8e jaargang nummer 5 24 oktober 2013
Snmengevnt
In de stoel van Bobby Fischer Met pensioen Maarten analyseert
Tweemaandelijks cluborgaan van Schaakcombinatie HTV
3
Titelpagina: Hans Mudde in de stoel uit het antiquariaat waar Bobby Fischer in zijn laatste levensjaren vaak vertoefde (foto: Hans Mudde)
Inhoud
4 5 6 7 15 23 26 36 42
Colofon Van de redactie / Pim van der Meiden Interne competitie Externe competitie In de stoel van Bobby Fischer / Hans Mudde Met pensioen / Kees van Gelder Maarten analyseert / Maarten Stolte Een nieuw begin (5) / André Wagner Schaakagenda
Samengevat is het clubblad van Schaakcombinatie HTV Verschijnt 6x per jaar Redactie: Pim van der Meiden (hoofdredactie), André Wagner (eindredactie) 8e jaargang nummer 5 - 24 oktober 2013 Kopijdatum volgende clubblad: 14 december (verschijnt 19 december) Kopij tijdig inleveren bij: Pim van der Meiden (
[email protected])
4
Colofon Bestuur Voorzitter Ben Spierings Secretaris Kees van Gelder Penningmeester Sander Pauw PR & Sponsoring (a.i.) vacant Wedstrijdleider extern Geurt Jan v.d. Meiden Wedstrijdleider intern Piet Sikkes Jeugdleider Ton Bodaan
[email protected]
3629780
[email protected]
7809595
[email protected]
3615975
[email protected] [email protected]
06-53583480
[email protected]
4490512
[email protected]
3912062
Commissarissen Webmaster Eric Alvares Materiaalbeheerder vacant
[email protected]
06-41330092
Jeugdbegeleiding Ton Bodaan, Melchior Vesters, Twan van der Togt, Stella Roeleveld, Koos Roeleveld, Mei Luk, Ricki Luk, Cor Kanters, Hugo van der Laan, Geurt Jan van der Meiden Speellokaal: Bosbeskapel, Bosbesstraat 5, 2564 PA te Den Haag, 070-3689796 Speelavond: Donderdag Speeltijden: Jeugd tot en met stap 2: 18:30 tot 19.30 uur; Jeugd stap 3 en hoger: 18:30 tot 19:45 uur; Senioren: vanaf 19:45 uur Contributie: senioren: € 105 per jaar; jeugd: € 95 per jaar; gezinslid tweede junior: € 15 korting per jaar; derde junior: € 30 korting per jaar; girorekening 5255286 t.n.v. Schaakcombinatie HTV Internetsite: http://www.schaakcombinatiehtv.nl
5 Van de redactie
Na drie jaar weer onafhankelijk ‘Weg met dat clubblad: ze zeggen toch alleen maar wat het bestuur zegt.’ Dat verwijt hebben we verdiend natuurlijk, maar opmerkelijk genoeg is een dergelijke uitspraak weinig tot mij doorgedrongen. Kan aan mij liggen. Niet alles dringt altijd even snel tot mij door. Overigens heb ik al gezegd dat ik van mijn bestuursperiode heb genoten en discreet liet één van mijn medebestuurders weten dat hij mijn scherpe tong tijdens de bestuursvergaderingen zal missen. Hij zal, hoop ik, nog lang van het krantje genieten, want daar ga ik me nu weer uitleven. Er is mij aanbevolen wat minder alcohol in de bloedvaten te laten stromen, maar adrenaline schijnt geen kwaad te kunnen. Het nieuwe jaar is goed begonnen. Eén geweldige triomf is dat we extern en intern vast op Melchior kunnen rekenen. Ik weet niet voor de volle honderd procent zeker welke krachten zich daar allemaal voor hebben ingezet, maar het is duidelijk dat we in deze één man oprecht dankbaar moeten zijn, iemand die ik in het vorige nummer alleen met zijn initialen heb aangeduid. De redactie van dit blad is niet een twee-eenheid. André en ik zijn zeer verschillende personen. Ik mag dus rustig prijzende woorden spreken in zijn richting. Hij wordt steeds meer in het Haagse schaakleven een niet weg te denken figuur, steunpilaar en stut. Waar zouden we zijn zonder hem? Laat u allemaal merken dat u het krantje goed leest, loop naar André en zeg eens dat u zo genoten hebt van mijn redactioneel. Maandag 14 oktober heeft ons vierde team gespeeld in De Lier en gewonnen. Tijdens het informeel overleg is er gesteld dat het overigens wat anders samengestelde laagste team vorig jaar zo genoeglijk heeft gedineerd in Walong en we dat zulks dit jaar moesten herhalen, ditmaal ook met mij erbij. Dat gaan we dan ook doen. Schakers die niet het geluk hebben dat ze in het zo gezellige vierde team zijn ingedeeld, moeten nu niet ongeïnteresseerd ophouden met lezen. Het raakt heel SHTV. Laten andere teams ook een dergelijk evenement organiseren. Vegetariërs zijn een aparte groep die we vorig jaar verwaarloosd hebben. En dan zijn er enkele mensen die alleen nog maar lid zijn, omdat ze op deze manier een mooi tijdschrift in de bus krijgen. Komt u ook eens met clubgenoten dineren! Over mezelf wil ik niet te veel kwijt. Mijn situatie zou dramatisch zijn als ik een jonge man was, maar ik ben 72. De belangstelling van veel clubleden waardeer ik en als ik wat afwerend reageer op te veel doorvragen, vraag ik daarvoor begrip. Pim van der Meiden
6
Interne competitie De competitie met het Keizer-systeem is zes weken onderweg en een vijftal leden hebben nog geen avond overgeslagen (of hoefden nog niet in actie te komen in een thuiswedstrijd). Stand na ronde 6 1 Jan W le Grand 2 Ben Spierings 3 Hans Segers 4 Melchior Vesters 5 Gert-Jan Willighagen 6 Kees v Gelder 7 Sander Pauw 8 Cor Kanters (J) 9 André Wagner 10 Armin Segger 11 Twan vd Togt 12 Jan Verheijen 13 Eric Alvares 14 Franck Melssen 15 Theo Bovenlander 16 Ton Bodaan 17 Piet Sikkes 18 Pim vd Meiden 19 Rob Dijkstra 20 Karl Baak 21 Geurt Jan vd Meiden 22 Justus v Klaveren (J) 23 Lex vd Meer 24 Henk Bouma 25 René Weerts 26 Jan Bonsel 27 Harold Fikkert 28 Peter Vorstermans 29 Eric Kwappenberg 30 Olav v Leeuwen 31 Karel Stolte 32 Wim Vermeulen 33 Evert Baak 34 Maurits Paris 35 Bert v Dijk 36 Leo Nijst 37 Martin Brummelkamp
B B A A B C A C C B A C C C B A C D D B C D D D C D C A D B C D B D D D D
Score Wrde Vwrde 396,0 80,0 78,0 367,0 79,0 80,0 353,0 78,0 75,0 343,0 77,0 79,0 324,0 76,0 77,0 318,7 75,0 76,0 309,2 74,0 74,0 288,5 73,0 73,0 286,2 72,0 70,0 281,0 71,0 72,0 272,1 70,0 71,0 263,7 69,0 64,0 246,0 68,0 57,0 241,5 67,0 61,0 240,5 66,0 68,0 230,0 65,0 63,0 223,0 63,0 69,0 223,0 62,0 66,0 209,0 61,0 60,0 208,1 60,0 62,0 196,7 59,0 65,0 194,4 58,0 50,0 192,0 56,0 54,0 173,0 55,0 59,0 161,0 52,0 45,0 140,0 46,0 48,0 139,1 45,0 38,0 124,9 42,0 46,0 106,0 37,0 42,0 103,0 35,0 33,0 99,2 33,0 31,0 92,0 31,0 36,0 80,0 30,0 30,0 74,5 29,0 28,0 72,4 28,0 26,0 65,7 27,0 29,0 53,0 26,0 27,0
Prt 3 4 5 4 4 5 3 4 3 5 1 4 4 6 1 3 5 5 5 3 3 4 5 6 4 6 3 3 4 3 2 6 1 1 3 5 6
Ptn W R V SPrc 3,0 3 0 0 75,0 3,0 3 0 1 64,3 3,5 3 1 1 62,5 3,0 3 0 1 64,3 3,0 3 0 1 64,3 3,0 2 2 1 56,3 2,0 1 2 0 58,3 2,5 2 1 1 57,1 1,5 1 1 1 50,0 2,5 1 3 1 50,0 1,0 1 0 0 62,5 1,5 1 1 2 42,9 3,0 3 0 1 64,3 3,5 3 1 2 55,6 1,0 1 0 0 62,5 2,0 2 0 1 58,3 1,5 1 1 3 37,5 2,5 2 1 2 50,0 2,5 1 3 1 50,0 1,5 1 1 1 50,0 1,0 1 0 2 41,7 3,0 3 0 1 64,3 2,5 1 3 1 50,0 2,0 2 0 4 38,9 2,0 2 0 2 50,0 2,5 2 1 3 44,4 2,0 2 0 1 58,3 1,0 1 0 2 41,7 1,0 1 0 3 35,7 1,0 1 0 2 41,7 1,0 1 0 1 50,0 2,0 2 0 4 38,9 0,0 0 0 1 37,5 0,0 0 0 1 37,5 1,0 1 0 2 41,7 1,0 1 0 4 31,3 1,0 1 0 5 27,8
7
Externe competitie Matige start voor eerste team (verslag: André Wagner) Een nieuw seizoen met nieuwe kansen, maar helaas werd één lijn van vorig seizoen direct doorgetrokken: we hadden twee invallers nodig, want Aleksander en Peter waren verhinderd. Gert-Jan was eerste keus, maar stuitte samen met de teamleider op bezwaren van twee andere teamleiders. Hij is, als speler van het derde, misschien nog nodig voor het tweede. En dus werd Armin bereid gevonden om in te springen. Olav was de andere invaller. Op de dag van de wedstrijd meldde Marco zich ziek en zag het er qua speelsterkte somber uit. Maar geen nood, de invallers waren allen uit het goede hout gesneden en geen van hen verloor. Dat kon jammer genoeg niet gezegd worden van een aantal basisspelers, zodat we uiteindelijk toch tekort kwamen voor een overwinning. Het zag er aanvankelijk helemaal niet zo slecht uit. De witspelers hadden een licht voordeel aan alle borden, zoals verwacht mag worden. Pas in het middenspel kwam er bij een aantal partijen tekening in het spel. Twan stond wat gedrukt, maar had op het oog nog geen grote problemen. Hij moest zijn debuut als kopman van het eerste team gelijk tegen een zeer lastige, ervaren tegenstander. Melchior had iets meer ruimte en ook bij Jan Willem was er nog geen sprake van duidelijk overwicht. Maarten had een open stelling met alleen nog zware stukken en een zooi pionnen op het bord. Wit had daarbij een toren op de zevende rij weten te plaatsen en dat beloofde niet veel goeds, want hij stond ook nog een pion achter. Armin had het op dat moment al bekeken en was remise overeengekomen. Er zat niets meer in. Sander had, zoals zo vaak, een gesloten stelling met potentiële verwikkelingen. De vraag was ook nu weer wie daar het eerst van zou gaan profiteren. Een pionoffer leverde onze man in ieder geval een open b-lijn op. Olav was wat voorzichtig in zijn spel, want de voorgaande weken was het in de interne competitie niet helemaal lekker verlopen. Hij kwam echter goed te staan, maar durfde toen niet door te drukken en greep de kans op remise met beide handen aan. Ton was op het laatste moment ingevallen en speelde op zijn bekende rustige wijze naar een iets voordeliger stelling. Hij kwam ook nu weer in een toreneindspel terecht. Een pluspion leek niet voldoende, maar wie Ton een beetje kent, weet dat hij de winst weet te vinden als die er in zit. Deze keer was geen uitzondering en hij zette het team op voorsprong. Daarmee waren de invallers klaar en moesten de anderen het karwei af geen maken, maar wat was dat een lijdensweg... De eerste die klappen kreeg was Maarten. Er was materiaal afgeruild en wat restte was een eindspel K+T tegen K+T+2 pionnen. Het lukte hem nog wel om één van de vijandelijke pionnen te verschalken, maar dat betekende wel dat het
8
andere boertje kon doorlopen. Stand weer gelijk. Twan had zich lange tijd geweerd, maar had weinig actieve lichte stukken overgehouden. Zijn tegenstander had daardoor alle kans om de druk nog verder te verhogen en dat was dat. Nu stonden we achter en het werd nog erger, want Sander had alle greep op de stelling verloren en kon niet alle dreigingen meer pareren. Dus hoppa, nog een nul erbij. De laatste twee moesten dus winnen om een totale afgang te voorkomen. Jan Willem stond in een dame-eindspel een pion voor, een mooi pion zelfs, want het was een ver verwijderde vrijpion. Hij moest alleen wel steeds oppassen voor eeuwig schaak. Heel behoedzaam schoof hij zet voor zet het pionnetje naar voren en dwong daarmee de zwarte koning uit zijn veilige hoek. Toen eindelijk een verplichte dameruil op het bord kwam, was het punt binnen. Melchior stond op dat moment heel goed, maar het was even de vraag of hij er wel echt door zou komen. Er volgde een fraai lesje in eindspelbehandeling en zo redde hij het team van de ondergang. Het was kantje boord. Geluk bij een ongeluk is dat alleen Botwinnik 1 en Promotie 2 (onze volgende tegenstander) hun wedstrijden hebben gewonnen, zodat we alle kans hebben om deze halve nederlaag uit te wissen. SHTV 1 (1953) Twan van der Togt (1981) Melchior Vesters (2153) Maarten Stolte (2050) Jan Willem le Grand (1863) Armin Segger (1859) Sander Pauw (1926) Olav van Leeuwen (1867) Ton Bodaan (1921)
Scheve Toren 1 (1884) Kees Dekker (1998) Rudi de Smit (1982) Wim Kentstra (1977) Erik Jan Tromp (1897) Aad van Gent (1827) Dave Theijn (1824) Jeroen Kleijn (1815) Michiel Hubert (1749)
4-4 0-1 1-0 0-1 1-0 ½-½ 0-1 ½-½ 1-0
