Krachtig verder Deltion College Sociaal Jaarverslag
2011
Dit is het Sociaal Jaarverslag van Deltion, editie 2011. Het Sociaal Jaarverslag 2010 vertelde hoe Deltion op diverse vlakken in balans was gekomen. Dat was een mooi uitgangspunt om in 2011 krachtig verder te gaan. En dat hebben we dan ook gedaan. In dit verslag kun je lezen welke stappen wij dit jaar zoal hebben gezet. Op het gebied van vitaliteit, medezeggenschap, professionalisering en nog veel meer. Het verslag is niet uitputtend, maar geeft een overzicht. Een heel mooi overzicht, in woord en in beeld, van hoe we krachtig verdergingen.
Deltion College Sociaal jaarverslag 2011
32 3
Strategische Visie
Platforms
MR-OR
02
04
06
Verhuizing
Verzuimcijfers
Bedrijfsmaatschappelijk werk
10
12
15
Vitaliteit
Roparun
BRAVO&O
16
19
20
Professionalisering
Praktijkgericht
Deltion Academie
22
25
26
Terugblikken en vooruitzien Vanachter mijn bureau op de spreekwoordelijke ‘zesde’ van gebouw Rood, begon ik met het schrijven van dit voorwoord: ‘Voor u ligt het sociaal jaarverslag 2011’. Ineens dacht ik: ‘Nee, dit is niet goed. Dit boekje gaat over mensen, laat ik die mensen dan ook opzoeken.’
Deltion College Sociaal Jaarverslag 2011
Ik liep naar de teamruimte in gebouw Olijf en kwam Marijke Evers tegen, lerares in het team Sociaal Agogisch Werk. Ze vertelde dat het belangrijk voor haar is om in ontwikkeling te blijven, want, zo zegt ze: ‘De buitenwereld staat immers ook niet stil.’ Haar team had vorig jaar een studiedag waarop het werkveld op bezoek kwam. Ze vroeg meteen of ze bij één van de organisaties in de vakantie een dagje mee mocht lopen. Iets wat iedereen zou moeten doen volgens Marijke: ‘Je kennis moet je blijven vernieuwen.’ Dat is precies wat we voor ogen hebben met meesterlijk vakmanschap, een lijn uit onze toekomstvisie. Ik vroeg haar wat vakmanschap voor haar betekent: ‘Je vak goed beheersen, de groep in beweging krijgen en studenten willen laten leren.’ Toen ik haar vroeg hoe je dat dan doet, liet Marijke zich daar niet al te veel over uit: ‘Maar wat zou het toch leuk zijn als ik volgend jaar met mijn idee de Uitklinker zou winnen’, zei ze lachend. De verhuizing van vorig jaar vindt ze geslaagd, het heeft haar en haar team goed gedaan. Vorig jaar gaf ze overal en nergens op de campus les. Door de looptijd moest ze de ene les eerder stoppen om de andere op tijd te laten beginnen. Nu is het ook voor studenten helder waar je zit. De nieuwe teamruimte in Olijf geeft haar en haar collega’s een plek om even bij elkaar te komen, ‘om even uit je werk te stappen’. Nu nog een koffie-automaat, dat moet natuurlijk te regelen zijn. Met haar 26 jaar is Marijke lid van Young Deltion, ons netwerk voor jonge(re) collega’s. Ze houdt regelmatig intervisie met een groep jonge collega’s. Dat geeft haar enorm veel energie. Haar mastertitel halen staat nog op haar verlanglijstje, verder professionaliseren en verbreden.
02 03
Maar ze geeft terecht aan dat ze van ons dan wel nodig heeft om te horen welke richting Deltion op wil. Ook wil ze graag duidelijkheid over haar jaarcontract. Marijke: ‘Bij een tekort aan leerlingen moet ik eruit en ik weet niet of ik terug zou komen als in augustus blijkt dat ik toch nodig ben.’ Marijke zette me aan het denken. Zonder hier nu al te veel beloftes te doen: we krijgen een personeelsprobleem, hoe behouden we de juiste mensen die nu al binnen zijn? Mensen die zichzelf willen professionaliseren, mensen die naar buiten blijven kijken en trots zijn op hun docentschap. Dat is een uitdaging voor de toekomst. Dank je wel, Marijke! Marc T. Otto, Lid College van Bestuur
Organisatieontwikkeling in cocreatie Het proces van organisatieontwikkeling binnen Deltion krijgt vorm en inhoud met behulp van diverse platforms. Zoals Young Deltion, het MD team, de Uitklinkercommissie en het Medewerkersplatform. Tijdens de ontwikkeling van beleid en de uitvoering van projecten vinden er met regelmaat interactiemomenten plaats met de verschillende platforms. Organisatie- en onderwijsontwikkeling komt zo in cocreatie met verschillende vertegenwoordigende teams tot stand.
Deltion College Sociaal Jaarverslag 2011
04 05
Young Deltion Het primaire doel van Young Deltion is het behouden en verwerven van de jongere generatie medewerkers. Young Deltion wil graag dat organisatieontwikkeling ook aansluit bij de belevingswereld van de jongere generatie. Door aansluiting bij elkaar te zoeken kunnen de organisatie en de jonge medewerkers samen voorstellen ontwikkelen om Deltion geschikter te maken voor de nieuwe generatie collega’s. De beoogde opbrengst van Young Deltion is een meer toekomstbestendig Deltion. Collega’s die aangesloten zijn bij Young Deltion zijn van de zogenaamde Y-generatie; zij zijn geboren na 1980 en jonger dan dertig. Young Deltion zit nu nog in de opstartperiode van twee jaar. Vanaf 1 januari 2013 treden jaarlijks leden af die ‘te oud’ zijn en nemen nieuwe leden, opnieuw dertigminners, zitting in het platform.
MD-team Het Management Development-traject wordt in cocreatie met de leidinggevenden zelf ingevuld. Het MD-team, bestaande uit tien leidinggevenden verdeeld over de verschillende managementniveaus, geeft onder leiding van HRD vorm en invulling aan het traject voor alle 65 leidinggevenden binnen Deltion. Tijdens de bijeenkomsten spreekt het MD-team uitvoerig over de opzet, de methode, het proces, de inhoud en prioritering van het MD-traject. De voornaamste doelstellingen van het MD-traject zijn: 1. Investeren in visieontwikkeling. 2. Creëren van een gezamenlijk referentiekader bij het management. 3. Investeren in kennis en vaardigheden van individuele leidinggevenden.
Deltion Uitklinkercommissie De Deltion Uitklinkercommissie wil vernieuwing en innovatie stimuleren, erkennen en waarderen in het werk van collega’s. De commissie bevordert het denken en delen buiten de gebruikelijke paden en structuren van en in de organisatie. De Uitklinkercommissie doet daarnaast een voorstel voor de Deltion Innovatieprijs, ‘De Uitklinker’. Uit de ingediende ideeën selecteert de commissie een shortlist van de vijf beste ideeën en draagt deze vijf genomineerden, met een onderbouwde aanbeveling, over aan de jury. De jury benoemt daarop de Uitklinker en de Runner-up. Medewerkers stemmen op de Deltion Dag voor de Publieksprijs. Elke prijs is goed voor € 10.000,om te investeren in de verdere ontwikkeling en toepassing van het idee. Per sector hebben twee vertegenwoordigers zitting in de Uitklinkercommissie. Ook de diensten zijn vertegenwoordigd in de commissie. De leeftijd van de commissieleden is gelijkmatig verdeeld; vier leden zijn boven de 37 jaar en vier leden zijn jonger.
Medewerkersplatform Het Medewerkersplatform bestaat uit docenten, instructeurs en medewerkers uit de ondersteunende diensten. Het heeft tot doel een platform te creëren waar – in gesprek met het College van Bestuur – de dagelijkse werkelijkheid van het onderwijsproces centraal staat. Deze groep bespreekt ideeën en suggesties voor verbetering, bijvoorbeeld in de route naar het maken van een nieuwe Strategische Visie. Het platform kan ook initiatieven nemen voor het verbeteren van het (onderwijs)proces en voor kennisdeling over dat proces.
‘Medewerkers goed vertegenwoordigen, dat is onze missie’
OR heeft hart voor de zaak Sinds 1 januari 2011 heeft het Deltion College een Ondernemingsraad (OR), met alle bijbehorende wettelijke taken. De OR kan daardoor krachtiger optreden dan de Medezeggenschapsraad (MR) die tot die tijd namens de medewerkers het woord voerde. De OR bestaat bij het harde werk van gedreven mensen die ambities hebben voor Deltion. Twee daarvan zijn René Holthausen en Anton Fakkert.
