Uitvoeringsprogramma omgevingsrecht (UPO) 2014
Februari 2014 Gemeente Veghel
Inhoud
1
Inleiding ........................................................................................................................................... 4 1.1
Algemeen kader ...................................................................................................................... 4
1.2
Doel uitvoeringsprogramma omgevingsrecht 2014 ................................................................ 6
1.3
Opbouw uitvoeringsprogramma ............................................................................................. 6
2
Ontwikkelingen en speerpunten ..................................................................................................... 7 2.1
Nadere implementatie Drank- en Horecawet (toezicht + leeftijdsgrenzen) ........................... 7
2.2
Omgevingsdienst Brabant Noord (ODBN) ............................................................................... 7
2.3
Kwaliteitscriteria 2.1 / samenwerking..................................................................................... 8
2.4
BOA samenwerking ................................................................................................................. 8
2.5
Digitaal werken ........................................................................................................................ 9
2.6
Rampenbestrijding en crisisbeheersing .................................................................................. 9
2.7
Speerpunten 2014 ................................................................................................................... 9
3
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.................................................................................. 11 3.1
Inleiding ................................................................................................................................. 11
3.2
Kwaliteitseisen organisatie .................................................................................................... 11
3.3
Uitvoering van de Wabo ........................................................................................................ 11
4
Vergunningen ................................................................................................................................ 12 4.1
Inleiding ................................................................................................................................. 12
4.2
Omgevingsvergunningen ....................................................................................................... 12
4.3
Vergunningen buiten de Wabo ............................................................................................. 13
5
Toezicht en Handhaving ................................................................................................................ 15 5.1
6
Inleiding ................................................................................................................................. 15
Taakverdeling en formatie ............................................................................................................ 16 6.1
Overzicht formatie afdeling V&H .......................................................................................... 16
6.2
Toelichting projecten............................................................................................................. 16
7
Personele capaciteit ...................................................................................................................... 20 7.1
Analyse benodigde en beschikbare capaciteit afdeling V&H ................................................ 20
7.2
Functiescheiding vergunningverlening en handhaving ......................................................... 20
8
Organisatie van de uitvoering ....................................................................................................... 21 8.1
Inleiding ................................................................................................................................. 21
8.2
Beheersing van het uitvoeringsprogramma .......................................................................... 21
8.3
Organisatie ............................................................................................................................ 21
9 10
Beschikbare capaciteit................................................................................................................... 22 Activiteiten kleurspoor groen/paars ......................................................................................... 23 2
11
Reguliere activiteiten kleurspoor rood...................................................................................... 24
12
Reguliere activiteiten kleurspoor grijs....................................................................................... 25
13
Gebruikte afkortingen ............................................................................................................... 26
3
1 Inleiding 1.1
Algemeen kader
Dit uitvoeringsprogramma omgevingsrecht (UPO) beschrijft de voor 2014 geplande activiteiten ten aanzien van vergunningen en de publiekrechtelijke activiteiten met betrekking tot het toezicht en de handhaving inclusief het daarmee samenhangende beleid. Een belangrijk deel van de taakuitoefening valt daarbij onder de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (verder Wabo), de Algemene plaatselijke verordening (APV), de Drank- en Horecawet en bijzondere wetten. Als basis voor dit programma fungeren onder andere het “Handhavingbeleidsplan gemeente Veghel 2010-2014”, het integraal Veiligheidsplan, de diverse bestemmingsplannen, het evenementenbeleid en het horecabeleid. 2014 is het eerste jaar dat we het uitvoeringsprogramma breder trekken en ook de activiteiten met betrekking tot het vergunningenbeoordelingsproces meenemen. Het jaarlijks opstellen van een handhavingsuitvoeringsprogramma (HUP) is een wettelijke verplichting die voortvloeit uit het Besluit omgevingsrecht (Bor, hoofdstuk 7). Het ligt in de verwachtingen, gezien de ontwikkelingen op het gebied van het omgevingsrecht, dat ook het jaarlijks opstellen van een uitvoeringsprogramma ten behoeve van het vergunningenproces verplicht zal worden bij wet. Hierop wordt met onderliggend programma dus al vooruit gelopen. Overigens is de verplichting om een uitvoeringsprogramma op te stellen enkel van toepassing op de Wabo en de hieraan gerelateerde regelgeving. Om het integrale karakter van het vergunningenproces en het toezicht en de handhaving in Veghel te bewaken is er voor gekozen om de niet Wabo taken (APV, Drank- en Horecawet en bijzondere wetten) op genoemde gebieden ook op te nemen in dit uitvoeringsprogramma. In dit UPO is aangegeven welke activiteiten in het jaar 2014 worden uitgevoerd. Ten behoeve van het handhavingbeleidsplan 2010-2014 heeft er een probleem- en risicoanalyse plaatsgevonden. Op basis van deze analyse zijn voor alle toezicht en handhavingactiviteiten de prioriteiten gesteld. Deze prioriteitstelling is gebruikt om te komen tot het onderhavig UPO. Bij het bepalen van de omvang van de in te zetten capaciteit per activiteit is deze prioriteitstelling gevolgd. Het UPO maakt inzichtelijk op welke wijze de gemeente Veghel de in onder andere de begroting beschikbaar gestelde middelen inzet om de naleving van regels te kunnen bevorderen. Hierbij dient de kanttekening te worden geplaatst dat extra taken ten koste gaan van de geplande. Expliciet wordt opgemerkt, dat vergunninghouders, gebouweigenaren, inrichtingenhouders en gebruikers van de openbare ruimte primair zelf verantwoordelijk zijn voor de naleving van de relevante wet- en regelgeving. Deze eigen verantwoordelijkheid geldt ook voor bedrijven of inrichtingen die worden gecontroleerd. De reden dat de gemeente actief toeziet op naleving van bijvoorbeeld de vergunningvoorschriften of algemene regels uit het gebruiks- of activiteitenbesluit, is dat zij de risico’s bij niet naleving van de voorschriften of regels hoger schat of dat het naleefgedrag lager wordt geschat. Dit betekent echter niet dat de verantwoordelijkheid daarmee ook overgaat naar de gemeente. (De verantwoordelijkheid voor naleving van de regels blijft immers altijd bij bovengenoemde partijen liggen.) In dit uitvoeringsprogramma wordt onderscheid gemaakt tussen de volgende kleursporen: • • •
rood (bouw, ruimtelijke ordening en brandveiligheid); grijs/blauw (milieu/water); groen/paars (APV, Drank- en Horecawet, bijzondere wetten, verordeningen/natuur & landschap/openbare orde en veiligheid, rampenbestrijding/crisisbeheersing).
