Theoretische onderbouwing
ADVIESRAPPORT
In opdracht van: Revalidatie centrum, Mytylschool Paramaribo, M.G. Goedschalk.
Senioradviseur: J.J. van der Toorn
Auteurs: L. Rutten, M. Tames, R. Weidijk & M. Wiedijk
Hogeschool van Amsterdam, Opleiding Ergotherapie
1
2
Schrijven, zo goed je kan! Adviesrapport
Juni 2011, Amsterdam School of Health Professions
Projectgroep:
Lianne Rutten Marloes Tames Rianne Weidijk Michelle Wiedijk
Trefwoorden:
Schrijven, kinderen, ergotherapie, Mytylschool en Suriname
Amsterdam School of Health Professions
©2011 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of worden openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteurs, de ASHP en de Hogeschool van Amsterdam. Het gebruik van cijfers en/of tekst als toelichting of ondersteuning bij artikelen, boeken en scripties is toegestaan, mits de bron duidelijk is vermeld. Op de volgende wijze kunt u refereren aan de theoretische onderbouwing van het adviesrapport ‘Schrijven, zo goed je kan!’: Rutten, L. Tames, Toorn, J.J. van der. M. Weidijk, R. Wiedijk, M. (2011). Schrijven, zo goed je kan!: theoretische onderbouwing van het adviesrapport. Amsterdam School for Health Professions, Amsterdam.
3
4
Voorwoord In het kader van ons afstudeerproject aan de opleiding ergotherapie, van de Hogeschool van Amsterdam, hebben wij ons verdiept in het bevorderen van schoolse vaardigheden bij kinderen van de Mytylschool bij het revalidatiecentrum in Paramaribo. Naar aanleiding van het uitgevoerde onderzoek zijn de adviezen in deze adviesrapportage terug te vinden. Tijdens de uitvoering van dit afstudeerproject zijn er meerdere mensen geweest die ons hebben geholpen en gesteund. Deze mensen willen we hierbij dan ook hartelijk bedanken. Onze dank gaat uit naar alle mensen die ons gesteund hebben in kennis en motivatie, zowel in Suriname als in Nederland. In het bijzonder willen we onze senioradviseur, Anneco van der Toorn, bedanken voor de begeleiding, steun, tips en haar kritische blik. Als laatst, maar niet als minst, willen wij onze opdrachtgever Marinthe Goedschalk bedanken voor de samenwerking tijdens de afgelopen twintig weken. We hebben met veel enthousiasme en motivatie gewerkt aan het tot stand komen van deze adviesrapportage.
Paramaribo, Juni 2011
Lianne Rutten, Marloes Tames, Rianne Weidijk, Michelle Wiedijk.
5
6
Inhoudsopgave Voorwoord .........................................................................................................................................5 1.Inleiding ...........................................................................................................................................9 2. Omschrijving doelgroep ................................................................................................................ 10 3. Uitkomst ....................................................................................................................................... 11 4. Het advies ..................................................................................................................................... 12 4.1 Samenwerking ........................................................................................................................ 12 4.2 Meubilair ................................................................................................................................ 13 4.3 Hulpmiddelen en aangepaste (schrijf)hulpmiddelen................................................................ 13 4.4 Schrijven ................................................................................................................................. 15 Begrippenlijst.................................................................................................................................... 17 Bronvermelding ................................................................................................................................ 19
7
8
1. Inleiding Voor u ligt het adviesrapport van de afstudeerproject ‘Schrijven zo goed je kan!’ van de Hogeschool van Amsterdam, opleiding ergotherapie. De projectgroep heeft in opdracht van het revalidatiecentrum te Paramaribo gewerkt aan het geven van adviezen om de schrijfvaardigheden van de kinderen op de Mytylschool te bevorderen.
De afgelopen twintig weken heeft de projectgroep alle klassen binnen de Mytylschool geobserveerd, de docenten van de Mytylschool geïnterviewd, de ergotherapeuten van het revalidatiecentrum geïnterviewd, een literatuuronderzoek gedaan in zowel nationale als internationale literatuur en zijn er workshops gegeven in het revalidatiecentrum en op de Mytylschool. De resultaten hiervan dienen allen als onderbouwing van het advies.
