verzorgen van de intrekkingen is ook capaciteit geraamd. De juridische expertise die nodig is om de handhavingstrajecten goed te kunnen begeleiden, is divers. Daarom en omdat de capaciteit hiervoor binnen het team beperkt is, wordt 270 uur van het JKC ingehuurd. Niet-vergunninggebonden toezicht Kern van deze vorm van toezicht is dat niet de activiteit maar een gebied centraal staat. De controles vinden in principe plaats aan de hand van vooraf opgestelde checklists. Deze checklists moeten nog worden opgesteld en worden gebaseerd op de in het handhavingsbeleid benoemde prioriteiten c.q. speerpunten en het nog op te stellen WABO-toezichtsprotocol. Deze toezichtfrequentie wordt bepaald door het kiezen van prioriteiten c.q. speerpunten in combinatie met de aantallen te verwachten overtredingen. Bij het gebiedstoezicht ligt het accent op het behoud en vergroten van de kwaliteit en leefbaarheid van de fysieke leefomgeving in Sliedrecht. Hieronder valt onder meer het toezicht op illegale bouw en gebruik, illegale reclameuitingen en toezicht op het behoud van landschappelijke waarden, natuurwaarden, monumentale en archeologische waarden, drank- en horecawet (in het bijzonder alcoholverstrekking aan jongeren), tegengaan van kleine ergernissen (zoals hondenpoep), zwerfafval, e.d. Toezicht op verzoek en projecten In dit uitvoeringsprogramma wordt het overgrote deel van de beschikbare toezichts- en handhavingcapaciteit voor bouwen en wonen daadwerkelijk ingepland. De resterende capaciteit wordt gereserveerd voor de behandeling van ad hoc werkzaamheden, verzoeken van derden en projecten.
12 Bijlage bij de Notitie vaststelling Uitvoeringsprogramma integrale handhaving 2014, dd. 7 februari 2014
Uitvoeringsprogramma Integrale handhaving gemeente Sliedrecht 2014 Bij projecten kan gedacht worden aan onderwerpen die bijzondere bestuurlijke aandacht hebben of onderwerpen die (weer) beheersbaar moeten worden gemaakt. In 2014 betreft dit de gebiedsgerichte aanpak van de reclameuitingen op de bedrijventerreinen Nijverwaard en Noord-Oost Kwadrant. Bedacht moet worden dat voor de inzet voor projectmatige Wabo-taken die door andere overheden worden geïnitieerd, geen capaciteit beschikbaar is. Bij dat soort taken moet worden gedacht aan verzoeken van het ministerie van I&M of provincie voor het – zoals in het verleden – controleren van regenaccumulatie op daken, metselwerk van gevels bij nieuwbouw en kwaaitaalvloeren.
2.2
Vergunninggebonden toezicht: toezichtprotocol Wabotaken
Het team VTH zal in 2014 gaan werken met een Toezichtprotocol voor de uitvoering van de Wabo-taken. In dit protocol wordt een koppeling gemaakt tussen toezichtintensiteit en -niveau aan prioriteit (hoe hoger de prioriteit, hoe hoger de intensiteit). In dat protocol wordt aangegeven op welke momenten tijdens de bouw, de sloop, de aanleg of het aanbrengen van handelsreclame gecontroleerd wordt. In het uitvoeringsprogramma voor 2015 wordt het toezichtprotocol doortvertaald in uren. Landelijk Toezichtprotocol Het toezichtprotocol is gebaseerd op het Landelijk Toezichtprotocol, dat is ontwikkeld door de vereniging BWT Nederland met ondersteuning van het toenmalige ministerie van VROM. In het Landelijk Toezichtprotocol wordt bij een adequaat handhavingsniveau gerekend met een groot aantal controlebezoeken per vergunning. Opgemerkt moet worden dat deze hoge bezoekfrequentie en de bijbehorende capaciteitsbehoefte door een groot deel van de Nederlandse gemeenten niet realistisch bevonden wordt. Het gevaar bestaat bovendien dat de gemeente de verantwoordelijkheid van de vergunninghouder gaat overnemen. De gemeente Sliedrecht zal om deze reden gebruik gaan maken van een aangepast toezichtprotocol. Wanneer er op een te laag niveau wordt gehandhaafd, ontstaan restrisico’s. Met restrisico’s worden die risico’s bedoeld die afgedekt zouden zijn als op het minimaal adequaat niveau wordt gehandhaafd. Natuurlijk is er ook nog sprake van risico’s wanneer er sprake is van handhaving op het minimaal adequaat niveau. Dit zijn echter risico’s die bestuurlijk geaccepteerd worden. Belangenafweging Bij het inrichten van een toezichtprotocol is een goede belangenafweging essentieel. Dit hangt samen met het volgende. Bij elke mate van toezichtintensiteit bestaat het risico dat bepaalde overtredingen niet ontdekt worden; dit risico kan niet weggenomen worden. In het geval van incidenten kan de gemeente aangesproken worden op haar taak toe te zien op de naleving van wet- en regelgeving. In dit licht is een recente uitspraak van het Gerechtshof 's-Gravenhage van 22 maart 2011 (LJN: BP8578) relevant.
