INFO-SFAN
NUMMER 2l
DECEMBER l972
Cluborgaan van Sfan vereniging voor science-fiction en fantastiek. I N H O U D S T A F E L Kletspraatje Simon JOUKES Novacon II Simon Joukes De smeltende bergen Thys van Ebbenhorst T Beneluxcon I / Sfancon 4 -De gothische werelden van Eddy C. Bertin Catherine Duval Sfan-quiz -Strictly for the birds Robert Smets Perspectieven Simon Joukes Beoordelingsrooster 2de deel -Voer voor de Antwerpse filmliefhebbers Willy Magiels Yang dag Robert Smets Yang en science-fiction Simon Joukes James, de tijdmachine ... Eddy C. Bertin De fanzinotheek Julien C. Raasveld Boekbesprekingen -Angst en geweld Robert Smets Horror shop nr l5 Cinema Man Post voor Info-Sfan -Reglement verhalenwedstrijd -Reglement tekenwedstrijd -VERSCHIJNT MAANDELIJKS Redactieadres en verantwoordelijke uitgever : Paul Torfs, Melkmarkt 33,2000 Antwerpen. Lidgeld en abonnement : 250 F Familieabonnement : 350 F
Steunabonnement : 500 F Losse nummers : 35 F
Een kruisje in nevenstaand vakje betekent : uw lidgeld is uitgeput, gelieve 250 F te storten op PRK 0.l0 van het Gemeentekrediet van België voor oranjerekening l75864/8/60 ten name van Paul Torfs. Dank u !
Omslagontwerp : Thys van Ebbenhorst Tengbergen.
2 3 4 7 8 ll l2 l8 20 2l 23 24 27 3l 32 36 4l 42 44 45
"Ik weet dat het eentonig klinkt..." schreef Multatuli en zo gaat het mij ook wanneer ik de leden eens te meer moet verzoeken hun bijdrage voor het jaar l973 te willen overschrijven. Maar ja, als er hier niet vaak op wordt gehamerd, stelt men het te gemakkelijk uit en komt onze penningmeester in vervelende papieren te zitten. Ik veronderstel overigens dat u ervan op de hoogte bent dat één nummer van ons blad om en bij de drieduizend frank kost zodat de jaarlijkse bijdrage van 250 F (onze bankrekening vindt u onderaan de inhoudstafel) nuttig wordt besteed. Want echt, goedkoper kan het niet, of we zouden het aantal bladzijden moeten verminderen wat u blijkbaar niet wenst. Doe het dus zo snel mogelijk want over enkele weken zitten we weer midden in de geschenkentijd. Mag ik ook vragen dat de leden zich zo vlug mogelijk inschrijven voor SFANCON 4 te Gent op l9 en 20 mei l973 te Gent. Het supporting membership (voor mensen die helaas niet kunnen komen maar het initiatief wensen te steunen) bedraagt 50 F en het attending membership l00 F, waarbij het aperitief op zondagmiddag inbegrepen is. Stortingen kunnen op dezelfde rekening geschieden als voor de jaarlijkse bijdrage. Binnenkort stellen wij u het volledige programma voor maar nu al mag ik u verklappen dat BRIAN ALDISS, behoudens onvoorziene omstandigheden, zeker als Eregast zal fungeren, evenals de jonge Franse auteur DANIEL WALTHER. Ook de fan-eregast, nl. de Duitse essefmuziekliefhebber GERD HALLENBERGER zal van de partij zijn. Uiteraard houden we nog heel wat verrassingen voor u in petto maar we verzoeken u met aandrang aanwezig te zijn, kan het niet op zaterdag, dan op zondag (u ziet, we hebben met alles rekening gehouden) om van deze SFANCON 4 een échte essefhoogdag te maken. We hebben er zelfs voor gezorgd dat er uiterst goedkope hotelkamers beschikbaar zijn voor de leden die er een essefweekend van wensen te maken. Wij rekenen vast op u... In een artikel in "De Standaard" gaf ons lid Julien Van Remoortere te kennen dat "Mijn Lief ligt diepgevroren" (Frysepunkt 0) van de Deense auteur A. Bodelsen, volgens hem het beste essefwerk is dat in de loop van l972 in Nederlandse vertaling verscheen. Dit bij Prisma verschenen boek is inderdaad uitstekend maar persoonlijk (iedere voorkeur is tenslotte persoonlijk) ben ik van mening dat de erepalm dit jaar toekomt aan "Heer van het Licht" (Lord of Light) van Roger Zelazny. Het zou interessant zijn eens uw mening te kennen : schrijf uw keuze op een briefkaart en zend deze naar de redaktie. Ik ben benieuwd wat er uit de bus komt. Na het overlijden van Carnell bestond lange tijd onzekerheid over het lot van NEW WRITINGS IN SF. Alle twijfel is thans opgeheven : KEN BULMER - die nog steeds met rugklachten geplaagd zit - heeft er de redaktie van overgenomen, te beginnen met het nummer 22. We wensen hem veel succes met deze opmerkelijke uitgave waarin ook onze eigen Eddy C. Bertin reeds in verscheen en die in de loop der jaren zoveel beloftevolle jongeren een kans gaf. Nu ik het toch over geld heb : de bijdragen voor EUROCON 2 waarvan de naam definitief "BruSFels 74" zal zijn en die eind augustus l974 in Brussel wordt gehouden, werden definitief als volgt bepaald : attending membership : 450 F, supporting membership 250 F, te storten op PCR 4529.47 van uw dienaar S. Joukes, Haantjeslei l4, 2000-ANTWERPEN.
Leden die reeds een presupporting membership van l50 F hebben betaald te Triëst, krijgen een korting van l00 F op het attending membership en hoeven dus nog maar 200 F bij te betalen. Voor personen die gaarne bij het initiatief willen aansluiten maar om een of andere reden financieel niet sterk staan werd een aansluitingsbedrag van 50 F voorzien. Voor dit bedrag ontvangt u een lidkaart van BruSFels 74 en wordt uw naam in het programmaboek vermeld. Stortingen worden van heden af gaarne bij ondergetekende ingewacht. Denk erom dat wij u niet alleen geld vragen : u kunt ook fikse bedragen verdienen door deel te nemen aan onze 4de wedstrijd voor het nederlandstalige korte essefverhaal en aan (een nieuwigheid !) onze eerste wedstrijd voor de science-fiction-illustraties : het reglement van de verhalenwedstrijd vind u in dit nummer. Tenslotte, vergeet ook niet dat onze algemene ledenvergadering in januari of februari l973 plaatsvindt. Uw aanwezigheid wordt er ten zeerste op prijs gesteld, al was het maar omdat een gedeelte van het bestuur opnieuw moet worden verkozen. Tot ziens. O ===oooOoOooo=== O
Deze typische Britse covention met zo'n l90 deelnemers vond plaats in een keurig hotel in het centrum van Birmingham. Drie afgevaardigden van SFAN, A. De Rijcke, J. Jansen en ikzelf, hadden er de vrij verre, maar op alle punten vlot verlopende tocht, voor over. Typisch Brits, in zoverre dat je in alle hoeken en kanten van het hotel deelnemers kon vinden met een glas bier of sterke drank : een convention als " social event" waar het meer aankomt op contact tussen fans dan op dorre akademische zittingen. Toch was het programma de moeite waard : een huldiging van Doreen Parker als GoH, een paneldiscussie over de werkelijke mogelijkheden van leven op andere planeten, een uitstekend gedocumenteerd exposé van Tom Shippey over de tijdreis als middel om beschavingen vanuit het verleden te wijzigen, een debat over voorbije en komende conventions met Ken Bulmer als moderator, een debat over de waarde van Sword & Sorcery en, niet te vergeten, een sprankelende Brian Aldiss die voorlas uit eigen werk. Ik herinner me verder ook nog dat Ann McCaffrey op een bepaald ogenblik achter de micro zat maar het schiet me niet te binnen waarover ze het heeft gehad. Er waren dia's van de voorbije Novacon l en er werden twee films vertoond : Marooned en The Island of Lost Souls. Voor de rest was het buitengewoon fannish : met veel interupties en kwinkslagen uit de zaal of op het podium (op een bepaald ogenblik begon Brian Aldiss luidkeels te zingen), een fancy dress party, een traditiegetrouw afschuwelijk banket waar Jan Jansen warme Liebfraumilch en A. De Rijcke en ik, koude Nuits St. Georges op tafel kregen, een interessante veiling, ontelbare roomparties en een enorm aantal goede contacten met de aanwezige fans. Echt iets om mee te maken en in ieder geval : warm aanbevolen voor de liefhebbers volgend jaar. O ===oooOoOooo=== O
PROLOOG Als een grotesk spinnelijf wankelt de maan over de schemerlijn. Haar vaalheid is gevuld met onbestemde vormen. Misschien zie je een grijnzende schedel (de maria en bergketens grauwgevlekte tanden en uitgeloogde kassen), misschien ook herken je het gezicht van een geliefde, onbereikbaar ver opgehangen in de duisternis - en misschien, heel misschien, als je een Zeventien bent, zijn doodssymbool en geliefde één. Dan wacht je ontelbare nachten op haar kille lippen, haar ijzige streling - dan keer je je af van de spottende lichten van grote stenen steden. Dan kijk je enkel nog naar de donker wordende maan. Dan wacht je. Dan wacht je ... Op een hoge verlaten toren spraken de twee doodlozen over hun oude dromen, hun fossiele vermoeidheid. Een zei : "Langgeleden was hij een stille oude man, die in skelethanden een zeis omklemde. Toen was er mijn leven om weg te maaien, een rijpe halm die naar de zon greep". Een ander zei : "Zijn nachtadem beroerde je nek, zijn vingers lagen op je schouder en eerst ver weg, dan steeds dichterbij, klonken zijn beenderdroge stappen". "Ik dacht dat het leven vluchten was, dat warmte en vervulling zich zouden ontvouwen als gouden bloemen als ik hem buitensloot". Hij zweeg en sterren voltooiden zijn grijze verhaal. Maar toen het huis stond als een kasteel, toen hij zich afkeerde zagen wij zijn rustige gelaat. En er lag geen dreiging meer op, geen haat, enkel medelijden. En hij ging, zonk weg achter een triljard einders en rode verkleurende zonnen bezegelden zijn verdwijnen. Hij zou nooit meer terugkomen. Later kwam de eenzaamheid, de angst en tenslotte, na gruwelijk lange millenia, de vermoeidheid. De wind woei door hun lichamen en zij zagen zichzelf voor wat zij waren, spookachtig wrakhout van de tijdoceaan. Hun vlees was sterker geweest dan de machtigste zon, als een pantser omgorde het een onverwoestbaar skelet.
De dagen kwamen nu als het flikkeren van een te langzaam draaiende film. Bergen smolten tot heuvels terwijl zij toekeken. Zij konden de banen nog natrekken van sterren die tot onzichtbaarheid waren weggezeild : Sirius, Aldebaran, Polaris. En oh, hun starre, starre ogen - zij hadden zonnen zien ontstaan en zien sterven. De mensengeneraties kwamen en gingen als het tikken van snelle polshorloges. Ik kwam van een sterrenhoop voorbij de kurie van het heelal waar hun naam bijna een mythe was. Ik wist weinig over hen. Alleen de povere gedachten die mijn guru mij getast had. "De dood roept hen, de graven lokken hen met zoete beloften. In hun dromen lopen zij langs bleke tombes, maar altijd is er een laatste marmeren deur. En zij roepen, zij krijsen : laat ons binnen, wij zijn rijp, wij zijn doder dan de kilste stenen. Maar nooit is er antwoord en de poorten blijven gesloten." Mijn guru had even zijn tasters laten rusten en zijn schild droeg een melkwit waas. "Zij zijn verdoemden", tastte hij tenslotte traag. "Zij hebben iedere pijn, iedere vreugde bijna tot betekenisloosheid geproefd. Alleen het bittere bezinksel rest hen nog in de kelk van hun leven : de schoonheid is uit de zonsondergangen weggespoeld, alleen melancholie blijft over." "O juweel in de lotusbloesem", smeekte Borian, "Eens vond je een weg uit het leven, Gautama, Gautama. Leid mij ! Waar is dood, waar is niet-zijn ? Hij bad tot de grootste van alle goden, Randor, schepper en breker van leven, doodloos als hijzelf. "Laat een mes deze keer in mijn lichaam snijden. Laat mijn bloed vloeien. Ik ben zelfs vergeten of het blauw of groen of rood zal zijn". Over de afgronden, galmend door de kosmos dacht hij voor een ogenblik Randors stem te horen. "Ik was de eerste, Borian, Ik schiep het wentelend rad van het leven, ik schiep de werelden en de nevels. Ik schiep enkel, o gelijke, om de tijd te doden terwijl ik wachtte. Wachtte op de Vergetelheid. Luister Borian. Voor ons is er geen weg. Wij zijn de verdoemden." "Waarom", huilde Borian. "Wat was onze misdaad" ? Randor antwoorde : "Angst voor de grote minares die zich dood noemt. De weigering om op te groeien. En nu is het te laat. Wij zijn verdoemd omdat wij kregen wat wij vroegen : Leven zonder eind ... Miljoen jaar geleden vroeg een spinfilosoof aan Borian : "Waarom vaar je niet uit in het heelal ? Daar wacht je oneindigheid, geen sterreschip heeft ooit de grens gevonden". Borian had zijn schouders opgehaald en geglimlacht : "Ik zie patronen. Een enkel uur op één wereld is genoeg voor mij om de ontwikkeling van een beschaving voor de eerstvolgende duizend eeuwen te voorspellen". Een ogenblik keek hij de filosoof aan, toen vertelde hij hem zijn toekomst en dat van zijn ras. En de filosoof had zich verbaasd en zijn bewondering voor Borian uitgetrild. Maar Borian had enkel bitter gesproken : "Mijn gaven snijden als kristalnesten in mijn ziel. Zij zijn nutteloos, omdat zij mij tot een god maken, terwijl ik enkel een monster ben, een ding dat uit zijn grafkist klauterde en nu alleen nog wil ontbinden". Vlakbij landde een sterreschip. Een snelle schittering van veelkleurige velden. Hij keek amper op. Zijn ogen dronken de maan, die nu bijna gedoofd was. Parelmoeren
lichtflakkeringen dansten over de witte bergketens : de vreemde rituelen van een mensheid waar hij weinig meer gemeen mee had. Ik ging naar buiten. De bittere koude schemering van een stervende planeet woei mij tegemoet. Eerbiedig wachtte ik tot hij mij zou opmerken. En tenslotte wendde hij zijn blik af en dronk hij mijn gestalte : een klein lichaam, rode facetogen, talloze poten. Hij kende mij en mijn drijfveren, hij kende mijn ras. Minder dan tarpa geleden vloog hij langs onze melkweggroep. Hij sprak vriendelijk, hoewel ik niet meer dan een kortstondige schaduw voor hem geweest kan zijn. "Wat brengt je hier, Silonech van de Fluisterende Velden ? Begeerte ? Alles kan ik je geven; een wereld, een melkweg, het universum zelf ! Wil je een leven van miljoenen jaren ? Ook dat kan ik geven, hoewel het een wreed geschenk is. Spreek. Vond je de dood voor de Doodlozen ? Een plaats waar tijd uiteenvalt en alles verslind ? Een nog levende quasar" ? Hij strekte zijn hand uit en in de harde palm tastte ik mijn boodschap. "Misschien breng ik dood, misschien ook is het een vals spoor, maar wij denken dat wij de tombes van de verdwenenen gevonden hebben. Twee gesloten tombes op een wereld van de derde melkweg". Een witheet ding is de hoop van een man die dat woord bijna is vergeten. Zijn vreugde ontplofte in mijn zenuwknopen. Intenser dan pijn, lichtender dan extase. Als nova's brandden twee namen in zijn cortex. "Horm Evern, Tevol-Sink. De eerste onsterfelijken, zo lang geleden verdwenen dat zelfs Borian niet meer wist of zij ooit bestaan hadden. In zijn gevoelskolking hoorde ik zijn gedachten opspuiten : "Randor, o vriend, vonden zij Dood ? Vonden zij nacht en stilte en duisternis en niet-zijn ? Konden zij hun leven uitblazen op een laatste ademtocht en ophouden Horm Evern en Tevol-Sink te zijn" ? Negen manen braken fotonen boven een wereld van zand. In het nadir kruipt een paarse zon. De tombes lagen diep onder versteende duinen. Oceanen, jungles, steden waren er geweest na hun verrijzen. Met het tijdloze geduld van ras hadden wij de tombes losgebikt. Als enige werktuigen onze rudimentaire klauwen. En wij hadden zeventig zonnewendes gewacht toen eindelijk een sterreschip uit de hemel omlaag zakte. Hij liep door de bleke tombes en bereikte als talloze malen daarvoor de laatste marmeren deur. En hij sprak triomfantelijk, met vaste stem : "Laat mij binnen, ik ben rijp, ik ben doder dan de herinneringen aan eergisteren. Ik eis mijn dood". En de laatste deur opende zich en hij zag schoonheid, het mooitste dat hij ooit gezien had. Een lichaam als het zijne rustte op de ruwe vloer, onsterfelijk bloed glinsterde in ondiepe poelen. Hier en daar waren diepe sneden zichtbaar. Hij bevoelde het lichaam. Kilte, kilte van een kloploos hart. Hij keek in ogen die zichloos waren. En tenslotte nam hij de berichtencilinder uit de hand van de dode om te leren hoe te sterven... Nu ebt zijn bewustzijn weg, grote zwarte stromen die enkel reusachtige opluchting achterlaten. "Vaarwel, Randor", roept hij, "vaarwel vriend. Moge ook jij de weg eens vinden". En dan rolt de duisternis aan, de rust van peilloze afgronden. Het niet-zijn. Nirwana.
