JULI, AUGUSTUS, SEPTEMBER 1976 ~ nr.53
TIJDSCHRIFT VOOR SCIENCE~FICTION&FANTASTIEK
EDITORIAAL robert smets
thys van ebbenhorsttengbergen
simon joukes
REDACTIE SECRETARIAAT LAYOUT DRUK
: robert smets, italiëlei 843, 2000 antwerpen : lou grauwels, lange kievitstraat 27, 2000 antwerpen : herman ceulemans, bredabaan 7982, 2060 merksem : marc corthouts, borsbeekstraat 4, 2200 borgerhout
SF-MAGAZINE, Tijdschrift voor Science-Fiction en Fantastiek, uitgegeven door SFAN, vereniging voor Science-Fiction en Fantastiek, verschijnt tweemaandelijks. De jaarlijkse abonnementsprijs bedraagt 300 BF en omvat 6 nummers of 60 BF per los nummer. Dit kan gestort worden op rekening nr. 220-0961338-07 bij de Generale Bankmaatschappij te Antwerpen t.n.v. SFAN te Antwerpen. Voor Nederland : per internationaal postmandaat of via girorekening N.C.S.F. nr.73.74.51, t.n.v. Penningmeester N.C.S.F., Paul van Oven, Zaadkorrel 7 te Eemnes (NL). © Behoudens wanneer anders vermeld behoort het copyright aan de auteur.
Een vraag die weleens wordt gesteld (nou ja ...), is wel : "Wat is nou eigenlijk essef ?" x
En nu treft het (kijk eens aan ! ) dat we u hierbij ditmaal een begin van antwoord kunnen brengen; uiteraard in wereldpremière, zoals steeds in SF-MAGAZINE. Het is nl. zo dat onze eindredacteur dezer dagen in een populistische bui zijn oor bij de basis heeft te luister gelegd, zoals dat in syndicaal jargon heet, en volgende opzienbarende revelaties heeft kunnen opvangen. (Voor de goede orde even vermelden dat de hiernavolgende conversatie werd opgevangen in een trein, en dat terwille van de noordnederlandse lezers wel het dialect werd omgezet, maar niet aan bepaalde typisch Belgische uitdrukkingen werd geraakt). Twee stemmen dus, onzichtbaar weliswaar, in het nagenoeg lege compartiment en flarden dialoog waar genoemd eindredacteur beleefdheidshalve niet naar luistert, tot hem ergens iets gaat opvallen. "... niets te maken met de inhoud. Het dient enkel om mensen te trekken, hé. Niet slecht, maar toch heeft het er niets mee te maken, bedrog eigenlijk, hé ! Maar allez ..."
robert smets
De oplettende lezer heeft reeds begrepen dat de man aan de basis hier een schril licht werpt op bepaalde uitgeverspraktijken x
waarop we hier niet zullen ingaan. Wij zien dit nl. ook graag. " ... en dat is een muisbever, hé ?" Kijk, nu rinkelt er helemaal iets. "... maar de anderen zijn mutanten. Allemaal mutanten. Er is er één bij die 10.000 jaar oud is. Dat is sciencefiction, allez, toekomst, hé". Even herhalen : "Allemaal mutanten. Dat zal trouwens niet lang niet meer duren voor ze dat allemaal doen, dat is zeker, dat". Daartussen dan toch heel even de andere stem, die heel timied blijkt en bovendien : vrouwelijk. "Ja, maar dat weet ik nu toch zo niet, zenne". "Maar ja allez gij, zijde-gij vergeten wat ze dan allemaal onder den oorlog deden ? De Duitsers, allez, met experimenten. Ik heb daar een boek over gelezen, hé. Allez, ze hebben toch van een man een vrouw gemaakt, hé. En in Engeland ook, dat stond in ... Omdat we geen publiciteit kunnen maken, laten we hier ruimte voor het gerucht van een passerende trein. "... een getrouwde vent. Met zacht haar, en borsten, hé. Ik heb zijn foto gezien. Allez, niet helemaal, hé, maar ... Ja, ja, dat is science-fiction. Nee, dit is geen Lenny Bruce, maar het gaat wel die richting uit, niet ? Totdaar dus het contact van de eindredacteur van dit bijzonder gesofistikeerd SF-blad (sic !) met de basis. Waarbij uiteraard geen commentaar hoort. Ziedaar dus essef gedefinieerd in klare, duidelijke termen, inclusief verwijzing naar verwante interessegebieden als sex en derde-rijks-romantiek. Niet noodzakelijk in die orde Ziedaar dus de definitie van de "basis". Graag lieten we hier ook de intellectuele elite aan het x
woord, maar iedereen weet dat deze het zelfs in eenvoudige zaken als dit nooit eens kan worden, zodat zij hiermee weer eens één-nul komt achter te staan. Kijk, dat zijn glorierijke momenten in het bestaan van een eindredacteur, en hij laat dit graag weten ook. Temeer waar hij er regelmatig van beschuldigd wordt zijn EDITORIAAL als klaagmuur te gebruiken. (Wie weet wordt "sfanisme" ooit nog eens als onderafdeling van masochisme gecatalogeerd ? Sacher-Masoch had het ook niet voorzien, dacht ik). Overigens is de eindredacteur ook bijzonder gelukkig te vermelden dat in dit nummer bijzondere aandacht wordt besteed aan de toch wel erg druk geworden Franse SF-scène, met vele recensies, en, als het tijdig binnenloopt, ook een superb artikel van Simon Joukes over de Franse Newwave ... Terwijl hij met zijn geluk gewoon geen blijf weet bij het naderen van "BENELUXCON 5", te Gent waar jullie allemaal welkom zijn en waar hij jullie allemaal hoopt te zien. Ook mutanten zijn welkom, en muisbevers, uiteraard. Wanneer ze zich tenminste netjes houden. Zoniet moeten de "braven" weer eens boeten voor de "ondeugenden" , zoals een Antwerps warenhuis het vermanend ter intentie van onze viervoetige vrienden afficheert. Ondeugende fans worden echter met open armen ontvangen. x Zo zie je toch maar hoeveel discriminatie er nog onder de mensen bestaat. Tot in een zich progressief noemend SF-blad toe !
ROBERT SMETS
De esseflezers vallen ruwweg in twee grote groepen uiteen : de toevallige lezer en de fanaat. De toevallige lezer, die meer dan 90 % van het bestand vertegenwoordigt, neemt hoogstens enkele keren per jaar een pocket ter hand, ter afwisseling van een detective of iets dergelijks. Essef is voor hem pure ontspanning, vaak vacantielectuur; hoogstens geeft hij toe dat het boek hem even uit de werkelijkheid brengt en dat het leuke ideeën bevat. Echt literaire kwaliteiten verlangt hij niet van z'n consumptieproduct : een vergelijking met letterkundig werk komt gewoon niet bij hem op, want dat is toch niet de bedoeling van zo'n boekje. Als deze lezer tot de minderheid behoort die regelmatig "literatuur" leest, ergert hij zich na enkele essefboekjes over de stuntelige structuur en stijl, en schuift dit genre definitief ter zijde : ontspanningslektuur moet imx
mers een prettig en gezellig tijdverdrijf blijven en dat kan nu eenmaal niet als je je opwindt over taal- en andere slordigheden. De overgrote meerderheid van de toevallige lezers verlangt doodgewoon een goed verteld verhaaltje, enige suspence, een snuifje opwinding - daarom mag er tegenwoordig ook wat sex in zo'n boekje - en een korte verplaatsing in een ANDERE wereld, vrije vertaling voor "sense of wonder". Voor dit publiek produceren de essefschrijvers. Daar leven ze van. Meestal zijn ze op dat punt eerlijk genoeg om dat ook ronduit te zeggen. En vanuit dit standpunt redeneert ook de doorsnee-uitgever. Terecht natuurlijk ... Vanuit dit standpunt is grondige literaire vernieuwing van het genre, zowel structureel als stilistisch, practisch uitgesloten en in ieder geval ongewenst. En nog steeds vanuit dit standpunt kun je er de essefschruivers toe aanzetten op z'n minst aan bovenstaande "productiekenmerken te voldoen om de "vraag" gaande te houden. Want het is in-derdaad toch wel erg vreemd dat meer dan 90 % van de thans uitgegeven esseflectuur nog lang niet aan deze mini mumvereisten toe is. Dit kan m.i. twee zaken althans gedeeltelijk verklaren : ten eerste dat het gemiddeld peil van de toevallige essef-lezer bedenkelijk laag is - of moet ik zeggen "ongeschoold", want hij is meestal erg jong (12 - 17 jaar) ? - en ten tweede dat het genre essef tot op heden "marginaal" gebleven is ten opzichte van de andere zogeheten "marginale" genres, zoals detectives, oorlogs- en liefdesromans, enz. Met andere woorden : de verkoopcijfers van essef zijn nog steeds erg laag in vergelijking met bijvoorbeeld detectives, terwijl beide genres ontspanningslectuur zijn, doodgewoon omdat detectives veel "beter" geschreven zijn, van meer vakbekwaamheid getuigen; met als gevolg dat essef door de gemiddelde lezer sneller wordt verworpen dan een detective. Er bestaan duidelijke aanwijzingen dat wat ik hierboven beweer althans gedeeltelijk waar is : sommige essefboeken die mijn criteria voor behoorlijke ontspanningslectuur tot op zekere hoogte benaderen, bij voorbeeld STRANGER IN A STRANGE LAND van Heinlein, halen wèl hoge oplagen. Dit betekent onder meer de essefcriticus eigenlijk de rol speelt van "Test-AAnkoop" : de producent ertoe aanzetten de kwaliteit van zijn artikel te verbeteren, tenbate van de consument. Voor mijn part mag dat, maar zelf wens ik daar niet aan mee te doen, want wat koop ik ervoor ? Hoogstens leidt dit ertoe dat uitgever en auteur meer "verdienen", omdat de oplagen in verhouding tot de x
"kwaliteit" zouden stijgen. Maar dat is dan weer een ander onderwerp, dat in het raam van dit artikel niet ter sprake hoeft te komen. In ieder geval is het een mooi kringetje, waar niemand uit kan voor zover er al iemand uit wil ... De tweede categorie lezers is dus de fanaat. Deze fans vallen ook in twee families uiteen (percentages durf ik hier niet aan te geven, ...). Hier moet ik even, tegen mijn zin, veralgemenen en met ruwe schetsen aangeven en ik besef best dat hiertegen opmerkingen te maken zijn. x
Eerst de algemene kenmerken : het is een zeer kleine minderheid van het aantal esseflezers en zou dus in principe slechts weinig invloed op de "commerciële kwaliteit" van het genre kunnen uitoefenen. Het onderscheid tussen de toevallige lezer en de fanaat is echter precies dat laatstgenoemde wel degelijk invloed wenst uit te oefenen. En dit gebeurt ook wel, maar dat is weer een ander onderwerp. De toevallige lezer wenst geen invloed uit te oefenen : als essef hem niet (meer ) bevalt, laat-ie het gewoon links liggen; 't zal hem een zorg zijn ... Een tweede kenmerk van de fan is dat hij veel essef leest, sommigen soms uitsluitend; een belangrijk punt is het derde kenmerk : de fan "weet" - overigens vaak onbewust - dat essef iets "anders" is of, op z'n minst, zou moeten of kunnen zijn, dan ontspanningslektuur in triviale zin (want per slot van rekening is ook "De Ilias" ontspanning, hoe serieus het ook geschreven is), vandaar zijn soms lachwekkende pogingen om het genre uit het "ghetto" te willen sleuren. De eerste categorie fanaten accepteert het genre zoals het is, en dan nog liefst de Angelsaksische verschijningsvormen. Natuurlijk maken ze een onderscheid tussen "goede" en "slechte" boeken, maar niemand is in staat uit te maken waarop dat onderscheid precies gebaseerd is; in ieder geval niet op eigenschappen die in meer of mindere mate literairwetenschappelijk meetbaar zijn. Voorbeeld : het Hugo-winnend boek RENDEZ-VOUS WITH RAMA van A.C. Clarke is stilistisch niet beter dan een tiental andere "betere" SF-boeken die in de loop van dat jaar verschenen, en inhoudelijk zijn er andere aan te wijzen die zeker "origineler" blijken. Met andere woorden : de opzichzelf al geringe invloed die de fan op het genre ontwikkelt, is een statische, behoudende invloed. Deze fan verzet zich tegen vernieuwing of verandering. Het boek is pas goed wanneer het aan zijn persoonlijk verwachtingspatroon heeft voldaan. Deze fan wil dat essef door de buitenwereld wordt aanvaard, zoals ze is. En niet alleen x
