Op weg naar sociaal burgerschap Meerjarenbeleidsplan 2013-2016
Ons streven: iedereen doet mee De wereld staat nooit stil. Meer dan ooit is onze wereld aan het veranderen. Grote transities binnen de AWBZ, Jeugdzorg en de wet Werken naar Vermogen liggen nog op de tekentafel maar zullen onze samenleving ingrijpend veranderen. Voor de kwetsbare burger wordt het nog lastiger om mee te doen. Koers kiezen Vivaan weet dat voor een krachtige wereld participatie van alle burgers nodig is. In deze veranderende wereld moet Vivaan een juiste koers kiezen om alle burgers binnenboord te houden. De noodzaak voor verandering binnen Vivaan wordt gevoeld door medewerkers, vrijwilligers en andere stakeholders. Inspirerende reis Al twee jaar is Vivaan in deze wereld op ontdekkingsreis en dat heeft nieuwe vergezichten opgeleverd. We hebben verschillende ankerplaatsen aangedaan, nieuwe partners ontmoet, creatieve momenten meegemaakt en onverwachte avonturen beleefd. Een spannende en inspirerende reis. En het mooiste ligt nog vóór ons.
“De vergezichten moedigen ons aan onze horizon te verleggen” Aan boord Met dit Meerjarenbeleidsplan nemen wij u mee op deze ontdekkingsreis. U maakt kennis met onze positiebepaling, de routeverkenningen en onze koers naar de toekomst. Daarnaast is dit plan vooral een uitnodiging aan alle stakeholders van Vivaan: burgers, medewerkers, ketenpartners en opdrachtgevers. Vivaan reist het liefst in goed gezelschap en neemt graag iedereen aan boord.
Reist u met ons mee? Kitty de Laat Directeur-bestuurder
Op reis
Op reis!
Vertrekpunt Op weg met onze missie als kompas Innovatief en resultaatgericht Vivaan is een brede, innovatieve en resultaatgerichte welzijnsorganisatie, actief in de regio Noordoost Brabant (Oss-Uden-Veghel-Bernheze-Boekel-Landerd). De afgelopen jaren is onze reikwijdte verbreed. In 2008 fuseerden we met Stichting Welzijn Ouderen (Veghel, Uden, Boekel, Bernheze) en in 2012 namen we delen van Vrijwilligerscentrale De Wis (Veghel, Uden, Landerd) over. Tegelijkertijd heeft Vivaan pas op de plaats moeten maken of zelfs in budgetten moeten krimpen door bezuinigingen.
Kracht van Vivaan Vivaan kent op dit moment een scala aan werksoorten: opbouwwerk, jongerenwerk (ambulant en accommodatiegebonden), ouderenwerk, vrijwilligersondersteuning, coaching & advies (waaronder maatschappelijke activering en emancipatiewerk) en opvoedings-ondersteuning. In hun diversiteit hebben alle werksoorten dezelfde kern: het in beweging zetten, versterken en verbinden van de mogelijkheden van burgers of verbanden van burgers, gericht op participatie. Participatie staat voor meedoen en actief deelnemen aan de samenleving op economisch, sociaal en maatschappelijk vlak. Daar ligt de kracht van Vivaan.
Missie Vivaan kan het stimuleren van participatie realiseren omdat we de buurt, de bewoners en de sociale kaart kennen, achter de voordeur (mogen) komen (letterlijk of figuurlijk zoals bij een hanggroep). We hebben een onafhankelijke positie en we weten op allerlei niveaus samen te werken of samenwerking te stimuleren. Dit hebben we in onze missie als volgt verwoord:
Vivaan verbindt en ondersteunt mensen en instellingen om in samenredzaamheid verantwoordelijkheid te nemen voor een krachtige samenleving waarin alle burgers participeren.
“Van eigen verantwoordelijkheid naar samenredzaamheid ” Op reis Dit betekent niet dat het niet beter of anders kan. Burgers zullen de gevolgen merken van grote veranderingen in het sociale domein. In dat perspectief kan het niet anders dan dat Vivaan nieuwe accenten legt en haar werkwijze vernieuwt. Met onze missie als vertrekpunt en kompas zijn we daarom op ontdekkingsreis gegaan.
Nieuwe perspectieven in zicht Gebied verkennen De eerste stap op onze ontdekkingsreis is het verkennen van het gebied dat voor ons ligt. Informatie verzamelen en samen met onze stakeholders binnen en buiten Vivaan kijken wat maatschappelijke ontwikkelingen en verandering van overheidsbeleid betekenen voor Vivaan. Het landschap dat voor ons ligt, biedt zicht op bergen en dalen van kracht en kwetsbaarheid, kansen en bedreigingen. Het geeft ons een sterke impuls om dit te onderzoeken en in kaart te brengen.
Sociale staat van Nederland Nederlanders voelen zich nog steeds gelukkig. Al meer dan tien jaar beoordeelt ruim 80% van de Nederlanders de eigen situatie positief. Wel maken zij zich zorgen over de toekomst van de samenleving als geheel, hoe we in Nederland met elkaar omgaan: normen en waarden, agressie en de ik-cultuur. Ondanks die ik-cultuur doen Nederlanders vaker dan andere Europeanen vrijwilligerswerk. In de mantelzorg, zorgverlening aan een familielid, partner of vriend, zijn 2,6 miljoen mensen actief. Buiten het familieverband is er echter sprake van grote vraagen aanbodverlegenheid, terwijl allerlei ontwikkelingen juist een sterk beroep gaan doen op nieuwe vormen van samenredzaamheid.
Kwaliteit van leven Het gaat niet met iedereen goed. Het aantal kwetsbare mensen dat nauwelijks meedoet aan de samenleving en weinig of geen sociaal netwerk heeft, is in 2011 verdubbeld tot 4% van de bevolking. Deze groep bestaat vooral uit ouderen, laagopgeleiden, werklozen en mannen. Opleidingsniveau blijkt een sterke voorspeller te zijn van (verschillen in) de leefsituatie van mensen. De toegang tot en gebruik kunnen maken van de verschillende vormen van sociaal, cultureel en financieel kapitaal zijn bepalend voor de kwaliteit van leven. Doordat de leefstijl te wensen over laat (gebrek aan beweging en een ongezonder eetpatroon) hebben laagopgeleiden bovendien een grotere kans op ziekte of aandoeningen en een levensverwachting die zeven jaar lager is dan gemiddeld.
