Beter Benutten in de onderwijssector: Deltion College
Ed Graumans, ‘Met Graumans’
Samenvatting Schaalvergrotingen in het onderwijs (MBO, HBO, universiteit) hebben mobiliteitseffecten in de vorm van piekbelastingen die worden veroorzaakt door studenten en werknemers. Voor onderwijsvoorzieningen die niet in de directe buurt van een station liggen ontstaat een forse, (inefficiënte en kostenverhogende) piekbelasting in het openbaar vervoer tussen het station en de onderwijslocatie. Daar komt verandering in als de ov-studentenkaart wordt afgeschaft of gewijzigd. Maar dit heeft ook consequenties voor de onderwijsvoorzieningen die wel een stationslocatie gevestigd zijn. Al met al is dit genoeg aanleiding om voor onderwijsvoorzieningen een bereikbaarheidsstrategie te ontwikkelen. Het management van het Deltion College in Zwolle is zich ervan bewust dat bereikbaarheid en reiskosten belangrijke factoren zijn bij de schoolkeuze. Het Deltion College heeft een eerste stap gezet met het opzetten van een bereikbaarheidsvisie. Deze aanpak kan als voorbeeld dienen voor andere onderwijsinstellingen. Met ingang van het studiejaar 2013-2014 worden de eerste maatregelen voor studenten en personeel geïmplementeerd en bij succes daarna stapsgewijs uitgebouwd. Trefwoorden Mobiliteitsmanagement, mobiliteitsgedrag, beter benutten, onderwijs.
Bijdrage aan het Nationaal verkeerskundecongres 6 november 2013
Spitsprobleem Deltion College Deltion is een grote onderwijsinstelling in Zwolle met meer dan 13.000 studenten en meer dan 1.100 werknemers. Het onderwijsprogramma is gebaseerd op lessen en projecten die in één van de gebouwen van Deltion worden uitgevoerd. De meeste studenten bezoeken dagelijks de school en op de meeste dagen nemen zij deel aan een volledig dagprogramma. Deltion heeft een (boven)regionale functie. Veel studenten komen met het openbaar vervoer en gaan vervolgens met de bus vanaf het station naar het schoolgebouw. Vooral in de ochtenduren ontstaat een enorme toeloop op het busvervoer. Ondanks de zeer hoge frequentie is de toeloop niet of nauwelijks te verwerken. Nadelen hiervan zijn dat het openbaar vervoer voor andere reizigers onaantrekkelijk is en dat de kosten ten gevolge van de piekbelasting erg hoog zijn. Een afvlakking van deze piekvraag zou bijdragen aan betere bereikbaarheid en een efficiëntere besteding van de financiële middelen voor het openbaar vervoer. Onder de studenten is het gebruik van het openbaar vervoer tussen het station en de school hoog ondanks dat de afstand van het station naar Deltion maar 2,2 km bedraagt. Dat is minder dan 10 minuten fietsen. De keuze voor het openbaar vervoer is wel logisch omdat veel studenten beschikken over een ov-studentenkaart. Het personeel maakt veel gebruik van de auto. Op het wegennet is ook sprake van een spitsprobleem en daar komt bij dat de parkeerdruk hoog is. De parkeerterreinen staan (nagenoeg) vol en nemen veel ruimte in beslag. Parkeervoorzieningen vergen hoge investeringen.
