Collegevoorstel
Openbaar
Onderwerp
Budgetsubsidie Museum het Valkhof 2013-2016
Programma / Programmanummer
BW-nummer
Openbare besluitenlijst 18 december 2007 Cultuur / 1071 Collegevergadering
no 47
Portefeuillehouder
H. Beerten Samenvatting Aanwezig:
Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr.
Dit voorstel behelst de budgetsubsidie 2013 t/m 2016 aan Stichting MO20, Stefan Grond, 62249 Th. de Graaf Voorzitter Museum het Valkhof (MHV). We kijken terug op de afgelopen P. Depla, H. van Hooft sr., L. Scholten, H. Kunst, Wethouders budgetperiode en formuleren een aantal prestatie-afspraken. De basis Datum ambtelijk voorstel P. Lucassen, J. van der Meer 18 november 2012 voor deze afspraken, die we in goed overleg met het museum in deze P. Eringa Gemeentesecretaris beschikking hebben vastgelegd, wordt gevormd door de onlangs door Registratienummer 2013.0023 A. Kuil Communicatie de Raad vastgestelde kunst- en cultuurvisie ‘Werken in ketens’, ons Sofovic Verslag Coalitieakkoord 2010-2014 M. ‘Werken aan een duurzame toekomst’ en het beleidsplan 2013-2016 van Museum het Valkhof. Het museum is ketenintendant van de keten ‘Beeldende kunst’ en de geformuleerde prestatie-eisen zijn deels gerelateerd aan deze rol als intendant. Verder hebben we ook een aantal kwantitatieve eisen geformuleerd zoals aantallen bezoekers en exposities. Ter besluitvorming door het college Aldus
vastgesteld in de vergadering van:
Paraaf
1. De beschikking ten behoeve van Stichting Museum het Valkhof voor de periode 2013-2016 (bijlage 1) vast te stellen, onder voorbehoud van positieve besluitvorming in de Raad over de meerjarige budgetsubsidie 2013-2016 aan Stichting Museum het Valkhof.
Aan de Raad voor te stellen
De voorzitter,
Datum
akkoord
De secretaris,
1. Aan Stichting Museum het Valkhof voor 2013 - 2016 een meerjarige budgetsubsidie van € 2.191.128,- per jaar te verlenen; 2. Voor de jaren 2014, 2015 en 2016 dit bedrag te indexeren op basis van het Uitvoeringsvoorschrift subsidies Directie Inwoners gemeente Nijmegen 2011, waarbij de door de Raad bij de vaststelling van de Perspectiefnota 2013-2016 opgelegde bezuiniging mogelijk effecten heeft op de hoogte van de subsidie in 2015 en 2016; 3. Deze subsidiebedragen te dekken uit programma 1071 Cultuur (60575.D.44014).
Programmamanager B. Bergman
Programmadirecteur I. Hol
Ter besluitvorming door de Raad Besluit B&W d.d. 4 december 2012 Conform advies
Aanhouden Anders, nl.
Paraaf
nummer: 2.2
Datum
akkoord Bestuursagenda
Gemeentesecretaris
Portefeuillehouder
1
Voorstel aan de Raad
Openbare besluitenlijst 18 december 2007
no 47 DatumCollegevergadering raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 19 december 2012 / 181/2012 Fatale termijn: besluitvorming vóór:
Aanwezig: Voorzitter Onderwerp Wethouders 1 januari 2013
Th. de Graaf P. Depla, H. van Hooft sr., L. Scholten, H. Kunst, Budgetsubsidie 2013 t/m 2016 Museum het Valkhof P. Lucassen, J. van der Meer P. Eringa Gemeentesecretaris Programma / Programmanummer A. Kuil Communicatie Cultuur / 1071 M. Sofovic Verslag Portefeuillehouder
H. Beerten Voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders d.d.
4 december 2012 Samenvatting
Dit voorstel behelst de budgetsubsidie 2013 t/m 2016 aan Stichting Museum het Valkhof (MHV). Aldus vastgesteld in de vergadering van:wederom een aantal In dit voorstel kijken we terug naar de afgelopen periode waarin het museum aansprekende tentoonstellingen heeft georganiseerd zoals ‘Jan Jansen en Swip Stolk – twee meesterontwerpers’ (2009) en ‘High Tech Romeinen’ (2011). De basis voor de prestatieafspraken, die we in goed overleg met het museum in deze overeenkomst hebben vastgelegd, wordt gevormd door de onlangs door uw Raad vastgestelde kunst- en cultuurvisie ‘Werken in ketens’, ons Coalitieakkoord 2010-2014 ‘Werken aan een duurzame toekomst’ en het beleidsplan De voorzitter, secretaris, 2013-2016 van Museum het Valkhof. Het museum is ketenintendant vanDe de keten ‘Beeldende kunst’ en de geformuleerde prestatie-eisen zijn deels gerelateerd aan deze rol als intendant. Verder hebben we ook een aantal kwantitatieve eisen geformuleerd zoals aantallen bezoekers en exposities.
Voorstel om te besluiten
1. Aan Stichting Museum het Valkhof voor 2013 - 2016 een meerjarige budgetsubsidie van € 2.191.128,- per jaar te verlenen; 2. Voor de jaren 2014, 2015 en 2016 dit bedrag te indexeren op basis van het Uitvoeringsvoorschrift subsidies Directie Inwoners gemeente Nijmegen 2011, waarbij de door de Raad bij de vaststelling van de Perspectiefnota 2013-2016 opgelegde bezuiniging mogelijk effecten heeft op de hoogte van de subsidie in 2015 en 2016; 3. Deze subsidiebedragen te dekken uit programma 1071 Cultuur (60575.D.44014).
1
Opgesteld door, telefoonnummer, e-mail
Stefan Grond, 2249,
[email protected] Raadsvoorstel.doc
Voorstel aan de Raad
Aan de Raad van de gemeente Nijmegen 1
Inleiding
Dit voorstel behelst de budgetsubsidie 2013 t/m 2016 aan Stichting Museum het Valkhof (MHV). De basis voor de afspraken die we in goed overleg met het museum in de beschikking hebben vastgelegd wordt gevormd door de onlangs door uw Raad vastgestelde kunst- en cultuurvisie ‘Werken in ketens’, ons Coalitieakkoord 2010-2014 ‘Werken aan een duurzame toekomst’ en het beleidsplan 2013-2016 van Museum het Valkhof (bijlage 2). Op 29 mei en 11 september jongstleden heeft de directeur van het museum, mevrouw M. Brouwer, dit beleidsplan gepresenteerd aan respectievelijk leden van uw Raad en ons College en uitleg gegeven over de richting die het museum komende periode in wil slaan. In de cultuurvisie staat het werken in ketens centraal, waarbij wij van de grote culturele instellingen verwachten dat zij als ketenintendant optreden en samen met andere relevante partijen in de stad en in de betreffende keten, vorm geven aan de gemeentelijke beleidsprioriteiten talentontwikkeling, excellentie en experiment. MHV is ketenintendant van de keten ‘Beeldende kunst’ en de geformuleerde prestatie-eisen zijn deels gerelateerd aan deze rol als intendant. Verder hebben we ook een aantal kwantitatieve eisen geformuleerd zoals aantallen bezoekers en exposities (zie verder onder 3 Argumenten). In de aanloop naar het opstellen van deze budgetbeschikking hebben we ook met de provincie Gelderland gesproken. Naast de gemeente Nijmegen is de provincie immers de andere grote subsidiënt van MHV vanwege het feit dat ook het Gelders Archeologisch Centrum (GAC) onderdeel uitmaakt van het museum. In het GAC beheert MHV niet alleen de collectie van het provinciaal depot voor bodemvondsten maar ook de kennis over archeologische vondsten en vindplaatsen in Gelderland. Hoewel de provincie Gelderland separaat een overeenkomst met het museum afsluit vinden wij het relevant van elkaars prestatie- en subsidieafspraken met het museum op de hoogte te zijn. Beoordeling afgelopen periode In 2009 vierde MHV haar 10-jarig bestaan en heeft in die periode een aantal aansprekende tentoonstellingen georganiseerd en meer dan 1.100.000 bezoekers binnen weten te halen: een prestatie waar het museum en de gemeente Nijmegen trots op kunnen zijn. Twee grote tentoonstellingen kenmerkten het jaar zelf: ‘Jan Jansen en Swip Stolk – twee meesterontwerpers’ en ‘De wereld van Katherina’. Beide succesvol waardoor er een bezoekersaantal van 110.000 werd gerealiseerd. Een ander memorabel feit was dat MHV voor een periode van 5 jaar vaste begunstigde van de BankGiroLoterij is geworden: een erkenning van de kwaliteit van het museum. Gedurende deze periode ontvangt het museum jaarlijks € 200.000,-- om zijn ambities te realiseren 2010 was een jaar waarin voor het eerst geen grote publiekstrekker werd geprogrammeerd, wel de eerste oeuvre tentoonstelling voor Berend Strik: ‘May I show You My Pictures’. Een belangrijke gebeurtenis was de opening van ‘De Vrede van Nijmegen zaal’ waar onder andere in 1677 in opdracht van de Staten Generaal aangekochte gobelins worden tentoongesteld. Het bezoekersaantal viel enigszins tegen en bleef met 80.000 steken onder het afgesproken langjarig gemiddelde van 100.000.
Raadsvoorstel.doc
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
2
Voor het eerst in het bestaan van MHV werd er een educatief zomeractiviteit voor kinderen georganiseerd, namelijk ‘Viking op het Valkhof’. Hierdoor bezochten in 2010 30% meer kinderen (buiten schoolverband) het museum. In 2011 organiseerde MHV de interactieve tentoonstelling ‘High Tech Romeinen’ die met in totaal (deels in 2012) 65.000 bezoekers erg succesvol was. Dit interactieve concept en de gerichtheid op kinderen bracht veel reuring in het museum en het concept zal zeker een vervolg krijgen. Ook was er een groots opgezette retrospectieve tentoonstelling met werk van Harrie Gerritz: ‘De verbeelding van het Rivierenlandschap’. Ondanks deze successen werd met 85.000 het beoogde aantal van 100.000 bezoekers niet gehaald. Het jaar 2012 verloopt vooralsnog volgens de prognose. De op 8 september geopende tentoonstelling ‘Popart in Europa’ draait goed waardoor naar verwachting het bezoekersaantal in 2012 op 110.000 zal uitkomen. Over de hele periode gezien heeft het museum voldaan aan de afspraken die we hadden vastgelegd in de budgetovereenkomst 2009-2012, waarbij het aantal bezoekers van 400.000 mogelijk net niet wordt gehaald. Het museum heeft actief geparticipeerd in de door ons gewenste culturele samenwerkingsverbanden in Nijmegen, is vruchtbare contacten met economische partners in de binnenstad aangegaan en heeft ook met betrekking tot de ontwikkeling van het cultuurhistorisch Valkhofkwartier de verantwoordelijkheid op zich genomen die we van een dergelijk vooraanstaand museum mogen verwachten. Financieel gezien was het resultaat over de periode licht negatief, waarbij overigens wel in 2010 voor het eerst in het 11-jarig bestaan een positief resultaat werd behaald. In 2012 zal het resultaat volgens prognose -€ 160.000,-- zijn. Maar omdat MHV volgens bestuurlijke afspraken nog kon interen op haar eigen vermogen, is dit geen bedreiging voor zijn financiële positie. Subsidiebedragen afgelopen budgetperiode Jaar Bedrag 2009 € 2.025.834,-2010 € 2.206.298,-2011 € 2.216.888,-2012 € 2.261.226,-Ambities In zijn beleidsplan 2013-2016 (zie bijlage 2) heeft MHV een aantal ambities geformuleerd waarvan we onderstaand de belangrijkste vermelden. Verhalenmuseum Museum het Valkhof wil de in de huidige periode ingezette transformatie van ‘Voorwerpenmuseum’ naar ‘Verhalenmuseum’ verder gestalte geven rond de drie verzamelgebieden c.q. sleutelverhalen van het museum:
Raadsvoorstel.doc
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
3
1. Romeinen; 2. Nijmegen, oudste stad van Nederland; 3. Popart. Bij deze sleutelverhalen ligt de nadruk op beleving en kennisoverdracht en zullen deelverhalen worden gepresenteerd wanneer de collecties daartoe aanleiding geven. Het verhaal van de Vrede van Nijmegen is het eerst gerealiseerde verhaal binnen het sleutelverhaal Nijmegen, oudste stad van Nederland. Hiermee draagt het Museum ook bij aan versterken van het cultuurhistorische ‘unique sellingpoint’ van Nijmegen als oudste stad. Verder wil MHV de publieksfaciliteiten meer inzetten om zowel toegankelijkheid als verdienvermogen te vergroten. Onderdeel van deze plannen is om het museumcafé aan de voorkant van het museum te situeren. Geïntegreerde jaarprogramma’s MHV wil komende periode jaarlijks een grote publiekstrekker programmeren met daarnaast nog een of twee grotere en een aantal kleinere tentoonstelling Het jaarprogramma wordt zodanig georganiseerd dat de hoofd- en nevententoonstellingen elkaar versterken. Bezoekers MHV wil vooraf meer sturen op de bezoekersaantallen door consequent de doelgroepen te selecteren en tentoonstellingsconcepten toe te snijden op deze doelgroepen. Het streven van het museum is om in 2020 een jaarlijks bezoekersaantal van 120.000 binnen de museumdeuren te krijgen. School en educatie MHV wil zich speciaal voor de Nederlandse gymnasia profileren als het museum voor Romeins Nederland en gaat actief aansluiten bij de behoeften en vragen vanuit het onderwijs. Maatschappelijk verantwoord ondernemen In de komende beleidsperiode gaat het museum de drie P’s van maatschappelijk verantwoord ondernemen invoeren in een evenwichtige balans tussen de drie waarde: People, Planet en Profit. Hiervoor wordt de internationaal erkende norm ISO 26000 gehanteerd. 1.1 Wettelijk kader of beleidskader
De beleidskaders voor dit voorstel zijn vastgelegd in de gemeentelijke kunst- en cultuurnota ‘Werken in Ketens’. Verder zijn De Nijmeegse Kaderverordening Subsidieverstrekking en het Uitvoeringsvoorschrift subsidies programma Cultuur van toepassing op dit voorstel. 1.2 Relatie met programma
Dit voorstel is een uitwerking van de ambities van het programma Cultuur zoals die beschreven zijn in hoofdstuk 5 (De culturele basisinfrastructuur: ketens en functies) van de nota ‘Werken in Ketens’. 2
Doelstelling
Doel van dit voorstel is het verlenen van een budgetsubsidie aan Stichting Museum het Valkhof voor de jaren 2013 t/m 2016.