“Vivaan ontdekt een inspirerend landschap van kracht en kwetsbaarheid, kansen en bedreigingen” Toename aantal kwetsbaren De komende jaren krijgen meer mensen te maken met (tijdelijke) kwetsbaarheid. Hiervoor zijn twee hoofdoorzaken: de financiële crisis en de vergrijzing. Door de financiële crisis maant de politiek burgers tot spaarzaamheid en geeft zelf het voorbeeld. Bezuinigingen op de overheidsuitgaven werken sterk door op lokaal niveau. Doordat er minder geld te besteden is, wordt meer van de burger zelf gevraagd: meer eigen inzet en hogere financiële bijdragen. Door de snelle vergrijzing van de samenleving en de sterk verbeterde levensverwachting neemt het aantal ouderen toe. Van de ouderen van nu wordt verondersteld dat zij kapitaalkrachtiger zijn dan de vorige generatie en dat zij hun eigen
Verkenningen
Verkenningen
ondersteuning en zorg kunnen (mee)financieren. Een toenemend aantal ouderen heeft echter te maken met een zeer beperkt pensioen. Voor hen wordt het moeilijker om sociaal actief te blijven.
Ontwikkelingen rondom de Wet maatschappelijke ondersteuning De doelstelling van de Wmo is het stimuleren van participatie en zelfredzaamheid van alle burgers. Hoe dat wordt gerealiseerd is niet uitgewerkt, het is het resultaat dat telt. Dit biedt een gemeente ruimte om zelf in te vullen hoe zij dit gaat aanpakken. De kern is een sterk beroep op de eigen kracht en de eigen verantwoordelijkheid van burgers. De compensatieplicht van de overheid hoeft alleen te worden nagekomen als er geen andere alternatieven zijn. Om dit in de praktijk vorm te geven, lopen er twee ontwikkelprogramma’s naast elkaar: de Kanteling en Welzijn Nieuwe Stijl.
De Kanteling Het WMO-project de Kanteling gaat over de vraag wat de burger écht nodig heeft om te kunnen participeren. Daarvoor moet de uitvoering van de WMO zo worden gekanteld dat participatie centraal staat. Dat vraagt een nieuwe manier van denken en doen: vanuit de persoon en vanuit oplossingen en niet vanuit bestaande voorzieningen. Daarvoor is zorgvuldig onderzoek naar behoefte en mogelijkheden noodzakelijk. Het centrale element binnen de Kanteling is dan ook een goed gesprek over het gewenste resultaat en oplossingen op maat in plaats van indicatiestelling volgens vaste regels. Daarbij wordt de zogenaamde verantwoordelijkheidsladder gehanteerd.
De verantwoordelijkheidsladder: 1. Preventieve voorzieningen (inclusief beleid) netwerk
2. Eigen kracht
4. Algemene (lees: collectieve) WMO-voorzieningen
individuele WMO-voorzieningen
3. Sociaal 5. Lichte
6. Zware individuele WMO-voorzieningen.
“De reisrichting tekent zich af: We varen langs acht duidelijke bakens ” Welzijn Nieuwe Stijl Het landelijke stimuleringsprogramma Welzijn Nieuwe Stijl wil stimuleren, inspireren en concrete handreikingen bieden. Welzijn Nieuwe Stijl biedt acht bakens om de rol van welzijn binnen de WMO verder te ontwikkelen: 1. ontdek de vraag achter de vraag; 2. vertrek vanuit de eigen kracht van de burger; 3. wacht niet af, ga er direct op af; 4. zoek een nieuw evenwicht tussen formeel en informeel; 5. vind een doordachte balans van collectief en individueel; 6. ga integraal te werk; 7. werk niet vrijblijvend, maar resultaatgericht; 8. geef ruimte aan de professional.
De komende twee jaar worden de gemeentes geconfronteerd met drie grote decentralisaties: 1. AWBZ: begeleiding en dagopvang van mensen met een beperking worden overgeheveld naar gemeentes om participatie in de eigen omgeving te bevorderen; 2. Jeugdzorg: verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg wordt vanuit de provincie overgedragen aan gemeentes om de sterke versnippering en bureaucratie binnen de jeugdzorg terug te dringen en de preventie te verbeteren; 3. Wet Werken naar Vermogen (WWnV): ook deze wet ligt op het bordje van de gemeentes, met als doel de arbeidsparticipatie in het bedrijfsleven van mensen met een beperking te verbeteren. Deze stelselwijzigingen zijn ingegeven vanuit de behoefte de toename van het beroep op zorg en (inkomens) ondersteuning te verminderen. Zowel vanwege de financiële druk, als vanuit de overtuiging dat mensen er sterker van worden als ze de regie over hun eigen leven hebben en geen of zo min mogelijk een beroep hoeven te doen op de overheid. Daar waar ondersteuning nodig is, willen de gemeentes in het werkgebied van Vivaan dat deze dichtbij de burger en laagdrempelig ingevuld wordt. De stelselwijzigingen bieden op het oog grote mogelijkheden tot een integrale aanpak. Daarbij wordt het denkmodel gehanteerd van nulde, eerste en tweede lijn. De nulde lijn is de natuurlijke omgeving van mensen in al haar facetten, dus het eigen sociale verbinding organisaties netwerk, maar ook verenigingen, scholen en de buurt. De eerste lijn zijn de algemene voorzieningen in gemeentes die direct voor iedere inwoner toegankelijk zijn, zoals de huisarts en het maatschappelijk werk. Bij de tweede lijn gaat het sociaal burgerschap om de voorzieningen die niet vrij toegankelijk zijn, een inwoner heeft hiervoor altijd een beschikking (voor bijvoorbeeld huishoudelijke hulp) of verwijzing (voor bijvoorbeeld specialistische zorg) nodig.
vorm
sociale stijging
inclusieve samenleving
welbevinden
volop ruimte burgers vivaan
met bezieling expertisecentrum
Eerste ankerplaats: Inspiratiedag
inspireert passie
Het startpunt van onze ontdekkingsreis was een grote inspiratiedag voor alle medewerkers: Waar zit je passie, wat zijn je dromen, wat zijn onze idealen en verborgen schatten, wat inspireert je? Deze dag heeft een aantal mooie moodboards opgeleverd, veel onderlinge herkenning en de bevestiging van de gemeenschappelijke drive: werken aan samenredzaamheid.