Eerste team komt op gang (verslag: André Wagner) Het gelijkspel tegen Scheve Toren 1 was een kleine misser; of wellicht is dat homogene team juist een grote kanshebber voor het kampioenschap van de HSB. Hoe het ook zij, aan kop van de Promotieklasse stond fier Promotie 2, een sterk team dat als tweede tegenstander op het programma stond. En ook nu weer moesten we een beroep doen op invallers. Een poging om Peter vooruit te laten spelen strandde, want er was dit keer niemand beschikbaar in Zoetermeer. Het feit dat zij ook met twee invallers moesten aantreden zal daar zeker een rol in gespeeld hebben. Maar niet getreurd, de (schaak)vrienden Olav en Theo waren bereid om (andermaal) in te vallen en de staart van het team overeind te houden. Het zag er in het eerste uur niet zorgwekkend uit, integendeel. Met uitzondering van Marco en opponent hielden alle spelers veel pionnen op het bord. Dat maakt
9
het allemaal niet overzichtelijker voor een teamleider die liever wat meer ruimte op het bord ziet, maar het voelde niettemin goed aan. Twan ruilde snel de dames af en beide spelers kregen een dubbelpion, waarbij onze clubkampioen wel een geïsoleerd paar moest accepteren. Daar lag een klein voordeel voor de zwartspeler, die enige moeite met ontwikkelen had. Melchior speelde zijn lijfverdediging en kwam goed uit de opening. Omdat er aan beide zijden, zoals reeds opgemerkt, veel pionnen op het bord bleven, werd het een echte duw-entrekpartij. Maarten speelde tegen de invallende Henk Noordhoek, op rating zijn gelijke en een goed kenner van de Aljechin-verdediging. Die kwam ook op het het bord, maar Maarten ging de platgetreden paden uit de weg en wist de stelling om te buigen naar Spaanse structuren. Het leverde hem een prettige stelling op. Marco en zijn tegenstander ruilden snel veel materiaal en waren na een uur al in het eindspel aanbeland. Een lastige afwikkeling met toren en paard leidde tot een toreneindspel met een pion minder voor onze man. Wel stonden alle pionnen op de koningsvleugel. Aleksander speelde als altijd rustig en het leek alsof zwart meer ruimte kreeg en vervelende druk ging uitoefenen. Een lastige pion op d4 fungeerde daarbij als speerpunt. Sander en zijn tegenstander schonden in de eerste vijf zetten twee openingsregels van Lasker: speel nooit meer dan twee pionnen en speel nooit tweemaal hetzelfde stuk. Sander kwam gedrukt te staan en moest nauwkeurig tegenspelen, maar in zijn voordeel sprak dat hij daar ruimschoots tijd voor had. Olav vloog er lekker in en zette zijn opponent snel onder druk. Het was de eerste partij waar de kans op een overwinning zich openbaarde. Theo had een stevige verdediging opgezet zonder zwaktes, maar het was duidelijk dat het een lange strijd zou gaan worden. Op basis van de stellingen zoals ik ze gezien had beantwoordde ik een vraag van Melchior of hij remise mocht maken bevestigend. Er werd echter nog doorgespeeld. Even later kwamen Twan en zijn tegenstander remise overeen. Er zat niet veel meer in de stelling. Inmiddels had Maarten een echt prettige stelling bereikt en moest Marco heel secuur spelen om zijn eindspel gelijk te houden. Bij Aleksander leek er geen schot in de zaak te komen, maar hij stond ook niet moeilijk. De tijd tikte voor zijn tegenstander daarentegen snel weg. Sander had activiteit op de damevleugel ontwikkeld en leek langzaam los te komen uit de klem waar in hij op de andere helft van het bord was gezet. Olav wist twee verbonden vrijpionnen te krijgen, ondersteund door dame en paard. Het ging de goede kant op, maar zwart blikte of bloosde niet en begon een opstoot met zijn h-pion, gesteund door een toren op de g-lijn. Zou die koningsaanval genoeg zijn? Theo had intussen het initiatief genomen op de damevleugel waar de koning van zijn tegenstander zich bevond. De samenwerking tussen zijn dame, torens en loper begon dreigende vormen aan te nemen. De witspeler had zijn stukken verre van ideaal staan. En toen ging het even snel. Melchior kwam toch remise overeen, even later gevolgd door de capitulatie van Sander’s tegenstander. Ook Marco wist zijn partij tot een goed einde te brengen met een remise. Met vier afgeronde partijen
10
stonden we een punt voor, maar de weg was nog lang. Maarten had zijn paard geofferd voor twee pionnen en aanval. Die sloeg echter niet goed door en toen hij dameruil ontweek, zag ik de bui hangen: zwarte neemt pion met schaak en torenwinst, uit... Nee, toch niet. De zwartspeler zag het over het hoofd, ruilde een set torens en Maarten leefde nog! Aleksander had zijn stukken allemaal goed staan, geen zwaktes in zijn stelling, maar het leek er sterk op dat hij toch niet verder zou komen dan remise. Olav moest nu alle zeilen bijzetten om complicaties in zijn stelling te houden, want de zwarte h-pion was op h3 aangekomen en een gepende witte g-pion maakte het er allemaal niet eenvoudiger op. Theo had nu al zijn aanvallende stukken goed staan, de witte koning stond vast op d1 en met een prachtig magneetoffer werd de laatste verdediger uitgeschakeld. Nog een bordpunt verwijderd van de overwinning. Olav kreeg niet voldoende aanval en tijdnood speelde hem nu ook parten. Met zetherhaling werd de remise veilig gesteld. Even later tekenden Maarten en zijn tegenstrever ook de vrede en was de matchwinst binnen. Aleksander was als laatste bezig. Nu de buit binnen was, was remise genoeg, maar de stelling op het bord zag er voor hem zó veel voordeliger uit dan een aantal zetten eerder en de tijd op de klokken was ook in zijn voordeel (bijna 2½ minuut tegen krap 30 seconden). Ik besloot hem niet op de hoogte te brengen, maar de kans te geven om een punt te scoren. We moeten ook rekening houden met de bordpunten uiteindelijk. Snel achtereen vielen een zwarte loper en paard, wat genoeg was voor capitulatie en de overwinning extra cachet gaf. Promotie 2 (1896) Sipke de Swart (1972) Joost Mostert (2048) Henk Noordhoek (2058) Ruurd Kunnen (1855) Maarten Wichhart (1939) Wong Tsai (1773) Ferdi Sieben (1796) Jaap van den Berg (1728)
SHTV 1 (1970) Twan van der Togt (1981) Melchior Vesters (2153) Maarten Stolte (2050) Marco van Straaten (1998) Aleksander Henke (1982) Sander Pauw (1926) Olav van Leeuwen (1867) Theo Bovenlander (1805)
2½-5½ ½-½ ½-½ ½-½ ½-½ 0-1 0-1 ½-½ 0-1
Tussen een grauw plafond en piepende schoenen (verslag: Karl Baak) Zodra het HSB-programma uitkwam was al duidelijk dat Armin en Evert de eerste wedstrijd gingen missen. Na Ben kwam ook Ed in de opstelling, Gert-Jan en Piet (won mooi in het derde) konden niet. Vervolgens komt op de wedstrijddag het bericht dat Koos ziek is geworden. Gelukkig weet Ton nog een derde invaller te regelen, Cor (ook gewonnen in het derde). Na een krap uurtje spelen staat de dame van Cor aangevallen, maar hij begint te denken over welke toren hij op de open lijn wil hebben. De toren op a8 is de
11
gelukkige en wordt in de strijd geworpen. De ogen van tegenstander Dirk worden als schoteltjes zo groot. Cor werpt nog een blik richting het plafond. Of roept hij hogere machten aan? Doch er is geen weg terug en daarom steekt hij zijn hand maar uit. Tien minuten later krijg ik in halma-stelling een remise aanbod. Na overleg met Ton en met mijn PK-partijen in het achterhoofd neem ik het aan. Ed blijft redelijk makkelijk overeind en zijn remiseaanbod wordt aangenomen. Ton rolt zijn tegenstander bijna geruisloos op, maar Theo is plotseling eerder klaar. Zo te zien een cadeautje op de onderste rij. Jaimy in Barca-shirt komt twee pionnen achter in een gambiet, wint er een terug en staat met gelijke lopers en 5 tegen 6 pionnen verloren. Doch zijn tegenstander zit met minder dan een minuut en moet berusten in een halfje. Olav is afgegleden naar een kwaliteit achter met dames op het bord. In wederzijdse tijdnood berust ook deze tegenstander in een halfje. Ben denkt steeds langer zonder een plan te vinden. In opperste tijdnood geeft hij een paar pionnen weg en geeft op. Promotie 3 (1769) Maarten Wichhart (1939) Hielke Kuipers (1687) Rens Minnema (1814) Hans Minnema (1767) Erwin Guijt (1664) Lourens Smaal (1845) Hamilcar Knops (1768) Dirk Brinkman (1668)
SHTV 2 (1781) Ton Bodaan (1921) Ed Olvers (1726) Olav van Leeuwen (1867) Jaimy Luk (1819) Theo Bovenlander (1805) Karl Baak (1804) Ben Spierings (1731) Cor Kanters (1578)
4-4 0-1 ½-½ ½-½ ½-½ 0-1 ½-½ 1-0 1-0
SHTV 3 wint openingswedstrijd (verslag: Ben Spierings) Na het fel bevochten kampioenschap in de tweede klasse is het voor SHTV 3 nu zaak om zich in de eerste klasse te handhaven. Op 3 oktober jl. stond de thuiswedstrijd tegen Botwinnik 3 op het programma. Als teamleider had ik mijn teamgenoten meegegeven dat we er fanatiek tegen aan moesten gaan en te proberen de eerste matchpunten binnen te slepen. Bij binnenkomst herkende ik de nodige spelers van de tegenpartij en concludeerde dat ze een sterkere afvaardiging hadden gestuurd dan dat ik van te voren had verwacht. Dat zou een zware avond betekenen. De eerste partij waar tekening in de strijd kwam, was die van René Weerts. Zijn dame was van het bord en hij had er loper en paard voor terug gekregen, normaliter niet genoeg. Het was echter de partij van André Wagner waar als eerste een beslissing viel. Het ging gelijk op en ik had er denkbeeldig al een halfje van gemaakt, toen hij een paardvork over het hoofd zag. René vocht
12
ondertussen voor wat hij waard was, maar moest toch het hoofd buigen. Een 0-2 achterstand weliswaar, maar er hing een tegenstoot in de lucht. Piet Sikkes speelde een mooie aanvalspartij en kon door aanhoudende druk afwikkelen naar een gewonnen toreneindspel. Zelf kon ik in het middenspel door een kleine combinatie een stuk winnen, maar moest toen nog hard werken om de buit binnen te slepen. Een geforceerde matcombinatie betekende een 2-2 tussenstand. Gert-Jan Willighagen speelde op het topbord een degelijke partij die gelijk op ging. Eerder was een remiseaanbod afgeslagen (gezien de 0-2 achterstand) en het toreneindspel bood nog perspectief op meer, maar uiteindelijk werd de vrede getekend. Ed Olvers had lange tijd een partij met ongelijk materiaal, na het ruilen van paard en loper tegen toren en pion. In het slot van de partij waren de twee paarden van de tegenstander sterker dan de eenzame toren en dat gaf de doorslag in het pionnen snoepen aan beide zijden: 2½-3½ achter. Een positieve verrassing kwam er aan het achtste bord. Cor Kanters speelde een zeer boeiende partij tegen een ervaren en op papier beduidend sterkere schaker. Tot het einde toe bleef hij geconcentreerd spelen en terwijl de tegenstander ook de nodige (mat)dreigingen had, ging Cor stoïcijns door met een vrijpion naar de overkant brengen. Zijn winst betekende weer een gelijke stand op het bord. Alle ogen waren nu gericht op de partij van Jan Verheijen, die in een eindspel met ongelijke lopers en ieder een toren was beland. De winstkansen voor Jan zaten in de vrije pluspion en na gemanoeuvreer door beide spelers, werd de strijd door Jan beslist door een dubbele aanval op koning en loper. SHTV 3 (1676) Gert-Jan Willighagen (1786) Ben Spierings (1731) Ed Olvers (1726) Piet Sikkes (1668) René Weerts (1643) Jan Verheijen (1611) André Wagner (1664) Cor Kanters (1578)
Botwinnik 3 (1758) Wilco Kort (1820) Frank Michielen (1778) Dick de Witt (1777) Roger Zoun (1711) Peter Heek (1786) Alfons Termaat (1791) Mischa van Spronsen (1670) Dave Eijsbroek (1733)
4½-3½ ½-½ 1-0 0-1 1-0 0-1 1-0 0-1 1-0
De schitterende 4½-3½ overwinning smaakt naar meer. Op maandag 28 oktober gaan we op bezoek bij HSV 1.
