TWEEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT voor science fiction, fantastiek, horror en sf-film. N° 5. Maart 1977 March 1977
Coverillo : Peter Pauwels.
RIGEL Tijdschrift voor science fiction fantastiek, horror en sf-film. Verschijnt vijf maal per jaar. Verantwoordelijke uitgever: Guido Eekhaut Leon Colinslaan 4 bus 7 B-3000 Leuven België / Belgium. Redactie en administratie: Guido Eekhaut. Lay-out: Daniel Corti. Secretariaat en technische verzorging: Josiane Cortoos. Prijs per nummer: 25 Fr. Nederland: Fl 2. Abonnement: 120 Fr. Nederland: Fl 9. Te betalen op rekening 230-0040746-26 Van de Generale Bankmaatschappij, Vital Decosterstraat 42, 3000 Leuven, ten name van Guido Eekhaut en met de vermelding: "Abonnement Rigel". Voor Nederland: per internationaal postmandaat op naam van G. Eekhaut. Het Copyright behoort aan de auteurs, tenzij anders vermeld. Elke auteur is verantwoordelijk voor zijn ingezonden materiaal. De mening hierin naar voren gebracht is niet noodzakelijk deze van de redactie. BELANGRIJK! Indien het hieronderstaande vakje zwart is gemaakt, vervalt Uw Abonnement. Zo U Rigel nog wenst te ontvangen, gelieve dan zo snel mogelijk 120 Fr. te storten op onze rekening. Dank U.
pag. 1
EERSTE JAARGANG. Een sumier overzicht van de Franstalige fantastische strip-August Leunis. Aanbiedingen van Spectrum Nieuw bij Luitingh Zielloos - August Leunis Poëzie van Yves Vandezande "De Foundation" van Isaac Asimov Recensies De Engelse apokalypsroman - Guido Eekhaut 1976 in the pocket-shop - Robert Smets De schepping - Michel Bonner Recensies (vervolg) Een glaasje Madeira,my dear? - J.C. Raasveld Horror House. Recensies van E.C.Bertin editoriaal
2. 8. 9. 10. 14. 15. 16. 21. 25. 28. 29. 33. 37. 39.
pag. 2 Een sumier overzicht van de
August
FRANSTALIGE FANTASTISCHE STRIPS
Leunis
Wanneer we het over franstalige fantastische strips hebben, valt dadelijk op dat er oneindig veel reeksen zijn. Wat zijn die fransen en francophonen toch verwende, gelukkige mensen!
Editions le Livre de poche n° 4055. Barbarella, door Jean-claude Forest n° 4056. Barbarella et les colères de mange-minutes, eveneens door Jean-Claude Forest. Mooi getekende esssfstrip in zwart en wit van aller bekende Barbarella. Pocketuitgave. 182 pagina's. Editions Aredit Deze uitgeverij brengt ongelooflijk veel strips in pocketformaat op de markt. Is zowat de Belgische Classics Lektuur. 1) Atome Kid: pure essefverhalen. Met soms een proza-verhaaltje (auteur?). 130 pagina's, tweemaandelijks, 16 Fr. 2) Nick Jolly: de vliegende wreker van het onrecht. Hij beleeft met zijn ijzeren, vliegend paard allerlei fantastische avonturen. Maandelijks, 98 pagina's, 16 Fr. 3) Meteor: hard science fiction, met de nadruk op science. 390 pagina's. 40 Fr. 4) Sideral: de meest uitgebreide reeks. Maandelijks, ongeveer 195 blz., 30 Fr. Brengt romans van J.G.Vendel en V.Statten, verschenen bij Fleuve Noir: in beeld. Soms mooie, soms mislukte en ingewikkelde verhalen, waarin de Science de hoofdrol speelt. Enkele titels: - La satellite artificiel (1973) - Attentat cosmique (1973) - Agonie des civilisés (1953) - La Martien vengeur (1953) - Fuite dans l'inconnu (1954) - Pirate de la science (1953) 5) Etranges aventures: driemaandelijks, 35 Fr, ongeveer 160 pagina's. Essefverhalen, meer fantasy gericht. 6) Aventures fiction: driemaandelijks, ongeveer 160 blz, 35 Fr. Ongewone strips, in de stijl van onze Supermannen, vier verdedigers, Spinneman, Thor, Batman, etc. Superheldenstrips dus. 7) Vengeur: 160 blz, 35 Fr. Superheldenstrip. De Wreker. Met enkele verrassende mooie strips.
pag. 3 8) Flash: 20 Fr. Gekleurd, tweemaandelijks, superheldenstrip. Editions S.E.P.P. Fantastik: maandelijks, 25 Fr, 130 pagina's. Space-opera en sw. & so. verhalen.
Moebius. Elisa Presse Horror: 130 blz, 40 Fr, driemaandelijks. Levende doden zonder enige verklaring - griezel om de griezel. Nietszeggende strip. Editions LUG 1) Futura: maandelijks, 20 Fr, 130 pag. Naieve en infantiele essefstrip. 2) Strange: maandelijks, 40 Fr. 90 blz, gekleurd, superheldenstrip. Editions de l'Occident 1) Espace: mooi space-opera verhaal. Tweemaandelijks, 98 pag., 18 Fr. 2) Astrella: 25 Fr, 130 pag. Spannend en ontroerend liefdesverhaal in een sprookjeswereld.
pag. 4 Editions Aventures at Voyages 1) Akim: de aap-mens, Tarzanachtig. Tweemaandelijks, 20 Fr, 130 pag. Idem voor: 2) Ytace: maandelijks, 20 Fr, 130 pag. Editions Jeunesses at Vacances 1) Atoll: 130 pag, driemaandelijks. 30 Fr, essefverhalen, witzwart. 2) Archie: iedereen kent wel Archie, de ijzersn robot, hulpje van Ted en Ken. 130 blz, 30 Fr, driemaandelijks. 3) Kali: maandelijks, 20 Fr, 98 blz. Kali, de zoon van de jungle. Een Tarzanachtige figuur met dito verhalen. 4) Perry Rhodan: de ene pagina wit-blauw, de andere gekleurd. Mooie essefstrip van onze heelalheld. Met een verhaal in feuilletonvorm van Yves Dermèze. Maandelijks, 30 Fr, 82 blz.
De reeks "Histoires Fantastiques", editeur Dargaud. Groot formaat. 74 blz, 195 Fr. Niet te veel voor strips van zulk niveau en kwantiteit leesvoer. Is wel de prachtigste stripreeks. (Wordt in België uitgegeven door Lombard, red.) 1) Delirius, van Lob/Druillet. (*) Ph. Druillet, ik durf hem met gerust geweten naar voren brengen als de allerbeste striptekenaar. Dit is pas klasse. Zijn imposante beelden/machines/torens/tempels, zijn fantastische techniek, zijn monsters, zijn profieltekeningen, zijn in de diepte uitgewerkte tekeningen, zijn reliëf, alles maakt hem tot n° 1. Elke tekening is een lust voor het oog, een miniatuurschilderij, een waar kunstwerk. 2) Urm, le fou, Ph. Druillet. Hiervoor geldt het vorige. Misschien hier nog meer. 3) Orion, le leveur des planètes, Moliterni/Gigi. Dit is al van heel wat mindere kwaliteit. Het verhaal is van een bedenkelijk laag gehalte. Hetzelfde kan gezegd worden van de naieve tekeningen. 4) O.V.N.I. Dimension autre, J.Lob et R.Gigi. Geïllustreerde (met verhalen en waar gebeurde feiten) verslagen over Ufo's. Redelijk. 5) Les dossiers du fantastique. Acht horrorverhaaltjes. Onduidelijke, donkere tekeningen. 6) Clodomir Free, Arnothy at Gousse. Geforceerd humoristisch SF verhaal met afschuwelijke tekeningen. (*) Van Druillet verschenen nog anders albums bij Dargaud, o.a. "Les six voyages de Lone Sloane". "Les premieres aventures de Lone Sloane" verscheen bij Ed. du Terrain Vague. (red.)
pag. 5
pag. 6 7) La croisiere des Oublies, Christin/Bilal. Ongelooflijk, als je het niet gezien hebt, ongelooflijk slechte en lelijke tekeningen, onnatuurlijke personages. Een stad wordt in de lucht opgeheven en maakt een luchtreis. 8) Joseph Le Borgne, Fred et Alexis Tijdmachineverhaal. Tekeningen: gaat nogal. 9) Le demon des glaces, Tardi. Wit-zwart. Afgrijselijk, lelijk getekend. Zeegriezelverhaaltjes. 10) Hypocrite, J.C.forest. Een sprookje voor kinderen. 11) Les Voyages insolites de Pemberton, Sirius. Idem. Philippe Druillet steekt dus duidelijk boven allen uit. Druillet die in een erg persoonlijke stijl tekent, verzorgt ook de omslagen van sommige romans bij de Ed. Opta.
Publicness, Franse uitgaven van de Warren Publ.Co. 1) Vampirella. Met brievenrubriek, griezelstrips (mooie), met echt levende mensen, filmnieuwsjes en enkele pagina's gekleurde strips. Ong. 80 blz, 80 Fr. Maandelijks. 2) Eerie. Maandelijks. 60 Fr., ong. 60 blz. Wit-zwarte horrorstrips van goede kwaliteit. 3) Creepy. Maandelijks. Ong. 70 blz, 70 fr. Wit-zwarte horrorstrips. Idem als voor het vorige. Met filmnieuws en foto's en brievenrubriek van lezers.
Publ. Sagedition Tarzan (E.R.Burrhoughs) Franse strip. Gekleurd en wit-zwart. De deeltjes zijn omvangrijker dan de nederlandse (van Classics Lektuur). Tweemaandelijks, 30 Fr., 65 blz.
EN DAN HET NEUSJE VAN DE ZALM... Metal Hurlant (Les humanoides associés) Tweemaandelijks tijdschrift. 85 Fr., ong. 80 blz. Werkelijk alles vindt je hierin terug: - wit-zwarte en gekleurde strips van Druillet, Moebius (die op een erg bizarre en bevreemdende manier tekent), Lob, Tardi, Corben,· e.a. - recensies en aankondigingen van sf-boeken - popnieuws. ABSOLUUT AANBEVOLEN.
pag. 7 N.B. Dit kort overzicht heeft natuurlijk niet de bedoeling volledig te zijn. Het is slechts aan korte handleiding/beschrijving van de nrs. die de bespreker in zijn bezit heeft.
pag. 8 Aanbiedingen van Spectrum ========================= R.A.Lafferty - "Niet Pluis". Prisma 1664; 1975. 206 blz. Oorspr."Strange Doings" (1972), vertaling: A.Kindt-Van Ewijck en G.Suurmeijer. Een mooie verzameling verhalen van de "krankzinnige" verteller Lafferty. Ze dateren allen uit de periode 1961-1971. "De bovennatuurlijke tijgers", "Wordt vervolgd op de volgende steen", en enkele andere verhalen zijn bekend genoeg. Zoals altijd kan alleen maar het onverwachte gebeuren bij Lafferty. Absoluut aanbevolen. R.A.Lafferty - "Heeft iemand hier nog iets aan toe te voegen?". Prisma 1727, 1976. 158 blz. Oorspr.: "Does anyone else have something further to add?" Zelfde opmerkingen als hierboven. Lafferty wordt steeds krankzinniger, en je vraagt je af wanneer hij eens ernstig is. "Over een geheime krokodil" is een verhaaltje over de onderdrukking van het individu. In "De knarsende scharnieren van de Wereld" draaien stukken van de Aarde rond op scharnieren en kan er een identieke streek voor in de plaats komen, alhoewel toch niet zó identiek... "Noch kalksteeneilanden": op een grappige manier wordt de draak gestoken mee het sceptische ongeloof in alles wat ongewoon en ongelooflijk is. Ray Bradbury - "De kronieken van Mars". Prisma 1657, 1974. Herdruk van pocket uit 1964 (Prisma 940). Oorspronkelijk: "The Martian Chronicles". Bradbury's beroemde verzameling, in een herdruk, met drie verhalen extra. John Wyndham - "Chocky". Prisma 1689, 1975. Tweede druk. Oorspronkelijk: "Chocky", vertaling: C.M.Botje-Zoetmulder. 159 blz. Eén van Wyndham's slechtste romans, waarin een jongetje in telepatisch contact staat met een buitenaardse ruimteverkenner. Klassiek-afgezaagde situaties met ongelovige ouders, psychologen en misdadigers. Bij wijze van zwanezang (verschenen in 1968, een jaar voor Wyndham's dood) een mislukking. Ursula K. Leguin - "Het woord voor wereld is woud". Prisma 1688, 1975. 164 blz, oorspronkelijk: "The word for world is forest" (1972); "Nine lives" (1969) & "The end" (1970). In de titelnovelle, die het grootste deel van het boek in beslag neemt, ontginnen kolonisten van de Aarde de weelderige bossen van de planeet Nieuw Tahiti. Maar plots barst het geweld los: een groepje inboorlingen - kleine groene en vredelievende humanoïden - moorden een houthakkerskamp uit en een uitbreiding van het conflict lijkt onafwendbaar. Een thema dat al eens meer gebruikt werd, maar door Leguin tot een nieuwe dimensie werd herschreven; subtiel en dromerig, maar niet altijd even vlot en spannend. Twee kortere verhalen, "Negen Levens" (over een tiendelige kloon en hun gevoelens) en "Het Einde", ronden het geheel af.
pag. 9 Guy de Maupassant - "Fantastische verhalen". Prisma 1726, 1976. 153 blz, vertaling: Lucie Haring en Rob Geuljans. Interessante reeks verhalen van deze franse schrijver die in 1850 geboren werd. De Maupassant leerde schrijven als "leerling" van Flaubert. Hij wer kte aan twee ministeries, en was veel gezien , zowel in bureaucratische kringen als in literaire. Hij schreef diverse romans ("Boule de Suif" , 1880; "Une vie", 1883; "Pierre et Jean", 1888) maar is vooral bekend vanwege zijn kortere werk, dat o.a. gebundeld werd in: "La maison Tellier" (1881); "Mademoiselle Fifi" (1883) en "Contes de la bécasse" (1883). Tegen het einde van zijn leven was hij ziekelijk en verslaafd aan drugs. Rond die periode (1881-1890) schreef hij de verhalen in deze bundel en er is duidelijk een verwantschap tussen zijn geesteswerken en zijn ziekte. G.Eekhaut § § § § § § § § § § § NIEUW BIJ LUITINGH! "De Speekselboom, acht met de 'Nebula Award' bekroonde SF-verhalen, verzameld door Damon Knight". Luitingh, Laren N.H., 1975. 239 blz. Vertaling: Marjan J.J.Oleff. Oorspronkelijke titel: "Nebula Award Stories" (1966). Voor het merendeel verhalen die al elders in vertaling te vinden zijn: "De poorten van zijn aanschijn, de toortsen van zijn muil" van Roger Zelazny (ook in de bundel "Een roos voor de prediker" bij Spectrum) is het verhaal van een walvisjager, maar dan met het verschil dat het zich op Venus afspeelt en het niet helemaal om een walvis gaat. "Ecologisch Evenwicht" van James H. Schmitz (in "Alfa 1" van Meulenhoff): een prachtig stukje fantasy eerder dan SF. "Met computers valt niet te praten" van Gordon R. Dickson (in 1969 in "SF-verhalen" bij Spectrum), of wat er kan gebeuren als je een misverstand krijgt met een boekenclub die een computer heeft. "Dobberen in de hel" van Larry Niven (ook in "SFverhalen"): een verkenningsschip op Venus, buitentemperatuur meer dan zeshonderd graden, en één van de twee bemanningsleden is een half mens, half machine, die als computer optreedt voor het schip. En dan loopt er natuurlijk wat mis. "De verdronken reus" van J.G.Ballard is het meest aangrijpende verhaal van de bundel; sober maar doeltreffend. Nieuwe verhalen zijn: "Boet, harlekijn, zei de tiktakman" van Harlan Ellison, "De vormer" van Zelazny en de lange novelle "De speekselboom" van Brian Aldiss. Heb je de vroegere uitgaven niet dan is het wel de moeite waard deze bundel aan te kopen, anders..! Aanbevolen in elk geval. R.Delbeke.