Verkenningen
Transities
Visiedagen voor medewerkers De tweede ankerplaats was een serie visiedagen voor groepen medewerkers per vakgebied, met de titel: “Blik op de toekomst.” Tijdens deze visiedagen stonden de acht bakens van Welzijn Nieuwe Stijl centraal. Wat betekenen de bakens voor het profiel van de werker, de doelgroepen en de werkwijze? Zijn de huidige diensten en activiteiten van Vivaan al toekomstbestendig? Met deze visiedagen is de kiem gelegd voor de nieuwe visie en de nieuwe aanpak van Vivaan. Hierbij werd vooral duidelijk dat er een grote kloof zit tussen de eigen krachtbenadering en het consumerend gedrag dat veel burgers nu nog vertonen. Dat vraagt een rotsvast vertrouwen van medewerkers van Vivaan in talenten en mogelijkheden van burgers en een consequente oriëntatie op de (eigen) kracht en het netwerk van burgers.
“En dan op weg: verschillende ankerplaatsen bieden een blik op de horizon ” Visiedag voor vrijwilligers De derde halte was een visiedag voor vrijwilligers. Daar werd duidelijk dat ook vrijwilligers vanuit passie zijn betrokken en hun betrokkenheid graag zelf mee vorm willen geven. Per slot van rekening brengen vrijwilligers bergen (ervarings-)deskundigheid mee.
Bijeenkomsten buiten Vivaan Naast de interne bijeenkomsten heeft Vivaan actief deelgenomen aan allerlei conferenties, werk- en stuurgroepen over de ontwikkelingen in het sociale en maatschappelijk gebied en deze mede geïnitieerd. Een kleine greep: 1. de conferentie ‘Kijk hoe welzijn werkt’, een gezamenlijk initiatief van Vivaan, MEE, RIGOM en Aanzet, waarin relaties van gemeentes een kijkje in de keuken nemen en aansluitend met elkaar in dialoog gaan; 2. de conferenties door het samenwerkingsverband tussen Vivaan, Brabant Wonen en Brabant Zorg, waarbij vooral is gezocht naar mogelijkheden om de samenwerking te concretiseren, zoals de wijkpunten in Oss; 3. het stimulab van de GGZ over de transitie AWBZ, waarbij vooral is gekeken naar consequenties, mogelijkheden en oplossingen van de transitie voor GGZ-cliënten, parallel aan het transitietraject van de twaalf regiogemeentes.
Laatste stop: stakeholdersbijeenkomst Na een aantal concepten was daar eindelijk de laatste stop: een stakeholdersbijeenkomst. Werktafelen met vertegenwoordigers van een aantal ketenpartners en opdrachtgevers. Naast complimenten heeft deze bijeenkomst Vivaan ook een aantal duwtjes in de rug opgeleverd: Durf duidelijker te zijn, ga ook met burgers in gesprek, focus niet alleen op de buurt als vindplaats en aangrijpingspunt voor je aanpak en ten slotte: Hoe ziet Vivaan de samenwerking met stakeholders in innovatie en praktijk?
Op weg naar sociaal burgerschap Nieuwe vormen van participatie Onze verkenningen waren intensief en inspirerend. De input van medereizigers waardevol. Het resultaat: een eigen visie op doelen, functie en aanpak van het welzijnswerk van de toekomst. Keuzes en ambities die zijn gericht op het samen met burgers en andere samenwerkingspartners ontwikkelen van nieuwe vormen van participatie. Zodat de nadruk op eigen verantwoordelijkheid niet leidt tot verdere individualisering, maar tot samenredzaamheid.
Visie Voor de beleidsperiode 2013-2016 heeft Vivaan dit zo geformuleerd.
Vivaan wil het expertisecentrum zijn, dat met passie inspireert tot sociaal burgerschap, burgers en organisaties verbindt en met bezieling vorm geeft aan de inclusieve samenleving, met volop ruimte voor sociale stijging en welbevinden.
De visie van Vivaan bestaat uit drie bouwstenen: sociaal burgerschap, inclusieve samenleving en sociale stijging. Deze drie aspecten van participatie zijn een belangrijke impuls voor welbevinden. Welbevinden staat voor kwaliteit van leven, zelfredzaamheid en eigen regie voeren. Vivaan kijkt naar wat wel kan, werkt met de mogelijkheden die er zijn op individueel en collectief niveau. Meedoen en bijdragen zijn zowel doel als middel.
Nieuwe koers
Nieuwe koers
De drie bouwstenen onder de loep: 1. Sociaal burgerschap Vivaan staat voor sociaal burgerschap, actief burgerschap binnen het sociale domein. Traditioneel vindt in Nederland vrijwilligerswerk plaats in georganiseerd verband. Vrijwillige inzet in de eigen buurt is minder vanzelfsprekend, terwijl de behoefte daar toeneemt. Voor ons gaat sociaal burgerschap over het (mee)verantwoordelijk zijn voor en actief bijdragen aan een zorgzame leefomgeving. Hand- en spandiensten tussen buren, in de straat, op school. Of in andere verbanden, bijvoorbeeld een maatjesproject of nieuwe vormen van steunstructuren. Of door vermaatschappelijking van bestaande verbanden, zoals de sportclub of de winkeliersvereniging. Kortom: het aanboren van het aanwezige potentieel en de kracht in de (lokale) samenleving om onderlinge steun te organiseren.