Belang bereikbaarheid neemt toe Er is een aantal ontwikkelingen waardoor het belang van een goede (en betaalbare) bereikbaarheid toeneemt: Werkzaamheden aan het gemeentelijke hoofdwegennet te beginnen met de Katerdijk (maart 2013, doorstroomassen openbaar vervoer) en de Roelenweg – Pannekoekendijk (tot Hofvlietbrug, augustus 2013). Daarna volgt de aanpak van Pannekoekendijk – Harm Smeengekade). De gebruiksmogelijkheden van de ov-studentenkaart gaat mogelijk veranderen. Thans kan er gedurende een deel van de week onbeperkt gratis van het openbaar vervoergebruik worden gemaakt. Mogelijk wordt dit omgezet in een kortingskaart of een trajectkaart of krijgen studenten de beschikking over een vast budget. Overheidsbezuinigingen werken mogelijk door in het openbaar vervoer. Daardoor is een efficiencyverhoging en het maken van keuzes noodzakelijk. Lege bussen of dure spitsbussen komen daardoor ter discussie te staan. Ten gevolge van de opening van de Hanzelijn is voor een aantal gebieden de regionale bereikbaarheid per openbaar vervoer afgenomen doordat er buslijnen zijn vervallen. Het verkorten van het aantal stage-uren en het verkorten van de niveau 4-opleiding naar 3 jaar (vanaf 1 juli 2014). Het aantal contacturen per studiejaar neemt toe. De gebouwen moeten intensiever worden gebruikt en er zijn daardoor meer personen per dag aanwezig. Op termijn vermindert het aantal stage-uren. Dat is nu 700 uur/jaar. Intensivering van het polymeer science-programma in het Deltion-gebouw. Er bestaat het risico dat de aanwas van studenten afneemt. Voor het trekken van meer studenten is het openbaar vervoer en meer in het algemeen bereikbaarheid een belangrijke Bijdrage aan het Nationaal verkeerskundecongres 6 november 2013
factor. Als de bereikbaarheid lastig wordt (reistijd) of relatief te duur, worden andere onderwijsinstellingen alleen al om die reden aantrekkelijker. Beter Benutten en Spitsmijden Zwolle-Kampen Netwerkstad neemt deel aan het programma ‘Beter Benutten’ van het Ministerie van I&M. Met het programma wordt beoogd om met ‘slimme’ maatregelen (anders dan infrastructuur) de beschikbare infrastructuur en vervoerdiensten zo efficiënt mogelijk te benutten waardoor de bereikbaarheid verbetert. Bekende maatregelen zijn bijvoorbeeld ‘het Nieuwe Werken’ en ‘Spitsmijden’. Eén van de sporen van het programma ‘Beter Benutten’ zijn de Bereikbaarheidsarrangementen en het Spitsmijden: het verminderen van congestie door een samenhangend pakket aan maatregelen te realiseren, deze aan te bieden en het gebruik ervan te stimuleren met als doel het verleiden tot gedragsverandering van de reiziger. Eén van de programmaonderdelen is Spitsmijden voor studenten en scholieren. Voor het Deltion College zijn de volgende doelstellingen geformuleerd: Het bieden van keuzemogelijkheden om het Deltion College te bereiken op een zodanige wijze dat dit bijdraagt aan: Het verminderen van het autogebruik tijdens de spitsuren en een efficiënt gebruik van de parkeervoorzieningen. Het verminderen van de spitsdrukte in het openbaar vervoer en een efficiëntere inzet van de financiële middelen voor het openbaar vervoer. Een aantrekkelijk (onderscheidend) bereikbaarheidsprofiel van het Deltion College dat bijdraagt aan het maken van een keuze voor het volgen van een opleiding bij het DeltionCollege Herkomst studenten en docenten Aantal studenten en docenten (2013) BOL (beroepsopleidende leerweg), voltijd dagopleiding BBL beroepsbegeleidende leerweg, deeltijd één dag of middag+avond Docenten Overige werknemers
9.081 4.344 681 464
Herkomst studenten en docenten Ongeveer 30% van de studenten komt uit Zwolle of de directe omgeving en 70% komt van verder weg (50 tot 60 km in de regio, enkele van nog verder). De studenten wonen in meer dan 250 verschillende gemeenten! Van de werknemers woont 34% binnen een straal van 5 km van de school. De werknemers wonen in ongeveer 150 verschillende gemeenten. In de tabel zijn de herkomstgemeenten met de grootste aantallen (studenten, personeel) aangegeven (gerangschikt naar aantallen studenten).
