Theoretische onderbouwing
Pesten? Nee! Dat gaat er niet in!
Auteur Studentnummer Opdrachtgever Opleiding Datum
Titia Werkman 87823 Johan Willem Frisoschool Pedagogiek Oktober 2008
Voorwoord In het kader van mijn afstudeerproject van mijn studie HBO pedagogiek heb ik in opdracht van de Johan Willem Frisoschool een tweetal pesttrainingen, toegespitst op onder- en bovenbouw, en een pestprotocol geschreven. Hierbij leest u de theoretische onderbouwing van het bovenstaand product. Met veel inzet en plezier heb ik gewerkt aan mijn eindproject. Tijdens het eindproject heeft Karin Andringa, zowel contactpersoon als opdrachtgever, me begeleid bij het tot stand komen van het product. Ik wil haar daarom ook hartelijk danken voor haar betrokkenheid, samenwerking en goede begeleiding.
Vanuit de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden heeft Lien Stadig mij begeleid bij het tot stand komen van het product en de theoretische onderbouwing. Haar wil ik daarom ook hartelijk danken voor haar eerlijkheid, haar flexibiliteit en haar kritische blik. Ik wens u hierbij veel leesplezier toe. Titia Werkman
2
Inhoudsopgave Inhoudsopgave
3
Hoofdstuk 1. Inleiding 1.1 Aanleiding van de opdracht op micro, meso en macroniveau 1.2 Persoonlijke relevantie van de opdracht 1.3. Beroepsrelevantie van de opdracht 1.4 Leeswijzer
4 4 5 5 5
Hoofdstuk 2. Analyse van de probleemsituatie 2.1 Probleemstelling 2.2 Analyse van de deelvragen
7 7 7
Hoofdstuk 3. Visie Visie van de instelling Mijn persoonlijke visie
22 22 23
Hoofdstuk 4. Ontwikkelingen op macroniveau 4.1 Wetgeving 4.2 Politieke standpunten
26 26 27
Hoofdstuk 5. Veranderingsproces 5.1 Het gewenste veranderingsproces 5.2 Inhoudelijke en methodische keuzen die gemaakt zijn 5.3 Organisatorische voorwaarden
29 29 29 30
Hoofdstuk 6. De waarde van de producten 6.1 Waarde van de producten op microniveau 6.2 Waarde van de producten op mesoniveau 6.3 Waarde van de producten op macroniveau
31 31 31 31
Conclusie
32
Bronnenlijst
33
Bijlage
35
3
Hoofdstuk 1: Inleiding Hieronder leest u de aanleiding van de door mij uitgevoerde opdracht voor mijn eindproject. Daarna beschrijf ik mijn persoonlijke relevantie en de beroepsrelevantie van de opdracht.
1.1 Aanleiding van de opdracht op micro, meso en macroniveau Het door mij ontwikkelde product is een pesttraining voor groep 1 tot en met 4 en voor groep 5 tot en met 8 en een pestprotocol voor de Johan Willem Frisoschool. De trainingen staan in het teken van het leren kennen van elkaar, het samen delen en spelen, het aan de orde laten komen van pestgedrag, de structuren in de klassen en weerbaarheid tegen pesten en het ervaren van pesten. De aanleiding van mijn product heb ik hieronder weergegeven op micro-, meso- en macroniveau. Microniveau In groep 6 van de Johan Willem Frisoschool te Leeuwarden speelde voordat ik startte met mijn eindproject het probleem dat een jongen niet populair was bij klasgenoten. Hij werd niet gekozen bij gymnastiek, mocht niet meedoen met spelletjes en had geen vriendjes en/ of vriendinnetjes in de klas. Hij wordt niet gekozen bij gym, en hij gedraagt zich anders dan de andere leerlingen. Dit was opvallend voor de leerlingen in zijn klas en voor hen een reden om niet met deze jongen te spelen en geen groepswerk met hem te doen. De leerlingen hebben in de basisschoolleeftijd nog weinig inzicht in de schadelijke gevolgen van pesten. Ook zullen er leerlingen bij zijn die geen besef hebben dat ze pesten of dat dergelijk gedrag kan uitgroeien tot pesten. Het is belangrijk om ze hier bewust van te maken. Een goed pestprotocol voor leerkrachten is naar mijn mening nodig om direct in te kunnen grijpen bij pestgedrag. Ook kunnen leerkrachten hierin informatie vinden over de gevolgen van pesten, hoe ze pestgedrag kunnen signaleren en welke stappen zij moeten ondernemen om het pestgedrag zo effectief mogelijk aan te pakken. Dit versnelt de aanpak van het pesten. Mede hierom heb ik een pestprotocol geschreven. Mesoniveau De Johan Willem Frisoschool pleit voor een pestvrije school. Omdat de school niet over een pestprotocol beschikte, is mij gevraagd een pestprotocol te schrijven. Dit protocol is nodig om pestgedrag te voorkomen of op te lossen. Het is belangrijk dat iedere leerkracht op een gelijke manier handelt bij het signaleren van pestgedrag. Door iedere leerkracht te laten werken volgens het pestprotocol en de pesttraining wil ik bewerkstellingen dat pestgedrag kan worden voorkomen of opgelost. Macroniveau De Johan Willem Friso school kreeg in het jaar 2007 een bezoek van de inspectie. De inspectie heeft tijdens dit bezoek geconstateerd dat de school niet in het bezit is van een pestprotocol. De inspectie heeft de school hier op aangesproken. De school is dus genoodzaakt een pestprotocol op school te hebben.
4
In de samenleving ondervinden veel mensen hinder van pestgedrag, met de bijbehorende gevolgen. Het is daarom belangrijk om dit gedrag op tijd aan te pakken. Een ‘veilige school’ is een plek waar leerlingen, ouders en onderwijspersoneel zich veilig voelen. Problemen als pesten, discriminatie en seksuele intimidatie verdienen daarom de volle aandacht. Daarnaast is een schoon en goed onderhouden schoolgebouw van belang. Het ministerie van OCW investeert per jaar 90 miljoen euro in het realiseren van een veilig schoolklimaat. De veiligheid en gezondheid van het schoolgebouw is vooral het beleid van het ministerie van VROM.
1.2 Persoonlijke relevantie van de opdracht Voor mijn eindproject heb ik gekozen voor het onderwerp pesten. Dit omdat ik het belangrijk vind dat het pestgedrag serieus wordt genomen, dat dit op tijd wordt gesignaleerd en er op tijd wordt ingegrepen. De gevolgen van pesten kunnen groot zijn, daarom vind ik het belangrijk dat het zo ver niet gaat komen. Zelf ben ik ook gepest, dit heeft de nodige gevolgen met zich meegebracht, en daarbij weet ik vanuit mijn omgeving van veel mensen die gepest zijn en de gevolgen die dit met zich mee heeft gebracht.
1.3. Beroepsrelevantie van de opdracht Als pedagoog is het belangrijk dat je inzicht hebt in het verschijnsel dat ‘pesten’ heet. Dit is namelijk iets dat veel voor kan komen in je toekomstige werk. Om pestgedrag op tijd te kunnen signaleren is het noodzakelijk enig inzicht te hebben in wat pesten inhoudt, hoe je het kunt herkennen en hoe je het kunt aanpakken. Verder is het belangrijk besef te hebben van de schade die pesten aan pak richten. Pesten kan grote gevolgen hebben voor zowel de pester als de gepeste, dat maakt het dubbel zo belangrijk inzicht te hebben in wat pesten inhoudt. Een opdracht als deze past goed bij de taken van een pedagoog omdat een pedagoog zich in de breedste zin van het woord bezig houdt met een zo optimaal mogelijke ontwikkeling van een kind. Door het ontwikkelen van het product ‘Pesten? Nee! Dat gaat er niet in!’ draag ik hier als pedagoog aan bij. Daarbij is het van groot belang dat de Johan Willem Frisoschool beschikt over een eenduidige aanpak van pestgedrag. Dit product zal hier een bijdrage aan geven.
1.4 Leeswijzer Om het lezen van de theoretische onderbouwing te veraangenamen wil ik met een leeswijzer de opbouw van het verslag duidelijk maken. In hoofdstuk 2 beschrijf ik de probleemstelling en de deelvragen. Hierin zal ik de probleemstelling uitdiepen in deelvragen, om zo de probleemstelling te kunnen beantwoorden.
5
In hoofdstuk 3 beschrijf ik de visie van de Johan Willem Frisoschool en daarna mijn visie op pesten op scholen en de aanpak hiervan. Deze visie zal ik schrijven aan de hand van theorieën en eigen ervaringen. In hoofdstuk 4 staat de ontwikkeling op macroniveau centraal. Hier zal ik ingaan op de wetgeving waaraan scholen zich dienen te houden als het gaat om pesten. Verder zal ik een inzage geven van drie politieke partijen die hun standpunten geven ten opzichte van pesten. In hoofdstuk 5 zal ik ingaan op het gewenste veranderingsproces dat ik hoop met het product te kunnen bewerkstelligen. In hoofdstuk 6 zal ik de waarde van het product op micro, meso en macro niveau beschrijven. Tot slot volgt dan de conclusie, het nawoord, de bronnenlijst en de bijlagen.
6
Hoofdstuk 2: Analyse van de probleemsituatie Hieronder leest u in hoofdstuk 2.1 de probleemstelling voor mijn theoretische onderbouwing op het product. Deze probleemstelling heb ik hierna in hoofdstuk 2.2 uitgewerkt in een negental deelvragen. Deze zullen antwoord geven op de probleemstelling.
2.1 Probleemstelling De probleemstelling voor mijn theoretische onderbouwing op het product luidt: Hoe vergroot ik de effectiviteit van de aanpak van pestgedrag door leerkrachten op de Johan Willem Friscoschool?
2.2 Analyse van de deelvragen In dit hoofdstuk heb een negental deelvragen geformuleerd waarmee ik een antwoord tracht te geven op bovenstaande probleemstelling. Hierbij zal ik beginnen met 4 deelvragen waarin ik achtergrondinformatie over pesten zal geven en het belang van de aanpak van pesten zal trachten over te brengen. Hierna volgen 5 deelvragen die informatie zullen geven over de effectiviteit van het geschreven product. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Wat is pesten? Waarom pesten kinderen? Wat zijn de gevolgen van pesten? Wat kan de Johan Willem Frisoschool doen om pestgedrag direct aan te pakken? Welke vormen van aanpak van pesten worden veel gebruikt op basisscholen? Wat betekent dat voor mijn keuzes wat betreft mijn eindproject? Welk korte termijn effect leverde de door mij gegeven pesttraining in groep 6 op?
Het doel van het beantwoorden van deze vragen is antwoord te krijgen op bovengenoemde probleemstelling. Zoals u weliswaar op zal vallen staan de gevolgen van pesten zeer uitgebreid beschreven. Dit omdat ik door middel van deze opsomming aan wil geven dat pesten heel ernstige, en zeer veel, gevolgen met zich mee kan meebrengen. Ik heb de uitgebreidheid van de beschrijving van de verschillende gevolgen wel beperkt gehouden in verband met het maximaal aantal pagina’s. Hieronder leest u het antwoord op de deelvragen die hierboven beschreven staan. 1. Wat is pesten? Pesten is het systematisch uitoefenen van psychische en/ of fysieke mishandeling van één persoon of enkele personen, die niet (meer) in staat is/ zijn zichzelf te verdedigen. Bij pesten is sprake van een ongelijke machtsverhouding. Constant dezelfde persoon krijgt de “klappen”. Bij pesten is er sprake van een stelselmatige manier om de ander klein te maken.
