TRIVIRE VERDER JAARVERSLAG 2015
13 april 2016
Algemene gegevens en colofon Gegevens Kamer van Koophandel Op 30 juni 2009 is de fusieakte verleden tussen Interstede en Progrez. De verkrijgende rechtspersoon was Stichting Interstede (dossiernummer 23006058) en de verdwijnende rechtspersoon Woningstichting Progrez (dossiernummer 23034318). De nieuwe naam is Stichting Trivire. Datum vestiging: 10 april 1913. De statuten van Stichting Trivire zijn herzien bij de juridische fusie met de Wilhelmina Stichting op 1 juli 2012, waarbij de laatste stichting is verdwenen en Trivire optrad als verkrijgende stichting. Contactgegevens Kantooradres: Stichting Trivire, Callistolaan 2, 3318 JA, Dordrecht Correspondentieadres: Stichting Trivire, Postbus 8008, 3301 CA, Dordrecht Telefoonnummers: 078 633 16 00 (algemeen nummer), 078 633 16 33 (reparatielijn). Faxnummer: 078 633 16 99 RSIN-nummer: 003062284 Website: www.trivire.nl E-mail:
[email protected] Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI). Trivire heeft de ANBI-status. De voor de ANBI-status verplichte informatie is te vinden op de website van de stichting. Ook moet melding gedaan worden over het beloningsbeleid voor het personeel. Het beloningsbeleid voor het personeel is geheel conform de CAO voor personeel in dienst van woningcorporaties. Lidmaatschappen en deelnemingen Aedes Trivire is lid van Aedes Vereniging van woningcorporaties en heeft de Aedescode ondertekend. Ook past Trivire de principes van de door Aedes opgestelde Governancecode Woningcorporaties toe. Per 1 mei 2015 is de vernieuwde Governancecode van kracht. Stichting Woonkeus Drechtsteden Voor de distributie van leegkomende woonruimte aan nieuwe huurders maakt Trivire gebruik van de diensten van Stichting Woonkeus. Trivire is medeoprichter en deelnemer in die stichting. CorpoData, WSW en Autoriteit woningcorporaties Voor de uitwisseling van de gegevens uit dit jaarverslag naar de Autoriteit woningcorporaties (Aw) (voorheen Centraal Fonds Volkshuisvesting) en het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) maakt Trivire gebruik van het uitwisselingssysteem CorpoData. FSC-hout Trivire is sinds 2006 convenantpartner van FSC Nederland. Dat wil zeggen dat Trivire in alle renovatie- en nieuwbouwprojecten hout met het FSC-keurmerk gebruikt. Het onafhankelijke FSC-keurmerk geeft zekerheid: hout en houtproducten die het keurmerk dragen, komen uit verantwoord beheerde bossen. De FSC-standaard stelt eisen aan de bosbeheerders, op het gebied van milieu, sociale aanpak en economie. Fair Trade Sinds het najaar van 2010 is Dordrecht benoemd tot Fair Trade gemeente. Deze titel krijgt een stad als in lokale winkels, horeca en bedrijven duidelijk zichtbaar eerlijke producten worden gebruikt. Ook Trivire heeft bijgedragen aan het bereiken van dit keurmerk. Koopgarant® en Koopcomfort® Trivire is licentiehouder van Koopgarant® en Koopcomfort®. Deze producten worden gevoerd door de stichting Opmaat in Amersfoort en zijn bedoeld om een brug te slaan tussen de huur- en de koopmarkt. Stadsherstel Drechtsteden N.V. Trivire is aandeelhouder van Stadsherstel Drechtsteden, een naamloze vennootschap (alle aandelen zijn in handen van de regionale woningcorporaties), die zich richt op verwerving, herstel en exploitatie van rijksmonumenten en beeldbepalende gebouwen in de Drechtsteden. Stadsherstel Drechtsteden N.V. is in 2012 juridisch gefuseerd met haar 100%-dochter B.V. Voorstraat, waarbij deze laatste is opgehouden te bestaan. Pro-Net Projectontwikkeling B.V. Trivire is houder van alle aandelen van Pro-Net Projectontwikkeling B.V. Pro-Net Projectontwikkeling is als enige vennootschap overgebleven nadat in 2012 alle (7) (klein)dochtervennootschappen van Trivire zijn gefuseerd, waarbij bovendien al het vastgoed is overgedragen aan Trivire. De vennootschap richt zich op de ontwikkeling en het beheer van onroerende zaken. Deze activiteiten vinden plaats in het kader van de doelstellingen van Trivire. Samenwerking HVC In juni 2012 heeft Trivire een contract getekend met afvalverwerker HVC met betrekking tot het aansluiten van diverse complexen op het, grotendeels nog aan te leggen, restwarmtenet. Deze restwarmte ontstaat bij de vuilverbranding in de HVCinstallatie op de Staart te Dordrecht. In de eerste nieuwbouwprojecten, zoals De Prinsemarij, zijn voorzieningen getroffen om aan te sluiten, zodra het kan. In 2013 zijn de eerste complexen in de bestaande bouw hiervoor voorbereid. In 2015 zijn de eerste aansluitingen gerealiseerd.
Landelijk Hofjesberaad Op instignatie van de toenmalige wethouder van Dordrecht, de heer J.W. Spigt, is de Wilhelmina Stichting toegetreden tot het Landelijk Hofjesberaad. Dit beraad is een platform waarin de eigenaren/beheerders van hofjes elkaar ontmoeten, kennis delen en informatie uitwisselen. Met de fusie tussen de Wilhelmina Stichting en Trivire in 2012 – en het verdwijnen van de Wilhelmina Stichting - is het lidmaatschap overgegaan op Trivire. Erkend leerbedrijf Sinds 2012 is Trivire een erkend leerbedrijf voor de functie ‘middenkaderfunctionaris bouw’. Corporatie Starterslening (CSL) Trivire heeft geld voor de Corporatie Starterslening opzij gezet bij het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVn). De Corporatie Starterslening ondersteunt starters bij de aankoop van hun eerste woning. De lening overbrugt het verschil tussen het hypotheekbedrag dat starters bij de bank kunnen lenen volgens de Nationale Hypotheek Garantie (NHG) en de totale verwervingskosten van de woning. De hoogte van de Corporatie Starterslening hangt af van inkomen en eigen vermogen van de starter op de koopwoningmarkt en de voorwaarden van Trivire. Naast huurders van Trivire komen alle starters op de koopwoningmarkt in aanmerking voor de Corporatie Starterslening van Trivire bij de aankoop van een woning van Trivire. Social media Trivire maakt voor haar communicatie – naast brieven, publicaties, telefoon, e-mail en website – ook gebruik van social media. Zo is Trivire te volgen via Twitter (@Trivire) en op FaceBook (Trivire wonen). Privacybepaling In deze jaarverantwoording zijn de handtekeningen van het bestuur, voorzitters huurdersvertegenwoordiging en ondernemingsraad evenals die van de leden van de Raad van Commissarissen niet weergegeven. De stichting beschikt over een origineel exemplaar van het verslag waarin de handtekeningen zijn opgenomen.
Inhoud 1. Bestuursverslag ................................................................................................................................... 1 2. Volkshuisvestingsverslag .................................................................................................................... 4 2.1. Woongelegenheden ......................................................................................................................... 4 2.2. Leefbaarheid ..................................................................................................................................... 9 2.3. Wonen en zorg/bijzondere groepen ............................................................................................... 11 2.4. Toewijzen, verhuren en vervreemden ............................................................................................ 12 2.5. Betrekken bewoners en geschillenbeslechting .............................................................................. 13 2.6. Financieel beleid, beleggingen en (onrendabele) investeringen .................................................... 14 2.7. Overige activiteiten ......................................................................................................................... 23 2.8. Overleg gemeenten en regio .......................................................................................................... 24 2.9. Verbindingen .................................................................................................................................. 24 2.10. Verantwoording Warmtewet ......................................................................................................... 26 3. Verslag Huurdersraad ....................................................................................................................... 27 4. Verslag Ondernemingsraad .............................................................................................................. 35 5. Verslag Raad van Commissarissen (RvC) ........................................................................................ 36 6. Jaarrekening ...................................................................................................................................... 49 6.1. Balans per 31-12-2015 (na resultaatbestemming) ......................................................................... 50 6.2. Winst- en verliesrekening over 2015 .............................................................................................. 52 6.3. Kasstroomoverzicht (directe methode)........................................................................................... 53 6.4. Algemene toelichting ...................................................................................................................... 54 6.5. Grondslagen voor waardering van activa & passiva ...................................................................... 55 6.6. Grondslagen voor de resultaatbepaling ......................................................................................... 65 6.7. Financiële instrumenten en risicobeheersing ................................................................................. 68 6.8. Kasstroomoverzicht ........................................................................................................................ 70 6.9. Toelichting op de balans ................................................................................................................ 71 6.10. Toelichting op de winst- en verliesrekening ................................................................................. 89 6.11. Toelichting op het kasstroomoverzicht ......................................................................................... 96 6.12. Overige informatie ........................................................................................................................ 97 6.13. Overige gegevens ...................................................................................................................... 101 6.14. Kengetallen ................................................................................................................................. 104
1. Bestuursverslag Trivire Verder Voor u ligt het laatste jaarverslag van mijn hand. In september 2016 neem ik namelijk afscheid als bestuurder van de organisatie en gaat Trivire verder. Verder in de doorontwikkeling naar een organisatie die van betekenis is voor de bewoners van de regio Drechtsteden. En dat in de context van een steeds maar weer veranderende omgeving. Een flinke opgave waar ik het volste vertrouwen in heb. Zeker gezien het feit dat ik met eigen ogen heb mogen zien dat Trivire zich goed heeft aangepast aan de veranderingen waaraan de corporatiesector het afgelopen jaar onderhevig is geweest. In dit bestuursverslag kijk ik daar met u op terug. Herziene Woningwet Als er in 2015 één factor is geweest die vrijwel allesbepalend was voor het werk van woningcorporaties en dus ook voor Trivire, dan was dat zonder twijfel de herziene Woningwet. De wet is in herziene vorm van kracht sinds 1 juli 2015. Ook de bijbehorende algemene maatregel van bestuur (het Besluit Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting 2015) en de ministeriële regeling waren per balansdatum vrijwel klaar. Bij het schrijven van dit jaarverslag werd een aantal regelingen nog wel uitgewerkt, maar dat belette de werking van de wet niet. Gevolgen De herziene Woningwet heeft het werkveld van corporaties flink verkleind en tegelijkertijd het aantal regels waaraan zij moet voldoen flink doen toenemen. Dat geldt ook voor de manier waarop corporaties in de toekomst verantwoording af moeten leggen. Doordat de wet sinds 1 juli 2015 van kracht is, geldt voor dit jaarverslag nog de ‘oude’ regelgeving van het Besluit Beheer Sociale Huursector (BBSH). Het toezicht, dat jarenlang verdeeld was over het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) (financieel) en het ministerie van BZK (volkshuisvestelijk), is nu ondergebracht bij de Autoriteit woningcorporaties (Aw), onderdeel van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). De Aw heeft in 2015 al een aantal malen contact gehad met Trivire, onder andere over de afwikkelingen van de derivatenportefeuille en de rol van tussenpersonen daarbij. Beide onderwerpen zijn, ook naar de mening van de ILT/Aw afdoende geregeld. De mogelijke effecten van margin calls (stortingsverplichtingen) als gevolg van rentedalingen zijn tot acceptabele proporties teruggebracht. Ook voldoet Trivire aan alle regels van het verantwoord beleggen, die inmiddels zijn opgenomen in de Woningwet en bijbehorende regelingen. Daarnaast is het aantal heffingen het afgelopen jaar flink toegenomen. Zo zag Trivire in 2015 een toename van de verhuurderheffing tot ruim € 6,7 miljoen en werd een bijdrage gevraagd voor het toezicht (van ruim € 38.000 voor een half jaar). Ook zijn er zwaardere eisen die moeten worden gehanteerd bij de (her)benoeming van bestuur en commissarissen. Bij het schrijven van dit jaarverslag onderzocht Trivire de wijze waarop de verplichte scheiding van activiteiten die classificeren als diensten van algemeen economisch belang (DAEB) en overige activiteiten (nietDAEB) kan worden uitgevoerd. In 2016 moet een voorstel gedaan worden voor de wijze waarop die scheiding gaat plaatsvinden (administratief dan wel juridisch). Toezicht en governance Zoals vermeld in de colofon, past Trivire de (in 2015 herziene) Governancecode toe. Bestuur en RvC verantwoorden zich in dit jaarverslag over de wijze waarop de principes van de Governancecode in het afgelopen jaar zijn toegepast. Iedere belanghebbende kan Trivire daarop aanspreken en bij niet of onjuist toepassen van de code een klacht indienen bij de Commissie AedesCode. In dit jaarverslag gaat Trivire ook in op de wijze waarop de Governancecode is ingevoerd. De Aw is niet de enige die toezicht houdt op corporaties. Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) beoordeelt de financiële en businessrisico’s bij/voor corporaties en bekijkt de wijze waarop de governance is georganiseerd. In mei 2015 hebben de corporaties zelf al een eigen herziene, uitgebreidere en minder vrijblijvende governancecode ondertekend. Daarin is al geanticipeerd op de herziene Woningwet en zijn verplichtingen aangegaan voor onder meer benoemingen, visitatie en permanente educatie. In dit jaarverslag wordt daarover verantwoording afgelegd.
Trivire jaarverslag 2015
1
Risicomanagement In hoofdstuk 2.6.11 wordt nader ingegaan op het door Trivire gehanteerde risicomanagementsysteem. Economisch herstel, maar niet voor iedereen In 2015 werd duidelijk dat Nederland zich steeds meer aan het herstellen was van de economische en financiële crises van 2007 en 2008. De Europese Centrale Bank heeft het herstel van de Europese economie aangejaagd. Maar dat herstel was niet overal en ook niet in gelijke mate zichtbaar. Het ging veel mensen beter in 2015. Zo noemt één op de drie personen zich volgens het CBS (zeer) welvarend. Maar tegelijkertijd was ook in onze regio zichtbaar dat het aantal bijstandsgerechtigden met 10% steeg tot 6.053 en dat het aantal ontruimingen helaas toch weer aan het toenemen is. Arm en rijk staan verder van elkaar af en ontmoeten elkaar ook steeds minder. Doordat corporaties zich vrijwel alleen nog maar (mogen) bezighouden met het bieden van (goedkope) huisvesting aan huishoudens met lagere inkomens, verwachten wij dat, als gevolg van deze ontwikkelingen, onze wijken in de toekomst steeds eenzijdiger worden bewoond door huishoudens met weinig perspectief. In onze wijken zien we ook dat het aantal verwarde personen toeneemt, onder meer doordat veel (zorg)instellingen cliënten noodgedwongen minder lang intern behandelen en eerder laten uitstromen naar zelfstandige huisvesting. Zij leggen een grotere claim op de vrijkomende woonruimte. Ook als gevolg van de toestroom van vluchtelingen naar Europa en Nederland en door het grotere aantal statushouders dat met voorrang gehuisvest moet worden, neemt de druk op de onderkant van de woningmarkt toe. De Europese commissie wees er in 2015 op dat de huurmarkt in Nederland niet naar behoren functioneert. Er is volgens de commissie sprake van zowel een te groot aandeel sociaal als van een buitensporige vraag naar dat segment. Desalniettemin heeft Aedes het nodig gevonden om in 2015 met de Woonbond een sociaal huurakkoord te sluiten dat sterke huurstijgingen in de sociale sector blokkeert. Enerzijds is dat goed nieuws voor de zittende huurders. Tegelijkertijd beperkt het de kansen voor een groei van het – toch al te kleine – middensegment. Ook worden corporaties hierdoor beperkt in hun investeringsruimte. Trivire is om deze redenen niet ingenomen met dit akkoord, waarvan minister Blok zegt dat hij van plan is het over te nemen. Lokaal Lokaal was in 2015 vooral Dordrecht vaak in het nieuws. Uiteraard door de eerste Koningsdag, maar ook door de stevige inzet van vooral burgemeester Brok op openbare orde en veiligheid. Vooral in de Vogelbuurt (Woonbron) en de Lijnbaan (Trivire). Graag werken we mee aan alle maatregelen die moeten zorgen voor een normalisatie van die wijken en voor een verbetering van de leefbaarheid en veiligheid van de zittende en toekomstige bewoners. Organisatieontwikkeling Al deze veranderingen hebben er in 2015 voor gezorgd dat we binnen Trivire gekozen hebben voor een andere wijze van organisatie: vastgoedsturing. Dat wil zeggen dat ons belangrijkste ‘asset’ (de vastgoedportefeuille) voldoende moet renderen om onze doelen op de middellange termijn te kunnen behalen. In 2015 hebben we dat vertaald in een nieuwe ondernemingsvisie en een nieuw ondernemingsplan. Principiële keuzes zijn gemaakt voor de doelgroepen die voorrang krijgen (degenen met het minste perspectief en de laagste inkomens), betaalbare huurprijzen, leefbaarheid en duurzaamheid. Daarbij is ook duidelijk geworden dat onze bedrijfslasten (die toch weer gestegen waren) flink moeten dalen en dat de organisatie op een andere leest geschoeid moet worden. Dat is in lijn met de toezegging die ik al in 2014 aan de Raad van Commissarissen heb gedaan en die naar verwachting in 2016 zal kunnen worden ingelost. De visitatiecommissie, die in de zomer van het afgelopen jaar gesprekken heeft gevoerd met diverse stakeholders, kon al constateren dat de ingezette koerswijziging ook buiten de organisatie zichtbaar begon te worden. De commissie kwam tot een positief oordeel maar vroeg wel aandacht voor de daarvoor benodigde cultuurverandering. In 2016 wordt, samenhangend met de uitrol van het reorganisatieplan, ook de daarbij behorende cultuurverandering geïntroduceerd. Ook in 2015 hebben wij deelgenomen aan de Aedes-benchmark. Zowel in 2015 als in 2014 heeft dit een C score opgeleverd op het onderdeel bedrijfsvoering, wat vertaald kan worden in relatief hoge bedrijfslasten per verhuureenheid. Om te komen tot een efficiëntere bedrijfsvoering, zijn inmiddels verschillende trajecten gestart waaronder verdere digitalisering en LEAN-werken.
Trivire jaarverslag 2015
2
Daarnaast is een reorganisatie voorbereid. Deze zal in 2016 onder andere leiden tot een krimp van het aantal fte’s van 170 in 2015 naar 147 per 1 juli 2016. Uiteindelijk gaan we toe naar 130 fte’s ultimo 2018. Dit aantal zien we op dit moment als de gemiddelde norm voor een corporatie van onze omvang. Uiteindelijk zal dit op termijn leiden tot structureel lagere personeelskosten. Daarnaast blijven we kritisch kijken naar de hoogte van de overige bedrijfslasten. Kansen Dit bestuursverslag lijkt tot op dit moment vooral een opsomming van zorgen en tegenslagen. Maar ik heb er behoefte aan om vast te stellen dat niets minder waar is dan dat. We leven in een tijd waarin oude instituties op het punt staan te verdwijnen en mensen op zoek zijn naar nieuwe verbanden, nieuwe coalities en nieuwe manieren van denken en werken. Een tijd die per saldo meer kansen biedt dan bedreigingen. Kansen voor mensen die bereid zijn tradities en afhankelijkheden achter zich te laten en nieuwe wegen in te slaan. In dat verband is het ook een bijzonder signaal dat onze oude Huurdersraad zich in 2015 heeft omgevormd tot een Participatieraad. Ik hoop in 2016 met hen nieuwe samenwerkingsafspraken te maken en hen daarin de ruimte te geven die huurders nodig hebben om zelf te werken aan hun eigen wonen en (samen) leven. Een jaarverslag kijkt natuurlijk vooral achterom, maar ik maak hier toch graag van de gelegenheid gebruik om vooral vooruit te kijken naar de prachtige uitdagingen die er voor ons liggen in het vertrouwen dat we die vooral samen met onze huurders, partners en in- en externe toezichthouders aan zullen kunnen. Iedereen die zich daartoe aangetrokken en daardoor aangesproken voelt, is van harte welkom om dat samen met ons waar te maken en Trivire verder te brengen. Zoals gebruikelijk verklaar ik aan het eind van mijn verslag dat Trivire alle middelen in het verslagjaar uitsluitend heeft besteed in het belang van de volkshuisvesting. Dordrecht, 13 april 2016 Wim van der Linden bestuurder
Trivire jaarverslag 2015
3
2. Volkshuisvestingsverslag Dit deel van het jaarverslag bevat de verplichte uiteenzettingen en overzichten die (vooral vanuit het BBSH) aan corporaties worden voorgeschreven.
2.1. Woongelegenheden Onderstaande tabel laat zien hoe de woningvoorraad zich in 2015 heeft ontwikkeld. Ontwikkeling woningvoorraad Huurprijzen (subsidiabele huur) Voorraad per 1 januari 2015 verkoop Nieuwbouw Wijziging bestemming Sloop Aankoop Huurverhoging Voorraad per 31 december 2015 In procenten
<= 403,06 1.968 -2
> 403,06 <= 618,24 10.380 -58
>618,24 <= 710,67 1.465 -6 53
1 -31
1 -22
-1
-173 1.763 12,7%
-258 10.043 72,3%
394 1.905 13,7%
> 710,68 141 -1
37 177 1,3%
Totaal 13.954 -67 53 2 -54 13.888
Instandhouding en verbetering van woningen en bijbehorend vastgoed In 2015 is voor het eerst gewerkt met de nieuwe systematiek van begroten op basis van de conditiemeting volgens de NEN 2767 norm. Het toepassen en gebruik van deze methodiek bij voorbereiding en uitvoering heeft tot een flinke verbeterslag geleid voor de begroting van 2016. Binnen de instandhouding is nog een splitsing gemaakt tussen planmatig- en niet planmatig onderhoud. De uitgaven per onderhoudssoort over 2015: Planmatig onderhoud - Klachtenonderhoud € 3.535.000 - Mutatieonderhoud € 3.790.000 - Contractonderhoud € 2.184.000 Niet planmatig onderhoud Onderhoud totaal
€ 10.951.000
€ 9.509.000 € 20.460.000
Hiervan is € 17.852.000 via de winst- en verliesrekening ten laste van het jaarresultaat 2015 gebracht. Het resterende deel is geactiveerd. Doelen Realisatie jaarbegroting In 2015 zijn onderhoudsuitgaven (kwaliteit én instandhouding) gerealiseerd binnen de vastgestelde budgetten. Bovendien zijn zoveel mogelijk posten in verband met de tijdelijke btw-verlaging voor 1 juli 2015 uitgevoerd. In 2015 was een planning opgesteld voor de uitvoering van energieprojecten tot en met 2017. In afwachting van het nieuwe portefeuilleplan is een aantal energieprojecten aangehouden. Een deel van het opgenomen onderhoud is om deze reden niet uitgevoerd. Processen Planmatig Onderhoud In 2014 is het contractonderhoud opnieuw opgezet. Dit naar aanleiding van de veelheid aan afspraken en versnipperde contracten. In 2015 is dit project afgerond. Het contractonderhoud is nu inzichtelijk en zoveel mogelijk gebundeld ondergebracht bij onze leveranciers. De processen zijn nog niet beschreven.
Trivire jaarverslag 2015
4
Veiligheid In de begroting is een aantal veiligheidsthema’s gebudgetteerd. Opgenomen zijn kosten voor brandveiligheid en houten vloeren. Tegelijkertijd is begin 2015 het onderzoek naar het risico van branddoorslag en de veiligheid van de kwaaitaalvloeren inzichtelijk gemaakt en wanneer noodzakelijk uitgevoerd. In 2016 vindt een vervolgonderzoek plaats. Asbestsanering is vanaf 2015 standaard gebudgetteerd in de MJOB. Voor brandveiligheid loopt een vervolgonderzoek welke werkzaamheden mogelijk nodig zijn. Projecten In het jaarverslag worden de projecten vermeld die in 2015 in uitvoering waren, respectievelijk zijn opgeleverd. Nieuwbouw Crispijn van Outgaerden, Oud Krispijn, huur Dordrecht
In oktober 2015 zijn aan Trivire 32 gestapelde sociale huurwoningen aan de Brouwersdijk te Dordrecht opgeleverd en in gebruik genomen. Gemiva-SVG Groep huurt 20 van de appartementen met algemene ruimten, aangepast voor mensen met een beperking. Stichtingskosten: € 6,4 miljoen
Crispijn van Outgaerden, Oud Krispijn, koop Dordrecht
Aan de Aagje Dekenstraat in Oud Krispijn in Dordrecht zijn 21 eengezinswoningen aan de kopers opgeleverd. De gemiddelde vrij-op-naam prijs was ongeveer € 175.000. De oplevering heeft plaatsgevonden in november 2015. Stichtingskosten: € 3,0 miljoen (exclusief btw) e
Nicolaasstraat, 19 eeuwse schil, Dordrecht
Volgens de PALT-afspraken (prestatieafspraken lange termijn) in de Drechtsteden heeft Trivire een project geïnitieerd dat wordt ontwikkeld onder Collectief Particulier Opdrachtgeverschap. Trivire heeft hiervoor tien kleine verouderde woningen gesloopt. Er worden zeven nieuwe eengezinswoningen teruggebouwd, waarvoor Trivire de bouwrijpe kavels uitgeeft aan de kopers. Begin 2016 wordt gestart met de bouw en de woningen worden voor de zomer van 2016 opgeleverd.
Johan Willem Frisostraat, Nieuw Krispijn Dordrecht
In Nieuw Krispijn heeft Trivire 21 eengezinswoningen vervangen door nieuwbouw. De huizen zijn in oktober 2015 opgeleverd en in de verhuur gebracht. Alle woningen, met een gemiddelde huursom van € 700,00 per maand, zijn verhuurd. Stichtingskosten: € 2,9 miljoen
Trivire jaarverslag 2015
5
Multifunctionele Accommodatie, Kort Ambacht Zuid, Zwijndrecht
Aan de Karel Doormanlaan in Zwijndrecht ontwikkelt Trivire in nauwe samenwerking met de gemeente Zwijndrecht een 2 multifunctionele accommodatie (MFA) van circa 2.500 m bruto vloeroppervlak. In het gebouw komen een openbare basisschool, een sporthal voor de wijk, een welzijnsinstelling en een wijkkantoor van Trivire. De bouw is in mei 2015 gestart en de oplevering is de eerste helft van 2016. Als ‘huiskamer’ van de wijk gaat deze MFA een bijdrage leveren aan het bevorderen van de leefbaarheid in de wijk Kort Ambacht Zuid. De naam van het gebouw wordt ‘Hart van Meerdervoort’. Stichtingskosten: € 4,6 miljoen
Volgerlanden Oost cluster B1, Hendrik-Ido-Ambacht
In het oostelijk deel van VINEX-locatie De Volgerlanden, gelegen tussen Zwijndrecht en Hendrik-Ido-Ambacht, komt de wijk De Watervogels. Trivire ontwikkelt daar 25 sociale huurwoningen met daarnaast 15 wooneenheden voor jongvolwassenen met een verstandelijke en/of fysieke beperking en ruimten voor gemeenschappelijk gebruik door ouderinitiatief Stichting Anderdak. Door de toepassing van warmte-koude opslag, een warmtepomp, goede isolatie, zuinige ventilatie en de opwekking van energie door middel van zonnepanelen worden de woningen energieneutraal met een Energie Prestatie Coëfficiënt = 0. Eerste helft 2016 wordt gestart met de bouw. Stichtingskosten: € 6,2 miljoen
Zomertaling, Volgerlanden Oost, Hendrik-Ido-Ambacht
In de nieuwe wijk De Watervogels worden, naast sociale huur, ook 10 vrije sector koopwoningen door Trivire ontwikkeld. Door de toepassing van warmte-koude opslag, een warmtepomp, goede isolatie, zuinige ventilatie en de opwekking van energie door middel van zonnepanelen worden de woningen energieneutraal met een Energie Prestatie Coëfficiënt = 0. Alle woningen, met een gemiddelde vrij-op-naam prijs van ongeveer € 230.000, zijn verkocht. Eerste helft 2016 wordt gestart met de bouw. Stichtingskosten: € 1,9 miljoen (exclusief btw)
Wiardi Beckmanplantsoen/Van den Tempelstraat, Crabbehof, Dordrecht
In de wijk Crabbehof vervangt Trivire 54 verouderde woningen door 59 nieuwe eengezinswoningen. De oudbouw is in november 2015, volgens erfpachtafspraken, leeg teruggeleverd aan de gemeente. De gemeente sloopt de woningen en verkoopt de onbebouwde grond aan Trivire. Start van de nieuwbouw wordt in e het 3 kwartaal 2016 verwacht. Stichtingskosten: € 8,5 miljoen
Trivire jaarverslag 2015
6
Energieprojecten In het kader van verduurzaming is Trivire op verschillende locaties, verspreid over Dordrecht en Zwijndrecht, aan de slag om bestaande woningen energiezuiniger te maken. De gemiddelde Energie-Index is van 2,19 naar 2,03 gegaan. Dat is label E, maar op de grens van label D, Energie-Index 2,00. Deze verbetering van de Energie-Index is vooral het gevolg van de energieprojecten en planmatige activiteiten.
Groen van Prinstererplantsoen e.o., Walburg, Zwijndrecht
Op 5 oktober 2015 is gestart met de gevelrenovatie van 40 woningen aan het Groen van Prinstererplantsoen en omgeving in de wijk Walburg in Zwijndrecht. De woningen krijgen een compleet nieuwe buitenschil waarbij de gevel, het dak en de vloer hoogwaardig worden geïsoleerd. In de nieuwe geïsoleerde gevel komen kozijnen met isolerende beglazing en een CO2 gestuurd ventilatiesysteem. De werkzaamheden worden in het eerste halfjaar 2016 afgerond. Investering: € 3,6 miljoen
Merelstraat/Karekietstraat e.o., Kort Ambacht, Zwijndrecht
Deze 132 woningen zijn in twee fasen voorzien van dak-, vloer- en gevelisolatie. Verder hebben de woningen nu isolerende beglazing, mechanische ventilatie en een hoog rendement cv-ketel. e De 2 fase is in april 2015 opgeleverd. Investering: € 3,4 miljoen
Bilderdijkstraat e.o., Kort Ambacht, Zwijndrecht
76 woningen in de wijk Meerdervoort zijn nu voorzien van dak-, vloer- en gevelisolatie. De houten kozijnen zijn vervangen door kunststof met isolerende beglazing en in alle woningen zit nu een hoog rendement cv-ketel en een mechanisch ventilatiesysteem. De werkzaamheden zijn afgerond. Investering: € 3,4 miljoen
Wega e.o., Sterrenburg, Dordrecht
Dit complex van 39 woningen is voorzien van dak-, vloer- en gevelisolatie. Verder hebben de woningen nu isolerende beglazing, mechanische ventilatie in combinatie met een warmte terugwinnend Climarad-systeem en een hoog rendement cv-ketel. De werkzaamheden zijn in mei 2015 afgerond. Investering: € 2,3 miljoen
Trivire jaarverslag 2015
7
Burgemeester Struijkstraat (fase 2) e.o., Dubbeldam, Dordrecht
Na de 21 woningen in fase 1 zijn in 2015 de 51 woningen uit fase 2 voorzien van dak-, vloer- en gevelisolatie, isolerende beglazing, mechanische ventilatie en een hoog rendement cv-ketel. De laatste woning is in december 2015 opgeleverd. Investering: € 3,4 miljoen
Stierstraat Sterrenburg, Dordrecht
Begin 2015 is de aanpak van de portiekflat met 24 woningen aan de Stierstraat afgerond. De gevel is nu geïsoleerd met spouwisolatie en kunststof kozijnen met isolerend glas. De collectieve verwarming en de keukengeisers zijn vervangen door een individuele restwarmteaansluiting van HVC. Daarnaast zijn de keukens, badkamers en toiletten gerenoveerd Investering: € 1,0 miljoen
Energieprojecten in voorbereiding In 2015 stond verduurzaming van meer complexen gepland. Deze zijn, in verband met de herijking van het portefeuilleplan, uitgesteld. Paulus Potterstraat e.o., Noord, Zwijndrecht Vermeerstraat e.o., Noord, Zwijndrecht Ooievaar- en Vinkplein, Heer Oudelands Ambacht, Zwijndrecht (start 2016) Koningstraat e.o., Dubbeldam, Dordrecht Merodestraat, Dubbeldam, Dordrecht Celebeslaan e.o., Kort Ambacht, Zwijndrecht Da Costastraat, Oud Krispijn, Dordrecht
Renovatieprojecten De Sitterstraat, Sterrenburg, Dordrecht
Aanpak van de twee galerijflats aan de De Sitterstraat in Sterrenburg is in 2015 afgerond met een nieuwe entreehal en een vernieuwd intercomsysteem.
Tomatenplein/Veilingdreef, Noord, Zwijndrecht
De gestapelde bouw aan het Tomatenplein en de Veilingdreef ondergaat een upgrade door aanpak van de entreehallen, liften/trappenhuizen en gevel.
Trivire jaarverslag 2015
8
2.2. Leefbaarheid Grip op de Knip 2015 In november 2015 heeft de Buitenwacht samen met Trivire de bijeenkomst ‘Samen Grip op de Knip’ georganiseerd. Doel en resultaat van deze bijeenkomst was co-creatie en verbinden op het thema Betaalbaarheid. Hierover zijn nieuwe concrete samenwerkingsafspraken gemaakt. Er waren zes verschillende workshops met groepjes, samengesteld uit vertegenwoordigers van huurdersraden, professionals, corporaties, gemeenten, bestuurders, politiek en vrijwilligers van maatschappelijke organisaties. Per workshop zijn twee trekkers benoemd die verantwoordelijk zijn om de vervolgstappen te ondernemen. De website www.samengripopdeknip.nl is opgericht om de ervaringen van de aanwezigen en de uitkomst van de workshops te volgen. De Buitenwacht is in 2016 projectleider van het regionale thema Betaalbaarheid, waarbij zes deelprojecten worden uitgevoerd over dit themacongres. Klantvisie Als onderdeel van Trivire Verder is in 2015 de klantvisie Trivire vastgesteld. De klantvisie positioneert de klant binnen Trivire. In de klantvisie staat wat wij doen om onze klant belangrijk te laten zijn, hoe wij de klant willen bedienen en hoe wij de klant een tevreden klant willen laten zijn. Vanzelfsprekend zijn de uitgangspunten van de Nieuwe wegen in Participatie geïntegreerd in de klantvisie. Trivire Tientje De vrijwillige inzet van huurders bij het beheer van hun buurt is uitgangspunt van beleid. Trivire is overtuigd van de eigen kracht van huurders en wil helpen deze kracht te ontwikkelen. Het Trivire Tientje is een begrip geworden dat staat voor inbreng van ideeën en eigenaarschap van huurders en bewoners van Trivire. Het is een inspirerend voorbeeld voor onze focus op onbenutte krachten en talenten in wijken en buurten van Trivire. In het kader van de Woningwet zijn inmiddels vanaf 2016 zwaardere voorwaarden aan het toekennen van het Trivire Tientje gesteld. Wijkbeheer Nieuwe Stijl Na een succesvolle afronding van de pilot Wijkbeheer in de wijk Sterrenburg begin 2015, is in het najaar 2015 gestart met de gefaseerde uitrol in een aantal complexen in Dordrecht en Zwijndrecht. De huurder kan een pakket kiezen waarbij de wijkbeheerder een aantal werkzaamheden gratis uitvoert. Voor extra werkzaamheden moet worden betaald. In 2016 zijn de overige complexen van Trivire aan de beurt. De kaders van Nieuwe wegen in Participatie zijn het vertrekpunt voor het gefaseerd uitrollen van Wijkbeheer Nieuwe Stijl. Projecten leefbaarheid Ook in 2015 voerde Trivire veel fysieke projecten uit waaraan de leefbaarheidsmedewerkers een bijdrage hebben geleverd. Hieronder een aantal voorbeelden: Kort Ambacht Zuid (KAZ), Zwijndrecht Een integrale aanpak wordt ingezet om de beleving van veiligheid en leefbaarheid bij de inwoners van Kort Ambacht te vergroten. Dit is ook het speerpunt van het raadsprogramma 2014-2018. De inzet is specifiek gericht op deze wijk omdat bewoners hier meer dan in andere wijken vinden dat hun buurt afglijdt. (Bron: Monitor Leefbaarheid & Veiligheid). De gemeente Zwijndrecht heeft een bestuursopdracht opgesteld in samenwerking met Trivire en maatschappelijke partners om de mogelijkheden en krachten van de wijk KAZ te verduidelijken. Hierbij is aandacht voor de samenhang tussen fysieke investeringen, sociale investeringen en handhavingsacties met oog voor groepen en individuen om tot een gecoördineerde en duurzame aanpak te komen. Onder meer door de inzet van Trivire binnen het ‘Regieteam Surinamestraat en omgeving’. Door partijen, zoals Trivire, gemeente, Veiligheidshuis, politie en justitie, wordt ingezet op vermindering van overlastsituaties op straat, criminaliteit, etc., die ertoe leiden dat bewoners zich onveilig voelen en de leefbaarheid onder druk komt te staan.