Jo Dautzenberg heeft klaar en duidelijk aangetoond dat dit gewoon belachelijk is, dat dit op het ontbreken of versluieren van enig normbesef wijst. Hoe harder deze fans zich roeren om essef bekend te maken en bemind, hoe dieper het genre in het slop komt, omdat steeds meer mensen de essef ontdekken en tot de slotsom komen dat het slecht is. Natuurlijk is het deze fans gegund te menen dat de huidige essef "het neusje van de zalm" is, maar dit is slechts een mening en geen bewijs. En als ze het willen bewijzen, dan moeten ze met normen komen, hoe dan ook; dan moeten ze een behoorlijk kritisch apparaat opbouwen en gewetensvol gaan toetsen ... De tweede groep fanaten - een kleine minderheid als je 't me vraagt - weet dat essef doorgaans slecht is, maar dat ze elementen bevat die uniek zijn en die het genre op een uitzonderlijk goed niveau kunnen tillen. Ze weten dat de huidige essef een uitgangspunt is, maar ze weten niet goed waar naartoe. Ze voelen aan dat de klassieke normen niet van toepassing zijn op de essef, maar ze zijn er nog niet in geslaagd hun gevoel theoretisch en rationeel te grondvesten. Ze weten dat gedegen vakmanschap in de klassieke zin - dus betere taal, betere stijl, betere structuur, enz. - nodig zijn om de "commerciële kwaliteit" van de essef omhoog te brengen, maar dat zulks in wezen geen verbetering van de intrinsieke essefkwaliteiten inhoudt. En daar gaat het precies om ! Hoe kun je de kwalitatieve ommezwaai van science-fiction naar speculatieve fiction maken ? Met ande re woorden, de parel van de essef zit vaak nu onder een laag slib verborgen en hoe was je dat slib weg, hoe kun je de "parel" laten glanzen ? Zeker niet, door systematisch oude verworvenheden van de klassieke literatuur op de SF los te laten, zoals gewijzigde typografie, verknippen en naast elkaar plakken van structuur-elementen, automatisch scchrijven, enz. : de grotendeels mislukte pogingen van som mige "New Wave"-enthousiasten hebben dat genoegzaam aangetoond. Gedeeltelijk wel door wat de Fransen "L'explosion de la parole" noemen. Je blijft echter werken met semantisch vastgelegde begrippen. Woorden en kleuren zijn nu eenmaal anderssoortige materialen. De grote vraag is dus : hoe kun je de irrationaliteit beschrijven, omschrijven, doen overkomen, met behulp van een gestructureerde taal, waarvan zelfs de syntaxis grotendeels is vastgelegd ? Kan men een diamant slijpen met een koevoet ? De vraag die vele andere in de schaduw stelt, om de thomist nog maar eens aan te halen, is de permanente worsteling van een Samuel "Chip" Delaney, Norman Spinrad, Thomas Dish, Ballard en van een aangroeiende schare jonge Fransen. x
In het Nederlandse taalgebied zijn we nog niet zover en de "produkten" van de jongste jaren laten niet eens het vermoeden rijzen dat er enige kentering in het zicht is. Ik heb bepaald de indruk dat de meeste "schrijvers" van bij ons niet eens weten dat hier een reusachtig probleem bestaat. Maar wat wil je : zolang de jury van het korte nederlandstalige essefverhaal verhalen moet bekronen met als enige verdienste dat er niet al te veel taalfouten in staan en dat de schrijver een bepaalde atmosfeer weet te scheppen, is er niet veel heil te verwachten. En zolang de Nederlandstalige markt verpest wordt door grote hopen rommel - wanneer worden de bundels DANGEROUS VISIONS en AGAIN DANGEROUS VISIONS bij voorbeeld eens gepubliceerd ? - zullen de meeste lezers van dit artikeltje niet eens weten waar ik het nu eigenlijk over heb en zich misschien zelfs afvragen of IK gek geworden ben ? En hier hebt u meteen het antwoord op de vraag waarom ik de laatste tijden zo weinig van me laat horen : ik begin er ernstig aan te twijfelen of er ooit verbetering komt en of het streven van enkelen de inertie van de massa kan overwinnen. SIMON JOUKES
Op het moment dat hij ontwaakte, overviel hem een stekende pijn als van kokend water, dat zijn hoofd binnenspoelde op de plaats waar zijn ogen zaten. Met een snelle beweging bracht hij zijn handen naar zijn hoofd en voelde aan het natte verband. En voor de zoveelste keer gebeurde het ongeval opnieuw, als in een droom, meer haarscherp in elk detail en met een onwezenlijk gevoel van kou toen de ogen weer als druiven uit de oogkassen geplukt werden. Was het een nachtmerrie ? Maar hij proefde aan de vloeistof, waarvan het verband rond zijn hoofd doordrongen was en hij herkende de bitterzoete smaak van bloed. Zijn eigen bloed ! Met een klap realiseerde hij zich de situatie, waarin hij verkeerde : hij was blind. Mijn God, blind, blind voor zijn hele verdere leven !!! "Goede morgen, Stefan Adonts. Het is veertien minuten na acht uur, en u ligt in het Ona-ziekenhuis; zoals u weet, het modernste van de hele stad". Stefan wist dat hij de stem van een hulpverlenende computer hoorde; een koude, gevoelloze stem, weliswaar met alle mogelijke toonaarden, maar niettemin hol en onnatuurlijk. Ze werden voor alles gebruikt en deze diende blijkbaar als ziekenverzorger. Hij kon zich de vorm goed voor de geest halen, ze waren namelijk allemaal eender : rechthoekig, en massief. Ze konden niet van plaats veranderen, althans niet eigenmachtig en als je er een zag, kon het eigenlijk net zo goed een gewone, stevige pillaar zijn, maar ze hadden stuk x
voor stuk een eigen, speciaal programma, zoals deze hem moest voorzien van voedsel, amusement en medicamenten. Reagerend op de stilte ging de computer verder : "Voor het geval het u mocht interesseren; uw ongeluk gebeurde in de 26-A straat, waar u als voetganger werd geraakt door een personenvoerder van het type "Ariun 5 844-1-12". U mist uw beide ogen en hebt een lichte hersenschudding opgelopen".
stefan schreeuwde; een hoog, schril geluid als van een krankzinnige. "Wat is er, heb ik u van streek gebracht ?" "Meneer Adonts, luistert u ? In ieder geval kunt u het komende uur van ontspannende popmuziek genieten, .... o ja, en als u honger hebt, hoeft u maar om voedsel te vragen". Vele, onsamenhangende tonen, in elkaar gedrongen door een synthesizer, vloeiden uit de luidsprekers, maar Stefan jankte ontmoedigd, terwijl het tapijt van iele klanken hem omringde. Weifelend betastte hij nogmaals het vochtige verband, dat veel te stevig rond zijn hoofd gebonden zat. Bij de minste beweging van zijn gelaatspieren laaide het vuur in zijn hoofd weer op, en trilde heel zijn lichaam van de pijn. En toch geloofde hij niet dat hij blind was; hij moest zichzelf overtuigen. Als hij maar proberen kon, zijn oogleden te openen. Nee, het was hopeloos. Er bleef niets anders over dan zich erbij neer te leggen : miljoenen mensen waren blind en die leefden ook gewoon door, met behulp van prachtige instrumenten. Hij had al gehoord van radarzender en -ontvanger x
in een bril, waarmee een blinde zich, net als de vleermuis, feilloos voort kon bewegen. Maar hij had geen bril. Toch; nu wel : een zwarte bril ! Weer schreeuwde Stefan als een bezetene : "Ik ben blind, blind, blind, bliiiiind. meer zien, nooit meer !"
Ik kan niets
De indringende popmuziek stierf weg en de monotone computerstem weerklonk, onpersoonlijker dan ooit : "Heeft u behoefte aan gezelschap ? Ik kan wel met u babbelen, hoor. Dat is tenslotte een deel van mijn taak" . Hoewel Stefan schreeuwde dat hij alleen wilde zijn, ging de comuter onverstoorbaar door, op een quasi-gezellige toon : x
"U mag van geluk spreken dat u nog een kamer voor u alleen hebt, want we zijn erg druk bezet op het ogenblik. Maar ja, wat wil je met die overbevolking ? Hoe meer mensen, hoe meer ongelukken. Let op mijn woorden, over enkele jaren heeft de medische weten schap zoveel werk, dat ze gedwongen zijn de helft van de gewonden op straat te laten liggen, totdat een heli beschikbaar is. Dat ondertussen veel mensen gestorven zullen zijn, is dan een betreurenswaardig feit". Stefan onderbrak de woordenstroom : "Wie komt daar binnen ? Ik hoor een deur ... hej, wie is daar ?" Er was geen ander geluid te horen dan het zachte zoemen van de computer en het angstig kreunen van Stefan. Geen voetstappen, geen menselijke stem, slechts donkere leegte. Hij was doodsbang, want hij zou zich nooit kunnen we ren; iedereen, zelfs een kind zou hem kunnen overmeesteren. "Computer, ik wil in de frisse lucht, kan dat ? Ik stik in dit hol, ik wil ademen, vrij bewegen". Ook op die vraag had de electronica een antwoord klaar : 1 "U kunt op het balkon gaan staan. Volg dan deze aanwijzingen : ga recht zitten, plaats uw benen aan de rechterkant van het bed en loop van daaruit recht vooruit. Wees voorzichtig, want u zult tegen de muur lopen. Als u dan met uw handen tegen de muur staat, schuifelt u rustig naar links totdat u de deur vindt ! Open ze en ga op het balkon staan, maar kijk uit .... we zitten hier op de 21e verdieping".
Even meende Stefan, dat een plezierige ondertoon in de stem zat, maar het zou de eerste keer zijn geweest, dat hij een computer hoorde lachen, dus hield hij het voor onwaarschijnlijk. Zinsbegoocheling; door de pijn misschien ? Strompelend volgde hij de instructies op en weer jankte hij stil. Hij was niet meer dan een marionet; een blinde pop aan touwtjes. Eenmaal op het balkon stond hij zwaar te hijgen, maar zelfs het ademen in de buitenlucht deed hem geen goed. De lucht stonk naar uitlaten en fabrieksrook, vanuit de diepte klonken motorgeluiden. Er was hem niets anders overgebleven dan zwarte pijn, computers, stank en lawaai. En als een gummiballetje dat boven water komt, dook de gedachte van zelfmoord op in z'n bewustzijn. Natuurlijk ! Waarom niet ? Hij gaf niets meer om het leven en de pijn van het sterven kon niet veel erger zijn dan de pijn die hij nu leed. Een opgelucht gevoel was de eerste reaktie en toen weer de onzekerheid : hij moest eerst zeker weten dat hij voorgoed blind was; zichzelf te overtuigen. Stefan besloot het verband eraf te halen en proberen te zien, vóórdat hij naar bene den zou springen ! x
De pijn was nauwelijks te harden; kermend wikkelde hij de windsels los. Bijna was hij door zijn knieën gegaan toen alle druk op de wond wegviel en bloed spoot uit zijn oogkassen. Zijn lège oogkassen. Zijn handen waren bedropen met het vocht, waarvan hij wist dat het rood moest zijn, maar dat hij nooit meer zou zien. Onverschillig tilde hij zijn lichaam over de koude balkonrand en liet zich naar beneden storten, terwijl hij de computer nog net hoorde mompelen : "Ja hoor, deze kamer is vrij". BERT DAENEN
SFANCON
VIII
G E N T
9
-
=
BENELUXCON
V
=
II
S E P T E M B E R
GENCON III I 9 7 7.
CON-LEXICON : ============ SFAN
: De Belgische vereniging van science-fiction fans,gesticht in 1969 en tot op heden een van de meest dynamische en meest europeesgerichte clubs ..
SFANCON
: Sfan's achtste jaarlijkse convention,een gegarandeerd viertalige manifestatie,die belangstellenden trok van de Verenigde Staten tot de Oost-Europese landen..Een ontmoeting waaraan reeds tientallen Nederlandse,Franse,Engelse, Duitse en uiteraard Belgische fans de beste herinnering bewaren..
BENELUXCON
: De vijfde in samenwerking met het Nederlandse N.C.S.F.ingerichte convention,die om beurten in België en Nederland plaatsvindt..
GENCON
: De derde Sfancon,die wordt ingericht door de Gentse kern van de vereniging,onder de impuls van André De Rijcke.Een bekende in binnen-en buitenlandse sf.kringen,die reeds twee vorige conventions tot een immens succes maakte..
