Op weg naar een nieuw sociaal domein Beleidskader voor de transitie van het sociaal domein in Waterland Gemeente Waterland, november 2013
1.
Inleiding
Op 2 oktober jl. spraken wij tijdens een interactieve raadsbijeenkomst met u over de uitgangspunten voor de transitie in het sociaal domein. Na de raadsbijeenkomst hebben de Wmoraad en het cliëntenplatform zich ook uitgesproken over de uitgangspunten. Alle opmerkingen, suggesties en aandachtspunten kunt u nalezen in de bijlagen 1 en 2. Opvallend is dat veel van uw vragen en opmerkingen over de concrete invulling en uitvoering gaan. Met deze notitie willen wij de uitgangspunten (het kader) voor de transitie in het sociaal domein vastleggen. Binnen deze kaders geven wij de transitie verder vorm. De concrete uitwerking van de uitgangspunten volgt later. Daarbij nemen wij uw aandachtspunten en suggesties mee. 1
Op weg naar...
Deze notitie heeft de functie van een beleidskader. Niet voor niets bevat de titel de woorden 'Op weg naar'. De transitie in het sociaal domein is feitelijk een transformatie. Een grote verandering, een omvorming van het huidige naar iets nieuws. Met de transitie verandert er veel: de manier waarop de overheid zichzelf organiseert en presenteert, de manier waarop inwoners zich tot elkaar en tot de overheid verhouden en de manier waarop de ondersteuning aan mensen in een kwetsbare positie vorm krijgt. Met dit beleidskader worden de lijnen getekend en geaccentueerd. De verdere uitwerking en inkleuring is een proces van jaren. Het is aan de gemeenteraad om het beleidskader vast te stellen, zodat het college binnen dit kader de verdere uitvoering ter hand kan nemen.
2.
Uitgangspunten
De taken die op ons afkomen zijn qua omvang enorm maar bieden ook kansen. De taken op het gebied van zorg, participatie en jeugd worden naar de gemeenten overgeheveld omdat de gemeenten dichtbij hun inwoners staan. En dat is precies waar de kracht van onze gemeente ligt. Wij kennen onze inwoners, hebben korte lijnen met belangrijke partners en zijn in staat signalen op te pakken en oplossingen te bieden samen met deze partners. De titel van deze notitie kan de indruk wekken dat wij in Waterland helemaal opnieuw beginnen. Dat is niet het geval. Wij bouwen voort op huidig beleid. Voor een deel zijn de kaders voor de transitie al geformuleerd in het Wmo-beleidsplan 2013¬ 2017 . Wij gaan in het Wmo-beleidsplan uit van de Waterlander die zelf de regie voert over zijn leven en een gemeente die dit stimuleert. Wij hanteren daarbij vijf uitgangspunten die leidend zijn: " Eigen kracht versterken " Kwetsbare groepen krijgen prioriteit " Meedenken in plaats van overnemen " Participatie " Integraal beleid 2
In bijlage 3 vindt u een uitwerking van bovenstaande uitgangspunten. Wij trekken deze uitgangspunten door naar de transitie in het sociaal domein. Naast deze kaders uit het Wmobeleidsplan hebben wij uitgangspunten benoemd voor de invulling en uitvoering van de transities in het Waterlandse sociaal domein. Deze punten zijn gebaseerd op landelijke uitgangspunten, gesprekken met instellingen en cliëntenorganisaties en zijn besproken met leden van de gemeenteraad, de Wmo-raad en het cliëntenplatform.
1 2
Het cliëntenplatform Wet Werk en Bijstand (WWB) Het Wmo-beleidsplan 'Waterland voor Elkaar' is in december 2012 door de gemeenteraad vastgesteld.
2
A.
PREVENTIE
" Wij investeren in preventie: voorkomen is beter dan genezen. Om het ontstaan of verergeren van problemen zoveel mogelijk tegen te gaan onderscheiden wij de volgende vormen van preventie: *
*
*
B.