13 Bijlage bij de Notitie vaststelling Uitvoeringsprogramma integrale handhaving 2014, dd. 7 februari 2014
Uitvoeringsprogramma Integrale handhaving gemeente Sliedrecht 2014 In de uitspraak worden een gemeente en een milieudienst beiden civielrechtelijk aansprakelijk gesteld voor de gevolgen van een incident. Reden hiervan is dat de gemeente en milieudienst op de hoogte waren van de zeer gevaarlijke situatie en hebben verzuimd adequate/passende maatregelen te treffen. Uit deze uitspraak blijkt dat als de gemeente ten onrechte niet overgaat tot handhaving dit kan leiden tot civielrechtelijke aansprakelijkheid. Als sprake is van een gevaarlijke situatie en het risico op het ontstaan van ernstige schade groot is, zal niet handhavend optreden kunnen leiden tot het oordeel dat de gemeente aansprakelijk is voor schade van derden. Slechts als uit een goede en inzichtelijke belangenafweging blijkt dat terecht niet handhavend is opgetreden zal aan aansprakelijkheid ontkomen kunnen worden. De uitspraak leidt echter niet tot het oordeel dat tegen iedere overtreding handhavend moet worden opgetreden om aansprakelijkheid te voorkomen. Minimaal adequaat niveau Het Beleidskader gaat uit van een minimaal adequaat handhavingsniveau. Dit niveau voor handhaving ligt niet vast in wetten en regels. De wetten en regels schrijven alleen voor dat de gemeente toezicht moet houden en indien nodig handhavend op moet treden. Elke gemeente dient voor zich te beslissen waar de prioriteiten voor handhaving liggen en met welke omvang en diepgang de handhaving wordt ingestoken. Let wel, het toezicht houden op de kwaliteit van de uitvoering is te allen tijde de verantwoordelijkheid van de vergunninghouder. Voor zover de activiteit geen veiligheidsrisico’s met zich brengt en dit geen gevolgen heeft voor het publieke domein kan het toezicht door de gemeente bescheiden zijn. Voor het Wabo-toezicht is de keuze voor het minimaal adequate handhavingsniveau gelet op de beschikbare capaciteit als volgt nader uitgewerkt: Hoge prioriteit minimaal adequaat niveau en lagere prioriteiten minder toezicht Taken met een hoge prioriteit worden op minimaal adequaat niveau uitgevoerd. Bij taken met gemiddelde prioriteit wordt het aantal toezichtsmomenten gereduceerd en bij taken met een lage prioriteit wordt alleen een eindcontrole uitgevoerd (afschouwen). De verantwoordelijkheid om te bouwen conform vergunning en wet- en regelgeving wordt in sterke mate neergelegd bij de vergunninghouder; de eigen verantwoordelijkheid van de vergunninghouder wordt benadrukt. De gemeente zal bij deze vergunningen niet of nauwelijks bij kunnen sturen. Bij deze uitwerking maakt de gemeente gebruikt van haar ruime mate van beleidsvrijheid. De risico’s die dit scenario met zich meebrengt liggen op de grens tussen de beginselplicht tot handhaving en de ruime mate van beleidsvrijheid van de gemeente. Als algemeen restrisico voor toezicht Wabo geldt dat een controle altijd een momentopname zal zijn, hoe hoog de frequentie en intensiteit van dat toezicht ook is. Alleen om die reden al kan en is het toezicht nooit verantwoordelijk voor de uiteindelijke kwaliteit van de werkzaamheden.
14 Bijlage bij de Notitie vaststelling Uitvoeringsprogramma integrale handhaving 2014, dd. 7 februari 2014
Uitvoeringsprogramma Integrale handhaving gemeente Sliedrecht 2014 Wel wordt er uiteraard naar gestreefd om risicovoller bouwwerken en bouwfasen intensiever te begeleiden waardoor de kans op ernstige gebreken kleiner wordt. Bij bepaalde vergunningen wordt alleen de eindcontrole uitgevoerd. Dit brengt een extra risico met zich mee. Als bij aanvang van de werkzaamheden een aannemer de aanvang meldt bij de gemeente, maar de gemeente volgt deze melding niet op, zal het meldgedrag verslechteren. Immers, aannemers zullen bij nieuwe projecten de aanvang van de werkzaamheden niet meer melden, omdat de aannemer de ervaring heeft dat de gemeente hier ‘toch niets mee doet’. Altijd eindcontrole Belangrijk uitgangspunt is dat bij alle bouw- sloop en aanlegwerken tenminste een eindcontrole zal wordt uitgevoerd. Overwogen is om voor een aantal categorieën geen enkel toezicht te houden. Immers, als het bouwwerken betreft die slechts gradueel afwijken van vergunningvrije bouwwerken, dan valt te overwegen dergelijke bouwwerken ook niet te begeleiden. Hiervan is afgezien om redenen van uniformiteit, juridische zorgvuldigheid en behoud van stedenbouwkundige kwaliteit. Daarnaast levert de eindcontrole de noodzakelijke input op voor de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG). Ook is de eindcontrole een juridisch belangrijk moment omdat daarmee de werking van de omgevingsvergunning eindigt en het bouwwerk een bestaand bouwwerk is geworden. Dat kan bijvoorbeeld van belang zijn voor de beoordeling of een wijziging aan een bouwwerk al dan niet vergunningvrij is. Uitzondering: grote bouwprojecten Bij grote bouwprojecten is het uitgangspunt dat alle geïnventariseerde toezichtmomenten worden uitgevoerd. Bij een goed gevoerde directie en dito communicatie met de gemeente zal de toezichtintensiteit in de praktijk op een ander niveau kunnen liggen dan wanneer dit niet zo is. Veelal wordt bij grote projecten in overleg met de directie een aantal werkafspraken gemaakt. Coördinatie vindt dan plaats met de deskundigen in het werk. Dergelijke projecten lenen zich niet voor een standaardaanpak. In dergelijke gevallen zal dan naar bevind van zaken worden gehandeld, waarbij wel als uitgangspunt geldt dat op alle relevante momenten toezicht wordt uitgeoefend en dat dit ook wordt gedocumenteerd. Voor het toezicht op de vergunningen en ontheffingen op grond van de Drank- en horecawet is 962 uur beschikbaar. Met de programmering en urenraming is rekening gehouden met het feit dat bepaalde handhavingsactiviteiten met een koppel gebeurt en dat een belangrijk deel van het werk in de avonden en in het weekend plaatsvindt. Tenslotte is voor het toezicht op de vergunningen en ontheffingen op grond van de APV en bijzondere wetten (niet zijnde de Drank- en Horecawet) 1500 uur Boa-capaciteit beschikbaar. Bedacht moet worden dat bij deze capaciteit gelet op de aard van het toezicht geen onderscheid wordt gemaakt tussen vergunninggebonden en nietvergunninggebonden toezicht.