pag. 10
Ooit heb je een naam gehad. Dat weet je nog. Je bent slechts een nummer, dat dode machines bedient. Terwijl de electronische zoemzoemer die het einde van de dagtaak aankondigt, door je gepeinigd hoofd trilt, probeer je, nummer 20032, je te herinneren wat je je wil herinneren ... net als alle andere nummers. Degenen, die een uitdrukking op hun gezicht tonen, degenen, die van de normen afwijken, moeten sterven. Wat vind je beter: zulk 'n leven, of de dood? De gedachte blijft je bij: wie ben je? Wat is je naam? Je bent machinewerker tweede klas. Nummer 20032. Dat weet je. Dat is ook alles wat je weet. Volledige onverschilligheid. Niemand let op je, of zegt iets.Je doet de hele dag het enige, wat je kunt: de machine bedienen.Je leeft niet echt. Je bestaat slechts. Je bent slechts een nummer, één onder de zovelen. De electronische zoem geeft het sein voor de lunchpauze aan. Samen met de andere nummers, die star voor zich uitkijken, marmarsjeer je naar de enorme refter, waar andere nummers stinkende kommen pap uitdelen. Je giet de smurrie langzaam door je keel. Je vindt het wansmakelijk voedsel. Maar je weet dat je niets anders kunt dan het te eten. Het is het enige, wat je vandaag voorgeschoteld krijgt. Naast je zit een ander nummer, die de pap niet door zijn keel krijgt. Op zijn inspectietocht bemerkt de robotwacht dat je gebuur blijkbaar amok wil maken. In dit tussenstadium is nog veel toegelaten. De opgekropte en gefrusgefrusopstantreerde gevoelens in je gebuurs brein weerspiegelen in je opstan dig hoofd. Maar je blijdt uitdrukkingsloos naar je pap staren. Je wil heelhuids deze dag beëindigen. Overlast aan zinloze hulp of raadgevingen wil je niet. Je laat hem schelden. De robotbewaker installeert zich achter je gebuur. Korte, gegeschrokken blikken van de andere nummers. In het grauwe gebouw stinkt het naar de met zweet doorlopen grijze uniformen van de zielloze nummers. "Ik ben het zat", roept je gebuur uit. Hij werpt de kom met de vuile brij op het onverschillig hoofd van de robot. Hij springt op en wil wegrennen. "Ik heet Edmond, Edmond..." schreeuwt hij triomfantelijk uit. "Ik herinner het me. Edmond, ja Edmond. Ik heet niet nummer 16293. Neen. Edmond." Hij loopt met de armen in de lucht. De robot haalt hem in. Vlug. "Laat me met rust, machinaal monster", brult nummer 16293. Je kijkt ontzet toe.
pag. 11 Hij valt en krabbelt terug overeind. De andere robots vertragen dreigend hun pas, en sluiten hem langzaam in. Geconcentreerde energiebundels schieten weg uit hun lege ogen, en treffen hem. Hij zakt neer op de koude vloer. Je eet verder. Het gaat je geen snars aan. Net als alle andere nummers. Je wil blijven leven. Al is het een rotleven. De gevoelloze robots grijpen nummer 16293 vast en tillen hem op. Hij schreeuwt.Gilt.Brult.Roept. Weent. Slaat machteloos op de koude robotlichamen, die hem naar de enorme ovenmond voeren. "Neen; ik wil niet...laat me leven ...ik wil niet branden..." Meedogenloos stoppen de robots hem in de reusachtige muil van de oven, en wakkeren het vuur aan. Centimeter voor centimeter schuischuiven ze het opstandige lichaam van nummer 16293 verder de oven in. Je hoort het knetteren van het vuur. Je ingewanden krampen samen. De blubberige massa vlees, van wat eens nummer 16293 was, ververschroeit en brandt. Een laatste kreet. Nummer 16293 brandt. Hij zal dienen als voedsel voor jou en de andere nummers. Je eet mensenvlees en je weet het. Maar het kan je niets schelen. Je wil immers overleven. Zolang mogelijk. Als je maar eten krijgt, het heeft geen belang wat... Je versplinterde identiteit luistert naar de hoofdrobot: "Weer een mens heeft zich tegen zijn meesters gekeerd. Weer een mens geheeft hiervoor moeten boeten. Deze bizarre handelswijze heeft ge leid naar zijn dood. En naar meer voedsel voor jullie. Zijn daad druist in tegen de gecoördineerde wetten van onze robotheerser. Als jullie intact willen blijven, gehoorzaam dan. Bedient de machines zonder er bij na te denken. Jullie mogen niet nadenken. Jullie zijn nummers. Slechts nummers." Na de smakelijke maaltijd keer je samen met de andere nummers van je sector terug naar de machinehal, waar je knoppen en handles moet bedienen van machines, die wapens fabriceren voor je meester, de robots. Je verricht automatisch je arbeid. Naast je staat en werkt een oude man met een melancholische blik in zijn grijze ogen. "Nummer 20032, ik voel me misselijk. Mijn hoofd draait. Ik..." duEen robot komt aangerend. "Nummer 18971, jij komt mee naar de du plicatieruimte. Tijdens de arbeid is spreken verboden." De duplicatieruimte, je weet het, is een verschrikkelijk iets. Daar nemen ze de laatste resten intellect van je weg, zodat je een zielloos mechanisme wordt. Jij kunt nog denken. Je begint je af te vragen of het altijd zo geweest is. 's Avonds stap je door de gebouwencomplexen met de anders nummers. De koepelstad van blinkend metaal en reflecterend glas selectioselectioneert de beste werkkrachten die een bad toegewezen krijgen. Jij bent er één van. De proportie van een nacht zonder dromen boort zich spits in de grijze lucht, en als een gevaarlijke monoliet nachtrantopent zich een brandend gat in de hemel, wanneer je je nachtrant soen ontvangt. Het bestaat uit een pil. Je weet dat deze pil je ondertot automatische onderdanigheid leidt, tot je een volledig onder worpen, slaafs nummerwezen bent. Maar de drug is verplicht. Je
pag. 12 kunt er niet aan ontsnappen. Je kamergenoten kleden zich zwijgend uit, en leggen zich neer in hun smal bed. Je aanpassing is niet meer vrijwillig. Je wil niet willemeer de slaaf zijn van parasiterende robots, die zich naar wille keur van je leven en je wil bedienen. Lokkend zijn de primitieve impulsen van opstand. Maar je vreest voor je leven. Je weet dat je laf bent. Je slaapt. In je slaap plaatsen de recorderopnamen van de robots een hypnotisch blok in je vermoeide hersenen. Je wordt geïndocgeïndoctrineerd. "Je bent een nummer. EEN NUMMER. Je bent machinewerker tweede klas. EEN MACHINEWERKER. Een nummer. De enige waardige wezens zijn je meesters. Je bent hen gehoorzaamheid verschuldigd. Door hen geleef je, nummer. Door hen ben je een levend nummer. Je bent ge lukkig, gelukkig, GELUKKIG, een gelukkig nummer. Je leeft, nummer." De gong weerklinkt. Gestommel in de stinkende slaapzaal, waar onongedierte rondkruipt. Weer een nieuwe dag. Je kleedt je aan. Je voelt je uitgerust. Je bent terug fit. Je moet vlug aanvangen met je arbeid. Je Moet je meesters eren. De zielloze nummers marsjeren zwijgend door de reusachtige hal, waar energiespoelen aan de wand lustig knetteren, en de koepelstad van stroom voorzien. Elke stad is onafhankelijk van de andere. Overal zijn echter je meesters. inJe deponeert je tweede nummerblaadje in de grote bak naast de in gang. Je nummer wordt opgehangen,en vanavond krijg je het terug. De rommel aan je machine ruim je zelf op. De overbodige ballast aan papiercoördinaten van de vorige werkdag overhandig je aan de machinewerker eerste klas, die het in een verzamelcircuit stopt. Dan vangt je monotone arbeid aan. Je zult vandaag weer zestien uur werken. Zestien uur knoppen induwen, handles overhalen, de machines voeden. Net zoals gisteren, en eergisteren, en verleden week, en verleden maand, en verleden jaar, en... De machine braakt gegevens uit, en vervaardigt laserpistolen, die aan de achterzijde door een machinewerker vierde klas worden geklasseerd. Je proproeenbeert je te herinneren. Je handen verrichten automatisch de een tonige arbeid. Maar je gedachten vertoeven elders. Je herinnert je. Eindelijk. "Robotologie? Lucien, de electronische circuits van robotserie Small vertonen symptomen van overbelasting en rebellie. Kun je daaraan iets verhelpen?" "Ik weet het niet, baas. Waaraan ligt zoiets? Misschien zullen de fouten in hun positronisch brein zich manifesteren in een opstand tegen hun scheppers." "Overal hoor je hardnekkige geruchten als zouden robots in het zuidelijk deel van Eurazië een commune uitgemoord hebben. Is de oude angstdroom van de mensheid eindelijk een feit?" "Loop niet te vlug van stapel, mijnheer. Waarschijnlijk berusten die geruchten niet op waarheid. Ik zal zien wat ik er kan aan doen.
pag. 13 "Schat", zegt je lieftallige vrouw Brigitte, wanneer ze je gekust heeft, "de transdimtransdim -TV heeft het over opstanden van robots in gegeheel CentraalCentraal- en ZuidZuid-Eurazië, en in Amerika. Het is jouw branche. Zou het waar zijn?" "Ik heb het ook vernomen. Maar we zullen ze wel vlug in het gareel spannen. Wees maar niet ongerust." Je streelt haar haarlokken. Mieke, je schattig dochtertje, komt op je schoot zitten, en je ververtelt haar een leuk verhaaltje. Brigitte. Mieke. Lucien. Je naam is Lucien. Je bent geen nummer. Je stopt met je arbeid. Deze herinnering, waarop je zolang gewacht hebt, doet vreselijk aan. De afschuwelijke waarheid staat je klaar voor de geest. Je leefde. Toen. Echt. Nu leef je niet meer echt. Je bent nu slechts een nummer. Maar dat wil je niet. Je wil terug naar Brigitte, bij Mieke zijn. Je verlangt terug echt te leven, je vrouw, je dochtertje te beminnen, geld te verdienen, carrière te maken, gelukkig en gezond te zijn, met voedsel en drank op tijd. Maar je bent hier gevangen. "Nummer 20032, werk verder." De barse stem van de robotopzichter. "Stuk metaal, je kunt ontploffen", vaar je uit. Je springt recht, duwt het stalen gevaarte achteruit, en je loopt naar de uitgang. Tenminste, dat is je bedoeling. Maar dat wordt je verhinderd door de reusachtige metalen wacht, die je tussen zijn enorme, stalen grijparmen plooit. "Mijn naam is Lucien...ik ben aan mens...laat me los...ik wil vrij zijn...ik wil in de open lucht...Lucien...geen nummer..." Je gilt waanzinnig. Robots grijpen je vast, en sleuren je naar de hete oven. "Neen...monsters...jullie hebben het recht niet..." Je stribbelt tegen. Zij zijn te sterk. Jij bent zwak. Erg zwak. Je voelt de naderende hitte. De afschuwelijke realiteit dringt langlangzaam tot je door. Je brein is beneveld. Ze gaan je in de oven werwerpen. Je brult. "Rotbeesten...jullie zullen de macht nooit behouden ...jullie overheersing zal van erg korte duur zijn...reeds vele nummers herinneren zich..." Maar daar ben jij nu weinig mee geholpen. De grote vuurtongen likken aan je tenen. Pijn. Hevige pijn. Je schreeuwt het uit. VerVerder gaan de gretige vlammen. Je voeten branden, Je benen. Ze stopstoppen je er nu helemaal in. Langzaam. Sadistisch. Je ruikt je eigen geschroeid vlees. Vreselijk. Geleidelijk verzwinden de herinneringen, en je weet dat je gaat sterven. De vlammen slaan overal uit en verslinden je verzwakt lichaam. Je vingers tasten wanhopig naar de opening van de snuit van de oven. Maar je staat helemaal in brand. De rook om je heen. Monsterachtig. Je stikt. Vreselijke pijn. Je gaat eraan. Ja gilt. Je snikt. Je brengt doffe geluiden voort. Je sterft. Nu zul jij heerals voedsel voor de andere nummers dienen. Is het dan niet heer lijk je vlees te geven aan je hongerige naasten, nummer 20032?
pag. 14
RIGEL 5.
POEZIE ... YVES VANDEZANDE. § § § § § § § § §§ § § § § §§ § §§ § § § § § § § §§ Holy the man -----------born out of the sunbeams and the ocean's blue torn apart by galaxies and winter shades of you crushed under stones storms, strings and things beaten by so many loved by so few flipped from the inside the outside knows the pain though to pretend the madness is to take his life away in a stream of woven hands when children play the game the hollow holy man stands naked on the drain and from his legs the autumn drips forgotten out of his vains to watch him standing firm on air holy the man is sane
Youngblood & the fire excape --------------------------floating, always floating the rare circle of dreams is closing, always closing somehow a dark everlasting tree escapes waits outside the fire while the cold water streams the circle comes out again and forms a new bigger barricade dreaming, always dreaming youngblood's visions of a new earth not a yellow one, like this one but made of steel & concrete with the colour of green turning, always turning shimmering dreams of virgins & slaves dancing on the edge of the circle forgetting, never forgetting
© 1975 Tiny pieces missing from my mind -----------------------------—this room once so full of coloured mirrors now death is all around the vulture has been there long before the sky opened with innocent light how can I ever understand moving life when the sun comes slowly to the point how can I rest my head on shoulders with the tiny pieces missing from my mind warm metal visions come from the unknown I can see them in foolish gold the proud words of the water mortals sound like something as atomic gold will I ever know the meaning of true love when my eye refuses to see can I ever be sure of real life when the world refuses to see me
© 1971
RIGEL 5.
pag. 15 somewhere a voice calls blue amber across the sky it's written I even feel it myself in a dream and walk the road to the autumn sun and walk the road to the autumn sun . . . © 1973 % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % %
Isaac Asimov - "De Foundation" (Bruna sf 56, 1976. 205 pp. vertaling: Jack Kröner, cover: Victor Linford). - "De Foundation en het Imperium" (Bruna sf 57, 1976. 222 pp., vertaling & cover: idem). - "De tweede Foundation" (Bruna sf 58, 1976. 216 pp., vertaling & cover: idem). bespreker: Daniel Corti. Het eerste deel van Asimov's Foundation-trilogie, "Foundation", verscheen als serial in Astounding Science Fiction van mei 1942. Andere onderdelen volgden: "Bridle and Saddle" (ASF, juni '42), "The big and the little" (ASF, AUG.'44), "Dead hand" (ASF, april '45), "The Mule" (ASF, nov.-dec. '45), enzovoort. Het verscheen in boekvorm bij Gnome Press in 1951. In 1952 volgde het tweede deel, "Foundation and Empire" (Gnome Press) en in 1953 het derde, "Second Foundation" (Gnome Press). In het Nederlands verschenen de drie delen samen reeds eerder, als "Foundation Trilogie", bij Bruna in 1970 (hardcover). De vertaling was dezelfde. Groots opgevat: we vinden er het Grote Galactische Rijk, zo dierbaar bij Asimov, dat nog terugkomt in andere boeken ("Pebble in the Sky", waar er een verwijzing is naar Trantor, en "The Stars like Dust"). De psychohistoricus Hari Seldon voorspelt echter dat het Rijk niet lang meer zal bestaan, en besluit tot het oprichten van een Foundation, een wetenschappelijk georienteerde samenleving, op de planeet Terminus. Deze zal, in de jaren van barbarendom die na het Galactisch Rijk komen, de wetenschap en kultuur moeten bewaren. Maar er is een tweede Foundation, want de eerste is nooit bedoeld geweest om te overleven. Wat er gebeurt na de aftakeling van het Galactisch Imperium is het onderwerp van deze trilogie, en de quest op zoek naar de tweede foundation is het slot ervan. Nog altijd heeft deze cyclus weinig van zijn kracht verloren, en weet te boeien. Asimov op zijn best, en aan te raden voor lezers die van degelijke sf houden en afkerig staan van New Wave. Ook voor de jeugd een goede inleiding tot het verschijnsel sf, alhoewel niet zo representatief voor modernere stromingen.
pag. 16
RIGEL 5.