Trivire jaarverslag 2015
9
Een ander voorbeeld is de bouw van een multifunctionele accommodatie (MFA) in Kort Ambacht. MFA KAZ: een centrale ontmoetingsplek in Kort Ambacht Zuid, Zwijndrecht Met een feestelijke eerste paal is in mei 2015 gestart met de bouw van de multifunctionele accommodatie (MFA) in de wijk Kort Ambacht Zuid in Zwijndrecht. Gesitueerd aan de Karel Doormanlaan levert de MFA een bijdrage aan de leefbaarheid in de wijk. Het gebouw moet een belangrijke en centrale ontmoetingsplek worden die de samenhang in de wijk bevordert en de binding tussen mens en buurt vergroot. Basisschool De Dolfijn, Diverz, Trivire en de gemeente Zwijndrecht zijn de hoofdgebruikers. Het huidige wijksteunpunt aan de Kapitein Stamperiusflat 26 verhuist naar het MFA. Begin 2016 zijn de werkzaamheden afgerond. Lijnbaangebied, Dordrecht Vanaf begin 2015 is Trivire actief in het kader van Project Taskforce Dordrecht Centrum met extra inzet op activiteiten in het kader van schoon, heel en veilig in het Lijnbaangebied. Aanleiding is overlast op straat van jongeren en ondermijnende criminaliteit. Het samen leven in de wijk Lijnbaangebied staat onder druk. Dat roept bij bewoners ongeruste reacties op. Om een adequaat antwoord te geven op deze gevoelens van onvrede, wordt steeds meer inzet gevraagd van alle partijen (politie, zorg, welzijn, corporaties). Zij vormen samen de Taskforce. Trivire draagt bij aan de veiligheid vanuit extra inzet op schoon, heel en veilig zoals de intensivering van de dagelijkse schouwrondes en investeren in goede huurders of bewoners om vertrouwen op te bouwen. Het team Verhuur en Incasso geeft extra aandacht aan intake en mutaties bij huuropzegging. Herfst 2015 heeft de gemeente Dordrecht vanwege de hoge urgentie een brede Regiegroep aanpak overlast en ondermijning in de Lijnbaan en Vogelbuurt in het leven geroepen. De regiegroep heeft een actieplan Lijnbaan en Vogelbuurt ontwikkeld, getiteld ‘Een spade dieper’. Zo heeft Trivire camera’s in de Viermolenspoort in de Lijnbaan geplaatst. Verder faciliteert Trivire sinds oktober 2015 een moedergroep door het bieden van een tijdelijke ruimte. Deze groep voert thema-activiteiten uit met moeders en kinderen uit het Lijnbaangebied en MEEdrechtsteden ondersteunt de moeders door inzet van een opstartbudget voor materialen en advies. Een positief burgerinitiatief in een onrustige wijk. Dat kan de Lijnbaan goed gebruiken! Herhuisvesting van bewoners Wiardi Beckmanplantsoen en Van den Tempelstraat, Dordrecht Eind 2015 heeft Trivire de laatste huurders van Wiardi Beckmanplantsoen en Van den Tempelstraat in Crabbehof geherhuisvest. De herhuisvestingsopgave is goed en volgens planning verlopen. De top drie van de wijken, waarnaar de meeste huurders zijn verhuisd, zijn Sterrenburg, Nieuw Krispijn en Oud Krispijn. De gemeente Dordrecht realiseert in de eerste helft van 2016 de sloop van de 54 woningen van het e Wiardi Beckmanplantsoen en van de Van den Tempelstraat. In het 2 kwartaal 2016 worden in het gebied nieuwe riolering en leidingen voor elektriciteit, water, glasvezel en stadsverwarming aangelegd. e In het 3 kwartaal 2016 start Trivire met de bouw van 59 nieuwbouw eengezinswoningen, bestemd voor de sociale huursector. Oplevering van de nieuwbouw is begin 2017. Zero Tolerance Beleid Eisingahof, Dordrecht Samen met de politie werpt het intensieve beheer sinds een aantal jaren zijn vruchten af in het jongerencomplex de Eisingahof. Zo wordt met elke nieuwe huurder een intakegesprek gevoerd, hangt een digitaal mededelingenbord in de hal en zijn de wijkbeheerder van Trivire en de wijkagent regelmatig aanwezig. In januari 2015 is het beheer uitgebreid met het zogeheten Zero Tolerance Beleid. Elke nieuwe huurder die bij Trivire op de Eisingahof komt wonen, krijgt de boodschap mee dat Trivire en de wijkagent geen enkele vorm van overlast tolereren. Concreet betekent dit dat er geen waarschuwing wordt gegeven. Als de politie geluidsoverlast constateert, dan geeft zij direct een boete van € 140,00. In 2015 heeft de politie 13 boetes moeten geven.
Trivire jaarverslag 2015
10
Convenant screening aspirant-huurders Dordrecht Met de gemeente Dordrecht en de politie Zuid-Holland-Zuid is een convenant gesloten met als doel het instrument van gerichte screening van aspirant-huurders op overlast op effectieve wijze in te zetten, om een substantiële bijdrage te leveren aan de vermindering van ernstige vormen van overlast, zodat de woon- en leefomgeving in bepaalde wooncomplexen en/of woonstraten in de gemeente Dordrecht in belangrijke mate wordt verbeterd en door spreiding de lasten evenredig worden verdeeld.
2.3. Wonen en zorg/bijzondere groepen Voor het CFV hebben we in oktober 2014 informatie aangeleverd over het scheiden van wonen en zorg. Behalve de oplevering van 20 woningen aan de Brouwersdijk is sindsdien niets relevants veranderd. De vragenlijst ging over het inventariseren van de risico’s qua vastgoed als gevolg van de extramuralisering. Vastgoed waarbij specifiek woningen zijn (om)gebouwd voor zorginstellingen, is onderwerp van aandacht. Het gaat daarbij om complexen die uit meer dan twee aangepaste woningen bestaan. Volgens het CFV geeft een intramuraal karakter risico’s. Het meest risicovol is de combinatie van het fysiek verouderde en tegelijk intramurale zorgvastgoed dat we vinden bij de oudere verzorgingshuizen. We hebben geconstateerd dat Trivire dit type zorgvastgoed niet in haar portefeuille heeft. Het CFV had dus ook verder geen reden om ons vastgoed nader onder de loep te nemen. De Prinsemarij wordt wel als risico aangemerkt, maar het reëel risico van dit complex is beperkt doordat het nieuw, ruim en flexibel gebouwd is en dus een redelijke courantheid bezit. Ook het zorgvastgoed dat door Trivire speciaal is gebouwd of aangepast voor GGZ en VG doelgroepen brengt enig risico mee. Dit vastgoed is wat minder courant en vergt investeringen om het weer terug te bouwen tot courante huurwoningen. Maar het risico is in werkelijkheid beperkt vanwege de nieuwe en flexibele bouw en de kleinschaligheid. In totaal hebben we negen complexen waar we wel even bij stil willen staan. Het gaat om in totaal 210 woningen en een jaarhuur van circa € 2 miljoen. Dit zijn allemaal GGZ-/VG-complexen behalve de Prinsemarij (ouderenzorg). Bij het vraagstuk over het scheiden van wonen en zorg is van belang wie de verhuurder is. In alle gevallen verhuren wij aan de zorgorganisatie en zij verhuren weer door. Een aantal doet dit intramuraal, dus wonen en zorg ineen. En een aantal doet dit volgens het principe scheiden wonen en zorg, dus met huurcontract naar cliënt. In alle gevallen hebben wij in principe geen financiële effecten van het scheiden van wonen en zorg. De risico’s zijn beperkt en het huurcontract tussen de zorgorganisatie en ons blijft gehandhaafd. Hierbij maken wij wel melding van het opzeggen van de huur van de algemene ruimten (plintfunctie) van het Sterrenwiel door zorgorganisatie De Wielborgh per 1 mei 2016. Wij hebben Urbancore opdracht gegeven onderzoek te verrichten hoe we de toekomstwaarde van het Sterrenwiel kunnen behouden en welke consequenties dit heeft voor de inrichting, verhuring en opbrengsten van dit complex. Bijzondere contracten Trivire heeft in 2015 115 voorrangskandidaten gehuisvest, waarbij 41 woningen toegewezen zijn aan statushouders. In deze 41 woningen heeft Trivire 132 statushouders gehuisvest. Trivire heeft bij het toewijzen van de woning rekening gehouden met de gezinsgrootte, ook met het oog op gezinshereniging. Na een evaluatie met de Dienst Gezondheid & Jeugd (DG&J) hebben in 2015 de regiocorporaties een nieuwe dienstverleningsovereenkomst voor 2015 afgesloten. De DG&J leverde in 2015 een screening van alle voorrangskandidaten die inzicht biedt in de begeleidingsbehoefte. Trivire heeft in 2015 vier kandidaten gehuisvest met een bijzonder contract waar huisvesting en intensieve begeleiding gekoppeld zijn. De DG&J heeft verder een regietaak op deze bijzondere contracten. Ook voor twee zittende bewoners is een vergelijkbaar bijzonder contract afgesloten.
Trivire jaarverslag 2015
11
2.4. Toewijzen, verhuren en vervreemden Toewijzen en verhuren Goedkope huurwoningen worden zoveel mogelijk verhuurd aan lagere inkomens en duurdere woningen aan midden- en hogere inkomens. Een uitzondering kan worden gemaakt voor huishoudens die dringend woonruimte nodig hebben. Onderstaande tabel laat zien hoe Trivire in 2015 haar leegkomende woningen verhuurd heeft. Verhuringen 2015 Totaal vrijgekomen voor verhuur Waarvan met huurprijs > € 710,68 Verhuurd ‘om niet’ Vrijgekomen DAEB Verhuurd huishoudens > € 34.911 Verhuurd huishoudens < € 34.911
Trivire eigen verhuur 969 7 962 49 913
Van Trivire via derden 108 0 17 91 0 91
Totaal
913
91
1.004 95%
Aantal huishoudens binnen DAEB Percentage verhuurd binnen DAEB (1004/1053)
1.077 7 17 1.053 49 1.004
Verhuringen ‘om niet’ zijn woningen bestemd voor sloop (in 2015 een complex in de wijk Crabbehof in Dordrecht), die voor nog slechts enkele maanden worden verhuurd via een bruikleenovereenkomst in plaats van een tijdelijke huurovereenkomst. Vervreemden Trivire heeft in totaal 67 woningen uit de bestaande voorraad verkocht waarvan vier woningen met specifieke voorwaarden (verkoop onder voorwaarden). Verkoop is aan de orde wanneer (delen van) het bezit niet (meer) (past) bij de bedrijfsdoelstellingen of bij de wenselijke woningportefeuille. Ook kan verkoop plaatsvinden om financiële redenen. In de meerjarenbegroting (MJB) is voor de komende vijf jaar rekening gehouden met een verkoop van gemiddeld 67 woningen per jaar. Verkoop vindt primair plaats aan huurders. Wanneer huurders niet willen kopen, vindt verkoop plaats bij mutatie. Incidenteel worden complexen in hun geheel verkocht aan derden. Ontruimingen Er zijn dit jaar 23 ontruimingen geweest op basis van 64 aanzeggingen. Dit is bijna de helft minder ontruimingen dan in 2014. Aantal ontruimingen Aangezegd Ontruimd
2015 64 23
2014 130 43
2013 124 35
2012 101 34
2011 133 38
Specificatie ontruimingen: Gezinnen: er zijn 4 gezinnen met kinderen < 18 jaar ontruimd, waarvan een echtpaar met 1 kind, man met 1 kind, vrouw met 1 kind en een vrouw met 2 kinderen (laatstgenoemde verbleven overigens niet meer in de woning). ‘Regulier’: er zijn 15 ontruimingen geweest, waarvan 9 alleenstaande mannen en 6 alleenstaande vrouwen. Overlast: er zijn 4 woningen ontruimd op basis van overlast, waarvan 2 alleenstaande mannen en 2 alleenstaande vrouwen. Ondanks de economische crisis is het aantal ontruimingen bij ons dit jaar – in tegenstelling tot de trend in de regio – relatief laag en zelfs lager dan ooit. Dit komt allereerst door de inzet van de financieel consulenten die alles in het werk stellen om een ontruiming te voorkomen. Hierover zijn afspraken gemaakt met de deurwaarders. Overigens zien we ook een dalende trend in het aantal uit handen gegeven deurwaarderszaken.
Trivire jaarverslag 2015
12
Daarbij worden (meer) huisbezoeken afgelegd en wordt extra ingezet op preventie met als doel oplopende huurachterstanden en vaak meervoudige problematiek te voorkomen. Tenslotte zien we dat de samenwerking met de sociale wijkteams, volgens het convenant Samenwerkingsafspraken Preventie Huisuitzettingen Drechtsteden, handen en voeten krijgt en ook dankzij hun inspanningen worden ontruimingen voorkomen.
2.5. Betrekken bewoners en geschillenbeslechting Betrekken bewoners bij beleid en beheer Nieuwe wegen in participatie Bij het zoeken naar Nieuwe wegen in participatie in 2015 zijn we uitgegaan van de gedachte dat onze huurders beschikken over de juiste kennis over het wonen. We zoeken naar andere invalshoeken om huurders te bereiken. Om ze uit te dagen en te stimuleren om met ons te participeren (meedenken, meebeslissen en meedoen) in het beheer van onze woningen in wijken, buurten en complexen. We vinden dat de huurder aan zet is en het beheer niet meer alleen de verantwoordelijkheid van Trivire is. In 2015 heeft de werkgroep Nieuwe wegen in Participatie de kaders en processen vormgegeven met de gewenste situatie: ‘Samen(werking) met bewoners’ centraal. Dit is een dynamisch proces en we vragen aan onszelf, maar ook steeds meer aan de klant, onze stakeholders, samenwerkingspartners en andere deskundigen wat zij van Trivire verwachten en welke rol van Trivire hierbij past. Dit wordt steeds meer een herkenbare Trivire-stijl: faciliterend, ondersteunend, verbindend en luisterend. Het centraalstellen van de klantbehoefte betekent dat we op een andere manier met onze klant in verbinding staan. We richten ons meer op de verbinding met de klant en focussen ons op ontmoeting en het stimuleren van betrokkenheid. Dit zijn voorwaardelijke factoren voor bewonersparticipatie. We stellen ons open voor de klant en zijn transparant in ons handelen en kritisch over de diensten en kwaliteiten die we leveren. Nog meer gaan we bewust op zoek naar de behoeften van onze klanten en zorgen dat daarvoor een draagvlak komt binnen de organisatie. Deze zoektocht gebeurt niet alleen in de daarvoor geplande momenten, maar juist in het alledaagse contact met onze huurders. We beseffen dat deze houding specifieke competenties vraagt. Door bewonersparticipatie als vast onderdeel op te nemen in onze processen, staat de klant op natuurlijke wijze meer centraal. Niet alleen op het gebied van ‘samen wonen en samen leven’, maar juist ook binnen het uitvoeren van onze kerntaak ‘huisvesten’. Wij voeren de basis uit en stellen daarbij de klantbehoefte centraal, maar alles wat de klant extra wil daar moet hij zich zelf voor inzetten. Wanneer dit gewenst is, dan kunnen wij ondersteuning bieden. Een nieuwe stijl van bewonersparticipatie vraagt dus iets van onze klanten, onszelf, maar ook van onze partners. In 2016 krijgt het nieuwe participatiebeleid van Trivire een vervolg door onder meer: De werkprocessen binnen Trivire te reorganiseren en implementeren door de LEAN-methodiek toe te passen, waarbij de klant centraal staat. Installatie van de nieuwe Participatieraad met een bevoegdheid die past bij de nieuwe Woningwet. Het gefaseerd invoeren van Wijkbeheer Nieuwe Stijl. Een vervolg geven aan de gemaakte afspraken tijdens ‘Grip op de Knip’, een conferentie over de betaalbaarheid van wonen die in november 2015 heeft plaatsgevonden in ‘de Buitenwacht’. Het positioneren van de klant door de uitwerking van de Klantvisie, die in 2015 is vastgesteld. Afscheid Huurdersraad Trivire, werving en selectie van een Participatieraad In 2015 is formeel afscheid genomen van de Huurdersraad Trivire waarbij een overgangsbestuur is gekozen tot aan de installatie van een nieuwe Participatieraad. De afvaardiging van het dagelijks bestuur van de huurdersraad heeft de werving en selectie uitgevoerd. De Participatieraad wordt gevormd door een groep van negen huurders die representatief is voor de huurders van Trivire. Een groep die – zoals verwoord in onze missie – kleurrijk, jong en oud is met verschillende culturen en achtergronden, die samen wonen en samen leven in onze buurten en wijken. De Participatieraad praat namens huurders, dus is het belangrijk dat verschillende meningen uit de samenleving worden ingebracht. Trivire jaarverslag 2015
13
De leden moeten op zoek gaan naar wat leeft en (verschillende) meningen ophalen. Voor Trivire is het belangrijk om te weten wat breed leeft bij de verschillende bevolkingsgroepen. De Participatieraad gaat Trivire adviseren, gaat meepraten, maar ook meebeslissen over belangrijke beleidszaken. De werving en selectie is eind december 2015 afgerond en vanaf januari 2016 is de HuurdersParticipatieraad Trivire een feit. Geschillenbeslechting Trivire is deelnemer aan de Geschillencommissie Wonen Zuid-Holland. Deze commissie is – ook op initiatief van Trivire – op 1 januari 2015 voortgekomen uit het samengaan van de voormalige geschillencommissies Huursector (Haaglanden) en Wonen Zuid-Holland Zuid. De commissie beslecht geschillen voor ruim 20 corporaties die samen meer dan 210.000 woningen bezitten en beheren. De commissie behandelde in 2015 acht geschillen die door klagers tegen Trivire waren ingediend. Onderstaand een overzicht van die geschillen en de uitspraken. Klacht 1501 1503 1504 1508
Betreft
Uitspraak
Klagers komen in verzet tegen de opdracht van Trivire om de door hen geplaatste schotelantenne(s) te verplaatsen.
Commissie gaf klagers gelijk.
1510
Klager vraagt een vergoeding voor schade aan inboedel als gevolg van vocht in de woning.
Commissie gaf klager gelijk.
1516
Klager is van mening dat Trivire correctiefactoren moet toepassen voor de berekening van het warmteverbruik.
Commissie verklaarde de klacht ongegrond volgens de tekst van de Warmtewet.
1518
Klager heeft last van lekkage door de vervanging van ramen in een Rijksmonument.
1533
Klager wil de nota voor de kosten van schoonmaak na oplevering van de woning niet betalen.
Commissie verklaarde de klacht ongegrond. Commissie verklaarde de klacht ongegrond.
2.6. Financieel beleid, beleggingen en (onrendabele) investeringen Algemeen Onze extern (financieel) toezichthouder Aw (Autoriteit woningcorporaties) geeft in de financiële beoordeling 2015 aan dat geen aanleiding bestaat tot het doen van interventies. Dit kan als een positief oordeel worden aangemerkt. Daarnaast heeft het WSW (Waarborgfonds Sociale Woningbouw) de kredietwaardigheid bevestigd en het borgingsplafond vastgesteld op € 539,3 miljoen. Dit is voldoende voor de financiering van onze bedrijfsvoering. Tot en met 2014 werden de normen van het WSW als beleidsuitgangspunt gehanteerd. Bij de uitwerking van het concept financieel beleidskader in 2015 is volgens risicokwantificering op macroeconomisch, politiek en organisatieniveau een noodzakelijke risicobuffer berekend van € 195 miljoen. Op basis van die risico’s is voorlopig besloten tot een verhoging van de eigen Trivire normen ten opzichte van de WSW normen. Dit is de eerste voorzet die in augustus 2015 ook voorlopig is goedgekeurd door de RvC. Medio 2016 zal nog een herijking plaatsvinden na actualisatie van de begroting 2016. De genoemde normen worden zowel in 2015 als volgende jaren gehaald. Zie voor de verdere ontwikkeling van de kengetallen de betreffende bijlage in de jaarrekening. Kengetal/ratio Risicobuffer Solvabiliteit
Norm WSW n.v.t. >20%
Norm Trivire € 195 miljoen >40%
>1,4 >1,0 <75%
>1,6 >1,2 <50%
ICR DSCR LTV Trivire jaarverslag 2015
Toelichting O.b.v. risico-inventarisatie Interne norm volgens marktwaarde in verhuurde staat, norm WSW op basis van bedrijfswaarde
14
2.6.1 Belangrijke activiteiten op financieel terrein in 2015: Uitwerking financieel beleid in relatie tot vastgoedsturing, waardering vastgoed tegen marktwaarde in verhuurde staat en de benodigde risicobuffer in het kader van risicomanagement. Verbetering afsluitprocessen begroting, jaarrekening en perioderapportages met goed onderbouwde dossiervorming en deugdelijke analyses. Voorbereiding keuze nieuw bedrijfsinformatiesysteem en een nieuw meerjarenbegrotingspakket. Herziening treasurystatuut, vooral naar aanleiding van de aangescherpte beleidsregels beleggingen. Uitvoering concrete treasuryactiviteiten (zie 2.6.9). Herijking kengetallen en ratio’s. In 2016 lopen de volgende trajecten nog door om de beoogde transitie en kwaliteitsverbetering te kunnen realiseren: e Marktwaarde in verhuurde staat. Doelstelling is om begin 2 kwartaal 2016 te beschikken over een waarderingsprotocol, de marktwaarde in verhuurde staat van het hele bezit en een proces actualisatie marktwaarde. Procesoptimalisatie informatievoorziening. Uitwerking Audit & Controle plan. Een geactualiseerd portefeuilleplan met een horizon van 15 jaar waarin de huidige en gewenste portefeuille wordt vastgelegd met het daarbij behorende transitieprogramma. Een definitief financieel beleidskader gebaseerd op marktwaarde in verhuurde staat, waarbij sturen op rendement centraal staat. 2.6.2 Resultaat en Algemene Bedrijfsreserve Resultaat Het batig resultaat over 2015 bedraagt € 6,5 miljoen. Voor 2015 was een resultaat van -/- € 11,3 miljoen begroot. De belangrijkste afwijkingen tussen begroot en werkelijk staan hieronder vermeld: Analyse Bedragen x € 1.000
1 2 3 4 5 6 7 8 9
Verkoop Waardeverandering activa Waardeverandering derivaten Wegvallen saneringssteun/minder verhuurderheffing Vrijval voorziening onrendabele toppen Vpb (vennootschapsbelasting) Deelnemingen Lagere onderhoudskosten Diverse Totaal N = nadelig B = batig
B B B B B N N B B B
1.400 3.300 1.300 2.000 7.000 300 100 2.600 600 17.800
In het kort de toelichting op de grootste verschillen tussen begroting en werkelijkheid: 1. Batig resultaat op verkopen. In de begroting was het resultaat op verkopen niet meegenomen in het resultaat maar als waardeverandering rechtstreeks in het vermogen verwerkt. 2. In de begroting 2015 was rekening gehouden met een waardevermindering van de vastgoedportefeuille. 3. Marktwaarde extendibles niet begroot maar minder negatief ten opzichte van 2014. 4. Bijdrage saneringsheffing 2015 op nihil gesteld. Verhuurderheffing 2015 lager door lagere WOZ-waarde en onzelfstandige woningen. 5. Vrijval voorziening onrendabele toppen door oplevering nieuwbouw. De voorziening is gevormd volgens het individuele complex. Bij oplevering vindt een toets plaats op rayonniveau. Wanneer op rayonniveau geen sprake is van een onrendabele top, valt de voorziening vrij ten gunste van het resultaat. 8. Lagere onderhoudskosten door kostenbesparing, contracten geactualiseerd en lager btw-tarief tot 1 juli 2015. Trivire jaarverslag 2015
15
Algemene bedrijfsreserve De algemene bedrijfsreserve is in 2015 gestegen van € 323,4 tot € 385,9 miljoen. De toename wordt veroorzaakt door de volgende mutaties: Bedragen x € 1.000
Saldo 31 december 2014 Gevolgen stelselwijziging (zie waarderingsgrondslagen) Gecorrigeerd saldo per 1 januari 2015 Resultaat 2015 Herwaardering Totaal mutaties Saldo 31 december 2015 N = nadelig B = batig
323.443 6.962 330.405
B B B B
6.496 49.004 55.500 385.905
2.6.3 Voorziening onrendabele investeringen De voorziening onrendabele investeringen is in 2015 aangepast op basis van de ‘harde projecten’. Het saldo per 31 december 2015 bedraagt € 3 miljoen (2014 = € 10 miljoen). De afname in 2015 met € 7 miljoen wordt vooral veroorzaakt door de oplevering van projecten in 2015 voor een totaalbedrag van € 8 miljoen. Daartegenover is voor het project ‘Nieuwbouw Wiardi Beckmanplantsoen’ een bedrag van € 1 miljoen aan de voorziening toegevoegd. 2.6.4 Vennootschapsbelasting (Vpb) Vanaf 1 januari 2008 is Trivire integraal belastingplichtig geworden voor de Vpb. Corporaties zijn sindsdien verplicht over hun integrale activiteiten Vpb te betalen. Een en ander is vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst (VSO). In deze VSO zijn specifieke bepalingen opgenomen over de waardering van posten op de fiscale openingsbalans en de wijze van resultaatneming. De belasting over het resultaat wordt berekend over het resultaat voor belastingen in de winst- en verliesrekening, rekening houdend met beschikbare fiscaal compensabele verliezen uit voorgaande boekjaren (voor zover niet opgenomen in de latente belastingvorderingen) en vrijgestelde winstbestanddelen en na bijtelling van niet-aftrekbare kosten. Ook wordt rekening gehouden met wijzigingen die optreden in de latente belastingvorderingen en latente belastingschulden voor wat betreft wijzigingen in het te hanteren belastingtarief. De Hoge Raad heeft op 13 januari 2012 ten aanzien van een andere woningcorporatie geoordeeld dat deze kwalificeert als ANBI, aangezien zij het algemeen nut beoogt en het algemeen belang feitelijk dient. Het praktijkbelang van dit arrest ligt bij de toepassing van de herbestedingsreserve, waardoor de acute Vpb-last over de jaren 2008 tot en met 2011 nihil wordt. Deze faciliteit houdt feitelijk in dat ten laste van de fiscale winst kan worden geïnvesteerd in nieuwbouw voor de verhuur en verbeteringsuitgaven die normaliter geactiveerd moeten worden. Nu Trivire (en haar rechtsvoorgangers) ten aanzien van de jaren 2006 tot en met 2011 binnen de voor de herbestedingsreserve geldende driejaarstermijn tenminste voor het bedrag van de fiscale winst heeft geïnvesteerd in nieuwbouw/verbetering, betekent dit dat de Vpb-heffing over de jaren 2006 tot en met 2011 tot nihil is teruggebracht. De herbestedingsreserve kan als gevolg van een wetswijziging vanaf het jaar 2012 niet meer worden toegepast. De aanslagen Vpb zijn definitief vastgesteld tot en met het jaar 2012. Volgens de definitieve aanslag bedraagt het belastbaar bedrag over 2012 € 2,5 miljoen positief. Over 2013 is begin juli 2015 een voorlopige nul-aangifte ingediend. Deze aangifte moest op het moment van het samenstellen van de jaarrekening 2015 nog onderbouwd of aangevuld worden. In het kader van de fiscale positie in de jaarrekening 2013, was het belastbaar bedrag over dat jaar becijferd op € 0,3 miljoen positief. In afwijking op deze fiscale winstberekening over het jaar 2013 zijn bij het opstellen van de fiscale positie ten behoeve van de jaarrekening 2014 en bij het opstellen van de fiscale MJB 2013 tot en met 2025, een aantal aanvullende aftrekposten in aanmerking genomen, waarmee het belastbaar bedrag over het jaar 2013 € 15,3 miljoen negatief wordt. Van het compensabele verlies uit het jaar 2013 zal een bedrag van € 2,5 miljoen worden teruggewenteld naar het jaar 2012 zodat het belastbaar bedrag over het jaar 2012 uiteindelijk nihil is.
Trivire jaarverslag 2015
16
Het restant van het compensabele verlies bedraagt ultimo 2013 € 12,8 miljoen. Dit kan gebruikt worden om het positieve fiscaal resultaat 2014, dat becijferd is op € 11,0 miljoen, volledig te verrekenen. Er resteert dan nog een compensabel verlies uit 2013 van € 1,7 miljoen. Het fiscaal resultaat over 2015 is becijferd op € 1,0 miljoen negatief. Er is over 2015 dan ook geen rekening gehouden met een acute Vpb-last. 2.6.5 Bedrijfswaardeberekening De bedrijfswaarde van het totale bezit van Trivire bedraagt € 827 miljoen per 31 december 2015. Hiervan is € 774 miljoen toe te rekenen naar het sociaal vastgoed in exploitatie. De bedrijfswaarde van het commercieel vastgoed in exploitatie bedraagt eind 2015 € 53 miljoen. Eind 2014 was de totale bedrijfswaarde € 783 miljoen. Hiervan was € 732 miljoen toegerekend naar het sociaal vastgoed in exploitatie en € 51 miljoen toegerekend naar het commercieel vastgoed. Het verschil in de totale bedrijfswaarde is € 44 miljoen en wordt veroorzaakt door: Bedragen x € 1 miljoen
● ● ● ● ● ● ● ●
Doorschuif jaar Aanpassing huurpercentage Aanpassing inflatie Aanpassing disconteringsvoet Aanpassing berekening restwaarde Aanpassing onderhoud en bedrijfslasten mjb Aanpassing aantallen (nieuwbouw, sloop en verkoop) Diverse Totaal N = nadelig B = batig
N N B B B B B N B
8 15 30 25 5 6 3 2 44
De bedrijfswaarde wordt gevormd door de contante waarde van de geprognosticeerde kasstromen uit hoofde van toekomstige exploitatieopbrengsten en toekomstige exploitatielasten over de geschatte resterende looptijd van de investering. De uitgangspunten waarmee bij de berekening van deze bedrijfswaarde is uitgegaan zijn vermeld in paragraaf 6.5 van de jaarrekening. 2.6.6 Waardering marktwaarde in verhuurde staat Op grond van de vernieuwde Woningwet, gaat de corporatiesector in 2016 over van waardering tegen bedrijfswaarde of reële waarde, naar waardering van zowel het sociaal als commercieel vastgoed in exploitatie tegen marktwaarde in verhuurde staat. Wij hebben, ook in het kader van vastgoedsturing, de marktwaarde in verhuurde staat al vastgesteld per 31 december 2015. De totale marktwaarde in verhuurde staat bedraagt € 1.268 miljoen (ofwel afgerond € 1,3 miljard). Hiervan heeft € 50 miljoen betrekking op het commercieel vastgoed. Deze waarde is gebaseerd op de full versie van het waarderingshandboek, waar nodig met gebruikmaking van de toegestane vrijheidsgraden. Taxateur DansenVanderVegt Vastgoedconsultants heeft op 8 maart 2016 een taxatieverklaring afgegeven. Ten opzichte van de huidige waardering van het sociaal en commercieel vastgoed, zou het toepassen van waardering tegen marktwaarde in verhuurde staat leiden tot een herwaardering van de activa en daarmee het eigen vermogen met € 445 miljoen. De solvabiliteit zou dan op ruim 60% in plaats van ruim 40% uitkomen.
Trivire jaarverslag 2015
17
2.6.7 Verkoop Verkopen bestaand bezit (vrije verkoop en V.o.V. uit exploitatie): Kasstroom Kasstroom Begroot 2015 Gerealiseerd 2015 € 4.300.000
€ 6.559.000 (152%)
Aantal verkopen Begroot 2015
Aantal verkopen (exclusief verkopen nieuwbouw) Gerealiseerd 2015
55 woningen 5 garages/parkeerplaatsen
67 woningen 23 garages/parkeerplaatsen 2 bedrijfsruimten
Terug- en verkopen V.o.V. 2015 Er zijn 4 woningen vanuit exploitatie verkocht (opgenomen in de kasstroom van bestaand bezit). Er zijn 7 woningen teruggekocht en verkocht waarbij de kasstroom ongeveer op 0 uitkomt. Er zijn 3 woningen teruggekocht die niet zijn verkocht in 2015. Verkoop nieuwbouw Onderstaand zijn ook de verkopen van de nieuwbouw weergegeven. Nicolaasstraat – 7 vrije sector koopwoningen Alle woningen zijn verkocht. Van vijf van de zeven woningen heeft het transport in 2015 e plaatsgevonden. De bouw is gestart en de oplevering staat gepland in het 1 kwartaal 2016. Crispijn van Outgaerden – 21 vrije sector koopwoningen Alle woningen zijn in 2015 verkocht en in november 2015 opgeleverd aan de kopers. Project Zomertaling (Volgerlanden Oost) – 10 vrije sector koopwoningen De verkoop van deze woningen is gestart op 1 oktober 2015. Alle woningen zijn binnen een paar weken verkocht. Kopers gaan eind februari 2016 naar de notaris. Start bouw staat gepland voor 1 maart 2016. 2.6.8 Verkoop onder voorwaarden (V.o.V.) Trivire heeft in de afgelopen 17 jaar totaal 193 woningen verkocht met specifieke voorwaarden over de plicht tot terugkoop en winstdeling met de verkoper. De Richtlijn voor de Jaarverslaggeving schrijft voor dat deze woningen op de balans moeten staan. Trivire heeft per 2010 ervoor gekozen om deze woningen tegen actuele waarde te waarderen. De actuele waarde wordt bepaald door de marktwaarde op het moment van verkoop, jaarlijks te indexeren met het prijsindexcijfer van bestaande koopwoningen in de gemeente Dordrecht. In 2015 zijn tien woningen teruggekocht en zeven woningen doorverkocht onder voorwaarden. Daarnaast zijn ook twee woningen uit de bestaande verhuurvoorraad verkocht onder voorwaarden. De voorraad nog te verkopen woningen onder voorwaarden per 31 december 2015 is drie woningen, twee in de wijk Sterrenburg te Dordrecht en een woning in de wijk Volgerlanden in Hendrik-Ido-Ambacht. Per 1 januari 2015 bedroeg de actuele waarde € 23,4 miljoen en de terugkoopverplichting e € 23,9 miljoen. In 2015 zijn twee woningen toegevoegd. Het prijsindexcijfer ultimo 3 kwartaal 2015 is gehanteerd en bedraagt 90,6 (2010=100) tegenover 87,9 in 2014. De actuele waarde per 31 december 2015 bedraagt € 24,3 miljoen en de terugkoopverplichting € 24,6 miljoen.