Raadsvoorstel.doc
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
4
3
Argumenten
Op basis van de kunst- en cultuurvisie ‘Werken in ketens’ leggen we in de voorliggende budgetsubsidiebeschikking vooral de nadruk op kwalitatieve prestaties. Daarnaast formuleren we ook een aantal meer gebruikelijke kwantitatieve prestatie-eisen zoals het aantal bezoekers en tentoonstellingen. Onderstaand geven we aan welke prestaties wij met Museum het Valkhof voor de komende budgetperiode hebben afgesproken. a) Prioriteiten: talentontwikkeling, excellentie en experiment MHV geeft, samen met andere partijen in de stad en in de keten Beeldende Kunst, vorm aan de gemeentelijke beleidsprioriteiten talentontwikkeling, excellentie en experiment. b) Ketenintendantfunctie en ketenoverleg MHV is ketenintendant voor de keten Beeldende Kunst en draagt procesverantwoordelijkheid voor de organisatie van het ketenoverleg dat openbaar is en voor iedereen toegankelijk die gerelateerd is aan het veld en specifieke deskundigheid heeft in de keten. In dit overleg komen minstens de volgende onderwerpen aan de orde: 1. (Lokale) talentontwikkeling in de keten; 2. Excellentie in de keten; 3. Experimenten waarbij de Nijmeegse Beeldende Kunst betrokken is; 4. Samenwerking in de keten; 5. Toegankelijkheid van de keten; 6. De wijze waarop het ambitieniveau binnen de keten gerealiseerd wordt in Nijmegen. De ketenintendant nodigt in de keten / het netwerk samenwerkende partijen uit voor het ketenoverleg. De partijen in de keten kiezen gezamenlijk een voorzitter voor het ketenoverleg. c) Verslaglegging ketenoverleg Jaarlijks stelt het ketenoverleg een verslag van haar werkzaamheden vast. Dit verslag beschrijft de werkzaamheden in de keten Beeldende Kunst op de onder b) benoemde onderwerpen. Die werkzaamheden kunnen gemeenschappelijk zijn maar ook betrekking hebben op twee of meer deelnemers aan die keten. Het verslag wordt toegestuurd aan de gemeente en dient als basis voor toekomstige peer-reviews. d) Peer-review MHV werkt mee aan de peer-review en levert de door de reviewers gevraagde informatie. Het ketenverslag en de jaarverslagen van MHV vormen de basis voor de peer-review. e) Groeimodel De ketenbenadering is nieuw, voor het eerst vastgelegd in de cultuurvisie ‘Werken in Ketens’. De komende jaren vragen wij partijen in de stad (en specifiek MHV in de keten Beeldende Kunst), te werken aan de uitvoering van deze visie. Dat betekent ook dat wij MHV en de overige partijen in de keten de ruimte geven om vorm te geven aan het ketenintendantschap. MHV en de organisaties in de keten geven wij de mogelijkheid om zelf te definiëren wat zij verstaan onder de onderwerpen onder b), welk ambitieniveau de partijen uit de keten hebben en hoe zij dit ambitieniveau willen realiseren.
Raadsvoorstel.doc
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
5
f) 1. 2. 3.
Bezoekers en tentoonstellingen Bezoekers per jaar: gemiddeld 100.000 per jaar over de periode 2013 t/m 2016; Grote tentoonstellingen: 2 – 3 per jaar waarvan 1 grote publiekstrekker; Kleinere tentoonstellingen: 4 – 6 per jaar.
MHV stelt geïntegreerde jaarprogramma’s samen waarbij hoofd- en nevenactiviteiten elkaar versterken, een zo breed mogelijk publiek wordt bereikt en ingespeeld wordt op activiteiten buiten het museum. g) Educatie 1. Leerlingenbezoek per jaar: 17.000; 2. MHV gaat duurzame samenwerkingsrelaties aan met het onderwijs om actief aan te kunnen sluiten bij de behoeften en vragen vanuit het onderwijs als het om de cultuureducatie van jonge mensen gaat. h) Ontwikkeling cultuurhistorisch Valkhofkwartier MHV draagt met andere stakeholders bij aan de ontwikkeling van het Valkhofkwartier door het initiëren van en participeren in bijeenkomsten over dit thema. i) Bevordering museumbezoek Nijmegenaren met een smalle beurs MHV stelt kaartjes tot een tegenwaarde van € 5.000,- om niet beschikbaar om museumbezoek door Nijmegenaren met een smalle beurs te bevorderen. Over de distributie van de kaartjes en de communicatie naar de doelgroep hebben we duidelijke afspraken gemaakt met het museum. j) Cultural Governance MHV hanteert de Code Cultural Governance en legt in het jaarverslag verantwoording af over de wijze waarop dit gebeurt. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het als bijlage bijgevoegde verantwoordingsprotocol (bijlage 4). k) Netwerken MHV intensiveert, bouwt uit en bestendigt de huidige samenwerkingsverbanden op lokaal (CNN, Huis van de Binnenstad, Onderwijs, Gebroeders van Limburg), regionaal/provinciaal (Gelders Erfgoed Platform, RBT KAN), nationaal (Museumvereniging) en internationaal (diverse musea) niveau. l) Social Return In het kader van Social Return (het stimuleren van doelgroepen met een afstand tot de arbeidsmarkt) vragen wij aan MHV bij de uitvoering van de activiteiten/doelen waarvoor deze subsidie wordt toegekend, zoveel mogelijk Nijmeegse burgers te betrekken die voor hun inkomen (gedeeltelijk) afhankelijk zijn van een uitkering. Naast deze (leer)werkplekken vragen we ook aan het museum om in haar eigen inkoopbeleid Social Return op te nemen. Het museum stelt in 2013 een plan op waarin de reeds bestaande activiteiten op het gebied van Social Return inzichtelijk worden gemaakt en waarin de bovenstaande mogelijkheden verder onderzocht en geconcretiseerd worden.
Raadsvoorstel.doc
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
6
4
Risico’s
Aan dit voorstel zijn geen risico’s verbonden. 5
Financiën
De gemeentelijke subsidie aan Stichting Museum het Valkhof voor 2013 bedraagt € 2.191.128,-- en wordt gedekt uit programma 1071 Cultuur (60575.D.44014). Op dit bedrag is de generieke korting van 5% en de indexering 2013 van 2% al toegepast. Bezuinigingen wil het museum gaan opvangen door o.a. de exploitatiekosten te verlagen; een onderdeel van die kostenverlaging is het inzetten van elektronische beveiliging zodat er minder suppoosten nodig zijn. Bij de vaststelling van de Perspectiefnota 2013-2016 heeft uw Raad op 20-06-2012 besloten tot nieuwe structurele bezuinigingen. Voor het programma cultuur ziet het overzicht er als volgt uit: Cultuur Perspectiefnota 2013-2016 1
2013 -
2014 -
2015 200K
2016 350K
Perspectiefnota 2013-2016
-
300K
300K
400K
Over de exacte invulling van deze bezuinigingen is nog geen consensus bereikt, maar het is mogelijk dat deze bezuinigingen van invloed zullen zijn op de hoogte van het subsidiebedrag vanaf 2014. Verder is duidelijk dat de in het regeerakkoord aangekondigde nieuwe bezuinigingen een enorme impact zullen hebben op de gemeentelijke begroting. Hoewel we de exacte consequenties nog niet kunnen overzien, is het niet ondenkbaar dat ook deze bezuinigingen negatieve consequenties hebben voor de begroting cultuur vanaf 2014. 6
Communicatie
Over de voorliggende beschikking 2013 t/m 2016 hebben we meermaals overleg gevoerd met Stichting Museum het Valkhof en overeenstemming bereikt over de voorwaarden waaronder de subsidie aan het museum verleend wordt. Ook hebben we over de subsidievoorwaarden en de hoogte van het subsidiebedrag gesproken met een ambtelijke vertegenwoordiging van de provincie Gelderland, de andere grote structurele subsidiegever van MHV.
1
PPN: [fragment] “We gaan de culturele infrastructuur hervormen en we onderzoeken de mogelijkheden voor een betere samenwerking en een betere afstemming tussen vraag en aanbod in het culturele domein. Dit past ook binnen de nieuwe cultuurvisie, waarbij we ons richten op behoud van de functies voor de stad en niet op de instellingen.”
Raadsvoorstel.doc
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
7
7
Uitvoering en evaluatie
Na besluitvorming in uw Raad over deze subsidie zal uitbetaling plaatsvinden volgens het schema in de budgetbeschikking. In het jaarlijkse bestuurlijke overleg met MHV bespreken wij de jaarrekening en het jaarverslag waarin onder andere verantwoording wordt afgelegd over de vastgelegde prestatie-eisen en de wijze waarop de Code Cultural Governance wordt toegepast.
College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester,
De Gemeentesecretaris,
drs. H.M.F. Bruls
drs. B. van der Ploeg
Bijlage
1: Beschikking MHV 2013 2: Visie 2013-2016 Museum het Valkhof 3: Subsidieaanvraag 2013 Museum het Valkhof 4: Protocol Cultural Governance
Raadsvoorstel.doc
Afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling
CONCEPT Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen
Openbare besluitenlijst 18 december 2007 Het bestuur van Collegevergadering 47 Stichting Museum Het no Valkhof Museum voor kunst en archeologie t.a.v. mw. M. Brouwer, directeur Postbus 1474 Aanwezig: 6501 BL Th. de Graaf Voorzitter NIJMEGEN Wethouders Gemeentesecretaris Communicatie Verzenddatum Verslag
Telefoon
14 024
Telefax
(024) 329 29 81
E-mail
[email protected]
Postadres Postbus 9105 6500 HG Nijmegen
P. Depla, H. van Hooft sr., L. Scholten, H. Kunst, P. Lucassen, J. van der Meer P. Eringa A. Kuil Ons kenmerk Contactpersoon M. Sofovic MO30/mo dhr. S. Grond 2013.0023
Onderwerp
Beschikking verlening en Datum uw brief bevoorschotting meerjarige 29 juni 2012 budgetsubsidie 2013 (budgetperiode 2013 t/m 2016) Bijlage(n):
Doorkiesnummer
024-3292249
Aldus vastgesteld in de vergadering van:
Geachte mevrouw Brouwer,
De secretaris, Op 29 juni 2012 heeftDe u voorzitter, een aanvraag voor een meerjarige subsidie ingediend. Hierbij deel ik u namens het College van Burgemeester en Wethouders mee dat de Raad van de gemeente Nijmegen op [DATUM BESLUIT] besloten heeft u deze subsidie te verlenen voor de periode 2013 t/m 2016. Subsidie Het subsidiebedrag voor 2013 is bepaald op € 2.191.128,- en is inclusief een generieke korting van 5% en indexering van 2% volgens het Uitvoeringsvoorschrift subsidies Directie Inwoners gemeente Nijmegen 2011. De generieke korting is één van de maatregelen waartoe het College besloten heeft om de bezuinigingen van het Rijk op het gemeentefonds op te vangen. In de vervolgjaren wordt de subsidie geïndexeerd overeenkomstig artikel 2 van het Uitvoeringsvoorschrift subsidies Directie Inwoners gemeente Nijmegen 2011. Bij de vaststelling van de Perspectiefnota 2013-2016 heeft de Raad op 20-06-2012 besloten tot nieuwe structurele bezuinigingen. Voor het programma cultuur ziet het overzicht er als volgt uit:
MHV bso 2013-2016 beschikking
VALI01
1
Gemeente Nijmegen Afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling
Vervolgvel
1
Cultuur Perspectiefnota 2013-2016 1
2013 -
2014 -
2015 200K
2016 350K
Perspectiefnota 2013-2016
-
300K
300K
400K
Over de exacte invulling van deze bezuinigingen is nog geen consensus bereikt, maar het is mogelijk dat deze bezuinigingen van invloed zullen zijn op de hoogte van het subsidiebedrag vanaf 2014. Verder is duidelijk dat de in het regeerakkoord aangekondigde nieuwe bezuinigingen een enorme impact zullen hebben op de gemeentelijke begroting. Hoewel we de exacte consequenties nog niet kunnen overzien, is het niet ondenkbaar dat ook deze bezuinigingen negatieve consequenties hebben voor de begroting cultuur vanaf 2014. Subsidiegrondslag Op deze subsidietoekenning is de Nijmeegse Kaderverordening Subsidieverstrekking (2011) en het Uitvoeringsvoorschrift subsidies Directie Inwoners gemeente Nijmegen 2011 2 van toepassing. Bij deze subsidietoekenning gaat het om een budgetsubsidie. Doel subsidie De subsidie heeft ten doel de financiële voorwaarden te scheppen waardoor het Museum een aanbod van producten en diensten kan leveren van een hoge inhoudelijke kwaliteit en gericht op een zo breed mogelijk publiek. Prestaties Onderstaand geeft de Gemeente aan welke kwalitatieve en kwantitatieve prestaties er met het Museum voor de komende budgetperiode zijn vastgelegd. a) Prioriteiten: talentontwikkeling, excellentie en experiment Het Museum geeft, samen met andere partijen in de stad en in de keten Beeldende Kunst, vorm aan de gemeentelijke beleidsprioriteiten talentontwikkeling, excellentie en experiment. b) Ketenintendantfunctie en ketenoverleg Het Museum is ketenintendant voor de keten Beeldende Kunst en draagt procesverantwoordelijkheid voor de organisatie van het ketenoverleg dat openbaar is en voor iedereen toegankelijk die gerelateerd is aan het veld en specifieke deskundigheid heeft in de keten. In dit overleg komen minstens de volgende onderwerpen aan de orde: 1. (Lokale) talentontwikkeling in de keten; 2. Excellentie in de keten; 3. Experimenten waarbij de Nijmeegse Beeldende Kunst betrokken is;
2
MHV bso 2013-2016 beschikking
VALI01
Gemeente Nijmegen Afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling
Vervolgvel
2
4. 5. 6.