EPILOOG Miljarden jaren hadden de rassen van ontelbare melkwegen gebouwd aan deze grootste aller denkmachines : planeten en zonnen vormden de schakelingen, hele sterrehopen bestonden uit atomair vastgelegde informatie. De Novalzwerm stelde de eerste van de Kernvragen : "Is er leven na de dood" ? Uit de ruisende kosmos dreef de gedachtestem van de komputer aan : "Ieder levend wezen zal worden gereïncarneerd in een plaats-voorbijalle-plaatsen, in het bezit van persoonlijkheid en geheugen". Een siddering van vreugde voer door de luisterende rassen. En uiteindelijk kwam ook die laatste allesomvattende vraag : "Zullen wij dan voor eeuwig leven" ? Het antwoord was gruwelijk, maar niemand wist dat nog. Kalm somde de komputer al hun dromen, al hun Hoop op. "JA" ! (Borian ontwaakte) °°° °°° °°° °°° °°° °°° °°° °°° °°° °°° °°° °°° °°° °°° °°° °°° °°° ° ° ° ° ° ° ° ° ° ° ° ° ° ° ° ° ° ° ° ° ° ° ° ° ° ° ° ° ° ° ° ° ° ° ° ° ° ° ° ° ° ° ° ° ° ° ° ° ° ° ° ° IN VERBAND MET BENELUX
Tijdens het weekeinde van 20 mei e.k. wordt het Casino van Gent de trefplaats waar alle fans en uiteraard ook onze leden elkaar kunnen ontmoeten. Zoals vorig jaar zullen vraaggesprekken , filmvoorstellingen , debatten , voordrachten en veilingen plaats vinden in het kader van een grote eendags-expositie. Onder de tentoongestelde werken zullen schilderijen van Wally Van de Velde figureren , en natuurlijk ook de inzendingen aan onze tekenwedstrijd. Zoals in het kletspraatje van dit nummer gezegd werd is onze eregast voor volgend jaar niemand minder dan de sympathieke Brit BRIAN ALDISS ! Nu al kunnen wij zeggen dat hij niet de enige buitenlandse gast zal zijn. GERD HALLENBERGER zal Duitslands fandom vertegenwoordigen terwijl wij voor wat Frankrijk betreft mogen rekenen op Fiction-auteur DANIEL WALTHER. Vanzelfsprekend zullen ook onze vrienden uit Nederland aanwezig zijn zodat SFANCON VIER een kongres met internationaal karakter wordt ! Laat deze korte inleiding een aansporing zijn om de deelnamerslijst, elders in het blad, met uw naam te verlengen door storting van uw bijdrage t.b.v. l00 F op het pcr N° 0.l0 van het Gemeentekrediet van België voor Oranjerekening N° l75l864/8/60 t.n.v. Paul Torfs Hiermee steunt U niet alleen onze inspanningen maar U reserveert dan meteen uw plaats, want SPANCON VIER wordt een voor-elk-wat-wils-essef-manifestatie die U niet missen mag !!!!
In l970 verscheen bij Uitgeverij Contact te Amsterdam, de eerste bundel verhalen van een nieuwe schrijfster, CATHERINE DUVAL. De bundel heette "DE BRUIDEN VAN LANNISMOORE, EN ANDERE MACABERE FANTASIEEN", en bevatte vijf novellen. Ook voor de uitgever moet het wel een experiment geweest zijn, want schaars zijn de auteurs uit België en Nederland die hun pen wagen aan de fantastische literatuur, en nog zeldzamer zijn zij die de moeilijke kunst van het scheppen van een spookverhaal meester blijken te zijn. Tot die zeldzamen behoort Catherine Duval, zoals reeds dadelijk bleek uit deze verhalen : haar thematiek is de zuivere fantastiek in de traditie van M.R. JAMES en A.M. BURRAGE, ver van de monsters & sadisme-erotiek literatuur die vaak voor "griezel" doorgaat. Deze verhalen waren zuiver Gothisch (hoewel sommige zich in moderne milieus afspelen), tragische en schrijnende gevoelsverhalen die het bovennatuurlijke op puike manier belichamen. Duval bleek haar terrein te kennen : oude familievloeken, vergeten grafkerkers, vampiers en het kwaad zelf bijna als een materiële aanwezigheid doken op, maar daarnaast kwamen ook tederheid en reinheid, de kracht van het goede tegenover het kwaad, een dilemma zo oud als de mens ("De Bruiden van Lannismoore","Morwenna", "Bij het licht der kaarsen"), maar daarnaast bleek ze ook in staat nieuwe thema's uit te vinden, zoals het bezielde beeld in "De Vrouw van Lot" of de vormloze verschrikking in "Ira". De stijl was sober en toch kleurrijk, de sfeerschepping volledig aangepast aan het thema, de taal zuiver en duidelijk, zonder pseudo-literaire kunstgreepjes. De kritieken waren lovend, en terecht : hier was een schrijfster die zich op haar domein kon meten met het buitenland. Wie is Catherine Duval ? Wie zich in april 72 naar galerij "De Zwarte Panter" begaf om deel te nemen aan Sfancon 3 te Antwerpen kan haar dan ontmoet hebben, een sympatieke frisse dame die inderdaad niet op haar foto's lijkt, die rotsvast in het bovennatuurlijke gelooft, en in het gezelschap vertoefde van haar vriendelijke echtgenoot. Catherine is haar eigen naam, Duval komt van een oude tante, wier naam ze wel mooi vond, dus viel de keuze van een auteursnaam niet moeilijk. Ze werd geboren in de twintiger jaren te Rotterdam, en groeide op in de beperkte kring van een dorpje. Haar grootvader bestudeerde het mystieke en okkulte, en op zesjarige leeftijd was de kleine Catherine reeds vertrouwd met geesten en geleidgeesten. Zoals alle kinderen snuffelde ze ook steeds waar ze eigenlijk weinig te zoeken had, en in dit geval waren het de bevreemdende boeken van haar grootvader die een onweerstaanbare aantrekkingskracht op haar uitoefenden, en waarin ze dan ook vaak zat te lezen; dat dit zonder toestemming van haar ouders was heeft geen betoog. De rest van de familie had wel veel hoogachting voor grootvader omwille van zijn uitgebreide kennis, maar moest het toch niet precies hebben van zijn spoken en dies meer, die volgens hen een nefaste invloed uitoefenden op de geest van het kind. Na zijn dood werden zijn boeken dan ook verbrand, maar het mysterieuze en bovennatuurlijke bleven Catherine aantrekken, zodat ze wel enigszins anders opgroeide dan een normaal kind. Haar geloof in spoken is onwankelbaar,
ze is er te vaak mee geconfronteerd, hoewel ze volgens haar eigen woorden nooit het bovennatuurlijke uitgedaagd heeft. Dat hoeft eigenlijk ook niet, kennissen hebben bv. een spookhuis in Shirley nabij Londen dat een zeer boosaardige reputatie heeft - gestaafd door onpartijdige getuigenissen - waar ze voor geen geld ter wereld zou willen binnentreden. Van spiritistische en okkulte verenigingen houdt ze zich eveneens afzijdig : iedereen die wèrkelijk in het paranormale gelooft moet zelf inzien hoe gevaarlijk het gebruik van bovennatuurlijke krachten kan zijn. Er is weinig verschil tussen witte en zwarte magie : de overgang betekend slechts een minuscule stap, want tenslotte gaat het hier uitsluitend om elementaire krachten die men de baas moet blijven. Catherine kreeg een middelbare schoolopleiding, en bleef doodgraag griezelverhalen lezen, die haar doodsbang maakten. Bovendien verzuimde ze geen enkele griezelfilm, met het resultaat dat ze er dan 's nachts niet van kon slapen. Daarna kwamen huwelijk, de oorlog, en kinderen, ze heeft momenteel een zoon en een dochter, geen van beiden schrijft echter (reeds) griezelverhalen. Ze schreef ook verscheidene sprookjes die ze echter alle vernietigde. Ze heeft weinig contact met andere mensen, ze leeft volledig in haar gezin en gaat zelden uit, het interesseert haar niet. Wel leest ze graag, en gaat regelmatig naar de bioscoop. Naar griezelfilms natuurlijk. Ze is ook zelden tevreden over zichzelf, hoogstens eens als ze een eigengebakken brood uit haar oven haalt. Ze geeft l00 % van zichzelf, maar eist dat dan ook van anderen. Het typische kenmerk van haar werk is dat zij schoonheid en tederheid kan plaatsen in de duistere wereld der demonen, dat zij ontroerende liefde kan schakeren met naakte gruwel. Zij miste deze elementen van liefde en mildheid, de gevoelens van medelijden en wanhoop voor deze schemeringsschepsels in de normale spook- en griezelverhalen, en toen ze daar eens over sprak met haar echtgenoot, zei deze dat als ze haar niet bevielen ze er altijd zelf kon schrijven. Wat dan ook gebeurde : ze ging eenvoudig zitten, nam een ballpoint en begon te schrijven, het ging als vanzelf, en zo ontstond de eerste versie van "Ira"; toen het verhaal klaar was voelde ze zich als het ware leeg, doodop, koud en ellendig. Dit zou ook zo blijven voor al haar andere verhalen, die als het ware zuiver geïnspireerd werden. Niet voor niets worden haar bundels ingeleid door een "vertellende geest" : zij voelt dit ook werkelijk zo aan, soms weet ze niet wat het gaat worden als ze begint te pennen, en slechts geleidelijk neemt het verhaal vorm aan, en steeds na het beëindigen is er de kilte. Catherine beschouwt het een beetje als een ruil : zij krijgt de verhalen in ruil voor een beetje levenswarmte. Het begin gaat altijd het moeizaamste, vindt ze, eenmaal halverwege begint het te vlotten, en de finish komt meestal zeer vlug. Men heeft haar vergeleken met Poe en Dahl, iets waarover ze niet zo erg tevreden is; haar verhalen staan inderdaad ver af van het werk van de zwarte humorist Roald Dahl. De vergelijking met A.M. Burrage vindt ze wel vleiend, maar ze las deze auteur pas toen reeds drie boeken bij de uitgever rustten. Ze wil enkel zichzelf zijn in haar werk. De enige invloed die ze erkent is deze van Mary Webb en M.R. James, maar tot haar uitverkoren auteurs behoren eveneens Brontë, Mitchell, Yerby, Nijnatten-Doffegnies, Ernest Claes en Cor Bruyn. Naast schrijven zijn enkele van haar hobbies : zwerven en zoeken naar kristallen en mineralen, het verzamelen van antiek en bezoeken van antiekbeurzen, kokkerellen en brood bakken, borduren, schilderen, boetseren, lezen en klassiek ballet. Aanvankelijk was ze zelf bang toen ze haar verhalen schreef, maar uiteindelijk verdween die angst, en werd het paranormale een normale "realiteit" voor haar, en wanneer ze nu schrijft, liefst bij volle maan, is
is ze alleen met haar spoken, die haar geen schrik meer kunnen aanjagen. "Ik kan niet altijd schrijven, soms maanden niet", verklaart ze, "tot het ineens weer over me komt. Dan kruip ik weer in diezelfde stoel en schrijf gewoon, met ballpoint, in klad. Ik weet nooit vooruit, waarover het zal gaan, wat het worden zal ... Maar wat gebeurt, zie ik ook : de types, gelaat, kleding, omgeving; gaandeweg zie ik er tekening in komen en soms is het einde ook voor mij een verrassing. Al schrijvende krijg ik het gaandeweg erg koud totdat deze koude zo intens is; dat het bijna ondraaglijk is. Het schijnt van binnenuit te komen, alsof alle warmte uit mij wordt weggezogen en geen hoog opgestookte vuren krijgen me dan warm. Ik voel ook koud aan; dit blijft soms een dag of twee zo, nadat ik het verhaal beëindigd heb ! Soms voel ik mij dan verdrietig, alsof een goede vriend van mij is heengegaan." "Ik hou van de nacht. Ik hou van alles, wat donker is en somber. Ik hou van de herfst, van mist, van nevel. Ik vind het gewoen fijn. Voor mij is de herfst het mooiste jaargetijde, omdat ik in de herfst de belofte zie. In de herfst zie je de knoppen al komen, die komen in het voorjaar uit. Het voorjaar : maakt het waar maar de belofte "na de dood is het leven" ligt in de herfst ..." Dit vinden we symbolisch in Catherine's verhalen : als het verhaal eindigt in volledige wanhoop, is dit de schuld van de hoofdpersonages zelf en hun handelingen, maar meestal ligt zelfs in die diepste wanhoop en verbijstering nog een sprankel hoop verscholen. Een typisch karakterkenmerk dat zich weerspiegelt in haar verhalen is haar vizie op de mens : goed of kwaad, wit of zwart, er bestaat géén tussenweg; en zo tekent ze ook haar personnages, die meestal absoluut goed of absoluut boosaardig zijn. Als haar spoken boosaardig zijn ligt dit niet in hun spook-zijn, maar omdat zij de schimmen zijn van boosaardige mensen, ze blijven verworpenen, demonen, en handelen dan ook als dusdanig, hoewel de overgang van goed naar kwaad en omgekeerd wèl mogelijk blijkt. Catherine houdt ook veel van dieren, ze zijn niet zoals mensen, dieren zijn oprecht, ze veinzen niet. "Mensen zijn niet altijd volkomen goed of kwaad - de mens is het meest grauwe schepsel dat ik ken - maar sommigen slagen er geweldig in om het één of het ander te benaderen !" Dit blijkt maar al te duidelijk uit sommige personages uit haar tweede bundel, "BEELDEN ZONDER SPIEGELBEELD", uitgegeven door Contact in l97l; waaruit ons vooral het ontroerende "De Blauwe Bloemen van het Geluk" bijbleef, en het satanische lugubere "De Spin", naast een variante op het vampier/heksenverhaal "De Kus van Demona". Typisch voor Duval zijn echter precies de twee andere verhalen : "Het Hart en de Dolk" (zwart-wit-instelling) en "Dode Bladeren" (haar voorliefde voor de herfst). Het duurde lang voor Catherine's verhalen bij een uitgever terecht kwamen, ze kon er gewoonweg niet van scheiden. Gelukkig werd echter op een dag toch de knoop doorgehakt, zoniet zouden haar gruweltjes misschien nog verscholen liggen in haar lade. Vele van haar verhalen bleken te lang, en andere werden ingekort, wat de soms wat overladen indruk verklaart van het titelverhaal van haar eerste bundel, waarin verscheidene elementen van de "Gothic Novel" samengeperst werden in een verhaal dat tweemaal zo lang kon zijn. Catherine heeft geleerd, en de verhalen in haar tweede bundel zijn compacter, meer gecentraliseerd rond een specifiek onderwerp, zodat er meer ruimte blijft voor atmosfeerschepping. Catherine Duval blijft een unicum in onze letteren, als de enige vrouw in Nederland (en België) die ons volwaardlge Gothische spookverhalen geleverd heeft, en nog zal brengen. Immers, Contact publiceerde zopas haar derde bundel, "DE GEZELLEN VAN DE DOOD", waarover we u in
een volgend nummer meer hopen te kunnen vertellen. O ===oooOoOooo=== O Met vriendelijke dank aan Mevr. Duval voor de zo welwillend verschafte inlichtingen. O ===oooOoOooo=== O BIBLIOGRAFIE "DE BRUIDEN VAN LANNISMOORE" werd in detail besproken in Info-Sfan 6, mei l97l. "BEELDEN ZONDER SPIEGELBEELD" werd in detail besproken in Info-Sfan l5, mei l972; en in Holland-SF jaarg. 5, Nr. 3, juli l972. O ===oooOoOooo=== O S F A N - Q U I Z In een oud tijdschrift vonden wij volgend probleem, dat wij licht hebben gewijzigd en graag aan onze lezers voorleggen : Onze vriend Paul zit in een moeilijk parket ! Bij zijn exploratie van de woeste planeet Veganin l6 viel hij in handen van achtarmige inboorlingen met weinig gevoel voor humor. En nu zit hij daar gevangen in een hut, die slechts twee uitgangen heeft : één uitweg leidt naar het vreselijke monster DuduLus, dat alle Sfan-leden met huid en haar zoekt op te vreten, en de andere uitgang leidt naar de vrijheid. En zijn twee bewakers zijn al even raar : de één liegt voortdurend, terwijl de andere niets dan de waarheid zegt. Maar Paul weet niet wie van beiden liegt en wie niet, en nu kan hij één van beiden één vraag stellen, om zich uit deze situatie te redden. Wie van onze lezers helpt hem bij het formuleren van zijn vraag ? Inzenden vóór 30.l.73, want de tijd dringt, aan : R. SMETS St-Gummarusstraat 3l B-2000 ANTWERPEN Oplossing in een volgend nummer, met vermelding van de leukste inzendingen. Eerste prijs : een gratis ticket Veganin l6, heen en terug, buiten verantwoordelijkheid van de redaktie. En de eeuwigdurende dank van Paul ! ---===ooo0ooo===---
l. Touch-down minus l000. Duizend uren; veertig dagen zowat. We veronderstellen de technische achtergrond welbekend en houden het bij de rekwisieten en de figuratie. Eén ruimte, drie à vier personen, en een stem die zich nu laat horen: "Monochroom en twee-dimensioneel.." "Verklaart U zich iets nader, Ananda...?" "Duisternis en stilte drukken," zegt mijn goeroe, "in alle sferen, bij de aanvang der eonen.." Wel, cosmogonie dan maar. "...Nog slapende zintuigen zouden het nog slapende bewustzijn niets méér berichten. Dit is de eerste dag, waarvan geen getuigenis bestaat. Namen echter wel: we kennen de Oude Man, de Draak, de Boom, de om zichzelf gewikkelde, eindeloze Slang. Of nog, de Vader, het Woord of de Rots." De navigator holt op dat ogenblik met een scriptorbericht voorbij. Zolang er weinig koerskorrekties uit te voeren zijn springt hij in als verbindingsman. Ontstemd streelt mijn goeroe zich met de hand door de verwarde haren. Of hij een lange witte baard heeft, weet ik nog niet zo net. We hebben ook nog wel even de tijd. "Daarop," zegt hij," volgt dan de tweede dag, met een gigantische strijd tussen de Oude Man en zijn Kinderen, Draak en Drakendoder, Goden en Titanen. Een epos waarvan slechts een verward beeld tot ons is doorgedrongen. Een opvoering, preciezer gezegd. Een theatraal gebeuren, waarbij de inzet ons slechts naar de avond toe duidelijk schijnt te worden, wanneer wij zelf bij de zaak betrokken raken: Prometheus rooft het vuur voor ons en een gevallen, verslagen Engel brengt ons tot het eten van de vruchten van de Boom van alle Kennis. Doch hier reeds begint onze vergissing, zowel inzake de juiste toedracht en de ontknoping van het