Deltion College Sociaal Jaarverslag 2011
Op 1 januari 2011 kreeg het Deltion College een OR en hield de MR op te bestaan als gevolg van een wetswijziging. Bij een bedrijfsmatig opererende onderwijsinstelling, zoals Deltion, hoort een OR. René Holthausen is voorzitter van de OR, Anton Fakkert was voorzitter van de MR en zit nu als lid in de OR. Zij voelen zich betrokken bij Deltion en hebben hart voor de mensen die er werken. Vanuit hun rol dragen zij bij aan een krachtig Deltion dat voorbereid is op de toekomst.
‘Iedereen is positief kritisch vanuit zijn eigen invalshoek’ Drijfveren René Holthausen is al 12,5 jaar docent bij de sector GW&S van Deltion. ‘Mijn belangrijkste drijfveer om in de OR te gaan, was dat ik buiten mijn vak om iets voor de organisatie wilde doen. Ik ben basisarts. Aan het vak dat ik geef, anatomie, verandert niet veel. Er komen in het menselijk lichaam niet ineens botjes bij. Ik had dus wel ruimte om een extra uitdaging te zoeken. En wat is er nou mooier dan iets voor andere mensen te kunnen betekenen, voor mijn collega’s?’ Holthausen werd voor drie jaar gekozen tot voorzitter van de OR en vindt dat leuk. ‘Het is interessant, ik leer een hele andere kant van het bedrijf kennen.’ Anton Fakkert is docent Engels aan Deltion sinds 1985. Hij doet veel naast zijn werk, binnen en buiten school, zoals het organiseren van examenweken voor studenten en cursussen Cambridge Engels voor studenten en docenten. Daarnaast heeft hij nog tijd voor medezeggenschapszaken. ‘Ik wil graag het beste voor Deltion’, zegt hij. ‘Ik werd vaak gevraagd door collega’s om zaken te regelen of het woord te voeren. Ik vind dat ook leuk om te doen, ik ben gedreven om zaken beter te maken voor collega’s en het onderwijs. Van klagen houd ik niet, wel van effectief stappen zetten.’
06 07
Overgang De overgang van MR naar OR ging niet zonder slag of stoot. Er moesten kieslijsten komen binnen een bepaalde tijd, er stonden mensen op steunlijsten die er niet op mochten staan van de bonden en zo nog wat zaken. ‘Het kiessysteem was heel anders dan destijds voor de MR’, herinnert Anton zich. ‘Er zijn wat procedurefouten gemaakt. Bovendien had het management invloed uitgeoefend op de kieslijsten, wat niet raadzaam was. Als mensen in de OR willen alleen omdat het management hen dat gevraagd heeft, dan word ik daar niet blij van.’ René kijkt daar wat anders tegenaan: ‘Het is allemaal achter de rug en we zijn nu met z’n vijftienen volop aan de slag’, zegt hij. ‘En de OR is samengesteld volgens een evenredige vertegenwoordiging uit de sectoren en diensten, zoals dat hoort.’
Successen van de MR Anton was voorzitter van de MR in een turbulente periode. ‘Er was bijvoorbeeld strijd over de onderwijsvisie en de nieuwbouw speelde. Daar hebben wij toch onze bijdrage aan kunnen leveren. De contacten met de Raad van Toezicht en het interim College van Bestuur waren uiteindelijk heel goed waardoor we veel konden bereiken. Bijvoorbeeld voor het taakbeleid, de vakantieregeling en ruimte voor goed onderwijs.’ Bij de uitvoering moest de MR het vaak wel doen met beperkte bevoegdheden. ‘Dat is het voordeel van een OR’, zegt Anton, ‘die kan meer controleren en afdwingen.’ Anton kijkt met plezier terug op zijn periode als MR-voorzitter. ‘Het was een zware verantwoordelijkheid, maar ook een hele eer om 1200 medewerkers te vertegenwoordigen. Ik ben blij dat ik mijn ervaring nu nog steeds in de OR mag gebruiken. Ik vind wel dat de OR het afgelopen jaar niet altijd de juiste keuzes maakte en ook niet altijd optimaal gebruik heeft gemaakt van de kennis die er was.’
Strategische Visie
Resultaten van de OR in 2011 René zegt lachend dat hij nog niet kan tippen aan de staat van dienst van Anton. Maar terugkijkend op zijn korte tijd als voorzitter, zegt hij: ‘Ik vind dat we een goede vergaderstructuur gekregen hebben. We hebben een goed, open contact met het College van Bestuur en zijn erin geslaagd wat achterstallige zaken op te pakken die in de turbulentie rondom de overgang van MR naar OR zijn blijven liggen. En in tegenstelling tot Anton vind ik wél dat we de goede keuzes hebben gemaakt. We hebben gebruik gemaakt van nieuwe mensen met een frisse kijk die niet belast zijn door het verleden. Ook hebben diverse scholingen de deskundigheid van de OR aanzienlijk vergroot. Dat zie ik allemaal als positief.’ Het meest tevreden is René met de totstandkoming van het functiegebouw. ‘In de uitvoering moeten er nog slagen gemaakt worden, maar het bevat garanties voor medewerkers, het biedt mogelijkheden voor groei en voor het binden van jonge collega’s.’ Het voorzitterschap van de OR ervaart René als intensief maar boeiend. ‘Goede dingen komen niet ineens, die kosten tijd en moeite. In het begin hadden we te kampen met oud zeer van mensen vanuit de MR. Dat poets je niet zomaar weg. Dat vond ik begrijpelijk, maar ook lastig. Inmiddels denk ik dat de redelijkheid regeert en is iedereen positief kritisch vanuit zijn eigen invalshoek.’
Bij de totstandkoming van de Strategische Visie was de OR betrokken in 2011. René: ‘We hebben prettig en nuttig overleg hierover gevoerd met het CvB, in een open sfeer. De roadshows vinden ook plaats in alle openheid. Daar zijn we tevreden over. Na de roadshows en gesprekken met stakeholders praten we in het voorjaar weer verder met het CvB.’ Anton: ‘We zijn blij met het overleg en met de sfeer waarin de samenwerking plaatsvindt. We pakken ook onze rol daarin: we kijken of de afspraken ook nagekomen worden. Dat is onze verantwoordelijkheid naar onze collega’s toe. Samen realiseren we dan mooie dingen.’
2012 De OR leeft in de organisatie, te oordelen naar het aantal mensen dat gestemd heeft bij de ORverkiezingen: 72%. ‘Maar wat we terugkrijgen uit de organisatie is beperkt’, zegt René. ‘De ORvergaderingen zijn openbaar, maar daar maken mensen geen gebruik van. Ook informatie op de OR-site zou meer feedback kunnen opleveren. Zodat wij hen goed kunnen vertegenwoordigen, dat is onze missie.’ In 2012 verwacht de OR de positieve trend van 2011 voort te zetten. Krachtig verder en liefst nog beter. ‘De verhoging van de lesurennorm is een hot item. En ik hoop dat het functiegebouw zijn beslag krijgt’, zegt René. ‘Daarnaast verwacht ik dat we, omdat we de zaken nu goed op orde hebben, meer proactief gebruik kunnen gaan maken van ons initiatiefrecht.’ Anton: ‘Ik hoop dat de professionele ruimte voor de docent groter wordt. Daarin moet het management faciliterend optreden.’ René: ‘Maar de collega’s moeten die ruimte ook zelf creëren om een prima onderwijsproduct neer te zetten waarmee leerlingen als mens en beginnend beroepsbeoefenaar goed terecht komen in de maatschappij.’
Deltion College Sociaal Jaarverslag 2011
32 08 11 09
In beweging!
Verhuizen op de campus In 2011 was er veel beweging bij het Deltion College. Niet alleen het onderwijs is voortdurend in ontwikkeling, ook de medewerkers staan nooit stil. Ook letterlijk, want er vonden nogal wat verhuizingen plaats. Dit Sociaal Jaarverslag geeft een impressie.