Samenwerking in de keten; Toegankelijkheid van de keten; De wijze waarop het ambitieniveau binnen de keten gerealiseerd wordt in Nijmegen.
De ketenintendant nodigt in de keten / het netwerk samenwerkende partijen uit voor het ketenoverleg. De partijen in de keten kiezen gezamenlijk een voorzitter voor het ketenoverleg. c) Verslaglegging ketenoverleg Jaarlijks stelt het ketenoverleg een verslag van haar werkzaamheden vast. Dit verslag beschrijft de werkzaamheden in de keten Beeldende Kunst op de onder b) benoemde onderwerpen. Die werkzaamheden kunnen gemeenschappelijk zijn maar ook betrekking hebben op twee of meer deelnemers aan die keten. Het verslag wordt toegestuurd aan de gemeente en dient als basis voor toekomstige peer-reviews. d) Peer-review Het Museum werkt mee aan de peer-review en levert de door de reviewers gevraagde informatie. Het ketenverslag en de jaarverslagen van het Museum vormen de basis voor de peer-review. e) Groeimodel De ketenbenadering is nieuw, voor het eerst vastgelegd in de cultuurvisie ‘Werken in Ketens’. De komende jaren vraagt de Gemeente partijen in de stad (en specifiek het Museum in de keten Beeldende Kunst), te werken aan de uitvoering van deze visie. Dat betekent ook dat de Gemeente het Museum en de overige partijen in de keten de ruimte geeft om vorm te geven aan het ketenintendantschap. Het Museum en de organisaties in de keten geeft de Gemeente de mogelijkheid om zelf te definiëren wat zij verstaan onder de onderwerpen onder b), welk ambitieniveau de partijen uit de keten hebben en hoe zij dit ambitieniveau willen realiseren. f)
Bezoekers en tentoonstellingen 1. Bezoekers per jaar: gemiddeld 100.000 per jaar over de periode 2013 t/m 2016; 2. Grote tentoonstellingen: 2 – 3 per jaar waarvan 1 grote publiekstrekker; 3. Kleinere tentoonstellingen: 4 – 6 per jaar.
Het Museum stelt geïntegreerde jaarprogramma’s samen waarbij hoofd- en nevenactiviteiten elkaar versterken, een zo breed mogelijk publiek wordt bereikt en ingespeeld wordt op activiteiten buiten het museum.
3
MHV bso 2013-2016 beschikking
VALI01
Gemeente Nijmegen Afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling
Vervolgvel
3
g)
Educatie 1. Leerlingenbezoek per jaar: 17.000; 2. Het Museum gaat duurzame samenwerkingsrelaties aan met het onderwijs om actief aan te kunnen sluiten bij de behoeften en vragen vanuit het onderwijs als het om de cultuureducatie van jonge mensen gaat.
h) Ontwikkeling cultuurhistorisch Valkhofkwartier Het Museum draagt met andere stakeholders bij aan de ontwikkeling van het Valkhofkwartier door het initiëren van en participeren in bijeenkomsten over dit thema. i) Bevordering museumbezoek Nijmegenaren met een smalle beurs Het Museum stelt kaartjes tot een tegenwaarde van € 5.000,- om niet beschikbaar om museumbezoek door Nijmegenaren met een smalle beurs te bevorderen. Over de distributie van de kaartjes en de communicatie naar de doelgroep hebben we duidelijke afspraken gemaakt met het museum. j) Cultural Governance Het Museum hanteert de Code Cultural Governance en legt in het jaarverslag verantwoording af over de wijze waarop dit gebeurt. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het als bijlage bijgevoegde verantwoordingsprotocol. k) Netwerken Het Museum intensiveert, bouwt uit en bestendigt de huidige samenwerkingsverbanden op lokaal (CNN, Huis van de Binnenstad, Onderwijs, Gebroeders van Limburg), regionaal/provinciaal (Gelders Erfgoed Platform, RBT KAN), nationaal (Museumvereniging) en internationaal (diverse musea) niveau. l) Social Return In het kader van Social Return (het stimuleren van doelgroepen met een afstand tot de arbeidsmarkt) vragen wij aan MHV bij de uitvoering van de activiteiten/doelen waarvoor deze subsidie wordt toegekend, zoveel mogelijk Nijmeegse burgers te betrekken die voor hun inkomen (gedeeltelijk) afhankelijk zijn van een uitkering. Naast deze (leer)werkplekken vragen we ook aan het museum om in haar eigen inkoopbeleid Social Return op te nemen. Het museum stelt in 2013 een plan op waarin de reeds bestaande activiteiten op het gebied van Social Return inzichtelijk worden gemaakt en waarin de bovenstaande mogelijkheden verder onderzocht en geconcretiseerd worden.
4
MHV bso 2013-2016 beschikking
VALI01
Gemeente Nijmegen Afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling
Vervolgvel
4
Aanvullende bepalingen Marges Het Museum treedt met de Gemeente in overleg bij een afwijking van meer dan 10% van alle in deze overeenkomst genoemde prestaties/producten. Beoordeling gerealiseerde prestaties a. De Gemeente beoordeelt of het niet realiseren van de gevraagde prestaties toerekenbaar en verwijtbaar is aan het Museum; b. Bij het niet behalen van gevraagde prestaties toont het Museum aan dat: 1. De uitvoering en het behalen van de prestaties nauwlettend zijn gevolgd; 2. De beschikbaar gestelde middelen ingezet zijn voor de gevraagde prestaties; 3. Er actie is ondernomen om bij te sturen; 4. De Gemeente vroegtijdig geïnformeerd is dat verwacht wordt dat resultaten niet worden gehaald; 5. De acties op 2.1 t/m 2.4 moeten blijken uit registraties, neergelegde conclusies en eventuele correspondentie. Ontbindingsclausule 3 a. Wanneer de afgesproken prestaties en doelen niet worden gehaald, heeft de Gemeente het recht bij aanzienlijke afwijkingen tussentijds (dus voor het verstrijken van de totale budgetperiode) de onderliggende budgetsubsidiebeschikking in te trekken of te wijzigen, mogelijk in de vorm van terugvordering van middelen. Door middel van een aangetekende brief kan de overeenkomst worden ontbonden, als het Museum ook na een schriftelijke aanmaning stellende een redelijke termijn in gebreke blijft aan zijn verplichtingen uit deze overeenkomst te voldoen. b. De Gemeente heeft het recht de beschikking met onmiddellijke ingang zonder rechterlijke tussenkomst te ontbinden: 1. Als het Museum in staat van faillissement wordt verklaard per datum van het faillissement; 2. Als het Museum surseance van betaling wordt verleend per datum van het verlenen van surseance van betaling; 3. Als op een aanmerkelijk deel van het vermogen van het Museum beslag is gelegd; 4. Bij opheffing van het Museum; 5. Bij fusie of overname van het Museum. Verplichtingen Tussentijdse verantwoording Vóór 1 juli en 1 november 2013 moet u een tussentijdse rapportage aanleveren over de voortgang van de activiteiten en de realisatie van de prestaties in de voorafgaande maanden. Hiernaast moet er een prognose worden afgegeven voor de volgende maanden. Indien op een eerder tijdstip
5
MHV bso 2013-2016 beschikking
VALI01
Gemeente Nijmegen Afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling
Vervolgvel
5
blijkt dat de gevraagde prestaties niet gehaald worden, dient u dit eerder te rapporteren. Opgave prestaties Uiterlijk vóór 1 februari 2014 moet u een korte opgaaf van de verrichte prestaties over 2013 overleggen. Verantwoording Vóór 1 september van het jaar volgend op elk subsidiejaar van de meerjarige subsidieperiode moet u over het betreffende subsidiejaar verantwoording afleggen door het indienen van: a) Een jaarrekening, die minimaal bestaat uit een staat van baten en lasten, een balans en een toelichting; b) Een verslag van de gerealiseerde activiteiten. De verantwoordingsstukken moeten door het bestuur ondertekend worden. Ik verzoek u om binnen de verantwoording met betrekking tot de gerealiseerde activiteiten expliciet in te gaan op de te leveren prestaties zoals ze in deze beschikking en in de uitvoeringsovereenkomst zijn opgenomen. Controleverklaring Omdat u in 2013 en volgende jaren per jaar een totale subsidie van de gemeente Nijmegen ontvangt van meer dan € 100.000,00 moet er een controleverklaring bij de financiële verantwoording worden gevoegd. De accountant dient zijn werkzaamheden zodanig in te richten dat hij een oordeel kan geven over: a) De naleving van de Nijmeegse Kaderverordening Subsidieverstrekking (2011) en het Uitvoeringsvoorschrift subsidies Directie Inwoners gemeente Nijmegen 2011; b) De naleving van de in de subsidiebeschikking opgenomen nadere voorschriften en aanwijzingen; c) De rechtmatige besteding van de in de financiële eindverantwoording opgenomen bedragen. Ik wijs u er nadrukkelijk op dat het niet voldoen aan de in deze beschikking opgenomen verplichtingen kan leiden tot het toepassen van een korting op de subsidie. Voor inhoudelijke vragen kunt u contact opnemen met de beleidsadviseur, dhr. S. Grond, telefoon 024-3292249, afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling.
6
MHV bso 2013-2016 beschikking
VALI01
Gemeente Nijmegen Afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling
Vervolgvel
6
Voorschotten De betaling van de voorschotten van de subsidie is als volgt gepland: 16-01-2013 15-02-2013 15-03-2013 16-04-2013 16-05-2013 14-06-2013 16-07-2013 16-08-2013 16-09-2013 16-10-2013 15-11-2013 16-12-2013
€ € € € € € € € € € € €
182.594,00 182.594,00 182.594,00 182.594,00 182.594,00 182.594,00 182.594,00 182.594,00 182.594,00 182.594,00 182.594,00 182.594,00
Het subsidiebedrag wordt overgemaakt op rekeningnummer 18.16.55.128, onder vermelding van nr. 2013.0023. Als u vragen heeft over de betaling van de voorschotten van de subsidie kunt u contact opnemen met de medewerker Subsidies, mw. M. Oudenbroek, telefoon 024-3292600, bureau Subsidies. Overschotten, tekorten en reservevorming 4 Bij overschotten, tekorten en reservevorming, die verband houden met het gemeentelijk subsidiedeel, geldt het volgende. Exploitatieoverschotten en -tekorten komen voor rekening van uw instelling. Ten aanzien van deze overschotten en tekorten wordt er van uitgegaan dat die worden toegevoegd dan wel onttrokken aan de algemene (egalisatie)reserve. Het totale eigen vermogen mag niet meer bedragen dan € 2.540.000,00. Indien de reserve een grotere omvang heeft, dan wordt deze omvang bij de vaststelling van de subsidie mee in overweging genomen. Begrotingsvoorbehoud De subsidieverlening in de vervolgjaren geldt onder voorbehoud van goedkeuring van de Stadsbegroting door de Raad van de gemeente Nijmegen. Bezwaar Als u het niet eens bent met deze besluiten kunt u binnen zes weken, te rekenen vanaf de dag na die waarop deze beschikking is bekendgemaakt, een bezwaarschrift indienen bij de Raad van de gemeente Nijmegen, Postbus 9105, 6500 HG Nijmegen.
7
MHV bso 2013-2016 beschikking
VALI01
Gemeente Nijmegen Afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling
Vervolgvel
7
Het bezwaarschrift moet op grond van artikel 6:5 van de Algemene wet Bestuursrecht zijn ondertekend en dient ten minste te bevatten: a) Uw naam en adres; b) De datum waarop u uw bezwaarschrift hebt geschreven; Een omschrijving van het besluit waar uw bezwaar zich tegen richt c) of een kopie van dit besluit; d) De gronden waarop uw bezwaar berust.
Namens het College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen,
mw. drs. B. Bergman, Programmamanager Cultuur
1
PPN: [fragment] “We gaan de culturele infrastructuur hervormen en we onderzoeken de mogelijkheden voor een betere samenwerking en een betere afstemming tussen vraag en aanbod in het culturele domein. Dit past ook binnen de nieuwe cultuurvisie, waarbij we ons richten op behoud van de functies voor de stad en niet op de instellingen.” 2
U kunt deze verordeningen vinden op www.nijmegen.nl a. De beoordeling van de afgesproken prestaties en doelen vindt altijd over een langere periode plaats; b. De gerealiseerde prestaties en doelen worden altijd in samenhang met elkaar bekeken. 3
Ad a. Als het gemiddeld aantal bezoekers langjarig onder het afgesproken aantal zou blijven, zal de Gemeente altijd eerst hierover met het Museum in overleg treden om tot een oplossing te komen. Dat kan ertoe leiden dat de Gemeente een extra inspanning van het Museum verwacht om de doelen toch te realiseren, dat kan er evengoed toe leiden dat de prestatie-eisen naar beneden worden bijgesteld mochten deze niet realistisch blijken. Maar altijd in onderling overleg in de geest van de uitstekende verstandhouding tussen Museum het Valkhof en de gemeente Nijmegen. Ad b. Als het Museum in enig jaar te weinig kleine tentoonstellingen organiseert maar wel een succesvolle publiekstrekker heeft gehad dan beoordeelt de Gemeente dat in samenhang met elkaar. Alleen als het museum structureel slechter presteert dan afgesproken zal de Gemeente met het Museum in overleg gaan om tot een oplossing te komen.