Bijdrage aan het Nationaal verkeerskundecongres 6 november 2013
Herkomstgemeenten met concentraties van studenten en/of personeel > 200 > 10 > 10 overige studenten docenten werknemers Zwolle
1.854
283
191
Kampen
834
25
27
Hardenberg
594
Dronten
533
Steenwijkerland
501
Raalte
447
14
Dalfsen
445
19
Zwartewaterland
398
Noordoostpolder
384
Apeldoorn
352
16
Deventer
346
15
Oldebroek
343
Elburg
333
Harderwijk
312
Nunspeet
303
Meppel
292
Heerde
273
Epe
263
Lelystad
245
Staphorst
242
Olst-Wijhe
235
Hoogeveen
234
Ommen
215
14
21
Hattem
11
Bron: basisgegevens Deltion College
De volgende gemeenten liggen niet in de directe nabijheid van een treinstation: Zwartewaterland, Staphorst, Hattem en Epe. Piekbezetting Op een piekmoment zijn ongeveer 7.500 personen aanwezig binnen Deltion (locatie Mozartlaan) waarvan ongeveer 7% personeel (525). De piekmomenten liggen op maandag en dinsdag met een bezettingsgraad van ongeveer 65% van de gebouwen. Vervoerwijze Vervoerwijze Openbaar Fiets vervoer Brommer
Auto
Studenten
75%
13%
12%1)
Werknemers
10%
30%
60%
1)
Het autogebruik onder de BBL-studenten ligt hoger
Het hoge percentage ov-gebruikers onder de studenten kan worden verklaard door: de reisafstand (80% woonachtig buiten Zwolle), het niet bezitten van een rijbewijs en het beschikken over een ov-studentenkaart. Ongeveer 25% van de studenten is jonger dan 18 jaar. De studenten ouder dan 18 jaar kunnen mogelijk beschikken over een auto of een ovstudentenkaart. Per dag worden ongeveer 5.000 studenten (per richting) tussen station/Eekwal per openbaar vervoer vervoerd naar de halte Mozartlaan. Het openbaar vervoer kent een enorme piekbelasting vooral in de ochtendspits. In de ochtendspits (08.00 – 09.00 uur) rijden er 16 tot Bijdrage aan het Nationaal verkeerskundecongres 6 november 2013
24 bussen per uur. Deze bussen zitten overvol, zodat het reiscomfort voor de studenten maar ook voor andere reizigers zeer slecht is. Tevens levert de extra inzet van busvervoer tijdens de spitsuren hoge kosten op. Stallingsvoorzieningen Het Deltion College voorziet in de volgende stallingsvoorzieningen: Parkeren: 928 Fietsenstalling studenten: 875 Brommerstalling: 185 Fietsenstalling werknemers: 195 Op de piekmomenten zijn de parkeerplaatsen vrijwel geheel bezet en de stallingen allen voor ongeveer 90%. Bedacht moet worden dat als er een verschuiving plaats vindt van het openbaar vervoer naar fietsgebruik vanaf het station dat dit forse gevolgen heeft voor de stallingsvraag bij Deltion. Als namelijk de 75% ov-gebruikers gewijzigd wordt in 65% ov en 10% ov+fiets is er al bijna sprake van de verdubbeling van de stallingsvraag bij Deltion en een forse toename van de stallingsbehoefte bij het station. Reiskostenregeling werknemers De reiskostenvergoeding is afhankelijk van de afstand van de woning tot het Deltion College. Tot 5 km afstand is er geen reiskostenvergoeding. Daarna tot 30 km afstand (25 km vergoeding). De vergoeding bedraagt, ongeacht de vervoerwijze, € 0,15 per kilometer. Voor dienstreizen wordt een vergoeding verstrekt voor het gebruik van het openbaar vervoer. Voor het gebruik van een eigen fiets wordt € 0,05 per kilometer vergoed. Voor het gebruik van de eigen auto wordt, indien het gebruik doelmatig is, een vergoeding verstrekt van € 0,28 per kilometer (neemt af bij afstanden van meer dan 10.000 km per jaar). Van de medewerkers wonen 751 (66%) personen meer dan 5 km van de school en ontvangen een reiskostenvergoeding. Van de medewerkers wonen 394 (34%) personen binnen een straal van 5 km van de school. Deze ontvangen geen reiskostenvergoeding. Uitgangspunten Spitsmijden Bij het maken van een programma Spitsmijden is rekening gehouden met de volgende uitgangspunten: E-learning lijkt geen kansrijke optie. Het contact, het samenwerken en het nietvrijblijvende