Wim Roos, Opleidingsmanager AG/Optiek & MSMH, GW&S: ‘Onze werkgroep heeft in nauwe samenwerking met de afdeling Facilitair de mogelijkheden en onmogelijkheden van gewenste verbouwingen besproken. Zo kwamen we tot een nieuwe indeling. De medewerkers van onze sector konden opmerkingen en aanvullingen doorgeven aan hun vertegenwoordigers in de werkgroep Herhuisvesting. Medewerkers gaven massaal aan grote behoefte te hebben aan een personeelskamer. Die kwam er dus ook. Het overgrote deel van de aanpassingen heeft plaatsgevonden in de zomervakantie van 2011. Wat zeker een bijdrage heeft geleverd aan het succes van deze herhuisvesting is het steeds weer delen van de laatste stand van zaken in de sectorbijeenkomsten en in de teams.’
Cor Dijks, Sectordirecteur GW&S: ‘Wij zijn ruim van te voren begonnen om onze medewerkers te informeren over en te betrekken bij de verhuizing en mogelijke aanpassingen. De kaders waren simpel: zorg voor voldoende goede onderwijsruimten, kijk daarna naar goede werkplekken voor docenten, kijk als laatste waar nog ruimte overblijft voor de sectorondersteuning inclusief de directie. Uiteindelijk is dit voor 90% gelukt. Nu resten nog een paar lokalen die niet volledig afgesloten zijn maar waar al wel zo min mogelijk doorloop is. In het atrium, dat niet geschikt is voor onderwijs, is een keet gebouwd voor de directie en ondersteuning die niet in de gebouwen pasten.’
Deltion College Sociaal Jaarverslag 2011
32 10 13 11
AnneMarie Versloot, Manager Media Informatie ICT & Leren (MICT): ‘Verhuizing was voor het MICT een mooie kans om de inzichten die we het afgelopen jaar hebben opgedaan op een nieuwe plek toe te passen. We zitten nu niet meer weggestopt in een gebouw, maar op een duidelijkere plek. Het MICT is zo toegankelijker voor alle opleidingen van Oost en West. De nieuwe inrichting van het MICT dwingt af waarvoor we zijn: een rustige, inspirerende plek om te studeren, met elkaar of individueel. De dagelijkse aanloop bewijst dit ook: nog meer studenten en leraren gebruiken het MICT.’
Wim Holtrust, Hoofd Servicedesk, Dienst I&A: ‘Ik ben geen echte verhuizer, ik hielp mee iedereen het gevoel te geven nu op de juiste plek te zitten.’
Nynke de Jong, Projectleider/leraar Plus.Deltion: ‘Wij gingen van driehoog achter naar gebouw Geel. Een lichte plek met een mooi uitzicht op vierhoog in het gebouw van o.a. de dienst Studentenzaken, waar we onderdeel van zijn. Door de fysiek kortere afstand kunnen we nu gemakkelijker en sneller overleggen. Er zijn (gesloten) lokalen gerealiseerd en we hebben nu ook nog een nieuwe teamkamer. We hebben als Plus.Deltion een eigen plek gekregen.’
Beter evenwicht
De werkgroep Herhuisvesting
den voorkomen en er moest ruimte
Al sinds de officiële opening van het
Deltion kreeg de opdracht om een
zijn voor herkenbaarheid van de
Deltion wordt gewerkt aan een beter
voorstel te maken voor een nieuwe
onderwijsruimten. Het geheel moet
evenwicht in ruimteverdeling. Krimp
ruimte-indeling. Het ruimteprobleem
tevens leiden tot meer eigenaar-
en groei van opleidingen vragen in
werd exact in kaart gebracht om tot
schap van ruimten voor teams en
combinatie met een efficiënte verde-
een eerlijke verdeling van ‘meters’
studenten.
ling (m.b.t. loopafstanden) om een
over de sectoren te kunnen komen.
flexibeler concept in ruimtetoedeling.
Verder moest onnodig geloop wor-
Verzuim gedaald in 2011
De cijfers en trends op een rij Bedrijfsarts Marcel Aldenhuijsen is een tevreden man: het ziekteverzuim van Deltion daalt en flink ook. Met de gezondheid van de Deltion-medewerkers gaat het dus goed. Er zijn wel wat aandachtspunten. En trends zijn er ook. In dit Sociaal Jaarverslag zet hij ze op een rijtje.
Deltion College Sociaal Jaarverslag 2011
Marcel Aldenhuijsen, bedrijfsarts van Deltion, valt met de deur in huis. ‘Het verzuim is in 2011 heel mooi gedaald. Maar liefst met 0,5%, het is van 5,1% naar 4,6% gedaald. Dat is heel veel. Een verzuim van onder de 5% is echt mooi. Ik signaleer een lichte trend want het verzuim daalt sinds 2009.’ Het verzuimcijfer van 4,6% is het totale verzuim: kort -, middellang - en lang verzuim. Het korte en het middellange verzuim zijn allebei met 0,2% gedaald, het lange verzuim met 0,1%. ‘Met name het korte verzuim is een graadmeter voor de werksfeer want kort verzuim en problemen op het werk gaan hand in hand’, zegt Marcel. ‘Hoogopgeleide mensen, zoals bij Deltion, hebben over het algemeen een lager verzuim. Zij vinden hun werk vaak leuker en hebben ook meer regelmogelijkheden en verantwoordelijkheid. Dat zijn positieve factoren om juist wel te gaan werken en Deltion stimuleert deze.’
Verzuim in de sectoren Bij de sector Economie & Dienstverlening is het ziekteverzuim het sterkst gedaald, met 1,4%. ‘Dat komt voor mij onverwacht’, zegt Marcel. ‘Ze hebben bij die sector ingegrepen in teamprocessen en op individueel niveau. Meestal leidt dat tot verzuim. Maar hier niet. Daaruit leid ik af dat het dus goede ingrepen zijn geweest. Tegelijkertijd heeft E&D ook het hoogste korte verzuim, waaraan ik kan zien dat er toch wat aan de hand is.’ Het verzuimcijfer van Techniek & Vormgeving is gedaald van 5,8% naar 5,0%, maar deze sector heeft wel het hoogste lange verzuim. ‘Er werken daar veel mannen. Met name wat oudere mannen hebben vaker lichamelijke ziektes: hart- en vaatziekten, diabetes en longklachten. Mannen slijten eerder dan vrouwen. Ik verwacht dat dat op termijn wat meer rechtgetrokken wordt omdat we signaleren dat de gezonde levensverwachting van mannen en vrouwen meer naar elkaar toetrekt. Hoewel vrouwen zich weer
12 13
minder vaak in stressvolle banen laten drukken.’ Het cijfer van HRD is spectaculair gedaald van 7,1% naar 4,2%. Marketing & Communicatie vertoont daarentegen een lichte stijging in het ziekteverzuim. Ook GW&S heeft een iets hoger verzuim gehad in 2011; er was een stijging van 3,9% naar 4,3%. ‘Die 3,9% was echt een super verzuimcijfer. Je kunt dus zeggen dat het verzuim van GW&S wat richting ‘normaal’ is bijgetrokken.’
Trends Met de gezondheid van de Deltion-medewerkers gaat het dus goed, stelt Marcel. ‘Maar’, zegt hij, ‘er is wel piekbelasting en die is ongezond. De ene periode is veel drukker dan de andere. Men vindt dat dat zo hoort en verwacht van zichzelf dat aan te kunnen, maar het kan tot problemen leiden.’ Verder constateert hij een toename van psychosociale belasting. ‘De maatschappij wordt ingewikkelder. Er is meer werkdruk, er zijn meer computers en software. Sociale en digitale media vragen aandacht, er is de economische crisis enzovoort. Hier hebben alle mensen mee te maken. Waar Deltionners nog eens extra mee te maken hebben, is de problematiek van leerlingen, want die neemt enorm toe. Denk aan jongeren met gedragsproblemen, tienerzwangerschappen, loverboys, (ouders met) drankproblemen, kinderen die mishandeld worden en spanningen tussen culturen. Docenten moeten er naar mijn gevoel voor opgeleid en beter toegerust worden om met deze zaken om te gaan.’
Klimaat en roadshow De daling van het ziekteverzuim is positief, maar er zijn gelukkig meer positieve zaken te melden. In 2011 is het binnenklimaat bijvoorbeeld sterk verbeterd. Er is budget voor vrijgemaakt, er zijn allerlei concrete aanpassingen gedaan aan de klimaatregeling. En bij Olijf is zelfs de vloerbedekking vervangen door linoleum waardoor de luchtkwaliteit is verbeterd.
