Toelichting bij het onderzoek
Elsevier’s De beste ziekenhuizen 2015 Gebruikte methode om te komen tot een samengestelde score op effectiviteit, veiligheid, dienstverlening en wachttijden en tot scores op patiëntervaringen, zorgzwaarte en financiële positie per ziekenhuis Versie 6.1, 2 November 2015
2
1/35
Samenvatting SiRM ondersteunt het weekblad Elsevier bij het onderzoek De beste ziekenhuizen 2015 naar de prestatieindicatoren en andere publiek beschikbare gegevens over Nederlandse ziekenhuizen. Voor het onderzoek zijn prestatie-indicatoren geselecteerd, zowel zorginhoudelijke indicatoren als gegevens over wachttijden. De zorginhoudelijke indicatoren zijn ingedeeld naar de domeinen effectiviteit, veiligheid en dienstverlening. Samen met de wachtlijsten bepalen de scores op die drie domeinen de positie in het Elsevier-onderzoek De beste ziekenhuizen. Selectie van indicatoren is vernieuwd: Doe wat je doet goed! We hebben dit jaar een nieuwe selectiemethode toegepast, waarbij we zo veel mogelijk indicatoren meenemen zonder vooraf te selecteren op electieve behandelingen die vrijwel elk ziekenhuis uitvoert. Op deze manier scoren ziekenhuizen nu op alle zorg waar indicatoren voor zijn aangeleverd. De ziekenhuizen worden dan vergeleken met andere ziekenhuizen die een bepaalde behandeling uitvoeren. Ontbrekende of niet van toepassing zijnde indicatoren worden zodoende niet bestraft. We hebben 395 van de 830 beschikbare hoofdindicatoren uit de prestatie-indicatoren van de IGZ en de wettelijk verplichte indicatorsets Zorginzicht geselecteerd. In de selectie zijn alleen indicatoren opgenomen die gericht zijn op medisch specialistische of ziekenhuisbrede zorg en door tenminste 30 ziekenhuizen zijn aangeleverd. Daarnaast moet duidelijk zijn of een hogere waarde betere of juist slechtere kwaliteit vertegenwoordigd. Procentueel zijn er door deze nieuwe selectiemethode meer indicatoren meegenomen dan voorgaande jaren, maar aangezien het aantal indicatoren met ongeveer een derde is afgenomen zijn er uiteindelijk toch minder hoofdindicatoren meegenomen dan vorig jaar. De indicatoren bestaan ook dit jaar voornamelijk (83%) uit structuurindicatoren. Methode van onderzoek In dit onderzoek worden verschillende indicatoren gecombineerd tot samengestelde indicatoren. De samengestelde indicatoren worden eerst geschaald naar een uniforme schaal (z-score) en worden daarna gewogen bij elkaar opgeteld. De gewichten zijn samen met Elsevier vastgesteld. De verhouding in gewicht tussen structuur-, proces- en uitkomstindicatoren is vastgesteld op 1:1,5:2. Ziekenhuizen die gegevens niet hebben aangeleverd, worden niet bestraft. Ziekenhuizen konden mogelijk foutieve waarden corrigeren: 67 ziekenhuizen hebben SiRM updates van hun waarden gestuurd. Bollensystematiek verdeeld de totale groep in vieren De score van een ziekenhuis wordt uitgedrukt in één tot vier bollen. De bollen bevatten geen waardeoordeel van SiRM of Elsevier, maar geven aan hoe het ziekenhuis scoort op de geselecteerde indicatoren vergeleken met het gemiddelde in Nederland. De uitslag kwalificeert ziekenhuizen dus niet als ‘slecht’ of ‘goed’ in absolute zin.
2
2/35
Voor indicatoren waarbij toeval een rol speelt, houden we rekening met de statistische betrouwbaarheid. De score van een ziekenhuis en het betrouwbaarheidsinterval van toevalsindicatoren bepalen dan samen het aantal bollen van een ziekenhuis. Op indicatoren met toeval kunnen het domein effectiviteit kunnen ziekenhuizen ook halve bollen scoren. Wachttijden Vergelijking van de wachttijden is alleen gedaan voor specialismen en behandelingen die door tenminste 30 ziekenhuizen wordt aangeboden.
2
3/35
Inhoud Samenvatting......................................................................................................................................................... 2 Inhoud.................................................................................................................................................................... 4 1 Inleiding ........................................................................................................................................................ 5 2 Selectie ziekenhuizen ................................................................................................................................. 7 3 Zorginhoudelijke indicatoren ................................................................................................................... 7 3.1 Selectie van zorginhoudelijke indicatoren ....................................................................................... 7 3.1.1 Bronnen van de indicatoren .............................................................................................. 8 3.1.2 Eerste selectie van de indicatoren .................................................................................. 10 3.2 Indeling van indicatoren ................................................................................................................... 11 3.2.1 Domeinen ........................................................................................................................... 11 3.2.2 Types .................................................................................................................................... 12 3.2.3 Categorieën ......................................................................................................................... 13 3.2.4 Selectie van indicatoren op basis van categorie-indeling............................................ 14 3.3 Schoningsuitvraag .............................................................................................................................. 15 3.4
Berekenen van samengestelde zorginhoudelijke indicatoren .................................................... 16
3.4.1 Indicatoren omzetten naar een uniforme schaal ......................................................... 16 3.4.2 Indicatoren samenvoegen ................................................................................................ 18 3.4.3 Bollen toewijzen................................................................................................................. 20 4 Wachtlijstgegevens ................................................................................................................................... 24 4.1 Selectie van wachtlijstgegevens ....................................................................................................... 24 4.2
Berekenen van samengestelde indicator wachtlijstgegevens...................................................... 26
5 Berekenen thema scores voor Elsevier................................................................................................. 27 Appendix A – Ziekenhuizen opgenomen in Elsevier ................................................................................. 29 Appendix B – Wijzigingen schoningsprocedure .......................................................................................... 31 Appendix C – Geselecteerde indicatoren ...................................................................................................... 31 Appendix D – Hercodering antwoorden & Rekenregels ........................................................................... 31 Appendix E – Rekenregels ............................................................................................................................... 32 Appendix F – Geselecteerde indicatorsets................................................................................................... 33 Appendix G – Volumenormen ...................................................................................................................... 35 Appendix H – Wijzigingen verantwoordingsdocument ............................................................................ 35
2
4/35
1
Inleiding
SiRM ondersteunt Elsevier bij haar onderzoek naar de prestatie-indicatoren van Nederlandse ziekenhuizen. Dit document beschrijft de twee stappen die genomen zijn om tot de scores te komen die door Elsevier zijn gebruikt; (1) de selectie van indicatoren en (2) de berekening van een score per ziekenhuis. Relevante indicatoren selecteren Voor het onderzoek zijn publiek beschikbare indicatoren geselecteerd, zowel zorginhoudelijke indicatoren als gegevens over wachttijden. In voorgaande jaren speelde ook de ervaringen van de patiënten een rol. Omdat de CQI niet ter beschikking is gesteld door stichting Miletus, blijven deze gegevens buiten beschouwing in het huidige onderzoek. De ziekenhuizen en specialisten zijn zelf betrokken geweest bij het vaststellen van de zorginhoudelijke indicatoren die bijvoorbeeld ook gebruikt worden door de Inspectie voor de gezondheidszorg voor haar toezicht en door verzekeraars voor de inkoop van ziekenhuiszorg. Hoe berekenen we de totaal score? Verschillende indicatoren worden gecombineerd tot samengestelde indicatoren1. De indicatoren worden eerst geschaald naar een uniforme schaal (z-score) en worden daarna gewogen bij elkaar opgeteld. De gewichten zijn samen met Elsevier vastgesteld. De score van een ziekenhuis wordt uitgedrukt in één tot vier bollen. De bollen bevatten geen waardeoordeel van SiRM, maar geven aan hoe het ziekenhuis scoort op de geselecteerde indicatoren vergeleken met het gemiddelde in Nederland. Voor indicatoren waarbij toeval een rol speelt, houden we rekening met de statistische betrouwbaarheid. De score van een ziekenhuis en het betrouwbaarheidsinterval bepalen dan samen het aantal bollen van een ziekenhuis. Op die indicatoren kunnen ziekenhuizen ook halve bollen scoren. De scores op de domeinen ‘veiligheid’ en ‘effectiviteit’ zijn gebundeld in een score voor medische zorg. De scores op wachttijden en het domein ‘dienstverlening’ in een score op patiëntgerichtheid De scores voor medische zorg en dienstverlening bepalen samen weer de totaalscore (Figuur 1).