De uitvoering van al deze taken is voor wat betreft een groot gedeelte ondergebracht bij de teams Vergunningen en Toezicht en Handhaving van de afdeling Vergunningen en Handhaving. Sinds 1
4
januari 2014 zijn de taken met betrekking tot rampenbestrijding/crisisbeheersing van de afdeling Adviesdiensten ondergebracht bij de afdeling V&H, de hiervoor in te zetten formatie is nog niet opgenomen in het capaciteit en activiteiten overzicht. De taken die zijn overgedragen aan de Omgevingsdienst Brabant Noord (ODBN) zijn, voor zover als mogelijk, afzonderlijk inzichtelijk gemaakt. Het gaat hierbij om alle milieu-gerelateerde taken op het gebied van vergunningen, meldingen, het toezicht en de handhaving, ketenbeheer en milieucriminaliteit. Hiertoe hebben wij in samenspraak met de ODBN in een afzonderlijk werkprogramma 2014 opgesteld. Ten aanzien van het paarse kleurspoor (openbare orde en veiligheid) wordt opgemerkt dat er hier tevens een taak ligt voor de afdeling Ontwikkelen en Samenleving (afstemming Integraal veiligheidsplan), politie en de brandweer. Het uitvoeringsprogramma is afgestemd met andere betrokken afdelingen binnen de gemeente Veghel en extern met bestuursorganen en de organen die belast zijn met de strafrechtelijke handhaving. Er wordt met de diverse beleidsdocumenten en dit uitvoeringsprogramma beoogd om in de organisatie de ingezette kwaliteitsslag (Bor artikel 7.4) voort te zetten op het gebied van vergunningen en het toezicht en de handhaving. Dit wordt onder andere bereikt door gecoördineerd toezicht te organiseren en om waar mogelijk integraal handhavend op te treden maar ook het integraal beoordelen van vergunningaanvragen. Daarnaast zal dit tevens worden bereikt door het continu bezig zijn met procesoptimalisatie. Integraal betekent in deze context dat er zowel op strategisch als op operationeel niveau afstemming plaatsvindt over hoe het vergunningenbeoordelingsproces en het toezicht en de handhaving is georganiseerd en hoe dit vervolgens in de praktijk wordt uitgevoerd. Het UPO beschrijft hoe het vergunningenbeoordelingsproces verloopt, op welke zaken toezicht wordt gehouden en hoe handhavend wordt opgetreden. Tevens wordt de verdeling van de beschikbare capaciteit in beeld gebracht. De afdeling Vergunningen en Handhaving stelt jaarlijks een afdelingsplan op welke is afgestemd op de begroting. Dit plan omvat alle werkzaamheden (taken) die door de afdeling worden opgepakt. Dit uitvoeringsprogramma (UPO voorheen HUP) maakt onderdeel (onderlegger) uit van het afdelingsplan en wordt ter kennisname aangeboden aan de raad. Door het jaar worden, met behulp van een geautomatiseerd systeem, de resultaten en de voortgang van de in het UPO gestelde doelen bewaakt (Bor artikel 7.6). Het college rapporteert verder jaarlijks (jaarverslag) over de in het handhavingbeleidsplan en uitvoeringsprogramma gestelde doelen en de voorgenomen doelen. De rapportage wordt door het college ter informatie aan de gemeenteraad aangeboden (Bor artikel 7.6). Naar aanleiding van de evaluatie worden verbeteringen aangebracht. Op deze wijze blijft het UPO handzaam en de uitvoering van het vergunningenbeoordelingsproces, het toezicht en de handhaving optimaal. In het UPO zijn per activiteit de prioriteit, de geplande inzet in uren en waar mogelijk meetbare doelen aangegeven. Gezien de in 2014 op de rol staande ontwikkelingen bestaat het risico dat gedurende het jaar bijgesteld moet worden. Hierbij moet gedacht worden aan de diverse samenwerkingsverbanden die in 2014 nader onderzocht gaan worden (ODBN, Schijndel-Sint-Oedenrode, Uden). Ook de resultaten uit het onderzoek naar de verplichte BOA taken in relatie tot de gewenste BOA taken kan een toename van activiteiten betekenen en dus een toename van capaciteit. Het betreft hier een “vol” programma. Niet opgenomen activiteiten kunnen dan ook gedurende het jaar 2014 alleen worden toegevoegd in plaats van één of meerdere bestaande, reeds opgenomen activiteit(en).
5
1.2
Doel uitvoeringsprogramma omgevingsrecht 2014
De doelstellingen van het uitvoeringsprogramma 2014 zijn: 1. Uitvoering omgevingstaken Wabo: Op een goede wijze uitvoering geven aan de diverse omgevingstaken voortvloeiend uit de Wabo; 2. Uitvoering van overige wet- en regelgeving: Op een goede wijze uitvoering geven aan overige omgevingstaken voortvloeiend uit de Algemene Plaatselijke Verordening (APV), het Asbestverwijderingsbesluit, het Besluit bodemkwaliteit, Wet milieubeheer, Wet ruimtelijke ordening, Wet geluidhinder, Wet bodembescherming, Wet openluchtrecreatie, Drank- en horecawet, Monumentenwet en de groene wetgeving zoals de Flora en Faunawet. Duidelijkheid over inspanningen en prestaties intern en extern: Het uitvoeringsprogramma beoogt een overzicht te geven van alle relevante taken en doelstellingen binnen de gemeente Veghel. Dit betreft voornamelijk werkzaamheden binnen de afdeling Vergunningen en Handhaving. Ook voor externe partijen wordt inzichtelijk gemaakt aan welke activiteiten uitvoering en prioriteit wordt gegeven. Monitoring en evaluatie: Om de uitvoering van de doelstellingen en ambitieniveaus van dit uitvoeringsprogramma achteraf te kunnen toetsen, is goede informatievoorziening van groot belang. Door middel van goede registratie en rapportage van de behaalde producten en uitgevoerde activiteiten kan een goed beeld worden gegeven van de geleverde prestaties. Door te registreren en te rapporteren is het mogelijk om tussentijds bij te sturen en gesignaleerde knelpunten op te lossen. De voortgangsrapportage dient ook als basis voor het opstellen van het jaarverslag. Hierin wordt aangegeven in hoeverre aan de gestelde doelen uit het uitvoeringsprogramma is voldaan met daarbij aangegeven de benodigde tijdsinspanning, de gesignaleerde knelpunten etc.
1.3
Opbouw uitvoeringsprogramma
Dit uitvoeringsprogramma is als volgt opgebouwd. In hoofdstuk 2 worden de ontwikkelingen en speerpunten van 2014 besproken. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Waarna in hoofdstuk 4 en 5 dieper wordt ingezoomd op vergunningen en op de wijze van het toezicht en de handhaving waarvoor een prioriteitsstelling vanuit het handhavingsbeleid is opgenomen. In hoofdstuk 6 en 7 wordt aandacht besteed aan de taakstelling, de daarbij behorende formatie en de benodigde personele capaciteit. De organisatie van de uitvoering wordt op hoofdlijnen in het dan volgende hoofdstuk 8 beschreven. In de laatste 4 hoofdstukken zijn de tabellen opgenomen waarin de benodigde formatie, de prioritering en het aantal beschikbare uren voor het vergunningenbeoordelingsproces het toezicht en de handhaving nader zijn aangegeven.
6
2 Ontwikkelingen en speerpunten De volgende ontwikkelingen verdienen in 2014 onze aandacht:
2.1
Nadere implementatie Drank- en Horecawet (toezicht + leeftijdsgrenzen)
Op 1 januari 2013 is de nieuwe ‘Drank- en Horecawet’ (DHW) in werking getreden en sinds 1 januari 2014 is een volgende wijziging daarop in werking getreden betreffende het verhogen van de leeftijdsgrens naar 18 jaar. Belangrijkste doelstelling van deze wetswijziging is om het drankmisbruik onder jongeren aan te pakken. Daarnaast is het toezicht en de handhaving van de Voedsel en Waren Autoriteit naar de gemeente overgegaan. Het jaar 2013 is gebruikt om de toezichthouders daartoe op te leiden en in december 2013 is de APV gewijzigd met regels voor paracommerciële instellingen. Verder is de gemeente verplicht om een gemeentelijk preventie- en handhavingsplan alcohol op te stellen. Dit plan moet voor 1 juli 2014 door de gemeenteraad zijn vastgesteld. Dit plan zal voor 4 jaar het beleid op dit gebied vastleggen. In het jaarlijks op te stellen uitvoeringsprogramma zal dit mede basis zijn voor de uitvoering van de regelgeving op het gebied van drank- en horeca. Na vaststelling van het preventie- en handhavingsplan alcohol, wordt de uitvoering ter hand genomen. Tot die tijd zal aan de hand van een reeds aan het college voorgelegd plan van aanpak de implementatie van de wijzigingen in de Drank- en Horecawet worden opgepakt. In het eerste kwartaal van 2014 komt in ieder geval aan bod het vast (laten) leggen van een zogenaamde 0-situatie met betrekking tot het naleefgedrag van alcoholverstrekkers, het zorgdragen voor het adequaat opleiden van uitvoerders en het verzorgen van gerichte communicatie naar alcoholverstrekkers en drankconsumenten (jongeren) over het nieuwe regime. Ten opzichte van het vorige jaar zijn er meer uren ingepland voor de activiteit Drank- en Horeca. Omdat er geen toename is van capaciteit dient er geschoven te worden in de inzet van uren. Er is voor gekozen om bij de activiteit betaald parkeren uren in mindering te brengen. Capaciteit voor wat betreft vergunningen, het reguliere toezicht en de handhaving is voor zover nu inzichtelijk verankerd in onderliggend UPO. Afhankelijk van de te stellen prioriteiten in het preventie- en handhavingsplan alcohol zal moeten blijken of de aanwezige en geplande capaciteit voldoende is om de doelen te behalen.