De belangrijkste trend die Marcel signaleert, is dat de angstcultuur verdwijnt. En dat, zegt hij, vertaalt zich rechtstreeks in het verzuim. ‘Je ziet langzaam meer vertrouwen komen in de organisatie. Dat komt zeker ook door het nieuwe College van Bestuur. Zij varen een goede koers en zetten het onderwijs tot nu toe al meer centraal dan in het verleden. Ze zijn slagvaardiger in het aanpakken van problematiek.’ Ook positief is Marcel over de roadshows die het CvB houdt naar aanleiding van de Strategische Visie. ‘De eerste zin van de Strategische Visie is: ‘Kwaliteit is liefde.’ Heel frappant is dat ik constateer dat passie en liefde ook verzuimveroorzakers zijn. Als je ergens passie voor hebt, heb je er alles voor over. Wat je sterkte is, je kwaliteit, is dus ook je valkuil. Juist in het onderwijs werken mensen met passie. Ik vind het dus belangrijk dat zij leren hun grenzen te bewaken. En het is een heel goed idee dat het CvB bij de roadshows uit de eerste hand van medewerkers kan horen wat ze op hun lever hebben.’
2012 In 2011 hebben de bedrijfsarts en HRD workshops gegeven bij de sectoren. Leidinggevenden en teams zijn gecoacht en personele veranderingen hebben voor lucht gezorgd bij de medewerkers. Ook in 2012 staan er workshops
op de rol bij de sectoren. ‘Zij komen zelf met de onderwerpen’, zegt Marcel. ‘Het zal neerkomen op verdieping van de workshops die al gegeven zijn. Het wordt maatwerk per sector, elke sector heeft andere behoeften.’ Als bedrijfsarts gaat Marcel deel uitmaken van de werkgroep Integraal Gezondheidsmanagement (IGM). ‘Daar heb ik plannen voor’, zegt hij. ‘Op dit moment besteedt IGM nog weinig aandacht aan mentale overbelasting. Ik zou graag mensen op willen sporen vóór ze in de gevarenzone terechtkomen, via een preventief medisch onderzoek.’
Kanttekening Hoe tevreden Marcel ook is over de verzuimcijfers, over werken met Raet, dat de cijfers inzichtelijk moet maken, is hij nog niet erg tevreden. ‘Ik ben behoorlijk digitaal aangelegd’, zegt hij, ‘maar het systeem van Raet werkt niet geweldig. De interface is niet gemakkelijk en de wachttijd is lang. Op mijn spreekuur zit ik daardoor ongewild te lang naar mijn beeldscherm te staren. Dat compliceert mijn werk.’ Daarnaast merkt Marcel dat medewerkers, door problemen met Raet, niet alle cijfers goed bijhouden. ‘Veel zieken staan niet als zodanig geregistreerd en ook betermeldingen kunnen niet accuraat worden gedaan.’
‘Ik zit hier voor de mensen’
‘Ook ik ben gedreven door mijn passie:
In 2011 is Marcel Aldenhuijsen na een
gezonde medewerkers. Daarvoor ga ik
Europese aanbesteding opnieuw bedrijfs-
door het vuur. Ik zit bij Deltion voor de
arts geworden van het Deltion College.
mensen.’
Hij is benoemd voor een periode van drie jaar; in 2015 komt er een nieuwe aanbesteding. Marcel wil zich de komende jaren inspannen om de gezondheid van Deltion-medewerkers op een zo hoog mogelijk peil te brengen.
Deltion College Sociaal Jaarverslag 2011
14 15
Bedrijfsmaatschappelijk werk in 2011 Martha Kats is bedrijfsmaatschappelijk werker (BMW) bij het Deltion College sinds 2010. Zij maakte voor het Sociaal Jaarverslag een samenvatting van haar werkzaamheden in 2011. Er kwamen 24 aanmeldingen binnen bij het bedrijfsmaatschappelijk werk in 2011, daarvan zijn er in het verslagjaar 19 afgesloten. Er kwamen iets meer vrouwen dan mannen. Dat komt overeen met het landelijk beeld van onderwijsinstellingen. De leeftijdscategorie van 56-60 jaar was het sterkst vertegenwoordigd. De meeste mensen kwamen met klachten over psychische werkbelasting. Vaak is dat een combinatie van een als hoog ervaren werkdruk en een disbalans in draagkracht en draaglast.
Uitval voorkomen De meeste medewerkers werden verwezen door de bedrijfsarts. Bij medewerkers die tegen zaken in het werk aanlopen waardoor hun draagkracht afneemt, kan een vroegtijdig inschakelen van bedrijfsmaatschappelijk werk in sommige gevallen uitval voorkomen. Uit preventief oogpunt is hier nog winst te behalen.
Verminderde belastbaarheid Deltion streeft ernaar om zoveel mogelijk verantwoordelijkheid laag in de organisatie te leggen, bij de teams en afdelingen. Het voordeel voor medewerkers is dat zij daardoor een hogere mate van vrijheid en meer regelmogelijkheden hebben als het gaat om invulling van hun taken. Niet iedereen kan echter alle ontwikkelingen op het gebied van het vernieuwen van onderwijs
bijhouden. Een veel genoemde stressbron is dan ook dat het vak van docent in de loop van de jaren is uitgebreid. Het begeleiden van de individuele student kost steeds meer tijd en er gaat tijd en energie ‘verloren’ aan het organiseren van de randvoorwaarden, zoals het regelen van een lesruimte of lesbenodigdheden. Ook ervaren medewerkers dat de leerling en zijn/haar ouders/ verzorgers in toenemende mate veeleisender en assertiever worden. Ook de eisen vanuit de politiek en directie veranderen. Er moet meer gebeuren maar wel met een zo hoog mogelijke kwaliteit. Deze druk leidt in een aantal gevallen tot verminderde belastbaarheid en uiteindelijk tot ziekte.
Signalen herkennen Sommige docenten hebben het gevoel dat er steeds meer op een solistische manier gewerkt wordt. Zij ervaren veel werkdruk en beperken zich meer tot eigen taken. Dat leidt ertoe dat teamleden minder ruimte en aandacht hebben voor de gezamenlijke verantwoordelijkheden. Voor leidinggevenden is het belangrijk deze signalen te herkennen en aandacht te hebben voor de individuele medewerker én voor het team en de teamsfeer. Leidinggevenden kunnen hierbij ook een beroep doen op het bedrijfsmaatschappelijk werk. Nodig Martha Kats bijvoorbeeld eens uit voor het sociaal medisch overleg (SMO).
Integraal Gezondheidsmanagement
Mensen gezond en vitaal houden Deltion zet hoog in op vitale en fitte medewerkers. Wie zich lekker voelt in zijn vel, valt minder snel uit. En wie toch uitvalt, herstelt sneller. Dat is prettig voor de medewerker én voor de werkgever, want verzuim is kostbaar. De werkgroep Integraal Gezondheidsmanagement maakt beleid op vitaliteit en voert dit ook uit. Esther Post is lid van deze werkgroep.
Deltion College Sociaal Jaarverslag 2011
Esther Post werkt bij SportEC, waar zij deel uitmaakt van een team van dertien sportdocenten. Zij geven sport/vitaliteit aan alle eerstejaars BOLen BBL-studenten van Deltion. Die nemen twee uur per week deel aan het sportkeuzeprogramma waarin ze kennismaken met veel verschillende sporten en beweegactiviteiten. De interactie en samenwerking die ontstaat door verschillende opleidingen samen te laten bewegen, is groot. Daarnaast volgen de studenten per opleiding de clinic leefstijl waarin beweging, roken, alcohol, voeding en ontspanning/ontwikkeling, oftewel BRAVO, centraal staan. De eerstejaarsstudenten maken een leefstijltest (www.leefstijltest.nu) waaruit blijkt hoe vitaal zij zijn in het dagelijks leven. ‘Ze maken dan voor zichzelf een actieplan dat hierbij aansluit’, vertelt Esther.
Medewerkers Na het eerste jaar wordt sport/vitaliteit niet meer in de vorm van het sportkeuzeprogramma aangeboden, maar gebruikmaken van alle sportfaciliteiten blijft mogelijk. Ook voor medewerkers biedt de campus van Deltion mogelijkheden te over voor sport en beweging. ‘Medewerkers die geïnteresseerd zijn in sporten en bewegen kunnen zich inschrijven voor fitness, spinning of andere (team)sporten. We zijn bezig met het ontwikkelen van lunch- of ontbijtsporten, waarbij ook het sociale aspect een rol speelt’, vertelt Esther.