1 Nardo, M. et al. (2005), “Handbook on Constructing Composite Indicators: Methodology and User Guide”, OECD Statistics Working Papers, 2005/3, OECD Publishing. Jacobs, R., P. Smith, M. Goddard (2004) “Measuring performance: An examination of composite performance indicators”, The University of York – Center for health economics – CHE technical paper series 29. We passen hier de stappen toe die in Nardo et al. zijn beschreven.
2
5/35
Figuur 1 De totaalscore wordt bepaald op basis van scores op effectiviteit, veiligheid, dienstverlening en wachttijden
Wat leest u in dit document? In dit document beschrijven we de selectie van de indicatoren van het onderzoek en de stappen waarmee ze zijn verwerkt tot samengestelde indicatoren per soort indicator: 1.
2.
Zorginhoudelijke indicatoren, ingedeeld naar drie domeinen: a.
veiligheid;
b.
effectiviteit;
c.
dienstverlening.
Wachtlijstgegevens.
In hoofdstuk 2 worden de ziekenhuizen waarvoor scores zijn uitgerekend besproken. In hoofdstuk 3 tot en met 5 wordt de indicatorenselectie en berekening van de ziekenhuisbrede score op kwaliteit beschreven. Hierin wordt ingegaan op de selectie en berekeningen voor de zorginhoudelijke indicatoren (hoofdstuk 3) en de wachttijdgegevens (hoofdstuk 4). In hoofdstuk 5 wordt de berekening van de themascores besproken.
2
6/35
2
Selectie ziekenhuizen
Voor het Elsevier onderzoek zijn alle Nederlandse ziekenhuizen geselecteerd die openbare gegevens hebben aangeleverd. ZBC’s zijn buiten beschouwing gelaten. Een 2-tal ziekenhuizen heeft zowel bij de Inspectie van de Gezondheidszorg (IGZ) als bij Zorginzicht (ZI) voor afzonderlijke locaties gegevens aangeleverd. Deze ziekenhuizen zijn apart opgenomen in het Elsevier onderzoek. Dit betreft de volgende ziekenhuizen: 1.
2.
Gelre ziekenhuizen a.
locatie Apeldoorn
b.
locatie Zutphen
Treant zorggroep a.
locatie Scheper – Emmen
b.
locatie Bethesda – Hoogeveen
c.
locatie Refaja – Stadskanaal
In totaal zijn 90 ziekenhuizen opgenomen in de Elsevier Ranglijst. Ten opzichte van vorig jaar mist ziekenhuis De Sionsberg (Dokkum) door het faillissement van haar moederorganisatie Pasana. Daarnaast zijn er een aantal ziekenhuizen (per 2015) gefuseerd, waardoor hun naam veranderd is. Desondanks zijn deze ziekenhuizen los geanalyseerd. Alle 90 ziekenhuizen zijn terug te vinden in appendix A.
3
Zorginhoudelijke indicatoren
3.1
Selectie van zorginhoud elijke indicatoren
We hebben een selectie gemaakt uit publiek beschikbare indicatoren die door het veld zelf zijn gedefinieerd. Deze indicatoren zijn verzameld door de Inspectie van de Gezondheidszorg (IGZ) en het Kwaliteitsinstituut van Zorginstituut Nederland. Ten opzichte van voorgaande jaren is de selectie van indicatoren aangepast. Waar voorgaande jaren de selectie van indicatoren erop gericht was de kwaliteit van een generiek ziekenhuis te vangen, zijn we dit jaar overgegaan naar een selectie waarbij we ziekenhuizen scoren op alle geleverde zorg (waar kwaliteitsindicatoren voor zijn aangeleverd). Dit betekent dat we zoveel mogelijk kwaliteitsindicatoren mee hebben genomen. Echter niet alle indicatoren zijn gebruikt. Niet meegenomen zijn indicatoren: •
2
die niet gericht zijn op medisch specialistische of ziekenhuisbrede zorg;
7/35
•
die afhankelijk zijn van de grootte van het ziekenhuis (bijv. aantal artsen);
•
waar niet duidelijk van is of de kwaliteit beter is bij een hogere/lagere waarde;
•
waar minder dan 30 ziekenhuizen informatie over hebben aangeleverd;
•
die gebruikt worden om andere indicatoren te berekenen (bijv. waarden (tellers & noemers) die gebruikt worden om een percentage te bepalen).
3.1 .1
B r o nn e n v a n d e i nd ic a t or e n
De gebruikte indicatoren zijn door het veld zelf vastgesteld. Zowel ziekenhuizen als medisch specialisten waren nauw betrokken bij de ontwikkeling en selectie van de indicatoren die wij hier ook gebruikt hebben. Die komen uit twee verzamelingen: •
De basis en veiligheidsset van de Inspectie van de Gezondheidszorg (IGZ)
•
Zorginzicht (ZI)
De basis en veiligheidsset van de IGZ De IGZ hanteert een ‘basisset’ voor kwaliteitsindicatoren die zij gebruikt bij het toezicht op ziekenhuizen. Sinds verslagjaar 2013 zijn hieraan ook kenmerken waarmee de IGZ het veilig werken in ziekenhuizen monitort (de veiligheidsset) toegevoegd. Beide indicatorsets zijn vastgesteld in overleg met de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU), de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) en de Orde van Medisch specialisten (OMS). De uitgangspunten voor de basisset zijn2: •
Een prestatie-indicator geeft een signaal over de kwaliteit van de zorg op grond waarvan de inspectie kan besluiten nader onderzoek te verrichten.
•
Ziekenhuizen maken de gegevens zelf openbaar.
•
Naast externe verantwoording is ook het stimuleren van interne kwaliteitsverbetering een doel.
•
Registratielast moet beperkt blijven.
•
De basisset van de IGZ is een ontwikkelingsmodel.
De stichting Dutch Hospital Data (DHD) verzamelt de indicatoren bij de ziekenhuizen en plaatst ze op de website www.ziekenhuizentransparant.nl.
2
‘Prestatie-indicatoren ziekenhuizen. Basisset 2009’ , IGZ, Utrecht 2009.
2
8/35
Zorginzicht Zorginzicht is een voor ziekenhuizen wettelijk verplichte indicatorsets voor Medisch Specialistische Zorg. Deze indicatorset is gedefinieerd door zorgaanbieders, zorgverzekeraars en zorggebruikers samen, vertegenwoordigd door de volgende partijen: de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU), de Nederlandse Patiënten en Consumenten Federatie (NPCF), de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ), de Orde van Medisch Specialisten (OMS) en Zorgverzekeraars Nederland (ZN)3. Alle indicatorsets van Zorginzicht bevatten indicatoren voor electieve zorg. Voor het meetjaar 2014 zijn ziekenhuizen verplicht om voor 37 indicatorsets gegevens aan te leveren als onderdeel van het Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording: 1.
Aneurysma Aorta Abdominalis
15. Dialyse bij nierziekten
2.
Baarmoederhalsafwijkingen
16. Galblaasverwijdering
3.
Bariatrische Chirurgie
17. Heupprothese
4.
Beroerte (CVA)
18. In opzet curatieve behandeling
5.
Blaascarcinoom
6.
Carotis Chirurgie
7.
Carpaletunnelsyndroom
8.
Cataract
9.
Coeliakie
prostaatcarcinoom 19. Inflammatory bowel disease (IBD) 20. Knieprothese 21. Lage Rug Hernia 22. Liesbreukoperaties 23. Longcarcinoom 10. Colorectaal Carcinoom 24. Maligne 11. Constitutioneel Eczeem 12. Cystic Fibrosis 13. Dementie 14. Diabetes
3
grootcellig
lymfoom B-cel
diffuus lymfoom
(DLBCL) 25. Mammacarcinoom 26. Melanoom
https://www.zorginzicht.nl/opendata/
2
9/35
27. Meniscus en voorste kruisband
33. Psoriasis
28. Migraine
34. Reumatoïde Artritis
29. Nierstenen
35. Slokdarm- & maagcarcinoom
30. Osteoporose
36. Varices
31. Ovariumcarcinoom
37. Zwangerschap en bevalling
32. Parkinson
De inhoud van 14 indicatorsets (onderstreept in bovenstaande opsomming) zijn volledig vernieuwd ten opzichte van vorig jaar. Deze 14 aandoeningen zijn onderdeel van de verbeterslag op de indicatoren zoals bijvoorbeeld beschreven in het “Programma Kwaliteit” van ZN4. Naast deze vernieuwing zijn een aantal indicatorsets komen te vervallen (HIV, Benigne Prostaat Hyperplasie/hypertrofie & Obstructieve Slaap-apneu Syndroom) of zijn niet uitgevraagd aangezien doorontwikkeling gewenst is (Macula Degeneratie, PAOD, Ruggenmergstimulatie bij FBSS, Stressincontinentie & Ziekte van Adenoïd en Tonsillen). Het Zorginstituut Nederland heeft de Zorginzicht indicatoren voor Medisch Specialistische Zorg van verslagjaar 2014 in een Excel bestand openbaar beschikbaar gesteld5 en levert ook een overzicht van de uitgevraagde indicatoren6.
