Collegevoorstel
Openbaar
Onderwerp
Begrotingswijzigingen Werk en Inkomen (product Inkomen)
Programmabesluitenlijst / Programmanummer Openbare 18 december 2007 Werk & Inkomen / 1061 no 47 Collegevergadering
BW-nummer
BW-01118
Portefeuillehouder
T. Tankir
Aanwezig: Samenvatting Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr. Th. de dePerspectiefnota Graaf Voorzitter Op 6 juli 2011 heeft de Raad 2012 vastgesteld. Om L100, Ina Hol, 0654234003 P. Depla, H. Inkomen van Hooft L. Scholten, H. Kunst, Wethouders de tekorten in het programma Werk en omsr., te buigen is Datum ambtelijk voorstel besloten de lasten van deP. uitvoering te beperken door formatie in de Lucassen, J. van der Meer 22 augustus 2011 uitvoeringsorganisatie Werk, Inkomen en Zorg af te ramen c.q. niet P. Eringa Gemeentesecretaris Registratienummer meer te verlengen. In dit voorstel A. Kuil wordt de formatie voor wat betreft het 11.0014345 Communicatie product Inkomen (uitkeringsverstrekking M. Sofovic en handhaving) afgeraamd. Verslag Tevens wordt in het bijgevoegde raadsvoorstel een aantal begrotingswijzigingen voorgesteld die betrekking hebben op het product Inkomen in de meerjarenbegroting.
Aldus Ter besluitvorming door het college
vastgesteld in de vergadering van:
Paraaf
1. De toegestane formatie van de afdeling Inkomen (L800) ten behoeve van de uitvoering van uitkeringsverstrekking en handhaving terug te brengen met: - 17,4 fte per 1 januari 2012 met een loonsom van € 992.873; - 1,8 fte per 1 januari 2013 met een loonsom van € 96.783; Concern B&V - 5 fte vanaf 1 januariDe 2014 met een loonsom van € 283.484. De secretaris, voorzitter, 2. De begrotingswijziging BW-01118 vast te stellen. 3. Brief aan de Raad vaststellen.
Datum
akkoord
Programmamanager I. Hol
Programmadirecteur M. Wetzels
Ter besluitvorming door de Raad Besluit B&W d.d. 29 augustus 2011 Conform advies
Aanhouden Anders, nl.
Paraaf
nummer: 3.4
Datum
akkoord Bestuursagenda
Gemeentesecretaris
Portefeuillehouder
1
Collegevoorstel
-
vervolg beslispunten –
Aan de Raad voor te stellen
1. De reserve Wwb inkomen (F020) vanaf 2011 naar € 0 te boeken en dit als volgt te realiseren: 1a. De onttrekking in 2011 voor een totaal van € 3.924.000 ten laste van het programma Werk & Inkomen product Inkomen (1061-02) te brengen. 1b. De onttrekking langdurigheidstoeslag vanaf 2012 – in 2012: € 491.801 en € 435.987 vanaf 2013 - ten laste van het programma Werk & Inkomen, product Armoedebestrijding (1061-03) te brengen. 1c. Het saldo van het macrobudget Inkomensdeel en de bijstandsuitgaven - 2011: -/- € 17.050; - 2012: € 2.159.810; - 2013 e.v.: € 1.551.966 ten gunste van het programma Werk & Inkomen, product Inkomen (1061-02) te brengen. 1d. De taakstelling uitvoeringskosten Wwb 65+ van € 254.000 in 2011 ten laste van de werkcorporatiemiddelen van het programma Werk & Inkomen product Werk (1061-01) te brengen conform raadsbesluit ‘Ombuigingen Werk en Inkomen 2011 en verdere jaren’. 1e. De taakstelling uitvoeringskosten Wwb 65+ in: - 2012: € 287.000; - 2013: € 308.000; - 2014 e.v: € 330.000 ten laste van het programma Werk & Inkomen product Inkomen (1061-02) te brengen. 2. De raadsbesluiten 028/2001 om de reserve Inkomensdeel te vormen en 92/2004 – om de minimale omvang van de risicovoorziening voor het Wwb Inkomensdeel vast te stellen op 10% van de ontvangen rijksbijdrage Inkomensdeel - in te trekken. 3. De begroting van het macrobudget Inkomen en de bijstandsuitgaven aan te passen aan onze prognose. De baten en lasten van het programma W&I hiertoe te verhogen met: - 2011: € 5.074.763; - 2012: -/- € 14.901.432 ; - 2013: € 12.760.037; - 2014: € 15.384.670; - 2015: € 18.865.615. 4. De verzameluitkering 2011 SZW Handhaving van jaarlijks € 450.000 aan de begroting 2011 tot en met 2014 van het programma Werk & Inkomen toe te voegen. 5. Ten behoeve het uitvoeringsjaar 2011 de stelpost ‘Ontwikkeling uitkeringsbestand’ vanuit het programma middelen ad € 845.882 over te hevelen naar programma Werk en Inkomen, product Inkomen (1061-02). 6. De begrotingswijziging BW-01108 vast te stellen.
Collegevoorstel
Vervolgvel
2
1
Probleemstelling
Aan de oplading van de Perspectiefnota 2012 heeft de nota “Kaders en keuzes Werk en Inkomen 2012-2015” ten grondslag gelegen. In dit nu voorliggende voorstel worden de keuzes uit de nota “Kaders en keuzes Werk en Inkomen 2012-2015” rond het product Inkomen van een nadere invulling voorzien. Bij dit afwegingsproces hebben wij de uitkomsten van de “Quick Scan formatie Werk en Inkomen” betrokken, uitgevoerd in maart 2011 door bureau Berenschot. In de nota ‘Kaders en keuzes Werk en Inkomen 2012- 2015’ hebben wij de keuze gemaakt geen aanvullend beleid meer te dekken uit het budget Inkomensdeel. De reden is dat het Inkomensdeel voor de toekomst niet meer toereikend is. Het Inkomensdeel zal uitsluitend beschikbaar zijn voor het betalen van de uitkeringslasten. De huidige onttrekkingen aan het Inkomensdeel gaan we ombuigen. Dit doen we door formatie af te ramen binnen de uitvoeringsorganisatie met als gevolg dat op onderdelen de dienstverlening versobert. Daarnaast doen we beroep op aanvullende algemene middelen. Op de programmalasten bezuinigen we niet. We hebben er niet voor gekozen de hoogten van uitkeringen te beperken. We laten daarmee de toeslagen op de basisnorm uitkering en de vrijlating van inkomsten naast een uitkering in hun huidige vorm in tact. Dienstverlening Inkomen Wij zijn ons bewust van de gevolgen die ombuigingen hebben voor het huidige niveau van 1 dienstverlening. De aandacht voor de klant is kenmerkend voor ons huidige beleid. Het niveau van onze dienstverlening is daarvan afgeleid. Uit de Quick Scan van Berenschot blijkt dat Nijmegen in het verleden heeft gekozen voor een bepaald type dienstverlening ten opzichte van andere gemeenten. Wij kiezen ervoor – gezien de noodzaak van bezuinigen – om deze vorm van dienstverlening te versoberen. In bijlage 1 van het raadsvoorstel zijn de gevolgen van de bezuinigingen ten aanzien van de dienstverlening opgenomen. Onttrekkingen en taakstelling Inkomen 2012 - 2015 De om te buigen onttrekkingen uit het Inkomensdeel leiden tot een taakstelling op de uitvoeringslast Inkomen. Naast deze taakstelling is er ook nog sprake van een generieke taakstelling op de uitvoeringslast van de Directie Inwoners, voortvloeiend uit het coalitieakkoord. In totaal ligt er een taakstelling van circa € 3,2 miljoen in 2014 op de uitvoeringslast Inkomen. Dit bedrag staat centraal in dit voorstel. 2
Juridische aspecten
Dit voorstel heeft als kader de Wet werk en bijstand (Wwb), de Wet investering Jongeren (WIJ), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Ioaw), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz). 3
Doelstelling
Doelstelling van dit voorstel is om de ombuigingen, verwoord in de nota ‘Kaders en keuzes 2012 - 2015’ en de Perspectiefnota 2012 te realiseren op het product Inkomen. In totaal ramen we 17,4 fte af in 2012 oplopend naar 24,2 fte in 2014 en verder. Binnen het product Inkomen blijven we als ambitie houden: een rechtmatige verstrekking van een uitkering op grond van de Wwb, WIJ, Ioaw, Ioaz en Bijstandsbesluit zelfstandigen. Met rechtmatig bedoelen we het tijdig en correct verstrekken van uitkeringen. We besluiten binnen 1
Klant = personen die een uitkering hebben op grond van Wwb, Ioaw, Ioaz, WIJ.