2. Inclusieve samenleving Vivaan staat voor een inclusieve samenleving, waaraan iedereen meedoet, ongeacht geloof, herkomst of tekorten. Een samenleving gericht op talenten in plaats van beperkingen, waarin iedereen volwaardig burger is. Mogelijkheden tot contact en ontmoeting met gelijkgestemden in plaats van gelijkbeperkten. Ruimte om op eigen wijze mee te doen en zich in te zetten voor de samenleving. Ook mensen met een ondersteuningsvraag kunnen op een ander aspect een bijdrage leveren. Dan is het ook gemakkelijker om onderlinge steun te accepteren. Bij deze ontwikkelingen wordt van alle betrokkenen (klanten, vrijwilligers en professionals) een gezamenlijke inspanning gevraagd om nieuwe maatschappelijke activiteiten te ontwikkelen.
“Vivaan zet sociaal burgerschap naast economische participatie ” 3. Sociale stijging Vivaan staat voor sociale stijging voor iedereen die laag op de participatieladder staat en stappen omhoog kan en wil maken. Juist omdat zelfredzaamheid en participatie kernbegrippen zijn bij het verbeteren of handhaven van de kwaliteit van leven. Dat start met het doorbreken van afzijdigheid of isolement. Het uiteindelijke doel van de participatieladder is economische participatie. Vivaan zet daar nadrukkelijk maatschappelijke participatie naast.
Met de bouwstenen aan het werk Met de bouwstenen sociaal burgerschap, inclusieve samenleving en sociale stijging werkt Vivaan aan het welbevinden van burgers. Het is onze ambitie om daarin tot expertisecentrum uit te groeien dat een juiste balans weet te vinden tussen individuele en collectieve oplossingen, tussen formele en informele steunstructuren, tussen vraaggericht werken en pro-actief handelen. In het ontwikkelen van onze expertise staan vier thema’s centraal: wederkerigheid, informele oplossingen, preventie en cocreatie.
A. Wederkerigheid Vivaan is zich sterk bewust van de grenzen aan de maakbaarheid van de samenleving. Een belangrijke succesfactor voor het bevorderen van sociaal burgerschap is het principe van wederkerigheid. Niet zo zeer in een directe koppeling van dienst en wederdienst, maar in de vorm van solidariteit en sociale inbedding: op elkaar kunnen rekenen als het nodig is en vooral weten dat de ander op eigen wijze zijn/haar steentje bijdraagt. Vanuit de kennis van de buurt is Vivaan als geen andere organisatie in staat om vorm te geven aan wederkerigheid. De rol van Vivaan is daarin een tweezijdige: het aanjagen en mogelijk maken van een grote variatie aan vormen van inzet, maar ook ervoor zorgen dat inzet zichtbaar wordt, bekend is en wordt gewaardeerd. Net zoals participatie doel en middel is, kan dat ook worden gezegd van sociale samenhang in een buurt. Wanneer wijkbewoners elkaar kennen is het vragen en bieden van ondersteuning veel gemakkelijker. Vraag en aanbod ontmoeten elkaar eerder. Vraagverlegenheid en aanbodverlegenheid kunnen eerder worden weggenomen. Medewerkers van Vivaan leren mensen op een andere manier naar hun eigen buurt te kijken en te zien wat nodig is, maar ook wat de krachtbronnen zijn en hoe die te benutten. Het participeren dicht bij huis levert zo ook een grote impuls aan de leefbaarheid van de buurt.
“Vivaan leert buurtbewoners de krachtbronnen te zien” B. Informele oplossingen Centraal in de visie van Vivaan staat de keuze voor informele oplossingen. Dit betekent een aanpak waarbij niet alleen de krachten van direct betrokkene(n), maar ook die van de omgeving worden ingezet. Als er in eigen kring geen oplossingen zijn, wordt eerst gekeken in de directe omgeving en naar de inzet van vrijwilligers. Extra ‘schillen’ van informele oplossingen, tussen de schil van het eigen sociale netwerk en die van de professionele voorzieningen op de eerste en tweede lijn. Pas wanneer dat niet haalbaar is, worden professionals ingezet. Die extra schillen van informele oplossingen leveren een grote verscheidenheid op aan mogelijke combinaties van informele en formele, individuele en collectieve oplossingen na of naast elkaar. Hierdoor kan er echt op maat worden gewerkt, aansluitend bij of ondersteunend aan de stappen die de kwetsbare burger zelf kan zetten. Medewerkers van Vivaan zijn in staat samen met de bewoner de vraag achter de vraag te achterhalen en op zoek te gaan naar inventieve en haalbare oplossingen, gericht op ontwikkelen en versterken. En waar nodig met professionele hulpverlening van ketenpartners in de eerste of tweede lijn.
Nieuwe koers
Voor mensen voor wie arbeidsparticipatie nog niet haalbaar is, is het een leerzame tussenstap. Voor mensen zonder zicht op arbeidsparticipatie is het een zingevend alternatief. Maar ook voor mensen die wel een (betaalde) baan hebben is het een inspirerende aanvulling. Dat is nu net de kern van sociaal burgerschap.
C. Preventie Het werken met de drie bouwstenen levert niet alleen meer informele oplossingen op, maar maakt ook een proactieve werkwijze mogelijk. Vivaan is ervan overtuigd dat betrokkenheid bij elkaar en de buurt leidt tot vroegtijdige signalering van dreigende onbalans, als die nog niet om zware maatregelen of oplossingen vraagt. Natuurlijk staat de vraag van de burger centraal, maar dat wil niet zeggen dat de professional pas in actie ‘mag’ komen als de burger daarom vraagt. Daar waar signalen zijn dat de balans in gevaar is of er tekorten of problemen dreigen, wacht de medewerker van Vivaan niet af tot er een concrete vraag wordt gesteld, maar gaat er op af. Als het beter lukt om signalen snel op te pakken, verschuift de inzet van reageren op, naar preventie en preventieve interventie.
