Op weg naar evenwicht Deltion College Sociaal jaarverslag
2010
voor woord
Terugblik 2010: ‘Op weg naar evenwicht’
Raad van Toezicht Stichting Training & Advies
IGO College van Bestuur MR
Bedrijfsvoering
Bestuursbureau
M&C
HRD
Economie & Dienstverlening
Techniek & Vormgeving
Gezondheidszorg, Welzijn & Sport
20 Onderwijsteams 8 Opleidingsmanagers
24 Onderwijsteams 11 Opleidingsmanagers
18 Onderwijsteams 7 Opleidingsmanagers
Studentenzaken Educatie / VAVO
In 2010 bepaalden veel thema’s de agenda. Zoals een betere en rechtvaardige verdeling van de campusruimte door het vernieuwde huisvestingsplan. Dit zogenoemde ‘vlekkenplan’ is een co-productie van de sectordirectie en het Facilitair Bedrijf. Het verzuim daalde met 10%. De campus begon meer te leven in 2010, een dorpssfeer ontstond zelfs af en toe. Eén van de opvallende gebeurtenissen was het gezamenlijk kijken naar de WK voetbalwedstrijd Nederland – Denemarken op het Sweelinckplein. Ook de walk of fame voor de toppers onder onze studenten maakt de campus kleurrijker en levendiger. Nieuwe initiatieven voor doorontwikkeling en
vernieuwing werden gestimuleerd. In 2010 werd het ‘Uitklinkerteam’ onder leiding van Leonard Hilbers opgericht. Dit team spoort innovatie en vernieuwing op en stelt een genomineerdenlijst voor aan de jury. In maart 2011 vond de uitreiking van de Uitklinker, Runner Up en de Publieksprijs plaats tijdens de Deltiondag. Elke prijs is goed voor maar liefst 10 mille om te besteden aan die innovatie of vernieuwing. Daarnaast werd Young Deltion opgericht, bedoeld om de betrokkenheid van alle ‘dertigminners’ bij de ontwikkeling van de organisatie te versterken. CvB voorzitter Twan Sprenkels vertrok en ad-interim voorzitter Albertjan Peters zette de hoofdkoers nadrukkelijker in op onderwijs.
Teamontwikkeling in onderwijs kreeg meer aandacht. De Deltion Academie kende een groeiende vraag naar trainingen en cursussen op het vlak van persoonlijke ontwikkeling en empowerment. De trainingen, gebaseerd op het gedachtegoed van Stephen Covey, raakten zelfs ‘uitverkocht’. Ook de vraag naar individuele loopbaanassessments nam sterk toe. Investeer ook in 2011 in jezelf en daarmee in de organisatie. Henk Achtereekte Directeur Human Resource Development
Vooruitblik: stabiliteit, ruimte en trots Centraal binnen onze organisatie staan de komende jaren stabiliteit, ruimte en trots. Stabiliteit door continu te anticiperen op inen externe ontwikkelingen. Ruimte voor persoonlijke ontwikkeling en aandacht voor de fysieke ruimte, onze werk- en leeromgeving. Trots op de prestaties van onze studenten en van onze medewerkers en op wat we als mbo-instelling presteren, tezamen met onze stakeholders. Voor 2011 zal de impact van het Actieplan van minister Van Bijsterveldt van invloed zijn op ons strategisch beleid. Een plan dat mede tot stand gekomen is met inbreng van het mbo zelf maar waarbij ook nog kritische kanttekeningen worden geplaatst door het mbo-veld. Bij het schrijven van deze voor-
uitblik is nog onzeker of de plannen van de minister volledig uitvoerbaar zijn. Daar staat tegenover dat het Deltion College flexibel is en financieel gezond. Er is ruimte in 2011 voor onderwijsinnovatie en voor persoonlijke ontwikkeling. In de letterlijke betekenis van ruimte gaan we in 2011 aanpassingen verrichten in onze huisvesting. We brengen teams zoveel mogelijk samen binnen hetzelfde gebouw en meer ruimtes worden geschikt gemaakt voor onderwijsdoeleinden. Een beweging die ook ten goede komt aan de fysieke veiligheid, een aspect dat ook in 2011 onze aandacht heeft. Om focus te brengen in de kwaliteit van ons onderwijs worden onderwijsstandaarden ontwikkeld op de gebieden intake, curricu-
lum, formatief beoordelen, leren & ICT en Nederlands, rekenen en moderne vreemde talen. Naast onderwijsstandaarden onderzoeken we de mogelijkheden voor flexibilisering van ons onderwijs om daarmee adequaat in te kunnen spelen op de veranderende vraag van studenten, bedrijfsleven en overheid. De ingezette koers ‘onderwijs centraal’ blijft centraal staan in ons handelen. Passend bij deze koers werven we een voorzitter College van Bestuur. Ondertussen werken we onze visie op onderwijs verder uit, op basis waarvan we een heldere positionering kiezen. De richting voor ons strategisch beleid voor de lange termijn. Marc Otto Lid College van Bestuur
Overlijden In 2010 was er verdriet om drie collega’s die ons ontvielen. Sylvia Bouterse-Vos (56 jaar), overleden op 24 februari 2010, leraar Educatie, sector GW&S. Alie Klingenberg (58 jaar), overleden op 15 oktober 2010, leraar in het team Interactieve Media Vormgeving, sector T&V. Titia Koudijs (52 jaar), overleden op 18 november 2010, adviseur Innovatie & Verbeterteam, sector T&V.
INHOUD 2 voorwoord 2 Organogram 3 Terugblik en vooruitblik
5 Organisatieontwikkeling 7 Nieuw evenwicht in de sectoren 8 Waar willen we naartoe? 9 Gesprekkencyclus 9 Hoe creëer je je eigen toekomst? 10 Samen voor het teambelang 12 Zelf aan het roer 12 Op zoek naar beweging 13 De ballen in de lucht 14 ‘Ik geniet van elke dag’ 14 Teamleren biedt Deltion nieuwe kansen
16
Samen leven en samen werken 17 18 18 19 20
De juiste verdeling van ruimte De vlek invullen Op weg naar betere gebouwbezetting Klimaat op orde Zorg dragen voor veiligheid in en om de campus
21 Gezondheid en arbo 22 23 24 25
26
Door sport beter in balans Lekker en verantwoord Ziekteverzuim in 2010 fors gedaald Balans (her)vinden en houden
Samenstelling personeelsbestand 27 Een toekomstbestendig Deltion 28 Jong en (wat) ouder vormen een goede combinatie bij KMD 30 Het vernieuwde introductiebeleid
31 colofon
Organisatie ontwikkeling
organisatieontwikkeling
7
Nieuw evenwicht in de sectoren In 2010 hebben enkele organisatorische veranderingen plaatsgehad. Directe aansturing vanuit de sectordirecteuren naar de opleidingsmanagers was één van deze veranderingen. De functie van clusterdirecteur is vervallen en de sectordirectie is uitgebreid met een adjunct-directeur die de sectordirecteur ondersteunt.