Informatie en advies Wij informeren en adviseren onze inwoners via de loketten van de gemeente, via het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG), algemeen maatschappelijk werk, mantelzorgondersteuning en anderen. Vroegsignalering Als wij signalen ontvangen dat er iets niet goed gaat met een inwoner, dan stappen wij er op af. Wij krijgen deze signalen van partners waar wij intensief mee samenwerken. Door snel ingrijpen kunnen mensen een steuntje in de rug krijgen van mensen om hen heen of professionals, waarna ze op eigen kracht verder kunnen. Wij investeren in onze relatie met de partners in het veld (bijvoorbeeld: consultatiebureau, schoolmaatschappelijk werk en de huisartsen). Algemene voorzieningen Wij stimuleren activiteiten die gezondheid, welzijn, participatie, sociale samenhang en leefbaarheid versterken. Wij streven naar een divers aanbod van algemene voorzieningen in onze gemeente. Het gaat om voorzieningen als open eettafels, sociaal cultureel werk en de activiteiten van WonenPlus. TOEGANG
Toegang kan worden omschreven als de toeleiding van mensen met een ondersteuningsvraag naar de juiste oplossing of het aanwezige aanbod. De toegang is een belangrijk sturingsinstrument om goede (waar nodig integrale) en betaalbare ondersteuning te regelen. " De Kanteling Het (keukentafel)gesprek is het startpunt voor de ondersteuning. Wij gaan uit van de eigen kracht van cliënten. Wij kijken eerst naar de eigen mogelijkheden van een persoon, de mogelijkheden van zijn netwerk en vervolgens naar de beschikbare algemene voorzieningen. Als dat niet voldoende is om het probleem op te lossen zetten we individuele voorzieningen in. Tijdens het gesprek gaan we uit van een integrale afweging (alle levensgebieden, hele gezinssituatie), eigen oplossingen centraal, oplossingen in het sociale netwerk zijn onderzocht, gericht op 'wat er nodig is'. " Laagdrempelig Inwoners weten zelf de weg naar de ondersteuning te vinden. De inwoners weten waar ze moeten zijn, weten waar ze informatie kunnen vinden en er is goede onderlinge doorverwijzing binnen het netwerk van professionals in de gemeente. Dit leidt tot minder administratieve lasten van zowel bewoners als de gemeente. C.
ZORGCOÖRDINATIE
" Het gezin staat centraal: één gezin, één plan, één regisseur. Om de hulpverlening effectiever te maken en om het voor gezinnen gemakkelijker te maken gaan wij uit van 'één gezin, één plan': zorgen dat samenhangend afgesproken wordt wat er moet gebeuren en wie, wat, wanneer doet voor het gezin. Deze werkwijze duiden wij aan als 'coördinatie van zorg'. Daarbij maken wij gebruik van de expertise van de partners in het veld. "
De gemeente is verantwoordelijk voor de coördinatie van de zorg bij meervoudige problematiek.
3
Wij bewaken dat de afgesproken hulp geboden wordt en dat de afgesproken acties daadwerkelijk uitgevoerd zijn. Wij dragen de eindverantwoordelijkheid en zorgen dat het gezin niet tussen de wal en het schip raakt. Bij enkelvoudige problemen coördineren wij alleen de zorg als de situatie daarom vraagt. D.
AANBOD
" Lokaal waar dat kan en regionaal waar het voordeel heeft. Onze inzet is dat voorzieningen zoveel mogelijk lokaal beschikbaar zijn. Waar dat niet kan maken wij regionaal afspraken of kopen we (boven)regionaal voorzieningen in. Wij vinden het belangrijk dat voorzieningen goed bereikbaar zijn waardoor er geen (fysieke) drempel is voor cliënten om er gebruik van te maken. E.