karakter van het lesprogramma past goed bij de doelgroep van het MBOonderwijs. Studenten geven zelf ook aan dat dit voor hen beter werkt dan vrijheid-blijheid. Lesblokken kunnen niet te lang aan het einde van de middag doorlopen. Een aantal studenten komt dan laat thuis en dat geeft problemen met de sociale activiteiten. Er dient rekening te worden gehouden met afspraken die zijn vastgelegd in de CAO wat betreft de reiskostenvergoeding. De OV-kaart voor studenten gaat waarschijnlijk verdwijnen. Als dat het geval zou zijn, zal de keuze voor de bus vanaf het station al minder automatisch worden gemaakt. Daar staat wel tegenover dat dit tot een fors vraagstuk kan leiden voor het fietsgebruik (veiligheid, Bijdrage aan het Nationaal verkeerskundecongres 6 november 2013
doorstroming, stallingen). Er wordt in deze rapportage rekening gehouden met twee scenario’s: de OV-kaart voor studenten blijft gehandhaafd of wijzigt/verdwijnt. Het draagvlak voor ander gedrag neemt toe als er aantrekkelijke alternatieven zijn, er keuzes kunnen worden gemaakt en als er iets tegenover wordt gesteld. Eigenlijk moet het gewenste gedrag een logische keuze zijn. Financiële voordelen hebben meestal een groot effect. Zeker bij studenten (en hun ouders) kan dat een belangrijke rol spelen. Het afschaffen van de OV-kaart voor studenten lost mogelijk het probleem van de spitsproblematiek in het openbaar vervoer op, maar is tegelijkertijd een bedreiging voor Deltion als de bereikbaarheid te lastig en/of te duur wordt in vergelijking met andere opleidingen. Een goede bereikbaarheid zou juist een onderscheidende kwaliteit kunnen zijn. Mobiliteitsgedrag wordt mede bepaald door imago en cultuur van de omgeving waarin men werkt. Veranderingen worden gemakkelijker geaccepteerd als het duidelijk is waarom het noodzakelijk is. Inzicht in de enorme investeringen en kosten van parkeervoorzieningen en openbaar vervoer dragen bij aan het besef dat veranderingen gewenst zijn. En niet te vergeten de bedreiging van het verlies van studenten en daarmee werkgelegenheid. Als bepaalde maatregelen tot kostenvoordelen leiden, kan een gedeelte van de ‘winst’, indien nodig, mogelijk worden ingezet om de gewenste alternatieven mogelijk te maken.
Doelgroepen en type maatregelen Doelgroepen Maatregelen moeten worden afgestemd op doelgroepen. Voor verschillende groepen zijn er verschillende succesfactoren en weerstanden. Voor dit project zijn de volgende doelgroepen onderscheiden: BOL-studenten < 18 jaar (geen OV-kaart, geen auto). BOL-studenten (>18 jaar, wel OV-kaart, mogelijk wel auto). BBL-studenten (geen OV-kaart, mogelijk wel auto). Werknemers docenten. Werknemers overig. Deze doelgroepen zijn verder gedifferentieerd naar herkomst en vervoermogelijkheden (anders dan auto). Woonadres binnen 7,5 km (fietsafstand). Woonadres binnen 12,5 km (e-fietsafstand). Woonadres binnen invloedgebied van treinstation (binnen fietsafstand: < 2,5 km vanaf station of binnen 10 minuten reistijd met de auto). Type maatregelen De maatregelen zijn onderverdeeld in de volgende vier categorieën. Iedere categorie heeft zijn eigen werking en principes: Organisatie: lesrooster, aanwezigheid werknemers en vergaderingen. Afspraken en regelingen op dit vlak hebben een gegarandeerd effect op het tijdstip van reizen van vooral de studenten. Reiskostenvergoeding die het gewenste gedrag ondersteunt. De reiskostenregeling kan op twee manieren worden ingezet: ongewenst gedrag niet vergoeden of gewenst gedrag beter vergoeden. De reiskostenvergoeding is een instrument dat invloed heeft op de Bijdrage aan het Nationaal verkeerskundecongres 6 november 2013