De toenmalige clusterdirecteuren, Bernard de Boer, Gusta van der Zanden en Jan Lanting, konden solliciteren op de functie van adjunct-directeur. Met ingang van 1 december 2010 zijn zij aangesteld in hun nieuwe functie. Jan: ‘Het is echt een andere baan. Ik sta nu verder af van de opleidingen en de studenten, maar mijn positionering is veel duidelijker. Ik voel me nu letterlijk beter in evenwicht.’ De nieuwe structuur heeft rust gebracht. Gusta: ‘In de periode dat de sectordirecteuren en opleidingsmanagers aangesteld werden kwam ik daar als clusterdirecteur in een bijzondere positie tussen te zitten. Vanuit de organisatie mocht ik letterlijk geen handtekening meer zetten. Persoonlijk heb ik me weinig erkend gevoeld in deze periode. Ik ervoer onze positie meer als een doorgeefluik.’
Duidelijke afspraken De adjunct-directeuren hebben duidelijke afspraken gemaakt met hun sectordirecteuren over de portefeuilleverdeling. Een verdeling op basis van persoonlijke kwaliteiten heeft hierbij een belangrijke rol gespeeld. Bernard: ‘De combinatie van personen bepaalt uiteindelijk het evenwicht.’ Jan: ‘Met Herman besteed ik op dit moment veel tijd aan afstemmen, gezamenlijke standpunten bepalen en elkaar informeren. Het is heel prettig dat hij nu in een kamer naast mij zit, dit bevordert de directe communicatie en daarmee de samenwerking. Met opleidingsmanagers ben ik vooral op zoek naar evenwicht in de wijze waarop ze gefaciliteerd willen worden, zodat ze ruimte voelen om hun
nieuwe rol van opleidingsmanager in te vullen. Dat is nog aftasten, maar zij hebben wel zelf een steeds nadrukkelijkere inbreng bij het tot stand komen van de resultaatafspraken.’
Uitdagingen Ook Bernard investeert veel tijd in gesprekken met opleidingsmanagers. ‘Zo wordt voor mij duidelijker hoe ik hen het beste kan faciliteren.’ Gusta: ‘Hier ligt voor mij ook een grote uitdaging. Bij het maken van de resultaatafspraken met de opleidingsmanagers had ik de opdrachten voor hen geformuleerd. De volgende keer laat ik hen dat zelf doen. Dat is veel effectiever en zet hen veel meer in hun kracht.’ Jan: ‘Ik zie voor mijzelf een duidelijke rol weggelegd in het verbinden en aanbrengen van focus bij externe ontwikkelingen en interne processen. Mijn uitdaging ligt in het pro-actiever inspelen op ontwikkelingen. En zo ruimte te creëren voor nieuwe ideeën!’
Continu proces De drie adjunct-directeuren constateren dat de tocht naar evenwicht een continu proces blijft met successen en worstelingen. Jan: ‘Mijn nieuwe functie appelleert aan aspecten van mij die mij in mijn kracht zetten. Met de nieuwe positionering voel ik me zowel functioneel als persoonlijk veel meer in evenwicht. Dit heeft ook zijn weerslag op de wijze waarop ik de opleidingsmanagers coach. Ik doe bewuster een beroep op hun specifieke talenten waardoor ook zij beter in hun kracht komen.’ Ook Bernard en Gusta ervaren dit zo.
Bernard, Gusta en Jan: persoonlijk beter in evenwicht Bernard, Gusta en Jan (van boven naar beneden)
8
Sociaal jaarverslag Deltion College 2010
organisatieontwikkeling
9
Taken, passie en ontwikkelingswensen
Waar willen we naartoe? Renske Venhuizen, teamleider SSC, zit in de MD-groep. Deze groep geeft vorm en inhoud aan het management development-traject (MD) voor leidinggevenden binnen Deltion.
‘Wat ik wezenlijk vind in het traject is dat er aandacht is voor het grote geheel. Waar willen we met elkaar naartoe en welke rol heeft iedereen binnen dit proces? Hoe ga je om met dilemma’s die je tegenkomt? Het ontwikkelen van een gemeenschappelijk kader en een gemeenschappelijke taal is dan belangrijk; binnen het MD-traject kun je toetsen hoe het hiermee staat en op welke wijze je daar invulling aan kunt geven als leidinggevende.’
Aandacht voor het grote geheel
Gesprekkencyclus Jolanda Pool is sinds 1 januari 2010 opleidingsmanager van de teams Defensie en Orde & Veiligheid en heeft bijna de eerste gesprekkencyclus met haar teamleden afgerond. ‘Ik heb momenten in mijn agenda vrijgemaakt waar teamleden hun naam aan konden verbinden’, vertelt Jolanda. ‘De voortgangsgesprekken heb ik gehouden met de nadruk op hun taken, hun passie en hun ontwikkelingswensen; vakinhoudelijk of juist op persoonlijk vlak. Daar hebben we afspraken over gemaakt die medewerkers verwerkt hebben in het Persoonlijk Werkplan.’
Vanaf eind maart start Jolanda met lesbezoeken om zicht te krijgen op de competenties van de leraren en instructeurs. ‘In mei ga ik de beoordelingsgesprekken voeren. Dan maken we meteen de afspraken voor volgend jaar. Ik heb zo’n 35 teamleden en het kost al veel tijd om de gesprekkencyclus goed uit te voeren, dus daarom probeer ik de combinatie te maken.’
Nuttig De gesprekkencyclus ervaart Jolanda als nuttig. ‘Ik investeer in iemand persoonlijk, daardoor geef ik een signaal af dat ik iemand echt zie en zijn of haar kwaliteiten en werkzaamheden waardeer. Ook maak ik zichtbaar waar de ontwikkeling moet worden ingezet en hoe dit doel te bereiken is.’
Training Persoonlijke Effectiviteit
Hoe creëer je je eigen toekomst? Een training Persoonlijke Effectiviteit helpt mensen hun leven in te richten zoals dat het beste bij hen past. Op die manier komen zij goed in balans.
Management Development bij Deltion: de feiten Het MD-traject is gericht op het creëren van een gemeenschappelijk referentiekader en het toerusten van individuele leidinggevenden voor hun functie. Uit de evaluatie van december 2010 blijkt dat de eerste doelstelling zeker gehaald wordt. Medewerkers waarderen het ontmoeten van collega’s en het delen van kennis over relevante thema’s, zoals ‘Ethiek en Integriteit’. In 2011 wil de MD-groep meer aandacht voor de ontwikkeling van leidinggevenden. Uit diezelfde evaluatie blijkt namelijk dat de behoefte bestaat het MD-traject beter te laten aansluiten bij de individuele leervraag.
Ankie van Lint, trainer: ‘Persoonlijke effectiviteit heeft alles te maken met of je in balans bent. Als je voor jezelf helder hebt wat voor jou belangrijke principes zijn in het leven, wat jij wilt ontwikkelen, kun je uiteindelijk vanuit onafhankelijkheid kiezen voor samenwerken. Dit geldt zowel binnen je privé- als binnen je werkomgeving.’ Erik Mondriaan, regisseur onderwijskundige vraagstukken, sector G,W&S heeft deelgenomen aan de training van Ankie. ‘Ik heb tijdens de training geleerd anders naar mijzelf en de organisatie te kijken’, zegt hij. ‘Hierdoor ben ik me er bewuster van
geworden hoe de organisatie mij effectiever in kan zetten.’
Win-win Ankie: ‘Als je in staat bent in relaties zowel je eigen belang neer te leggen, maar je tegelijkertijd ook echt te verplaatsen in de ander, zul je steeds meer zogenaamde win-win situaties ervaren. Op die manier bepaal je je eigen toekomst.’ Erik: ‘Dankzij de training heb ik veel duidelijker in beeld wat ik vanuit mijn kracht voor de organisatie kan betekenen. Dat heeft me zelfs onlangs een baan opgeleverd die me op het lijf geschreven is!’