RECENSIES §§§§§§§§§ De Huizen van Iszm & De Vijf Gouden Banden - Jack Vance. Meulenhoff SF 104, 243 blz, 172 Fr, 1976. Oorspronkelijk: "The houses of Iszm" (Startling Stories 1954) & "The five gold bands" (Startling Stories 1950). Vertaling: Ivain Rodriguez de León. Geniale cover van Chris Foss. Trullion: Sterrenwereld 2262 - Jack Vance. Scala SF 16, 267 blz, 255 Fr. Oorspr.: "Trullion, Alastor 2262" (1973). Vert.: Pon Ruiter. Jack Vance blijkt een der bestverkopende auteurs van het moment te zijn, want Meulenhoff gaat door werk van hem te vertalen, en nu bracht ook Scala twee romans van hem uit. In "Iszm" geraakt de plantkundige Aile Farr nietsvermoedend terecht in een complot van mannen die er op uit zijn wat vrouwelijke huiszaadjes van de huisplant weg te smokkelen naar de Aarde. In "Banden" weet de snuggere Paddy Blackthorn vanuit een netelige positie de hand te leggen op de vijf banden die het grootste geheim van het heelal bevatten, en poogt hij koortsachtig het geheim veilig naar de Aarde te brengen. In beide gevallen gaat het om leuke space opera, met hier en daar een vondst, af en toe wat lichte humor, en wat spanning. Duidelijk werk uit de jaren vijftig. "Trullion" echter, toont duidelijk dat Vance in die twintig jaar best geëvolueerd is: je herkent er Jack Vance nog in, maar sfeer, stijl,plot en uitwerking zijn merkwaardig volwassen in vergelijking met zijn oude werk. Bij het beschrijven van de planeet Trullion besteedt bij bv. veel aandacht aan de sociale opbouw van de maatschappij aldaar, tevens schept hij een hoop personages die menselijker zijn dan in "Iszm", weet hij een plot op te bouwen waar het hem niet zo specifiek gaat om het zgn. Bloedstollende-stoelkluisterende-ademstokkende avontuur. Hij schenkt meer aandacht aan zijn stijl (beeldspraak bv.), wisselt dialogen e.d. af met gedetailleerde beschrijvingen van de hussadewedstrijden (hussade is zowat de nationale sport op Trullion). Bij velen zou een beschrijving van een zelfbedachte sportmanifestatie droog en saai overkomen: slechts weinigen, zoals Vance en Laumer, kunnen in zoiets de interesse vasthouden. Een woordje over de sf-politiek van Scala: ondanks de wel erg hoge prijzen in vgl. met bv. Meulenhoff, zijn de boekjes van deze uitgeverij zo onverzorgd als maar zijn kan: onhandig formaat, geen bronvermelding, op niets slaande flaptekst, slecht presentatie (de bladzijden barsten uit de rug voor je het goed weet!) Beide aangeraden dus, maar "Trullion" in een andere/betere uitgave. Op het einde van een boek laat Vance (zoals in "Trullion") plots de lyriek voor wat ze is, en schrijft een snel en hard einde; in dit geval ook verrassend; sommigen noemen het, ten onrechte vind ik, afgeraffeld. Ik zeg ten onrecht omdat de afloop me in dit geval volledig tevreden stelde en niet vergezocht voorkwam of snel afgehandeld. Andere schrijvers lijden wel aan zo'n euvel. In "The Kraken Wakes" van John Wyndham en in "The Furies" van Keith Roberts wisten de auteurs duide-
RIGEL 5.
pag. 17
lijk niet meer hoe ze het verhaal moesten laten eindigen. Meestal lukt zulks wel, maar daarom is het nog niet volledig geslaagd: in "A Maze of death" van Philip Dick laat de auteur het einde reeds vroeg in het boek doorschemeren door toespelingen en allusies, maar toch komt het wat slapjes over (misschien ook omdat je méér verwacht van een eersterangsauteur als Dick). De romans van Alfred Bester geven me het gevoel dat het laatste hoofdstuk teveel is, enz... Vance heeft dus een uitstekende evolutie doorgemaakt, wat romans betreft althans. Net zoals sommige anderen, als bv. Harry Harrison, John Brunner en Lin Carter kan hij niet al te best uit de voeten in het kortverhaal. Bij anderen is het net omgekeerd, ik denk aan William Tenn, Robert Sheckley, R.A.Lafferty, Harlan Ellison, enz... Slechts weinigen blinken uit op beide gebieden: Philip Dick, Keith Laumer, Michael Moorcock,... Jack Vance blijft in ieder geval nog een der besten in het genre. Frank Roger. Star book of horror nr. 1. (ed. Hugh Lamb). Star books, 1975, 156 pp. 45P. Een verzameling van dertien griezelverhalen. Het grootste gedeelte van deze bundel bestaat uit louter routinewerk en brengt weinig nieuws. Alleen "Untouchable" van Bloch, "Hands" van J.K.Cross en het bekende "Now wakes the sea" van Ballard steken enigszins boven het gemiddelde uit. Een eerder matige bundel. Peter Pauwels. Andromeda 1 (ed. Peter Weston). Futura books, London, 1976, 206 pp., 65 p. Een uitstekende bundel van nieuwe SF. Er zitten pareltjes tussen van Aldiss (een wetenschapsman op zoek naar het geheim van het universum), Coney (de verrassende liefde tussen twee telepaten), Shaw (hoe je een driehoeksverhouding oplost door van lichaam te verwisselen) en Ellison (ogen die alles zien!). Verder goede verhalen van Andrew Stephenson en George Martin. De absolute topper is echter "An Infinite Summer" van Christopher Priest, een erg pakkend en menselijk verhaal over een jongman die in de tijd wordt "vastgevroren". Alle verhalen worden hier voor de eerste maal gepubliceerd en liggen zonder uitzondering boven het gemiddelde. We hopen alleen maar dat Weston erin slaagt het niveau van deze eerste Andromeda, in de volgende delen aan te houden. Een collectie van verhalen van grote klassa. Kopen! Peter Pauwels. Ray Bradbury - "De geillustreerde man". Born SF 67, oktober 1976, 192 pp. Vertaling: René Kieft. Cover: Peter Coene. Oorspr: "The illustrated man". Na "Dark Carnival" (1947) en "The Martian Chronicles" (1950) was "The illustrated man" (1951) Bradbury's derde verhalenbundel. De verhalen dateren tussen 1947 en 1951. Hier werden ze verzameld in een pseudokader, nl. de tatouages of illustraties op het lichaam van de zwerver, die 's nachts gaan leven. Een greep eruit: "Kaleidoscoop" gaat over enkele ruimtevaarders die door een meteoor uit hun schip zijn geslagen en hulpe-
pag. 18
RIGEL 5.
loos rondtollen in de ruimte, wachtend op de dood. "De vlakte" is een psychologische griezel (jaja!) over kinderen die in een automatische kinderkamer (met 3D-beelden op de muren) hun wrede dromen echt doen worden. "De' rollen zijn omgekeerd": een zwak verhaal over de laatste blanken die aankomen op het door zwarten gekoloniseerde Mars. Enz., enz... Zelfs iemand die niet erg veel van Bradbury moet hebben, zal gecharmeerd zijn door deze subtiele verhalen, alhoewel enkelen ervan onder de norm liggen. Guido Eekhaut. Curt Siodmak. - "Het Ultra Oor". Luitingh SF, Laren NH, 1976. "The third Ear". Vertaling: Co de Groot. Deze roman blijkt oorspronkelijk te zijn uitgegeven in het jaar MCMLXXL. Als ik me de Romeinse cijfercode nog goed herinner klopt dat toch niet. Maar dat is nou typisch voor Luitingh. Wordt er eens informatie gegeven dan is ze nog volledig nutteloos. Curt Siodmak herinneren we ons nog van "Donovan's Brein", één der eerste SF-boeken bij Spectrum (Prisma). Met dit werk blijft hij in de wetenschappelijke richting voortploeteren: een neurobioloog ontdekt dat een bepaalde chemische stof bij toediening aan een willekeurig persoon deze toelaat de gedachten van andere mensen te lezen. Klassiek scenario: hooggeplaatste personen en diverse duistere machten interesseren zich ook voor dit middeltje. Het eindigt even klassiek: de geleerde besluit dat de mensheid nog niet rijp is voor zijn uitvinding. Geen opmerkelijk boek dus, verre van.Irriterend is het voortdurend gebruik van wetenschappelijke taal waar de niet-onderlegde lezer weinig aan heeft. Wel goed uitgebalanceerd, en vlotte taal, alhoewel de vertaling iets beter kon. Daniel Corti. Bob Van Laerhoven - "Dit gore geheugen van me". Info, RAJ-publications, Utrecht, 1976. Typische Van Laerhoven-thematiek: science fiction (politic fiction eerder) en actuele maatschappijkritiek, met als achtergrond een toekomstige burgeroorlog in Brazilië. Net zoals "Grijze alliantie", dat eind'75 verscheen. Van Laerhoven is een jongeman (23) en probeert uitsluitend te leven van de pen, iets wat binnen ons taalgebied geen pretje is, alhoewel hij er vertalen en journalistiek bijneemt. Hij heeft al een aantal boeken op zijn actief: "Kip en Vel", "Pluk mij, dappere", "Phobie".., en is één der grootste beloften van onze jonge schrijvers, alhoewel hij nog niet doorgedrongen is tot het grote publiek. Het feit dat zijn publicaties uitgegeven werden door kleinere uitgevers zal daar wel niet vreemd aan zijn. Guido Eekhaut. Brian Aldiss - "Het lichtjarenfeest". Spectrum paperback 20, 1976. 312 pp., 320 Fr. (Fl.19,50). Vertaling: G.Suurmeijer. "Billion Year Spree" (1973). Over de persoonlijke mening van Aldiss zal ik het hier niet hebben. Het geheel leest echter niet altijd zo vlot en de soms te lange en vervelende fragmenten maken het er niet beter op. Persoonlijk verkies ik Sadoul's "Histoire de la science-fiction Moderne", dat echter meer een opeenvolging van synopsissen is, maar in totaliteit ook een beter inzicht geeft in de SF-thematiek.
RIGEL 5.
pag. 19
De uitgever schrijft ergens: "Dit is het eerste boek over dit onderwerp dat duidelijk wetenschappelijk van opzet is. De auteur stelt zich enkele malen nogal kritisch op..." Ik veronderstel dat de meeste SF-fans wel een tiental boeken kunnen opnoemen die even kritisch en wetenschappelijk zijn en vóór Aldiss' werk verschenen. De keuze viel waarschijnlijk op dit boek omdat het niet té gespecialiseerd is en gericht is op een ruim, zelfs niet sf-lezend publiek. In elk geval één van de weinige sf-studies in't Nederlands. En met sf-studies bedoel ik dan niet zo'n prul als dat werkje van F.J.B.Janssens dat bij De Sikkel verscheen. Een initiatief van Spectrum dat alle lof verdient en om navolging vraagt. Guido Eekhaut. Ursula K. Leguin - "Aardzee". Spectrum hardcover, 1976, derde druk. 496 pp., 418 Fr. (Fl.25,50). Vertaling: F.Oomes. Oorspr. : "A Wizzard of Earthsea", "The tombs of Atuan", "The farthest shore" (1968,70,72). Nieuwe uitgave (gebonden) van Leguin's "Earthsea"-trilogie, die eerder bij spectrum was uitgegeven als drie aparte pockets. Sperwer is een magisch begaafde jongen die opgroeit op één der eilanden van Aardzee, waar, de traditie van de fantasyroman volgend, magie de wetenschap vervangt. Al van in zijn prille jeugd toont Sperwer zijn grote aanleg in de toverkunsten, en hij krijgt de kans een volwaardig magiër te worden. Overmoedig begaat hij een fout en misbruikt de hem toevertrouwde geheime kunsten. Daardoor komt het kwaad los in de wereld, gesymboliseerd door het Schaduwbeest; een naamloze, niet-levende creatuur uit het schimmig rijk aan de andere zijde van het leven. Sperwers vlucht ervoor, en daarna zijn jacht op het wezen, zijn het onderwerp van het eerste boek. Vele andere avonturen volgen, en tenslotte zal hij het brengen tot Archimagus; Wijze der Wijzen. Een werk met twee gezichten, deze "Aardzee". Enerzijds natuurlijk een fantasyroman: avontuurlijk, en tevens geschikt voor kinderen. Anderzijds, zoals alle sprookjes zouden moeten zijn, een allegorie: het misbruiken van gevaarlijke kennis leidt tot onkontroleerbaar gevaar. Eigenaardig genoeg moest ik dit boek tweemaal lezen, enkele jaren geleden voor't eerst in pocket, voordat ik er werkelijk in geboeid raakte. Een vlotte en toch plechtige taal, een boeiende stijl, ruime verbeelding en schilderachtige decors: allemaal Leguin, die met dit en andere boeken bewees heel wat richtingen uit te kunnen. G.Eekhaut. "Science fiction verhalen". Spectrum Prisma 1751, derde druk, 1976. Eerder verschenen als Prisma 633 in 1961. Vertaling: C.Buddingh. Een gelukkige herdruk van een lang-uitverkochte verzameling. Vele klassieke sf-verhalen kwamen indertijd in dit boek onder de aandacht van Nederlandstalige lezers. Ray Bradbury's korte stukken "De verkeersweg" en "Caleidoscoop" (beide uit "The illustrated man"); Wyndham's "het wiel" dat ons aan "De getekenden" doet denken, door het gelijklopen van achtergronden; Heinlein's "De lange wacht", over een ruimteman die een opstand voorkomt maar het met zijn leven betaald, en Asimov's "De onsterfelijke poëet", waarin Shakespeare les volgt in onze eeuw. Voor wie in 1961 nog niet aan SF toe was en later het boekje niet meer kon vinden is dit een unieke kans om een verzameling compleet te maken. Voor anderen is het een prettige hernieuwde kennismaking. D.Corti.
pag. 20
RIGEL 5.
LUITINGH SF-VERHALEN. "Waterslag" (sf-verhalen 3) en "Het ding in de rots" (sf-verhalen 4), oorspronkelijk: "World's best sf 1971" verzameld door D.A.Wollheim en Terry Carr. "De macht van de zin", oorspr. "Best sf stories of the year, n° 1", verzameld door Lester del Rey. Een uiterst interessante verzamenling verhalen en novelles, ware het niet dat bijna alle informatie ontbreekt. Niet eens de oorspronkelijke titels werden opgegeven. Hopelijk gaat de redactie van Luitingh daar in de toekomst wat aan doen. Alle verhalen bespreken zou deze recensie te uitgebreid maken. Sommigen lazen we al eerder in vertaling: Lafferty's "Continued on next rock", "Gone are the Lupo" van H.B.Hickey, Niven's "Rammer". Maar de meesten zijn nieuw (nou, ja..) Een greep eruit: "Vogel in de hand" (Niven) is één van die plezierige tijdreiziger-verhalen, waarin Svetz niet tevreden is met een struisvogel en er een roc van wil maken. "Goede tijdingen van het Vaticaan" (Silverberg) is een satire over de verkiezing van de eerste robotpaus. "Waterslag" (Asimov was een tegenvaller tussen de andere voor het merendeel goede stukken. Goulart's "Bekentenissen" toont weer zo'n kolderstukje van hem, halverwege de ironie en de detektive-sf. "De macht van de zin" (Locke) brengt een nieuwe visie op het thema van de overheersing van de mens door een andere intelligente soort. "Weg zijn de Lupo" is één van de meest subtiele en verrassende verhalen in deze drie boeken: kolonisten onderbreken de levenscyclus van de inwoners van de planeet Moomie zonder te begrijpen waar het over gaat, maar na enige aanpassing gaat de evolutie er toch gewoon door. Een andere hoogvlieger is het "klassieke" "Ishmael in love" van Silverberg. Het is één van die weinige verhalen die kop en schouder uitsteken boven de grote massa. Ook zo steekt Ishmael een eind uit boven zijn geliefde (maar dan letterlijk). Die liefde wordt echter niet beantwoord, want Ishmael behoort tot het ras van de Tursiops Truncatus of Flesneusdolfijn en zij is een vrouwelijk lid van het ras Homo Sapiens. Niet alleen vele uurtjes leesgenot, maar werkelijk Literatuur ertussen. De vertalingen van Jan Koesen (de eerste twee bundels) hoeven nog wat bijschaven. Te hoge prijs echter. Daniel Corti. De machtige machines van Chris Foss. 10 oorspronkelijke SF-posters met een introductie van Brian Aldiss. Meulenhoff, Amsterdam, 1976. Prijs: Fl.19,50. Werkelijk een prachtig boek!! Ik ben nu wel een Foss-fan, maar iedereen zal wel onder de indruk zijn van deze tien kleurige, geweldige, en vooral indrukwekkende posters. Dat Foss een voorliefde heeft voor machines wisten we al. Hij is een Brit, geboren in 1946 en studeerde architektuur. Over zijn werk zegt hij: "I paint science fact and not science fiction. My work shows a time that is only one step above life today. I take things happening today and then add on about 150 years." De ongewone stijl heeft hij te danken aan het werken met air-brush en een speciale soort verf. Geen fan zou dit boek mogen missen, zeker niet voor die prijs. Guido Eekhaut. Vervolg Pag. 29...