FINANCIËN
" De zorg staat voorop en is leidend. Wij willen daarbij geen last hebben van schotten in de financiering. Zo kunnen de budgetten maximaal voor de cliënt benut worden. "
De middelen van het Rijk voor de decentralisaties worden ingezet voor de decentralisaties. Vooralsnog vindt financiering vanuit het Rijk plaats via decentralisatie-uitkeringen. In de periode 2014-2015 claimen wij alle financiële middelen die vanuit het Rijk voor de voorbereiding van de decentralisaties aan de gemeente worden toegekend. Vanuit het Rijk komt er vanaf 2015 een zogenaamd 'Deelfonds sociaal domein'. Dit deelfonds bevat geoormerkte middelen en bestaat uit één ontschot budget voor alle drie de decentralisaties. De middelen mogen niet besteed worden aan andere doeleinden. Het is nog onduidelijk of onderdelen binnen het gemeentefonds, zoals bijvoorbeeld de huidige Wmo-middelen, ook worden toegevoegd aan het fonds. "
Wij brengen de financiële risico's in beeld en zoeken naar oplossingen om de risico's te beheersen. De overheveling van de taken gaat gepaard met een bezuinigingstaakstelling. We moeten meer doen met minder geld. Bovendien zijn alle taken openeinde regelingen. Dat betekent dat wij ondersteuning moeten verzorgen als daar vraag naar is. Het is daarom belangrijk om de risico's te beheersen.
3.
Vervolgproces
De uitgangspunten in deze notitie vormen het kader voor de verdere invulling en uitvoering van de drie decentralisaties. Binnen deze kaders geven wij de transitie van het sociaal domein vorm. Wij informeren u elk kwartaal over de voortgang van de transitie. In onderstaand schema vindt u een globaal overzicht van de (beleids)documenten die u in 2014 (het overgangsjaar) van ons mag verwachten. Het schema is niet statisch en daarom aan verandering onderhevig.
4
Onderdelen transitie sociaal domein 2014 Documenten Sociaal domein (3D's) Regionale samenwerking Voortgangsrapportage transitie sociaal domein Risicoanalyse Informatievoorziening (ICT)
ABWZ Beleidsplan
Omschrijving
Status document
Planning
Juridische vorm voor regionale samenwerking in een Regeling zonder meer. Stand van zaken voortgang transitie sociaal domein (AWBZ/WMO, Participatie en Jeugd). Onderdeel van de beleidsplannen van de drie decentralisaties De informatievoorziening is een randvoorwaarde om integraal te kunnen werken en daarvoor de juiste verantwoordings- en sturingsinformatie te verkrijgen.
Toetsend
Januari 2014
Informerend
Elk kwartaal
Besluitvormend: bij vaststellen beleidsplannen
1 kwartaal 2014
Informerend: het college maakt de keuze voor de gewenste informatievoorziening.
2 kwartaal 2014
Aanvulling op het huidige Wmo-beleidsplan: - nieuwe taken vanuit AWBZ - bezuiniging op hulp bij het huishouden - wijziging WTCG We stellen een Verordening op waarin we de aanspraak op individuele Wmo-voorzieningen vastleggen. De nadere uitwerking van de Verordening Wmo leggen wij vast in Uitvoeringsregelingen.
Besluitvormend: vaststellen beleidsplan
1 kwartaal 2014
Besluitvormend
3 / 4 kwartaal 2014
Informerend
3 / 4 kwartaal 2014
In het beleidsplan is in ieder geval aandacht voor de nieuwe doelgroepen. De wettekst van de Participatiewet is nog niet vrij gegeven. Het is daarom niet bekend welke verordeningen en uitvoeringsregelingen er concreet gemaakt moeten worden.
Besluitvormend
2 kwartaal 2014
Besluitvormend
4 kwartaal 2014
e
e
e
3
Verordening Wmo
4
Uitvoeringsregelingen Wmo Participatiewet Beleidsplan Verordeningen en uitvoeringsregelingen
3 4
WTCG: Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten. Wij onderzoeken de mogelijkheden om één verordening vast te laten stellen voor deze twee beleidsterreinen.