Collegevoorstel
Vervolgvel
3
8 weken op een aanvraag tot bijstandsverlening en verstrekken de van toepassing zijnde basisnorm en/of toeslag, minus eventuele inkomsten. Om dit te realiseren blijft bestrijding van onrechtmatig verkregen uitkering een speerpunt in ons beleid. 4
Argumenten
In de Perspectiefnota 2012 zijn taakstellingen opgenomen voor het product Inkomen. De taakstellingen realiseren we door formatie van de afdeling Inkomen af te ramen. Dit betreft formatie ten behoeve van de dienstverlening op de onderdelen afhandeling van aanvragen, betaalbaarstelling, beheer en invordering uitkeringen. We kiezen daarbij voor het treffen van efficiencymaatregelen, taakafstoting en versobering van deze dienstverlening. Vergelijking met circa 200 ‘sociale diensten’ in de Quick Scan - uitgevoerd door Berenschot - laat zien dat Nijmegen ruim 20 fte hoger zit dan andere gemeenten t.b.v. de dienstverlening Inkomen. In dit voorstel ramen 24,2 fte af waarmee we op de ‘Berenschot-norm’ zitten. Deze aframing achten we acceptabel. Onderstaande tabel toont de formatie die wij aframen en ‘overhouden’ t.a.v. de dienstverlening Inkomen. Tabel 1: Formatie- aframing Inkomen, ultimo 2015 Dienstverlening
Betaalbaarstelling
Huidige formatie 2015 cf. begroting
Aframing formatie 2015
Benodigde formatie 2015
15,9
0
Aanvraag en Beheer
48,1
13,6
34,5
Invordering en handhaving
38,4
8,6
29,8
Leidinggevenden en overhead Totaal
15,9
34,7
2
32,7
137,1
24,2
112,9
Efficiencymaatregelen: Op het terrein van fraudebestrijding verwachten wij efficiency te kunnen bereiken door medewerkers breder in te zetten en hen op te leiden tot generalisten, nieuwe tools in te zetten (informatiegestuurd en bestandsvergelijkingen) en huisbezoeken gerichter en beperkter in te zetten. Taakafstoting: Op het terrein van invordering uitkeringen (incasso) zien we een trend onder gemeenten van uitbesteding van dit type werkzaamheden naar incassobureaus. We zijn reeds een pilot gestart met incassobureau Cannock Chase. Versoberen dienstverlening: Op dit moment werkt de afdeling Inkomen rondom de dienstverlening ‘beheer uitkering’ met functionarissen onder de titel ‘klantmanagers’. Zij hebben elk een caseload van circa 180 klanten. Voor deze klanten zijn zij het aanspreekpunt voor vragen en mutaties rondom een uitkering. Klantmanagers spreken elke klant minimaal 1x per jaar. In de nieuwe werkwijze wordt de systematiek van een caseload losgelaten. Ook het uitgangspunt om elke klant minimaal 1 x per jaar te spreken laten we vervallen. Het signaleren van armoede, noodzakelijke hulpverlening en schulden neemt hierdoor af. We sturen op een maximale overname van deze dienstverlening door het maatschappelijk middenveld. Uitgangspunt binnen de dienstverlening blijft een rechtmatige verstrekking van de bijstand: op tijd de juiste uitkering aan de juiste persoon.
Collegevoorstel
Vervolgvel
4
5
Financiën
In totaal rust er op de uitvoeringsorganisatie inkomen vanaf 2014 een taakstelling van € 3,2 miljoen. Voortvloeiend uit het coalitieakkoord is er een generieke taakstelling van € 1,1 miljoen op de uitvoeringslast van de Directie Inwoners. Daarnaast is er een taakstelling voor het product Inkomen oplopend tot € 2,1 miljoen in 2014 uit de verwerking van diverse posten in de PPN 2012 (zie onderstaande tabel). Tabel 2 Aanvullingen algemene middelen en taakstellingen inkomen 2012-2014 conform PPN 2012 in € mln
Aanvulling algemene middelen PPN 2012
Korting GF ketensamenwerking
Onttrekking Reserve Inkomensdeel / programma W&I 1,1
2012 0,6
2013 0,6
2014 0,6
Korting GF SVB 65+
0,3
Formatie Handhaving Daling uitkeringsbestand
0,6
0,4
0,2
0,55
0,55
0,55
0,55
0,1
0,1
0,1
0,1
0,5
0,5
0,5
Subsidie BWN beperking instroom Bijdrage SHV* Berenschot Totaal
2,65
Taakstelling inkomen
2012 0,5
2013 0,5
2014 0,5
0,3
0,3
0,3
0,2
0,4
0,6
-0,7
-0,7
-0,7
0,7
0,7
0,7
1,45
1,25
1,05
1,7
1,9
2,1
* aanvulling Bijdrage SHV komt niet ten goede aan afdeling Inkomen
Om het huidige onttrekkingenniveau Inkomensdeel om te buigen en het aandeel voor Inkomen in de generieke taakstelling organisatiebezuiniging DIW op te lossen verlagen we de formatie van de afdeling Inkomen op 1 januari 2012 met 17,4 fte, op 1 januari 2013 met 1,8 fte en op op 1 januari 2014 met 5 fte. In onderstaande tabel 3 wordt de afbouw van beslispunt 1 cumulatief weergegeven naar functie gespecificeerd: Tabel 3: cumulatieve aframing aantal fte’s afdeling Inkomen naar functie Functie 2012 2013 2014 Consulent inkomensvoorziening -1,4 Bureauhoofd -2 -2 -2 Klantmanager -8,8 -9,6 -12,2 Senior financieel medewerker vorderingen -1,2 -2,2 -2,2 Medewerker vooronderzoek -3,9 -3,9 -3,9 Medewerker fraudepreventie 3,5 3,5 3,5 Medewerker incasso -5 -5 -6 Totaal aframing fte’s -17,4 -19,2 -24,2
2015 -1,4 -2 -12,2 -2,2 -3,9 3,5 -6 -24,2
Collegevoorstel
Vervolgvel
5
De afbouw van deze formatie leidt, zonder rekening te houden met frictiekosten (zie risicoparagraaf) tot bezuinigingen van € 992.873 in 2012. Na de aframingen in 2013 (€ 96.783) en 2014 (€ 283.484) loopt de bezuiniging vanaf 2014 cumulatief op naar € 1.373.140. In onderstaande tabel 4 worden deze bezuinigingen naar bureau en naar functie financieel gespecificeerd: Tabel 4: cumulatieve aframing formatie afdeling Inkomen naar functie en financiële ombuiging in €
Functie Consulent inkomensvoorziening Bureauhoofd Klantmanager Senior financieel medewerker vorderingen Medewerker vooronderzoek Medewerker fraudepreventie Medewerker incasso Totaal ombuiging
2012
2013
-150.126 -521.094
-150.126 -565.405
2014 -75.036 -150.126 -721.379
2015 -75.036 -150.126 -721.379
-61.918 -180.500 183.131 -262.365
-114.391 -114.391 -114.391 -180.500 -180.500 -180.500 183.131 183.131 183.131 -262.365 -314.838 -314.838 -992.873 1.089.656 1.373.140 1.373.140
De totale taakstelling op de uitvoeringsorganisatie inkomen bedraagt vanaf 2014 € 3,2 miljoen; € 2,1 miljoen uit de verwerking van diverse posten in de PPN 2012 en € 1,1 miljoen generieke taakstelling op de uitvoeringslast van de Directie Inwoners, voortvloeiend uit het coalitieakkoord. We realiseren hiervan € 2,5 miljoen: - € 1,4 miljoen door de afbouw van formatie bij de afdeling inkomen; - € 0,2 miljoen door de afbouw van formatie minimabeleid (publieksvoorlichters); - € 0,6 miljoen door vermindering van inhuur; - € 0,3 miljoen door overige maatregelen. Er resteert een taakstelling van € 0,7 miljoen. Het gaat om een bedrag gelijk aan de taakstelling van € 0,7 miljoen die in de PPN 2012 is opgelegd naar aanleiding van een benchmark van bureau Berenschot. Aan de andere kant hebben we in de begroting geen rekening gehouden met aanvullende gemeentefondsmiddelen voor extra uitvoeringskosten door gestegen klantaantallen. Bij de aframing van formatie gaan we uit van de klantaantallen volgens de benchmarknorm van Berenschot. Ons klantenbestand is eind juni 2011 echter flink hoger. We komen in de tweede helft van 2011 met een nieuwe berekeningssystematiek ten aanzien van formatiebepaling uitkeringsverstrekking en een voorstel voor de resterende taakstelling van € 0,7 miljoen. In de PPN 2012 is al aangegeven dat we aanvullende voorstellen formuleren mocht correctie van deze taakstelling noodzakelijk zijn. In het najaar 2011 zullen we – in relatie tot de andere voorstellen Minimabeleid, Werk staat voorop en Inkomen – de mogelijke verlaging van (gemeentelijke) overhead, inhuur en materiële budgetten (inclusief huisvestingskosten) in kaart te brengen gezien de afname van het personeel. 6
Communicatie
Medewerkers van de afdeling Inkomen zijn op de hoogte gebracht van de voorgenomen bezuinigingen als gevolg van de Perspectiefnota 2012. De Onderdeelcommissie Directie Inwoners zal nauw betrokken worden bij de uitwerking van de plannen. Door de beperkte, beschikbare verwerkingstijd van dit voorstel is het Klantgroepenoverleg (KGO) niet vooraf om advies gevraagd. Na besluitvorming betrekken wij alsnog het KGO. Mocht het advies van het KGO leiden tot bijstelling van de besluitvorming, dan leggen wij nadere voorstellen voor.