Vitaalcoach Esther geeft niet alleen sport/vitaliteit clinics aan de eerstejaars, maar werkt ook als vitaalcoach. ‘Ik coach medewerkers die bij mij aankloppen omdat ze iets aan hun levensstijl willen veranderen. Vaak zijn het mensen die te snel te veel
De werkgroep IGM is een multidisciplinair team. Leden van de werkgroep zijn: Theo Wijtsma, Jolanda van Rosmalen, Anne Margreet Aberson, Peter Luppes en Esther Post.
16 17
willen, die veel met stress te maken hebben of een persoonlijk gezinsleven combineren met mantelzorg. Ze hebben vragen over gezonde voeding, zouden graag gezond eten maar weten niet goed wat dat nu precies is. Sommigen willen een paar kilo afvallen en willen weten wat daarbij de juiste beweegpatronen zijn. Die vragen koppel ik allemaal aan elkaar en afhankelijk van wat medewerkers zelf willen, help ik hen met een programma op maat.’ Ook in haar functie als lid van de werkgroep Integraal Gezondheidsmanagement (IGM) houdt Esther zich bezig met sport en vitaliteit voor medewerkers.
Vitaliteitsmarkt Tot eind mei coacht Esther ongeveer tien mensen op individueel niveau. Die zijn allemaal met hun programma gestart na de Vitaliteitsmarkt die de werkgroep IGM organiseerde in september. Op die markt konden de medewerkers o.a. hun cholesterol laten prikken. Aan de hand van de terugkoppeling konden zij bekijken of er nog winst te behalen was uit hun voedings- en leefpatroon. Ook externe organisaties waren betrokken bij de Vitaliteitsmarkt, waar in totaal een paar honderd mensen op afkwamen. ‘We hebben in vorige jaren ook cholesterolmetingen verricht en het aantal medewerkers dat belangstelling heeft voor een meting neemt met de jaren toe. Het zijn er nu tweehonderd in plaats van tachtig in het begin’, constateert Esther. ‘Mensen zijn geïnteresseerd in hun eigen vitaliteit en staan steeds bewuster in het leven. De organisatie als geheel wordt daardoor vitaler. Dat spreekt ook in ons voordeel op de arbeidsmarkt. Bij een vitale organisatie willen mensen graag werken.’
Workshops
Schroom
De werkgroep IGM wil gezonde mensen graag gezond houden. ‘We willen dat al onze medewerkers zich fit, energiek en vitaal voelen. Door in te zetten op een preventieprogramma dat voor alle medewerkers toegankelijk is, werken we aan het beïnvloedbaar verzuim’, zegt Esther. ‘Tweemaandelijks focussen we ons op één van de BRAVO-factoren in de vorm van workshops. Zoals een ‘stoppen met roken’-cursus in samenwerking met Achmea of een workshop koken.’ Een groeiend aantal medewerkers neemt deel aan de workshops. ‘Dat hebben we in elk geval bereikt in 2011’, zegt Esther.
De activiteiten die Deltion-medewerkers in het kader van IGM aangeboden krijgen, zijn kosteloos. ‘Je kunt medewerkers niet verplichten iets te gaan doen aan hun vitaliteit. Zij zijn verantwoordelijk voor het uitvoeren van de doelen die ze afspreken met hun leidinggevende. Maar dat we hier mogelijkheden bieden om fit en vitaal te worden, is wel echt een cadeautje vind ik’, zegt Esther. ‘Wij maken duidelijk wat mogelijk is, maar medewerkers moeten zelf de stap zetten om daarvan gebruik te maken. De mensen die tot nu toe bij me kwamen, hebben allemaal een eigen doel dat ze graag willen bereiken. Ze hadden geen schroom om aan te kloppen. Het is een uitdaging om in de toekomst ook de mensen hier te krijgen die die schroom wél hebben.’
‘Bij een vitale organisatie willen mensen graag werken’
Deltion College Sociaal Jaarverslag 2011
18 19
Roparun 2011
Het Deltion-team bestond uit 23 mensen:
team: sportmassage, horeca, bakkerijen,
In 2011 nam Deltion met een team deel
studenten, docenten en medewerkers.
autotechniek. Niet alleen de lopers zijn
aan de Roparun, de estafetteloop van ca.
Esther Post was één van hen. ‘Vorig jaar
essentieel in een team, ook de mensen
520 kilometer van Parijs en Hamburg naar
namen er 273 teams deel, het is een
die hen ondersteunen zijn heel belangrijk.
Rotterdam. Via de Roparun leveren teams
enorm groot evenement. We wilden al
Door dit samen te doen, ontstond veel
niet alleen een sportieve prestatie, maar
langer meedoen, maar we werden niet in-
saamhorigheid en binding.’
voeren zij ook actie om geld op te halen
geloot. Vorig jaar hebben we bij de loting
Uiteindelijk heeft het Deltion-team met de
voor mensen met kanker. Het motto van
voorsprong behaald doordat we vooraf al
run totaal ruim 12.000 euro opgehaald.
de run is: ‘Leven toevoegen aan de dagen,
een donatie deden. Dat geld hadden we
Esther: ‘Ik vind het belangrijk dat hiermee
waar geen dagen meer kunnen worden
bij elkaar gesprokkeld door bijvoorbeeld
mensen geholpen worden. Iedereen
toegevoegd aan het leven’.
een spinningmarathon te organiseren op
heeft in zijn naaste omgeving wel mensen
Een Roparunteam bestaat uit maximaal
het plein van de campus. Daardoor zaten
met kanker. Het is een ingrijpende ziekte
acht lopers die elk gemiddeld zo’n 65
we goed bij de loting.’
en het is mooi dat we op deze manier
kilometer lopen. Daarnaast bestaat een
iets hebben kunnen doen voor deze
team uit minimaal twee fietsers en nog een
Saamhorigheid
aantal mensen in de begeleiding. Denk
Meedoen aan de Roparun was een
hierbij aan chauffeurs, verzorgers en cate-
unieke en bijzondere ervaring, zegt
In 2012 doet Deltion weer mee aan de
raars. Plus (rollend) materieel als campers,
Esther. ‘We hebben bij Deltion veel
Roparun. Meer informatie is te krijgen bij
busjes, fietsen, koelkasten en kilo’s pasta.
vak-disciplines die nuttig zijn in zo’n
Tim van Leeuwen of Adriaan Diender.
mensen.’
IGM: wat was er te doen? Het Deltion College ziet het bevorderen van gezondheid en vitaliteit als een integraal strategisch thema. Voornaamste uitgangspunt is dat integraal gezondheidsmanagement (IGM) ten goede moet komen aan de medewerker, de kwaliteit van het werk en de effectiviteit van de organisatie. In het kader van IGM onderneemt Deltion diverse activiteiten. ‘We geven inhoud aan het arbobeleid, hebben aandacht voor verzuimbegeleiding en werkplekadvisering, organiseren de Vitaliteitsmarkt en bieden sportfaciliteiten tegen gereduceerd tarief’, vertelt Anne Margreet Aberson, arbeidsdeskundige en voorzitter van de werkgroep IGM. ‘Ons beleid is gebaseerd op de ‘BRAVO & O’- thema’s: Bewegen, Roken, Alcohol, Voeding, Ontspanning en een extra O voor Ontwikkeling. In het kader van Bewegen organiseren we bijvoorbeeld een Fitweek, inclusief cholesterolmetingen en het bieden van nazorg met een bedrijfsverpleegkundige. Het thema Alcohol pakken we aan door een strikt alcoholbeleid op de campus te voeren en een alcoholflyer met weetjes, tips en trucs op de Kerstmarkt uit te delen. We hebben ook een Allen Carr ‘Stoppen met roken’-cursus georganiseerd en besteden aandacht aan ontwikkeling en ontspanning van medewerkers.’ Het resultaat: een afname van het verzuim over het jaar 2011.’
Aandacht voor elkaar Een factor die ook bijdraagt aan het terugdringen van verzuim, is aandacht hebben voor elkaar. ‘Bijvoorbeeld door eens vaker te informeren naar de zieke partner of het kind van je collega’, zegt Anne Margreet. ‘Of door met de leidinggevende in gesprek te gaan en aan te geven welke behoeften je hebt. Misschien blijkt er een eenvoudige oplossing te bestaan voor een bepaald vraagstuk en kun je na overleg met je leidinggevende in goed overleg een uurtje later komen zonder te hoeven verzuimen.’ We bouwen vaak de belemmeringen op in ons hoofd, zonder te toetsen of anderen dat ook zo ervaren.