3.1 .2
Ee rs te s el ec ti e v a n d e i nd ic a to re n
In totaal zijn er 2537 indicatoren, waarvan 511 indicatoren in de basis- & veiligheidsset van de IGZ en 2026 indicatoren in Zorginzicht. Deze 3026 indicatoren bestaan uit 830 hoofdindicatoren (64 IGZ, 766 ZI) en 2196 sub-indicatoren. In totaal zijn 1043 indicatoren door de selectie gekomen, waarvan 395 hoofdindicatoren en 648 sub-indicatoren. Dit betekent dat 48% van de hoofdindicatoren zijn geselecteerd en 41% van de gehele indicatorset. Ten opzichte van vorig jaar is dat een toename van 13% van de geselecteerde hoofdindicatoren. Echter de selectiecriteria zijn dit jaar aangepast, waardoor de vergelijking niet valide is. Aangezien het aantal indicatoren met grofweg een derde is afgenomen,
4
https://www.zn.nl/336986124/Thema?dossierid=339148814&title=Programma+Kwaliteit&parenttitle=Kwaliteit +%26+Innovatie&parentid=339148802
5
https://www.zorginzicht.nl/opendata
6
https://www.zorginzicht.nl/bibliotheek/Paginas/transparantiekalender.aspx
2
10/35
zijn er in absolute zin minder indicatoren geselecteerd dan vorig jaar (in 2013 waren er 515 geselecteerde hoofdindicatoren). De 1043 indicatoren zijn afkomstig van 47 van de 56 beschikbare indicatorsets. De geselecteerde indicatorsets zijn onderverdeeld naar soort zorg (zie appendix F voor overzicht van indicatorsets naar soort): •
Ziekenhuisbrede zorg. Zeven indicatorsets meten ziekenhuisbrede aspecten van de zorg zoals het percentage doorligwonden, het percentage ondervoede patiënten, en de behandeling van pijn na een operatie. Deze sets zijn allen afkomstig van IGZ. In totaal zijn 33 van de 35 hoofdindicatoren uit deze sets meegenomen.
•
Acute zorg. Vrijwel ieder ziekenhuis biedt acute zorg uit 2 indicatorsets aan. Bij deze zorg hebben patiënten nauwelijks keuze tussen ziekenhuizen. In totaal zijn 9 van de 13 hoofdindicatoren uit de indicatorsets infectieziekten en hart en vaten (beiden IGZ) meegenomen in het onderzoek.
•
Electieve zorg. Uit 38 indicatorset zijn 353 van de 782 hoofdindicatoren geselecteerd die de kwaliteit van electieve zorg beschrijven.
Figuur 2 - Beschikbare en geselecteerde hoofdindicatoren per soort indicatorset [aantallen]
Beschikbaar Acuut
13
Electief Ziekenhuisbreed
3.2
Geselecteerd
830
782 35
395
Acuut
9
Electief Ziekenhuisbreed
353 33
Indeling van ind icatore n
3.2 .1
D om ei n e n
Ziekenhuizen krijgen een score per domein. De drie domeinen die we hier gebruiken zijn als volgt gedefinieerd: •
Veiligheid (V): het vermijden van veiligheidsrisico’s en fouten die schade kunnen toebrengen aan patiënten en medewerkers.
•
Effectiviteit (E): het leveren van nauwkeurige en juiste zorg gebaseerd op wetenschappelijke kennis.
2
11/35
•
Dienstverlening (D): het respecteren van de unieke noden, wensen en waarden van de patiënt.
Wij hebben de indicatoren van ZI en de IGZ in deze domeinen ingedeeld7. De meeste geselecteerde indicatoren vallen onder effectiviteit (58%). Daarna volgen veiligheid en dienstverlening met respectievelijk 20% en 21% van de geselecteerde zorginhoudelijke indicatoren (Figuur 3). Figuur 3 Verdeling van beschikbare en geselecteerde indicatoren over domeinen [percentages]
11%
21%
26%
20%
Dienstverlening Veiligheid
3.2 .2
43%
58%
Beschikbaar
Geselecteerd
Effectiviteit
Ty p e s
Indicatoren kunnen worden ingedeeld in drie types8: •
Structuurindicatoren beschrijven of de zorgaanbieder bepaalde voorzieningen heeft getroffen in de organisatie, bijvoorbeeld of folders over een bepaalde ziekte aanwezig zijn.
•
Procesindicatoren volgen een serie gebeurtenissen tijdens een onderzoek en/of behandeling van een patiënt, bijvoorbeeld hoeveel patiënten binnen een bepaalde tijd de juiste medicijnen krijgen toegediend.
•
Uitkomstindicatoren meten uitkomsten van de zorg zoals bijvoorbeeld het percentage doorligwonden.
De 1043 geselecteerde indicatoren bestaan voor 83% uit structuur-, 14% uit proces- en 3% uit uitkomstindicatoren (Figuur 4). Verreweg de meeste indicatoren zijn dus structuurindicatoren. Deze verdeling komt overeen met gegevens uit verslagjaar 2013, waarbij de vernieuwde selectiemethode een lichte stijging van 2% aan uitkomstindicatoren veroorzaakt.
Een klein deel van de geselecteerde indicatoren is niet eenduidig aan één domein toe te delen. Wij hebben dan een ‘hoofddomein’ gekozen. Zie ook Tabel 1.
7
8 Donabedian, A. (1966). Evaluating the Quality of Medical Care. Milbank Memorial Fund Quarterly: Health and Society 44(3; pt. 2):166–203.
2
12/35
Figuur 4 Verdeling van beschikbare en geselecteerde indicatoren over type [percentage] 6%
14%
3%
24% Uitkomst 83% 50%
Structuur
Beschikbaar
3.2 .3
Proces
Geselecteerd
Ca te go ri e ë n
Binnen de types hebben we een verfijning aangebracht in categorieën (Tabel 2), waarbij iedere categorie van indicatoren inzoomt op een bepaald onderdeel van de ziekenhuisorganisatie. We hebben alle indicatoren in 12 categorieën ingedeeld, waarbij sommige categorieën verschillende domein kunnen vertegenwoordigen (Figuur 5). Tabel 1 Gehanteerde indeling in type (structuur, proces of uitkomstindicatoren), domein (Veiligheid (V), Effectiviteit (E), Dienstverlening (D)) en categorieën.
Type/Categorie
Indicatoren geven inzicht in…
Structuur Aantal artsen
E: Hoeveel artsen er werkzaam zijn bij het ziekenhuis op specifieke gebieden.
Administratie
V: Of een ziekenhuis de administratieve processen op orde heeft.
Behandeltraject
D: Hoe het ziekenhuis het behandeltraject van patiënten inricht, bijvoorbeeld met altijd een vaste arts, alle onderzoeken op één dag. E: Hoe wordt een behandeling ingericht: welke specialist, hoeveel controleafspraken.
Behandelfaciliteiten
E: Welke faciliteiten er bij het ziekenhuis aanwezig zijn voor behandelingen of processen, zoals het IC niveau, ICT apparatuur.
Communicatie
D: Hoe uitslagen van onderzoeken en diagnoses aan de patiënt bekend worden gemaakt.
Informatievoorziening
D: Hoe de informatievoorziening naar de patiënt is geregeld, zoals informatie over een aandoening op de website of met folders.
Multidisciplinair
E: Is er een multidisciplinair team (MDT) aanwezig, hoe is het MDT opgebouwd en worden patiënten structureel besproken in een multidisciplinair overleg (MDO).
2
13/35
Type/Categorie
Indicatoren geven inzicht in…
Protocollen
V: Of met bepaalde protocollen voor een bepaalde aandoening gewerkt wordt en/of een procesbeschrijving aanwezig is.
Registratie
V: Deelname aan een (landelijk) registratiesysteem, bijvoorbeeld voor complicaties en/of infecties.
Proces Aantal behandelingen
V: Hoeveel specifieke behandelingen jaarlijks door de artsen van het ziekenhuis worden uitgevoerd.
Processen
E: Bij hoeveel patiënten bepaalde zorg gerelateerde processen worden toegepast (bijv. aandeel van patiënten met trombolyse met behandeling binnen 1 uur) of bij hoeveel patiënten wordt de zorguitkomst (PROM) gemeten. V: Bij hoeveel patiënten is de registratie en administratie op orde.