Trivire jaarverslag 2015
18
Het positieve effect op de waardering van actuele waarde en terugkoopverplichting bedraagt per saldo € 114.000 en is ten gunste van het resultaat 2015 gebracht. 2.6.9 Treasury Midden 2015 heeft Trivire het geactualiseerde treasurystatuut vastgesteld. Vooral het onderdeel beleggingen is verder aangescherpt. Daarmee voldoet Trivire aan de beleidsregels beleggen. Trivire voldoet aan de normstelling van het WSW die Trivire voor 2015 een borgingsplafond van € 539,3 miljoen heeft toegekend. Bij het afsluiten van nieuwe leningen en/of nieuwe rentepercentages is geprofiteerd van de lage rentestand in 2015. De keerzijde is dat door deze lage rente de waardering van de derivaten laag blijft en we nog steeds gelden moeten aanhouden voor de liquiditeitsbuffer bij een verdere rentedaling van 2%. De buffer van € 77,9 miljoen is niet aangepast en bleek voldoende om te voldoen aan de 2% stresstest. Bij een 2% lagere marktrente zou de negatieve marktwaarde van de derivatenportefeuille per 31 december 2015 € 125,8 miljoen bedragen. Het te storten bedrag is dan € 61,7 miljoen. Trivire heeft per 31 december 2015 een buffer van € 77,9 miljoen ter beschikking. Ook op 31 december 2015 voldoen we hiermee aan artikel 8 van de beleidsregels derivaten. Begin januari 2015 is met Deutsche Bank een traject opgestart om de margin calls te maximeren. Dit traject is medio februari 2015 geëffectueerd. Hierdoor is voor Trivire een structurele oplossing ontstaan ten aanzien van artikel 8 van de beleidsregels. De waarde van de extendibles per 31 december 2015 is door de renteontwikkelingen en een kortere looptijd € 1,3 miljoen positiever dan het jaar daarvoor. Trivire heeft in 2015 de volgende treasuryactiviteiten uitgevoerd: In 2015 zijn twee derivatencontracten bij Credit Suisse ingegaan met een bedrag van € 20 miljoen. Door het afsluiten van twee rollover leningen met dezelfde modaliteiten als de swap en deze te koppelen, is een hedge gerealiseerd. Het aantrekken van een lening voor een bedrag van € 4,6 miljoen met een vaste rente van 2,20% voor 50 jaar voor de financiering van het MFA in Zwijndrecht. Een aflopende EM-lening per december 2015 is verlengd met twee jaar om de liquiditeitsbuffer op peil te houden. Voor twee basisrenteleningen, van € 10 miljoen en € 5 miljoen, is de spread aangepast. De nieuwe spread is gemiddeld 0,33% en 0,28% en geldt voor een periode van drie jaar en tien jaar. Voor één annuïtaire lening is de rente herzien en voor tien jaar vastgezet tegen 0,55% (oude percentage is 4,55). Derivatenportefeuille Ultimo 2015 heeft Trivire 18 payer swaps met een hoofdsom van € 127,5 miljoen. Eén contract bij de Deutsche Bank is zonder stortingsverplichting. Zes contracten zijn gebaseerd op een raamovereenkomst financiële derivaten waarvoor een bijstortingsplicht geldt. Voor de overige contracten is een CSA afgesloten (Credit Support Annex – een contractuele afspraak om het marktwaardeverschil tussentijds af te rekenen) of een NRL (Negatieve Rescontre Limiet – als de negatieve marktwaarde een bepaalde limiet overschrijdt, is de verplichting tot bijstorting aan de orde). De totale marktwaarde per 31 december 2015 is -/- € 48,8 miljoen. Trivire heeft break clausules in enkele derivatencontracten. Een break zou kunnen leiden tot een extra liquiditeitsbeslag. Door middel van een scenario op de begroting, is in kaart gebracht hoe groot het risico en liquiditeitsbeslag is als alle breaks worden uitgeoefend. Volgens de huidige rentestand blijkt het breakrisico beperkt. Dit resultaat komt voort uit het in 2015 opgestelde breakplan waarin dit risico is beschreven. Verder zorgen de aanpassingen van de breakmomenten in 2014 en 2015 ervoor dat de breaks over de jaren 2021 tot en met 2025 evenredig verdeeld zijn waardoor het liquiditeitsrisico verdeeld wordt over de jaren en daardoor op jaarbasis beperkt blijft. Toezichtbelemmerende bepalingen In de contracten van BNG Bank, BNP Paribas en Credit Suisse was begin 2014 sprake van toezichtbelemmerende bepalingen. Trivire heeft hiervoor in februari 2014 een Plan van Aanpak opgesteld. Eind 2014 zijn de belemmerende bepalingen vervallen bij de contracten van BNG Bank en Credit Suisse. Trivire jaarverslag 2015
19
Eind 2015 zijn er nog toezichtbelemmerende bepalingen in de twee contracten van BNP Paribas. Deze bank heeft tot nu toe aangegeven niet mee te werken om deze bepalingen te laten vervallen. Beleggingsbeleid Trivire hanteert een beleggingsbeleid waarbij de nadruk ligt op het voorkomen van risico’s. Het beleggingsbeleid is beschreven in het treasurystatuut. Hierbij komen de volgende beleggingscategorieën in aanmerking: In beginsel belegt Trivire niet, omdat de beschikbare middelen intern worden aangewend. Als dat niet direct mogelijk is, dan worden middelen zodanig belegd dat ze weer vrijkomen op het moment dat zich naar verwachting een financieringsbehoefte voordoet. De toekomstige financieringsbehoefte is medebepalend bij de keuze van de looptijd van een belegging. Als het incidenteel noodzakelijk is, dan zal voor maximaal 1 jaar belegd worden. Trivire trekt geen extern vermogen aan uitsluitend met het doel de aangetrokken gelden te beleggen. Het zogenaamde near banking wordt daarmee uitgesloten. Het aantrekken van externe financiering dat voor kortere tijd wordt belegd om voor de lange termijn grote renterisicovolumes af te vlakken, is niet toegestaan. Het verstrekken van leningen aan verbindingen vindt alleen plaats binnen de geldende regelgeving. Trivire hanteert een beleggingsbeleid waarbij de nadruk ligt op het voorkomen van risico's. Dit betekent dat slechts de volgende producten voor de korte termijn (beleggingshorizon tot één jaar) gehanteerd kunnen worden: rekening-courant deposito's of met deposito's vergelijkbare beleggings- en spaarvormen callgeld Voor de lange termijn (vanaf een jaar) is beleggen alleen toegestaan na voorafgaande besluitvorming door de bestuurder en goedkeuring door de RvC. Uitsluitend Nederlandse debiteuren met een hoofdvestiging in Nederland komen voor beleggingen in aanmerking: de Rijksoverheid, lagere overheden en banken mits sprake is van voldoende garanties of minimale rating van AA3/AA- door minimaal twee rating agencies. Trivire stuurt op haar kasstromen om te voorkomen dat sprake is van overtollige reguliere middelen. Als dit toch het geval is, moet dit zo kort mogelijk zijn. Uitzondering hierop zijn de liquide middelen waar Trivire over beschikt als liquiditeitsbuffer om te voldoen aan artikel 8 van de beleidsregels derivaten. De totale liquiditeitsbuffer is € 77,9 miljoen waarvan minimaal 20% daadwerkelijk moet worden opgenomen. Zolang geen sprake is van een stortingsverplichting van margin calls bij de bank(en), wordt dit bedrag belegd volgens de criteria van het treasurystatuut en de opnamemogelijkheid binnen 48 uur. 2.6.10 Meerjarenbegroting (MJB) 2016 en later Op 25 november 2015 zijn de jaarplandoelen en de jaarbegroting 2016 vastgesteld en goedgekeurd. Wel is afgesproken dat deze op twee momenten nog worden herijkt. De MJB is gebaseerd op het voortzetten van het bestaande strategisch voorraadbeleid. De vertaling naar concrete maatregelen is waar nodig geactualiseerd in tijd en geld evenals de bijbehorende parameters. In 2016 worden portefeuilleplan, financieel beleidskader en vastgoedsturing verder uitgewerkt. Er vinden updates plaats om de impact op de MJB 2016 te analyseren. Per 1 april 2016 vindt de eerste update plaats. Hierin vindt de overstap plaats naar waardering tegen marktwaarde in verhuurde staat. Wanneer mogelijk worden ook de financiële gevolgen van de reorganisatie ingerekend. Per 1 juli 2016 vindt de tweede en laatste update plaats. Dan worden alle beleidseffecten uit het portefeuilleplan doorgerekend. In de ondernemingsvisie is gesteld dat Trivire altijd financierbaar, borgbaar en solvabel moet zijn om daarmee de continuïteit van de organisatie te waarborgen. Dit is van essentieel belang om de juiste dingen goed te kunnen blijven doen.
Trivire jaarverslag 2015
20
Dit is gebaseerd op waardering van het sociaal vastgoed tegen bedrijfswaarde. 2.6.11 Risicomanagement Risicomanagement is bij Trivire als volgt gedefinieerd: ‘het continu en systematisch doorlopen van de organisatie en zijn activiteiten op risico’s om op basis hiervan bewust risico’s te nemen, de kans op risico’s te verkleinen of de gevolgen ervan te beperken’. Risico’s beschouwen we niet als iets negatiefs dat zoveel mogelijk moet worden uitgebannen. Risicomanagement gaat niet alleen om het wegnemen van gevaren maar ook om het realiseren van kansen. Om kansen te realiseren moet in kaart worden gebracht wat eventueel mis kan gaan. Ondernemen is risico nemen! Het gaat erom de risico’s goed in kaart te brengen, beheersmaatregelen te nemen en bij de uitvoering goed de vinger aan de pols te houden. We beperken ons daarbij niet alleen tot de eigen omgeving en organisatie maar kijken ook naar de externe omgeving. Het risicomanagementsysteem dat door Trivire wordt gehanteerd bestaat uit drie elementen: de uitgangspunten van risicomanagement, het risicomanagementbeleid en het risicomanagementproces. De uitgangspunten van risicomanagement zijn van belang voor het bepalen van de houding van medewerkers met betrekking tot risicomanagement. In het risicomanagementbeleid worden de kaders voor het toepassen van risicomanagement vastgelegd. Het risicomanagementproces bestaat uit de stappen die worden doorlopen om risico’s te identificeren, te wegen en te beheersen. Verdere uitwerking van het risicomanagementsysteem is geagendeerd voor 2016. De (door)start is dan het integraal inventariseren en categoriseren van alle (bedrijfs)risico’s en daarmee het verhogen van het bewustwordingsproces binnen de hele organisatie. Dit past ook goed in onze beleidsachtbaan en de daaraan gekoppelde Plan, Do, Check, Act-cyclus. Het feit dat dit een specifiek speerpunt is en wordt voor het jaar 2016, wil niet zeggen dat in 2015 en ook de jaren daarvoor niets gedaan is aan en met risicomanagement. In de jaren 2013 en 2014 was het risicomanagement vooral gericht op IVF (Imago, Vastgoed en Financiële continuïteit). Medio 2015 is in het kader van de ontwikkeling van de organisatie via vastgoedsturing op basis van de waarschijnlijkheid en de impact een risicokaart opgesteld. Ook zijn de risico’s gekwantificeerd ten behoeve van het bepalen van de noodzakelijke risicobuffer. Als basis is uitgegaan van de indeling macro-economische risico’s, beleidsrisico’s en organisatierisico’s. Zoals eerder opgemerkt, is op basis van deze meer algemene en financiële insteek van risico-inventarisatie de noodzakelijke risicobuffer voorlopig bepaald op € 195 miljoen. Daarnaast zijn financiële kengetallen en ratio’s voorlopig vastgesteld.
Trivire jaarverslag 2015
21
De mate waarin Trivire bereid is risico’s te accepteren op haar doelen en de kaders voor de vastgoedsturing, financiële sturing en organisatiesturing, zijn gebaseerd op de basisprincipes: • risico’s met een grote kans en grote impact worden vermeden; • risico’s met een kleine kans en impact worden verlegd/uitbesteed; • risico’s met een hoge kans maar beperkte impact worden gereduceerd; • risico’s met een beperkte kans en een beperkte impact worden geaccepteerd. De top risico’s zijn geïnventariseerd ten behoeve van de bepaling van de risicobuffer: Macro-economische risico’s 1 Waardedaling portefeuille/daling leegwaarde 2 Waardedaling portefeuille/disconteringsvoet stijgt 3 Inflatie – Minder huurverhoging 11 Renterisico Beleidsrisico’s 4 Politiek – Stijging van verhuurderheffing 5 Markt – Tegenvallende woningverkopen bestaand bezit 6 Markt – Verhuurbaarheid BOG/MOG loopt terug 7 Markt – Leegstand woningen 8 Markt – Leegstand BOG/MOG 9 Politiek – Passend toewijzen 10 Claim vanuit duurzaamheid 12 Politiek – Wegvallen van de WSW-borging Organisatierisico’s 13 Projectontwikkeling en aanbesteding 14 Implementatie nieuwe strategie 15 Calamiteit in 1 complex: veiligheidsrisico’s (zoals asbest en branddoorslag) 16 ICT Op onderdelen kan de risico-inschatting weer snel wijzigen. Als voorbeeld geldt het risico van een hogere verhuurderheffing vanaf 2018. In de waarderingsgrondslagen (zie 6.5 met een impact van € 53 miljoen) is dit risico toch specifiek benoemd en berekend. Preventieve maatregelen
Eerste prioriteit
8
Zeer waarschijnlijk (5)
9
3
6
Waarschijnlijkheid
Waarschijnlijk (4)
10
15 Enigszins waarschijnlijk (3)
2
13
14
16
5 Onwaarschijnlijk (2)
7
11
1
4
12
Zeer onwaarschijnlijk (1)
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
Onbelangrijk
Beperkt
Gemiddeld
Groot
Catastrofaal
Risico accepteren
Repressieve maatregelen Impact
beleidsrisico macro-economisch risico Organisatierisico
Trivire jaarverslag 2015
22
Risicokaart Naast deze uitwerking van de noodzakelijke risicobuffer is in 2015, onder andere bij de periodieke informatievoorziening en besluitvorming, ook aandacht geschonken aan specifieke risico’s, zoals: projectrisico’s via de diverse fasedocumenten per project en het gebruik van het softwareprogramma Rearisk; realiseren verkopen; verkoop onder voorwaarden (Koopgarant en terugkoop); externe ontwikkelingen rond wet- en regelgeving (compliance); stresstest derivaten, breakplan en toezicht belemmerende bepalingen in derivatencontracten; zorgvastgoed (zie ook 2.3 wonen en zorg); fiscale meerjarenstrategie Vpb (uitstel belastingbetaling tot 2021). Risicoscenario’s Bij het opstellen van het jaarplan/de begroting 2016, zijn voor de periode 2016 en verder twee risicoscenario’s doorgerekend, te weten een rentestijging van 1% op de toekomstige financieringen en de terugkoop van 25% van de woningen die zijn verkocht onder voorwaarden. De ICR zakt onder invloed van deze scenario’s, maar blijft ruim boven de norm van 1,6%. De invloed op de solvabiliteit is zeer klein.
2.7. Overige activiteiten Kwaliteit Voor het waarborgen en verbeteren van de kwaliteit van onze dienstverlening gebruikt Trivire diverse instrumenten. We voeren continu telefonische en digitale bereikbaarheidsmetingen uit. Daarnaast voeren we structureel een tevredenheidsmeting van ons Niet Planmatig Onderhoud (NPO) uit. Tot slot vragen we de bewoners jaarlijks naar hun mening over een groot aantal zaken in een bewonersonderzoek. Over de uitkomsten van de onderzoeken zoeken we rechtstreeks interactie met de klant door middel van klantpanel bijeenkomsten en na bel rondes. De uitkomsten hiervan zijn input voor de doorontwikkeling van ons klantcontactbeleid. Om de vergelijkbaarheid ten opzichte van de prestaties in de sector te realiseren, wordt per 2016 de systematiek van de klantmeting in lijn gebracht met de Aedes Benchmark. Sponsoring In het sponsorbeleid van Trivire staat dat zij enkel en alleen activiteiten sponsort die direct ten goede komen aan (de bewoners van) haar eigen wijken en buurten. In 2015 zijn de volgende initiatieven gesponsord: Doel Hospice De Patio Rotary Voedselbank Pictura Stichting Laetbloeier Rotary Waal & Devel Kunstrondje Plus (Place d’Ary) Dordtse Rennersclub De Mol Dordrecht Marketing
Bedrag € 100 € 100 € 350 € 1.200 € 1.000 € 500 € 3.000 € 500 € 750
Voor een aantal activiteiten is in bovenstaand overzicht niet direct te herleiden dat het om evenementen gaat die direct ten gunste komen van de klanten van Trivire. Toch is dit wel het geval, maar is de initiatiefnemer een stichting/organisatie die anders doet vermoeden. Na de invoering van de Woningwet is het sponsorbeleid van Trivire per 31 december 2015 komen te vervallen.
Trivire jaarverslag 2015
23
2.8. Overleg gemeenten en regio Regio Drechtsteden De Drechtsteden bestaan uit Alblasserdam, Dordrecht, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht. Deze gemeenten vormen een zogenoemde WGR-regio (Wet Gemeenschappelijke Regelingen). De regio kent een Drechtstedenbestuur, waarin wethouders uit de verschillende gemeenten zitting hebben als portefeuillehouders, en een ‘Drechtraad’, samengesteld uit raadsleden uit de diverse fracties in de zes afzonderlijke gemeenteraden. In 2015 heeft de gemeente HardinxveldGiessendam besloten zich aan te gaan sluiten bij het samenwerkingsverband. Als de Drechtsteden – dus de zes gemeenten - daarmee instemmen, zal de regio per 1 januari 2018 uit zeven gemeenten bestaan. De regio kent een goede samenwerking op diverse terreinen, waaronder ook wonen en ruimtelijke ordening. Trivire onderschrijft de visie die op deze terreinen is ontwikkeld en baseert daar haar eigen beleid op. Het is ook met de regio dat de prestatieafspraken voor de lange termijn (PALT) worden gemaakt. Overigens kennen de PALT wel bijlagen waarin de prestaties van iedere corporatie respectievelijk iedere gemeente nader worden uitgewerkt en gepreciseerd. Gemeenten De drie gemeenten binnen de regio waar Trivire woningen bezit zijn Dordrecht, Hendrik-Ido-Ambacht en Zwijndrecht. Met ieder van deze gemeenten is overleg, zowel op bestuurlijk als op uitvoerend niveau. Daarbij valt wel op dat de frequentie en intensiteit van het overleg ongeveer lijken samen te hangen met de omvang van het woningbezit. Zo is het overleg met de gemeente Dordrecht het meest frequent en intensief, gevolgd door dat met de gemeente Zwijndrecht. Daar het aantal woningen dat Trivire in Hendrik-Ido-Ambacht beheert zeer klein is, is het overleg met die gemeente ook relatief beperkt. Waar nodig neemt onze collegacorporatie Rhiant het overleg met deze gemeente voor ons waar.
2.9. Verbindingen Verbindingen De wet en de algemene maatregel van bestuur (AMvB) verlangen van corporaties dat zij zich verantwoorden over de verbindingen met andere rechtspersonen en vennootschappen. Ook moet uit het jaarverslag blijken dat is voldaan aan artikel 11a, tweede lid. Dat wil zeggen dat de verbindingen nodig zijn om te kunnen voldoen aan de artikelen 12 t/m 22 van het BBSH (de prestatievelden van de corporaties). In onderstaande tabel staan alle deelnemingen en verbindingen die Trivire in 2015 had, inclusief de aard, de omvang en de reden ervan. Deelnemingen Trivire in 2015 Naam
Sinds
Aard van de deelneming
Aandeel
Reden van deze verbinding
Trivire Stichting Woonkeus Drechtsteden
1-1-2000
Pro-Net Projectontwikkeling B.V.
29-9-2012
WoningNet N.V. Stadsherstel Drechtsteden N.V.
Regionale marktgerichte verdeling van voor verhuur vrijkomende woonruimte
Jaarlijkse bijdrage in de kosten
Enig aandeelhouder
100%
1-7-2004
Aandeelhouder
<1%
4-2-2009
Aandeelhouder
39%
Oorspr:1995
Ontwikkelen van projecten en/of verkrijgen van onroerend goed in niet-DAEB segment Mede gebruik van het regionale systeem van woonruimteverdeling Verwerven, in stand houden, herstellen en beheren van monumentale panden in de regio Drechtsteden
Stichting Woonkeus Drechtsteden Trivire participeert samen met alle andere regiocorporaties in de Stichting Woonkeus Drechtsteden. Jaarlijks dient Woonkeus een begroting in. Na goedkeuring door de deelnemers is de jaarlijkse bijdrage per deelnemer bekend. Binnen Woonkeus wordt geen eigen vermogen gevormd. Trivire jaarverslag 2015
24
In de MJB is rekening gehouden met de jaarlijkse deelnamekosten. Er zijn geen bijzondere financiële risico’s over deze deelneming. Onze bijdrage in 2015 bedroeg ruim € 100.000. In 2015 is besloten dat Woonkeus een eigen bestuurder krijgt. Die rol wordt vervuld door de voormalige coördinator van Woonkeus. Tot 2015 was er nog een bestuur dat werd gevormd door medewerkers van corporaties. Overigens worden de kosten van Woonkeus vooral gedekt uit de kosten van inschrijving en jaarlijkse verlenging van de inschrijving van de circa 40.000 woningzoekenden. Pro-Net Projectontwikkeling B.V. Op 29 september 2012 is Pro-Net Projectontwikkeling B.V. ontstaan als gevolg van de naamswijziging van Pro-Net Holding B.V. Enig aandeelhouder van Pro-Net Projectontwikkeling B.V. is Stichting Trivire. Pro-Net Projectontwikkeling B.V. is gevestigd op de Callistolaan 2, 3318 JA te Dordrecht. De doelstelling van Pro-Net Projectontwikkeling B.V. wordt in artikel 2 van de statuten als volgt omschreven: a. Het voor eigen rekening of voor rekening van derden ontwikkelen, financieren en uitvoeren van (bouw)projecten. b. Het voor eigen rekening of voor rekening van derden verkrijgen, vervreemden, bezwaren, exploiteren, huren en verhuren van onroerende zaken en andere registergoederen. c. Het samenwerken met, het deelnemen in, het overnemen van en het voeren van bestuur over andere vennootschappen en ondernemingen. d. Het (doen) financieren, ook door middel van het stellen van zekerheden, van andere vennootschappen en ondernemingen waarmee de vennootschap in een groep is verbonden. e. Het verkrijgen, beheren en vervreemden van effecten en andere waardepapieren, het ter leen opnemen en ter leen verstrekken van gelden, het stellen van zekerheid ook voor schulden van derden. f. En het verrichten van al wat met het vorige verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn. Deze activiteiten mogen (hoofdzakelijk) niet gericht zijn op activiteiten die in de regelgeving met betrekking tot woningcorporaties worden verstaan onder DAEB. Het resultaat over 2015 bedraagt € 18.000 batig. Het eigen vermogen ultimo 2015 bedraagt € 1.221.000. WoningNet N.V. Per 1 juli 2004 is het regionale systeem van woonruimteverdeling aangepast en ook is besloten het automatiseringssysteem van WoningNet N.V. te gebruiken. Om voor vrijstelling van btw-heffing over een groot deel van deze dienstverlening in aanmerking te komen, is het noodzakelijk om aandeelhouder van deze onderneming te zijn. Het aandelenkapitaal van WoningNet N.V. bestaat uit 900.000 aandelen waarvan Trivire 255 aandelen heeft verworven voor een bedrag van € 2.800. Stadsherstel Drechtsteden N.V. Mede op initiatief van Trivire hebben de woningcorporaties in de Drechtsteden (met uitzondering van Tablis) in 2008 besloten tot het oprichten van de naamloze vennootschap Stadsherstel Drechtsteden. Hoofddoel van deze vennootschap is het op een maatschappelijk en economisch verantwoorde wijze verwerven, in stand houden, herstellen, beheren en vervreemden van hoofdzakelijk (rijks)monumenten in de zin van de Monumentenwet 1988 en andere historische gebouwen in de regio Drechtsteden en omgeving. Het maatschappelijk kapitaal van de vennootschap bedraagt € 17,7 miljoen, waarvan € 3,6 miljoen is geplaatst en gestort. Trivire bezit 38,5% van de aandelen. Het resultaat over 2015 bedraagt € 390.000 nadelig. Het eigen vermogen ultimo 2015 bedraagt € 1,9 miljoen. Het aandeel van Trivire hierin bedraagt € 725.000. Door de ILT/Aw is in 2015 geoordeeld dat één van de activiteiten van de N.V., te weten de exploitatie van het pand Voorstraat 13 in Dordrecht, niet als DAEB kwalificeert en om die reden binnen twee jaar moet worden beëindigd. Daarnaast hebben de aandeelhouders geconstateerd dat de resultaten van deze deelneming zowel kwalitatief, organisatorisch als financieel te wensen overlaten. Deels veroorzaakt door externe omstandigheden, wet- en regelgeving en waarderingsgrondslagen en tegenvallers, deels door het presteren van de N.V. zelf. Het bestuur van de N.V. heeft de opdracht gekregen om een exit-strategie voor te bereiden onder voorwaarde dat beëindiging op een financieel optimale wijze en moment moet plaatsvinden. Naar verwachting zal de N.V. in 2016 definitief worden beëindigd.
Trivire jaarverslag 2015
25
2.10. Verantwoording Warmtewet Warmtelevering Op 1 januari 2014 is de Warmtewet van kracht geworden. Een van de gevolgen daarvan is dat verhuurders die eigenaar zijn van collectieve verwarmingsinstallaties, zoals blokverwarming, vanaf die datum kwalificeren als warmteleverancier. Tot en met 2013 werden de kosten van gaslevering, bemetering en dergelijke apart doorberekend aan alle huurders. De invoering van de Warmtewet heeft ertoe geleid dat de geleverde warmte aan de afnemers (huurders) moet worden gefactureerd. Trivire heeft zich in 2013 voorbereid op de komst van de Warmtewet, onder meer door het vaststellen van tarieven en het maken van overeenkomsten en reglementen, evenals door het voorbereiden van informatie aan huurders. Verantwoording Het jaar 2014 was het eerste jaar dat Trivire als warmteproducent en -leverancier optrad. Trivire is nog bezig met de overgang van ‘verhuurder’ (BW Besluit servicekosten) naar haar rol als warmteleverancier. In 2015 zijn de eerste afrekeningen (over 2014) volgens de (tarieven van) de Warmtewet gemaakt. Door diverse omstandigheden zijn we niet in staat gebleken om alle afrekeningen 2014 tijdig en juist uit te voeren. Hierdoor laat een integrale verantwoording nog op zich wachten. Ook in 2016 zijn wij nog bezig met de verdere implementatie van de Warmtewet in onze bedrijfsvoering. Trivire heeft 68 blokken (3.800 woningen) waar sprake is van blokverwarming. Bij vijf blokken wordt de afrekening in eerste instantie opgesteld door de VvE. Trivire heeft in 2014 haar tarief vastgesteld op basis van de werkelijke kosten. Het tarief is in 2015 naar boven bijgesteld, omdat het tarief in 2014 ontoereikend was voor de dekking van de werkelijke kosten. Bij de vaststelling van het tarief is rekening gehouden met het ontstane tekort en er is een bedrag van € 10.000 opgenomen voor de compensatieregeling in geval van een storing. In 2015 is viermaal een storing geconstateerd. In één complex kwamen de huurders in aanmerking voor een compensatie en is € 2.240 uitgekeerd (€ 35 per adres).
Trivire jaarverslag 2015
26
3. Verslag Huurdersraad
JAARVERSLAG 2015
Trivire jaarverslag 2015
27
INHOUDSOPGAVE
Onderwerp
Pagina
1. Inleiding
3
2. Samenstelling en organisatie van de huurdersraad
3
3. Behandelde onderwerpen in 2015
4
PALT-afspraken Participatieraad Pilot schoonmaak Pilot wijkbeheer Ondernemingsvisie Wonen en zorg Serviceabonnement Warmtewet Huurbeleid Adviesaanvragen
4 5 6 6 6 7 7 7 8 9
4. Financiën huurdersraad
9
5. Verklaring huurdersraad
9
Trivire jaarverslag 2015
28
1. Inleiding De belangrijkste taak van de huurdersraad is het geven van adviezen aan Trivire. 2015 heeft voor een groot gedeelte in het teken gestaan van de overgang van de huurdersraad naar de participatieraad. Deze nieuwe Stichting Huurdersparticipatieraad Trivire (HPT) is in oktober van start gegaan. Daarnaast zijn veel beleidszaken besproken, waarvan onderstaand de belangrijkste zaken in het kort zullen worden toegelicht.
2. Samenstelling en organisatie van de huurdersraad De samenstelling van de huurdersraad is in 2015 ongewijzigd gebleven. Het ledenaantal van Stichting Huurdersraad Trivire telt derhalve gedurende 2015 20 leden. De heer P. Kool is voorzitter van de huurdersraad. Tijdens ziekte van de heer Kool is het voorzitterschap waargenomen door mevrouw C. van Os. De huurdersraad heeft een Dagelijks Bestuur, bestaande uit 4 leden, te weten de heer P. Kool, de heer H. Kaptein, mevrouw N. van Dijk en mevrouw C. van Os. Gedurende het jaar en mede gezien de complexiteit van de onderhandelingen over de nieuwe participatieraad heeft de heer H. Schuitema zich bij het Dagelijks Bestuur gevoegd en heeft mevrouw Van Dijk zich teruggetrokken als DB-lid. Naast het Dagelijks Bestuur zijn er 3 werkgroepen voor specifieke onderwerpen. Deze werkgroepen bestaan uit leden van de huurdersraad. Het zijn de volgende werkgroepen:
Huurbeleid en servicekosten Welzijn, leefbaarheid en zorg Woningbeheer (sloop, nieuwbouw, onderhoud, koop/verkoop) en Financiën
In 2015 is alleen de werkgroep Huurbeleid en servicekosten actief geweest. Onderwerpen, die thuishoorden bij de andere werkgroepen, zijn met het DB besproken. Het Dagelijks Bestuur is 16 keer bij elkaar geweest en heeft daarnaast, in wisselende samenstelling, gesprekken gevoerd met kandidaten voor de participatieraad. Het Dagelijks Bestuur voert regelmatig overleg met leden van het Managementteam van Trivire. Met hen worden actuele zaken besproken (het functioneren van Trivire en de huurdersraad, de ontwikkelingen rond de nieuw op te richten participatieraad, komende en lopende adviezen enz.). Ook heeft het Dagelijks Bestuur tweemaal overleg gevoerd met de twee commissarissen binnen de Raad van Commissarissen van Trivire, die door de huurdersraad zijn afgevaardigd. In 2015 heeft de voltallige huurdersraad 9 vergaderingen belegd, waarbij er een aantal keren een medewerker van Trivire aanwezig was om de huurdersraad over bepaalde onderwerpen te adviseren. Begin 2015 waren mevrouw M. v.d. Kamp en de heer R. Mol contactpersoon voor de huurdersraad. Halverwege 2015 hebben zij het stokje overgedragen aan Melanie Petiet. De huurdersraad is lid van de Woonbond, de belangenbehartigingsorganisatie van huurders in Nederland. De Woonbond heeft ook haar medewerking verleend aan het tot stand komen van de nieuwe participatieraad.
Trivire jaarverslag 2015
29
3. Behandelde onderwerpen in 2015 (willekeurige volgorde) PALT-afspraken PALT 2015 – 2020 is opgesteld door 3 partijen t.w. de corporaties, de gemeenten en de huurdersvertegenwoordigingen. De PALT-afspraken vallen in 3 delen uiteen:
een korte visie waar men naar toe wil met de regio, regionale, gezamenlijke afspraken, lokale verdieping, zoals de herstructureringsopgave
Vanuit de gemeente is de wens voor meer kwaliteit naar voren gekomen. Trivire wordt echter gedwongen om betaalbaarheid als hoogste prioriteit te hebben, zoals ook verwoord in de ondernemingsvisie. Dit kan zorgen voor een spanningsveld. Corporaties moeten meer terug naar de kerntaken. Sociale huur mag nog gebouwd worden, maar andere projecten niet meer. Dit moet uitbesteed worden aan andere partijen. De focus van alle corporaties moet liggen op de doelgroep met een inkomen tot € 35.000. Leefbaarheid is een belangrijk punt in PALT. Corporaties mogen gemiddeld minder geld besteden aan leefbaarheid. Nu er door wetgeving alleen mensen met lage inkomens in goedkope woningen geplaatst mogen worden, is dit een punt van zorg. Op basis van de sociale voorraad en de omvang van de inkomensgroepen, waarop de corporatie zich richt (tot € 35.000), zouden er in de periode 2015 – 2025 in de regio 5.500 woningen in de sociale voorraad te veel zijn. Alle partijen zijn van mening dat deze woningen niet allemaal weggehaald kunnen worden. Trivire vindt ook dat de voorraad moet afnemen, maar niet met deze grote getallen. De doelgroep zal nog gaan groeien, de goedkopere woningen moeten dus wel aangeboden kunnen worden. Voor Dordrecht wordt gesproken over vermindering van de sociale voorraad met 1.500 woningen. Woonbron is bezig met een fors sloop/nieuwbouwprogramma en neemt hiervoor dus een groot gedeelte voor haar rekening. Voor Zwijndrecht is een afname van 1.200 woningen niet haalbaar. De corporaties moeten eind 2015 biedingen aan de gemeentes sturen, waar zij woningbezit hebben. Daarin staat o.a. vermeld wat zij aan afname van woningen en nieuwbouw de komende jaren zullen realiseren. Begin 2016 vinden hierover gesprekken plaats tussen de huurdersvertegenwoordiging, de gemeentes en de corporaties. Een ander punt is de duurzaamheid. Woningen met een E-, F- of G-energielabel moeten naar een zuiniger niveau gebracht worden. Trivire heeft in eerste instantie 1.800 woningen ingepland. Dit gaat in ieder geval door. Het was de bedoeling de huurdersvertegenwoordigingen van de verschillende corporaties te laten vertegenwoordigen door het GOHD. Door onderlinge meningsverschillen is hiervan afgezien en onderhandelt iedere huurdersorganisatie met zijn eigen corporatie en gemeente(n) . Participatieraad In januari is er overeenstemming bereikt over de notitie die de aanzet is van de procedure om te komen tot een nieuwe participatieraad. Deze notitie is toegezonden aan alle huurdersraadleden, waarna zij zich kandidaat konden stellen. Na de notitie is er een profielschets gemaakt, waaraan Trivire jaarverslag 2015
30
zowel de interne als de externe kandidaten getoetst moeten worden. De externe procedure heeft bestaan uit een rondschrijven aan alle huurders en een advertentie. Besloten is dat 3 leden gekozen zullen worden uit de huidige huurdersraad en 6 leden zullen geselecteerd worden uit kandidaten die zich melden vanuit de huurders. Er stellen zich 3 leden uit de huurdersraad kandidaat, die na gesprekken met de heer F. de Munk van de Woonbond, worden geselecteerd. Dit zijn de heren Kool, Schuitema en Kaptein. Mevrouw Van Os draait als vierde persoon nog mee, totdat de participatieraad officieel is geïnstalleerd. Nadat de flyer en de advertentie zijn verspreid onder de huurders melden zich 25 kandidaten. Alle kandidaten worden uitgenodigd voor een gesprek met het Dagelijks Bestuur van de huurdersraad. Uiteindelijk worden er 6 kandidaten geselecteerd, waarvan er één heeft aangegeven wegens persoonlijke omstandigheden pas in juli 2016 te kunnen deelnemen. Na enkele kennismakingsgesprekken vindt de eerste officiële vergadering van de participatieraad (HPT) plaats op 30 november 2015. De laatste vergadering van de huurdersraad is op 5 oktober 2015. Op 23 oktober vindt het officiële afscheid plaats met een gezellige boottocht en etentje. De statuten voor de nieuwe HPT zijn in november bij de notaris gepasseerd. In 2016 zullen de samenwerkingsovereenkomst en het huishoudelijk reglement definitief uitgewerkt worden. Pilot schoonmaak Om meer eenduidigheid te krijgen in het schoonmaakbeleid is er een pilot gestart in een aantal complexen. Bewoners hebben hierbij de mogelijkheid te kiezen tussen een aantal pakketten, waarbij voor het basispakket geen extra kosten worden berekend. Mochten huurders de voorkeur geven aan een uitgebreider schoonmaakpakket, dan staat daar een extra maandelijkse vergoeding tegenover en moet 70% van de bewoners in een complex hiermee akkoord gaan. Daarnaast is ervoor gekozen het aantal schoonmaakbedrijven terug te brengen naar twee, te weten Klaarzicht en GOM. Inmiddels is de pilot tot volle tevredenheid beëindigd en wordt hetzelfde systeem ook in andere complexen geïntroduceerd. Voor glasbewassing van ramen, waar bewoners zelf niet bij kunnen, wordt apart gekeken naar oplossingen. Pilot wijkbeheer In 2015 is er ook een pilot wijkbeheer geweest in een aantal complexen in Sterrenburg. De bewoners kunnen kiezen uit 2 pakketten, waarbij voor het uitgebreidere pakket een extra maandelijkse bijdrage wordt gevraagd van de huurders. Evenals bij de schoonmaak geldt ook hier dat 70% van de huurders in een complex akkoord moet gaan met één van de twee pakketten. Na 6 maanden is de pilot afgerond en is besloten dit systeem geleidelijk uit te rollen over de andere complexen, waar een sociaal wijkbeheerder actief is. Ondernemingsvisie In februari is de huurdersraad geïnformeerd over de nieuwe ondernemingsvisie. Hieruit kwam naar voren dat Trivire zich gaat richten op:
Het huisvesten van bijzondere doelgroepen met een lager inkomen. Het huisvesten van mensen met een inkomen tot € 34.911. Het aanbieden van marktconforme huurprijzen, rekening houdend met probleemgevallen. Inzetten op beheer (incasso, leefbaarheid en onderhoud) in de wijken. Zorgen voor duurzaamheid en energiebesparing in de vastgoedvoorraad.