vervoerwijzekeuze van de werknemers en uiteindelijk mogelijk op de keuze van de woonlocatie. Parkeerbeleid in de vorm van verdeling van parkeerrechten (in tijdstippen, locatie of volume) en/of betalen voor parkeren. Parkeerbeleid heeft een gegarandeerd effect tenzij er uitwijkgedrag mogelijk is. Alternatieven stimuleren en faciliteren (aanbod). Voor werknemers gaat het dan vooral om het openbaar vervoer en de fiets. Voor studenten vanaf het station gaat het vooral om het gebruik van de fiets. De loopafstand is net te groot om als structureel alternatief te kunnen dienen. Organisatie Deltion College Lesrooster Het Deltion College overweegt een nieuw lesrooster in te voeren. Het lesrooster heeft een zeer grote invloed op het tijdstip van reizen van de studenten. Toch zijn de vrijheidsgraden beperkt omdat het aantal contacturen toeneemt (norm neemt toe van 850 tot 1.000 uren) en verschuiving van de aanvangstijden niet mag leiden tot een extra belasting van de avondspits of een belemmering van de sociale activiteiten in de avonduren. Het Deltion College gaat een nieuw lesrooster opstellen waar de student centraal wordt geplaatst en waarin wordt uitgegaan van 10 blokken per week (08.30-12.30 en 13.00 – 17.00 uur), waarin er door een klas 8 worden gebruikt. Binnen dit uitgangspunt zijn er nog wel mogelijkheden die bijdragen aan de spreiding van de verkeersdrukte in de ochtendspits. Het differentiëren van de aanvangstijdstippen van de verschillende sectoren (08.15, 08.30, 08.45, 09.00). Op het ROC-Twente start ongeveer 25% na 08.30 uur. De aanvang van het lesprogramma van de BBL-studenten afstemmen op de verdeling voor de verschillende sectoren zodat een optimale spreiding ontstaat tussen 08.15 en 09.00 uur of eventueel om 09.15 uur laten aanvangen. De ‘vrije blokken’ zo veel mogelijk in de ochtenduren plannen en over de verschillende dagen spreiden. De aankomsten worden beter gespreid binnen één uur. Dit zal niet leiden tot de mogelijkheid om de frequentie van het openbaar vervoer te verlagen maar de capaciteit wordt beter benut, de piekdrukte op het station daalt en het aantal studenten dat te laat komt neemt af. Aanwezigheid docenten Docenten worden geacht aanwezig te zijn op het Deltion College. Er zijn lesuren ingepland en tevens moet het mogelijk zijn om iemand te vervangen of in te springen bij onvoorziene omstandigheden. Pas na de spits naar het Deltion College komen of zelfs hele dagen thuis werken is thans niet of in beperkte mate mogelijk. Toch is er wel winst te behalen ten opzichte van de huidige situatie indien thuis werken een breed geaccepteerde cultuur wordt en voor zover mogelijk wordt toegepast om de spitsen te vermijden. Dat geldt dan vooral voor de werknemers die niet met de fiets komen. De zelfsturende teams kunnen hierover wekelijks of maandelijks afspraken maken. In een team van tien docenten kan mogelijk één of twee personen na de ochtendspits naar het Deltion College komen en eerst thuis werkzaamheden verrichten. Om het effect daadwerkelijk te kunnen bereiken is het tevens gewenst om vergaderingen zoveel mogelijk in de tweede helft van de ochtend en de eerste helft van de middag in te plannen. Het effect bedraagt naar verwachting maximaal tussen 25 tot 75 personen per spitsperiode. Dit heeft geen effect op de benodigde inzet van bussen omdat
Bijdrage aan het Nationaal verkeerskundecongres 6 november 2013