“ Samen met bewoners bouwen aan extra schillen van informele oplossingen ” D. Cocreatie Het vierde thema dat in het verlengde van de visie van Vivaan ligt is het thema van cocreatie. Samenwerken in allerlei verbanden is de natuur van Vivaan. Maar cocreëren gaat wat Vivaan betreft verder. Cocreatie staat voor samen ontwerpen en ontwikkelen. Samen bouwen aan sociaal burgerschap. Natuurlijk allereerst met bewoners in buurten en wijken. Vivaan ziet de burger niet alleen als klant, maar steeds meer als cocreator. Of dat nu is in de rol van vrijwilliger, initiator van een burgerinitiatief of zelfs opdrachtgever: de rol van burgers verschuift van (alleen) consument naar producent van hun eigen voorzieningen. Vanzelfsprekend is daarnaast het samenwerken met ketenpartners van het grootste belang om te komen tot een sluitende aanpak rond kwetsbaarheid. Juist omdat kwetsbaarheid in veel gevallen veroorzaakt wordt door een stapeling van problemen, belemmeringen of beperkingen. Goede duurzame oplossingen vragen om de inzet van elkaars expertise en netwerken en het maken van arrangementen op maat, waarin de resultaten die de klant wil bereiken centraal staan. Dat betekent goed afstemmen binnen de keten en soms ook ‘het aan elkaar durven overlaten’. En als het nodig is buiten de gebaande paden durven lopen.
Contouren aan de horizon Op weg naar een nieuwe uitdaging Terwijl de transities nog op de tekentafel liggen, staan, door de Kanteling en bezuinigingen, onze oude werkwijzen al onder druk. Alle reden dus om de uitdaging aan te gaan en de visie van Vivaan te vertalen naar een aanpak. Sommige punten kunnen we nu al concreet uitwerken, op andere punten bieden we een vergezicht.
Activerend en dichtbij Als de kern van de aanpak van kwetsbaarheid ligt in het versterken van de eigen kracht van kwetsbare burgers, de kracht van het eigen netwerk en het ontwikkelen van informele oplossingen, dan is duidelijk dat ondersteuning dichtbij en activerend moet zijn. Vanaf het allereerste contact richt Vivaan zich op het in beweging komen en zo snel mogelijk herkrijgen of behouden van eigen regie met een overzichtelijk participatieplan dat is afgestemd op de eigen situatie. En dichtbij om de mogelijkheden van de vrager(s) en diens omgeving zo goed mogelijk in beeld te krijgen en te mobiliseren. En om de (stapeling van) problemen in zijn geheel aan te pakken.
“Versterken van de eigen kracht van kwetsbare burgers, dichtbij en activerend ” Oplossingen op de nulde lijn In het nieuwe transitie-jargon: het gaat om het realiseren van oplossingen op de ‘nulde’ lijn. Vivaan verwacht dat hiervoor basisteams ontstaan met ambulantwerkende generalisten van welzijnsorganisaties en instellingen voor basiszorg. Denk hierbij aan de wijkverpleegkundige, de huisarts en sociaal werkers van de welzijnsorganisatie(s). Deze basiswerkers zijn gemakkelijk bereikbaar voor consultatie en signalering en hebben een vangnet van eerste en tweede lijnspartners die worden ingeschakeld zodra dat nodig is. De basiswerker kan bij deze partners terecht voor collegiale consultatie en voor arrangementen van gespecialiseerde hulpverlening, met het participatieplan als integraal onderdeel van die hulpverlening.
Integrale aanpak De sociaal werkers van Vivaan kun je zien als sociale makelaars met oog voor participatie en het bouwen van steunsystemen op alle niveaus (van één op één oplossingen tot vrijwilligersdiensten op regionaal niveau). In kwetsbare buurten werken zij vanuit aanwezigheid en integrale analyse van de buurt. In sterkere buurten zal het startpunt liggen bij individuele vragen of signalering vanuit andere netwerken. Daarbij kan het gaan om onbalans in draaglast en draagkracht op individueel of collectief niveau en op alle leefgebieden (wonen, sociale contacten, opvoeding, scholing, enzovoorts).
Vergezichten in het vizier
Vergezichten in het vizier
In de buurt Vic is participatiewerker en hij is vooral actief in kwetsbare buurten. Daarom noemt hij zich eigenlijk liever buurtcoach. Hij zet zich in bij buurtprojecten en bij individuele participatie. Daar heeft hij mooie voorbeelden van. Zoals de eenzame mevrouw van nummer 12 die voorleest aan haar buurkinderen. De kinderen leren beter Nederlands en de voorleesmevrouw heeft het gevoel een beetje oma te zijn. Of die werkeloze lasser die de kinderfietsjes onderhoudt van zo’n beetje het hele pleintje. Die is op zijn beurt elke week weer enorm geholpen met een lift van de overbuurman naar de naburige stad om daar zijn dochter te bezoeken. Of de vrijwilligers van de voetbalvereniging die er elke woensdagmiddag voor zorgen dat er op het trapveldje met goed materiaal kan worden getraind. Vic hoopt dat hij met een aantal jongeren een kleine straatvoetbalcompetitie kan opzetten. En het is gelukt om voor Anja een maatje te vinden die haar meeneemt naar het wijkcentrum. Daarvoor was wel een korte instructie rolstoel rijden nodig, maar de moeder van Anja heeft nu tijd voor zichzelf en kan meer sociale contacten opbouwen. Een volgende punt van aandacht voor Vic is de rolstoel(on)vriendelijkheid van de aanlooproutes naar het wijkcentrum. Zou de buurtvereniging dit willen oppakken?
Vrijwilligers weten zich gesteund Het stimuleren van informele oplossingen vraagt om nieuwe vormen van organisatie en het ondersteunen van vrijwilligerswerk en vrijwillige inzet. Vivaan heeft de ervaring dat vrijwilligers bereid en in staat zijn om, aansluitend bij motivatie en interesse, een grote diversiteit aan taken uit te voeren, mits de zaken er om heen goed zijn geregeld. Vrijwilligerswerk is niet vrijblijvend en kan verantwoordelijk werk omvatten. Vrijwilligers willen daarom graag dat er een vangnet is. Zij willen ergens terecht kunnen met vragen en onzekerheden en ze willen dat de continuïteit is gegarandeerd als ze uitvallen. En vooral: zij willen het graag goed doen, dus als dat nodig is ook scholing ontvangen. Kortom: als vrijwilligerswerk de kurk wordt waar het sociale domein op drijft, moet die kurk goed worden gefaciliteerd. En dat is bij uitstek het werkterrein van Vivaan.