7
Pesten uit zich in schelden, slaan en schoppen, bijnamen verzinnen, uitlachen, niet mee mogen doen met spelletjes of steeds de tikker moeten zijn, negeren, roddelen, spullen vernielen, opdrachten geven, achterna zitten, enzovoort.1 2. Waarom pesten kinderen? Er zijn verschillende oorzaken te bedenken waarom een kind een ander kind gaat pesten. Het kan zijn dat de pester ooit zelf slachtoffer is geweest van pesten. De pester wil op deze manier zichzelf verdedigen en proberen te voorkomen zelf weer slachtoffer te worden van pesten. Het kan ook zijn dat het kind aandacht vraagt, dat het kind om wat voor reden dan ook thuis niet krijgt. Vaak is er sprake van problemen in de thuissituatie, dat een belangrijke oorzaak voor pesten kan zijn. Pestproblemen komen meestal op in ongunstige omstandigheden. Voorbeelden hiervan kunnen zijn: Een onprettige sfeer in de klas, Concurrentie in de straat, Agressie in de buurt, Spanning in het kind. Dit kan veroorzaakt zijn door omstandigheden thuis, bijvoorbeeld de regels die gelden. Voor leerlingen is het belangrijk om populair te zijn op school, en om aardig gevonden te worden. De druk tot het vormen van een positieve sociale identiteit is groot. Competitie speelt daarbij een belangrijke rol en van daaruit ontstaat een risico tot pesten. Een kind dat anders is dan andere kinderen wordt niet in de groep opgenomen; het is mogelijk niet populair en wordt daarom misschien gepest. Het kan ook zijn dat de pester aanzien wil verkrijgen bij andere kinderen, de pester kan onzeker zijn en dit willen verbergen voor de andere kinderen. De makkelijkste manier voor deze kinderen is dan zelf te gaan pesten. Een kind wordt niet gepest vanwege een bril, flaporen, sproeten, beugel, enzovoort. De pester wil graag iemand het slachtoffer laten worden en zoekt daarvoor een slachtoffer uit die zwakker is dan de andere kinderen die zichzelf niet kan verweren en weinig zelfvertrouwen heeft. Een bril, flaporen, beugel, sproeten, enzovoort kunnen wel als reden gebruikt worden. Het is ook niet altijd zo dat een kind in de werkelijkheid dik is, flaporen heeft, maar de pester bedenkt iets om te kunnen pesten. Zo kunnen kinderen jarenlang denken dat ze worden gepest vanwege ‘dik zijn’, terwijl dit absoluut niet zo is. Het is ook niet zo dat per definitie ieder kind met een bril, beugel, of iets dergelijks wordt gepest. Kinderen die anders zijn of zich anders gedragen, worden vaak het slachtoffer van pesten. 3. Wat zijn de gevolgen van pesten? De gevolgen van pesten voor de gepeste Pesten kan schadelijk zijn. Het kan psychische, sociale en/ of lichamelijke schade aanrichten. Deze gevolgen van pesterijen heb ik beschreven in hoofdstuk 2.2.3.
1
Elkerbout& van Lierop, Platgetrapt, p. 23
8
De schade die pesten aanricht kan net zo ernstig zijn als de schade die ontstaat door ervaringen als incest, kindermishandeling en huiselijk geweld. Pesten kan zo ver over grenzen van het slachtoffer heen gaan , dat deze grenzen vervagen of kapot gaan. Het zelfbeeld van het slachtoffer wordt in de kern aangetast. Zeker als pesten op jonge leeftijd begint wordt er een stagnatie in de “normale”ontwikkeling waargenomen. Pesten kan ingrijpen op veel levensterreinen. Met deze levensterreinen bedoel ik onder andere: wonen, onderwijs, werk, vrije tijd, relaties, seksualiteit en toekomst. Op deze terreinen kan pesten grote invloed hebben. Slachtoffers van pesten kunnen de gevolgen van pesten merken veel van deze levensterreinen. Pesten is iets dat ze mogelijk altijd met zich mee zullen dragen. De ernst van het mogelijke trauma van pesten is afhankelijk van een aantal factoren: o Hoe lang heeft het geduurd; o Op welke leeftijd is het begonnen; o Hoe is de opvang/ begeleiding van het slachtoffer geweest; o Heeft het slachtoffer de schuld op zichzelf genomen; o Heeft het slachtoffer in andere situaties wel positieve ervaringen met leeftijdsgenoten; o De omgevingsfactoren van het slachtoffer; o De karakterstructuur van het slachtoffer; o De draagkracht van het slachtoffer; o Het aanwezig zijn of ontbreken van een veilige thuissituatie; o De herhalende factor van pesten en; o De vormen van pesten die het slachtoffer heeft ervaren. Psychische gevolgen
Emoties
Slachtoffers worden vaak herinnerd aan oude ervaringen. Door nieuwe situaties in groepen of problemen waar je tegen aan loopt, door onderwerpen op televisie, foto’s, verhalen van anderen uit hun jeugd, of gewoon tijdens het stil zijn, voor je uitdenken….. Heel gemakkelijk en snel wordt onbewust de schakeling gemaakt naar oude beelden, geluiden en gevoelens. Allerlei emoties in het hier en nu kunnen daarvan het gevolg zijn. Verdriet en pijn zijn daarbij emoties die het meest sterk ervaren worden. Maar ook emoties als boosheid (en het niet boos durven zijn), verbittering, onverschilligheid, verwarring, wraakgevoelens, enzovoort worden vaak ervaren. Werkelijke emoties kunnen verdrongen worden, emoties kunnen weggedrukt worden en iemand kan het gevoel hebben geen emoties meer te voelen. Als het slachtoffer met de verwerking bezig is, komen deze emoties weer terug.
Depressiviteit
Depressiviteit kent vele vormen en maten. Van zich een aantal dagen down voelen tot lange depressieve periodes. Soms alsof het uit het niets komt, terwijl alles toch goed lijkt te gaan, soms naar aanleiding van een confrontatie met oude gevoelens door een nieuwe situatie. Meestal wordt depressiviteit ook als iets zeer zorgelijks en negatiefs beschouwd. Depressiviteit, periodes daarvan, horen bij verwerking. Er is geen verwerking mogelijk zonder die gevoelens. Depressiviteit is dus nodig bij de verwerking. Maar als het niet bij een relatief korte periode blijft is extra zorg en ondersteuning van een deskundige , wel of niet met medicijnen, nodig.
Flashbacks& dromen
Iemand die in het verleden is gepest, schakelt vaak terug naar oude herinneringen. Dat gebeurt door beelden, geluiden en gevoelens. Daarbij komen emoties los, deze emoties worden meteen
9
opgeroepen. Bij slachtoffers die met de verwerking van pesten bezig zijn, kunnen deze gevoelens, geluiden en gedachten ineens opkomen, zonder dat hij of zij het zelf wil. Het kan ook in zijn of haar dromen terugkomen. Vanwege de verwerking, de onrust, het voelen, het piekeren, het niet willen herinneren of niet terug willen zien, kunnen dan ook slaapproblemen ontstaan.
Vermoeidheid
Door slaapproblemen en het feit dat het systeem, de psyche enorm hard aan het werk is, kan een grote vermoeidheid ontstaan. Deze vermoeidheid komt vaak voor als gevolg van pesten.
Overspannenheid
Stress, gedachten niet meer kunnen stoppen, spanning, piekeren, burn out raken, concentratieproblemen en als gevolg van deze dingen het minder presteren dan het slachtoffer eigenlijk zou kunnen. Al deze gevolgen kunnen er voor zorgen dat het slachtoffer overspannen raakt.
Angsten
Door de gevolgen die pesten heeft gehad kan het slachtoffer angsten hebben. Voorbeelden hiervan zijn faalangst, angst in het donker, angst om alleen te zijn, angst voor grote gebouwen, angst om de gezondheid of angst zonder dat duidelijk is waarvoor.
Perfectionisme
Perfectionisme kan voortkomen uit angst. Bijvoorbeeld de angst om iets verkeerd te doen. Door alles zo perfect mogelijk te doen voorkomt het slachtoffer dat het door anderen of door zichzelf afgewezen wordt als niet goed genoeg. Het oordeel van niet goed genoeg zijn is een ervaring die centraal gestaan heeft in de jeugd van het slachtoffer.
Structuur
Het slachtoffer kan angst hebben in het aanhouden van structuur. Als hij of zij geen structuur heeft, weet hij of zij minder wat hem of haar te wachten staat en kunnen hem of haar zomaar dingen overkomen. Wanneer er pijn en onzekerheid is, is het hebben van structuur helpend in het beheersen van wat zou kunnen gebeuren. Men kan zich voorbereiden.
Intellectuele spurt
Een sterk overlevingsmechanisme dat door kinderen en jongeren vaak ontwikkeld wordt bij pesten is een intellectuele spurt. Door het vermogen te ontwikkelen dat je snapt wat er om je heen gebeurt, waarom kinderen doen zoals ze doen, zijn ze beter bestand tegen wat er met hen gebeurt. Het komt dan minder dichtbij, het komt niet volledig binnen. Ze beheersen het op een intellectueel niveau. Het is een sterkte kracht van een kind en tevens een signaal van de ernst van de ervaringen.
Fantasiewereld
Een ander overlevingsmechanisme is het creëren van een fantasiewereld. Een wereld, waar het slachtoffer in kan vluchten en eigenlijk de verborgen kanten, sterke, gewenste kanten kan voelen, omdat die wereld voor zijn of haar veiligheid is. Of sterker zelfs, erkenning is. De neiging bestaat om die fantasiewereld in stand te houden. Af en toe blijken slachtoffers van pesten ook wanneer ze al ouder zijn een dergelijke fantasiewereld te kennen, waar ze van tijd tot tijd in stappen. Het is een sterk mechanisme, dat er voor zorgt dat men toch in contact blijft met gevoelens van zelfwaardering. De balans is echter zoek wanneer de scheidslijn tussen fantasie en werkelijkheid vaag wordt, wanneer je het gevoel en idee hebt dat dit realiteit is.
10
Eetstoornissen
Eetstoornissen komen regelmatig voor. Het waarom ervan ligt in de psychische oorzaken. Dit komt later aan bod.
Automutilatie
Automutilatie houdt in dat hij of zij zichzelf pijn doet en verwondt. Dit is ook een sterk psychisch gevolg, dat zich lichamelijk uit. Ook dit komt later aan bod.
Suïcidegedachten en pogingen
Slachtoffers van pesten kunnen denken over de mogelijkheid om zichzelf van het leven te beroven. Dit is een normaal gevolg van pesten. Ook pogingen daartoe. Het is bekend dat mensen er soms ook in slagen. Het is een gevolg waar we vaak van schrikken. En natuurlijk is het een zeer serieus signaal dat er aandacht nodig is voor de persoon die met deze gedachte rondloopt. Veel slachtoffers denken over suïcide, in de vorm van zich voorstellen hoe het zou zijn als hij of zij niet meer zou hoeven voelen wat hij of zij nu voelt. Het denken over suïcide is vaak een overlevingsmechanisme en één die sterk werkt.
Psychiatrische ziektes
Als de gevolgen van pesten doorschieten, kunnen ze de persoonlijkheid gaan beïnvloeden. Het slachtoffer kan psychiatrische ziektes zoals MPS krijgen. Dit is het Multiple Persoonlijkheids Syndroom. Het hebben van meerdere persoonlijkheden in zich zelf, waartussen men spontaan en onbewust schakelt. Ook kan hij of zij te maken krijgen met persoonlijkheidsstoornissen, manische depressiviteit, dwangneuroses, psychoses, waanideeën en fobieën. Het zijn vormen die behandeling nodig hebben door middel van therapie, vaak in combinatie met medicatie. Lichamelijke gevolgen Bij pesten kunnen er allereerst directe lichamelijke gevolgen zijn. Fysieke vormen van pesten zijn onder andere; schoppen, slaan, van de trap duwen, met spullen gooien, van de fiets trekken, laten struikelen, enzovoort. Hierdoor kunnen lichamelijk verwondingen ontstaan zoals blauwe plekken, schaafwonden, snijwonden, kneuzingen, breuken, hersenschudding, enzovoort. Ook komt het voor (´gelukkig´maar af en toe’ dat er blijvend lichamelijk letsel is.