2.2
Omgevingsdienst Brabant Noord (ODBN)
Met ingang van 1 oktober 2013 zijn 13 medewerkers van de afdeling Vergunningen en Handhaving over gegaan naar de ODBN. De taken die zijn overgedragen aan de ODBN zijn voor zover mogelijk afzonderlijk inzichtelijk gemaakt. Het betreft hier alle milieu-gerelateerde taken op het gebied van vergunningen, het toezicht en de handhaving, ketenbeheer, milieucriminaliteit en een aantal extra taken op specialistisch gebied (bodem, geluid, lucht en externe veiligheid). In het hiervoor opgestelde werkprogramma 2014 van de ODBN is opgenomen waar de prioriteiten voor de gemeente Veghel liggen. Het belangrijkste doel van de ODBN is het verder professionaliseren en optimaliseren van de kwaliteit van de vergunningen-, toezicht- en handhavingstaken. Dit houdt in dat de dienstverlening kwalitatief verbeterd wordt en dat de uitvoering van deze taken doelmatiger wordt, waarbij alle burgers en bedrijven zijn gebaat. Door de oprichting van de ODBN zijn ook een groot aantal provinciale taken op milieugebied overgegaan. Dit betekent voor de samenwerking die voorheen op provinciaal niveau plaatsvond nu geïnitieerd wordt door de ODBN. Vanuit de ODBN zal dan ook het regionaal handhavingsoverleg worden opgepakt. Dat handhavingsoverleg zal op bestuurlijk- en op managementniveau plaatsvinden.
7
Innovatie en afstemming Het voormalig Servicepunt Handhaving Brabant Noord (SEPH) is opgegaan in de ODBN, en valt onder de afdeling Pardo (Projecten, advies, ruimtelijke en duurzame ontwikkeling) waaronder de VICK-taken (voorziening innovatie coördinatie en kwaliteit). Deze afdeling ondersteunt de gemeente Veghel bij de samenwerking en innovatie op het terrein van de handhaving. Hierdoor worden de werkzaamheden van de Brabantse handhavingspartners (VROM, provincie/ODBN, AID, Openbaar ministerie, politie, Algemene inspectiedienst, Waterschap) op elkaar afgestemd, wordt informatie uitgewisseld en gezamenlijk opgetreden.
2.3
Kwaliteitscriteria 2.1 / samenwerking
Landelijk zijn er tussen het Rijk, het IPO en de VNG afspraken gemaakt over de kwaliteit van de uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving. In dit verband zijn er criteria opgesteld voor de kritieke massa, het proces en de inhoud van Wabo-gerelateerde uitvoeringstaken die achter blijven bij de gemeente na de komst van de regionale uitvoeringsdiensten. Het een en ander zal in een wet worden vastgelegd. Waarschijnlijk zal dan per 1 januari 2015 aan de daarbij gestelde criteria moeten worden voldaan. Vanaf begin 2013 is gestart met een implementatietraject. Zoals het er nu naar uit ziet zullen zeer veel gemeenten zonder samenwerking niet kunnen voldoen aan bedoelde criteria. Zo ook Veghel niet. Het onderbrengen van behalve milieu ook overige vergunningen-, toezicht- en handhavingstaken bij de ODBN is daarbij een optie. Onderzocht zal echter ook worden in hoeverre voldaan kan worden aan de criteria door samenwerking met andere gemeenten (Schijndel – Sint-Oedenrode). Gezien de laatste ontwikkelingen zal deze optie in 2014 worden onderzocht.
2.4
BOA samenwerking
In 2013 heeft het initiatief voor een gezamenlijke BOA-pool basisteam Maas en Leijgraaf (negen gemeenten) nog niet het gewenste resultaat opgeleverd. Een BOA-pool waar Veghel in deel neemt is niet tot stand gekomen. In 2014 zal bezien worden of een dergelijke vorm van BOA- samenwerking nog kansrijk is. Gezien de ontwikkelingen met de samenwerking (fusie) Veghel - Schijndel – SintOedenrode ligt het voor de hand ook daar een dergelijk onderzoek te starten. Een samenwerking met de buurgemeente Uden wordt ook nog niet uitgesloten. Samenwerking zal vooral gezocht worden bij het onderwerp Drank- en Horecawet. Initiatieven hiertoe zullen in 2014 verder vorm worden gegeven. Met name de wijzigingen in de Drank- en Horecawetgeving leiden ertoe dat de BOA-taken zijn uitgebreid. Dit is een tendens die op het gehele BOA-werkgebied speelt. Er wordt op vele terreinen extra aanspraak gemaakt op inzet van BOA’s. Voorbeelden hiervan zijn meer toezicht op bedrijventerreinen en centrum om het certificaat keurmerk veilig ondernemen te verkrijgen en te behouden. De samenwerking met de politie en de BOA’s zal groter worden. Vanuit de politie wordt vaker een beroep op de BOA’s gedaan en daarnaast wil de politie deze samenwerking met de BOA's ook gaan intensiveren om extra aan te sluiten bij de taken van de BOA's en om hen hierin te ondersteunen. Bij de uit te voeren drank en horeca controles zal een goede afstemming plaatsvinden met de politie. De politie zal daarbij vooral adviezen geven op veiligheidsaspecten en ondersteunen waar dit kan. De
8
politie zal dus hierin ook een actieve rol spelen. Denk hierbij aan het eventueel aansluiten van de BOA's bij jaarlijkse horecatrainingen van de politie. In zijn totaliteit allemaal goede ontwikkelingen die extra capaciteit vragen. In 2014 zal dan ook een onderzoek worden uitgevoerd naar het totaal van de BOA-taken in relatie tot de aanwezige capaciteit. Bestuurlijk zullen dan keuzes moeten worden gemaakt over wel of geen toename capaciteit BOA’s dan wel het aangeven waar de prioriteiten gelegd moeten worden binnen de aanwezige capaciteit.
2.5
Digitaal werken
In het laatste kwartaal van 2013 is voor het eerst een omgevingsvergunning geheel digitaal verleend. In 2014 gaan we verder met het digitaliseren van vergunningprocedures om ook de overige aangevraagde vergunningen digitaal af te kunnen handelen. Ook het proces van het toezicht en de handhaving zal in 2014 zoveel als mogelijk worden gedigitaliseerd. Met betrekking tot de BOA-taken zal bezien worden in hoeverre ook daar een digitaliseringsslag kan worden gemaakt. Het kunnen werken met smartphones zou daarin al een eerste stap kunnen zijn. In 2014 zal dit nader worden onderzocht mede in relatie tot de reeds bestaande BOA registratiesystemen.
2.6
Rampenbestrijding en crisisbeheersing
De Veiligheidsregio Brabant-Noord heeft op basis van hun wettelijke plicht in de Wet Veiligheidsregio’s een Regionaal Crisisplan opgesteld. Bij de uitwerking ervan blijven gemeenten, naast de brandweer, politie en de GHOR een rol vervullen. Dit houdt in dat gemeenten verantwoordelijkheid dragen voor de invulling van het thema “Bevolkingszorg” bestaande uit: Publieke zorg, Ondersteuning, Omgevingszorg, Communicatie, Informatie. In 2014 zullen de vernieuwde kaders van de draaiboeken worden gepresenteerd. Ten aanzien van aspecten in het onderdeel “Omgevingszorg” (bouwen, milieu en ruimtebeheer) zullen gemeenten met de ODBN afspraken gaan maken over bereikbaarheid en beschikbaarheid tijdens crises. Verder zullen op gemeentelijk niveau samenwerkingsverbanden op regionaal en districtelijk niveau in 2014 meer aandacht krijgen. Het doel daarvan is om de effectiviteit en de efficiëntie bij de crisisbeheersing te borgen en te verbeteren.
2.7
Speerpunten 2014
In 2014 zullen met betrekking tot vergunningen en toezicht en handhaving de volgende speerpunten onze aandacht vragen: -
Drank- en Horecawet- en regelgeving; Professionalisering samenwerking (ODBN, Schijndel-Sint-Oedenrode, Uden); Huisvesting arbeidsmigranten (stop uitbuiting = landelijk speerpunt);
In 2011 zijn de laatst bekende landelijke speerpunten met specifiek betrekking tot handhaving vastgesteld. Deze zijn: asbest, illegaal vuurwerk, bodem- en grondstromen, grensoverschrijdende afvalstromen en natuurwetgeving. In de voorgaande handhaving uitvoeringsprogramma’s (2011, 2012 en 2013) is daar steeds naar verwezen. Voor dit moment geldt dat deze onderwerpen allen integraal zijn overgedragen aan de ODBN. In het werkprogramma 2014 van de ODBN is hier nader op ingegaan.