slechts 10% van de werknemers per openbaar vervoer reist. Het heeft wel een (beperkt) effect op de wegbelasting tijdens de spitsuren. Reiskostenvergoeding en parkeerbeleid De geldende reiskostenvergoeding heeft geen of onvoldoende prikkels om het gebruik van de fiets of het openbaar vervoer te stimuleren. Werknemers die op fietsafstand wonen, krijgen geen enkele vergoeding terwijl werknemers op een woonafstand van meer dan 5 km een vergoeding van € 0,15 per kilometer ontvangen ongeacht de vervoerwijze. Dit zou moeten worden omgebogen in een regeling die het gewenste gedrag beloont. Dit kan het beste door keuzemogelijkheden aan te bieden. Dat kan met verschillende ‘formules’ waarin de samenhang met het parkeren aan de orde komt. De volgende 4 formules gaan uit van de bestaande cao waar een extra schil aan wordt toegevoegd. Deze kan zelfstandig door het Deltion College worden ingevoerd. In formule 5 is een cao-wijziging noodzakelijk en zijn er vele partijen betrokken. 1. Huidige regeling uitbreiden met fiets- en ov-opties Bestaande reiskostenregeling blijft in stand. De aanschaf van een fiets of e-fiets wordt ondersteund: bijdrage van € x,- per jaar of één maal per Y jaar in combinatie met kwantumkorting door een contract af te sluiten tussen Deltion en een fabrikant. De volledige vergoeding van een OV-abonnement tot een maximum van bijvoorbeeld 50 km reisafstand in plaats van de reguliere reiskostenregeling. De werknemer heeft tevens de mogelijkheid om zelf zijn contract te upgraden naar een kortingskaart of jaarkaart. In dat kader is het aantrekkelijk als een abonnement een upgrade krijgt naar al het openbaar vervoer in de regio en/of een meermanskortingkaart voor de daluren. In dat geval heeft de aanschaf van de kaart ook toegevoegde waarde buiten de woonwerkverplaatsing en draagt breder bij aan het reduceren van het autogebruik. 2. Huidige regeling uitbreiden met fiets- en ov-opties en parkeerrechten Als 1. Er komt een parkeerregulering voor de parkeervoorzieningen van Deltion. Personen die gebruik maken van de fiets- of ov-optie krijgen een beperkt aantal parkeerrechten (‘uitrijdkaarten’). 3. Huidige regeling uitbreiden met fiets- en ov-opties en parkeerrechten afhankelijk van de beschikbare alternatieven Als 2. Personen die kiezen voor de auto krijgen niet automatisch parkeerrechten voor alle dagen. De parkeerrechten worden afhankelijk gesteld van de beschikbaarheid van de alternatieven. Bijvoorbeeld binnen 5 km parkeerrechten op 5% van de dagen, van 512,5 km 15% en verder weg afhankelijk van de reistijdverhouding openbaar vervoer/auto (van deur-tot-deur inclusief P+R-opties): bij reistijdverhouding < 1,3 bijvoorbeeld parkeerrechten op 20% van de werkdagen, 1,3- 1,5: 75%, > 1,5 100%. 4. Basisbedrag + modaliteitsvergoeding+ betaald parkeren Als 3. Iedere werknemer die woont op een afstand > 12,5 km ontvangt een extra basisbedrag. Bijdrage aan het Nationaal verkeerskundecongres 6 november 2013
Voor parkeren op de parkeervoorzieningen van Deltion dient betaald te worden. Dat kan een eenheidstarief zijn voor de gehele dag of bij inrijden tot bijvoorbeeld 10.00 uur of een parkeerduur korter dan 2 uur. In het laatste geval ondersteunt het betaalregime het spitsmijden en blijft parkeren voor bezoekers en/of BBL-studenten gratis. Dat laatste is uiteraard een keuze. 5. Bestaande regeling wijzigen De voorgaande vier voorstellen zijn gebaseerd op de bestaande reiskostenregeling. Ook deze regeling kan ter discussie worden gesteld en worden omgezet in bijvoorbeeld een mobiliteitsbudget dat gebaseerd is op de kosten van de fiets (werknemers met een reisafstand < 5 km), de e-fiets (5-12,5 km), het openbaar vervoer OV tot (12,5-50 km) aangevuld met een basisbedrag (eventueel per klasse) in combinatie met parkeerrechten of betaald parkeren bij Deltion, mogelijk eventueel parkeerregulering in de omliggende buurt en grootgebruikerscontracten voor de aanschaf van(e-) fietsen, scooters en ovabonnementen. Poolauto’s Werknemers moeten ook werkbezoeken afleggen buiten het Deltion College. Dit is voor werknemers ook een argument om met hun eigen auto naar het Deltion College te komen. Dit is niet nodig indien men gebruik kan maken van een bedrijfsauto (poolauto’s). Poolauto’s kunnen op meerdere manieren worden ingezet en aangeboden: auto’s aanschaffen, auto’s leasen, exclusieve pool deelauto’s van