e
e
e
e
e
e
Kwartaalrapportage transitie Baanstede
Beschrijving van de stand van zaken met betrekking tot de voortgang van de transitie sociale werkvoorziening Zaanstreek-Waterland (Baanstede)
Informerend
Elk kwartaal
Beleidsplan jeugdhulp
De gemeenteraad stelt periodiek een beleidsplan vast dat richting geeft aan de door de gemeenteraad en het college te nemen beslissingen betreffende preventie en jeugdhulp, de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering. Wij stellen één of meerdere verordening(en) op waarin wij onze keuzes ten aanzien van de volgende thema's opnemen: - beslissen over gespecialiseerde zorg - toegang - kwaliteit - inspraak - PGB: persoonsgebonden budget - inkoop en sturing - vertrouwenspersoon - eigen bijdrage (ouderbijdrage) De concept jeugdwet beschrijft de volgende producten: - samenwerking op passende schaal - bovenlokale afspraken gereed
Besluitvormend
1 kwartaal 2014
Besluitvormend
2 kwartaal 2014
Informerend
2 kwartaal 2014
Verordening(en) jeugdhulp
3
Uitvoeringsregeling jeugdhulp
e
e
e
6
Bijlage 1.
Verslag raadsbijeenkomst 2 oktober 2013
Weergave van de informatieve bijeenkomst voor (duo)raadsleden d.d. 2 oktober 2013 over de transities in het sociaal domein. Aanwezig: (duo)raadsleden: Danita de Baat, Gabrielle Bekhuis, Henk van Berkum, Dorothy Borghardt, Gaby Breuer, Laura Bromet, Brigitte Buis, Yvonne Gras, Jacob Kes, Peter Klingen, Marga Koster, Simone Kröner, Petra van Lint, Ton van Nieuwkerk, Rob Schröder, Simon Verbeek, Astrid van de Wijenberg, Jaap Zondervan Overige aanwezigen: Rik van Beijma, Erich Dijk, Patricia de Haan, Lindy Pos, Bert Schalkwijk, Anke van Veen, Linda van Veen, Danielle van Vuure, Luzette Wagenaar. Na een korte opening door wethouder Schalkwijk licht "dagvoorzitter" Rik van Beijma het programma van de avond toe. Daarna wordt een korte film getoond. Vervolgens worden de (duo)raadsleden uitgenodigd om de uitgangspunten voor de decentralisaties in het sociale domein te bekijken en daarbij met behulp van groene stickers aan te geven met welke uitgangspunten zij het volledig eens zijn, met gele post-its vragen te noteren over de uitgangspunten en aan de hand van roze post-its onderwerpen onder de aandacht te brengen die om extra aandacht vragen. Na deze ronde vindt een plenaire terugkoppeling plaats. De belangrijkste vragen/aandachtspunten worden hieronder per uitgangspunt weergegeven. A: Preventie 1. Waterland investeert in preventie: voorkomen is beter dan genezen 4 groene stickers. Vragen: » Hoe weten we of het beleid effectief is? » Hoe wordt dit vormgegeven? » Wie gaat dit doen? »
Wordt de omgeving van de cliënt daarin betrokken?
Extra aandacht: » » » »
Hoe voorkom je dat iemand oud wordt? Zoek partners. Hoe signaleer je? Helpt preventie als je met vaste partners werkt die toeleveren zoals huisartsen of het CJG? Overige aandachtspunten/vragen: » Weten we hoe het nu is? Weten we hoeveel mensen welke zorg nu krijgen? Hoeveel multiprobleem gezinnen? Wat is de zorgzwaarte? » Is er een 0-meting gedaan? » Wat gebeurt er als je niets zou doen aan preventie, neemt de zorgzwaarte dan toe? » Wie zitten er in de eerste lijn? » Op welke manier willen we gaan samenwerken met bijv. wijkteams of met buurtregisseurs? » Het is van groot belang dat er goed gecommuniceerd wordt. Bij veel mensen is (nu) niet bekend wat er wel/niet (mogelijk) is en ook hoe je dan een beroep kunt doen op deze zorg. 2.
Binnen preventie leggen wij de nadruk op de ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers 2 groene stickers.