NOTEER HET AORES VAN DE INRICHTER,WAARTOE U ZICH RICHT VOOR ALLE PROBLEMEN VAN ORGANISATIE,PROGRAMMA EN PUBLIC RELATIONS: ANDRE DE RIJCKE. LEOPOLOLAAN,I20, B.9400 - NINOVE. ==============
WAAR EN WANNEER ? =============== GENT
: De historische hoofdstad van Vlaanderen,op 70 km.van Brugge,Brussel en Antwerpen.. een gastvrije en sympathieke stad, met ambiance. Gemakkelijk te bereiken, op het kruispunt van: E 3 : Breda-Antwerpen-Gent-Kortrijk-Rijsel.... E 5 : Oostende-Brugge-Gent-Brussel-Luik-Aachen.
FABIOLAHOME : Stalhof,Heuvelpoort: een campusgebouw met auditorium,solarium,expo-hall en bar,300 éénpersoonskamers en een zelfbedieningsrestaurant.Het gebouw waarin Sfancon V tot een succes werd.. 9/II - 9 -77 : Van de vrijdag tot de zondagavond,en mogelijk tot maandagavond.Buiten de traditionele vakantiemaanden,maar zeker niet off-season.. GASTENBOEK : =========== EREGAST
: BOB SHAW - de auteur van "One Million Tomorrows" "Other Days,Other Eyes","Tomorrow Lies in Ambush" en vele andere werken.
FAN G.O.H.
: WALDEMAR KUMMING,editor van "MUNICH ROUND-UP" en bekend fan-society-fotograaf.
SCHRIJVERS : PAUL VAN HERCK,EDDY C.BERTIN,BOB VAN LAERHOVEN, en andere Nederlandstalige en Franstalige Belgische auteurs,MANUEL VAN LOGGEM,EF LEONARD en anderen uit Nederland,MICHEL JEURY en ROLAND GRUNBERG uit Frankrijk,plus vele anderen,die werden aangeschreven. PROGRAMMA : ========== SPREKERS
: JOZEF PEETERS,ROBERT SMETS,LUK DE VOS,JACQUES VANDERHAEGHEN,CLAUDE DUMONT,ERIC BATARD,en natuurlijk alle eregasten, met panels en discussie.
FILMS
: Reeds twee hoofdfilms,plus kortfilms,diaprojecties en een extra-verrassing..
AWARDS
: Sfan-awards,met de bekendmaking van de resultaten van de verhalenwedstrijden van Sfan,Ncsf,en King-Kong-Award..
MAAR OOK
: Een galactisch bal,met prijzen voor de best verklede extra-terraan,een permanente art-show, boekenstands in alle talen, strips en comics..
PRAKTISCH NU ! ============ U SCHRIJFT IN BIJ UW PLAATSELIJK AGENT : Voor Nederlandstalig België : Lou GRAUWELS,Lange Kievitstraat 27, te Antwerpen,met storting op bankrekening 220-096I338-07 van Sfan-Antwerpen. Voor Nederland : Nellie PARDOEL,Veldmaarschalk Montgomerylaan, I85,450I-Eindhoven. U REGELT : Deelname : Fr.250 per persoon,of Fr.350 per koppel. Logement : Fr.300 per nacht in éénpersoonskamer. Eetmalen : Fr.IOO voor zaterdagmiddag alleen. UW AGENT STAAT TE UWER BESCHIKKING VOOR ALLE VERDERE INLICHTINGEN VAN PRAKTISCHE AARD. VEREENVOUDIG ONZE ADMINISTRATIE : SCHRIJF ZO SNEL MOGELIJK IN EN STORT ONMIDDELLIJK UW BIJDRAGE.IS U VERHINDERD,DAN WORDT U IMMERS I00 % TERUGBETAALD. WACHT NIET TOT HET LAATSTE OGENBLIK. SFANCON VIII
-
BENELUXCON
V
-
GENCON III.
Nu, toevallig was het de eerste keer dat we dit gedeelte van Nederland aandeden, en het werd bepaald een verrassing. Achter een prachtige duinstrook liggen malse weiden, met hele volksstammen schapen en geitjes, die zo uit Simons tuin lijken gestapt, en lange stroken tulpen, in de vreemdsoortigste kleuren ... Keukenhof is inderdaad vlak bij, zoals we merkten, terwijl we Noordwijk zochten. We zagen een heuse reiger, langs een van de kanaaltjes, en even voorbij Delft kwamen twee eenden rustig en tevreden de autoweg overgestoken, wat wel tot enig remmen verplichtte, maar overigens een heerlijk gevoel naliet. In dit beeldige en zonovergoten decor ligt het LeeuwenhorstCongresgebouw als een vrij somber geheel; niet enkel dit uitzicht is echter voor kritiek vatbaar, ook de door de beheerders aangerekende prijzen vallen bepaald niet mee; gewoon stukken te duur voor wat werd geboden. Natuurlijk wordt dit gemakkellijk verklaard door het feit dat de doorsnee-bezoeker van het "Leverworst-Praathok" geen zuinige SF-fan, maar wel een congresserend zakenman is. Ergo ... Overigens hadden de organisatoren, die hierin geen blaam treft, net zoals SFAN vorig jaar, alle moeite een passend lokaal te vinden, en bleef hen, in dit geval, gewoon geen andere keuze.
Nu, dit beïnvloedde geenszins de opkomst, dachten we, noch de sfeer van de convention. Ongeveer 160 mensen waren op gekomen, waarvan, na de zaterdagavond, een 100-tal overbleven. Hoofdzakelijk Nederlanders ditmaal, en slechts een twintigtal Belgen (alle bekenden), en nauwelijks één nieuwkomer, wat weer eens aantoont dat Robert's gezwam gewoon de wind ingaat; plus een vijftal Engelssprekenden. Géén gasten van buiten de Benelux, behoudens dan Karel Thole, de Nederlandse SF-illustrator, die uit Italië was overgekomen, en hier, naar hij zei, weer geen spijt van had. In de kijker liepen dan ook vooral plaatselijke cultfiguren als Simon Joukes, Eddy Bertin (die verkleed was in Eddy Bertin), Thijs van Ebbenhorst, Bob van Laerhoven, Ap Bronkhorst, e.a. Aangezien alle Nederlandse verenigingen hieraan deelhadden was het logisch dat ook de Perry Rhodan-vereniging TERRA ruim vertegenwoordigd was. Haar eregast K. Scheer liet het echter afweten, zodat wij van pikante vraaggesprekken verstoken bleven. Overigens stonden we gewoon verbaasd te kijken hoeveel geld bij de veiling voor oude P.R.'s werd geboden. "Dertig gulden is niks, zie iemand me, morgen verkoop ik ze verder in Amsterdam voor het dubbele van de prijs". Nou, Perry ...
Voor ons niet gelaten, dat weet je.
Het programma dat de con omvatte naast de reeds vermelde veiling(en) (en naast de gebruikelijke persoonlijke contacten), praatjes door de verschillende eregasten, boekenstands, artshops (Thole en van Ebbenhorst), en verschillende films : twee Dr. Who's, de vrijdagavond; Phase IV, de zaterdag; en "Journey to the center of the earth" en "Godzilla vs. King Kong" de zondag. Bunuel's "La Voie Lactée" vermeld ik laatst omdat ik deze keuze moeilijk begrijp én omdat tussen twee delen in rustig werd voorgesteld het daarbij maar te laten, wat gelukkig verwoed protest uitlokte. Bij wijze van "dubbelspoor" liepen dan nog vele kortfilms, en een guitar-recital door Ap Bronkhorst. Verder werd ook de uitslag van de BENELUXCON-verhalenwedstrijd bekendgemaakt, die werd gewonnen door het team Bertin-van Laerhoven met "Brand, Liefje, ik brand, en er is niemand om mij te blussen !"; alle deelnemers kregen overigens gratis de tweedelige bundel aangeboden met de voornaamste bekroonde en onderscheiden inzendingen.
O, ja : dan was er natuurlijk ook de nachtelijke leut. Een beach-party viel wegens de koel te in het water, en werd dan maar vervangen door een reeds meer traditionele staircase-party, die zonder kleurscheuren verliep, zelfs voor de Belgische auteur, die zich op een heel laat uur aangetrokken voelde door de acrobatie, maar die gelukkig in zijn kraag kon worden gegrepen, vooraleer hij omlaag dook, en dus dat hele eind had moeten terugklimmen ... Ja, dat was het dan zowat. jullie dan weer niet ?
Tot kijk te Luik ... of komen
Grutjes, wat willen jullie dan WEL ? JEANNINE SENTEN
Het is nu eenmaal een (overigens loffelijke en aan te prijzen) gewoonte, dat over ieder afgelopen Con (al dan niet in de belangstelling) een balanske ofte verslagske dient opgemaakt te worden, dit met tweeledig resultaat : zij die het aan den lijve meegemaakt hebben, kunnen nog eens opnieuw genieten van de voorbije nachtmerrie, en dezen die niet gekomen zijn (en die hebben àltijd ongelijk) (jawel !) lezen zo dan eens wat ze al (of niet) gemist hebben. Terwijl we deze lekkere volzinnen op papier neerkletsen, in gezelschap van een snelslinkende voorraad geestrijke dranken in véél te kleine flesjes, fluistert een geradbraakt marsmannetje in onze oren : "Van de doden niet dan goed, zulle" en wij buigen deemoedig onze hoofden en onze grijnslach verstart. Het is nu eenmaal zo dat je van een Con gewoonweg niet àlles kan meemaken, beslist niet wanneer de omgeving tamelijk uitgebreid is. Trouwens, wanneer men een trapparty heeft meegemaakt is een aktieve en x
positieve medewerking en appreciatie de volgende dag gewoonweg onmogelijk. Sommigen liepen zich de zondag nog af te vragen wat er tijdens hun nachtelijke black-outs gebeurd was. Want ondanks het feit dat de party-starters schitterden door hun totale afwezigheid (The Rise and Fall of Englands Fandom) bleek dat de Belgen en Hollanders toch in staat waren om een echte fannische staircase-party in gang te zetten, dit dan vooral nadat loffelijke pogingen tot het voeren van een beach-party (in de hoop van een nieuwe ASSS - film ?) stopgezet waren door de gure weersomstandigheden die daar ter plaatse heersten. De party werd opgeluisterd met muziek en gelal, en diverse coctails werden uitgeprobeerd, zoals Beerendburger met Johnny Walker en Rosé. De fannishe spirit was er dus (de alcoholische spirit ook) maar laten we nu eens de meer ernstige kanten onder de loep nemen. Een dergelijk verslag is altijd een zuiver subjectieve impressie (gezien een degelijke balans enkel door een inrichter kan opgesteld worden), en bijgevolg een kiese zaak. De inrichters en inrichsters zijn allemaal toffe knullen en brave meiskes, en het is bijgevolg zeer gemakkelijk om met kwistige hand het wierookvat te hanteren en "Hallelujah" te zingen. Daarentegen kan je echter ook beginnen met te stellen dat het Con uiteindelijk een indruk naliet van een enorme ketel watersoep waarin (dat wel hoor) wel enkele smakelijke ingrediënten dreven die echter hardstikke weigerden op te lossen en de soep zèlf te kruiden. Een watersoep is nu eenmaal een hopeloos kleur- en smaakloze. Zoals altijd zal de waarheid ergens daartussen ver vat liggen. Het Con-gebouw was uitgebreid, misschien omdat werkelijk een kolossale opkomst verwacht werd, die helaas op zich liet wachten. Een dergelijk gebouw (vergelijkbaar met Brugge het vorig jaar) werkt uiteraard de gezelligheid en kompaktheid niet in de hand doordat men voor verschillende bezigheden in verschillende kleinere zalen moet zijn. Nog gezwegen van de moeilijkheden die party-afzakkendegasten gehad hebben om hun weg terug te vinden - en sommigen hebben die helemaal niet meer gevonden die nacht. x Wat onze buitenlandse vrienden betreft, waar zaten jullie allemaal, stelletje slungels ? Where was Great Britain ? The USA ? Wo blieben alle die Deutsche Fans ? Et les Français alors ? On attend jusqu'à Liège, ou quoi ? Neen, werkelijk, het was een echt BENELUXCON, uitsluitend gespijsd door Frietenvreters en Kaaskoppen. Jongens, we hebben de Belgisch/Nederlandse - Nederlands/Belgische Unie gesticht daar. Uiteraard waren de Nederlanders in de meerderheid, x
hoewel de Belgen zich toch ook niet onbetuigd lieten. Het Con verder. Een prachtige tentoonstelling van werken van Karel Thole, Thijs van Ebbenhorst - Tengbergen en nog iemand wiens werk mij niet bijbleef (Peter Coene met zijn Born-ontwerpen - RED.). Ruime keuze van tweedehands pockets, magazines en Nederlandse fanzines en semi-prouitgaven, zoals de ganse pulp - reeksen van Zielschot. Een grote zaal voor discussies en veilingen, waar het echter bijna onhoudbaar was van de hitte tijdens de films. Onder deze laatste kunnen we héél speciaal "PHASE IV" vermelden, een uitstekende new-wave SF-film die stukken boven "Godzilla en Co" uitsteekt, evenals de in België bekroonde kortfilm "Flash - Black", een kort psycho-drama. De veilingen - mens, hoeveel waren het er eigenlijk ? In elk geval véél te véél - liepen zeer traagjes op gang door a. gebrek aan interessante dingen die er geveild werden b. een suf publiek dat erg op zijn centen zat. Wat op te merken valt is het grote gebrek aan echte hoofdbrokken, het ontbreken van werkelijke eregasten die men enkel dààr kon ontmoeten, verder geen paneeldiscussies ( of wordt een gesprek over de typografie van een SF-boek als "ernstig" en "relevant" aanzien ?) en zelfs (op Thole na) geen enkele lezing over god-eender welk SF-onderwerp. De programmering lag dan ook erg verspreid. Je liep er zomaar wat verloren bij van de aula naar de grote zaal en vandaar, ten einde raad, naar de bar waar traditiegetrouw de sfeer uiteindelijk tot ongekende hoogten mocht uitgroeien via de meer persoonlijke en directe kontakten met de schare bekenden van het eerste uur. Fans, fanzine - uitgevers, professionele uitgevers, schrijvers, het liep daar allemaal door elkaar, en er werd gepraat, jongen, gepraat ! Er werden zelfs kontrakten afgesloten, en sommige dingen die we daar hoorden doen ons toch goede hoop koesteren voor hetgeen in de nabije toekomst zo allemaal zal verschijnen in het nederlandse taalgebied. We droegen wel de indruk mee dat het con - misschien door zijn ligging, of door het universele gebrek aan belangstelling? - minder open stond voor iedereen. Zoals vroeger, op de eerste cons, bleek het publiek ook hier hoofdzakelijk samen te scholen in groepjes, en van het "universele" aspekt bleef uiteraard niet veel over. Beneluxcons, O.K., maar wat programma-verdeling betreft toch niet te vergelijken met Amersfoort (dat had weer een TE strak programma) of Brugge (dat had er GEEN) of met Gent. Het Con was een sukses hoofdzakelijk omdat iedereen en iedereen zowat kende, en meer in de bar hing te palaberen dan wel zat te discussiëren over SF. Daaraan had een degelijke x
programmabundeling op EEN dag, bv. wel wat aan kunnen verhelpen. Vermelden we tenslotte nog even het twee uur durende recital dat Ap Bronkhorst ten gehore gaf in een nevenzaal en waar verschillende songs op teksten door onze eigen SF-auteurs gebracht werden.
