Toelichting bij het Kiesreglement voor de Bondsraad
I. Beschouwingen over doel en functie van het Kiesreglement: -
Een kiesreglement is geen doel op zich, zelfs verkiezingen zijn geen doel, beiden zijn slechts een middel. De bestuurlijke structuur van de KNDB is die van een Bondsbestuur dat bestuurt in samenspraak en overleg met een Bondsraad. De bondsraadsleden zijn in dit overleg vertegenwoordiging van de Nederlandse damwereld. Deze vertegenwoordiging wordt geprobeerd te realiseren door middel van verkiezingen. Het doel van de bondsraadverkiezingen is dat de Nederlandse damwereld haar vertegenwoordigers kiest. Het doel van het verkiezingsreglement is dan om deze verkiezingen zodanig te laten verlopen dat de gekozen Bondsraadsleden voor de Nederlandse damwereld legitieme vertegenwoordigers zijn. Het doel van het verkiezingsreglement is dus het verschaffen van legitimiteit.
-
De wijze waarop het verkiezingsreglement legitimiteit verschaft is door een set van ondubbelzinnige regels en bepalingen. Maar even belangrijk is dat de legitimiteit van Bondsraadsleden voor iedereen zichtbaar is. De verkiezingen moeten dus gestructureerd verlopen, ze dienen controleerbaar volgens regels te verlopen, de regels zelf dienen ‘helder en eenduidig’ te zijn, kortom, wat vereist wordt is transparantie.
-
Verschillende malen is ‘uniformiteit’ genoemd als iets dat door het kiesreglement zou moeten worden gerealiseerd. De aanname daarbij is dat voor alle geledingen uniforme verkiezingsregels moeten gelden. Maar het is vooralsnog de vraag of er wel voor alle geledingen uniforme verkiezingsregels kúnnen gelden. Het is op voorhand niet ondenkbaar dat tussen de verkiezing van een bondsraadlid vanuit topsporters en de verkiezing van een bondsraadlid vanuit provincies allerlei essentiele verschillen bestaan. Uniformiteit op zich zelf is niet direct een bruikbaar trefwoord.
-
Wat mogen we beslist níet verwachten van het Kiesreglement? Het Kiesreglement kan geen middel zijn om de Bondsraad te evalueren. Het is ook niet het geschikte instrument om discussies te voeren over de meest geschikte omvang van de Bondsraad of over de scheidslijnen tussen landelijke danwel provinciale bevoegdheden.
-
Wat mogen we wel verwachten? Om legitimiteit te verschaffen aan de verkiezingen moet het kiesreglement volledig in overeenstemming zijn met de huidige statuten, met het huidige Huishoudelijk Reglement en uiteraard met het Burgerlijk Wetboek.
II. Bepalingen in de huidige statuten en HR: A. Wie mogen stemmen? Volgens art. 16-3 van de statuten worden in het Huishoudelijk Reglement regels worden gesteld voor de ‘aanwijzing’ van bondsraadsleden. Zo staat er in het art. 8.1 van het HR: De provinciale bonden wijzen een aantal bondsraadsleden aan zoals bepaald volgens artikel 16, lid 2a van de statuten. Dit zegt niets over wie er mogen stemmen want in artikel 16-2a zijn alleen de aantallen bepaald. Ook is in art. 8.1 van het HR bepaald: Zij (de provinciale bonden) organiseren daarvoor verkiezingen zodanig dat ieder lid van de betreffende provinciale bond in de gelegenheid is gesteld om direct of middellijk zijn stem uit te brengen. Vergelijkbaar is in art. 8.6 van het HR bepaald dat “voor de verkiezing van een bondsraadlid uit en door de bijzondere bonden ieder lid mag stemmen.” Vergelijkbaar is in art. 8-10 van het HR is bepaald dat “voor de verkiezing van een bondsraadlid uit en door de topspelers iedere topspeler mag stemmen.” In geen enkel artikel wordt expliciet bepaald wie er niet mogen stemmen. De conclusie moet dus zijn dat alle leden van de provinciale bonden, alle leden van de bijzondere bonden en de 1e 100 topspelers volgens de huidige statuten en het huidige Huishoudelijk Reglement stemrecht hebben.
B. Wie kunnen zich verkiesbaar stellen? Volgens artikel 5.2 van het HR kunnen alle leden, voor zover natuurlijke personen, gekozen worden in alle functies van de bond. Volgens artikel 2.3 van het HR van de statuten zijn jeugdleden natuurlijke personen in de leeftijd tot 20 jaar. Geen enkel artikel bepaalt expliciet wie zich niet verkiesbaar kan stellen voor de Bondsraad.