Trivire jaarverslag 2015
31
Hierbij blijft leefbaarheid een heel essentieel punt, maar op een andere manier ingevuld. Vastgoedsturing en processturing worden leidende principes. Zeggenschap van klanten wordt een belangrijk punt. Daarnaast moet de tevredenheid van de klanten vergroot worden en de snelheid en beantwoording van vragen verbeterd. Alle klantcontacten moeten via het Klant Informatie Centrum gaan lopen. Door maatregelen van de overheid wordt het voor de ‘gewone’ huurder steeds lastiger een woning te huren. Bijzondere doelgroepen, voorrangskandidaten en statushouders nemen een groot deel van de woningen in. Trivire monitort steeds hoe het zit met de slagingskans van de andere woningzoekenden. In de huurprijzen moet er rekening mee gehouden worden dat woningen niet boven de aftoppingsgrens komen om woningen zoveel mogelijk betaalbaar te houden voor mensen met lagere inkomens. Het ontstaan van kwetsbare wijken is een punt van aandacht. Deze wijken zullen inzet moeten krijgen op het gebied van beheer, daar waar nodig. Wonen en zorg Gezien de ontwikkelingen in de zorg, waarbij mensen die zorg behoeven zo lang mogelijk zelfstandig moeten blijven wonen, heeft Trivire een presentatie gegeven over de gevolgen hiervan voor zowel de bewoners als Trivire. Trivire is eigenaar en beheerder van het vastgoed, maar heeft geen bemoeienis met de zorg. De rol van Trivire moet open en transparant zijn. Gezien de uitbreiding van de extramuralisering zijn de leefbaarheidsrisico’s een punt van aandacht. Serviceabonnement De maandelijkse bijdrage van huurders voor het Serviceabonnement is in 2014 verlaagd van € 5,95 naar € 3,50. Ondanks dat is de reserve toch nog gegroeid. Omdat deze niet meer mag zijn dan 3 keer de inleg, wordt er gezocht naar een manier om dit bedrag te reduceren. Na overleg wordt besloten de bijdrage van de huurders tijdelijk te verlagen tot € 0,01 totdat de reservepot op een acceptabel bedrag is. Dit zal jaarlijks gemonitord worden. De verwachting is dat het reservefonds na ongeveer 3 jaar binnen acceptabele normen is. Als dit is bereikt, zal het maandbedrag voor de huurders weer stijgen tot een nader af te spreken bedrag. Warmtewet De werkgroep Servicekosten heeft een aantal vergaderingen gehad over de warmtewet. De volgende besluiten zijn genomen:
De Geschillencommissie Zuid-Holland Zuid wordt opgenomen, mits het advies wordt veranderd in een bindend advies. De 5% voor het HVC-contract wordt toegepast, ook voor de toekomst. Bij storingen langer dan 4 uur, blijft Trivire risicodrager. De huurder kan bij Trivire declareren en Trivire bij HVC. Na advies heeft Trivire een 3-jarig contract afgesloten bij Eneco. De winst komt ten goede aan de gebruikers. Trivire wil dat de kosten voor 2015 wel dekkend zijn. De tarieven zijn vastgesteld; voor de gigajoule gaat dit naar het maximum, het vastrecht wordt € 25 per jaar.
Trivire jaarverslag 2015
32
Leidingverliezen zitten verdisconteerd in de tarieven voor gigajoule maar kunnen ook doorberekend worden in het vastrecht. Middels een nota betaalt de huurder voor de warmte die hij afneemt; er zijn dus geen ingewikkelde berekeningen meer. De servicekosten voor de Warmtewet betreft alleen stookkosten voor gemeenschappelijke ruimtes. Bij blokverwarming in gemengde complexen is de VVE de leverancier en geeft de rekening aan Trivire; deze verdeelt dit naar de huurders toe. Er was een geschilpunt over het begin- en eindpunt van een storing. Het einde kan uitgelezen worden, maar niet wanneer dit begonnen is. De installateur kan dit wel. De overheid is bezig met een nieuwe beleidsregeling over storingen; hierop wordt gewacht. Over toepassing van schil tarieven wordt de nieuwe wet afgewacht. Bij uitval komt de warmte bij DuPont vandaan.
Huurbeleid Op 19 november 2015 is de herijking huurprijsbeleid evenals de veranderingen per 1 januari 2016 voor passend toewijzen gepresenteerd. Kernopgaven zijn het huisvesten van bijzondere doelgroepen, het huisvesten van huishoudens met lagere inkomens, betaalbaar waar het moet en marktconform waar het kan. De vastgoedportefeuille moet betaalbare huurprijzen bieden, beschikbaar zijn en een goede prijs/kwaliteit verhouding hebben. Het is belangrijk de huurprijs te sturen op de omvang van huurprijssegmenten om de doelen te kunnen behalen. In voorgaande jaren werd gestuurd op streefhuurpercentages. Trivire moet 90% van de verhuringen toewijzen aan woningzoekenden met een inkomen onder € 35.000. Hierbij komt de passendheidsnorm, waarbij minstens 95% van de huishoudens met recht op huurtoeslag een woning moet krijgen onder de geldende aftoppingsgrenzen om scheefwonen tegen te gaan. Huishoudens met inkomens boven de huurtoeslaggrens mogen alleen nog in duurdere woningen geplaatst worden. Er is hiervoor een tabel opgezet, die gecommuniceerd gaat worden op de website van Woonkeus. Adviesaanvragen Ook heeft de huurdersraad zich gebogen over een aantal adviesaanvragen van Trivire over: - Huurverhoging 2015-2016 - Missie en Visie Trivire 2015-2019 - Raamwerk sociaal wijkbeheer nieuwe stijl. - Herverkiezing twee huurderscommissarissen. - Raamwerk schoonmaak - Het mee opstellen van het functieprofiel van de nieuwe bestuurder. Tevens is de huurdersraad geïnformeerd over de veranderingen binnen de organisatie.
4. Financiën huurdersraad De huurdersraad heeft in 2015 een eigen budget in beheer. De penningmeester betaalt alle declaraties en rekeningen. Achteraf wordt aan Trivire rekening en verantwoording afgelegd. In het financiële deel van het Trivire jaarverslag is een overzicht van de huurdersraaduitgaven gegeven.
Trivire jaarverslag 2015
33
5. Verklaring huurdersraad Het bestuur van Stichting Huurdersraad Trivire verklaart, dat zij de jaarcijfers 2015 van Trivire heeft ontvangen en in de gelegenheid is gesteld om vragen met betrekking tot deze cijfers beantwoord te krijgen. De huurdersraad onderschrijft en ziet toe op de verklaring van het bestuur van Trivire met betrekking tot de uitgangspunten zoals omschreven in artikel 11 van het Besluit Beheer Sociale Huursector, waarin wordt gesteld dat de Woningstichting werkzaam moet zijn in het belang van de volkshuisvesting. Stichting Huurdersraad Trivire blijft naar vermogen binnen haar verantwoordelijkheden en bevoegdheden en binnen het raam van de met Trivire overeengekomen ‘samenwerkingsovereenkomst’ alert op het gevoerde beleid. Het belang van de huurders staat hierbij steeds voorop.
H. Schuitema Vicevoorzitter Stichting Huurdersraad Trivire/Stichting Huurdersparticipatieraad Trivire
Trivire jaarverslag 2015
34
4. Verslag Ondernemingsraad Verslag en verklaring ondernemingsraad 2015 De Ondernemingsraad van Stichting Trivire heeft per 31 december 2015 de volgende samenstelling: Esmeralda Bruin voorzitter William Giltay lid Maaike de Vleeschhouwer lid Paul Letterie vicevoorzitter Saliha el Bouchehati lid Arie van Duijn lid Jan van Es Lid De belangrijkste onderwerpen in het jaar 2015 waren: De aankomende reorganisatie bij Trivire Ondernemingsvisie Relatie met de vakbonden OR Drechtsteden Jaarplan en begroting 2016 De taak van de Ondernemingsraad in het algemeen is het vertegenwoordigen van de werknemers in overleg met de bestuurder en controleren van het gevoerde beleid in relatie tot de beleidsplannen. De Ondernemingsraad is een volwaardige gesprekspartner voor de bestuurder en denkt mee over het beleid van de organisatie en probeert in een vroeg stadium daarop invloed uit te oefenen. De Ondernemingsraad van Stichting Trivire verklaart kennis te hebben genomen van het jaarverslag 2015 van Stichting Trivire. Geheel volgens de voorschriften in het ‘Besluit verstrekking financiële informatie aan de ondernemingsraden 1985’ hebben wij het jaarverslag op tijd ontvangen. De Ondernemingsraad heeft naast de mondelinge toelichting in voldoende mate de gelegenheid gehad tot het stellen van vragen. Op grond hiervan zijn wij van oordeel dat dit jaarverslag een getrouw beeld geeft van de werkelijkheid en zien geen reden tot het plaatsen van kritische kanttekeningen. Vertrouwende u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
E. Bruin voorzitter
Trivire jaarverslag 2015
35
5. Verslag Raad van Commissarissen (RvC) Voorwoord voorzitter 2015 is een bewogen jaar geweest waarin diverse zaken de aandacht van de Raad van Commissarissen (RvC) hebben gevraagd. Vooral de ontwikkelingen op landelijk niveau en de daarmee gepaard gaande wijzigende inzichten vroegen om aanpassing van het toezicht en de daarbij behorende governance. Daarbij zijn er de regionale wijzigingen en de aan vernieuwing toe zijnde PALT-afspraken die onze aandacht hebben gevraagd. Naast bovenstaande is door Trivire een ingrijpende transitie in gang gezet met als doel de organisatie aan te passen aan de snel veranderende externe omstandigheden en dit terwijl ook is begonnen met het werven van een nieuwe bestuurder. De RvC volgt al deze ontwikkelingen op de voet en heeft de intensiviteit van het toezicht opgevoerd om de organisatie te ondersteunen in deze evolutie. De raad spant zich daarbij in om, ondanks deze vele wijzigingen, de vastgestelde doelen te halen zonder daarbij het belang van onze klanten, externe stakeholders en de mensen die in de organisatie iedere dag hun bijdrage leveren uit het oog te verliezen. Juist deze bijdragen van de organisatie komen tot uitdrukking in de resultaten die blijken uit de maatschappelijke visitatie, een zaak waar de organisatie, maar ook de RvC, trots op is. Ook de RvC zelf zal verandering ondergaan. Zowel de voorzitter als de vicevoorzitter zullen in 2016 afscheid nemen. Om de continuïteit in de raad te waarborgen zijn in 2015 die maatregelen genomen die hiervoor zorg dragen.
H.P. van der Vossen voorzitter
Trivire jaarverslag 2015
36
Algemeen De RvC heeft tot taak toezicht te houden op het bestuur en op de algemene gang van zaken in de woningcorporatie en de met haar verbonden ondernemingen en staat daarnaast het bestuur met raad ter zijde. De RvC houdt onder andere toezicht op: realisatie van de doelstellingen van de corporatie realisering van de volkshuisvestelijke opgaven strategie en de risico’s verbonden aan de activiteiten van de corporatie opzet en werking van de interne risicobeheersing- en controlesystemen kwaliteitsbeleid kwaliteit van de maatschappelijke verantwoording financieel verslaggevingsproces naleving van toepasselijke wet- en regelgeving Dit toezicht strekt zich ook uit tot de met de corporatie verbonden ondernemingen. De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de RvC zijn in de statuten van Trivire omschreven. Een en ander is verder uitgewerkt in het reglement voor de RvC dat op de website is geplaatst. In dit jaarverslag legt de RvC, als orgaan van een maatschappelijk ondernemende organisatie, publiekelijk verantwoording af over de wijze waarop hij invulling heeft gegeven aan de uitvoering van zijn taken in het afgelopen jaar. Als toezichtkader voor het uitoefenen van zijn taken hanteert de RvC onder meer: het BBSH, de nieuwe Woningwet, het BTIV 2015 en de Ministeriële Regeling de Aedescode de Governancecode Woningcorporaties zoals die per 1 mei 2015 is geactualiseerd de statuten (zie website) het reglement van de RvC (idem) de profielschets van de RvC (idem) het reglement van de Auditcommissie (vastgesteld in 2015) het Bestuursreglement het Treasurystatuut het verbindingenstatuut de Integriteitscode en klokkenluidersregeling (beide op de website) het vastgestelde beleid over: aan- en verkoop; onderhoud, klantvisie, HRM, ICT en communicatie de door hem goedgekeurde ondernemingsvisie het strategisch plan het jaarplan de begroting: concrete (kwalitatieve) normen voor financiële continuïteit op langere termijn (ook de normen van het WSW en CFV vallen hieronder) de afspraken met externe belanghebbenden (bijvoorbeeld: de prestatieafspraken lange termijn (PALT) met de gemeentelijke overheden) Dit toezichtkader wordt door de RvC gebruikt bij het nemen van besluiten, het beoordelen van het functioneren van het bestuur en het eigen functioneren van de RvC, bij het beoordelen van bestuursvoorstellen en bij de bewaking van de realisatie van de corporatiedoelstellingen. Governancecode Op 1 mei 2015 is de vernieuwde Governancecode voor woningcorporaties ingevoerd. Een Governancecode geeft richtlijnen voor goed, verantwoord en transparant bestuur en toezicht. De vernieuwde code is ook opgesteld vanuit het besef dat de kwaliteit en de transparantie van bestuur en toezicht aan hogere normen moeten voldoen. Zo speelden maatschappelijke en politieke ontwikkelingen mee bij de herziening van de code, denk maar aan de parlementaire enquête en de nieuwe Woningwet, en aan alle discussies daaromheen. In de vernieuwde code is meer aandacht voor cultuur en gedrag, passend bij transparante en integere organisaties. Het belang van (toekomstige) bewoners en andere direct belanghebbenden blijft daarbij voorop staan. De gemeente en de huurdersorganisaties krijgen een uitdrukkelijker positie in de nieuwe code.
Trivire jaarverslag 2015
37
De besturen van Aedes en de VTW (Vereniging van Toezichthouders in Woningcorporaties) legden op basis van de bevindingen van de commissie Herziening Governancecode een voorstel voor actualisering van de code aan hun leden voor. Zij stemden massaal vóór de nieuwe code. De vorige code uit 2011 is hiermee in zijn geheel vervallen. De vernieuwde code kent vijf principes. De principes vullen elkaar aan en moeten in samenhang worden bezien. Het belang van (toekomstige) huurders of bewoners staat voorop in principe 1, waar het gaat over waarden en normen die passen bij de maatschappelijke opdracht. Vervolgens behandelt principe 2 de manier waarop bestuur en RvC aanspreekbaar zijn op resultaten. Principe 3 beschrijft de toetsstenen van geschiktheid voor bestuur en RvC en principe 4 behandelt de dialoog met (toekomstige) bewoners, gemeente en andere belanghebbende partijen. Principe 5 ten slotte besteedt aandacht aan het beheersen van de risico’s verbonden aan de activiteiten. De vernieuwde code is niet vrijblijvend; het is verplicht de code te volgen voor leden van Aedes en de VTW en dus ook voor Trivire en zijn RvC. Corporaties kregen tot 1 januari 2016 de tijd om de wijzigingen in te voeren. De RvC van Trivire past de code toe of legt uit wanneer daar van afgeweken wordt. Hierna worden toepassing en/of afwijkingen uiteengezet of uitgelegd. De Governancecode (1.1) verlangt dat bestuur en RvC een visie hebben op besturen en toezichthouden. Deze ‘pas-toebepaling’ vindt gezamenlijk uitwerking in 2016. Het door de RvC te hanteren toetsingskader (3.13) wordt opgenomen in het Reglement van de RvC, dat in 2016 wordt herzien. Dit betreft een leg-uitbepaling. In afwijking van de Governancecode (5.2.c en d) is het investeringsstatuut nog niet opgesteld en door de RvC goedgekeurd. Dat staat gepland voor de eerste helft van 2016. Taak en werkwijze Om de toezichthoudende taak goed te kunnen vervullen heeft de RvC zich regelmatig schriftelijk dan wel mondeling door het bestuur laten informeren over de (financiële) resultaten in relatie tot de beoogde doelen, relevante externe ontwikkelingen en de wensen en behoeften van belanghebbenden. De RvC heeft in het afgelopen boekjaar het volgende ondernomen om zich op de hoogte te houden van wat speelt in het speelveld van Trivire: beoordelen en bespreken jaar- , viermaands-, en maandrapportages overleg met bestuur, staf en management overleg met externe accountant onderhouden van contacten met de Huurdersraad/Participatieraad i.o. van Trivire onderhouden van contacten met de Ondernemingsraad het laten uitvoeren van een maatschappelijke visitatie door Raeflex in het kader van de reorganisatie heeft een aantal leden van de RvC een dag meegelopen met de medewerkers van Trivire om op die manier (meer) voeling te krijgen met wat zich op de werkvloer afspeelt en met welke dilemma’s de medewerkers van Trivire geconfronteerd worden bij de dagelijkse uitvoering van de werkzaamheden beleidsconferentie met bestuur, staf en management afleggen diverse werkbezoeken volgen van cursussen/bijeenkomsten/seminars kennisnemen van vaktijdschriften en literatuur overleg bij het WSW in Hilversum op 2 februari 2015 over de afkoop derivaten (vanuit het WSW begrip voor onze standpunten, maar vanwege beleid uit Brussel is afkoop derivaten uitgesloten en niet toegestaan) overleg bij het CFV in Baarn op 3 februari 2015 over het onderzoek naar tussenpersonen bij leningentransacties (op basis van huidige inzichten achtte het CFV een forensisch onderzoek niet nodig) De RvC is zich terdege bewust van de veranderde omstandigheden en zienswijze binnen het maatschappelijke speelveld waarin Trivire haar werk verricht. Ook de wens om zowel het externe als het interne toezicht en alle daarbij behorende taken en bevoegdheden scherper neer te zetten vindt zijn weg. Trivire jaarverslag 2015
38
De RvC zal op alle al ingezette als toekomstige veranderingen en regelgeving op een adequate wijze inspelen en toezicht houden. Zij zal daarbij op een proactieve wijze bevorderen dat deze gewenste wijzigingen worden doorgevoerd en toegepast. Ook in 2015 heeft de RvC het in 2014 door de bestuurder opgestelde Plan van Aanpak van de reorganisatie en de richting en inrichting van de organisatie meermaals besproken en de voortgang gemonitord. Risicomanagement, risicobeheersing en bijbehorende beheersmaatregelen zijn als thema benoemd voor het komende jaar. In 2016 wil de RvC hierin een verdiepingsslag maken en ook het risico denken meer onderwerp laten zijn bij zijn afwegingen. Samenstelling van de Raad De RvC heeft een profielschets opgesteld voor zijn samenstelling. Hierin is onder andere opgenomen dat alle leden van de RvC aan een aantal algemene functie-eisen moet voldoen. Daarnaast is opgenomen dat in de Raad diverse specifieke deskundigheden aanwezig zullen moeten zijn om het brede spectrum van de woningcorporatie te kunnen overzien. In het schema ‘Samenstelling RvC’ (bijlage 1) is weergegeven aan welk profiel de betreffende commissarissen in het verslagjaar voldoen. Het functioneren van de Raad is gediend bij een goede teamsamenstelling en diversiteit; ook op dit gebied zijn in het profiel criteria opgenomen. De individuele leden dienen elkaar qua competenties aan te vullen en in goede harmonie met elkaar te kunnen samenwerken, maar dienen elkaar ook kritisch te kunnen aanspreken. In 2015 heeft de Raad besloten om de samenstelling aan te passen en, na het vertrek van een lid, van zeven leden terug te gaan naar zes leden. Twee van de zes commissarissen hebben zitting in de raad op grond van een (bindende) voordracht van de huurdersvertegenwoordiging. De RvC werkt met een profielschets, gerelateerd aan zijn omvang, samenstelling en activiteiten, voor de gewenste deskundigheid en achtergrond van de leden van de RvC. De profielschets is geëvalueerd en ongewijzigd vastgesteld. In 2016 zullen twee leden vertrekken na beëindiging van hun termijn. Dan zal de profielschets opnieuw worden geëvalueerd waarbij de actuele wet- en regelgeving wordt betrokken. De profielschets is gepubliceerd op de website van Trivire. De RvC is van mening dat de profielschets en de hierin opgenomen competenties, deskundigheden en ervaringen goed zijn uitgebalanceerd en ook zijn gebaseerd op de door de VTW opgestelde criteria voor goed intern toezicht. In bijlage 1 is nadere informatie opgenomen over de samenstelling van de RvC, waaronder de nevenfuncties en het rooster van aftreden. Alle leden van de RvC zijn aangesloten bij de VTW. In 2015 hebben de afzonderlijke leden deelgenomen aan verschillende bijeenkomsten van de VTW. Conform de bepalingen in de herziene Governancecode Woningcorporaties en de afspraken die gemaakt zijn in de Algemene Vergadering van de VTW onderschrijft de RvC dat de leden zich op permanente basis ontwikkelen en verbeteren en een registratie bijhouden van de permanente educatie (PE). Voor de jaren 2015 en 2016 tezamen moeten commissarissen minimaal 10 uur aan PE-activiteiten verrichten, waarbij 1 vol contactuur een waarde heeft van 1 PE-punt. In het kader van de verantwoording aan belanghouders en maatschappij is het overzicht opgenomen in het jaarverslag.
Trivire jaarverslag 2015
39
Naam
Deelname aan
H.P. van der Vossen
-
D. ten Veen Mw. H.P.M Braks
H.B.H.E. Koekkoek E.G.J.M. Meijer
A.C.N. van de Ven
B. de Vries
VTW Evaluatie functioneren RvC-RvB VTW masterclass zorgvastgoed VTW Masterclass toezicht op financiën VTW Masterclass assetmanagement en integrale vastgoedsturing - VTW Masterclass risicomanagement Geen - VTW Inspiratiesessie (3x) - PwC Derivaten in de publieke sector - VTW Masterclass assetmanagement en integrale vastgoedsturing - VTW Masterclass werkgeverstaken van de RvC - Baker Tilly Governance en risicomanagement - PwC - Derivaten in de publieke sector - Baker Tilly Governance en risicomanagement - Aedes Benchmark voor woningcorporaties - TIAS Masterclass risicomanagement en gedrag 1 - TIAS Masterclass risicomanagement en gedrag 2 - TIAS Masterclass risicomanagement en gedrag 3 - NBA Publieke Academy Anders financieren - NBA Ontwikkelingen controllerberoep - VTW Evaluatie functioneren RvC-RvB - NVTZ Proactief toezicht houden - PwC Bondgenoten in toezicht - State of the art toezichthouden van NVTZ
PEpunten 2 4 7 4
Totaal In 2015 21
4 0 9 4 4 4 3 4 3 6 6 6 6 6 3 2 2 1 4
0 21
3 13
27
9
Vergaderingen De RvC is in het afgelopen jaar negenmaal in een reguliere vergadering bijeen geweest. Daarnaast is een afzonderlijk dagdeel besteed met bezoeken van diverse projecten en een bespreking over het eigen functioneren van de RvC. Naast de vaste jaarlijkse besloten bespreking over het eigen functioneren heeft de RvC een aantal maal in beslotenheid gesproken over de toekomst van Trivire. Het aanstaande vertrek en opvolging in de loop van 2016 van de bestuurder waren hierbij de belangrijkste thema’s. Ook de gewenste structuur en inrichting van de organisatie zijn onderwerp van gesprek geweest. In oktober 2015 heeft de jaarlijkse beleidsdag plaatsgevonden die dit jaar in het teken stond van het maatschappelijk rendement en de uitkomsten van de in 2015 door Raeflex uitgevoerde visitatie. Conform de dienaangaande binnen de RvC vastgelegde afspraak wordt de interne evaluatie van de RvC eenmaal per drie jaar begeleid door een onafhankelijke adviseur. In 2015 heeft de heer Rob Haans (bestuurder van woningcorporatie De Alliantie) de externe begeleiding verzorgd. In een besloten bijeenkomst is het eigen functioneren van de RvC besproken, evenals dat van de individuele leden. Tevens is ook het functioneren van het bestuur besproken. In een besloten vergadering buiten aanwezigheid van het bestuur heeft de RvC zijn eigen inrichting en functioneren als collectief en de bijdrage van de afzonderlijke leden geëvalueerd. De RvC heeft hierbij ook de visie van het bestuur gevraagd en deze betrokken in de bespreking. De zelfevaluatie heeft plaatsgevonden op basis van: de herziene Governancecode Woningcorporaties de profielschets van de RvC de vooraf gevraagde mening van het bestuur de uitkomsten van de door de heer Haans geanalyseerde vragenlijsten die de individuele leden vooraf hebben ingevuld, aangevuld met enkele telefonische interviews. De tijdens deze evaluatie voorgestelde verbeteringen, zowel individueel als collectief, zijn doorgevoerd. Geen van de leden van de RvC is frequent afwezig geweest bij vergaderingen. Trivire jaarverslag 2015
40
Een afvaardiging van de RvC heeft in 2015 tweemaal een overlegvergadering met de Ondernemingsraad (OR) bijgewoond, waarna de bevindingen zijn teruggekoppeld aan de volledige RvC. In april 2015 heeft de voltallige RvC een besloten gesprek gehad met de voltallige OR over de ophanden zijnde reorganisatie. De bijeenkomsten waren constructief en open van karakter waarbij de grote betrokkenheid van de OR bij de organisatie als positief is ervaren. In 2015 heeft de voormalige Huurdersraad Trivire de transitie doorgemaakt naar een Participatieraad. Daarom heeft geen formeel overleg met de Huurdersraad plaatsgevonden. De Huurdersraad wilde zich eerst intern beraden over zijn toekomst en toekomstige rol in de participatiestructuur van Trivire. Wel is in 2015 overleg tussen het Dagelijks Bestuur van de Huurdersraad, de beide huurderscommissarissen en de bestuurder geweest met de intentie dit formele overleg, in afwachting van de op te richten nieuwe Participatieraad, opnieuw vorm te geven. Daarnaast hebben de huurderscommissarissen regelmatig informeel contact onderhouden met de leden van de Huurdersraad. De RvC heeft in het afgelopen boekjaar de volgende besluiten genomen: Goedkeuring projecten: o Multifunctionele accommodatie Kort Ambacht-Zuid (MFA-KAZ) o Financiering van de multifunctionele accommodatie Kort Ambacht-Zuid (MFA-KAZ) o Volgerlanden B1-cluster (koopwoningen) o Volgerlanden B1-cluster (huurwoningen) o Wiardi Beckmanplantsoen o Nicolaasstraat o Volgerlanden - Anderdak Goedkeuring verkopen: o Complexgewijze verkoop 8 garages Ambachtstraat o Nolensweg 1 Goedkeuring aankopen: o Geen Besluit opdracht aan PwC Accountants met twee jaar te verlengen (controlejaren 2015 en 2016). Hiervoor heeft in 2014 een uitgebreide evaluatie plaatsgevonden van de accountant, binnen de werkorganisatie en binnen de Raad. Goedkeuring: o Jaarverslag en jaarrekening 2014 o Jaarrekening Pro-Net Projectontwikkeling B.V. 2014 o Gewijzigd treasurystatuut o Controleplan 2015 van PwC Jaarplan 2016, begroting 2016, en treasuryjaarplan 2016, waarbij aan de begroting 2016 slechts voorlopig goedkeuring is verleend, met als randvoorwaarde dat vóór 1 juli 2016 een geactualiseerde begroting ter goedkeuring wordt voorgelegd en per 1 april 2016 over de voortgang en consequenties wordt gerapporteerd. Goedkeuring treasurytransacties: o Afsluiten van een lening van € 10 miljoen voor herfinanciering van een aflopende lening o Plan van aanpak break clausule derivatenportefeuille Goedkeuring: o Ondernemingsvisie van 17 april 2015 o Ondernemingsplan, versie 1.0 en versie 1.2. e o Aanpassing van de jaardoelen 2015 conform de 2 Viermaandsrapportage 2015 o Vestigen van recht van opstal Veldslahof (ten behoeve van kabeltracé) o Categorie-indeling G voor Trivire van de categorie-indeling WNT o Participatiestructuur nieuwe stijl
Trivire jaarverslag 2015
41
RvC: o Omvang RvC terugbrengen van zeven naar zes leden o Bezoldiging RvC aanpassen conform de VTW-Beroepsmaatregel Bezoldiging commissarissen 2015-2016 o Besluit dat de vicevoorzitter, de heer D. ten Veen, per 1 januari 2016 aftreedt als vicevoorzitter en vanaf die datum (1 januari 2016) tot 1 juli 2016 de functie van lid van de RvC bekleedt o Per 1 januari 2016 is mevrouw H.P.M. Braks benoemd tot vicevoorzitter van de RvC o Herbenoeming lid RvC (huurderscommissaris) mevrouw H.P.M. Braks voor een volgende zittingsperiode van vier jaar (na unaniem besluit van de Huurdersraad) o Herbenoeming lid RvC (huurderscommissaris) de heer E.G.J.M. Meijer voor een volgende zittingsperiode van vier jaar (na unaniem besluit van de Huurdersraad) o Start werving nieuwe RvC-leden o Instellen Auditcommissie (bestaande uit de RvC-leden de heren A.C.N. van de Ven en B. de Vries)
De RvC heeft in het afgelopen boekjaar onder meer gesproken over de volgende onderwerpen: kaders en besluitvorming projecten; discussie over (continuering van) derivaten; de (financiële) toekomst van Trivire; plan van Aanpak terugdringen ziekteverzuim; voortgang besparingsvoorstellen; ontwikkeling en voortgang van de Tri-connectprojecten; ontwikkelen visie op relatie met stakeholders; onderhoudsbeleid en MJOB; opvolging huidige bestuurder in 2016 met het daarbij opgestelde Plan van Aanpak; organisatie van Trivire met als uitgangspunt het richten op de toekomstige veranderingen en taken. Auditcommissie In 2015 heeft de RvC een auditcommissie (AC) ingesteld. De AC is een vaste commissie van de RvC. Zij ondersteunt en adviseert de RvC met de voorbereiding van de besluitvorming over het uitvoeren van de verantwoordelijkheden op het terrein van financieel toezicht. De AC bestaat uit de heer A.C.N. van de Ven (voorzitter) en de heer B. de Vries (lid). De vergaderingen worden in principe ook bijgewoond door bestuurder, adjunct-directeur en controller. In 2015 is de AC eenmaal bijeengeweest, deels in aanwezigheid van de externe accountant. Afspraken zijn gemaakt over de samenstelling, planning, reglement en werkwijze van de AC. Ter voorbereiding van de vergadering van de RvC van 25 november 2015 zijn tevens besproken: jaarplan/begroting 2016, treasuryjaarplan 2016, fiscale strategische meerjarenplanning Vpb, positionering concerncontroller, Audit & Control op hoofdlijnen en het proces van de e 3 Viermaandsrapportage 2015 in relatie tot het jaarverslag 2015. Onafhankelijkheid De leden van de RvC zijn onafhankelijk in de zin van de in de herziene Governancecode Woningcorporaties bepaling 3.28 aangeduide criteria. De onafhankelijkheid is in overeenstemming met de bepalingen van deze code. In 2015 is geen sprake geweest van (transacties met) tegenstrijdige belangen waarbij leden van de RvC en of het bestuur betrokken waren. Tevens vervult geen van de leden van de RvC of het bestuur een nevenfunctie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de RvC of het bestuur. Een overzicht van de nevenfuncties van de leden van de RvC en het bestuur is opgenomen in bijlage 1, respectievelijk bijlage 2. In 2010 is binnen de organisatie van Trivire besloten tot het instellen van een Klokkenluidersregeling. Daarvan is tot op heden geen gebruik gemaakt. Er zijn geen meldingen gedaan bij de externe vertrouwenspersonen (bedrijfs-/respectievelijke persoonlijke zaken) of bij het Meldpunt integriteit woningcorporaties die onder de aandacht zijn gebracht van de RvC.
Trivire jaarverslag 2015
42
Honorering De leden van de RvC ontvangen een honorering. In bijlage 3 is een overzicht gegeven van de honorering over 2015 en is de basis, waarop de honorering is gebaseerd, toegelicht. Werkgeversrol De RvC is verantwoordelijk voor een goed bestuur, onder meer door benoeming, schorsing, ontslag en jaarlijkse evaluatie van het bestuur. Sinds juli 2012 bestaat het bestuur uit één persoon. In 2015 is de samenstelling van het bestuur ongewijzigd. Met de bestuurder worden periodiek beoordelings- en voortgangsgesprekken gevoerd door de voorzitter en de vicevoorzitter van de RvC. De uitkomsten van deze gesprekken worden in beslotenheid met de voltallige RvC besproken. Ook zijn door de RvC met de bestuurder afspraken gemaakt over route en strategie voor zijn vertrek en opvolging in 2016. Werving bestuurder De huidige bestuurder zal per 1 september 2016 met pensioen gaan. Daarom heeft de RvC de werving van een nieuwe bestuurder al in 2015 opgestart. Hiervoor is, met ondersteuning van een werving- en selectiebureau, een uitgebreid profiel opgesteld. Ter oriëntatie zijn gesprekken gevoerd met het management, de Ondernemingsraad, de Huurdersraad, de wethouders uit het werkgebied en de portefeuillehouder Drechtsteden. Dit waren open gesprekken waarbij gezamenlijk is verkend wat de belangrijkste opgave voor Trivire is en over welke kennis, ervaring en competenties de nieuwe bestuurder zou moeten beschikken. De resultaten van deze gesprekken zijn verwerkt in het definitieve functieprofiel. Beloningen bestuur In bijlage 3 is de honorering van het bestuur over 2015 weergegeven met als vergelijking de gegevens over 2014. Het bestuur ontvangt een vaste honorering; er zijn geen variabele beloningselementen (gratificaties, bonussen e.d.). Het arbeidscontract met het bestuur is aangegaan voor onbepaalde tijd. De RvC heeft hiervoor gekozen op arbeidsrechtelijke gronden en in het belang van continuïteit in de bedrijfsvoering. De honorering van de bestuurder is ook gebaseerd op afspraken over bevriezing van het salaris van de bestuurder vanaf januari 2012. De RvC heeft buiten aanwezigheid van het bestuur het functioneren van het bestuur besproken, gevoed door de uitkomsten van de zelfevaluatie van het bestuur en de gehouden beoordelings- en voortgangsgesprekken. De RvC heeft vervolgens vastgesteld dat aan de prestatiedoelstellingen hard is gewerkt en er voortgang is en wordt geboekt. De doelen die nog niet zijn gehaald en of nog inspanning van de organisatie vergen zijn besproken en worden bewaakt.
Trivire jaarverslag 2015
43
VERKLARING VAN DE RAAD VAN COMMISSARISSEN Wij hebben kennisgenomen van het bestuursverslag en de aan ons voorgelegde jaarstukken over 2015 van Trivire en van de daarbij afgegeven accountantsverklaring door PricewaterhouseCoopers Accountants. Deze verklaring is opgenomen bij hoofdstuk 6.13. Met deze jaarstukken kunnen wij ons verenigen.
Dordrecht, 13 april 2016
H.P. van der Vossen voorzitter
mevrouw H.P.M. Braks vicevoorzitter
D. ten Veen lid
E.G.J.M. Meijer lid
A.C.N. van de Ven lid
B. de Vries lid
Trivire jaarverslag 2015
44
Bijlage 1 bij het verslag van de RvC
Samenstelling RvC Op 31 december 2015 was de RvC van Trivire als volgt samengesteld. de heer H.P. van der Vossen, 1949, voorzitter Beroep/functie: directeur bedrijf in vastgoedmanagement Deskundigheid: vastgoedontwikkeling en beheer, arbeidsverhoudingen/ personeelsbeleid Relevante nevenfunctie(s): lid directie ontwikkelmaatschappij BeVoBa B.V. directeur-eigenaar Piro Vast Holding B.V. de heer D. ten Veen, 1946, vicevoorzitter Beroep/functie: zelfstandig adviseur/management coach Deskundigheid: algemeen bestuurlijk, financiën Relevante nevenfunctie(s): lid Raad van Toezicht Bedrijfsgerichte Kinderopvang Drechtsteden (BKD) lid Raad van Toezicht Regionaal Laboratorium Medische Microbiologie lid bestuur regionale televisie Dordrecht (RTV Dordt) mevrouw H.P.M. Braks-Langenkamp, 1968, lid op bindende voordracht van de Huurdersraad Beroep/functie: zelfstandig adviseur en interim-manager bij maatschappelijke ondernemingen Deskundigheid: volkshuisvesting, Personeel & Organisatie Relevante nevenfunctie(s): lid Raad van Toezicht woningstichting Volksbelang Made visitator Woningcorporaties bij Cognitum B.V. de heer E.G.J.M. Meijer, 1953, lid op bindende voordracht van de Huurdersraad Beroep/functie: directeur Johan van Oldenbarneveltstichting directeur PKLC (Pelikan Key Legal Consultancy) Deskundigheid: overheden ruimtelijke ordeningsvraagstukken (juridisch planologisch en bestuursrechtelijke vraagstukken) volkshuisvesting Relevante nevenfunctie(s): voorzitter bewonersvereniging Renaissance lid Commissie Criteria Bestuurders VTW voorzitter Comité Johan van Oldenbarnevelt 400 de heer A.C.N. van de Ven, 1964, lid Beroep/functie: hoogleraar bestuurlijke informatievoorziening, Tias School for Business and Society, Universiteit van Tilburg Deskundigheid: controlling, accounting, risicomanagement en financiering Relevante nevenfunctie(s): voorzitter Raad van Commissarissen Supermarktfonds.nl lid Raad van Advies Ilfa (treasury adviesbureau) lid Raad van Tucht Vereniging van Registercontrollers lid curatorium Internal Auditing & IT-Auditing opleiding Erasmus Universiteit Rotterdam de heer B. de Vries, 1958, lid Beroep/functie: Deskundigheid: Relevante nevenfunctie(s):
Trivire jaarverslag 2015
financieel consultant financiën en financiering lid Raad van Toezicht GGz Breburg lid van de Raad van Commissarissen van het Nederlands Beleggingsfonds voor Zeeschepen (NBZ) voorzitter Raad van Commissarissen Rabobank Krimpenerwaard
45
Leden van de RvC worden op grond van het reglement voor de RvC voor een periode van vier jaar benoemd. Herbenoeming is, conform de bepalingen van de herziene Governancecode Woningcorporaties, één keer mogelijk voor een periode van vier jaar. Naam H.P. van der Vossen D. ten Veen Mw. H.P.M Braks-Langenkamp e H.B.H.E. Koekkoek (1 halfjaar 2015) E.G.J.M. Meijer A.C.N. van de Ven B. de Vries
Benoemd per 2008 2008 2011 2004 2011 2012 2009
Herbenoemd per 2010 2010 2015 2011 2015 2013
Aftredend per 2016 2016 2019 2015 2019 2016 2017
Per 1 juli 2015 is de heer H.B.H.E. Koekkoek afgetreden als lid van de RvC. De zittingstermijn van de heer Koekkoek was verlengd met een derde periode, waartoe – in afwijking van de herziene Governancecode Woningcorporaties – was besloten in verband met borging van de continuïteit in inbreng vanuit voormalig Interstede).