Fysieke klachten
Er is een groot verband tussen psychische stress, emotionele blokkades en fysieke klachten. Dit worden de psychosomatische klachten genoemd. Wat er in de psyche en in de gevoelswereld gebeurt, heeft zijn weerslag op het lichaam en andersom. Vaak is het zo dat slachtoffers lange tijd hun gevoelens verdringen. Het feit dat het lijkt alsof deze gevoelens en blokkades er niet zijn, wil niet zeggen dat ze weg zijn. Op een gegeven moment kan het zijn dat het lichaam gaat aangeven dat het genoeg is geweest. Dat het tijd wordt om serieus naar zichzelf te gaan kijken. Dit is ook al te zien bij kinderen die gepest worden. Hier komen relatief vaak klachten als buikpijn, misselijkheid en hoofdpijn voor. Andere voorbeelden van psychosomatische klachten zijn migraine, hartkloppingen, hyperventilatie, transpireren, duizeligheid, spierpijn, trillen, vermoeidheid, oorsuizingen, enzovoort.
Eetstoornissen, overgewicht en ondergewicht
Overgewicht kan onder andere worden veroorzaakt door een aantal lichamelijke factoren, die door stress kunnen worden veroorzaakt. Daarnaast is het zo dat slachtoffers van pesten overgewicht kunnen gebruiken als een natuurlijk pantser dat ze om zich heen bouwen. Als de
11
natuurlijke grens om je heen vervaagd of kapot is, kan overgewicht ervoor zorgen dat er een nieuwe grens ontstaat.
Slechte lichaamshouding
Hoe de pester zich van binnen voelt en wat hij of zij denkt heeft direct zijn weerslag op zijn of haar lichaam. Zijn of haar lichaam gaat dat uitdrukken. Dit word ook wel non- verbale communicatie genoemd. Zichzelf klein maken, in elkaar lopen kan een gevolg zijn van onzeker voelen. Hierdoor kunnen rugklachten, nekklachten, stramheid, enzovoort ontstaan. Slachtoffers kunnen het contact met hun eigen lichaam kwijt zijn. Dit kan zich uiten in bijvoorbeeld een slechte motoriek.
Automutilatie
Automutilatie is het zichzelf pijn doen, verwonden. Door middel van bijvoorbeeld krassen met je nagels, met scheermesjes, enzovoort. Het is een systeem dat bij slachtoffers van pesten regelmatig voorkomt. Het is iets waar mensen vaak van schrikken. Toch is het iets dat bij een natuurlijk proces kan horen. Vaak heeft het te maken met dat de emotionele pijn zo groot is dat hij bijna niet te verdragen is. Lichamelijke pijn wordt dan als een compensatie gebruikt. De aandacht komt dan bij de lichamelijke pijn te liggen, waardoor de emotionele pijn dragelijker wordt. Een andere reden van automutilatie kan te maken hebben met kwaadheid, boos zijn op zichzelf, zichzelf niet uit kunnen staan. Bijvoorbeeld omdat hij of zij niet tevreden is met wie en hoe hij bent. Daarnaast kan het ook te maken hebben met nog iets willen voelen.
Zich terugtrekken uit zijn of haar lijf
Slachtoffers kunnen zich terugtrekken in hun lichaam, door er voor te zorgen dat ze toch een grens hebben. Die mogelijk is vervaagd door de ervaringen die het slachtoffer heeft meegemaakt. Concreet houdt dit terugtrekken in dat het slachtoffer lichamelijke pijn niet of minder voelt, aanrakingen niet voelt of slechts voor een gedeelte.
Het uiterlijk
Veel slachtoffers van pesten zijn ontevreden met één of meerdere aspecten van hun uiterlijk. Wanneer er gepest wordt, worden vaak uiterlijke kenmerken van het slachtoffer gebruikt. Overigens blijkt het vaak zo te zijn dat dit maar gebruikt wordt door de pester, maar in werkelijkheid niet het geval is, zoals ik eerder in dit hoofdstuk heb uitgelegd. Toch zorgt dit er voor dat het slachtoffer dit wel gaat geloven! De andere kant van het verhaal is dat juist ook slachtoffers van pesten heel veel tijd kunnen besteden aan hun uiterlijk. Allereerst kan dit komen doordat ze het gevoel willen hebben dat alles er goed en verzorgd uitziet, zodat het geen reden kan zijn voor nieuwe opmerkingen. Als tweede ziet u dat slachtoffers zich willen onderscheiden van anderen. Modebewust zijn, aparte kleding dragen, met zorg sieraden uitkiezen, enzovoort.
Zorgen voor zichzelf
Zorgen voor zichzelf zoals een warm bad nemen, goed en gezond eten, voor voldoende lichaamsbeweging zorgen, de sauna bezoeken, enzovoort vraagt dat men zich de moeite waard vindt. Dat men het gevoel heeft dat hij of zij dit verdient. Zeker bij slachtoffers van pesten is dit een moeilijk punt. Door het beschadigde zelfbeeld, de aangetaste identiteit, zorgen ze niet altijd even goed voor zichzelf. Hierin is te zien dat dit kan variëren, afhankelijk van tijd, energie en fase waar men in zit. Hetzelfde ziet u terug komen in de inrichting van een huis, of het opgeruimd is en of er aandacht is besteed aan de inrichting.
12
Sociale gevolgen
Sociale ontwikkeling
Pesten speelt zich meestal in groepen af, in contact met anderen, met leeftijdsgenoten, in de thuissituatie of op het werk. Dit houdt dus in dat contact maken en contact houden, beschadigd kan raken. Het vertrouwen, de veiligheid in het contact met anderen wordt aangetast. De ontwikkeling die het slachtoffer op sociaal gebied heeft meegemaakt kan gekenmerkt worden door periodes die hij of zij heeft overgeslagen, ervaringen die hij of zij heeft gemist. Onbekommerd spelen, geheimpjes delen, nieuwe dingen uitproberen, uitgaan, kattenkwaad uithalen. In feite is er een stuk van de ontwikkeling overgeslagen. Ook het normale leren omgaan met ruzies, met meningsverschillen kan verstoord geraakt zijn.
Contact met anderen
In het contact met anderen kan het zijn dat het slachtoffer het gevoel heeft altijd op zijn of haar tenen te lopen. Dat contact nooit vanzelf gaat. Hij of zij is zich van alles bewust. Van wat hij of zij zegt, hoe hij of zij staat, wat de ander doet of zegt en tegelijkertijd spelen er allerlei vragen door zijn of haar hoofd; Wat vindt de ander van me, doe ik niets fout, vindt hij me niet raar, maar moet ik het over hebben, hoe zie ik eruit, wat verwacht hij van me, vindt hij me aardig, blijft hij me wel aardig vinden, enzovoort. Dit kan zich uiten door een verlegen, teruggetrokken houding. Of juist het tegenovergestelde.
Vriendschappen
Een gevolg van het opgelopen tekort aan vaardigheden en de angst om contacten aan te gaan, is dat slachtoffers vaak een beperkte vriendenkring hebben. Het kan zijn dat ze stoeien met wat vriendschap hoort te zijn, of kennissen al snel vrienden noemen. Of bang zijn om echt contact aan te geen, niet goed weten hoe dat moet. In de contacten die iemand wel heeft, blijkt geregeld sprake te zijn van een afhankelijke positie. Het slachtoffer heeft de ander zo hard nodig, wil hem of haar niet kwijt. Een slachtoffer doet er vaak van alles aan om het contact te behouden. Krampachtig wordt het contact vastgehouden.
Relaties
Een logisch en veelvoorkomend gevolg van pesten is dat het moeilijk is om een relatie aan te gaan of te behouden. Hoe maak je contact met iemand die je leuk vindt? Ook dat heeft het slachtoffer niet geleerd. Maak je je niet belachelijk? Wat zal de ander wel denken? Tevens speelt de uitstraling een rol. Door zich terug te trekken, is hij of zij niet zichtbaar. Door de angst en onzekerheid die het slachtoffer dan uitstraalt is de kans ook kleiner dat een ander contact zoekt met hem of haar. Hierdoor kan een vicieuze cirkel ontstaan.
Intimiteit/seksualiteit
Intimiteit en seksualiteit zijn twee onderwerpen waar slachtoffers van pesten de nodige problemen mee kunnen ervaren. Het jezelf overgeven aan de ander, loslaten, jezelf letterlijk en figuurlijk laten zien, kunnen dingen zijn die moeilijk liggen. Dit kan weerstand, angst, onzekerheid, pijn en wantrouwen oproepen.
Relatie met eigen kinderen
Slachtoffers kunnen soms heel bewust kiezen voor het niet krijgen van kinderen. Hun letterlijke woorden zijn dan: ´Ik wil niet dat mijn kinderen hetzelfde meemaken als ik meegemaakt heb´. Daartegen zijn er ook slachtoffers die wel voor kinderen kiezen.
Opleiding, stage en/ of werk
13
Het volgen van een opleiding kan voor slachtoffers van pesten een ingewikkeld verhaal zijn. Het kan zijn dat ze opnieuw verstrikt raken in het groepssysteem. In het begin van een nieuwe groep kunnen ze zich over het algemeen nog staande houden. Maar na verloop van tijd als de rollen binnen de groepvastere vormen gaan aannemen, kan het zijn dat ze alsnog buiten de boot vallen.
Isolement
Een gevolg van pesten kan zijn dat slachtoffers in een sociaal isolement terecht komen. Weinig of geen contact hebben met de omgeving en als er contact is, dat het een oppervlakkig karakter heeft. Het kan zijn dat een slachtoffer hier bewust voor kiest en weinig met andere mensen te maken wil hebben.
Angst voor groepen
Vaak worden, zelfs op volwassen leeftijd, groepen nog steeds als bedreigend ervaren. Ook groepen kinderen die ze bijvoorbeeld op straat tegenkomen kunnen nog steeds de oude paniekgevoelens van vroeger omhoog halen. Ze voelen zich weer het kind van toen, ervaren die groep als even bedreigend als toen. Ze verwachten dat op ieder moment de agressie vanuit deze groep kinderen zich weer tegen hen gaan keren. Ze raken het zicht op de realiteit kwijt. Gaan er dus ook van uit dat de groep kinderen sowieso agressieve bedoelingen zal hebben. Mijn conclusie is dat er nogal wat ernstige gevolgen van pesten kunnen zijn. De ernst hangt samen met beschermende- en risicofactoren. Met risicofactoren wordt bedoeld: ‘Jeugdigen en/ of hun opvoeders die te maken hebben met factoren die een bedreiging kunnen vormen voor een goede ontwikkeling en/ of opvoeding van jeugdigen.’ 2 Met beschermende factoren wordt bedoeld: Het tegenovergestelde van risicofactoren. Namelijk, jeugdigen en/ of hun opvoeders die te maken hebben met factoren die juist een positieve bijdrage kunnen vormen voor een goede ontwikkeling en/ of opvoeding van jeugdigen. Als de ouders van het kind altijd voor de leerling klaarstaan, en als de leerling zijn of haar verhalen thuis kwijt kan (beschermende factor), is de kans op deze gevolgen kleiner. Maar als de leerling zijn of haar verhalen thuis niet kwijt kan (risicofactor), wordt de kans op (meerdere van) deze gevolgen groter wordt. De gevolgen van pesten voor de pester Er bestaat een direct verband tussen pesten en zaken als “zinloos geweld”, discriminatie, criminaliteit en zelfs als je het verder doortrekt naar strijd tussen bevolkingsgroepen, landen, enzovoort. Zo is aangetoond dat de pester zich vaak ontwikkelt richting criminaliteit. Als kinderen in hun jeugd niet voldoende worden gecorrigeerd in hun gedrag, is er een grote kans dat zij betrokken raken bij zinloos geweld, agressief gedrag, enzovoort. Als leerlingen niet wordt geleerd op een andere manier met hun gevoelens om te gaan en met respect naar hun klasgenoten te kijken, kan dat later leiden tot zeer ongewenst gedrag. In feite is het van belang om leerlingen te leren, dat zijn of haar eigen manier van naar de wereld kijken, gekleurd door eigen ervaringen voor een ander niet waar hoeft te zijn. Het kan zelfs schadelijk of beledigend voor die ander zijn.