Wie moeten gekozen worden: Bondsraadsleden én Reserve Bondsraadsleden: In de Statuten en Huishoudelijk Reglement zijn een aantal bepalingen opgenomen m.b.t. reserve bondsraadsleden. Statuten: 16.7 Indien het lidmaatschap van een bondsraadslid tussentijds eindigt, wordt zijn plaats ingenomen door het reservelid: degene die bij het begin van de zittingstermijn als eerste in zijn plaats gekozen of aangewezen zou zijn. Huishoudelijk Reglement 8.2. Behalve de leden van de bondsraad worden ook een of meer reserveleden gekozen. Wanneer het bondsraadslidmaatschap van een van de vertegenwoordigers eindigt, wordt een reservelid in zijn plaats benoemd. 8.3.
Tenminste een van de door een provinciale bond aan te wijzen bondsraadsleden dient een bestuurslid van die bond te zijn. Het staat de provinciale bonden vrij om aan deze eis te voldoen door hetzij een van de gekozen bondsraadsleden in het bestuur op te nemen, hetzij een afzonderlijke kandidatenlijst met alleen bestuursleden te hanteren voor de betreffende zetel.
8.4.
Van de in lid 3 gestelde eis mag worden afgeweken in geval van tussentijdse opvolging van een bondsraadslid door een reservelid.
De gedachte hierachter is voor de hand liggend. Door tussentijds aftreden door omstandigheden dreigt leegloop of terugloop van de Bondsraadbezetting gedurende de resterende tijd tot de volgende verkiezingen. In theorie kan zelfs het noodzakelijke en vereiste minimum aantal Bondsraadsleden in gevaar komen. De vraag is nu of in het Kiesreglement aparte bepalingen mbt reserveleden nodig zijn.
Worden zij gekozen of is een reservelid eenvoudig ‘de eerstvolgende in de verkiezingsuitslag’? Noch de Statuten, noch het Huishoudelijk Reglement spreken zich hierover uit. Maar de interpretatie dat een reserve lid ‘de eerstvolgende in de verkiezingsuitslag is’ leidt tot ongerijmdheden. - Het betekent dat iemand die uiteindelijk niet gekozen is gedurende maximaal 3 jaar na dato plotseling opgeroepen kan worden om alsnog plaatsvervangend een Bondsraadzetel te vervullen. - Het betekent ook dat een kandidaat die slechts enkele stemmen heeft gekregen tegen honderden op een of meerdere andere kandidaten tóch in de Bondsraad kan komen door een tussentijds aftreden. - Het opent mogelijkheden voor manipulatie door bewust tussentijds af te treden. - Weer een ander probleem is het tussentijds aftreden van een Bondsraadslid tevens provinciaal bestuurder. Art. 8.4 is merkwaardig: de bedoeling was toch om een duidelijke koppeling en communicatie tussen Bondsraad en Provinciaal bestuur te waarborgen. Het begrip Reserve Bondsraadlid móet dus wel geinterpreteerd worden als een hoedanigheid waartoe men door stemming wordt aangewezen. Ergo, het Kiesreglement dient te regelen hoe reserve leden worden gekozen. Een volgende vraag is hoevéél reserveleden gekozen moeten worden. Ook dit aspect is niet volledig helder in Statuten of Huishoudelijk Reglement. De meest voor de hand liggende interpretatie is echter dat voor elk van de beschikbare bondsraadzetels een reservelid wordt aangewezen. Conclusies: • Voor de Kieslijst betekent het dat er verschillende categorieen op de Kieslijst staan: 1. Kandidaat Bondsraadsleden, verkiesbaar als Bondsraadlid én verkiesbaar als ReserveBondsraadlid 2. Kandidaat Bondsraadsleden, uitsluitend verkiesbaar als Bondsraadlid 3. Kandidaat Bondsraadsleden, uitsluitend verkiesbaar verkiesbaar als ReserveBondsraadlid • Voor het Stembiljet betekent het dat men stemmen moet kunnen uitbrengen voor reguliere zetels én voor kandidaten ReserveBondsraadlid. • Via een geschikte vormgeving van Kieslijst en van Stembiljet kan verkiezing van reserve bondsraadsleden ‘meegenomen’ worden in de verkiezingen.