van het conflict, als inzake onze rol in het uitgebeelde drama. Immers, is de Rots iets minder Rots, door het slaan van vuur ? De Boom iets minder Boom, door het plukken van zijn vrucht ? Het Woord iets minder Woord, door ons eindeloos gepraat ? Gespleten als wij zijn, ontgaat ons de éénheid van de Vader en zijn kinderen, van de Python en zijn Aanrander, van Rots en Vuur of van Woord en Vlees. Want wij verwarren hier afsplitsing en onenigheid, niet? Zo wordt ons bestaan pas dan lonend, wanneer wij ook de illusie van ons eigen individuele Zijn kunnen overwinnen en weer opgaan in hereniging met het Eerste Principe. Want dit maakt het ontstaan en het vergaan van de werelden uit, een wisselwerking, waarvan wij slechts één klein facet onderscheiden, terwijl wij ronddwalen op de schaal der kosmische sferen, zonder ergens door te dringen tot de kern..." 2. Wel,wel. Soms, wanneer mijn goeroe afwezig is, of mediteert, stel ik me de vraag of dit alles nu een geniale interpretatie is van eeuwen filosofie, dan wel het voze doordraven van een pseudo-mysticus. Misschien wel, misschien weer niet...? Gevangen tussen twee polen. Zwart en wit, met die grote grijze massa er tussenin; ja en nee, met alle vragen en twijfels tussenin. Bestaan, niet meer bestaan... Woorden leiden tot meer woorden, dat merk ik zo stilaan wel; vragen tot veronderstellingen, veronderstellingen tot twijfels, twijfels tot nieuwe vragen. Valstrikken van het binaire denken, is het dàt wat hij bedoelt ? En als we ons zo schromelijk vergissen, hoe komen we dan tot kernenergie en astrofysika... Ach, hoor ik dit nu wel te schrijven, of liever niet ? ... Dertig dagen nog, inmiddels. De kapitein is weer bezopen, maar daar wen je zo langzamerhand wel aan. Andere bemanningsleden bereiden zich reeds voor op de naderende landing. In verhouding tot de duur van de reis ben je immers praktisch thuis. De ruimte biedt bepaald weinig glorieus. Substituten voor alles wat je zo maar bedenken kunt. Behalve dan het ruisen van een waterval, de golfslag bij een blauwe zee. En liefde tussen het hoge gras, met lichte, doorzichtige stukjes kleding als kleurige vlekjes om je heen... Kalm ! Waarom hebben de genoegens van de thuishaven toch altijd weer de kracht om de gevaren van de ruimte in een ander licht te stellen en de verveling of de gruwel van een vorige reis te doen vervagen ? Hoe sterk je ook naar deze wereld hebt verlangd, tenslotte vertrek je immers toch steeds opnieuw, voor nieuwe belevenissen, voor een nieuwe tocht. Over en weer. Het altijd weer hernieuwde trauma van het losscheuren van je eigen planeet en het wegglijden in de duisternis, en de altijd weer her-
haalde, haast onredelijke vreugde deze, na jaren zwerven, rijker, armer, als een nietig beetje blauw en grijs vóór je te zien groeien en toenemen, tot ze weer, met haar drukte en gewoel, je hele leven vult. Wie noemde ook weer dit schip naar de vergeten held uit een vergeten oud verhaal? Die goede Sindbad. Vergane,oude teksten, waardoor vergeten, goedgelovige mensen werden afgeschrikt, en anderen juist weer tot dromen aangezet. Een aansporing zich te schikken in hun lot, of een stimulans tot verder zoeken. Verder, verder ... Verhalers die zich koesterden in illusie, anderen die de pen verhieven om één moment te vereeuwigen, tegen tijd en ruimte en eigen ondergang. Cool it, man. R E A L I T E I T . R E A L I T E I T . "Statiek," zegt de navigator, "niet statistiek! Enorm veel statiek !" "En waaraan ligt dat dan wel ?" vraagt 2° boord-accountant Kneuter. "Zonnewind, protonenstorm, weet ik veel ditmaal. Statiek veroorzaakt storingen, geruis en gekraak bij radioverbindingen. Het heeft iets te maken met de cyclus van de zon." "Enig nieuws van de aarde?" "De gewone berichten die door de computer worden geregistreerd: de opening van de Space Fair in Yunnan en een hevige aardbeving in het Atlas-gebied. Niet bepaald briljant, zo te horen." "Ik had vannacht weer die akelige droom," zegt Kneuter, klagend. "Ik droomde dat ik sliep en toen ik droomde dat ik wakker werd, dacht ik dat ik echt wakker werd en trachtte ik mijn ogen te openen, maar dat ging dan natuurlijk niet, omdat ik sliep, begrijp je ?" "Simpel." zegt de navigator. "En toen ik in paniek raakte en me uitdrukkelijk voornam toch de ogen te openen, omdat ik wist dat ik alleen maar droomde dat ik wakker werd en ik werkelijk wakker wilde worden, en toen ik zelfs mijn oogleden één voor één met de vingers opentrok, bleef ik niettemin blind, omdat ik dat nu ook weer droomde." "Zo, zo." "Werkelijk angstaanjagend, wil je me geloven ! Stel je voor dat ik gek word in mijn droom !" "Schizofreen," beaamt de navigator, verstrooid en nu niet bepaald bemoedigend. "Soms vraag ik me af... denk je dat er een verband te leggen valt tussen deze droom en Platoon's allegorie van de grot ?" "Geen idee. Weet je, ik behoor tot een groep die de werkelijkheid propageert." 3. "En het wonder, Ananda, van het leven ?" Een korte aarzeling.
"Niet bepaald een verheffend gebeuren," zegt hij. "De allesomvattende eenheid verwordt meteen tot een eerste spastische verplaatsing en een eerste, blinde gewaarwording verbreekt nagenoeg terzelfdertijd het groezelige onbewuste en de vroegere, warme geborgenheid. Een tegenstrijdige belevenis in de sferen, het naast elkaar ontwaken van Eros en Thanatos, die zich niets van de voorbije liefdesnacht herinneren: nog nauw aaneensluitende oevers, waartussen alle verdere leven oscilleert. Het schrijnende mechanisme van de cosmische scheppingsdrang. Het kortstondige witte schuim van een golf, op een zee van entropie. Een dier in de moederschoot, een vogel in zijn ei. Nog ongeregelde bewegingen, een oppervlakkig exploreren van de onmiddelijke omgeving, sneller en sneller afwisselend met steeds kortere periodes van vermoeidheid en slaap. Bewogen jaren, waarin het leven zich een weg zoekt en illusie triomfeert: een doelbewust beuken tegen de wanden der beperking, met die obstinate zekerheid dat buiten, buiten, buiten... Voorzichtig toch, die tweede dag ! Misleidende feiten, met ons "zijn" als bijprodukt, de inzet voor ons van de noodlottige keten van oorzaak en gevolg. Kwalen blijven onafscheidelijk aan ons bestaan verbonden, zolang wij dit niet zullen inzien: want de individualiteit leidt niet tot een triomfantelijk "cogito ergo sum", doch is slechts een passie, die tot andere passies voert. Hun oorsprong ligt in de onwetendheid. Niet het ongeletterd zijn in al zijn vormen, maar de onwetendheid omtrent de ware aard van wat ons overkomt. En slechts de vernietiging van ons "ik" maakt ons vrij om al het andere te worden. Uitdoving en verlichting. Beletten zelfs de lichten van een kleine stad ons niet de sterren te zien? Het nirwana betekent letterlijk de "uitdoving", en zoals het vuur dooft wanneer het niet verder wordt gevoed, dooft het "ik" wanneer zijn tegenstrijdige emoties ophouden te bestaan. Tot zolang komen wij niet tot een juist begrip, en beheersen wij niet de feiten, maar de feiten ons, en klungelen we verder... " Weinig plaatjes bij, maar toch interessant om te weten, niet ? 4. Ronduit alarmerende berichten bereiken nu de "Sindbad". Een opeenvolging van schokken wordt gemeld in het Middellandse Zeegebied en in de ganse subtropische zone, van de Azoren tot de Egeïsche Zee en van de kust van Azië tot de hoogvlakten van Nouristan. De meeste woningen in dit gebied zijn ingevolge eeuwenlange ellende op dit soort bewegingen van de aardkorst voorzien, maar toch neemt het verlies aan mensenlevens en de materiele schade steeds toe. Deels door de uitzonderlijke kracht van de aardbevingen, deels door secundaire verschijnselen als erupties van oude, gedoofde vulkanen, die hun stofwolken tot hoog in de magnetische gordel stuwen. Een vloedgolf teistert de kust van Californië, terwijl nieuwe schokken zich voordoen in het Noordelijke gedeelte van de Pacific en in Centraal Afrika.
Statiek verstoort verder de radioverbindingen met de grond en de navigator verzoekt vergeefs om bevestiging van een half opgevangen bericht aan alle ruimtetuigen hun baan te stabiliseren en geen pogingen tot landen te ondernemen. Er zijn ons zonder twijfel berichten ontgaan. D I A L O O G 2. ----------------"Weet je," zegt Kneuter weer, "ik geloof in de macht van de geest over de gebeurtenissen..." "En wat dan nog ?" "Wel, ik geloof dat waneer je werkelijk gelooft dat iets gaat gebeuren, of dat iets... moet gebeuren, wel, dat dat dan ook werkelijk zo voorvalt. Neem nu een gewone ouderwetse dobbelsteen: zes kanten, zes mogelijkheden. Maar om één of andere reden dien je een zes te werpen. Normaal heb je één kans op zes. Je werpt, en één ogenblik voel je dat het wel een zes moet worden, omdat je dat zo wilt, of omdat je de zes al hebt aangekondigd en omdat je er anders bemodderd bij komt te staan, en... jawel !" "Dan toch ?" vraagt de navigator, onschuldig, ongelovig. "Niet noodzakelijk. Ik heb het zelf honderden malen beproefd, maar ik geloof dat het nooit is geslaagd omdat ik er niet in slaagde het echt te geloven... Dat het zou slagen, bedoel ik..." "Mmm." "...Weet je, er verloopt een enorme tijd tussen het ogenblik waarop je werpt, en waarop je denkt volledig geconcentreerd te zijn, en het ogenblik waarop die stomme dobbelsteen de speeltafel raakt. En dan heb je net tijd om na te denken: je gelooft dat het zal slagen, maar dan begin je te twijfelen of het wel écht zal slagen, en je komt tot het besluit dat je wel blij zou zijn, als het ook werkelijk zou slagen, en dat houdt natuurlijk in dat je in feite niet echt gelooft dat het ook echt zou gaan slagen... Zie je ?" "Dat is duidelijk..." zegt de ander, met heel veel goede wil. "Ik heb er ooit over gedacht me - laat ons zeggen - zes maanden of zo terug te trekken, in Tibet of Nepal, om aanhoudend te oefenen. En ik denk dat daarna zowat alles mogelijk moet worden. Er zit iets in die Oosterse ideeën, en ik begin stilaan te geloven.." "Neem me niet kwalijk er even aan te herinneren dat het gevoelig oor wordt gekwetst door de herhaling van éénzelfde woord op éénzelfde pagina, en dat je nu al zowat zes of acht keer..." "Erbarmelijk ! ...en wat veel erger is...! Stel je voor dat je wérkelljk iets zou gaan geloven... iets afschuwelijks, zie je ? En dat zoiets dan echt zou gaan gebeuren... Zonder het werkelijk te beseffen... Er schuilt een enorm gevaar in wat je zegt of denkt: één onbedacht woord, of een ondoordachte of een onderbewuste wens, en... " "Pfff...." "Wat jou mankeert is dat je een scepticus bent..." "Toe maar !" "Stel je voor dat een echte pessimist..." Nu wordt het de navigator toch te bar.
"Barst !" zegt hij. En misschien meent hij het nog ook. .... En, op een dag, vertoont de aarde een barst. Oude scheuren openen zich als even zoveel wonden en vloedgolven overspoelen hele continenten. Grijzer nog dan anders steekt de aarde af tegen de omringende duisternis. Het ogenblik van de bevrijding nadert nu snel en de druk van Afrika wordt ontzaglijk groot. Buiten, buiten, buiten... Dan scheurt de wolkenmassa open en reeds ontsnappen flarden atmosfeer in de ruimte. Een tweede barst volgt grillige lijnen, dan een derde en een vierde, haaks op de vorige, terwijl in de breuken een gedeelte van de inhoud van de aarde zichtbaar wordt. En terwijl de laatste resten stikstof en waterdamp in de interstellaire ruimte verdwijnen, breekt de planeet tenslotte middendoor en gaan de eerste brokstukken reeds hun elliptische weg. Het ruige hoofd van Vogel Roc komt nu te voorschijn: stumperig en half verblind schudt het dier plasma en mineralen van zich af en ontwart het onhandig de ledematen. Meer en meer zelfzeker ontvouwt en spreidt het de vleugels, breeduit, om dan met angstaanjagend gedruis het heelal in te vliegen en te verdwijnen, kleiner en kleiner, volgens de wetten van het perspectief. De legendarische Vogel Roc, te broeden geplaatst bij de zon, of bij een zon, en na de voorbeschikte tijd ter wereld gekomen, om zo te zeggen... tot grote schade voor de microscopische diertjes, die het eitje voor een keitje namen. Beschuldig hiervan niet de orde van de natuur. De dood van hedenavond is het nieuwe leven van morgen, en sterven we immers allen niet, voortdurend ? E P I L O O G . E P I L O O G . ---------------Vier trappen tot de wijsheid, doch slechts één epiloog. "Maar," zal iemand opmerken, "was de aarde in werkelijkheid niet één van die vijf of zes planeten, die achtereenvolgens door hun oorspronkelijke bevolking dienden te worden ontruimd, omdat ze ingevolge de opstapeling van onverteerbaar afval onbewoonbaar waren geraakt?" "Ja." zeg je dan. "Maar is de aarde in werkelijkheid uiteindelijk niet verdwenen omdat een galactisch formulier was zoek geraakt en nooit tijdig in zesvoud werd ingeleverd ?" "Ja." Vroeg of laat zal iemand echter óók deze waarheid achterhalen. Natuurlijk zijn dit alleen maar legenden, en heeft de aarde nooit bestaan. Zulke verhalen vertel je duizendmaal, duizend-en-één misschien, maar dan...
Over de meest uiteenlopende zaken worden Essefboeken geschreven; sommige zeer ernstig bedoeld, de meeste echter vrij oppervlakkig, ontspannend en zeker niet werkelijk haalbaar uit wetenschappelijk oogpunt. We staan voor een enorme reeks werken die misschien wel bijzonder aangenaam zijn om te lezen - er zijn zelfs meesterwerken bij maar die de oplettende lezer doen grinniken om de ketterijen die er op allerlei gebied in worden verkocht. Nu blijkt het lezen van Essefboeken dermate 'geestverwijdend' te werken (één van die positieve punten van science-fictien die wel eens benadrukt mogen worden en in ieder geval een onderzoek waard zijn) dat grote drommen niet geschoolde afficionados hun gevoel voor kritiek verliezen en op niets berustende hypothesen klakkeloos aanvaarden. Voor hen, wordt een al of niet plezierige theoretische mogelijkheid van vandaag de praktische werkelijkheid van morgen of overmorgen. Ik dacht dat hiertegen weleens mocht worden gewaarschuwd, ten overvloede omdat de buitenstaander toch al zo gemakkelijk klaar staat met de bewering dat Essef grotendeels flauwe kul zou zijn. Voor ik hiermee verder ga, wil ik beklemtonen dat de al of niet gefundeerde wetenschappelijke argumenten welke in een Essefwerk worden gebruikt, totaal geen afbreuk doen aan de literaire - en a fortiori de ontspannende - waarde van dit werk. Het is niet omdat Bradbury in zijn 'Martian Chronicles' de manen van Mars aan de verkeerde zijde van de planeet laat opstaan en ondergaan, dat dit boek niet prachtig zou zijn, omwille van de thematiek en de behandeling ervan, alsmede door de indringende stijl. Echter... het is de taak van de lezer oplettend te zijn en de fabeltjes van de wetenschap te onderscheiden. Wetenschappelijke fouten welke bedreven worden in science-fiction zijn legio en van verschillende aard. De meest misleidende is de zogeheten wetenschappelijke extrapolatie. Het recept ? Je neemt een heden ten dage bestaande tendens, je trekt die door naar de toekomst en dan steek je een waarschuwende vinger op; bijvoorbeeld de wereldbevolking verdubbelt thans in dertig jaar, over dertig jaar zal de verdubbelde wereldbevolking zich in vijftien jaar verdubbelen, enz. Hierbij wordt absoluut geen rekening gehouden met de talrijke interne en externe factoren (bijv., in dit geval; geboortpeperking, atoomoorlog) die de huidige tendens in de komende jaren zullen beïnvloeden en waarschijnlijk zelf volledig zullen veranderen. Veel gebruikt ook, is de toepassing van bepaalde wetenschappelijke technieken op takken die zich hiertoe niet lenen. Bijvoorbeeld: toepassing van statistieken en waarschijnlijkheidsberekeningen op de economie en de sociologie. Zo kun je bijvoorbeeld ook de lichtsterkte van de zon niet afmeten met een afstandsmaat! Dergelijke zaken zijn in Essef schering en inslag.