Inspireren De training Persoonlijke Effectiviteit helpt mensen bij de zoektocht naar en het vormgeven van hun eigen ‘missie’. Daarbij staan thema’s centraal als ‘timemanagement’ en ‘met een andere bril kijken’. Die sluiten nauw aan bij het gedachtegoed van Stephen R. Covey. Erik: ‘Zie je beren op de weg in plaats van kansen, laat je dan inspireren om met een andere bril naar jezelf en de organisatie te kijken door het volgen van de training.’
Kansen in plaats van beren
10
Sociaal jaarverslag Deltion College 2010
organisatieontwikkeling
Lidia: ‘Toen ik de diagnose borstkanker kreeg, stond mijn hele leven eigenlijk op de kop. Bij het maken van keuzes ben ik vanaf dat moment nog bewuster uitgegaan van het motto ‘omdat ik het wil’. Zo heb ik samen met het team nog een aantal duidelijke lijnen uitgezet voor de periode van mijn afwezigheid. Ook tijdens mijn ziekte hield ik dit motto er in. Ik had heel sterk de behoefte om de regie over mijn dagelijkse leven zelf in de hand te houden.’
Verbinden Alie werd gevraagd of zij als interimmer de teams van Lidia wilde begeleiden. ‘Ik zat toen zelf in een proces om het verlies van mijn vader een plek te geven. Ik had hier letterlijk ruimte voor genomen door een tijdje deels onbetaald verlof op te nemen. Ik heb me heel bewust afgevraagd of ik ruimte voelde voor deze ‘klus’. Als interimmer vind ik het belangrijk om recht te doen aan wat er is én daarnaast vanuit mijn eigen expertise en kracht waarde toe te voegen aan het team. Mijn expertise en kracht liggen in het verbinden van concepten met de dagelijkse praktijk. In dit team ontstond door de ziekte van Lidia en een moeilijke privésituatie van een collega de roep om een nieuw evenwicht. De introductie van het Adri-model was voor mij een goede legitimatie voor verandering.’
11
Loslaten en re-integreren Lidia: ‘Het loslaten van het werk ging heel natuurlijk, doordat ik fysiek en geestelijk mijn energie nodig had voor mijn herstel. Tijdens mijn re-integratie heb ik de ruimte en begeleiding van de sectordirectie erg gewaardeerd. Ik heb heel duidelijk gezocht naar een evenwicht tussen wat goed was voor mijzelf en voor de organisatie. Zo heb ik er bewust voor gekozen om meer tijd te investeren in mijn nieuwe team. Mijn oude team ervoer hierdoor meer sturing op afstand. Ik heb energie gestoken om mijn plek te hervinden zonder mijn authenticiteit te verliezen. Met Alie heb ik regelmatig gespard over mijn nieuwe rol in de functie van opleidingsmanager. Ik heb heel sterk het gevoel gehad dat we samen voor het teambelang gingen.’ Alie: ‘Zo voer ik als afsluiting van mijn interim-periode de afsprakengesprekken zodat zowel de teamleden als Lidia daarop voort kunnen bouwen. We hebben over en weer veel tijd gestoken in het begrijpen van de ander, we zochten verbinding met hoofd en hart. Een hele belangrijke voorwaarde voor een geslaagde samenwerking.’
Links Alie en rechts Lidia 600 107
500
Samen voor het teambelang Lidia Langerijs was net aangenomen als opleidingsmanager binnen de sector G,W&S toen de diagnose borstkanker bij haar gesteld werd. Ze moest haar teams overdragen aan Alie Elzinga, interim onderwijsmanager binnen Deltion. Alie kreeg de opdracht de teams te begeleiden in een proces naar meer sturen op afstand.
400 300 453
Vrouw
200 43
Man
123
100 0
12 14
42
0 - 0,25 fte
0,25 - 0,5 fte
14
14
0,5 - 0,75 fte
77
0,75 - 1,0 fte
Verhouding parttime en fulltime 1 fte
12
Sociaal jaarverslag Deltion College 2010
13
organisatieontwikkeling
Leeftijdsontwikkeling huidig personeelsbestand komende 5 jaar
Zelf aan het roer Individuele loopbaangesprekken zijn bedoeld voor iedereen die een ontdekkingsreis wil maken naar persoonlijke kracht om van daaruit weer zelf aan het stuur te zitten van zijn/haar eigen loopbaan!
Meer zicht op jezelf Jolanda van Rosmalen, loopbaanbegeleidster: ‘Je hebt het niet meer naar je zin op je huidige werkplek, je wilt je heroriënteren op je huidige werkzaamheden, je weet nog niet precies wat je anders zou willen. Een kort loopbaantraject kan je dan weer aan het ‘stuur’ van je loopbaan zetten.’
Goed kiezen Socrates zei het al: ‘Hoe valt er goed te kiezen zonder inzicht in onze eigen vermogens en onvermogens, in onze passies en drijfveren?’ Jolanda: ‘In een loopbaantraject help ik medewerkers hier meer zicht op te krijgen,
vervolgens faciliteer ik hen bij het oriënteren op ander werk.’ Rene Holthausen, docent: ‘Ik liep al een tijdje rond met de gedachte dat ik ‘iets’ anders wilde. In eerste instantie dacht ik ook echt aan een totaal andere functie. Tijdens een loopbaangesprek met Jolanda zag ik in één keer een verbinding tussen een aantal van mijn capaciteiten en drijfveren en deelname aan de OR. Ik heb me meteen kandidaat gesteld. Ik ben erg gemotiveerd om vanuit deze nieuwe rol een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van de organisatie en tegelijkertijd aan mijn eigen ontwikkeling.’
Topics Deltion Academie 2010 Investeren in persoonlijke ontwikkeling, kennis en vaardigheden
MD traject
Teams
Individuen groepsgewijs
Individuele begeleiding
4 algemene bijeenkomsten 11 intervisiegroepen (totaal 65 deelnemers) 3 individuele coachingstrajecten 10 trainingen loopbaanbegeleiding 5 trainingen examinering 25 trainingen/bijeenkomsten teamontwikkeling, klantgericht werken, onderwijskundige ondersteuning, ‘heidagen’ etc. 24 deelnemers ‘Opleiden in de School’ 36 deelnemers diverse trainingen talentontwikkeling 60 deelnemers aan kenniscafés/netwerkbijeenkomsten 12 deelnemers training ‘resultaatgericht werken’ 20 deelnemers aan individuele coaching 20 deelnemers aan individuele loopbaanadvisering 10 x begeleiding deelnemers masterstudie 20 x begeleiding studieoriëntatie
Op zoek naar beweging Ontwikkelassessments zijn bedoeld voor mensen die op zoek zijn naar beweging. De assessments helpen je een nieuw evenwicht te bereiken tussen je capaciteiten, ambities, drijfveren en je huidige werkzaamheden.
De verbinding tussen dromen en daden Aad Lindenberg is begeleider van ontwikkelassessments. ‘Om meer zicht te krijgen op hun capaciteiten, ambities en drijfveren worden deelnemers tijdens assessments uitgenodigd te reflecteren. We faciliteren dit door testen, gesprekken, opdrachten en interviews. De interactie met collega’s is hierbij erg belangrijk. Uiteindelijk resulteren de bijeenkomsten in een persoonlijk werkplan, waarmee de kandidaten een verbinding leggen tussen dromen en daden.’