ROBERT TERNY & EDDY C. BERTIN
UITSLAG VERHALENWEDSTRIJD ENDE KING KONG AWARD
Tijdens de voorbereiding van BENELUXCON 4 in de LEEUWENHORST te Noordwijkerhout kwam het organiserend comité op de verbluffende gedachte een korte SF - verhalenwedstrijd in te stellen. Hoewel de tijd om een en ander tot stand te brengen betrekkelijk kort was, waardoor bv. een goed en grondig wedstrijdreglement - waar SFAN een patent op heeft - ontbrak, was het resultaat : een groot aantal inzendingen uit België en Nederland, zéér bevredigend. De verhalenwedstrijd en de daaraan verbonden prijzen vielen in tweeën uiteen : de eigenlijke BENELUXCON-verhalenwedstrijd met een 1e prijs van Fl. 100 en een tweede prijs van Fl. 75, en een 3e prijs van Fl. 50; tevens werden 3 eervolle vermeldingen uitgedeeld. Daarnaast had Rob Vooren de KING KONG AWARD ingesteld en uitgereikt, een aanmoedigingsprijs voor het beste, jaarlijkse, korte, oorspronkelijk Nederlandstalig SF - verhaal : de verstrekte premie van dit jaar bedroeg Fl. 327,39 plus een KING KONGbeeldje, vervaardigd door de kunstenaar Jan van den Burg uit Zoetermeer; volgend jaar zal deze trofee vermoedelijk gecreëerd worden door KAREL THOLE ! Overigens hierbij mijn speciale dank voor de winnaar van de KING KONG AWARD 1976, BERT VOS, die van het door hem gewonnen bedrag liefst Fl. 102,39 afstond als bijdrage voor de KING KONG AWARD 1977 ! De jurering van de verhalenwedstrijd werd gedaan door een triumviraat : Derkwillem Visser Jr. (hoofdredacteur SFMagazine TERRA), Henk Kersbergen (lid NCSF, lid Beneluxcon - commissie) en Rob Vooren (redacteur HOLLAND-SF, lid Beneluxcon-commissie). Hier de definitieve en onherroepelijke uitslag :
De 1e prijs van Fl. 100 : werd gewonnen door een co-productie van EDDY C. BERTIN en BOB VAN LAERHOVEN : "BRAND, LIEFJE, IK BRAND EN ER IS NIEMAND OM MIJ TE BLUSSEN !" De 2e prijs van Fl. 75 : viel toe aan BERT VOS, voor zijn verhaal "ABADDON". De 3e prijs van Fl. 50 : werd in de wacht gesleept door PETER CUIJPERS, als beloning voor zijn twee ingezonden verhalen : "DE AVONTUREN VAN JOHN STAPPER, HOOFDSTUKKEN 4 & 7". Eervolle vermeldingen : THIJS VAN EBBENHORST - TENGBERGEN : "SPROOKJES UIT DE 25 e EEUW" (Hoofdstuk 8). BIRG STORME : "NORMPULP". RUDI DE GRAAF : "DE SCHEPPING, DE VERWACHTING, HET EINDPUNT".
KING KONG AWARD 1976 Een bedrag van Fl. 327,39 en de KING KONG TROFEE gingen naar BERT VOS uit Leusden voor zijn 2 inzendingen : "ABADDON" en "PAAUW PAAUW !".
Deze Franse SF - reeks (Presses de la Cité) geniet ergens een twijfelachtige reputatie, die vooral dient toegeschreven aan de doorgaans lage kwaliteit van de door haar gepresenteerde werken; stationsliteratuur die bovendienwordt gebracht onder vaak schreeuwlelijke en vaak ook niets terzake doende covers. Zij dateert nochtans reeds van september 1951, en is (op een inmiddels verdwenen reeks na) de oudste Franse reeks, die niet enkel verder verschijnt, maar haar publicatieritme bovendien gestadig opdrijft : maandelijks bij aanvang, verschijnen nu zowat vijf romans. Wat in sé natuurlijk geen element van appreciatie uitmaakt. Belangrijker is echter dat, waar deze romans vroeger werden gebracht door een vijftal "huis - schrijvers", thans jaarlijks meerdere nieuwe namen opduiken, waarbij verdienstelijke debutanten. Verder is het zo dat (wellicht om financiêle redenen) steeds betrekkelijk weinig vertalingen of herdrukken werden gebracht (recentere Perry Rhodanovernamen vormen hierop een pijnlijke uitzondering), zodat voornamelijk nieuw werk van eigen bodem een kans werd geboden. Iets wat van de overgrote meerderheid van de uitgeverijen (ook hier !) volstrekt niet kan worden gezegd.
Schaduwzijde, of logische consequentie, is vanzelfsprekend dat het niveau van dergelijke reeks rechtstreekse functie is van het talent van een aantal (doorgaans matig bezoldigde) auteurs, die bovendien - indien zij talent te over zouden hebben - een aantal stelregels na te volgen krijgen; qua lengte bv., maar ook qua inhoud, gelet op het publiek waartoe " Anticipation " zich in de eerste plaats richt. Om van de onvermijdelijke slijtage na vijf, tien, twintig, vijftig of honderd romans nog te zwijgen. De volledige productie van deze reeks hier volgen zou uiteraard onbegonnen werk zijn : daarom kozen we hier bij wijze van staal een aantal recente publicaties, waaronder ( niet zo toevallig) een reeks regelmatig terug opduikende namen als Rayjean, De Fast, Richard-Bessière en Suragne. x Een te kleine staal om een definitief oordeel op te vellen : auteurs die hier niet op hun best zijn, om vriendelijk te blijven, brachten vroeger beter werk, terwijl een beter auteur, als bv. Pierre Suragne of de Lemay's ergens in hun seriewerk ook minderwaardige brokken hebben. Vooral echter omdat, zoals ik het zie, de verrassing in dergelijke samenhang voornamelijk van een vaak onbekend of nieuwer auteur komt, en dus zeker niet uitgesloten blijft. Een indruk nochtans : betrekkelijk goed werk alterneert hier met bar-slecht stukwerk, hoofdzakelijk naargelang de waarde van de auteurs zelf. Verder is qua inhoud en stellingname voldoende soepelheid aanwezig om naast space-opera en P.R. ook semi politique-fiction met progressieve achtergrond mogelijk te maken. Een vrij ruime keuze dus, waarbij het aan de lezer is een juiste keuze te maken, en dus de reeks verder een bepaalde richting uit te duwen. x Verwijzen we tenslotte, voor een historiek van "Fleuve Noir", naar een uitstekende studie in "UNIVERS 2" (I. en T. Tomasini). ROBERT SMETS
LES ZWULS DE REHAN ****************** door Jan Gabriel Fleuve Noir - Anticipation nr. 690 Het derde werk onder deze naam in "ANTICIPATION". Reg Barmil is eigenaar van een mooi ruimteschip en leidt een avontuurlijk bestaan, met de vangst en de levering van buitenaardse diersoorten. Op Rehan heeft hij bv. een blauwe pinguinsoort ontdekt, die net als haar aardse tegenhanger erg ernstig voor zich uit kan staren. Op de terugweg door de "subruimte" loopt echter alles verkeerd : energieverlies, hallucinaties, tot een parallelle aarde toe, die slechts een gebrekkige copie uitmaakt van het beroemde origineel. Hoewel je de verklaring van een en ander snel gaat vermoeden, weet de auteur toch voldoende verwikkelingen en speculaties in te schakelen, om deze pretentieloze ontspanningsroman vlot leesbaar te maken. Nergens adembenemend nieuw, noch baanbrekend, munt dit reekswerkje voornamelijk uit door zijn luchtige toon : door een zin voor relativering (humor ), die meerdere auteur van "Anticipation" met elkaar gemeen hebben. Zij nemen zich althans al zeker niet ernstig. Een spelletje bovendien : herken de namen van auteurs die door de schrijver werden verstopt (te beginnen met de titel ...!). LE RESCAPE DE LA TERRE ********************** door P.J. Herault Fleuve Noir - Anticipation nr. 691 De Aarde en Mars vernietigen elkaar wederzijds en een laatste overlevende gaat in toestand van hibernatie de ruimte en de toekomst in, waar hij al spoedig een leefbare planeet en een onbekende, zij het menselijke volksstam ontmoet. Wordt hij opgepeuzeld, om van andere onfatsoenlijke en onhygiënische zaken nog niet te spreken, die u of ik ongetwijfeld te beurt zouden vallen ? Welnee, hij wordt als een vriend opgenomen en aanvaard. En dit niet omdat deze nobele - in vrije liefde levende - wilden een hekel heb ben aan diepvries, maar wel omdat hij hen nuttige en hoogstaande za ken aanleert als het gebruik van pijl en boog, voetbal en rugby ... Verbazend overigens wat deze man van zijn auteur allemaal meekreeg: in een opgewekte bui bouwt hij zich waarempel met de laser een zeskamers-flat uit de rots en wanneer het wat eentonig wordt ondekthij snel enkele super-gadgets die door vroegere ontdekkers werden achtergelaten. Enige verrassing is zowat de de auteur nu weer in de 3e, dan weerx
in de 1e persoon verhaalt. Naief en symplistisch werk, waarnaast de doorsnee-Startrek wel Flaubert lijkt ... SEGREGARIA ********** door Max-André Rayjean Fleuve Noir - Anticipation nr. 692 M.A. Rayjean's 55e werk in deze reeks. Een erg symplistische "SF"-formule bestaat erin een wereld te bedenken, die op enkele punten van de onze afwijkt, waarna de "held" van het verhaal ca. 200 blz. lang alles in het werk kan stellen om de goede oude orde te herstellen. Op de planetenreeks Segregarie leven de geslachten gescheiden, d. w.z. mannen op S.1 (natuurlijk), vrouwen op S.2., kinderen op S-3. , en administratie op S.4. Samenleven wordt slechts éénmaal voor 15 dagen toegestaan en vanzelfsprekend blijft de hoofdfiguur verliefd op zijn occasionele partner, zodat hij zich verplicht voelt te gaan samenzweren om het regime van de "machines" ten val te brengen. Een zeldzaam naief, rechtlijnig en onbenullig samenzweringsverhaal, dat uitpuilt van onwaarschijnlijkheden en bovendien vreselijk slecht werd geschreven. Snel te laten voor het stukwerk dat het tenslotte is. LA VENUS DE L'HIMMENADROCK ************************** door Jacques Hoven Fleuve Nüir - Anticipation nr. 693 Het vijfde werk van Hoven bij "Anticipation". Guzla is een arme, woestijnachtige planeet waarvan de (uitsluitend mannelijke) nomaden elkaar bekampen en waarop een kleine militaire aardse nederzetting door allianties een vorm van koloniale overheersing bewerkt. R.A.S., ware het niet dat ganse gebieden nog ononderzocht blijven, waaronder de vreemde vlakte van Himmenadrock, waarheen de nomaden jaarlijks pelgrimeren, doch die, na enkele incidenten voor de militairen verboden gebied verklaard werd. Himmenadrock oefent echter een vreemde, sexuele fascinatie uit ... Het boek heeft enkele schoonheidsfoutjes : zo gelijkt de planeet erg op een 19e eeuws Algerije en verklaar ik me moeilijk dat deze militairen bepaalde moderne hulpmiddelen moeten ontberen. De sexuele functie van Himmenadrock is betrekkelijk snel duidelijk, terwijl een late verwijzing naar Benoits "Atlantide" even pijnlijk als overx