15 Bijlage bij de Notitie vaststelling Uitvoeringsprogramma integrale handhaving 2014, dd. 7 februari 2014
Uitvoeringsprogramma Integrale handhaving gemeente Sliedrecht 2014
2.3
Nietvergunninggebonden toezicht
In de huidige formatie is geen capaciteit beschikbaar is voor het pro-actief opsporen van illegale situaties op het gebied van bouwen, wonen en ruimtelijke gebruik (Wabo). Gevolg van de huidige formatieve capaciteit is het voorstel dat er geen aandacht naar gebiedstoezicht zal gaan. Hierdoor wordt een aantal risico’s geïntroduceerd: • Het niet uitvoeren van gebiedstoezicht leidt tot een vergrote kans op kans op rechtsongelijkheid en willekeur. Inwoners en bedrijven die een vergunning aanvragen krijgen een besluit, wie dat niet doet kan ongestoord zijn gang gaan omdat de overtreding niet wordt opgemerkt of op dat moment geen toezicht wordt gehouden. Hier ontstaat een (maatschappelijk vaak niet gedragen) risico en daarnaast een grotere kans op handhavingsverzoeken en -meldingen. • Doordat geen gebiedstoezicht wordt uitgevoerd, worden geen controles uitgevoerd op illegale bouw en verbouw. Ook wordt niet gecontroleerd of vergunningsvrije bouwwerken aan de bouwregelgeving voldoen. De veiligheid van vergunningsvrije en illegaal gebouwde of verbouwde bouwwerken is niet gewaarborgd. • Op grond van het bestemmingsplan is niet iedere vorm van gebruik toegestaan. Dit kan zijn omwille van de ruimtelijke kwaliteit, maar kan soms ook veiligheidsaspecten in zich hebben. Bijvoorbeeld in verband met de bereikbaarheid van een locatie kan het niet gewenst zijn daar functies te huisvesten waar veel mensen tegelijk verblijven. Doordat er geen controle plaats vindt op illegaal gebruik ontstaat er ook op dit punt een risico. • Het niet uitvoeren van gebiedstoezicht betekent dat er geen toezicht gehouden worden op illegale bouw en planologisch gebruik in het buitengebied en daarmee de gebieden met natuurwaarden van de gemeente Sliedrecht. Dit omdat de toezichthouders het buitengebied nagenoeg niet meer zullen bezoeken. Om het ontbreken van gebiedstoezicht enigszins op te vangen, zal in 2014 tevens ingezet worden op signaaltoezicht, waarbij de ogen en oren van de interne en externe ketenpartners worden ingezet voor het constateren van mogelijke overtredingen. Voor het niet-vergunninggebonden toezicht op grond van de Drank- en horecawet is 178 uur nodig.
16 Bijlage bij de Notitie vaststelling Uitvoeringsprogramma integrale handhaving 2014, dd. 7 februari 2014
Uitvoeringsprogramma Integrale handhaving gemeente Sliedrecht 2014
3.
Aandachtspunten uitvoering handhaving
In deze paragraaf worden enkele aandachtspunten beschreven voor het uitvoeringsprogramma.
3.1
Specifieke aandachtspunten in 2014
Toom Op basis van de richtlijn Terugdringen Ongewenste en Onechte Meldingen (TOOM) wordt een juridische opvolging van de gemeente verwacht nadat het toegestane aantal nodeloze brandmeldingen is overschreden. Gelet op de eerdere ervaringen, is met deze inzet die van de gemeente wordt verwacht, in de urenraming voor juridische inzet, rekening gehouden. Zwembaden Naar aanleiding van een dodelijk ongeval in een zwembad in Tilburg en de brief van 8 november 2011 van de toenmalige Vrom-inspectie hierover wordt in Sliedrecht jaarlijks in één van de beide aanwezige zwembaden de ophangconstructies en bevestigingsmiddelen gecontroleerd op constructieve veiligheid. Deze taak is afzonderlijk in de urenraming opgenomen. Toezicht illegale bewoning Handhaving van illegale bewoning vindt uitsluitend plaats op basis van signalen of handhavingsverzoeken van derden. Asbest De asbestproblematiek heeft bij het toezicht hoge prioriteit. Om de asbestproblematiek effectief aan te pakken is het belangrijk inzicht te hebben in de gehele asbeststroom. De toezichthouder controleert of alle beschermende voorzieningen zijn getroffen en of het verwijderde asbest op correcte wijzen wordt afgevoerd. Naast het toezicht heeft de gemeente een signaalfunctie voor andere handhavinginstanties zoals bijvoorbeeld de arbeidsinspectie. Bij grote overtredingen zal tevens doormelding plaatsvinden aan de politie. Deze kunnen besluiten tot het opmaken van een proces-verbaal van de overtreding en de overtreder strafrechtelijk vervolgen. Coördinatie illegaal gebruik gemeentegrond Regelmatig nemen inwoners – al dan niet bewust – een stukje gemeentegrond in gebruik. Het gaat hier meestal om groenstroken nabij woningen. Als dit wordt gesignaleerd, dan vraagt dit een privaatrechtelijke aanpak als gemeentelijk eigenaar. De aanpak zou dan moeten bestaan uit: inventariseren van de soort en omvang van het illegale gebruik, beantwoording van de vraag of legalisering in de vorm van ingebruikgeving of verkoop wenselijk is, correspondentie met betrokkene hierover en indien nodig het voeren van een rechterlijke procedure om het gebruik te beëindigen.