9
2. Omschrijving doelgroep De projectgroep maakt dit eindproduct voor de ergotherapeuten van het revalidatiecentrum, behorend bij het Academisch Ziekenhuis Paramaribo. De doelgroep bestaat uit de ergotherapeuten van het revalidatiecentrum. De doelgroep die de projectgroep uiteindelijk ook met dit project wil bereiken zijn de docenten van de Mytylschool. Daarbij heeft de projectgroep zich gericht op alle docenten van de Mytylschool, omdat alle kinderen hun schoolse vaardigheden kunnen bevorderen en dit door de docenten moet worden aangeleerd.
Het betreft een Christelijke, openbare school. Dit houdt in dat de kinderen een christelijke achtergrond hebben. Dit is ook terug te zien in het schoolsysteem. Een keer per week komen alle kinderen bij elkaar om gezamenlijk Christelijke liederen te zingen. Binnen de Mytylschool zijn er zes klassen. Kinderen komen op de Mytylschool terecht door middel van een verwijzing. De kinderen kunnen verschillende leeftijden hebben als ze op de Mytylschool terechtkomen. Vervolgens wordt er gekeken naar 'het kunnen' van het kind en aan de hand daarvan wordt het kind in een klas ingedeeld.
10
3. Uitkomst Zoals terug te vinden in hoofdstuk 1 is de vraagstelling als volgt: 'Het bevorderen van de deskundigheid van de ergotherapeuten in het kader van schrijfvaardigheden, (aangepaste) schrijfmaterialen en gerichte adviezen aan ergotherapeuten, docenten en ouders voor begeleiding van kinderen met schrijfproblemen'.
Door middel van de conclusies die uit de verschillende observaties, interviews en het literatuuronderzoek zijn getrokken, is de projectgroep tot verschillende adviezen gekomen. De adviezen zullen in het hoofdstuk hierna worden uitgewerkt en zullen antwoord geven op de bovenstaande vraagstelling.
Na het toepassen van de gegeven adviezen weten de ergotherapeuten hoe ze een kind met schrijfproblemen het beste kunnen begeleiden om de schoolse vaardigheden te bevorderen. Het doel is dat de docenten uiteindelijk in staat zijn om tijdig motorische problemen en problemen in schoolse vaardigheden te signaleren. En indien mogelijk de kinderen met deze problematiek te begeleiden. Zo niet, dan zullen de docenten dit bij de ergotherapie aangeven, zodat de ergotherapeuten hiermee verder kunnen gaan.
11
4. Het advies In deze paragraaf zullen adviezen gegeven worden over de samenwerking tussen de ergotherapeuten en de docenten van de Mytylschool. Deze adviezen zijn verdeeld over de onderwerpen communicatie, overlegmomenten en het opnemen van ergotherapie in het schoolrapport. 4.1 Samenwerking In deze paragraaf zullen adviezen gegeven worden over de samenwerking tussen de ergotherapeuten en de docenten van de Mytylschool. Deze adviezen zijn verdeeld over de onderwerpen communicatie, overlegmomenten en het opnemen van ergotherapie in het schoolrapport.
4.1.1 Communicatie Een goede communicatie tussen de ergotherapeuten en de docenten is belangrijk om de kinderen van de Mytylschool zo goed mogelijk te kunnen ondersteunen en begeleiden bij het uitvoeren van alle schoolse vaardigheden.
Er wordt geadviseerd om…: na iedere individuele ergotherapie behandeling te rapporteren in het communicatieschrift . als docent de rapportages in het communicatieschrift van de ergotherapie te lezen en aan te vullen wanneer nodig. bij vragen en of problemen omtrent school, direct contact op te nemen met desbetreffende docent. duidelijk af te stemmen met het schoolhoofd wie welke verantwoordelijkheden heeft betreft ontwikkelingen en veranderingen in de school.
4.1.2 Vast overlegmoment Een vast overlegmoment tussen de ergotherapeuten en de docenten is belangrijk om vragen en problemen te verduidelijken en op te lossen. Ook kunnen hierbij kinderen die niet bij de ergotherapie komen of die nieuw zijn op school, geïntroduceerd worden.