bodig aandoet. Niettemin heb ik deze roman in één adem uitgelezen, en wel omdat de auteur zijn wereld werkelijk tot leven weet te roepen : de nomadenstammen met hun insectiforme uitrusting, hun gevleugelde rijdieren, de Himmenadrock zelf tenslotte ... Dit alles is zeer overtuigend en bovendien erg knap beschreven. Een merkwaardig boek, en een auteur om te volgen. TOURBILLON TEMPOREL ******************* door Jan de Fast Fleuve Noir - Anticipation nr. 694 De Fast's 15e werk in deze reeks. Een onderzoeker wordt na een eerste contact met een wel erg antropomorfe buitenwereldse beschaving door een "lus in de tijd" naar de aarde teruggeslingerd, ca. 10.000 jaar voor Chr. waar en wanneer hij (erg bekende) avonturen beleeft op en rond Atlantis. Een snel geschreven roman, boordevol cliché's en onwaarschijnlijkheden, inclusief wat lauwe commentaar omheen tijdparadoxen, enkele Velikovsky-ideeën en zelfs twee woorden rechtse prietpraat omtrent sociale gelijkheid, e.d. Alimentair werk dus, in de lijn van Anderson's "Dancers of Atlantis", dat echter iets intelligenter werd geschreven en ook minder flagrante "historische" onjuistheden bevat. Snel te vergeten, dacht ik. VENDREDI, PAR EXEMPLE ********************* doorPierre Suragne Fleuve Noir - Anticipation nr. 695 Ook reeds het 10e werk van Suragne voor "Anticipation"; in tegenstelling tot anderen is Suragne echter nog aan de beterhand en figureert hij zowat als het paradepaardje van de reeks. Wij volgen, bij het begin van de volgende eeuw, een viertal personen tijdens de nacht van "een" donderdag op "een" vrijdag : Keyes, de psychiater wiens patiënten aan het muiten slaan; Jorge, de anarchist, die zijn vriendin opzoekt in een stadje waar een nucleaire centrale komt te ontploffen; Lovskovich, politieman gelast met het oprollen van een fascistisch nest en, tenslotte, de "Gouverneur" van Frankrijk zelf, die een demonstratie met een geheim wapen dient bij te wonen en die zich vragen stelt. Vier nachtmerries die zich aanvullen, terwijl de nacht rood wordt en de zee tot het kookpunt komt. Men kan de ontknoping eenvoudig vinden, conformistisch zelfs; toch x
lukt Suragne erin een toekomstbeeld te stellen dat hoegenaamd niet onwaarschijnlijk voorkomt. Een akelige toekomst echter, waarin ecologische en politieke pollutie de toon aangeven en waarin extremisten van beide zijden de straat beheersen. Bovendien slaagt de auteur erin nader op een en ander in te gaan, ondermeer bij gelegenheid van een gesprek tussen de anarchist Jorge en een TV-scenarist, waarachter we de schrijver zelf vermoeden. Enkele knipoogjes naar het publiek verstoren het geheel niet, zoals men misschien kon vrezen. Een voor zijn niveau uiterst behoorlijke roman, die we, ondanks het ietwat zwakke slot graag ter kennismaking met Suragne aan de lezer aanbevelen.
LES PORTES DU FUTUR ******************* door Richard-Bessière Fleuve Noir - Anticipation nr. 696 Het 88e werk van deze auteurs in bedoelde reeks, en, wel, even belooft het wel iets te worden, qua stijl zowel als qua uitgangspunt : reïncarnatie wordt als een vaststaand feit gesteld, waarmee een besloten kring experimenteert, met de bedoeling door selectieve hergeboorten tot een generatie wijze politici te komen. Snel gaan we echter bergaf : bij een simulatie van een overlijden raakt de persoonlijkheid van de hoofdfiguur in een parallelle wereld gevangen in het lichaam van een terdoodveroordeelde, die centraal staat in een politico-financiële machtsstrijd die juist draait omheen de overplanting van grote (= leidende) geesten uit langzamerhand versleten lichamen. Inzet van de samenzwering is ondermeer het (uiteraard mooie) lichaam van het meisje waar de held al snel verliefd op wordt en zo zitten we midden een reeks conformistische avonturen, die we zoniet uit de pulps dan toch uit James Bond uit het hoofd leerden. Klap op de vuurpijl is echter het programma, waarmee de "geselecteerde" politici tenslotte voor de dag komen, en dat in hoofdzaak een reeks klachten bevat omtrent de penale gestrengheid van de magistratuur, zoals deze inmiddels in een bepaalde pers eveneens overbekend raken. Een droevige zaak.
ZARNIA, DIMENSION-FOLIE *********************** door Dan Dastier Fleuve Noir - Anticipation nr. 697 Michaël Moore wordt wegens een minieme overtreding door de PSY-POL naar een verafgelegen planeet verbannen. Wat weliswaar een bekend cliché is, maar me tevens nog steeds een kostelijke manier van x
rechtspleging lijkt. Het probleem dat zich op Zarnia stelt is een om zich heen grijpende vorm van waanzin, die de oorspronkelijke bevolking en de ballingen decimeert, maar die bij nader inzien nog veel vèrstrekkender gevolgen heeft dan men zou vermoeden. Ballingschap en eerste exploratie, lieve inboorlingen en wondermooi meisje zijn erg klassiek, en het boek moet het dan ook hebben van een forse beschrijving van waanbeelden en van Moore's psychische weerstand, resp. overwinning hierop, die wel een welkome afwisseling vormen temidden het clichéwerk waarmee ze worden in - en uitgeleid. Hoewel, nog niets om hoge kreten te slaan. Overigens een erg doorzichtige plot bovendien. L'ENJEU GALACTIQUE ****************** door Peter Randa Fleuve Noir - Anticipation nr. 698 De-Veroordeelde-Maar-Toch-Niet-ZO-Schuldige-Hoofdpersoon Lescart, wordt bij wijze van gratie naar de planeet Debena gebracht, waar hij als proefkonijn zal fungeren bij het uittesten van een nieuw serum. Hij ontsnapt en ontmoet al spoedig de genaamde Barca, die ter plaatse optreedt als dictator & Gek Geleerde & Kandidaat Wereldheerser, en die breinen overplant zoals dit in de pulps destijds heel populair was. Waarop Lescart zijn plaats inneemt, én, én ... Driewerf nihil, zoals de ouden zeiden. Naief seriewerk, dat bovendien ideologisch nog niet zo zuiver is, evenmin. Snel te vergeten, dacht ik, voor zover je er tenminste enige belangstelling aan geschonken hebt (?). IL EST MINUIT A L'UNIVERS ************************* door Maurice Limat Fleuve Noir - Anticipation nr. 699 Het 64e werk van Limat, als ik inmiddels de tel niet ben kwijtgeraakt ... Een drietal mensen overleven een nucleaire oorlog en slepen zich door de Sahara ... Atlantis, zeg je ? Ja en nee : Mulkis, vlakbij ... Je moet toch af en toe iets anders brengen, heeft de auteur zichtbaar gedacht ! Hoewel hij zich wel snel heeft hervat : tenminste Koningin Khôô, prins Ki, de doortrapte hogepriester Bonk en de gebruikelijke meis-
jes ("parfaitement nues") behoren weer tot de authentieke cliché's samen met een kosmisch uurwerk, een driemeter-hoge diamant, onderzeese saucers, en, niet te vergeten natuurlijk, een aantal "Stellaires", die reeds vroeger de aarde bezochten en die nu ... Hemeltje, zowat alles wat 60% van deze reeks bevolkt, maar dan allemaal op één hoop, in een pseudo-episch en pseudo-wetenschappelijk kleedje, dat zelfs in deze retro-dagen ongenietbaar overkomt. Wat zeg ik, debiel en schandelijk tijdrovend ! En dan de cover.
Brrr. (See the cat ?).
Wie zich bijzonder voor de oudere SF interesseert - before the golden age - zoals het heet, kunnen wij aanraden een blik te werpen op de Franse reeks "J'AI LU ", die de nostalgici heel wat te bieden heeft. Misschien is dit wel de gelegenheid om terloops enige lof te zwaaien naar deze reeks, die nu zowat 80 titels biedt, waaronder fijn werk van mensen als Aldiss, Asimov, Clarke, Dick, Ellison, Farmer, Heinlein, Keyes, Lovecraft, Merritt, Silverberg, Simak, Sturgeon, Van Vogt tot Vonnegut en Zelazny toe, om nog slechts de gekendste auteurs te noemen. Een bijzonder evenwichtige keuze meer klassiek (of reeds klassiek) werk dus, aan uiterst demokratische prijzen en met doorgaans erg mooie covers, wat ook al een zeldzaamheid is. Het is overigens waarschijnlijk dat de kritiek, waaraan uitgever Sadoul blootstaat, deels geïnspireerd wordt, doordat velen het nu eenmaal niet nemen, dat je van bepaalde boeken niet eerst een peperdure uitgave op de markt brengt ... Terug ter zake echter en wel naar een documentair werk, dat juist door de uitgever van deze reeks, nl. Jacques Sadoul, werd geschrex
ven, "HISTOIRE DE LA SCIENCE-FICTION MODERNE" werd gedoopt en dat zopas in pocketformaat werd uitgebracht (J'Ai Lu D.66/67 - Domaine Anglo-Saxon & Domaine Français). Zeiden we nu juist veel goeds van deze reeks, dan kunnen wij met deze "Histoire" echter niet onverdeeld gelukkig zijn. Vooreerst omwille van de aflijning van het onderwerp. Moderne SF vangt omstreeks 1911 aan, in de Verenigde Staten, dixit Sadoul. Weg dus met de continuïteit, die Aldiss bv. doorheen de negentiende eeuw releveerde, en weg met de SF omheen de eeuwwisseling, buiten de States ... Vervolgens omdat de bespreker zijn onderwerp nagenoeg uitsluitend uit een magazine-optiek benadert. Pulp dus. "Je zal merken", zegt hij zo ongeveer, "dat waneer er al een belangrijk boek verscheen, dit toch eerst in magazine-vorm werd verspreid, of toch alleszins weinig meer te bieden had, dan wat magazines brachten". Wat maakt dat Wells, Huxley of Orwell bv. ergens tussen haakjes worden besproken, terwijl ze in werkelijkheid oneindig superieur zijn. En dan wanneer je aan de new-wave toekomt (die o.m. gebaseerd is op een afstandname van de magazine(technieken) ... dan vlot het natuurlijk helemaal niet meer. Een derde bezwaar is wel dat de auteur in zijn tweede deeltje ( eenx" Domaine français", waaronder in feite alle niet Engelssprekende landen vallen ...) nog verder van wal komt te staan. De Oostlanden worden bv. op een vijftal blz. afgehandeld, met (het magere) exsuus dat de samensteller enkel werken wil bespreken, die hijzelf heeft gelezen ... Voegen wij hierbij dan nog de onheuse afhandeling (of aftakeling ?) van een aantal goede auteurs, op gronden rationeels hebben. De manier waarop Thomas Disch bv. op een handgebaar wordt weggewuifd, is gewoon beschamend. letters !
is het de die weinig p. 349 met In hoofd-
Weinig positiefs, dus, deze "HISTOIRE" ? Welnee, ondanks alles. Ze maakt juist een uitstekende inleiding tot wat Sadoul's eerste be langstellingspunt is, nl. de pulp zelf. Het boek omvat nl. een schat aan gegevens omtrent de oudste magazines, oudere auteurs en hun werken, samen met tientallen samenvattingen van verhalen, die de samensteller met zichtbaar genoegen navertelt. Spijtig is dus enkel dat hij dit in sé interessante opzet tot een meer ambitieuze "geschiedenis" heeft willen uitbreiden. Beter ware geweest dat het boek "Les meilleures histoires de Jacques Sadoul" te heten, zou men kunnen zeggen ... De reden waarom we deze uitgave echter aanstippen is vooral het feit dat zij een uitstekende begeleiding uitmaakt bij een speurx
tocht in de SF van voor 1940, waarvan in deze reeks enkele mooie exemplaren worden aangeboden. Citeren we bv. DERLETH (met VECRAFT (met "L'Affaire de 459 en "Le Rôdeur devant le drietal titels, of nog NAT
"La Traçe de Cthulhu" - 622); H.P. LOCharles Dexter Ward" - 410; "Dagon" Seuil" - 471); ABRAHAM MERRITT, met een SCHACHNER.