RIGEL 5.
pag. 21
Werelden die tenondergaan aan droogte, koude, hitte, overstromingen, atoomrampen, plantengroei of aan veranderingen in de mens zelf: allemaal themas die de toekomstroman ons opdringt. John Wyndham was één der belangrijkste schrijvers van wat ik de "apocalyptische roman" zou willen noemen. Hij werd geboren in 1903 in Engeland en begon zijn schrijverscarriere in 1925, maar schreef pas full-time vanaf 1946, o.a. ook onder de schuilnaam John Baynon. Hij overleed in 1969. Naast klassieke essefromans - "Planet Plane" (1935) was er één van - behandelde hij in andere toekomstromans vele mogelijke aspecten van de ondergang van de menselijke samenleving zoals we die nu kennen. "The Midwich Cuckoos" uit 1957 is het meest bekende voorbeeld, vooral omdat het verfilmd werd als "Village of the damned". Het behandelt een klassiek thema: de invasie door buitenaardsen, maar dan op een voor die tijd ongewone manier, en zonder al de technische poespas die daar door vele Amerikaanse SFauteurs wordt bijgehaald. Het dorp Midwich, een typische Engelse plattelandsgemeente, wordt getroffen door een vreemd verschijnsel: iedereen verliest er het bewustzijn, en pas na enige uren wordt alles weer normaal, zonder enige nadelige gevolgen. Blijkbaar althans, want een half jaar later blijkt dat alle vrouwen en meisjes die er niet te oud of te jong voor zijn, zwanger zijn, zelfs al kunnen verscheidenen onder hen die toestand niet verklaren. En wanneer de kinderen geboren worden lijken ze allemaal op elkaar: knap, blond haar en vreemde ogen. En allemaal beschikken ze over dezelfde gave: ze kunnen gewone mensen tot hun willoze slaven maken door hen hun wil op te leggen. Een plaatselijke geleerde interpreteerd dit terecht - als een invasie van een buitenaardse macht, die op deze wijze probeert de controle over de aarde te verkrijgen. Wie deze macht is, en wat haar precieze doelstellingen zijn wordt niet vernoemd en is voor Wyndham van ondergeschikt belang. Belangrijker is het feit zelf, en de oplossing ervoor. Tenslotte zal de geleerde de kinderen vernietigen,maar er zelf ook bij omkomen. Het is niet zo dat Wyndham de kinderen wil vernietigd zien, omdat zij anders zijn dan wij - niemand zou hem van rascisme of zoiets kunnen beschuldigen, maar omdat de mensen oordelen dat zij gevaarlijk zijn voor hun omgeving. In hoeverre dat wel zo is, laat Wyndham in zekere mate over aan het oordeel van de lezer. Nergens gaat hij in op het feit dat de door de kinderen vooropgestelde nieuwe maatschappij beter zou zijn dan de onze. Dat doet hij wel in "The Chrysalids", dat zich in een vrij verre toekomst afspeelt, na een atoomoorlog die de menselijke beschaving heeft teruggebracht tot een bijna feodaals tijdperk, waarin mutanten verwijderd worden naar de duistere Randgebieden. Een jongeman ontdekt in zichzelf en enkele andere kinderen een mogelijkheid tot onderlinge communicatie door middel van telepatie. Ze houden dit geheim, bang als ze zijn om voor mutanten aangezien te worden, maar ze worden toch ontdekt en vluchten. Tenslotte, na heel wat avonturen, bereiken ze een beschaving die opgezet is door mensen die, net als zij, over telepatische gaven beschikken en een hoog peil van intelligentie hebben bereikt. Hier is de mens overgegaan in een nieuw soort wezen, een opvolger van het oude mensenras, en Wyndham laat er niet het minste twijfel over bestaan dat de "oude" mens heeft afgedaan en de samenleving van de "nieuwe" beter is.
pag. 22
RIGEL 5.
Maar laten we niet te ver afdwalen. We hadden het over de apocalyps, en een ander boek, "The Kraken Wakes", is daarom te belangrijk om over het hoofd gezien te worden. Een klassieker werk, dat wel, want de aarde wordt erin overvallen door wezens vanuit de Outer Space, die in de diepten van de zee hun intrek nemen en, net zoals de salamanders van Capek's "Oorlog met de salamanders" proberen het land te veroveren. Maar voor hen komt het einde even onverbiddelijk als voor de kinderen in "The Midwich Cuckoos". Hier is dat einde wel plots en onverwacht, waar het in laatstgenoemd boek logisch wordt voorbereid. Maar voor ze werden overwonnen konden de buitenaardse "invaders" heel wat schade aan het werk van de mens aanbrengen. Het einde was dichtbij... "The day of the Triffids" tenslotte (eveneens verfilmd) tekent het einde tengevolge van een meteorenzwerm waardoor iedereen die ernaar keek, blind is geworden. Ware dat nog niet genoeg, dan zijn er nog de Triffids, een recent ontdekte plantensoort die in staat is zich voort te bewegen op drie korte pootjes (vandaar hun naam), en over een giftige angel beschikt. Daarmee doden ze in de eerste dagen van de bijna algemene blindheid vele mensen, maar een aantal, waaronder enkelen die nog kunnen zien, vormen nieuwe gemeenschappen, om zo de geschiedenis van de mens voort te zetten. Maar Wyndham laat een open einde: overleven de gemeenschappen het tenslotte? En beloven zij werkelijk een menswaardig bestaan voor de toekomst? Wyndham bleef niet zonder navolgers en zijn boeken werden een voorbeeld voor anderen. Neem "The twilight of Briareus" van Richard Cowper: wanneer 130 lichtjaar van de aarde de ster Briareus Delta explodeert, voorspellen de geleerden weinig goeds. Stormen en vloedgolven zijn slechts de voorboden van grotere klimatologische veranderingen. Langzaamaan wordt het klimaat kouder en, net als in John Christopher's "The world in Winter", breekt een nieuwe ijstijd aan. Maar andere gevolgen blijken nog veel erger: de straling van de explosie veroorzaakt algemene steriliteit. Tevens ontdekt men een vreemde mutatie bij een aantal mannen van rond de dertig en meisjes van zestien jaar. Zij kunnen een hoge mate van geestelijk contact met elkaar bekomen, en blijken de enige vruchtbare mensen te zijn. Een ware mensenjacht wordt ontketend naar deze zogenaamde Zeta's, op wie proeven worden gedaan, en die kunstmatig bevrucht worden. Maar het heeft geen zin, geen van de babies wordt ouder dan zes maanden, en vele moeders sterven tengevolge van het experiment. De Zeta's die konden ontkomen leven ondergedoken. Onder hen Calvin Johnson, een leraar, wiens verslag dit boek is. Ook hij is een Zeta, maar toch is hij anders, en hij zal een belangrijke sleutel tot de toekomst van het mensenras blijken te zijn. De lijst van ecologische rampen is oneindig. De ook buiten de SF bekende auteur James G. Ballard beschreef er vier in evenveel romans: "The Burning World" (1964), "The wind from nowhere" (1962), "The drowned world" (1962) en "The crystal world" (1966). Beweren dat Ballard een navolger van Wyndham zou zijn is echter vergezocht. Waar Wyndham's belangstelling uitgaat naar de manier waarop mensen een apocalyps proberen te overleven (en niet er een oplossing voor te vinden), is het er bij Ballard om te doen hoe de hoofdpersonen de ramp ondergaan. En ik gebruik het woord "ondergaan" heel bedachtzaam maar zonder aarzelen, omdat dit woord het best de sfeer weergeeft. Kijk maar naar dokter Sanders in "The crystal World", die op het einde naar het zich steeds verder uitbreidende en dodelijke kristallen woud terugkeert. "The burning world" daarentegen biedt een optimistisch einde. De oceanen waren bedekt met een uiterst dunne laag chemicaliën die verhinderen dat het water verdampte. Geen regen meer, en een ongekende ramp waarin slechts weinigen overleven. De mensen trekken naar de zee,
RIGEL 5.
PAG. 23
maar daar biedt de chaos ook geen uitkomst. Dokter Ransom (weer een dokter) keert dan met enkele vreemde gezellen terug naar het binnenland, voor een confrontatie met het verloren verleden. En dan het bijna achteloze slot van deze roman; een welbewust soort anti-climax: "Het licht verdween en de hemel werd duister. Het stof was dof en mat; de kristallen aan de oppervlakte dood en melkwit. Over de duinen lag een ontzaglijke wade van duisternis, alsof de hele buitenwereld zijn bestaan verloor. Een tijdje later merkte hij niet eens dat het was beginnen te regenen." "The tide went out" van Charles Eric Maine vertoont gelijkenissen met deze laatste roman van Ballard, toch wat het thema betreft: de aarde droogt op doordat de zeeën leeglopen, maar Maine bezit niet de meesterhand die Ballard heeft, en hij werkte zijn boek uit tot een zuivere avonturenroman, ondanks het psychologisch sterke slot. Zijn boek doet overigens veel "amerikaanser" aan dan Ballard of Wyndham. Over dat toch wel opvallende verschil tussen Britse en Amerikaanse essef schreef Brian Stableford: "There has, however, always been a vein of British SF which retains a taste and texture rather unlike the American product - calmer, slower in execution, lacking in extravagance and literary shorthand. The difference is not in the content but simply in some of the methods - methods intrinsic to the philosophy of mass-produced pulp fiction - which appear central to American SF writing largely thanks to a historical accident." Wat zou de oorzaak kunnen zijn van dit verschil? SF is in de USA groot geworden via de pulpmarkt, eerder dan via de literaire roman. In Engeland was het net omgekeerd, want de Engelsen hebben steeds ergens grote schrijvers gehad die zich aan Utopieën en toekomstromans waagden: Wells, Orwell, Stapledon, Huxley. Alhoewel de Amerikanen deze auteurs ook in hun kindertijd gelezen hadden, liepen zij school in Astounding SF, Amazing Stories, Weird tales, Galaxy, Analog, F&SF, en droegen hun leraars namen als H.H. Smith, Jack Williamson, E.R.Burroughs, Robert Heinlein, Clifford Simak, e.a. Allemaal schrijvers boordevol revolutionaire ideeën, die kwistig nieuwe natuurwetten, uitvindingen en kilometerslange ruimteschepen rondstrooiden, maar niet erg veel kaas gegeten hadden van het métier van schrijver. En jammer genoeg is er meer nodig dan een goed idee om een roman te schrijven die enige literaire waarde wil hebben. Een boek dat me sterker aansprak was er een van Edmund Cooper, "The Cloud Walker": Kieron is een schildersleerling wiens enige droom het is te kunnen vliegen. Maar hoe? Machines zijn verboden in deze samenleving, want in het verleden werd de beschaving vernietigd door het misbruik van machines, en nu, nadat alles moeizaam is heropgebouwd, leeft de mens in een feodale heerschappij. De kerk is erg machtig en de godsdienst verbiedt technische apparatuur. Maar Kieron wil vliegen. Hij bouwt zich een vlieger aan een touwtje en later zelfs een ballon, maar wordt door de inquisitie opgepakt en gevangen gezet. Dan vallen zeerovers de streek binnen en moorden er op los. Kieron vlucht en vervoegt zijn dorpsgenoten in de bossen. Hij alleen zal in staat blijken te zijn, met zijn ballon, de plunderaars te verjagen, en tevens een nieuwe renaissance op gang te brengen. Naast dat is dit boek een allegorie op het volwassen worden, een trekje dat we ook in "The Chrysalids" van Wyndham terugvinden, waar de hoofdpersoon zowel lichamelijk als mentaal een nieuw stadium binnentreedt: lichamelijk van jongen naar man, en geestelijk van leerling-telepaat naar een volwaardig lid van de nieuwe mensenorde. Ook Calvin Johnson, in "The twilight of Briareus"
PAG. 24
RIGEL 5.
ondergaat die transformatie, echter alleen in zuiver geestelijke vorm. Zijn zelfmoord is de uiteindelijke climax ervan. Wyndham's invloed was niet zo groot. Reeds vóór hem bestond de apocalyptische roman, maar hij gaf er een nieuwe vaart aan en maakte het als subgenre populairder. Als dusdanig beïnvloedde hij toch in zekere mate schrijvers die na hem kwamen. Maar deze brachten variaties aan, en, wat belangrijker was, vernieuwingen. Een schema toont ons dat. boek
Cooper's Twilight Briareus Cooper's 'The Cloud walker' Maine's 'The tide went out'
in vergelijking met Wyndham's
The Chrysalids
“
“
The Kraken wakes
overeenkomst
verschil
in 'Chrysalids' hoofdpersoon wordt speelt de hoofdzich bewust van persoon geen beparanormale krachten slissende rol,in 'Twilight' wel. omgeving:in een toeKieron overwint komst na een ramp die het taboe.David een taboe meebrengt. vlucht ervoor. Gevaar in verband met de zee. Daar houdt elke gelijkenis op. Maine's toon is veel pessimistiser, cfr. het slot van het boek
§ § § § § § § § § § § § § § § §
RIGEL 5.
PAG. 25
1 9 7 6 in de pocket-shop.. Robert Smets -----------------------------------------------Een literair genre als sf volgen is voor de bespreker geen eenvoudige zaak. Het overgrote deel van de nieuwigheden verschijnt inderdaad nog altijd op de buitenlandse markt en filtert hier ten lande slechts gebrekkig door. Afgezien nog van hoeveelheden en van de prijs van hardcover-edities, blijft bestellen in de US een lastige onderneming, al ware het maar omwille van de trage werking van de postdiensten inzake drukwerk.. Ingevolge internationale reglementen is het Engels aanbod beperkt. Het in Nederlandse vertaling aangeboden werk omvat van zijn kant dan weer uiterst weinig nieuwere publikaties.. Kortom, om een hele reeks praktische redenen ben je aangewezen op een voortdurende speurtocht doorheen de pocket-shops, Antwerpen, Brussel, Zaventem, waar je dan, met één of twee jaar vertraging de hand kan leggen op een exemplaar van het boek waarvan je via een fanzine het bestaan vernam. Verwijt ondergetekende dus niet bij dit jaaroverzicht een aantal boeken van 1974 en 1975 te vermelden, én recentere zaken over het hoofd te zien. Kijk, bij de aanvang van dit jaar wist ik eindelijk de hand te leggen op een "Venus on the half-shell" van de inmiddels beruchte Kilgore Trout. Meteen in dubbel, want toen ik het boek hier in een boekhandel aantrof, en kocht, arriveerde prompt twee dagen later mijn bestelling uit de States, waaraan ik had gewanhoopt. Zo gaat dat, zoals de echte Kilgore pleegt te zeggen. Farmer bleek Vonnegut's stijl wel te kunnen parodiëren, maar ging er naar mijn smaak toch iets te druk, en ook iets te platvloers op los om werkelijk te boeien. Vermelden we, licht zag, het (en erg leuke) Auteur is een waarborg.
in dezelfde adem, dat in de US nu ook 'To serve Man' het kookboek waarvan sprake in Damon Knight's gelijknamige verhaal, dat destijds in de bundel "Far Out" verscheen. zekere Karl Wurf, waarvan ik de identiteit uiteraard niet
Met enorme vertraging doken hier ook pocket-edities op van Bob Silverberg's "Dying Inside" (1972) en "Born with the dead" (drie verhalen, 1971-74, de bundel zelf 1975, bij Vintage). Voor mij persoonlijk wel de revelatie van het jaar, vooral waar deze auteur voorheen voor mij eenvoudig als niet-onaardig-veelschrijver gekatalogeerd stond. Thema is de dood, een in SF niet zo frequent voorkomend onderwerp, dat hier op een heel aparte, iets melancholische toon wordt benaderd: een telepaat voelt zijn gave wegkwijnen, een langzaam wegkwijnen, een langzaam blind worden van de geest, een meer dan honderdjarige componist besluit te 'gaan', maar aarzelt, een man achtervolgt vergeefs zijn overleden, maar overlevende echtgenote.."Going" bv. herinnerde me, mits zekere reserves, Mann's "Tod in Venedig", terwijl een en ander Barry Malzberg er toe bracht Silverberg een ereplaats in de Amerikaanse letteren te voor-
PAG. 26
RIGEL 5.