12
Er wordt geadviseerd om…: één keer in de maand een vast overlegmoment van ongeveer één uur in te plannen voor de docenten en de ergotherapeuten waarbij gesignaleerde problematiek van de kinderen besproken zal worden. Vooraf kan bepaald worden welke kinderen dit zullen zijn
4.1.3 Ergotherapie in het schoolrapport Twee keer per jaar krijgen de kinderen van de Mytylschool een rapport mee naar huis waar hun schoolresultaten in staan weergegeven. In dit rapport is ergotherapie nog niet opgenomen. Wanneer ergotherapie wel opgenomen zal worden binnen dit rapport wordt de vooruitgang bij de therapie bij zowel de ouders als de docenten zichtbaar. Deze vooruitgang kan ook invloed hebben op de overgang naar de volgende groep.
Er wordt geadviseerd om…: ergotherapie op te nemen in het schoolrapport .
4.2 Meubilair In deze paragraaf zal advies gegeven worden over het schoolmeubilair op de Mytylschool. Op dit moment wordt er gebruik gemaakt van meubilair dat geschikt is voor volwassenen. Ook is er bij het huidige meubilair geen mogelijkheid tot opbergen van de spullen waardoor deze bij de kinderen op tafel liggen.
Er wordt geadviseerd om…: het huidige meubilair te vervangen voor passend meubilair voor de kinderen aan de hand van Peter de Onderbeenmeter. het vervangende meubilair te laten voorzien van een lade waarin schoolspullen opgeborgen kunnen worden. bij gebrek aan beter voetenbankjes in diverse hoogtes aan te schaffen zodat de kinderen aan de huidige tafels toch een juiste houding aan kunnen nemen.
4.3 Hulpmiddelen en aangepaste (schrijf)hulpmiddelen In deze paragraaf zal advies gegeven worden over (schrijf)hulpmiddelen die geschikt zijn voor kinderen van de Mytylschool. Op dit moment wordt er op de Mytylschool gebruik gemaakt van
13
driehoekspotloden tijdens het schrijven. Pengrippers zijn aanwezig maar kunnen niet gebruikt worden op de huidige pennen en potloden. Er bestaan verschillende aangepaste (schrijf)hulpmiddelen. Mogelijk zullen niet alle hulpmiddelen verkrijgbaar zijn in Suriname.
Soms kan het voor een kind met motorische problemen een oplossing zijn om materialen aan te passen of aangepast materiaal aan te schaffen. Voor één probleem zijn verschillende oplossingen verkrijgbaar. Om te weten welke oplossing het beste voor een kind werkt, is het goed advies in te winnen bij een therapeut, docent, ouder of andere begeleider.
Hieronder zal een opsomming volgen van mogelijke bruikbare (schrijf)hulpmiddelen:
4.3.1 Antislip materiaal Er kan verschillend antislip materiaal worden aangeschaft. Uit de antislip rollen kunnen verschillende vormen worden geknipt. Deze kan gebruikt worden als onderlaag op het werkvlak, van het kind, om het wegglijden van het werk te voorkomen.
4.3.2 Schrijfmateriaal Enkele voorbeelden voor aangepast schrijf- en knutselmateriaal zijn: Dikke kleurpotloden Dikke stiften Driehoekpotloden Driehoekstiften Verdikkingsmateriaal Gum pen Verzwaarde liniaal Antislipliniaal Liniaal met opstaande rand
Er wordt geadviseerd om…: Gebruik te maken van aangepaste scharen, pennen en potloden. Wanneer de hulpmiddelen in Suriname niet beschikbaar zijn, gebruik te maken van een wel aanwezig hulpmiddel dat het meest overeenkomt met het gewenste hulpmiddel .
14
4.4 Schrijven In deze paragraaf zal advies gegeven worden over linkshandige leerlingen en onderwerpen die belangrijk zijn bij de schrijfgroep, onder andere de opstelling van de klas, de attributen op tafel, het schoolbord en het gebruik maken van een liedje over de zithouding.
4.4.1 Linkshandige leerlingen Niet altijd kan een kind zijn voorkeurshand bepalen voor het kind naar de groep gaat waarin hij/ zij leert schrijven. Er zijn verschillende testen op de markt, die door een ‘specialist’ uitgevoerd dienen te worden. Een verkeerde keuze voor de voorkeurshand kan grote gevolgen hebben voor het leerproces.
Er wordt bij linkshandige kinderen geadviseerd om…: ervoor te zorgen dat het kind voldoende ruimte heeft om zijn linker arm vlot en soepel te kunnen bewegen op de lichtinval te letten, deze kan hinderlijke schaduw op het papier werpen het kind erop te attenderen het schrijfmateriaal iets hoger vast te houden dan het rechtshandige kind.