Vitaal en gezond Het is belangrijk dat medewerkers hun werk duurzaam en met plezier kunnen uitoefenen, op een vitale en gezonde manier, in een verantwoorde omgeving. Hoe blijft Anne Margreet zelf vitaal en gezond? ‘Om mijn eigen gezondheid op peil te houden schilder ik graag, dat is goed voor de mentale gezondheid. Ik doe aan jazzballet, fiets en wandel frequent en ik probeer gezond en regelmatig te eten.’
Datum
Gonnie van de Lang, spreekster workshop ‘Versterk je vitaliteit als vrouw’
IGM evenement
29 maart 2011
Aftrap vitale medewerkers in een vitale organisatie, Deltion Dag
21 juni 2011
Workshop Versterk je vitaliteit als vrouw
19 – 23 september 2011
Fitweek Deltion
24, 27, 31 oktober en 3 november
Griepprikactie Deltion
3 november 2011 (lunchpauzes)
Voorlichting campagne Stoppen met roken van Allen Carr
14 november 2011
Voorlichting cholesterol
16 november 2011
Training Stoppen met roken van Allen Carr
november 2011
Thema alcohol en werk
december 2011
Thema voeding en werk
Deltion College Sociaal Jaarverslag 2011
20 21
Internationale kennisdeling Het team Pedagogisch Medewerker/Medewerker Maatschappelijke Zorg, niveau 3 en Kinderopvang niveau 4 is van 13 tot en met 19 november 2011 op studiereis geweest naar Stockholm, Zweden. Het doel van deze studiereis was om als team kennis te maken met de benadering van Reggio Emilia. Om onze kennis bij terugkomst te kunnen delen met de leerlingen tijdens onze lessen. Natuurlijk is een dergelijke studiereis ook goed voor de teambuilding. Het is een fantastische ervaring om een week zo intensief op pad te zijn met 18 collega’s.
Achtergrondinformatie Reggio Emilia De benadering ‘Reggio Emilia’ is na de tweede wereldoorlog ontstaan in Italië, vanuit de gedachtegang dat kinderen moesten uitgroeien tot sterke, verantwoordelijke, bewuste mensen. De man achter dit concept was Loris Malaguzzi (1920 – 1994), hij woonde in de Italiaanse stad Reggio Emilia. Malaguzzi bracht een driedeling aan in zijn werkwijze. Hij sprak van drie pedagogen. De kinderen zijn de eerste pedagoog. De begeleider is de tweede pedagoog en de derde pedagoog is de omgeving. Daarbij moet je vooral denken aan de ruimte waarin kinderen actief zijn: de speelplaats, het lokaal en de tuin.
Algemene kenmerken van het concept Kinderen worden gezien als talentvolle mensen en kleine onderzoekers. Zij moeten zelf kunnen ondernemen, creatief en nieuwsgierig zijn en coöperatief kunnen werken. Alle ruimtes zijn open en staan met elkaar in verbinding. Wanden worden gebruikt voor het tentoonstellen van gemaakt werk van de kinderen. De leeromgeving moet uitdagend zijn en
stimulerend voor de creativiteit van het kind. Communicatie is belangrijk, niet alleen via taal maar ook met beweging, geluid, mimiek, drama, dans en muziek.
Ons programma We hebben gedurende de week verschillende pre-schools bezocht die volgens de benadering van Reggio Emilia werken. De basis principes die hierboven beschreven staan, kwamen overal naar voren. In Zweden gaan de kinderen vanaf 1 jaar naar de pre-school; het is één van de belangrijkste onderdelen van de Zweedse samenleving. De regering gaat uit van het vertrouwen in een kind. Zij willen kinderen opvoeden tot democratische burgers. Wij hebben het Reggio Instituut bezocht in Stockholm. Het is 20 jaar geleden opgericht en organiseert trainingen voor pedagogen, begeleiders, kinderleidsters en kunstenaars. Er is een samenwerking met verschillende universiteiten in Zweden. Daarnaast hebben wij ook een bezoek gebracht aan een school die leerlingen van 1 tot en met 16 jaar in één gebouw onderbrengt. De hele school werkt vanuit de Reggio-inspiratie. Vanaf 6 jaar wordt er thematisch gewerkt en de kinderen leren door onderzoek te doen.
Droom Droom van het team PM/MMZ en KO voor de toekomst: het aanbieden van een opleiding/ cursus gericht op Reggio Emilia voor kinderdagverblijven die interesse hebben in deze werkwijze.
Opleiden In De School maakt docenten van zij-instromers
Bas werkt aan zijn ontwikkeling Vijftien jaar lang werkte Bas Kemper als zelfstandig ondernemer in de evenemententechniek. Hij was sfeermaker bij voorstellingen en uitvoeringen en werkte met beroemde bands op grote festivals. Toen kwam er een vacature bij Deltion langs. Die heeft hij aangegrepen. Tot nu toe heeft hij daar geen spijt van.
Deltion College Sociaal Jaarverslag 2011
Het verzorgen van lichttechniek voor artiesten, dat was wat Bas Kemper (34) jarenlang met plezier deed. ‘Maar ik was wel klaar met reizen naar het westen’, zegt hij. Toen hij per ongeluk de vacature van Deltion onder zijn neus kreeg, solliciteerde hij. ‘Ik wilde eigenlijk alleen mijn marktwaarde testen. Pas toen ik op gesprek kwam, ben ik erover na gaan denken wat de functie inhield. Dat beviel me en toen heb ik de stap gewaagd en een frisse start gemaakt.’ Dat Deltion ook nog in Zwolle zat, was een fijne bijkomstigheid. Bas werkt inmiddels drie jaar als instructeur bij Podiumtechniek. Dat doet hij vier dagen in de week, de andere dag is hij zelf nog creatief bezig in zijn eigen bedrijf. ‘Een voorstelling goed uit de verf laten komen, dat is het vak dat ik geef’, zegt hij. ‘Mijn collega’s hebben ook hun kwaliteiten en specialismen, we vullen elkaar aan en zijn een goed team.’ Bas had geen ervaring met voor de klas staan maar mensen aansturen had hij wel geleerd in de praktijk. Dat helpt hem nu bij het lesgeven. ‘Jonge mensen iets leren is mijn drive en het organiseren van de lessen gaat me goed af. Tot nu toe bevalt het me ook prima, ik heb geen spijt van mijn overstap.’
Papiertje Bas heeft de functie van instructeur omdat hij zijn pedagogisch didactische aantekening nog niet heeft. Maar daar werkt hij sinds 2011 hard aan via het traject Opleiden In De School (OIDS). En zodra hij het papiertje behaald heeft, behoort een volwaardig docentschap tot de mogelijkheden. Als kind had Bas een broertje dood aan leren. Zijn ouders gaven les op de basisschool – hij zat ook bij zijn vader in de klas – en het was even wennen om nu weer in de schoolbanken te schuiven en Fotografie: Thomas van Nistelrooij, tweedejaars student Fotografie
22 23
huiswerk te maken. ‘Ik ben erg direct en houd van duidelijkheid. Van de praktijk ook. Deze studie is een ontdekkingsreis naar mezelf. Hoe geef ik les en hoe kan ik mezelf verbeteren? Aan die vorm moest ik wennen, ik wil graag alleen dingen doen waar ik het nut van inzie. Inmiddels snap ik waar ze naartoe willen met de opleiding en wat ze van mij verwachten. Daar geef ik graag zelf vorm aan. Bijvoorbeeld door het onderzoek dat ik moet doen toe te spitsen op iets wat mij bezighoudt, namelijk de vraag of technisch tekenen een plek kan krijgen in de opleiding.’
‘Ik zit in de ideale leeromgeving’ Gluren bij de buren Van alle thema’s die tot nu toe behandeld zijn, spreken de lesvormen Bas het meeste aan. ‘Ik vind het heel interessant om te zien hoe mijn collega’s, die bijvoorbeeld onderwijs geven in Engels of Wiskunde, lesgeven. Het idee van OIDS is natuurlijk ook dat je van elkaar leert. Het is gluren bij de buren, dat is de kracht van de opleiding. Ik leer er ontzettend veel van. Want misschien zijn er wel andere werkvormen dan die ik altijd toepas en die voor studenten beter zijn.’ De mijlpaal van 2011 binnen Deltion vond Bas dat bij hem alle stukjes op hun plek vielen die met zijn opleiding te maken hadden. ‘Zoals welke resultaten ik wilde halen en hoe ik die ging bereiken. Mij werd duidelijk dat ik in een ideale leeromgeving zit met prima collega’s die samen met mij de opleiding doen, een team dat mij aanvult en gemotiveerde leerlingen om mijn kennis op toe te passen.’ Dus Bas Kemper, die leren nooit leuk vond, gaat nu met plezier naar school. In 2012 wil hij zijn opleiding afronden. Begin juni doet hij zijn assessment en heeft hij, als alles goed gaat, zijn papiertje op zak.