Collegevoorstel
Vervolgvel
6
7
Uitvoering en evaluatie
Zie raadsvoorstel. 8
Risico
Met dit voorstel worden op 1 januari 2012 ruim 17 fte aan medewerkers met een vaste aanstelling herschikker. Per 1-1-2012 moeten zij stoppen met hun huidige werkzaamheden. De kosten van de herschikker eindigen bij het aanvaarden van een andere structurele functie. Het risico is groot, dat zij niet allemaal op korte termijn een andere functie vinden. De afbouw van de formatie gaat gepaard met frictiekosten. De gemeente Nijmegen kent geen frictiebudget. Het beleid is dat de ontstane frictiekosten door de eigen directie opgelost worden. Een grove raming van het totaal benodigde frictiebudget voor 2012 bedraagt € 9 ton. In de begroting van de Directie Inwoners is geen budget gereserveerd om deze kosten te dekken. De directie is verantwoordelijk voor de beperking, beheersing en controle op de frictiekosten. In de voorjaarsnota en najaarsnota zullen we u over de ontwikkelingen ten aanzien van de frictiekosten op de hoogte houden op het gebied van de getroffen maatregelen en de bereikte resultaten.
Bijlage(n):
Begrotingswijziging en formatiewijzigingsformulieren Dienstverlening Inkomen historisch en naar de toekomst
Directie Inwoners Maatschappelijke Ontwikkeling
Korte Nieuwstraat 6
Openbare besluitenlijst 18 december 2007 Collegevergadering no 47
6511 PP Nijmegen Telefoon
14024
Telefax
(024) 329 29 81
E-mail
[email protected]
Aan de gemeenteraad van Nijmegen
Aanwezig: Voorzitter Wethouders Gemeentesecretaris Communicatie Datum Verslag
Postadres Postbus 9105 Th. de Graaf 6500 HG Nijmegen P. Depla, H. van Hooft sr., L. Scholten, H. Kunst, P. Lucassen, J. van der Meer P. Eringa A. Kuil Ons kenmerk Contactpersoon M. Sofovic
29 augustus 2011
11.0016537
Austin van Gaal
Onderwerp
Datum uw brief
Direct telefoonnummer
Gevolgen voor formatie en dienstverlening van de voorstellen programma W&I 2012 e.v.
024-3299848
Aldus vastgesteld in de vergadering van: Geachte leden van de Raad, Op 8 juni jl. is de nota "Kaders en keuzes Werk en Inkomen 2012 - 2015" behandeld in de kamerronde. De nota heeft als basis gediend voor de gemaakte keuzes, verwoord in de Perspectiefnota 2012, betrekking hebbende op de terreinen Inkomen, Werk en Armoedebestrijding. Ons college heeft de nota nader uitgewerkt en legt een viertal voorstellen ter voorzitter, De secretaris, besluitvorming voor aan uwDe raad, namelijk: - Werk staat voorop! Hoofdlijnen voor beleid en uitvoering op het domein Werk in 2012; - Meerjarig bestedingsplan Minimabeleid 2012 t/m 2015; - Beleidsplan Schuldhulpverlening in Nijmegen 2012–2015; - Raadsvoorstel begrotingswijzigingen Werk en Inkomen (product Inkomen). In tegenstelling tot de andere drie beleidsplannen heeft het raadsvoorstel ‘begrotingswijzigingen Werk en Inkomen’ geen beleidsinhoudelijke gevolgen, maar heeft het voorstel wel consequenties voor de dienstverlening aan de klant. In deze brief vatten we de implicaties samen van de voorstellen op de formatie van de afdelingen Werk, Inkomen en Zorg en het niveau van de dienstverlening aan de burger. Uitgangspunten In ons coalitieakkoord hebben we geschreven dat we ondersteuning blijven bieden aan de minder kansrijke mensen. Meer dan voorheen houden we daarbij voor iedereen het perspectief van zoveel mogelijk zelfredzaamheid voor ogen. We staan dan ook voor de opgave om onze ambities op het terrein van re-integratie en armoedebestrijding onder druk van majeure rijksbezuinigingen overeind te houden. Uw raad heeft middels de Perspectiefnota 2012 structureel extra middelen toegevoegd aan het programma Werk & Inkomen voor de onderdelen Werk en Armoedebestrijding. Maar om het financiële kader structureel sluitend te maken, moet daarnaast een koerswijziging binnen het programma Werk & Inkomen plaatsvinden. In de vier genoemde documenten staan deze keuzes nader uitgewerkt. We moeten deze keuzes maken om ons re-integratiebeleid en armoedebestrijding duurzaam sociaal en betaalbaar te laten zijn. Daarbij zijn de volgende uitgangspunten uit de PPN 2012 leidend:
www.nijmegen.nl
1
Gemeente Nijmegen Directie Inwoners Maatschappelijke Ontwikkeling
Vervolgvel
1
- Werk staat voorop! Wij willen dat iedereen kansen krijgt om volwaardig deel te nemen aan de samenleving. Het hebben van werk vinden we daarvoor een zeer belangrijk middel. Wij vinden dat mensen zekerheid, maatschappelijke participatie en persoonlijk welbevinden het best kunnen bereiken via betaald werk. - Actief op zoek naar de problematiek bij de burger! We willen armoede en schulden actief opsporen en mensen attenderen op het optimaal benutten van de regelingen. Bij schuldhulpverlening blijven we werken aan preventie om schulden te voorkomen en/of te stabiliseren. - Jeugd is de toekomst! De jeugd is de toekomst, in hen willen we blijven investeren teneinde overerving van armoede, langdurige werkloosheid, schulden, schooluitval en overlast te voorkomen. Uitvoeringsbudget en gevolgen voor ambtelijke formatie De komende jaren zijn er minder middelen beschikbaar binnen het Programma Werk & Inkomen. 1 In tabel 1 geven we weer, hoe het beschikbare uitvoeringsbudget de komende jaren ontwikkelt. Het budget is vanaf 2013 bijna 30% lager dan in 2011. Tabel 1: ontwikkeling begroting loonsom na bestedings-en beleidsplannen W&I in € mln. Jaar 2011 2012 2013 2014 Begroting loonsom excl. bestedingsen beleidsplannen W&I 22,7 19,0 18,5 18,5 Consequenties loonsom bestedingsen beleidsplannen W&I -0,6 -0,6 -2,3 -2,6 Begroting loonsom incl. bestedings22,1 18,4 16,2 15,9 en beleidsplannen W&I Afname loonsom tov voorgaand jaar -3,7 -2,2 -0,3 Door ons college zijn, met de beleidsplannen en het raadsvoorstel, diverse formatieaframingen doorgevoerd. Het is immers een verantwoordelijkheid van ons college om, binnen bovenstaande financiële kaders gesteld door uw raad, ambtelijke formatie te bepalen. In tabel 2 zijn deze formatieaframingen samengevat.
1
Begrote loonsom van Werk, Inkomen en Zorg (excl. de bureau’s Zorg, Wmo en sociale raadslieden).
Gemeente Nijmegen Directie Inwoners Maatschappelijke Ontwikkeling
Vervolgvel
2
Tabel 2: cumulatieve bezuinigingen in fte Raadsvoorstel inkomen Werk staat voorop - bezuiniging structurele formatie - bezuiniging a-structurele formatie* Minimabeleid (structureel) Schuldhulpverlening - bezuiniging structurele formatie - wegvallen tijdelijke middelen Totale aframing
2011
2012 17,4
2013 19,2
2014 24,2
10
15,2 19,62 3,2
15,2 40,72 3,2
15,2 40,72 3,2
1,82 9,68 66,92
1,82 14,68 94,82
1,82 14,68 99,82
10
* voor bezuiniging van a-structurele formatie in 2013 en 2014 bij product Werk moet nog besluitvorming plaatsvinden. Hier is het huidige meerjarenperspectief weergegeven.
Niveau van dienstverlening De grootste uitdaging is om met minder middelen en formatie een acceptabel dienstverleningsniveau overeind te houden wat de kenmerken van onze stad Nijmegen in zich draagt. Een aframing van ambtelijke formatie van deze omvang heeft uiteraard gevolgen voor het niveau van dienstverlening richting burgers. We hebben de gevolgen voor de vier onderdelen hier kort samengevat:
Inkomen. We concentreren ons op de hoofdtaak: het tijdig en rechtmatig verstrekken van een uitkering. Klanten krijgen geen vast contactpersoon meer en het jaarlijkse gesprek komt te vervallen. Contactmomenten vinden plaats op initiatief van de klant, als het nodig voor wijzigingen in de uitkering en in het kader van handhaving. Met vragen en voor informatie kan de klant terecht bij het klantencontactcentrum. Alleen bij specialistische uitkeringsvragen wordt de klant doorverbonden met een ter zakenkundige medewerker van de afdeling Inkomen. Voor specifieke klanten blijven we de vaste lasten inhouden en doorbetalen. Voor alle deelnemers wordt de premie voor de Collectieve Aanvullende Ziektekostenverzekering (CAZ) op de uitkering ingehouden.
Werk. We richten ons op een aantal prioritaire doelgroepen, die we actief benaderen met het doel hen te activeren, stimuleren zelf hun re-integratieproces vorm te geven en/of toe te leiden naar een re-integratievoorziening. Anderen kunnen zich via (gerichte dan wel generieke) wervingsacties aanmelden voor bestaand re-integratieaanbod.
Minimabeleid. We hebben de uitvoering in de eerste helft van 2011 vereenvoudigd, werken meer aanvragen administratief af en controleren bij bekende klanten steekproefsgewijs achteraf. Informatie & advies over minimaregelingen blijft belangrijk. We zien dit echter in afnemende mate een gemeentelijke taak, maar meer als een taak van het maatschappelijk middenveld, specifiek voor de werkcorporatie “Maatschappelijke Dienstverlening”.