4.4.2 Opstelling klas Nu is er een vaste opstelling in de klas, die ook tijdens de schrijfles wordt gehanteerd. Enkele kinderen moeten gedraaid op hun stoel zitten om het bord te kunnen zien. Ook zitten er aan enkele tafels meerdere kinderen, waardoor de kinderen sneller afgeleid zijn.
Er wordt geadviseerd om…: ervoor te zorgen dat alle kinderen recht naar het bord zitten en de docent goed kunnen aankijken en het schoolbord goed kunnen zien. de kinderen niet in te grote groepen te laten werken. kinderen met een lage concentratieboog niet aan het raam of bij de deur te laten zitten.
4.4.3 Attributen op tafel De kinderen op de Mytylschool hebben veel schoolspullen op tafel liggen waardoor ze niet altijd voldoende ruimte hebben om goed te kunnen schrijven of te werken aan tafel. Ook dit kan voor afleiding zorgen.
15
Er wordt geadviseerd om…: de kinderen te attenderen op het opruimen van de tafeltjes waarneer hieraan gewerkt gaat worden. zoals bij 4.2. Meubilair; meubilair aan te schaffen inclusief lade of een apart kastje voor het opbergen van de spullen.
4.4.4 Schoolbord Het schoolbord staat vol met allemaal belangrijke informatie, zoals het lesrooster, de letters, de dagen van de week, een tekening met regels waaraan de kinderen zich moeten houden in de klas et cetera. Hierdoor krijgen de kinderen veel visuele prikkels binnen.
Er wordt geadviseerd om…: het schoolbord minimaal te voorzien van informatie.
4.4.5 Begin lied 'schrijven op maat' Bij de schrijfles 'schrijven op maat' wordt gestart met een liedje over een goede zithouding. Dit is belangrijk, hierdoor weten de kinderen dat ze goed moeten zitten en waar ze op moeten letten voor een goede zithouding.
Er wordt geadviseerd om…: docenten het begin lied ‘schrijven op maat’ aan te leren. docenten de dag te laten beginnen met dit liedje, en dit gedurende de dag een aantal keer te herhalen.
16
Begrippenlijst AZP
Academische Ziekenhuis te Paramaribo.
Concentratieboog
Hoelang een kind zijn/haar aandacht kan blijven houden tijdens een opdracht.
Driehoekspotloden
Potloden in de vorm van een driehoek.
Ergotherapie
Een vorm van therapie waarbij je zo zelfstandig mogelijk dagelijkse taken kan blijven uitvoeren, ondanks je lichamelijk, psychische aandoening.
Communicatieschrift
Via dit schrift communiceren ouders, docenten en ergotherapeuten met elkaar over de vorderingen van het kind.
Gedifferentieerd
Het herkennen van verschillen.
Motorische problemen
Problemen in de motoriek, grove en fijne bewegingen.
Mytylschool
Basisschool voor kinderen met een beperking.
Pengrippers
Een stukje zacht plastic dat op een pen word geschoven voor extra grip tijdens het schrijven.
Revalidatiecentrum
Een centrum waar men kan revalideren/ herstellen na een ziekte of beperking.
Schoolse vaardigheden
Vaardigheden die je nodig hebt om te kunnen schrijven.