Verder werden een reeks selecties uitgebracht uit magazines zelf, onder de titel "Les Meilleurs Récits de ...". Tot hiertoe verschenen hierin : AMAZING STORIES ASTOUNDING STORIES WEIRD TALES 1 WEIRD TALES 2 PLANET STORIES
(1926 (1934 (1925 (1925 (1939
-
1932) 1937) 1937) 1937) 1955)
nr. nr. nr. nr. nr.
551 532 579 580 611
Selecties, die we hier moeilijk in hun geheel kunnen bespreken, omdat dit ons te ver zou leiden, die toch wel een beeld bieden van wat die oudere magazines te bieden hadden. Een reverse nochtans in deze zin, dat voor bepaalde publicaties soms erg goede verhalen niet konden worden opgenomen, omdat het copyright in andere handen berustte en niet overgenomen werd. Zo bv. met Bradbury's "Martian Chronicles"-verhalen uit "Planet Stories". Het is overigens vreemd vast te stellen, dat wanneer bv. een gelijkaardige Amerikaanse uitgave bestaat, geen der "beste" verhalen overeenstemmen ... Om het geheel af te ronden, kunnen we dan nog wijzen op Sadoul’s "HIER L'AN 2000", waarin hij illustratiemateriaal bijeenbracht uit dezelfde periode. Finley, Paul, Wesso, Morey en vele anderen, in een boekdeel dat op 21,5 x 27,5 ongeveer 300 "dokumenten" omvat, waaronder vele in kleuren, plus een voorwoord van A.E. van Vogt. Dit alles voor FF 69 wat toch geen kleinigheid is. Liefhebbers van oude pulp-illustraties komen dezer dagen overigens aan hun trekken, aangezien er, naast dit werk, en Rottensteiner's "SF-BOEK" (in dezelfde prijsklasse) ook "artwork" op de markt is, dat werd bijeengebracht door resp. Brian Aldiss en Lester del Rey (ca. 350 BF). ROBERT SMETS
DE MACHTIGE MACHINES VAN CHRIS FOSS *********************************** door Chris Foss Meulenhoff, april 1976, Fl. 19,50 Dit nogal groot uitvallend (29,5 x 46,5 cm) "kijkboek" bevat buiten de twee bladzijden tellende introductie door Brian Aldiss, géén tekst, doch wel tien prachtig gekleurde reproducties (door de uitgever nogal grootsziend "posters" genoemd) van de hand van één der beste, zoniet dé beste, SF-kunstenaar op dit gebied in Engeland ! Van deze jonge, nog geen dertig jarige, architect CHRISTOPHER FOSS mochten we reeds dikwijls covers bewonderen in de M=SF-reeks. Zijn speciale effecten bekomt hij door te schilderen met penseel en airbrush in een duur soort olieverf die enkel in de USA te bekomen is. x
Laat ons volstaan het volgende uit de inleiding te citeren : "Foss geniet met volle teugen van de symbiose tussen mens en machine, tussen mens en ruimtetuig. Als je in een van zijn schilderijen een mens ontwaart, dan is het een piepklein zacht schepseltje, meestal in een overall, kwetsbaar, gejaagd, in de slopende landschappen van een technologische morgen ... Wist je dat Foss op dit ogenblik de decors ontwerpt en de maketten voor de film DUNE (naar het boek van Frank Herbert), die nu te Parijs wordt opgenomen door Alejandro Jodorowski ? ANDRE DE RIJCKE
DIT GORE GEHEUGEN VAN ME ************************ door Bob van Laerhoven Antiqua/Tessenderloo - R.A.J. (Info) Utrecht te verkrijgen bij R.A.J. Zielschot, Boerhaavelaan 88 te Utrecht Tijdens een reeks gesprekken met zijn vroegere medewerker, die hem tot aftreden dwong, winnen een afgezet dictator én zijn opvolger nieuwe inzichten in de politieke werkelijkheid en in hun eigen verleden. Een en ander speelt in Brazilië, ca. veertig jaar later, en hoort dus enigszins tot de zg. "politique fiction". Ik zeg wel "enigszins", want in dit werk evolueert van Laerhoven verder in en realistische richting, waar zijn vroegere verhalen, met politieke achtergrond (beide "Kennedy's" en "Grijze Alliantie") ook duidelijk "mytische" elementen vertoonden. Ergens aarzelt Bob hier tussen SF en mainstream, en in dit opzicht lijkt deze novelle me persoonlijk iets minder geslaagd : het komt me inderdaad voor dat wanneer je de hier getrokken lijn literair (en kwalitatief) verdertrekt, dat je dan uitmondt in een vorm van existentiële roman, ergens in de buurt van de vroegere J.P. Sartre Or, niet enkel staan we nu zowat veertig jaar verder, bovendien verx
draagt dit, meer realistische, genre, m.i. moeilijk heroïsche passages, als machete-duels of berlitz-generatoren. Ergens dubbelzinnig, zo je wilt. Ondanks zijn verdiensten, waaronder een brede en realistische politieke blik, die we van Bob gewoon zijn, een novelle, die me iets tesnel geschreven lijkt, en, naar mijn smaak, ook ergens halverwege is blijven steken. ROBERT SMETS
THE ENQUIRIES OF DOCTOR ESZTERHAZY ********************************** door Avram Davidson Warner Books nr. 76.981 - $1.25 Een teleurstelling, uiteindelijk, deze bundel speurtochten van Doctor Eszterhazy, die in zijn laat negentiende-eeuwse (en fictieve) Balkanstaat met een aantal vreemde verschijnselen wordt geconfronteerd. Ondanks Davidson's opmerkelijke stijl, zijn prachtige dialogen, zijn wonderlijke eruditie, zijn "esprit", zijn charme en zijn milde humor, missen zijn verhalen ergens - naar mijn gevoel - een dimensie. Vooral dan omdat zij, hoewel met opzet "on-Amerikaans", toch ook in dit genre niet voldoen : met uitzondering misschien van het verhaal van de Engelse "tovenaar Sir Smiht" ontbreekt nagenoeg overal een element verrassing, en komt de plot uiterst gekend en reliëfloos over. Uitweidingen verliezen hun charme en worden snel langdradig, terwijl het verhaal zelf er als een zeer dunne draad lijkt doorheen te lopen. Spijtig dus, vooral omwille van de uiterste zorg die de auteur hier aan besteedde. Het boek omvat zelfs een drietal fictieve kaarten en plans. Net als de "Gatsby"-verfilming enigszins : een verhaal bestaat niet op decorum alleen. ROBERT SMETS
APPROACHING OBLIVION ******************** door Harlan Ellison Signet nr. 451-Y 6848, 1974, $ 1.25 Ellison is een van de (zeldzame) SF-auteurs, die zelfs in hun minder beste werken toch steeds wel "iets" te zeggen hebben. Vooral dan over zichzelf ... zal de met zijn klassieken bekende lezer hierbij aanmerken ... Maar op een twaalftal blz. inleiding na doet de auteur het hier betrekkelijk kalm aan, en bovendien gaat hij hierx
bij iets verder dan de gebruikelijke autobiografie. Hij gaat inderdaad ongewoon scherp te keer, en spaart zijn kritiek noch aan diegenen, die zijn land onleefbaar maken, noch aan diegenen die hier sinds '68 passief tegenaan kijken. Wekt deze inleiding de indruk dat deze bundel vanuit een erg contestataire optiek werd geschreven, dan gaat het nochtans toch gewoon om het samenbrengen van verhalen, die buiten het feit dat ze allen tussen 1970 en 1974 werden geschreven, nauwelijks een andere gemene noemer hebben. Soms is de toon inderdaad keihard-opstandig, als in "KNOX" of "ECOWARENESS", vaker echter speels-pessimistisch, als in "SILENT IN GEHENNA", of in "CATMAN" (maar welk een afstand sinds de "TICK-TOCK MAN" !); enkele zuiverder SF-verhalen doen vreemd melancholisch aan, en één enkel vrolijk-onrespectvol, nl. "I'M LOOKING FOR KADAK" (maar ook hier is het toegevoegde Yiddische lexicon leuker dan het verhaal zelf ...). De overwegende indruk is er een van persoonlijke of maatschappelijke vermoeidheid, resp. ongenoegen, dat soms zwaar op de hand wordt overgebracht (en door enkele stilistische experimenten niet leesbaarder wordt), terwijl de ware oorzaken van de crisis nauwelijks worden aangeraakt. Onbehagen, eerder dan betwisting, dus. Niet te onderschatten werk, maar toch vooral voor de Ellison-fan. x ROBERT SMETS
WAMPETERS, FOMA & GRANFALLOONS (OPINIONS) ****************************** door Kurt Vonnegut Jr. Dell nr. 440-08533-195, 98 BF. Meulenhoff, 425 BF. (sic!) Aansluitend bij de voor een betere kennis van deze auteur onmisbare "Vonnegut Statement", volgt hier een verzameling nog niet eerder gebundelde teksten, overwegend van beschouwende aard, welke werden aangevuld met een kort "toneel"-werk, nl. "Fortitude". Men kan deze teksten tot een drietal reeksen terugbrengen : - Gelegenheidsteksten, naar aanleiding van een bezoek aan Biafra, van een maanschot, van een lustmoord bij Cape Cod, bij de repu blikeinse conventie van 1972, e.d. - Voordrachten, overwegend voor universiteiten, Pen-club, e.d. - Persoonlijke stukjes, plus het ca. 50 blz. tellende "Play-boyinterview van 1973.
Aangezien dit een SF-blad is, stippen we voor de volledigheid aan dat behoudens het vermelde "Fortitude" slechts één artikel (nl. " Science-Fiction", uit het N.Y.-Times Book Review) rechtstreeks op dit genre betrekking heeft; elk ander verband, hoewel uiterst frequent, is slechts zijdelings. Niemand zal echter (hoop ik) zo chauvinistisch zijn om deze reden deze verzameling teksten te laten voorbijgaan, die voortdurend treffen door hun inzicht en door een diepe bezorgdheid, maar natuurlijk ook door de levendigheid en het non-conformisme van deze auteur, die meer dan wie ook als "getuige" van zijn tijd en samenleving optreedt, en wiens werk, juist om die reden, zoveel weerklank en tegenspraak uitlokte. Een buitenkans om een nieuwe blik te werpen op een aantal zaken, en om deze auteur, met zijn respectievelijk sterke en zwakkere zijden te leren kennen en begrijpen. ROBERT SMETS BORN WITH THE DEAD THREE NOVELLAS ABOUT THE SPIRIT OF MAN ************************************** door Robert Silverberg Vintage nr. V-447, 1971-72-74, $1.95 Een bundel, die bij zijn verschijnen in de US, de fans niet onverdeeld gelukkig stemde. Gemeenschappelijk thema van deze drie langere verhalen is de houding van de mens t.o.v. het naderende einde. In "BORN WITH THE DEAD" achtervolgt een man zijn overleden maar "behandelde" echtgenote, die erg onverschillig tegenover hem komt te staan. In het iets zwakkere (want m.i te fragmentaire) "THOMAS THE PROCLAIMER" ontvangt een demagogische profeet van bij de aanvang van het verhaal het gevraagde "teken", maar stimuleert daardoor zelf de apocalyps, die hij zoekt af te wenden. In "GOING" tenslotte aarzeld een (erg) bejaard kunstenaar te "gaan" (d.i. het leven te verlaten), hoewel hij hiertoe het besluit had genomen. Zoals men merkt drie ernstige, hoewel nergens morbiede of zelfs maar drukkende verhalen, die zich in de eerste plaats richten tot hen, die het ogenblik hebben bereikt waarop de dood in hun gedachtenleven infiltreert, en die, in deze optiek, op een niveau staan, waarop SF zich zelden waagt. Geen horror dus, zoals de titel wellicht liet vermoeden, maar beschouwende SF, waarbij de "wetenschappelijke" achtergrond minder belangrijk is : demografisch en economisch roepen het eerste en derde
verhaal o.m. ernstige vragen op. niet.