Stappen zetten Deelnemer Edward van Veen, docent bij team ‘Orde & Veiligheid’: ‘Het ontwikkelassessment heeft mij geïnspireerd een aantal stappen te zetten die ik latent al van plan was te maken. Ik ga binnenkort beginnen met een lerarenopleiding in een taal. Deze scholing geeft me de ruimte om breder inzetbaar te zijn.’
Themadag werk en privé in balans! 2010
De ballen in de lucht
14
5 14
De themadag Werk en privé in balans! is speciaal bedoeld voor medewerkers in de zogenaamde ‘spitsuur van het leven-fase’. Dat zijn vooral ouders met jonge of schoolgaande kinderen die het gevoel hebben alle ballen in de lucht te moeten houden.
Vooral ouders met jonge of schoolgaande kinderen moeten zich vaak in allerlei bochten wringen om aan alle eisen te voldoen. Ze dragen zowel thuis als op het werk verantwoordelijkheid en willen zich ook graag ontwikkelen. Dan raakt de balans wel eens zoek.
40
27
2011 3 18
15
26
38
2012 3 23
13
Verandering Bewustwording van de situatie en de wijze waarop je daarmee om kunt gaan stonden centraal tijdens de themadag. Er zijn mogelijkheden tot verandering verkend en eerste stappen gezet tot het nemen van beslissingen hierover. Met als doel een goede balans te vinden tussen werk en privé, waardoor de deelnemers zowel thuis als op het werk effectief aan de slag kunnen gaan. Zodat zij niet alleen resultaten bereiken, maar ook plezier hebben. Saskia de Roos, loopbaanadviseur bij het SSC en deelnemer aan de themadag: ‘De combinatie van werk en de zorgtaak voor de kinderen valt me wel eens zwaar. Het was zinvol om eens te kijken naar mijn eigen houding en gedrag. Ik laat de teugels nu wat meer vieren en ervaar meer energie. De themadag was voor mij dé trigger om met mijzelf aan de slag te gaan.’
24 37
2013 2 12
27
24 35
2014 1 11 32 23
Resultaten bereiken en plezier hebben 33
20-30 jaar 30-40 jaar 40-50 jaar 50-60 jaar 60+
14
Sociaal jaarverslag Deltion College 2010
Deltion College Sociaal jaarverslag organisatieontwikkeling 2010 leiderschap
‘Ik geniet van elke dag’
Teamleren biedt Deltion nieuwe kansen
Ondanks haar handicap is Hetty Waanders blij met alles wat ze kan en doet. Na een lange periode van afwezigheid door ziekte, kwam er een nieuwe kans voor haar op werkgebied.
Monica Bau Santos, Marjet Koek en Minko Nijkamp zijn docenten uit verschillende onderwijsteams. Zij volgden alle drie een masters in Pedagogiek. Voor hun laatste opdracht organiseerden zij een succesvol mini-symposium over teamleren. ‘Er zit veel kennis en know how in teams. Maar die kennis moet ook gemobiliseerd worden. Daarvoor is het teamleren een uitstekende methode.’
‘Evenwicht is voor mij heel belangrijk’, zegt Hetty. ‘Ik zoek dagelijks naar de balans tussen bezig zijn en rust houden. Mijn handicap heeft te maken met de verbinding tussen lever en darmen, een zogenaamd weeffoutje bij mijn geboorte. In 2004 heb ik een heel zware operatie ondergaan. Ik ben bijna twee jaar uit de running geweest. In die tijd werd de Taalschool opgeheven, waardoor ik als leraar Nederlands bij Educatie niet meer kon terugkeren. Dankzij Douwe de Jong ben ik terechtgekomen bij het team Handel en Ondernemen; dat was een nieuwe kans voor mij.’
Van ziekte naar herstel Hetty geniet bewust van elke dag. ‘Ik leef echt in het nu. Van nature onderneem ik graag nieuwe dingen, maar ik moet wel continu mijn grens van vermoeidheid bewaken. Naast mijn werk ga ik vaak op vakantie. Mijn kinderen studeren in het buitenland en ik zoek hen daar graag op. Mijn collega’s roepen vaak grappend: ‘Hetty is altijd op vakantie!’ Maar ook dan blijf ik zoeken naar evenwicht, dag in dag uit, waarbij ik me vooral richt op de dingen die ik wél kan.’
‘Kennis moet gemobiliseerd worden’ Monica, Marjet en Minko kwamen elkaar tegen bij hun mastersopleiding Pedagogiek Leren en Innoveren aan Windesheim. ‘Wij moesten als laatste kerntaak een publicatie- of presentatieopdracht doen’, zegt Marjet. ‘Wij wilden iets doen wat hout snijdt voor álle medewerkers van Deltion.’ Minko: ‘Er is bij Deltion veel gebeurd de afgelopen jaren. Door de herhuisvesting zijn sommige teams door elkaar gehusseld. Als je mensen bij elkaar voegt, heb je nog geen team. Daardoor dreigde deskundigheidsbevordering van teams buiten de boot te vallen.’
Liefde voor leren Het was voor de drie docenten snel duidelijk dat ze iets wilden doen rondom het thema ‘teamleren’. ‘Dat is een methode om deskundigheidsbevordering, het delen van kennis, op gang te krijgen’, zegt Marjet. ‘Daarom hebben we dit symposium opgezet, mede omdat we nogal gecharmeerd waren van het boek Liefde voor leren van Manon Ruijters van Twynstra Gudde.’ ‘Het model van Manon Ruijters is toegankelijk. Het gaat over leerlandschappen’, zegt Minko. ‘Daarmee kun je vrij gemakkelijk inzichtelijk maken hoe allerlei vormen van leren in een team verlopen. Je kunt de status quo in kaart brengen en kijken waar je moet beginnen met sturen en veranderen. Wij wilden bijdragen aan de ontwikkeling van de Deltion-organisatie door inzichtelijk te maken hoe teams in elkaar zitten en de discussie erover op gang te brengen.’
Minko, Monica en Marjet (van links naar rechts)
Overweldigende belangstelling Marjet, Minko en Monica klopten met hun idee aan bij de voorzitter van het College van Bestuur. ‘Ons idee sloot prima aan bij de ingezette koersversterking op het onderwijs. Vervolgens hebben we gekeken hoe teamleren strategisch en operationeel werkte en welke teams er belang bij hadden. De Deltion Academie/HRD vond het een goede casus om breed op te pakken’, vertelt Minko. ‘Zo kregen we support en budget.’ Marjet: ‘Manon Ruijters heeft op het symposium de inleiding verzorgd, daarna waren er workshops. Er waren negentig mensen aanwezig, een dwarsdoorsnede van Deltion-medewerkers, allemaal mensen die met de ontwikkeling van teams te maken hebben.’
En verder Met het symposium houdt de belangstelling voor teamleren niet op, want het onderwerp is definitief op de kaart gezet. Minko: ‘Het doel op lange termijn is dat mensen die bezig zijn met de ontwikkeling van teams de leerlandschappen als tool zien
waarmee ze aan de gang kunnen. Samen ontwikkelen is goed voor het onderwijs en het is duurzaam.’ Marjet: ‘En het mooie is: het model bouwt zichzelf, je hoeft niet eerst het boek te lezen om ermee te kunnen werken.’ Met hun opleiding hebben Minko, Marjet en Monica niet alleen aan hun eigen ontwikkeling gewerkt maar ook Deltion een stapje verder gebracht. Marjet: ‘Wij hebben door onze opleiding geleerd op een andere manier naar ons werk te kijken, vanuit een breder perspectief. Dus als er leuke projecten zijn in de toekomst, dan hebben wij daarvoor de kwalificaties en zijn wij daarvoor in!’