9
Voor wat betreft de provinciale en regionale speerpunten geldt eigenlijk hetzelfde. In het bedrijfsplan van de ODBN zijn de speerpunten opgenomen. Het gaat dan om de volgende onderwerpen: -
(externe) veiligheid; Veehouderij / verbetering luchtkwaliteit; Natuurwetgeving; Handhaving op indirecte lozingen; Asbest.
10
3 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht 3.1
Inleiding
Op 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in werking getreden. De Wabo integreert 25 toestemmingen voor activiteiten in de fysieke leefomgeving in een omgevingsvergunning. Het gaat hierbij om vergunningen, ontheffingen, meldingen of kennisgevingen die zijn opgenomen in gemeentelijke, provinciale en landelijke wet- en regelgeving.
3.2
Kwaliteitseisen organisatie
In het Besluit omgevingsrecht (Bor) worden aan de organisatie kwaliteitseisen gesteld. Deze wettelijk opgelegde kwaliteitseisen aan de administratieve organisatie betreffen:
het vastleggen van de personeelsformatie met het vastleggen van taken; bevoegdheden en verantwoordelijkheden behorende bij de functies en het scheiden van functies tussen vergunningen en handhaving.
De kwaliteitseisen in het Bor zijn gebaseerd op het model van het adequate handhavingproces. Het zijn de minimumeisen waaraan elke professionele handhavingorganisatie moet voldoen. De eisen moeten leiden tot een strategische, programmatische en onderling afgestemde uitoefening van de handhaving. De kwaliteitseisen beogen een transparante en systematische manier van werken. Met zo'n werkwijze kunnen bestuurders sturen op prioriteiten en de in te zetten capaciteit. Daarnaast maakt deze werkwijze het mogelijk om achteraf verantwoording af te leggen. Zoals in het vorige hoofdstuk onder 2.3 is aangegeven zal met ingang van 1 januari 2015 bij wet ook kwaliteitscriteria voor vergunningen gaan gelden. In 2013 heeft de provincie onderzocht in hoeverre gemeenten hieraan al kunnen voldoen. 2014 zal hierover meer duidelijkheid geven op grond waarvan gemeenten hun plannen en organisatie kunnen aanpassen.
3.3
Uitvoering van de Wabo
In de gemeente Veghel moeten de beschikbare personele capaciteit en de financiële middelen zorgvuldig worden ingezet om alle voorgeschreven taken op het vereiste of gewenste uitvoeringsniveau in 2014 te kunnen uitvoeren. Dit geldt zowel voor de uitvoering in kwantitatieve termen, als in termen van kwaliteit. Geconstateerd kan worden dat door de toename van het aantal kwalitatieve productie-eisen en maatschappelijke veranderingen zowel op macro-, meso- als microniveau er een steeds toenemend beslag wordt gelegd op de beschikbare capaciteit. Er dienen in het uitvoeringsprogramma dus keuzes te worden gemaakt. Om afgewogen keuzes te kunnen maken is inzicht vereist in de uitgangspunten ten aanzien van de huidige taakuitoefening en toekomstige ontwikkelingen, waarvan het programmatisch handhaven en de professionalisering van de handhaving de belangrijkste zijn. Daarnaast dient een efficiënte inzet van personeel en middelen plaats te vinden.
11
4 Vergunningen 4.1
Inleiding
Gemeenten moeten vergunningverlening, toezicht en handhaving integraal oppakken. Om dit goed te kunnen realiseren is een veelheid aan activiteiten – bouwen, slopen, in werking hebben van een inrichting enzovoorts – gebundeld in één omgevingsvergunning met één procedure, bezwaar en beroep. Naast de omgevingsvergunning worden door de afdeling ook vergunningen, meldingen en of ontheffingen behandeld op grond van de APV, de Drank- en Horecawet en bijzondere wetten.
4.2
Omgevingsvergunningen
De wettelijke gemeentelijke taken zijn voornamelijk gericht op het bereiken en behouden van een adequate uitvoering van de Wabo. Om dit doel te bereiken wordt continu gewerkt aan het optimaliseren van het proces. In 2014 zal dit wederom een van de speerpunten zijn. De voor dit uitvoeringsprogramma met betrekking tot de taken / werkzaamheden van het team vergunningen van de afdeling Vergunningen en Handhaving belangrijkste activiteiten zijn: Omgevingsvergunning activiteit bouwen Bouwwerken mogen geen gevaar opleveren voor de veiligheid en gezondheid van bewoners en gebruikers en moeten passen in hun omgeving. Het (ver)bouwen en gebruiken van woningen en andere gebouwen is daarom aan regels gebonden. Alle bouwwerken moeten aan die regels voldoen. Meestal is voor bouwen een omgevingsvergunning nodig. In het Handhaving beleidsplan 2010-2014 is in hoofdstuk 3 van het onderdeel bouwbeleidsplan vastgelegd op welke aspecten bij de beoordeling van aanvragen de prioriteit wordt gelegd. In een aantal gevallen kan gebouwd worden zonder vergunning (vergunningvrije bouwwerken). Met ingang van 1 januari 2014 zal het aantal (mogelijkheden voor) vergunningvrije bouwwerken nader toenemen. In de het eerste kwartaal van 2014 zal er een wijziging plaatsvinden in het Welstandsregime. Er wordt onderzocht of er meer welstandvrij kan worden gerealiseerd. De afdeling V&H zal hiertoe een uitgewerkt raadsvoorstel opstellen in nauwe samenwerking met de afdelingen Ruimte en Ontwikkelen en Samenleving. Omgevingsvergunning activiteit afwijken bestemmingsplan De wet laat ruimte om aanvragen om omgevingsvergunning in te dienen die afwijken van het bestemmingsplan. De belangrijkste voorwaarde voor een dergelijke aanvraag is dat deze moet voldoen aan een goede ruimtelijke ordening, net als een bestemmingsplan. De omgevingsvergunningaanvraag moet daarom voorzien zijn van een goede ruimtelijke onderbouwing. Bij de toets aan het bestemmingsplan, wordt beoordeeld of er in de regels van het plan een mogelijkheid voor afwijking is opgenomen (artikel 2.12 lid 1 sub a onder 1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht). Als het initiatief niet past binnen de regels van het bestemmingsplan, kan mogelijk afgeweken worden van de regels van het bestemmingsplan op grond van artikel 2.12 lid 1 sub a onder 2 van de Wabo. Dit artikel is bedoeld voor kleinere afwijkingen. Wat een kleine afwijking (ook wel kruimelgeval genoemd) is, staat omschreven in het Bor.
12
Als laatste activiteit bij afwijkingen van het bestemmingsplan kan sprake zijn van een tijdelijke afwijking. Besloten kan dan worden om in geval van een aangetoonde tijdelijke behoefte een omgevingsvergunning voor een bepaalde termijn te verlenen. Na afloop van de termijn moet de situatie weer in de oorspronkelijke staat worden teruggebracht. Omgevingsvergunning activiteit milieu (voor het in werking hebben van een inrichting) Met ingang van 1 januari 2014 zijn al de hieronder vallende activiteiten overgedragen aan de ODBN. In het werkprogramma 2014 van de ODBN is aangegeven welke taken de ODBN in 2014 voor de gemeente Veghel gaat uitvoeren. In de met de ODBN afgesloten dienstverleningsovereenkomst (DVO) is vastgelegd dat het kwaliteitsniveau van de door de ODBN te leveren werkzaamheden op alle fronten zal voldoen aan de kwaliteitscriteria zoals vastgelegd in het BOR. Sloopmelding (met en zonder asbest)/ asbestverwijdering Per 1 april 2012 is de vergunningplicht voor het slopen, behoudens voor bepaalde categorieën bouwwerken (bv monumenten), vervangen door een meldingsplicht. Een sloopmelding dient binnen 5 dagen te worden afgehandeld. In 2014 wordt de mogelijkheid bezien om dit geheel onder te brengen bij de ODBN omdat dit valt onder de ketenbeheertaken en deels onder het basistakenpakket. Omgevingsvergunning activiteit vellen van houtopstanden Als een of meer bomen worden gekapt is vaak een omgevingsvergunning voor het vellen van een houtopstand nodig. De beoordeling van deze aanvragen wordt geheel door de afdeling KCC gedaan. De administratieve handelingen hiervoor worden door de afdeling V&H uitgevoerd. Omgevingsvergunning activiteit monumenten Voor het veranderen van rijksmonumenten, gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden en gevelwanden is op grond van de Wabo en de erfgoedverordening een vergunning vereist. Gebruiksmelding brandveilig gebruik bouwwerk Voor het in gebruik nemen of gebruiken van een bouwwerk is in het kader van brandveiligheid een omgevingsvergunning nodig. Deze vergunning is nodig voor de meest risicovolle vormen van gebruik, zoals basisscholen en kinderdagverblijven met meer dan tien kinderen, hotels en tehuizen met nachtverblijf voor meer dan tien personen. Bij een aanwezigheid van minder dan 50 mensen tegelijkertijd in een bouwwerk of een woonfunctie voor kamerverhuur kan volstaan worden met een melding. Op deze bouwwerken zijn rechtstreeks de algemene regels over brandveiligheid uit de Woningwet en het Bouwbesluit van toepassing. Omgevingsvergunning activiteit uitweg Wanneer iemand een inrit wil maken of veranderen kan dit gevolgen hebben voor de omgeving. In Veghel moet hier een omgevingsvergunning voor aangevraagd worden. De beoordeling van deze aanvragen wordt geheel door de afdeling KCC gedaan. De administratieve handelingen hiervoor worden door de afdeling V&H uitgevoerd.