Ontelbare malen misbruikt, wordt ook het woordje 'als'. Dit toverwoord maakt uiteraard alles mogelijk, alle moeilijkheden (waar de auteur vaak geen barst van afweet, laat staan zijn lezers) worden van de tafel geveegd. Bijvoorbeeld: 'als' we sneller dan het licht kunnen reizen... enz. Dat er vandaag de dag, niets, maar dan ook niets, op wijst dat we ooit daartoe in staat zullen zijn is een peuleschil... Vaak wordt er een uitvinding gedaan die het essefverhaal plausibel moet maken. En men vergeet dat diezelfde uitvinding, als ze ooit tot stand zou komen, onze hele maatschappij derwijze zou veranderen dat het hele uitgangspunt volkomen vervalt. Jawèl, èchte science-fiction is een bijzonder moeilijke zaak, want hoe kunnen wij ons een werkelijk veranderde maatschappij voorstellen? En dan hebben wij de fameuze 'vereenvoudigingen' van ontzettend complexe problemen. Bijvoorbeeld: miniaturisatie. De mens wordt 300 maal verkleind, de Aarde wordt bijgevolg voor hem 300 maal groter en dus kan de mensheid weer ongestoord 'vooruitgaan'... Feit is dat de 300 maal verkleinde mens een ongelooflijk log en onleefbaar schepsel zou zijn in een wereld waar de mieren hem bijvoorbeeld met sneltreinvaart zouden aanvallen... en naar alle waarschijnlijkheid vernietigen. En dan hebben wij het hierboven uitsluitend gehad over zaken die wetenschappelijk gesproken tot de theoretische mogelijkheden blijven behoren! Maar daarnaast zijn er de duizenden loze hypothesen, die, ook al is het waar dat de vooruitgang van de wetenschap zeer snel geschiedt en dus bepaalde zaken die vandaag onmogelijk zijn, morgen tot gemeengoed zullen maken (bijvoorbeeld de veelbesproken 'proefbuiskinderen') nooit ofte nimmer waargemaakt kunnen worden omdat zij op een foutieve, niet geldende wetenschappelijke principes berusten (bijvoorbeeld : dat de aarde vierkant zou zijn). Ik geloof dat de Esseflezer zich hiervan bewust moet zijn en een duidelijk onderscheid moet maken tussen zijn literair en esthetisch genot enerzijds, en zijn wetenschappelijke vorming anderzijds. Indien dit geschiedt, geloof ik dat dit 'Perspectieven'-praatje zijn nut heeft. Schreven reeds in BENELUXCON l / SFANCON 4 Uit Nederland : M & MW L. Kindt, Mw. K. Lannoy, Paul Van Oven, Nellie Pardoel, Jan Veldhoen, Jaap Verburg, Marjolein Verburg Uit België : M & Mw J. Raasveld, Simon Joukes, E. Mouton, G. Gorremans, M & Mw J. Jansen, M & Mw A. De Rijcke, Ronny Goossens, M & Mw Eddy C. Bertin, M & Mw W. Belpaeme, Robert Terny, Luc Demeester, M & Mw Suykerbuyk, Dany De Raeve, M & Mw Robert Smets, Paul Torfs ... OQ ?
l 2 3 4 5 6 7
= = = = = = =
beslist een "must" warm aanbevolen lang niet gek 't kan nog net nee, liever niet in geen geval, rot nog niet gelezen
Br Bo P M Brf T Z
= = = = = = =
Bruna Born Prisma Meulenhoff Bruna FeH Tijgerpockets Zwarte Beertjes
ANDERSON
: Gevecht met de goden (Bo)
4 7 7 7 6 7 7
BRUNNER
: Paria's van het paradijs (Bo)
4 7 7 7 2 7 7
CURRAN
: Het anti-verjaardagsfeest (Brf)
6 5 7 7 7 6 4
DAVIDSON
: Veldslag der vrouwen (Bo)
6 7 7 6 3 7 7
DICK
: Het oog aan de hemel (T)
6 4 7 l 3 4 2
DICK
: In de ban van de Bom (Bo)
6 7 7 l 7 4 4
FARMER
: De beeltenis van het beest (Brf)
5 3 7 2 6 5 3
GILBERT
: Willard Ratman's notebooks (Br)
2 l 7 7 5 2 3
: Kleine SF omnibus 2
3 3 7 3 2 l l
LAFFERTY
: 900 groomoeders (M)
3 7 7 l 2 3 2
LEINSTER
: Hels kwartet (T)
4 3 7 7 3 5 7
MAINE
: Tijdlijnen (T)
7 7 7 7 4 5 7
MATHESON
: Stalen jongens, felle knapen (Z)
2 2 7 3 4 3 2
MOORE
: De nacht van anti-com (T)
6 7 7 7 3 3 7
POHL
: De onsterfelijke diepvriesmens (Bo) 7 7 7 7 3 7 3
POHL & WILLIAMSON De ruimteriffen (M)
7 7 7 6 3 7 3
SCHMITZ
: Des duivels (P)
2 4 7 4 4 6 7
SILBERBERG
: Twee sterren (M)
7 7 7 7 3 7 7
SMITH
: De kolos van Ylourgne (Brf)
l l 7 l 6 6 2
VALORBE
: Wilt u in Eps wonen (Brf)
6 3 7 7 7 5 5
VAN VOGHT
: Tijd van leven (M)
3 7 7 7 2 7 7
ZERWICK & BROWN : De zaak Cassiopeia (Z)
6 3 7 2 3 6 7
O ===oooOoOooo=== O Net zoals in vorig nummer is ook hier weer de eerste waardering van Willy Magiel, de tweede van Herman Ceulemans, de derde van Benny J. Suykerbuyk, de vierde van Julien C. Raasveld, de vijfde van Simon Joukes, de zesde van Robert Terny en de zevende van Eddy C. Bertin.
Het volgende programma met fantastische-of-SF films in Studio Century, Drink 24 te Borgerhout, staat in het teken van de bekende cineast Roger Corman. "Een avond met Roger Corman" vindt plaats op donderdag 7 december, 20.l5 U. Op het programma staan twee langspeelfilms, die in première voor België draaien. De eerste is Cormans' ode aan een groot acteur : Boris Karloff, van wie in november een retrospectieve ingericht werd in het Filmmuseum te Brussel. Er werd een film gekozen die daar niet is vertoond, nl. "THE TERROR", welke door Corman in l962 gerealiseerd werd. In deze film is Karloff een bloedige baron, die een soldaat van Napoleon, welke in zijn kasteel verzeild is geraakt, een nachtmerrie bezorgt, welke deze niet zo gauw zal vergeten. Naast Karloff, die nogmaals een onweerstaanbare vertolking ten beste geeft, zien we Jack Nicholson, de acteur die later dank zij films als "Easy Rider" en "Five Easy Pieces" tot één der beste acteurs van zijn generatie uitgeroepen zou worden. De vrouwelijke hoofdrol is in handen van Sandra Knight, maar het is natuurlijk Boris Karloff die de show steelt. Na deze prachtige griezelfilm, komt Cormans' omstreden science-fictionfilm "Gas-s-s-s" aan de beurt (volledige titel : Gas-s-s-s, or it Became Necessary to Destroy the World in Order to Save it). Door een fout, die iedereen kan begaan (volgens de radiostem, die de film inleidt) ontsnapt er een gas, dat alle personen boven de 25 doodt. De wereld behoort nu aan de jongeren. De film verhaalt de reis van een groep op zoek naar het nieuwe paradijs in Nieuw Mexico en hun ontmoetingen met de diverse opgericht communes, die ze steeds ontvluchten tot ze hun "brave new world" bereiken. "Gas-s-s-s" is zowel een satirische contestatieprent, als een SF-film van het zuiverste gehalte. Corman toont een hele reeks gags, waarmee men hoogstens een grijns kan lachen, daar het getoonde te werkelijk is. Hij schrikt er ook niet voor terug om zichzelf voor de hakbijl te halen, door een Edgar Allan Poe-figuur steeds weer te laten opduiken die zinnen opdreunt uit "House of Usher" en "The Pit and the Pendulum", zelfs de raaf en zijn"nevermore" ontbreken niet. De verfijnde afwerking en het gevoel voor humor, waarmee de film doorspekt is, zorgen ervoor dat wee een nieuw aspect van deze veelzijdige cineast leren kennen.
Tijdens de maand januari wordt in studio Century geen programma met fantastische films ingel ast. In plaats hiervan wordt op vrijdag l9 januari in Cinema Savoy, Koningin Astridplein te Antwerpen, de middernachtvertoning gewijd aan de Duitse expressionistische film. Er zullen twee van de bekendste klassieke horror-films afgerold worden. Het programma begint met "DAS KABINETT DES DR. CALIGARI" van Robert Wiene (l9l9). Dit was de eerste volwaardige griezelfilm, die ooit gedraaid werd. Het verteld de geschiedenis van een kermisdokter, die met zijn slaapwandelaar rondtrekt en deze verschillende misdaden doet plegen. De film geeft een afschrikwekkend beeld van een verwrongen wereld
en NOOIT werd de sfeer, waarin dit werk baadt, nog herhaald. Hierna volgt de allereerste aanpassing van Bram Stokers roman "Dracula", die in l922 door Friedrich Wilhelm Murnau verfilmd werd onder de titel "NOSFERATU, EINE SYMPHONIE DES GRAUENS". Dit is een enige kans om deze twee typische filmmuseumfilms hier bij ons te zien, daar geen van beide nog beschikbaar zijn in ons land. Beide zijn het "musts" voor iedereen die belangstelling heeft voor de filmgeschiedenis. Het is ook een gelegenheid om zich ervan te vergewissen hoe "modern" beide films nog steeds zijn. Dus vergeet niet : Donderdag 7 december om 20.l5 u. in Studio Century te Borgerhout : l. THE TERROR (l962) met Boris Karloff, Jack Nicholson en Sandra Knight. 2. GAS-S-S-S (l970) met Robert Corff, Elaine Giftos, Country Joe McDonald. Vrijdag l9 januari l973 om 24 u. in Cinema Savoy te Antwerpen DE DUITSE EXPRESSIONISTISCHE FILM l. DAS KABINETT DES DR. CALIGARI van Robert Wiene (l9l9) met Conrad Veidt, Werner Krauss, Lil Dagover. 2. NOSFERATU, EINE SYMPHONIE DES GRAUENS van F.W. Murnau (l922) met Max Schreck, John Gottowt, Greta Schröder. Voor februari werd ons reeds (onder voorbehoud) medegedeeld : Donderdag 8 februari in Studio Century : NIGHT OF THE LIVING DEAD van George A. Romero (l968), de SF-film, die alle SF-films in de schaduw stelde ? De sensatie van Parijs vorig jaar ! Vrijdag 2 februari in Cinema Savoy : DEAD OF NIGHT, de bekende Engelse klassieker van Alberto Cavalcanti, Basil Dearden, Charles Crichton en Robert Hamer. Deze film werd vorig jaar besproken in INFO-SFAN door Caleb Williams in de rubriek "The Vintage Years of the Horror Film". Op deze programma's komen wij nog nader terug. O ===oooOoOooo=== O UIT DE OUDE DOOS § SCHEIRS , Jef Het einde van de wereld ; inleiding door Robin Hannelore. Bracht , De Roerdomp , l97l - Voorheen verschenen : Dendermonde , Van Lantschoot-Moens, l929. Het verhaal van de apocalyps op z'n Bijbels. Interessante s-f elementen : een collectivistische maatschappij waar alle godsdienst officieel is afgeschaft; technische snufjes als luchttreinen, televisie en vooral de ontdekking van de subtiliteit, golven die de mens in contact brengen met onzichtbare wezens ( voor Scheirs uiteraard engelen en duivelen.) Simplistische volkstaal. -beegee-
Een futuristische YANG-dag, ditmaal. Voor diegenen, die deze vereniging minder goed zouden kennen, kunnen we zeggen dat het hier gaat om een groep mensen, die werkzaam zijn te Moorsele (bij Kortrijk) en die een tijdschrift uitgeven "voor literatuur en kommunikatie", zoals zij het zelf stellen. Alle takken van literatuur en moderne kunsten krijgen hierbij de aandacht, met misschien een bijzondere voorkeur voor de Nederlandstalige hedendaagse dichtkunst. De zeer verzorgde "YANG Poëzie-reeks" is alleszins reeds aan haar 34e nummer toe, telkens met covers van gekende Vlaamse kunstenaars. En zoals elke vereniging die zich respekteert, richtte YANG haar aandacht op ons aller "SF", met een prijsvraag voor korte SF-verhalen, een speciale pocketuitgave van bekroonde en bijna bekroonde verhalen en een ruim opgevat paneelgesprek op haar jaarlijkse "YANG-dag". Gelukkig kenden de edele rossen van verschillende bestuursleden hier goed de weg en raakten zij niet verward in de verschillende Moorseles, Moorsels, Moortseles en Moorsledes. Mortsel kennen we uiteraard wel, natuurlijk ! Zodoende bereikten we dan, na de gebruikelijke perikelen, toch tijdig de YANG-hoofdkwartieren. Was de bedoeling van de inrichters in de loop van de namiddag een ruime konfrontatie tot stand te brengen tussen beoefenaars van SF, van elektronische muziek en van utopische architectuur, dan viel helaas dit derde aspekt van wat een echte futuristische manifestatie had moeten worden, weg door afwezigheid van Piet Bekaert. Niettemin raakte de voorziene tijd snel genoeg opgebruikt, door een voorstelling van elektronische muziek, met voorbeelden, door een breed opgevatte diskussie over SF tussen het publiek, bestuursleden van SFAN en de drie winnaars van de YANG-prijsvraag, die inmiddels waren bekendgemaakt. In alfabetische volgorde werden volgende auteurs bekroond : Bert Brouwers, uit Leffinge, voor zijn verhaal "Angst". Carlos de Vrieze, uit Wondelgem, voor "Experiment". Manuel van Loggem, uit Amsterdam, voor "Paarpoppen". Zij deelden, met zijn drieën, een prijs van 2l.000 BF. Een bespreking van de uitgave der bekroonde verhalen (YANG 43/44) , volgt verder. Het betreft hier een werkelijk geslaagde pocket van zowat l70 blz., die te verkrijgen is tegen de prijs van 80 BF bij het YANG-sekretariaat, Meerlaanstraat 42, 8640 Moorsele (W.Vl.) of door storting van eenzelfde bedrag op rekening 460-025407l-68 bij Kredietbank Kortrijk van Hedwig Verlinde, zelfde adres. Meteen kennen belangstellenden ook het adres waar alle inlichtingen betreffende de werking van deze groep kunnen worden ingewonnen. Overbodig te zeggen dat de aanwezigheid van Simon Joukes én Manuel van Loggem, in éénzelfde paneel, vanzelfsprekend aanleiding gaf tot een spannende gedachtenwisseling, én tot enkele humoristische interludia. Later op de dag greep er dan een dia-voorstelling plaats, met bijhorende voordracht van Nederlands dichtwerk, een avondmaal, in groep, en de opvoering van 2 eenakters door leden van de Toneelboetiek uit Gent. ODE (aan een opvoedeling), van en met Frederik Freek Neyrinck, in ver-
band met de problemen welke zich stellen in homes voor minder aangepaste en geplaatste jongeren, en mooi ingekaderd met een aantal fragmenten uit "Vrij & Vrolijk"-interviews en, later nog, "EIKEL EN SCHELP" van Bert Verm. Vermelden we verder nog een groepstentoonstelling in de lokalen van het Gemeentehuis van Moorsele, met minimal-skulpturen van Piet Bekaert, beeldhouwwerk van Paul Van Rafelgem en schilderijen van Antoon de Clerck waarin deze een geslaagde combinatie brengt van laat nieuw-realisme (richting Raveel, De Keyser e.a.) met hyperrealistische elementen. Een opmerkelijke en goed gedoseerde dag, die uitgroeide tot een ontegensprekelijk succes, en, zij dit dan een ietwat chauvinistische wens, een beter begrip van SF bij de aanwezigen. Gelukwensen voor de YANG-mensen ! O ===oooOoOooo=== O
Nogal wat technische verwikkelingen waren er de oorzaak van dat enkele leden van SFAN met enige vertraging op de 2e Yang-dag te Moorsele aankwamen. We bleken gelukkig nog ruim op tijd. Bij de 50-60 aanwezigen herkenden wij de volgende leden van SFAN : A. De Rijcke, D. De Raeve, en R. Smets, met hun echtgenoten, L. De Meester, G. Gorremans, W. Hendrickx, M. Van Loggem en uw dienaar. Deze tweede Yang-dag, georganiseerd door het gelijknamige tijdschrift voor literatuur en communicatie, stond in het teken van Science-Fiction, aangezien de prijsuitreiking plaatvond van de korte verhalenwedstrijd welke door deze vereniging in de zomer l972 had uitgeschreven. Om deze gebeurtenis heen waren enkele artistieke manifestaties opgebouwd die, hoewel ze niet in verband stonden met Essef, toch beslist de moeite waren. Zo kregen we ondermeer een interessante lezing over electronische muziek door L. Goethals, met demonstratie van de mogelijkheden ervan, een diareeks over moderne sculpturen, de vernissage van een tentoonstelling in het stemmige, moderne gemeentehuis, met werken van Piet Beckaert, Antoon de Clerck en Paul Van Rafelghem. Na de gezellige avondmaaltijd werden tenslotte nog door Toneelboetiek Gent twee eenakters opgevoerd waarbij een geslaagde poging werd ondernomen tot integratie van spel en accessoires (muziek, decor, enz.). Al met al een geslaagde bijeenkomst welke voor ons meer speciaal van belang was voor de toekenning van de Yang SF-prijzen en de voorstelling van de publikatie waarin de bekroonde werken werden opgenomen, alsmede voor een paneelgesprek over SF. Het paneelgesprek In een kort tijdsbestek (iets meer dan een halfuur) werd door de paneelleden, Bert Brouwers, Daniël de Raeve, Carlos De Vrieze, Simon Joukes, Robert Smets en Manuel van Loggem gepoogd enkele aspecten van Essef te belichten. Dit bleek zeer moeilijk te zijn, allereerst door het grote aantal deelnemers aan het gesprek en de daaruit voortvloeiende normale verschillen van mening, ten tweede door de omvang van het onderwerp misschien had men beter een welbepaald thema gekozen hoewel dan het ri-