Trivire jaarverslag 2015
46
Bijlage 2 bij het verslag van de RvC
Nevenfuncties bestuur In het kader van zijn functie als bestuurder van Trivire vervult de heer W. van der Linden de volgende onbezoldigde nevenfuncties:
Lid directeurencontact Aedes, vereniging van woningcorporaties Lid Nederlandse Vereniging Bestuurders Woningcorporaties (NVBW) Lid Vereniging Woningcorporaties Zuid-Holland Zuid Lid VSB (Vereniging voor Strategie en Beleid)
Daarnaast vervult de heer Van der Linden in privé de volgende (onbezoldigde) nevenfuncties:
voorzitter stichting Vrienden van de Stichting Via Lumina lid comité van aanbevelingen Pictura lid comité van aanbeveling Kunstmin
Permanente Educatie 2015 Conform de bepalingen in de herziene Governancecode Woningcorporaties en de afspraken gemaakt in het Aedescongres voor het verplicht stellen van PE moeten bestuurders binnen drie jaar 108 PEpunten behalen, wat neerkomt op 108 ‘studiebelastingsuren’. Naam
Deelname aan
W. van der Linden
GenP Masterclass nieuw krachtenveld bestuurder
Trivire jaarverslag 2015
PEpunten
Totaal In 2015
3
3
47
Bijlage 3 bij het verslag van de RvC
Honorering bestuur en RvC Honorering bestuur Over 2015 heeft het bestuur de volgende beloning ontvangen: Bedragen in €
W. van der Linden (fulltime) Bruto loon plus belaste vergoedingen Overige (netto) vergoedingen (onbelast) Fiscale bijtelling auto Reguliere pensioenlasten ten laste van werkgever Premie vroegpensioen Verstrekte leningen/voorschotten/garanties Totaal
2015 160.000 2.000 8.000 15.000 9.000 194.000
2014 160.000 2.000 8.000 31.000 6.000 208.000
Honorering RvC De honorering van de RvC is gekoppeld aan de zwaarte van de functie van de afzonderlijke leden van de RvC en is gebaseerd op de Honoreringscode commissarissen van de Vereniging van Toezichthouders in Woningcorporaties (VTW). De honorering is niet gekoppeld aan de prestaties van Trivire. Over 2015 was de honorering (inclusief btw) als volgt: Bedragen in €
Naam
Functie
H.P. van der Vossen D. ten Veen H.P.M. Braks-Langenkamp e H.B.H.E. Koekkoek (1 halfjaar 2015) E.G.J.M. Meijer A.C.N. van de Ven B. de Vries
voorzitter vicevoorzitter lid lid lid lid lid
Vergoeding 2015 17.460 14.520 12.100 5.000 12.100 12.100 12.100
Vergoeding 2014 13.552 11.616 9.680 8.000 9.680 9.680 9.680
De hoogte van de honorering is in 2015 conform de VTW-Beroepsmaatregel Bezoldiging commissarissen 2015-2016 van 20 april 2015 voor de jaren 2015 en 2016 opnieuw vastgesteld. De RvC heeft er voor gekozen hierbij niet het toegelaten maximum te hanteren, maar een gematigde beloning. De bezoldiging voor 2015 en 2016 is vastgesteld op € 10.000 voor een lid, € 12.000 voor de vicevoorzitter en € 14.430 voor de voorzitter, met dien verstande dat vanaf 2013 sprake is van een hogere last als gevolg van het besluit dat de vergoeding is verhoogd met de btw. De heer Koekkoek heeft een btw-vrijstelling bewerkstelligd bij de belastingdienst, waardoor de last voor Trivire lager is.
Trivire jaarverslag 2015
48
6. Jaarrekening
Trivire jaarverslag 2015
49
6.1. Balans per 31-12-2015 (na resultaatbestemming) (x € 1.000)
Ref.
31-12-2015 31-12-2014
ACTIVA
Vaste activa Materiële vaste activa - Sociaal vastgoed in exploitatie - Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie - Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie Subtotaal
9.1
Vastgoedbeleggingen - Commercieel vastgoed in exploitatie - Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden - Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie Subtotaal
9.2
Financiële vaste activa - Deelnemingen - Latente belastingvordering(en) - Leningen u/g - Te ontvangen BWS-subsidies - Geactiveerde optierente extendibles - Margin Calls - Corporatie Startersleningen Subtotaal
9.3
773.946 4.682 7.130 785.758
731.619 11.453 7.184 750.256
49.487 24.259 4.203 77.949
38.936 23.421 1.181 63.538
1.949 7.450 3.154 13.500 404 26.457
2.081 7.219 273 3.662 12.650 80 25.965
421
182
774 8 512 626 513 2.433
724 831 37 653 1.460 1.846 5.551
17.268
15.316
20.122
21.049
910.286
860.808
Vlottende activa Voorraden
9.4
Vorderingen - Huurdebiteuren - Leningen u/g collega corporatie - Gemeenten - Overige debiteuren - Belastingen en premies sociale verzekeringen - Overlopende activa Subtotaal
9.5 9.5.1 9.5.2 9.5.3 9.5.4 9.5.5 9.5.6
Liquide middelen
9.6
Subtotaal
Totaal generaal
Trivire jaarverslag 2015
50
Ref.
31-12-2015 31-12-2014
PASSIVA
Eigen vermogen - Stichtingskapitaal - Algemene bedrijfsreserve Subtotaal
9.7
Voorzieningen - Glasfonds - Sterabonnement - Overige fondsen - Sloop projecten - Onrendabele investeringen Subtotaal
9.8
Schulden op lange termijn - Leningen overheid - Leningen kredietinstellingen - Leningen overig - Vrijval disagio leningen - Terugkoopverplichting woningen verkocht onder voorwaarden - Derivaten - Waarborgsommen Subtotaal
9.9 9.9.1 9.9.2 9.9.3 9.9.4 9.9.5 9.9.6 9.9.7
Schulden op korte termijn - Schulden overheid - Schulden aan kredietinstellingen - Lening o/g collega corporatie - Overige crediteuren - Belastingen en premies sociale verzekeringen - Overlopende passiva Subtotaal
9.10
Totaal generaal
Trivire jaarverslag 2015
1 385.905 385.906
1 323.443 323.444
420 1.269 61 1.494 2.984 6.228
370 1.169 52 1.837 9.973 13.401
11.514 422.102 1.002 24.572 20.848 135 480.173
12.408 410.942 1.002 100 23.903 22.131 100 470.586
895 18.449 3.182 935 14.518 37.979
868 33.729 832 2.738 680 14.530 53.377
910.286
860.808
51
6.2. Winst- en verliesrekening over 2015 (x € 1.000)
Bedrijfsopbrengsten - Huren - Opbrengsten servicecontracten - Netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille - Netto resultaat verkoop projecten - Overige bedrijfsopbrengsten - Overige waardeveranderingen immateriële vaste activa en vastgoedportefeuille
Ref.
2015
2014
10.1 10.2 10.3 10.4 10.5 10.6
88.133 7.758 1.372 206 1.343 7.008
86.445 6.356 1.263 3.177 -
105.820
97.241
Totaal bedrijfsopbrengsten Bedrijfslasten - Afschrijvingen immateriële vaste activa en vastgoedportefeuille - Erfpacht - Lonen en salarissen - Sociale lasten - Pensioenlasten - Lasten onderhoud - Leefbaarheid - Lasten servicekosten - Overige bedrijfslasten Totaal bedrijfslasten
10.7 10.8 10.9 10.10 10.11 10.12 10.13 10.14 10.15
26.300 28 10.011 1.308 1.488 17.852 269 7.716 17.812 82.784
25.840 133 9.134 1.371 1.611 18.335 359 6.267 22.287 85.337
Niet gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille
10.16
-414
3.045
-
10.17 10.18 10.19 10.20
1.284 87 193 -17.789
-12.656 121 64 -18.334
6.397
-15.856
231 -132
6.328 -236
6.496
-9.764
Waardeverandering derivaten Rentebaten Opbrengsten financiële activa Rentelasten
Jaarresultaat voor belasting Vennootschapsbelasting Resultaat deelnemingen Jaarresultaat na belasting
Trivire jaarverslag 2015
10.21 10.22
52
6.3. Kasstroomoverzicht (directe methode) (x € 1.000)
Ref.
Kasstroom uit operationele activiteiten - Ontvangsten van huurders - Ontvangsten van subsidiegevers - Ontvangsten overige -
2015
95.467 277 1.457 97.201 -13.564 -17.533 -11.408 -11.208 -53.713
Betalingen aan werknemers Betalingen aan leveranciers onderhoud Betalingen uit hoofde van zakelijke lasten Betalingen overige
Kasstroom uit bedrijfsoperaties -
94.323 212 851 95.386 -12.803 -21.154 -13.470 -11.861 -59.289 43.488
Ontvangen rente Betaalde rente Ontvangen vennootschapsbelasting Betaalde vennootschapsbelasting
245 -17.974 833 -
36.098 442 -18.634 -
-16.896 26.592
Kasstroom uit operationele activiteiten Kasstroom uit investeringsactiviteiten - Investeringen in materiële vaste activa - Desinvesteringen in materiële vaste activa - Investeringen in financiële vaste activa - Desinvesteringen in financiële vaste activa
2014
11.1 11.1
-30.223 11.723 -38.124 37.817
-18.193 17.905
-11.343 12.596 -15.520 3.637 -18.807
Kasstroom uit financieringsactiviteiten - Ontvangsten uit langlopende schulden (klim) - Ontvangsten uit langlopende schulden (nieuwe leningen) - Aflossing langlopende schulden
11.2 11.2
30.500 26.610
13.600 43.580
11.2
-62.943
-73.627
Mutatie liquide middelen
Stand per 1-1 Liquide middelen Rekening-courant
-10.630
-5.833
-16.447
1.952
-9.172
15.318 -2
24.490 -2 15.316
Stand per 31-12 Liquide middelen Rekening-courant
Mutatie
Trivire jaarverslag 2015
17.270 -2
24.488
15.318 -2 17.268
15.316
1.952
-9.172
53
6.4. Algemene toelichting Algemeen Trivire is een stichting met de status van ‘toegelaten instelling volkshuisvesting’. De statutaire vestigingsplaats is Dordrecht. De activiteiten bestaan voornamelijk uit de exploitatie en ontwikkeling van woningen voor de sociale huursector. Zij heeft woningbezit in de gemeenten Dordrecht, Zwijndrecht en Hendrik-Ido-Ambacht en is werkzaam binnen de juridische wetgeving vanuit de Woningwet en het Besluit Beheer Sociale Huursector (BBSH). Grondslagen voor consolidatie Er is geen sprake van een geconsolideerde jaarrekening. Trivire heeft 100% deelneming in Pro-Net Projectontwikkeling B.V., maar deze is van te verwaarlozen betekenis. Daarom is gebruik gemaakt van de consolidatievrijstelling, opgenomen in artikel BW2; 407, lid 1 sub a. De deelneming is gewaardeerd tegen nettovermogenswaarde. Stelselwijzigingen In 2015 heeft Trivire een stelselwijziging doorgevoerd voor de classificatie van het DAEB- en nietDAEB bezit. Voor de stelselwijziging werden de woningen geclassificeerd aan de hand van de verhuurprijs per 31 december van het jaar met de dan geldende liberalisatiegrens. De parkeervoorzieningen werden geclassificeerd aan de hand van de huurder. Is de parkeervoorziening verhuurd aan een huurder dan volgt de parkeervoorziening de woning, anders werd de parkeervoorziening niet-DAEB. Het bedrijfsmatig onroerend goed werd geclassificeerd aan de hand van de activiteiten van de huurder. Na de stelselwijziging worden de woningen geclassificeerd aan de hand van het oorspronkelijk contract met de dan geldende liberalisatie grens. De parkeervoorzieningen worden geheel als nietDAEB geclassificeerd, omdat deze los te verhuren zijn. Het bedrijfsmatig onroerend goed wordt geclassificeerd aan de hand van de activiteiten van de huurder. Hiermee sluit Trivire aan bij de verwerkingswijze zoals geldend onder de nieuwe Woningwet. De aanpassing per ultimo 2014 is op 1 januari 2015 verwerkt. Als gevolg hiervan is de waarde van het niet-DAEB bezit, gewaardeerd tegen marktwaarde, met € 12,1 miljoen toegenomen en het DAEB bezit, gewaardeerd tegen bedrijfswaarde dientengevolge met € 5,1 afgenomen. Per saldo zijn de reserves binnen het eigen vermogen met € 7 miljoen toegenomen. Schattingswijzigingen In het kader van de bepaling van de bedrijfswaarde van de materiële vaste activa in exploitatie, zijn schattingswijzigingen doorgevoerd die verder uiteengezet zijn in de toelichting (toelichting mutatie bedrijfswaarde). Schattingen Bij toepassing van de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening vormt Trivire zich verschillende oordelen en maakt schattingen die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Als het voor het geven van het in artikel 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de betreffende jaarrekeningpost.
Trivire jaarverslag 2015
54
6.5. Grondslagen voor waardering van activa & passiva Regelgeving De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met artikel 35 van de Herzieningswet toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015, artikel 30 en 31 van Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting (BTIV) 2015, richtlijn 645 van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving en de Beleidsregels toepassing Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (‘WNT'). In artikel 127, tweede lid van het BTIV is bepaald dat het Besluit Beheer Sociale huursector (het BBSH) tot 1 januari van het eerst volgende verslagjaar na inwerkingtreding van de Woningwet van toepassing blijft voor de jaarrekening, het jaarverslag, het volkshuisvestingsverslag en het onderzoeken en beoordelen van die verslagen. Dit betekent dat voor het verslagjaar 2015, het juridisch kader zoals dat volgt uit het BBSH van kracht is gebleven. Activa en verplichtingen worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de actuele waarde. Als geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de balans, de winst- en verliesrekening en het kasstroomoverzicht zijn referenties opgenomen. Met deze referenties wordt verwezen naar de toelichting. Toelichtingen op posten in de balans, winst- en verliesrekening en kasstroomoverzicht worden in de jaarrekening genummerd. Vergelijking met voorgaand jaar De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar, met uitzondering van de toegepaste stelselwijzigingen zoals opgenomen in paragraaf 6.4. Verwerking verplichtingen Bij de bepaling van voorzieningen wordt uitgegaan van in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan. Tot de feitelijke verplichtingen worden ook gerekend verplichtingen die kunnen worden gekwalificeerd als ‘intern geformaliseerd en extern gecommuniceerd’. Hiervan is sprake wanneer uitingen namens de corporatie zijn gedaan richting huurders, gemeenten en overige stakeholders aangaande verplichtingen over toekomstige herstructureringen en toekomstige nieuwbouwprojecten. Een feitelijke verplichting is gekoppeld aan het besluitvormingsproces van de corporatie rondom projectontwikkeling en herstructurering. Van een feitelijke verplichting is sprake als de formalisering van de definitief ontwerp fase en afgeleid het aanvragen van de bouwvergunning heeft plaatsgevonden. Zie verder voorzieningen. Materiële vaste activa Algemene uitgangspunten Tenzij bij de afzonderlijke balansposten iets anders wordt vermeld, gelden voor alle materiële vaste activa de volgende algemene uitgangspunten: Verkrijgings- of vervaardigingsprijs De verkrijgings- of vervaardigingsprijs wordt bepaald door de som van alle direct toe te rekenen uitgaven, eventueel vermeerderd met na-investeringen, onder aftrek van afschrijvingen tijdens de geschatte toekomstige gebruiksduur. Op grond wordt niet afgeschreven. Voor zover verkregen subsidies kwalificeren als investeringssubsidie, worden deze in mindering gebracht op de verkrijgingsof vervaardigingsprijs. Ook wordt hierbij de rente tijdens de bouw op vreemd vermogen en direct toerekenbare interne kosten evenals transactiekosten geactiveerd. Rente wordt uitsluitend toegerekend als voor te vervaardigen materiële vaste activa noodzakelijkerwijs een aanmerkelijke hoeveelheid tijd nodig is om deze gebruiksklaar te maken en vangt aan bij start van de bouw. De geactiveerde rente wordt berekend tegen de gemiddelde rentevoet over het totale vreemd vermogen. Voor onroerende zaken waarvoor specifieke financiering is aangetrokken wordt de interestvoet van deze specifieke financiering gehanteerd. Er wordt rekening gehouden met bijzondere waardeverminderingen die op de balansdatum worden verwacht. Als grond gekocht is met opstallen, met de bedoeling de opstallen te slopen of teniet te laten gaan en vervolgens op de grond nieuwbouw te realiseren, dan maken de eventuele boekwaarde van de opstallen en de gemaakte sloopkosten deel uit van de verkrijgingsprijs van de grond. Trivire jaarverslag 2015
55
Sociaal vastgoed in exploitatie Typering Sociaal vastgoed omvat woningen in exploitatie met een huurprijs onder de huurtoeslaggrens, het maatschappelijk vastgoed en het overige sociale vastgoed. De huurtoeslaggrens is een algemeen huurprijsniveau dat door de minister van BZK wordt vastgesteld. Maatschappelijk vastgoed is bedrijfsonroerend goed dat is verhuurd aan maatschappelijke organisaties, waaronder zorg-, welzijn-, onderwijs- en culturele instellingen en dienstverleners en ook is vermeld op de bijlage zoals deze is opgenomen in de Beschikking van de Europese Commissie van 15 december 2009 aangaande de staatssteun voor toegelaten instellingen. Kwalificatie Het beleid van Trivire is er primair op gericht de sociale vastgoedportefeuille aan te houden voor de doelgroep van beleid. Slechts voor een deel van het sociale vastgoed vindt optimalisatie van het financiële rendement plaats. Daarmee kwalificeert Trivire zich als vastgoedbeheerder en is de laagste van de vervangingswaarde of de bedrijfswaarde de basis voor de invulling van de actuele waarde. Waarderingsgrondslag Trivire waardeert haar vastgoed in exploitatie bij eerste verwerking tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Het sociale vastgoed (het DAEB bezit) wordt daarna gewaardeerd tegen de actuele waarde, zijnde de bedrijfswaarde, onder aftrek van cumulatieve afschrijvingen. Na-investeringen Uitgaven na eerste verwerking (de zogeheten na-investeringen) die leiden tot een waardeverhoging van het actief worden aangemerkt als activeerbare kosten van vernieuwing. Uitgaven die betrekking hebben op toekomstige herstructureringen, waarvan de feitelijke verplichtingen dan wel de in rechte afdwingbare verplichtingen zijn aangegaan, worden in de waardering betrokken. Herstructurering onderscheidt zich van renovatie doordat sprake is van een gebiedsgerichte aanpak. Onderhoud De lasten van onderhoud onderscheiden zich van activeerbare kosten door het feit dat geen sprake is van een waardevermeerdering van het actief. De lasten van onderhoud worden direct in het resultaat verantwoord. Componenten Binnen het vastgoed worden componenten onderkend met een verschillende levensduur. Naast de grond (geen afschrijving) en de opstal worden installaties (bijvoorbeeld c.v. en lift) en inventaris (bijvoorbeeld keuken en badkamer) onderkend. Van een afzonderlijke component is sprake als die component meer dan 10% uitmaakt van de waarde van het actief en/of als de afschrijvingslast (als gevolg van een afwijkende levensduur van de component ten opzichte van de opstal) meer dan 10% afwijkt van de situatie dat geen component zou zijn onderkend. Afschrijvingstermijnen Grond geen afschrijvingen Casco 60 jaar Inventaris 20 jaar Installatie 15 jaar Rayonindeling Als kasstroom generende eenheid kiest Trivire voor de indeling per rayon. Een rayon is gebaseerd op een geografisch gekozen gebiedsindeling die aansluit op het interne beleid en de bedrijfsvoering. Rayon 1 betreft Zwijndrecht en Hendrik-Ido-Ambacht, rayon 2 Dordrecht West en Centrum en rayon 3 Dubbeldam, Stadspolders, Staart en Sterrenburg. De organisatorische aansturing vindt plaats door de rayonmanagers.
Trivire jaarverslag 2015
56
Bepaling bedrijfswaarde De bedrijfswaarde wordt gevormd door de contante waarde van de geprognosticeerde kasstromen uit hoofde van toekomstige exploitatieopbrengsten en toekomstige exploitatielasten over de geschatte resterende looptijd van de investering. De kasstroomprognoses zijn gebaseerd op redelijke en onderbouwde veronderstellingen die de beste schatting van het bestuur weergeven van de economische omstandigheden die van toepassing zullen zijn tijdens de resterende levensduur van het actief. De kasstromen zijn gebaseerd op de eind 2015 intern geformaliseerde MJB. De kosten van het totale (planmatig en niet planmatig) onderhoud zijn gebaseerd op een gemiddelde onderhoudsnorm per SVB cluster. Deze gemiddelde norm is op basis van een onderhoud technische inspectie en een strategische visie op de SVB clusters bepaald en verwerkt in de bedrijfswaarde. Er wordt uitgegaan van de verwachte gemiddelde groeivoeten voor inflatie, huurstijging en rente evenals genormeerde lastenniveaus. In de berekening van de bedrijfswaarde is uitgegaan van de volgende parameters: • rente netto-contante-waardeberekening 5% (was 5,25%); • huurstijging 2016 1,4% (was 2%), 2017 en later 2% (was 2%); • huurderving sociaal vastgoed 1% (was 1%); • huurderving commercieel vastgoed 10% (was 1%); • harmonisatie wordt voortschrijdend doorgerekend voor vijf jaar; • de minimale exploitatietermijn van een complex is 15 jaar tenzij een daadwerkelijk sloopbesluit is genomen; • jaarlijkse stijging variabele lasten 2016 2% (was 3%), 2017 en later 2,5% (was 3%); • onderhoud volgens de nieuwe MJOB op basis van een conditiemeting (prijspeil 2016). Vanaf 2016 een prijsstijging van 2% en vanaf 2017 een jaarlijkse prijsstijging van 2,5%; • restant levensduur met levensduurverlenging op moment van verbeterplan; • de exploitatie gerelateerde beheerskosten; • verkopen voor de eerste vijf jaar gewaardeerd tegen verkoopprijs minus de verkoopkosten; • verkoop wordt voortschrijdend doorgerekend gedurende vijf jaar; • een standaard exploitatietermijn van 60 jaar bij nieuwbouw; • de restwaarde is aangepast op de uitgangspunten zoals het WSW deze hanteert (€ 5.000 per woning). De volgende aspecten met een bijzondere onzekerheid op het moment van het opmaken van deze jaarrekening kunnen invloed van materieel belang hebben op de uitkomsten van de waardering. Verhuurderheffing De sector is geconfronteerd met een verhuurderheffing. De basis voor deze heffing en de precieze hoogte ervan in de komende jaren en het aantal jaren dat deze heffing zal blijven bestaan, zijn nog onzeker. Evaluatie van de verhuurderheffing – dat wil zeggen de wet - vindt plaats in 2016. Zoals hierboven uiteengezet, is voor de periode ná 2017 uitgegaan van een gelijkblijvend tarief. Op basis van de uitingen van het kabinet in de Rijksbegroting 2016 en de miljoenennota met een voorgestelde verhoging voor de sector van € 1,7 naar € 2,5 miljard in 2018, heeft Trivire een verhoging ingerekend van de verhuurderheffing voor de periode ná 2017. Voor de periode ná 2017 is uitgegaan van een stijging van het tarief van 47%. Voor de mutatie in de WOZ-waarde is aangesloten bij het door het WSW afgegeven perspectief. Deze hogere heffing op basis van een gevoeligheidsanalyse leidt tot een nadelig effect op de bedrijfswaarde van € 53 miljoen. Dit is dus niet in de bedrijfswaarde per balansdatum verwerkt, maar hier slechts als gevoeligheidsanalyse toegelicht. Huurbeleid Sinds 2013 mogen woningcorporaties de huren voor huishoudens met een verzamelinkomen boven de toewijzingsgrens voor sociale huurwoningen jaarlijks extra verhogen. Met deze maatregel wil het kabinet het zogenaamde scheefwonen tegengaan en de doorstroming op de woningmarkt bevorderen. Trivire heeft de afgelopen jaren slechts zeer beperkt gebruik gemaakt van deze toegestane ruimte. Op 9 februari 2016 stemde de Tweede Kamer in met het nieuwe huurbeleid. Op 1 juli 2016 geldt nog de inkomensafhankelijke huurverhoging. De huursombenadering wordt op 1 januari 2017 ingevoerd.
Trivire jaarverslag 2015
57
Invoering van de huursombenadering in 2017 betekent dat op 1 juli 2016 nog de inkomensafhankelijke huurverhoging geldt. In de begroting 2016 die onder andere de basis vormt voor de vastgoedwaardering ultimo 2015 voor de bedrijfswaarde van het bezit, is uitgegaan van een huurstijging van 1,4% in 2016 en 2% voor 2017 en later. Passend toewijzen Vanaf 1 januari 2016 moeten corporaties aan minstens 95% van de mensen met potentieel recht op huurtoeslag, een woning toewijzen met een huur onder de aftoppingsgrens (€ 576 of € 618). Op basis van de nadere uitwerking van het portefeuilleplan moet blijken of voldoende bezit voor de bijzondere doelgroepen en/of huishoudens met een lager inkomen beschikbaar is De uitvoering van de passendheidstoets wordt gemonitord zowel vanuit het voldoen aan de 95% eis evenals het effect op de huidige en toekomstige kasstromen. De periode waarover contant gemaakt wordt, loopt parallel met de geschatte resterende levensduur van de complexen (variërend van 1 tot 60 jaar). De minimale levensduur is gesteld op vijftien jaar tenzij vanuit planvorming een kortere levensduur gerechtvaardigd is. De verwachte opbrengstwaarde van woningen, aangewezen voor verkoop, wordt gedefinieerd als de contante waarde van het bedrag dat kan worden verkregen bij vrijwillige verkoop binnen een termijn van vijf jaar, onder aftrek van verkoopkosten die niet door de koper worden gedragen. Ter bepaling van dit bedrag worden WOZ-waardes extern gecontroleerd, taxaties uitgevoerd door onafhankelijke externe deskundigen of worden vergelijkbare onroerende zaken als referentie gehanteerd. Gegeven het feit dat verkopen hoofdzakelijk worden verricht in het kader van de financiering van onrendabele investeringen in nieuwbouw, worden deze verkopen voor een periode van vijf jaar in de waardering betrokken. Daarmee wordt recht gedaan aan het voorwaardelijke karakter van de geoormerkte verkopen. Alle resterende woningen in een verkoopcomplex worden gewaardeerd tegen bedrijfswaarde. Aan de hand van de urenregistratie van 2,5 jaar zijn alle beheerskosten toebedeeld aan de belangrijkste processen binnen Trivire. Hierop zijn in mindering gebracht de opbrengsten die voortkomen uit deze processen. Vervolgens is per proces bepaald welk percentage aangemerkt wordt als exploitatie gerelateerde kosten. De bepaling van de restwaarde van de grond opgenomen in de bedrijfswaarde vindt, voor zover nog geen herbestemming van de grond heeft plaatsgevonden, plaats volgens de huidige vergelijkbare kavel- of vierkante meterprijs voor een sociale huurwoning. Deze kavelprijs wordt geïndexeerd naar het einde van de levensduur en verminderd met verwachte sloopkosten en kosten van uitplaatsing. Herwaardering Het per saldo positieve verschil tussen de bedrijfswaarde van een rayon enerzijds en de boekwaarde die dat rayon zou hebben gehad bij toepassing van waardering tegen historische kostprijs minus afschrijvingen anderzijds, wordt als ongerealiseerde herwaardering toegevoegd aan het eigen vermogen. Een per saldo negatief verschil komt ten laste van het resultaat. Positieve en negatieve verschillen op verschillende rayons worden hierbij niet gesaldeerd. Voor de invloed van belastingen op het vermogen en resultaat verwijzen we naar belastinglatentie vennootschapsbelasting. Mutaties in bedrijfswaarde Mutaties in de bedrijfswaarde van een rayon worden als volgt verwerkt: • Bij een waardestijging: als een ongerealiseerde waardestijging ten gunste van het eigen vermogen (herwaardering) als en voor zover de bedrijfswaarde hoger is dan de boekwaarde op dat moment zou zijn geweest bij toepassing van waardering tegen historische kostprijs minus afschrijvingen, en voor een eventueel resterende overige waardestijging als terugname van een bijzonder waardeverminderingsverlies. • Bij een waardedaling: als een negatieve herwaardering als en voor zover voor het rayon op dat moment nog sprake is van een ongerealiseerde waardestijging, en voor het overige als een bijzonder waardeverminderingsverlies.
Trivire jaarverslag 2015
58
Het hiervoor genoemde bijzondere waardeverminderingsverlies (respectievelijk de terugname daarvan) wordt ten laste (respectievelijk ten gunste) van de winst- en verliesrekening verantwoord onder de bedrijfslasten als overige waardeveranderingen immateriële vaste activa en vastgoedportefeuille. Afschrijvingen Vanaf 2012 is de bepaling van de afschrijving niet langer gebaseerd op de annuïtaire methode maar wordt per component lineair over de geschatte resterende levensduur afgeschreven over het verschil tussen de boekwaarde per 1 januari 2014 en de geschatte restwaarde van (de component van) het actief. Na verwerking van een mutatie in de bedrijfswaarde geldt de nieuwe bedrijfswaarde vanaf dat moment als basis voor de afschrijvingen in de toekomst. Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie Dit zijn complexen in aanbouw of verbouw die worden gewaardeerd tegen uitgifteprijzen en toegerekende kosten van het werkapparaat wat betreft voorbereiding, toezicht en directievoering. Verder wordt rente tijdens de bouw toegerekend. De geactiveerde rente wordt berekend tegen een rentevoet van 2,5%. Voor onroerende zaken waarvoor specifieke financiering is aangetrokken, wordt de interestvoet van deze specifieke financiering gehanteerd. Bijzondere waardeverminderingen Trivire beoordeelt op iedere balansdatum of er aanwijzingen zijn dat een vast actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Als de verwachte realiseerbare waarde lager is dan de verwachte totale geactiveerde kosten bij oplevering, is sprake van een onrendabele top. Bij de bepaling of de onrendabele top leidt tot een bijzondere waardevermindering worden de boekwaarde en de bedrijfswaarde van de kasstroomgenererende eenheid waartoe de onroerende zaken gaan behoren, betrokken. Als en voor zover de onrendabele top groter is dan het verschil tussen de bedrijfswaarde en de boekwaarde van de betreffende kasstroomgenererende eenheid, is sprake van een bijzondere waardevermindering van het vastgoed in ontwikkeling. Als en voor zover de bijzondere waardevermindering hoger is dan de waarde van het vastgoed in ontwikkeling, dan wordt het vastgoed in ontwikkeling op nihil gewaardeerd en wordt een voorziening aan de passivazijde van de balans opgenomen. Afschrijvingen Op vastgoed in ontwikkeling wordt niet afgeschreven. Afschrijving vindt eerst plaats nadat de betreffende complexen in exploitatie zijn genomen. Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie De onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs inclusief direct toerekenbare kosten, onder aftrek van lineaire afschrijvingen tijdens de verwachte toekomstige gebruiksduur en bijzondere waardeverminderingen. Als voor te vervaardigen materiële vaste activa noodzakelijkerwijs een aanmerkelijke hoeveelheid tijd nodig is om deze gebruiksklaar te maken, worden de rentekosten opgenomen in de vervaardigingsprijs. Jaarlijks wordt beoordeeld of sprake is van een bijzondere waardevermindering. Vastgoedbeleggingen Commercieel vastgoed in exploitatie Typering Het commercieel vastgoed in exploitatie omvat woningen in exploitatie met een huurprijs boven de huurtoeslaggrens, het bedrijfsmatig vastgoed (niet zijnde maatschappelijk vastgoed) en het overige commerciële vastgoed. Al het bedrijfsonroerend goed (ongeacht de aard van het gebruik) wordt samengebracht in het commerciële vastgoed. Waarderingsgrondslag Trivire waardeert haar commercieel vastgoed in exploitatie bij eerste verwerking tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs en daarna tegen marktwaarde in verhuurde staat. Aan de hand van taxaties door de makelaar en het toepassen van referentie objecten is de marktwaarde bepaald.
Trivire jaarverslag 2015
59
Overige uitgangspunten De overige uitgangspunten van sociaal vastgoed in exploitatie zijn ook van toepassing op commercieel vastgoed in exploitatie, met uitzondering van invulling van de actuele waarde. Hiervoor geldt niet de bedrijfswaarde, maar de reële waarde. Reële waarde De reële waarde is gebaseerd op de actuele marktsituatie en omstandigheden per balansdatum en geeft de meest waarschijnlijke prijs weer die redelijkerwijs op balansdatum had kunnen worden verkregen. De reële waarde wordt als volgt vastgesteld: 1. Recente verkoopopbrengsten van vrijwel identiek vastgoed; of (als deze niet beschikbaar zijn): 2. Recente verkoopopbrengsten van vergelijkbaar vastgoed met correcties voor verschillen in waardebepalende factoren van het te waarderen vastgoed en het vergelijkbare vastgoed; of (als deze niet beschikbaar zijn): 3. Minder recente verkoopopbrengsten van vrijwel identiek vastgoed met aanpassingen die de veranderingen in de economische omstandigheden weergeven sinds de laatste transactiedata; of (als deze niet beschikbaar zijn): 4. Contante waarde van verwachte toekomstige kasstromen. Bovenstaande waardebepalingen zijn uitgevoerd door externe taxateurs van taxatie-validatie instituten welke zijn erkend door de Stichting Taxaties en Validaties (STenV). In 2015 is het hele bezit getaxeerd. Vanaf 2016 wordt jaarlijks 33 1/3 % van het bezit getaxeerd wat betekent dat elk bezit minimaal eens per drie jaar getaxeerd wordt. In alle gevallen wordt bovendien rekening gehouden met de contractuele verplichtingen van Trivire, zoals lopende huurcontracten. Voor de huurcomponent wordt er vanuit gegaan dat Trivire bij mutatie en voortgezette exploitatie de huur vaststelt op de marktconforme huur. De werkelijke huur bij mutatie kan op grond van beleidskeuzes van de corporatie lager uitvallen. De uitgaande kasstromen zijn gebaseerd op marktconforme parameters en kengetallen. Dit geldt zowel voor onderhouds- als beheerskosten. Deze kosten liggen over het algemeen lager dan de kosten zoals deze door de woningcorporatie worden gemaakt. Het verschil in kosten wordt veroorzaakt door beleidskeuzes die de corporatie maakt en een vastgoedbelegger niet zou maken. Mutatie reële waarde Mutaties in de reële waarde van commercieel vastgoed in exploitatie worden in de winst- en verliesrekening verantwoord onder ‘niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille’. Mutaties in de reële waarde worden binnen het eigen vermogen afzonderlijk als ‘niet-gerealiseerde herwaardering’ bijgehouden en in de toelichting op het eigen vermogen vermeld. Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Waardering tegen actuele waarde Onroerende zaken die in het kader van een regeling V.o.V. zijn overgedragen aan een derde en waarvoor Trivire een terugkoopplicht heeft, worden aangemerkt als financieringsconstructie. De betreffende onroerende zaken worden gewaardeerd tegen actuele waarde zijnde de met de koper overeengekomen contractprijs (eerste waardering) en daarna de marktwaarde op basis van V.o.V. Als de regeling voorziet in een terugkoopplicht tegen een significant lagere terugkoopprijs dan de reële waarde op het terugkoopmoment, dan is de verwerking overeenkomstig die terugkoopplicht. Voor de in de regeling overeengekomen overdrachtswaarde wordt aan de passivazijde van de balans een terugkoopverplichting opgenomen. Deze terugkoopverplichting wordt jaarlijks gewaardeerd en getoetst aan de bij overdracht ontstane verplichting, rekening houdend met de contractvoorwaarden. In het kader van de verkoop van woningen onder voorwaarden heeft de corporatie een terugkoopverplichting die ook afhankelijk is van de ontwikkeling van de waarde van de woningen in het economisch verkeer. De terugkoopverplichting wordt jaarlijks gewaardeerd.