Vragen: » Waarop is de verwachting gebaseerd dat het aantal mantelzorgers zal toenemen? Antw.: omdat er meer zorgvragers komen neemt het beroep op mantelzorgers toe. Extra aandacht: » Zijn er wel voldoende mantelzorgers? » Veel mantelzorgers weten (nog) niet eens dat zij mantelzorger zijn, hoe gaan wij hen dan ondersteunen? » Waar houdt het stimuleren van mantelzorgers op want het moet geen dwang worden? » Het plaatsingsbeleid van zorgcentra zou onder de loep genomen moeten worden, in de praktijk blijkt dat er voor inwoners uit de gemeente Waterland vaak geen plek is in Swaensborch. Dat heeft ook gevolgen voor de mantelzorg. » Lopen we niet tegen de muur aan dat je niet meer van mantelzorgers kunt vragen (overbelasting van mantelzorgers)? Is het ook wel voldoende? » We moeten voorkomen dat mantelzorgers wegtrekken van de zorgvrager omdat de gemeente zoveel van hen vraagt. Overige aandachtspunten/vragen: »
Het aantal vrijwilligers is al bijna op. Men doet al wat.
B: Toegang 3. Het gezin staat centraal: één gezin, één plan, één regisseur 8 groene stickers. Vragen: » Wie moet de regisseur zijn, bijv. in de situatie van een multiprobleem gezin met misschien wel acht hulpverleners? Wie bepaalt dat? Het lijkt het beste als de gemeente dan indien nodig het laatste woord heeft. » Wat is de rol van de gemeente? » Hoe wordt flexibiliteit in het proces gewaarborgd? » Wat als de regisseur niet bij het gezin past? Extra aandacht: » Het is een flexibel proces. Overige aandachtspunten/vragen: » Wat wordt onder één gezin verstaan? 4. Laagdrempelig 6 groene stickers. Vragen: » Wie wordt bedoeld met "wij"? Antw.: je kijkt waar het probleem het meest over lijkt te gaan. Als het een andere hulpverlener moet zijn dan draag je de casus over. » Vraagt dit niet om een coördinator? Extra aandacht: » Hoe zit het met de bureaucratie. Wordt die minder? Let daarop. » Wie heeft de regie en ook de doorzettingsmacht? » Wie bepaalt of de juiste hulpverlener wordt ingeschakeld? » Wie zegt dat wij dat kunnen bepalen wie de juiste hulpverlener is?
8
5.
Kanteling: van vangnet naar springplank 5 groene stickers. Vragen: » Komt er niet teveel druk op de omgeving van de cliënt waardoor mensen afstand nemen van de cliënt. »
Heeft de Wmo twee petten op? Namelijk financiering en indicatie.
Extra aandacht: » » » » » » »
Hoe gaat de indicatie? Antw.: bij de Wmo door de consulenten. Bij de jeugdzorg nu verschillend. De bedoeling is om dat bij de jeugd op eenzelfde manier te gaan doen. De indicatiestelling blijft belangrijk. Eigen kracht van personen gaat heel erg op en neer. Hoe gaan we daarmee om? Werkt dit niet vertragend en vergroot het niet de bureaucratie? Wat doen we met de zorgmijders? Wat doen we met personen die geen inzicht in hun ziekte hebben? Je kunt het oplossen van problemen niet alleen overlaten aan het eigen netwerk van de cliënt, maar zult altijd uit moeten gaan van het netwerk plus de algemene voorzieningen.
Overige aandachtspunten/vragen: » De gemeente moet in gesprek gaan met aanbieders over de wijze waarop zij aangestuurd willen worden. C: Aanbod 6. Werk is de norm 10 groene stickers. Vragen: »
Gaat het niet om werk òf participatie?
Extra aandacht: » » »
Moet de drijfveer niet zijn: betrokken in de samenleving? Vrijwilligerswerk kan ook een optie zijn. Gaan we dan richting passend werk? Wat iemand ook zelf wil?
Overige aandachtspunten/vragen: » Ga uit van de participatieladder. Werk is daarbij niet heilig. » N.a.v. de avond die in het Weeshuis heeft plaatsgevonden is gebleken dat mensen met een verstandelijke beperking ook graag beloond willen worden voor het werk dat zij doen. Dat hoeft geen salaris te zijn. Waardering is erg belangrijk. 7. Vraaggericht: de cliënt staat centraal 8 groene stickers. Extra aandacht: » Wat als de cliënt geen hulp vraagt? » Dit is een open deur en een dooddoener. Overige aandachtspunten/vragen: » Wordt er niet teveel vanuit gegaan dat de cliënt weet wat hij nodig heeft, maar kan die dat wel aangeven? » Het gaat om het onderzoeken van de vraag achter de vraag. » Is er over nagedacht hoe vaak gesprekken met (Wmo)cliënten plaatsvinden.