2
Burggraaf, Opvoedingsondersteuning, p. 28
14
Welke gevolgen heeft pesten gehad voor mensen uit mijn omgeving? Onder dit kopje wil ik door middel van twee verhalen van vriendinnen de ernst van pesten en het belang van de aanpak van pesten benadrukken. Als eerste volgt het verhaal van een student waarmee ik in het studejaar 2006/2007 de training gepest en dan?! Zij vertelt over de tijd waarin ze is gepest en over de gevolgen die dit voor haar hebben gehad. Met de weergave van dit verhaal wil ik de ernst van pesten en het grote belang hier op in te grijpen benadrukken. “Ik ben nu 23 jaar en merk nog altijd de gevolgen die het pesten op mij hebben gehad. Op zowel de basisschool als de Mavo (VMBO) ben ik gepest. Op de basisschool begon het toen ik in groep 5 zat. Het precieze moment waarop het begon kan ik me niet meer herinneren, maar ik weet dat ik vaak niet mee mocht spelen op het schoolplein. De kinderen lachten me uit en trokken gekke bekken die voor mij bedoeld waren, ze pakten mijn spullen af, enzovoort. Dit gebeurde bijna iedere dag. Ook werd ik soms na schooltijd opgewacht door een groepje kinderen en zij hielden mij dan tegen en trokken aan mij en mijn fiets zodat ik niet meer verder kon fietsen. Als ik dan eindelijk weg kon komen ging ik snel naar mijn oma, tante of naar huis. Eenmaal daar aangekomen barste ik in tranen uit. Ik voelde me dan heel rot en eenzaam. Op dat moment vroeg ik me af waarom ze mij altijd moesten hebben en wat er toch mis met mij zou zijn. Dit pesten duurde t/m eind groep 7. Gelukkig had ik er in groep 8 weinig tot geen last meer van, maar toch was ik blij dat ik toen naar de middelbare school ging zodat ik daar helemaal opnieuw kon beginnen. Er was namelijk niemand uit mijn klas die naar dezelfde middelbare school ging als ik. In het begin ging het ook goed op de nieuwe school en had ik een paar vriendinnetjes. Eén daarvan was mijn beste vriendin en met haar fietste ik altijd samen naar school. Op een gegeven moment wilde er nog een meisje uit onze klas met ons mee fietsen. Ik dacht dat dit wel gezellig zou zijn, maar al snel bleek dat ik er niet meer bij hoorde. Mijn beste vriendin zorgde er telkens voor dat ik achter hun moest fietsen en ze deed net of ik er niet was. Hierdoor voelde ik me erg buitengesloten en eenzaam. Onze vriendschap is hierdoor over gegaan. Daarna werd ik op een gegeven moment ook door andere kinderen uitgescholden en buitengesloten. Er kwamen steeds meer kinderen bij die mee deden aan de pesterijen, ook kinderen die ik helemaal niet kende. Hiervan waren één of meerdere kinderen de leider en de rest eromheen die deden vrolijk mee. Elke dag begon het weer van voor af aan. Kinderen wilden niet naast me zitten, ze scholden me uit, bedreigden me, kleineerden me en stopten zelfs een keer kauwgom in mijn haren. Ik durfde eigenlijk niet meer naar school. Bang voor wat me weer te wachten stond. Maar toch ging ik elke dag weer. Ik voelde me eenzaam en leeg, net alsof ik niet echt op deze wereld was. Op die momenten vroeg ik me af waarom ik op deze wereld was. Niemand vond mij aardig, niemand hield van mij dus waarom zou ik hier nog zijn. Dan kon ik maar beter niet meer leven. Als ik dan thuis kwam na school was ik blij dat ik eindelijk weer een beetje rust had aan mijn hoofd. Wel was ik dan heel verdrietig en voelde me rot over wat ze allemaal tegen me gezegd hadden die dag. Dan lag ik ’s avonds vaak in bed te huilen. Gelukkig ging het in de vierde klas eindelijk wat beter en waren er maar weinig kinderen die me nog uitscholden. Toen ik mijn diploma had gehaald ging ik naar het MBO en daar begon ik weer helemaal opnieuw. Want weer ging er niemand van de pesters naar de nieuwe school. Er ging daar een wereld voor me open. Er wilde zelfs iemand naast me zitten en ik kreeg toen echte vriendinnen waar ik vaak leuke dingen mee ging doen. Eindelijk was dan die nare tijd voorbij” Als tweede volgt het verhaal van een goede vriendin van mij die in het verleden vele jaren is gepest en hierdoor ernstige gevolgen heeft opgelopen.
15
“Wanneer begon het, en wat hield het in? Op de Mavo begon het echte pesten. Kort samengevat bestond het uit: Slaan, schoppen, duwen, genegeerd worden, nergens bij mogen horen, alleen zitten, spullen afpakken, spullen kapot maken, uitschelden, bedreigen, pauzes alleen doorbrengen, met gym erbuiten liggen, belachelijk gemaakt worden etcetera. Dit heeft er toe geleid dat ik in de 2e klas naar een andere klas ben gegaan. Daarna ging het wel beter. Op het MBO zat ik ook niet in een fijne klas. Ik ging met veel spanning naar school. De meiden in mijn klas wilden mij liever niet in de groep hebben. Ik was zo’n ander type dan hen, en ik deed het in hun ogen nooit goed genoeg. Wat het met me heeft gedaan De uitwerking van bovenstaande dingen is dat ik elke dag met angst en in spanning naar school ging. ‘wat zullen ze vandaag doen’ dacht ik, en ik voelde me vooral erg kwetsbaar en eenzaam. Dit leidde er uiteindelijk toe dat ik depressief werd. Tijdens schoollessen veel fantaseren, en na een tijd zelfmoordfantasieën, dat was als het ware een uitvlucht voor de werkelijkheid. Ik voelde me niet goed. Maar kon er met niemand over praten. Ik dacht dat niemand mij zou begrijpen en dat ik gek gevonden zou worden. Wat de gevolgen waren Nadat het toch iets beter ging op het MBO, vergeleken met de Mavo, bleef ik last houden van mijn depressie. Uiteindelijk heeft het geleid tot PTSS, Post Traumatische Stress Stoornis. Dat bestaat onder andere uit herbelevingen, flashbacks, die soms zo heftig waren dat ik een uitweg zocht in alcohol en medicijnen. Veel tobben, piekeren, nadenken, niet goed voelen, stressen, etc. Hoe ik deze gebeurtenissen verwerkt heb Het heeft lang geduurd voordat ik over de gebeurtenissen ging praten. Door te praten ben ik stukje bij beetje genezen. Ik ben ook naar een psycholoog geweest, een paar jaar terug. Afgelopen december heb ik voor het eerst van een orthopedagoog te horen gekregen dat ik depressief was. Ze zei dat medicijnen nog de enige oplossing was, want ik had alles al geprobeerd om eruit te komen (praten, schrijven, veel boeken erover lezen, emoties uiten, etc. ) Dus: praten heeft me enorm geholpen! Maar medicijnen zijn toch nodig omdat mijn lichamelijk stofje serotonine gestabiliseerd moet worden (vanwege geestelijke uitputting, raakt serotonine uit balans). En nu De gevolgen van pesten zijn diep. Dieper dan de meeste mensen denken. Het is lang geleden, maar sinds een half jaar slik ik medicijnen, anti-depressiva. Die moet ik nog minstens zes maanden slikken. Niet dat het erg is, ze werken erg goed en ik voel me er goed door. Maar het is nog steeds een gevolg van het pestverleden”. Tot zover deze verhalen. In bovenstaande verhalen hebt u de gevolgen van pesten kunnen lezen. Deze gevolgen zijn bij bovenstaande personen zeer ernstig geweest, zelfs suicide gedachten zijn bij beide personen aan de orde geweest. De Johan Willem Frisoschool wil in actie komen om pestgedrag te voorkomen en aan te pakken zodat de boven geschreven gevolgen kunnen worden voorkomen of verminderd. Daarom zal ik in de volgende deelvraag aan de orde laten komen hoe de Johan Willem Frisoschool pestgedrag direct aan kan pakken.
16
4. Wat kan de Johan Willem Frisoschool doen om pestgedrag direct aan te pakken? Zoals u op de voorgaande pagina’s hebt kunnen lezen kan pesten levensbedreigend zijn. Daarom is het belangrijk dat leerkrachten de ernst van pesten inzien en dat zij dit pestgedrag direct aanpakken en oplossen. Hieronder volgen daarom een aantal tips voor leerkrachten en tips voor het beleid op een pestvrije school. Beleid Het is van belang om vijfsporenbeleid op de school te hebben om pestgedrag te kunnen aanpakken. Dit meersporenbeleid betekent dat: - Er hulp aan het slachtoffer moet zijn; - Er begeleiding aan de pester moet worden geboden; - De rest van de groep moet worden gemobiliseerd; - Er achtergrondinformatie en adviezen moeten zijn voor leerkrachten; - Er achtergrondinformatie en adviezen worden gegeven aan ouders. Het is van belang een aantal keren in het jaar een ouderavond te organiseren over pesten. De bedoeling van de ouderavond is dat ouders inzicht krijgen in het verschijnsel pesten. Ook is het van belang dat ouders handreikingen krijgen bij het signaleren en aanpakken van pestgedrag bij hun eigen kinderen. Tijdens zo’n ouderavond kunnen schoolregels bedacht worden om pesten te voorkomen, en het is van belang met elkaar af te spreken welke maatregelen worden genomen als er op school wordt gepest. Om deze regels voor iedereen duidelijk te maken is het van belang deze afgesproken regels in een schoolkrant/ schoolreglement te zetten. Leerkrachten Leerkrachten kunnen een enorme invloed uitoefenen op de groei van de waarden en normen die in de klas belangrijk zijn. Dit kan bereikt worden door niet alleen oog te hebben voor de leerlingen als individuen maar ook voor hun samenhang als groep. Dit kan door voldoende ruimte te geven aan groepsactiviteiten die de onderlinge betrokkenheid bevorderen en door het stimuleren van positieve attitudes. Op deze manier kunnen leerkrachten de groep leren om op een respectvolle manier met elkaar (en elkaars anders- zijn) om te gaan. Complimenten geven is erg belangrijk voor het zelfvertrouwen van de leerlingen. Dit zelfvertrouwen is nodig om pesten tegen te gaan. Het benadrukken van positieve eigenschappen van de leerlingen zijn van belang. Belangrijk is dat leerkrachten niet wachten tot het proces van groepsvorming zich heeft voltrokken, want vanaf dat moment is het veel moeilijker om posities en verwachtingen te veranderen. Van een pester wordt door de klas dan altijd pestgedrag verwacht en wie één keer wordt gepest, kan hier ook in de toekomst kans op maken. Wanneer er gepest wordt, moet de leerkracht proberen om het front van de pester te doorbreken; dat kan door alle leerlingen (zeker de meelopers) aan te spreken en hen op hun verantwoordelijkheid te wijzen. Dit kan tevens door een neutrale leerling aan te zetten om zich bij het slachtoffer aan te sluiten. Het feit dat de leerkracht en de hele school stellen dat pesterijen niet kunnen, betekent dat er een tegenfront wordt gevormd. Wanneer de pester dan doorgaat met pesten, zal de groep zich uiteindelijk tegen hem keren en hem duidelijk maken dat zijn gedrag fout is en dat hij daar alleen mee staat. Op die manier wordt de pester met zijn eigen gedrag geconfronteerd. Wanneer ouders, leerkrachten en directie samen aan een pestvrije school werken, wanneer ze de leerlingen opvoeden tot assertieve volwassenen, dan kunnen pesterijen worden verminderd en voorkomen. Als volwassenen het goede voorbeeld niet geven, kan moeilijk worden verwacht dat kinderen vanzelf op een positieve manier met elkaar omgaan. Ook daarom is het belangrijk dat