13
The day after tomorrow (verslag: Geurt Jan van der Meiden) In het weekend van 12/13 oktober leek Nederland ten onder te gaan aan hevige langdurige regenbuien. Het KNMI gaf een weeralarm uit, code oranje werd weer eens uit de kast gehaald en er werd zelfs GRIP 1 (zie wikipedia) afgekondigd om deze noodtoestand veilig door te komen. Al snel bereikten de eerste signalen de grote stad: Ergens in het Westland ligt een klein dorpje De Lier wat dapper aan het vechten was tegen de grote wateroverlast. Een dag erna moesten wij naar dit calamiteitengebied. De nodige voorbereidingen werden getroffen, maar helaas door het ontbreken van een bestuurslid PR en Sponsoring was er geen sponsor bereid gevonden om geld neer te leggen voor een SHTV-helicopter of SHTV-amfibievoertuig. Nog meer hindernissen werden er voor ons sterrenteam opgeworpen door de tegenstanders. Op de website werden foutieve aanvangstijdstippen gepubliceerd en bij binnenkomst werden we door de bridgers naar de verkeerde speelzaal gestuurd. Natuurlijk waren het natuurgeweld en de obstructiepogingen niet genoeg om ons team ook maar enigszins in verwarring te brengen en met acht man sterk begonnen we de eerste ronde van deze nieuwe competitie keurig op tijd. Omdat onze jeugdige inbreng, Justus, Alexander en Thomas, alle drie niet konden, hadden we Mitchell bereid gevonden om mee te gaan als invaller om zo zijn debuut te maken in de externe competitie. Dit deed hij eigenlijk heel goed en even had ik het gevoel dat de punten best eens naar Mitchell zouden kunnen gaan. Helaas na wat materiaalverlies liep zijn aanval dood en was de nul een feit. Frans speelde een degelijke partij, won een pion, maar verloor die later ook weer. Uiteindelijk werd er in het eindspel van 3 tegen 2 pionnen remise besloten. Waarbij op de damevleugel vier pionnen vast stonden en 1 randpion op de h-lijn met de koning ervoor werden tegen gehouden door de koning van Frans op de flijn. Pim speelde degelijk en na wat heen en weer kansen won hij materiaal, haalde een extra dame (waar door de rest van de speelzaal ook op werd gewezen met een opmerking die we hier niet zullen herhalen) en pakte zo het punt. Alle andere borden hadden zeer wisselende kansen, maar dat het een close call zou worden was voor mij wel duidelijk. Ard stond eigenlijk de hele partij iets beter, maar echte winstkansen heb ik niet gezien. De partij eindigde dan ook in remise. U zult begrijpen dat nu Ard, Pim en Frans klaar waren, de gezelligheid in de speelzaal flink toenam (nee, het waren niet de spelers). Overigens was de sfeer sowieso prima en gezellig en zo hoort het natuurlijk ook in de derde klasse. Er werd ook nog geschaakt. Henk had de hele partij een kleine achterstand, maar door wat heen en weer gemanoeuvreer won hij zijn partij. En dat tegen een tegenstander met dik 150 elopunten meer. Mijn eigen partij speelde ik met zwart. Op het bord kwam Frans-afruil en nadat
14
ik aardig de witte stukken klem had weten te zetten, kreeg ik een pion. De ruimte op het bord werd niet voldoende benut door mijn tegenstandster en dankzij het Fischer-tempo (nieuw, nu ook in de derde klasse! Dankzij uw eigen voorzitter) kon ik ruim de tijd nemen om goed af te wikkelen. In de laatste fase won ik dankzij een tactische beweging nog een stuk en toen was de partij wel gespeeld. Puntje erbij. Met 4-2 in ons voordeel hadden we nu nog een remise nodig. En ook Lex speelde een prima partij tegen een sterke tegenstander en lang had ik de hoop op een prima remise, maar helaas, in het eindspel ging het fout. Franck had de hele partij een gesloten stelling. Echter op een gegeven moment ging het fout en leek de remise verdwenen. In tijdnood vond zijn tegenstander niet voldoende rust om de winst te vinden en omdat Franck erg aanvallend speelde, berustte de tegenstander in remise. Kortom, we maken nog kans op de titel en ondergetekende zal zich binnenkort op de spelersmarkt betrekken om ook de teams die met 2000+-spelers komen opdagen in de derde klasse een kopje kleiner te kunnen maken. Lierse 2 (1531) Nico Alsemgeest (1638) Gera de Jong-v/d Berg (1648) Annemarie Voorberg-v/d Wel (1546) Cock Hazeu (1554) Gerard Buijs (1526) Ruud van Heyningen (1461) Wim Poot (1391) Johan van den Berg (1485)
SHTV 4 (1358) Franck Melssen (-) Geurt Jan van der Meiden (1646) Frans Coers (1582) Lex van der Meer (1322) Pim van der Meiden (1302) Henk Bouma (1296) Ard van der Zwart (1407) Mitchell Vuong (952)
3½-4½ ½-½ 0-1 ½-½ 1-0 0-1 0-1 ½-½ 1-0
15
In de stoel van Bobby Fischer Op pelgrimage in IJsland Utrecht Als 16-jarige mag ik in 1956 een schaakrubriek beginnen in de schoolkrant van mijn gymnasium in Utrecht. Ons schaakteam was sterk, haalde de finale van het officiële landskampioenschap schoolschaak. De nipte nederlaag (2½-3½) tegen het Coornhert Lyceum uit Haarlem was - nog altijd tot mijn opluchting - niet aan mij te wijten: aan het 4e bord zorgde ik voor onze enige winstpartij. Vijftig jaar later kom ik mijn tegenstander van toen verrassenderwijs weer tegen aan een vergadertafel: we blijken allebei te zitten in een landelijke commissie over orgelaangelegenheden. Hij heeft het gebracht tot hoogleraar belastingrecht, ik tot het domineeschap. In 1958 schrijf ik in ‘mijn’ rubriek voor het eerst over de dan 15-jarige Bobby Fischer. “Zijn prestaties zijn gewoonweg sensationeel”. “Ondanks zijn gebrek aan ervaring wist hij zich meteen [Interzone Toernooi Bad Portoroz] te plaatsen onder de kandidaten voor Botwinnk’s titel! Een uniek feit in de schaakgeschiedenis: een 15-jarige grootmeester.” Onvergetelijk hoogtepunt voor heel mijn generatie (niet alleen de schakers) is de ‘Match van de Eeuw’: Fischer - Spassky, Reykjavik 1972. Haalde alle voorpagina’s en TV journaals. Op het hoogtepunt van de Koude Oorlog neemt een jonge Amerikaan het in zijn eentje op tegen de regerend wereldkampioen, ervaren representant van de miljoenen tellende Sovjet schaakschool. Larsen en Taimanov waren in de voorrondes met korfbalcijfers weggevaagd: twee maal 60. Niet eens een remise werd hun gegund. Daarna ging oud-wereldkampioen Tigran Petrosjan (de ‘Tijger’) eraan. Spassky moet in Reykjavik zijn titel overdragen aan Fischer, die wint met 12½-8½. Na 1972 diep verdriet bij elke Fischer-fan: het genie lijkt van de aardbodem verdwenen te zijn, verdedigt zijn titel niet tegen Anatoli Karpow, de nieuwe uitdager. Maar in 1992 gaan de harten sneller kloppen: voor veel geld wordt wat heet de ‘revanchematch’ gespeeld op een eiland, behorend bij het oorlogsgebied van het voormalige Joegoslavië. De tv laat de beelden zien van een woedende Fischer die het telegram uit Amerika (“U overtreedt de boycot tegen Joegoslavië”) bespuwt en verscheurt. Ook nu weer wint Fischer. Maar op een enkele partij na (bijv. de eerste, die van wereldklasse is) wordt niet meer het niveau gehaald van destijds. De heren zijn duidelijk ouder geworden en zoiets doet zich gelden in de schaakwereld... Na allerlei omzwervingen belandt Bobby tenslotte in Japanse hechtenis: het Amerika van Bush heeft om zijn uitlevering gevraagd, om redenen van vooral
16
zijn overtreding van de Joegoslavische boycot, belastingschulden en antiAmerikaanse uitlatingen. In IJsland slaan een paar schaakliefhebbers de handen ineen en bedenken een bevrijdingsplan. In Reykjavik komt het parlement een paar minuten in bijzondere zitting bijeen om het besluit te nemen Fischer het IJslandse staatsburgerschap aan te bieden. Weer gaan de beelden de wereld over: ’n zichtbaar ouder geworden Bobby arriveert begin 2005 getooid met ’n wilde baard en met een vechtpetje op veilig en wel in Reykjavik. Daar is hem nog een paar jaar een tamelijk rustig leven vergund tot aan zijn toch nog vrij plotselinge dood in 2008. Vierenzestig jaar is hij geworden, hetzelfde aantal als de velden op het schaakbord. Reykjavik Ruim 40 jaar na de beroemde match ga ik deze zomer met mijn vrouw op reis naar IJsland. In de eerste plaats om samen het land te zien, de natuur, geisers, fjorden, watervallen, vogels, schapen, paarden en mensen ontmoeten, kunst zien, een prachtig concert meemaken. Wat je zoal doet op vakantie, wij tenminste wel. Nog thuis kijk ik weer eens in wat ik over Fischer heb verzameld en gelezen. De monumentale biografie van Frank Brady, Eindspel. De Fischer-special van het tijdschrift New in Chess met daarin de mooie reportage van Dirk Jan ten Geuzendam over de sporen van Fischer daarginds. Verder het aardige boekje over Fischer’s laatste jaren, geschreven door Helgi Olafsson: Bobby comes home. The Final Years in Iceland, a Saga of Friendschip and Lost Illusions. Die onder-titel zegt het al: helemaal zonder problemen verliepen Fischer’s IJslandse jaren nou ook weer niet. Nog op tijd vind ik het bericht over het zopas geopende Bobby Fischer Center in Selfoss waar Fischer vlakbij begraven ligt. Zo lopen we eind augustus vanuit ons hotel in hartje centrum van Reykjavik twee straten verder naar Klapparstigur 5, waar in een flat Fischer vierhoog in een flat woonde, ‘n rustige zijstraat van een der drukste winkelstraten. Aan de voorzijde moet hij een wijds uitzicht hebben gehad over de haven en de zee, de luchten daarboven, de wolken in de verte. Heeft hij daar oog voor gehad? In elk geval wandelde hij graag naar zijn geliefde plekje in het boekenantiquariaat Bókin (‘Boeken’), één, twee hoeken verderop richting de al genoemde drukke winkelstraat. Er brandt ook nu overdag licht daar binnen: de zaak is open. Dat is smullen, verzot op zulke tweedehands boekwinkels als we allebei zijn. Stapels nog onuitgezochte boeken waarlangs je je een weg moet banen. Links achterin vinden we het gangetje waar Bobby op zijn vaste stek placht te lezen en meer dan eens ook in slaap viel. De eigenaar kijkt even op: “Ja, daar zat Fischer, maar dat was vóór mijn tijd”. De altijd rustige IJslanders gunden Bobby zijn
17
privacy. Hoopte je een boek door hem gesigneerd te krijgen, dan legde je dat op de toonbank vlakbij bij de ingang. De eigenaar kreeg het meestal wel voor elkaar. Olafsson vertelt in zijn boekje dat Fischer wel eens de helpende hand bood bij het inruimen van de boeken. In zijn jeugd in Manhattan zocht en vond hij vaak in antiquariaten oude schaakboeken en Russische schaaktijdschriften. Toen een Russische filmploeg eens plompverloren bij Bókin binnenstapte, nam Fischer met een grijns en zonder een woord zeggen de benen. ‘De plek van Fischer’ is er dus nog, maar zijn stoel staat er niet meer. Dan ziet mijn vrouw nog een bewijs dat we het goede gangetje hebben gevonden. Aan de wand heeft het ‘RJFComité’ een ingelijste afbeelding opgehangen:
Ik maak nog maar een foto. Even later nemen we koffie en gebak in het vegetarische restaurant waar Fischer graag en vaak kwam. En de gedachten vermenigvuldigen zich. Als Fischer niet ziek was geworden, zou hij hier in alle rust oud hebben kunnen worden. De 320.000 mensen, die in heel IJsland wonen (waarvan 2/3 in Reykjavik en omgeving) houden niet van sensatie en gunnen iemand dat hij is zoals hij is. En de lijnen zijn kort waarmee je opdringerige nieuwsgierigen op afstand kunt houden. Akureyri Een paar dagen later bezoeken we Akureyri, grootste plaats in het Noorden, gelegen aan een grote fjord, vaak aangedaan door cruiseschepen van overzee.