9
8. Integraal: regie door één persoon 7 groene stickers. Vragen: » Wie bepaalt wie de regie voert? » Heeft de cliënt de keuze in die ene hulpverlener? » Klinkt mooi in theorie, maar is het praktisch wel uitvoerbaar in onze 24 uurs economie gedurende zeven dagen per week? Extra aandacht: » Geen eindeloos vergadercircuit tussen alle zorgverleners. » Hoe vindt de regie plaats in de 24-uurs economie, met parttimers en vakanties van medewerkers? Daarvoor moet achtervang geregeld worden. » Waar blijft de coördinator? Overige aandachtspunten/vragen: » Die ene coördinator moet dus fysiek niet ook één persoon zijn. 9.
Lokaal waar dat kan en regionaal waar het voordeel heeft 12 groene stickers. Vragen: » Wie bepaalt of het lokaal kan? » Vindt de samenwerking in de regio plaats via een Gemeenschappelijke Regeling? Overige aandachtspunten/vragen: » Hoe bepaal je wat de gemeente niet zelf kan? » Wat wordt er zoal regionaal gedaan? Antw.: de beleidsvoorbereiding en de inkoop worden regionaal op elkaar afgestemd.
10. Algemene voorzieningen voor individuele voorzieningen 4 groene stickers. Vragen: » Als geld van het Rijk leidend is en er 150/0 bezuinigd wordt op het budget, hoe divers kunnen algemene voorzieningen dan zijn? » Is het mogelijk om zelfbeschikkingsrecht te realiseren in onze gemeente? Extra aandacht: » Let wel op mogelijke vertragingen hierdoor. » Staat ieder een eigen weg hier niet haaks op? Overige aandachtspunten/vragen: » Kan Waterland wel zorgen voor algemene voorzieningen in alle kernen? Kunnen we dat wel betalen? » De inzet is prima maar kijk wel wat reëel is.
10
D: Financiën 11. De financieringsstromen vanuit het Rijk zijn leidend 3 groene stickers. Vragen: » En wat als het budget op is? » Hoe ga je om met ontschotting bij een open einde regeling? » Hoe ga ik als raadslid sturen? Denk daarbij aan de participatieladder van zelfredzaam naar 1 lijn, en uiteindelijk de 2 lijn. e
e
Extra aandacht: » Zorg moet voorop staan, moet leidend zijn en niet het geld. »
Er is wettelijk een open einde regeling dit vraagt om aandacht voor risicobeheersing.
Overige aandachtspunten/vragen: » Gemeente moet kunnen sturen op geld en kwaliteit. Hoe gaan we dat doen? » Sturen kan niet op de individuele gevallen. » Er moet zicht komen op de trend in de uitgaven. » Sober maar doelmatig. 12. Financieringsstructuur volgt de inhoud, wij benutten alle wettelijke mogelijkheden 11 groene stickers. Extra aandacht: » Wanneer vindt de ontschotting plaats? Overige aandachtspunten/vragen: » Wat houdt de ontschotting precies in? » Het liefst één budget voor alles en dan ervaring daarmee gaan opdoen. Overige vragen/opmerkingen n.a.v. de notitie: » Gaan we werken met één lokale accounthouder? » Op welke wijze wordt het gesprek met het veld aangegaan waar de deskundigen zitten? » Als je gaat sturen op contracten en kwaliteit en geld, ga dan in gesprek met aanbieders over wat zij van ons verwachten. Conclusies: ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^
Preventie is een moeilijk onderwerp. Krijg geen overspannen verwachtingen van preventie. Bij één gezin één regisseur. Hoe ga je vraaggericht te werk? Integraal aanbod door één persoon: hoe gaat dat gedurende 24 uur per dag en 7 dagen per week? Er moet een financiële risicoanalyse komen. Geen schotten tussen de budgetten, eerst ervaring opdoen.