C. Beschouwing over BondsraadSamenstelling en kandidatenlijsten: -
Geledingen: Volgens artikel 16-1 van de statuten wordt de bondsraad uit en door 3 geledingen samengesteld, n.l. 1. de provinciale bonden 2. de bijzondere bonden die bij de bond zijn aangesloten 3. de topspelers In artikel 16_2a, b en c van de statuten zijn de respectievelijke zetelaantallen geregeld.
-
Bijzondere bepalingen m.b.t. provinciale bonden: In artikel 16-4 van de statuten is bepaald dat tenminste één van de bondsraadsleden uit een bepaalde provinciale bond tevens bestuurslid is van die provinciale bond. De provinciale bonden wordt daarbij de vrijheid gelaten een afzonderlijke kandidatenlijst met alleen bestuursleden te hanteren voor de betreffende zetel of om één van de gekozen bondsraadsleden in het bestuur op te nemen. Uit deze bepaling volgen direct diverse mogelijkheden voor de kandidatenlijst: Geval I:
Eén provinciale bondsraadzetel: I.A. Een afzonderlijke Bestuurs Kandidatenlijst met alleen bestuursleden Een variant is de afzonderlijke kandidatenlijst met slechts één naam. Andere bestuursleden stellen zich per afspraak niet beschikbaar. Dit reduceert ‘verkiezing’ tot ‘voordracht’. I.B.
Een Open kandidatenlijst Na verkiezing wordt het gekozen bondsraadslid in het bestuur opgenomen.
Geval II:
Meerdere provinciale bondsraadzetels: II.A. Een afzonderlijke kandidatenlijst met alleen bestuursleden + een open kandidatenlijst. Een variant is de afzonderlijke kandidatenlijst met één kandidaat + een open kandidatenlijst. II.B. Een open kandidatenlijst. Na verkiezing wordt één van de gekozen bondsraadsleden in het bestuur opgenomen.
Opmerking: Een opvatting is dat bondsraadsleden ‘vrij’ gekozen zouden moeten kunnen worden over de provinciale grenzen heen. Dit idee wordt nergens tegengesproken in de huidige statuten en HR. Artikel 16. 1a bepaald dat de bondsraad bestaat uit leden gekozen door en uit de provinciale bonden. Maar er is niet uitdrukkelijk bepaald dat ‘door’ en ‘uit’ betrekking hebben op dezelfde provinciale bond. (Waarschijnlijk is dat wel zo bedoeld geweest maar het staat er niet. ) Iemand uit Gelderland zou zich in principe verkiesbaar kunnen stellen in Overijssel. Dit alles betekent: • Voor de verkiezing bondsraadszetel tevens provinciaal bestuurslid: ‘Over’ de provinciegrens heen is alleen mogelijk indien men in een andere provincie een provinciale bestuurszetel vervult of gaat vervullen. Zeer onwaarschijnlijk maar niet helemaal onmogelijk. • Voor de eventuele overige bondsraadzetels: Er is geen enkele bepaling die kandidaatstelling ‘over de provinciale grenzen heen’ verbiedt. Aan al deze statutair toegestane variaties kan recht worden gedaan door voor de verkiezing van bondsraadsleden uit en door provinciale bonden te werken met een kandidatenlijst die uit twee gedeelten bestaat: A. Bestuurskandidatenlijst (nooit ‘over provinciegrenzen heen’) Hierop kan naar wens van het provinciaal bestuur danwel van de bestuursleden: • Geen kandidaat staan Men neemt later één van de gekozen bondsraadsleden uit de Open Kandidatenlijst op in het bestuur. • Eén kandidaat staan die al bestuurslid is • Meerdere kandidaten staan, allen al bestuurslid. B. Open Kandidatenlijst (mogelijk ‘over provinciegrenzen heen’) Op deze kandidatenlijst kan/kunnen: • Geen kandidaat staan • Precies voldoende kandidaten staan voor nog resterende zetels • Meer kandidaten dan nog resterende zetels Een interessante situatie doet zich voor als de bestuurkandidatenlijst meerdere namen bevat, de betreffende provincie meerdere bondsraadsleden moet kiezen en ook de open kandidatenlijst namen bevat waarbij men geen gebruik wenst te maken van de mogelijkheid om een gekozen bondsraadlid achteraf op te nemen in het bestuur. De vraag is dan wie van de bestuurskandidatenlijst automatisch gekozen is als het bondsraadlid_tevens_bestuurder en op welke wijze de overige bondsraadzetels dan verdeeld moeten worden. Een automatisme om alle provinciale bestuurskandidaten automatisch te benoemen voor zover er zetels zijn leidt wel tot een heel sterke bestuursvertegenwoordiging. Het lijkt mij enerzijds beter passend bij de geest van het Bondsraadmodel, en anderzijds nergens tegengesproken door statuten of HR om dan te bepalen: - Diegene van de bestuurskandidatenlijst met het hoogste aantal stemmen is automatisch gekozen als het bondsraadlid tevens bestuurder. - De overige kandidaten op de bestuurskandidatenlijst worden gelijkelijk behandeld als de kandidaten op de Open kandidatenlijst.