18
Ook daar zien we opeens een antiquariaat: Fródi Second Hands Books. Mijn vrouw lacht: daar gaan we weer. Ze weet al lang wat ik zal vragen waar we ook zulke winkel tegenkomen op onze reizen: “Do you have chessbooks?” De al niet meer zo jonge, maar uiterst vriendelijke eigenaresse klautert met gevaar voor eigen leven op een trappetje en haalt ’n stapeltje van een hoge plank. Helaas: niet veel bijzonders. Of toch? Jawel: een IJslands boek uit dat magische jaar 1972. Ik blader het door, kan geen woord lezen, herken wel namen: doktor (voluit!) Euwe, Lothar Schmid, Lombardy, Geller, Fred Cramer, Mr. Fox, Fredrik Olafsson. Mevrouw vertaalt voor mij de titel: De Match van de Eeuw ondertitel: zoals die werkelijk is geweest. Maar heel duidelijk herken ik in het boek veel van de schitterende cartoons erin. Die ken ik van het fraaie en ook handige matchboek, geschreven door Larry Evans en Ken Smith uit 1973: FischerSpassky Move by Move. Daarin meer dan 1800 diagrammen: een diagram én commentaar na elke zet. Dat boek is als een bijbel ‘uiteraard’ mee op deze reis. In het vliegtuig en tussen de bedrijven door speel ik zonder bord 41 jaar na dato alle partijen van toen weer na - en komen de herinneringen boven. Zoals aan W.J. Mühring en Max Euwe, die rond middernacht op de Nederlandse tv met behulp van een ouderwets demonstratiebord de partijen lieten zien, via de telex dezelfde avond nog binnengekomen uit IJsland. Mühring, die zich van de domme houdt en van schaken - naar hij doet voorkomen - maar weinig weet en Euwe, geduldig alles uitleggend, zo nodig zelfs wat ‘en passant’ is...
De zoveelste protestbrief aan scheidsrechter Lothar Schmid... (tekening H. Pétursson in: Gudmundur Danielsson: Skákeinvígi Aldarinnar, Reykjavik 1972, pag. 175)
19
Alles wat over de cartoons in het genoemde boek van Evans en Kent wordt vermeld: “The cartoons are reprinted by permission of Chess Digest magazine”. Nu zie ik dat ze gemaakt zijn door Halldór Pétursson. Het IJslandse boek telt er vele méér dan het boek van Evans en Kent. Voor een prikje wordt het mijn eigendom en kan ik voortaan alle Pétursson-cartoons van toen bekijken en laten zien. Selfoss Eenmaal terug in Reykjavik rijden we in een uurtje naar Selfoss aan de Zuidkust. In juli van dit jaar is daar zowaar een Bobby Fischer Center geopend. ‘n Goede vriend, getrouwd met een IJslandse, wonend in Nederland, heeft ons van alle nodige informatie voor onze reis voorzien en zelfs een schaakrubriek daarover uit een IJslandse krant toegestuurd. Het adres is Austervegi nummer 21. Boven een bloemenwinkel moet het zijn. Aan de hand van de ook in IJsland Nederlands sprekende Tom Tom vinden we het moeiteloos. De net als overal heel vriendelijke en spraakzame dames van de bloemen weten waar we wezen moeten: boven, ingang even achterom lopen. Maar we zijn wat te vroeg: het centrum gaat om 1 uur open (tot 4 uur). En zo kopen we eerst maar een rode roos en gaan we eerst naar het graf van Fischer, een paar kilometer buiten Selfoss: Laugardaelakirkja (het kerkje van het Laugardal). De dames hebben nauwkeurige aanwijzingen gegeven: “U ziet het kerkje vanzelf, meteen na het toegangshek aan uw linkerhand het eerste graf.”
Ook mijn vrouw heeft Eindspel gelezen: niet één schaakpartij komt erin voor. Ook voor niet-schakers is het een spannend en betrokken verslag van het wonderbaarlijke en weerbarstige leven van Fischer. Het ‘raadsel’ Fischer: was hij autistisch? “Dat kan niet anders, als ik het zo lees”, reageerde ze. Bij het zien van het graf zegt ze: “Hier heeft hij nu echt rust gevonden.” Eenvoudiger graf kan haast niet. Geen mens te bekennen. Alleen de wind en als je goed luistert, iets als het ruisen van het water in de rivier iets verder weg.
20
Inmiddels is het één uur geweest en moet het Bobby Fischer Center open zijn. Mijn vrouw gunt me er alle tijd voor. Zelf zoekt ze wel iets anders: in IJsland wordt veel aan kunstzinnigheid en handvaardigheid gedaan. De winters zijn er donker, koud en lang. Reden waarom er ook zoveel wordt geschaakt. Zij zal zich best een tijdje elders vermaken. Iemand van de plaatselijke schaakclub heeft die middag ‘dienst’ en ontvangt me hartelijk, leidt me rond en vertelt met veel deskundigheid. We zijn van dezelfde generatie en herkennen bij elkaar eenzelfde interesse en hartstocht. Het centrum is helder en ruim opgezet en ingericht. In een zijkamer draait constant een film van de IJslandse televisie over het hele gebeuren van destijds. Een wat zwaarmoedig ogende Spassky legt uit hoe hij in 1972 zijn beste jaren eigenlijk al had gehad als schaker en hoe Bobby ook behoorde te winnen. Aan zijn eigen jaren als wereldkampioen denkt hij met bitterheid terug. De autoriteiten in de Sovjet Unie hadden hem nooit als wereldkampioen gewild: iemand die geen lid wilde zijn van de Partij... Het is alles Fischer wat de klok slaat. Een foto van Bobby in bad met bord en stukken ernaast: zijn moeder zou gezegd hebben dat het de enige manier was om hem in bad te krijgen... “We zullen toch wat meer van Spassky in beeld moeten brengen,” zegt mijn gastheer. Dan komt mijn vrouw binnen. Ze heeft zich intussen prima vermaakt met ‘n geestige mevrouw in een handwerkwinkel. Ze neemt een foto van me in de stoel waar Fischer in zijn hoekje in Bókin placht te zitten en nu een kostbaar relikwie is in Selfoss [zie voorpagina - red.]. De tafel van 1972 staat er ook, maar dat is een replica, op ware afmetingen gemaakt. De echte blijft in Reykjavik. In het Nationale Museum hoorde ik: “Die heeft hier een tijdje ten toon gestaan”. De telefoon van de schaakbond (of van de schaakclub in Reykjavik) wordt niet opgenomen: het is augustus, vakantietijd. ‘De’ stoelen van toen waarover zoveel gedoe was, zijn evenmin in Selfoss. Wel het politierapport van het onderzoek dat toen op Fischer’s ‘bevel’ heeft plaatsgevonden. Zaten er misschien zendertjes, geheime stralen in verborgen? Ik neem plaats aan (de replica) van de tafel van toen. Uiteraard ‘speel’ ik Fischer’s lievelingszet: e4. Bij het weggaan deponeer ik graag de bijdrage die vriendelijk wordt gevraagd in een oude melkbus waarop datzelfde ‘e4’ is geverfd.
21
Tenslotte Eenmaal weer thuis neem ik door, wat ik zoal heb gefotografeerd en gekopieerd. Onder meer de orde van dienst, zoals dat heet, van de samenkomst in het kerkje van Laugardael, gehouden een paar weken na de begrafenis. Bij de inderhaast geregelde teraardebestelling waren maar zeven mensen aanwezig geweest, de dominee incluis. Welbewust ver weg van de wereldpers. Niet eens alle leden van het RJF Comité waren op de hoogte gesteld. Als predikant ben ik geïnteresseerd hoe mijn (net als ik Lutherse) collega’s (een mannelijke en een vrouwelijke) het hebben opgezet. Sober en stijlvol. Aan het begin spelen orgel en viool het thema van de musical Chess. Een kerklied wordt gezongen. Ik lees de drie uiterst korte Bijbelgedeelten door die werden gelezen door enkele leden van het genoemde comité en worden gevolgd door een ‘sermo brevis’ (korte preek). Een violist speelt een eigen ‘meditatief’ moment. Vervolgens My Way van Paul Anka, op muziek van Claude François & Jacques Revaux. Een gebed en het Onze Vader en dan een lied van drie strofen, dat (naar ik inmiddels begrepen heb) bij vrijwel elke IJslandse begrafenis tot klinken komt. Het staat op een van mijn in IJsland gekochte cd’s. Gelukkig geen smartlap of tranentrekker zoals je bij gelegenheden als deze al gauw zou verwachten. IJslanders hebben ’n groot gevoel voor stijl: de melodie is van een eeuwige schoonheid, weemoed en troost tegelijk. Zoiets wordt nooit stuk gezongen, stuk gespeeld. Na de zegen van de beide predikanten klinkt door viool en orgel uitgevoerd de beroemde Air uit de derde Orkestsuite van Johann Sebastiaan Bach en dan heet het: ‘Wandeling naar het graf’. Wandeling? Als het tien meter is, is het veel.