“Het talentcentrum : dé plek waar kwetsbaar en sterk werken aan het versterken van burgerkracht ” Eigen plek Vivaan gaat bestaande concepten rondom empowerment, emancipatie, talentontwikkeling , training en vrijwilligersondersteuning doorontwikkelen naar een soort expertisecentrum. Een plek waar jong en oud, kwetsbaar en sterk werken aan ontwikkeling van (eigen) draagkracht en kwaliteit van sociaal burgerschap. Het expertisecentrum biedt letterlijk
Voor en door Vera is coördinator van Talentcentrum “De Expeditie” van Vivaan. Het bruist binnen dit expertisecentrum van de activiteiten voor en door vrijwilligers. Voorbeelden zijn: 1. het Powercentrum voor mensen die laag op de participatieladder staan; 2. de Vrijwilligersacademie voor alle leergierige vrijwilligers; 3. het Vrijwilligerscafé waar vrijwilligers ervaringen kunnen uitwisselen en bijtanken; 4. de Stagemarkt waar jongeren en vrijwilligersorganisaties elkaar kunnen vinden voor Maatschappelijke Stages 5. UP: het lab speciaal voor jongeren 6. de Beursvloer waar vraag en aanbod van maatschappelijke organisaties en maatschappelijk bewuste bedrijven aan elkaar worden geknoopt. Vanessa kan uren vertellen over leuke ervaringen. Over Bas, een vrijwilliger bij het maatjesproject voor voortijdig schoolverlaters. Op verzoek van Bas is een intervisiegroepje van maatjes opgezet, waaraan Bas heel veel steun heeft. Of over Vino, die binnenkwam als een onzeker vogeltje maar door een empowermenttraining een vaste kracht is bij een eetpunt. Of over Latifa die door het taalmaatjesproject goed Nederlands spreekt en net een workshop Signaleren Huiselijk Geweld heeft gevolgd, zodat ze mee kan helpen met de voorlichting. En over Marijke, die kwetsbare vrijwilligers begeleidt bij de eerste (soms verplichte) stappen in vrijwilligersland en net nog iemand onder de hoede van Vic heeft geplaatst, bij het trapveldjesproject in die buurt.
Vergezichten in het vizier
en figuurlijk onderdak aan allerlei faciliterende activiteiten voor vrijwilligerswerk en voor het op een aansprekende wijze kennismaken met vrijwilligerswerk. Of dat nu gaat om een maatschappelijke stage voor een jongere, een snuffelplek voor een kwetsbare vrijwilliger of vormen van flexibel vrijwilligerswerk die inspelen op de mogelijkheden van mensen met een drukke baan.
Iedereen kan meedoen Het doel van de transitie AWBZ is om mensen met een beperking te stimuleren mee te doen aan de maatschappij. Niet door voorzieningen te bieden binnen de muren van een (zorg-)instelling, maar in de eigen buurt. Deels kan dat door bestaande voorzieningen toegankelijk(er) te maken, bijvoorbeeld verenigingen en wijkactiviteiten. En voor een deel betekent dit het samen vormgeven van nieuwe, voor een breed publiek toegankelijke, voorzieningen die aansluiten bij de behoefte, interesse en mogelijkheden van verschillende groepen gebruikers. Van lotgenotencontact tot hobbyclub, van inloop tot gestructureerde programma’s, van deelnemen tot werken als vrijwilliger.
“Vivaan staat voor meedoen in de eigen buurt” Samenwerking Vivaan faciliteert alle mogelijke vormen van participatie. Waar mogelijk met vrijwilligers en waar dat nodig is met specialisten uit de gehandicaptenzorg, de GGZ en/of de ouderenzorg. Zeker als het gaat om doelgroepen uit de gehandicaptenzorg en GGZ die voor Vivaan relatief onbekend zijn, zal in aanvang intensief worden samengewerkt. Hoeveel specialistische begeleiding nodig blijft en hoeveel kennis wordt overgedragen aan de sociaal werkers en vrijwilligers in de buurt, wordt samen onderzocht. Het belangrijkste is dat in de praktijk allerlei combinaties gaan ontstaan waardoor gewoon meedoen en naar vermogen participeren (maatschappelijke en economisch) echt vorm gaat krijgen in de eigen omgeving.
Bij de inloop Tijn werkt op het activiteitencentrum in de wijk van Vic, in hetzelfde gebouw als het wijkcentrum. Voor Tijn is dat een voordeel. Zo lopen de verschillende gebruikersgroepen letterlijk door elkaar. Ook omdat het kindcentrum (IKC) naast het wijkgebouw bij ruimtegebrek uitwijkt naar het wijkcentrum. En andersom maken een aantal beweeggroepen gebruik van de speelzaal van het kindcentrum. De grootste uitdaging van de afgelopen jaren is geweest om de verschillende gebruikers aan elkaar te laten wennen. En dat zat soms in heel andere zaken dan Tijn van te voren had gedacht. Zoals de schildersgroep. Nu zij weten dat mijnheer van Dijk door zijn hersenletsel niet goed tegen drukte en luide prikkels kan, houden ze er graag rekening mee. Of mevrouw Lierop die het eerst een beetje eng vond dat Jan van het begeleid wonen project kwam helpen met het onderhoud van haar tuin. Maar nu kent ze hem beter en zorgt ze dat er altijd koffie is als het klussenteam in de straat aan het werk is. Toch vindt Tijn de inloop het grootste succes. In het begin waren er in de inloop alleen themabijeenkomsten, zoals het Altzheimercafé en de inloop voor GGZ-cliënten. Die groepen zijn er nog steeds, maar de inloop is uitgebreid en er schuiven steeds meer verschillende mensen op hun eigen moment(en) aan. Zoals bij het uurtje de krant voorlezen van vrijwilliger Vera, elke ochtend van tien tot elf uur. En de ’Zing mee’ op donderdagmiddag. Daar komen een heleboel mensen op af. Het is er druk en gezellig, vooral als er ook een groepje kinderen van de kinderopvang meedoet.
Onze stakeholders sturen mee Bewezen kwaliteit Als organisatie is Vivaan gezond en in professioneel opzicht groeien we verder naar een ondernemende en transparante organisatie van bewezen kwaliteit. Dat laten we zien door onze visie te vertalen in doelen vanuit het perspectief van onze stakeholders. Stakeholders zijn partijen die met de inzet en het resultaat van Vivaan te maken hebben. Door in de komende beleidsperiode regelmatig onderzoek te doen naar de waardering van onze stakeholders, geven we ook inhoud aan de vraag van onze opdrachtgever(s) naar horizontale verantwoording.