Deltion Academie
ties daarvoor hebben ze vaak nog niet,
helpen. Daarna krijgen ze het programma
De Deltion Academie verzorgt de
natuurtalenten daargelaten. Daar voorzien
met de verschillende onderwijskundige
ontwikkeling en professionalisering van
wij in met deze opleiding.’
onderdelen. Over thema’s als: hoe orga-
medewerkers. Mensen kunnen er cursus-
niseer je je lessen? En hoe ga je om met
sen, workshops en trainingen volgen. Aad
Programma
‘lastige’ leerlingen?’
Lindenberg coördineert voor de Deltion
Medewerkers die een pedagogisch didac-
Wat deelnemers aan OIDS leren, kunnen
Academie de opleiding Opleiden In De
tische aantekening moeten of willen halen,
ze meteen toepassen in de praktijk, zegt
School (OIDS), die medewerkers klaar-
zijn 13 dinsdagen onder de pannen, van
Aad. ‘Ze doen allemaal een actieonder-
stoomt voor hun pedagogisch didactische
’s middags tot ’s avonds 20.30 uur. Aad
zoek waarmee ze in hun onderwijssituatie
bekwaamheid. ‘In het onderwijs kennen
vertelt: ‘Ze krijgen een intake waarin we
uit de voeten kunnen. Ze bouwen een
we veel zij-instromers zoals Bas’, zegt
kijken wat hun competenties en leerpun-
portfolio op en uiteindelijk ronden ze de
Aad. ‘Die willen hun vakkennis combine-
ten zijn. Tijdens een tweedaagse sessie
opleiding af in een eindgesprek waarin
ren met het geven van onderwijs, maar de
proberen we een hechte groep te smeden
ze moeten aantonen dat ze onderwijs-
didactische en pedagogische competen-
van mensen die elkaar verder kunnen
kundige professionals zijn.’
Deltion College Sociaal Jaarverslag 2011
24 25
Door praktijkgericht onderzoek
Leraren ontwikkelen zichzelf én hun werk De afgelopen jaren heeft een grote groep leraren zich verder bekwaamd door praktijkgericht onderzoek te doen. Dit gebeurde als onderdeel van het behalen van hun pedagogische didactische bevoegdheid of van een vervolgopleiding op het niveau van een HBO-master. Soms ging het om een zelfstandige onderzoeksopdracht binnen Deltion. Niet alleen ontwikkelden de leraren zichzelf, ook verbeterden zij hun eigen werkpraktijk, die van het team of van Deltion. Zij gaven hiermee antwoorden op vragen over de praktijk in de klas, de opzet van het curriculum, de motivatie van studenten, de schooluitval en noem maar op.
DOCK Het directieoverleg heeft zich nu uitgesproken om de verbinding tussen professionalisering, kennisontwikkeling en schoolontwikkeling verder te stimuleren. Hierbij is ook het belang van het contact met andere kennisinstellingen benadrukt. Denk hierbij aan de Hogeschool Windesheim, Noordelijke Hogeschool Leeuwarden en de Universiteit Twente. De werkgroep ‘Deltion Onderzoekscoördinatie en Kennisuitwisseling’ (DOCK) speelt bij deze beleidsintentie een belangrijke ondersteunende rol. Het DOCK wordt op dit moment vormgegeven door Cees den Hartog en Gyan Akveld.
De Deltion Academie in cijfers
Uitgevoerde activiteiten Op aanvraag In 2011 heeft de Deltion Academie 147 aanvragen gekregen, dit is een toename van 25% vergeleken met 2010. Ruim 50% van de aanvragen had betrekking op teamactiviteiten, 25% op individuele begeleiding en in 25% van de gevallen was één gesprek genoeg, al dan niet met verwijzing.
Op aanbod In opdracht van het hoger management doet de Deltion Academie elk jaar een open aanbod. Bijvoorbeeld OIDS, rekentraject, talentontwikkeling, kenniscafés en resultaatgericht adviseren. In totaal waren er ruim 1400 klantcontacten. Ook dit is aanzienlijk meer dan in 2010. Bij de vraaginventarisatie blijkt veel interesse voor pedagogisch didactische verdieping. In de praktijk is daar uiteindelijk weinig opkomst voor. Dit valt vooral op bij het onderwerp ‘beoordelen van competenties’. Veel belangstelling was er voor de basiscursus studieloopbaanbegeleiding, die is door vrijwel alle teams gevolgd. Er zijn al diverse verzoeken voor individuele verdieping. Twee opvallende successen in 2011 waren de cursus voor beginnende rekendocenten en de leergang resultaatgericht adviseren. Beide cursussen kenden zoveel belangstelling dat al voor afloop van de eerste trajecten gestart is met tweede groepen.
Deltion College Sociaal Jaarverslag 2011
26 27
Tevredenheid
Financiële resultaten
Na afloop van elke activiteit volgt nabespreking met de opdrachtgever. Daarbij komt ook diens tevredenheid over de dienstverlening van de Deltion Academie aan de orde. In vrijwel alle gevallen werd in 2011 positieve feedback gegeven. Bij groepsactiviteiten van twee dagdelen of meer vult de groep een kort evaluatieformulier in. Ook hier was in 2011 hoge tevredenheid: in 80-90% van de gevallen. Als mensen niet tevreden waren, ging het om een mismatch tussen trainer en groep en om gebrekkige informatievoorziening tussen de opdrachtgever en de deelnemers (het team).
Meer dan vorige jaren hadden sectoren en diensten de verantwoordelijkheid voor het betalen van de activiteiten van de Deltion Academie. We hebben de indruk dat leidinggevenden daar nog niet altijd aan gewend zijn en dat dat in enkele gevallen mogelijk een rem was op de activiteiten. Toch is uiteindelijk het Deltionbrede budget voor activiteiten zelfs iets overschreden, zowel van sectoren, diensten als de Deltion Academie. Deze overschrijding is ‘gecontroleerd’ gebeurd, dat wil zeggen: actief gemonitord en met goedkeuring vooraf van de directeur HRD. De uitgaven van de Deltion Academie voor externe vergaderruimten en voor catering bleven ruim binnen de begroting. Evenals de organisatie van de Deltion Dag.
Bekendheid Deltion Academie Voor de interne audit die we in december 2010 hebben gehouden, is een korte vragenlijst uitgezet onder een 25-tal collega’s van Deltion. Daaruit blijkt dat: • leidinggevenden bekend zijn met de Deltion Academie, maar niet altijd met het volledige aanbod; • er wel een positief beeld is van de kwaliteit van de Deltion Academie en • overige medewerkers de Deltion Academie ten dele kennen, maar veelal niet weten wat zij er zelf kunnen ‘halen’. Op grond van deze resultaten hebben we gewerkt aan het vergroten van de bekendheid van de Deltion Academie onder diverse lagen binnen Deltion. Een folder met het aanbod en met Frequently Asked Questions (FAQ’s) is in voorbereiding en is uiterlijk beschikbaar op de Deltion Dag van 2012. Daarnaast werken we aan verbetering van de route op de portal naar de Deltion Academie.
Onze voornemens voor 2012 • Verder inzetten op mogelijkheden voor professionalisering. • Het aanbod en de mogelijkheden van de Deltion Academie beter uitdragen en planning van cursussen, workshops, et cetera beter laten aansluiten bij beschikbaarheid van de doelgroep. • De sectoren, teams en diensten ondersteunen bij planmatig werken aan scholing en ontwikkeling. Op deze punten wil de Deltion Academie in 2012 nog effectiever zijn.