aanbieders (Greenwheels, Wheels4All, abonnementen en betalen naar gebruik), deelauto’s voor algemeen gebruik (ook omliggende buurt). In het kader van ‘ontzorgen’ en betalen naar gebruik verdient de inzet van deelauto’s de voorkeur. Er kan dan ook gebruik worden gemaakt van bestaande reserveringssystemen. Overigens zou dit ook kunnen worden uitgebreid met elektrische fietsen. Deze aanpak vraagt dan wel een aanpassing van de reiskostenvergoeding voor dienstreizen, bijvoorbeeld als volgt: Gelijktrekken kilometervergoeding gebruik eigen fiets en eigen auto of zelfs hogere fietsvergoeding. Vergoeding voor eigen auto alleen indien het gebruik van een poolauto of e-fiets geen alternatief is: tijdstip, bestemming op route huis-Deltion, vervoer van spullen, afstand groter dan 10 km en reistijdverhouding openbaarvoer/auto > 1,5, te slechte weeromstandigheden voor fietsgebruik. Alternatieven stimuleren en faciliteren Fietsen vanaf het station De afstand tussen station en het Deltion College is zeer goed te fietsen. Bewegen draagt ook nog eens bij aan fitheid en voorkomen van ziekteverzuim. Daar staat wel tegenover dat het vervoer van veel spullen lastiger is en fietsen gewoon vervelend kan zijn bij slechte weersomstandigheden. Studenten zonder ov-kaart en werknemers Dit is de primaire doelgroep. Voor hen wordt het gebruik van de fiets aantrekkelijk als dit financieel voordeel oplevert en het hen gemakkelijk en aantrekkelijk wordt gemaakt. De slaagkans is het grootst als zij bij het begin van het studiejaar een keuze kunnen maken voor het fietsgebruik op basis van de volgende uitgangspunten:
Bijdrage aan het Nationaal verkeerskundecongres 6 november 2013
Gebruik van een Deltion-fiets vanaf het station. Dit kan een persoonlijke Deltion-fiets zijn of een Deltion-fiets uit een pool. Bij het in gebruik nemen op het station is aanmelden bijvoorbeeld met de Deltion-kaart noodzakelijk. Aantrekkelijke stallingsplaats bij Deltion. Een aantal malen gebruik kunnen maken van het Deltion-vervoer (slecht weer alternatief et cetera). Een maandelijkse verloting onder de deelnemers. De kosten voor het gebruik van de Deltion-fiets zijn lager dan voor het gebruik van het openbaar vervoer (bijvoorbeeld € 100- 150,- /jaar). Openbaar vervoer vanaf station Een ontmenging van het vervoer naar Deltion en het overige openbaar vervoer is gewenst om de kwaliteit voor de niet-studenten te kunnen blijven waarborgen. Meer gebruik van het openbaar vervoer door werknemers is alleen haalbaar indien het openbaar kwaliteit biedt. Dan alleen, in combinatie met een financiële regeling, zal de overstap overwogen worden. Voor de ontmenging bestaan twee mogelijkheden: 1. Besloten vervoer voor werknemers en het reguliere openbaar vervoer voor studenten. Een efficiënte opzet is mogelijk door dit te combineren met andere bedrijven in de directe omgeving. Zolang de ov-studentkaart beschikbaar is in de huidige vorm is, wordt deze vorm aanbevolen. 2. Besloten vervoer voor studenten en het reguliere openbaar vervoer voor werknemers. Deze optie kan worden overwogen op het moment de ov-studentenkaart geen toegang meer biedt tot het lokale openbaar vervoer. In dat geval kan het Deltion College vóór het studiejaar aanbieden om een aantal ritten (of onbeperkt abonnement) af te nemen in besloten Deltion-vervoer. Intekenen vooraf is essentieel om per studiejaar een goede afstemming te maken tussen vraag en aanbod. Rechtstreekse buslijnen vanuit de regio Rechtstreekse buslijnen vanuit de regio (besloten Deltion-vervoer) dragen bij aan: comfort en service (rechtstreeks vervoer tot de voordeur), mogelijke kostenbesparing en het verminderen van de drukte op het station. Er zijn diverse plaatsen buiten Zwolle met een groot aantal studenten. Voor het beoordelen van de haalbaarheid kan worden