17
iedereen beseft dat pesterijen niet alleen het probleem van de gepeste leerling zijn maar hun oorzaak vinden in de manier waarop volwassenen met elkaar en met kinderen omgaan. 5. Welke vormen van aanpak van pesten worden veel gebruikt op basisscholen? Kanjertraining Hierbij citeer ik een stukje uit een artikel over de theoretische onderbouwing van de effectiviteit van de kanjertraining, die op vele scholen wordt gegeven: “In Nederland is grote behoefte aan een middel om jeugdigen met psychosociale problemen te helpen om te voorkomen dat zij gedragsproblemen, angst of een depressie ontwikkelen. Daarnaast is er een maatschappelijke ontwikkeling gaande waarbij steeds meer behoefte is aan actief burgerschap en respect voor elkaar. De Kanjertraining is een antwoord op deze behoeften. De training wordt preventief en curatief gegeven op ruim 1500 scholen en ruim 20 psychologische praktijken. In dit artikel wordt gezocht naar een theoretisch draagvlak voor de training. De uitgangspunten van de training blijken haarfijn aan te sluiten bij de recentste theoretische ontwikkelingen. De effecten van de training zijn in primair onderzoek gemeten en blijken positief. Aanbevelingen worden gedaan voor toekomstig onderzoek”3 Pestprotocol Na een onderzoek op het internet vond ik tientallen voorbeelden van pestprotocollen op verschillende basisscholen. Allemaal hebben ze dezelfde soort indeling. Door middel van het ‘vijfsporenbeleid’ worden de meeste pestprotocollen uitgewerkt. Voor de definitie van dit beleid kunt u kijken bij 2.2.5. No- Blame methode Een goede werkmethode om pest gedrag aan te pakken in de klas is de No Blame Methode. Deze methode komt uit Groot-Brittannië. George Robinson en Barbara Maines bedachten de methode in 1991. In deze methode krijgt niemand de schuld van de situatie. Veel belangrijker is: hoe kunnen we het samen aanpakken! De leerkracht heeft een gesprek met het slachtoffer, daarna wordt een groepje gevormd van pesters en toeschouwers. Samen overleggen zij hoe zij de pester kunnen helpen, hoe zij het probleem kunnen oplossen. In de bijlage heb ik informatie over de No Blame Methode toegevoegd. 4 Er zijn geen cijfers bekend over de hoeveelheid scholen die deze methode hebben gebruikt, maar de aanpak is wel effectief gebleken. 6. Prima- Methode In Noorwegen is de Prima- methode een effectieve methode om pesten tegen te gaan. Prima staat voor ‘ProefImplementatie Antipestbeleid’ in het basisonderwijs. In deze methode wordt het pesten op drie gebieden aangepakt: op schoolniveau, groepsniveau en individueel niveau. Er worden een kernteam pesten en een gedragscode opgericht. Ook worden ouders via 3
www.kanjertraining.nl/index.php?option=com_content&task=view&id=40&Itemid=7
4
http://www.opvoedingscoach.be/2008/05/01/stop-pesten-via-de-no-blame-methode
18
nieuwsbrieven of de schoolkrant geïnformeerd over het pestbeleid. Kinderen houden individueel een pestlogboek bij. 5 Ook over het gebruik van deze aanpak op Nederlandse basisscholen zijn geen resultaten bekend. Ouders spelen in deze aanpak een grote rol. Wat betekent dit voor mijn keuzes wat betreft mijn product? In de bovenstaande deelvraag heb ik beschreven welke middelen van pestgedrag veel op basisscholen worden gebruikt. Vanuit deze middelen zal ik beschrijven wat dit heeft betekent voor de keuzes wat betreft mijn product. Uit het citaat in het kopje ‘kanjertraining’ kan ik concluderen dat de effecten van kanjertrainingen positief blijken te zijn. Ook pestprotocollen zijn verplicht op basisscholen en daarbij word het dus op bijna iedere basisschool wel gebruikt. Dit heeft mij doen besluiten om een training en een pestprotocol te schrijven. Hieronder zal ik aangeven welke keuzes ik wat betreft de inhoud voor de pesttraining en het pestprotocol heb gemaakt, met het oog op het vergroten van de effectiviteit. Pesttraining Kanjertrainingen blijken, zoals hierboven beschreven, positief. Bij onderzoek naar de inhoud van een kanjertraining kwamen de rollenspelen duidelijk in zicht. Deze heb ik ook toegevoegd aan mijn pesttraining. De rollenspelen zijn om de pesters in te laten leven in hoe het is om gepest te worden. Door de leerlingen dit te laten zien, wordt de effectiviteit van de aanpak vergroot. Om deze reden heb ik ook gebruik gemaakt van een verhaal van een gepeste. De leerlingen kunnen zich dan inleven in wat pesten is en hoe het voelt om gepest te worden. In de No- Blame methode staat het praten met elkaar over pesten en het helpen van het slachtoffer centraal. Daarom heb ik in de pesttrainingen aangeduid dat praten over het pestprobleem, en elkaar juist te helpen, in plaats van te pesten, veel stoerder is. Pestprotocol Om de effectiviteit van pesten te vergroten is het belangrijk om een vijfsporenbeleid op de school te hebben. Het door mij ontworpen pestprotocol is opgebouwd door middel van een vijfsporenbeleid, om zo de effectiviteit te kunnen vergroten. Het pestprotocol is dus ook beschreven aan de hand van het vijfsporenbeleid. In de Prima- methode nemen de ouders een belangrijke plaats in in het aanpakken van pestgedrag. Op de Johan Willem Frisoschool nemen de ouders ook duidelijk een belangrijke rol, en daarbij is het van belang dat ouders betrokken worden bij het pestgedrag en het oplossen ervan om de effectiviteit te vergroten. Om deze redenen heb ik in het pestprotocol beschreven welke rol de ouders hebben in het aanpakken van pestgedrag.
5
http://www.kennisnet.nl/nieuwsportal/po/noorse_methode_werkt_tegen_pesten_op_school.html
19
Na de keuzes wat betreft de producten en de inhoud heb ik me nog verder verdiept in de onderdelen waaraan een pesttraining en een pestprotocol moeten voldoen om de effectiviteit te vergroten. Waar moet een pesttraining aan voldoen om de effectiviteit te vergroten? Rollenspelen Zijn ten eerste voor leerlingen belangrijk om meer feeling over het onderwerp te krijgen, ten tweede zijn deze belangrijk om duidelijk te maken dat iedereen slachtoffer kan worden van pesten. Structuur De aanpak moet structureel zijn, dus geen tijdelijke projecten. De training kan voor het vergroten van de effectiviteit meerde keren worden gegeven. Het is ook mogelijk bepaalde delen te herhalen. Regels Regels waaraan leerlingen zich dienen te houden zorgen voor consequentie. Leerlingen hebben het nodig dat ze weten waar ze aan toe zijn en hen wordt gewezen op de bestaande regels. Erkenning Voor de effectiviteit is het belangrijk dat leerlingen erkennen wat pesten is en wat de gevolgen en de ernst van pesten kan zijn. Hiervoor is het raadzaam een verhaal voor te lezen over iemand die gepest wordt. Waar moet een pestprotocol aan voldoen om de effectiviteit te vergroten? TNO ( Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek) heeft in het jaar 2007 een onderzoek gedaan naar effectieve middelen van de aanpak van pesten.). Zij stellen een aantal voorwaarden om pesten goed aan te kunnen pakken: Informatie voor leerkrachten Informatie met daarin richtlijnen voor de aanpak van pestgedrag; Regels Beschreven regels waaraan leerlingen zich dienen te houden zorgen voor consequentie, zoals hierboven staat beschreven. Stappenplan Een stappenplan met daarin beschreven welke aanpak wordt genomen bij het signaleren van pesten; Vertrouwenspersonen Wie zijn de vertrouwenspersonen op school? Met wie kunnen zowel ouders als leerlingen contact opnemen bij problemen; Ouders Ouders dienen te worden betrokken. Wanneer worden ouders op de hoogte gesteld en welke taken hebben ouders in het aanpak van pestgedrag;
20
Trainingen Informatie over Sociale Vaardigheidstrainingen; Vijfsporenbeleid Het pestprotocol moet geschreven worden aan de hand van het vijfsporenbeleid zoals beschreven in 2.2.5. 9. Welk korte termijn effect leverde de door mij gegeven pesttraining in groep 6 op? Wat me tijdens het geven van de pesttraining in groep 6 is opgevallen, is dat het verhaal van iemand uit mijn omgeving die gepest is, de leerlingen deed schrikken van de ernst van pesten. De leerlingen werden hierdoor uitgenodigd te vertellen ovet dit onderwerp en eigen ervaringen. Ook de rollenspelen zorgden er voor dat leerlingen voelden hoe het was om gepest te worden en om zelf te pesten. De leerlingen speelden deze oefeningen ook graag uit. Door leerlingen enthousiast te maken en voor hen de oefeningen zo herkenbaar mogelijk te maken, konden de leerlingen zich gemakkelijker inleven in het onderwerp. Na de lessenserie wisten leerlingen duidelijk onder woorden te brengen wat pesten is, wat de gevolgen zijn en dat zij pesten in hun klas wilden stoppen. Twee maanden na het geven van de pesttraining kwam ik één van de leerlingen uit groep 6 van de Johan Willem Frisoschool tegen. Dit was de jongen die het buitenbeentje van de klas was. Tijdens het geven van de pesttraining kwam vaak naar voren dat deze jongen werd gepest in de klas. Deze jongen vertelde, toen ik hem tegen kwam, dat hij niet meer wordt gepest en inmiddels een vriendje heeft in de klas. De training is dus duidelijk effectief geweest voor deze klas. Zoals u hierboven hebt kunnen lezen, heeft de gegeven pesttraining een goed effect gehad op de aanpak van pestgedrag. Hieruit kan ik natuurlijk niet de conclusie stellen dat mijn product positief is gebleken. Regelmatig gebruik en bijstelling is belangrijk om de effectiviteit hiervan op de Johan Willem frisoschool te kunnen toetsen. Conclusie Hierboven heeft u kunnen lezen wat het belang is van de aanpak van pestgedrag op de Johan Willem Frisoschool. Namelijk dat pesten vele (ernstige) gevolgen kan hebben. Vanuit dit punt ben ik doorgegaan op de manier waarop het pestgedrag op basisscholen op dit moment wordt aangepakt. Hierbij ben ik tot de conclusie gekomen dat veel basisscholen in het bezit zijn van een pestprotocol en een vijfsporenbeleid. Dit zijn ook onderdelen die ik in mijn product heb beschreven. Dit zal volgens onderzoeken dus invloed hebben op de vergroting van de effectiviteit van de aanpak van pesten. Hierna ben ik ingegaan op de inhoud van een pestprotocol en een pesttraining om de effectiviteit van de aanpak van pestgedrag te vergroten. Alle onderdelen zoals in 2.2.5 beschreven komen aan de orde in zowel het door mij ontwikkelde pestprotocol als de pesttraining. Als laatste ben ik ingegaan op mijn ervaringen wat betreft de effectiviteit en de ervaringen in groep 6 waar ik de pesttraining voor groep 5 tot en met 8 heb gegeven. Uit dit alles kan ik de conclusie stellen dat ik aan de voorwaarden, die gesteld worden om de effectiviteit van een pestprotocol en een pesttraining te vergroten, heb voldaan. De effectiviteit van het product is dus duidelijk zichtbaar vergroot.