Uitkomst Uitkomsten
E: Wat de medisch inhoudelijke uitkomsten van een bepaalde behandeling of van de verpleging in het ziekenhuis is, bijvoorbeeld het percentage doorligwonden, het percentage ondervoede patiënten of de PROM-resultaten. D: Wat de uitkomsten zijn van de patiëntmeting zorgkwaliteit (CQI).
3.2 .4
S el ec ti e v a n i nd ic a to r e n op b a si s v a n c a teg o ri e- i nd e li ng
Op basis van de categorie-indeling is nog een selectie van de indicatoren uitgevoerd. Deze keuzes (in combinatie met de selectiecriteria zoals beschreven in sectie 3.1) resulteren in de uiteindelijk selectie van indicatoren per categorie (Figuur 5): •
Van de categorie aantal artsen worden geen indicatoren geselecteerd, omdat het te sterk gekoppeld is aan de schaal van een ziekenhuis.
•
Van de categorie aantal behandelingen zijn alleen maar de indicatoren geselecteerd die ook in een volumenorm zijn opgenomen. Aan de hand van deze 18 volumenormen is getoetst of het aantal behandelingen voor een ziekenhuis hieraan voldoet. Deze volumenormen zijn vastgesteld door de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde (NVvH), de Nederlandse Vereniging voor Urologie (NVvU), de Nederlandse Vereniging voor Cardiologie (NVvC), de Nederlandse Orthopaedische Vereniging (NOV) of de IGZ. Zie appendix G voor een overzicht van de gehanteerde volumenormen.
In Appendix C is een lijst terug te vinden met alle meegenomen indicatoren.
2
14/35
Figuur 5 Selectie van indicatoren per categorie en type [aantal] Beschikbaar
Geselecteerd
367
344 274
265 182
Structuur
3.3
32
18
Proces
uitkomsten
protocollen
32 126
aantal behandelingen
109
processen
95
multidisciplinair
76 145
informatievoorziening
20 faciliteiten
21
192
communicatie
22 behandeltraject
administratie
aantal artsen
29
registratie
253
48
161
156
103
Uitkomst
Schoningsu itvraa g
Vanuit de gedachte dat er bij de administratie en registratie van indicatoren fouten kunnen plaatsvinden, zijn de ziekenhuizen in de gelegenheid gesteld mogelijk foutief ingevulde waarden te corrigeren. Hiervoor is naar de ziekenhuizen een document opgestuurd met daarin de voor het desbetreffende ziekenhuis relevante indicatoren waarvoor de ingevulde waarden mogelijk afwijkend zijn. Deze zijn als volgt berekend: 1.
Indicatoren waarvoor meerdere antwoorden beschikbaar waren voor één ziekenhuis;
2.
Indicatoren met als antwoord 99, 999, 9999, 99999 of 999999;
3.
Indicatoren waar het antwoord van een specifiek ziekenhuis afwijkt van het antwoord dat >90% van de ziekenhuizen gaf;
4.
Indicatoren die 3* de standaardafwijking boven of onder het gemiddelde liggen.
In totaal hebben 67 ziekenhuizen 442 correcties doorgegeven in verband met Elsevier beste ziekenhuizen 2015. In Appendix B zijn de gewijzigde waarden opgenomen.
2
15/35
3.4
Berekenen van samenge stelde zorginho udeli jke indicatoren
Op basis van de geselecteerde indicatoren krijgen ziekenhuizen per domein (Effectiviteit, Veiligheid en Dienstverlening) een eindscore bestaande uit één tot vier bolletjes. De bolletjes geven aan of een ziekenhuis beter (3 of 4 bollen) of slechter (1 of 2 bollen) presteren op een bepaald domein. Om tot deze eindscore te komen worden de volgende berekeningsstappen uitgevoerd: 1.
Indicatoren omzetten naar een uniforme schaal;
2.
Indicatoren samenvoegen;
3.
Bollen toewijzen.
In volgende paragrafen leggen we bovenstaande stappen uit.
3.4 .1
Ind ic a t or e n omz ett e n na a r ee n u ni f or me sc h a a l
Voor ieder ziekenhuis worden de waardes voor een indicator geschaald naar een uniforme schaal zodat ze later bij elkaar opgeteld kunnen worden9. We gebruiken hiervoor een z-score: ,
Hierin is
=
,
(1)
̂ , de gemeten waarde van indicator i voor ziekenhuis j. Het gemiddelde en de
standaarddeviatie van indicator i wordt bepaald over alle ziekenhuizen die een waarde hebben aangeleverd. Alle indicatoren hebben een gemiddelde z-score van 0 en een standaarddeviatie van 1.
Voordat we een z-score kunnen bepalen moeten een aantal indicatoren eerst nog worden herdefinieerd/numeriek gemaakt worden. Allereerst zijn indicatoren waarbij een lagere score beter is (denk aan percentage doorligpunten) geschaald zodat in de uiteindelijke score een hogere score beter is voordat deze indicatoren meegenomen zijn bij de berekening. Daarna zijn veel indicatoren geherdefinieerd aan de hand van rekenregels voordat ze werden geschaald (bijv. indicatoren voor de samenstelling van een multidisciplinair team). Bovendien zijn de gegevens aangepast voor onwaarschijnlijke waardes en voor niet aangeleverde waardes voordat de z-score is berekend. Herdefinitie van indicatoren d.m.v. rekenregels Herdefinitie van indicatoren is alleen noodzakelijk als de antwoorden op de indicatoren niet cijfermatig zijn. Cijfermatige indicatoren zoals percentages (bijv. het percentage patiënten met decubitus), tijd (bijv. de door-to-needle tijd in uren) of waarden (bijv. het aantal behandelingen) zijn
Zie Jacobs et al 2004, Nardo 2005 en Freudenberg, M. (2003), “Composite Indicators of Country Performance: A Critical Assessment”, OECD Science, Technology and Industry Working Papers, 2003/16, OECD Publishing.
9
2
16/35
direct geschikt voor schaling met een z-score. Echter een groot gedeelte van de indicatoren (bijna alle structuurindicatoren) bestaat niet uit cijfermatige, maar uit nominale ‘ja/nee’-indicatoren (bijv. ‘neemt het ziekenhuis deel aan complicatieregistratie ’(ja/nee), en zo ja, welk soort (eigen/lokaal/landelijk)’). Deze moeten worden geherdefinieerd, zodat er een cijfermatige waarde uit ontstaat. Hierin onderscheiden we 3 bewerkingen (zie voor verder uitleg appendix E voor een exacte omschrijving van de rekenregels): 1.
Indien meerdere ja/nee antwoorden mogelijk zijn (‘klasses’), zijn punten toegekend. Nul voor de minst waardevolle optie een half punt voor de volgende optie en één punt voor de meest waardevolle optie. Bijvoorbeeld bij aanwezigheid van bepaalde disciplines: 0 voor niet aanwezig, 0,5 voor op indicatie aanwezig en, 1 voor aanwezig. Zie appendix D voor de puntentoekenning die bij dergelijke vragen afhangt van de specifieke vraag.
2.
Sommige indicatoren geven informatie over welke zorgaanbieders betrokken zijn. Daar worden punten aan toegekend (zoals hierboven bij ‘klasses’). Er kunnen meerdere antwoorden zijn waarbij het verschil in waarde voor de patiënt niet duidelijk is (bijvoorbeeld of het eerste aanspreekpunt een medisch specialist of een specialistisch verpleegkundige is). Deze indicatoren worden dan samengevoegd, waarbij de gescoorde waarde voor de gehele groep indicatoren geldt. Op deze manier worden er geen dubbele gegevens meegenomen. (Rekenregel 1)
3.
Bij een aantal indicatoren is er van uitgegaan dat meer ook beter is. Een voorbeeld van een dergelijke indicator is het verstrekken van informatie via de website, brochures en op papier. Een ziekenhuis kan daarop 0%, 33%, 66% of 100% scoren. Ook deelname aan een MDO wordt gemeten met dergelijke indicatoren. Zodoende wordt een MDO met meerdere deelnemers beloond. Binnen een groep indicatoren met samenhangende vragen wordt de score van alle indicatoren bij elkaar opgeteld en gedeeld door maximale score per ziekenhuis. (Rekenregel 5 & 21)
Aanpassen van onwaarschijnlijke waardes Onwaarschijnlijke waardes vallen buiten het verwachte bereik van de indicator. Deze zogenaamde uitbijters beïnvloeden de schaling naar een z-score omdat zij het gemiddelde naar boven of naar beneden trekken. Een uitbijter wordt gedefinieerd als een waarde met een afwijking van meer dan 3x de standaardafwijking ten opzichte van het gemiddelde. Er zijn dit jaar 367 uitbijters gevonden. Deze uitbijters zijn gecorrigeerd naar de waarde van 3x de standaardafwijking. Na deze correctie is opnieuw een z-score berekend. Door deze waardes aan te passen daalt de spreiding op de indicator. Het ziekenhuis met de ‘uitbijter’ krijgt echter nog steeds dezelfde z-score toebedeeld omdat het ziekenhuis nog steeds de minimum of maximum waarde binnen de set toebedeeld krijgt.