uitgegaan van de volgende volgorde: De grootste herkomstgemeenten zonder treinstation en buiten fietsafstand: Zwartewaterland, Epe, Staphorst. De grootste herkomstgemeenten met een treinverbinding waarvoor geldt dat de tijdwinst met een rechtstreekse busverbinding meer dan 15 minuten gaat bedragen. De aanpak in het studiejaar 2013-2014 en het vervolg Het Deltion College gaat aan de slag met een aantal maatregelen. Zij kiezen daarbij voor een aanpak die gebaseerd is op vrijwilligheid (keuzemogelijkheden) waarbij financiële voordelen een belangrijke rol spelen. In het studiejaar 2013-2014 wordt gestart met drie pilots. Deze pilots worden verder uitgebouwd als ze succesvol zijn. Deltion-fiets Aan 50 studenten wordt de mogelijkheid geboden om vanaf het station gebruik te gaan maken van een Deltion-fiets. Dit is een fiets die individueel aan een student in bruikleen wordt Bijdrage aan het Nationaal verkeerskundecongres 6 november 2013
gegeven. De Deltion-fiets wordt gratis ter beschikking gesteld. De doelgroep zijn jonge studenten (16 jaar) die niet beschikken over een ov-studentenkaart. Deze maken nu meestal gebruik van het openbaar vervoer in de spits. Door gebruik te maken van een fiets besparen zij de kosten voor het openbaar vervoer en neemt de reizigersdruk in de spits af. Het beschikbaar stellen van de fiets draagt bij aan het verbeteren van de bereikbaarheid en is een service naar (toekomstige) studenten. Treinreizen werknemers Veel werknemers op grotere afstand komen met de auto. De reiskostenregeling is voor hen niet kostendekkend (maximaal € 150,- per maand). Werknemers krijgen de mogelijkheid om per trein te reizen en krijgen een 100%-vergoeding voor de trajectkaart. Vanaf het station worden deze werknemers vervoerd met een pendelbus (besloten vervoer) die ook het kantoor van Achmea bedient. Alhoewel het Deltion College thans zelf geen groot parkeerprobleem heeft wil het College op deze wijze toch bijdragen aan het verbeteren van de bereikbaarheid over de weg en duurzaamheid (Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen). Voor deze aanpak is geen wijziging van de CAO nodig en is gebaseerd op keuzevrijheid voor de werknemers. Studentenrooster Bij de opzet van nieuwe roosters wordt de student centraal gesteld, alsmede de mogelijkheid om buiten de spits (per bus) te reizen. Een meer dwingende maatregel zoals het distribueren van parkeerrechten wordt pas een optie als dat vanwege parkeerproblematiek of onvoldoende vrijwillige medewerking nodig wordt geacht. De inzet van Deltio-bussen vanuit de regio blijkt tot op heden lastig om te organiseren. Hier lijkt in samenwerking met de provincie Overijssel een opschaling van de aanpak nodig door de ‘Zwolsche Acht’ (onderwijsinstellingen) daarbij te betrekken. Conclusie Grote onderwijsinstellingen genereren massale verplaatsingen die geconcentreerd worden in de spitsuren. Dit leidt tot overvolle bussen en spitsdruk op de weg. Zolang de ovstudentenkaart in de huidige vorm beschikbaar blijft is het efficiency- en kwaliteitsoverwegingen zinvol de piekvraag naar het lokale openbaar vervoer te verminderen alsmede het autogebruik te verminderen. Als de ov-studentenkaart verdwijnt of minder aantrekkelijk wordt, wordt het voor de onderwijsinstellingen belangrijk om na te denken over hun imago en profiel op het gebied van bereikbaarheid. Een onderwijsinstellingen kan zich onderscheiden of extra aantrekkelijk worden door het aanbieden van goede bereikbaarheidsfaciliteiten. De case Deltion College toont aan dat er volop mogelijkheden zijn waarbij financiële voordelen en service een belangrijke rol spelen. Gezien de ‘grote getallen’ zijn een gedegen analyse, een samenhangend plan en een stapsgewijze aanpak noodzakelijk.
Bijdrage aan het Nationaal verkeerskundecongres 6 november 2013