21
Hoofdstuk 3: Mijn persoonlijke visie In dit hoofdstuk zal ik beschrijven vanuit welke visie ik aan mijn project heb gewerkt. Hierbij zal ik de visie van de instelling en mijn visie op pesten beschrijven. Visie van de instelling De Johan Willem Frisoschool is een open school voor christelijk onderwijs. Het onderwijs wordt vormgegeven vanuit de gedachte Adaptief Onderwijs. Dat wil zeggen dat er in het onderwijs rekening wordt gehouden met de verschillen tussen kinderen. De school wil een onderwijsomgeving bieden waar het kind zich optimaal kan ontplooien. Men stimuleert eigen initiatief en probeert het zelfvertrouwen van de leerling te vergroten. De school komt tegemoet aan de leergierigheid van kinderen en vergroten de eigen verantwoordelijkheid op het niveau van iedere individuele leerling. Het zelfstandig handelen en werken neemt een grote plaats in. De school heeft aandacht voor de verschillen tussen kinderen. Er is geïnvesteerd in zorgverbreding binnen de school. Onderwijs op de Johan Willem Frisoschool krijgt mede vorm onder de noemer: “Hoe geven we elk kind onderwijs op zijn of haar mogelijkheden gericht?”. Dit wordt gedaan vanuit een open christelijk perspectief, waarin ieder kind telt en belangrijk is. De christelijke waarden gaan ervan uit dat ieder kind, uniek gemaakt door God, zijn eigen keuze mag maken en ontwikkeling mag kiezen. Het kind leeft in een multiculturele samenleving en daarbij wil de school een stukje begeleiding geven. Dit wordt gedaan in een gerichte vrijheid, waarbij respect en waardering voor de medemens een centraal gegeven zijn. We brengen kinderen in aanraking met de bijbel. Daarvoor wordt een methode met bijbel- en spiegelverhalen gebruikt. Bij het vertellen van verhalen uit de bijbel wordt geprobeerd daarbij iedereen naar zichzelf te laten kijken en zo een perspectief als opgroeiende burger in deze wereld te geven. In het onderwijs kunnen de meeste leerlingen volstaan met het volgen van het aanbod van de methodes voor de vakken taal en spelling, rekenen / wiskunde en begrijpend lezen. In deze methodes is aandacht voor het basisprogramma, voor remediërende activiteiten en voor verrijkingsactiviteiten. De school wil zoveel mogelijk aansluiten bij de mogelijkheden en behoeften van alle leerlingen. Opgroeien en groot worden doe je niet alleen op school of alleen thuis. Het gedrag op school wordt beïnvloed door huiselijke omstandigheden, het gedrag thuis door zaken die op school spelen. De zorg voor een evenwichtige ontwikkeling, sociaal – emotioneel ( gevoel ) en cognitief ( kennis ) is dan ook een verantwoordelijkheid van school én ouders samen. Alleen als die oog hebben voor elkaars rol en ze hun wederzijdse kennis en ervaring uitwisselen, kan een kind op een goede manier volwassen worden. Hieruit concludeer ik dat het geschreven product goed aansluit op het beleid van de school. Het product past bij de visie en het uitgangspunt van de school. Ouders spelen een belangrijke rol in de school, ook staat de taak van en het overleg met ouders duidelijk beschreven in het pestprotocol. Ook wordt getracht het zelfvertrouwen van de leerling te vergroten en een onderwijsomgeving te bieden waar de leerling zich optimaal kan ontplooien. Met het product
22
tracht ik deze bovenstaande punten ook te bewerkstelligen. Mijn persoonlijke visie Het eerste deel van mijn visie zal ik beschrijven vanuit de behoeftenpiramide van Maslow. Hierna zal ik volgen met een deel van mijn visie dat tot stand is gekomen door ervaringen die ik in mijn leven heb meegemaakt. Ook zal ik me verdiepen in een aantal stromingen en theoretici en in mijn visie beschrijven volgens welke stroming en theoretici ik het liefst zou willen werken en waarom. De Amerikaan Abraham Maslow ontwikkelde een theorie over motivatie. Uitgangspunt zijn zes fundamentele behoeften van de mens. Deze behoeften zijn op volgorde gerangschikt; de volgende behoefte kan zich pas ontwikkelen nadat de vorige behoefte bevredigd is. Deze zes behoeften staan hieronder vermeld: o Lichamelijke behoeften o Behoefte aan veiligheid o Behoefte aan liefde en het gevoel ergens bij te horen o Behoefte aan respect o Behoefte om te weten en te begrijpen o Behoefte aan zelfactualisatie Zoals u kunt lezen, heeft ieder mens behoefte aan zelfactualisatie, behoefte aan aanzien en waardering, behoefte aan sociaal contact en liefde, behoefte aan veiligheid en zekerheid en fysiologische behoeften. Zoals Maslow beschrijft in zijn theorie, kan een volgende behoefte zich pas ontwikkelen als de vorige behoefte bevredigd is. Een kind dat gepest wordt, ervaart bijvoorbeeld geen behoefte aan veiligheid. Hierdoor kan de behoefte aan liefde en het gevoel ergens bij te horen nooit bevredigd worden. Net als de daaropvolgende behoeften. Pesten heeft dus grote gevolgen voor deze 6 te ontwikkelen niveaus. Het slachtoffer van pesten maakt dus kans zich niet optimaal te kunnen ontwikkelen doordat hij of zij geen liefde, waardering, veiligheid, zekerheid en sociaal contact ervaart op één of meerdere plaatsen. Het is echter vaak zo dat het kind dit in de thuissituatie wel ervaart, maar als het kind op school gepest wordt, word het kind steeds weer in twijfel gebracht over het beeld dat andere kinderen van hem of haar hebben en het beeld dat het kind uiteindelijk van zichzelf krijgt. Zoals ik in mijn persoonlijke relevantie heb verteld, ben ik zelf ook vele jaren gepest. Het pesten heeft mijn leven getekend, en de nodige gevolgen met zich meegebracht. Verder heb ik een vriendin die door de pesterijen die zij heeft meegemaakt grote gevolgen heeft ondervonden. Sinds kort is bij haar de diagnose PTSS (posttraumatische stress stoornis) en depressiviteit gesteld. (in hoofdstuk 2 heeft zij haar verhaal geschreven.) Deze opsommingen maken het voor mij zeer belangrijk om pestgedrag aan te pakken omdat ieder kind het recht heeft zich vrij en gelukkig te voelen, op de manier die voor hem of haar plezierig voelt. Pestgedrag heeft hier een grote invloed op. Dit moet dus onmiddellijk gestopt worden. Iedereen heeft het recht veilig en met plezier naar school te kunnen gaan. De schoolperiode heeft een belangrijke bijdrage aan de plaats die het kind in de maatschappij krijgt en daarom is het des te belangrijker met plezier en zonder zorgen naar school te kunnen gaan. Om deze redenen ben ik van mening dat pestgedrag stevig aangepakt moet worden en de gevolgen van pesten absoluut niet onderschat moeten worden.
23
Voor de verdieping op mijn visie heb ik me verdiept in een aantal stromingen om te kijken welke stroming het beste bij mijn denkbeeld past, en binnen welke stroming ik het liefst zou willen werken bij de begeleiding van slachtoffers van pesten. Dit kunnen zowel pesters als gepesten zijn. Als pedagoog zou ik willen werken binnen het symbolisch interactionisme. Binnen het symbolisch interactionisme is er meer plaats voor de individu. De cliënt mag meedenken over zijn hulpvraag en zijn mening hierover vormen. De hulpverlening zal zich meer richten op de individu en de interactie tussen cliënt en hulpverlener. De inbreng en de mening van de individuele cliënt vind ik erg belangrijk. ‘Werkelijkheid is zoals zij de wereld interpreteert’, dit is de reden dat ik de mening van de cliënt belangrijk vindt. Ook vind ik het belangrijk om je hulpverleningstechnieken aan te passen op de soort cliënt en op de behoefte van de cliënt. De aandacht aan het unieke van mensen, aan de authenticiteit en de wensen en behoeften van mensen, groepen en subculturen in de maatschappij vind ik erg belangrijk. Zo zou ik zelf ook graag benaderd willen worden, en cliënten hebben hier ook recht op. Cliënten hebben er ook meer aan als je ze helpt op de manier waarop zij er het meeste aan hebben. Zoals ik hierboven beschreef, kan de hulpverlening vanuit de pedagogische stroming aan zowel pesters als gepesten zijn. Dit omdat ik van mening ben dat een leerling die andere leerlingen pest, ook hulp nodig heeft. Deze hulp zal dan gericht moeten zijn op het leren van sociale vaardigheden, het opkomen voor zichzelf op een sociaal geaccepteerde wijze en eventuele psychologische hulp. Het is ook van uitermate groot belang dat deze pestende leerling zich optimaal gaat ontwikkelen, maar dit kan pas als deze leerling andere manieren heeft ondervonden om voor zichzelf op te komen en op een sociaal geaccepteerde wijze met mensen kan omgaan. Het hebben van vriendschappen en vermogen tot vertrouwen in zichzelf en anderen zijn uitermate belangrijk bij het realiseren van een optimale ontwikkeling. Na de bestudering van verschillende theoretici ben ik tot de conclusie gekomen dat de theorie van John Locke aansluit op mijn visie. Locke is de grondlegger van de gedachte dat het kind zich ontwikkelt door de invloed van de omgeving. Hoewel hij erkent dat ook de aanleg een rol speelt, verloopt de ontwikkeling volgens hem vooral door middel van leren. De ontwikkeling van het kind vindt volgens Locke plaats via leren, waarbij associëren, repeteren en imiteren de belangrijkste vormen van leren zijn. Als belangrijkste doel van de opvoeding ziet hij zelfcontrole. Hij is fel gekant tegen lichamelijke straffen. Dat breekt de geest, stelt hij; in plaats van een kind dat zich misdraagt, heb je dan een weinig gemotiveerd mens. Loven en vleien zijn volgens hem de beste beloningen. Hij wijst op de grote betekenis van model- of voorbeeldgedrag, onder meer voor het leren van abstracte regels. 6 Net als Locke ben ik tegen lichamelijke straffen. Daarbij denk ik dat een kind het meest heeft aan beloningen voor goed gedrag. Hiermee bedoel ik dan vooral immateriële beloningen. Zoals loven, vleien, klopje op de schouder. Door positief gedrag te belonen, zal het kind het gedrag nogmaals laten zien. Als ik dit spiegel naar de pesttraining en het pestprotocol, betekent dit in mijn ogen ook dat je een kind zoveel mogelijk op positief gedrag moet blijven aanspreken.
6
Martine F. Delfos, Ontwikkeling in vogelvlucht, p. 24
24
Waardoor het negatieve gedrag kan worden vervangen door positief gedrag. Aan negatief gedrag moet naar mijn mening geen aandacht worden geschonken. Zo kun je het het snelste uitdoven. Door in te gaan op negatief gedrag, word het gedrag naar mijn mening alleen maar aangemoedigd. Deze gedachtegang komt overeen met het bekrachtigingsschema van Locke: 1. Stoppen van gedrag kan door corrigerend optreden en straffen. Er wordt geen nieuw gedrag geleerd en geen ongewenst gedrag afgeleerd. Het maakt de kans op gedrag kleiner als de pakkans groter is. 2. Nieuw gedrag leren kan door het gedrag te bekrachtigen, belonen. De sterke bekrachtiger is het versterken van het zelfbeeld, waardering uiten. 3. Gedrag afleren kan alleen voor uitdoven, extinctie, bijvoorbeeld door negeren .7
Ook ben ik net als Locke van mening dat een kind leert door modelgedrag. Een kind moet een voorbeeld hebben om te kunnen leren wat goed en kwaad is. Dit is ook weer te spiegelen naar mijn product. De kinderen leren namelijk door het uitspelen van rollenspelen (zoals uitgewerkt in de pesttraining) hoe het is om te pesten en gepest te worden. Verder kunnen de leerkrachten door middel van het product de leerlingen leren hoe je wel en hoe je niet met elkaar moet omgaan. Door het zien en ervaren van deze voorbeelden en oefeningen, leren kinderen het beste hoe ze zich horen te gedragen.
7
Martine F. Delfos, Ontwikkeling in vogelvlucht, P. 137
25
Hoofdstuk 4: Ontwikkelingen op macroniveau In dit hoofdstuk zal ik ingaan op de ontwikkelingen die van invloed zijn op het product en het verandering- en invoeringsproces dat tijdens het eindproject heeft plaatsgevonden. Deze zal ik beschrijven op macro- en mesoniveau. Daarbij zal ik de wetgeving, zoals deze in Nederland is geregeld, beschrijven. Deze wetgeving zal ik beschrijven om een beeld te geven van de wetgeving ten aanzien van pesten, op zowel landelijk als gemeentelijk niveau. Hierna zal ik beschrijven welke standpunten van drie politieke partijen (CDA, VVD en PvdA) hebben ten opzichte van onderwijs en pesten.