22
Genoemde ‘orde van dienst’ is fraai gedrukt en voorzien van twee foto’s van Fischer. Voorop het moment waarop hij terug in Reykjavik weer aan de schaaktafel van 1972 heeft plaatsgenomen. Achterop dezelfde foto als op de omslag van het boekje van Olafsson: Bobby Fischer op de rug gezien, zoals hij naar beneden wandelt op het beroemde Allmannagja Rif in IJsland’s nationale park (Unesco werelderfgoed) Thingsviller, de plek waar al in 930(!) een assemblee van IJslanders bijeenkwam om onderlinge afspraken te maken over hoe met elkaar om te gaan, bakermat van democratie. Beide foto’s zijn treffend gekozen: Fischer ‘rustig’ terug op IJsland na zoveel jaren en Fischer wegwandelend als het ware weg uit dit aardse bestaan met voor hem en vooral ook door zijn eigen toedoen al dan niet bewust veroorzaakte spanningen en zorgen. De voorzitter van het Comité nam voor zijn toespraak - ook die heb gekopieerd een Bijbelse gelijkenis als uitgangspunt. Fischer als de koopman, die een schone parel vond en alles verkocht om die ene parel te kunnen kopen. Fischer als de kunstenaar met het ene grote talent en die alleen daarvoor wilde leven op zijn volstrekt eigen wijze, voor ons wat zijn latere leven betreft vaak ondoorgrondelijk en niet voor te stellen. Een leven voor Caïssa, voor de kunst, die het schaakspel terecht heet te zijn. (Met dank aan Ásta Josafatsdottir en Wichert Jan van Aalderink voor hun hulp en adviezen voor onze reis naar IJsland en Groenland). Hans Mudde [Hans Mudde is lid van SV Pomar in Rijswijk. Dit stuk is eerder gepubliceerd op de Schaaksite en aangeboden aan het Max Euwe Centrum. Bij gebruik van dit artikel of delen ervan gelieve men contact op te nemen met de auteur.]
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
23
Met pensioen Ruim een jaar geleden ben ik met pensioen gegaan. Op de afscheidsreceptie kreeg ik van een collega een bijzonder cadeau: een schaakpartij. Ter plekke deed hij een zet, namelijk e4, en daagde mij uit om via de mail de partij voort te zetten. Over de regels waren we het snel eens. Geen computer gebruiken en geen advies vragen aan derden, zoals goede clubgenoten. Wel mag je op je eigen schaakbord zoveel zetten vooruit spelen als je wilt (en natuurlijk weer terugnemen). Ongeveer eens per week zetten. Correspondentieschaak in een modern jasje. Ik vond het een interessante partij (we speelden ook nog een tweede partij met verwisselde kleuren, die ik veel minder vond). Het was leuk te voelen dat je op deze basis veel beter kunt schaken dan normaal achter het bord. Na afloop heb ik het geheel door Fritz laten analyseren en toen viel het niveau dan toch wel weer een beetje tegen. Oordeel zelf maar na lezing van dit stukje. Ik vind deze schaakvorm zeer aan te raden. Na verloop van tijd krijg je de stelling goed in je hoofd en komen in de loop van de dag, ook zonder schaakbord erbij, allerlei ideeën opborrelen die je ’s avonds in alle rust kan toetsen. Dat is erg leerzaam, vooral de verkeerde ideeën die je achter het bord misschien wel zou hebben uitgevoerd. Aan twee voorwaarden moet voldaan zijn. Allereerst moet je er volledig op kunnen vertrouwen dat de tegenstander zich aan de regels houdt, want daarop is natuurlijk geen controle mogelijk. En ten tweede moet de tegenstander van ongeveer gelijk niveau zijn. In een gewone schaakpartij kan je best wel eens winnen van iemand die - veel - sterker is. Die tegenstander kan blunderen of een slechte dag hebben. Dat gebeurt niet als iemand een week de tijd heeft. De partij besloeg 33 zetten en duurde 56 weken. Over het algemeen was ik - als gepensioneerde - vrij snel met mijn antwoorden, terwijl hij - als werkende - het van de weekends moest hebben. Het vereiste gemiddelde van een (halve) zet per week werd ruimschoots gehaald. Geurt van de Wal (1528)-Kees van Gelder (1539) per mail (2012-2013) 1. e4 c5 2. Pc3 Pc6 3. f4 e6 4. Pf3 d5 5. Lb5 Pge7 6. 0-0 a6 7. Lxc6 Pxc6 8. d3 d4 Fritz vermeldt hier dat hij ‘out of book’ is en met zijn rekenwerk gaat beginnen. 9. Pe2 Le7 10. Pg3 0-0 11. Ld2 f5 12. e5 b5 13. De2 Lb7 14. Tad1 a5 Fritz geeft hier de voorkeur aan Dd5,
maar in mijn eigenwijsheid had ik dit sterke veld al aan het paard toebedacht. 15. Pg5 Lxg5 16. fxg5 g6 17. h4 Pe7 18. h5 Pd5 Het paard springt naar het centrum om er nooit meer weg te gaan. 19. hxg6 hxg6 20. Ph5
24
T_ d tM_ _L_ _ _ _ _J_J_ jJjSiJiN _ j _ _ _ _I_ _ IiIbQ_I_ _ _R_Rk Dit paardoffer had ik al van een kilometer afstand zien aankomen. Bij de voorgaande zetten had ik er rekening mee gehouden en geconcludeerd dat het niet gevaarlijk was omdat slaan niet verplicht is. Eerlijk gezegd had ik mij enigszins verkeken op de snelheid waarmee dit paard aan de rand weer in het spel gebracht wordt. Tot mijn verbazing bleek uit de analyse van Fritz dat ik het paard gewoon had kunnen slaan: 20. ...gxh5 21. Dxh5 De8 22. g6 Dd7 en de witte aanval slaat niet door. Maar dat durfde ik niet aan. 20. ...Kf7 21. Pf6 Th8 22. Pe4 Db6 23. Pd6† Ke7 Houdt het dan nooit op met dat paard? Een leuk aspect van deze manier van schaken is dat je niet alleen zetten doorgeeft, maar ook nieuwtjes en commentaren. Om hem een beetje te pesten vergeleek ik zijn paardspel met de beroemde ‘Charge of the light brigade’ (Sebastopol, 1854) waarin de Engelse cavaleriepaarden met ongekende moed door de Russische linies galoppeerden, een actie die door de oorlogstoeristen met
bewondering werd gadegeslagen. De militaire deskundigen beoordeelden deze charge echter als ineffectieve dapperheid. 24. Pxb7 Geheel in stijl laat hij zijn cavalerie nu sneuvelen. Dit verbaasde mij wel, zoveel zetjes voor niets. Aan de andere kant moet gezegd worden dat er van de loper op b7 potentieel grote kracht uit ging, al dan niet in combinatie met een dame op c6. 24. ...Dxb7 25. Kf2 Th2 Dromend van Txg2 Kxg2 Pf4†† en damewinst.
T_ _ _ _ _D_ m _ _ _J_J_ jJjSiJi _ j _ _ _ _I_ _ IiIbQkIt _ _R_R_ Maar hij ziet de bui hangen en verdedigt adequaat. 26. Df3 Db8 Volgens Fritz is Tah8 beter, maar ik vond de ongedekte dame op b7 eng en besloot om niet met de toren, maar met de dame naar h8 te gaan. 27. Th1 Dh8 28. Txh2 Dxh2 29. Dh3 Dxh3 In de overtuiging dat dameruil nu wel kan, omdat ik positioneel alle troeven in handen heb. 30. gxh3 a4 Daar komen de boeren.
25
31. Kf3 b4 32. Tb1 Tc8 33. Lf4 c4 0-1 Misschien wel een beetje vroeg opgegeven. Hij had nog een jaar door kunnen spelen voor hij mat ging. Maar aan de andere kant: zwart heeft alles. De pionnenwals op de damevleugel, de zwakte van de witte e- en h-pionnen, en bovenal het prachtige paard op d5.
_T_ _ _ _ _ m _ _ _J_J_ _ _SiJi JjJj b _ _ _I_K_I IiI_ _ _ _R_ _ _
Fritz geeft vanuit de diagramstelling de volgende spelgang: 34. Th1 Pxf4 35. Kxf4 cxd3 36. cxd3 Tc2 37. Tb1 Tf2† 38. Kg3 Td2 Maar er zijn wel meer wegen die naar Rome voeren. Zeggen dat alles wint is een beetje overdreven, maar het scheelt niet veel. Volgens mij is de partij beslist door een verschil in visie op de rol van het paard: een spring-in-het-veld of een rustige kracht in het centrum, die van alles kan maar niets doet, omdat de dreiging sterker is dan de uitvoering.
Kees van Gelder
26
Maarten analyseert Een spannende wedstrijd, ongetwijfeld de belangrijkste voor SHTV 1 in het seizoen 2012-2013. Bij winst zouden we een goede kans op de titel maken (er moesten dan nog wel wat bordpunten ingelopen worden op de andere concurrent DSC 4), bij een andere uitslag was die kans verkeken. In de loop van het seizoen waren er twee behoorlijk sterke spelers bij Schaakhuis aangeschoven (Ron Wagenaar en Rashid Schrik) en wij waren daarom niet favoriet. Toen bij aantreden bleek dat er nog een ‘goeie’ was bijgehaald, Raymond Liem, wisten we dat we voor een bijna onmogelijk uitvoerbare taak stonden. Het lukte dan ook niet. Als speler met de hoogste rating van ons team, en bovendien de drie kanonnen ontlopend, had ik de (zelf opgelegde) plicht om te winnen. Dat was geen gemakkelijke opgave, want ik trof met zwart de topscorer van Schaakhuis (op dat moment 5 uit 6, dus alles gespeeld, en TPR van 2100†). Zijn rating verhulde het feit dat hij een jonge speler in opkomst is. Zijn ratinggrafiek laat een gestage trend naar boven zien, die nog weinig naar horizontaal neigt. Wit: Jean Michel Beeloo (1894) Zwart: Maarten Stolte (2034) 11 maart 2013 Promotieklasse HSB, ronde 7 Schaakhuis 1-SHTV 1, bord 6 1. Pf3 Pf6 2. d4 d5 3. Lf4 g6 Wit kiest een solide en gesloten opzet (, tenzij er alsnog snel c2-c4 volgt met vermoedelijke pionruil en opening van lijnen, maar dat gebeurt inderdaad niet in deze partij). Ik antwoord met dit loperfianchetto, waarmee ik de laatste jaren enkele goede ervaringen heb gehad.
TsLdMl t jJj jJ_J _ _ sJ_ _ _J_ _ _ i b _ _ _ _N_ IiI_IiIi rN_QkB_R 4. e3 Lg7 5. Le2 Ook 5. Ld3 wordt gespeeld. Het is belangrijk om de verschillen op te merken. Zwart zou eventueel in de toekomst Pf6-h5 willen spelen, met aanval op Lf4 en deblokkering van Lg7, waardoor (met enige voorbereiding) e7-e5 een interessante opstoot kan zijn. Als wit een loper op e2 heeft faalt het zwarte idee vaak op Le2xh5. Zwart heeft echter wel con-
27
trole over e4 (nu er geen loper op d3 staat) en probeert daar met een goed getimed Pf6-e4 gebruik van te maken. 5. ...0-0 6. h3
TsLd tM_ jJj jJlJ _ _ sJ_ _ _J_ _ _ i b _ _ _ iN_I IiI_BiI_ rN_Qk _R Dit hoort erbij. Mocht zwart Pf6-h5 spelen met dus die aanval op Lf4, dan antwoordt wit met Lh2, waarna zwart niet meer zijn Ph5 tegen Lf4 (of Lg3) kan ruilen. Het Ph5 blijft daar dus slecht staan en wit vervolgt spoedig met Pf3-e5 en er dreigt Le2xh5. 6. ...c5 Zwart speelt nu een soort nu een soort Catalaans in de nahand. Zwart staat niet perse een tempo achter op het normale Catalaans, vanwege 6. h3, dat behalve handig ook gewoon tijdverlies is. 7. c3 Wit kiest definitief voor de solide opzet. Op 7. dxc5 kon zwart goed voortzetten met 7. ...Da5† of 7. ...Pe4 (met aanval op b2). 7. ...Pc6 8. 0-0 Na 8. dxc5 Pe4 wint zwart de pion rustig terug en gaat met e7-e5 een mooi centrum opbouwen. 8. ...Te8
Ter voorbereiding van e7-e5, maar enigszins dubieus. Wit kan er nu een stokje voor steken met Pe5 en dan is het de vraag of Te8 een verloren zet is. In de partij blijkt dit mee te vallen (14. … e5), maar ik durf niet te zeggen dat dat in alle varianten zo is.