Trivire jaarverslag 2015
60
Het betreffen: - 24 woningen Azobé, start verkoop 1997 - 33 woningen Blaauwweg, start verkoop 2000 - 16 woningen Goudestein, start verkoop 2005 - 90 woningen via Volgerlanden Ontwikkelings Combinatie (VOC), start verkoop 2008/2009 - 11 woningen Goeverneurbuurt Oud Krispijn, start verkoop 2011 - 17 woningen Zuiderpoort, start verkoop 2012 Financiële vaste activa Deelnemingen Deelnemingen in groepsmaatschappijen en overige deelnemingen waarin invloed van betekenis kan worden uitgeoefend, worden gewaardeerd volgens de netto vermogenswaardemethode. Invloed van betekenis wordt in ieder geval verondersteld aanwezig te zijn bij een aandeelhoudersbelang van meer dan 20%. De netto vermogenswaarde wordt berekend volgens de grondslagen die gelden voor deze jaarrekening. Als de waardering van een deelneming volgens de netto vermogenswaarde negatief is, wordt deze op nihil gewaardeerd. Als en voor zover Trivire in deze situatie geheel of deels instaat voor de schulden van de deelneming respectievelijk het stellige voornemen heeft de deelneming tot betaling van haar schulden in staat te stellen, wordt een voorziening getroffen. Deelnemingen waar geen invloed van betekenis kan worden uitgeoefend, worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of, als hiervoor aanleiding bestaat, een lagere waarde. De eerste waardering van gekochte deelnemingen is gebaseerd op de reële waarde van de identificeerbare activa en passiva op het moment van acquisitie. Voor de vervolgwaardering worden de grondslagen toegepast die gelden voor deze jaarrekening, uitgaande van de waarden bij de eerste waardering. Trivire heeft 100% deelneming in Pro-Net Projectontwikkeling B.V. met een maatschappelijk en gestort kapitaal van € 18.151. Deze deelneming is gewaardeerd tegen de netto vermogenswaarde. Daarnaast heeft Trivire in 2004 300 aandelen WoningNet N.V. met een waarde van € 2.813 aangekocht. Ook heeft Trivire in 2008 en 2009 een aandelenkapitaal gestort van totaal € 1.402.000 in Stadsherstel Drechtsteden N.V. Leningen u/g De leningen u/g worden initieel gewaardeerd tegen de reële waarde van het verstrekte bedrag, gewoonlijk de nominale waarde. Vervolgens vindt waardering plaats tegen geamortiseerde kostprijs waarbij rekening wordt gehouden met een eventuele bijzondere waardevermindering. Te ontvangen subsidiebedragen Deze post bestaat uit te vorderen regiokopkosten-subsidies en BWS-subsidies voor een aantal complexen die gebouwd zijn onder het zogenaamde Besluit Woninggebonden Subsidies (BWS). Waardering vindt plaats door aan de contante waarde van de subsidies, bij aanvang van de exploitatie jaarlijks rente toe te rekenen tegen het subsidierendement, onder aftrek van de jaarlijks ontvangen bijdrage. Geactiveerde optierente extendibles Deze post is onderdeel van de verwerking van contracten met embedded derivaten. Margin calls Margin calls worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie, gewoonlijk de nominale waarde, en na eerste verwerking tegen de geamortiseerde kostprijs. Als de ontvangst van de margin calls is uitgesteld op grond van een verlengde overeengekomen betalingstermijn wordt de reële waarde bepaald aan de hand van de contante waarde van de verwachte ontvangsten en worden op basis van de effectieve rente-inkomsten ten gunste van de winst- en verliesrekening gebracht. Voorzieningen wegens oninbaarheid worden in mindering gebracht op de boekwaarde van de vordering.
Trivire jaarverslag 2015
61
Belastinglatentie vennootschapsbelasting voor de materiële vaste activa Latente belastingvorderingen hebben betrekking op tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde van activa en de fiscale boekwaarden van die posten. Latente belastingvorderingen worden berekend per fiscale eenheid, tegen de belastingtarieven vastgesteld op de balansdatum en gewaardeerd tegen contante waarde. De contante waarde van de latente belastingen is berekend uitgaande van een rekenrente na belasting (netto rente) van 2,79%. De nominale waarde van de actieve latenties bedraagt per balansdatum -/- € 1,3 miljoen. Voor het bepalen van de latentie zijn de materiële vaste activa in 4 categorieën ingedeeld: 1. Bezit bestemd voor doorexploitatie 2. Bezit bestemd voor sloop zonder herbouw 3. Bezit bestemd voor sloop met herbouw 4. Bezit bestemd voor verkoop zonder voorwaarden ad 1. Bij het bezit bestemd voor doorexploitatie is het onduidelijk op welk moment de latentie kan worden gerealiseerd. Om deze reden wordt de contante waarde van de latentie voor dit deel op nihil gewaardeerd. ad 2. Bij dit bezit is meestal niet helemaal duidelijk op welk moment de latentie kan worden gerealiseerd. Om deze reden wordt de contante waarde van de latentie voor dit deel op nihil gewaardeerd. ad 3. Bij het bezit bestemd voor sloop met herbouw is nog niet zeker wat teruggebouwd gaat worden en hiermee onzeker wat de verrekenbaarheid is van de actieve latentie in de toekomst. Om deze reden wordt de contante waarde van de latentie voor dit deel op nihil gewaardeerd. ad 4. De latentie met betrekking tot het bezit bestemd voor de verkoop zonder voorwaarden, is gebaseerd op het door het bestuur vastgestelde verkoopprogramma voor de komende vijf jaar. Latentie voor de leningen en beleggingen De latentie die voortvloeit uit het verschil tussen de nominale waarde en de fiscale waarde van de opgenomen en uitstaande leningen, wordt gewaardeerd tegen de contante waarde over de resterende looptijd per lening. Hierbij is ervan uitgegaan dat amortisatie van het fiscale agio en disagio lineair plaatsvindt. Latentie voor de swaps De latentie die voortvloeit uit het verschil tussen de boekwaarde en de fiscale waarde van de swaps wordt gewaardeerd tegen de contante waarde over de resterende looptijd per swap. Hierbij is ervan uitgegaan dat amortisatie van het fiscale agio en disagio lineair plaatsvindt. Latentie voor compensabele verliezen Voor de fiscaal compensabele verliezen die per balansdatum resteren wordt een latente belastingvordering opgenomen. Omdat verrekening op korte termijn verdedigbaar is vanuit de fiscale meerjarenbegroting, is deze latentie gewaardeerd op 25% van de compensabele verliezen zonder contantmaking. Bijzondere waardeverminderingen van financiële vaste activa Ook voor financiële instrumenten beoordeelt Trivire op iedere balansdatum of er objectieve aanwijzingen zijn voor bijzondere waardeverminderingen van een financieel actief of een groep van financiële activa. Bij aanwezigheid van objectieve aanwijzingen voor bijzondere waardeverminderingen bepaalt Trivire de omvang van het verlies uit hoofde van de bijzondere waardeverminderingen en verwerkt dit direct in de winst- en verliesrekening. Bij financiële activa die gewaardeerd zijn tegen geamortiseerde kostprijs wordt de omvang van de bijzondere waardevermindering bepaald als het verschil tussen de boekwaarde van het actief en de best mogelijke schatting van de toekomstige kasstromen, contant gemaakt tegen de effectieve rentevoet van het financiële actief zoals die is bepaald bij de eerste verwerking van het instrument.
Trivire jaarverslag 2015
62
Een eventueel bijzonder waardeverminderingsverlies wordt teruggenomen als de afname van de waardevermindering verband houdt met een objectieve gebeurtenis na afboeking. De terugname wordt beperkt tot maximaal het bedrag dat nodig is om het actief te waarderen op de geamortiseerde kostprijs op het moment van de terugname, als geen sprake geweest zou zijn van een bijzondere waardevermindering. Het teruggenomen verlies wordt in de winst- en verliesrekening verwerkt. Vlottende activa Voorraden Verkoop Opgeleverd vastgoed, beschikbaar en bestemd voor de verkoop, wordt gewaardeerd op vervaardigingsprijs of lagere opbrengstwaarde. De vervaardigingsprijs omvat alle kosten die samenhangen met de verkrijging of vervaardiging, evenals gemaakte kosten om de voorraden op hun huidige plaats en in hun huidige staat te brengen. De opbrengstwaarde is de geschatte verkoopprijs onder aftrek van direct toerekenbare verkoopkosten. Bij de bepaling van de opbrengstwaarde wordt rekening gehouden met de incourantheid van de voorraden. Daarnaast is voor een beperkt aantal woningen een terugkoopregeling van toepassing. In voorkomende gevallen worden teruggekochte woningen (tijdelijk) onder de voorraden verantwoord tegen verkrijgingsprijs. In principe worden de betreffende woningen zo spoedig mogelijk weer (door)verkocht. Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor de verkoop Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor de verkoop omvat nog niet opgeleverde en nog onverkochte woningen uit projectontwikkeling en wordt gewaardeerd op vervaardigingsprijs of lagere opbrengstwaarde. De vervaardigingsprijs omvat alle kosten die samenhangen met de verkrijging of vervaardiging, verminderd met eventuele subsidies en overige opbrengsten. De opbrengstwaarde is de geschatte verkoopprijs onder aftrek van direct toerekenbare verkoopkosten. Bij de bepaling van de opbrengstwaarde wordt rekening gehouden met de incourantheid van de voorraden. Onderhanden projecten Onderhanden projecten in opdracht van derden worden gewaardeerd tegen de gerealiseerde projectopbrengsten (bestaande uit de gerealiseerde projectkosten en toegerekende winst). Wanneer van toepassing worden hierop de verwerkte verliezen en al gedeclareerde termijnen in mindering gebracht. Onderhanden projecten waarvan de gefactureerde termijnen hoger zijn dan de gerealiseerde projectopbrengsten worden gepresenteerd onder de kortlopende schulden. Vorderingen Vorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie. Vorderingen worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, veelal gelijk aan de nominale waarde. De voorziening voor oninbaarheid is gebaseerd op een statische beoordeling en wordt per balansdatum in mindering gebracht op de boekwaarde van de vordering. Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en direct opeisbare deposito’s met een looptijd korter dan 12 maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen en verliezen die op balansdatum bestaan waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de hoogte redelijkerwijs kan worden geschat. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen, tenzij anders vermeld.
Trivire jaarverslag 2015
63
Voorziening onrendabele investeringen Verwachte verliezen als gevolg van onrendabele investeringen nieuwbouw worden als bijzondere waardeverandering in mindering gebracht op de boekwaarde van het complex waartoe de investeringen gaan behoren. Wanneer en voor zover de verwachte verliezen de boekwaarde van het betreffende complex overtreffen, wordt voor dit meerdere een voorziening gevormd. Onder verwachte verliezen wordt in dit verband verstaan de netto contante waarde van alle investeringsuitgaven minus aan deze investering toe te rekenen ontvangsten. Overige voorzieningen Onder de overige voorzieningen zijn opgenomen de Voorziening Glasfonds, de Voorziening Sloop Projecten, de Voorziening Sterabonnement, het Ontstoppingsfonds en het Lampenfonds. De voorziening Glasfonds, de Voorziening Sterabonnement, het Ontstoppingsfonds en het Lampenfonds worden gewaardeerd tegen de van de huurders ontvangen bijdragen, verminderd met de ten laste van de voorziening gebrachte kosten. De Voorziening Sloop Projecten is gewaardeerd tegen de nominale waarde van de verwachte sloopkosten, kosten van bouwrijp maken en uitverhuisvergoedingen van woningcomplexen, waarvan het sloopbesluit in 2015 of eerder is genomen en waarvoor per einde boekjaar een in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting bestaat. Voorziening pensioenen Trivire heeft één pensioenregeling. De belangrijkste kenmerken hiervan zijn: Pensioenregeling van het bedrijfstakpensioenfonds voor de Woningcorporaties. Trivire heeft voor bijna al haar werknemers een toegezegde pensioenregeling. Hiervoor in aanmerking komende werknemers bouwen jaarlijks een pensioenrecht op over het loon van dat jaar (middelloonregeling). De verplichtingen welke voortvloeien uit deze rechten van haar personeel, zijn ondergebracht bij de Stichting Pensioenfonds voor de Woningcorporaties (SPW). Trivire betaalt hiervoor premies waarvan de werkgever iets meer en de werknemer iets minder dan de helft betaalt. De pensioenrechten worden jaarlijks geïndexeerd, wanneer en voor zover de dekkingsgraad van het pensioenfonds (het vermogen van het pensioenfonds gedeeld door haar financiële verplichtingen) dit toelaat. Naar de stand van ultimo december 2015 is de dekkingsgraad van het pensioenfonds 109%. Op 31 december 2015 moet het pensioenfonds een dekkingsgraad van ten minste 105% hebben. Trivire heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in geval van een tekort bij SPW, anders dan het effect van hogere toekomstige premies. Op de Nederlandse pensioenregelingen zijn de bepalingen van de Nederlandse Pensioenwet van toepassing en worden op verplichte, contractuele of vrijwillige basis premies aan pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen betaald door Trivire. De premies worden verantwoord als personeelskosten zodra deze verschuldigd zijn. Vooruitbetaalde premies worden opgenomen als overlopende activa als dit tot een terugstorting leidt of tot een vermindering van toekomstige betalingen. Nog niet betaalde premies worden als verplichting op de balans opgenomen. Aangezien er geen bestaande verplichtingen (anders dan de te betalen premies) zijn tegenover de pensioenuitvoerder en/of werknemers wordt hiervoor geen voorziening opgenomen. Schulden Langlopende schulden worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Transactiekosten die direct zijn toe te rekenen aan de verwerving van de schulden worden in de waardering bij eerste verwerking opgenomen. Schulden worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, zijnde het ontvangen bedrag rekening houdend met agio of disagio en onder aftrek van transactiekosten. Het verschil tussen de bepaalde boekwaarde en de uiteindelijke aflossingswaarde wordt op basis van de effectieve rente tijdens de geschatte looptijd van de schulden in de winst- en verliesrekening als interestlast verwerkt. Voor extendible/tijdvakleningen wordt de effectieve rente bepaald op basis van de gemiddelde contractuele rente over de volledige looptijd van de lening, ervan uitgaande dat de vaste rente in het tweede tijdvak betaald moet worden.
Trivire jaarverslag 2015
64
De aflossingsverplichting voor het komend jaar van de langlopende schulden is opgenomen onder de kortlopende schulden. Afgeleide financiële instrumenten (derivaten) Trivire maakt gebruik van rentederivaten en heeft embedded derivaten die zijn afgescheiden van het basiscontract. Derivaten worden bij de eerste opname in de balans opgenomen tegen reële waarde, de vervolgwaardering van de derivaten is de geamortiseerde kostprijs of lagere marktwaarde. De wijze van verwerking van waardeveranderingen van het afgeleide financiële instrument is afhankelijk van het feit of met het afgeleide financiële instrument hedge accounting wordt toegepast. Als geen kostprijs hedge accounting wordt toegepast, wordt door Trivire een schuld opgenomen voor een eventuele negatieve reële waarde van het derivaat. Trivire past waar mogelijk kostprijs hedge accounting toe. Op het moment van aangaan van een hedge relatie wordt dit door Trivire gedocumenteerd. Trivire stelt met een test periodiek de effectiviteit van de hedge relatie vast. Dit gebeurt door het vergelijken van de kritische kenmerken van het hedge instrument met die van de afgedekte positie, of door het vergelijken van de verandering in reële waarde van het hedge instrument en de afgedekte positie als de kritische kenmerken van het hedge instrument en die van de afgedekte positie niet aan elkaar gelijk zijn. Bij het toepassen van kostprijshedge accounting is de eerste waardering en de grondslag van verwerking in de balans en de resultaatbepaling van het hedge instrument afhankelijk van de afgedekte post. Dit betekent dat Trivire tegen kostprijs waardeert omdat de afgedekte leningen ook tegen kostprijs in de balans worden verwerkt. Het ineffectieve deel van de hedge relatie wordt direct in de winst- en verliesrekening verwerkt als het hedge instrument een negatieve reële waarde heeft. Terugkoopverplichting woningen V.o.V. In het kader van de verkoop van woningen onder voorwaarden heeft de corporatie een terugkoopverplichting die ook afhankelijk is van de ontwikkeling van de waarde van de woningen in het economisch verkeer. De terugkoopverplichting wordt jaarlijks gewaardeerd. Wanneer de verwachting bestaat dat de terugkoop binnen één jaar zal plaatsvinden, is de verplichting onder de kortlopende schulden verantwoord.
6.6. Grondslagen voor de resultaatbepaling Algemeen Het resultaat wordt bepaald als verschil tussen de opbrengstwaarde van de geleverde prestaties en de kosten en andere lasten over het jaar. De resultaten op transacties worden verantwoord in het jaar waarin zij zijn gerealiseerd; verliezen al zodra zij voorzienbaar zijn. Het resultaat wordt bovendien bepaald met inachtneming van de verwerking van ongerealiseerde waardeveranderingen van op actuele waarde gewaardeerde vaste activa en afgeleide financiële instrumenten. Opbrengstverantwoording algemeen Opbrengsten uit de levering van goederen worden verwerkt zodra alle belangrijke rechten en risico’s met betrekking tot de eigendom van de goederen zijn overgedragen aan de koper. Opbrengsten uit de levering van diensten geschieden naar rato van de geleverde prestaties, gebaseerd op de verrichte diensten tot aan de balansdatum in verhouding tot de in totaal te verrichten diensten. Bedrijfsopbrengsten Huren Sinds 2013 mogen woningcorporaties de huren voor huishoudens met een verzamelinkomen boven de toewijzingsgrens voor sociale huurwoningen jaarlijks extra verhogen. Met deze maatregel wil het kabinet het zogenaamde scheefwonen tegengaan en de doorstroming op de woningmarkt bevorderen.
Trivire jaarverslag 2015
65
Wij hebben bij deze inkomensafhankelijke huurverhoging rekening gehouden met de onder druk staande betaalbaarheid en hebben de huur verhoogd volgens onderstaande tabel: Inkomen huurder 2013 Max mogelijke huurverhoging Trivire 1 juli 2015 < € 34.229 Inflatie + 1,5% = 2,5% 1% € 34.229 - € 43.786 Inflatie + 2% = 3% 3% > € 43.786 Inflatie + 4% = 5% 5% Opbrengsten servicecontracten Dit zijn ontvangen bedragen van huurders en bewoners ter dekking van te maken en gemaakte servicekosten. Jaarlijks vindt verrekening plaats op basis van de daadwerkelijke bestedingen. De kosten worden verantwoord onder de lasten servicecontracten. Netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille Onder deze rubriek worden de volgende verkoopresultaten opgenomen: • boekresultaat van gerealiseerde verkopen van vastgoed in exploitatie; • boekresultaat van als gerealiseerde verkoop gekwalificeerde verkopen onder voorwaarden; • netto verkoopopbrengst bij levering van vastgoed bestemd voor de verkoop; • netto verkoop opbrengst bij levering van onderhanden projecten. De boekwinst van gerealiseerde verkopen van vastgoed in exploitatie betreft het saldo van de behaalde verkoopopbrengst minus de boekwaarde. Resultaten worden verantwoord op het moment van levering (passeren transportakte). Eventuele verliezen op nieuwbouw koopprojecten worden verantwoord zodra deze voorzienbaar zijn. De opbrengst uit woningen verkocht onder voorwaarden wordt alleen als verkoopopbrengst verantwoord als alle belangrijke economische rechten zijn overgedragen aan de koper. Wijzigingen in voorraad vastgoed bestemd voor de verkoop en onderhanden projecten Onder deze post worden de wijzigingen opgenomen in de posten vastgoed bestemd voor de verkoop (opgenomen onder de voorraden) en onderhanden projecten. Bij realisatie van een verkoop wordt de boekwaarde direct voorafgaand aan de verkoop teruggenomen op deze regel. Voor onderhanden projecten waarvan het resultaat op betrouwbare wijze kan worden bepaald, worden de projectopbrengsten en de projectkosten verwerkt als netto-omzet en kosten in de winst- en verliesrekening naar rato van de verrichte prestaties per balansdatum (de ‘Percentage of Completion’methode, ofwel de PoC-methode). De voortgang van de verrichte prestaties wordt bepaald op basis van de tot de balansdatum gemaakte projectkosten in verhouding tot de geschatte totale projectkosten. Als het resultaat (nog) niet op betrouwbare wijze kan worden ingeschat, dan worden de opbrengsten als netto-omzet verwerkt in de winst- en verliesrekening tot het bedrag van de gemaakte projectkosten, dat waarschijnlijk kan worden verhaald. De projectkosten worden dan verwerkt in de winst- en verliesrekening in de periode waarin ze zijn gemaakt. Zodra het resultaat wel op betrouwbare wijze kan worden bepaald, vindt opbrengstverantwoording plaats volgens de PoCmethode naar rato van de verrichte prestaties per balansdatum. Het resultaat wordt bepaald door het verschil tussen de projectopbrengsten en projectkosten. Projectopbrengsten zijn de contractueel overeengekomen opbrengsten en opbrengsten uit hoofde van meer- en minderwerk, claims en vergoedingen als en voor zover het waarschijnlijk is dat deze worden gerealiseerd en ze betrouwbaar kunnen worden bepaald. Projectkosten zijn de direct op het project betrekking hebbende kosten, kosten die in het algemeen aan projectactiviteiten worden toegerekend en toegewezen kunnen worden aan het project en andere kosten die contractueel aan de opdrachtgever kunnen worden toegerekend. Als het waarschijnlijk is dat de totale projectkosten de totale projectopbrengsten overschrijden, dan worden de verwachte verliezen onmiddellijk in de winst- en verliesrekening verwerkt. Dit verlies wordt verwerkt in de kostprijs van de omzet. De voorziening voor het verlies maakt onderdeel uit van de post onderhanden projecten.
Trivire jaarverslag 2015
66
Bedrijfslasten Afschrijvingen op (im)materiële activa De afschrijvingen op materiële vaste activa worden gebaseerd op basis van de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. De afschrijvingen op sociaal vastgoed in exploitatie worden gebaseerd op basis van de actuele waarde (vervangingswaarde of lagere bedrijfswaarde). Afschrijvingen vinden plaats volgens de lineaire methode op basis van de verwachte gebruiksduur. Over terreinen en vastgoedbeleggingen wordt niet afgeschreven. Als een schattingswijziging plaatsvindt van de toekomstige gebruiksduur, dan worden de toekomstige afschrijvingen aangepast. Overige waardeveranderingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille De onder deze post verantwoorde bedragen hebben betrekking op afboekingen uit hoofde van bijzondere waardevermindering dan wel een terugneming daarvan. (Mutaties in) bijzondere waardeverminderingen ontstaan door een jaarlijkse toets van de bedrijfswaarde ten opzichte van de waarde gebaseerd op historische kostprijs minus cumulatieve afschrijvingen. Erfpacht De onder deze post verantwoorde bedragen hebben betrekking op vier erfpachtcanons in de wijk Crabbehof. In 2001 zijn behalve in Crabbehof, alle erfpachtcontracten in de gemeente Dordrecht afgekocht en daarmee het grondeigendom overgegaan naar de corporatie. In het kader van de herstructurering Oud-Krispijn is in 2001 niet gekozen voor aankoop van de grond maar voor afkoop van de erfpacht voor een periode van 50 jaar. Bij tussentijdse sloop vindt verrekening plaats van de teveel betaalde canon. Lonen en salarissen en sociale lasten Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de winst- en verliesrekening voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers. Pensioenlasten Voor de pensioenregeling betaalt Trivire premies aan de Stichting Pensioenfonds voor de Woningcorporaties. Behalve de betaling van premies heeft Trivire geen verdere verplichtingen uit hoofde van deze pensioenregeling. Trivire heeft in geval van een tekort bij het fonds geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen anders dan hogere toekomstige premies. De premies worden verantwoord als personeelskosten als deze verschuldigd zijn. Lasten onderhoud Onder deze post worden alle direct aan het verslagjaar toe te rekenen kosten van onderhoud verantwoord. Van toerekenbaarheid is sprake als de daadwerkelijke werkzaamheden in het verslagjaar hebben plaatsgevonden. Het klachten- en mutatieonderhoud wordt onderscheiden in kosten van derden en eigen dienst, evenals de kosten van het materiaalverbruik. In de winst- en verliesrekening zijn de kosten van de eigen dienst opgenomen bij de kostensoort salarissen en sociale lasten. De lasten van onderhoud onderscheiden zich van activeerbare kosten door het feit dat geen sprake is van een waardevermeerdering van het actief. Overige bedrijfslasten De overige bedrijfslasten worden toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille De niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille hebben betrekking op waardemutaties van op reële waarde geactiveerde activa. Waardeveranderingen derivaten Trivire heeft vier extendible leningen: leningscontracten waarbij de bank de optie heeft om na een aantal jaren de lening voor een additioneel aantal vooraf overeengekomen jaren tegen een vooraf vastgesteld vast rentepercentage te verlengen. Deze geschreven opties voldoen aan de criteria voor embedded derivaat en zijn per 2013 afgescheiden van het basiscontract en afzonderlijk in de balans verwerkt onder langlopende schulden.
Trivire jaarverslag 2015
67
De reële waarde van de embedded derivaten bedroeg per 31 december 2015 -/- € 20,8 miljoen en per 31 december 2014 -/- € 22,1 miljoen. De waardevermeerdering in 2015 bedraagt +/+ € 1,3 miljoen. De bij aangaan van de derivaten vooruit ontvangen premie bedroeg per 31 december 2015 € 3,2 miljoen en per 31 december 2014 € 3,7 miljoen. Belastingen Vanaf 1 januari 2008 is Trivire integraal belastingplichtig geworden voor de vennootschapsbelasting. Corporaties zijn sindsdien verplicht over hun integrale activiteiten vennootschapsbelasting te betalen. Een en ander is vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst (VSO). In deze VSO zijn specifieke bepalingen opgenomen met betrekking tot de waardering van posten op de fiscale openingsbalans en de wijze van resultaatneming. De belasting over het resultaat wordt berekend over het resultaat voor belastingen in de winst- en verliesrekening, rekening houdend met beschikbare fiscaal compensabele verliezen uit voorgaande boekjaren (voor zover niet opgenomen in de latente belastingvorderingen) en vrijgestelde winstbestanddelen en na bijtelling van niet-aftrekbare kosten. Bovendien wordt rekening gehouden met wijzigingen die optreden in de latente belastingvorderingen en latente belastingschulden uit hoofde van wijzigingen in het te hanteren belastingtarief. Rentebaten en rentelasten Rentebaten en rentelasten worden tijdevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen die als onderdeel van de berekening van de effectieve rente worden meegenomen.
6.7. Financiële instrumenten en risicobeheersing Binnen het treasurybeleid van Trivire moet het gebruik van financiële instrumenten ter beperking van inherente risico's. Op grond van het geldende interne treasurystatuut is het gebruik van financiële instrumenten slechts toegestaan voor zover een materieel verband met het gefinancierde vermogen kan worden gelegd en de toepassing ervan tot een positie van de totale leningen- en beleggingsportefeuille leidt die vergelijkbaar is met een positie zonder gebruik te maken van deze instrumenten. Voor derivaten aangegaan na 1 augustus 2013 geldt dat Trivire zich volgens haar treasury statuut onverkort houdt aan de Beleidsregels gebruik financiële derivaten door toegelaten instellingen volkshuisvesting. Marktrisico Trivire loopt risico’s ten aanzien van de waardering van effecten, opgenomen onder financiële vaste activa en effecten, opgenomen onder vlottende activa. De onderneming beheerst het marktrisico door stratificatie aan te brengen in de portefeuille en limieten te stellen. Valutarisico Trivire is alleen werkzaam in Nederland en loopt geen valutarisico. Prijsrisico Trivire loopt risico’s ten aanzien van de waardering van effecten, voor zover opgenomen onder financiële vaste activa. Daarnaast loopt Trivire prijsrisico ten aanzien van de waardeontwikkeling van de embedded derivaten voor zover deze waarde negatief is. Een daling van 100 basispunten van de marktrente leidt bij benadering tot een stijging van € 16,3 miljoen van de negatieve waarde. Renterisico Trivire loopt renterisico over de rentedragende vorderingen (vooral onder financiële vaste activa, effecten en liquide middelen) en rentedragende langlopende en kortlopende schulden (waaronder schulden aan kredietinstellingen). Voor vorderingen en schulden met variabele rente-afspraken loopt Trivire risico ten aanzien van toekomstige kasstromen. Met betrekking tot vastrentende vorderingen en schulden loopt Trivire risico’s over de marktwaarde. Met betrekking tot de vorderingen worden geen financiële derivaten met betrekking tot renterisico gecontracteerd.
Trivire jaarverslag 2015
68
Met betrekking tot bepaalde vastrentende schulden (schulden aan kredietinstellingen) heeft Trivire renteswaps gecontracteerd, zodat zij variabele rente ontvangt en vaste rente betaalt. Kredietrisico Trivire heeft geen significante concentraties van kredietrisico. Het saldo van de geplaatste margin calls bij banken bedraagt per eind 2015 € 13,5 miljoen. Liquiditeitsrisico Relevante indicatoren voor het liquiditeitsrisico voor Trivire zijn per balansdatum als volgt: benodigde buffer in het kader van de ‘Beleidsregels gebruik financiële derivaten door toegelaten instellingen volkshuisvesting’ € 61,7 miljoen; obligo over WSW € 18,7 miljoen; benodigde/begrote nieuwe financiering voor volgend jaar € 19 miljoen. De effecten opgenomen onder de financiële vaste activa en de vlottende activa worden gewaardeerd tegen de reële waarde. Alle overige in de balans opgenomen financiële instrumenten zijn gewaardeerd tegen de (geamortiseerde) kostprijs. Dit is de nominale waarde tenzij anders vermeld. Investeringsverplichtingen worden uitsluitend aangegaan als Trivire zeker heeft gesteld dat hiervoor financiering beschikbaar is of is toegezegd. Ter spreiding van het liquiditeitsrisico maakt Trivire gebruik van meerdere banken. De vervalkalender van de bestaande leningportefeuille wordt constant gemonitord. Trivire loopt liquiditeitsrisico uit hoofde van haar derivatenportefeuille. Trivire heeft met een aantal van haar derivaten tegenpartijen afspraken gemaakt over het uitwisselen van onderpand. Bij een daling van 100 basispunten van de marktrente moet Trivire € 38,4 miljoen additioneel aan onderpand te storten. Bij een daling van 200 basispunten van de marktrente moet Trivire € 62,7 miljoen aan additioneel onderpand te storten. Effecten regeringsbeleid Trivire wordt in haar bedrijfsvoering geconfronteerd met diverse regeringsmaatregelen voor de gereguleerde huursector. Deze maatregelen zijn onder meer de Wet verhuurderheffing en een verruiming van het huurbeleid. Daarnaast is de sector geconfronteerd met een door het CFV opgelegde extra heffing voor saneringssteun. Het risico van een hogere verhuurderheffing als uitwerking van het kabinetsbeleid en de miljoenennota, is nader toegelicht bij het onderdeel bepaling bedrijfswaarde in paragraaf 6.5.4 en bedraagt € 53 miljoen negatief. Trivire verwacht blijvend te kunnen voldoen aan de indicatoren van het WSW (ICR, DSCR, Loan-toValue, solvabiliteitsrendement en dekkingsratio) en daarmee toegang te blijven houden tot de kapitaalmarkt.
Trivire jaarverslag 2015
69
6.8. Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de directe methode. De liquiditeitspositie in het kasstroomoverzicht bestaat uit de liquide middelen onder aftrek van bankkredieten. In het kasstroomoverzicht wordt onderscheid gemaakt tussen operationele, investerings- en financieringsactiviteiten. De kasstromen uit hoofde van de financiering zijn gesplitst in kasstromen met betrekking tot mutaties in de hoofdsom (opgenomen onder financieringsactiviteiten) en betaalde interest (opgenomen onder operationele activiteiten). De investeringen in materiële vaste activa worden opgenomen onder aftrek van de onder overige schulden voorkomende verplichtingen. Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van interest, ontvangen dividenden en winstbelastingen zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Betaalde dividenden zijn opgenomen onder de kasstroom uit financieringsactiviteiten. De verkrijgingsprijs van de verworven groepsmaatschappij is opgenomen onder de kasstroom uit de investeringsactiviteiten, voor zover betaling in geld heeft plaatsgevonden. De geldmiddelen die in de verworven groepsmaatschappij aanwezig zijn, zijn op de aankoopprijs in mindering gebracht. Transacties waarbij geen instroom of uitstroom van kasmiddelen plaatsvindt, waaronder het afsluiten van financiële leasing, zijn niet in het kasstroomoverzicht opgenomen. De betaling van de leasetermijnen uit hoofde van het financiële leasingcontract zijn voor het gedeelte dat betrekking heeft op de aflossing als een uitgave uit financieringsactiviteiten aangemerkt en voor het gedeelte dat betrekking heeft op de interest als een uitgave uit operationele activiteiten.
Trivire jaarverslag 2015
70
6.9. Toelichting op de balans (x € 1.000)
6.9.1 Materiële vaste activa Sociaal Vastgoed Onroerende vastgoed in ontwikkeling en roerende in bestemd voor zaken ten exploitatie eigen dienste van exploitatie de exploitatie Saldo per 31 december 2014 Aanschafwaarde Herwaarderingen Cumulatieve afschrijvingen Boekwaarde effect presentatiewijziging Saldo per 1 januari 2015 Aanschafwaarde Herwaarderingen Cumulatieve afschrijvingen
Mutaties 2015 Investeringen Desinvesteringen (verkoop/sloop) Corr.afschr.desinvesteringen Afschrijvingen Realisatie door afschrijving Overboekingen Herclassificatie Herwaardering ultimo Totaal mutaties Saldo per 31 december 2015 Aanschafwaarde Herwaarderingen Cumulatieve afschrijvingen Boekwaarde
Totaal
808.717 206.052 -283.149 731.619
11.453 11.453
22.619 -15.435 7.184
842.789 206.052 -298.584 750.256
-5.165
-
-
-5.165
804.877 203.165 -281.587 726.455
11.453 11.453
22.619 -15.435 7.184
838.949 203.165 -297.022 745.092
3.569 -7.009 2.761 -24.807 8.653 24.201 -233 40.356 47.491
17.851 -421 -24.201 -6.771
1.440 -1.493 -53
22.860 -7.430 2.761 -26.300 8.653 -233 40.356 40.667
825.405 243.521 -294.980 773.946
4.682 4.682
24.058 -16.928 7.130
854.145 243.521 -311.908 785.758
De mutaties in de materiële vaste activa zijn in het navolgende schema samengevat. Trivire onderscheidt in het sociaal vastgoed in exploitatie de volgende componenten en afschrijvingstermijnen:
Grond Opstal Garages Installaties Inventaris
Trivire jaarverslag 2015
geen afschrijvingen lineair 60 jaar lineair 60 jaar lineair 15 jaar lineair 20 jaar
71
Trivire onderscheidt in de onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie de volgende componenten en afschrijvingstermijnen:
Grond Kantoor Verbouwingen Inventaris Wagenpark Automatisering
geen afschrijvingen lineair 25 jaar lineair 10 jaar lineair 5 jaar lineair 5 jaar lineair 3 en 5 jaar
Trivire heeft het WSW gevolmachtigd om, in voorkomende gevallen, een hypotheek te vestigen op het hele bezit. Tot aan dagtekening jaarrekening heeft het WSW van deze volmacht geen gebruik gemaakt. In 2015 is voor een bedrag van € 24,2 miljoen aan investeringen opgeleverd. Dit betrof: Nieuwbouw 21 eengezinswoningen aan de J.W. Frisostraat in Dordrecht voor een bedrag van € 3 miljoen. Nieuwbouw 12 sociale huurappartementen, 20 zorgappartementen en 306 m2 kantoorruimte voor Gemiva-SVG Groep aan de Brouwersdijk in Dordrecht voor een bedrag van € 6,1 miljoen. Groot onderhoud/renovatie inclusief vernieuwen entrees 126 flatwoningen aan de Sitterstraat in Dordrecht voor een bedrag van € 4,4 miljoen. Vijf energieprojecten in Dordrecht en Zwijndrecht, waarbij naast het uitvoeren van (planmatig) onderhoud en/of het oplossen van (bouw)technische problemen energiebesparende maatregelen zijn getroffen, waardoor deze woningen minimaal twee energielabelsprongen hebben gemaakt, voor een totaalbedrag van € 9,7 miljoen. Het vervangen van geisers en moederhaarden door combiketels en het aanbrengen van mechanische ventilatie in 226 woningen in de Sterrenbuurt in Zwijndrecht voor een bedrag van € 1,0 miljoen.