8
MHV bso 2013-2016 beschikking
VALI01
Gemeente Nijmegen Afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling
Vervolgvel
8
4
De strekking van deze passage is dat als binnen de subsidieperiode blijkt dat Museum het Valkhof zelf zoveel inkomsten genereert dat het eigen vermogen structureel toeneemt en de afgesproken omvang van € 2.540.000,00 overschreden blijft, wij dit gegeven bij de onderhandelingen over de nieuwe budgetsubsidieovereenkomst zullen betrekken. Uitdrukkelijk stellen we dan ook dat het niet zo is dat als Museum het Valkhof gedurende enig jaar een overschot op haar exploitatie kent, wij het daarop volgende jaar een korting op de subsidie zullen toepassen. Wij zullen de ontwikkeling van het vermogen met elkaar bespreken in de bestuurlijke jaarrekeninggesprekken. Mocht gedurende deze budgetperiode blijken dat het Museum dusdanig succesvol opereert dat het in de toekomst mogelijk minder subsidie nodig heeft, zullen we dit met u bespreken in de onderhandelingen over de budgetperiode 2017 en volgende jaren.
9
MHV bso 2013-2016 beschikking
VALI01
Beleidsplan 2013-2016 Museum Het Valkhof
Nijmegen, april 2012
Museum Het Valkhof: ‘the place to be’
Inhoud 1. Inleiding 2. Visie 2020 en nieuwe missie 3. Doelen 2013-2016 4. Verbouwing en herinrichting: transformatie naar Verhalenmuseum 5. Geïntegreerde jaarprogramma’s 6. ‘E-Valkhof’ en internationalisering 7. Merk en bezoek 8. School en educatie 9. Draagvlak en participatie 10. Voortrekkersrol culturele ambities Nijmegen 11. Ontwikkeling Provinciaal Depot voor Bodemvondsten en het GAC 12. Ambitieuze collectieprogramma’s 13. Maatschappelijk en financieel verantwoord ondernemen 14. Medewerkers en organisatieontwikkeling 15. Een gezonde financiële basis
1. Inleiding Het beleidsplan voor de periode 2009-2012 is eind 2007 opgesteld vanuit een bijzonder perspectief. Museum Het Valkhof had in 2005 een ongekend succes met de tentoonstelling over de gebroeders Van Limburg (ruim 91.000 bezoekers) en in 2006-2007 een ongeëvenaard succes met ‘De laatste uren van Herculaneum’ (ruim 121.000 bezoekers). Het werden beide z.g. ‘blockbusters’, kaskrakers die de begrote bezoekersaantallen (voor de gebroeders Van Limburg 50.000 en voor Herculaneum 75.000) ruimschoots overtroffen. Tentoonstellingen ook die Museum Het Valkhof in museaal Nederland ‘op de kaart hebben gezet’. In de beleidsperiode 2009-2012 zijn we doorgegaan met het programmeren van ‘blockbusters’, om zowel het bezoekersaantal op het hoge peil van gemiddeld 100.000 per jaar te handhaven, als de naamsbekendheid van het museum in Nederland en het aangrenzende buitenland verder te vergroten. De eerste tien jaar van het bestaan van ons museum hebben we goed kunnen onderkennen wat de zwakke plekken zijn in de publieksvoorzieningen. Die jaren hebben ook uitgewezen dat het publiek vooral afkomt op de tijdelijke tentoonstellingen. Daarom is in de beleidsperiode 2009-2012 gestart met de gedachtevorming over verbouwing en herinrichting, met als leidend thema ‘van voorwerpen naar verhalenmuseum’, om op termijn onze publieksvoorzieningen up to date te hebben en meer bezoekers te trekken naar onze (semi) permanente tentoonstellingen. Het ambitieuze beleidsplan 2009-2012, met als motto ‘Van voorwerpen naar verhalenmuseum’ is goed ontvangen bij de subsidiegevers, de gemeente Nijmegen en de provincie Gelderland. Mede op basis van dit plan, heeft de BankGiro Loterij de aanvraag van Museum Het Valkhof gehonoreerd met een royale financiële bijdrage, in de vorm van een beneficiëntschap voor een periode van vijf jaar. Huidige situatie De wereld ziet er intussen anders uit dan vier jaar geleden: een ongekende economische crisis heeft toegeslagen. We merken dat in het achterblijven van inkomsten uit fondsen- en sponsorwerving en uit zaalverhuur. Voortschrijdend inzicht heeft ons voorzichtiger gemaakt met het begroten van bezoekersaantallen voor ‘blockbusters’. De tentoonstelling ‘Luxe en decadentie’ in 2008, begroot op 75.000 bezoekers, bracht er 73.000. ‘De Wereld van Katherina’ in 2009, begroot op 50.000 bezoekers, bracht er ruim 47.000. De waardering van het publiek voor deze tentoonstelling was, net als bij de vorige ‘blockbusters’, zeer hoog: een 8.5. Het gunstige effect van een ‘blockbuster’, namelijk het gevoel van trots bij de betrokkenen en belanghebbenden, zoals de subsidiegevers, aanzienlijk positief beïnvloeden, hebben deze beide tentoonstellingen zeker gehad, maar het financiële resultaat bleef achter bij de verwachtingen. Daarom begroten we onze beoogde ‘blockbusters’ voortaan voorzichtiger zowel in publieksaantallen als in resultaatverwachtingen en noemen we deze voortaan ‘grote publiekstrekkers’.
De grote publiekstrekker ‘High tech Romeinen’ (2011-2012) is opgezet met een beoogd aantal van 40.000 bezoekers. De tentoonstelling is met twee maanden verlengd en heeft uiteindelijk ruim 63.000 enthousiaste - meest jonge- bezoekers getrokken. De hoge investering in dit project, ca. 1 mln., is gedeeld met drie partners, het LVR-Landesmuseum in Bonn, Museon in Den Haag en Technopolis in Mechelen. De tentoonstelling wordt later aan andere musea en science centers doorverkocht, waardoor een deel van de investering terugverdiend wordt. Een nieuwe manier om kostbare tentoonstellingen, voor een steeds veeleisender publiek, te realiseren. In het laatste jaar van deze beleidsperiode staat wederom een grote publiekstrekker op het programma, ‘Pop Art in Europa’, met een beoogd aantal van 55.000 bezoekers. Beleid Een bezoekersaantal van ca. 100.000 bezoekers per jaar blijft ons streven. In de eerste plaats om als museum met een landelijke uitstraling mee te tellen, wat zich bijvoorbeeld uit in een plek in de top 55 van de Museumvereniging. En in de tweede plaats voor een verantwoord verdienmodel. Een hoog bezoekersaantal vertaalt zich immers in meer verkoop van kaartjes, meer consumpties in het museumcafé en meer verkopen in de museumwinkel. In de komende beleidsperiode gaat Museum Het Valkhof op het gebied van tentoonstellingen de bakens verzetten. Niet meer de kaarten zetten op twee ‘blockbusters’ zoals in de huidige periode, maar inzetten op geïntegreerde jaarprogramma’s, met jaarlijks een grote publiekstrekker en daarnaast een grote en een aantal kleinere tentoonstellingen en daar omheen een geïntegreerd activiteitenprogramma. En des te belangrijker wordt de voorgenomen verbouwing en herinrichting, die in de komende periode op het programma staat. De nieuwe (semi) permanente tentoonstelling, ‘het verhalenmuseum’, de vernieuwde publieksvoorzieningen en de geïntegreerde jaarprogramma’s, zorgen er vanaf 2016 voor dat het museum doorgroeit naar 120.000 bezoekers in 2020. We realiseren ons dat het er, juist in onze samenleving die zich door de informatietechnologie steeds meer ontwikkelt tot een netwerksamenleving, om gaat een plek te creëren waar een groeiende groep mensen zich, fysiek en/of virtueel, thuis voelt, iets van hun gading vindt, zodat het museum voor hen ‘the place to be’ wordt. Om als museum ‘the place to be’ te worden, is meer nodig dan alleen het aanbieden van onze producten, het gaat erom de samenleving ook de gelegenheid te bieden zelf bij te dragen aan wat het museum is en hoe het zich verder ontwikkelt, zodat het museum een knooppunt, het kloppende culturele hart, in de netwerksamenleving wordt. Een belangrijk hulpmiddel daarbij vormen de social media, die het museum hiervoor de komende periode volop gaat inzetten.
2. Visie 2020 en nieuwe missie Museum Het Valkhof heeft in 2010/2011 een visie voor de komende tien jaar geformuleerd, de Visie 2020. De kern van de geformuleerde visie luidt: “In 2020 wil het museum een eigen en herkenbare plek in het verdichte Nederlandse museumlandschap hebben. Het museum kan zich in 2020 meten met regionale topmusea als het Groninger Museum en het Bonnefantenmuseum. Nationaal staat het in 2020 stevig in de top 40 van Nederlandse musea, met een bezoekersaantal van minimaal 120.000 per jaar. Voor Nijmegen en omgeving is het museum ‘the place to be’, waar altijd iets bijzonders te beleven valt, met educatieve programma’s en evenementen die aansluiten bij wat er in de stad gebeurt. Kunst- en cultuurliefhebbers uit het hele land kunnen erop rekenen dat een bezoek aan het museum, met zijn boeiende collecties en unieke tentoonstellingen, altijd de reis waard is. Voor het dagtoerisme, ook uit het aangrenzende buitenland is Museum Het Valkhof een plek om speciaal naar toe te komen en een dagje of een weekend Nijmegen omheen te bouwen, vanwege die aantrekkelijke tentoonstelling waarover al zoveel is geschreven en gesproken of gewoon om er te zijn en te genieten van het vaste aanbod en de gastvrijheid. In het vergrote en uitnodigende entreegebied van het museum vormen het vernieuwde museumcafé en de uitgebreide museumshop het kloppend hart. Inrichting en sfeer van deze belangrijke publieksvoorzieningen sluiten aan bij de museale beleving”. De Visie 2020 en de voorgenomen transformatie van voorwerpen- naar verhalenmuseum hebben tot een nieuwe missie geleid. Deze luidt als volgt.
Missie Museum Het Valkhof is hét museum van de Romeinen, de Pop Art en van Nijmegen, oudste stad van Nederland. Het museum wil jong en oud gastvrij onthalen en inspireren met bijzondere verhalen. De drie centrale thema’s en het markante gebouw waarin het museum is gehuisvest, vormen hierbij het startpunt.
Het provinciaal depot voor bodemvondsten en het Gelders Archeologisch Centrum ‘Museum G.M. Kam’ (GAC) Museum Het Valkhof heeft naast de museale taken ook het beheer over het provinciaal depot voor bodemvondsten van de provincie Gelderland. Het museum geeft invulling aan deze wettelijke taak vanuit het voormalige provinciale museum G.M. Kam, nu geheten het Gelders Archeologisch Centrum ‘Museum G.M. Kam’ (GAC). Door deze unieke combinatie is het museum in staat als venster te fungeren op de archeologie van de provincie Gelderland.
De missie van het GAC luidt als volgt.
Missie Het GAC heeft de maatschappelijke taak de kennis van en de waardering voor het archeologisch erfgoed van de provincie Gelderland zowel bij wetenschappers als bij de inwoners van Gelderland te vergroten. Het GAC fungeert als het centrale depot voor bodemvondsten voor de provincie Gelderland, waar de bodemvondsten en bijbehorende documentatie worden verzameld, beheerd, geconserveerd, ontsloten en ter beschikking gesteld voor onderzoek en bruikleen.
3. Doelen 2013-2016 Het beleidsplan 2013-2016 is volledig afgeleid van de Visie 2020 en vormt de tactische vertaling ervan. De doelen die het museum zich voor de komende beleidsperiode heeft gesteld om de visie te realiseren, zijn de volgende. Verbouwing en herinrichting De transformatie van voorwerpen- naar verhalenmuseum. Een nieuwe (semi) permanente presentatie met drie sterke thema’s: 1. De Romeinen, 2. Pop Art en 3. Nijmegen, oudste stad van Nederland. Rond deze thema’s de verhalen weven. De faciliteiten beter afstemmen op het publiek en op de functies in het gebouw. Hierbij een evenwicht zoeken tussen de inhoudelijke kant en het verdienmodel van het museum. Geïntegreerde jaarprogramma’s Samenstellen van jaarprogramma’s zodanig dat de hoofd- en nevenactiviteiten elkaar versterken, dat een zo breed mogelijk publiek wordt bereikt en dat het museum optimaal participeert in, profiteert van en zich profileert met initiatieven van buiten het museum. Door middel van flankerende publieksactiviteiten en publieksvoorzieningen het museum positioneren als ‘the place to be’. Elk jaar inzetten op één grote publiekstrekker. Daarnaast jaarlijks nog een grote en circa vier tot zes kleinere tentoonstellingen realiseren. ‘E-Valkhof’ en internationalisering Profilering van het museum in de digitale wereld om informatie te verstrekken over en digitale bezoekers te betrekken bij de programma’s en de collecties en om ondersteuning te bieden aan groepen met cultuureducatie als focus. Het museum buiten de landsgrenzen (verder) profileren, door samenwerkingsverbanden aan te gaan met buitenlandse partners en meer buitenlands publiek aan het museum te binden. Merk en bezoek Met de nieuwe (semi) permanente presentatie van de collecties in de vorm van verhalen en met de nieuwe publieksfaciliteiten het merk ‘Museum Het Valkhof’ in de markt plaatsen en bewerkstelligen dat in 2016 de spontane naamsbekendheid van het museum met minstens 10% groeit en daarmee regionaal op 25% en nationaal op 15% uitkomt. De basis leggen voor een doorgroei naar 120.000 bezoekers in 2020. Om dat doel te realiseren de organisatie dusdanig ontwikkelen dat een aantal van 110.000 bezoekers in 2016 haalbaar is. School en educatie Leerlingen uit basis- en voortgezet onderwijs leren kijken en kunst en cultureel erfgoed laten ervaren en hun zo de waarde ervan kunst bijbrengen.