17 Bijlage bij de Notitie vaststelling Uitvoeringsprogramma integrale handhaving 2014, dd. 7 februari 2014
Uitvoeringsprogramma Integrale handhaving gemeente Sliedrecht 2014 Deze vorm van “handhaving” dient binnen de organisatie een duidelijke plek te krijgen. Het team VTH lijkt daarvoor de meest logische. In de planning is met een beperkte inzet hiervoor en uitsluitend gebaseerd op interne en externe signalen, rekening gehouden. Er is geen centrale inventarisatie van zonder toestemming van de gemeente in gebruik genomen gemeentelijke groenstroken. Dit heeft gelet op de beschikbare formatie op dit moment ook geen prioriteit. Handhaving reclamebeleid Naar verwachting zal in het eerste kwartaal van 2014 het reclamebeleid worden vastgesteld. In de capaciteitsplanning is rekening gehouden met een gebiedsgerichte handhavingsaanpak voor de bedrijventerreinen: Nijverwaard en Noord-Oost Kwadrant.
3.2
Extern belegde uitvoeringstaken
De gemeente Sliedrecht heeft een aantal van haar uitvoeringstaken in het kader van de Wabo belegd bij de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid en de Veiligheidsregio ZuidHolland Zuid. Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid In het jaarprogramma 2014 zijn de afspraken tussen de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid en de gemeente Sliedrecht voor de uitvoering van de milieutaken vastgelegd. Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid De Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid heeft prioriteiten gesteld voor het toezicht op gebruiksvergunningen en –meldingen. Hiervoor wordt verwezen naar het Beleidsplan Expertise en Advies van de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid. De Veiligheidsregio heeft vanuit de beschikbare capaciteit voor brandpreventie voor de gehele veiligheidsregio uiteraard tijd gereserveerd voor inzet in de gemeente. Deze uren worden verdeeld volgens de 4 zogenaamde kwadranten in de toezichtsmatrix. Volgens het geldende beleid van de Veiligheidsregio is 30% van de capaciteit beschikbaar voor wensen van de gemeente. In het kwartaaloverleg tussen het Bureauhoofd Toezicht en Brandveilig Leven van het Team Oost van de veiligheidsregio ZHZ en de handhavingsregisseur van de gemeente Sliedrecht, zal dat deel van de inzet gezamenlijk worden bepaald. Ieder jaar heeft de brandweer een specifiek handhavingsthema. Dit jaar is dat de controle op versieringen tijdens het WK-voetbal.
3.3
Handhavingsregisseur en taken
De teamleider Vergunningverlening, Handhaving en toezicht is de handhavingregisseur en heeft de volgende taken:
18 Bijlage bij de Notitie vaststelling Uitvoeringsprogramma integrale handhaving 2014, dd. 7 februari 2014
Uitvoeringsprogramma Integrale handhaving gemeente Sliedrecht 2014 Intern
Op strategisch niveau bijstellen van meerjaarlijks handhavingsbeleid (prioriteiten) Op operationeel niveau opstellen van jaarlijks uitvoeringsprogramma integrale handhaving Verantwoording afleggen aan DT, burgemeester en college B&W over jaarresultaten (rapportage) Onderhouden van contacten met de verschillende betrokken afdelingen en teams
Extern
Periodieke controle en evaluatie van inzet Boa’s en strafbeschikkingen Aanspreekpunt/contact en afstemming met derden (woningcorporatie, politie, justitie, CJIB, OM, CVOM)
De volgende taken worden onder zijn verantwoordelijkheid door de medewerker vergunningen binnen het team uitgevoerd: Onderhouden van contacten met de coördinator van de Boa’s (gemeente Papendrecht) Aanspreekpunt voor praktische vragen over (de werkzaamheden van) de Boa’s De volgende taken worden onder zijn verantwoordelijkheid door de adviseur juridische handhaving binnen het team uitgevoerd: Beoordelen van verzoeken om handhaving door in- en externe partners om handhaving en toezicht door de Boa’s Schriftelijke reacties doen uitgaan op (geweigerde) verzoeken om handhaving c.q. resultaten van plaatsgevonden handhavingacties. Publicaties verzorgen van verschillende aard, zoals te organiseren handhavingsacties en antwoorden op veel voorkomende vragen.