15
16
samen leven en samen werken leiderschap Sociaal jaarverslag 2010 Deltion College
samen leven en samen werken
17
visie op huisvesting
De juiste verdeling van ruimte In het voorjaar van 2004 is er een aanvang gemaakt met de planontwikkeling van de ‘Deltion-Wereld’. Vanuit de leeractiviteiten en de daarbij behorende werkplekken is destijds een berekening gemaakt van de ruimtebehoefte. Inmiddels is, door voortschrijdend inzicht en ontwikkelingen in de organisatie, de ruimtebehoefte veranderd. Sectordirecteur Michiel Bilstra vertelt over de Visie op Huisvesting.
Minder geloop door nieuwe ruimte-indeling Michiel: ‘De Deltion Campus is op 10 september 2009 officieel in gebruik genomen. Kort daarna is de indeling in clusters opgeheven en zijn de drie huidige sectoren gevormd. Hierdoor was er geen samenhang meer in de ruimteverdeling van de verschillende opleidingen over de sectoren in de campus. Techniek en Vormgeving bijvoorbeeld is oorspronkelijk gehuisvest in West. Terwijl de teams Kunst & Cultuur, podiumtechniek & AV en Interactieve Media Vormgeving -die tot dezelfde sector behoren- in Oost gehuisvest zijn. Bij groei van deze opleidingen wordt uitgeweken naar de Willaertstraat. Daardoor ontstond er een versnippering van sectoren over de panden. Studenten en medewerkers zijn veel tijd kwijt om zich te verplaatsen van het ene naar het andere gebouw. Bovendien voelt niemand zich eigenaar van de Willaertstraat met als gevolg dat het gebouw ging verslonzen.’
Vierkante meters per sector
Het vlekkenplan
De oplossing werd gezocht in een heldere ruimtetoedelingsmethode. Uitgangspunt hierbij was volgens Michiel het aantal beschikbare meters in de campus en het Bonnema-gebouw (exclusief de oudbouw). Michiel: ‘Per sector hebben we gekeken naar de aantallen studenten, de verhouding BOL en BBL, de verhouding eerstejaars (aangezien deze meer op de campus aanwezig zijn dan ouderejaars) en tweede-, derde- en vierdejaars. Ook hebben we hierbij de normen betrokken die er bestaan voor de grootte van werk- en leerplekken. Deze aspecten hebben geresulteerd in een aantal vaste vierkante meters per sector.’
Daarnaast kwam de wens vanuit het onderwijs om toch zoveel mogelijk opleidingen van een zelfde sector bij elkaar te plaatsen. Michiel: ‘Ook dat werd een belangrijk uitgangspunt in de Visie op Huisvesting. Want hierdoor ontstaat meer eigenheid en daarmee meer verantwoordelijkheid voor de leefomgeving en verkeersruimten van het eigen gebouw. Door de nieuwe indeling kunnen de onderwijsruimten meer toegespitst worden op de onderwijsvraag en het aantal loopbewegingen neemt af. Op deze wijze is het vlekkenplan ontstaan. Daarbij is natuurlijk rekening gehouden met de mogelijkheden en onmogelijkheden van het binnenklimaat. Elk jaar kijken we opnieuw naar de juiste verdeling van ruimte. Met andere woorden: we zijn op weg naar evenwicht.’
18
Sociaal jaarverslag Deltion College 2010
De vlek invullen Margon voor de Poort werkt als teamleider bij de Facilitaire Dienst. Zij is het aanspreekpunt voor de facilitaire zaken in de gebouwen Zwart, Bordeaux, Oranje, Zilver, Groen en Willaertstraat/Bonnema. Zij denkt mee over het aangepaste huisvestingsconcept.
De campus zoals die vanaf het begin was ingericht, voldoet niet altijd aan de wensen van docenten en studenten. ‘Vanuit het onderwijs kwam de roep om meer vierkante meters, andersoortige lesruimtes en meer identiteit’, vertelt Margon. ‘Er is toen een onderzoek gestart waaruit bleek dat Deltion inderdaad niet optimaal gebruik maakte van de ruimte. Daarom is er een projectgroep gestart, met vertegenwoordigers uit alle sectoren en roosterzaken, om te kijken naar een aangepast huisvestingsconcept dat voldoet aan de wensen die er zijn. De formule is aangepast aan de normen van nu.’
Nieuw evenwicht Het nieuwe concept brengt sectoren bij elkaar in een zogenaamde ‘vlek’. ‘Er wordt onderling geschoven zodat sectoren beter hun identiteit kunnen behouden terwijl er minder geloop is voor studenten en docenten.’ Margon is aanspreekpunt voor de sectoren die geherhuisvest worden in Campus West. ‘We vullen samen de vlek in’, zegt ze. ‘70% van de herhuisvesting moet met ingang van het nieuwe schooljaar gerealiseerd zijn, dus ik probeer de voortgang erin te houden. Ik heb de wensen geïnventariseerd en nu kijken we wat er gerealiseerd kan worden. Door winst te behalen op het ruimtegebruik en door te kijken waar opleidingen bij elkaar aansluiten, willen we een nieuw evenwicht bereiken.’
samen leven en samen werken
Op weg naar betere gebouwbezetting Het College van Bestuur en de medezeggenschapsraad hebben in oktober 2010 een samenhangende aanpak gekozen voor de professionalisering van het onderwijs, een verantwoorde taakbelasting van onderwijsgevenden, transparantie in de taakbelasting en de doelmatigheid van het ruimtegebruik. Zij hebben een notitie ‘knelpunten’ gemaakt die voorgelegd is aan een commissie onder leiding van sectordirecteur Cor Dijks.
Werken aan een betere ruimtespreiding Cor: ‘Er ontstond een algemeen beeld van een tekort aan lokalen. Voor de verhuizing naar de campus waren er op de eigen locaties meer mogelijkheden om te schuiven met de ruimtes of een wandje te (ver)plaatsen. Op de campus hadden we te maken met dertien roostermakers met hun eigen werkmethodieken en roosterprogramma’s. Hierdoor hadden we geen totaaloverzicht op de ruimtebenutting van de campus. De ruimten waren soms over- of juist onderbezet. De invoering van drie roosterbureaus, één per sector, was een eerste stap om te komen tot betere afstemming. Daarnaast is er een digitaal systeem ontwikkeld, waarbinnen we de geplande onderwijsactiviteiten van alle opleidingen van Deltion vastleggen. Daardoor komt er een beter overzicht en wordt een betere ruimtespreiding mogelijk. Willem Brinkman is de projectleider.’
Gebruiksvriendelijk systeem De nieuwe applicatie, ‘Deltion onderwijsplan’, is gebruiksvriendelijk en maakt gebruik van gegevens uit KRD (onderwijsadministratie), RAET (personeelsgegevens) en de roosters. Opleidingsmanagers zijn verantwoordelijk voor het tijdig aanleveren van de juiste gegevens. Bij het bewaken hiervan spelen de roostermakers een cruciale rol. De applicatie levert veel voordelen op, zegt Cor. ‘Door meer in- en overzicht kunnen we beter sturen op bijvoorbeeld een efficiëntere gebouwbezetting en zijn we op weg naar meer evenwicht.’