spellen. Bob brak inmiddels echter met essef, wegens verregaand onbegrip van lezers en uitgeverij. Is betere sf een dead end? Minder enthoesiast waren we over Harlan Ellison's bundel "Approaching Oblivion", waarin moeizaam werd teruggekomen op enkele voor deze auteur gebruikelijke thema's. De impact hiervan is echter miniem in vergelijking met ouder werk en de vraag kan worden gesteld of een meer up-to-date taalgebruik Ellison's werk niet schaadt? Ergens in dezelfde richting zondigt ook Chip Delany, wiens recentste werk iets pretentieus aandoet. In de luchthaven van Frankfurt vonden we zijn "Triton" (9.50 DM, waar ik de meer dan dubbel zo dikke "Dahlgren" in dezelfde reeks hier 75 Fr. betaalde; de duitse bespreker gaat dus ook niet alles voor de wind!) Op een bedekt parodierende toon gaat Delany hier weer de ruimte in. Een erg gecompliceerd boek, met enkele uitzonderlijke passages, dat echter een erg introverte indruk nalaat. Opmerkelijk, dat wel, vooral voor wat het vervolg van Delany's oeuvre aangaat, want in zekere zin lijken beide zwaargewichten, waarmee hij dezer dagen zijn publiek bedacht, ergens een katharsis in te houden. Een verrassing bracht Joanna Russ met "Female Man". Zij is een van die auteurs, waarvan je de naam in bundels aantreft, zonder hem werkelijk te onthouden, terwijl ook haar eersteling, "Picnic on Paradise" niet de reactie uilokte die dit hard-feministische werk te beurt viel. Drie vrouwenverhalen verlopen hierin paralleel in een fragmentair gebrachte roman, die niet gemakkelijk leest, maar toch werkelijk de moeite loont en alleszins aantoont dat Joanne Russ, qua intelligentie en stilistiek, voortaan in een adem dient genoemd met Ursula Leguin. Twee Engelse auteurs, die zich de laatste jaren op het voorplan werkten zijn Chris Priest en Ian Watson. Van Chris las ik, na "Inverted World", zijn nieuwste "Space Machine". Een werk dat als een verademing kan worden beschouwd en enigszins in de lijn ligt van Aldiss' "Frankenstein Unbound": een wat nostalgiek teruggrijpen naar een oudere periode en naar een oudere stijl, met een duidelijke verwijzing naar Well's "Tijdmachine" en naar diens "Oorlog der werelden", waarbij de spanning binnen de tekst juist ontstaat door het spel van referentie en afwijking. Heel wat treffender vond ik Priest's reeds wat oudere "Fugue for a darkening Island" (nog een laatkomer op de markt) waarin hij in een door elkaar lopende reeks episodes een odyssee beschrijft doorheen een door een raciale burgeroorlog getroffen Engeland. Watson's "Embedding" was in de engelse versie haast onvindbaar, omwille van moeilijkheden bij "Quartet". Een zeer hard boek, waarin een groot aantal thema's elkaar kruisen en waarin twee dromen van de mensheid, kontakt met aliens en een psychedelische doorbraak, door politieke kortzichtigheid worden afgebroken. Een indrukwekkend, provocant werk, dat zelfs de vraag doet rijzen of essef als medium geschikt blijft voor dergelijke exploraties. Bij gelegenheid van Leodicon hadden we een lang gesprek met Ian, die een compulsieve prater bleek en die ons tot laat in de nacht over zijn werk en zijn reizen sprak. Zowat 150 minuten bandopname, die we dezer dagen toch eens tot een leesbaar artikel dienen te verwezenlijken.
RIGEL 5.
PAG. 27
Moorcock blijft erg productief, al raakt hij meer en meer betrokken bij pop-music en heeft hij, na zijn medewerking bij "Hawkwind" nu met "Deep Fix" een heel eigen groep. Van hem onthoud ik vooral het verhaal "The Dead Singer", naast een gebundelde uitgave van zijn Jerry Cornelius verhalen, nl. "The Life and Times of J.C." Ontzettend veel hernemingen op de markt overigens, dit jaar. Geillustreerde geschiedenissen van sf., cover-art, Paul, Frazetta, Foss, naast een hele reeks "The best of.." en de "Before the Golden Age" reeks van Isaac Asimov. Een verrassing kwam in dit verband ook uit de hoek bij de herdruk van Walter Tevis "The man who fe1l to Earth" (1963), het boek dat aanleiding gaf tot de gelijknamige film, en dat ten onrechte onopgemerkt bleef, wanneer het destijds verscheen. Een onverwachte benadering van het in sé aloude thema van de alien op aarde, die zichzelf hier echter psychologisch ten gronde richt en waaraan een overheidsingrijpen tenslotte slechts de genadeslag toebrengt. Een werk dat geen sf is, in die zin dat de auteur bewust geen pseudowetenschappelijke verklaring bijsleepte, maar dat overigens dezelfde geest ademt is Brian Moore's "Great Victorian Co11ection", een van de zeldzame boeken die ik praktisch in één adem uitlas. Een heel eenvoudig idee - een man droomt zich een verzameling Victoriaanse artefacten bij elkaar - wordt hier tot een boeiende en briljante metafoor : hoe leef je met een tot werkelijkheid geworden droom? Stanislaw Lem is een auteur, die natuurlijk niet verder dient voorgesteld, en die terecht bij de grootsten wordt gerekend. In het spoor van zijn toenemende bekendheid in het Westen, lazen we engelse, franse en nederlandse vertalingen van werken als "De onoverwinnelijke", "Het futurologisch Congres" e.a. Hoogst intelligent werk, dat echter onvermijdelijk gebukt gaat onder de reputatie van "Solaris" en onder de indruk dat dit werk destijds op ons maakte. De Franse markt blijft erg druk, met zowat vijftien reeksen, waarvan de meesten zich, net als de Nederlandse, bij vertaling van geconfirmeerde successen houden. Prijzig, en interessant blijft Sadoul's "J'Ai Lu", ondermeer met de driemaandelijkse "Univers" bundels. Ups and downs, onvermijdelijk, maar doorgaans een goede strekking, al houd ik persoonlijk zo niet aan wat ik las van de franse new-wave, die me erg artistiekerig aandoet. Marabout's "Dédale" bv. Een reeks met een erg slechte reputatie, die echter 90 % nieuw frans werk brengt, is "Fleuve Noir" (vijf delen per maand!) Met een zeker masochisme heb ik me hier op gestort, en inderdaad bleek het gerucht bewaarheid, met een mogelijke uitzondering voor Suragne, die echter stante pede naar een duurdere reeks werd overgeheveld. De Nederlandstalige publicaties vormen een hoofdstuk apart, waarop ik hier niet verder inga, deels omdat hier, zoals ik zei, nauwelijks nieuw werk van eigen bodem verschijnt, én vooral omdat dit uiteraard elders door de uitgever van "Rigel" en diens acolyten wordt behandeld. O O O O O O O O O
PAG. 28
RIGEL 5.
DE SCHEPPING ... MICHEL BONNER.
In het begin was er niets. Of eigenlijk wel; er was de planeet zelf, natuurlijk, maar die was volkomen kaal. Geen plantengroei, geen beesten, kortom, geen leven, maar wel water. Ongeveer 3/4de van het planeetoppervlak bestond uit water. Waarschijnlijk zou dat allemaal wel zo gebleven zijn tot het einde der tijden als er niet het schip was geweest. Het was een experimenteel, onbemand researchschip, met als lading een grote voorraad zaden van planten, van heel primitieve planten, zoals die voorkwamen in het beginstadium van water-zuurstofplaneten. En er waren ook scheikundige en biologische stoffen bij, en automatische machines deden er allerlei experimenten mee. Wetenschapsmensen waren er niet meer nodig, machines deden het werk beter en sneller. Maar blijkbaar deden ze het toch niet goed genoeg. De experiment-machines misschien wel, maar niet de besturingsmachines. Het schip raakte uit zijn koers. De computers probeerden daaraan te verhelpen. Snelle vuurstoten laaiden op van de koersstuwers en verdwenen onmiddellijk weer in het zwart van de ruimte, maar het mocht niet baten; de raket dreef af naar de blauwe planeet. Aan boord zwoegden de machines en opnieuw werd geprobeerd de koers te veranderen. De planeet kwam echter steeds dichterbij en was tenslotte niet meer te ontwijken. Zelfs het schakelen en vuurspuwen werd tenslotte opgegeven, maar het voorkwam wel dat de raket met een klap tegen de grond sloeg. In plaats daarvan maakte ze een vrij zachte landing bij een uitgestrekte zee. Daarbij scheurde de wand open, werden heel wat instrumenten vernield en, wat belangrijker was, werden heel wat zaden en scheikundige stoffen in de omgeving verspreid, ook in het water. Een tijd lang bleef alles rustig. Hoe lang die tijd duurde is moeilijk te zeggen. Voor sommige wezens zou hij lang zijn, voor andere slechts kort. Maar na verloop van die tijd begon er iets te leven in het water. Het was zo klein dat een toevallige waarnemer het over het hoofd zou hebben gezien (tenzij de waarnemer zelf ook zo klein was geweest), maar het leven was er en na een nieuwe periode, kort of lang, werd het groter, zowel in afmetingen als in hoeveelheid. Daarna was het niet tevreden meer met het water alleen; het kroop aan land. De eersten die dit probeerden leefden slechts kort, maar er kwamen anderen en het leven paste zich aan. Evolutie deed zich voor, maar het leven op het land evolueerde blijkbaar beter dan dat in het water want na zekere tijd ontwikkelde zich een wezen dat intelligent was, en een middel tot communicatie had. En het ging zichzelf beschouwen als de Meester van de Schepping. Werd dat researchschip nog altijd niet als vermist opgegeven? ------ O
O
O
O
O
O
O
O
O ------
Michel Bonner is een jongeman die hiermee zijn eerste verhaaltje gepubliceerd ziet. Hij schrijft echter wel onder een schuilnaam, omdat hij nogal onzeker is over de mogelijke reacties op zijn schrijfsels. Ik laat het aan de lezer over om te oordelen. In elk geval verschijnt in volgend nummer nog een kortverhaal van hem.
pag. 29 Vervolg van pag. 20. Richard Matheson - "Nat Stro" Bruna FeH 29 1976. 192 pp. --------------------------------Een goede verzameling van Matheson's korte werk. Treffend en direkt, en tevens ongewoon en fascinerend, zoals in "Gebarentaal", waar een doofstomme vrouw haar gezelschapsdame helpt een man te verleiden, of in "E...", waar professor Wade als tijdreiziger terechtkomt in de toekomst, waar eten obsceen is. Matheson mengt alle vormen van fantastische literatuur door elkaar, en steeds is de karaktertekining erg belangrijk. Zo is de "Julie" van het gelijknamige verhaal blijkbaar een onschuldig meisje. Maar achter haar kindergezichtje schuilt een ziekelijk verlangen naar sex en geweld. In "De dag der vergelding" martelt een vrouw haar kind tot het krankzinnig wordt omdat haar man om het leven kwam toen hij datzelfde kind redde. Misdadigers gaan echter niet altijd vrijuit: in "De afrekening" ontloopt de moordenaar van Rex Chappel zijn straf niet, want de vrouw van het slachtoffer rekent met hem af. Schizofrenie blijft ook een geliefd onderwerp: een vrouw met gespleten persoonlijkheid doodt in "Therese" haar andere ik, zonder te beseffen dat ze daarmee zichzelf vermoordt. J.Cortoos John Brunner - "Voorland". Born SF 64, 1976. Oorspr: "Total Eclipse", 1974. Vertaling: H.J.Oolbekkink. 191 pp. ------------------------------------------------------------------— De beschaving die vroeger op Sigma Draconis leefde bestaat nu niet meer. Als de Aardse wetenschapsmensen erin slagen te weten te komen wat daarvan de oorzaak is, kunnen ook Aardse problemen worden opgelost. Maar zo eenvoudig is 't allemaal niet. Eén opmerking slechts: wanneer wordt Brunner's betere werk in't Nederlands uitgegeven? "Stand on Zanzibar" bvb. G.E.
pag. 30 Julian Symons - "Moord en doodslag; een geschiedenis van het misdaadverhaal" Spectrum,paperback 17, 1976 ("Bloody Murder", 1972). Vertaling: W.D.Holleman, met een onderdeel: "Misdaad in Holland" van J.C.Roosendaal. 280pp, 287 fr. -------------------------------------------------------------------------— Voor mensen die ook wel eens detectives en zo lezen is dit een interessante en uitgebreide bron. Julian Symons is zelf schrijver en ontleedt hier zorgvuldig de diverse vormen van het misdaadverhaal doorheen zijn lange geschiedenis. Net zoals bij de SF schijnen er problemen van definitie en afbakening te zijn. In de inleiding probeert hij o.a. de reden van het lezen van misdaadverhalen te ontleden. Dan begint hij bij Godwin,Vidocq en Poe zijn overzicht van het genre. Interessante anecdotes wisselen af met achtergronden van verhalen. Niet alleen de roman, maar ook het verhaal wordt onder onze aandacht gebracht,en vaak wordt er een vergelijking gemaakt tussen sociale toestanden en fictie in het boek. Voor wie deze subliteratuur kennen wil,is dit een ideale inleiding. Ook voor literatuurvorsers mag het een goede bron zijn. Maar waarom alleen maar "Misdaad in Holland". Hebben we die dan in België niet? Delbeke. "The year's best sf 9". Ed. by Brian Aldiss & Harry Harrison. Weidenfield & Nicolson, London, 1976. 206 pp, £ 3.95. -------------------------------------------------------------------------Een goede verzameling van beste sf, wat niet altijd het geval was in het verleden. Natuurlijk zijn jongere auteurs tegenwoordig: Barry Malzberg, Disch, M.John Harrison, en de Hugo-winner Joe Haldeman, met een onderdeel van zijn bekroonde roman "The Forever War" (ook verkrijgbaar bij W&N). Budrys' "A scraping at the bones" is een pakkend verhaal over een man die de meest extreme middelen gebruikt om in een overbevolkte wereld aan meer ruimte te komen. "The Santa Claus Compromise" van Disch is een mooie satire, die me aan de Watergate-affaire deed denken (wat waarschijnlijk de bedoeling was): twee jeugdige journalisten zoeken achter de waarheid omtrent Santa Claus, in een wereld waar men wettelijk volwassen is op 5 jaar (zo ongeveer de leeftijd van de 'journalisten'). Mainstream-schrijver John Updike waagde zich ook aan sf, maar het resultaat was het vrij matte "The Chaste Planet", dat alles moet hebben van een grillige pointe. In "A Galaxy Called Rome" gebruikt Malzberg zowel het verhaal als het essay door mekaar om, zich baserend op een idee van John Campbell, naast hard-core sf over sf zelf te schrijven. In plaats van het verhaal voluit te schrijven (een ruimteschip dat in een Zwart Gat valt), maakte Malzberg een aantal nota's op waarin hij uiteenzet hoe het verhaal evolueert, en vult dat aan met zijn meningen over sf en uiteenzettingen over cosmologie en dergelijke. Verder vinden we nog de namen van Lisa Tuttle , Richard Cowper ("The Custodians", waarvan de omgeving me aan "A Canticle for Leibowitz" deed denken), Stephen Robinett, en de dichters Peter Redgrove en Louis Phillips. En Moorcock's verhaal "A dead singer" was ik even vergeten... G.E. "Andere werelden, andere zeeën", ed. Darko Suvin. Luitingh sf-verhalen, Laren, zonder datum. Oorspr: "Other worlds, other seas" (1970), 219 pp. ----------------------------------------------------------------------------Deze vrij lijvige anthologie van Oost-Europese SF is zowat een klassieker geworden.Suvin is professor in de literatuurwetenschappen en gaf les aan de Universiteiten van Zagreb,Massachusetts,Indiana en Montreal. Voor dit boek schreef hij zowel een uitgebreide inleiding als biografische nota's voor de erin opgenomen auteurs. Reeds eerder verscheen een Franse editie (Denoël, présence du futur 174,1973) maar die is niet volledig. "Verhandelingen over parapsychologie" van Varshavski,"Debat over sf - Moskou 1965" van Toman en de verhalen "Gesprek met een verkeersagent" en "De stamhoeve" van Dneprov
pag. 31 waren niet opgenomen. Twee verhalen in deze Nederlandstalige editie ("De grondlegger van de beschaving"-Yarov en "Krabben nemen bezit van het eiland" -Dneprov, of met zijn schuilnaam Bakhnov) verschenen reeds in "Russiese essef" bij Bert Bakker in 1970. Bij Marabout verschenen ook enkele boeken met OostEuropese sf: eentje over Rusland (waarvan ik de referenties niet ken) en "Science-fiction Roumaine" (Vladimir Colin, Marabout SF 513,1975). In "Andere werelden.." haalt Suvin de meest bekende namen eruit, alhoewel hij bvb de broers Stroegatsky vergeet. Kortere stukken zoals "Waarom Atlantis verging" (Donev), "Gesprek met een verkeersagent" (Dneprov) en "Biogolven, Biogolven" (Varshavski) zijn satires of leuke anecdotes. Een positief punt zijn de Lem-verhalen. Over verschillen tussen Oost-Europese en Westerse sf ga ik het niet hebben, want dat moet de lezer zelf uitmaken. Erg aanbevolen. G.E. Fritz Leiber - "Zwaarden tegen magiërs". Meulenhoff sf 110, 1976. "Swords against wizardry" (1968). Vertaling: Ivain R de León. 223 pp. ------------------------------------------------------------------------Fritz, Leiber - "Tijdruimte voor springers". Meulenhoff SF 109, 1976. Oorspronkelijke bundel, 322 pp. Vertaling: Ivain de León en PonRuiter. ------------------------------------------------------------------------Voor de S&S-liefhebbers nog steeds de beste reeks, is de Fafhrd & Grijze muizer-cyclus aan zijn vierde deel toe, met nieuwe avonturen van het onafscheidelijke duo. Dat Leiber andere pijlen op zijn boog heeft bewijst het andere boek: "Tijdruimte voor Springers", met sf-verhalen, maar ook met macabere stukken en satires. Voor de kwaliteit van de samenstelling van deze bundel staat Warner Flamen borg, en het resultaat is dan ook opmerkelijk: de meeste stukken komen uit de bundel "The secret Songs" (1968): "Mariana", "The girl with hungry eyes", "Coming Attraction", "The winter flies", "Smoke ghost" e.a. Het is moeilijk Leiber te situeren in de sf. Soms deed zijn werk me denken aan Sturgeon, dan is hij weer klassieker Van Vogtiaans (zonder diens ingewikkelde implicaties echter) of Asimoviaans. Maar meestal is hij gewoon zichzelf, een schrijver een beetje weg van de anderen. Macabere horror is één van zijn sterkere kanten: "Answering Service", "The girl with hungry eyes". "America the beautiful", "Coming Attraction", "The secret songs" zijn verontrustende toekomstbeelden, en "Space-time for springers" is een vreemd sprookje. Deze uitstekende bundel bevat ook nog "Gonna roll the bones" (uit "Dangerous Visions" en Hugo in 1968), "Time Fighter" (variatie op de tijdreiziger), "Pipe dream" e.a. Erg aanbevolen en zeker niet te duur voor de geboden kwaliteit. G.E. Twee mini-recensies: ------------------Olaf Stapledon - "Sirius". Luitingh, Laren, zonder datum. "Sirius" (1944), vertaling: Co de Groot. Na het ontgoochelende "Laatste en eerste mensen" heb ik "Sirius'" met plezier gelezen. "Een fantasie over liefde en tweedracht" is er de ondertitel van, dat een intelligente en pratende hond ten tonele voert. Deze werd ,door de geleerde Thomas Trelone uit een ras van normale honden gekweekt en tot intelligentie gebracht met hormoonbehandeling van de moeder. Sirius groeide op met Trelone's dochter, Plaxy, en kan het uitstekend met haar vinden. Problemen blijven echter niet uit... A.E.Van Vogt - "Maanbeest", "Het gestolen brein" & "Oorlog tegen de Rull". Meulenhoff SF 111,1976. Oorspr: "Moonbeast" (1963); "The mindcage" (1957) en "The war against the Rull" (1959). Vertaling:R.W.Stins,M.Grothaus en W.Flamen. Grote pb., 497 pp.