4.3
Vergunningen buiten de Wabo
Stoken van snoeihout (ontheffing) In het buitengebied mag zonder ontheffing in de maanden maart en november rest hout worden verbrand. Buiten deze perioden kan alleen voor het maken van ‘vreugdevuren’
13
(kerstboomverbranding), en/of ‘kampvuren’ een vergunning worden aangevraagd op grond van de Wet milieubeheer. Evenementen Als een horecabedrijf, instelling of particulier een evenement wil organiseren is een melding of vergunning vereist op grond van de APV. In het evenementenbeleid is vastgesteld hoe deze evenementen georganiseerd kunnen worden en aan welke voorschriften voldaan moet worden. In de afgelopen jaren heeft een professionaliseringsslag plaatsgevonden. In 2014 zal de focus gelegd worden bij het preventief opleggen van voorschriften in verband met de nieuwe leeftijdsgrenzen voor alcoholgebruik. Verder zal bezien worden in hoeverre eisen / voorschriften kunnen worden opgelegd ten behoeve van de veiligheid met betrekking tot tijdelijke bouwwerken (podia en andere stellages). Bijzondere wetten en overige APV-vergunningen Hieronder vallen de vergunningen op grond van de Wet op de kansspelen, de collectevergunning, ventvergunning en standplaatsvergunning. Drank en Horecawet Op grond van de Drank- en Horecawet dienen horecabedrijven een vergunning te bezitten voor het in werking hebben van een horecabedrijf. Op deze vergunningen dienen alle leidinggevenden te zijn vermeld. Met de wijziging van deze wet in 2013 is het regime met betrekking tot het wijzigen van leidinggevende vereenvoudigd. Men kan volstaan met een melding en hoeft niet meer een compleet nieuwe vergunning aan te vragen. Met betrekking tot de paracommerciële instellingen is in december 2013 de APV gewijzigd. In 2014 zullen alle Drank- Horecavergunningen bezien worden op actualiteit en indien nodig zal er actie worden ondernomen om de vergunning weer up to date te krijgen. In het kader van de gewijzigde Drank- en Horecawet zal er in 2014 bezien worden wat er in de preventieve sfeer kan worden gedaan bij het beoordelen en besluiten op vergunningaanvragen. Het gaat hierbij dan met name om het handhaven van het per 1 januari 2014 ingaande alcoholverbod voor jongeren van 18 jaar of jonger. In het op te stellen preventie- en handhavingsplan alcohol zal in samenwerking met de afdeling O&S bezien worden hoe hierop kan worden geanticipeerd.
14
5 Toezicht en Handhaving 5.1
Inleiding
Duidelijk dient te zijn, wat nu eigenlijk wordt verstaan onder ‘Toezicht en Handhaving’. In den lande worden de definities toezicht en handhaving verschillend uitgelegd. De gemeente Veghel definieert de begrippen toezicht en handhaving als volgt: Toezicht Het uitvoeren van reguliere controles en het naar aanleiding van een klacht of melding verzamelen van informatie om te zien of een handeling of zaak voldoet aan de daaraan gestelde eisen. Het uitgangspunt van de controles is het hebben van een preventief effect. Het toezicht kan tot resultaat hebben dat de wettelijke voorschriften, zonder inzet van verdere handhavingmiddelen, worden nageleefd. Voorlichting en tot bepaalde hoogte advisering maken hier deel van uit. Hierdoor kan in een vroeg stadium worden voorkomen dat een met de wet strijdige situatie ontstaat. Als aansporing en/of aanschrijving in dit kader geen effect heeft, gaat het toezicht op de naleving van de wettelijke voorschriften over in handhaving. Het toezicht in de gemeente Veghel op de geldende wet- en regelgeving wordt voornamelijk uitgevoerd door het team Toezicht en Handhaving. Handhaving Onder handhaving wordt het ongedaan maken van een situatie, die in strijd is met wettelijke voorschriften verstaan. Hiervoor gebruikt de gemeente Veghel bestuursrechtelijke handhaving met als handhavingmiddelen het opleggen van een (preventieve) last onder dwangsom, het uitvoeren van bestuursdwang, geheel of gedeeltelijk intrekken van een vergunning/ontheffing. De bestuursrechtelijke handhaving is niet gericht op straffen maar op het zo spoedig mogelijk beëindigen van de strijdige situatie en/of het voorkomen van een volgende overtreding. Indien een toezichthouder een overtreding constateert, wordt overeenkomstig het handhavingbeleidsplan van de gemeente Veghel een handhavingstraject opgestart. Dit betekent dat de overtreder wordt aangeschreven om binnen een bepaalde termijn de overtreding op te heffen, door de betreffende strijdige activiteit(en) te staken of ongedaan te maken, dan wel door een benodigde vergunning ter legalisatie aan te vragen en te verkrijgen. Indien de overtreding niet (tijdig) wordt opgeheven dan kunnen wij besluiten bestuursdwang toe te passen of een last onder dwangsom op te leggen. Ook dan wordt de overtreder nogmaals in de gelegenheid gesteld de geconstateerde overtreding te beëindigen, door daartoe een zogenaamde begunstigingstermijn te stellen. Vanaf het voornemen om bestuursrechtelijk op te treden worden deze taken uitgevoerd door de juristen van het team. Buiten het bestuursrechtelijk optreden bestaat er tevens de mogelijk om strafrechtelijk op te treden. Dit optreden is wel specifiek gericht op straffen. Dit betreft voornamelijk een taak van de politie. Voor een gedeelte treden ook de gemeentelijk opsporingsambtenaren van het team Toezicht en Handhaving strafrechtelijk op, daar waar het gaat om zaken uit de APV, (fiscaal) parkeren e.d.). In 2014 zullen de mogelijkheden voor het opleggen van een bestuurlijke strafbeschikking (bestuurlijke boete) onderzocht gaan worden als een van de handhavingsmiddelen bij geconstateerde overtredingen van de Drank- en Horecawetgeving. In het reeds genoemde preventie- en handhavingsplan alcohol zal hier uitgebreid op worden teruggekomen. Indien blijkt dat de bestuurlijke boete een efficiënt handhavingsmiddel is bestaat de mogelijkheid dat deze ook op andere terreinen ingezet gaat worden.
15
6 Taakverdeling en formatie 6.1
Overzicht formatie afdeling V&H
Op basis van het werkprogramma 2014 van de ODBN en de gespecificeerde capaciteitsberekening met aantal producten en uren behorend bij het afdelingsplan van de afdeling V&H heeft de verdeling van de taken plaatsgevonden. In het kader van het vergunningenbeoordelingsproces, het toezicht en de handhaving en overige taken worden de hieronder beschreven projecten uitgevoerd.