19
klimaat op orde In een nieuw pand duurt het altijd een jaar voordat het binnenklimaat echt op orde is. Bij een campus als die van Deltion, met veel verschillende gebouwen, veel open (les)ruimtes en een overdekte boulevard, is klimaatbeheersing een extra uitdaging. Een inventarisatie van klachten op kamerniveau leidde tot een prioriteitenlijst van zaken die aangepakt moesten worden. Medewerkers en teams werden hierbij nauw betrokken. Manager Facilitair Bedrijf Erna Daling: ‘Op een aantal werk- en lesplekken was het, ook na een jaar, toch echt te warm, te koud of te droog. In een aantal gevallen lag dit aan de installaties die niet deden wat ze moesten doen. Zo is de verwarmingsketel een keer vijf keer op een dag uitgevallen. Dat is nu verholpen.’
Beleving In andere gevallen zijn er klachten over het klimaat ondanks dat Deltion aan de wettelijke normen voldoet. Erna: ‘Klimaat is natuurlijk ook een kwestie van beleving. Maar dat maakt een klacht van een medewerker voor ons niet minder reëel of minder serieus. Daarom hebben we bijvoorbeeld planten geplaatst voor meer luchtvochtigheid en roosters voor minder koudeval. Doordat we bijvoorbeeld extra zaken als plafondplaten schoonmaken is het ook minder stoffig.’
Nieuw evenwicht Het is een illusie dat er in de toekomst nooit meer klimaatklachten zullen komen, zegt Erna. ‘Maar door deze maatregelen werken we wel aan een nieuw evenwicht. Met het herhuisvestingsplan geven we er ook meer aandacht aan dat ruimtes gebruikt worden waarvoor ze bedoeld zijn. Ook dat komt het klimaat ten goede.’
20
Sociaal jaarverslag Deltion College 2010 leiderschap
Zorg dragen voor veiligheid in en om de campus ‘De fysieke veiligheid is goed geregeld,’ zegt Hans Schuiling, hoofd Beveiliging, Veiligheid & Services. ‘Studenten geven bijvoorbeeld aan dat zij de toegangspoortjes als prettig en veilig ervaren. Maar een veilig gevoel heeft met meer dan alleen fysieke veiligheid te maken.’
In 2010 is een werkgroep Sociale Veiligheid opgericht met Hans als voorzitter om ook beleid voor sociale veiligheid te maken. ‘We hebben in mei beleid en handhavings- en sanctieprotocollen gemaakt voor de opleidingsmanagers van de onderwijsteams. Hierin staat wie wanneer welke actie onderneemt in geval van bijvoorbeeld geweld of pesten. Oog voor sociale veiligheid hebben en maatregelen om actie te kunnen ondernemen, vinden we immers belangrijk bij Deltion.’
Oog voor sociale veiligheid
Daarnaast heeft het Nederlands Jeugd Instituut in november panelgesprekken gehouden met studenten en medewerkers. Hieruit kwamen veel ervaringen en tips naar boven. Hans: ‘We willen aandacht voor sociale veiligheid in de klas, in het onderwijsmateriaal en in de gebouwen. Het is iets van ons allemaal en we hebben daar, zeker als leraren, management en ondersteuners, ieder een rol in.’
21
gezondheid en arbo
Sociaal jaarverslag Deltion College 2010
Samenleven met de buurt Hans is ook voorzitter van de werkgroep ‘Samenleven met de buurt’ waar buurtbewoners, politie, de wijkvereniging en de Gemeente Zwolle zitting in hebben. ‘Samen kijken we naar hoe we kunnen samenwerken om de wijk prettiger te maken. En welke oplossingen mogelijk zijn in geval van overlast.’
22
Sociaal jaarverslag Deltion College 2010
gezondheid en arbo
Lekker en verantwoord Er was onduidelijkheid over het schenken en gebruik van alcohol onder werktijd binnen de campus. Er bestonden verschillen tussen de invulling van het Horeca leerbedrijf en de spelregels voor de in- en externe gasten. Omdat er landelijk steeds meer aandacht komt voor alcoholgebruik en we als school een voorbeeldfunctie hebben, was er behoefte aan Alcoholbeleid. Herman Meppelink en Theo Wijtsma vertellen. Herman: ‘Onze Horecaopleiding is uitstekend in staat om fantastische drankjes zonder alcohol op een creatieve manier te serveren. Dit past ook bij de gezonde en vitale Deltion organisatie die we willen zijn. Het alcoholbeleid is ook van toepassing op de diplomering. Mensen stappen daarna toch in de auto. Op deze wijze maken we ook een statement naar onze samenleving. Als school geven we het goede voorbeeld en door het kleurrijke uiterlijk van onze gezonde sapjes straalt de feestelijkheid er vanaf.’
door sport Beter in balans Warner Hopman is huismeester van het sportcentrum van de campus. Daarnaast heeft hij neventaken op de boulevard. Zelf sport hij ook regelmatig in het fitnesscentrum.
‘Geen dag is hetzelfde in mijn werk, want ik heb met veel verschillende mensen te maken’, vertelt Warner Hopman. ‘En dan ben ik degene die alles weet. In gebouw Bruin zitten onder andere de opleidingen op sportgebied en het team SportEC dat clinics verzorgt voor studenten. In het fitnesscentrum op de begane grond kunnen medewerkers en studenten onbeperkt sporten. Daarnaast wordt de ruimte ’s avonds en op zaterdag verhuurd aan sportclubs, ook voor hen ben ik aanspreekpunt.’
Fitter Warner houdt zelf ook van sport. ‘Ik had wat moeite met de veranderingen en onzekerheden op mijn werk. Bovendien was ik wat aan de zware kant. Om die redenen ben ik zelf aan fitness gaan doen, twee keer in de week. Ook heb ik mijn voedingspatroon aangepast. Nu voel ik me veel fitter en ik ben ook nog eens 8 kilo kwijt. Sport is voor mij een gezonde verslaving. Ik krijg er meer energie van en mijn weerbaarheid is groter. Ik kan beter omgaan met tegenslagen en kan
beter loslaten. Ook werk ik aan mijn persoonlijke ontwikkeling en geestelijke balans. Ik wil masseur/coach worden, ik ben bezig mijn diploma’s te halen en zou het leuk vinden om een eigen praktijk te hebben. Daarin wil ik verder groeien.’
Evenwicht Toch is er wel gekozen voor evenwicht. Theo: ‘Na 5 uur ’s middags zijn we wel toleranter met alcohol. Onze Horecastudenten moeten per slot van rekening wel een wijnarrangement kunnen aanbieden. Bovendien hebben we in de avonduren ook meer externe klanten te bedienen en zijn er minder studenten in huis. Daarnaast bestaat er altijd de mogelijkheid om ontheffing te vragen voor bijzondere gelegenheden, zoals een jubileum.’ Het alcoholbeleid pakt goed uit in de praktijk. ‘We zijn maatschappelijk verantwoord bezig. Het team en de klanten zijn positief en er is veel ruimte voor creativiteit.’