Rollen Vivaan ziet de volgende groepen stakeholders: medewerkers, burgers, opdrachtgevers en maatschappelijke partners. Daarbij gaat het veel meer om het aanduiden van een rol, dan om een eenduidige groep. De traditionele rolverdeling tussen burgers, (professionele) organisaties en gemeente verandert. Burgers als stakeholdergroep zijn vooral de burgers die gebruik maken van onze dienstverlening, maar burgers die zij aan zij met ons meewerken aan het uitvoeren van onze dienstverlening zien wij als medewerkers. Opdrachtgevers en financiers zijn meestal overheden en soms maatschappelijke partners. Bij een terugtredende overheid is het denkbaar dat ook (een coöperatie van) burgers in de toekomst de rol van opdrachtgever vervult.
“Medewerkers ontdekken met elkaar nieuwe vormen van samenwerking ”
Medewerkers Alle medewerkers, vrijwilligers en professionals, zijn belangrijke stakeholders van Vivaan. Het is voor ons vanzelfsprekend om medewerkers zo te ondersteunen en te faciliteren dat zij hun werk goed kunnen doen. De uitdaging is om met elkaar, professionals en vrijwilligers, nieuwe vormen van samenwerking te ontwikkelen en te faciliteren. Voor Vivaan zijn de medewerkers degenen die het beleid als eerste beoordelen op doelmatigheid. Daarom willen we medewerkers intensief (blijven) betrekken bij het ontwikkelen en evalueren van beleid en het uitvoeren daarvan.
Strategische doelen 2013-2016 • Medewerkers ervaren hun nieuwe rol als effectief en onderscheidend; • Medewerkers beschikken over de relevante competenties, zij ervaren ruimte om die optimaal in te zetten en weten deze op inventieve wijze te benutten; • Medewerkers weten kracht- en hulpbronnen te mobiliseren en te
Op koers blijven
Op koers blijven
combineren tot nieuwe (waar mogelijk te verzelfstandigen) steunsystemen; • Medewerkers leveren, via intervisie, werkateliers en projecten, een actieve bijdrage aan het vernieuwen en verbeteren van de diensten van Vivaan op kwaliteit, effectiviteit en duurzaamheid.
Burgers De kern in de visie van Vivaan, heeft te maken met (beoogd) maatschappelijk effect. Wat maatschappelijk gezien wordt nagestreefd, is echter niet altijd wat burgers in eerste instantie willen. “Waarom moeilijk doen als het makkelijk kan? Waarom (mee-) werken aan eigen kracht-oplossingen als er (nu nog) institutionele voorzieningen voorhanden zijn?” Vivaan realiseert zich dat onze aanpak de waardering van burgers voor de prestaties van Vivaan onder druk kan zetten. Toch moeten en willen we deze weg inslaan, juist omdat deze aanpak resultaten oplevert, die op de langere termijn beter en duurzamer zijn. En natuurlijk ook omdat het huidige voorzieningenniveau van de verzorgingsstaat zal verminderen.
Strategische doelen 2013-2016 • Burgers vinden de werkwijze van Vivaan effectief en motiverend; • Burgers bewaken het evenwicht voor zichzelf en hun omgeving en signaleren (dreigende) onbalans; • Burgers benutten kansen om te groeien op de participatieladder (vrijwillig dan wel verplicht); • Burgers ervaren sociaal burgerschap als zinvol. Sociaal burgerschap komt voort uit eigen ervaring, affiniteit en/of nabijheid; • Burgers ervaren dat de fysieke, sociale en/of pedagogische kwaliteit van de buurt of woonomgeving merkbaar is verbeterd; • De participatie van kwetsbare burgers in de eigen omgeving is duidelijk toegenomen.
Maatschappelijke partners Naast de burger en de gemeente is er nog een belangrijke groep van stakeholders: onze partners in de verschillende ketens. Vivaan kiest voor samenwerken op alle niveaus, van strategisch tot en met operationeel. Wij zijn ervan overtuigd dat burgers het beste zijn geholpen met een eenduidige en integrale aanpak, vanuit een multidisciplinair verband, waarin wordt gewerkt volgens de eigen kracht benadering. Door haar verankering in de lokale samenleving kan Vivaan de verbindende schakel zijn tussen burgers en organisaties in het komen tot en realiseren van één plan, ook bij verschillende interventies naast elkaar.
Strategische doelen 2013-2016 • Ketenpartners kunnen en willen met Vivaan een sluitende aanpak ontwikkelen en realiseren voor kwetsbare burgers. Hierdoor krijgt het werken met de verantwoordelijkheidsladder (de Kanteling) in de praktijk handen en voeten en wordt tegelijkertijd de kwaliteit van de sociale omgeving verbeterd; • Ketenpartners ervaren Vivaan als een betrouwbare partner, die het samenwerken op effectieve en efficiënte wijze weet vorm te geven met respect voor elkaars expertise; • Ketenpartners zien nut en noodzaak van het aangaan van (thematische) bondgenootschappen met als doel beleidsontwikkeling en vernieuwing van de aanpak van vraagstukken in het sociale domein.
Op koers blijven
“ Vivaan kiest voor samenwerken op alle niveaus, van strategisch tot operationeel”
Opdrachtgevers en financiers Ondanks verwachte wisselingen in rollen is en blijft de lokale overheid de belangrijkste opdrachtgever en financier van Vivaan. De gemeentes in het werkgebied van Vivaan stellen de kaders op volgens analyses en beleid die door gemeentes en Vivaan worden gedeeld, zowel inhoudelijk als financieel. Hierdoor wordt het ondernemerschap van Vivaan aangewakkerd.