4.1 Wetgeving Hieronder leest u de wetgeving ten aanzien van pesten op landelijk en gemeentelijk niveau. Onder het landelijk niveau heb ik de rechten en plichten voor scholen, leerlingen en ouders beschreven die van toepassing zijn op pesten en sociale veiligheid. Landelijk Artikel 3 uit de Arbowet en cao- afspraken verplichten scholen om leerlingen en personeel te beschermen tegen seksuele intimidatie, agressie, geweld en pesten. Dat een dergelijk veiligheidsbeleid noodzakelijk is, blijkt wel uit de cijfers van de onderwijsinspectie. Pesten kan gezien worden als een verschijningsvorm van fysiek en/ of psychisch geweld. Uitgaande van deze interpretatie, zijn scholen verplicht een anti-pestbeleid te voeren, bestaande uit lessen, introductieprogramma, boeken voor de schoolbibliotheek, enzovoort. Kwaliteitswet (1998) Leerlingen, ouders, personeelsleden die klachten hebben over pesten, agressie of andere vormen van onveiligheid kunnen gebruikmaken van hun klachtrecht, conform de kwaliteitswet. Zij kunnen een klacht indienen bij de onafhankelijke klachtencommissie waarbij de school zich aangesloten heeft. Civiel recht Als ouders er met school, de externe vertrouwenspersoon, het bevoegd gezag en klachtencommissie niet uitkomen, kunnen ze ook de civiel juridische weg bewandelen. Strafrecht Sommige vormen van pesten, zoals vernieling van eigendommen, mishandeling en stalking zijn strafbaar conform het Wetboek van Strafrecht. Gemeentelijk Onder het gemeentelijk niveau heb ik de aanpak van de gemeente Leeuwarden ten opzichte van pesten beschreven. Sinds een aantal jaren vormt de gemeente niet langer het direct bestuur van de (openbare) scholen. Er is dus weinig zicht op de projecten van de diverse schoolbesturen.
26
Het onderwerp komt wel in verschillende beleidsnota's aan de orde, maar meer zijdelings (actieprogramma jeugdcriminaliteit, jongerenwerk op school). In het verleden hebben een tweetal gemeenteraadsleden, de heer Feddema (VVD) en de heer van Olffen (PvdA) zich nadrukkelijk met pesten op school beziggehouden. Zij hebben een initiatiefvoorstel ontwikkeld hetgeen is meegenomen in het projectplan schoolveiligheid van 2003.
4.2 Politieke standpunten VVD De VVD vindt het tegengaan van pesten belangrijk. Vanuit een liberale visie vindt de VVD dat scholen een belangrijke rol spelen in het bestrijden van pesters. De overheid moet niet opleggen hoe een school pesters moet aanpakken. Nee, een school kan dat heel goed zelf. Directeuren, leerkrachten en andere medewerkers zijn daar slim genoeg voor. Bovendien zijn dat de mensen die dagelijks in contact komen met de gepeste leerlingen en hun pesters. Die mensen kunnen dus gepeste kinderen direct helpen en de plaaggeesten aanpakken. Scholen hebben daar ook een eigen verantwoordelijkheid in om pesters tegen te gaan. De VVD is er voorstander van dat scholen bijvoorbeeld bij het begin van het schooljaar aan hun leerlingen vertellen dat pesten absoluut niet mag. De VVD vindt dat daar de ouders ook bij betrokken moeten worden. De school kan dan ook uitleggen dat als je gepest wordt, dit kunt melden bij bijvoorbeeld je vertrouwenspersoon op school. Die kan in zo’n geval helpen. Daarnaast kunnen scholen bijvoorbeeld een themaweek ‘Pesten is stom’ opzetten. 8
CDA CDA vindt dat iedere school een veilige haven hoort te zijn waar je je als leerling kunt ontplooien en waar je als leraar prettig kunt lesgeven. Onveiligheid en wapenbezit moet volgens het CDA hard worden aangepakt. Onveiligheid zou kunnen worden aangepakt door integratie en participatie voor allochtonen in te zetten. Het CDA vindt het belangrijk dat het netwerk rond de school (waaronder instellingen als jeugdzorg en politie) optimaal functioneert. Dit betekent dat signalen serieus worden opgepakt en er goede samenwerking is. Aan de andere kant moeten we accepteren dat sommige jongeren het voor zichzelf en voor de anderen op school zo verbruid hebben dat zij niet langer op school te handhaven zijn. Zij dienen dan verwijderd te kunnen worden. Wij mogen ze echter niet loslaten. Daarvoor bieden bijvoorbeeld internaten, gericht op (her)opvoeding, goede resultaten. Daar wordt hen door intensieve begeleiding bijgebracht waar je je aan hoort te houden in onze maatschappij. Het uiteindelijke doel is hen na de heropvoeding terug te laten stromen naar het gewone onderwijs. Scholen horen zoals gezegd, veilig te zijn. Alleen op een veilige school kan een kind tot goede leerprestaties komen. 8
http://www.vvd.nl/index.aspx?FilterId=974&ChapterId=1148&ContentId=2427
27
Het schoolbestuur, leerkrachten, leerlingen en ouders moeten met elkaar duidelijke afspraken maken over veiligheid en omgangsvormen, en zich daar ook aan houden. Wellicht kunnen die afspraken in een contract neergelegd worden. Het moet duidelijk zijn dat pesten, geweld en andere vormen van onveiligheid niet worden getolereerd. Ook hoort er in lerarenopleidingen meer aandacht te komen voor de veiligheid op school en in het bijzonder het pesten. Het CDA is van mening dat kinderen in de eerste plaats van hun eigen ouders respect voor anderen bijgebracht horen te krijgen. In het gezin krijg je bijgebracht wat kan en wat niet kan. Van jongs af aan moeten ouders ondersteuning krijgen waar dit nodig is. Dit kan al beginnen op consultatiebureaus. Waar nodig moeten ouders verplicht opvoedingsondersteuning krijgen: met behulp van een gezinscoach een jongere op het rechte pad zien te houden/te krijgen. Ouders mogen hun verantwoordelijkheid niet uit de weg gaan. Daarom heeft het CDA onlangs voorgesteld de ouderlijke aansprakelijkheid voor schadetoebrengende handelingen van hun kind, te verhogen naar het achttiende jaar van het kind.9
PvdA Hieronder volgen een aantal standpunten en een actieplan van het PvdA ten opzichte van veiligheid in het onderwijs en pesten. Veilig naar school en veilig op school, dat is een voorwaarde voor een leeromgeving waar je goed les kan geven en les kan krijgen. Dat gun je elke leerling, student en docent. PvdA TweedeKamerlid Staf Depla presenteert een plan hoe de politiek scholen kan helpen dit te bereiken. De kern van een veilige school is de menselijke maat: kennen en gekend worden. En vanaf dag één op school afspraken maken hoe je met elkaar omgaat. Veilig naar school en veilig op school dat is een voorwaarde voor een fijne schooltijd. De politiek lijkt zich vooral te roeren als er sprake is van ernstige incidenten, soms zelfs met dodelijk afloop. Maar een veilige school is meer dan een school waar geen leerlingen of personeel worden doodgestoken of verwond. Op een veilige school is een prettig sociaal klimaat waar niet gepest wordt, anderen gerespecteerd worden, mensen elkaar niet bedreigen en de handen worden thuis gehouden. Op een school waar zo’n klimaat heerst zijn de schoolprestaties beter en de kans op ernstige incidenten kleiner. De PvdA heeft een actieplan opgesteld voor scholen, leerlingen en personeel, deze moet helpen een veiligere school te maken. Dit actieplan heb ik als bijlage toegevoegd. 10
10
www.pvda.nl
28
Hoofdstuk 5: Veranderingsproces In dit hoofdstuk zal ik ingaan op de inhoudelijke en methodische keuzen die ik heb gemaakt bij het tot stand komen van het product.
5.1 Het gewenste veranderingsproces
De pesttraining en het pestprotocol zijn geschreven met als doel het direct in kunnen grijpen bij pestgedrag en onveilige sferen in de school, met name de groepen en het de leerlingen in laten zien van de schadelijkheid van pesten. Dit veranderingsproces moeten we dus zien te bewerkstellingen.
5.2 Inhoudelijke en methodische keuzen die gemaakt zijn Voor mijn eindproject heb ik gekozen voor het schrijven en geven van een pesttraining omdat het voor de leerlingen in de leeftijd van 4 tot 12 jaar belangrijk is om zelf te ervaren hoe het is om te pesten. Het is belangrijk dat zij inzien hoe het is om gepest te worden en dat dit absoluut niet getolereerd kan worden. De opdracht is tot stand gekomen door het versturen van brieven naar basisscholen met de vraag of bij hen op school mijn afstudeeropdracht zou mogen doen omtrent het thema pesten. De Johan Willem Frisoschool reageerde hier positief op. Samen met mijn opdrachtgever heb ik er voor gekozen een pesttraining te schrijven en deze te geven in groep 6. De keuze voor het uitvoeren van de training in deze groep is gemaakt vanwege de reden beschreven in hoofdstuk 1. 1, microniveau. In deze groep was het nodig iets te doen aan de groepssferen en het klimaat in de groep. Zelf heb ik in overleg met mijn opdrachtgever er voor gekozen twee pesttrainingen te schrijven. Namelijk voor groep 1 tot en met 4 en voor groep 5 tot en met 8. Dit omdat er een groot niveauverschil zit tussen kinderen in de onder- en de bovenbouw. Van kinderen uit groep 2 kun je niet hetzelfde verwachten als van kinderen uit groep 7.Er is daarom bij de twee trainingen ook een andere indeling gemaakt, die past bij de ontwikkelingsfase van de kinderen. De keuze voor het niet onder verdelen in lessen en het herhalen van de oefeningen in de training voor groep 1 tot en met 4 heb ik gekozen doordat deze leerlingen vooral behoefte hebben aan herhaling. Door herhaling van de oefeningen leren de leerlingen elkaar en zichzelf beter kennen. Verder is er bij hen hierdoor meer aandacht voor leren spelen met elkaar. De keuze voor het onderverdelen van de lessen in groep 5 tot en met 8 is gemaakt vanwege het feit dat deze leerlingen behoefte hebben aan nieuwe dingen hebben. Zij horen niet graag twee keer hetzelfde verhaal en doen niet graag meerdere keren dezelfde oefeningen. Zij hebben behoefte aan afwisseling. Zij willen daarbij graag iets bereiken. Verder heeft deze leeftijdsgroep behoefte aan tastbaarheid. Voor deze groep wordt het verschijnsel pesten met de gevolgen en gevoelens die hierbij komen kijken, door het uitspelen van situaties waarin gepest wordt, tastbaarder. Door het oefenen van rollenspelen ervaren de leerling en hoe het is om gepest te worden. Door deze ervaring leren zij op een andere manier omgaan met de ‘kwetsbare’ leerlingen. Het doen- alsof- spel speelt een belangrijke rol in het leren begrijpen van sociale interactie. Door het leren omgaan met elkaar en het accepteren van elkaar
29
5.3 Organisatorische voorwaarden
Om het gewenste veranderingsproces te kunnen bewerkstelligen is het van belang het gehele team van de Johan Willem Frisoschool consequent werkt met het pestprotocol en de pesttrainingen. Het is van belang dat de leerkrachten meteen actie ondernemen bij het signaleren van onveilige sferen in de klas. Zij handelen dan zoals in het pestprotocol beschreven. Hierbij is de bereidheid om het product te gebruiken en er naar te handelen van groot belang voor het slagen van de aanpak van pesten. Om er voor te zorgen dat ieder teamlid op bovenstaande manier te werk gaat is het belangrijk dat ieder van het bestaan van de training en het protocol af weet. Tijdens het teamoverleg heb ik de docenten op de hoogte gebracht van de pesttrainingen en het pestprotocol. Daarbij heb ik verteld wat dit pestprotocol en deze pesttrainingen inhouden en hoe het team deze dienen te gebruiken. Ook heb ik verteld dat het van belang is consequent en ieder op dezelfde manier naar deze pesttrainingen en het pestprotocol te handelen om het pestgedrag te voorkomen en op te lossen. Het team was erg enthousiast en gaat het product zeker gebruiken. Hij zal worden verveelvoudigd en bij iedere leerkracht in het lokaal, op een vaste plaats, komen te liggen. Dit is ook van belang zodat iedere leerkracht weet waar de pesttraining en het pestprotocol liggen en het altijd beschikbaar is en er dus direct ingegrepen kan worden. Aanbevelingen Als aanbeveling zou ik de Johan Willem Frisoschool geven om de training en het protocol ‘up to date’ te houden. Twee keer per jaar checken en bijstellen van het product, op effectiviteit en de aansluiting op het beleid van de school, is een voorwaarde voor het slagen van het zo effectief mogelijk handelen om pestgedrag uit de weg te gaan door middel van de producten.