T_LdT_M_ jJ_ jJlJ _S_ sJ_ _ jJ_ _ _ i b _ _ i iN_I Ii _BiI_ rN_Q_Rk 9. Pe5 Db6 10. Db3 Met 9. .. Db6 accepteert zwart dat wit dameruil min of meer kan afdwingen, want na de partijzet 10. Db3 is dat redelijkerwijs onvermijdelijk. Zwart hoopte dat wit b2 ging dekken met 10. Dc2?! waarna zwart een tempo wint met 10. .. Lf5 (11. Ld3?? Lxd3 12. Dxd3 Dxb2). 10. ...Pd7
28
T_L_T_M_ jJ_SjJlJ dS_ _J_ _ jJn _ _ i b _ _Qi i _I Ii _BiI_ rN_ _Rk
T_ _T_M_ _JbL_J_J jS_ _J_ _ _Jl _ _ _ _ _ _ i _ _I Ii _BiI_ rN_ _Rk
Zwart wil nog steeds e7-e5 gaan spelen en gaat daarom de confrontatie aan met het witte paard op e5. Wit kan natuurlijk niet op d5 nemen (bijvoorbeeld 11. Dxd5? Pdxe5 en 12. .. Le6 en 13. .. Dxb2). 11. Pxd7 Lxd7 En weer heeft zwart (stiekem) een stuk ontwikkeld. Wit denkt nu een pion te kunnen winnen, maar onderschat de zwarte ontwikkelingsvoorsprong. 12. Dxb6 axb6 13. Lc7?! Inderdaad is b6 niet te dekken, maar zwart vertrouwd op zijn activiteit. 13. ...cxd4 14. exd4 e5 15. dxe5 Lxe5 En het blijkt dat wit er nu geen goed aan doet om op b6 te nemen.
16. Lxe5 Na 16. Lxb6 Lxh2† (16. .. Pb4!?) 17. Kxh2 Txe2 wint zwart de pion weer terug bij goede stelling. Met de partijzet geeft wit toe dat 13. Lc7 tijdverlies was. 16. ...Txe5 17. Lf3 d4!? Over deze zet dacht ik lang na. Er viel behoorlijk wat te rekenen, maar dat gaf mij geen uitsluitsel. Ik twijfelde, maar kon geen andere actieve zet vinden om op winst te spelen. Een idee is 17. ...b5 en b5b4xc3 om van de dubbelpion af te komen. Zwart heeft echter op het moment wat actievere stukken en hij gebruikt dat zo niet. Bovendien kan wit met 18. Td1 proberen om d5 te winnen (18. ...b4? 19. Lxd5!). Verdedigen met 18. ...Le6 ziet er dan niet zo mooi uit, omdat de zwarte toren op e5 in een wat benarde positie komt.
29
T_ _ _M_ _J_L_J_J jS_ _J_ _ _ t _ _ j _ _ _ i _B_I Ii _ iI_ rN_ _Rk 18. Pd2?! En gelukkig voor mij een zwak antwoord. Sterker was 18. Td1! waarop ik 18. .. Tae8?! overwoog . Er kan dan volgen: -19. Lxc6? Te1†! 20. Txe1 Txe1† 21. Kh2 bxc6 en er dreigt sterk 22. ...Lf5! -19. cxd4? Te1† en 20. Txe1 Txe1† 21. Kh2 Pxd4 of 20. Kh2 Txd1 21. Lxd1 Pxd4 en zwart -19. Kf1?! Lf5!? 20. cxd4?! Pxd4 (21. Txd4?? Te1 mat). -19. Pa3! waarna het stukoffer 19. ...dxc3? mij aantrekkelijk voorkwam, maar waarvoor ik na uitvoerig sufpiekeren geen rechtvaardiging kon vinden, zie: 20. Txd7! en dan 20 ...Te1† 21. Txe1 Txe1† 22. Kh2 Pe5 (of 22. ...cxb2 23. Td1) 23. Te8† (en ook 23. Txb7 Pc4 24. bxc3 Pxa3 25. Txb6 is duidelijk beter voor wit) 23. ...Kg7 24. bxc3 en zwart heeft verre van voldoende compensatie. Zwart heeft geen goed antwoord op 19. Pa3 en gaat straks met 20. cxd4 een pion verliezen. Zwart kan op 18. Td1 beter antwoorden met 18. ...dxc3 19. Pxc3 (19. Txd7? cxb2) en wit heeft dan
een klein maar duidelijk voordeeltje op grond van de pionstructuur, in ontwikkeling staat hij inmiddels niet meer achter. Een week na de partij vond ik nog een interessant alternatief voor zwart na 18. Td1, namelijk 18. ...d3!? De pointe is 19. Txd3? Te1† 20. Kh2 en nu niet de pion terugwinnen met 20. ...Lf5 21. Td1 Txd1 22. Lxd1 Lxb1 23. Txb1 Txa2 met gelijke stelling, maar het sterkere 20. ...Pe5! en nu heeft wit geen goede zet, zie: 21. Td1? Pxf3† 22. gxf3 Txd1 of 21. Td6? Pxf3† 22. gxf3 Lf5! of 21. Te3 Pxf3†! 22. gxf3 (22. Txf3? Lf5!) 22. ...Td1! en wit heeft geen verdediging tegen 23. ...Lf5! Wit kan de pion dus niet nemen na 18. ...d3 en zet waarschijnlijk het beste voort met 19. Pa3, waarna zwart wat actieve mogelijkheden heeft, maar uiteindelijk toch een pion lijkt te verliezen. Misschien is het wit bij het rekenen op zet 18 ook opgevallen dat zwart veel mogelijkheden heeft, wat hem ertoe gebracht heeft om toch vooral snel zijn ontwikkeling te voltooien. 18. ...dxc3 19. bxc3 Le6 20. Tfb1 b5 21. Tb2 Met een remiseaanbod. Ik heb dit niet eens overlegd, dit is natuurlijk bepaald geen dode stelling en het team zat ook duidelijk niet op een remise te wachten. Zwart staat misschien ook wel wat beter op grond van zijn activiteit. 21. ...Ta3 22. Pe4
30
_ _ _M_ _J_ _J_J _S_L_J_ _J_ t _ _ _N_ _ t i _B_I Ir _ iI_ r _ _ k
_M_ _ _ _ _J _ _ _J_ _J_ tJ_ i s _ _ _ _ _B_I L_ n iIk _ r _ _
22. ...b4 Een positioneel pionoffer! Op 22. ...f5 was geloof ik 23. Pd6 wat vervelend voor zwart. 23. cxb4 Pd4 24. Pd2 b5
28. Tc5?? Niet de juiste vorm van activiteit. Eigenlijk is al te zien dat na torenruil op c5 het eindspel met de vrijpionnen goed, ja zelfs gewonnen voor zwart moet zijn. Zwart heeft de verdere vrijpion, zijn koning staat dichterbij en hij kan een gunstige ruil van paard tegen loper forceren. Ik verwachte 28. Tc7 of 28. Tc8†. 28. ...Txc5 29. bxc5 Pxf3† 30. Pxf3 Kf8 31. c6 Ke7 32. Pd4 b4 33. Kg3 b3 34. Pxb3 Lxb3 35. Kf4 Kf6 36. h4 h6 37. c7 Le6 38. f3 g5† 39. hxg5† hxg5† 40. Ke3 Ke5 41. g3 g4!
_
_
_M_ _ _ _J_J _ _L_J_ _J_ t _ i s _ _ t _ _B_I Ir n iI_ r _ _ k En in deze stelling heeft wit bijzonder weinig zetten tot zijn beschikking! 25. Kh2 f5 26. Tc1 Geeft de pion terug voor activiteit. 26. ...Txa2 Niet 26. ...Lxa2? 27. Ta1. 27. Txa2 Lxa2
_
_
_ _
_ i
_
_
_ _ _ _L_ _ _ _ mJ_ _ _ _J_ _ _ kIi _ _ _ _ _ _ _ _
31
Nu is gemakkelijk te zien dat zwart wint: hij houdt een door de loper gedekte pion, haalt de witte vrijpion op, verdrijft dan met zijn koning de vijandelijke koning en kan dankzij de loper altijd wit in tempodwang brengen.
42. Kd3 Kd6 43. fxg4 fxg4 44. Ke3 Kxc7 45. Kd3 Kd6 46. Ke3 Ke5 47. Kd3 Ld7 48. Ke3 Lb5 49. Kf2 Ke4 50. Kg2 Ke3 51. Kg1 Kf3 52. Kh2 Le8 53. Kh1 Kxg3 54. Kg1 Kh3 55. Kh1 g3 56. Kg1 g2 Wit geeft het op.
Een leuke partij Ik ben niet gauw tevreden met een remise, maar als het hele team ongeslagen door de avond komt tegen de koploper (vijf remises en drie overwinningen) en je tijdens de partij ook nog Magere Hein van je afgeschud hebt, dan is het puur genieten. Wit: Maarten Stolte (2050) Zwart: Henk Noordhoek (2058) 15 oktober 2013 Promotieklasse HSB, ronde 2 Promotie 2-SHTV 1, bord 3 Aljechin verdediging 1. e4 Pf6 De middag voor de wedstrijd had ik heel even de tijd om op internet de mogelijke tegenstanders te bestuderen. Ik vond heel weinig, maar het was wel duidelijk dat Henk Noordhoek de Aljechin-verdediging speelde (iets dat vele andere HSB-ers gewoon uit hun hoofd weten). Ik voelde er niet voor om hoofdvarianten op te rakelen, want te laat en helemaal geen tijd voor. In plaats daarvan bedacht ik: wat is nu een onwaarschijnlijke zet, die niet zo makkelijk weerlegd kan worden? 2. Ld3
TsLdMlSt jJjJjJjJ _ _ s _ _ _ _ _ _ _I_ _ _ _B_ _ IiIi iIi rNbQk nR Op internet waren niet of nauwelijks partijen hiervan bekend, evenmin een duidelijk tegengif. De zet heeft uiteraard een in het oog springend nadeel, namelijk de blokkade van de d-pion, maar dat is met c2-c3 en Lc2 nog wel elegant op te lossen. Het tempiverlies weegt dan wellicht op tegen het psychologisch effect. Zwart kan met e7-e5 in een gezonde Spaanse structuur komen, maar daar houdt hij natuurlijk niet van. 2. ...Pc6 Mijn tegenstander verklaarde achteraf dat hij de Aljechin misschien wel
32
5.000 keer had gespeeld, maar werkelijk nog nooit 2. Ld3 tegenover zich had gekregen. Ik had tijdens de partij al zo’n vermoeden dat ik hem inderdaad uit de comfort zone had weten te halen. Zijn antwoord 2. ...Pc6, na betrekkelijk lang nadenken, is in zoverre sterk dat hij met Pb4 of Pe5 eventueel de loper op d3 kan gaan dreigen te ruilen en dan is de vraag hoe erg het is als wit (in ruil voor wat ontwikkelingszetten) met de dubbelpion d2 en d3 komt te zitten. Zelf dacht ik dat 2. ...d5 preciezer was, maar hij was wat afgeschrikt door het aardige variantje 3. e5 Pd7 4. e6! Fxe6?? (4. ...Pe5!) 5. Dh5† g6 6. Dxg6† hxg6 7. Lxg6 mat, dat ik helemaal niet gezien had. 3. Pf3 d6 Op 3. ...Pb4 was ik 4. 0-0 Pxd3 5. cxd3 e5 6. d4!? van plan (6. ...exd4 7. Pxd4 Pxe4? 8. Te1). 4. c3 Lg4 5. Lc2 Pe5 Dit vond ik niet erg. Tijdverlies om een niet zo erge dubbelpion op f3 te maken 6. d4 Pxf3† 7. gxf3 Lh5 8. Dd3
T_ dMl t jJj jJjJ _ j s _ _ _ _ _L _ iI_ _ _ iQ_I_ IiB_ i i rNb k _R Meteen uit de penning leek me wel
zo praktisch, bovendien is Db5† misschien een optie. 8. ...Dd7 Zwart dekt de dreiging Db5† af en bereidt zich voor op een middenspel met minder ruimte, gezien het sterke witte pionnencentrum. Mijn enige plan was hier ontwikkelen met oog voor het centrum en de druk langzaam opvoeren. Zwart heeft nog geen zwaktes. 9. Lf4 0-0-0 10. Pd2 e5 11. Lg3 Niet 11. dxe5? dxe5 12. Dxd7† Pxd7! en zwart kan goed ontwikkelen. 11. ...Lg6 Zwart heeft moeite om verder te ontwikkelen en maakt ruimte op h5, zodat hij zich met Ph5 (en wie weet f5) enigszins kan bevrijden.