6.2
Toelichting projecten
Naast de reguliere werkzaamheden worden, op basis van de gemeentelijke prioriteitstelling voor 2014, de volgende projecten uitgevoerd: Procesoptimalisatie Wat willen we bereiken: Een zo adequaat en efficiënt mogelijk werkproces met betrekking tot het beoordelen van vergunningaanvragen en met betrekking tot het toezicht en de handhaving. Met als uiteindelijk doel een voor de vergunningaanvrager (bedrijf / burger) zo snel mogelijk geleverd product van een gedegen kwaliteit en bij het toezicht en de handhaving een heldere en eenduidige communicatie over de gedane constateringen en het vervolgtraject om toekomstige overtredingen zoveel mogelijk te voorkomen. Wat gaan wij daarvoor doen: Verder uitwerken van het in 2013 reeds opgestarte proces. De werkprocessen zullen worden geanalyseerd en verbeterpunten worden doorgevoerd.
Digitalisering Wat willen wij bereiken: Het optimaliseren van het reeds in 2013 gestarte digitaliseringsproject. Wat gaan wij daarvoor doen: Aanschaf programmatuur, installatie, opleiding.
Sloop (asbest aanwezig) Wat willen wij bereiken: Vanuit het aspect volksgezondheid een deugdelijke en veilige verwijdering en afvoer van asbest. Wat gaan wij daarvoor doen: Wanneer asbest aanwezig is gaat het toezicht en de handhaving geheel over naar de ODBN. Alle grotere sloopprojecten met asbest worden in het veld gecontroleerd op het op juiste wijze verwijderen en afvoeren van asbest.
Toezicht op inrichtingen met GPBV-installatie en/of IPPC bedrijven (grootschalige veehouderijen en industrie) Wat willen wij bereiken: Bevorderen veiligheid en beperken van milieuemissies.
16
Wat gaan wij daarvoor doen: Deze (zwaarste) categorie van inrichtingen worden tenminste jaarlijks integraal gecontroleerd door de ODBN. Daarnaast vinden thema gerichte controles plaats.
Opslag vuurwerk Wat willen wij bereiken: Bevorderen veiligheid leefomgeving. Wat gaan wij daarvoor doen: Door de ODBN wordt de juiste opslag en verkoop van consumenten vuurwerk bij alle verkooppunten voorafgaande aan en tijdens de verkoop gecontroleerd. Vellen van houtopstand zonder vergunning Wat willen wij bereiken: Behoud landschappelijke waarde en natuur(schoon). Wat gaan wij daarvoor doen: Ingeval van het zonder vergunning verwijderen van (waardevolle) bomen wordt altijd handhavend opgetreden. Ook in het kader van het project Samen Sterk In het Buitengebied (SSIB=ODBN) wordt aandacht besteed aan het vellen van houtopstanden in het buitengebied.
Huisvesting arbeidsmigranten (tijdelijke werknemers) Wat willen wij bereiken: Goede huisvesting van arbeidsmigranten, opheffen strijdigheid met bestemmingsplan, leefbaarheid vergroten en terugdringen overlast. Wat gaan wij daarvoor doen: Goede huisvesting van arbeidsmigranten is in eerste instantie een zorg voor de werkgevers. De mogelijkheden zijn beperkt, er wordt continu gezocht naar creatieve oplossingen. Oude hotels, kloosters, campings of andere (bestaande) bouwwerken worden aangekocht of er worden woonunits op de eigen bedrijfslocatie opgericht. In toenemende mate wordt uitgeweken naar woningen in de bebouwde kom. De problemen en risico’s stapelen zich op, vooral op het gebied van brandveiligheid, overbewoning, strijdigheden met het bestemmingsplan, volksgezondheid en overlast. De problematiek is complex en vraagt om een integrale benadering. In het kader van de samenwerking vindt kennis en gegevensuitwisseling plaats. Maar het belangrijkste hierbij is dat een goede regeling in het bestemmingsplan een eerste vereiste is. Daarna kan toezicht worden gehouden en indien nodig handhavend worden opgetreden. In 2014 zal in het kader van de nieuwe regeling toeristenbelasting extra capaciteit beschikbaar worden gesteld. Het betreft hier geen taak die volgt uit het omgevingsrecht waar de afdeling V&H haar hoofdtaak heeft. In het kader van de WOZ zijn in het verleden reeds taken voor belastingen uitgevoerd vanwege de mogelijke combinatie met de reguliere controles. Bezien zal worden of en hoe dit soort controles binnen de organisatie het meest efficiënt kunnen worden uitgezet, waarbij een integrale benadering de voorkeur heeft.
Bouwstoffen (o.a. toepassen grond) Wat willen wij bereiken: Toepassen van bouwstoffen in overeenstemming met het Besluit bodemkwaliteit. Wat gaan wij daarvoor doen: Door de gemeente is een bodemkwaliteitskaart en bodembeheersplan vastgesteld. Hierdoor wordt grondverzet in de gemeente veelal met een melding mogelijk. De taken hieromtrent zijn in zijn geheel overgedragen aan de ODBN die hier invulling aan gaat geven.
17
Samen sterk in het buitengebied (SSIB, nu dus onderdeel ODBN) Wat willen wij bereiken: Samen Sterk in het Buitengebied richt zich vooral op het dumpen van afval, wildcrossen, overtreding van stookverboden, illegale kap, hennepkwekerijen, illegaal uitrijden van mest, illegale houseparty’s, dierenwelzijn en stroperij. Wat gaan wij daarvoor doen: Onze gemeente heeft zich hierbij aangesloten. Het toezicht wordt uitgevoerd vanuit de ODBN. Repressieve handhaving wordt gedaan door de gemeente.
Asbest Wat willen wij bereiken: De risico’s van het vrijkomen van asbest voor omwonenden, werknemers en het milieu zo veel als mogelijk te beperken. Wat gaan wij daarvoor doen: Het ketentoezicht asbest is ook in zijn geheel overgedragen aan de ODBN.
Externe veiligheid Wat willen wij bereiken: Het creëren van een veiliger Veghel door mee uitvoering te geven aan het programma Brabant Veiliger. Wat gaan wij daarvoor doen: De ODBN zal bij de reguliere controles van Ev-bedrijven bijzondere aandacht besteden aan veiligheidsaspecten.
Brandveiligheid gebouwen Wat willen wij bereiken: Brandveiligheid bij gebouwen vergroten, Wat gaan wij daarvoor doen: In de regio Brabant Noord loopt momenteel een project ‘Niet brandveilig gebruik gebouwen’. Hierbij is voor grote industriële gebouwen een gezamenlijke aanpak ontwikkeld. In dit kader wordt, in goed overleg met de brandweer, bij bouw- en milieuhandhaving ook (algemene) brandveiligheidsaspecten meegenomen. Bedrijven of instellingen dienen ofwel zich te melden op grond van het Bouwbesluit of er is een omgevingsvergunningplicht. In het Bouwbesluit staan (landelijke) voorschriften waaraan moet worden voldaan.
Veehouderij en luchtkwaliteit Wat willen wij bereiken: Verbeteren van de luchtkwaliteit, natuurbescherming en reconstructie doelen landelijk gebied door de uitstoot van fijn stof, ammoniak en geur te verminderen. Wat gaan wij daarvoor doen: Dit wordt door de ODBN opgepakt en vooral bewerkstelligd door gerichte controle bij agrarische bedrijven van luchtwassers.
18
Drank- en Horeca Wat willen wij bereiken: Smaakvolle horeca Wat gaan we daarvoor doen: In 2014 gaan we uitvoering geven aan het uitvoeringsprogramma integraal horecabeleid “smaakvolle horeca”. Dit betekent dat gecontroleerd gaat worden op de naleving van de in december 2013 vastgestelde Verordening tot wijziging van de APV Veghel 2012. Commerciële en paracommerciële horeca zullen worden gecontroleerd op onder andere sluiting c.q. schenktijden. Verder zal uitvoering worden gegeven aan het opgesteld plan van aanpak wanneer dat begin 2014 door het college zal zijn vastgesteld.