17
18
Bronvermelding Academisch Ziekenhuis Paramaribo (2011). Revalidatiecentrum: Ergotherapie. Geraadpleegd op 21-02-2011, < http://www.azp.sr/nl/revalidatiecentrum/ergotherapie>. Alblas, G. Eerd-Smetsers, C. (2001). Schrijven is een vak apart; schrijven en didactiek, Wolters-Noordhoff Groningen. Baken, M. (2009). Werken als ergotherapeut in Suriname: Hulpmiddelen zijn kostbaar en er zijn geen vergoedingsregelingen. Ergotherapie Nederland, blz. 22 – 24. Baken, M., Stoter. M., Hofstede, S. (2009). Lesmodules woontraining op een mytylschool: Ieder op zijn manier. Ergotherapie Nederland, blz. 14 – 18. Bakker, J.J. (2005). Epilepsie. Tekstenboek Hogeschool van Amsterdam, blz. 166 – 172. Berckelaer- Onnes, L. (2004). Zestig jaar Autisme. Nederlands Tijdschrift Geneeskunde, blz. 1024 - 1029. Berg, I. van den. Brouwer, M. Postuma, A. Vos, L. (2010). Schrijven met plezier, theoretische onderbouwing. Scriptie. Domein gezondheid: Hogeschool van Amsterdam. Bijkerk, L. W. v. (2006). Het gaat steeds beter! Activerende werkvormen voor de opleidingspraktijk. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. Bonhof, A. Kuiper, H. Veldhuizen, L. Werdler, F. (2005). Bij voorkeur hand-ig. Een afdelingsrichtlijn voor het behandelen van kinderen met voorkeurshand-problematiek, theoretische onderbouwing. Scriptie. Domein gezondheid: Hogeschool van Amsterdam. Buitelaar, J.K., Skooij, J.J. (2000) Aandachtstekort- hyperactiviteitstoornis (ADHD): achtergronden, diagnostiek en behandeling. Nederlands Tijdschrift Geneeskunde, blz. 150 - 156. Buitenhuis, M. (2011). Ergotherapie in Suriname: Revalidatiecentrum. Geraadpleegd op 21-02-2011, . Bult, M. (2008). Dagelijkse activiteiten buiten school: Meten van participatie bij kinderen. Ergotherapie Nederland, blz. 24 - 26. Burg, P. van den, Gieles, P. & Kropman, A. (2009) Adviesrapport & onderzoeksrapport kinderassessments. Scriptie. Domein gezondheid: Hogeschool van Amsterdam. Burgt, M. van der. E. J.-G. (2008). Preventie en gezondheid door paramedici. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. Casimir, T. L. B. (2004). Werk aan de winkel inspiratie voor workshops. Houten: Neroc. Corstens- Mignot, M.A.A.M.G. Cup, E.H.C. Hartingsveldt- Bakker, M.J. (2002). Standaard Observatie Ergotherapie Schrijven en Sensomotorische Schrijfvoorwaarden; SOESSS theorie en praktijk, Lemma, Utrecht.
19
Coster, W. (1998). Occupation Centred Assessment of Children. The American journal of Occupational Therapy, blz. 58 – 64. Derwig, M. (2003). Schrijfkriebels Handboek voor bewegingservaringen in het platte vlak. Maarssen, Elsevier 2e druk Dijkstra, J. Engen, A. van. (1994). Groepshandleiding Schrijven in de basisschool Groningen Woltersgroep. Duijse, M. van., Hoogerwerf, E., Hoop, A. de. (2009). Foto-interview helpt kinderen bij de keuze van de eigen hulpvraag: Wat wil ik nou zelf verbeteren? Ergotherapie Nederland, blz. 25 – 27. Eerd-Smetsers, C. (2001). Schrijven is bewegen, ThiemeMeulenhof Utrecht/Zutpen. Galan, K. de. (2006). Trainen Een praktijkgids, Pearson Education Benelux. Goedschalk, M. (2011). Vragenlijst Mytylschool. Domein gezondheid: Hogeschool van Amsterdam. Haan, I. den. Hiele, E. Kok, S. (2006). Klim op en schrijf, theoretische onderbouwing. Scriptie. Domein gezondheid: Hogeschool van Amsterdam Hagen, A. van. (2008). Bovenbouw leert leesbaar schrijven. Tijdschrift Ergotherapie Nederland, blz. 26 – 28. Hartingsveldt & Vries de. (2010). ‘state of the art´ en de SOESSS, studiedag Meedoen op school. Utrecht: Ergotherapie Nederland. Hartingsveldt, M.J. van., Cup, E.H.C. Corstens-Mignot M.A.A.M.G. (2006). Korte Observatie Ergotherapie Kleuters, theorie, observatie en advies. Nijmegen: Ergoboek. Hemmen, G.I.H. (2005). Profiel kinderergotherapie in Nederland. Nederlandse Vereniging Ergotherapie, blz. 43 – 55. Hihgmore Sims, N. De complete handleiding voor geweldige workshops (2009) Pearson Education Uitgeverij. Hoogervorst, N. & Ittmann, J. (2006). Een motorisch onhandig kind in de klas. Scriptie. Domein gezondheid: Hogeschool van Amsterdam. Isarin, J. (2001). De kwaliteit van leven van ouders van een MCC-kind: Kun je het aan? Raakpunt, blz. 23, 24. Keulen, M. (1990) ‘schrijfproblemen opsporen en behandelen’, Sittard Klerk, K. de. Peeterman, B. Post, S. Postuma, M. (2006). Schrijven doe je zo, theoretische onderbouwing. Scriptie. Domein gezondheid: Hogeschool van Amsterdam. Kohnstamm, R. (1992) “Kleine ontwikkelingspsychologie”(deel 2) Künneke, C. (2009). Zelf Analyse Kinder Activiteiten (ZAKA): Een nieuwe manier om kinderactiviteiten in kaart te brengen. Ergotherapie Nederland, blz. 25 – 29. Litière, M. (2007) Mijn kind leert schrijven. En hoe kan ik helpen. Tielt: Lannoo. Lindeman, M. (1988). Handschrift verbeteren - docentenhandleiding, Stichting IVIO Lelystad. P. 9 e.v.