_Mt l t jJjD_JjJ _ j sL_ _ _ j _ _ iI_ _ _ iQ_Ib IiBn i i r _ k _R 12. 0-0-0 Snel gespeeld. Scherper is 12. Pc4 met druk op e5. Zwart moet dan slaan op d4. 12. ...Ph5 13. h4 Pxg3 14. fxg3 f6 15. g4
33
_Mt l t jJjD_ jJ _ j jL_ _ _ j _ _ iI_Ii _ iQ_I_ IiBn _ _ _ kR_ _R
m t l t jJ_ _DjJ _Jj j _ _ _ _ _I _IqI_I_ _N_ _I_ Ii _ _ _ _ kR_ _R
Hier had ik meteen spijt van, want ik zag ineens 15. ...h5 en dan moet ik denk ik met 16. Tdg1 mijn g-pion dekken. 15. ...exd4?! Ik begon net te denken hoe ik hier nu verder moest, maar hierdoor krijg ik wat ruimte. 16. Dxd4 Na 16. cxd4 kan zwart alsnog 16. ...h5 doen. Anders was het wel een optie geweest. 16. ...Kb8 17. La4 c6 Ik denk dat dit beter was dan met de dame wijken, maar wit heeft nu wel enige verzwakking van de koningsstelling bereikt. 18. h5 Lf7 19. Lb3 Ik wil de lopers ruilen om zelf wat te bevrijden, met het in de partij volgende aanvalsschema in het achterhoofd, om niet straks in het gevorderde middenspel met een oervervelend loperpaar geconfronteerd te worden en om een veld als e6 te verzwakken. 19. ...Lxb3 20. Pxb3 Df7 21. c4
Om d6-d5 op termijn te verhinderen en een aanvalsroute voor mijn toren op d1 te plotten. 21. ...Le7 22. Td3 g6 23. Pa5 Tc8 Precies gespeeld. Na 23. ...gxh5 24. Tb3 Td7 25. Pxc6†! slaat de witte aanval door. 24. Tb3
mT_ _ t jJ_ lD_J _Jj jJ_ n _ _ _I _IqI_I_ _R_ _I_ Ii _ _ _ _ k _ _R 24. ...Tc7 Niet 24. ...b6? 25. Txb6† Ka8 (25. ...axb6? 26. Dxb6† Ka8 27. Db7 mat) 26. Tb7 c5 27. Dxd6! The8 28. Txa7†!! Kxa7 29. Dd7† Kb6 30. Db7† Kxa5 31. Db5 mat. 25. hxg6 Dxg6 Door zwarts vorige zet was de toren
34
op h8 ongedekt komen te staan waardoor zwart hier niet met de pion terug kan slaan en een lelijke pionstructuur moet accepteren. 26. Th5
m t _ _ jJt l _J _Jj jD_ n _ _ _R _IqI_I_ _R_ _I_ Ii _ _ _ _ k _ _ Hier was ik wel tevreden over. Het bevrijdende h7-h5 wordt tegengehouden, alsmede schaakjes op g5 en h6. Tegelijk wordt de opmars d6d5 verhinderd en behoort een sprong richting de zwarte koning eventueel tot de mogelijkheden. 26. ...Td8 27. Pxb7?! Deze aanval blijkt niet door te slaan, hoewel wit voldoende activiteit en positie houdt voor remise. Analyse achteraf leerde mij dat hergroeperen met 27. Td3 en 28. Pb3 beter is voor wit. Zwart blijft dan gedrukt staan. 27. ...Txb7 28. Ta5 Dreigt 29. Dxa7†.
m t _ _ jT_ l _J _Jj jD_ r _ _ _ _IqI_I_ _R_ _I_ Ii _ _ _ _ k _ _ 28. ...a6! Hoewel ik ook vreesde voor 28. ...Dh6† 29. Kc2 Dh2† en als de witte koning naar de derde rij gaat red zwart zich met Txb3† en als de witte koning naar de eerste rij gaat volgt eeuwig schaak. Niet goed was echter 28. ...c5?? 29. Txb7† Kxb7 30. Dd5† Kb6 (30. ...Kb8 31. Tb5† en 32. Db7 mat) 31. Ta6†!! Kxa6 32. Dc6† Ka5 33. Db5 mat. 29. Txa6 Dg5† 30. Kc2 Dc5 Dit stopt de aanval volledig. Na 30. ...c5 31. Dc3 is het nog niet over.
M t _ _ _T_ l _J R_Jj j _ _ d _ _ _IqI_I_ _R_ _I_ IiK_ _ _ _ _ _ _ 31. Dd2?? Vreselijk, ik zag meteen dat ik pion
35
c4 hiermee ongedekt liet en dat na 31. ...Dxc4† ook nog de toren op a6 verloren zou gaan. En ik had dit al gezien in de voorgaande minuten! Het valt me trouwens op de laatste jaren dat als ik blunder dat het dan ook meestal een afschuwelijke allesverwoestende blunder is. Waar is dat voor nodig? Zelfmoordterroristen gebruiken toch ook geen atoombom? Analyse direct na de partij wees uit dat wit alleen 31. Dxc5 dxc5 32. Txc6 Txb3 33. axb3 Kb7 34. Te6 Td7 35. e5 fxe5 36. Txe5 heeft en dat dit eindspel (praktisch) gelijk staat. Maargoed, na de flater gaf ik uiterlijk geen krimp, want als je dat 100 keer doet, dan ziet ie het misschien één keer niet. 31. ...Txb3?? En hier zag ik meteen dat het gevaar ook weer helemaal weg was. Hier heb ik mij dan juist wel uiterlijk een beetje zitten aanstellen in de hoop dat hij doorkreeg dat hij de klinkklare winst over het hoofd had gezien en daardoor onder teleurstelling gebukt zou gaan. Maar nee, pas na de partij, toen ik het hem vertelde, realiseerde hij zich dat hij deze kans had gemist. 32. axb3 Kb7 33. Ta5 Db6 34. Th5 Th8 35. b4 Met de bedoeling 36. b5. 35. ...Da6 36. Kb3 Kc7 37. Dh6
_
_
_
t _ m l _J D_Jj j q _ _ _ _R iI_I_I_ _K_ _I_ i _ _ _ _ _ _ _ Hier bood ik remise aan. Ik kan waarschijnlijk wel de h-pion winnen, maar hoe dan verder? Dan zal je altijd zien dat je met zo’n pionwinst eigenlijk je tegenstander bevrijd hebt en hij tegenspel krijgt. We hadden beiden minder dan vier minuten. Ik had wel een halve minuut meer, maar dat zegt niet zoveel als je er tien seconden per zet bijkrijgt. Hoewel ik materieel achter sta, staat zwart niet prettig. Als ik voor de winst had moeten gaan zou ik het zeker proberen, maar voor het team was de remise een uitkomst. Mijn tegenstander dacht drie minuten na en toen wist ik dat hij niet anders kon dan accepteren. Daarmee was de teamwinst binnen. Aleksander Henke kon daarna nog met een winstpartij de eindscore verruimen.
Maarten Stolte
36
Een nieuw begin (5) Wat voorafging: Het jaar is 2185. Willem Wijnsteen accepteert de uitdaging om een reis door een zwart gat te maken. Bij terugkeer op Aarde blijkt dat hij in een alternatieve tijdlijn terecht is gekomen. Schaken is er nauwelijks bekend en hij moet ook nog eens de plaats van zijn tegenhanger gaan innemen. 17 De eerste week van zijn vakantie wilde Willem in Antwerpen doorbrengen. Naast de sessies bij doctorandus Vis had hij alle tijd voor bezoeken aan musea, restaurants en de bioscoop, om de gewenning aan zijn nieuwe oude wereld te vergemakkelijken. De monorail had de paar honderd kilometer tussen Parijs en Antwerpen binnen twee uur afgelegd en onderweg had Willem vooral uit het raam zitten kijken en genoten van een grote beker cappuccino. Terwijl het voertuig tot stilstand begon te komen, viel het hem op dat sommige dingen nooit veranderen. Het station leek voor de volle honderd procent op het gebouw dat hij van zijn eigen versie van de Aarde kende. Hij stond op, pakte zijn bagage uit het rek boven zijn hoofd en liep naar het balkon waar de buitendeur reeds door een andere passagier geopend was. Op het perron voelde hij in zijn zak naar het kaartje met de routebeschrijving naar de praktijkruimte van de psycholoog. Voor de eerste afspraak werd hij over een halfuur verwacht. Willem liep het station uit en sloeg werktuiglijk de hoek om die hij zo goed kende van zijn eerdere bezoeken aan de stad. Geschrokken bleef hij staan. Moest hij wel linksaf? Een nader onderzoek van de routebeschrijving toonde dat hij toevallig de juiste weg was ingeslagen. Hij bekeek het kaartje wat beter en las nogmaals de beschrijving. Verdraaid, doctorandus Vis hield consult aan de Groenplaats! Met deze zekerheid versnelde hij zijn pas en het duurde niet lang voor hij op het plein arriveerde. Nog geen drie minuten later meldde hij zich aan de balie. “U bent meneer Wijnsteen?”, vroeg de receptioniste. Willem knikte. “Helemaal.” De jonge vrouw glimlachte en zei: “U werd verwacht. Gaat u zitten. Meneer Vis komt u zo halen.” “Dank u,” zei Willem, terwijl hij zijn tas op schoot zette om zijn Padd op te zoeken. Zelfs nu hij doorgelicht ging worden door een psycholoog speelde de gedachte aan schaken door zijn hoofd. Hij startte zijn Padd op en in beeld verscheen het ‘probleem van Kasparov’. Glimlachend keek hij naar de stelling. Eigenlijk helemaal niet zo moeilijk. Het zou best kunnen dat zijn vriend Dimitri Kasparov dit op het bord had gehad en er een beetje mee had willen opscheppen. Hoewel... “Je had vast zwart,” zei Willem hardop.
37
“Eh, meneer Wijnsteen?” klonk een mannenstem vlakbij. Willem schrok op en liet zijn Padd bijna uit zijn handen vallen. “Neem me niet kwalijk,” zei de man die onopgemerkt naast hem was komen staan. “Ik wilde u niet laten schrikken.” Hij stak zijn hand uit. “Vis, Benjamin Vis.” Willem stelde zichzelf voor, maar realiseerde zich direct dat de man allang wist wie hij was. Hij had immers ‘andere Willem’ al gescreend voor diens reis naar de vergetelheid. “Ja, ik had u wel Willem willen noemen, maar uit het dossier dat ik uit Parijs mocht ontvangen heb ik begrepen dat wij elkaar in feite nooit ontmoet hebben.” “Rare toestand, niet?” vroeg Willem. “Als u er zelf mee gekomen was, had ik een psychiater ingeschakeld,” grinnikte Vis, “maar mijn bronnen zijn gerenommeerde wetenschappers, dus ik moet wel aannemen dat uw avontuur op waarheid berust.” “Tenzij ze ook, eh...” en Willem maakte een draaiende beweging met zijn hand voor zijn voorhoofd. Vis lachte nu voluit. “Ik heb zo het gevoel dat onze sessies soepel gaan verlopen.” Hij wees naar de Padd. “Maar ik zie dat u een schaakstelling daar hebt.” “Ja,” antwoordde Willem, “kort voor mijn vertrek aan mij gegeven door een clubgenoot.” “Ik speel ook een beetje,” zei Vis, “maar er zijn niet veel actieve schakers meer in het land. En bovendien, zo goed ben ik niet. Ik ben geen Sugarpie.” “Wat?” “Niet wat, wie. John Sugarpie, de wereldkampioen.” Willem knikte ten teken dat hij het begrepen had, maar kon zich niet herinneren dat hij ooit van een grootmeester had gehoord die zo heette. “Zou ik de stelling mogen zien?” vroeg Vis. Willem overhandigde hem de Padd. Vis bestudeerde de stelling even en zei: “Niet zo heel moeilijk, he?” “Nee,” zei Willem, “maar ik vond het wel een aardig gebaar en ik vind het altijd zonde om een stelling te verwijderen. Het gaat om het idee.”