sico wordt gelopen dat niet elk paneellid genoegzaam hierin is gespecialiseerd -, en ten derde door het feit dat gesproken werd voor een publiek van leken zodat er weinig of geen reactie uit de zaal viel te verwachten. Uit de debatten kwam naar voren dat moeilijk van "echte" SF kan worden gesproken vóór de opkomst van de experimentele wetenschappen in het midden van vorige eeuw, hoewel SF-elementen als constanten voorkomen doorheen de hele geschiedenis van de literatuur, met, als één van de voornaamste voorlopers Cyrano de Bergerac. Nadruk werd gelegd op de invloed van Wells en Stapledon, een poging tot definitie strandde en Van Loggem's geargumenteerde voorstel om van "Toekomstfantasie" te spreken werd niet door alle paneelleden aanvaard. De "pessimistische" Amerikaanse en "optimistische" Russische visies werden aangehaald en beklemtoond werd dat SF een universeel, beslist niet exclusief Angelsaksische aangelegenheid is. Samen met de "pulp"-tijdschriften kwam ook het escapisme ter sprake, alsmede de "waarschuwende" aspecten van veel SFwerk. R. Smets trachtte meer duidelijkheid te brengen op theoretisch vlak en Van Loggem bestempelde Essef als de literatuur over en vooral van de toekomst. Tenslotte werd nog vluchtig de thematiek aangesneden en werd het gesprek afgerond met enkele woorden over het fandom. Kortom, het werd een allegaartje waarvan schrijver dezes zich afvraagt of het publiek erveel van zal hebben gesnapt. Hoewel de inrichters deze discussie zinvol vonden, vragen wij ons af of er niet veel beter kan worden gedaan, door het aantal paneelleden te beperken en door een bepaald thema grondig door te lichten. Misschien iets voor later ... YANG SF-prijzen Door het tijdschrift YANG werd dus een wedstrijd uitgeschreven voor essefverhalen. Ze stond open voor alle auteurs uit het Nederlands taalgebied. 52 verhalen werden ingestuurd, waarvan 43 uit Vlaanderen en 9 uit Nederland. De jury bestond uit de werkgroep van Yang welke zich meer speciaal door de volgende beoordelingscriteria liet leiden : originaliteit van het verhaal en literaire waarde ervan. De jury was unaniem akkoord de globale prijs van 2l.000,-BF gelijk onder de volgende drie laureaten te verdelen : aan Bert Brouwers uit Leffinge voor het verhaal "Angst", aan Carlos De Vrieze uit Wondelgem voor het verhaal "Experiment" en aan Manuel van Loggem uit Amsterdam voor het verhaal "Paarpoppen". Deze bekroonde verhalen werden in het dubbele nummer 43/44 van het tijdschrift YANG opgenomen, gevolgd door een selectie van de beste andere inzendingen. Het zijn, in alfabetische volgorde : "K.I." van Bert Brouwers, "Emocyne" van Carlos De Vrieze, "De tijd vliedt snel, gebruikt hem wel" (reeds gepubliceerd in Info-Sfan) en "Strandliefde" van Wilfried Hendrickx, "Didus Ineptus, Dodo-Bird" (lste prijs Info-Sfan verhalenwedstrijd l97l) van Robert C. Smets, "De Ixon" van Alphons E. Ter Brake, "De Bezoekers" door William Vanandenroye, "Wie verliest moet betalen" door Dirk Vermiert en "Foetus Transport" door Ludo Vets. Alleszins een bundel welke de moeite waard is om aan te schaffen en die beslist keurig werd verzorgd, maar waarbij wij de volgende kanttekeningen plaatsen. Een beoordeling van SF op basis van oorspronkelijkheid is in principe een uitmuntend criterium. Echter, wat is oorspronkelijkheid ? Ligt ze in het gekozen onderwerp, in de behandeling ervan, enz. ? Hoe meer SF men heeft gelezen, hoe moeilijker het wordt om een werkelijk origineel gegeven aan te treffen. Bij geen enkel van de in de bundel verschenen
verhalen is dit het geval en zeker niet bij die werken waarin experimenten en uitvindingen worden beschreven. En ik geloof ook niet dat het nodig is. De originaliteit ligt m.i. in de "nieuwe", de "verrassende" bewerking van het thema, zowel naar vorm als naar inhoud. OOk op dit gebied is de bundel vrij teleurstellend : de meeste opgenomen auteurs beperken zich tot het vertellen van een "verhaaltje", met een min of meer verrassende ontknoping. In sommige gevallen, zoals bijv. het verhaal "K.I." van Bert Brouwers kan men zelfs met beslistheid zeggen dat dit geen Essef is ! Bepaalde auteurs hebben zeer goede verhalen van buitenlandse auteurs slecht naverteld. Er zijn weinig pogingen van auteurs om op intelligente wijze "iets anders" te brengen. Zijn we hier misschien nog niet rijp genoeg voor ? Op dit gebied steken twee jonge schrijvers met kop en schouders boven de anderen uit : Wilfried Hendrickx en Robert Smets. Dat zij toevallig reeds in I.S. werden opgenomen doet niets ter zake : zij zijn eigenlijk de enigen in de bundel bij wie we van enige oorspronkelijkheid kunnen gewagen. Van de drie bekroonde verhalen lijkt "Paarpoppen" van Manuel van Loggem ons veruit het beste : een kundige "eigen"bewerking van een idee wat reeds op andere manieren door Amerikaanse en Italiaanse schrijvers werd behandeld. Het leest knap en prettig wat niet kan worden gezegd van "Angst" door Bert Brouwers, waarin we voor de zoveelste maal, de boosdoende telephatische alien uit de dertiger jaren ten tonele wordt gevoerd. Waarom de heldin in haar jeugd door haar broer moest worden verkracht zal ten enenmale een groot raadsel voor ons blijven. Over "Experiment" kunnen we kort zijn : een verhaal om zo snel mogelijk te vergeten. Waarom dan niet "Emocyne" van dezelfde auteur bekroond ? In dit laatste verhaal over een vrouwenmaatschappij waarin uiteraard mannen de "kip-zonder-kop"-rol moeten vervullen, werd tenminste nog een poging gedaan om buiten de platgereden autowegen te rijden ... Iedere jury bepaalt zijn persoonlijke visie en het spreekt vanzelf dat er op elke beslissing kritiek kan worden geleverd. Wij doen dit dan ook ongaarne omdat het een zeer dankbaar polemisch onderwerp is. Wij mogen ons echter wel afvragen of een duidelijker criteriumbepaling de jury van YANG niet zou hebben geholpen. Misschien is ook dit, iets voor een volgende maal ..... Verder ben ik van mening dat de andere auteurs die in de bundel werden opgenomen, ver onder de minimummaat blijven zodat een bespreking van hun verhalen overbodig is : wie er anders over denkt, schrijve naar de redaktie die hier gaarne op terug wil komen. Tenslotte, ziehier mijn trio (maar wie weet waren er bij de overige, niet opgenomen inzendingen, nog zeer goede zaken) als ik jurylid was geweest - iets waar ik overigens niet naar streef : Hendrickx, Smets, van Loggem (in alfabetische volgorde). En om af te ronden : hartelijk dank aan YANG, uit naam van het bestuur van SFAN, voor het bijzonder vriendelijke onthaal. We zullen dan maar zeggen : tot ziens, met hoop op betere tijden ! O ===oooOoOooo=== O
Toen James zijn tijdmachine hermetisch afsloot van de buitenwereld, had hij de machine voorzien van een deuglijke voorraad voedsel en drank om de reis in alle gemak te kunnen doorbrengen. Hij had tevens gezorgd voor een gemakkelijke zetel, enkele leeslampen op batterijen, en een tiental science-fictionromans. Dat was voldoende volgens hem, benevens het gewone materieel natuurlijk. Hij legde het zware slot op de deur, en keek nog even rond. De kamer was driehoekig, gelijke zijden, gelijke hoeken. Zijn voedselvoorraad stond opgesteld in één hoek, naast de luchtpompen. In een andere hoek bevonden zich een tweetal karabijnen, fototoestellen, camera's, schrijfgerief, notaboekjes en allerlei andere zaken die van nut konden blijken in het tijdperk waarin voor de eerste maal de mens op aarde verscheen. Want daarheen was het dat James wou reizen. Geïnspireerd door de optimistische toon van het merendeel der toekomstromans die over tijdreizen handelden, had James destijds besloten dat indien iedereen in staat scheen een tijdmachine te bouwen, hij dat beslist ook aankon. Het was inderdaad absoluut niet moeilijk geweest. De constructie van de machine had hem slechts twee jaar gekost, en het merendeel van die tijd had hij besteed aan het lezen van romans waarin tijdreizen ter sprake kwamen. Hij voelde zich dan ook terdege opgewassen tegen alle mogelijke gevaren en moeilijkheden die hij zou kunnen ontmoeten. Nu was hij op weg naar het verre verleden. Zodra hij de deur gesloten had, was de tijdmachine automatisch in werking getreden. Het bestuursmechanisme was al lang tevoren ingesteld. James nestelde zich in zijn gemakkelijke zetel, plaatste de fles whisky en een klein flesje spuitwater naast zich, en nam het boek ter hand met de meest onbegrijpelijke omslagillustratie, hetgeen wel enige besluiteloosheid teweeg bracht vooraleer hij tot een definitieve keuze kwam. Reeds vlug was hij verdiept in de gruwelijke avonturen van Kapitein Mor-Hétan-Futuriet van de Space Patrol-X en zijn minnares, de geheimzinnige spionne van de vijfde maan van Saturnus. Het was zeer spannende lektuur. KLIK. James schrok wakker, en toen hij op de chronometer keek, zijn ontzetting vast dat hij geslapen had gedurende gans ja, die vijf uurtjes rust hadden hem wel opgefrist. Hij boek van zijn knieën, stond op en wandelde naar de deur, nodige voorzorgen opende.
stelde hij tot de reis. Nou veegde het die hij met de
Voorzichtig snoof hij. Nou ja, de geur was wel een beetje afstotend, het rook naar modder en verrotte planten, maar de lucht zelf was inadembaar. Hij stapte uit in de voorhistorie, en bleef lichtjes teleurgesteld staan aan de voet van zijn tijdmachine, die braafjes een tiental centimeter boven de begane bodem zweefde. Het zag er in feite niet zo uit als hij het zich voorgesteld had. Het was eerder killig, en de grond was bedekt met een modderachtige laag van mos en kleine planten.
Geen enkel levend schepsel te zien, geen zoogdieren en evenmin restanten van dinosauriërs. Tja, wat nu gedaan ? Hij besloot het varenbos dan maar te gaan verkennen, dat zich ietwat verder ontplooide. Hij keerde terug in zijn machine, nam eerst een paar foto's; dan voorzag hij zich van een camera en een zware karabijn, en begaf zich op weg. Hij was nog geen tien minuten aan het wandelen - we moeten wel toegeven dat hij zich niet haastte - toen de grond op onverklaarbare wijze onder zijn voeten verdween. Hij viel een tweetal meter diep en verbrandde zijn zitvlak op gevoelige wijze aan het braadvuur waarop hij terecht kwam, en dat hij doofde door zijn val. "Ha...ha...halllloooo", stotterde hij tot de vier in huiden geklede harige individu's die hem met verbaasde blikken aanstaarden. James had altijd in de opinie verkeerd dat de langharige ongewassen hippie die in zijn tijd naast zijn deur woonde het ultime van menselijke degradatie was; nu was hij verplicht zijn mening te herzien, en in feite zou hij de aanwezigheid van de hippie verwelkomd hebben nu. James had de voorvaderen van de mensheid ontmoet, doch hij gunde zich niet de tijd om ze nader te leren kennen en tot een uitwisseling van kultuur te komen. Eerlijk gezegd vergat James waarom hij hier eigenlijk gekomen was, want met een nijdig gegrom grepen de vier glunderende individu's tegelijkertijd naar hun vervaarlijk uitziende stenen bijlen. Op een-twee-drie bevond James zich op de gebrekkelijke ladder die naar boven leidde, en met enkele sprongen was hij buiten de ondergrondse woonplaats, precies op het moment dat een harige klauwende hand zijn voet miste. Rennende hoorde James nog enkele verwoede kreten achter zich, en het lichtjes pletsende geluid van blote voeten die op het mos achter hem aankwamen. Zijn fysiek bleek echter beter dan hij gevreesd had, en hij bereikte zijn tijdmachine voor zijn op nadere kennismaking belustte overvoorvaders. De strijdbijl die voor zijn verdwijnend hoofd bestemd was, maakte een vervaarlijke en lelijke kras op de zich sluitende deur van de machine. De volgende sekonde was James reeds op de terugweg naar zijn eigen veiliger tijd. KLIK. Vijf uren later. James opende verlicht de deur van de tijdmachine, klaar om uit te stappen in zijn eigen goede tijdperk. En bleef versteend staan. Een hele reeks gehelmde hoofden draaiden zich om, en keken hem met glazige ogen aan. Dan lieten de Oude Belgen huilend van schrik hun speren, schilden en zwaarden vallen en verspreidden zich in paniek tussen de lemen hutten. De eerste verstarde sekonden begreep James niet in het minste welk absurd verband er wel kon zijn tussen zijn eigen tijdperk - hij was er zeker van dat de chronometer dit juist aanwees - en een beschaving die gegrepen leek uit een periode die enkele honderden jaren voor Christus gesitueerd scheen. Pas dan herinnerde hij zich een vage theorie die hij herhaaldelijk ontmoet had in de vele science-fictionverhalen die hij gelezen had over tijdsreizen, namelijk hoe noch verleden noch toekomst constant waren, en konden gewijzigd worden door één enkele kleine ingreep in de tijd. Wat hij zonder het te willen gedaan had, was niet een kleine ingreep, integendeel ! Hij had een vuurtje gedoofd. Misschien wel het absolute éérste en énige vuur dat in die periode van de voorhistorie gemaakt was geworden door mensen. Daardoor was het vuur misschien pas vele eeuwen later herontdekt; door de primitieve mens van het vuur te beroven had hij ik-weet-niet-welke kettingreaktie gestart, die uiteindelijk de klok van de beschaving een tweedulzend jaar achteruit gezet had. Hij wachtte niet tot de lawaaierige menigte die zich nu in het centrum van het dorp begon te verzamelen voldoende moed vergaard had. Verschrikt sloot hij de deur opnieuw en keerde terug naar de oertijd.
Hij regelde de machine op even-na-de-tijd dat hij tevoren terug vertrokken was. Toen hij aankwam, nam hij een doosje lucifers, en ging daarmee gewapend naar buiten. De eerste van de vier aapmensen die hem stonden op te wachten, bracht zijn arm vooruit om zijn bijl te gooien. James streek een lucifer aan, en gaf dan het doosje aan de wilde en illustreerde hem met brede gebaren hoé hij het moest doen. Na een half uurtje mislukkingen die James bijna een beroerte bezorgden, want de drie andere inboorlingen streelden voortdurend de scherpe kanten van hun tomahawks en gaven hem daarbij veelbeduidende blikken, had de oerbewoner het nochtans beet. James gaf hun elk één doosje. Hij nam nog een reeks kiekjes, verorberde enigszins met tegenzin - alhoewel hij dat niet durfde laten blijken - een stuk gebraad van een of andere taaie reptielensoort, en keerde uiteindelijk met een bijl als aandenken en een gerust geweten terug naar de eigentijd. KLIK.
Opnieuw vijf uren later.