11
Bijlage 2.
Reactie Wmo-raad
De reacties van Wmo-raadsleden op uitgangspunten transities in het sociale domein. A: Preventie 13. Waterland investeert in preventie: voorkomen is beter dan genezen 7 keer ja Vragen: » Op welke wijze doe je dat? Door een meldpunt in te stellen? » Preventie is te algemeen. Extra aandacht: » Gebruik verschillende bronnen om mensen die zich niet melden te bereiken. » Denk aan de diverse vormen van preventie. » Zet bemoeizorg in bij zorgmijders. » Bundel de signalering (samenwerking in signaleren). » Samenwerking tussen instanties. » GGZ. » Jeugd en bewegen d.m.v. sporten zoals zwemmen. 14. Binnen preventie leggen wij de nadruk op de ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers 2 keer ja, 1 keer deels en 1 keer nee Vragen: » Mantelzorgers en vrijwilligers komen vaak in beeld als het leed al daar is. » Er staat te weinig in over vrijwilligers. » Hoe dan? Extra aandacht: » Leg de nadruk op goed onderwijs en vrije tijdsbesteding. » De gemeente moet aandacht hebben voor onderlinge ondersteuning van mantelzorgers, de gemeente hoeft niet alles zelf te doen. » Signalering. » Denk niet alleen aan bezuinigingen. Zorg dat de vacaturebank dynamisch werkt. » Het registeren van mantelzorgers. B: Toegang 15. Het gezin staat centraal: één gezin, één plan, één regisseur 4 ja, 1 nee Vragen: » Is deze regisseur continu bereikbaar? Hoe vaak? » Het is heel moeilijk te organiseren wegens werktijden. » Zijn de verwachtingen niet te hoog? Extra aandacht: » Formuleer dit anders want je schept als gemeente veel te hoge verwachtingen die je echt niet waar kunt maken. » Integraal trajectplan uitstekend en getoetst worden.
12
16. Laagdrempelig 5 ja Vragen: » Wie coördineert? » De verschillende kanalen verplichten om te melden bij de gemeente. Extra aandacht: « Warme overdracht. « Niet wachten tot het mis ga-at. « Signaleer ook als mensen niet naar het loket komen. » Coördinatie en coach. » Rol huisarts benadrukken. » Gezamenlijke rol in signalering; korte lijnen en niet afwachten. 17. Kanteling: van vangnet naar springplank 4 ja en 1 ja, maar niet altijd en 1 ja, maar voorzichtig hanteren Vragen: « Is iedereen daarop voorbereid. « Is er dan geen vangnet meer? Extra aandacht: » Goede loketambtenaren zijn nodig die zich laten inpakken. » Pas op voor druk op consulenten door eisers. » Niet om de zorg te sturen als maatjesprojecten om consulenten te ontlasten. » Voorlichting. C: Aanbod 18. Werk is de norm 4 ja, 1 nee en 1 vindt dat dit anders geformuleerd moet worden Vragen: » Het gaat toch om de cliënten? » Is dit de participatieladder? Extra aandacht: » Welzijn van de cliënt is de norm. « Denk goed om de begeleiding. « Let goed op de signalen van de cliënt, overvraging leidt vaak tot lichamelijke of psychische klachten. 19. Vraaggericht: de cliënt staat centraal beter uitleggen wat wij bedoelen met vraaggericht. 3 ja Vragen: » Geen vragen. Extra aandacht: « Pas op voor overvraging. « Pas op voor werkdruk en stress.