pag. 32 Klassiek Van Vogt's, 't is te zeggen, voornamelijk bijeengebrachte verhalen, herwerkt tot romanvorm. Een opvallende mislukking in het geval van "Maanbeest": alles begint met een machine die zonder enig energieverbruik werkt. Een duistere groepering wil die machine terug, en de vinder ervan komt zo van het ene avontuur in't andere terecht. Teveel verschillende toestanden en personages, slecht geschreven, een plot die niet overkomt... Idem voor de beide andere romans. Het beste dat V.V. schreef verscheen al in't Nederlands: Nul-A, Wapensmeden & Arsenalen van Isher, en binnenkort Slan. Zijn korte verhalen zijn veel beter. Daniel Corti. HOMMAGE AAN TOLKIEN =================== John Ronald Reuel Tolkien (1892-1973) is zeker de bekendste van de Adult Fantasy-auteurs,een stroming waarin ook Clive S.Lewis en Charles Williams horen. Het eerste werk van Tolkien dat de aandacht trok was het in 1937 verschenen "The Hobbit",een sprookje dit eigenlijk voor kinderen geschreven was.Het kende zo'n succes,dat Tolkien "The Lord of the Rings",waaraan hij in 1938 begon,er een vervolg op noemde. Deze houding van hem had echter tot gevolg dat iedereen zich verplicht voelde de lezing van zijn werken aan te vatten met "The Hobbit", en dan kunnen sommige verschillen - o.a. de rol van de Ring - erg verwarrend zijn. In Middle-Earth,waar Tolkien zijn werken situeert,leven talloze volkeren,elk met hun eigen cultuur: de Elven,de Hobbits,de Orcs,waarvoor hij een aparte geschiedenis,taal en achtergrond bedacht. Zijn vertellingen winnen tevens aan diepte en 'geloofwaardigheid' doordat er episodes werden ingelast die wij herkennen uit onze eigen geschiedenis. Juist zoals wij in het verleden vele migraties hebben gekend,van volkeren die vanuit het Oosten en het Noorden Europa binnentrokken, zo kende Middle-Earth de trektochten van de Elven,de Edain,de Rohirrim en de Hobbits. Europa moest verschillende malen strijd leveren tegen de Arabieren die vanuit Spanje kwamen en tegen volkeren vanuit het Oosten. Zo kende Gondor invallen van de Easterlings en de Southrons. Het verschijnen van drie boeken toonde weer eens aan dat J.R.R.Tolkien niet vergeten,is, verre van zelfs. Hij is nog steeds de grootmeester van de Fantasy en een figuur waaraan vele navolgers zich graag spiegelen. Of zoals Randal Helms schreef in 'Tolkien's World': "Wether Tolkien is already enjoying the Mountains he envisaged,or is now perfecting his art and his human spirit in the Workhouse, he has earned the lasting gratitude of all of us. His name will stand with the great ones." Helms, die Engels doceert aan de Universiteit van Californië, analyseert in zijn boek waarom "The Hobbit" en "The Lord of the Rings" de lezer zo aanspreken. Hij maakt ook de verbinding tussen Tolkien's werk in verband met oud Engels en zijn fictie, en analyseert zijn basisthema's. Spectrum bracht van haar kant een luxe dundrukeditie uit van "In de ban van de Ring". Uiteraard niet voor elke beurs (860 fr), temeer daar de drie pockets bij dezelfde uitgever zowat 300 fr kosten (tezamen dan wel, niet elk apart). Maar elke trouwe Tolkien-fan kan bijna niet anders dan zijn meest geliefde boek in deze mooie uitgave in de boekenkast te zetten. In een ander theoretisch werk over Tolkien en zijn meesterwerk trekt Nellie Uyldert een lijn tussen de actie in het boek en onze geschiedenis. "In de ban van de Ring" is zowel een profetisch als een beschouwend boek. Het ververvolg pag. 36.
pag. 33
e atmosfeer in de discotheek was duidelijk koeler dan men zou verwacht hebben in dergelijke instelling. Maar het was ook niet te verwonderen. Negen doden. Negen jonge, mooie meisjes, op een gruwelijke nanier verminkt. Negen jonge, mooie meisjes, die pret hadden gemaakt in een discotheek van de stad, door een onbekende waren opgepikt en de volgende morgen vermoord waren gevonden. Van de dader geen spoor. Of toch? Bij de lijkschouwing was gebleken dat elk van de meisjes Madeira had gedronken. Negenmaal sloeg de Madeiramoordenaar, zoals de kranten hem waren gaan noemen, toe. Wie zou het volgende slachtoffer worden? Eigenlijk, bedacht Peggy Larue, was het nog een mirakel te noemen dat de discotheken nog steeds stampvol waren, dat er gedanst en gedronken werd. Maar de angst was voelbaar... En merkbaar. Jongens, die geen meisje hadden, stonden nogal verloren rond te lummelen. Niemand wou met hen dansen. Ze werden argwanend bekeken door de meisjes en woedend door de jongens. Peggy Larue glimlachte. Misschien was dat wel de reden waarom de discotheken bleven draaien, ondanks de moorden. De angst werd overwonnen door de opwinding van het gevaar. Ze had meer dan eens gemerkt hoe een weigering tot dansen eigenlijk maar halfslachtig was, alsof het meisje dacht: zou ik toch maar... misschien is hij het wel... zou dàt niet opwindend zijn om later over te vertellen? Ze had ook blikken opgemerkt van meisjes, die vreemde jongens schattend bekeken. Maar de angst zat er toch te diep in. Verder dan de opwinding van de gedachte aan het risiko kwam het niet. En alle meisjes hadden veiligheidshalve voor gezelschap gezorgd... Peggy Larue nipte van haar glas. Op dat ogenblik werd de deur van de discotheek geopend en een jongeman kwam binnen. Hij liep nogal onvast en zijn verveling was haast voelbaar. Hij was alleen. Misschien liep hij al de hele avond van de ene discotheek naar de andere, zoekend naar iemand die hem gezelschap wou houden. Haar wie zou dat durven? Misschien was hij de Madeiramoordenaar wel! Zoekend keek hij met zijn waterig blauwe ogen rond. Zijn onwaarschijnlijk witte haren deden onwerkelijk aan in het fluorescerende licht van de discotheeklampen. Hij zette zich naast Peggy aan de bar en bestelde een biertje. Ze merkte zijn eigenaardige tongval op en vroeg zich af of hij een vreemdeling was. Hij had haar onderzoekende blik opgemerkt en glimlachte. Ondanks zichzelf beantwoordde Peggy Larue zijn glimlach. Er was alleen maar onschuld en charme in te ontdekken geweest.
pag. 34 Eenzaamheid ook. Even voelde ze medelijden, maar... Hij klampte zich aan haar reaktie vast als aan een laatste strohalm. "Ietch trink feur mai?" vroeg hij moeizaam. Hij wàs dus een vreemdeling. Ze schudde het hoofd. "Nee, dank je." De ontgoochelde blik deed haar bijna terugkomen op haar besluit, maar gelukkig deed ze het niet. Hij haalde de schouders op. "Koet. Tan niet." Ze glimlachte verontschuldigend. "Vatte hep alman ier eichlik? Alman ies so fremd?" vroeg hij, in een poging toch maar een gesprek te beginnen. Och, waarom eigenlijk ook niet, dacht Peggy. "Ben je hier vreemd?" Hij knikte. "Fanmorch aanchekom. Kom fan Sverige. Stoederen." "Student?" Hij knikte ijverig. Dus dat verklaarde de onmogelijke blonde haren. Hij was een Zweed. Ze besloot hem maar in te lichten. "Je moet ons die ongastvrije houding maar niet kwalijk nemen," zei ze."Er is een lustmoordenaar in de stad.Er zijn negen meisjes gedood.En ze werden telkens opgepikt in een discotheek." Hij keek verwonderd. "Vatte hep ich... ach so..." Hij had het begrepen.Plots dronk hij zijn glas leeg en stond op. "Peter truch kamer tan.Nichts te toen.Tot moordnaar fangen ist..." Ze knikte hem vriendelijk toe,toen hij wegging. Het was duidelijk dat hij gedronken had,want hij wankelde. Ze had wel eens gehoord dat Zweden enorme drinkers waren. Ze keek opnieuw naar de dansvloer, toen achter haar een kreet klonk en opschudding ontstond. De dronken Zweed stond in het middelpunt van een groep woedende jongens.Een doodsbleek meisje stond te snikken.Ze leek een zenuwinzinking nabij. "Hij greep me plots vast," huilde ze. "Hij wou me meeslepen.Het is de Madeiramoordenaar!" De Zweed probeerde te begrijpen wat er aan de hand was en wou iets zeggen, maar de hoeveelheid drank in hem was te groot en zijn kennis van de taal te klein. Hij stond onbeholpen te stamelen, toen de eerste slag hem trof. Met een woedend gebrul trachtte hij terug te slaan,maar in een oogwenk was hij bedolven onder een massa jongens. Peggy Larue liep naar het meisje.Ze legde een arm om de schouders van het kind,want ouder dan zestien kon ze niet zijn,en leidde haar weg van de groep vechtenden. Uit haar ooghoeken merkte ze hoe de barman bezig was de politie te bellen. "Arm kind," zei Peggy."Ben je erg geschrokken?" Het meisje knikte. "Ik wil naar huis," snikte ze. "Dat is misschien best," zei Peggy. "Zo dadelijk is de politie hier en dan houden ze je nog een tijd vast voor ondervraging. Probeerde hij je echt mee te slepen?" "Ik...ik voelde plots hoe iemand tegen me aanstootte en zijn arm om mijn middel legde.Dan ben ik beginnen gillen." De dronken Zweed moest gestruikeld zijn en had zich aan het meisje willen vastklampen, bedacht Peggy, terwijl ze toekeek hoe de man ongenadig in elkaar werd geslagen. Hij zou zijn dronken bui wel met een verblijf in het
pag. 35 hospitaal betalen. Maar de moorden zouden ze hèm niet in de schoenen kunnen schuiven, als hij werkelijk pas vandaag aangekomen was. "Was je hier alleen?" vroeg Peggy."Of is er iemand die je kan vergezellen?" "Nee..nee..mijn verloofde kwam niet opdagen.Ik wou toch al naar huis gaan. Wil je een taxi voor me bellen?" Peggy Larue glimlachte. "Niet nodig,kindje. Ik heb een wagen.De politie zou hier voor de taxi zijn en dan kom je niet meer weg. Kom maar mee." Met haar arm om de schouders van het meisje geslagen,liepen ze naar buiten. Peggy opende het portier van de kleine Fiat voor het nog steeds snikkende kind en steeg dan zelf in. Terwijl ze startte keek ze het meisje zijdelings aan. "Je ziet er niet zo best uit, kindje. Hoe heet je?" "Frances." "Hmm. Frances. Mooie naam. Zeg, denk je niet dat je ouders zullen schrikken als je zo komt opdagen?Je woont toch bij je ouders?" Frances knikte. "Ja. Ja,je hebt gelijk. Ze zullen zich rotschrikken..." Peggy glimlachte. "Dan moeten we daar iets aan doen, niet? Als je nu eens eerst meereed naar mijn huis,dan kan je je daar wat opknappen? Wat denk je?" Het meisje glimlachte opgelucht. "Oh, ja. Dat zou fijn zijn. Maar is dat niet te lastig voor jou?" "Welnee. Ik woon helemaal alleen in een huisje aan de rand van de stad. Je zou de buren niet eens kùnnen storen als je dat wou, zo afgezonderd is het daar." Ze startte de wagen en reed weg. Het meisje begon honderduit te praten over alles en nog wat.Het was een typisch leeghoofdje,met alleen maar belangstelling voor kleedjes,dansen en meer van die dingen, die typisch schijnen te zijn voor het soort meisjes dat je in discotheken aantreft. Peggy Larue gaf nu en dan een afgemeten antwoord,tot ze de oprit voor de garage van haar huis opreden. Ze stapten uit. Peggy liep naar de voordeur met haar sleutels en opende ze. "Kom," zei ze tegen het meisje. "Kom toch binnen." Frances volgde haar naar de woonkamer. Peggy wees naar een deur. "Daar is de badkaner. Knap je eerst maar wat op, dan zullen we iets drinken en breng ik je naar huis." "Dank je," zei Frances en dan vroeg ze: "Ik heb opgemerkt dat je soms hinkt. Is er iets met je benen?" Peggy Larue glimlachte. "Twee jaar geleden had ik een ongeval. Ik heb lange tijd in een rolstoel rondgereden.Het is pas sedert een tweetal maanden dat ik terug goed kan lopen." "Ach, wat vreselijk," zei Frances medelijdend. "Hopelijk doet het geen pijn meer..." "Welnee, ga je nu maar opfrissen." Frances verdween in de badkamer. Even later kwam ze terug, netjes gekapt en bepoederd. Haar mond was bloedrood geverfd met een van die opvallende lipsticksoorten, die de laatste jaren weer mode zijn geworden. Ze glimlachte ondeugend. "Ik dacht dat je hier alleen woonde," zei ze schalks. "Of krijg je erg veel bezoek?" Peggy Larue haalde haar wenkbrauwen op. "Wat bedoel je?" "Nou, er ligt daar scheergerei, dat duidelijk regelmatig gebruikt wordt.." Peggy Larue, de befaamde transvestiet, die ontelbaren met zijn danskunst
pag. 36 tot geestdrift had gebracht, voor een meisje,dat in een discotheek meer dan genoeg Madeira had gedronken, hem had aangereden en voor het leven kreupel had gemaakd, glimlachte en zei: "Dat is mijn persoonlijk scheergerei, Frances. Ik moet het tweemaal per dag gebruiken, wil ik er blijven uitzien als nu." Frances keek niet-begrijpend. Ze begon pas iets te vermoeden toen Peggy Larue, alias Peter Verstraeten, met een suikerzoete glimlach vroeg: "Een glaasje Madeira, my dear?" ----- X X X X X X X ----vervolg van pag. 32: telt - volgens haar - over ons verleden, en tevens over onze toekomst. Er is een belangrijke les uit te halen; meer dan een les zelfs. "Het boek beschrijft de verdeelde toestand in de mens,zowel in zijn ziel als in zijn lichaam. Gedeelten zijn vergiftigd: Angmar,Mordor en Morgul, Dol Guldur andere delen zijn zuiver gebleven: de Gouw,Rivendel,Lothlorieën. Weer andere zijn aan het verzwakken: Gondor, het Demsterwold. organen en zielsvermogens zijn aan het verdwijnen of reeds weg uit de stof, zoals de stad Gondolin." J.R.R.Tolkien : "In de ban van de Ring". Spectrum, Utrecht/Antwerpen, zeventiende druk, 1975. Nellie Uyldert : "Symboliek van Tolkien's 'In de ban van de Ring'", AnkhHermes bv, Deventer, 1975. Randal Helms : "Tolkien's World". Thames and Hudson,London, 1975. Guido Eekhaut. &&&&&&&&&&&
pag. 37