2
17/35
Niet aangeleverde indicatoren In tegenstelling tot voorgaande jaren krijgen ziekenhuizen voor niet-aangeleverde indicatoren geen ‘straf’. Dat betekent dat missende waarden geen effect hebben op de uiteindelijke score. Dit zorgt ervoor dat ziekenhuizen die een bepaalde aandoening niet behandelen, hier ook niet op gescoord worden. Daarnaast worden indicatoren die niet van toepassing zijn voor ziekenhuizen niet meegenomen in de analyse. De score voor ziekenhuizen wordt dan bepaald over de indicatoren die wel van toepassing zijn. Ziekenhuizen worden dus niet gestraft voor het niet aanleveren van indicatoren die niet voor hen van toepassing zijn. De z-waarde voor een indicator wordt pas na deze aanpassingen berekend voor alle ziekenhuizen.
3.4 .2
Ind ic a t or e n sa m e nv oe ge n
Voor ieder ziekenhuis wordt de samengestelde indicatorwaarde getrapt berekend. Na de herdefinitie worden alle indicatoren uitgedrukt op een z-score. Voor elk ziekenhuis worden de z-scores per categorie en domein samengevoegd in een samengestelde indicatorwaarde. Deze samengestelde indicatorwaarde wordt bepaald door de gemiddelde z-score per categorie te berekenen: = Hierin
,
∑∈
,
(2)
die z-score voor indicator i van het ziekenhuis j (zie vergelijking 1). Er wordt gesommeerd
over alle indicatoren in de categorie m en gedeeld door het totaal aantal indicatoren
in de categorie
m. Vervolgens worden de samengestelde indicatorwaarden samengevoegd tot een domeinscore. De domeinscore is het gewogen gemiddelde over de samengestelde indicatorwaarden: = met de domeinscore
∑# $% ! " ∑#$% !
voor ziekenhuis j en domein d, het gewicht wm voor categorie m en
(3)
als de
samengestelde indicatorwaardes per categorie m voor ziekenhuis j. Ontbrekende indicatoren en indicatoren die niet van toepassing zijn worden niet meegenomen in de berekening. Ziekenhuizen krijgen hier dus geen strafpunten voor. De gewichten zijn samen met Elsevier vastgesteld (Tabel 4). Er is gekozen voor een aanpak in twee stappen.
2
18/35
1.
In eerste instantie hechten we een belang aan het type indicator. De kwaliteit kan gemeten worden met structuur-, proces- en uitkomstvariabelen. De verhouding structuur : proces : uitkomst indicatoren is vastgesteld op 1 : 1,5 : 2.
2.
Over de verschillende categorieën-domein combinaties wordt daarna nog een weging uitgevoerd (Tabel 2). De totale weging binnen het type en het domein moet voldoen aan de weging zoals in stap 1 vastgesteld. •
Voor het domein effectiviteit hebben de categorieën behandeltraject en multidisciplinair meer gewicht gekregen, omdat deze categorie gaat over de behandeling van patiënten, terwijl een keuze voor het aanbieden van faciliteiten ook een bewuste keuze van ziekenhuizen kan zijn.
•
Voor het domein veiligheid hebben we het gewicht van de structuurindicatoren binnen de categorie protocollen een zwaarder gewicht dan de overige categorie. Deze gewichten zijn aangepast omdat het aantal indicatoren binnen de overige categorie relatief laag is.
•
Voor het domein dienstverlening hebben zowel de categorie faciliteiten en communicatie een lager gewicht gekregen aangezien het aantal indicatoren binnen deze twee categorieën relatief laag is.
Tabel 2 Gewichten en verdeling per categorie en domein Type/Categorie
Effectiviteit #
Structuur
Aantal artsen Administratie Behandeltraject Behandelfaciliteiten Communicatie Informatievoorziening Multidisciplinair Protocollen Registratie
144 192 145 0 -
Proces
Aantal behandelingen Processen
93
Uitkomst
Uitkomsten
2
32
Veiligheid w 1 0.4 0.1 0.4 0.1 1,5 1.5 2 2
#
Dienstverlening
18 33
w 1 0.1 0.1 0.4 0.2 1,5 0.75 0.75
-
-
21 0 109 32
# 109 0 20 95 -
w 1 0.5 0.125 0.125 0.25 -
-
-
-
-
19/35
3.4 .3
B o ll e n t o ew ijz e n
Bij het toekennen van bollen wordt onderscheid gemaakt tussen indicatoren die op toeval berusten en indicatoren die niet op toeval berusten. Voor indicatoren die op toeval berusten wordt een betrouwbaarheidsinterval berekend, terwijl dat voor indicatoren die niet op toeval berusten niet nodig is. Alleen uitkomstindicatoren berusten op toeval. Toekennen bollen op basis van samengestelde score (geen toeval) Bij structuur- en procesindicatoren speelt toeval geen rol. Structuur indicatoren zijn veelal indicatoren met een nominaal meetniveau (ja/nee vragen). Deze vragen, zoals of een bepaalde faciliteit al dan niet aanwezig is, zijn niet ontvankelijk voor toeval. Ook voor procesindicatoren (vaak indicatoren met meetniveau ratio) wordt geen betrouwbaarheidsinterval meegenomen. Of iemand bijvoorbeeld wel of niet volgens een bepaald protocol is behandeld zou niet van toeval af moeten hangen. Aangezien de domeinen veiligheid en dienstverlening geen uitkomstindicatoren bevatten zijn ze niet ontvankelijk voor toeval. Rondom de samengestelde score van deze domeinen wordt dus geen betrouwbaarheidsinterval bepaald. Het aantal bolletjes voor de domeinen dienstverlening en veiligheid worden toebedeeld op basis van percentielscores (Tabel 3). Tabel 3 Indeling bollen voor samengestelde score op basis van percentielscores (geen toeval)
Bollen
Indeling
4
De 15% ziekenhuizen met de hoogste score.
3
De ziekenhuizen met een bovengemiddelde score tussen het 50e en 85e percentiel
2
De ziekenhuizen met een ondergemiddelde score tussen het 15e en 50e percentiel
1
De 15% ziekenhuizen met de laagste score.
Toekennen bollen op basis van een betrouwbaarheidsinterval (wel toeval) Het betrouwbaarheidsinterval van de samengestelde indicatorwaarde voor een ziekenhuis hangt af van de betrouwbaarheidsintervallen van de onderliggende indicatorwaarden van dat ziekenhuis. De betrouwbaarheidsintervallen worden alleen berekend voor uitkomstindicatoren aangezien alleen deze indicatoren van toeval afhankelijk kunnen zijn. Als een ziekenhuis bijvoorbeeld het aantal doorligwonden meet, kan het zijn dat er net iemand is opgenomen met doorligwonden, waardoor de score slechter is. Het toevalcomponent wordt kleiner wanneer er meer patiënten of een langere periode gemeten is. Een betrouwbaarheidsinterval houdt daarom rekening met het aantal waarnemingen.
2
20/35
Het aantal bollen voor het domein effectiviteit, dat ontvankelijk is voor toeval, wordt gebaseerd op de berekende betrouwbaarheidsintervallen rondom de samengestelde score (Tabel 4, Figuur 6). Hierbij worden de twee laagste scores van 0,5 en 1 bol samengevoegd tot 1 bol. Tabel 4 Indeling bollen voor samengestelde score inclusief betrouwbaarheidsinterval
Bollen
Indeling
4
De ondergrens van het betrouwbaarheidsinterval van de score van het ziekenhuis ligt boven het landelijk gemiddelde plus de standaarddeviatie.
3,5
De ondergrens van het betrouwbaarheidsinterval van de score van het ziekenhuis ligt onder het landelijk gemiddelde plus de standaarddeviatie. De score van het ziekenhuis ligt daarboven.
3
De score van het ziekenhuis valt boven het landelijk gemiddelde. De bovengrens van het betrouwbaarheidsinterval van de score van het ziekenhuis valt onder het landelijk gemiddelde plus de standaarddeviatie.
2,5
De score van het ziekenhuis valt boven het landelijk gemiddelde. De ondergrens van het betrouwbaarheidsinterval van de score van het ziekenhuis valt daaronder.