Draagvlak en participatie Het maatschappelijk draagvlak verder versterken, m.n. ook met het bedrijfsleven in stad en regio. Investeren in het intensiveren van bestaande en het aangaan van nieuwe samenwerkingverbanden. Voortrekkersrol culturele ambities Nijmegen Ervoor blijven zorgen dat (nieuwe) bezoekers de weg naar Nijmegen weten te vinden. Een aantal culturele thema’s in de stad mee vormgeven, samen met andere partijen in de stad. Investeren in cultuureducatie van jonge mensen, want wie op jonge leeftijd op een boeiende manier heeft kennisgemaakt met het culturele erfgoed van zijn omgeving, komt later graag nog eens terug. Ontwikkeling Provinciaal Depot voor Bodemvondsten Ontwikkelen van het depot voor bodemvondsten, het Gelders Archeologisch Centrum ‘Museum G.M. Kam’ tot een volwaardig informatiecentrum op het gebied van archeologie en bodemvondsten voor de provincie Gelderland. Zetten van de eerste stappen op weg naar een archeologisch kenniscentrum voor de Romeinse tijd. Ambitieuze collectieprogramma’s Digitale registratie van de museale collecties zodat in 2016 100% van de oude en moderne kunst en 50% van de archeologische collecties digitaal is ontsloten. Verwerven van ten minste één topstuk dat de collectie versterkt en profileert. Formuleren van een ontzamelplan, in aanvulling op het verzamelplan. Voltooien van de digitale registratie van de beide bibliotheekcollecties en op basis daarvan deselecteren zodat in 2016 de beide collecties helemaal up-to-date zijn. Maatschappelijk en financieel verantwoord ondernemen De drie P’s van maatschappelijk verantwoord ondernemen invoeren in de organisatie. Afwegingen maken in de beschikbare middelen en de te bereiken publieksdoelstellingen. Medewerkers en organisatieontwikkeling Bij het realiseren van deze doelen inzetten op continuïteit en een verdere professionalisering van de organisatie. Een gezonde financiële basis Aangeven welke financiële middelen nodig zijn voor ‘business as usual’ en welke middelen voor de organisatieontwikkeling en de verbouwing en herinrichting.
4. Verbouwing en herinrichting: transformatie naar verhalenmuseum Transformatie naar verhalenmuseum Huidige situatie In de beleidsperiode 2009-2012 is gestart met de gedachtevorming over het ‘verhalenmuseum’. In het laatste jaar van deze periode bepalen we het concept en werken het uit. In 2012 worden ook de programma’s van eisen voor de verbouwing en herinrichting opgesteld, alsmede een globale begroting. Voor de herinrichting is een bedrag van € 1 mln. ter beschikking gesteld door de BankGiroLoterij. Een deel van dit bedrag, € 200.000, is geïnvesteerd in de realisatie van de Vrede van Nijmegenzaal, die de opmaat vormt naar de transformatie naar het ‘verhalenmuseum’. Beleid We maken een nieuwe (semi) permanente presentatie met drie sterke thema’s, die tegelijk het zwaartepunt vormen van de drie verzamelgebieden van het museum. De thema’s zijn: 1. Romeinen, 2. Pop Art en 3. Nijmegen, oudste stad van Nederland. Rond deze thema’s weven we de verhalen waarbij de nadruk ligt op de beleving en op kennisoverdracht die tegelijk leerzaam en boeiend is. Verbouwing en herinrichting Huidige situatie De grote publiekstrekkers leggen knelpunten in de huidige voorzieningen bloot. Zo is het aantal beschikbare vierkante meters tentoonstellingsruimte soms niet toereikend, waardoor een of meer zalen vaste presentatie moeten worden ontruimd. De museumwinkel is ingeklemd achter de toegang tot het museum, zodat bezoekers die het museum verlaten er gemakkelijk aan voorbijlopen. Het museumcafé bevindt zich enigszins ‘verstopt’ aan de achterkant van het museum en beschikt niet over een uitnodigend terras. De mogelijkheden om juist door het museumcafé publiek te trekken, de verbinding met de stad te maken en het gebouw toegankelijk te maken, kunnen daardoor niet optimaal worden benut. Het entreegebied is krap en niet uitnodigend. De eisen op het gebied van klimaat en technische infrastructuur zijn de afgelopen tien jaar sterk gegroeid. Het museum voldoet op een aantal punten niet (goed) meer. Beleid Als onderdeel van de herinrichting van het museum willen we tot een passende indeling komen van de museale ruimtes, zodat deze aansluiten bij de ontwikkelingen in de programmering en de behoefte aan ruimte om tentoon te stellen. Daarnaast willen we de publieksfaciliteiten meer inzetten om zowel toegankelijkheid als het verdienvermogen te vergroten. Ook willen we de bezoeker vanaf het moment van binnenkomst aangenaam verwelkomen. Niet alleen met een persoonlijke verwelkoming, maar ook door een aangenaam entreegebied, een duidelijke lokalisering van de faciliteiten en duidelijke routing in het museum. Ten slotte biedt de verbouwing ook de kans om het klimaatsysteem en de technische infrastructuur van het museum up to date te maken.
5. Geïntegreerde jaarprogramma’s Huidige situatie Jaarlijks programmeert het museum 2 à 3 grote en 4 tot 6 kleinere tentoonstellingen. Tweemaal in deze periode programmeert het museum een grote publiekstrekker, om het ambitieuze bezoekersaantal van 100.000 te blijven realiseren en om het museum landelijk te profileren. In het laatste jaar van deze beleidsperiode staat wederom een grote publiekstrekker op het programma, ‘Pop art in Europa’. Hiermee laten we zien dat we niet alleen inzetten op Romeinen en oude kunst, maar ook op ons derde aandachtsgebied: de moderne kunst. Bij de vaste collectie moderne kunst ligt de focus namelijk op de Nederlandse Pop Art en zijn hedendaagse adepten. We verwachten met deze tentoonstelling ca. 55.000 bezoekers te trekken. We hebben in deze periode dus flink ingezet op grote publiekstrekkende tentoonstellingen. Beleid In de komende periode gaan we jaarlijks een grote publiekstrekker organiseren. De inzet is dat sommige daarvan zich zullen ontpoppen als ‘blockbuster’. Naast een jaarlijkse grote publiekstrekker, organiseren we nog een of twee grotere en een aantal kleinere tentoonstellingen. Het jaarprogramma organiseren we zodanig dat de hoofd- en nevententoonstellingen elkaar versterken, dat een zo breed mogelijk publiek wordt bereikt en dat het museum optimaal participeert in, profiteert van en zich profileert met initiatieven van buiten het museum, zoals het museumweekend, de Kunstnacht, het Gebroeders van Limburg festival en themajaren. We zorgen daarnaast voor flankerende publieksactiviteiten en publieksvoorzieningen, die bijdragen aan de positionering van het museum als ‘the place to be’, waar altijd wat te beleven valt. Daartoe optimaliseren we ook ons werkproces. Dat betekent o.a. het verder vervolmaken van het projectmatig werken zodat de deskundige inbreng van alle projectteamleden tijdig wordt gerealiseerd. We intensiveren de rol van het programmaoverleg intensiveren en tijdig de tentoonstellingsvoorstellen en activiteitenprogramma’s bespreken en beoordelen en de jaarlijkse publiekstrekker (die het jaarprogramma ‘draagt’) bepalen. Vanaf 2016 zorgen we ervoor dat telkens zes maanden tevoren een halfjaarlijks programma beschikbaar is. De nieuwe (semi) vaste opstelling vervlechten we met jaarprogramma’s, zodat deze telkens iets nieuws te bieden heeft. In de marketing zullen we duidelijker gaan differentiëren naar productmarktcombinaties (PMC’s). Doelgroepen zullen inzichtelijk gemaakt worden voor het museum als geheel en per tentoonstelling. Marketingcommunicatieactiviteiten worden crossmediaal ingezet waarbij online een steeds belangrijker rol krijgt. In onze presentaties zullen we steeds stilstaan bij de geschiktheid hiervan voor de specifieke doelgroep en of aan de presentatie toevoegingen nodig zijn (met extra activiteiten of ‘add-on’s) om de doelgroep aan te spreken. In onze nieuwe (semi) permanente presentatie en in onze tijdelijke tentoonstellingen zal het educatieve aanbod geïntegreerd worden aangeboden.
6. ‘E-Valkhof’ en internationalisering Huidige situatie De website is een belangrijk communicatiemiddel van het museum, niet alleen voor (potentiële) bezoekers, maar ook voor niet-bezoekers die alleen op zoek zijn naar informatie over het museum, de tentoonstellingen en de collectie. In 2011 zijn er ruim 160.000 bezoeken geweest waarvan 120.563 unieke bezoekers (ter vergelijking: in 2010 waren er 112.249 unieke bezoekers). De website is vooral gericht op het verstrekken van informatie. We erkennen intussen dat de ‘social media’ kansen bieden voor het museum om potentiële bezoekers (nog beter) op de hoogte te stellen van nieuws over de organisatie, collecties, tentoonstellingen en activiteiten en het gesprek aan te gaan met de verschillende doelgroepen. Daarom is eind 2011 besloten te starten met het gebruik van ‘social media’. In 2012 is het museum gaan twitteren (@Valkhofmuseum), is een facebookpagina aangemaakt, een youtube kanaal ingesteld en kunnen foto’s geplaatst worden op flickr. Tevens is de vormgeving van de website vernieuwd en zijn de ‘social media’ aan de website toegevoegd. Een van de kerntaken van het museum is het toegankelijk te maken van de collectie en de kennis over de collectie voor publiek. Een klein deel van de museumcollectie is momenteel te zien op de website van het museum en op www.collectiegelderland.nl, beheerd door het Gelders Erfgoed. Daarnaast wordt een select aantal topstukken (ca. 18 stuks uit de drie verzamelgebieden) op de website gepresenteerd. Wanneer grote publiekstrekkers geprogrammeerd staan, gaan de website, free publicity en betaalde publiciteit voor toename van publiek van buiten de landsgrenzen zorgen. Momenteel bestaat het buitenlandse publiek uit 2 à 3 % van het totale bezoekersaantal. Internationalisering bereiken we verder door samen te werken met musea in het buitenland op het gebied van onderzoek en bij tentoonstellingsprojecten. Beleid De website blijft ook in de komende beleidsperiode een belangrijk communicatiekanaal van het museum. Doel is de website nog beter te laten aansluiten bij de wensen van bezoekers van het museum, een platform te bieden voor niet-bezoekers van het museum en tevens een belangrijke informatiebron te zijn voor het onderwijs en voor groepen met cultuureducatie als focus. In 2012 stellen we een marketingplan op met daarin een interne en externe analyse, SWOT, meetbare marketingdoelstellingen en de marketingstrategie. De marketing voor scholen nemen we hierin ook op. Het museum wil in de komende beleidsperiode blijven aansluiten bij het digitaal ontsluiten van de erfgoedcollecties, zoals dat nu gebeurt via Collectie Gelderland. De bedoeling is om uiteindelijk een groot deel van de museumcollectie op internet toegankelijk te maken. Daarnaast willen we met het digitaliseren van de collectie nationaal aansluiting zoeken bij het Geheugen van Nederland en via Collectie Gelderland internationaal bij Europeana. Internationalisering bereiken we ook in de komende periode door samen te werken met musea in het buitenland op het gebied van onderzoek en bij tentoonstellingsprojecten.
7. Merk en bezoek Merk Huidige situatie Momenteel kent zo’n 15% van de ondervraagde mensen in de regio Nijmegen spontaan Museum Het Valkhof en landelijk ongeveer 5%. Beleid Met de nieuwe (semi)permanente presentatie van de collecties in de vorm van verhalen, met de nieuwe publieksfaciliteiten, de nieuwe jaarprogramma’s en ‘E-Valkhof’ gaan we het vernieuwde merk ‘Museum Het Valkhof’ in de markt plaatsen en bewerkstelligen dat regionaal ca. 25% en nationaal ca. 15% van de mensen het museum spontaan kent in 2016. Om te kunnen beoordelen of onze inspanningen met herinrichting en verbouwing, nieuwe jaarprogramma’s en E-Valkhof leiden tot een beter resultaat, organiseren we in 2012 een nulmeting. Daarbij willen we ook zicht krijgen op de factoren die bijdragen aan de beeldvorming omtrent het museum.
Bezoek Huidige situatie In 2012 hebben we twee ‘magere’ jaren achter de rug als het gaat om bezoekersaantallen. In 2010 trok het museum ruim 81.000 bezoekers en in 2011 ruim 85.000. De uitdaging is het bezoekersaantal over 2012 ruim boven de 100.000 te krijgen, zodat we over de beleidsperiode 2009-2012 de afgesproken 400.000 bezoekers realiseren. Beleid Het museum gaat meer vooraf sturen op de bezoekersaantallen. Daartoe gaan we consequent vooraf de doelgroepen bij onze tentoonstellingen selecteren en waar nodig in onderling overleg de tentoonstellingsconcepten meer toesnijden op bepaalde doelgroepen. Om minder afhankelijk te zijn van de bezoekersaantallen aan de tijdelijke tentoonstellingen gaan we onze huidige vaste presentatie omvormen naar een semipermanent verhalenmuseum, met een eigen activiteitenprogramma. We willen het museum bovendien ontwikkelen tot ‘the place to be’ voor diverse groepen in de regionale gemeenschap. Enerzijds singles en paren zonder kinderen, zowel jongeren die nog geen kinderen hebben, als ouderen (die uit de kinderen zijn), die elkaar hier op een ontspannen manier kunnen ontmoeten, ook na het werk, en die hier een gevarieerd aanbod vinden aan activiteiten of die gewoon op een tijdstip dat hun past het museum kunnen bezoeken. Anderzijds gezinnen met kinderen die hier in het weekend en in de schoolvakanties op hen toegesneden activiteiten vinden. Museum Het Valkhof zal zich daarbij ook positioneren als hèt museum voor scholen op het gebied van de Romeinen. Op marketinggebied gaan we ons meer richten op de groepenmarkt. Hierbij zoeken we samenwerking met andere partijen in de stad om zo kant en klare arrangementen aan te bieden aan de organisaties direct, en ook aan touroperators die als intermediair dienen.