3.4
Boa’s, coördinatie en taken
De Boa’s zijn in dienst van de gemeente Papendrecht en worden via een overeenkomst ingehuurd door de gemeente Sliedrecht. De gemeente Papendrecht zorgt voor:
Het inroosteren van de Boa’s en de verdere werkplanning op basis van dit uitvoeringsprogramma Organiseren van faciliteiten voor Boa’s (voertuig, opleiding, aanschaf feiten- en bonnenboekjes, toegang BRS-systeem enz.) Bewaken van de kwaliteit van de strafbeschikkingen (juridische controle) Wegnemen van knelpunten binnen het proces (bijvoorbeeld ontbreken van beleid uitzetten bij de verantwoordelijke afdeling/cluster) Aanspreekpunt voor praktische vragen van de Boa’s
In Sliedrecht werken Boa’s die bevoegd zijn voor taken binnen de Openbare ruimte (Domein I). Volgens de Boa/circulaire van eind 2012 zijn bevoegdheden van de Domein I-Boa uitgebreid in verband met onder andere wijzigingen van de Visserijwet, de Wabo, de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, het in het leven roepen van een Kansspelautoriteit en aanpassing van het Wetboek van Strafrecht.
19 Bijlage bij de Notitie vaststelling Uitvoeringsprogramma integrale handhaving 2014, dd. 7 februari 2014
Uitvoeringsprogramma Integrale handhaving gemeente Sliedrecht 2014 Kerntaken Boa’s (leefbaarheid) Volgens de eerdergenoemde brief van de Minister wordt het volgende onder leefbaarheid verstaan: “Het optreden van Boa’s bij overlastsituaties, verloedering en kleine ergernissen op straat”. Wij vinden dat het niet de taak van onze Boa’s is om te handhaven op de Wabo of andere milieuwetgeving. De enige uitzondering die wordt gemaakt, is wanneer een overtreding tot gevolg heeft dat de leefbaarheid in het geding komt (bijvoorbeeld het dumpen van afval in het openbaar domein maar ook het te vroeg of foutief aanbieden van (huishoudelijke)afvalstoffen. Volgens het Raadsprogramma 2010-2014 is het tegengaan van overlast in Sliedrecht van groot belang. Overtredingen die zorgen voor overlast zoals fout parkeren en hondenpoep zijn primair een taak van de Boa’s. Wanneer er sprake is van graffiti en vandalisme is een signalerende taak voor de Boa’s weggelegd. Duidelijk moet worden dat de Boa’s niet tegen alle vormen van verloedering kunnen optreden. Soms hebben zij een verbaliserende en in andere gevallen een signalerende functie. Enkele specifieke onderwerpen: Markt/standplaatsen: Handhaving vindt plaats door marktmeester van de gemeente. Onderwerp heeft niet sec met leefbaarheid te maken. De Boa’s komen wel in actie wanneer een klacht wordt geuit in het kader van de verkeersveiligheid/leefbaarheid maar niet om algemene controle te houden op standplaatsen (wordt standplaats correct ingenomen). Verkeerszaken: Snelheidsovertredingen, zoals rijden door rood, zijn geen taken van de Boa’s maar van de politie. Verkeershandhaving vindt wel plaats op stilstaand verkeer (bijvoorbeeld foutparkeren/blauwe zone/caravan die te lang in wijk staat) als ook op verkeersovertredingen waarbij het motief terug te voeren is op openbare orde (bijvoorbeeld excessenregeling – te lange voertuigen.) maar niet op overtredingen waarbij het motief verkeersveiligheid is. Opgemerkt wordt nog dat momenteel bij de Minister in onderzoek is, de mogelijkheid om Boa’s bevoegd te verklaren voor “lichte” verkeersovertredingen begaan door rijdend verkeer. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het inrijden in een straat waar dit verboden is. Evenementen: De Boa’s zijn er in principe niet om de openbare orde en veiligheid bij evenementen te handhaven. Dit is een taak voor de politie. Wel kunnen de Boa’s worden ingezet als het om kleine (terugkerende) ergernissen gaat. Aanwezigheid tijdens of (begeleiding van) optochten en andere evenementen (Koninginnedag/Bagger Pop e.d.) moet primair door de (vrijwillige) politie respectievelijk wijkagenten worden uitgevoerd. De Boa’s acteren wel wanneer voor aanvang van evenement klachten/bezwaren binnen komen (bijvoorbeeld gestoeld op ervaringen in eerder jaar) maar gaan niet (standaard) bij evenementen langs ter controle van de vergunningvoorschriften. De Boa’s bezoeken gemiddeld 20% van de evenementen. De afspraken hierover met de politie zullen in 2014 verder worden verbeterd.