Maar daarom gaat het natuurlijk
Silverberg bevestigt hiermee, zoals reeds met "DYING INSIDE", dat hij werkelijk bij de waardevolste auteurs van zijn generatie dient gerekend. Vreemd dat de "fans" hardst roepen, wanneer blijkbaar een "Tod in Venedig" binnen het bereik begint te liggen. Hoeft het gezegd ? Niet voor iedereen, maar een boek waar ik sterk achter sta. ROBERT SMETS
UNIVERS 03 - UNIVERS 04 *********************** Samenstellers : Jacques Sadoul en Yves Frémion J'Ai Lu, nrs. 629 - 650 Twee nieuwe deeltjes in deze zowat driemaandelijkse reeks, die nu wel vlot op dreef lijkt. Circa 190 blz. voor een 50 BF. De samenstellers blijven hun formule trouw, die inhoudt dat elke "UNIVERS" een achttal, overwegend nieuwere verhalen omvat - waaronder ook recent Frans werk, samen met documentair werk en verschijningstabellen. Ballard's "TERMINAL BEACH", Effinger's "TWO SADNESSES" (Prima !) en Priest's "REAL-TIME WORLD" vormden de hoogtepunten in 3, terwijl we in 4 vooral LeGuin's "NINE LIVES" willen vermelden, en Aldiss' "AS FOR OUR FATAL CONTINUITY". Laatstvermeld nummer wil zich meer humoristisch voordoen en kwam me persoonlijk minder geslaagd voor. De recente Franse verhalen vertonen doorgaans de gebreken van het merendeel van het Franse "New Wave"-werk, nl. in de eerste plaats woordkramerij, zonder interessante inhoud ... Show off ... Qua studies ditmaal "RAYON FANTASTIQUE" en "SF-MUZIEK" in 03, en "LEGUIN" en de Franse "LUG-COMICS" in 04. Voor al te volgen om elders moeilijk te vinden nieuwer werk. ROBERT SMETS CARRIE ****** door Stephen King Doubleday, 1974 Editions Gallimard, 1976, 229 blz., pbc.
Gallimard, de Franse uitgeverij die toendertijd samen met Hallet besloot in 1964 de uitstekende Rayon-Fantastique-reeks niet meer verder te zetten, doet nu weer enkele schuchtere pogingen om in de fantastische wereld der SF binnen te dringen. Dit gebeurt niet met speciale essef-series zoals bij andere uitgevers, doch wel met enkele losse boeken in paperback luxe-editie (zoals bv. "2024" van Jean Dutourd, besproken in SFM 49, blz. 44). Nu weer krijgen we de Franse vertaling van de eerste roman van de Amerikaanse professor Stephen King. Het is een uitstekend opgebouwd en literair evenwichtig ontwikkeld werk over het meisje Carrie dat over Psi-krachten beschikt. De geschiedenis verloopt cres cendo en wordt verteld zowel door de hoofdpersoon als door de haar omringende klasgenoten, haar aan het ziekelijke grenzende godsdienstig fanatieke puriteinse moeder, gym-lerares en reporters. Dit met talrijke flash-backs zodat het geheel een waarheidsgetrouw as pekt van een wetenschappelijke kroniek bekomt. Het begint met een door telekinese veroorzaakte stenenregen door de in paniek verkeren de Carrie toen ze enkele jaren oud was en eindigt met de bijna totale vernietiging van haar geboortestadje als ze zeventien was. Daartussendoor zijn we deelgenoot van de psychologische spanningen die aanleiding geven tot dit catastrofaal einde. Bovenvermelde roman is ook onlangs in het Nederlands verschenen onder dezelfde titel bij Uitgeverij De Fontein. ANDRE DE RIJCKE
LE CONGRES DE FUTUROLOGIE ************************* door Stanislaw Lem Oorspr. Kongres Futurologiczny; 1971. Calmann-Lévy, Collection Dimensions, maart 1976, 208 blz., pbc., 28 FF. Praktisch alle werken van LEM, de 55-jarige Pool, hebben ons bereikt langs Duitse vertalingen om van de Uitgeverij Insel. Dit boekt vormt een uitzondering en werd direkt uit het Pools vertaald Lem kennen we reeds van "SOLARIS", "EDEN", ... met klassieke SFonderwerpen. Hier nochtans schijnt de auteur een soort persoonlijke "new-wave" te hebben geschapen. Dit eigenaardig boek, schijnbaar eenvoudig geschreven, doch vol humor en parodieën op onze eigentijdse samenleving, is onmogelijk samen te vatten. Het begint met een wereldcongres over futurologie in 1985 in het Hilton Hotel te Costaricana en het eindigt er ook mee. Doch daartussendoor komt de hoofdpersoon, Ijon Tichy (dezelf de uit Lem's vorige roman "Sterntagebücher des Weltraumfahrer Ijon Tichy"), terecht in een wereld van rond 2040 waar rond de 100 milx
jard mensen schijnbaar gelukkig op onze aardbol leven. Ijon gaat op zoek naar de echte reële wereld die achter die uiterlijke schijn, verborgen zit. "Indien men de werkelijkheid niet kan veranderen, dat moet men haar maskeren : dit is de laatste menselijke plicht", dixit diegene die de touwtjes in handen heeft in deze Psychemiemaatschappij. Alles is er gesteld op de invloed van duizenden drugs, die in de atmosfeer worden verstoven of als pillen worden toegediend om het geheugen, de psyche, de handelingen en het ganse leven van iedereen te controleren. Zelfs de vindingrijke drugspecialist Philip K. Dick staat nog in zijn kinderschoenen t.o.v. Lem ’s uitgebreide nieuwe farmakotheek, waarmee men een gans woorden boek zou kunnen vullen. Ook "1984" wordt enorm voorbijgestreeft. De enkeling bij Orwell had al praktisch niets meer te zeggen, doch bij Lem komen we in een apocalyptische wereld terecht, zonder de minste uitweg of hoop voor het wetende individu. Een uitzonderlijk boek van een vaardig schrijver. ANDRE DE RIJCKE OPTIONS ******* door Robert Sheckley Editions Calmann-Lévy, Collection Dimensions, 1976, 267 blz., pbc., 30 FF. Iemand heeft ergens gezegt dat Sheckley zoiets is als Charlie Chaplin verdwaald tussen de sterren. En deze vergelijking gaat wel op als men de satirische sarkastische humor kent van deze auteur, zijn niet-erkennen der gebaande literaire paden, zijn plots onverwachte omdraaien van de draad van zijn intrige, zijn kleine romanhelden die het opnemen tegen de grote machines van de toekomst die dan nog meestal in een gezegende panne-toestand zijn. Dit is ook wat onze held van deze roman, Tom Mishkin, overkomt : hij doorkruist rustig de kleine Magellaanse Wolk met in het ruim van zijn schip een lading diepgevroren afrikaanse langoustine-staarten bestemd voor Dora V, als plotseling het vredige krik-krak van de stroomonderbrekers overgaat in een onheilspellend clanc-clanccrunch wat hem noopt een noodlanding te maken op de planeet Harmonia teneinde er in het voor dergelijke doeleinden opgerichte automatische magazijn het defecte onderdeel L-1223 A te vervangen. Evenwel, ... dit onderdeel is niet aanwezig in dit magazijn, doch schijnt wel te bekomen in een wat verder gelegen silo, dit wegens decentralisatie. Als hulp om de Harmoniase gevaren en hallucinaties het koele hoofd te kunnen bieden, krijgt Mishkin een spinachtige robot mee die volledig op de hoogte is van deze eigenaardige planeet. Doch, hoe zou het anders kunnen in een roman van Sheckley, de robot was geprogrammeerd als specialist voor de planeet Darbis x
IV en werd verkeerdelijk naar Harmonia gezonden met alle gevolgen vandien voor onze held. Indien het bovenstaande je al een klein voorsmaakje geeft van Sheckley's trant, wat dan te denken van een imaginair kasteel, een reusachtige worm met vijf koppen die permanent ruzieën over de vraag wie van hen het genoegen van een lekker hapje mag smaken, een in de woestijn wachtend treinreiziger voor een spoorstaaf die begint vijftien meter links van hem en eindigt vijftien meter rechts van hem (en de trein komt !)... en andere kolder. Is dit essef ? Enkele remarkabele aanhalingen op de achterflap van het boek maken ons kond dat : OPTIONS OPTIONS
een filosofische wandeling is van de mens en de robot tot het binnenste van de sterrenruimte en de mentale ruimte ! een indringen betekent van de zon in de SF !
OPTIONS
een reis is zonder einde, een kosmi-komische trip !
OPTIONS
een terugkeer verwezenlijkt van Robert Sheckley tot de ro man, na acht jaar afwezigheid !
x
Waarvan akte … ANDRE DE RIJCKE
Volgt iets dat ik persoonlijk een miskleun vind, nl. de strip. Nu, ik ben nooit erg voor strips geweest, maar dan zeker deze niet. Waarover het gaat weet ik nog niet zo goed, en de tekeningen zelf zijn ook niet zo best. Had beter de 15 blz. benut voor post en recensies, dan was SFM 50 een PERFEKT nummer geworden. Ach ja, zul je zeggen, nr. 50 was een fuifnummer. Goed, maar 51 wordt een index, dus wordt het 52, en dan is de achterstand alweer een pak maanden groter. FRANK DE CUYPER - GENT Nou, ik stond paf eerlijk gezegd. Na het dieptepunt van nrs. 46 - 47 is SFM wel ERG vlug opgeklommen tot een hoogtepunt. 92 bladzijden, da's wel een rekord dacht ik. Het formaat is trouwens ook groter geworden, zie ik. Eerst de cover : die is prachtig gewoonweg. Brengt je al direkt in de goede stemming. En een hartverscheurend ecitoriaal. Simon's bitterzoete balans was blijkbaar eerder bitter dan zoet zo te zien. En "EMOTIE IN DIMENSIE". Ach ja, Bob van Laerhovens verhalen hebben me nooit erg aangesproken, ook dit niet. Knap geschre ven, met fut en inspiratie, maar ergens boeit het me niet helemaal, is het wat te vergezocht. De "verhalen" vertellende "vogel" rond de stervende als plot alleen leek me niet genoeg. Als sfeer-verhaal had het nog best kunnen zijn, maar daarom is het weer te lang. Per slot feitelijk niet slecht, en de moeite waard.
Een scherpe uitval van Simon tegen Rias & Co. Ik kan het met Simon af en toe oneens zijn, maar wat ik alleszins apprecieer is zijn "recht-voor-de-raapsheid". Bottomsup en vooruit met de geit. Das de goeie geest, als je 't mij vraagt. En sport bovendien. En dan "HOE HAD U UZELF GRAAG GEHAD". J.P. Lewy heeft afgedaan, blijkbaar. Ik vond het, eerlijk gezegd, slap in vergelijking met bv. "Gloria" eertijds. En het percentage essef erin was eerder aan de lage kant. Snorrepijp is ook weer terug, en hier ga ik niet helemaal akkoord. SF en klassieke literatuur zijn geen takken van diezelfde boom, maar twee verschillende bomen. Da's toch wel erg scherp gesteld vind ik, te overdreven. Ik zou het eerder als volgt uitdrukken : SF is ontsproten uit de klasieke literatuur-boom, maar is die zo ontgroeid, dat ze geheel apart is komen te staan, en de banden ermee zeer los zijn geworden en de maatstaven ervoor anders. Met andere woorden een nieuwe, steeds meer bloeiende tak
van die boom. Of de klassieke literatuur nu aan het verdorren is ? Ik weet het niet, ik ken die eerlijk gezegd niet zogoed als de SF. Voor de rest ga ik akkoord. Mensen als JO DAUTZENBERG en JACQUES BERGIER zijn ofwel pessimisten (hetgeen we hen vergeven), ofwel zien ze het verrkeerd (hetgeen we ze voor alle gemak ook maar zullen vergeven).
wekte gelezen hebben. In elk geval blijkt weer (jammer genoeg) dat het fandom niet zo'n hecht en vreedzaam stelletje is.