2011: krachtig verder Marc Otto wenste ons in de nieuwjaarstoespraak van 2011 onder andere stabiliteit toe. Hoewel er nog flink gebouwd, gesleuteld en verhuisd is, werd 2011 inderdaad een stabiel jaar waarin de ingezette koers van het ‘onderwijs centraal’ verder werd doorgezet. Dat bleek onder andere door een verdere doorvoering van de inkrimping van de diensten ten gunste van het primair proces. In de vakanties werden onderwijsruimten verbouwd en per sector zoveel als mogelijk gegroepeerd. De cijfers van de studenteninstroom in het voorjaar zorgden voor een wake up call. Het viel uiteindelijk mee. Het was echter wel de aftrap voor het proces om te komen tot een nieuwe Strategische Visie. Scherper vooruitkijken, beter voorspellen en vooral waar mogelijk sterker beïnvloeden. Het betekende ook de start van teambezoeken, waarin het CvB de Visie bespreekbaar maakte. Ook voor het Deltion College werd de Wet op de Ondernemingsraden (WOR) van kracht. De medezeggenschapsraad (MR) hield op te bestaan en de nieuwe ondernemingsraad (OR) werd verkozen en geïnstalleerd. De oude en de nieuwe voorzitter blikken in dit blad terug en vooruit. Interim voorzitter CvB Albert Jan Peters nam in het voorjaar afscheid. Marc Otto nam als lid CvB het stuur over, in afwachting van werving van een nieuwe voorzitter CvB. Het lukte niet meer om in 2011 een nieuwe voorzitter CvB te hebben. Uit de cijfers blijkt dat we verder zijn vergrijsd als organisatie. Ruim 48% van de medewerkers is 50 jaar of ouder. De sectoren en diensten werken al druk aan toekomstverkenningen, ook in relatie tot de studentenstromen.
Op het vlak van scholing van onszelf was 2011 weliswaar beter dan 2010. Investeren in onszelf is echter nog lang niet op het niveau dat je van een zichzelf respecterende kennisintensieve organisatie mag verwachten. Dat kan beter, dat moet beter. Het ziekteverzuim daalde, onze bedrijfsarts Marcel Aldenhuijsen beschouwt de cijfers elders in dit verslag. De werkgroep Integraal Gezondheidsmanagement (IGM) richtte zich met een creatief programma op het bevorderen van gezond werken en gezond leven. De eerste Deltion Uitklinkerprijs voor innovatie en vernieuwing werd uitgereikt op de Deltion Dag 2011. Het aantal aanmeldingen was boven verwachting, het enthousiasme van de deelnemers voor hun innovatie of vernieuwing was groot. Het jaar 2012 moet het jaar worden waarin het vertrouwen van medewerkers in eigen kunnen verder toeneemt. Verder bouwen aan een organisatie waarin het goed is om met elkaar te werken, een organisatie om ook trots op te zijn. Op weg naar een Great Place To Work. Henk Achtereekte, Directeur HRD
Dit Sociaal Jaarverslag is een uitgave van het Deltion College, Human Resource Development. Concept en coördinatie Martje Werkman-Bos Tekst en eindredactie Lydia Lijkendijk Grafisch ontwerp Annemarie Zijl Fotografie Margreet Vloon, Thomas van Nistelrooij (student), e.a. Drukwerk Allprint Dit Jaarverslag is gedrukt op Cocoon, een papiersoort voor 100% gemaakt uit ingezameld afvalpapier. Februari 2012
Bijlage bij: Cijfers en trends op een rij (p. 12-14)
ziekteverzuim %
Ziekteverzuimpercentages Deltion totaal 2009-2011
6,75
4,50
2,25
totaal 2009 totaal 2010 totaal 2011
0 2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
maand 2011
ziekteverzuim %
Ziekteverzuimpercentages per verzuimklasse 6,0
4,5
3,0
1,5
t/m 1 jaar ziek > 1 jaar ziek totaal 2011 ziek
0 2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
maand 2011
ziekteverzuim %
Ziekteverzuimpercentages per leeftijdsklasse
15-24 jaar 25-34 jaar
8
35-44 jaar 45-54 jaar 55-64 jaar
6
4
Verzuimpercentages 6,0
2
4,5 3,0 1,5
0 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
maand 2011
0 2009
2010
2011
Verdeling man/vrouw totaal 600 400
600
589
594
(56.13%)
(53.84%)
(53.42%)
469
505
518
(43.87%)
(46.16%)
(46.58%)
200
2009 2010
0 man
vrouw
2011
Verdeling man/vrouw per organisatieonderdeel 200 100
164 155 136 129 133 134 133 160 126 101 110 112
0
man
vrouw
man
Diensten
161
242 231 237
95 98
89
vrouw
185 198
man
Sector E&D
47 46 53
vrouw
man
Sector GWS
vrouw
Sector T&V
Leeftijdsopbouw personeelsbestand 2011 84 (14.14%)
26 (4.38%)
43 45 (8.69%) (8.3%)
75 (12.63%)
237 (39.9%)
171 (33.01%)
172 (28.96%)
20-30 jaar 30-40 jaar
116 (22.39%)
40-50 jaar 50-60 jaar 60-99 jaar
143 (27.61%)
mannen
vrouwen
In de prognose is de gemiddelde instroom over de 2 voorgaande kalenderjaren meegenomen.
Leeftijdsontwikkeling huidige personeelsbestand 76 110 (10.05%) (6.95%) 180 (16.45%) 421 (38.48%)
307 (28.06%)
69 129 (6.21%) (11.6%)
169 (15%)
191 (17.18%)
408 (36.69%)
177 (16%)
399 (36%)
315 (28.33%)
2010
68 (6%)
298 (27%)
2011
prognose 2012
type contract
Verhouding bepaalde tijd en onbepaalde tijd contracten 949 966
OT 145 145
BT 0
2010 2011 200
400
600
800
1000
aantal medewerkers
Vervolg
Aard van de aangevraagde activiteiten per sector/dienst 2011
Op aanvraag uitgevoerde activiteiten per sector/dienst 2011
15 10
49
41
26
20
5
31
0
as
e
tra
isi
en or
e
isi
rv
te
ss
se
rv
te in
in
ng
di
lei
ge
D M
be
T&V
B s LB clu cy en kk / re ng sp hi ge ac co le ue rk vid e di tw in aa m g in in tra
E&D
GWS
am
te
Dienst
g
in
in
aantal medewerkers
Verhouding parttime en fulltime 2010-2011 600 500
115
116
454
444
400 300 200 100 9 9
8 6
0
45 13
0 - 0,25 fte
44 15
0,25 - 0,5 fte
186
197
151
152
37
39
79
87
0,5 - 0,75 fte
0,75 - 1 fte
2010 2011 vrouw man 1 fte
Deltion Academie in cijfers
Verdeling aangevraagde activiteiten 1%
Rekenen
5% 8%
17%
Begeleiding masterstudenten
3%
4%
38 35
Training secretaresseteam
10%
26%
Deltion Academie open aanbod aantal deelnemers
15
Integraal Gezondheidsmanagement
600
Leergang Resultaatgericht adviseren
12%
24
Covey training
15%
56
Intervisie
20
Gouden werkvormen
8
Assessorentraining assessorentraining LBB
individuele coaching/ maatwerk
MD intervisie intervisie teambegeleiding gesprekkencyclus teamtraining
vraagverkenning
nog in behandeling vraagverkenning + advies en verwijzing
75
LBB
14
OIDS
40
Kenniscafé Talentontwikkeling individuele trajecten
210 18
Talentontwikkeling workshops
49
Talentontwikkeling Loopbaantrajecten
22
Feiten en cijfers
Rapportage Klachten- en Geschillencommissie Personeel Aantal en aard binnengekomen
Herkomst klachten:
Afhandeling klachten:
inzake personeel: 7
2 klachten sector E&D
1 x opgelost na gesprek met de leiding
1 x individuele klacht inzake taakverdeling
1 klacht dienst M&C
1 x ingetrokken
1 x teamklacht inzake taakbelasting
1 klacht dienst bestuursbureau
1 x ongegrond
5 x individuele klacht inzake functiewaardering
3 klachten dienst facilitair
Bijlage bij: Bedrijfsmaatschappelijk werk in 2011 (p.15)
Leeftijd
Aanleiding hulpvraag 6 scores mogelijk (top 10)
20-26
verhouding inspanning t.o.v. resultaat
26-31
invloed op eigen werk
31-36
(dreigend) conflict
36-41
werk-privé balans andere gezinsproblemen
41-46
partner/relatieproblemen
46-51
relatie met collega(’s)
51-56
relatie met leidinggevende
56-61
werkdruk
61-66 0
1
2
3
4
5
psychische werkbelasting
6
0
1
2
3
4
5
Resultaat van de interventie 2 scores mogelijk doorverwezen uit preventief oogpunt n.v.t. hervat na ziekte doorverwezen uit curatief oogpunt ziekteuitval voorkomen probleem opgelost 0
5
10
15
20
25
6
7
8