13
20. Integraal: regie door één persoon 3 ja Vragen: » Wat doet de gemeente ter ondersteuning van de hulpverlener? » Hoe kan je diegene ondersteunen als iemand zich niet aan de afspraken houdt? » Eén persoon is autonoom. Hoe controleer je die? » Wat is de rol van de huisarts? » Als je niet meewerkt, wat dan? Extra aandacht: » Maak samen met de cliënt regels en afspraken en stel prioriteiten in de zorgverlening. » Regels goed en begrijpelijk bespreken met cliënt. » Wie controleert de hulpverlener? » Kwaliteitsbewaking. » Regievoering. » Ondersteun de huisarts en praktijkondersteuners. » Controle. » Als meerdere organisaties iets doen stel dan in overleg een regisseur aan. 21. Lokaal waar dat kan en regionaal waar het voordeel heeft 3 ja en 1 ja, maar wel een aanbod dat passend is, ook als is het verder weg. Vragen: » Keuzevrijheid? » Hoe zit het met raamcontracten? » Wat doe je als er wachtlijsten ontstaan? Overige aandachtspunten/vragen: » Een goede klachtenregeling: je kunt tenslotte inkopen bij een slechte aanbieder. » Wachtlijsten. » Pgb's. » Overleg. » Let op vervoer, vaak is vervoer alleen voor sociale voorzieningen en niet voor bijv. bezoek aan de psychiater. » Vervoer: indicatie alleen voor sociale contacten? » Hoe maak je een plan om wachtlijsten te voorkomen? 22. Algemene voorzieningen voor individuele voorzieningen 4 ja en 1 ja, maar wel noodzakelijke individuele hulp bieden. Vragen: »
Geen vragen.
Extra aandacht: »
Let op afstand, bijv. rolstoel lenen eerst met de auto?
D: Financiën 23. De financieringsstromen vanuit het Rijk zijn leidend 4 ja
14
Vragen: « Zijn reserveringen mogelijk? »
Wie springt er bij als er een tekort is? Is dat het Rijk?
Extra aandacht: » Pas op voor open einderegeling. 24. Financieringsstructuur volgt de inhoud, wij benutten alle wettelijke mogelijkheden 3 ja. Vragen: »
Geen vragen.
Extra aandacht: » «
Wacht op gemeenteraadsverkiezingen. De zorg.
15
Bijlage 3. Uitgangspunten Wmo-beleidsplan/transitie sociaal domein De uitgangspunten van ons Wmo-beleid zijn leidend voor de transities in het sociaal domein. Eigen kracht versterken Wij gaan uit van de eigen verantwoordelijkheid en kracht van de burger. Elke burger neemt, naar vermogen zijn verantwoordelijkheid voor het eigen welzijn en dat van zijn naasten. De mogelijkheden van mensen staan centraal, niet hun beperkingen. Kwetsbare groepen krijgen prioriteit De voorzieningen zijn er voor mensen die (tijdelijk) niet (meer) voor zichzelf kunnen zorgen of daarbij ondersteuning nodig hebben. De reikwijdte van de eigen verantwoordelijkheid is voor iedereen verschillend. Mensen die zorg, voorzieningen of andere vormen van ondersteuning nodig hebben, kunnen daarop rekenen. Meedenken in plaats van overnemen De dienstverlening is vraaggericht (in plaats van aanbodgericht). Een oplossing op maat, rekening houdend met de specifieke vraag en situatie van de cliënt staat centraal. Meer dan voorheen worden de eigen mogelijkheden van de cliënt betrokken, zowel binnen het eigen sociale netwerk als op financieel gebied. Wij denken met burgers mee in plaats van het probleem direct voor hen op te lossen. Dit betekent een omslag in het werken en denken van ons als gemeente, maar deze omslag vragen we ook van de professionals. Zij zullen meer dan nu vraaggericht moeten gaan werken. Het gaat om vroegtijdig en preventief ingrijpen, maar veel belangrijker is het voorop stellen van de eigen kracht van burgers en de sociale netwerken. Participatie Meedoen, ongeacht eventuele beperkingen is de kern. Wij stimuleren de participatiemogelijkheden van alle inwoners van Waterland. Dit kan zijn door het verrichten van betaalde arbeid (zo nodig met begeleiding) maar ook door hen maatschappelijk actief te laten zijn door het bieden van mantelzorg of het doen van vrijwilligerswerk. Integraal Het Wmo-beleid en de transities in het sociaal domein hebben raakvlakken met verschillende beleidsterreinen. Zowel bij het opstellen van het beleid als bij de uitvoering van het beleid betrekken wij alle relevante beleidsterreinen.
16