20
Mansura, R. van. (2008). Ergonomie in kinderdagverblijven: Communicatie en verstelbare commode. Ergotherapie Nederland, blz. 8 – 10. Marnell, L. (2001). Handwriting help for kids. Geraadpleegd op 20 augustus op: . Matthijssen, P. (2008). Creatief omgaan met beperkte middelen. Ergotherapie Nederland, blz. 20, 21. McHale, K. & Cermak, S.A. (1992). Fine motor activities in elementary school: Preliminary findings and provisional implications for children with fine motor problems. American Journal of Occupational Therapy, 46, 898-903. Nachshen, J.S., Minnes, P. (2005). Empowerment in parents of school aged children with of without developmental disabilities. Journal of Intellectual Disability Research, blz. 889 – 902. Njiokiktjien, Ch. Gobin, A. (1993). Kinderen met leerstoornissen. Handleiding bij het klinisch neurologisch onderzoek . Utrecht: Bunge. Os van den Abeelen, A. van. (2010). Een film over ergotherapie: Thijs gaat weer vrolijk naar school. Ergotherapie Nederland, blz. 6 – 8. Prenger E. (2002). Als het op school niet gaat zoals ze willen… Scriptie. Domein gezondheid: Hogeschool van Amsterdam. Prenger, E., Terlingen, M. & Vranken, N. (2002). NLD, wat kan de ergotherapeut ermee? Scriptie. Domein gezondheid: Hogeschool van Amsterdam. Reinders-Messelink, H., Hielkema, T., Kruijsen, A., Wely, L. van., Slaman, J. (2011). Learn 2 move. Ergotherapie Nederland, blz. 28 – 32. Ruytenberg-Wegbrands, M.A.J. (2002). Schrijven op maat, als schrijven leren moeilijk is, 2e druk, Schrijven op maat, Usquer Scheck, C.M. & Henderson, A. (1990). Descriptive analysis of the develomental progression of grip position for pencil and crayon in nondysfunctional children. American Journal of Occupational Therapey, 44, 893-900. Schuijt, K. Soede, R. Pol, S. van der. (2008). Assessments voor kinderrevalidatie in Paramaribo, theoretische onderbouwing. Scriptie. Domein gezondheid: Hogeschool van Amsterdam. Spaargaren, E. (2010). Top en TOES: Test of Playfulness en Test of Environmental Supportiveness. Ergotherapie Nederland, blz. 10, 11. State, K. (2010). Tubombeshe: Let us work hard! Ergotherapie Nederland, blz. 26 – 29. Steendain, M. (2010) Cerebrale Visuele Stoornissen bij Kinderen: Weet wat ik zie? Ergotherapie Nederland, blz. 26, 27. Stevens, A. Wolters, P. Beurskens, S. (2010). Multidisciplinair samenwerken in de eerste lijn, hoe doe je dat? Ergotherapie Nederland, blz. 20 – 24. Stichting Mytylschool Suriname (1999). Hoe begon het en wat doen we precies. Geraadpleegd op
21
17-02-2011, . Veerman, D. (2011). Het is een feest om in zo een tube te knijpen. Ergotherapie Nederland, Blz. 10 - 14. Werner, D. (2009). Disabled Village Children: A guide for community health workers, rehabilitation workers and families. Tekstenboek Hogeschool van Amsterdam, Blz. 66 – 117 Wijnen, G. & Kor, R. (2005). Essenties van project- en programmamanagement: Zes fasen. Deventer: Kluwer.
22