19
7 Personele capaciteit 7.1
Analyse benodigde en beschikbare capaciteit afdeling V&H
Voor de berekening van benodigde capaciteit ten behoeve van dit uitvoeringsprogramma omgevingsrecht is aan de hand van de tijdsverantwoording van het afgelopen jaar de productiviteit in samenhang met de in de begroting opgenomen raming per formatieplaats bepaald. In de laatste 4 hoofdstukken is de uit het uitvoeringsprogramma voortvloeiende benodigde capaciteit afgezet tegen de beschikbare capaciteit. Ten behoeve van de uitvoering van de ‘nieuwe’ Drank- en horeca taken heeft vooralsnog geen formatie uitbreiding plaatsgevonden. Deze extra uren worden ingeboet op andere taken die daardoor minder aandacht krijgen. Zoals al in hoofdstuk 2 aangegeven zal in 2014 bezien worden of en hoeveel extra capaciteit kan worden ingezet danwel een andere prioritering zal moeten worden gehanteerd. In een collegevoorstel zal dit uiteraard nader worden onderbouwd. In het uitvoeringsprogramma is voor de verschillende producten capaciteit geraamd. De in het programma opgenomen uren dekken de benodigde capaciteit voor de afdeling Vergunningen & Handhaving. De gemeente werkt met een productbegroting. De benodigde capaciteit van de afdeling V&H zijn via het afdelingsplan in de begroting gedekt.
7.2
Functiescheiding vergunningverlening en handhaving
Binnen de afdeling V&H worden door de medewerkers verschillende functies uitgevoerd. De werkzaamheden binnen deze functies zijn zodanig samengesteld dat personen die belast zijn met de voorbereiding van besluiten naar aanleiding van vergunningsaanvragen niet worden belast met preventieve of repressieve handhaving. Hiermee is geborgd dat wordt voldaan aan artikel 7.4 van het Bor.
20
8 Organisatie van de uitvoering 8.1
Inleiding
De actiepunten die in het UPO zijn geformuleerd dienen op een doelmatige wijze te worden uitgevoerd. Tevens dient het programma een belangrijke plaats in te nemen in de plannings- en (budget) beheersingssystematiek van de gemeente. Dit laatste punt is al ingebed door in het programma de relatie tussen een actiepunt en de betreffende post in de begroting te leggen. Onderstaand wordt ingegaan op de beheersing van het programma en de laatste trits in de planningsen beheersingscyclus. Tevens worden enkele organisatorische aspecten geschetst.
8.2
Beheersing van het uitvoeringsprogramma
Het UPO wordt jaarlijks opgesteld en vormt de onderlegger van het Afdelingsplan. Daarnaast moet het huidige handhavingsuitvoeringsprogramma (HUP 2013) worden gemonitord. Door onder andere op beheers aspecten te monitoren neemt de continuïteit van de taakuitvoering toe. Deze monitoring vindt o.a. plaats via tussentijdse rapportages en het jaarverslag. Het uitvoeringsprogramma vormt de basis voor het functioneren van de afdeling V&H. De volgende beheeraspecten moeten worden afgestemd op het programma: -
-
8.3
Tijdverantwoording systematiek gebaseerd op het uitvoeringsprogramma (door de medewerkers van de afdeling wordt productgericht tijd geschreven); Systematiseren outputregistratie in aanvulling op tijdverantwoording (aantallen verleende vergunningen, aantallen preventieve controles, meldingen, klachten lopende procedures, etc.); Periodieke rapportages over de voortgang van het uitvoeringsprogramma. Deze kunnen dienen als input voor de periodieke BERAP; Afstemmen van de te ontwikkelen productbeschrijvingen, -doelstellingen en -normen op het uitvoeringsprogramma; Periodiek overleg met overige teams en afdelingen over de voortgang van actiepunten waarvoor zij trekker zijn dan wel waarbij zij zijn betrokken.
Organisatie
In het uitvoeringsprogramma zijn de producten opgenomen welke aan de afdeling V&H zijn toegewezen. Voor de continuïteit van de uitvoering is het van belang om gedurende de uitvoering van de actiepunten na te denken over de bijstelling van het uitvoeringsprogramma voor de komende jaren. Door deze (cyclische) werkwijze wordt in het begrotingsproces rekening gehouden met de capacitaireen financiële consequenties van de taakuitvoering. Een goede onderbouwing van de begroting wordt verkregen door de middeleninzet te koppelen aan het prestatieniveau. Dit gebeurt door middel van de productbegroting. Hierbij is het van belang dat alle activiteiten en werkzaamheden worden gedefinieerd, zoals in dit programma, in eenduidig herkenbare producten.
21
9 Beschikbare capaciteit De beschikbare capaciteit is in beeld gebracht op basis van de formatie van de afdeling V&H afgezet tegen de totale productieve uren. Voor de beschikbare capaciteit ten behoeve van het vergunningenbeoordelingsproces wordt verwezen naar onderstaande tabel: Kleurspoor
Omschrijving
Groen/paars
Algemene plaatselijke verordening (APV) en Bijzondere Wetten
2,25
3.000
Rood
Brandveiligheid, Bouw, Ruimtelijke Ordening
10,75
14.500
Grijs
Milieu
ODBN + 0,5 administratie
3.500
13,5 (+ ODBN)
21.500
Totaal
Formatie (fte)
Productieve uren
Voor de beschikbare capaciteit ten behoeve van het toezicht en de handhaving wordt verwezen naar onderstaande tabel: Kleurspoor
Omschrijving
Groen/paars
Algemene plaatselijke verordening (APV) en Bijzondere Wetten
6
8.000
Rood
Brandveiligheid, Bouw, Ruimtelijke Ordening
6
8.000
Grijs
Milieu
ODBN + 0,75 administratie
8.000
12,75 (+ ODBN)
24.000
Totaal
Formatie (fte)
Productieve uren
22
10 Activiteiten kleurspoor groen/paars Toezicht op onderstaande activiteiten vindt van gemeentewege voornamelijk plaats door de BOA’s, en de brandpreventist. De BOA’s kunnen, binnen de aan hen toegekende opsporingsbevoegdheid strafrechtelijk optreden. De volgende reguliere toezichtactiviteiten worden in 2014 uitgevoerd: Handhavingactiviteit (Beleidplan 2010-2014)
Prio
Wie
Frequentie/doelen
Totaal uren
Evenementen
2
TZ&HH
Het veilig laten verlopen van evenementen, voor aanvang (brandpreventist), tijdens (brandpreventist) en na afloop van het evenement voor wat betreft het opruimen van de locatie (BOA). Vergunningplichtige grote evenementen(>500 bezoekers) worden allemaal bezocht voor zover het aspect brandveiligheid tevens een rol speelt. Overige vergunningplichtige en meldingplichtige steekproefsgewijs afhankelijk van het brandveiligheidsaspect, de bekendheid met het evenement en het naleefgedrag in het verleden. In 2014 worden 110 vergunningplichtige evenementen en 200 meldingplichtige evenementen verwacht.
930
Meldingen (klachten)
2
TZ&HH
Alle meldingen worden in behandeling genomen. In 2014 worden 1500 meldingen (klachten) in de openbare ruimte verwacht.
Wegenverkeerswet/Wet Mulder
2
TZ&HH
Het aantal overtredingen beperken, middels informeren en bekeuren. Volgens het werkrooster toezicht houden op het verkeersgedrag en daarmee het verkeersgedrag gunstig beïnvloeden. Naar schatting 900 bekeuringen/jaar.
640
Zwerfvuil/ Illegale stort
2
Gebiedsgewijs volgens werkrooster toezicht houden, met nadruk op black-spots. Black-spots worden continue in beeld gebracht en gemonitoord.
514
Op basis van het nieuw te formuleren horecabeleid, evenals de landelijke ontwikkelingen op het gebied van de Drank- en horecawet zal dit taakveld verder worden opgepakt.
509
Het aantal overtredingen beperken, middels informeren en bekeuren. Gebiedsgewijs toezicht volgens werkrooster en op afroep.
260
Het aantal overtredingen beperken, middels informeren en bekeuren. Gebiedsgewijs toezicht. Verder gaande samenwerking en verbeterd ketenbeheer middels de regionale pilot “Samen sterk in het buitengebied”.
1035
Het aantal overtredingen beperken, middels informeren en bekeuren. Gebiedsgewijs toezicht volgens werkrooster, met nadruk op de in kaart gebrachte black-spots.
500
Drank- en horecawet, exploitatie en terrassen
2
Afvalinzameling
3
Natuurwetgeving
Hondenoverlast
TZ&HH
TZ&HH
3
3
TZ&HH
TZ&HH
TZ&HH
Uren zitten in de overige gerelateerde activiteiten.