Trivire jaarverslag 2015
72
6.9.2 Vastgoedbeleggingen De mutaties in de materiële vaste activa zijn in het navolgende schema samengevat: Commercieel Onroerende Vastgoed in vastgoed zaken ontwikkeling in verkocht bestemd voor exploitatie onder eigen voorwaarden exploitatie Saldo per 31 december 2014 Aanschafwaarde 48.775 26.711 1.181 Ongerealiseerde waardeverandering -4.545 -3.290 Cumulatieve afschrijving -5.294 Boekwaarde 38.936 23.421 1.181 effect presentatiewijziging Saldo per 1 januari 2015 Aanschafwaarde Herwaarderingen Cumulatieve afschrijvingen
Totaal
76.667 -7.835 -5.294 63.538
12.127
-
-
-
53.940 2.417 -5.294 51.063
26.711 -3.290 23.421
1.181 1.181
81.832 -873 -5.294 75.665
Mutaties 2015 Investeringen Desinvesteringen Overboekingen Herclassificatie Corr. Cum. Afschr. door desinvest. Corr. Cum. Afschr. Door herclassificatie Ongerealiseerde waardeverandering Totaal mutaties
189 -1.614 233 128 16 -528 -1.576
-1.054 1.219 673 838
6.077 -3.261 206 3.022
5.212 -3.656 439 128 16 145 2.284
Saldo 31 december 2015 Aanschafwaarde Ongerealiseerde waardeverandering Cumulatieve afschrijving Boekwaarde
52.749 1.889 -5.150 49.487
26.876 -2.617 24.259
4.203 4.203
83.828 -728 -5.150 77.949
De totale materiële vaste activa zijn verzekerd tegen brand- en stormschade voor een bedrag van € 1.792 miljoen. De geschatte waarde van het sociaal vastgoed in exploitatie, gebaseerd op de meest recente WOZbeschikking, bedraagt € 1.554 miljoen. Voor het commercieel vastgoed bedraagt deze waarde € 50 miljoen. De bedrijfswaarde van het totale bezit per 31 december 2015 bedraagt € 827 miljoen (2014 = € 783 miljoen). De bedrijfswaarde van het commercieel vastgoed per 31 december 2015 bedraagt € 53 miljoen (2014 = € 51 miljoen). In 2015 zijn twee percelen geherclassificeerd van sociaal vastgoed naar commercieel vastgoed. Dit is veroorzaakt door mutaties van huurprijzen. Per 31 december 2015 had Trivire voor circa € 4,2 miljoen aan commercieel vastgoed in ontwikkeling. Voor het grootste deel, € 4,1 miljoen, betreft dit de nieuwbouw van MFA in de wijk Kort Ambacht Zuid in Zwijndrecht. Dit pand is in februari 2016 opgeleverd en wordt, met uitzondering van het wijkkantoor van Trivire dat hierin is gevestigd, verhuurd aan de gemeente Zwijndrecht. In 2014 heeft de Inspectie Leefomgeving en Transport bevestigd dat de realisatie en exploitatie van dit pand kan worden beschouwd als een dienst van algemeen economisch belang (DAEB). Het aantal geplande verkopen in de periode 2016 t/m 2020 is 299 woningen en 38 parkeerplaatsen. Trivire jaarverslag 2015
73
Het betreft diverse complexen. De opbrengst van deze verkopen is begroot op € 30 miljoen en de boekwaarde op € 30 miljoen. Voor deze toekomstige verkopen is een belastinglatentie gevormd. Naar verwachting zullen 84 woningen en 7 parkeerplaatsen binnen één jaar worden verkocht. De verwachte opbrengstwaarde van deze onroerende zaken bedraagt € 7,4 miljoen. De boekwaarde bedraagt ultimo het verslagjaar € 7,4 miljoen. In de post onroerende zaken verkocht onder voorwaarden zijn in totaal 191 verhuureenheden opgenomen. Deze zijn verkocht met een terugkoopplicht. Gebruik wordt gemaakt van contractvormen die de goedkeuring van de minister hebben. Alle contracten zijn gebaseerd op het ‘Koopgarant’ principe waarbij sprake is van een verleende korting op de marktwaarde tussen de 10% en 35%. 31-12-2015
31-12-2014
1.949 7.450 3.154 13.500 404 26.457
2.081 7.219 273 3.662 12.650 25.885
6.9.3 Financiële vaste activa 1. Deelnemingen 2. Latente belastingvordering(en) 3. Leningen u/g 4. Te ontvangen BWS-subsidies 5. Geactiveerde optierente extendibles 6. Margin calls 7. Corporatie starterslening Totaal
1.
Deelnemingen Stadsherstel
Pro-Net
Drechtsteden
Project-
WoningNet
Totaal
ontw ikkeling te Dordrecht
Aandeel in kapitaal
>1%
876
1.202
3
2.081
-151
19
-
-132
725
1.221
3
1.949
Resultaat
Saldo per 31 december 2015
2.
te Weesp
100%
Saldo per 1 januari 2015 -
te Dordrecht
38,5%
Latente belastingvordering(en) Actieve latentie Derivaten
Stand 1 januari 2015 Mutatielatentie door: Bij: waarderingsverschil derivaten Af: waarderingsverschil beleggingen Af: leningen Bij: waarderingsverschil verkopen Bij: waarderingsverschil fiscaal compensatie verlies
Stand 31 december 2015 Nominale waarde Verwachte realisatie binnen 1 jaar
Beleggingen
Totaal Leningen
Verkopen
comp.verlies
4.172
13
1.130
1.904
-
7.219
-112 -
-13 -
-109 -
-227 -
692
-112 -13 -109 -227 692
4.060
-
1.021
1.677
692
7.450
-4.157
-
1.047
1.824
692
-594
517
-
85
254
83
939
De actieve belastinglatentie derivaten is door de positieve waardeontwikkeling van de vier extendible leningen per 31 december 2015 afgenomen met € 79.000. Op de stand per 1 januari 2015 is de reguliere waardevermindering € 33.000 toegepast. Per saldo een afname van € 112.000 Door afname van het aantal potentieel te verkopen woningen neemt de actieve belastinglatentie verkoop af met € 227.000.
Trivire jaarverslag 2015
74
Per 31 december 2015 is een actieve belastinglatentie opgenomen wegens fiscaal compensabele verliezen. Volgens de fiscale meerjarenbegroting resteert per 31 december 2015 nog een compensabel verlies van € 2,8 miljoen. Omdat verrekening naar verwachting op korte termijn mogelijk is wordt hiervoor een latente belastingvordering opgenomen van 25% van dit bedrag, oftewel € 692.000. 3.
Leningen u/g 31-12-2015
31-12-2014
Saldo per 1 januari
-
1.612
Mutaties in het boekjaar Leningen u/g Overheveling naar vorderingen i.v.m. < 1 jaar. Saldo
-
-781 -831 -1.612
Saldo per 31 december
-
-
Dit betreft eind 2014 alleen nog een onderhandse lening aan Stichting Woonbron. Het saldo van de lening per eind 2014 bedraagt € 831.000 en is opgenomen onder de kort lopende vorderingen. De aflossing in 2015 bedraagt € 831.000. Het rentepercentage is 6,5. 4. Te ontvangen BWS-subsidies Saldo per 1 januari Mutaties in het boekjaar Ontvangen bijdragen Rente Saldo Saldo per 31 december
273
486
-290 17 -273
-235 22 -213
-
273
3.662
4.170
-508 -508
-508 -508
3.154
3.662
In 2015 vordering geheel ontvangen. 5.
Geactiveerde optierente extendibles
Saldo per 1 januari Mutaties in het boekjaar Afschrijving ten laste van rentelast Saldo Saldo per 31 december
De bij aangaan van de derivaten vooruit ontvangen premie, bedroeg per 31 december 2014 € 3,7 miljoen per 31 december 2015 € 3,2 miljoen. De reële waarde van de extendibles benadert de boekwaarde. 6.
Margin calls
Saldo per 1 januari -
Mutatie lopende jaar
Saldo per 31 december
Trivire jaarverslag 2015
12.650 850 13.500
12.650 12.650
75
In tien derivatencontracten is de verplichting opgenomen dat op het moment dat de marktwaarde van een derivaat negatief is, er margin calls gestort moeten worden. Deze verplichting ontstaat als de marktrente lager is dan de afgesproken rente in het derivaat. Het storten vindt plaats nadat een bepaald drempelbedrag (threshold) wordt overschreden. In 2015 is bij drie banken is per saldo € 850.000 gestort. 7.
Corporatie startersleningen
Saldo per 1 januari -
Stortingen
Saldo per 31 december
31-12-2015
31-12-2014
80
80
324
-
404
80
De storting betreft 11 nieuwe startersleningen. Deze hebben betrekking op het opgeleverde nieuwbouw koop project Crispijn van Outgaerden.
Trivire jaarverslag 2015
76
Vlottende activa
31-12-2015
31-12-2014
421 421
12 170 182
6.9.4 Voorraden 1. Voorraad materiaal 2. Voorraad vastgoed verkopen onder voorwaarden Totaal
1.
Voorraad materiaal
Saldo per 1 januari Mutaties in het boekjaar Inkoop Afboeken Saldo Saldo per 31 december
2.
12
-
-12 -12 -
12 12 12
170
104
1.320 -1.069 251
1.325 -1.259 66
421
170
Voorraad vastgoed verkopen onder voorwaarden
Saldo per 1 januari Mutaties in het boekjaar Aankoop Verkoop Saldo Saldo per 31 december
Dit betreft de woningen Blaauwweg 323 en 337 en Moerasvaren 88. Deze zijn in december 2015 teruggekocht en per balansdatum nog niet verkocht.
6.9.5 Vorderingen 9.5.1 Huurdebiteuren 9.5.2 Lening u/g collega corporatie 9.5.3 Gemeenten 9.5.4 Overige debiteuren 9.5.5 Belastingen en premies sociale verzekeringen 9.5.6 Overlopende activa Totaal
774 8 512 626 513 2.433
724 831 37 653 1.460 1.926 5.631
In bovengenoemde vorderingen zijn geen bedragen opgenomen die een looptijd van een jaar of langer hebben. De reële waarde van de vorderingen benadert de boekwaarde, gegeven het kortlopende karakter ervan en het feit dat waar nodig voorzieningen voor oninbaar zijn gevormd. 6.9.5.1 Huurdebiteuren Huurdebiteuren Afwaardering wegens oninbaarheid Totaal
1.028 -254 774
1.045 -321 724
-
857 171 1.028
806 239 1.045
Huidige huurders Voormalige huurders
Trivire jaarverslag 2015
77
De huurachterstand van de huidige huurders bedraagt 0,85% van de te ontvangen jaarhuur (2014 = 0,86 %). Inclusief de huurachterstand van vertrokken huurders bedraagt de totale huurachterstand 1,03 % van de te ontvangen jaarhuur (2014 = 1,12%). 6.9.5.2 Leningen u/g collega corporatie 31-12-2015
-
31-12-2014
831
Dit betreft een lening van Woonbron. In verband met een looptijd < 1 jaar is dit bedrag overgeheveld van financiële vaste activa naar vorderingen in 2014. In 2015 laatste aflossing ontvangen. 6.9.5.3 Gemeenten Gemeente Dordrecht Totaal
8 8
37 37
640 -224 22 74 512
473 -164 272 72 653
626 626
1.460 1.460
53 174 14 15 187 70 513
367 250 247 929 53 1.846
13 7.728 9.432 53 42 17.268
17 4.347 10.919 15 18 15.316
6.9.5.4 Overige debiteuren Overige vorderingen op huurders Afwaardering wegens oninbaarheid (zie huurdebiteuren) Nog te ontvangen Spectrum Zorg in beeld Nog te ontvangen Woonbron Overige Totaal 6.9.5.5 Belastingen en premies sociale verzekeringen -
Vennootschapsbelasting
6.9.5.6 Overlopende activa Nog te ontvangen afrekening Crabbehof Nog te ontvangen Thureborgh Servicekosten Nog te verwerken crediteurnota's Vooruitbetaalde kosten Vooruitontvangen facturen Diversen Totaal
6.9.6 Liquide middelen Direct opvraagbaar Kas Rabobank BNG Bank ING Bank ABN-AMRO Totaal
Trivire jaarverslag 2015
78
6.9.7 Eigen vermogen
31-12-2015
Stichtingskapitaal Algemene Bedrijfsreserve Saldo per 31 december 2014 Gevolgen stelselwijziging (zie waarderingsgrondslagen) aanpassing presentatiewijziging Gecorrigeerd saldo per 1 januari Mutaties in het boekjaar Uit resultaatbestemming Herwaardering Saldo Saldo per 31 december
31-12-2014
1
1
323.443
316.482
6.962 330.405
316.482
6.496 49.004 55.500
-9.764 16.725 6.961
385.905
323.443
Het vermogen wordt binnen de kaders van de Woningwet en afgeleid het BBSH besteed. Ultimo 2015 is in totaal € 245,4 miljoen aan ongerealiseerde herwaardering in de Algemene Bedrijfsreserve begrepen (2014 = € 205,9 miljoen). Ongerealiseerde herwaardering Ongerealiseerde herwaardering Saldo per 31 december 2014 Stelselwijziging Saldo per 1 januari Herwaardering sociaal Realisatie door afschrijving sociaal Herwaardering commercieel Realisatie door desinvesteringen Overig Saldo per 31 december
205.876 4.075 209.951 49.004 -8.653 -528 -2.761 -1.603 245.410
6.9.8 Voorzieningen De mutaties in de voorzieningen zijn in het navolgende schema samengevat: Glasfonds
Stand 1 januari 2015 Toevoeging rente Overige toevoegingen Onttrekkingen Vrijval Stand 31-12-2015
Sterabonnement
overige fondsen
Sloop projecten
Onrendabele Investeringen
Totaal
370
1.169
52
1.837
9.973
13.401
53 -3 -
392 -292 -
249 -240 -
173 -476 -40
-6.989 -
867 -8.000 -40
420
1.269
61
1.494
2.984
6.228
Van de voorzieningen is een bedrag van € 6,1 miljoen als langlopend (langer dan een jaar) aan te merken. Glasfonds/Sterabonnement In samenspraak met de Huurdersraad is overeengekomen dat deze servicecomponenten niet worden afgerekend met huurders. Het saldo van elk jaar wordt ten gunste of ten laste van het fonds gebracht. Bij negatieve ontwikkeling vindt aanpassing van de servicecomponent plaats. Overige fondsen Dit betreft het lampenfonds en ontstoppingsfonds.
Trivire jaarverslag 2015
79
Sloop projecten Project
Aantal
Saldo per
w oningen
1-jan-15
Storting
Onttrekking
Vrijval
Saldo per 31-dec-15
Patersweg Tweelingen/Stierstraat Nicolaasstraat Frisostraat Beckmanplantsoen
296 128 10 21 54
129 1.274 212 45 177
80 67 26
32 66 196 5 177
-40 -
177 1.208 83 26
Totaal
509
1.837
173
476
-40
1.494
Met ingang van 2011 is de administratieve verwerking van de financiële gevolgen van de sloop van bestaande woningen gewijzigd. In het jaar waarin het besluit tot sloop is genomen wordt voor de totale geraamde sloopkosten, uitverhuisvergoedingen, eventuele kosten van bouwrijp maken en overige kosten die verband houden met de sloop een Voorziening Sloop Projecten gevormd. Deze kosten worden dus niet meer toegevoegd aan de stichtingskosten van de nieuw te bouwen woningen. Vervolgens worden de werkelijke kosten met betrekking tot de sloop ten laste van deze voorziening gebracht. In 2015 zijn geen nieuwe sloopbesluiten genomen, dus hoeft geen storting in de voorziening plaats te vinden voor 'nieuwe' projecten. Wel was het noodzakelijk om in 2015 een extra storting in de voorziening te doen voor de projecten Patersweg (€ 79.955), Nicolaasstraat (€ 66.776) en Wiardi Beckmanplantsoen (€ 26.765) omdat het saldo niet meer toereikend was voor de nog te verwachten kosten. Hier tegenover stond dat het restant saldo van de voorziening voor het project Frisostraat (€ 39.735) kon vrijvallen ten gunste van het resultaat. Onrendabele investeringen Project
Saldo per
Storting
Onttrekking
1-jan-15
Nieuwbouw Wiardi Beckmanplantsoen Sitterstraat Kapiteinflats Zwijndrecht Volgerlanden Oost cluster B1 huurdeel Nieuwbouw J.W. Frisostraat Crispijn van Outgaerden Groen van Prinstererplantsoen Bilderdijkstraat e.o. Burgemeester Struijkstraat fase 1 Stierstraat Totaal
3.869 1.264 804 1.742 760 894 149 491 9.973
Saldo per 31-dec-15
964 200 1.164
3.869 204 804 1.742 894 149 491 8.153
964 1.060 960 2.984
Toekomstige nieuwbouw- en verbeteringsprojecten hebben op basis van voorcalculatorische parameters een gedeelte aan onrendabele investeringen. Voor dit bedrag is een voorziening onrendabele investeringen gevormd.
Trivire jaarverslag 2015
80
6.9.9 Schulden op lange termijn 1. Leningen overheid 2. Leningen kredietinstellingen 3. Leningen overig 4. Vrijval disagio leningen Subtotaal 5. Terugkoopverplichting woningen verkocht onder voorwaarden 6. Derivaten 7. Waarborgsommen Totaal
31-12-2015
31-12-2014
11.514 422.102 1.002 434.618 24.572 20.848 135 480.173
12.408 410.942 1.002 100 424.452 23.903 22.131 100 470.586
Saldo per 1 januari
424.452
438.996
Mutaties in het boekjaar: Nieuwe leningen Aflossingen Vrijval disagio leningen Mutatie langlopend naar kortlopend Extra aflossingen Mutatie flexlening Saldo
26.610 -6.429 -100 -12.915 3.000 10.166
43.580 -41.332 1.903 -22.295 3.600 -14.544
Saldo per 31 december
434.618
424.452
6.9.9.1 tot 6.9.9.4 Leningen overheid/Leningen kredietinstellingen/Leningen overig/ Vrijval disagio leningen
Schulden/leningen overheid Hieronder zijn opgenomen leningen die zijn verstrekt door de gemeente Dordrecht. De schulden/leningen overheid hebben de volgende kenmerken: Vastrentende leningen Restschuld (inclusief kortlopend deel per balansdatum) Gemiddelde rente Gemiddelde looptijd Reële waarde
12.409 3,11 13,86 11.517
13.277 3,11 14,64 13.566
Vastrentende leningen Restschuld (inclusief kortlopend deel) per balansdatum Gemiddelde rente Gemiddelde looptijd Reële waarde
361.472 3,17 25,21 426.329
324.423 3,87 26,38 329.525
Leningen met variabele rente Restschuld (inclusief kortlopend deel) per balansdatum Gemiddelde rente Gemiddelde looptijd Reële waarde
79.080 0,33 5,27 79.169
121.080 0,47 8,60 121.213
Schulden/leningen k redietinstellingen Hieronder zijn leningen van verschillende kredietinstellingen opgenomen. Deze leningen hebben de volgende kenmerken:
Trivire jaarverslag 2015
81
Langlopende schulden
Saldo per
aflossings-
Resterende
Resterende
31-dec-15
verplichting 2016
looptijd >1 jaar
looptijd > 5 jaar
Leningen overheid Leningen kredietinstellingen Leningen overig
11.514 422.102 1.002
895 18.448 -
11.268 403.005 1.002
11.268 389.714 -
Totaal
434.618
19.343
415.275
400.982
Aflossingsverplichtingen binnen 12 maanden na afloop van het boekjaar zoals hierboven toegelicht, zijn opgenomen onder de schulden op korte termijn. Aflosbaar
Aflosbaar
Aflosbaar
Aflosbaar
over 2 jaar
over 3 jaar
over 4 jaar
over 5 jaar
Leningen overheid Leningen kredietinstellingen Leningen overig Verplichtingen uit hoofde van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden
924 4.470 1.002
953 13.610 -
984 14.431 -
-
-
-
-
-
Totaal
6.396
14.563
15.415
-
Schulden/leningen overheid kredietinstellingen De mutaties in 2015 van de schulden/leningen overheid en kredietinstellingen kunnen als volgt worden toegelicht: Leningen
Leningen kredietinstellingen
overheid
Stand per 1 januari Mutatie flexlening Nieuwe leningen Aflossingen Mutatie langlopend naar kortlopend Stand per 31 december
12.408 -868 -26 11.514
410.942 3.000 26.611 -5.561 -12.890 422.102
Totaal
423.350 3.000 26.611 -6.429 -12.916 433.616
De te ontvangen variabele rente voor de swaps is 3 en 6 maanden Euribor. Bank
Ingang
Eind
Volum e
Coupon
Break
Type
Deutsche Bank AG
1-apr-14
1-apr-64
10.000.000
3,9
1-4-2024
Mandatory
Deutsche Bank AG
15-jul-14
15-jul-64
10.000.000
3,757
15-7-2025
Mandatory
Credit Suisse
7-apr-15
7-apr-60
10.000.000
3,77
7-4-2022
Mandatory
Credit Suisse
17-nov-15
17-nov-60
10.000.000
3,69
17-11-2023
Mandatory
BNP Paribas
2-mei-13
2-mei-46
5.000.000
2,9575
14-9-2020
Optional
BNP Paribas
2-mei-14
2-mei-47
5.000.000
3,02
14-9-2020
Optional
Totaal
50.000.000
Tabel: Derivatenportefeuille met break clausules Bij de bovenstaande derivaten betaalt Trivire de vaste rente en ontvangt van de tegenpartij de 6 maands Euribor. Bij de derivaten met BNP Paribas betreft het optionele break clausules. Dat betekent dat beide partijen het recht hebben om de transacties te beëindigen. Op basis van prudent risicobeheer verwacht Trivire dat de tegenpartij (BNP Paribas) de optionele break clausule zal uitoefenen. Dit is ook gebaseerd op het feit dat sinds de Vestia-casus en de introductie van de Beleidsregels Derivaten BZK geen derivaten worden afgesloten en de tegenpartijen stellen dat het kredietrisico van de corporatiesector is vergroot. Bij de derivaten met Credit Suisse en Deutsche Bank betreft het mandatory break clausules. Deze derivaten worden op de breakdatum beëindigd, tenzij partijen vooraf anders overeenkomen. De break clausule houdt in dat de renteswap wordt afgewikkeld tegen de marktwaarde op de datum van het zich manifesteren van de break clause. Trivire jaarverslag 2015
82
De marktwaarde kan positief, negatief of nihil zijn, wat betekent dat Trivire de negatieve marktwaarde moet betalen of de positieve marktwaarde zal ontvangen. Dit heeft liquiditeitsconsequenties. Als de marktwaarde van de swap(s) negatief is, moet Trivire over voldoende liquiditeiten beschikken om aan deze negatieve marktwaarde te voldoen. Als de marktwaarde van de renteswap(s) positief is ontvangt Trivire liquiditeiten. Daarnaast geldt dat volgens de Beleidsregels Derivaten voor derivaten met een break clause binnen peildatum en een kalenderjaar Trivire een liquiditeitsbuffer moet aanhouden die voldoende groot is om aan de marktwaarde te voldoen bij een daling van de rentecurve met 2%. Aangezien voor de derivatenportefeuille van Trivire geldt dat er sprake is van margining op basis van een Credit Support Annex, houdt Trivire al een liquiditeitsbuffer aan van € 77,9 miljoen. De reële waarde van de derivaten bedraagt per balansdatum € 48,8 miljoen negatief (2014 = € 54,6 miljoen negatief) en is als volgt bepaald: rente
bank
5 6 7 8 9 10 11 12 108 109 201 202 305 301 302 306 303 304
notional
ingangsdatum
einddatum
value
swap
ABN AMRO ABN AMRO Deutsche Bank BNG BNG BNG BNG ABN AMRO ABN AMRO ABN AMRO BNG BNG BNP Paribas Deutsche Bank Deutsche Bank BNP Paribas Credit Suisse Credit Suisse
10.000 9.000 10.000 5.000 5.000 5.000 5.000 5.000 9.000 5.000 4.500 5.000 5.000 10.000 10.000 5.000 10.000 10.000
Generaal totaal
127.500
1-4-2007 2-6-2008 16-2-2009 1-2-2008 3-11-2008 18-8-2009 10-7-2008 30-12-2008 1-6-2011 1-7-2009 3-9-2008 3-7-2009 2-5-2013 1-4-2014 15-7-2014 2-5-2014 7-4-2015 17-11-2015
1-4-2016 2-6-2018 16-2-2019 1-2-2023 3-11-2023 18-8-2024 10-7-2023 30-12-2023 1-6-2020 1-7-2016 3-9-2023 3-7-2024 2-5-2046 1-4-2064 15-7-2064 2-5-2047 7-4-2060 17-11-2060
te betalen
marktw aarde
vaste rente
31-12-2014
3,545 3,945 4,013 4,485 4,495 4,540 4,125 4,130 4,538 4,238 4,510 4,550 2,958 3,900 3,757 3,020 3,770 3,690
-84 -888 -1.380 -1.436 -1.495 -1.659 -1.275 -1.338 -1.947 -216 -1.366 -1.562 -1.773 -8.362 -7.788 -1.895 -7.391 -6.967 -48.822
Per 31 december 2015 voldoet Trivire aan artikel 8 van de beleidsregels derivaten. Bij een 2% lagere marktrente zou de negatieve marktwaarde van de derivatenportefeuille per peildatum 31 december 2015 € 125,8 miljoen bedragen. Het te storten bedrag is dan € 61,7 miljoen. Trivire heeft per 31 december 2015 een totale buffer van € 77,9 miljoen ter beschikking. Het voldoen aan deze eis is vooral bereikt door het maximeren van de margin call-verplichting van de derivaten die afgesloten zijn bij Credit Suisse. Bij de derivaten van de Deutsche Bank is eveneens een plafond aangebracht in de margin call-verplichting medio februari 2015. Er resteren per eind 2015 nog toezichtbelemmerde bepalingen in twee contracten van BNP Paribas. Deze bank heeft tot nu toe aangegeven niet mee te werken om deze bepalingen te laten vervallen. Voor de variabel rentende leningen is voor € 127,5 miljoen aan renteswaps aangegaan om het variabel renterisico op deze leningen af te dekken. Na het effect van swaps is de gemiddelde rente op de variabel rentende leningen 4,37% (2014 = 3,93%). Op het onroerend goed is geen hypotheek gevestigd voor zekerheidsstelling voor leningen. Ook is geen positieve of negatieve hypotheekverklaring afgegeven op het onroerend goed. Trivire jaarverslag 2015
83
Van de leningen overheid en kredietinstellingen is een totaalbedrag van € 452,5 miljoen opgenomen waarvoor WSW borging is verkregen. Onder de leningen is voor een bedrag van € 84,6 miljoen aan zogenaamde basisrenteleningen opgenomen. Op deze leningen wordt een vaste basisrente betaald van gemiddeld 3,31% (2014 = 3,31%). De creditspread die op deze leningen wordt betaald wordt periodiek herzien. Voor de huidige leningen is de gemiddelde spread 0,27%. Het vervalschema van de credit spreadherzieningen is hieronder weergegeven: Overzicht basisrente leningen per 31 december 2015 Intern leningnr./ geldgever
720-999-517 720-999-518 720-999-519 720-999-520 720-999-521 720-999-522 720-999-523 720-999-524 720-999-533 720-999-536
BNG NWB NWB NWB BNG BNG NWB NWB BNG NWB
Totaal
bedrag
10.000 10.000 10.000 10.000 5.000 5.000 5.000 10.000 9.750 10.000
ingangsdatum
2-9-2010 15-10-2010 7-2-2011 30-11-2011 1-3-2012 2-7-2012 3-9-2012 15-10-2012 28-3-2013 17-1-2013
einddatum
2-9-2060 15-10-2060 7-2-2056 30-11-2056 1-3-2052 2-7-2054 3-9-2055 15-10-2058 28-3-2053 17-1-2063
eerste renteherziening opslag 2-9-2016 15-10-2020 9-2-2015 28-11-2020 2-3-2015 4-7-2016 5-9-2016 16-10-2017 28-3-2018 17-1-2019
basisrente
3,177% 3,180% 3,230% 3,290% 3,035% 3,070% 3,065% 3,075% 3,990% 3,650%
spread per 31 dec 2015 0,25% 0,40% 0,16% 0,41% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,42% 0,39%
84.750
De aflossingsverplichting in 2016 bedraagt € 19,4 miljoen. Het bedrag van leningen met een kortere restantlooptijd dan 1 jaar is € 14,0 miljoen. Het bedrag van leningen met een kortere restantlooptijd dan 5 jaar is € 36,8 miljoen. Het bedrag van leningen met een langere restantlooptijd dan 5 jaar is € 417,1 miljoen. De gemiddelde rente van de leningen bedroeg 3,72% (2014 = 3,93%). Dit is inclusief rentelasten van de derivaten. Het schuldrestant van de leningen is te splitsen in leningen met een hoofdsom met vaste rente € 309,0 miljoen (2014= € 338,7 miljoen) en een hoofdsom met variabele rente € 144,1 miljoen (2014 = € 121,1 miljoen). Voor de leningen zijn geen zekerheden verstrekt, uitgezonderd de onherroepelijke en onvoorwaardelijke volmacht verstrekt aan het WSW.
Trivire jaarverslag 2015
84
6.9.9.5 Terugkoopverplichting woningen verkocht onder voorwaarden 31-12-2015
31-12-2014
Saldo per 1 januari
23.903
23.014
Mutaties in het boekjaar Waardeverandering verplichting Nieuwe koopgarant woningen Aankopen Verkopen Saldo
559 173 1.046 -1.108 670
310 280 1.409 -1.110 889
21.491 3.081 24.572
20.760 3.143 23.903
Saldo per 31 december Terugkoopverplichting ontstaan bij overdracht Verminderingen/vermeerderingen
6.9.9.6 Derivaten Saldo per 1 januari
22.132
9.475
Mutaties in het boekjaar Opwaardering Afwaardering Saldo
-1.284 -1.284
12.657 12.657
Saldo per 31 december
20.848
22.132
Onder de leningen is voor een bedrag van € 45 miljoen aan zogenaamde extendibles/tijdvakleningen opgenomen. Bij deze leningen betaalt Trivire gedurende het eerste tijdvak een vaste rente, die lager is dan de marktrente, zoals op het moment van afsluiten gold. In ruil daarvoor heeft Trivire aan de tegenpartij het recht gegeven om bij het begin van het tweede tijdvak te bepalen of er een vaste rente wordt betaald of dat er een variabele rente wordt betaald. Dit recht van de tegenpartij is een embedded derivaat dat is afgescheiden van het basiscontract en afzonderlijk in de balans is verwerkt onder derivaten. De belangrijkste kenmerken van deze leningen, evenals de reële waardes zijn hieronder weergegeven.
Trivire jaarverslag 2015
85
Overzicht extendibles per 31 december 2015 intern
Geldgever
num
Hoofd
ingangs-
som
datum
131 BNG
10.000
2-5-2007
136 NWB
10.000
2-6-2008
720 NWB
15.000
30-6-2011
720 BNG
10.000
15-11-2013
Totaal
45.000
einddatum
rente
rente
rente
Marktw aarde Marktw aarde
tijdvak 1
tijdvak 2
tijdvak 3
31 dec. 2014 31 dec. 2015
5-5-2042 2-5-2007 tot 30-4-2010 1 mnds Euribor zonder opslag met een max. van 4,04% 2-6-2048 2-6-2008 tot 2-6-2011 1 mnds Euribor zonder opslag met een max. van 4,3025% 30-6-2059 30-6-2011 tot 29-2-2021 rente van 2,89% op jaarbasis of rente van 3,50% per halfjaar 15-11-2062 15-11-2013 tot 15-11-2021 rente van 2,40%
30-4-2010 tot 4-5-2026 vaste rente van 4,04%
4-5-2026 tot 5-5-2042 vaste rente van 4,35% of 3-mnd Euribor zonder opslag 2-6-2011 tot 2-6-2028 tot 2-6-2028 2-6-2048 vaste rente vaste rente van 4,3025% van 4,55% of 3-mnd Euribor zonder opslag 29-1-2021 tot n.v.t. 30-6-2059 rente van 3,50% met nader overeen te komen opslag 15-11-2021 tot n.v.t. 15-11-2062 rente van 4,00% met nader overeen te komen opslag of 6-mnd Euribor met nader overeen te komen opslag
-3.537
-3.159
-4.392
-4.104
-7.642
-7.266
-6.561
-6.319
-22.132
-20.848
31-12-2015
31-12-2014
6.9.9.7 Waarborgsommen Saldo per 1 januari
100
81
Mutaties in het boekjaar Ontvangen waarborgsommen Terugbetaalde waarborgsommen Saldo
59 -24 35
19 19
Saldo per 31 december
135
100
895 18.449 3.182 935 14.518 37.979
868 33.729 832 2.738 680 14.530 53.377
6.9.10 Schulden op korte termijn 1. Schulden overheid 2. Schulden aan kredietinstellingen 3. Lening o/g collega corporatie 4. Overige crediteuren 5. Belastingen en premies sociale verzekeringen 6. Overlopende passiva Totaal
Alle kortlopende schulden hebben een resterende looptijd van korter dan een jaar. De reële waarde van de kortlopende schulden benadert de boekwaarde vanwege het kortlopende karakter van de schulden.
Trivire jaarverslag 2015
86
1. 2.
Schulden overheid
4. 5.
Lening o/g collega corporatie Deze lening in december 2015 afgelost. De rente was 6,5% Overige crediteuren
18.449 18.449
33.729 33.729
-
832
3.182
2.738
9 926 935
6 174 500 680
31-12-2015
31-12-2014
Belastingen en premies sociale verzekeringen
Loonbelasting/premies volksverzekeringen Pensioen/vut premies Btw en OZB Totaal
6.
868
Schulden aan kredietinstellingen
Kortlopend deel (aflossingsverplichting) langlopende schulden Totaal 3.
895
Overlopende passiva
Niet vervallen rente geldleningen Vooruit ontvangen huur Bijdragen verwarmingskosten (leveringen en diensten) Te betalen rente (rollover/swap) Niet opgenomen verlofuren Nog te ontvangen facturen Nog te betalen bruidsschatten Nog te betalen erfpacht Subsidie Volgerlanden Nog te ontvangen facturen NPO Nog te betalen reorganisatiekosten Overige Totaal
4.684 1.111 2.746 2.026 578 441 1.001 141 231 867 550 142 14.518
5.528 1.174 2.450 1.640 624 848 765 231 912 358 14.530
Niet in de balans opgenomen verplichtingen -
Obligo WSW
18.776
19.027
Dit betreft het totale obligo dat Trivire moet aanhouden met betrekking tot door het WSW geborgde schulden. Wanneer het WSW zich op verzoek van een deelnemer ten behoeve van diens geldgever heeft borg gesteld, is de deelnemer gehouden deel te nemen in het totale risico waartoe het WSW zich voor de deelnemers heeft borg gesteld. Daartoe is de deelnemer vanaf het moment waarop het WSW zich borg stelt tot aan het teniet gaan van de borgtocht aan het WSW, verschuldigd een bedrag gelijk aan ten hoogste 3,85% van het nominale bedrag van de door die deelnemer aangegane lening waarvoor het WSW zich heeft borg gesteld. De verplichting, onderverdeeld naar obligo-percentage en bedrag, is als volgt: schuldrestant
Leningen met variabele hoofdsom Overige leningen
150.400 374.882 525.282
factor
75% 100%
obligo-perc.