30
Hoofdstuk 6: De waarde van de producten 6.1 Microniveau Op de school was geen pestprotocol en pesttraining aanwezig. Wel werd er ingegrepen bij pestgedrag, was de school in het bezit van informatie over pesten,de gevolgen en de aanpak. Verder zijn er in het verleden projecten t.a.v. pesten gehouden. Maar door het ontbreken van een pestprotocol en een pesttraining kon er niet direct ingegrepen worden bij het voorkomen van pestgedrag. Door het product kan het pestgedrag per direct aangepakt worden, en doet iedere leerkracht dit op dezelfde wijze. Voor zowel leerling als leerkracht is dit een duidelijke werkwijze voor de aanpak van de problematiek. Het product heeft niet alleen waarde voor de gepeste, maar ook voor de pesters. Zij lopen ook mogelijk gevolgen op door de pesterijen, zoals ik beschreven heb in één van de deelvragen. Door de aanpak van pestgedrag kan een goede ontwikkeling van de leerlingen gerealiseerd worden. Leerlingen zullen in alle veiligheid naar school kunnen en zich optimaal te kunnen ontwikkelen. Tenzij er andere factoren zijn die de ontwikkeling remmen. Deze andere factoren kunnen onder andere een verstandelijke of lichamelijke handicap zijn, die het kind tegenhoudt zich optimaal te kunnen ontwikkelen.
6.2 Mesoniveau
Door het hebben en naleven van een pestprotocol en de pesttrainingen wordt er getracht het pestgedrag te verminderen, te stoppen of te voorkomen. Op de school zal de kans op pesten kleiner worden door de optimale aandacht die er aan word geschonken. De school, de leerlingen en de leerkrachten zijn attent op het voorkomen van pestgedrag en op de manieren waarop met dit probleem kan worden omgegaan. Verder leren zowel leerkrachten als leerlingen hoe je op een zo’n plezierig mogelijk manier met elkaar kunt omgaan.
6.3 Macroniveau Door het realiseren van een optimale ontwikkeling voor de leerlingen, worden hun kansen op de arbeidsmarkt en in de maatschappij groter. De ontwikkeling van de leerlingen is hiervoor van groot belang. Pesten is een vorm van geweld, ook kan hiermee geweld worden uitgelokt. Door de gevolgen die pesten en gepest worden heeft, is de kans op ‘ontsporing’ van de leerlingen groter. Hierbij valt te denken aan mensen die opgenomen worden in een psychiatrische instelling, mensen die zelfmoord plegen of een poging hiertoe doen, moorden die gepleegd kunnen worden, vernielingen. Deze factoren zijn in de hele maatschappij merkbaar. Denk aan de overheidsgelden die in deze factoren gestopt worden. Hiermee wil ik niet zeggen dat bij het terugdringen van pesterijen op scholen al deze factoren opgelost zullen worden, maar een deel hiervan zal er wel invloed op hebben. Wat betreft de waarde van het product is de conclusie die ik kan stellen dat mijn product een grote waarde heeft op zowel micro, meso als macroniveau.
31
Conclusie Met de theoretische onderbouwing heb ik geprobeerd een passend theoretisch fundament neer te zetten. Door middel van de theoretische onderbouwing heb ik geprobeerd het belang van het hebben van een pesttraining en een pestprotocol op basisscholen weer te geven. Verder heb ik inzicht gegeven in de redenen van bepaalde keuzes die ik heb gemaakt en de instrumenten die gebruikt kunnen worden bij het oplossen en voorkomen van pesterijen. Zoals u in 2.2.10 hebt kunnen lezen, heeft de door mij gegeven pesttraining er voor gezorgd dat de jongen die gepest werd niet meer wordt gepest en zelfs een vriendje heeft. Ik vond het fijn om dit te horen van deze jongen en ik realiseerde me hierdoor dat de pesttraining niet voor niets is geweest. Ook heb ik nu de zekerheid dat de training heeft gewerkt, en ik verwacht daarom dat de training ook in de toekomst zal werken. Mede om bovenstaande reden heb ik er alle vertrouwen in dat de Johan Willem Frisoschool consequent zal gaan werken met het pestprotocol en de pesttrainingen.
32
Bronnenlijst Literatuur Hoofdstuk 2.2: o
Joan Elkerbout& Priscilla van Lierop, Platgetrapt, uitgeverij bergboek, 2004
o
Sonja Emmerechts, Pesten op school, Uitgeverij Manteau/ standaard Uitgeverij, 2001, Pagina 25- 30
o
Pieternel Dijkstra, Verlegen, Uitgeverij het spectrum, Utrecht 2003
o
Martine F. Delfos, Ontwikkeling in vogelvlucht, Uitgeverij Swets&Zeitlinger, 2003. Pagina 204
Hoofdstuk 3: o
Martine F. Delfos, Ontwikkeling in vogelvlucht, Uitgeverij Swets& zeitlinger, 2003, pagina 62
o
Willem Visser, Verzorgingssociologie, uitgeverij coutinho, Bussum 2000
Hoofdstuk 5:
o Martine F. Delfos, Ontwikkeling in vogelvlucht, Uitgeverij Swets&Zeitlinger, 2003 Internet Hoofdstuk 2: o
www.kanjertraining.nl/index.php?option=com_content&task=view&id=40&Itemid=7
o
www.ack.vu.nl/htmls/symposia/2005/Pesten/Presentaties/Orobi o%20de%20Castro.pdf
o
www.jeroenimus.nl/?page_id=23
o
http://www.opvoedingscoach.be/2008/05/01/stop-pesten-via-de-no-blame-methode
Hoofdstuk 4:
o www.pestweb.nl o
http://cda.nl/standpunten.aspx?I=170
33
o
http://www.vvd.nl/index.aspx?FilterId=974&ChapterId=1148&ContentId=2427
o
http://www.pvda.nl/renderer.do/menuId/107719/clearState/true/sf/107719/returnPag e/107719/itemId/220098291/realItemId/220098291/pageId/107750/instanceId/1077 34/
o
http://www.leeuwarden.nl/live/bis.pag
Overig Hoofdstuk 2: o
Schoolbrochure basisonderwijs, stichting stop het pesten, 2005/2006
o
Schoolbrochure Pesten hoort er niet bij, stichting stop het pesten, 2005/2006
o
Interviews
Hoofdstuk 4: o
Beleid Johan Willem Frisoschool
34
Bijlagen
35
No- Blame Methode De No- Blame Methode werkt in 7 concrete stappen:
1. Een gesprek met het slachtoffer
In het eerste gesprek met het slachtoffer wordt er vooral geluisterd naar zijn verhaal. Daarna wordt vertelt hoe de no blame methode werkt. Vaak merkt men dat het slachtoffer al een beetje opgelucht is, omdat er eindelijk iets aan dat pesten zal gedaan worden. Daarna wordt er samene en groepje gemaakt met daarin een aantal personen die pesten en een aantal toeschouwers uit de middengroep.
2. Bijeenkomst met de groep
de leerkracht roept het groepje daarna samen, zonder dat het slachtoffer erbij is.
3. Het probleem uitleggen
De leerkracht legt aan het groepje uit hoe het slachtoffer zich voelt. De leerkracht heeft dit eerder samen met het slachtoffer besproken. De leerkracht zegt er ook bij wat de mogelijke gevolgen zijn van het pestgedrag: dat het slachtoffer bang is om in de groep te komen, wil afhaken van school. Het groepje beseft meestal wel dat ze zoiets niet zelf zouden willen meemaken. In het groepsgesprek komen meestal veel zaken naar boven. Vaak zijn er in dat groepje mensen die vroeger ook al eens gepest werden. Dat vonden ze toen ook niet fijn. Wat de leerkracht beter niet kan doen is het groepje laten vertellen hoe zij de situatie ervaren. Soms zeggen de leerlingen: “ja, maar zij is ermee begonnen” of “hij begint altijd te vechten”, … . Het is erg belangrijk dat de leerkracht die dit gesprek voert, de technieken kent om een groep te hanteren.
4. Verantwoordelijkheid uitdelen
In deze wordt duidelijk dat iedereen een verantwoordelijkheid heeft. Niemand wordt beschuldigt van het pesten, maar de leerkracht benadrukt wel dat de groep iets aan het probleem kan doen.
5. Voorstellen formuleren
Hier wordt gevraagd of iedereen een voorstel doet om iets aan het pesten te doen. Het hoeven geen grootste dingen te zijn, meestal zijn het zaken zoals: “ik ga vanaf nu goeiendag zeggen” of “ik zal vragen of ze wil meespelen” of “ik laat ze vanaf nu met rust”.
6. Wachten!
Nu is het aan de groep… De leerkracht wacht een week en bekijkt hoe de groep vooruitgang maakt. De leerkracht geeft de kinderen of personen de kans om te doen wat ze beloofd hebben.
7. De evaluatie
In een laatste fase gaat de leerkracht een gesprek voeren met alle betrokkenen. Soms is het aangewezen om dat met iedereen samen te doen, soms niet. De leerkracht bevraagt hoe het gaat, hoe iedereen zich voelt? Als de situatie niet beter is, kan teruggekeerd worden naar een bepaalde fase of een ander groepje samengesteld worden.
36
Actieplan PvdA Voorkomen is beter dan genezen: vanaf dag één van elk schooljaar spreken leerlingen, studenten en docenten af hoe ze met elkaar omgaan. Die afspraken zijn niet alleen gericht op het voorkomen van incidenten maar ook op het tegengaan van pesten op scholen. Pesten bederft de schooltijd van kinderen en maakt dat zij zich onveilig voelen. Daarnaast staat pesten vaak aan het begin van geweldsincidenten. Voor een veilige school moet pesten worden aangepast. Internet speelt een belangrijke rol bij pesten. Providers gaan scholen helpen om de daders te achterhalen. 2. Elke school maakt zelf samen met het personeel en de leerlingen een eigen veiligheidsplan. Van uniforme regels uit Den Haag of papieren plannen worden scholen niet veiliger. De inspectie beoordeelt of deze plannen in de praktijk werken. 3. Terug naar de menselijke maat: kennen en gekend worden is voorwaarden voor een veilig schoolklimaat. 4. Open zijn over incidenten: scholen worden onveiliger als incidenten onder de pet gehouden worden. 5. Hulpverlening moet snel in actie als het fout dreigt te gaan met een leerling. 6. Veiligheid van de groep gaat boven de vrije schoolkeuze van leerlingen en ouders die zich misdragen. 7. Geweld en intimidatie tegen leraren en schoolleiders wordt niet geaccepteerd. De richtlijn professionele beroepsbeoefenaars voor het OM geldt niet alleen voor politieagenten en ambulancepersoneel maar ook voor docenten. Deze richtlijn om zwaardere straffen te eisen moet justitie toepassen bij de strafeis tegen gebruikers van geweld tegen docenten.11
11
http://www.pvda.nl
37