Gemeente Nijmegen Directie Inwoners Maatschappelijke Ontwikkeling
Vervolgvel
3
Schuldhulpverlening. We bieden laagdrempelige basisdienstverlening met de werkcorporatie “Maatschappelijke Dienstverlening” en gaan het huidige netwerk doorontwikkelen naar een keten. De gemeentelijke schuldhulpverlening wordt streng aan de poort. We begeleiden alléén schuldenaren naar een schuldregeling, waarvoor we binnen zes maanden een schuldregeling kunnen realiseren én die in staat zijn een driejarig schuldhulpverleningstraject te doorlopen.
Wij vertrouwen er op u hiermee voldoende informatie te hebben gegeven voor een goede behandeling van de voorstellen. Hoogachtend,
College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester,
De Gemeentesecretaris,
mr. Th.C. de Graaf
drs. B. van der Ploeg
Voorstel aan de Raad
Openbare besluitenlijst 18 december 2007 Collegevergadering no 47 Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 14 september 2011 / 112/2011
Aanwezig: Voorzitter Onderwerp Wethouders
Fatale termijn: besluitvorming vóór:
N.v.t.
Th. de Graaf P. Depla, H. van Hooft sr., L. Scholten, H. Kunst, Begrotingswijzigingen Werk en Inkomen (product P. Lucassen, J. vanInkomen) der Meer P. Eringa Gemeentesecretaris Programma / Programmanummer A. Kuil Communicatie Werk & Inkomen / 1061 M. Sofovic Verslag Portefeuillehouder
T. Tankir Voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders d.d.
29 augustus 2011 Samenvatting
Op 6 juli 2011 heeft uw Raad de Perspectiefnota 2012 vastgesteld. Om de tekorten in het Aldus vastgesteld in de vergadering van: programma Werk en Inkomen om te buigen is besloten de lasten van de uitvoering te beperken door formatie in de uitvoeringsorganisatie Werk, Inkomen en Zorg af te ramen c.q. niet meer te verlengen. Dit voorstel heeft als doel de meerjarenbegroting aan te passen op de formatieaframing ten aanzien van het product Inkomen. Tevens wordt de meerjarenbegroting geactualiseerd aan de hand van de meest recente landelijke prognoses omtrent de ontwikkeling van het bijstandsvolume. Bij de Perspectiefnota 2012 is tevens besloten geen extra onttrekkingen voorzitter, voor aanvullend beleid uit hetDe reserve Inkomensdeel te realiseren. De secretaris, Voorstel om te besluiten
1. De reserve Wwb inkomen (F020) vanaf 2011 naar € 0 te boeken en dit als volgt te realiseren: 1a. De onttrekking in 2011 voor een totaal van € 3.924.000 ten laste van het programma Werk & Inkomen product Inkomen (1061-02) te brengen. 1b. De onttrekking langdurigheidstoeslag vanaf 2012 - 2012: € 491.801 en € 435.987 vanaf 2013 - ten laste van het programma Werk & Inkomen, product Armoedebestrijding (1061-03) te brengen. 1c. Het saldo van het macrobudget Inkomensdeel en de bijstandsuitgaven - 2011: -/- € 17.050; - 2012: € 2.159.810; - 2013 e.v.: € 1.551.966 ten gunste van het programma Werk & Inkomen, product Inkomen (1061-02) te brengen. 1d. De taakstelling uitvoeringskosten Wwb 65+ van € 254.000 in 2011 ten laste van de werkcorporatiemiddelen van het programma Werk & Inkomen product Werk (1061-01) te brengen conform raadsbesluit ‘Ombuigingen Werk en Inkomen 2011 en verdere jaren’. 1e. De taakstelling uitvoeringskosten Wwb 65+ in: - 2012: € 287.000; - 2013: € 308.000; - 2014 e.v: € 330.000 ten laste van het programma Werk & Inkomen product Inkomen (1061-02) te brengen.
Opgesteld door, telefoonnummer, e-mail
Ina Hol, 00654234003,
[email protected]
1
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
1
-
vervolg beslispunten –
2. De raadsbesluiten 028/2001 om de reserve Inkomensdeel te vormen en 92/2004 – om de minimale omvang van de risicovoorziening voor het Wwb Inkomensdeel vast te stellen op 10% van de ontvangen rijksbijdrage Inkomensdeel - in te trekken. 3. De begroting van het macrobudget Inkomen en de bijstandsuitgaven aan te passen aan onze prognose. De baten en lasten na het programma W&I hiertoe te verhogen met: - 2011: € 5.074.763; - 2012: -/- € 14.901.432 ; - 2013: € 12.760.037; - 2014: € 15.384.670; - 2015: € 18.865.615. 4. De verzameluitkering 2011 SZW Handhaving van jaarlijks € 450.000 aan de begroting 2011 tot en met 2014 van het programma Werk & Inkomen toe te voegen. 5. Ten behoeve het uitvoeringsjaar 2011 de stelpost ‘Ontwikkeling uitkeringsbestand’ vanuit het programma middelen ad € 845.882 over te hevelen naar programma Werk en Inkomen, product Inkomen (1061-02). 6. De begrotingswijziging BW-01108 vast te stellen.
Voorstel aan de Raad
Aan de Raad van de gemeente Nijmegen 1
Inleiding
Aan de oplading van de Perpectiefnota 2012 heeft de nota “Kaders en keuzes Werk en Inkomen 2012-2015” ten grondslag gelegen. In dit onderhavig voorstel worden de keuzes uit deze nota rond het product Inkomen van een nadere invulling voorzien. Bij dit afwegingsproces hebben wij de uitkomsten van de “Quick Scan formatie Werk en Inkomen” betrokken, uitgevoerd in maart 2011 door bureau Berenschot. De tekorten binnen het programma Werk en Inkomen zijn fors. Zij worden vooral veroorzaakt door rijksbezuinigingen en een groeiend beroep op voorzieningen (uitkeringen). Dit leidt ertoe dat wij lasten moeten verlagen binnen het programma. In dit voorstel worden de lasten verlaagd ten aanzien van het product Inkomen (uitkeringsverstrekking). De dienstverlening vallend binnen dit product wordt uitgevoerd door de Afdeling Inkomen, onderdeel van de Directie Inwoners (DIW). DIW heeft – vanuit het coalitieakkoord – een generieke bezuinigingstaakstelling opgelegd gekregen. Het aandeel van deze taakstelling wat betrekking heeft op de afdeling Inkomen is in dit voorstel (c.q. tekort) verwerkt. Geen overschotten Inkomensdeel de komende jaren De afgelopen jaren hebben wij ons beleid op het terrein van Inkomen kunnen intensiveren door dekking hiervoor te vinden in de ‘overschotten’ op het budget Inkomensdeel. Deze overschotten zijn voornamelijk ontstaan in de jaren 2006 en 2007 waarin Nijmegen er in slaagde het bijstandsvolume fors te verlagen. Vanaf eind 2009 is het bijstandsvolume – mede als gevolg van de economische crisis – op landelijke niveau stijgende. Ook in Nijmegen is ons bijstandsvolume gestegen en we komen steeds dichter bij het landelijk gemiddelde. Dit heeft als gevolg dat overschotten op het budget Inkomensdeel in de toekomst niet meer gerealiseerd zullen worden. Met die reden worden de huidige onttrekkingen voor aanvullend beleid aan het Inkomensdeel omgebogen. Dit doen we door formatie af te ramen binnen de uitvoeringsorganisatie met als gevolg dat op onderdelen de dienstverlening versobert. Daarnaast doen we beroep op aanvullende algemene middelen. Op de programmalasten bezuinigen we niet. We hebben er niet voor gekozen de hoogten van uitkeringen te beperken. We laten daarmee de toeslagen op de basisnorm uitkering en de vrijlating van inkomsten naast een uitkering, in hun huidige vorm in tact. Geen reserve Inkomensdeel Uw raad heeft - gelet op de risico’s die voortvloeien uit de Wwb - besloten een reserve 1 Inkomen (F020) op te bouwen . De minimale omvang hiervan is vastgesteld op 10% van de ontvangen rijksbijdrage Inkomensdeel Wwb 2 . Tevens is toentertijd besloten indien het overschot groter is dan 10% nadere voorstellen voor besteding worden voorgelegd, waarbij prioriteit gegeven werd bestedingen gericht op het terrein van sociale zaken. Vanaf 2004 zijn er diverse besluiten door uw Raad genomen om de overschotten op het Inkomensdeel in te zetten voor ambities op het terrein van armoedebestrijding en handhaving. Ook het niet besluiten van een eerdere afbouw van gesubsidieerde arbeid heeft
1 2
raadsbesluit 028/2001 raadsbesluit 92/2004
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
3