20 Bijlage bij de Notitie vaststelling Uitvoeringsprogramma integrale handhaving 2014, dd. 7 februari 2014
Uitvoeringsprogramma Integrale handhaving gemeente Sliedrecht 2014 Burenruzies: Dit is in principe geen taak voor de Boa’s maar voor de wijkagent (signaalfunctie). Belangrijk is ons te realiseren dat Boa’s bij burenruzies betrokken kunnen raken omdat door een inwoner een klacht wordt geuit waar zij in het kader van hun leefbaarheidopdracht op af worden gestuurd. Het is dan zaak op het juiste moment een terugtrekkende beweging te maken en via de coördinator wijkgericht werken, buurtbemiddeling te laten inschakelen. Grote projecten: Vraag hierbij is vooral hoe om te gaan met grote projecten die een meerjarige inzet van de Boa’s vergen of die eenmalig een langere tijd vergen en die het noodzakelijk kunnen maken om in de daarop volgende jaren handhavingcapaciteit beschikbaar te hebben. In 2014 betreft dit uitsluitend de gebiedsgerichte aanpak van de reclame op de bedrijventerreinen. Enerzijds wordt bezien of de handhaving / het (te houden) toezicht primair een taak van de Boa’s is. Als dat het geval is moet inzichtelijk worden hoeveel tijd dit in de vooraf vastgestelde periode gaat vergen. Telkens moet worden afgewogen of (voldoende) capaciteit aanwezig is. Zo nee of het betreffende project prioriteit heeft boven de andere benoemde prioriteiten en deze als gevolg hiervan (gedeeltelijk) niet meer kunnen worden uitgevoerd. Zo ja welke prioriteiten een lagere prioriteit dan wel minder uren voor handhaving krijgen. Aanspreken Boa’s op straat: dit moet altijd mogelijk zijn. Boa’s hebben ook vooral een dienstverlenende taak. Horeca (wetswijziging): In 2013 is de handhaving van de Drank- en Horecawet overgegaan van de Voedsel en Waren Autoriteit naar de gemeenten. Deze overgang betekent dat de Boa’s niet alleen meer bevoegd zijn voor de handhaving van de sluitingstijden of de terrasvergunning op basis van de Apv. De Boa’s zijn nu namelijk ook bevoegd voor het hele scala van overtredingen die voortvloeien uit de Drank- en Horecawet (bijvoorbeeld verkoop alcoholhoudende dranken aan minderjarigen enzovoorts). De controle op mogelijke overlast als gevolg van alcoholgebruik op hangplekken gebeurt in nauw overleg met de wijkagenten. De afstemming hierover gebeurt in het hangplekkenoverleg. De gemeente heeft structureel € 50.000,- budget beschikbaar voor de inzet van extraBoa capaciteit. De betreffende Boa’s dienen daarvoor een aanvullende opleiding (8/9 dagen) te volgen om deze taken te kunnen uitoefenen. Inmiddels beschikken 3 Boa’s vanuit het cluster over deze bevoegdheid. Het extra toezicht zal zeker leiden tot het signaleren van overtredingen. Deze overtredingen kunnen deels worden afgedaan via de bestuurlijke strafbeschikkingen, maar zullen in andere gevallen een bestuursrechtelijk handhavingstraject vragen. Hiermee is bij de urenraming voor de juridische capaciteit rekening gehouden. Fietswrakken/onbeheerd achter gelaten fietsen: De gemeente is verantwoordelijk voor het verwijderen en opslaan van fietswrakken en onbeheerd achter gelaten fietsen. Dit is een typisch leefbaarheidvraagstuk. Vier tot vijf keer per jaar houden de Boa’s een gerichte actie bij het NS Station. Zij stickeren de fietsen, maken foto’s en zorgen dat fietsen worden afgevoerd naar de gemeentelijke opslag. Voor fietsen die in andere delen van de gemeente worden aangetroffen, volgt een ad-hoc actie, die volgens hetzelfde proces verloopt.
21 Bijlage bij de Notitie vaststelling Uitvoeringsprogramma integrale handhaving 2014, dd. 7 februari 2014
Uitvoeringsprogramma Integrale handhaving gemeente Sliedrecht 2014 Controle afval: Gebleken is dat bedrijfsafval in een aantal gevallen niet op eigen terrein wordt opgeslagen, maar op de openbare weg. In 2014 wordt onderzocht of er bij de ondernemers behoefte is aan alternatieve bedrijfsafvalinzamelplaatsen (tegen betaling), bijvoorbeeld omdat ze gewoon weg niet de mogelijkheid hebben hun bedrijfsafval op eigen terrein kunnen op te slaan. Vervolgens zullen de Boa’s dan in 2015 een algehele controle bij alle bedrijven op het op juiste verzamelen en aanbieden van bedrijfsafval houden. De ervaring leert overigens dat de overtredingen zich veelal concentreren in een aantal gebieden. Het toezicht op het op juiste wijze aanbieden van huishoudelijk afval (gescheiden: grone/grijs) blijft een lastige opgave aangezien de containers niet voorzien zijn van adresgegevens van de gebruiker. Hierdoor beperkt de handhaving zich tot waarschuwen door middel van stickers. Als uit het afval wel de adresgegevens zijn te herleiden, wordt wel strafrechtelijk opgetreden. Hondenuitlaatregels Het afgelopen jaar heeft de gemeente weer een behoorlijk aantal klachten ontvangen over overlast van hondenpoep. Hierop worden de Boa’s zeer frequent ingezet. In overleg met de handhavingsregisseur en de coördinator van de Boa’s zal nader worden overlegd over de effectiviteit van de handhaving van de hondenuitlaatregels op dit moment. Afhankelijk van de uitkomsten van dit overleg zal een handhavingsarrangement hondenuitlaatgedrag worden opgesteld.
3.5 Integraal handhavingsoverleg Om de voortgang van dit uitvoeringsprogramma en het integrale karakter van de handhaving te bewaken, dient er een handhavingsoverleg te worden ingesteld. Hieraan nemen deel: Handhavingsregisseur 1. Adviseur juridische handhaving 2. Coördinator Boa’s 3. Wijkagent (met mandaat van districtchef) 4. Coördinator wijkgericht werken 5. Beleidsmedewerker OOV
Agendaleden: 1. Teamleider toezicht/handhaving brandweer 2. Beleidsmedewerker Milieu Frequentie: 1 per 6 weken
22 Bijlage bij de Notitie vaststelling Uitvoeringsprogramma integrale handhaving 2014, dd. 7 februari 2014
Uitvoeringsprogramma Integrale handhaving gemeente Sliedrecht 2014
4.
