Op weg naar een innovatielandkaart De Nederlandse bibliotheekwereld kent tientallen innovatieve projecten op lokaal of regionaal niveau. Welke zijn het meest vernieuwend en onderscheidend? In het programma de Innovatieagenda wordt deze vraag verkend. Doel: het opstellen van een shortlist met maximaal tien projecten die zo veel potentie hebben dat ze opschaling naar landelijk niveau verdienen. Daarmee komt ook een innovatielandkaart tot stand, inclusief een route naar de Bibliotheek van de Toekomst. Hieronder wordt het proces en de criteria achter de komst van de innovatielandkaart beschreven. In het najaar van 2013 verscheen de 'Inventarisatie innovatie openbaar bibliotheekwerk'. Deze inventarisatie, die voortvloeide uit het projectplan 'Innovatieagenda 2013-2014' van het Sectorinstituut Openbare Bibliotheken (SIOB), zette alle vernieuwende projecten op een rij die tot dan toe waren uitgezet in de Nederlandse bibliotheken. In totaal kwam samensteller Edwin Mijnsbergen tot een lijst met 94 projecten in alle soorten en maten, in verschillende stadia van ontwikkeling en uitvoering, en geïnitieerd door zeer uiteenlopende partijen. Beleidskader Begin 2014 werd ook een ander voornemen uit de Innovatieagenda realiteit: de vorming van een Innovatieraad. Die moet zorgen voor inspraak, krachtenbundeling en draagvlak om zo de inhoudelijke richting van de Innovatieagenda in de Nederlandse openbare bibliotheken te bepalen. De Innovatieraad staat onder voorzitterschap van Erna Winters. In januari van dit jaar publiceerde een commissie onder leiding van Job Cohen bovendien nog het onderzoeksrapport 'Bibliotheek van de Toekomst'. Daarin staan antwoorden op de vraag in welke richting de maatschappelijke functie van de openbare bibliotheek zich in de toekomst (de horizon ligt in het jaar 2025) moet ontwikkelen. Dit in het licht van ingrijpende maatschappelijke en technologische ontwikkelingen. De komende jaren is 'Cohen' daarmee een belangrijk beleidskader voor de Nederlandse bibliotheken. Dragon's Den Tegen deze beleidsmatige achtergrond lag een mooie uitdaging op tafel: het wegen van het innovatieve belang van de 94 projecten. Het is een boeiende klus voor Adeline van den Berg (namens SIOB) en Johan Stapel (namens Bibliotheek.nl). De toetsing moet leiden tot een shortlist van maximaal 10 projecten die zich echt onderscheiden in innovatieve slagkracht. Die shortlist leggen we voor aan de Innovatieraad met de suggestie om deze projecten extra ondersteuning, begeleiding en financiële middelen te bieden. Als in een heuse Dragon's Den (anderen trekken een vergelijking met The Voice Of Holland) worden de individuele leden van de Innovatieraad uitgenodigd om projecten waarin ze het meest geloven, te adopteren. Dat wil zeggen dat zij zich in het bijzonder voor deze projecten inzetten om die inderdaad te laten uitgroeien tot bruikbare, realistische en goed te implementeren vernieuwingen in de Nederlandse bibliotheken. Hoepeltje De 94 projecten zijn zeer divers, maar hebben één ding gemeen: op lokaal of regionaal niveau zijn ze al eens getoetst. Hun sprong door het hoepeltje was een succes en kon rekenen op een opgestoken duim van beslissers en/of sponsoren.