Links Theo, rechts Herman
23
24
Sociaal jaarverslag Deltion College 2010
gezondheid en arbo
Ziekteverzuim in 2010 fors gedaald Ten opzichte van het jaar ervoor daalde het ziekteverzuimpercentage in 2010 met 10% tot gemiddeld 5,3%. Dat brengt het ziekteverzuim op het niveau van 2006. De inspanningen die zijn verricht om het verzuim te laten dalen hebben dus effect gesorteerd. Bedrijfsarts Marcel Aldenhuijsen geeft een toelichting.
sociale controle en dat is voor sommigen voelbaar. ‘In 2010 hebben we hier onderzoek naar uitgevoerd. Dat vormt de basis voor een plan om de sociale veiligheid binnen Deltion te vergroten.’
Verzuimpercentage per maand
2011 ‘In 2011 gaan we verder met het aanpakken van de klimaatproblemen op de campus en met andere plannen die een gunstige invloed moeten gaan uitoefenen op het welzijn en de gezond-
7
25
heid van de Deltion-medewerkers’, zegt Marcel Aldenhuijsen. ‘Ik verwacht dat het aanstellen van opleidingsmanagers een positieve invloed zal hebben op het ziekteverzuim, als zij zich nog meer gaan toeleggen op de aansturing van teams en op het echt luisteren naar mensen. Om hen te helpen, verzorg ik samen met HRD workshops verzuimgesprekken. Op die manier kan meer ziekte en verzuim voorkómen worden en helpen we mensen echt verder.’
5,25
3,5
‘De belangrijkste werkgebonden verzuimoorzaak in zowel 2009 als 2010 was de problematiek die samenhangt met de nieuwbouw van de campus’, zegt Marcel Aldenhuijsen. ‘Daar kunnen geen ramen meer open. In een ruimte met meer mensen leidt dat al snel tot luchtvervuiling. Met name klachten van de longen en de hogere luchtwegen werden veel gehoord, net als klachten over geïrriteerde ogen, droge mond en hoofdpijn.’ In de loop van 2010 heeft de facilitaire afdeling onderzocht waar precies welke problemen voorkomen. Vervolgens is meteen begonnen met het treffen van oplossingen voor de meest urgente problemen, zoals het aanpassen en beter inregelen van het klimaatsysteem en een ander gebruik van ruimtes waardoor de lucht minder vervuild raakt. De effecten ervan moeten nog geëvalueerd worden.’
Balans (her)vinden en houden
1,75
Martha Kats is bedrijfsmaatschappelijk werkster. Zij helpt medewerkers om op een gezonde en betrokken manier overeind te blijven terwijl er steeds meer van hen gevraagd wordt.
0 jan 2010
april 2010
juli 2010
dec 2010
Verzuim % t/m 1 jaar Verzuim % > 1 jaar Totaal Ziekteverzuim
55 - 64 jaar
Volgens de bedrijfsarts is in 2010 beter gecommuniceerd over de gebouwproblematiek. ‘De signalen zijn serieus genomen. Dat heeft veel onrust en onzekerheid weggenomen. Toch zijn we er nog niet, want nog steeds zijn er op verschillende campuslocaties medewerkers met fysieke klachten die samenhangen met het binnenklimaat. Daarom hebben we in het gebouw aan de Willaertstraat een werkplek ingericht voor mensen met ernstige luchtwegklachten. Omdat daar de ramen gewoon open kunnen, komen er bij de medewerkers minder klachten voor.’
Ziekteverzuim %
45 - 54 jaar
Betere communicatie
35 - 44 jaar 25 - 34 jaar
10
15 - 24 jaar
8
6
Oog hebben voor elkaar 4
2
Sociale onveiligheid Naast klimaatproblemen is er soms ook sprake van een gevoel van sociale onveiligheid, zo blijkt op het spreekuur van de bedrijfsarts. Door de grootte van de campus is er op sommige plekken minder
Vraagstukken die gerelateerd zijn aan het functioneren op het werk of in de privésituatie kunnen heel divers zijn. Martha: ‘Om mensen sterker te laten worden neem ik geen problemen en vragen van hen over en zoek ik ook niet voor hen naar oplossingen. Ik probeer hen juist te mobiliseren om zelf over een oplossing na te denken. Zo komen mensen in hun kracht en behouden zij hun eigen verantwoordelijkheid. Dit past bij de cultuur van Deltion.’
0 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Periode / maand 2010
Soms kunnen draagkracht en draaglast danig uit balans raken. ‘Dan moet er eerst gewerkt worden aan het hervinden van de balans voor er aan de oplossing gewerkt kan worden. Soms is de disbalans dermate groot dat mensen gaan twijfelen aan de zinvolheid van hun baan, aan hun partner
of aan andere dingen in hun dagelijks leven. Dan is het vaak goed dat er structuur is en dat het arbeidsritme in meer of mindere mate blijft bestaan. Ook is er op dat moment een leidinggevende nodig die mensen op het gebied van werk kan ontlasten, maar die wel verwacht dat zij op het werk verschijnen als dat mogelijk is. Dat vraagt veel van leidinggevenden.’ Oog hebben voor elkaar is belangrijk, zegt Martha. ‘Reik elkaar de hand, zodat er verbinding ontstaat. De organisatie kan hierin faciliteren. Zo kan er daadwerkelijk nieuw evenwicht ontstaan.’
Bellen of mailen Martha’s werkmethode bestaat uit een intakegesprek waarin zij een diagnose stelt en samen met de medewerker het te behalen doel bespreekt en de manier om daar te ko-
men. Ook kan zij doorverwijzen naar huisarts of specialist. Martha: ‘Hoe eerder mensen bij me aankloppen, hoe eerder er resultaat kan worden behaald.’ Martha is bereikbaar via
[email protected] of via 06-51833074. Elke donderdag is zij op de Plint aanwezig van 9.00 tot 14.00 uur. In overleg is een alternatief tijdstip of een andere locatie mogelijk.
26
samenstelling personeelsbestand
samenstelling personeelsbestand
leiderschap Sociaal jaarverslag Deltion College 2010
27
Leeftijdsopbouw personeel
17 33 174 411
310
15-25 jaar 25-35 jaar 399
35-45 jaar 45-55 jaar 55-64 jaar
Generaties kunnen veel van elkaar leren
65+
Een toekomstbestendig Deltion Ons personeelsbestand bestaat uit een mix van verschillende generaties. Jonge mensen treden toe tot een organisatie waarbinnen de opvattingen van een andere generatie overheersen. Corine Leusink (junior HR-adviseur) in gesprek met Patrick van Koulil (24), docent in agogische vakken bij het team SPW4.
Patrick: ‘Je merkt dat er hier drie generaties zijn: de babyboomers, generatie X en Y. Elke generatie werkt op een verschillende manier en je kunt veel van elkaar leren. Generatie Y is heel erg gewend om als team te werken en kennis te delen. Het is niet meer zo dat je als vakdocent op je eigen eiland werkt; je geeft met diverse docenten in verschillende vakken les en daardoor moet je ook meer delen met elkaar. En samen een goed onderwijsprogramma neerzetten.’
Vernieuwing Over het algemeen heeft generatie X het druk. Zij zijn van aan jezelf denken en voor jezelf zorgen. Babyboomers daarentegen nemen de tijd om te luisteren. Zij geven mij praktische tips om zaken net iets makkelijker of sneller op te lossen. Zij stralen ook meer rust uit dan generatie X die het gevoel heeft dat zij de kar moet trekken. We hebben net twee bijeenkomsten gehad met Young Deltion over generatieleren.