Doorontwikkeling uitvoering handhaving in 2014
4.1
Uitvoering bestuurlijke strafbeschikking
De Boa’s verzorgen zelf het invoeren van de strafbeschikkingen in de Transactiemodule (TM) van de Centrale Verwerkingseenheid Openbaar Ministerie (CVOM). Het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) verzorgt in samenwerking met het CVOM het innen van de bestuurlijke strafbeschikkingen bij de verdachten. De gemeente ontvangt vervolgens per geïnde strafbeschikking een zogeheten ‘pv-vergoeding’ van het ministerie van Veiligheid en Justitie 2 . Bezwaar of beroep, door een verdachte ingediend tegen een strafbeschikking, wordt afgehandeld door het Openbaar Ministerie. De gemeente Papendrecht bewaart de originele documentatie van elke aangekondigde strafbeschikking gedurende de verjaringstermijn + een jaar daarna (in totaal 4 jaar) of tot een jaar na het afloopbericht van het CJIB. De afhandeling van bestuurlijke strafbeschikkingen is volledig conform de procedure en het implementatieproces van het CJIB vormgegeven. Hierover zijn afspraken gemaakt met het CJIB, onder andere in de vorm van een convenant. Jaarlijks is er een regionaal overleg met het CJIB waarin gemeenten de problemen die zij met de TM ondervinden bespreekbaar kunnen maken. Tussentijds is een helpdesk bereikbaar om concrete problemen zo spoedig mogelijk op te lossen. Wijziging PV-vergoeding per 2014 De Minister heeft eind november 2013 een gewijzigde regeling vastgesteld met ingang van 1 januari 2014. Er is een maximum bedrag van 14.5 miljoen beschikbaar voor alle gemeenten gezamenlijk. Dit bedrag wordt naar rato verdeeld onder de gemeenten en is afhankelijk van het aantal uitgeschreven strafbeschikkingen. Per saldo valt dit nieuwe beleid nadelig uit voor gemeenten.
4.2
In en externe ketenpartners en de te maken procesafspraken
Handhaving is een ketenproces met vele schakels. Deze schakels zijn de andere interne organisatieonderdelen of externe partijen. Het team VTH is soms leidend in de keten soms volgend omdat dan andere de lead hebben. De interne ketenpartners zijn: de receptie, de teams Facilitaire Zaken & DIV, Infra en Groen, Onderhoud Buitenruimte en Reiniging. De externe ketenpartners zijn: Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid, wijkteam politie, Woningstichting Tablis, Brandweer Zuid-Holland Zuid, de provincie Zuid-Holland, het Waterschap Rivierenland en de wijkplatforms in Sliedrecht.
Deze ‘pv-vergoeding’ bedraagt € 25 voor parkeerfeiten en € 40 voor overlastfeiten. Daarnaast is nog steeds onduidelijk of gemeenten geld verschuldigd worden voor het gebruik van de Transactiemodule.
2
23 Bijlage bij de Notitie vaststelling Uitvoeringsprogramma integrale handhaving 2014, dd. 7 februari 2014
Uitvoeringsprogramma Integrale handhaving gemeente Sliedrecht 2014 -
Omgevingsdienst Zuid‐Holland Zuid
De Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid voert de handhaving van de milieutaken uit conform het Jaarprogramma 2014 van de Omgevingsdienst. Er dient hiervoor ook een vaste afspraak te worden gemaakt voor een voortgangsoverleg tussen het team VTH en de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid (minimaal 2 x per jaar) - Brandweer Zuid-Holland Zuid Er bestaan goede werkafspraken over de advisering tijdens de aanvraagfase voor omgevings- en evenementenvergunningen. Ook zijn er procesafspraken over de handhaving tijdens de bouwfase, de gebruiksfase, de juridische opvolging door de gemeente en de dossiervorming.
4.3
Team Vergunningverlening, Handhaving en Toezicht (VTH)
Het team VTH zal in 2014 investeren in het opzetten van werkprocessen en het maken van (verdere) werkafspraken. Een overzicht van deze processen en afspraken zijn: • • • • • • • • •
Werkproces vergunninggebonden toezicht en juridische opvolging; Werkproces niet-vergunninggebonden toezicht en juridische opvolging; Werkproces afhandeling handhavingsverzoeken en –meldingen; Werkafspraken klantcontacten; Werkprocessen invordering dwangsommen; Werkafspraken inspecties naar aanleiding van juridische procedures; Prestatie-indicatoren t.b.v. Planning & Control Cyclus organisatie; Toezichtsprotocol; Organisatie 24 uurs bereikbaarheid team VTH.
Monitoring, evaluatie en bijstelling De teamleider VTH houdt toezicht op een goede voortgang van de toezichts- en handhavingszaken en een juiste uitvoering van de werkprocessen en afspraken met interne en externe ketenpartners. Daarnaast houdt hij toezicht op de uitvoering van de zaken conform het Beleidskader en dit uitvoeringsprogramma. Waar nodig stuurt hij bij. De teamleider VTH rapporteert aan het hoofd van de afdeling Samenleving & Bestuur. Wekelijks dan wel tweewekelijks vinden gesprekken plaats tussen de portefeuillehouder handhaving en de teamleider/afdelingshoofd. Daarnaast wordt jaarlijks gerapporteerd aan het bestuur over de behaalde resultaten op het gebied van toezicht en handhaving. Registratiesysteem Het team VTH werkt met het systeem Squit XO. Vanaf 1 januari 2014 worden ook de aanvragen voor een evenementenvergunning en bijzondere wetten in het systeem geregistreerd. De teamleider VTH houdt toezicht op het juiste gebruik van dit registratiesysteem en treedt op als lokaal aanspreekpunt. Het applicatiebeheer is ondergebracht bij de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid.