Strategische doelen 2013-2016 • Gemeentes betrekken Vivaan als inhoudelijk en procesexpert vroegtijdig bij beleidsprocessen rond participatievraagstukken; • Vivaan weet haar (nieuwe) werkwijze op concrete en inzichtelijke wijze te verbinden aan de doelstellingen van de transities AWBZ, Jeugdzorg, Onderwijs en Werken naar Vermogen; • Het aantal informele steunsystemen, en de mate van vrijwillige inzet voor sociale en/of maatschappelijke vraagstukken is beduidend toegenomen; • Vivaan weet naast sociale ook economische, educatieve en andere hulpbronnen te betrekken bij het opzetten en onderhouden van steunstructuren.
De toekomst is al begonnen Nieuwe fase De koers is duidelijk en de ijkpunten zijn vastgesteld. De vragen die overblijven zijn: hoe gaat Vivaan toewerken naar de gewenste situatie? Zijn dat de vergezichten zoals geschetst? Of gaan we het uiteindelijk toch anders doen? Dat wordt het tweede deel van de ontdekkingsreis. Onder het motto DOEN is deze nieuwe fase begin 2012 al van start gegaan. Een fase van voortschrijdend inzicht, proefondervindelijk doorgaan, leren, ontwikkelen, uitproberen, mogelijkheden verkennen en nieuwe allianties aangaan. In 2013 maakt Vivaan intern de omslag naar welzijnswerk 2.0, die start met de implementatie van een integrale aanpak van kwetsbaarheid op individueel en collectief niveau. In 2014 willen we de focus verleggen naar uitbouwen en verbeteren.
Voortbouwen op ervaring In deze nieuwe fase van onze ontdekkingsreis bouwen we bewust voort op ervaring uit de praktijk. Al vóór deze beleidsperiode dienden zich projecten aan die in lijn liggen met onze nieuwe visie en aanpak. Projecten zoals “Sam Sam”, “M-pOwer” en “Ik zie je in Ussen” Door het innovatieve karakter zijn deze projecten een bron van ervaring voor medewerkers en ketenpartners. Maar ook minder in het oog springende ontwikkelingen, bijvoorbeeld het doorbreken van vraagverlegenheid in plaats van het aanbieden van een dienst, zijn zeer waardevol. Vivaan kiest er voor om deze ervaringen als vertrekpunt te nemen voor het doorontwikkelen van bestaande dienstverlening of ontwikkelen van nieuwe dienstverlening. Dit doen we via onze werkateliers. Kleine groepen medewerkers gaan in het werkatelier aan de slag met het samenbrengen van kennis, kritisch doorlichten van ervaringen en verkennen van nieuwe mogelijkheden of oplossingen. De gevonden inzichten worden vertaald in ontwikkelingsprogramma’s voor medewerkers, maar ook voor methodieken, instrumenten, systemen, media en zelfs huisvesting.
“ Cocreatie begint met samen investeren in ontwikkeling ” Investeren Vivaan wil graag samen met ketenpartners investeren in ontwikkeling en opleiding. Immers, de buurtbewoner die wordt geconfronteerd met (dreigende) disbalans, denkt niet in de hokjes zoals die in het sociale domein bestaan. Juist als de klant zelf het overzicht niet meer heeft, moet hij niet worden geconfronteerd met organisaties die allemaal tegelijk aan hem beginnen te trekken. Het zou niet nodig moeten zijn dat een klant zijn verhaal bij elke organisatie die met een deel van zijn probleem aan de slag gaat, steeds opnieuw moet vertellen. Of dat een WMO-beschikking of zorgindicatie niet aansluit bij de (ontwikkelings-)mogelijkheden die er zijn bij de klant zelf, zijn netwerk en de informele steunstructuren daaromheen.
De reis gaat verder
De reis gaat verder
Cocreëren Als de uitgangspunten over de rol van de klant en de aanpak van ondersteuning fundamenteel wijzigen, dan is het vanzelfsprekend dat er voor de hele keten dingen veranderen en dat ketenpartners elkaar op een andere manier nodig hebben. Binnen de keten zullen we met elkaar moeten uitwerken hoe de verschillende processtappen er uitzien vanuit het perspectief van de klant en hoe dat dichtbij de klant het beste kan worden ingericht en georganiseerd. Dit vraagt wat Vivaan betreft om een gemeenschappelijke visie met methodieken en protocollen die goed op elkaar aansluiten. Vanwege de transities zoekt Vivaan naar nieuwe vormen van samenwerking waarbij de expertise van organisaties in de eerste en tweede lijn wordt gekoppeld aan de expertise van Vivaan rondom het versterken van sociale netwerken en ontwikkelen van informele oplossingen. Echte cocreatie dus, met ketenpartners, maar vooral ook met kwetsbare en vitale burgers, aansluitend bij mogelijkheden in een buurt of wijk. Want een goede oplossing in de ene buurt, kan in een andere buurt niet werken.
“ Onze medewerkers zijn flexibel, inventief en werken goed samen” De sociaal werker van de toekomst Een ontdekkingsreis is altijd onzeker. Hoe goed je een volgende etappe ook voorbereidt, onderweg kom je toch voor onverwachte situaties te staan, die je op dat moment het hoofd moet bieden. Ontdekkingsreizigers moeten daarom flexibel, inventief, leergierig en vasthoudend zijn en goed kunnen samenwerken. Vivaan stelt deze competenties bij haar pionierende medewerkers al geruime tijd op de proef. En het eindpunt van de ontdekkingsreis is nog niet in zicht. Zelfs als de grote transities binnen de AWBZ, de Jeugdzorg en de wet Werken naar Vermogen hun beslag hebben gekregen, gaat de reis door. Juist omdat we werken met mensen en samen met hen op zoek gaan naar oplossingen op maat. Maar wel met steeds meer tools, good practices en competenties in onze bagage. De toekomst is al begonnen en Vivaan ziet het vervolg van haar ontdekkingsreis met het volste vertrouwen tegemoet!
Colofon Input: medewerkers, management en andere stakeholders Tekst: Elsbeth de Wolff en Anneke Groeneveld Redactie: Kitty de Laat en Anneke Groeneveld Eindredactie: Reëlle Communicatie, Valkenswaard Illustraties: Reëlle Communicatie, Valkenswaard Foto cover: iStockphoto.com Vormgeving en druk: TGO ontwerp reklame drukwerk, Uden Uitgave: Vivaan, Centrum voor participatie www.vivaan.nl