T_ _ tM_ jJ_ _JlJ D_ _ bJ_ s jNi _ _ j _ _ _ _ _L_ IiIq iIi r _R_ k
38
Vis knikte: “Dh6 en het is aan alle kanten uit. Als zwart de dame slaat met zijn loper, komt Pe7 met mat. En als hij niet slaat, neemt de dame op de volgende zet de loper op g7 en is het ook mat.” “Heel goed,” zei Willem. “Wat zwart ook nog kan doen is de executie uitstellen met ...Dxf6, maar dan komt Pxf6† Lxf6 exf6 en mat volgt.” “Dat zag ik ook,” zei Vis, “maar zullen we aan onze eerste sessie beginnen? Niet alleen kan ik dan bepalen of u geestelijk schade hebt ondervonden van uw reis, maar ik kan u redelijk nauwkeurig informeren over uw dubbelganger.” Willem volgde Benjamin Vis naar binnen. Vijf dagen later namen ze als vrienden afscheid en hadden zelfs een paar partijen gespeeld. Willem won ze allemaal. 18 Een week nadat hij uit Parijs was vertrokken arriveerde Willem in Haag. Hij voelde zich bij zijn vertrek uit Antwerpen goed, niet in het minst door zijn gesprekken met doctorandus Vis, waaruit tot zijn grote opluchting bleek dat ‘andere Willem’, zoals hij zijn dubbel voor het gemak was blijven noemen, niet wezenlijk anders was geweest dan hij. Alleen was ‘andere Willem’ geen schaker geweest en vijf centimeter langer. Dat laatste was al gebleken uit het dossier dat het ruimtevaartcentrum in Parijs van ‘andere Willem’ had. Verder bleken zijn dubbel en hij een identiek leven te hebben geleid: hij woonde in dezelfde straat (maar wel op een ander nummer), beide ouders waren overleden, hij had geen relatie... Het leek wel of hij voorbestemd was geweest om de plaats van ‘andere Willem’ in te nemen. De monorail gleed langzaam het Centraal Station binnen. Willem stond op en haalde zijn tas uit het bagagerek boven zijn hoofd. Het ding was niet veel zwaarder geworden na zijn Antwerps weekje; hij woog sowieso niet veel, want zijn dubbel had niet veel kleren meegenomen. Dat had hij zelf trouwens ook niet gedaan, simpelweg omdat dat niet nodig was geweest. Hij had alleen wat schone kleding voor na zijn terugkomst ingepakt. De trein stopte. Willem liep naar de deur en stapte uit. Hij keek om zich heen... De hal van het station leek veel op die van het station dat hij had gekend. “Ik ben benieuwd wat er allemaal anders is,” mompelde hij. Zijn oog viel op een bordje ‘taxi’ en hij begon in de aangegeven richting te lopen. Gelukkig was er nog geen ruchtbaarheid gegeven aan zijn reis, maar dat zou niet al te lang meer duren. Kolonel Lautier had beloofd pas op 15 oktober een persconferentie te beleggen, dus hij had nog twee en een halve week om te wennen aan zijn ‘nieuwe’ omgeving, voordat mensen hem erover zouden gaan aanspreken. Intussen was Willem bij de taxistandplaats aangekomen en dat leverde hem de eerste verrassing op: de taxi had wielen, terwijl hij altijd hovertaxi’s had gekend. Nou ja, dacht hij, als het maar lekker rijdt. De taxichauffeur keek op, toen
39
Willem zijn wagen naderde, en opende het portier. Willem stapte in en zei: ”Gemeentewerkenstraat 12, graag.” “Oké,” zei de chauffeur en reed weg. Enkele minuten later reden ze over de Oude Kalvermarkt en Willem keek automatisch naar links waar hij het gebouw verwachtte te zien, waar hij zo vaak op de dagelijkse clubavond een partijtje had gespeeld. Het gebouw dat er stond deed zijn mond openvallen van verbazing en voor hij er erg in had, liet hij zich ontvallen: “Waar is de schaakacademie gebleven?” De taxichauffeur keek opzij. “Schaakacademie? Waar heeft u het over? Dat is het stadhuis. Dat staat er al bijna twee eeuwen en is dus een monument, hoewel ze het van mij hadden mogen slopen.” Willem herkende het gebouw van oude afbeeldingen. Maar het oude stadhuis was afgebroken in 2085... Verbijsterd zakte hij terug in zijn stoel. De chauffeur keek vanuit zijn ooghoeken naar hem met een blik die verried dat hij zich afvroeg of zijn passagier wel bij zijn volle verstand was. De taxi ging linksaf het Spui op; Willem kwam langzaam weer wat bij van de schok. Hij dacht terug aan wat doctor Kindermann had gezegd: schaken is niet zo’n populair spel. Er werd dus nog wel geschaakt, maar wie weet hoeveel spelers er nog in Haag waren. Hij besloot, zodra hij wat gewend was, in de schaakgeschiedenis van deze Aarde te duiken, want hij moest ontdekken hoe het verschil was ontstaan. Hij dacht aan het voorbeeld van de overstekende persoon dat doctor Hastings gegeven had. De taxichauffeur stuurde zijn voertuig de Gemeentewerkenstraat aan de zijde van het Zieken, in. De ligging van de straat is tenminste nog hetzelfde, dacht Willem, terwijl hij in de verte nog net een glimp opving van het verkeer op het Rijswijkseplein. Toen was de taxi de hoek om en kreeg hij zicht op een gigantische wolkenkrabber; de straat liep dood. “We zijn er,” zei de taxichauffeur, Willem betaalde met geld dat hij van zijn vrienden had gekregen, bedankte de chauffeur en stapte uit. 19 Nummer 12 bleek zich op de eerste verdieping van het gebouw te bevinden. Op de parterre bevonden zich bergingen die bij de woningen behoorden. ‘Andere Willem’ had hoogtevrees gehad en woonde daarom duidelijk veel lager in het gebouw dan zijn voorkeur had. Weg mooi uitzicht, dacht hij, terwijl hij in zijn zak tastte naar de huissleutel. Waar had hij die sleutel? Niets, andere zak misschien. Ja, daar was-ie. Tevreden constateerde Willem dat de sleutel paste. Stel je trouwens voor, dacht hij, dat ‘andere Willem’ besloten had zijn huissleutel mee te nemen, in plaats van af te geven aan de leiding van het Orpheoprogramma; had ik toch mooi in de kou gestaan, grapte hij in zichzelf. Natuurlijk zouden ze hem dan wel geholpen hebben.
40
De deur zwaaide open en Willem stapte het appartement binnen dat voortaan van hem zou zijn. Even bekroop hem het gevoel dat hij een vreemde was in zijn eigen huis, maar dat schudde hij snel van zich af. Hij deed de deur achter zich dicht en keek rond. Niet slecht, dacht hij, ik geloof dat dit zelfs iets ruimer is dan mijn eigen appartement. “Herstel, mijn vroegere appartement,” verbeterde hij zichzelf hardop. Hij schrok van zijn eigen stemgeluid in de stille kamer. Hij zette zijn tas op een stoel, liep naar de bank en plofte er op neer. “Zo,” zei hij, “ik ben er. En wat nu?” Hij keek op zijn horloge. Twee uur. Een kriebelend gevoel in zijn maagstreek vertelde hem dat hij nog niet geluncht had. Hij stond op, zocht, en vond, de keuken en begon in de kastjes te snuffelen. Hij vond alleen een pakje bicsuits. “In ieder geval beter dan niets,” mompelde hij, terwijl hij een droog kaakje in zijn mond stak. Boodschappen, die moest hij halen. Een tas was gauw gevonden en even later was Willem op zoek naar een winkel. Dan kon hij gelijk eens bekijken in hoeverre de omgeving van zijn nieuwe woning afweek van die van zijn oude. 20 Tegenover het stadhuis was een grote supermarkt gevestigd van Albert Heijn. De winkelgigant had ook in deze realiteit het heft in handen gehouden, constateerde Willem. Binnen vond hij al snel de nodige boodschappen en binnen tien minuten had hij afgerekend met de bankpas van zijn dubbelganger. Het was een gok, maar die bleek dezelfde PIN-code te hebben. Dat was weer een meevaller. Hij stapte naar buiten. Het ijswitte gebouw aan de overkant torende boven hem uit. Ineens schoot hem te binnen dat hij in artikelen over het vroegere Haag had gelezen, dat zich daar ook de Openbare Bibliotheek moest bevinden. Het was dinsdag, de bieb zou wel open zijn. Dat bleek het geval en hij besloot na de lunch terug te komen en op onderzoek uit te gaan. Tijdens het koken stond Willem te bedenken dat hij dicht bij een schat aan informatie woonde die hem zou kunnen helpen het raadsel van de sterk afgenomen schaakactiviteit op te lossen. Eigenlijk had hij direct terug gewild, maar zijn knorrende maag had hem weerhouden. Het eten was klaar. Willem schepte alles op een bord, liep naar de eethoek, zette het bord op tafel en ging op zijn reistas zitten. Met een kreet sprong hij weer overeind en controleerde geschrokken de inhoud. Gelukkig, zijn Padd was nog intact. Hij haalde het apparaat uit de tas, die hij nu naast de tafel uit de loop zette, en startte de Padd op. Op het scherm verscheen zoals gewoonlijk het schaakprogramma dat hij standaard mee liet opstarten. Terwijl hij zijn eten zat te verorberen, speelde hij een partij tegen het programma. Het programma offerde een stuk voor drie pionnen en kreeg aanval. Nee, dat was de bedoeling niet. Hij
41
moest nu echt gaan oppassen. Willem vergat zijn bord helemaal en zat naar het scherm te turen om te zien of hij uit de problemen kon komen. En toen zag hij de winnende zet.
T_L_ m t jJj _ _ _ d sB_ _ _ _J_ N_ sI_ _ _ _I_ _ IiIq _Ii r _ k _R Nu hij de oplossing gevonden had herinnerde hij zich dat hij aan het eten was en stak een hap in zijn mond. De koude prak deed hem een vies gezicht trekken en herinnerde hem er aan dat hij een hele tijd naar zijn partij had zitten kijken. Een snelle blik op de klok toonde hoe lang. Het was inmiddels half vijf. Hij zette de Padd op standby en stond op. De laatste happen van wat een warme lunch had moeten worden gooide hij in de afvalcontainer. Snel verliet hij de woning en stapte gehaast naar de bibliotheek aan het Spui. 21 Een kleine tien minuten later stond Willem in het voor hem nieuwe gebouw. Eenmaal voorzien van een lenerspas en een plattegrond vond hij al snel de zaal, waar terminals opgesteld stonden, waarmee men toegang had tot de catalogus. Hij zocht het computerbestand af naar schaakboeken, maar toen zijn zoeken vruchteloos bleek, riep hij vertwijfeld uit: “ Geen enkel schaakboek. Hoe is het mogelijk?” “Kan ik u helpen?” klonk een zachte vrouwenstem achter hem. Willem draaide zich om en zijn adem stokte. Hij keek recht in een paar grote donkere ogen. (wordt vervolgd)
42
Schaakagenda Oktober 2013 ma 28 HSV 1 - SHTV 3 do 31 Seniorencompetitie; ronde 8 November 2013 za 2 [jeugd] PK cat. CD voorronde do 7 Seniorencompetitie; ronde 9 SHTV 2 - Pomar 1 SHTV 4 - Raadsheer-Corbulo 2 za 9 25e SIO Rapidtoernooi (‘s-Gravenzande) do 14 Seniorencompetitie; ronde 10 SHTV 1 - Raadsheer-Corbulo 1 vr 15 - zo 17 10e Haags Weekendtoernooi za 16 [jeugd] Grand Prix 3 (Botwinnik) do 21 Seniorencompetitie; ronde 11 SHTV 3 - Haeghe Ooievaar 1 za 23 [jeugd] Jeugdclubcompetitie cat. D do 28 Seniorencompetitie; ronde 12 za 30 - zo 1 [jeugd] PK AB en PK C finale [t/m zo 1 dec.] December 2013 ma 2 Bobby Fischer/Wassenaar 1 - SHTV 1 Schaakhuis 3 - SHTV 4 do 5 Seniorencompetitie; ronde 13 zo 8 [jeugd] PK meisjes do 12 Seniorencompetitie; ronde 14 SHTV 2 - Schaakhuis 2 za 14 [jeugd] KNSB Jeugdclubcompetitie cat. ACD; 4e ronde do 19 Oliebollentoernooi za 21 - zo 22 [jeugd] Grand Slam
Kopieerservice bij KONTRAST als goed in meervoud moet KONTRAST Tanthofdreef 7 te Delft Tel. (015) 2618823