24 Bijlage bij de Notitie vaststelling Uitvoeringsprogramma integrale handhaving 2014, dd. 7 februari 2014
Uitvoeringsprogramma Integrale handhaving gemeente Sliedrecht 2014 Richtlijnen dwangsommen De gemeente Sliedrecht hanteert de ‘last onder dwangsom’ als primair handhavinginstrument. De last onder dwangsom is een financiële sanctie (de dwangsom) die wordt ingezet als dwangmiddel om het voldoen aan een bestuurlijke beslissing (de last) af te dwingen. In de bijlage van dit uitvoeringsprogramma worden richtlijnen voor de hoogte van de dwangsom voor de uitvoering van de Wabo-activiteit: bouwen gegeven. Per geval kan hier beargumenteerd van afgeweken worden. Deze argumentatie wordt vastgelegd in het handhavingsbeleid. De teamleider is gemandateerd voor de handhavingbesluiten, inclusief vooraankondiging, tot dwangsommen tot € 25.000,-.
4.4
Communicatie
Sliedrecht wil uitdrukkelijk inzetten op communicatie bij de handhaving. Handhavingcommunicatie is de planmatige inzet van communicatie gekoppeld aan handhaving, ter bevordering van de naleving van wet- en regelgeving. De werking van handhavingcommunicatie is gebaseerd op afschrikking door vergroting van de subjectieve pakkans. Een ondernemer of inwoner stemt zijn handelen namelijk af op de manier van controle die hij verwacht. De werkelijkheid doet er minder toe. De elementen ‘planmatig’ en ‘gekoppeld aan handhaving’ zijn van belang. Het succes van handhavingcommunicatie hangt samen met een sterke regie en de integratie met de handhaving. Handhaving en communicatie moeten één geheel zijn. Daarom vormt een gerichte communicatiestrategie voor een aantal daartoe geselecteerde handhavingstaken. Bij de selectie van de taken hebben de volgende criteria een rol gespeeld: 1.
Er moet voldoende handhavingscapaciteit beschikbaar zijn.
Communiceren over controles wekt verwachtingen in de samenleving. Daarom moet ook daadwerkelijk gecontroleerd worden. Als je niet doet wat je zegt, verlies je als organisatie je geloofwaardigheid. 2.
De regel moet handhaafbaar zijn.
Om te kunnen handhaven, en vervolgens over de handhaving te communiceren, moet de regel wel handhaafbaar zijn. 3.
Er moet sprake zijn van een reële sanctiemogelijkheid.
Als er geen sanctiemogelijkheid is of als de sanctie op de overtreder geen indruk maakt, dan heeft de communicatie een onvoldoende afschrikkende werking. 4.
De doelgroep moet homogeen (te maken) zijn.
Als de doelgroep heterogeen is, zal de boodschap vaak te algemeen geformuleerd worden. Dit geldt ook voor de mediakanalen. De boodschap bereikt de doelgroep niet of onvoldoende en heeft geen of nauwelijks effect.
25 Bijlage bij de Notitie vaststelling Uitvoeringsprogramma integrale handhaving 2014, dd. 7 februari 2014
Uitvoeringsprogramma Integrale handhaving gemeente Sliedrecht 2014 5.
De handhaving moet eenduidig zijn en van hoge kwaliteit.
Door te communiceren over je handhaving zorg je voor uitvergroting van de activiteiten in de media. Hierdoor zijn alle ogen gericht op de gemeente. Natuurlijk kun je je in geen geval missers en grote verschillen in eenduidigheid permitteren, maar dat kan zeker niet voor het oog van de media.
6.
Binnen de samenleving moet (enig) draagvlak bestaan voor de regels en strenge(re) handhaving van deze regels.
De handhaving van regels die door de samenleving als onzinnig worden beschouwd, moet je niet uitvergroten.
7.
Aan het te beïnvloeden gedrag moet een rationele afweging ten grondslag liggen.
Als overtreding van de regels het gevolg is van een impulsieve daad, is afschrikking door handhavingcommunicatie erg moeilijk te realiseren. Om het gedrag te kunnen beïnvloeden met handhavingcommunicatie moet er sprake zijn van een calculerende afweging door de overtreder. Doel achter de keuze voor de taken is dat met een gerichte communicatieaanpak het aantal overtredingen wordt teruggedrongen. Op die manier kan vervolgens de handhavingcapaciteit voor die taak worden gereduceerd (niet tot nul worden gereduceerd!) waardoor er meer focus op andere handhavingstaken kan ontstaan. Het programma voor de handhavingcommunicatie zal nog nader worden uitgewerkt.
4.5
Tenslotte
Met dit uitvoeringsprogramma wil het college een goede en concrete stap zetten naar een samenhangend en programmatische manier van handhaven. De capaciteit voor de handhaving is beperkt. Van een goed uitvoeringsprogramma mag men dus verwachten dat is aangeven hoe die capaciteit wordt ingezet. Ook mag niet onvermeld blijven wat er niet of maar zeer beperkt gedaan wordt. Kortom, keuzes worden zichtbaar en duidelijk gemaakt, zodat het document ook bijdraagt aan het “managen van verwachtingen” bij college, raad, ondernemers en de inwoners van Sliedrecht. Het uitvoeringsprogramma is, sterker nog: moet, een dynamisch document zijn en blijven; een instrument dat aansluit bij wensen en verwachtingen in een samenleving die steeds verandert. Daarom zullen op basis van de evaluatie over 2014 prioriteiten moeten worden bijgesteld en onderdelen van dit programma verder in overeenstemming worden gebracht met wat op dat moment door bestuur en samenleving als wenselijk en nodig wordt gezien.
26 Bijlage bij de Notitie vaststelling Uitvoeringsprogramma integrale handhaving 2014, dd. 7 februari 2014