2
De score van het ziekenhuis valt onder het landelijk gemiddelde. De bovengrens van het betrouwbaarheidsinterval van de score van het ziekenhuis valt daarboven.
1,5
De score van het ziekenhuis valt boven het landelijk gemiddelde minus de standaarddeviatie. De bovengrens van het betrouwbaarheidsinterval van de score van het ziekenhuis valt onder het landelijk gemiddelde.
1
De bovengrens van het betrouwbaarheidsinterval van de score van het ziekenhuis ligt boven het landelijk gemiddelde minus de standaarddeviatie. De score ligt daaronder.
0,5
De bovengrens van het betrouwbaarheidsinterval van de score van het ziekenhuis ligt onder het landelijk gemiddelde minus de standaarddeviatie.
2
21/35
Figuur 6 Methode om bollen aan scores en betrouwbaarheidsinterval toe te kennen binnen het domein effectiviteit
Het betrouwbaarheidsinterval wordt berekend met behulp van een Monte Carlo simulatie. Hiermee berekenen we de verwachte verdeling van de samengestelde indicatorwaarde per ziekenhuis. In de Monte Carlo simulatie berekent de computer voor ieder ziekenhuis herhaaldelijk een samengestelde indicatorwaarde met de vergelijkingen 1-3. Daarbij gebruikt de computer de volgende onderliggende indicatorwaardes: •
Voor de indicatoren zonder betrouwbaarheidsinterval zijn de waardes gelijk aan de
•
Voor indicatoren met een betrouwbaarheidsinterval trekt de computer voor ziekenhuis j en
geobserveerde indicatorwaardes ̂ , .
indicator i in berekeningsronde k een waarde waardes van
'( , .
'( , ,&
uit de verwachte verdeling van de
Die verdeling hangt af van de geobserveerde waarde voor indicator i en
ziekenhuis j ( ̂ , ) en van het aantal patiënten () , ) waarbij een ziekenhuis j indicator i heeft
gemeten.
Dit wordt 1000 maal herhaald. Uit de 1000 berekende waardes van de samengestelde indicatorwaardes '( ,&
worden de verwachte 95%-betrouwbaarheidsintervallen voor de samengestelde indicatorwaarde
voor ziekenhuis j * + berekend.
2
22/35
Voor dit soort indicatoren worden de boven- en ondergrenzen van het betrouwbaarheidsinterval (respectievelijk
,
en
) als volgt berekend10:
= In deze formule is
,
.0 ∝⁄0
0 6 *%75 6 + .∝⁄0 5 , 0 2 82
± ∝⁄0 4 02 9,
.0 ∝⁄0
(4)
2
̂ de gemeten indicatorwaarde van een ziekenhuis voor ) patiënten. De
indicatorwaarde ligt tussen 0 en 1. Bijvoorbeeld een waarde van 0,03 voor doorligwonden omdat er 6 mensen in een groep van 200 doorligwonden hadden. De parameter
∝⁄ :
is de z-waarde van een
normale verdeling waaronder een aandeel van ∝⁄2 van de geobserveerde indicatorwaardes wordt
verwacht als de gemiddelde indicatorwaarde 0 is en de standaarddeviatie 1. De verzameling waardes algoritme per ronde k:
'( ,& wordt
gerealiseerd met een Monte Carlo simulatie met het volgende
•
De computer genereert een random getal tussen 0 en 1.
•
Dit getal stellen we gelijk aan de parameter ∝ in vergelijking 4.
•
Voor iedere indicator i met betrouwbaarheidsinterval worden voor ieder ziekenhuis twee waardes van
•
'( , ,&
berekend; de onder- en bovengrens (
,
en
) uit formule 311.
De twee waardes van de samengestelde indicator voor ziekenhuis j uit berekeningsronde k. (
'( ,& )
worden berekend met vergelijkingen 1-3.
Na 1000 rondes wordt uit de verzamelde samengestelde indicatorwaardes j het verwachte 95% betrouwbaarheidsinterval van
'( ,&
voor ieder ziekenhuis
berekend.
Het algoritme reproduceert inderdaad de volgens vergelijk 4 verwachte verdeling voor indicator voor het hele bereik van geobserveerde waarden en aantallen patiënten waarbij gemeten is bij 1000 herhalingen.
10 Agresti en Coull, “Approximate is better than ‘exact’ for interval estimation of binomial proportions”, The American Statistician, Vol. 52, No. 2 (mei 1998), pp 119-126. Deze methode wordt ook door ZI gebruikt bij het vaststellen van de vlaggen voor betrouwbaarheid. 11 Bij voldoende waarnemingen kunnen beide waarden worden gebruikt. Een alternatief is per ronde j een ad random keuze voor of − . Voor beide alternatieven is een goede verzameling random getallen nodig.
2
23/35
Het aantal rondes van de Monte Carlo simulatie voor de verdeling van de samengestelde indicator is gekozen op 1000. Met dit aantal herhalingen vinden we een verwachte verdeling voor een aantal testziekenhuizen. Het effect van het betrouwbaarheidsinterval is relatief klein (Figuur 7). Als er in de toekomst meer uitkomstindicatoren bij komen, zal het betrouwbaarheidsinterval een grotere rol spelen. Figuur 7 Samengestelde scores in het domein effectiviteit met betrouwbaarheidsinterval voor alle ziekenhuizen afzonderlijk 3 2 1 0 -1 -2 -3
4
Wachtlijstgegevens
4.1
Selectie van wachtlijstge gevens
Ziekenhuizen zijn verplicht om maandelijks wachttijden te publiceren voor een toegang tot de polikliniek voor 25 specialismen, voor 38 behandelingen en voor 4 soorten diagnostiek. In opdracht van het Ministerie van VWS worden deze gegevens maandelijks verzameld door Mediquest en geplaatst op zorgatlas.nl12. In het onderzoek zijn vergelijkbaar met de selectiecriteria voor de zorginhoudelijke indicatoren alleen de wachttijden voor specialismen, behandelingen en diagnostiek meegenomen, die door minstens 30 ziekenhuizen wordt geleverd. De wachttijden worden op het laagste niveau met elkaar vergeleken
12 NZa, CI/NR-100.084 ‘regeling verplichte (http://www.nza.nl/binaries/7113/12291/100.084.pdf)
2
publicatie
wachttijden
somatische
zorg’.
24/35
door middel van een z-score. Zodoende ontstaat geen vertekend beeld vanwege zeer specialistische zorg zoals thoraxchirurgie of voor minder algemene zorg zoals neurochirurgie en geriatrie. De wachttijden voor de volgende specialismen (Figuur 8), aandoeningen (Figuur 9) en diagnostische verrichtingen (Figuur 10) zijn meegenomen: •
Specialismen: Anesthesie, Cardiologie, Dermatologie, Geriatrie, Gynaecologie, Heelkunde, Interne, Kaakchirurgie, Kindergeneeskunde, KNO, MDL, Neurochirurgie, Neurologie, Oogheelkunde, Orthopedie, Plastische, Psychiatrie, Reumatologie, Revalidatiegeneeskunde, Urologie
•
Behandelingen/aandoening: Baarmoeder verwijderen, Borstvergroting, Borstverkleining, Buikwandcorrectie, Carpaal tunnel syndroom, Galblaasverwijdering, Heupprothese, Incontinentie bij vrouw, Keel- en neusamandelen, Kijkoperatie knie, Knieprothese, Liesbreuk, Neustussenschot correctie, Pijnbestrijding, Prostaatkanker, Rughernia, Spataderen, Staar, Sterilisatie man, Sterilisatie vrouw, Trommelvliesbuisje, Ziekte van Dupuytren.