Toen we aan dit evaluatieproces begonnen, was de lijst met projecten (de longlist) echter al een jaar oud. Misschien waren sommige projecten inmiddels wel sterk aangepast of geruisloos beëindigd. En wellicht waren er intussen andere initiatieven geboren die ook voor toetsing in aanmerking moesten komen. De lijst vroeg dus om actualisering. Edwin Mijnsbergen is daarmee momenteel druk aan de slag. Dankzij de zegeningen van 'the cloud' kan zijn en ons werk tegelijkertijd plaatsvinden: eventuele mutaties worden direct door ons meegenomen in de weging. Een belangrijke doelstelling van deze actualisering is ook om projecten te achterhalen bij wie de sprong door het hoepeltje mislukt was. Dat klinkt misschien vreemd, maar het is heel goed mogelijk dat de kerngedachte van zulke projecten desondanks veelbelovend is. Dat ze het niet tot de status van project geschopt hebben, kan liggen aan een niet goed uitgewerkte businesscase. Of misschien waren ze afgeschoten omdat ze als 'te groot' of 'onhaalbaar' werden gezien voor de lokale bibliotheek. Het zou jammer zijn als potentieel sterke ideeën door het ontbreken van een paar randvoorwaarden, of door andere hinderlijke details, op de plank blijven liggen. Zeker als opschaling naar landelijk niveau tot de mogelijkheden behoort. Proces Hier en nu willen we vooral het proces laten zien achter de totstandkoming van de shortlist en de innovatielandkaart. De gegevens en cijfers die volgen, verwijzen nog naar de eerste versie van de longlist met zijn 94 projecten. Waarbij we dus aantekenen dat die cijfers nog aan veranderingen onderhevig kunnen zijn. Maar de trends zijn zeker illustratief voor de innovatieve koers die de Nederlandse bibliotheken momenteel varen. Voordat we het vergeten: de term 'innovatielandkaart' werd geïntroduceerd door Bert Mulder, lector Informatie, Technologie en Samenleving aan de Haagse Hogeschool. Dat gebeurde tijdens drie Innovatiedenkmiddagen in het najaar van 2013. Die waren bedoeld om de gedachtevorming over innovatie en vernieuwing in de Nederlandse bibliotheken te ondersteunen. Hier gebruiken we de term Innovatielandkaart vooral om een kader te bepalen voor bibliotheekinnovatie - mede in het licht van het rapport-Cohen - en om samenhang aan te brengen tussen zoveel mogelijk projecten. Criteria Om de projecten te kunnen wegen op hun innovatieve gehalte en meerwaarde voor het hele veld, hebben we criteria nodig. We besloten er vier te hanteren. Is het project anders? Wijkt het af van alles wat we kennen, ook buiten de bibliotheekwereld? Is het project onderscheidend? Kun je er - bij wijze van spreken - tamtam mee maken? Haalt het de voorpagina van de krant? Is het project haalbaar? Zowel in financieel, juridisch (denk aan eventuele rechten op content) als in technisch opzicht? Is het project schaalbaar? Kan het zonder al te veel praktische belemmeringen worden uitgerold naar andere bibliotheken en regio's?
Op elk criterium kan een project maximaal vijf punten krijgen, in totaal bedraagt de maximale score dus 20. Structuur volgens Cohen Met deze meetlat in het achterhoofd moesten we eerst structuur aanbrengen in een lijst met (soms zeer) vage projectomschrijvingen die op het eerste gezicht alle kanten op gingen. Onze evaluatie begon daarom met diverse vormen van waarnemen en beschouwen: scannen, inzoomen, afstand nemen, wegkijken, in laten werken, verbindingen maken. Daarna pakten we 'Cohen' erbij. Die schetst in zijn rapport vier maatschappelijke kernfuncties van de openbare bibliotheek in 2025. 1.
De bibliotheek verbindt mensen met informatie
De bibliotheek sluit met zijn collectie aan op de behoeften van de gebruikers. Daarbij helpt de bieb mensen om informatie te leren vinden, te selecteren, te gebruiken en te beoordelen op betrouwbaarheid. De term 'mediawijsheid' wordt hierbij vaak gebruikt. 2.
De bibliotheek biedt een platform voor persoonlijke ontwikkeling
Kennis opdoen is één ding, mensen moeten die ook kunnen omzetten in vaardigheden, bijvoorbeeld in makers- of werkplaatsen. Hoe schrijf ik een gedicht? Hoe gebruik ik een 3Dprinter? Hoe ver de bibliotheek hierin moet gaan - via een cursusaanbod in samenwerking met opleidingspartners? - is een punt van discussie. Daarnaast wisselen professionals er kennis uit en delen ze die met anderen. 3.
De bibliotheek staat centraal in de lokale infrastructuur
De bieb vervult een centrale rol in de gemeenschap, fysiek dan wel via digitale fora. Mogelijkheden te over: samenwerking met de heemkundekring, het beheer van een collectie oude ansichten van de stad of een leesavond met de lokaal bekende auteur. 4.
De bibliotheek biedt meer dan je zoekt
De bieb heeft veel meer in huis bij het onderwerp waarover je dat ene boek zoekt, aanvullend kaartmateriaal, een bijzondere collectie tijdschriften of dagboekaantekeningen van een betrokkene. Hier gaat het over het plaatsen van informatie in een context. Het is een manier om een onderwerp te duiden tegen de achtergrond van een tijdgeest of een plaats: de inbedding in historische of maatschappelijke ontwikkelingen. Domeinen We vroegen ons af of het mogelijk zou zijn om 'Cohen' als een mal over de inventarisatie te leggen. Konden we de 94 projecten op de een of andere manier verbinden aan, of onderbrengen in, zijn vier kernfuncties? Zodat we al direct over een toekomstbestendige rubricering konden beschikken? Tot onze opluchting luidde het antwoord voor veruit de meeste projecten: 'ja'. In de longlist tekende zich een aantal domeinen af. Grofweg kun je zeggen dat deze domeinen in dienst staan van één van de vier kernfuncties of dat ze er op zijn minst mee te maken hebben, qua oriëntatie. Soms is die oriëntatie heel duidelijk, soms moet je wat licht bij schijnen.
De eerste vier domeinen, elke biblioman of -vrouw zal ze herkennen, zijn:
logistiek en leenverkeer
collectievorming en -uitbreiding
gebouw en inrichting
professionalisering van personeel .