Uit oogpunt van de gewenste helderheid en transparantie zal het de kiezer duidelijk moeten zijn welk model men in een provincie volgt. Schematisch zou men e.e.a. als volgt kunnen weergeven:
Bestuurs Kandidaten Lijst B. Eén naam (Kandidaat is automatisch gekozen)
C. Meerdere namen
Dan geen verkiezingen Bondsraadzetel(s) blijven vacant
Geen verkiezingen Resterende zetels blijven vacant
Geen verkiezingen indien evenveel kandidaten als beschikbare zetels Wel verkiezingen indien meer kandidaten dan zetels
2. Evenveel namen als onvervulde zetels
Dan geen verkiezingen: Alle kandidaten zijn gekozen. Eén van hen móet toe treden tot het bestuur
Geen verkiezingen Alle kandidaten zijn gekozen.
Geen verkiezingen Alle kandidaten zijn gekozen.
3. Meer namen dan onvervulde zetels
Verkiezingen uit Open Lijst voor alle beschikbare zetels. Eén van de gekozen kandidaten móet toe treden tot het bestuur
Verkiezingen van kandidaten uit Open Lijst voor resterende zetels.
Verkiezingen van kandidaten voor beschikbare zetels. 1 Bondsraadlid wordt uit Bestuurskandidaten gekozen.
A. Geen namen
1. Geen namen
Open Kandidaten Lijst
Afweging: - Dat een bestuur kiest voor geval A is onwaarschijnlijk. Het betekent dat het bestuur er zomaar zonder noodzaak of afweging een nieuw bestuurslid bij zou kunnen krijgen. Die mogelijkheid zal een normaal functionerend bestuur afwijzen. - Dat een bestuur kiest voor geval C doordat meerdere bestuursleden zich kandidaat stellen is vrij onwaarschijnlijk. (En overigens ook om meerdere redenen onwenselijk. B.v. onderling concurrentie of te sterke vertegenwoordiging provinciaal bestuur in Bondsraad) - Voor de hand ligt dat een bestuur kiest voor geval B. - De keuze voor A, B of C volgt eenduidig uit het aantal namen op de Bestuurskandidatenlijst tesamen met het aantal beschikbare Bondsraadzetels. - Behalve de ‘reguliere’ Bondsraadzetels moeten ook reserve Bondsraadsleden worden gekozen. Nu is over de Reserve Bondsraadsleden niet vastgelegd dat één van hen bestuurslid moet zijn. Er is dus geen reden voor het kandideren als ReserveBondsraadsleden_tevens_bestuurder. Mocht een bestuurslid bereid zijn als reserve te fungeren van het Bondsraadslid_tevens_bestuurder, dan kan hij/zij zich daarvoor ook op de Open KandidatenLijst als reserve kandideren.
Eindconclusies: • Het kiesreglement moet voor verschillende geledingen de verkiezingen regelen. Voor de verkiezing van Bondsraadsleden uit en door de topspelers kan het Kiesreglement eenvoudig zijn. Er worden maximaal 100 stemmen uitgebracht voor 2 zetels. Ook voor de verkiezing van Bondsraadsleden uit en door de aangesloten bijzondere bonden kan het Kiesreglement eenvoudig zijn. Door relatief kleine bonden wordt per bond slechts één zetel gekozen. Gecompliceerder wordt alles bij de verkiezing van bondsraadsleden uit en door de provinciale bonden. Hier zijn binnen de huidige statuten en HR allerlei varianten mogelijk. In veel gevallen is verkiezing eenvoudig en soms zelfs gelijk aan een voordracht. Maar het kúnnen ook volledig open verkiezingen zijn. Om tot een helder kiesreglement te komen lijkt het verstandig voor deze 3 zo verschillende verkiezingen een trapsgewijs kiesreglement te hanteren. Voor de geledingen waar alles eenvoudig is volstaat dan een eenvoudig deel van het kiesreglement. •
Het opstellen van de artikelen van het Kiesregelement is de formele uitwerking. Ook belangrijk is het opstellen van gestandaardiseerde documenten.