gevolgen gehad voor de reserve. Tekorten op het Werkdeel Wwb zijn gedekt uit deze reserve. Tegelijkertijd zagen we dat het rijk – rekening houdend met het feit dat gemeenten reserves op konden bouwen vanuit het Inkomensdeel in goede tijden – het budget Inkomensdeel heeft verminderd. Prijsindexeringen van een gemiddelde uitkeringslast bleven achter en gemeenten kregen geen compensaties voor de stijging van het bijstandsvolume (eigen risico) tot een bepaalde grens. Om die reden is onze reserve Inkomensdeel eind 2010 nihil. In de PPN 2012 is aangegeven dat de Saldireserve wordt beschouwd als buffer voor de risico’s bij Werk en Inkomen bij fluctuerende uitkeringslasten. We stappen hiermee af van het gesloten systeem waarmee de bestaansgrond van de reserve Inkomensdeel vervalt. Het opheffen van deze reserve vraagt om een expliciet besluit van uw Raad. De raadsbesluiten 028/2001 en 92/2004 dienen ingetrokken worden. Uitkeringsbaten en lasten de komende jaren Uitkeringsbaten - macrobudget Vanaf 2012 is een nieuw bestuursakkoord van kracht. In dit bestuursakkoord is besloten geen afspraken te maken – zoals in het vorige bestuursakkoord – over een vast macrobudget Inkomensdeel. De afgelopen jaren gaf het vaste macrobudget een financiële prikkel om sterk te sturen op de bestandsontwikkeling Wwb. Bij daling van het bestand waren overschotten op het budget Inkomensdeel voor gemeenten vrij inzetbaar. De keerzijde laat zich de afgelopen twee jaar gelden; bij stijging van het bestand komen tekorten primair voor rekening van gemeenten. Vanaf 2012 wordt dit budget vastgesteld volgens de systematiek die gold vóór het bestuursakkoord 2008-2011. Doordat de daadwerkelijke realisatie van aantal bijstandsuitkeringen als uitgangspunt geldt in de nieuwe systematiek, wordt er voor alle gemeenten samen een toereikend macrobudget vastgesteld. De verwachting is dat de omvang van tekorten en overschotten onder de nieuwe systematiek kleiner wordt. In onze prognose gaan we er vooralsnog van uit, dat de rijksbijdrage vanaf 2012 toereikend zal zijn om de bijstandsuitgaven te dekken. Gemeenten blijven wel risicodrager voor tekorten kleiner dan 10%. Uitkeringslasten De meerjarenbegroting 2012 en verder moet aangepast worden aan de hand van de meest recente prognoses m.b.t. het bijstandsvolume. Nijmegen volgt de landelijke trend. De trend, opgenomen in de meicirculaire 2011 van het ministerie Sociale Zaken en Werkgelegenheid, staat in dit voorstel centraal. Dienstverlening Inkomen Wij zijn ons bewust van de gevolgen die ombuigingen van beleid hebben voor het huidige 3 niveau van dienstverlening. De aandacht voor de klant is kenmerkend voor ons huidige beleid. Het niveau van dienstverlening is daarvan afgeleid (zie bijlage 1). Wij kiezen ervoor – gezien de noodzaak van bezuinigen – om deze vorm van dienstverlening te versoberen. Ons college heeft inmiddels het besluit genomen om ten aanzien van het product Inkomen in totaal 17 fte af te ramen in 2012 oplopend naar 24 fte in 2014 en verder. 1.1 Wettelijk kader of beleidskader
Dit voorstel heeft als kader de Wet werk en bijstand (Wwb), de Wet investering Jongeren (WIJ), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Ioaw), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz). 3
Klant = personen die een uitkering hebben op grond van Wwb, Ioaw, Ioaz, WIJ.
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
4
1.2 Relatie met programma
Binnen het product Inkomen worden diensten verleend t.a.v. de werkloze Nijmeegse burger, die aangewezen is op een bijstandsuitkering. 2
Doelstelling
Doelstelling van dit voorstel is om de ombuigingen, verwoord in de nota ‘Kaders en keuzes 2012 - 2015’ en de Perspectiefnota 2012 te realiseren op het product Inkomen. De meerjarenbegroting wordt aangepast op deze besluitvorming. Binnen het product Inkomen blijven we als ambitie houden: een rechtmatige verstrekking van een uitkering op grond van de Wwb, WIJ, Ioaw, Ioaz en Bijstandsbesluit zelfstandigen. Met rechtmatig bedoelen we het tijdig en correct verstrekken van uitkeringen. We besluiten binnen 8 weken op een aanvraag tot bijstandsverlening en verstrekken de van toepassing zijnde basisnorm en/of toeslag, minus eventuele inkomsten. Om dit te realiseren blijft bestrijding van onrechtmatig verkregen uitkering een speerpunt in ons beleid. 3
Argumenten
In de Perspectiefnota 2012 zijn taakstellingen opgenomen voor het product Inkomen. De taakstellingen realiseren we door formatie van de afdeling Inkomen af te ramen. Dit betreft formatie ten behoeve van de dienstverlening op de onderdelen aanvraagafhandeling, betaalbaarstelling, beheer en invordering uitkeringen. We kiezen daarbij voor het treffen van efficiencymaatregelen, taakafstoting en versobering van deze dienstverlening. Vergelijking met circa 200 ‘sociale diensten’ in de Quick Scan - uitgevoerd door adviesbureau Berenschot - laat zien dat Nijmegen ruim 20 fte hoger zit dan andere gemeenten t.b.v. de dienstverlening Inkomen. Dit aantal ramen wij nu af. Deze aframing van formatie acht ons college acceptabel. Efficiencymaatregelen: Op het terrein van fraudebestrijding verwachten wij efficiency te kunnen bereiken door medewerkers breder in te zetten en hen op te leiden tot generalisten, nieuwe tools in te zetten (informatiegestuurd en bestandsvergelijkingen) en huisbezoeken gerichter en beperkter in te zetten. Taakafstoting: Op het terrein van invordering uitkeringen (incasso) zien we een trend onder gemeenten van uitbesteding van dit type werkzaamheden naar incassobureaus. De afdeling Inkomen is inmiddels een pilot gestart met incassobureau Cannock Chase. Versoberen dienstverlening: Op dit moment werkt de afdeling Inkomen rondom de dienstverlening ‘beheer uitkering’ met functionarissen onder de titel ‘klantmanagers’, die elk een caseload hebben van circa 180 klanten. Voor deze klanten zijn de klantmanagers het aanspreekpunt voor vragen en mutaties rondom een uitkering. Klantmanagers spreken elke klant minimaal 1x per jaar. In de nieuwe werkwijze wordt de systematiek van een caseload losgelaten. Ook het uitgangspunt om elke klant minimaal 1 x per jaar te spreken laten we vervallen. Het signaleren van armoede, noodzakelijke hulpverlening en schulden neemt hierdoor af. We sturen op een maximale overname van deze dienstverlening door het maatschappelijk middenveld. Uitgangspunt binnen de dienstverlening blijft een rechtmatige verstrekking van de bijstand: op tijd de juiste uitkering aan de juiste persoon. De overige beslispunten hebben betrekking op een technische aanpassing van de meerjarenbegroting 2012 en verder. In de paragraaf financiën worden de beslispunten nader toegelicht.
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
5
4
Risico’s
Aframing formatie Handhaving Het risico bestaat dat door de aframing van formatie er onvoldoende gewerkt kan worden aan optimale fraudebestrijding en terugvordering van onrechtmatig verstrekte uitkeringen. De risico’s worden beperkt door de handhavingsactiviteiten anders vorm te geven. Bij de besluitvorming inzake het ‘Handhavingsbeleidsplan 2012 - 2015’ heeft uw raad deze ombuiging reeds besloten. De komende jaren monitoren we nauwgezet de prestaties op deze doelstellingen. Indien nodig, stellen we de doelstellingen bij. Frictiekosten De afbouw van de formatie gaat waarschijnlijk gepaard met frictiekosten, waarbij we een onderscheid moeten maken in frictiekosten vanwege de WW-verplichtingen bij het niet verlengen van contracten voor bepaalde tijd en frictiekosten vanwege herschikkers. De gemeente Nijmegen kent geen frictiebudget. Het beleid is dat de ontstane frictiekosten door de eigen directie opgelost moet worden. De directie is verantwoordelijk voor de beperking, beheersing en controle op de frictiekosten. In de voorjaarsnota en najaarsnota zullen we u over de ontwikkelingen ten aanzien van de frictiekosten op de hoogte houden. De frictiekosten herschikkers kunnen voorkomen bij de formatie die we aframen. De kosten van de herschikker eindigen bij het aanvaarden van een andere structurele functie. Nieuwe ontwikkelingen Voor de middellange en lange termijn zien wij enkele belangrijke ontwikkelingen die van invloed zullen zijn op de afdeling Inkomen. Zo brengt het wetsvoorstel Wet werken naar Vermogen, welke naar verwachting per 1 januari 2013 ingevoerd zal worden, nieuwe taken op het terrein van uitkeringsverstrekking met zich mee (Wajong). Het risico bestaat dat dan weer een opbouw van formatie nodig is, terwijl we nu aframen. Voor de verschillende decentralisatieoperaties, waaronder de Wet Werken naar Vermogen, moeten nog verdeelmodellen ontwikkeld worden. Bij verdere uitwerking van de verschillende decentralisatieoperaties informeren wij u over de financiële effecten. Budget Inkomensdeel Dekking oude onttrekkingen Reserve Inkomensdeel In het raadsvoorstel ‘Ombuigingen Werk & Inkomen 2011 en verdere jaren’ (dec. 2010) gaven we aan dat we in 2011 een beroep zouden moeten doen van zo’n € 5 miljoen op de algemene middelen. Het ging om de dekking voor aanvullend beleid, de taakstelling ketensamenwerking en diverse uitvoeringskosten. Huidige prognose is dat € 4,9 miljoen noodzakelijk is. Extra onttrekking In de voorjaarsmarap 2011 is de prognose gegeven dat de bijstandsuitgaven € 4,5 miljoen hoger uitvallen dan het beschikbare budget. Deze prognose was omgeven met veel onzekerheden. De exacte omvang van het tekort hangt af van de ontwikkeling van de klantaantallen in 2011 en van de definitieve omvang van het macrobudget Inkomensdeel 2011. Inschatting medio juli 2011 is dat het tekort oploopt tot € 7,3 miljoen. Bijna alle gemeenten hebben te maken met sterk oplopende tekorten. In 2010 hadden gemeenten 350 miljoen tekort op het budget gebundelde macrobudget inkomensdeel WWB. In 2011 ontstaat een vergelijkbaar tekort van € 492 miljoen, bovenop het eigen risico van € 177 miljoen. Het tekort ontstaat door drie factoren: - Een beleidseffect van € 69 miljoen voor kinderalimentatie, dat volgens gemeenten niet wordt gerealiseerd; - Een tekort vanwege het vergoeden van een te lage prijs per uitkering. In werkelijkheid ligt deze gemiddelde prijs per uitkering € 570 hoger.