KWAIDAN. door Lafcadio Hearn. Meulenhoff, 1975; 132 pp; fl.15,50. De eerste nederlandse vertaling van deze bekende bundel 'spookverhalen uit het oude Japan', wel een degelijke vertaling, voegen we er maar dadelijk aan toe. Het boek bevat 16 oorspronkelijke' verhalen uit 'Kwaidan', plus vier supplementaire, en een biografie van de auteur. Werkelijk gegriezeld wordt hier bezwaarlijk, de verhalen zijn meer folkloristisch en bizar/fantastisch dan werkelijk makaber (denk maar eens aan de verhalen van Edogawara Rampo die destijds door Havank bewerkt werden voor Bruna), en de Japanse fantastiek beweegt zich op een gans ander niveau dan de Europese. Reïncarnatie komt herhaaldelijk voor als thema, naast enkele bekende Japanse bovennatuurlijke monsters (wezens zonder gezicht, lijkenvreters, en dergelijke),maar authentieke spoken voeren toch de hoofdtoon. Leuk leesbaar, meer lyrisch en verhalend dan de ons vertrouwde short-story. WILDE KATTEN, door Berton Roueché, ("Feral"). Bruna, 1976;157 blz,Bf245. 'Aangrijpender dan 'The Birds' van Hitchcock' schreeuwt de cover. Bezwaarlijk, de WILDE KATTEN kunnen zich zelfs bijlange niet meten met James Herbert's DE RATTEN. Een boek dat veel te kort is om zelfs de enkele hoofdpersonages uit de verf te doen komen, gezwegen van een échte dreiging op te roepen. Wilde katten in een Amerikaanse negorij die aan een bos paalt ontwikkelen een smaak voor mensenvlees en beginnen in groepen aan te vallen. Er is echter nergens sprake van groepsintelligentie of échte samenwerking bij de katten. Enkele veel te korte degelijke scenes wanneer de katten een huis belegeren, dan echter gaat de auteur te leen bij Benchley (je weet wel, die van 'Jaws') om te beschrijven hoe burgemeester en schepenen weigeren het gevaar echt onder ogen te zien uit vrees voor de komende verkiezingen, maar uiteindelijk slaat men de handjes en de geweertjes samen en knalt alle katten overhoop. Finish. Het leest gemakkelijk (en vlug, want het is een zeer groot lettertype) en daarna kan je het vergeten. NANCY, WAAR ZIJN DE KINDEREN? door Mary Higgins Clark. ("Where are the Children?") Elsevier, 1976; 188 blz; ±1 80 bF. Verschenen in de 'triller' reeks, de Amerikaanse editie brult dat het 'a tale of screaming terror' is. Nou ja, het is een degelijke horrorthriller in het psyçho-genre. De twee kinderen van Nancy worden vermoord, zij wordt beschuldigd doch bij gebrek aan bewijzen vrijgesproken. Haar man pleegt zelfmoord. Zeven jaar later is ze hertrouwd, en heeft weer twee kinderen...en de nachtmerrie herbegint, wanneer haar kinderen plots verdwijnen. Het verhaal is zeer logisch opgebouwd en leidt tot de te verwachten climax die ervaren lezers van dit type romans misschien wel zullen zien aankomen. Een grote fout is dat we van in het begin leren dat er inderdaad een psychopaat is die de kinderen ontvoerd heeft.
pag. 38 Het sinistere vermoeden dat Nancy écht wel eens een psychopatische moordenares zou kunnen zijn had gans het boek door moeten uitgespeeld worden tot aan de climax toe, en dan zou het werkelijk uitstekend geweest zijn. Nu is het een degelijke horror-thriller, maar niet meer. DE SPELERS EN HET SPEL, door Julian Symonds. ("The Players and the Game"), Bruna, 1976; 237pp, Bfr.290. Aangekondigd als psycho-thriller in de reeks 'supersuspense', doch helaas, noch psycho-thriller, noch SUPERsuspense... zelfs met moeite suspense te noemen. Het thema is gebaseerd op de Moorsmoorden: twee psychopaten, de man gedreven door een pseudo-religieus zoeken naar de psychische Uebermensch van Nietsche en dit door het toebregen van pijn, en een vrouw gedreven door dierlijke bloedzucht en sadisme, ontvoeren jonge meisjes en folteren hen op gruwelijke manieren dood. Het boek verhaalt de speurtocht naar de identiteit van de twee moordenaars, en dit op enorm langdradige wijze. Het komt uiterst traag op gang, en overstelpt de lezer van bij het begin met een massa personages die allen op een of andere manier (meestal sexueel) onevenwichtig of gestoord zijn. De daders kennen we enkel uit dagboekfragmenten die het echter al vlug duidelijk maken dat géén van de gebruikte hoofdpersonnages de dader(s) kan (kunnen) zijn. De hoofdbrok van het boek bestaat uit het voetwerk van de plaatselijke politie en de uitdieping van de hoofdpersonages, beide zaken al even oninteressant. Van de moorden zelf krijgen we niks te lezen, nergens enige grafische horror, en evenmin poogt de auteur de moordenaars zelf uit te diepen op psychologisch vlak. Zodat we halverwege onze belangstelling verloren, en op het einde, wanneer de moordenaars onthuld worden, ons zelfs met moeite herinnerden dat die personen inderdaad in het boek voorkwamen voorheen. Zuivere detectivelezers pruimen het misschien. Ik niet. BID TIME RETURN, door Richard Matheson. Ballantine books, 1976,178 pp $ 1.75 Mathesons nieuwste roman is van gans andere aard dan alles wat hij tot nog toe schreef: ditmaal géén horror, géén SF, maar een zuiver fantastische romance. Een jongeman die lijdt aan een hersentumor en verneemt dat hij nog slechts enkele weken te leven heeft, wordt verliefd op het portret van een actrice die reeds twintig jaar dood is. Hij slaagt erin door psychische concentratie terug te keren in de tijd om haar te ontmoeten, enkel om te ontdekken dat zelfs dit voorbestemd was in de tijd, en dat hij de gesloten cirkel niet kan veranderen. Een boeiende en aangrijpende liefdesroman met een degelijk uitgewerkte tijdsthemathiek. Kan je best eens proberen als afwisseling tussen het gegriezel door. DAUGHTER OF DARKNESS, door J.R.Lowell. Corgi Books, 1975, 205 pp, 50 p. Degelijke en sinistere roman over een meisje in haar puberteit die over demonische krachten beschikt ..en ze ook gebruikt tegen iedereen die haar eigen plannen in de weg staat, tot haar moeder toe. Vooral uitstekend omdat het jonge 'monster' ook in haar goede, menselijk aspekten getoond wordt, als contrast met haar makabere plannen. Vooral het slot komt verrassend aan, en vormt een prima pointe voor deze bovennatuurlijke thriller.
pag. 39
De uitgever en de censuur ------------------------Censuur kan wel eens een mes zijn dat langs twee kanten snijdt. In principe ben ik tegen elke vorm van censuur. Mijn mening is dat als er een boek is dat ik wil lezen of een film die ik wil zien,ik dan ook mijn zin ermee moet kunnen doen. De censuur,zoals die nu is,vertrekt van een verkeerd standpunt: verbieden wat schadelijk geacht wordt VOOR ANDEREN. Nee, dat recht heeft niemand! Ik heb niet het recht mijn buurman te verbieden een bepaald boek te lezen. Ook knippen in films is zo'n barbaarse daad. Daarover konden we in "filmgids" van november 1976 een interessante reactie lezen van Edmond de Cleen. De taak van de censors zou moeten zijn: de lezer of kijker voorlichten over wat hij of zij gaat te zien/lezen krijgen. De Cleen argumenteerde dat er aan onze lichamelijke gezondheid weinig wordt gedaan (pollutie), in tegenstelling juist tot de "geestelijke" bemoeiïngen. Overigens zijn,volgens hem, de filmzalen (hij had het over "L'empire des sens") niet zo "openbaar" als andere media,zoals boekenwinkels en krantenkiosken,die uitpuilen van Playboy's en andere Lui's.Niemand wordt verplicht naar de film te gaan,of om een boek te lezen,en in het geval van 'L'empire des sens" waren reeds vooraf artikels gepubliceerd waarin werd vermeld wat het karakter van de film was. Hetzelfde geldt ook voor "The Texas chain saw massacre",één der meest bloedige films die ooit gedraaid werd. In zo'n film zou - als hij al in roulatie zou komen - grondig geknipt worden. Een dergelijke actie zou de hele inhoud volkomen vervormen. Maar nu moet ik toegeven dat in bepaalde gevallen het subtiele wapen van de censuur wel toegepast moet worden. Ik kijk dan meer speciaal naar de branche van de tijdschriften. In bepaalde teksten moeten woorden worden weggelaten, zinnen verwijderd of herschreven worden. Vooral voor een lezersrubriek kan dat noodzakelijk zijn. Uiteraard gaat die verandering dan niet om WAT de persoon zegt, maar om HOE hij het zegt. De essentie van de tekst mag niet verloren gaan. Kijk,om een extreem geval te nemen:stel dat iemand me lezersbrieven stuurt,waarin hij uitgebreide scheldwoorden gebruikt of dergelijke. Neem ik dat op,dan kan ik daar een gelijkaardige reactie op krijgen;nog meer scheldwoorden enzovoort. In het geval van verhalen is dat minder uitgesproken.Een schrijver heeft meer vrijheid in proza dan in brieven. Mijn verantwoording dan:een tijdschrift moet een zekere "klasse" hebben,ook een fanzine.Een fanzine dat zichzelf respecteert past op zijn taal,omdat zgn. "vierletterwoorden" onweerstaanbaar (en ik weet dat dit burgerlijk klinkt..) de kwaliteit naar beneden sleuren.Wat niet wil zeggen dat een tijdschrift geen verhalen mag publiceren waarin sex of geweld een onderdeel vormen.Het SLEUTELWOORD is echter'VULGAIR'.Ik heb niets tegen sex,tenzij het vulgair is. Ik heb niets tegen geweld (!),tenzij het zinloos is:geweld om het geweld of de verheerlijking ervan.Begrijp me niet verkeerd! Geweld is steeds laakbaar; in zijn "letterlijke" betekenis keur ik het af.Als literair middel in fictie (per slot van rekening maakt geweld in al zijn vormen deel uit van de alledaagse werkelijkheid) schrikt het me niet af. Uiteraard komt het tenslotte neer op persoonlijke smaak.Sommige woorden vind ik vulgair,en andere mensen niet.Alhoewel iedere schrijver verantwoordelijk is voor zijn tekst,heb ik toch het laatste woord (om dan terug te komen op wat ik schreef over de diktatuur van de fan-uitgever). Censuur is in dat ge-
pag. 40 val dus een vorm van zelfverdediging.Zo ook zou een uitgever (van boeken) een boek kunnen weigeren wanneer dat niet strookt met zijn opvattingen. Ik zeg 'zou',want ik zie het nog niet zo direct gebeuren.Een uitgever wordt niet direkt vereenzelvigd met de boeken die hij uitgeeft,waar dat dan meer het geval is bij fanzines, die meestal éénmanszaken - of toch van een kleine groep - zijn.In elk geval,hoe we er ook tegenover staan,hoop ik hierop reacties van mijn lezers te krijgen,zodat ik dan mijn opinie kan toetsen aan de hunne. Tot daar de zwaardere kant van dit (lang) editoriaal, dat om praktische redenen naar achteren verschoven werd. Vanwege Z.L.A.Nuninga kreeg ik enkele exemplaren van Omega. Hij verwacht n° 3 in januari uit te brengen. Eigenlijk wel een aangename verrassing, want het is een goed gepresenteerd tijdschrift, echter met een te klein lettertype en ietwat slordige layout.Maar de inhoud maakt het weer goed,en moest het regelmatiger uitkomen... Nou ja,iedereen heeft zijn problemen. Illos zijn maar erg zwakjes (niet iedereen steelt ze van Druillet of MAD,nietwaar?). Prijs ligt hoog,maar da's voor de offset moet je maar denken. Machtig interessant stuk over Black Holes,waarover we nog meer willen lezen. In haar Master SF Series bracht NEL in England eind '76 weer enkele hardcovers uit:"Brain Wave" van Poul Anderson,"The Mind of Mr.Soames" van Charles Eric Maine en "Lieut.Gulliver Jones: his Vacation" (1905) van Edwin Lester Arnold. Verder verscheen een anthologie van Franse SF,gebundeld door Maxim Jakubowski,John Brunner's"The stone that never came down"; Andrew Lester's "The Thrice-born"; het derde deel van "The History of the SF-Magazines" van Michael Ashley en een lijvige (840pp) biografie van Edgar Rice Burroughs van de hand van Irwin Porges. R.A.J.Zielschot stuurde me enkele exemplaren uit zijn pulpreeksen: Magira, Yan Monro, Countdown, Daymun. Een eerste opmerking dringt zich op wanneer je ze doorleest: ze zijn te kort en bevatten slechts een onderdeel van een langer verhaal. Op het vervolg moet je dan een maand wachten. R.A.J. zou er beter aan doen elke maand een complete cyclus in één deel uit te geven. De prijs is laag: 1 gulden, maar voor 1 nummertje moet je daar nog een gulden aan port bij betalen. De interessantste reeks lijkt me Countdown,waarin werken van Bertin, Van Laerhoven, Raasveld, Ebbenhorst en anderen. De onvermijdelijke Perry Rhodan-auteurs zijn ook hier niet afwezig. Van deze reeks gaan zomaar eventjes 9 delen verschijnen in januari. Voor een informatieblaadje stuur je best een postzegel (of internationaal antwoordcoupon) op aan RAJ Zielschot, Boerhaavelaan 88, Utrecht. Postgiro 771412. Ook PR-spullen zijn bij hem te verkrijgen. Op Rigel 4 kwamen over 't algemeen positieve kritieken. Bij gebrek aan plaats druk ik deze keer geen lezersbrieven af,maar geef hierin korte stukken weer. E.C.Bertin was vrij enthousiast over "Retrox": 'vlot geschreven in een plezante stijl,leuk ideetje,geen grote sf maar zeer genietbaar en grappig.'Ook over de proza van August Leunis liet hij zich lovend uit.'Je recensie-rubrieken zijn echter een verwarde hutsepot waar alles lukraak door mekaar heen wordt besproken..' Ja, Eddy,maar tot nu toe tijp ik de recensies uit in de volgorde waarin ze klaarkomen,en zodus.. Later misschien verdeling naar uitgever. En die 'dertien regels' die ik aan "Die Drachenreiter" verspil zijn er maar zeven hoor (om nu echt te willen vitten!). De hoofding stond naast een tekening geperst.Maar over die reeks zal ik het niet meer hebben. Het artikel van Leunis over Hawkwind 'was een grote teleurstelling,dit is nauwelijks meer dan gewoon vertellen dat Hawkwind bestaat en dat ze muziek plegen..' In dat art.