Bertins verhaal was leuk, maar hij heeft wel beter gedaan. De uitweiding over de bloedvogel en de symbiose bv. kwam me over als bladvulling, om het verhaal langer te maken. Ook niet bepaald origineel, maar volgens de inleiding was dat ook niet de bedoeling. Vandaar.
x
GUIDO EEKHAUT - HEVERLEE Een welgemeend bravo voor SFM nr. 50 ! Negentig blz. vooreerst en dan de erg mooie cover van Thijs. Opvallend was vooral Simons aanval op de "Groningsedoe-het-zelvers", aanval die hij toch even had moeten verduidelijken; dat voor de mensen die niet de tekst die zijn woede op-
x
Goede verhalen. Van Laerhoven krijgt nu ook mijn volle aandacht, want die knaap is een geboren verteller; of beter nog gezegd, een geboren schrijver mythologie en een fascinerende sprookjesstijl in één verhaal. Smets verhaal in zijn typische , heel eigen zenuwachtige stijl heeft jammer genoeg niet de hoog te van "Dodo-Bird" (dat ik nu pas, na jaren rijpen en menigmaal herlezen, volledig kan smaken). Bertin is te klassiek gebleven, en evolueerde qua stijl slechts weinig de laatste jaren. Zijn verhaal is genietbaar, maar niet hoogstaand. Kwalitatief gezien staat Van Laerhoven's verhaal veel hoger. De strip van Thijs is zowel " tekenkundig" als inhoudelijk aan de magere kant. Ik heb zijn tekeningen altijd mooi gevonden, maar nu laat de afwerking tewensen over, al is dat ook te wijten aan de ietwat manke druk ? Andere illo's in SFM zijn echter heel mooi.
JOHHNY VERELST - ANTWERPEN Reeds geruime tijd (praktisch van bij zijn ontstaan) volg ik de evolutie van SFAN. Er is sedert dat prille begin wel heel wat veranderd, zowel qua vormgeving als wat de inhoud betreft. De eerste nummers waren typografisch niet zo verzorgd (begrijpelijk natuurlijk, wanneer je projekt pas in de kinderschoenen staat) en voornamelijk op horror afgex
stemd. Er is sindsdien wel heel wat veranderd, dunkt me. Er is bv. een lichting schrijvers bijgekomen, waarvan men in 1970 nog nooit had gehoord en ook de inhoud is veel gevarieerder geworden (moet ik zeggen : minder dillettanterig). Wat de vormgeving betreft is de evolutie wel helemaal opzienbarend, niet alleen voor wat het illustratief materiaal aangaat, maar ook op het gebied van de bladschikking (vroeger deed die nogal rommelig aan, vind ik). Vooral de miseen-page van de inhoudstafel verdient een bijzondere pluim. Maar wat me vooral opvalt is dat de toon gematigder werd. Vroeger had men wel eens de neiging boeken te ongemotiveerd af te kraken of om met elkaar te bekvechten. Zo herinner ik me vaageen persoon (de naam ben ik vergeten) die in 1972 nogal ongenuanceerd zijn mening ten beste gaf over horror-stories en hoe Bertin daar vrij geëmotioneerd op ageerde. Gelukkig is de mentaliteit van het fanzine sindsdien wat gematigder geworden. x
Nu iets over de schrijvers. De grootste revelatie van de laatste twee jaar blijft voor mij Walter Willaert. Op zijn manier toont hij aan dat het echt niet nodig is een uitgebreide technische bagage te bezitten om degelijke SF te schrijven. Tevens beschikt hij over een precieuze stijl die wel schril afsteekt tegen de barokke taalmonumenten die sommige vertalen van andere auteurs zijn. Zonder die schrijvers te willen tekort doen (ik ben zelf een liefhebber van barok : Delaney, Sturgeon, enz.) maar wanneer je b.v. de (overigens uitstekende) verhalen van x
Bertin vergelijkt met die van W. Willaert, dan zie je het verschil wel. Je moet er hun respectievelijke laatst gepubliceerde verhalen maar eens op na slaan. Ik vind het wel jammer dat Willaert met zulke grote tussenposen publiceert. Eddy Bertin en Robert Smets zijn al klassiekere auteurs, dus van hen weten we wat we kunnen verwachten. In het laatste nummer hebben ze dan ook niet teleurgesteld. Het is wel opmerkelijk dat Eddy nu definitief voor de SF schijnt geopteerd te hebben. Sommigen zullen dat toejuichen (ik zinspeel op diegenen die voor horror allergisch zijn : al diegenen die gedurende die jaren tegen de werken van Bertin van leer trokken, omdat ze die te bloederig vonden), maar ik vind wel dat hij over de gepaste stijl beschikt om zulke verhalen te schrijven (getuige hiervan de pijngevoelens die hij beschrijft bij de hoofdpersoon van "ER IS NOOIT EEN WEG TERUG"); indien je het descriptief talent niet bezit om de innerlijke emoties en de uiterlijke manifestatie daar x
van te kunnen beschrijven, dan moet je aan zo'n verhaal niet beginnen, vind ik; dan wordt het alleen maar grand-guignol - misschien is dat ook de reden waarom ik persoonlijk Poe verkies boven Lovecraft, hoewel er ook van plan schijnen van Arkham een bedevaartsoord te maken. Evenwel schijnt Bertin zijn apocalypti sche visioenen nog altijd niet uit zijn verhalen te willen bannnen. Ik heb zijn bundel "De achtjaarlijkse god", nog eens doorlopen en ik had zin om onmiddellijk over te schakelen op de meer afstandelijke Topor. De verhalen zijn overtuigend, dat wel, maar er is geen enkel verhaal in mineur bij. Misschien dat er zich binnen enkele decaden een discipel van Lampo zich over het werk buigt en het heeft over het collectieve onderbewust zijn, zoals deze laatstgenoemde schrijver dit begrip hanteert in verband met Lovecraft. Nog een randopmerking : Eddy heeft het in zijn inleiding over satire, maar ik meen in het verrhaal een flinke brok Vance teherkennen : het ecologische element bij de cryti op p. 77 doet me denken aan een van de boeken over de duivelsprinsen. Ik vind het geweldig dat Thijs van EBBENHORST-TENGBERGEN terug is beginnen schrijven. Nu moet me wel één ding van het hart : wanneer brengt hij nog eens een van die stylistisch zo knappe verhalen zoals hij dit vroeger schreef ? Hij was in 1972 wel-DE revelatie, maar sinds dien schijnt hij de anonimiteit te hebben verkozen (ik heb hem nog één keer een Vance-persiflage weten brengen). God, wat had die kerel een stijl. Nu schijnt
hij zich dus terug op het beeldverhaal geworpen te hebben. Hij heeft er vroeger reeds een gemaakt en dat is dan niet zo gunstig ontvangen, hoewel hij toch regelmatig illustratie- en coverwerk deed. Van deze strip vind ik wel dat hij sfeer bebezit, hoewel hij misschien overlaten is. Je gaat overigens ook gemakkellijk vergelijken met klassieke voorbeelden en dat is dan wel in het nadeel van Thijs. Tegen een Forrest, en een Druillet kan hij inderdaad (nog ?) niet op. Maar in ieder geval de structuur lijkt me er al te zijn : de opbouw van het verhaal, met de sfeerscheppende en verpozende elementen. Het meest degelijke onderdeel van het verhaal vind ik p. 43 : de opbouw is sober gehouden, maar is toch goed gedoseerd; de held van het verhaal gaat "beyond the forest" en "beyond the oceans" om "the mighty fortress of the wheel" te bereiken (waarvan men enkel de top te zien krijgt); dan een close-up van de kop van de wachter, die zijn meester gaat waarschuwen; volgt x
teit kan botvieren. Overigens heeft Thijs het scenario in eigen handen (alhoewel dit niet denderend is, maar bij welk heroic fantasyverhaal is dat wel) Nog een belangrijke zaak : ik vind dat de auteur wat aan zijn lettervorming moet gaan doen ( sommige zijn zelfs onleesbaar en de titel is ook niet je dat) en aan de integratie van de tekst in het verhaal (er wordt te veel met de wolkjes geknoeid; dan nog liever onderschriften, hoe wel dit misschien beperkingen stelt aan de creativiteit).
een uitgerekt beeld dat suggereert hoe groot die toren wel is (ik heb overigens het vermoeden dat het verhaal vol binnenpretjes zit). Zoals ik al zei, de structuur mag er zijn (dosering van de spanning), maar de tekeningen zijn te onafgewerkt en ZEKER de decors. Wat dit laatste betreft, misschien ligt dat bij het feit dat hij ze over laadt. Een Jaccoviti of een Crumb kunnen met elke tekening bijna bijna een volledig verhaaltje vertellen (de laatste slaagt er soms in 2 parallelle geschiedenissen te vertellen binnen dezelfde serie van tekening en); maar ik meen dat zoiets een grote ervaring vereist. In ieder geval brengt Thijs een tekenverhaal en Dat vind ik al een hele prestatie. Het genre is tot hiertoe stiefmoederlijk behandeld en daarbij erg ondankbaar (want tijdopslorpend) en aartsmoeilijk lijkt me (juist vanwege die dosering die toch nooit een "cliché" mag worden). Het enige positieve van een strip voor de schepper is waarschijnlijk dat hij er zijn creativix
En dan Bob van Laerhoven : zijn verhaal is echt hallucinant.xxx Maar ja, er is over Bob al zo veel geschreven. Ik herinner mij zelfs een recensie van "VAN GOEDEN HUIZE" in Volksgazet van enkele jaren terug (72 ?). Bob moet toen 18 jaar geweest zijn, en sindsdien is hij er blijkbaar nog productiever op geworden. Een opzienbarend talent ! Maar Frank Roger vind ik eveneens een interessant talent. xxxIk vinddat hij teveel werd afgebroken. Hij is tenslotte nog bitter jong en hij bezit toch een persoonlijke stijl (zij het dan misschien nog wat puberachtig).
NOTABENE.
YOU WEAR THE BAG..AND YOUR FOREHEAD IS JUST BEHIND THE BULLETHOLE.... heet Bob van Laerhoven's recentste publikatie, die in beperkte oplage wordt verspreid in een bibliofiele uitgave (hoogdruk,I50 mgr.papier,I50 genummerde exemplaren.. ),in een map die bovendien I0 pop-art tekeningen bevat,22 x 3I, inkaderbaar.De tekst is in het engels,omdat je dergelijk produkt nu eenmaal niet uitsluitend te lande kan plaatsen, maar dat is,meen ik,nauwelijks een bezwaar. Overigens kwamen uit het buitenland ook reeds erg lovende reacties. De prijs bedraagt 800 bfr.,wat voor een verhaal wat veel kan lijken (ook al gaat het hier om het sluitstuk van Bob' s Kennedy-cyclus),maar wat alleszins niet overdreven is voor de kunstmap..ca.80 fr.per plaat,oordeel zelf. Schrijf aan Bob van Laerhoven,Kerkstraat,3,2300-Turnhout, indien U hierover meer wenst te vernemen, of wanneer U mensen kent die zich voor kunstuitgaven interesseren. PLUS EEN OPROEP.. van Georges GORREMANS,fan van het eerste uur,die zich bijzonder interesseert voor al wat inzake sf.en verwante genres in de Nederlandse taal verscheen,buiten de courante reeksen. Ook op gebied van jeugdlitteratuur.Bibliografische gegevens en zo meer. Kent U dergelijke werken,of hebt U ze in uw bezit,schrijf hem dan even,of bel hem op 03I-64.62.35. Zijn adres luidt: Hoge Weg, 54 209I Hoevenen. VERDER NOG,VANUIT FRANKRIJK.. een nieuw blad,nl."ESPACE-TEMPS".Een trimestriele uitgave van Marcel BECKER,Rue du Président Wilson,83,F.92300-LevalloisPerret,waarvan wij het herfst-nummer I976 ontvingen.Voortreffelijke uitgave,mooie druk,56 blz.A 4-formaat,geillustreerd. Vijf verhalen in dit eerste nummer,plus een polemische tekst van Dominique Warfa,over de 'fans',plus besprekingen van fanzines en nieuwtjes.De prijs bedraagt 8 fr.fr.per nummer,of 30 fr.fr.per jaargang,doch informeer wellicht eerst of deze prijzen ook voor België gelden.
CONTACTADRESSEN : REDACTIE Robert Smets, Italiëlie 84/3, 2000 ANTWERPEN SECRETARIAAT Lou Grauwels, Lge Kievitstraat 27, 2000 ANTWERPEN TECHNISCHE DIENST Herman Ceulemans, Bredabaan 798/2, 2060 MERKSEM VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Simon Joukes, Geleeg 7, 2860 O.L.V.-Waver DRUK Marc Corthouts, Borsbeekstraat 4, 2200 BORGERHOUT