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
6
Een tekort als gevolg van het feit dat het bijstandsbestand een heel andere ontwikkeling laat zien dan de ramingen voorspellen. Hierdoor ontstaat een tekort ten aanzien van 18.500 uitkeringen. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten wil op korte termijn een brief sturen aan staatssecretaris De Krom van SZW met het voorstel gezamenlijk te zoeken naar een oplossing van dit probleem. -
We geven in de najaarsnota 2011 de actuele prognose van het verwachte tekort en passen de begroting hier op aan. In dit voorstel beperken we ons tot bijstelling van baten en lasten voor de jaren 2012 en verder, waarbij vooralsnog het uitgangspunt is dat het macrobudget en de bijstandsuitgaven aan elkaar gelijk zijn. Vanaf 2012 hanteert het ministerie van Sociale Zaken en Werk namelijk een andere berekeningssystematiek voor de berekening van de gebundelde uitkering, zodat eventuele tekorten (en overschotten) vanaf 2012 fors kleiner zijn. De nieuwe systematiek sluit niet uit er tekorten op de uitkeringslasten kunnen ontstaan. De ontwikkeling van klantaantallen, gemiddelde prijs en beschikbaar budget wordt op reguliere wijze maandelijks gemonitored. Eventuele afwijkingen van de begroting communiceren we via de reguliere BBI-momenten (voorjaars-en najaarsmarap). 5
Financiën
In totaal rust er op de uitvoeringsorganisatie inkomen vanaf 2014 een taakstelling van € 3,2 miljoen. Voortvloeiend uit het coalitieakkoord is er een generieke taakstelling van € 1,1 miljoen op de uitvoeringslast van de Directie Inwoners. Daarnaast is er een taakstelling voor het product Inkomen oplopend tot € 2,1 miljoen in 2014 uit de verwerking van diverse posten in de PPN 2012 (zie onderstaande tabel). Tabel 1 Aanvullingen algemene middelen en taakstellingen inkomen 2012-2014 conform PPN 2012 in € mln
Aanvulling algemene middelen PPN 2012
Korting GF ketensamenwerking
Onttrekking Reserve Inkomensdeel / programma W&I 1,1
2012 0,6
2013 0,6
2014 0,6
Korting GF SVB 65+
0,3
Formatie Handhaving Daling uitkeringsbestand
0,6
0,4
0,2
0,55
0,55
0,55
0,55
0,1
0,1
0,1
0,1
Subsidie BWN beperking instroom Bijdrage SHV* Berenschot Totaal
2,65
Taakstelling inkomen
2012 0,5
2013 0,5
2014 0,5
0,3
0,3
0,3
0,2
0,4
0,6
0,5
0,5
0,5
-0,7
-0,7
-0,7
0,7
0,7
0,7
1,45
1,25
1,05
1,7
1,9
2,1
* aanvulling Bijdrage SHV opgenomen, maar komt niet ten goede aan afdeling Inkomen
De onttrekkingen vanuit het Inkomensdeel die niet door de algemene middelen worden gedekt worden omgebogen middels dit voorstel (zie beslispunt 1).
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
7
Beslispunt 1: Het boekhoudkundig saldo van de reserve inkomensdeel is ultimo 2010 € 0. Na 2010 zijn er diverse mutaties op deze reserve geboekt waardoor de reserve vanaf 2011 een saldo vertoont. Omdat we voorstellen de reserve Inkomensdeel op te heffen, boeken we deze mutaties met bijgaande begrotingswijziging tegen. Na verwerking van BW-1108 (met dit voorstel vastgesteld) en BW-1109 (behorend bij het raadsvoorstel “Werk staat voorop!”) is het saldo van de reserve inkomensdeel ook na 2010 € 0 en kunnen we de reserve opheffen. De volgende bedragen dienen ten aanzien van de reserve Inkomensdeel tegengeboekt te worden: Tabel 2: Mutaties Reserve Inkomensdeel 2011 t/m 2015 Storting Onttrekking Saldo
2011
2012
2013
2014
2015
6.575.954
2.159.810
1.551.966
1.551.966
1.551.966
-4.178.000
-778.801
-743.987
-765.987
-765.987
2.397.954
1.381.009
807.979
785.979
785.979
De mutaties op het Reserve Inkomensdeel zijn opgebouwd uit de volgende onderdelen: Tabel 3: Deelmutaties Reserve Inkomensdeel 2011 t/m 2015 2011
2012
2013
2014
2015
-491.801
-435.987
-435.987
-435.987
-24.046
2.159.810
1.551.966
1.551.966
1.551.966
-3.948.046
1.668.009
1.115.979
1.115.979
1.115.979
-287.000
-308.000
-330.000
-330.000
1.381.009
807.979
785.979
785.979
PPN 2012: Daling uitk.bestand en ontv. deb. Dekking algemene middelen.
-550.000
Beslispunt 1b: Minimabeleid / LDT.
-491.801
PPN 2012: Minimabeleid. Dekking aanvullende middelen PPN 2012: Handhaving. Afbouw
-1.724.699 -557.500
PPN 2012: BWN. Dekking aanvullende middelen
-100.000
PPN 2012: Aanvulling SHV. Dekking aanvullende middelen
-500.000
Beslispunt 1c: Saldo op het macrobudget en de bijstandsuitgaven Beslispunt 1a: Subtotaal Beslispunt 1d en e: Taakstelling uitv.kosten SVB RVS Werk staat voorop; Afbouw
-254.000 6.600.000
gesubs.arbeid (BW-1109) Saldo van de mutaties
2.397.954
Beslispunt 1a: Het subtotaal 2011 van € 3,9 miljoen brengen ten laste van de begroting van het programma Werk & Inkomen product Inkomen (1061-02). Naast dit bedrag is de taakstelling ketensamenwerking van € 1,0 miljoen 2011 ten laste van het programmabudget geboekt. In totaal doen we – naar verwachting eind 2011 - een beroep op de Saldireserve van € 4,9 miljoen (negatief programmaresultaat). In het raadsvoorstel ‘Ombuigingen Werk & Inkomen 2011 en verder jaren’ hebben we dit al aangekondigd (zie risicoparagraaf van dit voorstel). Beslispunt 1b: De onttrekking voor langdurigheidstoeslag brengen we vanaf 2012 ten laste van de middelen van het programma Werk & Inkomen product Inkomen (1061-02). We
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
8
dekken de langdurigheidstoeslag vanaf 2012 uit de aanvullende middelen armoedebestrijding in de PPN 2012. Beslispunt 1c: Het saldo op het macrobudget en de bijstandsuitgaven brengen we in mindering op de budgetten van het programma Werk & Inkomen product Inkomen (1061-02). We stemmen de begroting hiermee af op onze prognoses waarbij we niet meer uitgaan van een overschot op het Inkomensdeel. Beslispunten 1d en 1e: De taakstelling uitvoeringskosten SVB brengen we in 2011 ten laste van het budget werkcorporatiemiddelen, conform raadsbesluit ‘Ombuigingen Werk en Inkomen 2011 en verdere jaren’. Vanaf 2012 brengen we deze taakstelling in mindering op het uitvoeringsbudget van Inkomen. Beslispunt 2: In de komende jaren zijn er geen overschotten te verwachten voor het Wwb Inkomensdeel, waardoor de reserve Inkomensdeel zich niet ten positieve zal ontwikkelen. Conform het voorstel in de Perspectiefnota 2012 trekken we het raadsbesluit d.d. 9 juni 2004 in. We heffen de reserve Inkomensdeel op, de Saldireserve gaat dienen als buffer voor het opvangen van tekorten op uitkeringslasten. Met die reden is de Saldireserve in de Perspectiefnota met € 5 miljoen verhoogd (inclusief weerstandsvermogen voor de Wmo). Beslispunt 3: De meerjarenbegroting van het marcobudget inkomen en de bijstandsuitgaven wordt aangepast aan de hand van de meest recente landelijke prognoses. We sluiten aan bij van de landelijke prognose van de ontwikkeling van de klantaantallen volgens de meicirculaire 2011. Daar waar we tot voor kort uitgingen van een landelijke daling van het bijstandsvolume van -2% in 2011, gaan we nu uit van een stijging van 1,8% op grond van prognoses aantal bijstandsontvangers Centraal Bureau Statistiek. In 2012 wordt een lichte daling verwacht gevolgd door een stijging vanaf 2013. Deze stijging komt door de verwachte effecten van de Wet Werken naar Vermogen (versobering Wajong en Wsw). Na verwerking van de begrotingswijziging gaan we in de begroting uit van aangepaste bedragen en aantallen uitkeringsgerechtigden (zie bijlage 2). Beslispunt 4: Tot en met het jaar 2010 werd de Regionale Coördinatie Fraudebestrijding (RCF) gefinancierd door middel van twee inkomensstromen. Via het gemeentefonds kregen we jaarlijks een bijdrage voor het RCF en het ministerie van SZW verstrekte een afzonderlijke verzameluitkering voor het mede door het RCF uit te voeren programma Verbindende Schakels. Dit is een programma gericht op een regionale aanpak Fraudebestrijding. Vanaf 2011 zijn deze inkomensstromen gebundeld in de verzameluitkering SZW Handhaving. In het nieuwe SZW-Handhavingsprogramma is opgenomen dat het de bedoeling is om de RCF’s gedurende 2011 tot en met 2014 te blijven ondersteunen. Het budget 2011 bedraagt voor de regio Nijmegen € 450.000. Budgetten voor 2012 tot en met 2014 worden jaarlijks beschikt en zijn geoormerkt. In de begrotingswijziging bij dit voorstel voegen we € 450.000 toe aan de programmabegroting 2011 tot en met 2014 van Werk & Inkomen. We passen de begroting jaarlijks aan op eventuele afwijkingen van de definitieve bedragen. Het aandeel RCF dat via het gemeentefonds wordt gefinancierd is momenteel structureel in de begroting van Werk & Inkomen opgenomen. Het rijk heeft deze bijdrage nog niet op de gemeentefonds-uitkering in mindering gebracht. We gaan ervan uit dat dit nog gebeurd en zullen de programmabegroting hier later op corrigeren.