pag. 41 moest de vijfde titel op pag.26 inderdaad HALL of the.." zijn. Bertin's mening verschilt nogal met die van Leunis:'..met uitzondering van "Warrior at the edge of Time" (is) hun eigen werk zéér monotoon,voor een groot deel gebaseerd op een slagwerkritme dat sterk aan de oude Velvet Underground herinnert,in lang-uitgesponnen en tamelijk luidruchtige melodieën (..). Ik vind Hawkwind ook een goede groep,prefereer ze boven Pink Floyd en Tangerine Dream,maar muzikaal gezien kunnen ze noch aan deze twee noch aan anderen zoals Schulze,Froese,Novalis,Wakeman e.a.' Over de gebrekkige layout van SF-G zegt Bertin verder nog dat hij te weinig tijd heeft voor artistieke bladindeling en trouwens bij zijn lezers heeft ontdekt dat deze informatie willen,geen mooie prentjes of lettertjes. Frank De Cuyper gebruikt die vleiende woorden 'Beste Vlaamse Fanzine" i.v.m. Rigel (ook een goeie truk om in de brievenrubriek terecht te komen!). Elders maakt hij de opmerking dat Daniel Corti en zelfs Josiane Cortoos niemand anders zouden zijn dan Uw Teergeliefde Editor!!! Gaat ie nou beweren dat mijn poezelige verloofde en ik één en dezelfde persoon zijn? En Daniel dan ook nog? Een Farmeriaans driehoeksgeval voorwaar! ---------- O O O O O O O O O ----------
pag. 42 James Blish - "Zolang het duurt". Born sf 63, 1976. Oorspr. "And all the stars a stage" uit 1971. Vertaling: John Dory. Cover: Peter Coene. 159 pp. -------------------------------------------------------------------------Klassiek werk, gekende ingrediënten, maar toch niet Space-Opera-achtig. Het boek is een mengsel van twee thema's: 1. John Birn leeft in een maatschappij met een enorm mannenoverschot, zodat vrouwen de belangrijkste plaatsen bezetten (omdat zij, hoe dan ook, meer waarde hebben). 2. De zon dreigt een nova te worden en de mensheid zal naar de sterren vluchten. Maar niet iedereen kan gaan en in de strijd om de weinige ruimteschepen komen velen om. Dan begint de verkenningstocht door de ruimte op zoek naar een nieuwe thuis. Jammer dat Blish het eerste thema helemaal niet verder ontwikkelde dan het beginstadium. Het had een goed boek kunnen worden, maar nu is het maar tweederangs leesvoer. G.E. Charles Harness - "De Ring van Ritornel". Meulenhoff sf 108, Amsterdam,1976. Oorspr.: "The ring of ritornel" (1968). Vertaling: M.Meuldrager-Ezelin.240pp --------------------------------------------------------------------------Ergens werd de vergelijking gemaakt tussen Harness en Van Vogt. Inderdaad, "Ritornel" vertoont diverse Van Vogtiaanse thema's: onsterfelijkheid, supermens, galactisch Rijk met buitenaardsen.. Geen haar op mijn hoofd zou er echter aan denken om Harness het onrecht aan te doen hem met de schrijver van "Slan" en andere werken te vergelijken. Harness volgt hem wel waar het ideeën betreft, maar qua stijl en taal overtreft hij Van Vogt en diens epigoon Laumer onmeedogenloos. Kijk alleen maar naar de indeling van dit boek; de opvatting van het wereldstelsel met zijn twee godsdiensten en de mystieke achtergrong van de dobbelsteen en de ring. Harness kan echter aan het einde van het boek niet de verleiding weerstaan te goochelen met wetenschap, een van de meer kwalijke gewoonten die sommige werken van voornoemde schrijvers bederven. Niettemin blijft "Ritornel" een krachtig epos, wat bewijst dat de hardcore nog niet dood is (al is dit boek toch enkele jaartjes oud). - G.E. Philip Dick - "Wacht nu op vorig jaar". Meulenhoff sf 106, Amsterdam, 1976. "Now wait for last year" (1966). Vertaling: R.L. Van Rhyn. Cover:B.Pennington ---------------------------------------------------------------------------Ik kan niet zeggen dat ik deze nieuwe (1966) Dick niet in een ruk heb uitgelezen, maar ik hou toch mijn twijfels. Het volgende boek dat ik ter hand nam was Ubik, zij het voor de derde keer. 'Wacht nu op vorig jaar' komt maar bleekjes uit de vergelijking en buiten 'Ubik' heeft Dick nog wel een paar andere werken die zijn nieuwste vertaling ver overtreffen. Wat niet dadelijk wil zeggen dat het helemaal geen goed boek is, maar voor de duidelijkheid, er zijn er betere. De titel zegt het eigenlijk al, we zijn weer aan het tijdreizen. Nu maken we echter gebruik van JJ 180, een erg verslavend goedje waar spijtig genoeg een tegengif voor bovengehaald wordt. Dr.Eric Sweetcent, zeg maar Robert Redford, heeft voortdurend heibel met mevrouw en wordt bovendien nog lijfarts van de dictator Gino Molinari, de man die de oorlog met de Reegs moet winnen. Sweetcent, U raadt het, raakt verslaafd en moet de toekomst in om te genezen. Klassiek naar het einde toe is dat hij zijn eigen ik ontmoet en dat tenslotte de liefde voor de vrouw overwint. Ik zei het al: typisch Redford. Al bij al, een tamelijk onderhoudend boek en net genoeg spanning tot het einde. Een pluim voor Meulenhoff, de omslagtekekingen worden opnieuw beter. - Yves Vandezande.
pag. 43 "De wonderschone wereld van de science fiction illustratie". Brian Aldiss. Meulenhoff, Amsterdam, 1976. f 19.50, 128 pp. Vertaling: Mark C. Alting. ----------------------------------------------------------------------Een opmerking eerst, net zoals voor "De machtige machines van Chris Foss": dit boek is groot van formaat en past niet in elke boekenkast. De prijs is niet te hoog voor een prachtig kunstboek van dit genre, en de illustraties zijn werkelijk mooi. Aldiss begint met een overzicht van de belangrijkste tekenaars die illustraties maakten voor de vele tijdschriften die de sf-geschiedenis gekend heeft. Alhoewel hij een belangrijk iemand als Frank Frazetta helemaal vergeet heeft hij een indrukwekkende reeks bijeen gekregen: Bok, Schneeman, Cartier,Brown, Finlay, Emsh, Dold, Schomburg, Wesso, Leydenfrost, Lewis, Paul, en vele anderen. Zowel met gekleurde omslagtekeningen als met binnenillo's geeft hij voorbeelden van hun veelzijdig talent. Het tweede deel van het boek behandelt een aantal sf-thema's: robots, ruimtereizen,monsters,machines,enz. Enkele bladzijden zijn aan de strip gewijd, maar daar is Aldiss erg beknopt, alhoewel dat een discipline apart is en als dusdanig op zichzelf al een boek zou vullen. Tenslotte geeft hij een overzicht van de vele pulps met bondige geschiedenis (té bondig eigenlijk). Maar al te duidelijk is in dit boek Aldiss'weemoed weerspiegeld naar die goeie ouwe tijd van de bloei van de pulps. Zo duidelijk zelfs dat hij weinig aandacht besteedt aan hedendaagse illustrators,en enkelen onder hen slechts in't voorbijgaan vernoemd. Jammer eigenlijk, want onder hen zijn er genoeg die kunnen concureren met hun oudere collega's, alhoewel toegegeven moet worden dat genieën zoals Bok, Dold en Cartier zelden geëvenaard worden. Niet alleen voor fanatieke sf-fans, maar ook voor iedereen die van de tekenkunst houdt is dit boek een waardige aanwinst op de boekenplank. Daniel Corti. Jack Vance - "Durdane". Meulenhoff sf 100, Amsterdam,1976. Vertaling: Pon Ruiter, omslag: Chris Foss. Oorspr: "The Anome" (1971), "The brave free Men" (1972) & "The Asutra" (1973). -------------------------------------------------------------------------Durdane is zowat een tweede Tschai: even onrustig en kleurrijk, en even gevaarlijk. In een van de kantons van het rijk van Shant,vlucht de jonge Mur weg voor de woede van godsdienstige fanatiekelingen. Hij neemt de naam Gastel Etzwane aan en trekt naar de stad Garwiy, waar hij een petitie wil neerleggen bij de Anome, de anonieme heerser van Shant, om te protesteren tegen onrechtmatigheden in de kantons. Etzwane komt echter in contact met Ifness, een man van de Aarde, die Durdane onderzoekt. Ondertussen vallen de Roguskhoi Shant binnen, plunderend, moordend en verkrachtend. De Anome doet niets ertegen en na de gebruikelijke avonturen neemt Etzwane diens plaats in en verslaat de Roguskhoi. Maar een buitenaardse vijand zit niet ver op de loer... Een typische Vance dus, alhoewel hij zijn personages wat beter uitdiept dan in vroegere werken (behalve de vage Ifness), maar niet erg diep. Hij laat overigens een aantal losse draadjes hangen, en enkele onlogische details verstoren het geheel (bvb waarom gebruikt Etzwane nooit zijn energiepistool op Kahie?). Het slot lijkt wel snel-snel te zijn geschreven, alsof Vance blij was te kunnen ophouden. Maar dan is er Durdane zelf, en Vance's beschrijvingen van de planeet. Waarschijnlijk zijn grootste aantrekkingskracht: zijn manier om van een volkomen vreemde wereld een coherent geheel te maken en volkomen uit te diepen; sociologie, geschiedenis, kunst, al wat er bij hoort. Geen ander dan Vance kan dat, en dan vergeven we hem wel dat hij soms meegesleurd wordt in zijn enthousiasme van ontdekkingsreiziger,en eventjes het verhaal vergeet. Onnodig dit boek aan te bevelen, denk ik. Vance's faam is gevestigd in onze streken. -G.E.
pag. 44 "Science fiction verhalen", ed. by Terry Carr. Spectrum Prisma 1755,1976,232 pp.Vertaling:Annemarie Kindt en Pon Ruiter.Oorspr:"The best sf of the year 4" 1974. -------------------------------------------------------------------------— Voornamelijk verhalen van auteurs die op het ogenblik zo'n beetje 'in' zijn: Silverberg, Shaw,Dick,LeGuin. Het langste stuk is van Silverberg:"Opgewekt bij de doden" (Born with the dead). Een voorbeeld van zijn ommezwaai naar literaire sf.Jorge Klein's vrouw is overleden en daarna opgewekt.Alhoewel de "doden" afgezonderd van de "levenden" wonen en leven,probeert hij terug met haar in contact te komen.Gans verschillende werelden komen echter zo in botsing.Zelfs na zijn eigen dood is er geen oplossing voor zijn innerlijke drang: zijn vrouw interesseert zich niet meer voor hem,opgewekt of niet. Een einde dat je te gauw gaat anticiperen,en dat het stuk flink verzwakt.Philip Dick reist in zijn verhaal weer rond in de tijd,maar brengt tevens een interessante psychologische ontleding van zijn personages,alhoewel dit verhaal - zoals andere werken van hem - soms irriterend vaag en onduidelijk kan overkomen.Pohl's "verkochte bruid" ("We purchased people") laat een diepe indruk na op de lezer: door buitenaardse bestuurde menselijke veroordeelden knappen voor hun meesters al het werk op aarde op,en worden door, hen slechts beschouwd als instrumenten. Af en toe deed het me even denken aan "The puppet Masters" van Heinlein- zonder vergelijkingen te willen trekken. Andere verhalen o.a. van Moorcock,Tenn, Zelazny,Niven... Goede verzameling. - G.E. "Conan" & "Conan van Cimmerië", resp. Bruna zwarte beertjes 1714 en 1715, beide uit 1976. -----------------------------------------------------------------------Deze deeltjes zijn vertalingen van resp. "Conan" en "Conan of Cimmeria", die verhalen bevatten van Robert E. Howard, L.Sprague de Camp en Lin Carter. Sommige verhalen zijn sanenwerkingen, andere zijn oorspronkelijke verhalen van Howard. In chronologische volgorde werden deze gebundeld, terwijl de andere eigenlijk een aanvulling zijn om gaten in Conan's levensloop weer te geven. Ongetwijfeld maakten de Camp en Carter dan ook gebruik van ideeën van Howard. Robert Ervin Howard, geboren in 1906 en overleden in 1936 - een jaar voor Lovecraft - schreef, in tegenstelling tot deze laatste voornamelijk Sword & Sorcery. In deze stroming is hij dan ook de meester bij uitstek,en kent hij vele navolgers:Carter,Moorcock,Jakes,Norman,Leiber. Over de waarde van S&S zijn de meningen verdeeld - voor sommigen de meest primitieve prulliteratuur, voor anderen de ideale verhaalvorm.In elk geval zijn moord en verkrachting erin aan de orde van de dag, en kan men soms moeilijk de beweegredenen van de personages,zelfs de "helden" goedpraten -indien ze al beweegredenen hebben. Net zoals voor de cyclus van Leiber kan je hier niet elk verhaal apart bespreken. We kunnen stellen dat het goede ontspanningsliteratuur is,alhoewel de morele waarden niet altijd hoog liggen.Literair gezien zijn het natuurlijk ook geen prijsverhalen, maar beter dan Carter of Jakes, dat wel. Voor de aanhangers en fanatici van het genre... -Daniel Corti.
9-11 september 1977 Fabiolahome University of Gent Stalhof 4 B-9000 Gent Guest of honour: Fan-Guest of hon.: Guests: Speakers:
Bob Shaw (E) E:English Waldemar Kumming (D+E) D:German Michel Jeury (F) F:French Roland Grünberg (F) N:Dutch Robert Smets (F+N) Jozef Peeters (Jean Ray Group) (N+F) Brian Hampton (E) Paul Van Herck (Belgian author) (N) Claude Dumont (F) J.Van Der Haeghen (Belgian astronomer) (N+F) Luk De Vos (Univ-Bukavu) (N+E) Eric Batard (in panel with Grünberg) (F)
SF-ART: Danny Bloes (?), Roland Grünberg, Bomont, R.Pauwels... Agents: Eric Batard (Fr); W.Kumming (D); Vernon Brown (UK); Claude Dumont (Wallonie); Nellie Pardoel (Ned.). Bookshop: Alain (Malpertuis,Brux.); George Coune (Brux.?); Bernard Goorden, Ken Slater (?) Prijzen:
Overnachting in éénpersoonskamer: 300 Fr (ontbijt incluis) Middagmaal: 100 Fr Toegang (films incluis): 250 (1 persoon), 350 (echtpaar).
Bij: Lou Grauwels, Lange Kievitstraat 27, 2000 Antwerpen. Rekeningnr. 220-0961338-07 van SFAN-Antwerpen. Belangrijk bericht voor de abonnees van RIGEL: Als alle onderhandelingen goed verlopen zal vanaf deze zomer SF-magazine overgaan in Rigel,waarbij de nummering van SF-magazine behouden blijft. Aan de opvattingen omtrent Rigel zal in theorie niets veranderen,maar practisch gezien brengt deze samensmelting een aantal wijzigingen met zich mee: a) de druktechniek wordt offset, ongeveer 40 blz. b) de abonnementen worden geregeld door SFAN,dus voor Uw SFAN-lidgeld krijgt U nu Rigel i.p.v. SF-magazine. c) meer faciliteiten en medewerkers komen ter beschikking van dit blad. De redactie van dit blad blijft dezelfde, en Rigael wil een zo onafhankelijk mogelijke koers varen t.o.v. het SFAN-bestuur en de vroegere SFAN-redactie. Hiermee hopen we vroegere "vijanden" van het SFAN-bestuur met deze nieuwe vorm te verzoenen. Wel wordt een kern van adviserende redactieleden in de ploeg opgenomen, die echter geen verantwoordelijkheid dragen voor de inhoud van Rigel. Het is dus onnodig Uw abonnementsgeld op Rigel te hernieuwen. .DE REDACTIE.