APV, bijzondere wetten, openbare ruimte
3
TZ&HH
Het aantal overtredingen beperken, middels informeren en bekeuren. Gebiedsgewijs toezicht volgens werkrooster.
1818
Betaald parkeren
4
TZ&HH
Van maandag tot en met zaterdag worden er regelmatig rondes gelopen opdat het parkeren in het centrum zonder incidenten verloopt. Naar schatting 1.500 bekeuringen/jaar.
1380
Kapvergunning/bomennota
4
TZ&HH
Het aantal overtredingen beperken, middels informeren en bekeuren. Steekproefsgewijs controleren van kapactiviteiten en bij meldingen in dit kader.
Markten
5
TZ&HH
Het vrijhouden van het marktterrein, toewijzen van plaatsen en controle op het naleven van de marktverordening, opdat de markt ordentelijk verloopt.
Uren zitten in APV, bijzondere wetten, openbare ruimte 370
23
11 Reguliere activiteiten kleurspoor rood De volgende reguliere handhavingactiviteiten worden in 2014 uitgevoerd: Handhavingactiviteit (Beleidplan 2010-2014)
Prio
Wie
Meldingen (Klachten)
2
TZ&HH
Gebruiksbesluit cat. 1
2
TZ&HH
Sloopvergunning/-melding met asbest
2/3
TZ&HH
Bouwvergunningen regulier/licht/vrij/tijdelijk
3/4/5
TZ&HH
Gebruiksbesluit cat. 2
3
TZ&HH
Bestemmingsplannen
3
TZ&HH
Gebruiksbesluit cat. 3
4
TZ&HH
Monumentenvergunning
4
VV
Sloopvergunning/-vrij zonder asbest
4
TZ&HH
Bereikbaarheidskaarten
4
TZ&HH
Gebruiksbesluit prioriteit 4
4
TZ&HH
Aanlegvergunning
4
TZ&HH
Brw
Frequentie/doelen Alle klachten worden in behandeling ondernomen. In 2014 worden 60 meldingen (klachten) bouwen/RO verwacht. Jaarlijkse controle + controle alle nieuwe meldingen en aanvragen vergunning. Voor 2014 zijn 70 periodieke controles gepland en worden 55 hercontroles verwacht. Daarnaast worden locaties bezocht waar huisvesting van arbeidsmigranten plaats vindt. Controle conform toezichtstrategie asbest, zoals opgenomen in HH-beleidplan 2010-2014. Voor 2014 worden 25 sloopvergunningen/-meldingen met asbest verwacht. Op vergunningsvrij bouwen en/of zonder en/of in afwijking van een bouwvergunning wordt toegezien volgens het HH-beleidplan 2010-2014. Voor de frequentie en diepgang wordt aangesloten bij het integrale minimale toezichtprotocol (Noord-Brabant). 2-jaarlijkse controle + controle alle nieuwe meldingen en aanvragen vergunning. Voor 2014 zijn 15 periodieke controles gepland en worden 12 hercontroles verwacht. Naar aanleiding van meldingen en tijdens het verplaatsen van en naar een reguliere controle, toezicht houden op de naleving van de voorschriften van de betreffende bestemmingsplannen. 3-jaarlijkse controle + controle alle nieuwe meldingen en aanvragen vergunning. Voor 2014 zijn 15 periodieke controles gepland en worden 12 hercontroles verwacht. Op monumentenvergunningen wordt toegezien volgens de prioriteitenlijst handhaving bouwvergunningen van het HH-beleidplan 20102014. In 2014 worden 10 aanvragen om een monumentenvergunning verwacht. Op slopen zonder en/of in afwijking van een sloopvergunning wordt toegezien volgens de prioriteitenlijst handhaving bouwvergunningen van het HH-beleidplan 2010-2014. Worden gecontroleerd tijdens controle brandveiligheid. 4-jaarlijkse controle + controle alle meldingen en aanvragen vergunning. Voor 2014 zijn 4 periodieke controles gepland en worden 3 hercontroles verwacht.
Totaal uren 462
2227 inclusief prio 2, 3 en 4
145
3503
Zie Gebruiksbesluit prioriteit 1
1240
Zie Gebruiksbesluit prioriteit 1
183
90
35 Zie Gebruiksbesluit prioriteit 1
De werkzaamheden van elke vergunning worden gecontroleerd.
Uren zitten in “Bestemmingsp lannen”.
Jaarlijkse controle van alle in het verzorgingsgebied aanwezige bluswater voorzieningen (brandkranen, 1576 stuks). Deze werkzaamheden worden uitbesteed door de brandweer.
300
Toezicht brandkranen
4
In- en uitritvergunning
5
TZ&HH
De werkzaamheden van elke vergunning worden gecontroleerd.
Uren zitten in “Bestemmingsp lannen”.
Toezicht sleutelkluisjes
5
TZ&HH
5-jaarlijkse controles.
20
24
12 Reguliere activiteiten kleurspoor grijs Toezicht op onderstaande activiteiten vindt met uitzondering van de front-Office taken en coördinatietaken plaats door de ODBN. De volgende reguliere handhavingactiviteiten worden in 2014 uitgevoerd: Handhavingactiviteit (Beleidplan 2010-2014)
Prio
Wie
Frequentie/doelen
Meldingen (klachten)
1
ODBN
Activiteitenbesluit type C+ en IPPC
1
Op alle klachten word actie ondernomen. In 2014 worden 30 meldingen (klachten) milieu verwacht 3-jaarlijkse controle Voor 2014 zijn 9 periodieke controles gepland, worden 6 hercontroles verwacht en 2 tweede hercontroles. 3-jaarlijkse controle Voor 2014 zijn 25 periodieke controles gepland en worden 19 hercontroles en 6 tweede hercontroles verwacht. Waar van toepassing wordt de controle op het aspect brandveiligheid integraal meegenomen. Controle vindt plaats conform het hiertoe opgestelde protocol. 3-jaarlijkse controle Voor 2014 zijn 26 periodieke controles gepland en worden 20 hercontroles 7 tweede hercontroles verwacht. Waar van toepassing wordt de controle op het aspect brandveiligheid integraal meegenomen. 4-jaarlijkse controle Voor 2014 zijn 106 periodieke controles gepland en worden 80 hercontroles en 27 tweede hercontroles verwacht. Waar van toepassing wordt de controle op het aspect brandveiligheid integraal meegenomen.
ODBN
ODBN Activiteitenbesluit type C Industrieel
2
Besluit bodemkwaliteit
3
ODBN ODBN
Activiteitenbesluit type C Agrarisch
3
ODBN Activiteitenbesluit type B+
3
Bodem algemene zorgplicht
4
Activiteitenbesluit type B
4
Activiteitenbesluit type A
5
50 238
539
100
553
1663
ODBN
Alle meldingen worden in behandeling genomen.
ODBN
10-jaarlijkse controle Voor 2014 zijn 61 periodieke controles gepland en worden 46 hercontroles tweede 15 hercontroles 716 verwacht. Waar van toepassing wordt de controle op het aspect brandveiligheid integraal meegenomen. Milieucontroles naar aanleiding van meldingen 10 (piepsysteem)
ODBN
ODBN Brandveiligheid gebruiksfase Ketenbeheer / milieucriminaliteit Resterende uren.
Totaal uren
ODBN ODBN
Waar van toepassing wordt de controle op het aspect brandveiligheid integraal meegenomen in de milieucontroles. Wordt verder uitgewerkt in ODBN verband. Afhankelijk van discussie kengetallen ODBN. All-in versus nacalculatie.
50
1300 520 1073
25
13 Gebruikte afkortingen APV BOA Bor DHW HUP IPO MOR LNV LOM RO ODBN TZ&HH UPO VNG VROM Wabo Wro Ww
Algemene Plaatselijke (straf)Verordening; Buitengewoon opsporingsambtenaar; Besluit omgevingsrecht; Drank- en horecawet; Handhavingsuivoeringsprogramma; Inter Provinciaal Overleg; Ministeriele regeling omgevingsrecht; Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij; Landelijk Overleg Milieuhandhaving; Ruimtelijke ordening; Omgevingsdienst Brabant Noord; Toezicht en Handhaving Uitvoeringsprogramma Omgevingsrecht; Vereniging van Nederlandse Gemeenten; Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer; Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; Wet ruimtelijke ordening; Woningwet.
26