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
9
Beslispunt 5: de overheveling van de stelpost Ontwikkeling uitkeringsbestand. Omdat het bijstandsvolume vanaf 2006 daalde, heeft het college op 22 april 2008 besloten de formatie van de afdeling Werk en Inkomen te herijken. Besloten is op basis van het te verwachten (en gerealiseerde) daling of stijging klantenbestand de formatie jaarlijks vast te stellen. Het aantal klantmanagers (aanvragen en beheer) wordt berekend en daarbij wordt een toeslag van 50% gerekend voor de ondersteunende werkzaamheden 4 . Op grond van deze systematiek is, in verband met de sijgende klantenaantallen, de benodigde formatie en het bijbehorend budget vanuit het Gemeentefonds berekend (één van de maatstaven voor de berekening van het Gemeentefonds is het aantal uitkerings-gerechtigden in de stad). De bijdrage uit het Gemeentefonds voor de uitvoeringsorganisatie is vastgesteld op € 845.882 voor het jaar 2011. Dit bedrag staat op een stelpost. Voorgesteld wordt dit bedrag over te hevelen naar het programma Werk & Inkomen, teneinde de uitvoeringskosten in 2011 te dekken. Beslispunt 6: om de meerjarenbegroting op de besluitvorming aan te passen wordt de begrotingswijziging BW-01108 voorgelegd. 6
Communicatie
Medewerkers van de afdeling Inkomen zijn op de hoogte gebracht van de voorgenomen bezuinigingen als gevolg van de Perspectiefnota 2012. De Onderdeelcommissie Directie Inwoners zal nauw betrokken worden bij de uitwerking van de plannen. 7
Uitvoering en evaluatie
Het besluit om formatie af te ramen binnen de uitvoeringsorganisatie Werk, Inkomen en Zorg heeft gevolgen voor het huidige dienstverleningsniveau. Aan de hand van een aantal concrete maatstaven zullen wij periodiek de gevolgen hiervan meten en rapporteren. Deze maatstaven zijn: hoogte terugontvangsten bijstand als gevolg van fraudebestrijding, aantal klachten en gegrond verklaarde bezwaren en foutmarge rechtmatige verstrekking uitkering.
College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester,
De Gemeentesecretaris,
mr. Th.C. de Graaf
drs. B. van der Ploeg
Bijlage(n):
4
Begrotingswijziging Dienstverlening Inkomen historisch en naar de toekomst Aantal uitkeringsgerechtigden
Huidige berekeningswijze is momenteel: het aantal actieve klanten : 85 (caseload) x € 100.000
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
10
Bijlage1 Dienstverlening Inkomen historisch en naar de toekomst Gemeenten voeren in het kader van de Wet werk en bijstand diverse taken uit, gericht op een rechtmatige en doelmatige verstrekking van de uitkering. Deze taken zijn te onderscheiden in: 1) aanvraagafhandeling uitkering Wet werk en bijstand en Wet investering jongeren; 2) betaalbaarstelling uitkeringen; 3) beheer uitkeringen (mutatie, beëindigingen); 4) invordering van uitkering; 5) fraudebestrijding; 6) re-integratieactiviteiten. Het verleden Al vanuit de Algemene Bijstandswet – de voorloper van de Wet werk en bijstand – zijn deze rechtmatigheid- en doelmatigheidsaspecten aangevuld met taken op het terrein van zorg c.q. hulpverlening (verwijzingsfunctie) en voorlichting met betrekking tot inkomensaanvullende regelingen. Vanaf 2004 zien we een duidelijk accentverschuiving in de dienstverlening van zorgverlening (de bijstandsmaatschappelijk werker) naar ondersteuning bij het vinden van werk (de re-integratiespecialist). Vanaf 2004 tot heden is de wijze waarop uitvoering is gegeven aan de taken op het terrein van uitkeringsverstrekking binnen de uitvoeringsorganisatie Werk, Inkomen en Zorg gewijzigd. Functie-inhoud, inschaling, positionering van medewerkers binnen de structuur zijn aangepast, toewerkend naar de strekking van de Wwb: de focus op werk en de uitkering zo efficiënt mogelijk – rechtmatig – verstrekken. Ook de doelgroep is gewijzigd. Vanaf 2009 verstrekken gemeenten geen uitkeringen meer aan 65+, deze taak is overgenomen door de Sociale Verzekeringsbank. Op het terrein van minimabeleid zijn er doelgroepen bij gekomen, door uitbreiding van ons beleid: chronisch zieken, gehandicapten, ouderen, kinderen etc. Op het terrein van doelmatigheid – re-integratie – hebben de inspanningen een wisselend karakter gehad in de afgelopen jaren variërend van verwijzing, naar zowel interne als naar externe re-integratiebedrijven, tot het in eigen beheer uitvoeren. Bestuurlijke besluitvorming Op 12 november 2003 heeft de Raad besloten – bij de invoering van de Wet werk en bijstand – het integraal klantmanagement in te voeren in Nijmegen, met een norm van gemiddeld 94 klanten per formatieplaats. Een functionaris c.q. regisseur (klantmanager) die het gehele traject rond de klant, waarin de aspecten van werk, inkomen en zorg in samenhang kunnen worden bezien. De klantmanager verwees klanten t.b.v. de re-integratie door naar externe – private – reintegratiebedrijven. Op 15 juni 2006 heeft de Raad besloten de uitvoering van re-integratie in eigen beheer vorm te geven, om gerichter aan uitstroom uit de uitkering te werken. Tevens heeft zij op 13 juni 2006 besloten de handhavingactiviteiten uit te breiden om meer te werken naar rechtmatigheid c.q. fraudebestrijding. Met die reden heeft de Raad op 8 november 2006 besloten de norm van de klantmanagers van 94 te wijzigen naar 115 klanten per fulltime medewerker. Dit kon omdat de klantmanager door kon verwijzen naar gespecialiseerde functionarissen op het terrein van reintegratie (re-integratiespecialisten) en handhaving (fraudepreventiemedewerkers en sociaal rechercheurs). De klantmanager kon intensieve coaching en/of onderzoek overdragen aan deze specialisten in ‘eigen’ huis. Ook de taken op het terrein van bijzondere bijstand werden vanaf die tijd niet meer uitgevoerd door klantmanagers, maar door gespecialiseerde functionarissen. Een beweging van generalist naar specialist, vanuit de gedachte dat specialisatie leidt tot efficiency en een gerichte goede dienstverlening naar de klant. De normwijziging had als gevolg dat op de formatie klantmanagement kon worden bezuinigd met circa € 0,7 miljoen structureel.