In de longlist staan 17 projecten die nauw verbonden zijn aan een of meer van deze domeinen. Écht vernieuwend zijn ze niet: ze vallen inhoudelijk buiten het begrip van innovatie zoals SIOB, Bibliotheek.nl en de Innovatieraad dat hanteren. De reden? Ze richten zich op de bestaande praktijk. Verbetering van het leenverkeer, uitbreiding van de collectie, een betere inrichting van het gebouw en werken aan goed opgeleid personeel. Als het goed is, zijn het doelen waarop elke bibliotheek zich in de dagelijkse bedrijfsvoering als vanzelfsprekend richt. Daarom komen ze niet in aanmerking voor onze shortlist. Dat laat onverlet dat deze projecten letterlijk zeer waardevol kunnen zijn. Juist nu de bieb enerzijds te maken heeft met forse bezuinigingen, en anderzijds moet innoveren, zijn projecten waarmee je misschien wel een miljoen euro kunt besparen op bedrijfsprocessen, van cruciaal belang. Ook al omdat de domeinen waarin ze actief zijn, de vier kernfuncties van Cohen wel degelijk dienen. Rubricering Dat geconstateerd hebbende, troffen we nog eens acht domeinen aan met projecten die zo vernieuwend, fris en inventief waren dat we daar met recht het stempel 'innovatief' op kunnen drukken. Ze zijn goed aan de vier kernfuncties van Cohen te koppelen, zoals de rubricering in de tabel hieronder laat zien. De projecten die zich in deze domeinen bewegen hebben onze bijzondere aandacht, komen in aanmerking voor de shortlist en vormen als het ware het tekenmateriaal voor de Innovatielandkaart.
Kernfunctie Cohen Verbindt mensen met informatie Platform persoonlijke ontwikkeling
Aantal projecten 10 12
Centraal in lokale infrastructuur
15
Biedt meer dan je zoekt
24
Domeinen mediawijsheid makers- of werkplaatsen kennis delen faciliteren lokale auteurs community building leesbevordering contextualisering van informatie promotie van de collectie
Al met al waren er slechts 22 projecten op de longlist die we niet konden toeschrijven aan een van de domeinen vanwege een te vage projectomschrijving en/of een te onduidelijke uitwerking van doelen en activiteiten.
Dwarsverbanden Naarmate meer projecten zich bewegen in dezelfde kernfuncties en domeinen, neemt het risico toe dat ze tegelijkertijd bezig zijn het wiel uit te vinden. Een belangrijke doelstelling van onze toetsing is dan ook om zoveel mogelijk dwarsverbanden te leggen tussen de projecten. Daarmee vergroot je het draagvlak om te investeren in centrale faciliteiten, denk aan de ontwikkeling van centrale technische voorzieningen waar meerdere projecten gebruik van kunnen maken (tooling). Een voorbeeld daarvan zijn voorzieningen voor linked data waarmee de samenhang tussen verschillende databronnen zichtbaar worden. Zo wordt het makkelijker om informatie te vinden en krijgen individuele databronnen een toegevoegde waarde. Geografische verdeling Het is interessant om te kijken naar de geografische verdeling van het aantal innovatieve projecten over Nederland. Daarbij treffen we opmerkelijke verschillen aan. Als we Nederland indelen in de vier klassieke windstreken, komen we tot de volgende cijfers:
Noord (Friesland, Groningen, Drenthe):
8
Oost (Overijssel, Gelderland, Flevoland):
10
West (Noord- en Zuid-Holland, Utrecht):
23
Zuid (Limburg, Noord-Brabant, Zeeland):
35
Opvallend is het grote aantal projecten in de zuidelijke provincies en in het westen. Noord en oost blijven daarbij achter. De verleiding is groot om te denken dat het aantal projecten in een regio iets zegt over de innovatiebereidheid in dat gebied. Dat is een te voorbarige conclusie. Misschien kiest een regio met een 'lage score' wel voor een focus op enkele grotere projecten, en zit daar een vergelijkbare investering in tijd en geld in dan in meerdere kleinere projecten. Dan kun je ook nog bekijken op welke kernfuncties de vier regio's de nadruk leggen. Ook hier is het te prematuur om daar al uitspraken over te doen. Maar na een 'sneak preview' lijkt het er bijvoorbeeld op dat er in het westen weinig projecten zijn die zich bezighouden met de bibliotheek als platform voor persoonlijke ontwikkeling. In het zuiden doen ze daar juist veel aan, evenals aan de positionering van de bieb in de lokale infrastructuur. In de loop van september is ook de actualisering van de aanvankelijke inventarisatie afgerond en zijn eventuele nieuwe kandidaten eveneens gewogen. Snel daarna volgt het maken van de shortlist met maximaal tien projecten die we aan de Innovatieraad zullen voorleggen. Welke projecten de raad uiteindelijk zal omarmen, is nu nog onbekend, maar zal in de loop van oktober/november duidelijk worden.