We zien verder kansen op het gebied van internationalisering in het leggen van contacten met de grote (internationale) cruisemaatschappijen, die reizen op de Rijn/Waal organiseren, met als doel onderdeel uit te gaan maken van het culturele arrangement voor de opvarenden. Door de nieuwe vergaderzaal in het museum en de ontwikkeling van arrangementen kan het museum een grotere bijdrage leveren voor een groei in de zakelijke markt. Hiermee leggen we de basis voor een doorgroei in de bezoekersaantallen naar 120.000 op jaarbasis in 2020.
8. School en educatie Huidige situatie Het museum heeft in de afgelopen jaren een groeiend aantal scholen voor een bezoek kunnen interesseren door een gevarieerd educatief programma aan te bieden, dat deels is ontwikkeld in samenwerking met partners uit de museale wereld en andere culturele sectoren (o.a. jeugdtheatergezelschap Kwatta en dansgezelschap Introdans). Het gemiddelde aantal scholieren dat in de periode 2008-2011 per jaar het museum heeft bezocht bedraagt ca. 17.000. Met onze vaste presentatie, die intussen sinds de opening in 1999 staat, trekken we, dankzij de goede educatieve programma’s, veel scholieren. Het middelbaar onderwijs, uit stad en regio, maar ook de gymnasiumleerlingen uit heel Nederland, vooral met programma’s zoals de schervenworkshop en met de rondleidingen over de Romeinse afdeling en door de archeologische tentoonstellingen. Het basisonderwijs uit stad en regio trekken we met op die doelgroep toegesneden programma’s, vaak bij de tijdelijke tentoonstellingen. Voor jeugdige bezoekers zijn projecten ontwikkeld bij tijdelijke tentoonstellingen en voor kinderen in de basisschoolleeftijd is een nieuwe educatieve ruimte ‘Valkhof Junior’ gerealiseerd. Hier kunnen ze aan de slag in de Romeinenwerkplaats en in het Scriptorium. Voor deze groep zijn verder educatieve zomerprojecten ontwikkeld, ‘Viking op het Valkhof’ in 2010 en ‘Zoeken naar Mariken’ in 2011. Beleid Museum Het Valkhof profileert zich, specifiek voor de gymnasia in Nederland, als hèt museum voor Romeins Nederland. Daarnaast gaat Museum Het Valkhof actief aansluiten bij de behoeften en vragen vanuit het onderwijs en gaat er samen met de onderwijssector voor zorgen dat een bezoek aan het museum (meer) verweven is in het curriculum van het basisonderwijs in Nijmegen en de regio. Dit zal gebeuren door regelmatige evaluatie van programma’s en producten, onderlinge afstemming en vaste contractafspraken met cultuurprofielscholen en met brede scholen in Nijmegen en omstreken. Daarmee wordt het museum de vaste samenwerkingspartner voor het onderwijs. Op deze wijze blijven we ook investeren in cultuureducatie van jonge mensen. We willen het kleuteronderwijs als nieuwe doelgroep aan ons binden door speciale programma’s en projecten voor deze groep te ontwikkelen. We zorgen ervoor dat we het aantal scholieren dat het museum bezoekt, ca. 17.000 per jaar, op peil houden en liefst verhogen. Om deze laatste doelstelling te realiseren brengen we aan het begin van de beleidsperiode in kaart welke scholen nog niet komen en hoe we kunnen zorgen dat deze wel gaan komen. Hierbij zorgen we niet alleen voor de kwaliteit van het product maar met name ook voor de kwaliteit van de overdracht. Daarom zetten we in op een goed gastteam dat de scholen ontvangt en begeleidt en op rondleiders die boeiend kunnen vertellen.
9. Draagvlak en participatie Maatschappelijk draagvlak Huidige situatie Museum Het Valkhof heeft zijn bestaansrecht de afgelopen tien jaar ruimschoots bewezen. Het maatschappelijk draagvlak voor het museum in stad en regio is met de jaren gegroeid. Ook bij het bedrijfsleven in Nijmegen en regio, in de vorm van de bereidheid projecten van het museum te ondersteunen, financieel of door gezamenlijke (marketing)acties. Tegelijk moeten we erkennen dat de economische crisis ons hier momenteel parten speelt en dat we nog kansen onbenut laten. Maatschappelijk draagvlak voor het museum blijkt ook uit de bereidheid van veel mensen (momenteel meer dan honderd) uit Nijmegen en omgeving om op vrijwillige basis (m.n. in de museumwinkel, het museumcafé en in het gastteam) te komen werken. Het draagvlak blijkt ook uit het hoge ledental van de Vriendenvereniging, ca. 1.000. Daarmee is de Vriendenvereniging een van de grotere in Nederland. Beleid We realiseren ons dat een breed maatschappelijk draagvlak voor het museum alleen maar van groter belang wordt. Juist in tijden van crisis komt het erop aan het bestaansrecht van het museum te legitimeren, ook bij de (nog) niet bezoekers. Daarom gaan we de band met de inwoners en het bedrijfsleven van stad en regio nog verder versterken. Dat doen we door het museum voor een groeiende groep mensen tot ‘the place to be’ te maken, door nieuwe samenwerkingsverbanden aan te gaan en huidige te intensiveren met als doel kennisuitwisseling en versteviging van de positie van het museum, het ledental van de Vriendenvereniging te consolideren en te vergroten en door meer steun te verwerven vanuit het bedrijfsleven voor het museum, financieel en in gezamenlijke acties.
Participatie in relevante netwerken Huidige situatie Museum Het Valkhof participeert locaal in het Cultuurnetwerk Nijmegen (CNN), provinciaal in het Gelders Erfgoed Platform en landelijk in de Museumvereniging. We organiseren regelmatig bijeenkomsten voor het onderwijs en participeren in relevante netwerken om het museumbezoek van scholen te stimuleren. We concipiëren en organiseren regelmatig samen met een wisselende groep musea in binnenen buitenland tentoonstellingen. Voor kennisuitwisseling hebben we banden met verschillende HBO-instellingen (m.n. de Hogeschool Arnhem-Nijmegen) en met universiteiten (o.a. met de Radboud Universiteit). Aan studenten van deze opleidingen bieden we mogelijkheden voor stages. Verder hebben we samenwerkingsverbanden met Bureau Archeologie en Monumenten van de gemeente Nijmegen en met Bureau Auxilia van de Radboud Universiteit Nijmegen.
Beleid Gedurende de komende beleidsperiode gaan we de huidige samenwerkingsverbanden intensiveren, uitbouwen en bestendigen en gaan we nieuwe, relevante samenwerkingsverbanden aan, die zowel organisatorisch als inhoudelijk kunnen zijn. Het doel is het museum (nog) meer onderdeel te laten zijn van het culturele netwerk in de stad Nijmegen, in de provincie Gelderland en in Nederland en om met buitenlandse musea een uitwisseling van kennis en /of tentoonstellingen op te zetten. De basis voor de uitbreiding van de relaties nationaal en internationaal is al opgebouwd vanaf de opening van het museum in 1999. Met actieve deelname in de Museumvereniging, doordat de sectiehoofden, conservatoren en de coördinator projecten actief zijn in de verschillende secties van de Museumvereniging willen we kennisuitwisseling en versterking van de positie van Museum Het Valkhof bewerkstelligen.
10. Voortrekkersrol culturele ambities Nijmegen Huidige situatie Met de vaste presentaties en de tijdelijke tentoonstellingen vult Museum Het Valkhof een deel van de culturele ambities van Nijmegen in. We vervullen bovendien een voortrekkersrol bij het trekken van toeristen en dagjesmensen naar de stad. Het museum heeft bewezen (publieksonderzoek bij de grote publiekstrekkers in het recente verleden) ca. 35 % van zijn bezoekers van buiten de regio te trekken. Grotendeels zijn dat bezoekers die niet eerder in Nijmegen waren. Het museum participeert in het Huis van de Binnenstad, waarin vijf verschillende organisaties hun krachten bundelen om zo de economie van de binnenstad van Nijmegen te stimuleren. Het museum is vertegenwoordigd in het CNN via het directieoverleg en het marketingoverleg. Door de afname van het grootste marketingpakket van het Regionaal Bureau voor Toerisme Arnhem – Nijmegen (RBT KAN), dè marketingorganisatie voor de regio Arnhem – Nijmegen, zorgen we er mede voor dat volop inspanningen gedaan worden om bezoekers naar Nijmegen te trekken. Tevens is het museum lid van het Convention Bureau, onderdeel van het RBT KAN, dat tot doel heeft het promoten van de regio als zakelijke bestemming. Beleid We gaan deze positie in de komende beleidsperiode verder benutten. Door het blijven organiseren van grote publiekstrekkers zorgen we ervoor dat (nieuwe) bezoekers naar het museum, en ook naar de stad blijven komen. We gaan, ook samen met andere partijen in de stad, een aantal culturele speerpunten van de gemeente Nijmegen verder ontwikkelen en inhoudelijk daaraan bijdragen. Deze speerpunten zijn: • Nijmegen, oudste stad van Nederland, • Cultuurhistorisch Valkhofkwartier, • Plekken voor de (jonge) kunst en kunstenaars in de stad. Een van de centrale thema’s in het nieuwe verhalenmuseum wordt ‘Nijmegen, oudste stad van Nederland’, draagt bij aan het versterken van het cultuurhistorische unique selling point van Nijmegen: namelijk dat het de oudste stad van Nederland is. Museum Het Valkhof laat zien dat dit geen loze kreet is en geeft invulling aan 2000 jaar geschiedenis als stad van betekenis. We dragen bij aan de ontwikkeling van een cultuurhistorisch Valkhofkwartier. Hierbij streven we naar het gezamenlijk vermarkten van de unieke plek die het Valkhof is voor toeristen, met de 11de eeuwse Valkhofkapel en de nog te realiseren reconstructie van de donjon van de middeleeuwse burcht. Maar ook met het fietsmuseum Velorama en de eeuwenoude Stratemakerstoren aan de Waalkade. Als de donjon eenmaal is gerealiseerd, willen we daarin, in samenwerking met de Stichting gebroeders Van Limburg, een presentatie realiseren over de middeleeuwse Valkhofburcht en de beroemdste zonen van Nijmegen: de gebroeders Van Limburg. Vanuit de rol van intendant werken we mee aan eigen plekken voor de kunst en de kunstenaars in de stad. Dat willen we doen in nauwe samenwerking met de Paraplufabriek. Voor het onderwijs in de regio Nijmegen willen we vaste samenwerkingspartner worden. Dat doen we door eerst te onderzoeken hoe we het netwerk van scholen en instellingen in de regio Nijmegen nieuw leven kunnen inblazen. Hierbij zoeken we samenwerking met de Openbare Bibliotheek .
11. Ontwikkeling Provinciaal Depot voor Bodemvondsten (PDB) en het Gelders Archeologisch Centrum ‘Museum G.M. Kam’ (GAC) Huidige situatie De taakuitoefening van het PDB is gebaseerd op de Monumentenwet van 1988 en de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (2007). Overeenkomstig de bepalingen van deze wet worden vondsten uit opgravingen in het PDB in het GAC ondergebracht en beheerd. Het beheren van de collectie en het toegankelijk maken van de kennis over de collectie is daarom een kerntaak van het PDB. De opslagruimtes voor de collectie van het PDB bevinden zich aan de Museum Kamstraat in het voormalige museum en in een loods op het eigen terrein naast het gebouw. Deze loods voldoet niet aan de kwaliteitseisen. Bovendien is een deel van de collectie opgeslagen in een van de gemeente Nijmegen gehuurde ruimte aan de Nieuwe Dukenburgseweg. De opslagcapaciteit aan de Museum Kamstraat is vrijwel volledig benut, die aan de Nieuwe Dukenburgseweg is naar verwachting tot 2012 toereikend. De aanleveringen aan het depot door bedrijven bestaan zowel uit het vondstmateriaal als uit de bijbehorende vondstadministratie. De onderzoeksdocumentatie kan momenteel niet ter deponering worden aangeboden, omdat het PDB geen faciliteiten heeft voor de opslag en het beheer van deze documentatie. Per 1 november 2011 is bij Museum Het Valkhof de nieuwe functie van conservator provinciaal depot voor bodemvondsten vervuld. De dan beschikbare formatie, bestaande uit een conservator (1 fte) en een registrator (0,6 fte), wordt grotendeels ingezet voor de verwerking van de aanleveringen aan het PDB en externe dienstverlening. De collectie van het PDB is vrijwel volledig geregistreerd op doosniveau. Een knelpunt doet zich voor door het feit dat in de loop van de tijd en door de verschillende opgravende instanties verschillende registratiesystemen zijn gebruikt om de verzamelingen te beschrijven. Beleid In de beleidsperiode 2013-2016 wil Museum Het Valkhof het GAC met het PDB ontwikkelen tot een goed functionerend en volwaardig informatiecentrum waar Gelderse gemeenten, burgers, amateurarcheologen en beroepsarcheologen terecht kunnen met vragen over archeologie en bodemvondsten, zowel eigen bodemvondsten als bodemvondsten die Museum Het Valkhof in het bodemdepot beheert. Bovendien zullen de eerste stappen en verkenningen worden uitgevoerd op weg naar een archeologisch kenniscentrum op het gebied van de Romeinse archeologie. Museum Het Valkhof wil in het GAC de coördinatie van het onderzoek naar de Romeinse limes in Gelderland op zich nemen en daarmee de traditie van Nijmegen als de plaats van het limes onderzoek in Nederland voortzetten. Hiervoor gaan we eerst de huidige samenwerkingspartners van Museum Het Valkhof, Bureau Archeologie en Monumenten van de gemeente Nijmegen en Bureau Auxilia van de Radboud Universiteit Nijmegen benaderen. Verder kunnen we samenwerking zoeken met de universiteiten in Leiden en Amsterdam en archeologische bedrijven die in Gelderland werkzaam zijn. In de komende beleidsperiode moet een structurele oplossing worden gezocht voor het ruimteprobleem in de depots. Ook moet invulling worden gegeven aan een verantwoorde opslag van nog niet overgedragen opgravingsdocumentatie.