Wat naar voren komt is dat de generatie Y vernieuwing nodig heeft in het werk. Dat geldt ook voor mijzelf. Het aantrekken, behouden en ontwikkelen van jonge mensen is cruciaal, gezien de aanstaande pensionering van de meeste babyboomers. Hoe maken wij Deltion toekomstbestendig? Dat is waar wij, generatie Y, aan werken met Young Deltion.’
28
29
Sociaal jaarverslag Deltion College 2010
Jong en (wat) ouder vormen goede combinatie bij KMD Ton Scheerhoorn maakte in 2010 een valse start in zijn nieuwe baan als opleidingsmanager van Kunst, Media en Design. In dezelfde week waarin hij te horen kreeg dat hij een nieuwe baan had, voerde hij een slecht nieuwsgesprek met zijn arts: leverkanker, luidde de diagnose. Inmiddels gaat het weer goed met Ton en is hij geland in zijn baan. Met ondersteuning van hulptroepen, waaronder docent Nienke Laan.
‘Binnen tien dagen na de operatie zat ik weer op de hometrainer’, zegt Ton. ‘Ik moest natuurlijk thuis verder herstellen, maar er was wel contact met het team. Zo kwam ik bij hen langzaam in beeld terwijl ik bezig was mijn werk weer op te pakken. Bij KMD werk ik met een divers team van enthousiaste, betrokken mensen. Zij hebben mij goed geholpen mijn weg te vinden. Sommigen hebben mij een goed overzicht van de opleiding gegeven. Daar was Nienke ook bij.’
Drive Inmiddels is Ton volop aan het werk. ‘Werk is belangrijk voor mij en ik ben blij met deze nieuwe, uitdagende klus. Werk draagt ook bij aan mijn herstel. Ik bijt me hier vast in nieuwe dingen en ben niet met mijn ziekte bezig. Mijn ziekte heeft ook goede dingen gebracht: ik relativeer beter, ik lig nergens meer wakker van. De drive en het enthousiasme van vroeger heb ik helemaal terug. Ik ben wel ’s wat moe, maar dat kan ook de leeftijd zijn. Uit mijn team merk ik oprechte bezorgdheid om mijn welzijn. Een voorbeeld: als ik ’s avonds aan het werk ben en Nienke rijdt langs en ziet hier licht branden, dan krijg ik een sms’je van haar.’
Oud en jong Ton (61) is in leeftijd het oudste lid van het team, Nienke (28) het jongste. Toch hebben zij veel aan elkaar. ‘Ik kan steeds meer taken aan Nienke overlaten. Daarin is zij gegroeid, zij is een volwaardige gesprekspartner. Zij wil graag leren en heeft ook feeling voor het aanbrengen van structuur. Zij heeft ambitie om te managen en ik laat haar graag over mijn schouder meekijken. Het team heeft veel wisselingen gehad voor ik kwam, maar ik ben van plan dingen af te maken. Het is heel fijn om mensen te hebben die me daarbij helpen, zoals Nienke. Tegelijkertijd vind ik het belangrijk om jonge mensen een kans te geven en hen te helpen bij het ontdekken van hun talenten.’
Gezondheid Met Tons gezondheid gaat het heel goed, zegt hij. ‘Ik word elke vier maanden gecontroleerd en de komende jaren blijf ik onder controle. De eerste twee jaar zijn cruciaal. Tot nu toe zijn er geen uitzaaiingen, maar de gedachte daaraan is wel beangstigend. Ik heb echter hele goede hoop dat het goed blijft gaan.’
‘Babyboomers en generatie Y kunnen goed samenwerken’ Nienke Laan, docent bij KMD: ‘Ik heb bewondering voor de positieve manier waarop Ton met zijn ziekte omgaat. Daarnaast vind ik het heel prettig samenwerken met hem. Hij is gedreven en duidelijk in zijn communicatie. Babyboomers en generatie Y kunnen goed samenwerken, weet ik uit de theorie. Maar in de praktijk blijkt het ook. Ton heeft kinderen van mijn leeftijd, wij kunnen ons goed inleven in elkaars belevingswereld. Over zijn generatie wordt vaak gezegd dat ze uitgedoofd raken, maar daar merk ik niks van. Ik voel me ondanks mijn jonge leeftijd gewaardeerd om mijn inbreng door Ton en door het team.’
30
colofon
Sociaal jaarverslag Deltion College 2010 Overzicht driedeling introductie
Het vernieuwde introductiebeleid Het introductiebeleid was verouderd. Daarom heeft HRD in 2010 een vernieuwd introductiebeleid doorgevoerd. Elk jaar vinden nu vier algemene introductiebijeenkomsten plaats voor nieuwe medewerkers.
Organisatieniveau Introductiebijeenkomst: kennismaking met College van Bestuur, evaluatie over “wat ging goed en wat kan beter” in eerste werkperiode in een gesprek met de sector-/dienstdirecteuren. Meer bekend raken met de campus door een rondleiding.
Sectorniveau Kennismaking met sectordirectie c.q. dienstdirecteur: bekend raken met opdracht van de sector/dienst, de organisatieinrichting, kenmerken van de werkwijze, huisregels, etc.
De weg vinden binnen Deltion Teamniveau
Erna Terwisscha van Scheltinga (HR adviseur): ‘Tijdens deze bijeenkomsten heet een lid van het College van Bestuur de mensen welkom. Zij gaan daarna in gesprek met een sector- en/of dienstdirecteur en krijgen een rondleiding. Er ontstaat op deze manier meer evenwicht tussen wat wij nieuwe medewerkers willen vertellen over Deltion en wat nieuwe medewerkers willen vertellen over hun eerste ervaringen binnen Deltion. Een win-win situatie dus.’
Thuisraken in het team en het werk, begeleiding op de werkplek door toegewezen mentor, bekend raken met inrichting van het gebouw, werkwijze van het team, de weg leren vinden op de portal, etc.
Instroom / uitstroom
Actief vernieuwd introductieprogramma Remco Liefers (werkzaam bij het SSC): ‘Ik heb dat tijdens de algemene introductiebijeenkomst ook echt ervaren. Ik kreeg het idee dat er actief werd geluisterd en dat er ook wat mee wordt gedaan. Dit geldt ook voor mijn introductie binnen het team. Ik kon zaken waar ik tegenaan liep daadwerkelijk aangeven bij mijn leidinggevende. Op deze manier kan ik mijn eigen evenwicht zoeken.’ Erna: ‘Dat is ook wat wij willen bereiken met dit vernieuwde introductiebeleid. Nieuwe medewerkers een actiever introductieprogramma aanbieden, waarbij zij zelf mede-eigenaar zijn van hun eigen introductietraject. Andere instrumenten die wij hiervoor nog aan het ontwikkelen zijn, zijn onder andere een routekaart en een vernieuwde checklist. Al deze zaken bij elkaar ondersteunen nieuwe medewerkers in het vinden van hun weg binnen Deltion.’
Instroom
40
30
20
10
Dit Sociaal Jaarverslag is een uitgave van het Deltion College, Human Resource Development.
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
grafisch ontwerp: Annemarie Zijl Teksten: Anna Margreet Aberson, Marcel Aldenhuijsen, Caroline Klootwijk, Corine Leusink, Monique Mijsbergh, Marije van Moerkerk, Jolanda van Rosmalen Eindredactie: Lydia Lijkendijk Fotografie: Margreet Vloon Drukwerk: Allprint
-10
-20
-30
-40
Uitstroom
Mei 2011