James opende de deur, en ditmaal trof de schok hem dubbel zo hard. Hij herinnerde zich duister dat een doosje lucifers toch méér is dan enkel maar de essentie van het vuur... Er is bewerkt hout, kleurstof, geconcentreerde en verfijnde zwavel, papier, geschreven tekst ... in feite duizend-en-één gedachten. De stad die zich voor hem uitstrekte scheen eindeloos, allemaal fonkelend metaal en kristalhelder glas in duizend onaanvaardbare en kwasionmogelijke vormen, overkoepeld door honderden enorme bruggen. Enkele van de graatmagere, verfijnde wezens in de metaalfonkelende kleren, die de rolbanen bevolkten, keken naar hem op. "Ha, néén hé, nu is het genoeg !" sakkerde James, en stortte zich opnieuw in zijn machine. Nog liever zijn eigen tijdperk wat achteruit dan zovér vooruit. Hij moest teruggaan tot die oerbewoners, ditmaal juist vóórdat hij de eerste maal aankwam. Dan kon hij zichzelf dààr opwachten en verwittigen, zodoende zou hij niet in de val trappen en dat verdomde vuurtje doven met zijn achterwerk. Maar bij nader inzien vond hij dit een beetje te gewaagd, hij voelde zich niet precies in staat tot een babbeltje met zichzelf, en trouwens, dat kon ook niet, want toen hij de eerste maal arriveerde had hij daar zichzelf niet staan opwachten. Dus besloot hij maar om aan te komen voor de derde maal kort nadat hij voor de tweede maal vertrokken was. Door een of andere list zou hij de vier barbaren de lucifertjes wel afhandig maken, na hun vuur terug aangestoken te hebben. Hij stopte, stapte uit en verbleekte. De vier oermensen zaten sidderend aan elkaar vastgebonden op de grond. Voor hem stonden drie van de slanke schepsels die hij in de "toekomst" waargenomen had. "Het spijt me voor U" zei één der wezens met een scherpe metaalklank in zijn stem, "maar onze gedachtenpeilers registreerden àlles gedurende de paar seconden dat U in onze Psychisch-verder ontwikkelde wereld vertoefde. Wij begrijpen uw standpunt en motivering terdege, doch U kan ook wel begrijpen dat wij niet kunnen toestaan dat U ONZE wereld vernietigd, ten voordele van Uw eerlijk gezegd véél primitievere beschaving". Het schepsel hief een bolvormig voorwerp op, en James behoefde geen ogenblik te twijfelen aan de bedoelingen van zijn tegenstander. Hij aarzelde dan ook geen ogenblik, maar rukte de revolver tevoorschijn uit zijn broeksband en vuurde. Op deze korte afstand was het onmogelijk ernaast te schieten, en het wezen had zich niet aan de plotse weerstand verwacht. Het maakte een vreemd kuchend geluidje, en plooide dubbel. Het bolvormig wapen gleed uit zijn handen. De twee anderen waren schijn-
ongewapend, en kregen plots de schrik te pakken. Als gek renden ze naar een vreemdsoortig pilaarvormig tuig dat een eindje verderop stond, en dat waarschijnlijk hun tijdmachine was. James schoot nog twee maal naar hen, doch hij was nooit erg handig geweest met een revolver, en het was véél moeilijker om een rennende magere gedaante te raken dan een vlak voor je stilstaande magere gedaante. De twee schepsels verdwenen in hun toestel. Het maakte plots een bulderend geluid, deed een luchtsprong, en draaide om zijn as. Uit de romp kwam iets tevoorschijn dan op een klein maar vervaarlijk uitziend kanon leek. Een reeks sissende witte stralen misten James' tijdmachine nauwelijks, dan verdween de vreemde machine in het niets. James aarzelde geen ogenblik, hij liet de revolver vallen, sprong in zijn machine en zette ze in gang. Hij moest dadelijk terug naar de "eigentijd" wat die ook bleek te zijn. Misschien kon hij daar de andere twee wezens nog te pakken krijgen; daarna kon hij ongestoord terugkomen en het plan uitvoeren waarvoor hij terugekomen was. Na vijf zenuwslopende uurtjes slingerde hij met de moed der wanhoop (en een snelvuurkarabijn in de hand) de deur van zijn machine open. Iets knalde en iets siste, de tijdsmachine spatte uiteen, en in een golf van naarbuitenstromende lucht werd James in het vacuüm geslingerd. Héél even zag hij een enorme rode zon en zwak verlichte grote brokstukken aarde die overal rondwentelden, en anders niets dan duisternis, duisternis bezaaid met miljarden sterren. Vol bitterheid, juist vooraleer de ijzige stilte en de luchtledigheid van de ruimte hem grepen, bedacht hij vol ironie dat hij alweer in zijn haast de vier geknevelde oerbewoners vergeten had, die zich ongetwijfeld na zijn vertrek losgewurmd hadden. Een ras dat reeds in de voorhistorie revolvers en straalwapens bezat, had ongetwijfeld tijd genoeg gehad om zichzelf én zijn wereld in een kortstondige maar heftige evolutie de lucht in te blazen.
NIEUWE LEDEN Maatschappij der Nederlandse letterkunde Bibliotheek der Rijksuniversiteit Rapenburg 70Postbus 58 70-74 F-I Van Damme StSt-Lukaslaan 22 Paul de Neys Kraanweg 37
NLNL-LEIDEN 2070 EKEREN 2660 WILLEBROEK
Vooraleer hier enkele fanzines te bespreken lijkt het mij nuttig even dieper in te gaan op het verschijnsel "fanzine". Wat is nu eigenlijk een fanzine ? Is het doodgewoon een amateurstijdschrift ? Gedeeltelijk. Is het een amateurtijdschrift voor SF-liefhebbers ? Ook maar gedeeltelijk. Sommige fanzines zijn inderdaad sterk SF (of fantasy) georiënteerd, in andere vind je er geen woord over. Iemand die nog geen kontakt met dit soort fandom heeft gehad is dan wel eens ontgoocheld als hij dergelijke publikaties in handen krijgt. In feite zijn er twee soorten fanzines en twee fandoms. De eerste soort wordt gewoonlijk aangeduid met de term "sercon" (van serieus en constructief) en houdt zich intensief bezig met bestudering, bespreking en beoefening van SF (of fantasy, horror, heroic fantasy, enz.). De tweede (die uit de eerste is ontstaan) draait rond de mensen, de fans, hun leven, hun ideeën, hun avonturen ... In feite is dit soort fanzines een verlenging van de brief die twee vrienden aan elkaar zenden. Fandom is één grote vriendenkring, de fanzine is een goedkope manier om kontakt te houden. OCTAZINE 48 (franstalig) Claude Dumont, BP 29, 5000 Namur 2 Een typisch Frans-Belgisch fanzine, maar meer "fannish" dan de meeste. Nieuws over Triëst, middelmatige verhalen, grappen en kartoens, enkele gedichten. Geen prijs bekend (wordt hoofdzakelijk gepubliceerd voor een vrienden- en kennissenkring). Grappig is het velletje WC-papier dat bij de laatste blz. gevoegd is. Een subtiele (?) suggestie ? FALATOFF 9 (franstalig) 3bis Chemin des Carrières, F-95 Soisy s/ Montmorency (France) Dit is een comiczine, een fanzine voor en over beeldverhalen. Zeer regelmatige en verzorgde uitgave. Elk nummer bevat een uitgebreide studie en een interview van een bepaalde tekenaar, in dit geval MARCUS. Onmisbaar voor liefhebbers van tekenverhalen. l5 FF voor l2 nrs. SHADOW l7 (engels) David Sutton, l94 Station Rd, Kings Heath, Birmingham, Bl4 7TE (Gr. Br.) De meest bekende en degelijkste fanzine voor fantasy en horror, vol interessante artikels, goede boekbesprekingen en uitstekende illustraties. Een van de bekenste en regelmatigste medewerkers is ons aller Eddy C. Bertin. Shadow mag in geen enkele fanzineverzameling ontbreken. 20 pence (25 BF) per los nummer of 60 pence (70 BF) per 3 nrs. (Ik meen dat je wel bij Eddy Bertin kunt bestellen). HAVERINGS 52 (engels) Ethel Lindsay, 6 Langley Ave, Surbiton, Surrey, KT6 6QL (Gr. Br.) Een fanzine die uitsluitend fanzinebesprekingen publiceert, en dit al jarenlang. Een naam als een klok, HAVERINGS, een legende haast. Buitengewoon interessant als je wil weten wat er van waarde gepubliceerd wordt in het fandom. En nog reuze goedkoop ook : 40 pence (45 BF) voor 6 nrs !!! O ===oooOoOooo=== O
IK EEN EEN LEGENDE, door Richard Matheson Bruna SF-l7 - l88 blz. - Vertaling F. Lancel - Omslag Robert Nix. "I am Legend" (l954). "Dit kan de méést schrikwekkende roman zijn die u ooit zal lezen !" schreef de Britse SF-auteur William Campbell Gault bij het verschijnen van Mathesons roman, en terecht. Nu de daarop gebaseerde film "The Omega Man" (veel zwakker dan het boek) reeds een poosje bij ons circuleert, kunnen we eindelijk genieten van een Nederlandse versie van dit boek dat op unieke wijze een griezelthema volledig wetenschappelijk uitwerkt. Het behandelt de strijd tot overleven van Robert Neville, in een wereld beheerst door vampiers. Echte authentieke vampiers, die 's nachts ronddolen, kompleet met slagtanden die ze maar al te graag in zijn nek zouden willen planten, temeer daar zijn dagelijkse bezigheid voornamelijk bestaat in het opsporen van hun rustplaatsen en het planten van de staak in hun hart. Matheson neemt al de klassieke "feiten" van vampirisme : het kruis, de staak, de slagtanden, knoflook, enz. en verschaft ze een wetenschappelijke verklaring. De laatste bladzijde is onvergetelijk, en veel doordringerder dan het melodramatische en ongeloofwaardige slot van de film. Matheson's oorspronkelijke roman was gedateerd in l976, maar dat bleek wat te dichtbij, dus hebben we er maar l986 van gemaakt. Een doordringende, sinistere en boeiende roman, die ieder liefhebber, zowel van SF als van Horror, eenvoudigweg op zijn boekenplank moet hebben. E.C. BERTIN Dit boek heeft in de jaren 54/55 heel wat controversen doen ontstaan. Sommigen prezen het als een meesterwerk (vooral diegenen die naast SF ook fantasy en horror smaakten), anderen veroordeelden het als waardeloos (vooral de hard-core SF'ers). De tijd heeft ons echter geleerd dat het noch het een noch het ander is. Het is een zeer degelijk en fascinerend boek over een man die zich in het leven tracht te houden terwijl de rest van de wereld het slachtoffer is geworden van een ziekte die van de mensen vampiers heeft gemaakt. Tenslotte worden de rollen omgedraaid : in de nieuwe, door vampiers gevormde maatschappij zal rond de haardvuren verteld worden over de verschrikkelijke mens die met zijn gepunte staken op vampiers jaagt. Hij is een legende. J.C. RAASVELD HET EINDE VAN DE EEUWIGHEID, door Isaac Asimov Bruna SF-l4 - 208 blz. - Vertaling Jack Kröner - Omslag van Blomme stein. "The End of Eternity" (l955); reeds verschenen in Bruna's SF OMNIBUS nr.l, in l967, reeds lang uitverkocht. Lezers die Bruna's eerste omnibus misten, kunnen nu tenminste Asimov's roman bij hun verzameling voegen. Na de "Foundation"-Trilogie (die in feite bestaat uit een lange reeks aaneengevoegde novelles) is "The End of Eternity" Asimov's meest gave en boeiende roman. Het is het knap uitgewerkte verhaal van een Onsterfelijke, een groep wezens die de heerschappij hebben over de Tijd en die de toekomst vrijwaren van
vernietiging door in het verleden wijzigingen aan te brengen. Uit liefde voor een tot verdwijnen gedoemde vrouw zal hij zelf de sprong wagen naar de "verboden eeuwen" om daar een oplossing te zoeken. Spannende en vindingrijke roman. Aanbevolen. E.C. BERTIN Naar mijn mening behoort dit boek tot het beste wat Asimov ooit gepresteerd heeft. Alleen enkele van zijn korte verhalen kunnen de vergelijking doorstaan - zeker niet de Foundation Trilogie die veel te lang is uitgesponnen. Nochtans is de intrige verre van origineel : tijdreizen en het manipuleren van de realiteit waartegen de hoofdfiguur tenslotte in opstand komt. Het zweemt allemaal wel erg naar dergelijk werk van Anderson (The Corridors of Time bv.), maar het is degelijker geschreven, logischer opgebouwd en spannender. Asimov heeft ook niet Anderson's fout begaan door te denken dat alles met een fikse knokpartij kan opgelost worden. Even nog vermelden dat de integrale tekst reeds in SCIENCE FICTION OMNIBUS l is verschenen, en een pluim voor de puike coverillustratie van Bob van Blommestein. J.C. RAASVELD DIERBAAR DOOLHOF, door Robert Sheckley Bruna SF-l0 - l89 blz. - vertaling Jack Kröner - omslag Van Blommestein "Dimension of Miracles" (l968), waarin verwerkt de afzonderlijk verschenen verhalen "Street of Dreams, feet of Clay" (Galaxy) en "Budget Planet" (F & SF). Sheckley heeft alle teugels losgelaten, en het kostelijk-absurde gemengd met fijne satire viert hoogtij in deze roman. Een doorbrave kantoorbediende, Carmody, krijgt bezoek van een vreemdsoortig personnage dat zo maar bij hem verschijnt en hem mededeelt dat hij de eerste prijs won in een soort Galactische sweepstake. Na er zich van vergewist te hebben dat hij niet droomt en niet gek is, volgt Carmody de vreemdeling, en arriveert in het Galactische Centrum, waar hij verneemt dat het een vergissing betreft. Vergezeld door de sprekende Prijs begint Carmody's odysee om de aarde terug te vinden, via een reeks ongelooflijke en dolgekke avonturen, o.a. met een Godheid zonder werk, een sprekende dinosaurus, de schepper van onze aarde, een intelligente stad, en met voortdurend een schepsel op de hielen dat hem wil opvreten. Absoluut aanbevolen; voor enkele uurtjes kostelijke pret. E.C. BERTIN Ononderbroken kostelijk, satirisch en allegorisch, een voortdurend gniffelende Sheckley die alles en nog wat in zijn hemd zet. Meer ga ik over het boek niet vertellen, je moet het lezen om een idee te krijgen hoe formidabel het wel is. Samen met Zelazny's "HEER VAN HET LICHT" het beste wat er in l972 op de Nederlandstalige markt is verschenen. Opnieuw Bob van Blommenstein. J.C. RAASVELD HEER VAN HET LICHT, door Roger Zelazny Prisma l537 - l972 - 66 F/4 gulden - vertaling J.F. VOS en T. VosDahmen von Buchholz. Zonder twijfel een van de knapste SF-werken die ooit in het Nederlands vertaald zijn. Na lezing vraagt men zich af : is dit een plausibele verklaring voor de eigenaardige mythen en legenden van het Hindoeïsme of een projectie in de toekomst zoals zekere anachronismen schijnen aan te duiden ? Niet zonder reden haalt men op de blurb Von Däniken aan -
niet iedereen beschouwd de hoofdtheorie van deze man als volslagen onzin. Even de intrige verklappen : ruimtevaarders heersen als goden over de kolonisten op een nieuwe planeet. Wanneer zij vernieuwingen tegenwerken, predikt de veelnamige Sam een nieuwe levensbeschouwing, Het Boeddhisme, en komt zo met hen in conflikt. Het gevecht tussen de goden en de Heer van het Licht begint ... J.C. RAASVELD MIJN LIEF LIGT DIEP GEVROREN, door A. Bodelsen Prisma l53l - l972 - 49 F/3 gulden - vertaling C.C.W. BAKKER-OFFERS - "Frysepunktet". Een boek in mineurtoon dat maar best doodgevroren was. SF ? Abraham Hans met diepvriesprobleem. Een van die dingen die onmiddellijk na lezing een leegte achterlaten, zo van : waarover ging het nu eigenlijk ? Misschien ligt de schuld bij de vertaling, maar ik vond zowel stijl als inhoud oervervelend, zonder één enkele vorm van originaliteit. En "Vriespunt" was waarschijnlijk te eenvoudig als vertaling. J.C. RAASVELD WEDLOOP OM ACHILLES, door Fred & Geoffrey Hoyle Born nr. 44 - 50F/3,50 gulden - vertaling H.J. Oolbekkink - omslag Alex Jagtenberg - "Fith Planet" l963. Een zon apart met zijn planetenstelsel nadert ons eigen zonnestelsel. Amerika en Rusland zenden apart een bemand verkenningstuig naar Achilles, een van de planeten van dit andere zonnestelsel die mogelijk leven kan bevatten. Achilles blijkt bewoond door voor de mens onzichtbare intelligente wezens die over geweldige mentale krachten beschikken en in de geest van de mens kunnen doordringen ... M.i. één van de minder goede boeken van professor Hoyle en zijn zoon : het thema is zo afgezaagd als het maar zijn kan, de psychologie van de personnages elementair en ook de nodige spanning ontbreekt, want als esseflezer weet je precies wat er allemaal zal gebeuren. De meningen van de auteurs die in de loop van het verhaal op een niet geslaagde humoristische manier ten beste wordt gegeven, lijken me vrij pueriel. Al met al is dit boek geen sieraad voor uw essefverzameling. Geef mij maar liever "The Black Cloud", "Ossian's Ride" en zelfs "Andromeda" S. JOUKES DE TIJDMACHINE EN ANDERE VERHALEN/SF & FANTASY, door H.G. Wells Uitg. Contact - l972 - l27 blzo - 9,75 gulden - Vertaling Lydia Belinfante - hippe omslag van Sjef Nix. In l959 verscheen bij Het Spectrum, als Prisma pocket 427, de eerste versie van "De Tijdmachine, en andere verhalen", een keuze uit "The Short Stories of H.G. Wells" die de SF-liefhebbers wel teleurstelde, want na het sublieme titelverhaal kwam een aanzienlijke reeks psychologische verhalen, die wel knap bleken, maar weinig of niets te zien hadden met SF. Deze Contactuitgave brengt uit deze (reeds lang uitverkochte bundel het titelverhaal en de drie fantastische verhalen. THE TIME MACHINE was Wells' eerste volledige roman, verschenen in l895 nadat hij het jarenlang bewerkt en gepolijst had.