De documentatie van de collectie van het PDB wordt verder gedigitaliseerd, de databases geüniformeerd en de basisregistratie van de aangeleverde projecten in gedigitaliseerde vorm beschikbaar worden gemaakt. Museum Het Valkhof wil het GAC in 2013 een nieuwe start geven met een officiële heropening voor publiek. Ter gelegenheid daarvan maken we in het GAC een nieuwe presentatie, gericht op nieuw archeologisch onderzoek in Gelderland. Om het GAC bekend te maken bij het publiek zetten we een promotiecampagne op, o.a. voor amateurarcheologen, heemkundeverenigingen, gemeenten en professionele archeologen. Het museum plaatst in deze beleidsperiode informatie over de archeologische collectie van het PDB op het internet en maakt die zo, via ‘Collectie Gelderland’, voor het publiek toegankelijk. Scholieren, studenten, amateurarcheologen, professionele archeologen en gemeenten vinden hier dan een eerste, laagdrempelige ingang tot de archeologie van Gelderland. In samenwerking met de provincie wil het museum ook een vorm van een geïllustreerd jaarboek gaan uitgeven waarin een kort overzicht wordt gegeven van het in het voorafgaande jaar uitgevoerde archeologische onderzoek in de provincie Gelderland en van de gemelde amateurvondsten in de provincie.
12. Ambitieuze collectieprogramma’s Huidige situatie In 2010 en 2011 is een belangrijke vooruitgang geboekt in de opslag en toegankelijkheid van de collecties, door herinrichting van depots, de aanschaf van nieuwe opslagsystemen en door standplaatsregistratie en objectfotografie. In 2012 gaan we gestandaardiseerde procedures voor het verbeteren van de kwaliteit in de omgang met de collecties, de conservering, de registratie en documentatie van de collecties ontwerpen, uittesten en vaststellen, om deze vervolgens te borgen in de organisatie. Deze procedures zijn ontleend aan of sluiten aan bij SPECTRUM, de standaard voor collectiebeheer in musea. In het Collectieplan 2010-2013 is een aantal doelstellingen geformuleerd op het gebied van de basisregistratie van de collecties waaraan op dit moment wordt gewerkt en die in de komende beleidsperiode 2013-2016 zullen worden afgerond, dan wel voortgezet. Het museum presenteert momenteel een beperkt aantal collectiestukken op internet via www.collectiegelderland.nl en op de eigen website. Vanaf 2013 zullen de gegevens en afbeeldingen van de ca. 4000 objecten in de vaste presentaties toegankelijk zijn via het internet. In 2011 zijn in het kader van de standplaatsregistratie alle handgeschreven inventariskaarten van de collecties kunst en archeologie gescand, zodat deze als fotobestand toegevoegd kunnen worden aan de objectregistratie. Daarmee kan de standplaatsregistratie sneller worden uitgevoerd en kunnen objectbeschrijvingen gemakkelijker in de digitale registratie worden ingevoerd. In 2012 maken we een begin met de digitalisering van de omvangrijke archeologische depotcollecties en de invoer van objectgegevens. De kunsthistorische bibliotheek in Museum Het Valkhof en de archeologische bibliotheek in het GAC tellen samen zo’n 41.500 titels. Inmiddels zijn van de eerste bibliotheek 28.700 van de 29.350 titels in de digitale registratie opgenomen. Van de bibliotheek van het GAC zijn 4.000 titels ingevoerd van de totaal ca. 12.000. In 2012 zal de retro-invoer van de kunsthistorische bibliotheek zijn afgerond. We zijn tot dusver nog niet overgegaan tot het afstoten van onderdelen van de collectie, maar we sluiten een dergelijke stap in beginsel niet uit. Gezien de geringe omvang van de categorie voorwerpen die in aanmerking komt voor afstoting (in totaal ca. 2.4 % van alle collectiestukken), de zorgvuldigheid die een afstotingsprocedure vereist en de grote tijdsinvestering die ermee is gemoeid, heeft het museum in de afgelopen beleidsperiode geen aanleiding gezien de mogelijkheden ervan te onderzoeken. Het museum heeft een actief verzamelbeleid voor de drie verzamelgebieden: Archeologie: dit verzamelgebied omvat bodemvondsten uit Nijmegen en de provincie Gelderland en incidenteel ook daarbuiten die betrekking hebben op het menselijk leven in de regio, vanaf de oude steentijd tot en met de 19de eeuw. Oude kunst en kunstnijverheid: dit verzamelgebied omvat objecten van kunst- en cultuurhistorische betekenis, vooral met betrekking tot Nijmegen en het Kwartier van Nijmegen, vanaf de middeleeuwen tot het begin van de 20ste eeuw.
Moderne en hedendaagse kunst: dit verzamelgebied omvat werken van kunstenaars uit Nederland en omringende landen, vanaf de jaren 60 van de 20ste eeuw, met een focus op de Pop Art. De conservatoren van het museum verrichten onderzoek ten behoeve van de collectievorming en -ontsluiting en in het kader van de voorbereiding van tentoonstellingen. Beleid Naar verwachting is de standplaatsregistratie van de objecten uit de museumcollecties eind 2013 geheel afgerond. De gestandaardiseerde procedures voor de omgang met de collecties en voor het up-to-date houden van de standplaatsregistratie worden vanaf 2013 geïmplementeerd. We zetten in de beleidsperiode 2013-2016 versterkt in op de verdere digitale ontsluiting van de collecties, zodat in 2016 van het totale bestand van de oude en moderne kunstcollecties 100% in het digitale collectieregistratiesysteem is opgenomen en van het totale bestand van de archeologische collecties ten minste 50%. In het kader van de collectieregistratie zullen de restauratoren in de komende beleidsperiode de toestand van alle werken in de vaste presentatie en van de meest kwetsbare depotcollecties (schilderijen en beelden en archeologisch metaal) vastleggen in rapporten die ze aan de objectregistratie toevoegen. Een ander deelproject dat we vanaf 2013 uitvoeren is het leggen van koppelingen tussen AdLib Museum en AdLib Bibliotheek, waarmee referenties naar publicaties over de objecten gelegd kunnen worden. In de eerste helft van de beleidsperiode 2013-2016 hebben we de retro-invoer van de archeologische bibliotheek voltooid. Daarmee is het moment gekomen om te bekijken of we de bibliotheekcollecties ook gaan ontsluiten op internet en wat daarvan de consequenties zijn. Omdat steeds meer publicaties digitaal worden aangeboden zal beleid moeten worden ontwikkeld voor de opslag en het toegankelijk maken van deze publicaties in de museumbibliotheken. In de beleidsperiode 2013-2016 stellen we een plan op voor delen van de bibliotheekcollecties die niet (meer) passen in het verzamelbeleid van Museum Het Valkhof. Ook zullen dubbelingen in de beide bibliotheken zoveel mogelijk worden verwijderd, om een zo efficiënt mogelijk gebruik te maken van de beperkte ruimte en toch de eigen medewerkers en het publiek optimaal te kunnen bedienen. We ontwikkelen een beleid gericht op selectie en afstoting van onderdelen van de collecties (“ontzamelplan”). Omdat het museum zelf geen eigenaar is van de collecties, maar alleen collecties van anderen (o.a. Rijk, Provincie, Gemeente) in beheer heeft, zal het daartoe altijd in overleg treden met de desbetreffende eigenaren. Mocht het museum besluiten over te gaan tot afstoting van onderdelen van de collecties, zal het daarbij handelen overeenkomstig de “Leidraad voor het afstoten van museale objecten (LAMO)” van de Nederlandse Museumvereniging. Van de collectieonderdelen die mogelijk voor afstoting in aanmerking komen zal eerst de status duidelijk moet zijn: zijn zij in de inventaris van het museum opgenomen of niet.
Van een grote hoeveelheid bouwfragmenten en van een reeks gipsafgietsels van beelden en bouwsculptuur is vastgesteld dat zij niet alle tot de museumcollectie behoren. Het museum komt in de komende beleidsperiode met het Bureau Archeologie en Monumenten van de gemeente Nijmegen, dat zelf ook een collectie bouwfragmenten beheert, tot een structurele oplossing voor het beheer en de opslag van deze bouwfragmenten. Steeds belangrijker in de collectievorming is het streven de collectie kwalitatief te verdiepen in plaats van in de breedte uit te breiden of completer te maken. Door unieke en kwalitatief hoogstaande objecten en kunstwerken te verzamelen wil het museum de eigen identiteit binnen het geheel van de ‘Collectie Nederland’ duidelijk profileren en de eigen positie in het bruikleenverkeer versterken. We streven ernaar in de beleidsperiode 2013-2016 tenminste één topstuk van internationale allure te verwerven dat de collectie versterkt en mede profileert. Ook voor deze majeure aankoop zal gelden dat ze moet aansluiten bij de kerncollecties, zoals die zijn geformuleerd in het Collectieplan 2010-2013. Voor de herinrichting van de vaste presentaties die in de komende beleidsperiode geëffectueerd wordt, zullen de conservatoren vooral onderzoek doen naar de eigen collecties, om daaruit de juiste objecten te selecteren die van betekenis zijn voor de “verhalen” die we in de nieuwe vaste presentatie gaan vertellen.
13. Maatschappelijk en financieel verantwoord ondernemen Maatschappelijk verantwoord ondernemen Huidige situatie In de huidige bedrijfsvoering is het museum gericht op effectiviteit, kostenbeheersing en relevantie. Daar waar mogelijkheden zijn om besluiten te nemen vanuit een maatschappelijke verantwoordelijkheid, gebeurt dat ook. Beleid In de komende beleidsperiode gaat het museum de 3 P’s van maatschappelijk verantwoord ondernemen invoeren in zijn bedrijfsvoering. Hierbij streven we naar een evenwicht tussen de drie waardes: People, Planet en Profit. Als basis voor deze ontwikkeling gaan we de internationaal erkende norm ISO 26000 hanteren. Als onderdeel van deze ontwikkeling onderzoeken we ook of het mogelijk is de presentaties en overige activiteiten van het museum aan specifieke keurmerken te koppelen. Financieel verantwoord ondernemen Huidige situatie Het museum heeft in bestuurlijk overleg met de gemeente Nijmegen en de provincie Gelderland afspraken gemaakt die moeten leiden tot een geïndexeerde instandhouding van het weerstandsvermogen van het museum. Hierbij was niet voorzien dat beide stakeholders een korting op de subsidie zouden doorvoeren als gevolg van teruglopende begrotingsinkomsten. Echter, voor het borgen van de continuïteit van de organisatie is het behalen van het positief exploitatieresultaat (ter indexering van het weerstandsvermogen) van groot belang. Beleid Museum Het Valkhof heeft de laatste jaren zijn programma van tentoonstellingen steeds meer omkleed met flankerende activiteiten. Deze tendens gaan we de komende jaren versterken. Om goede afwegingen te maken in de beschikbare middelen en de te bereiken doelstellingen is het van belang dat er een duidelijk inzicht komt in de bijdrage die activiteiten en tentoonstellingen leveren in het verwezenlijken van de financiële doelstellingen. In de komende beleidsperiode maken we een koppeling tussen de kosten en opbrengsten van de tentoonstellingen en de activiteiten van het museum. Hierbij gaan we opbrengsten toerekenen aan tentoonstellingen en activiteiten zodat we inzichtelijk kunnen maken hoe de balans is van uitgaven en inkomsten van de tentoonstellingen en de activiteiten.
14. Medewerkers en organisatieontwikkeling Medewerkers Huidige situatie De medewerkers van Museum Het Valkhof kenmerken zich door een hoge mate van professionaliteit. Professionaliteit betekent naast vakinhoudelijke kennis, talenten en ervaring ook de vaardigheden en de houding die medewerkers nodig hebben voor invulling van hun functie. Professionals in de organisatie worden ondersteund in het organisatieproces en handelen inhoudelijk zelfstandig. De medewerkers worden op dit moment aangestuurd vanuit het vervullen van taken. Beleid Bij een hoge mate van professionaliteit en zelfstandigheid hoort ook verantwoordelijkheid krijgen en nemen. Door de verantwoordelijkheid lager in de organisatie te leggen kunnen besluiten sneller genomen worden. Hierdoor kan de organisatie zich gemakkelijker aanpassen aan de omgeving of de vraag van bezoekers. Dit kan alleen wanneer medewerkers verantwoordelijkheid krijgen en willen nemen voor hun professioneel handelen. Museum Het Valkhof wil zich ontwikkelen naar een organisatie waar medewerkers worden aangesproken op verantwoordelijkheden en waar de ontwikkeling van de medewerkers plaatsvindt vanuit deze verantwoordelijkheden. Om dit doel te bereiken zullen we competentieprofielen voor de medewerkers toevoegen aan de functiebeschrijvingen, de functiebeschrijvingen herschrijven vanuit verantwoordelijkheden en het scholingsprogramma hierop afstemmen. Parallel aan deze ontwikkeling zal het museum in de komende beleidsperiode de arbeidsvoorwaarden aanpassen aan de structuur van een op verantwoordelijkheden gestuurde organisatie. Organisatieontwikkeling Huidige situatie Museum Het Valkhof heeft sinds de opening in 1999 gemiddeld ruim 100.000 bezoekers per jaar naar het museum weten te trekken. De jaarbezoekcijfers fluctueren per jaar en variëren tussen de 80.000 en 158.000. De pieken kenmerken zich door zeer succesvolle tentoonstellingen. De mindere jaren volgen of gaan vooraf aan een jaar waarin grote tentoonstellingen geprogrammeerd staan. Beleid In 2020 wil het museum structureel 120.000 bezoekers per jaar trekken. Dit houdt in dat we ieder jaar volop moeten presteren aan de publiekskant, waarbij de reguliere taken niet achterop mogen raken. Met de toenemende complexiteit van tentoonstellingen, de steeds hoger wordende eisen van het publiek, de intensiteit van eigen producties en de steeds vaker voorkomende samenwerkingsverbanden om tentoonstellingen te kunnen realiseren en financieren, vereist het behalen van dit doel een aanpassing in de organisatie. In de komende beleidsperiode wil het museum organisatorisch de stap maken naar een organisatie die minimaal 110.000 bezoekers per jaar weet te trekken. Het museum zal in de beleidsperiode onderzoeken welke structuur en welke formatie hierbij past en zal, onder voorbehoud van de financiële mogelijkheden de benodigde investeringen in de organisatie uitvoeren.