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
11
Rode draad in al deze invullingen van de functie van klantmanager blijft het beheer van de uitkering, dat resulteert een juiste en tijdige verstrekking van de uitkering aan de juiste persoon (rechtmatigheid). Dit geldt zowel voor de WWB als later ook voor de uitkering in het kader van de Wet investering Jongeren. Omdat het bijstandsvolume vanaf 2006 daalde heeft het college op 22 april 2008 besloten de formatie van de afdeling Werk en Inkomen te herijken. Besloten is op basis van het aantal te 5 verwachten en gerealiseerde ‘actieve’ klanten de formatie jaarlijks vast te stellen. Het aantal klantmanagers (aanvragen en beheer) wordt berekend en daarbij wordt een toeslag van 50% gerekend voor de ondersteunende werkzaamheden. Op grond van deze systematiek is de benodigde formatie en het bijbehorend budget vanuit het Gemeentefonds berekend. De toekomst Rijksbezuinigingen nopen tot het maken van keuzes. Ook ten aanzien van de dienstverlening binnen de afdeling Inkomen. Een zo gering mogelijk bijstandsvolume in de stad en een rechtmatige verstrekking van de uitkering blijven van belang. Met die reden moeten de keuzes zodanig van aard zijn dat er maximaal gewerkt kan blijven worden aan beperking instroom en bevordering uitstroom. Contactmomenten klant De dienstverlening zal nog efficiënter ingericht worden, maar daarmee halen we niet de noodzakelijke ombuigingen. De dienstverlening zal dus ook moeten versoberen. We kiezen ervoor om de ‘caseloadgedachte c.q. norm’ los te laten. Dat houdt in dat klanten geen vast contactpersoon meer hebben. Ook de norm dat elke klant minstens één maal per jaar wordt gesproken m.b.t. de uitkeringsverstrekking – ongeacht de noodzaak – wordt losgelaten. Contactmomenten zijn er op initiatief van de klant, indien er signalen van fraude zijn of wanneer men ziet dat er geen beroep in inkomensaanvullende regelen of schuldhulpverlening wordt gedaan, terwijl er wel noodzaak toe is. We handhaven wél de inhouding en doorbetaling van vaste lasten bij specifieke groepen klanten en de Collectieve Aanvullende Ziektekostenverzekering (CAZ) bij alle deelnemers om betalingsachterstanden te voorkomen. Ook de telefonische bereikbaarheid versobert. Tot eind 2010 was iedere klantmanager bereikbaar tijdens een telefonisch spreekuur van 1 uur per dag. Buiten dit spreekuur was de klantmanager in principe niet voor klanten bereikbaar. Voor instanties waren klantmanagers de hele werkdag bereikbaar. Sinds november 2010 zijn de bureaus aangesloten bij het Klantcontactcentrum (KCC) en worden de vragen m.b.t. de uitkering door het KCC beantwoord. Wanneer deze medewerker het antwoord op de vraag niet kan geven wordt de klantmanager middels een terugbelnotitie verzocht contact op te nemen met de klant. In geval van spoed verbindt het KCC door met een groepsnummer waar een troubleshoot (klantmanager) de vraag kan beantwoorden. De klantmanager is voor klanten degene waar men terecht kan voor de meest uiteenlopende vragen en voor een luisterend oor. Gevolg van de versobering van dienstverlening is dat de klantmanager meer en meer een verwijzingsfunctie krijgt naar het maatschappelijk middenveld en alleen bij evidente rechtmatigheidaspecten van de uitkering telefonisch voor de klant én het maatschappelijk middenveld (via het KCC) bereikbaar is. Handhaving en een sterke poort 5
Actieve klanten zijn klanten die een uitkering uitbetaald hebben gekregen in de betreffende periode en waarvan de
uitkering geblokkeerd staat i.v.m. mogelijke mutatie
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
12
Ook op het terrein van handhaving gaan we werken met nieuwe instrumenten, die de inzet gerichter en doeltreffender maakt. Instroombeperking blijft een speerpunt binnen ons beleid. Dat betekent dat we onze beschikbare uitvoeringscapaciteit hierop sterk inzetten. We gaan werken met het systeem van risicosturing, onder meer gebruikt in Utrecht en Tilburg. In dit systeem scoren klanten op basis van systeemgegevens en ervaringsgegevens rood, oranje of groen. Op basis van dit stoplichtmodel is de kans op fraude groter dan wel klein. Naast een strenge poort is het tevens noodzakelijk dat er voldoende controle tijdens de beheersperiode van de uitkering plaats vindt. Ook daar worden focussen we ons in eerste instantie op klanten waarbij de kans op fraude groter is. Dergelijke onderzoeken zijn intensief en bestaan uit dossieronderzoek, systeemonderzoek, gesprekken en/of huisbezoeken. Tevens is uit ervaring bekend met het uitvoeren van dergelijke onderzoeken tevens een preventieve werking heeft. Voor de volledigheid vermelden we dat er wel degelijk fraude plaats kan vinden binnen de ‘groene’ groep klanten, de groep waar de kans op fraude als klein wordt ingeschat. Deze groep is daarom niet verschoond van controle.
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
13
Bijlage 2 Aantal uitkeringsgerechtigden In onderstaande tabellen de ontwikkeling van de klantaantallen zoals wij die op basis van de landelijke prognose in de meicirculaire 2011 prognosticeren. In de tabel 6 de standen ultimo jaar en in tabel 7 de gemiddelde standen waarmee we bij de financiële prognose rekenen cf tabel 5. Tabel 5: ontwikkeling aantal bijstandsontvangers landelijk 2011 Aantal
2012
2013
2014
2015
2016
339.417
345.706
342.526
350.061
364.727
1,8%
-0,9%
2,2%
4,0%
4,0%
379.747
bijstandsontvangers Mutatie in %
Na verwerking van de begrotingswijziging hebben we het macrobudget inkomen en de bijstandslasten voor de volgende bedragen in onze begroting opgenomen: Tabel 6: ontwikkeling macrobudget en bijstandslasten 2011 t/m 2015 Nijmegen in € mln.
2011
2012
2013
2014
2015
Bijstandslasten
83,5
83,9
84,4
87,0
90,5
Terugvorderingen
-4,6
-4,7
-4,7
-4,8
-5,0
Netto bijstandslasten
78,9
79,2
79,7
82,2
85,5
-78,9
-79,2
-79,7
-82,2
-85,5
Macrobudget Inkomensdeel
In tabel 6 is niet het huidige, verwachte tekort van € 7,3 miljoen op de bijstandslasten opgenomen, omdat het gebaseerd is op het nader voorlopige budget (zie risicoparagraaf). In september wordt door het definitieve budget vastgesteld. Naar aanleiding daarvan passen we in het laatste kwartaal van 2011 de begroting aan. Tabel 7. Ontwikkeling betaalde klanten (ultimo jaar): Ultimo 2010 Mutatie meicirculaire 2011 Bijstandsbesluit Zelfstandigen IOAW IOAZ
2011
2012
2013
2014
2015 4,00%
1,80%
-0,90%
2,20%
4,00%
54
55
54
56
58
60
148
151
149
153
159
165
18
18
18
19
19
20
Wwb (incl Wij)
5.121
5.213
5.166
5.280
5.491
5.711
Totaal
5.341
5.437
5.388
5.507
5.727
5.956
Tabel 8: Ontwikkeling betaalde klanten (gemiddeld): Ult.
2011
2012
2013
2014
2015
2010 Bijstandsbesluit Zelfstandigen IOAW IOAZ
54
54
55
55
57
59
148
149
150
151
156
162
18
18
18
18
19
20
Wwb (WIJ)
5.121
5.167
5.190
5.223
5.386
5.601
Totaal
5.341
5.389
5.413
5.447
5.617
5.842
Financiele bijsluiter begrotingswijziging
2011 Baten
Totaal effect wijziging
2013
2012
Lasten
1.347
Bedragen x € 1.000
: BW-01108 BW's Werk en Inkomen
Saldo
1.347
Baten 0
Lasten
-15.230
Saldo
-15.230
Baten 0
2014
Lasten
12.466
06-jul-11
Saldo
12.466
Baten 0
Lasten
15.069
Saldo 0
15.069
1042 Bestuur & Middelen 2012
2011 Baten Was
Lasten
Saldo
Baten
2013 Saldo
Lasten
Baten
2014
Lasten
Lasten
Baten
Saldo
Saldo
379.036
120.564
-258.472
300.881
52.662
-248.220
292.233
47.073
-245.160
287.138
45.937
0
-846
-846
0
0
0
0
0
0
0
0
-241.200
Voorstel: Rv Bp 5 Aanvulling gf gestegen klant
Totaal 1042 Bestuur & Middelen
379.036
119.718
-259.317
300.881
52.662
-248.220
292.233
47.073
-245.160
287.138
45.937
0 -241.200
1061 Werk & Inkomen 2012
2011 Baten Was
Voorstel: Rv BP 1d Taakstelling wwb 65+ 2011
Lasten
Saldo
153.447
184.982
31.535
1.347
2.193
846
2013
Lasten
Baten
Saldo
Baten
2014
Lasten
Lasten
Baten
Saldo
Saldo
193.381
30.199
134.922
164.478
29.556
134.944
163.624
-15.230
-15.230
0
12.466
12.466
0
15.069
15.069
0
163.183
28.680
-254
-254
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-3.924
-3.924
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Rv Bp 1b Onttrekking ldt
0
0
0
-492
-492
0
-436
-436
0
-436
-436
0
Rv Bp 1c saldo bijstand
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Rv Bp 1e taakstelling wwb 65+
0
0
0
-287
-287
0
-308
-308
0
-330
-330
0
5.075
5.075
0
-14.901
-14.901
0
12.760
12.760
0
15.385
15.385
0
450
450
0
450
450
0
450
450
0
450
450
0
0
846
846
0
0
0
0
0
0
0
0
Rv Bp 1a Onttrekking reserve Wwb 201
Rv Bp 3 Bijstellen Rijksinkomsten en Rv Bp 4 Verzameluitkering Rcf Rv Bp 5 Aanvulling gf gestegen klant
Totaal 1061 Werk & Inkomen
154.793
187.174
32.381
147.952
178.151
Pagina 1
30.199
147.388
176.944
29.556
150.013
178.693
0 28.680