Het is misschien ook zijn gaafste werk, dit verhaal van de man die in de verre toekomst reist, om daar de mensheid gesplitst terug te vinden in twee rassen, de kinderlijke Eloi, en de ondergronds levende "slaven", de Morlocks. Deze roman is een der mijlpalen in de SF, en pas onlangs werd een kort verhaal teruggevonden van Wells "The Chronic Argonauts" dat een voorloper ervan bleek te zijn. De drie andere verhalen zijn zuiver fantasy, een vader brengt zijn zoontje een bezoek aan "Het Toverhuis" (The Magic Shop) waar speelgoed een eigen leventje blijkt te hebben; een speciale vermageringskuur heeft een dusdanig doorslaand effekt dat het slachtoffor lichter wordt dan lucht in "De Vermageringskuur" (The Truth about Pyecraft), en de ontmoeting met "Het Stumperige Spook" (The Unexperienced Ghost) loopt fataal af wanneer men begint te experimenteren met het bovennatuurlijke. Drie lichte, humoristische verhalen, die een goede begeleiding vormen van het veel meer diepgang vertonende "De Tijdmachine". E.C. BERTIN GEZELLEN VAN DE DOOD, door Catherine Duval Uitg. Contact, l972 - 5verhalen - ll6 blz. Voor de derde maal krijgt Catherine Duval bezoek van haar geleidgeest, die haar zijn macabere fantasieën komt mededelen. Hij kwam "toen de wazige herfstnevels zich over het land legden en in de tuin de vochtige bekraalde spinnewebben als ijle flarden de struiken een kille luister verleenden..." Een frappante beginzin voor deze bundel, die reeds tamelijk de gewenste atmosfeer oproept, een duistere sinistere wereld, die niettemin niet van schoonheid gespeend is. In deze derde bundeling echter overheerst ditmaal niet de romantische noot, maar wel het sinistere, het regelrecht lugubere element van de onoverwinnelijke aartsvijand van de mens, de Dood. Of is hij wel zo vijandig, zo onoverwinnelijk ? In één verhaal toch werpt Duval de twijfel op. Zoals reeds gezegd overheerst het demonische in de eerste verhalen, in "Het Benen Halssnoer" ontmoeten we een vreemde "heksenketting" waarvan de schakels 's nachts tot onheilspellend leven komen, en in "De Molenvrouw" lopen we wetens-willens in de armen van een beeldschoon maar satanisch spook. De hoofdpersonnages zijn de speelballen van de boze machten, die ze tegen hun wil in oproepen. De toon verandert plots in "Het Zilveren Web", waar hij opzettelijk luchtig is, met hier en daar een humoristische noot die wel verrast van Duval, en die daardoor een contrasterend effekt creëert met het mysterieuze en boosaardige van het gegeven. Ondanks dit contrast is "Het Zilveren Web" het zwaktste verhaal in de bundel : men heeft Duval eens ten onrechte vergeleken met Roald Dahl. De humor van Dahl is somber, cynisch, en steeds volkomen gepaard aan het macabere van zijn verhaal. Duval's humor is luchtig, speels, en breekt in feite de bevreemdende sfeer. De twee elementen die echter de zwakheid van dit verhaal uitmaken zijn : precies dit mysterieuze element dat nooit verklaard wordt (we weten nooit precies wàt het gevaar was dat Elfie bedreigde, wat het zilveren web betekende); en het feit dat alles véél te vlug gaat, alles volgt zich op in enkele dagen daar waar het normaal weken zou vragen. Een dergegelijke liefde op het eerste zicht (met of zonder spiegel) is moeilijk aanvaardbaar. Volop in haar element komt Duval echter met "Volg mij Marcella", waar we terug de tedere hand in terugvinden die we eigenlijk misten bij de eerste twee verhalen. Een zeer romantisch verhaal over een jong meisje dat moet kiezen tussen een aardse liefde die haar niet waardig is, en een bovennatuurlijke minnaar die haar echter afgrijzen inboezemt. Het verhaal zou van M.R. James kunnen zijn, alhoewel we wel Jerome's reaktie ietswat melodramatisch vinden. "Na de
Dood" tenslotte is een nachtmerrie-achtig verhaal over een vreemdsoortig luguber ding dat blijft voortbestaan na de dood, zeer boeiend geschreven, maar niet altijd erg overtuigend. De stijl en thematiek zijn verre van "koel en zakelijk" (zoals een recensist dit schreef), integendeel, emotionele geladenheid, bloemrijke taal en atmosfeerschepping overheersen in de puurste traditie van de klassieke spookverhalen. Aanbevolen aan iedereen die houdt van een goed bovennatuurlijk griezelverhaal, of gewoonweg van een boeiend verhaal. Sex & sadismaddicts, keep away !!! E.C. BERTIN O ===oooOoOooo=== O
Alle respect, Eddy, voor wie zijn "Violon d'Ingres" in het openbaar komt toelichten. Horror lees ik nauwelijks, en de luttele werken die ik wél heb doorworsteld zijn waarschijnlijk alles behalve representatief voor het genre : Poe, Lovecraft, Bertin ... Beschouw dit derhalve niet als een "contra" van iemand die de zaak onvoldoende kent en er om die reden slechts toe komt enkele oude vooroordelen naar voren te brengen. Al te vaak bots ik zelf op mensen die Essef vereenzelvigen met "Tarzan en de Koningin van Mars" en dan allerlei oppervlakkige negatieve kritiek weten te formuleren, met het air van : "Zal ik je nu eens vertellen wat er aan de Essef scheelt ...?" Het verschijnsel is me dus helaas te bekend om mezelf aan dit soort afbrekende commentaar te buiten te gaan. Ik zou me dan ook strikt tot je artikel willen beperken en slechts enkele punten ervan, die me om een of andere reden voor discussie vatbaar lijken, uit het geheel lichten : deze opmerkingen zijn dus eigenlijk bedoeld als een soort "vragen uit de zaal" en als een aansporing om uw opvattingen ter zake verder te preciseren. Eerst en vooral lijkt het onderscheid tussen "gruwel-afschuw-griezel" mij als leek vrij onduidelijk. Ik zie er trouwens ook minder het belang van in. Bedoel je met "griezel" eerder een met opzet geprovoceerde, dus kunstmatige, afschuw ? Of leg je er een gradatie in ? Volgens Van Dale zou de trits de volgende rangorde naar "sterkte" moeten hebben : griezel-gruwel-afkeer-afschuw-walging. Zoals ik al zei : het is niet zó belangrijk ... Persoonlijk treffen mij in horror de volgende elementen : l. het onbekende, onverklaarbare, onverklaarde, of onverwachte 2. daaruit voortvloeiend, een dreiging 3. daaruit voortvloeiend, verontrusting, onzekerheid en/of angst 4. daaruit voortvloeiend, ofwel "ter plaatse genageld"; ofwel vlucht, ofwel verdediging zich uitend in agressie en geweld.
Het lijkt me dan ook de taak van de auteur, deze elementen of constanten dermate te combineren (ofsamen te voegen met andere elementen) dat een grootst mogelijk psychisch of fysiek effect wordt bereikt. Een "betere" auteur kan hierbij uiteraard ook "betere" bijbedoelingen hebben. Als ik je nu goed begrijp, kom je tot het besluit dat elk geval een "nuttige" of "heilzame" ervaring zou kunnen teweegbrengen? Als dit je zienswijze is, wil ik gaarne de drie door jou opgesomde hoofdcategorieën onderzoeken. Je zult er wel mee instemmen dat hierbij werk terzijde wordt gelaten dat enkel lachwekkende, of zuiver intellectuele effecten nastreeft. Ook de literaire waarde van de werken blijft uiteraard buiten beschouwing. ("krachten welke wij (nog) niet kunnen A. Het bovennatuurlijke verhaal, verklaren met onze (huidige) kennis") beter nog "buiten-natuurlijk" genoemd. De zogeheten paranormale verschijnselen vallen hier m.i. hier niet onder, evenmin als de religieuze aspecten die ik, beleefdheidshalve, buiten beschouwing wil laten. Welnu, meen je niet dat de mensheid tot op heden meer dan voldoende in het boven- en buiten-natuurlijke heeft rondgeploeterd, met allerlei pijnlijke gevolgen ? De energie van hele volksstammen is gedurende generaties verloren gegaan met het weerleggen van irrationele concepten die grotendeels op primitieve angsten berusten en verder door allerlei sociale factoren nóg ingewikkelder werden. Vandaag zijn we er trouwens nog steeds niet van verlost ! Vanuit dit oogpunt lijkt het me niet bepaald progressief, terwille van een toch zeer relatieve "aangename huivering", deze achterhaalde concepten nieuw leven in te blazen, het er bovendien nog eens dik op te leggen en, in het algemeen, hieraan veel artistieke inspiratie te wijden - die beter zou kunnen worden aangewend - met de volmondig beaamde bedoeling, psychische of zelfs fysieke verontrusting teweeg te brengen en nieuwe twijfels op te wekken, in de zin van : "... als er nu toch eens iets ..." Misschien neem ik het allemaal veel te ernstig op, maar als je op dit gebied beter en meer begrip vraagt, houdt dat m.i. in dat je er positieve aspecten in ziet die mij ten enermale (dat beken ik ruiterlijk) ontgaan. B. Het gruwelverhaal : aanleiding of thematiek is hier dus niet buiten-natuurlijk maar berust op vermeende realistische gegevens, namelijk individuele of collectieve gedragingen of aberraties. Bij deze groep besluit je tot de volgende twee heilzame resultaten : l. het verhaal heeft een therapeutische betekenis, als uitlaatklep voor geweld; 2. het verhaal heeft een psychologische betekenis, het plaatst de mens voor zijn meest verborgen angsten en leert hem daartegen te reageren. Welnu, ik vind dat prachtig, maar denk je echt niet dat dergelijke conclusies alleen gemaakt kunnen worden na een uitgebreid wetenschappelijk onderzoek over de gevolgen van het lezen en bekijken van horror ? Ik denk in dit verband aan bepaalde sociologische conclusies waartoe in Skandinavië werd gekomen na het vrijgeven van de verkoop van erotische en zelfs pornografische werken en films. Toen bleken vele tot dan toe geldende argumenten niet meer overeen te komen met de praktijk, om het maar eens vriendelijk uit te drukken. Let wel, je mening is goed geformuleerd maar aangezien mij geen dergelijk experiment inzake horror bekend is (wat ook alweer niet wil zeggen dat die niet zou bestaan), zou ik een tweetal beschou-
wingen ten beste willen geven die aansluiten bij de door jou genoemde pluspunten. l. In verband met geweld : Er kan lang worden geredetwist over de wenselijkheid van de realistische weergave (wat is dat overigens ?) van bepaalde feiten. Polanski's "Macbeth" en Losey's "The Assassination of Trotsky" zijn twee recente voorbeelden. Schrijven we deze beide regisseurs geen sensatiezucht toe, maar zien we hun werk als een proeve van historische benadering van de werkelijkheid en tevens als een noodzakelijke bezinning op het verschijnsel "geweld" (iets waarover al te vaak zeer abstrakt wordt geredeneerd), dan raken we meteen ook aan wat "Horror" nu precies daarvan onderscheidt. Brengt beschrijving van geweld, in welke vorm dan ook, (automatisch) geweld met zich mee ? Zou hier een analoog proces kunnen plaatsvinden als bij het met opzet hoger geciteerde "porno"-voorbeeld, waarbij een vermindering van sommige sexuele misdrijven werd vastgesteld ? Dan moeten we bij "porno" wel even aanstippen dat het hier niet gaat om iets dat in sé misdadig is, maar dat in werkelijkheid aan een bepaalde nieuwsgierigheid werd voldaan,die, als dat niet gebeurt, soms aanleiding kan geven tot daden waarvan sommige tot op heden door de wet als misdrijven worden beschouwd. Bovendien wordt voor minderheidsgroepen een visueel substituut geleverd op een domein waar het visuele een belangrijk aandeel heeft. Met geweld is het anders gesteld en, alle persvrijheid ten spijt, treed ik persoonlijk de mening bij dat, in de mate waarin geweld een misdaad een ziekteverschijnsel (en kan zelfs van een besmettelijke ziekte worden gesproken) is, alle verslagen in verband met moorden, verkrachtingen, brandstichting en dergelijke aardigheden, gewoon moeten worden verboden. Per slot van rekening worden tuberculose, kanker en syfillis ook niet verheerlijkt ! Het is overigens interessant vast te stellen dat dit nu precies de richting is welke door de zogeheten "progressieve" landen van Noord-Europa werd ingeslagen. 2. In het verband met angst : Angst is m.i. een van de meest bedroevende complicaties van het onderbewuste. Talrijke vormen van depressie wortelen in de angst of komen als angst tot uiting. Ook psychasthenie is je naar ik aanneem wel bekend ... Ik meen dan ook dat een verminderde complexiteit en een grondige schoonmaak van het onderbewuste strikte noodzaak zijn voor velen. Brainwashing ? Jawel, maar in positieve zin : het verwijderen van de boeien van de angst die de kelen van zwakkere naturen ten onrechte beklemmen. Moeten we daarom instemmen met zij die argumenteren dat - meer in het bijzonder inzake angst - een regelmatige confrontatie met monsterachtigheden een heilzaam effekt zou hebben ? Zolang hierop geen wetenschappelijk verantwoord antwoord is gekomen, weiger ik dit te doen; ik meen dat in dit verband interessante gevolgtrekkingen kunnen worden gemaakt, in de States, waar TV- en andere monsters aan de jongeren worden voorgeschoteld. Echter, een praktisch voorbeeld is vaak beter dan veel dorre theorie : stel dat ik van mijn kinderjaren een onverklaarbare angst heb overgehouden om in het donker naar de kelder te gaan. En nu is er een vriendelijke horror-schrijver die me voor mijn "grootste angst" plaats, mij de hand rijkt en samen met mij de keldertrappen afdaalt.
Om me te laten zien dat mijn angst ongegrond is, dat in de krocht alleen wat stof en enkele flessen oude Bourgogne te vinden zijn ? Dat had je gedacht ! Nee, om me met mijn neus in een van zijn geraffineerdste bloederige bedenksels te smeren ! Om nog maar te zwijgen van wat die gemene kerel onder mijn bed en in mijn wandkast heeft verborgen ...! Spannend en ontspannend is het misschien voor sommige liefhebbers wel (nietwaar Julien ?), maar als je naar diepere effecten gaat zoeken, ben ik eerder geneigd te spreken van psychologische vergiftiging, dan wel van katharsis en bevrijding. Natuurlijk, het mag, het mag zelfs allemaal want iedereen is vrij, maar moeten er pleidooien worden gehouden voor iets wat door vele liefhebbers van het genre gewoon als een "kick" wordt ervaren, te vergelijken (in een heel ander verband) met het "escapisme" van vele SF-lezers? Monsterlijke dingen kunnen gebeuren, ze gebeuren zelfs dagelijks (nietwaar, mijnheer Nixon ?) en "terreur" kun je in de ogenschijnlijk meest banale situaties aantreffen, zoals Sternberg zou zeggen, maar van het systematisch cultiveren van de verschrikking en van het uitdenken van steeds nieuwe gruwels, ontgaat me werkelijk de "psychologische" betekenis. Of zie ik het allemaal verkeerd ? C. Het psycho-griezelverhaal dus noch het buitennatuurlijke, noch de (on)menselijke gedraging, maar het menselijke onderbewuste. Met een meer uitgesproken klinische bezorgdheid, als ik goed begrijp. Het onderbewuste opruimen (spinnewebben weghalen) en exploren lijkt me, zoals ik zei, lovenswaardig; in dit verband kennen we dieptepsychologie, bepaalde chirurgische ingrepen, thymo-analeptica, naast meer aan de "mode" onderhevige technieken, bewustzijnsverruimende o.a., waar we nu niet op hoeven in te gaan, enz. Waarom echter systematisch ingaan op de meest negatieve aspecten ervan, of de gruwelijkste, en hiervan een uitgangspunt, zoniet een theorie, van maken ? Ook de creativiteit bijvoorbeeld, worstelt dikwijls in het onderbewuste, en misschien zelfs wat we "liefde" plegen te noemen. "Het heeft geen zin uit te gaan van de wezenlijke goedheid van de mens ... ", zeg je; akkoord, idioot optimisme à la Rousseau past hier allerminst. Maar laat ik je het antwoord geven door Robespierre in zijn proeve van verklaring van de "Rechten van de Mens". "Toute institution qui ne suppose pas le peuple bon ... est vicieuse". (Art. XIX). Twee randopmerkingen : vooreerst nuanceert hij onmiddellijk voor wat de magistraat aangaat, vervolgens het woord "suppose", dat hier de juridische betekenis heeft van een "présomption". Dit lijkt me persoonlijk een betere benadering. Hoe wil je nu iets "heilzaams" voor de mens verrichten, als je niet in de mens geloofd ? Meen je nu werkelijk ook niet dat de mens op zichzelf niet goed en niet slecht is, maar dat hij in zijn aard en in zijn beperkingen in hoge mate wordt geconditioneerd door opvoeding en sociaal context of milieu ? Het klinkt bijna afgezaagd, zo logisch lijkt het me. Geweld is dus latent aanwezig, jazeker, maar ze zal slechts in gewelddadigheid uitbarsten, wanneer ... Net zoals creativiteit, om hierop terug te komen, slechts tot volle ontplooiing kan komen als de omstandigheden hiertoe gunstig zijn. En dit leidt me onmiddellijk een stap verder. Het is natuurlijk heel juist dat wij bizarre bezinksels hebben overgehouden van individueel meer barbaarse tijden en dat onder een dunne bovenlaag potentieel heel wat vreselijke zaken schuilen.