•
Diagnostiek: CT scan, MRI scan en Gastroscopie
Figuur 8 Aantal ziekenhuizen met wachttijdgegevens voor polikliniek per specialisme [aantal] urologie neurologie dermatologie cardiololgie interne kno heelkunde kindergeneeskunde gynaecologie orthopedie anaesthesie oogheelkunde reumatologie kaakchirurgie mdl plastische geriatrie revalidatiegeneeskunde neurochirurgie psychiatrie
2
90 90 90 90 90 90 88 88 88 87 87 86 81 77 77 75 74 71 59 39
25/35
Figuur 9 Aantal ziekenhuizen met wachttijdgegevens per behandeling [aantal]
Kijkoperatie knie Heupprothese Trommelvliesbuisje Keel- en neusamandelen Knieprothese Neustussenschot correctie liesbreuk galblaasverwijdering Prostaatkanker baarmoeder verwijderen Staar sterilisatie vrouw Sterilisatie man spataderen Borstverkleining Ziekte van dupuytren Buikwandcorrectie carpaal tunnel syndroom Rughernia incontinentie bij vrouw Borstvergroting Pijnbestrijding
87 87 86 86 86 85 85 84 83 83 82 81 79 74 65 62 57 57 52 51 46 31
Figuur 10 Aantal ziekenhuizen met wachttijdgegevens per diagnostiek [aantal]
mri-onderzoek gastroscopie ct-scan
4.2
81 75 79
Berekenen van samenge stelde indicator wachtli j stgegevens
Ook voor wachtlijsten wordt een bollensysteem gehanteerd. Een ziekenhuis kan 1 tot 4 bollen scoren. De score wordt gebaseerd op de gemiddelde wachttijd in weken voor de specialismen, behandelingen en diagnoses benoemd in paragraaf 4.1 gedurende de eerste vijf maanden van 2015. Als een ziekenhuis voor meerdere locaties wachttijden opgeeft, is voor dat ziekenhuis de gemiddelde wachttijd genomen. De gemiddelde wachttijd van ziekenhuizen over de eerste 5 maanden van 2015 zit tussen de 1,6 en 7,1 weken met een gemiddelde van 3,6 weken. Dit is een lichte stijging ten opzichte van de gemiddelde wachttijd in de eerste 7 maanden van 2014 3,2 weken. Allereerst worden de wachttijden op het laagste niveau (per behandeling & specialisme) geüniformeerd door middel van een z-score (zoals in vergelijking 1). Deze z-scores worden gemiddeld over alle behandelingen, zodat er per specialisme 1 wachttijd overblijft. De uiteindelijke score per
2
26/35
ziekenhuis is het gemiddelde van de gemiddelde wachttijden per specialisme. Tot slot worden de ziekenhuizen gerangschikt van laagste naar hoogste gemiddelde z-score en krijgen bollen:
•
4 bollen voor ziekenhuizen met kortere wachttijd dan het 15e percentiel.
•
3 bollen voor ziekenhuizen met wachttijd tussen het 50e en 15e percentiel.
•
2 bollen voor ziekenhuizen met wachttijd tussen het 85e en 50e percentiel.
•
1 bol voor ziekenhuizen met langere wachttijd dan het 85e percentiel.
Ten opzichte van vorig jaar is de zogeheten Treeknorm niet toegepast. Doordat er door de nieuwe selectiemethode meer behandelingen worden meegenomen in de berekening is de kans op overschrijding van de Treeknorm voor ‘zeldzame’ behandelingen ook groter. Hierdoor ontstaat meer variatie tussen de ziekenhuizen, waardoor het aantal Treeknorm-overschrijdingen geen goede maat meer is.
5
Berekenen thema scores voor Elsevier
Op basis van de toegekende bollen voor de zorginhoudelijke domeinen ‘effectiviteit’, ‘dienstverlening’ en ‘veiligheid’ en voor de ‘wachttijden’ worden de eindoordelen die gepresenteerd worden in Elsevier berekend. De thema’s die behandeld worden in Elsevier zijn de volgende: 1.
Patiëntgerichtheid; wachttijden en dienstverlening
2.
Medische inhoud; effectiviteit en veiligheid
3.
Eindscore; patiëntgerichtheid en medische inhoud
Voor thema 1, patiëntgerichtheid, wordt een samengestelde score gemaakt voor de bollen op het domein ‘dienstverlening’ en de bollen voor ‘wachttijden’. De bollen voor beide domeinen worden bij elkaar opgeteld en op basis van de totaalscore wordt een eindscore gegeven op patiëntgerichtheid. Tabel 5 laat de indeling zien op basis van de totaalscore en geeft aan hoeveel ziekenhuizen respectievelijk 1,2,3 of 4 bollen scoren op het thema patiëntgerichtheid.
2
27/35
Tabel 5 Toegekende bollen voor het thema Patiëntgerichtheid (excl. UMC’s)
Totaal score Dienstverlening en Wachttijden Bollen Patiëntgerichtheid # ziekenhuizen 2 of 3
1
11
4
2
18
5 of 6
3
42
7 of 8
4
11
Voor thema 2, medische inhoud, wordt een samengestelde score gemaakt voor de bollen op het domein effectiviteit en het domein veiligheid. De bollen voor beide domeinen worden bij elkaar opgeteld en op basis van de totaalscore wordt een eindscore gegeven op patiëntgerichtheid. Tabel 6 Toegekende bollen voor het thema Medische Zorg (excl. UMC’s)
Totaal score Effectiviteit en Veiligheid
Bollen Medische zorg
# ziekenhuizen
2 tot en met 3
1
13
3.5 tot en met 4.5
2
23
5 tot en met 6.5
3
36
7 tot en met 8
4
10
Voor de eindscore is gekeken naar de som van de bollen op het thema Medische inhoud en het thema patiëntgerichtheid. Hierbij krijgen instellingen met een totaalscore van 2 of 3 bollen 1 bol toebedeeld, instellingen met 4 sterren 2 bollen, instellingen met 5 of 6 sterren 3 bollen en instellingen met 7 of 8 bollen 4 bollen (Tabel 7). Tabel 7 Toegekende bollen voor het Eindscore (excl. UMC’s)
Totaal score Medische zorg en Patiëntgerichtheid Bollen Eindscore #ziekenhuizen 2 of 3
1
7
4
2
20
5 of 6
3
42
7 of 8
4
13
2
28/35
Appendix A – Ziekenhuizen opgenomen in Elsevier
Plaats
Ziekenhuis
Locatie
Alkmaar
Noordwest Ziekenhuisgroep
Medisch Centrum Alkmaar
Almere
Flevoziekenhuis
Amersfoort
Meander Medisch Centrum
Amstelveen
Ziekenhuis Amstelland
Amsterdam
Slotervaartziekenhuis
Amsterdam
BovenIJ Ziekenhuis
Amsterdam
Sint Lucas Andreas Ziekenhuis
Amsterdam
Onze Lieve Vrouwe Gasthuis
Amsterdam
Academisch Medisch Centrum
Ja
Amsterdam
VU Medisch Centrum
Ja
Apeldoorn
Gelre Ziekenhuizen
Arnhem
Rijnstate
Assen
Wilhelmina Ziekenhuis Assen
Bergen op Zoom
Bravis Ziekenhuis
Beverwijk
Rode Kruis Ziekenhuis
Boxmeer
Maasziekenhuis Pantein
Breda
Amphia Ziekenhuis
Capelle a/d IJssel
IJsselland Ziekenhuis
Apeldoorn
Bergen op Zoom
Delft
Reinier de Graaf Gasthuis
Den Bosch
Jeroen Bosch Ziekenhuis
Den Haag
Medisch Centrum Haaglanden - Bronovo
Bronovo
Den Haag
Medisch Centrum Haaglanden - Bronovo
Medisch Centrum Haaglanden
Den Haag
HagaZiekenhuis
Den Helder
Noordwest Ziekenhuisgroep
Deventer
Deventer Ziekenhuis
Dirksland
Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis
Doetinchem
Slingeland Ziekenhuis
Dordrecht
Albert Schweitzer ziekenhuis
Drachten
Nij Smellinghe
Ede
Ziekenhuis Gelderse Vallei
Eindhoven
Máxima Medisch Centrum
Eindhoven
Catharina Ziekenhuis
Emmen
Treant Zorggroep
Enschede
Medisch Spectrum Twente
Geldrop
St. Anna Ziekenhuis
Goes
Admiraal De Ruyter Ziekenhuis
Gorinchem
Beatrixziekenhuis
Gouda
Groene Hart Ziekenhuis
2
UMC
Gemini
Scheper
29/35
Plaats
Ziekenhuis
Groningen
Martini Ziekenhuis
Groningen
Universitair Medisch Centrum Groningen
Haarlem
Spaarne Gasthuis
Hardenberg
Röpcke-Zweers Ziekenhuis
Harderwijk
Ziekenhuis St Jansdal
Heerenveen
Ziekenhuis Tjongerschans
Heerlen
Zuyderland
Helmond
Elkerliek Ziekenhuis
Hengelo
Ziekenhuisgroep Twente (ZGT)
Hilversum
Tergooi
Hoofddorp
Spaarne Gasthuis
Hoogeveen
Treant Zorggroep
Hoorn
Westfriesgasthuis
Leeuwarden
Medisch Centrum Leeuwarden
Leiden
Diaconessenhuis Leiden
Leiden
Rijnland Ziekenhuis
Leiden
Leids Universitair Medisch Centrum
Lelystad
MC Groep
Maastricht
Academisch Ziekenhuis Maastricht
Meppel
Diaconessenhuis Meppel
Nieuwegein
St Antonius Ziekenhuis
Nijmegen
Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis
Nijmegen
Universitair Medisch Centrum Sint Radboud
Oss
Bernhoven
Locatie
Ja
Atrium
Bethesda
Ja
Ja
Ja
Purmerend
Waterlandziekenhuis
Roermond
Laurentius Ziekenhuis
Roosendaal
Bravis Ziekenhuis
Roosendaal
Rotterdam
Franciscus
Gasthuis
Rotterdam
Maasstad Ziekenhuis
Rotterdam
Havenziekenhuis
Rotterdam
Ikazia Ziekenhuis
Rotterdam
Erasmus Medisch Centrum
Ja
Schiedam
Franciscus
Vlietland
Sittard
Zuyderland
Orbis
Sneek
Antonius Ziekenhuis
Spijkenisse
Spijkenisse Medische Centrum
Stadskanaal
Treant Zorggroep
Terneuzen
ZorgSaam Zeeuws-Vlaanderen
Tiel
Ziekenhuis Rivierenland
Tilburg
Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis
St. Elisabeth
Tilburg
Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis
TweeSteden
2
UMC
Refaja
30/35
Plaats
Ziekenhuis
Utrecht
Diakonessenhuis
Utrecht
Universitair Medisch Centrum Utrecht
Venlo
VieCuri Medisch Centrum
Weert
St. Jans Gasthuis
Winschoten
Ommelander Ziekenhuis Groep
Winterswijk
Streekziekenhuis Koningin Beatrix
Woerden
Zuwe Hofpoort Ziekenhuis
Zaanstad
Zaans Medisch Centrum
Zoetermeer
LangeLand Ziekenhuis
Zutphen
Gelre Ziekenhuizen
Zwolle
Isala
Locatie
UMC
Ja
Zutphen
Appendix B – Wijzigingen schoningsprocedure In onderstaande tabel zijn voor de berekening relevante wijzigingen opgenomen. Waar de wijziging een percentage, noemer of teller betreft zijn de bijbehorende waarden – indien nodig - tevens gewijzigd. De appendix is in een apart PDF document bijgevoegd.