15. Een gezonde financiële basis Om de ambities uit het onderhavige beleidsplan te realiseren heeft het museum een initiële doorberekening gemaakt van de effecten. Deze doorberekening heeft plaatsgevonden op zowel exploitatie- als liquiditeitsniveau. Tevens is de ontwikkeling van het eigen vermogen in kaart gebracht. Exploitatierekening Raming 2013
Raming 2014
Raming 2015
Raming 2016
Baten Entreegelden Rondleidingen Museumwinkel Budgetsubsidies Overige baten
371.788 52.000 78.742 3.861.747 231.715
423.581 53.000 79.454 3.931.217 246.493
431.941 54.000 80.978 4.001.960 277.802
448.659 55.000 84.128 4.073.999 235.270
Totaal baten
4.595.993
4.733.745
4.846.681
4.897.056
Lasten Personeelskosten Huisvestingskosten Organisatiekosten Kapitaallasten Activiteitenkosten
2.115.825 973.946 203.133 193.386 1.114.214
2.070.752 988.208 207.196 188.671 1.202.898
2.108.125 1.045.399 211.340 183.757 1.212.156
2.161.478 1.152.422 215.566 205.633 1.221.599
Totaal lasten
4.600.504
4.657.725
4.760.776
4.956.698
4.511-
76.020
85.905
59.643-
€ 4.510,88-
€ 76.020,48
€ 85.905,13
€ 59.642,52-
Exploitatieresultaat uit bedrijfsvoering
Exploitatieresultaat
-
-
-
De budgetsubsidies zijn vastgesteld op basis van continuering van de huidige subsidies die worden ontvangen van de gemeente Nijmegen en de provincie Gelderland. Voor de wettelijke taken in het kader van het Provinciaal depot voor bodemvondsten Gelderland wordt uitgegaan van een structurele bijdrage door de provincie van € 250.000 per jaar. Voor de tentoonstellingen is uitgegaan van een eigen bijdrage van het museum in het resultaat van de tentoonstellingen van € 400.000 in 2013 en € 450.000 per jaar vanaf 2014. Dit bedrag is inclusief de kosten voor openingen, marketing en educatie. Er is jaarlijks een bedrag van € 200.000 beschikbaar voor strategische kosten, ter realisatie van de doelstellingen uit het beleidsplan.
-
De invloed van de tentoonstelling op de totale kosten en opbrengsten zijn in de meerjarenbegroting opgenomen voor zover het de eigen bijdrage van het museum betreft.
Liquiditeitsprognose
Exploitatieresultaat Materiële vaste activa: -afschrijving op vaste bedrijfsmiddelen -investering in vaste bedrijfsmiddelen Langlopende schulden: -aflossing op hypothecaire geldleningen -toevoeging leningen -uitkeringen investeringsgerelateerd -Uitkering BankGiroLoterij
Mutatie liquide middelen Stand liquide middelen 1 januari Mutatie boekjaar Saldo liquide middelen 31 december
-
Raming 2013 4.511-
Raming 2014 76.020
Raming 2015 85.905
Raming 2016 59.643-
373.737 376.360 422.059 518.136 250.000- 1.050.000- 1.600.000- 3.000.000123.737 673.640- 1.177.941- 2.481.864110.930200.000 89.070
115.645200.000 84.355
120.560125.684900.000 - 1.000.000 200.000 200.000 79.440 1.974.316
208.296
513.264- 1.012.596-
567.191-
2.177.934 208.296 2.386.230
2.386.230 1.872.966 513.264- 1.012.5961.872.966 860.370
860.370 567.191293.180
Voorraden, vlottende activa en kortlopende schulden blijven op eenzelfde niveau. Dotatie aan fonds kunstaankopen en voorziening groot onderhoud is gelijk aan de uitgaven. De investeringen in vaste bedrijfsmiddelen zijn voornamelijk gerelateerd aan de inhoudelijke en bouwkundige herinrichting van het museum. De uitkering BankGiroLoterij is onder voorbehoud van continuering van het benificiëntschap voor de komende 5 jaar. De uitkeringen investeringsgerelateerd zijn bijdrage van fondsen en andere instellingen en/of organen ter ondersteuning van de verwezenlijking van de herinrichting.
Eigen Vermogen Raming 2013
Raming 2014
Raming 2015
Raming 2016
Bijdrage aan nieuwbouw door Gemeente Bijdrage aan nieuwbouw door Provincie Bijdrage aan nieuwbouw door anderen
€ 1.100.871,71 € 3.904.021,00 € 1.636.843,00
€ 1.100.871,71 € 3.904.021,00 € 1.636.843,00
€ 1.100.871,71 € 3.904.021,00 € 1.636.843,00
€ 1.100.871,71 € 3.904.021,00 € 1.636.843,00
Stichtingsvermogen Resultaat en onttrekkingen vorige boekj.
€ 6.641.735,71 € 6.641.735,71 € 6.641.735,71 € 6.641.735,71 € 3.945.147,04- € 3.949.657,93- € 3.873.637,45- € 3.787.732,31-
Eigen vermogen voor resultaatbest. Resultaat boekjaar
€ 2.696.588,67 € 2.692.077,78 € 4.510,88€ 76.020,48
€ 2.768.098,26 € 85.905,13
€ 2.854.003,40 € 59.642,52-
Eigen vermogen na resultaatbestemming
€ 2.692.077,78
€ 2.768.098,26
€ 2.854.003,40
€ 2.794.360,88
Minimale Eigen Vermogen eis 1/1 Indexering Minimale Eigen Vermogen eis 31-12
€ 2.754.000,00 € 55.080,00 € 2.809.080,00
€ 2.809.080,00 € 56.181,60 € 2.865.261,60
€ 2.865.261,60 € 57.305,23 € 2.922.566,83
€ 2.922.566,83 € 58.451,34 € 2.981.018,17
In het huidige scenario, voldoet het museum vanaf 2013 niet meer aan het minimale eigen vermogen criterium dat met de subsidieverstrekkers is afgesproken. In de lange termijn visie zal in 2021 weer aan deze eis worden voldaan. De oorzaak hiervan is gelegen in de toename van kosten als gevolg van de herinrichting (met name kapitaalslasten en afschrijvingskosten).
Page 1 of 1
Grond, Stefan MO20 "SOBSTDTE"' Van:
Frits de Vogel [
[email protected]] ll]
Verzonden: vrijdag 29 juni 2012 14:29 Aan:
Grond, Stefan l\/IO20
Onderwerp: Subsidie 2013
Ingekomen
2 JUL 2012 Dl£§c|te]nwoners
Beste Stefan, Blj deze verzoeken wij voor toekenning van de budgetsubsidie voor 2013. Exacte invulling van deze subsidie zullen we in een later stadium invullen.
Met vriendelijke groet. Frits de Vogei Hoofd bedrijfsvoering Bereil
kunst en archeologie Kelfkensbos 59, 6511 TB Nijmegen Postbus 1474, 6501 BL Nijmegen T. 024 240 22 25 T. 024 360 88 05 (algemeen) M. 0610 26 19 02 F. 024 360 86 56 wvw.museumhetvalkhof nl T/m 12 augustus 2012: Waarom godinnen zo mooi zijn. Liefde en schoonheid in de oudheid— t/m 23 September 2012: De Koloniale Reserve - Een vergeten korps
2-7-2012
Verantwoording afleggen over Code Cultural Governance bij subsidieverantwoording De stichting *** instelling *** wordt sinds ***datum*** bestuurd volgens het ***besturingsmodel***. De stichting *** instelling *** onderschrijft de Principes en Best Practice Bepalingen van het ***besturingsmodel***, zoals beschreven in de Code Cultural Governance (CCG), pas toe of leg uit en a. past deze toe b. merkt hierover het volgende op ***toelichting “nee”*** (vervolgens geeft men aan in hoeverre de Principes en Best Practice Bepalingen (nog) niet worden toegepast en waarom, dit kan m.b.v. onderstaande checklist). Checklist Principes Principes geven aan welke taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden er zijn en door welke organen en/of personen deze worden vervuld. Past deze toe (ja/nee)
1
2
3
4
5
6
7
Jaarverslag Er wordt verantwoording afgelegd over de naleving van de CCG in het jaarverslag. Directie In de CCG staat een aantal directie bevoegdheden benoemd. Deze bevoegdheden liggen ook bij de directie, mits anders vastgelegd. Verantwoording De directie bestuurt de instelling en legt daarover volgens de principes uit de CCG verantwoording af. Raad van toezicht De raad van toezicht houdt toezicht op de instelling en adviseert de directie conform de CCG. Goedkeuring raad van toezicht De in de CCG benoemde onderwerpen vereisen goedkeuring raad van toezicht (strategie, financiering, etc.). Bevoegdheden raad van toezicht De raad van toezicht heeft de bevoegdheden benoemd in de CCG (benoeming, ontslag en schorsing directie, vaststelling arbeidsvoorwaarden, etc.) Statuten De principes uit de CCG zijn verankerd in de statuten.
ja/nee
ja/nee
ja/nee
ja/nee
ja/nee
ja/nee
ja/nee
Checklist Best practices Best practice-bepalingen beschrijven het gedrag waardoor good governance in de praktijk kan worden bevorderd. Past deze toe (ja/nee)
8
9
10
11
Besturingsmodel Er is een analyse gemaakt van het gewenste besturingsmodel; bij wijzigingen van het besturingsmodel maakt men een implementatieplan; wijzigingen van het besturingsmodel worden toegelicht in het jaarverslag. Profielschetsen en functioneren directie Bij de werving en selectie van directieleden wordt een profielschets gebruikt; bij de vervulling van de directiefunctie wordt overwogen deskundigen in te schakelen; de raad van toezicht voert jaarlijks functioneringsgesprekken met de directie (en maakt c.q. archiveert verslagen). Bezoldiging en nevenfuncties De bezoldiging van de directie sluit aan bij het karakter van de instelling, wettelijke voorschriften en subsidievoorwaarden. Directieleden melden relevante nevenfunctie(s) bij de raad van toezicht. Directiereglement De raad van toezicht stelt een directiereglement vast.
ja/nee
ja/nee
ja/nee
ja/nee
12
13
14
15
16
17
18
Profielschets, benoeming, nevenfuncties en bezoldiging raad van toezicht Bij de werving en selectie van de leden van de raad van toezicht worden profielschetsen gebruikt; deze profielschetsen worden periodie geëvalueerd; leden van de raad van toezicht functioneren onafhankelijk; in de raad van toezicht zit maximaal één voormalig directielid (die niet tevens voorzitter mag zijn); nieuwe toezichthouders worden geworven buiten eigen netwerk; de raad van toezicht kent een evenwichtige samenstelling passend bij de doelstelling van de instelling; de raad van toezicht stelt een gefaseerd rooster van aftreden vast; de raad van toezicht beraadt zich op de wenselijkheid van eventuele herbenoeming; de benoemingsperiode voor de raad van toezicht is drie of vier jaar met respectievelijk twee-of eenmalige herbenoemingen; indien geboden treden leden van de raad van toezicht tussentijds af; de voorzitter van de raad van toezicht wordt in functie benoemd; leden van de raad van toezicht melden relevantie nevenfunctie(s) aan de raad van toezicht; de bezoldiging van de leden van de raad van toezicht sluit aan bij het karakter van de instelling, wettelijke voorschriften en subsidievoorwaarden. Zelfevaluatie raad van toezicht De raad van toezicht draagt jaarlijks zorg voor een zelfevaluatie en legt deze vast. Periodiek overleg en informatievoorziening De directie voorziet de raad van toezicht van alle relevante informatie (no surprises is het kernbegrip); de directie en de raad van toezicht voeren periodiek overleg over de gang van zaken binnen de instelling. De raad van toezicht vergadert volgens een vastgesteld schema. Aansprakelijkheidsverzekering De directie heeft met de raad van toezicht de wenselijkheid van een aansprakelijkheidsverzekering besproken. Contact raad van toezicht en medewerkers De raad van toezicht onderhoudt een open verhouding met medewerkers van de instelling. Overleg raad van toezicht en externe accountant De raad van toezicht overlegt minimaal jaarlijks met de externe accountant van de instelling. Jaarverslag Relevante gegevens van de raad van toezicht en de directie (o.a. de bezoldiging en de nevenfuncties) worden opgenomen in het jaarverslag.
ja/nee
ja/nee
ja/nee
ja/nee
ja/nee
ja/nee
ja/nee
Deze cultural governance verantwoording kan: - opgenomen worden als onderdeel van het jaarverslag; - ondertekend worden door de directie en de leden van de raad van toezicht en separaat bij de verantwoordingsdocumenten worden aangeleverd.