3,85% 3,85%
obligo
4.343 14.433 18.776
Voorzieningen voor pensioenen Trivire heeft geen verplichting tot storting bij tekorten in het bedrijfstakpensioenfonds. Om die reden is de pensioenregeling als een toegezegde bijdrageregeling verwerkt. De aan het fonds betaalde premies worden in de winst- en verliesrekening verwerkt en er wordt geen voorziening in de jaarrekening opgenomen. Een overschot of tekort kan invloed hebben op de te betalen premies. Het fonds heeft per balansdatum een dekkingsgraad van 109%. Trivire jaarverslag 2015
87
Liquiditeitsbuffer Trivire heeft de beschikking over € 77,9 miljoen flexleningen die intern door het bestuur is bestemd voor de liquiditeitsbuffer en waarvan contractueel minimaal 20% (€ 15,6 miljoen) opgenomen. Er is € 20,6 miljoen opgenomen waarvan € 13,5 miljoen is gebruikt voor de betaling van margin calls. Het restant wordt aangehouden op een spaarrekening en is alleen bestemd voor margin calls. Aangegane verplichting Per 31 december 2015 was Trivire voor een bedrag van circa € 2,5 miljoen verplichtingen aangegaan voor diverse projecten. Het grootste deel van dit bedrag betreft openstaande opdrachten voor de volgende projecten: nieuwbouw MFA Kort Ambacht Zuid € 0,5 miljoen renovatie Tomatenplein en Veilingdreef € 0,2 miljoen energieprojecten Burg. Struijkstraat, Groen van Prinstererplantsoen € 1,8 miljoen Vennootschapsbelasting ‘Trivire vormt sinds 1 januari 2009 voor de heffing van vennootschapsbelasting een fiscale eenheid met Pro-Net Projectontwikkeling B.V. Op grond van de standaardvoorwaarden zijn de moedermaatschappij en de met haar gevoegde dochtermaatschappij hoofdelijk aansprakelijk voor de door de combinatie verschuldigde vennootschapsbelasting. Verbonden partijen Als verbonden partij worden aangemerkt alle rechtspersonen waarover overheersende zeggenschap, gezamenlijke zeggenschap of invloed van betekenis kan worden uitgeoefend. Ook rechtspersonen die overwegende zeggenschap kunnen uitoefenen worden aangemerkt als verbonden partij. Ook de statutaire directieleden, andere sleutelfunctionarissen in het management van Trivire en nauwe verwanten zijn verbonden partijen. Voor Trivire zijn de verbonden partijen: Stadsherstel Drechtsteden N.V., Pro-Net Projectontwikkeling B.V. en WoningNet N.V. Met de deelnemingen Stadsherstel Drechtsteden N.V. en WoningNet N.V. heeft Trivire naast haar aandelenbelang ook een zakelijke relatie. Trivire levert aan Stadsherstel Drechtsteden N.V. diensten in de vorm van het uitlenen van personeel. Van WoningNet N.V. neemt Trivire diensten af. Deze transacties zijn steeds gebaseerd op gebruikelijke contractuele afspraken waarbij marktconforme condities zijn overeengekomen.
Trivire jaarverslag 2015
88
6.10. Toelichting op de winst- en verliesrekening (x € 1.000)
2015
2014
83.579 5.311 88.890 -757 88.133
83.286 4.017 87.303 -858 86.445
479 278 757
428 430 858
19.958 2.703 66.229 88.890
19.621 2.630 65.052 87.303
7.786 -28 7.758
6.348 8 6.356
BEDRIJFSOPBRENGSTEN
6.10.1 Huren 1.
Te ontvangen netto huur a. Woningen en woongebouwen b. Onroerende zaken niet zijnde woningen Subtotaal 2. Huurderving wegens leegstand Totaal De huurderving wegens leegstand is als volgt opgebouwd: 1. Woningen en woongebouwen (0,57% van de jaarhuur) 2. Onroerende zaken niet zijnde woningen (5,23% van de jaarhuur) Totaal Voor 2014 bedroegen de percentages respectievelijk 0,51 en 10,7. De hogere huuropbrengst ten opzichte van vorig boekjaar wordt als volgt verklaard: a. De algemene huurverhoging per 1 juli 2014 en 2015 b. Het in exploitatie nemen van nieuwe woningen c. Verkoop d. Sloop e. Overig (aanleg cv, verbetering van woningen, harmonisatie, etc.) f. Lagere huren bedrijfsruimten g. Eulerlaan, einde contract Totaal De geografische onderverdeling van de netto huuropbrengsten kan als volgt worden weergegeven: • Gemeente Zwijndrecht • Gemeente Hendrik-Ido-Ambacht • Gemeente Dordrecht Totaal
2.111 100 -539 -121 353 -145 -172 1.587
6.10.2 Opbrengsten servicecontracten 1. Te ontvangen vergoedingen overige zaken, leveringen en diensten 2. Vergoedingsderving wegens leegstand Totaal
Trivire jaarverslag 2015
89
2015
2014
7.133 -5.231 -530 1.372
11.144 -9.416 -465 1.263
6.10.3 Netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille 1. Opbrengst verkopen bestaand bezit 2. Boekwaarde 3. Kosten Totaal
Resultaat verkoop bestaand bezit 2015 bestaat uit 67 woningen, 2 bedrijfspanden en 23 garages. In 2014 was dit 144 woningen en 36 garages.
6.10.4 Netto resultaat verkoop projecten Crispijn van Outgaerden
206
-
179 52 602
129 388 681
70 44 116 99 81 47 53 1.343
63 43 274 281 190 140 87 166 125 224 386 3.177
6.10.5 Overige bedrijfsopbrengsten Doorberekende uren projecten Verrichte diensten rechtspersonen Doorberekend onderhoud Bijzondere baten: Vergoeding HW Wonen 99 woningen Blaauwweg Vergoeding Thuisvester Polderwiel Zorg in beeld Inspectie-uren Administratiekosten SSK Administratiekosten 1e verhuur Vergoeding derving COKD Btw correctie 2012 Btw correctie 2013 Vrijval voorziening sloop Waarde Vissersdijk correctie Overige Totaal
6.10.6 Overige waardeveranderingen immateriële vaste activa en vastgoedportefeuille Vrijval voorziening onrendabele investeringen nieuwbouw
Trivire jaarverslag 2015
7.008
-
90
2015
2014
BEDRIJFSLASTEN
6.10.7 Afschrijvingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille a. Sociaal vastgoed zaken in exploitatie b. Activa ten dienste van de exploitatie Totaal
6.10.8 Erfpacht
24.807 1.493 26.300
24.225 1.615 25.840
28
133
Dit bedrag heeft betrekking op vier erfpachtcanons in de wijk Crabbehof. Het nieuw vastgestelde bedrag voor deze canons is € 142.000. Er was in 2014 al een bedrag van € 114.000 gereserveerd voor 2015.
6.10.9 Lonen en salarissen Salarissen Uitzendkrachten Ziekengeld Totaal
Gemiddelde personeelsbezetting (fte's) Gemiddeld salaris (€)
8.717 1.393 -99 10.011 2015 170,51 51.126
8.604 568 -38 9.134
2014 170,07 50.587
Met betrekking tot de personeelsbezetting wordt nog verwezen naar hoofdstuk 6.12 Overige informatie.
6.10.10 Sociale lasten
1.308
1.371
6.10.11 Pensioenlasten
1.488
1.611
Sociale lasten en pensioenlasten is 32,1 % van de salarissen (2014 = 34,7 %). Lager percentage ten opzicht van vorig jaar is onder meer veroorzaakt door een lagere pensioenspremie.
6.10.12 Lasten onderhoud Dagelijks onderhoud (niet-cyclisch) Planmatig onderhoud (cyclisch) Totaal
6.10.13 Leefbaarheid
7.972 9.880 17.852
8.070 10.265 18.335
269
359
7.716 7.716
6.127 140 6.267
6.10.14 Lasten servicekosten 1. 2.
Overige zaken, leveringen en diensten (servicekosten) Niet in rekening te brengen service- en stookkosten
Trivire jaarverslag 2015
91
2015
2014
6.10.15 Overige bedrijfslasten 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
Overige personeelskosten Huisvestingskosten Kosten Raad van Commissarissen Algemene kosten Belastingen Verzekeringen Contributie landelijke federatie Derving service-/stookkosten en overige exploitatiekosten Beheerbijdrage vve's Lasten voorgaande jaren Verhuurdersheffing Diverse lasten: - Storting in voorziening dubieuze debiteuren - Heffing saneringssteun - Herwaardering voorraad materiaal - Afboeking projectkosten - Bijdrage lampenfonds - Afboeking overige debiteuren - Sociaal programma Crabbehof - Kosten Warmtewet - Overige exploitatielasten - Juridische kosten overlast - Reorganisatiekosten - Diversen Totaal In het boekjaar zijn de volgende bedragen aan accountantshonoraria ten laste van het resultaat gebracht: - Controle van de jaarrekening - Andere controlewerkzaamheden - Fiscale advisering - Andere niet controlediensten
718 541 105 2.739 3.881 621 88 119 132 6.734
548 635 80 2.855 3.930 542 119 109 183 73 5.991
538 56 548 53 13 184 88 550 104 17.812
422 2.852 12 2.680 603 173 303 87 90 22.287
76 36 55 2 169
81 76 84 9 250
-528 673
2.985 370
-559 -414
-310 3.045
Bovenstaande honoraria betreffen uitsluitend de werkzaamheden die bij Trivire zijn uitgevoerd door onafhankelijke accountants zoals bedoeld in art.1, lid 1 Wta (Wet toezicht accountantsorganisaties).
6.10.16 Niet gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille Waardeverandering commercieel vastgoed in exploitatie Waardeverandering onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Waardeverandering verplichtingen uit hoofde van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden
Trivire jaarverslag 2015
92
2015
6.10.17 Waardeverandering derivaten
2014
1.284 -12.656
Trivire heeft vier extendible leningen. Leningcontracten waarbij de bank de optie heeft om na een aantal jaren de lening voor een additioneel aantal vooraf overeengekomen jaren tegen een vooraf vastgesteld vast rentepercentage te verlengen. Deze geschreven opties voldoen aan de criteria voor embedded derivaat en zijn per 2013 afgescheiden van het basiscontract en afzonderlijk in de balans verwerkt onder langlopende schulden. De reële waarde van de embedded derivaten bedroeg per 31 december 2014 -/- € 22,1 miljoen en per 31 december 2015 -/-€ 20,8 miljoen. De waardevermeerdering in 2015 bedraagt € 1,3 miljoen.
6.10.18 Rentebaten
6.10.19 Opbrengsten financiële vaste activa
2015
2014
87
121
193
64
17.252 -100 508 94 35 17.789
434 17.318 30 508 44 18.334
231 231
1.366 75 4.887 6.328
Hierin is opgenomen een bedrag van € 185.000 geactiveerde rente (2014 = € 46.000)
6.10.20 Rentelasten Rente langlopende schulden Leningen overheid Leningen kredietinstellingen Overige leningen Vrijval disagio Afschrijving geactiveerde optierente Borgstellingsvergoeding Rekening-courant Overige rentelasten
6.10.21 Vennootschapsbelasting Jaarschijf 2012 Jaarschijf 2013 Mutatie actieve latentie Totaal
Trivire jaarverslag 2015
93
Toelichting vennootschapsbelasting Commercieel resultaat voor vennootschapsbelasting en deelnemingen Af: Correctie verkoopopbrengsten Fiscale afschrijving op activa Fiscale afschrijving op agio leningen o/g en u/g Fiscale afschrijving op (dis)agio leningen u/g Fiscale afschrijving op (dis)agio swaps Correctie activeringen die kwalificeren als instandhouding Correctie geactiveerde rente op projecten o.b.v. fiscale solvabiliteit Correctie waardeverandering DAEB Correctie waardeverandering derivaten Correctie vrijval voorziening onrendabele investeringen Correctie vrijval voorziening sloopkosten Correctie onttrekkingen voorziening sloopkosten Afboeking fiscaal geactiveerd ontwikkelrecht Zuiderpoort Bij: Correctie dotatie voorziening sloopkosten Correctie afschrijvingen Correctie resultaat saneringssteun Aftrekbeperking gemengde kosten Fiscale vrijval disagio leningen o/g Correctie vrijval geactiveerde optierente Correctie voorziening onrendabele investeringen Correctie reorganisatiekosten Correctie afwaardering activa in exploitatie wegens sloop, fiscaal geen kosten Correctie waardeverandering vaste activa en vastgoedportefeuille Correctie waardeverandering derivaten Correctie onderhoudskosten die kwalificeren als verbetering Resultaat deelneming Pro-Net Projectontwikkeling B.V. Fiscaal resultaat (inclusief deelneming) Verliesverrekening Belastbaar bedrag
6.397
-15.856
-1.486 -3.657 -712 -52 -161 -14.463 -97 -1.284 -6.989 -208 -7.099
-1.263 -3.413 -715 -161 -8.468 -23 -3.045 -391 -487 -
134 26.300 33 116 508 550
25.839 2.852 32 508 2.666 -
406 528 183 18
12.656 261 25
-1.035
11.017
-
-11.017
-1.035
-
Algemeen De belasting wordt berekend over het resultaat voor belastingen in de winst- en verliesrekening, rekening houdend met beschikbare fiscaal compensabele verliezen uit voorgaande boekjaren (voor zover niet opgenomen in de latente belastingvorderingen) en vrijgestelde winstbestanddelen en na bijtelling van niet-aftrekbare kosten. Bovendien wordt rekening gehouden met wijzigingen die optreden in de latente belastingvorderingen en latente belastingschulden uit hoofde van wijzigingen in het te hanteren belastingtarief. Sinds 1 januari 2008 vallen de corporaties integraal onder de geldende belastingwetgeving. Eind 2008 is overeenstemming bereikt tussen Aedes en de belastingdienst over de VSO 2. De VSO 1 is eenzijdig in 2008 door de belastingdienst opgezegd. Trivire heeft volgens de uitgangspunten van VSO 1 en VSO 2 de fiscale positie ultimo 2015 en het fiscale resultaat 2015 bepaald. Acute vennootschapsbelasting De aanslagen vennootschapsbelasting zijn definitief vastgesteld tot en met het jaar 2012. Volgens de definitieve aanslag bedraagt het belastbaar bedrag over 2012 € 2,5 miljoen postitief. Over 2013 is begin juli 2015 een voorlopige nul-aangifte ingediend. Deze aangifte moest op het moment van het samenstellen van de jaarrekening 2015 nog onderbouwd of aangevuld worden. Trivire jaarverslag 2015
94
In het kader van de fiscale positie in de jaarrekening 2013 was het belastbaar bedrag becijferd op € 341.000 positief. In afwijking op deze fiscale winstberekening over het jaar 2013, zijn bij het opstellen van de fiscale positie voor de jaarrekening 2014 en bij het opstellen van de fiscale meerjarenbegroting 2013 tot en met 2025, een aantal aanvullende aftrekposten in aanmerking genomen, waarmee het belastbaar bedrag over het jaar 2013 € 15,3 miljoen negatief wordt. Van het compensabele verlies uit het jaar 2013 zal een bedrag van € 2,5 miljoen worden teruggewenteld naar het jaar 2012 zodat het belastbaar bedrag over het jaar 2012 uiteindelijk nihil is. Het restant van het compensabele verlies bedraagt ultimo 2013 € 12,8 miljoen. Dit kan gebruikt worden om het positieve fiscaal resultaat 2014, dat becijfers is op € 11,0 miljoen, volledig te verrekenen. Er resteert dan nog een compensabel verlies uit 2013 van circa € 1,7 miljoen. De effectieve belastingdruk over 2015 is, evenals over 2014, nihil aangezien volgens bovenstaande berekening over 2015 een negatief belastbaar bedrag van circa € 1,0 miljoen wordt berekend. Het toepasselijke belastingtarief is overeenkomstig voorgaand jaar. Belastinglatenties Mutatie actieve latentie 2015 uit hoofde van fiscaal waarderingsverschil over de periode 2016 t/m 2037 met betrekking tot de leningportefeuille o/g Mutatie actieve latentie 2015 uit hoofde van fiscaal waarderingsverschil over de periode 2016 met betrekking tot de leningportefeuille u/g Mutatie actieve latentie 2015 uit hoofde van fiscaal waarderingsverschil over de periode 2016 t/m 2024 met betrekking tot de derivatenportefeuille Mutatie actieve latentie 2015 uit hoofde van fiscaal waarderingsverschil over de periode 2016 t/m 2019 met betrekking tot de verkopen Mutatie actieve latentie 2015 uit hoofde van fiscaal compensatie verliezen per 31-12-2015 Mutatie atieve latentie
2015
2014
109
-140
13
-13
112
3.942
227
1.098
-692
-
-231
4.887
18 -150 -132
26 -262 -236
6.496
-9.764
6.10.22 Resultaat deelnemingen Resultaat Pro-Net Resultaat Stadsherstel Totaal Jaarresultaat na belasting
Het jaarresultaat over 2015 is circa € 16,2 miljoen voordeliger dan in 2014. Als belangrijkste verschillen tussen beide jaren kan het volgende worden vermeld (bedragen in miljoen euro's, B=batig: N=nadelig): Hogere huren (met name huurverhogingen) B 1,7 Hoger resultaat verkopen B 0,2 Lagere lasten onderhoud B 0,5 Hogere afschrijvingen N 0,4 Hogere bedrijfsopbrengsten B 5,2 Hogere vergoedingen B 1,4 Lagere verhuurdersheffing en saneringssteun B 2,1 Lagere overige bedrijfslasten B 1,0 Hogere salarissen N 0,7 Niet gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille N 3,3 Waardeverandering derivaten B 13,9 Lagere rentelasten minus rentebaten B 0,6 Hoger resultaat deelnemingen B 0,1 Vennootschapsbelasting N 6,1 B 16,2
Trivire jaarverslag 2015
95
6.11. Toelichting op het kasstroomoverzicht (x € 1.000)
6.11.1 Financiële activa Investeringen in financiële vaste activa Margin calls Startersleningen Uitgaven verbindingen Uitgaven waarborgsommen
Desinvesteringen in financiële vaste activa Margin calls Ontvangsten beleggingen Ontvangsten verbindingen Ontvangsten waarborgsommen
2015
2014
-37.800 -323 -1 -38.124
-15.500 -19 -15.519
36.950 832 23 12 37.817
2.850 781 3 4 3.638
30.500
13.600
26.610 26.610
43.580 43.580
-34.590 -853 -27.500 -62.943
-62.824 -803 -10.000 -73.627
6.11.2 Financieringsactiviteiten Ontvangsten uit langlopende schulden (klim) Flexleningen tussentijdse opname (kortgeld) Ontvangsten uit langlopende schulden (nieuwe leningen) Nieuwe leningen te borgen door WSW Nieuwe ongeborgde leningen niet-DAEB
Aflossing langlopende schulden Aflossing leningen geborgd door WSW Aflossingen leningen niet geborgd WSW Aflossingen ongeborgde lening niet-DAEB Flexleningen tussentijdse aflossing (kortgeld)
Op de flexleningen kan naast de reguliere aflossing ook tussentijdse storting en aflossing plaatsvinden. Deze mutaties worden gezien als kortgeld mutaties.
Trivire jaarverslag 2015
96
6.12. Overige informatie (x € 1.000)
Werknemers Gedurende het jaar 2015 had de corporatie gemiddeld 170,5 werknemers in dienst tegen 170,3 in 2014. Dit aantal is gebaseerd op het aantal fulltime equivalenten. In het kader van de reorganisatie zijn en worden afspraken gemaakt met personeelsleden over uitstroom. Daarnaast is sprake van werknemers die met (vervroegd) pensioen gaan. Op basis hiervan daalt de formatie voorlopig al naar 159 (situatie maart 2016) en deze trend zal zich in de loop van 2016 nog voortzetten. Evenals in 2014 is geen van de werknemers buiten Nederland werkzaam. Honorering Raad van Bestuur en Raad van Commissarissen De kosten van beloning en pensioenen is als volgt: - bestuurder - commissarissen (inclusief btw)
2015
2014
200.778 85.380
204.259 71.888
De beloning van de bestuurder op grond van de WNT omvat: periodiek betaalde beloningen (salarissen, vakantiegeld, eindejaarsuitkering, fiscale bijtelling bedrijfsauto); beloningen betaalbaar op termijn (pensioen en VPL premie). Daarnaast is sprake van een onbelaste onkostenvergoeding van € 2.400. Tot slot geldt dat het werkgeversdeel van de overige sociale lasten € 9.084 bedraagt. Dit bedrag is in 2015 toegevoegd aan bovengenoemde beloning van de bestuurder. Honorering Raad van Commissarissen (RvC) De honorering van de RvC is gekoppeld aan de zwaarte van de functie van de afzonderlijke leden van de RvC en is gebaseerd op de VTW (Beroepsmaatregel Bezoldiging commissarissen 2015) 2016 van 20 april 2015. De RvC heeft ervoor gekozen niet het maximum te hanteren, maar een gematigde beloning. De honorering is niet gekoppeld aan de prestaties van Trivire. De honorering is vastgesteld op € 10.000 voor een lid, € 12.000 voor de vicevoorzitter en € 14.430 voor de voorzitter. Dit zijn bedragen exclusief btw. WNT-verantwoording 2015 STICHTING TRIVIRE Per 1 januari 2013 is de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) ingegaan. Deze verantwoording is opgesteld op basis van de volgende op Stichting Trivire van toepassing zijnde regelgeving: het WNT-maximum voor de woningcorporaties, klasse G. Het bezoldingsmaximum in 2015 voor Stichting Trivire is € 167.000. Het weergegeven toepasselijke WNT-maximum per persoon of functie is berekend naar rato van de omvang (en voor topfunctionarissen ook de duur) van het dienstverband, waarbij voor de berekening de omvang van het dienstverband nooit groter kan zijn dan 1,0 fte. Het individuele WNT-maximum voor de leden van de RvC bedraagt voor de voorzitter 15% en voor de overige leden 10% van het bezoldigingsmaximum, berekend naar rato van de duur van het dienstverband.
Trivire jaarverslag 2015
97
Bezoldiging topfunctionarissen Leidinggevende topfunctionarissen bedragen x €
Functie(s) Duur dienstverband in 2015 Omvang dienstverband (in fte) Gewezen topfunctionaris (Fictieve) dienstbetrekking Zo niet, langer dan 6 maanden binnen 18 maanden werkzaam? Bezoldiging Beloning Belastbare onkostenvergoedingen Beloningen betaalbaar op termijn Totale bezoldiging Toepasselijk WNT-maximum Motivering indien overschrijding: zie
W. van der Linden 2015 2014 bestuurder bestuurder 01/01-31/12 01/01-31/12 1 1 Nee Nee Ja Ja Nvt Nvt 167.220 0 24.474 191.694 167.000 1)
167.220 0 37.039 204.259 167.000 1)
1) De bestuurder heeft een contract voor onbepaalde tijd. De RvC heeft hiervoor gekozen op arbeidsrechtelijke gronden en in het belang van de continuïteit in de bedrijfsvoering. In het verleden is het salaris getoetst op basis advies Haye Groep. Daarna alleen nog inflatoire ontwikkeling tot 2012. Vanaf 2012 ziet de bestuurder af van algemene inflatoire salarisontwikkelingen volgens de CAO Woningcorporaties. De bestuurder valt binnen de overgangstermijnregeling van de WNT.
Trivire jaarverslag 2015
98
Toezichthoudende topfunctionarissen Bedragen x € 1
H.P. van der Vossen
Functie(s) Duur dienstverband
2015 Voorzitter 1/1-31/12
Bezoldiging Beloning Belastbare onkostenvergoedingen Beloningen betaalbaar op termijn Totaal bezoldiging Toepasselijk WNT-maximum Bedragen x € 1 Functie(s) Duur dienstverband Bezoldiging Beloning Belastbare onkostenvergoedingen Beloningen betaalbaar op termijn Totaal bezoldiging Toepasselijk WNT-maximum Bedragen x € 1 Functie(s) Duur dienstverband Bezoldiging Beloning Belastbare onkostenvergoedingen Beloningen betaalbaar op termijn Totaal bezoldiging Toepasselijk WNT-maximum Bedragen x € 1 Functie(s) Duur dienstverband Bezoldiging Beloning Belastbare onkostenvergoedingen Beloningen betaalbaar op termijn Totaal bezoldiging Toepasselijk WNT-maximum
14.430 14.430 25.050
D. ten Veen
2014 2015 Voorzitter Vicevoorzitter 1/1-31/12 1/1-31/12
11.200 11.200 12.525
H.P.M. Braks-Langenkamp 2015 2014 Lid Lid 1/1-31/12 1/1-31/12
10.000 10.000 16.700
8.000 8.000 8.350
E.G.J.M. Meijer 2015 2014 Lid Lid 1/1-31/12 1/1-31/12
10.000 10.000 16.700
8.000 8.000 8.350
12.000 12.000 16.700
2014 Vicevoorzitter 1/1-31/12
9.600 9.600 8.350
H.B.H.E. Koekkoek 2015 2014 Lid Lid 1/1-30/6 1/1-31/12
5.000 5.000 8.350
8.000 8.000 8.350
A.C.N. van de Ven 2015 2014 Lid Lid 1/1-31/12 1/1-31/12
10.000 10.000 16.700
8.000 8.000 8.350
B. de Vries 2015 2014 Lid Lid 1/1-31/12 1/1-31/12
10.000 10.000 16.700
8.000 8.000 8.350
In 2014 was sprake van een overschrijding van de WNT-norm voor de vicevoorzitter. Deze viel binnen de overgangsregeling van de WNT. De genoemde bedragen zijn exclusief btw. Behalve voor de heer Koekkoek, die een btw-vrijstelling heeft bewerkstelligd, wordt bovendien 21% btw in rekening gebracht. Trivire jaarverslag 2015
99
Uitkeringen wegens beëindiging dienstverband aan topfunctionarissen Er is geen sprake van uitkeringen wegens beëindiging dienstverband van topfunctionarissen. Overige rapportageverplichting op grond van de WNT Naast de hierboven vermelde topfunctionarissen zijn er geen overige functionarissen die in 2015 een bezoldiging boven het individuele WNT-maximum hebben ontvangen. Er zijn in 2015 geen ontslaguitkeringen betaald aan overige functionarissen die op grond van de WNT moeten worden vermeld of die in eerdere jaren op grond van de WOPT of de WNT vermeld zijn of hadden moeten worden.
Trivire jaarverslag 2015
100
6.13. Overige gegevens Statutaire resultaatbestemming In de statuten zijn geen bepalingen opgenomen met betrekking tot de resultaatbestemming. Voorstel resultaatbestemming Het positieve resultaat van € 6.496 is vooruitlopend op en onder voorbehoud van de goedkeuring door de RvC op 13 april 2016 al in de jaarrekening verwerkt. Het hele resultaat is toegevoegd aan de overige reserves. Gebeurtenissen na balansdatum
Herzieningswet Per 1 juli 2015 is de Herzieningswet Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting van kracht. Deze wet beoogt het functioneren van woningcorporaties als ondernemingen met een maatschappelijke taak te verbeteren. Naast het effect op de relatie met de externe stakeholders, is de Herzieningswet ook van invloed op het te voeren beleid van de corporatie. Vanuit de Herzieningswet worden restricties gelegd op de activiteiten en het te volgen huurbeleid. De omvang en samenstelling van de vastgoedportefeuille kan beïnvloed worden door de nader te definiëren woningmarktregio’s en volgens het in te dienen splitsingsplan die beide in 2016 (nader) worden uitgewerkt. Bovendien wordt de wijze waarop woningtoewijzingen moet plaatsvinden en de huurprijs die gevraagd kan worden beïnvloed door de Herzieningswet. De Tweede Kamer stemde 9 februari 2016 in met de nieuwe Huurwet. De nieuwe Huurwet beoogt het functioneren van de huurmarkt verder te verbeteren. Daartoe worden in de Huurwet een aantal maatregelen uitgewerkt. Op 1 juli 2016 geldt nog de inkomensafhankelijke huurverhoging, de huursombenadering wordt op 1 januari 2017 ingevoerd. Er komt een jaarlijkse inkomenstoets en meer ruimte voor tijdelijke huurcontracten. De Huurwet is daarmee direct van invloed op het te voeren beleid door de corporatie. Vanuit de Huurwet worden restricties gelegd op de huurniveaus en toe te passen huurverhogingen. De mogelijke effecten doen zich voor bij het toepassen van het huurbeleid en daaraan gekoppeld de toekomstige vastgoedportefeuille. Bovenstaande ontwikkelingen kunnen hun weerslag hebben op kasstromen en daarvan afgeleid de waardering van het vastgoed. Omdat bovenstaande nog nader uitgewerkt moet worden, is het op dit moment nog niet mogelijk om de financiële effecten te kwantificeren.
Reorganisatie In 2015 zijn de eerste belangrijke stappen gezet in de ontwikkeling van Trivire naar een excellente klant-, resultaat- en procesgerichte organisatie. Dit leidt uiteindelijk tot een formele reorganisatie. Aan de hand van het nieuwe functiehuis dat in het eerste halfjaar 2016 wordt opgeleverd, wordt de nieuwe organisatie ingericht. Dan wordt duidelijk welke functies gelijk blijven, wijzigen, krimpen of verdwijnen. Naar schatting brengt de reorganisatie aanzienlijke kosten met zich mee. Inmiddels zijn al vaststellingsovereenkomsten gesloten met een aantal medewerkers, waarin uitstroomkosten zijn vastgelegd. In 2015 is hiervoor al een bedrag van € 5,5 ton opgenomen in de winst- en verliesrekening. Daarnaast is een inschatting gemaakt van de overige reorganisatiekosten na 2015, bestaande uit uitstroomkosten, kosten begeleiding en extra opleidingskosten. Op basis van het huidige inzicht zal dit leiden tot een extra bedrag aan reorganisatiekosten van € 1,2 miljoen.
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Op de volgende pagina`s treft u de controleverklaring van de onafhankelijke accountant aan.
Trivire jaarverslag 2015
101
Trivire jaarverslag 2015
102
Trivire jaarverslag 2015
103
6.14. Kengetallen (x € 1.000)
Boekjaar
2015
2014
2013
2012
2011
13.888 1.119 237 366 15.610
13.954 1.164 248 351 15.717
14.123 1.118 244 315 15.800
14.247 1.066 232 295 15.840
14.101 1.067 190 307 15.665
1.792.062
1.790.374
1.810.000
1.801.297
1.730.170
114.802
113.913
114.557
113.718
110.448
53 -67 -54 2 -
-144 -25 -
107 -32 -198 -1 -
129 2 -20 2 33
76 83 -38 -214 20 -
12,69 72,31 13,72 1,27
11,64 71,21 15,69 1,46
10,28 72,03 15,39 2,30
12,96 74,47 12,57 -
14,03 76,44 9,53 -
1,41 0,08
1,27 0,08
1,17 0,08
1,03 0,08
1,08 0,09
574 712 1.286
578 736 1.314
638 741 1.379
810 524 1.334
721 834 1.555
133,71 505,92
131,21 500,04
130,48 483,65
127,13 458,55
125,25 444,89
Aantal verhuureenheden (VHE) 1. Woningen en woongebouwen 2. Garages 3. Bedrijfsruimten 4. Overige verhuureenheden Totaal
Totaal verzekerde waarde (x € 1.000) Gemiddeld verzekerde waarde per VHE
Mutaties in het woningbezit 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Aantal opgeleverd Aantal aangekocht Aantal verkocht Aantal gesloopt Aantal samengevoegd/gesplitst Wijziging bestemming Fusie Wilhelminastichting
Aantal woningen naar huurprijsklasse (in een % van het totaal) 1. Goedkoop 2. Betaalbaar 3. Duur
<€ 403,06 <€ 618,24 <€ 710,68 >€ 710,68
Kwaliteit 1. Aantal reparatieverzoeken per woning 2. Aantal verhuizingen per woning 3. Kosten niet planmatig onderhoud per woning 4. Kosten planmatig onderhoud per woning 5. Totaal kosten onderhoud per woning
Prijs kwaliteitverhouding 1. Gemiddeld aantal punten WWS 2. Gemiddelde netto huurprijs
Trivire jaarverslag 2015
104
Boekjaar
2015
2014
2013
2012
2011
8,11 n.v.t. 1,06 0,85
8,22 n.v.t. 1,12 0,98
8,37 21,02 1,46 1,61
7,55 21,65 1,22 0,86
8,57 22,78 1,14 0,72
42,39 0,53 1,68 4,07 2,81 29.521 2.361 2,5 12,38 1,73
37,57 0,40 -3,02 4,29 1,06 26.451 1.152 1,98 11,84 1,63
36,97 0,50 -0,61 4,23 1,96 25.194 1.782 1,99 10,84
39,26 0,16 -1,85 4,29 1,45 25.781 1.256 2,16 11,93
33,04 0,52 -1,44 4,07 2,01 21.016 1.397 1,69 13,98
27.787 448 7.620 3.154 1.286 2.712 468
23.179 960 6.969 3.152 1.314 3.203 -700
22.409 782 6.613 3.216 1.379 2.155 -137
23.661 1.253 6.299 2.884 1.334 2.519 -437
18.416 1.608 6.516 2.937 1.555 2.290 -266
12,28
12,19
12,26
12,26
12,77
Het verhuren van woningen 1. 2. 3. 4.
Verhuisgraad Percentage huurders IHS/huurtoeslag Huurachterstand in % jaarhuur Huurderving in % jaarhuur
Financiële continuïteit 1. Solvabiliteit 2. Liquiditeit 3. Rentabiliteit eigen vermogen 4. Rentabiliteit vreemd vermogen 5. Rentabiliteit totaal vermogen 6. Interne financiering per woning 7. Cash-flow per woning 8. Interestdekkingsratio (ICR) 9. Duration 10.DSCR Balans en winst- en verliesrekening 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Eigen vermogen per woning Overige voorzieningen per woning Totaal opbrengst per woning Rente en afschrijving Kosten onderhoud per woning Overige bedrijfslasten per woning Jaarresultaat per woning
Personeelsbezetting Aantal formatieplaatsen per 1.000 woningen
Trivire jaarverslag 2015
105
Het jaarplan 2016 en verder geeft inzicht in de volgende kengetallen voor de komende tien jaar.
1. Solvabiliteit De solvabiliteit geeft de mate aan waarin de onderneming in staat is op langere termijn aan haar verplichtingen te voldoen. De solvabiliteit wordt berekend door het eigen vermogen uit te drukken in een percentage van het balanstotaal. 2. Liquiditeit De liquiditeit geeft de mate aan waarin de onderneming in staat is op korte termijn aan haar verplichtingen te voldoen. De liquiditeitspositie geeft de toestand op 31 december weer; er is dus sprake van een momentopname. De liquiditeit wordt berekend door de vlottende activa te delen door de kortlopende schulden, exclusief aangegane verplichtingen over onroerende zaken. 3/4/5. Rentabiliteit eigen/vreemd/totaal vermogen De rentabiliteit geeft het rendement aan dat de onderneming met haar vermogen in het boekjaar heeft behaald. De rentabiliteit van het eigen vermogen wordt berekend door het resultaat na belasting uit te drukken in een percentage van het eigen vermogen. De rentabiliteit van het vreemd vermogen wordt berekend door de rentelasten uit te drukken in een percentage van de som van de schulden lange termijn en rekening-courant bij de bank. De rentabiliteit van het totale vermogen is het resultaat na belastingen vermeerderd met de rentelasten, uitgedrukt in een percentage van het balanstotaal. 6. Interne financiering (per woning) Hieronder wordt verstaan de materiële vaste activa vermeerderd met de financiële vaste activa verminderd met de schulden op lange termijn. 7. Cashflow (per woning) Hieronder wordt verstaan het netto resultaat na belastingen, vermeerderd met de afschrijvingen op materiële vaste activa inclusief waardeveranderingen materiële vaste activa. Trivire jaarverslag 2015
106
8. Interestdekkingsratio (ICR) De interestdekkingsratio geeft aan in hoeverre de onderneming in staat is aan haar renteverplichtingen te voldoen. De ratio wordt berekend door de operationele kasstroom uit te drukken in een percentage van het saldo van de rentelasten. 9. Duration De duration is een gemiddeld gewogen restant looptijd van de leningen. Duration wordt berekend door de som van de contante waarde van de cashflow vermenigvuldigd met de fractie uit te drukken in een percentage van de som van de contante waarde van de cashflow. De fractie is de looptijd in jaren op basis van een bepaalde daycount (renteconventie). 10.Debt service coverage ratio (DSCR) De DSCR is de ICR verhoogd met een aflossingscomponent, bepaald aan de hand van de restant levensduur.
Trivire jaarverslag 2015
107