Neem voormelde droesem en een heel klein beetje verbeelding en voor dat je 't weet sta je in een gestreepte pijama achter prikkeldraad in een uitmoordingskamp, tot zelfs in ons ó zo rustige Belgische leger, zoals onlangs nog bekend geraakte. Goed, maar waarom dan juist deze verbeelding stimuleren ? Want, literair gesproken, zal zelfs de meest nuchtere, klinische observatie zich toch steeds weer tot een "breder publiek" richten en juist ook steeds weer iets "aan de verbeelding" overlaten. Ik zou hieraan willen toevoegen dat dit geen struisvogelpolitiek is : ik weiger niet wat dan ook te zien, maar ik weiger de zaak systematisch vanuit een bepaalde hoek te bekijken, het er daarbij nog dik op te leggen en zaken gewoon er bij uit te denken. Tenslotte nog deze vraag die m.i. mijn belangrijkste opwerping samenvat : aangenomen dat het nuttig kan zijn bepaalde dingen, en zeker werkelijke feiten, bekend te maken, moet hierbij noodzakelijk worden uitgegaan van het nastreven van effecten en moet hierbij steeds gespeculeerd worden op de in ons latent aanwezige angst ? Angst, waarvan wij veel beter zouden worden bevrijd, als was het maar omdat hij een restverschijnsel is van barbaarse ervaringen, omdat hij een der eerste hindernissen is op de weg naar een vollediger menselijkheid. Is deze speculatie volgens jou onafscheidelijk met het genre verbonden ? Als dat zo is, dan aarzel ik niet om van regressieve tendensen te spreken, al ben ik me ervan bewust dat deze bedoeling daarom niet met opzet voorligt. En al klinkt dit alles misschien alweer veel te ernstig ... Zoals ik reeds de gelegenheid had te zeggen, herhaal ik : wanneer ik de Concorde zie opstijgen of een Mariner om Mars weet draaien, dan kan ik - als ik een vergelijking wilde maken - slechts het diepste medelijden voelen met die arme Edgar Allen Poe die zich op zijn kleine kamer de daver op het lijf zat te jagen, als de legende op dit punt tenminste waarheid bevat ... En ook dit nog : Albert Camus citeerde ergens - ik meen in verband met de doodstraf - enkele regels uit het Dodenboek der Egyptenaren, meer bepaald waar wordt beschreven hoe de ziel van de mens zich in de onderwereld onmiddellijk kan verrechtvaardigen voor haar strenge rechter, door heel beknopt te verklaren : "ik heb in mijn leven nooit iemand angst aangejaagd". Deze prachtige spreuk is me, als samenvatting van velerlei geboden, steeds bijgebleven. Als je dan toch enigszins in het bovennatuurlijke gelooft, Eddy, moge Seth je dan genadig wezen. Een vrome gedachte om te besluiten, dacht ik zo. O ===oooOoOooo=== O
LA DAMA ROSSA UCCIDE SETTE VOLTE (Horror) - Italië l972 - R : Emilio P. Miraglia - V : Barbara Bouchet, Ugo Paglia, Marina Malfatti, Sybil Danning, Maria Pia Giancaro. Twee zusters verblijven in een oud kasteel, waar enkele eeuwen geleden een meisje gedood werd door haar zuster. Volgens de legende wordt deze daad elke eeuw herhaald. DEADLINE (SF) - Zweden l97l - R & Sc : Stellan Olssen - P : Nordisk Film/Omega Film - V : Kent-Arne Dahlgren, Elsebeth Reingard, Eva-Britt Strandberg, Stig Torstensson, Halvar Björk. Een klein dorpje wordt per vergissing blootgesteld aan een nieuw bacteriologisch wapen. De bevolking is ten dode opgeschreven en wordt van de rest van de wereld afgesloten. FEAR IN THE NIGHT (Psycho-Horror) - Engeland l972 - R : Jimmy Sangster Sc : J. Sangster, Michael Syson - P : Hammer Films - V : Judy Geeson, Joan Collins, Ralph Bates, Peter Cushing, James Cossins, John Brown. Nadat hij een reeks interessante scenario's leverde in het psycho-horror genre (Taste of Fear, Hysteria, The Nanny, enz.), verwezenlijkte Jimmy Sangster nu zijn eerste film op dit gebied. FLASH GORDON (SF) - USA l936 - R : Frederick Stephany, Ray Taylor Sc : F. Stephany, G. Plympton, B. Dickey, E. O'Neill naar het stripverhaal van Alex Raymond - P : Universal - V : Buster Crabbe, Jean Rogers, Charles Middleton, Prescilla Lawson, Frank Shannon. Uit de l3-delige serial werd nu een speelfilm van ca. 3 uur gedistilleerd, welke in de bioscoopzalen uitgebracht werd, blijkbaar met veel succes. LIBERTA, AGENT SPACIAL ANTI-MYTHE (SF) - Frankrijk l972 - R : Jean Noel Delamarre - Camera : Philippe Gras. Aan de hand van honderdtallen affiches van horror en SF films, verwezenlijkte Delamarre zeker de origineelste SF-film van de laatste dekade. LA LUNGA NOTTE DI VERONIQUE (Horror) - Italië l969 - R : Gianni Vernuccio, Enro Ferraris - P : Mercurfin Italiana - V : Alex Morrison, Alba Rigazzi, Cristina Ganoni, Tony Bellani. Nog maar eens een rolprent over een lijk dat maar niet wil sterven. LE MOINE / THE MONK (Horror) - Frankrijk/ltalië/Spanje l972 - R : Ado Kyrou - Sc : Luis Bunuel, Jean-Claude Carrière naar de roman van Matthew Gregory Lewis - V : Franco Nero, Nathalie Delon, Denis Manuel. Alhoewel Bunuel zelf deze jarenlange droom niet heeft kunnen verwezenlijken, werd zijn scenario toch gebruikt en de realisatie toevertrouwd aan Ado Kyrou, die de filmliefhebbers kennen als schrijver van verschillende interessante standaardwerken over de film. Wat hij van dit meesterwerk van de gothische literatuur gemaakt heeft blijft een open vraag. O ===oooOoOooo=== O
A. VAN HAGELAND - ALSEMBERG APOLLO STELT HET GOED ! In INFO-SFAN nr. 20 zijn er twee brokjes waarop ik graag even wou antwoorden. Eerst het slot van Simons Kletspraatje waar hij zegt, dat sommige lezers er hun "verwondering" over uitspraken dat hij zich zo tevreden toonde over de eerste zes nummers van APOLLO. Ik onderschrijf volkomen zijn standpunt en teneinde verdere blabla te voorkomen beklemtoon ik nog eens een keer dat APOLLO een "ontspanningsblad" is voor een zeer ruim publiek dat de kern in zich heeft om SF-minded te worden maar niet door de (veel duurdere) andere reeksen wordt aangesproken. Dus een paar tienduizend mensen in Holland en Vlaanderen die op deze manier de weg zullen vinden naar hetgeen enkele "High brows" en "Egg heads" blijkbaar nu al in APOLLO wilden zien verschijnen. Bovendien is APOLLO een kommercieel objekt wanwege de Uitgevers en ook dit tijdschrift zou al een roemloze dood zijn gestorven als wij ons niet strikt aan de gevolgde politiek, dus "ontspanningslektuur voor een zeer ruim publiek" hadden gehouden. Wij wilden en zullen ervoor zorgen, dat APOLLO een ander lot kent dan UTOPIA, welke uitgave na 24 nummers moest stopgezet worden wegens onvoldoende belangstelling. Betekent dit, dat APOLLO alleen tweederangsliteratuur zou brengen ? Hoegenaamd niet ! Er is niet één tweederangsroman bij. Elk verhaal heeft op één of ander gebied zijn eigen charme, maar er ligt een rode draad tussen, die al de reeds verschenen en nog te verschijnen romans bindt : niet een handsvol pretentieuzen naar de mond praten ! Simon Joukes, Eddy C. Bertin en andere vooraanstaanden uit de Nederlandse SF-wereld hebben dat goed begrepen en geven de voorkeur aan een APOLLO die lééfbaar is dan aan een pedante uitgave die de hoogste toppen wil scheren en na een eerste fraaie vlucht met gebroken vleugels in een afgrond terecht komt om nooit meer op te staan. Ook de bezadigde uitspraak van Simon, liever af te wachten tot een "kritische retrospectieve" van de eerste vierentwintig nummers kan gemaakt worden, kan ik het volgende zeggen : in APOLLO zullen romans en verhalen verschijnen, ook origineel Nederlandse, die tot het beste behoren van de internationale produktie. Maar, en ik hamer erop : steeds voor een zeer ruim publiek ! Voor de rest kan de vitters er misschien op wijzen, dat ik hier in de Lage Landen al voor publikatie van ScienceFiction ijverde, toen zij nog in de luiers lagen. Een tweede punt uit Nr. 20 waarop ik even antwoord is de "aanval" van Cauis Seutonius enz. op A.E. van Vogt waarvan hij één werkje heeft gelezen, "Empire of the Atom", waarschijnlijk zelfs zonder te weten dat dit boek een vervolg heeft "The Wizard of Linn". Ik houd persoonlijk biezonder veel van die twee boeken en het is dan ook met veel genoegen dat ik de Nederlandse versie ervan voor l973 kan aankondigen. Welnu, ik heb al opgemerkt dat diegenen die niet vóór van Vogt zijn, behoren tot de kategorie van mensen die geen snars van zijn werk begrijpen. A.E. van Vogt is nu eenmaal erg moeilijk te begrijpen (soms) en zijn rijke symboliek en vooral zijn ingewikkelde tematiek (met de gegevens van één boek van van Vogt zouden andere auteurs er twintig schrijven!) dringen niet door tot iedere geest. Als Joukes pro van Vogt is betekent dit eenvoudig dat hij in staat is het universum van die Hogepriester van de internationale SF te verkennen en er zich thuis te voelen. Dat is het hele probleem ...
JULIEN C. RAASVELD - Steynstraat 5 - 27l0 HOBOKEN ...Er is blijkbaar nog geen oorlog genoeg op aarde, nu begint men al voor de ruimte te plannen. Al lijkt het me vrij onwaarschijnlijk dat op basis van Terry Jeeves' ideeën ooit oorlog zal gevoerd worden. Ik zie al ruimteschepen gelijke omloopsbanen kiezen om mekaar te kunnen beschieten, de enige mogelijkheid die Jerry ziet. En met wat dan nog ? Kogels of granaten tegen ruimteschepen die aan 40km/s vliegen ? Lamenielache. De enige, momenteel denkbare, mogelijkheid is juist de laser, die door Jerry afgeschreven wordt met het argument dat de straal niet lang genoeg kan gericht worden omdat a) de vijand met een verschillende snelheid vliegt, b) hij koerswijzigingen zal uitvoeren. Daarop kan ik antwoorden dat in geval a) geen enkel probleem bestaat omdat de laser aan automatische radar kan gekoppeld worden die het doelwit nauwkeurig volgt en fixeert, geval b) is een redenering die er geen is want Terry heeft net daarvoor de onmogelijkheid van snelle koerswijzigingen aangetoond (natuurlijk uitgaande van onze huidige technologische kennis). De laserstraal kan dus wel degelijk op een vijandig doelwit gefixeerd worden. Alleen zal de tegenstander natuurlijk ook zijn lasertje wel gericht hebben ... Dan zijn er nog enkele ideeën zoals het verspreiden van granaten of kogels op vijandige omloopsbanen ... lekker, als je er daarna zelf tegenop botst, nog afgezien van het feit dat je met je kogels en granaten heel wat kubieke ruimte zal moeten vullen om zeker te zijn dat je iets treft - ruimte is driedimensioneel, weet je, het gaat er hier niet om wat mijnen in een veld te plaatsen. En dan de projektielen. Welke snelheden zullen die moeten hebben om een ruimtetuig te achterhalen of te onderscheppen ? Ofwel zullen zij enorm snel moeten zijn (en kunnen de legeringen die we nu kennen zulke stress wel dragen ?), ofwel moeten zij een enorme voorraad brandstof bij zich hebben om een langdurige achtervolging te voeren. Of uitgerust zijn met atoomdrijfkracht. Duur zaakje als je 't mij vraagt, telkens een atoomgenerator opofferen om een ruimtetuig uit te schakelen. Laat ons rustig aannemen dat een oorlog in de ruimte nog niet voor vandaag of morgen is. Het gevaar ligt veel dichter bij ons !
ALGEMENE LEDENVERGADERING op zaterdag 27 januari l973 in schutterslokaal Ter Doelen, Sint-Pietersvliet l2, Antwerpen. l. Moreel en financieel verslag 2. Verkiezing nieuw bestuur (kandidaturen moeten op het Sfan secretariaat binnenkomen vóór l0 januari l973) 3. Werkvergadering 4. Gezellig samenzijn ---===oooOooo===---
REGLEMENT VAN DE VIERDE PRIJSVRAAG VOOR KORTE SF-VERHALEN INGERICHT DOOR SFAN, VERENIGING VOOR SF EN FANTASTIEK Art.l SFAN, Vereniging voor Science-Fiction en Fantastiek, zal in de loop van l973 opnieuw drie prijzen toekennen teneinde de beste korte science-fictionverhalen te bekronen, welke haar zullen worden toegezonden. De bedoeling bij het inrichten van deze prijsvraag is overwegend debuterende auteurs aan te moedigen. Niettemin wordt geen enkele auteur van deelname uitgesloten. Ook gemeenschappelijk werk wordt aanArt.2 De jury welke de inzendingen zal beoordelen is samengesteld uit Hr. E.C. Bertin, Simon Joukes en Robert Smets. Het staat de juryleden vrij zich te laten bijstaan of desgevallend vervangen door bevoegde personen, welke zijzelf kunnen aanduiden. Art.3 De verhalen, welke worden ingezonden, dienen in direkt verband te staan met science-fiction. De juryleden beslissen bij betwisting of een ingezonden verhaal al dan niet in aanmerking komt voor deelname. Art.4 De inzendingen dienen in de Nederlandse taal gesteld te zijn en mogen niet vroeger gepubliceerd zijn. Zij moeten in drievoud gesteld zijn en getypt op quarto-formaat met dubbele interlinie, met een maximum-lengte van vijftien (l5) bladzijden. De drie exemplaren moeten worden gezonden aan het sekretariaat van de vereniging, op volgend adres : SFAN p/a Paul Torfs Melkmarkt 33 B.2000-ANTWERPEN De inzending geschiedt onder kenspreuk : voor elk ingezonden verhaal dient een andere kenspreuk te worden gebruikt, en deze dient op de drie ingezonden exemplaren voor te komen. De werkelijke naam van de deelnemer moet worden vermeld op een kaart, welke onder gesloten omslag bij de zending wordt gevoegd. Uiterste inzenddatum is 3l.03.l973. Art.5 De prijzen bestaan respektievelijk uit 2.500 Fr, l.500 Fr, l.000 Fr en 500 Fr. Zij zullen door de juryleden worden toegekend indien inhoud, taal en stijl van de inzendingen dit verantwoorden. De juryleden kunnen deze prijzen desgevallend splitsen en kunnen verder eervolle vermeldingen toekennen. Art.6 De uitslag van deze prijsvraag zal worden bekendgemaakt ter gelegenheid van het Vierde Science-Fiction Congres, Sfancon 4, dat wordt gehouden op zondag 20 mei l973, in het Casino te Gent. Art.7 De inzenders behouden het copyright in verband met hun werk, en kunnen dit vrij publiceren, terwijl de winnaars melding zullen kunnen maken van de behaalde bekroning. De inzending van een verhaal houdt evenwel, vanwege de auteur, akkoord in met de eenmalige publikatie van zijn verhaal, in het maandblad van de vereniging, Info-Sfan, of een parallelle uitgave, ook indien zijn werk niet voor bekroning werd weerhouden. Twee manuscripten zullen op verzoek worden teruggezonden, mits insluiting van retourport bij de kenspreuk. Art.8 Deelname aan de prijsvraag veronderstelt het akkoord van de inzender met elk van de punten van het wedstrijdreglement, waarover niet wordt gekorrespondeerd. De juryleden beslissen souverein in verband met punten, welke hierin niet zouden zijn voorzien. Art.9 De prijzen voor deze wedstrijd werden ter beschikking gesteld door de uitgeverij Het Spectrum AntwerpenAntwerpen-Utrecht. SFAN verbindt zich hierbij te bemiddelen tussen auteurs en voormelde uitgeverij met 44 het oog op eventuele opname van de beste inzendingen in een bijzon bijzondere bundel. ===oooOooo===
REGLEMENT EERSTE SCIENCE FICTION WEDSTRIJD VOOR TEKENKUNST INGERICHT DOOR SFAN , VERENIGING VOOR SCIENCE FICTION EN FANTASTIEK . - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - l. Eenieder mag aan deze tekenwedstrijd deelnemen. 2. Er is geen beperking van het aantal inzendingen. 3. De ingezonden werken dienen in direkt verband te staan met science fiction en fantastiek. 4. Enkel het formaat 'quarto' is toegelaten. Het tekenpapier dient van degelijke, doch soepele, kwaliteit te zijn. 5. De tekeningen mogen enkel met balpen, met oostindische inkt of met houtskool (gefixeerd) uitgevoerd zijn. De tekeningen dienen verder éénkleurig te zijn. 6. Alle inzendingen gebeuren onder kenspreuk die op de rugzijde van de tekening dient vermeld. De werkelijke naam en het adres van de deelnemer dient onder gesloten omslag, waarop de kenspreuk voorkomt, de inzending (en) te begeleiden. 7. Alle inzendingen blijven eigendom van Sfan en kunnen eventueel in het tijdschrift INFO-SFAN opgenomen worden. 8. De prijzen bestaan uit 700F 500F 250F , die toegekend kunnen worden aan de drie beste inzendingen zo de jury dit verantwoord acht. 9. Over deze wedstrijd wordt geen briefwisseling gevoerd. Door deel te nemen aanvaarden de inzenders alle in het reglement vernoemde punten. l0. De uiterste inzenddatum is l6 april l973 . De prijsuitreiking van deze wedstrijd zal plaats hebben tijdens het Vierde Science Fiction Kongres van Sfan dat gehouden wordt in het Casino van Gent op zondag 20 mei l973. Alle inzendingen zullen tijdens deze manifestatie tentoongesteld worden. ll. De jury bestaat uit : - Herman Ceulemans - Daniël De Raeve - Thijs Van Ebbenhorst Tengbergen l2. De inzendingen dienen te gebeuren op het adres van : S F A N c/o paul Torfs Melkmarkt 33 B 2000 ANTWERPEN ----------OOO---------45