Appendix C – Geselecteerde indicatoren Deze appendix beschrijft de geselecteerde indicatoren voor zowel de eindscore als de specifieke aandoeningen. De appendix is in een apart PDF document bijgevoegd.
Appendix D – Hercodering antwoorden & Rekenregels In een aparte PDF is een tabel opgenomen waarbij aangegeven is hoe antwoorden zijn hercodeerd om zo deze indicatoren te kunnen verwerken in de berekening. Hierbij is ook aangegeven tot welke rekenregel ze behoren. De rekenregels staan uitgelegd in volgende Appendix E.
2
31/35
Appendix E – Rekenregels
Rekenregel - Omschrijving #1 – Bieden van zorg: Meer is niet beter
Type indicatoren Structuur
#3: Volumenormen
Proces
#5 - Meer is beter indicatorset-overkoepelend
Structuur
Administratie Registratie
#7 - Percentages berekenen: voor infecties
Proces
Processen
#21 – Bieden van zorg: Meer is beter
Proces Structuur
Behandeltraject Communicatie Faciliteiten Informatievoorziening Protocollen
2
Categorie Behandeltraject Faciliteiten Informatievoorziening Protocollen Aantal behandelingen
Bron ZI
Rekenregel Per indicatorset: max(score)
IGZ/ ZI
∑ normen behaald / ∑ normen van toepassing Waarbij: norm behaald = (score > norm)
IGZ/ ZI
Voor gehele dataset: ∑ score / aantal indicatoren van toepassing
IGZ IGZ/ZI
scoreteller / scorenoemer Per indicatorset: ∑ score / aantal indicatoren van toepassing
32/35
Appendix F – Geselecteerde indicatorsets
Soort/Indicatorset
Bron
Selectie van indicatoren Volledig
Gedeeltelijk
Vernieuwd
Niet
in 2014
Acuut Hart en Vaten
IGZ
X
Infectieziekten
IGZ
X
Algemeen kwaliteitsbeleid
IGZ
X
Verpleegkundige zorg
IGZ
X
Kwetsbare groepen
IGZ
X
Operatief proces
IGZ
X
Veiligheidsthema's Ziekenhuissterfte, dossieronderzoek en onverwacht lange opnameduur Intensive care
IGZ
X
IGZ
X
IGZ
X
Aneurysma Aorta Abdominalis
ZI
X
Baarmoederhalsafwijkingen
ZI
X
Bariatrische Chirurgie
ZI
Beroerte (CVA)
ZI
X
Blaascarcinoom
ZI
X
Carotis Chirurgie
ZI
X
Carpaletunnelsyndroom
ZI
X
Cataract
ZI
X
Coeliakie
ZI
X
Colorectaal Carcinoom
ZI
X
Constitutioneel Eczeem
ZI
X
Cystic Fibrosis
ZI
Dementie
ZI
X
Diabetes
ZI
X
Ziekenhuisbreed
Electief Ja
X
Ja Ja
Ja
Ja
X
Dialyse bij nierziekten
ZI
X
Galblaasverwijdering
ZI
X
Heupprothese
ZI
X
In opzet curatieve behandeling prostaatcarcinoom
ZI
X
Ja
Inflammatory bowel disease (IBD)
ZI
X
Knieprothese
ZI
X
Ja
Lage Rug Hernia
ZI
X
Ja
Liesbreukoperaties
ZI
X
2
33/35
Soort/Indicatorset
Bron
Selectie van indicatoren Volledig
Longcarcinoom Maligne lymfoom diffuus grootcellig B-cel lymfoom (DLBCL) Mammacarcinoom Melanoom
Gedeeltelijk
Vernieuwd
Niet
in 2014
ZI
X
ZI
X
ZI
X
Ja
ZI
X
Ja
Meniscus en voorste kruisband
ZI
X
Migraine
ZI
X
Nierstenen
ZI
X
Osteoporose
ZI
X
Ovariumcarcinoom
ZI
X
Ja
Parkinson
ZI
X
Ja
Psoriasis
ZI
X
Reumatoïde Artritis
ZI
X
Slokdarm- & maagcarcinoom
ZI
X
Varices
ZI
X
Zwangerschap
ZI
X
Maag-darm-lever (MDL)
IGZ
X
Oncologie
IGZ
X
Verloskunde
IGZ
X
Ja
Ja
Geen Medisch Specialistische Ziekenhuis Zorg Verpleging en Verzorging
ZI
X
Verpleging en Verzorging Thuis
ZI
X
Medisch Specialistische Revalidatie Geestelijke Gezondheidszorg en Verslavingszorg (GGZ) Gehandicaptenzorg - Pijler 1
ZI
X
ZI
X
ZI
X
Gehandicaptenzorg - Pijler 2A
ZI
X
Kraamzorg
ZI
X
2
34/35
Appendix G – Volumenor men
Verrichting
Volumenorm
Witte lijst*
Bron
Biventriculaire pacemakers met ICD functie
20
ja
NVvC
ICD´s zonder biventriculaire pacemakerfunctie
60
ja
NVvC
Blaascarcinoom (cysectomie)
10
NVvU
Carotis (interventies)
20
NVvH
Rectumcarcinoom (resecties)
20
NVvH
Colorectaal carcinoom (resecties)
50
NVvH
Aneurysma Aorta Abdominalis (electieve operatie)
20
IGZ
Longcarcinoom (nieuw gediagnosticeerd)
25
NVvH
Longcarcinoom (resecties)
20
NVvH
Maagcarcinoom (resecties)
10
NVvH
Maagverkleining
100
NVvH
Mammacarcinoom (resecties)
50
NVvH
Gemetastaseerd Melanoom
20
NVvH
Ovariumcarcinoom (debulking)
20
NVvH
Pancreascarcinoom (resecties)
20
NVvH/IGZ
Prostaatcarcinoom (Radicale Prostatectomie)
20
NVvU
Slokdarmcarcinoom
20
NVvH
* Na visitatie kan besloten worden dat een ziekenhuis op de witte lijst wordt gezet, waardoor dit ziekenhuis deze behandeling wel mag uitvoeren zonder aan de volumenorm te voldoen
Appendix H – Wijzigingen verantwoordingsdocument Versie 1.0 Datum: 19 oktober 2010 Versie 2.0 Datum: 10 oktober 2011 Versie 3.0 Datum: 29 oktober 2012 Versie 3.1 Datum: 14 november 2012 Versie 4.0 Datum: 28 oktober 2013 Versie 5.0 Datum: 9 oktober 2014 Versie 5.1 Datum: 10 oktober 2014 – update paragraaf 3.2.1 Versie 5.2 Datum: 27 oktober 2014 Versie 6.0 Datum: 20 oktober 2015 – nieuwe indicatorselectie Versie 6.1 Datum: 2 november 2015
2
35/35