Collegevoorstel
Openbaar Onderwerp
Stimuleringsprogramma "Gezond in de Stad" Programma
BW-nummer
Zorg & Welzijn Portefeuillehouder
B. Frings Samenvatting
“Gezond in de stad” is het stimuleringsprogramma vanuit het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport bedoeld om gemeenten extra te ondersteunen bij de lokale aanpak van gezondheidsachterstanden. De gemeente Nijmegen heeft zich aangemeld voor dit programma. Voor de gemeente Nijmegen is er in 2014 € 165.069 beschikbaar en in de jaren 2015 tot en met 2017 is er jaarlijks € 318.069 beschikbaar. Het budget van 2014 is eerder overgeheveld naar 2015 en 2016. Dit past goed binnen ons gezondheidsbeleid 2013-2016 “Samen gezond verder”, waar wij ons onder anderen inzetten op het bevorderen van een gezonde leefstijl, het tegengaan van overgewicht en het verkleinen van gezondheidsverschillen. Dit voorstel gaat over de invulling van het programma “Gezond in de Stad”.
Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr.
MO10, Emina Joosten, 3531 Datum ambtelijk voorstel
12 mei 2015 Registratienummer
15.0005091
Ter besluitvorming door het college
1. Het projectplan van “Gezond in de stad” vast te stellen. Ter besluitvorming door de Raad
Paraaf akkoord
Datum
Paraaf akkoord
Datum
Steller
1. Een budgetsubsidie te verlenen aan GGD van € 166.060 voor 2015 Emina Joosten en € 169.480 voor 2016 en 2017 voor de uitvoering van het plan “Gezond in de stad”. 2. Een budgetsubsidie te verlenen aan NIM van € 23.940 voor 2015 en € 20.520 voor 2016 en 2017 voor de uitvoering van het plan “Gezond in de stad”. 3. De subsidies te dekken uit het programma Zorg en Welzijn, product Publieke Gezondheid. 4. De subsidie voor 2016 en 2017 te verlenen onder voorbehoud van de vaststelling van de Stadsbegroting 2016-2019 en 2017-2020 door de raad.
Ter besluitvorming door de Raad Besluit B&W d.d. 19 mei 2015
X Conform advies Aanhouden Anders, nl.
nummer: 3.6
Bestuursagenda
Portefeuillehouder
Collegevoorstel
Collegevoorstel
1
Probleemstelling
“Gezond in de stad” (afgekort GIDS) is het stimuleringsprogramma vanuit het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport om gemeenten extra te ondersteunen bij de lokale aanpak van gezondheidsachterstanden. De gemeente Nijmegen heeft zich aangemeld voor dit programma. Voor de gemeente Nijmegen is er in 2014 € 165.069 beschikbaar en in de jaren 2015 tot en met 2017 is er jaarlijks € 318.069 beschikbaar. Het budget voor 2014 is overgeheveld naar de jaren 2015 en 2016. Dit past goed binnen ons gezondheidsbeleid 2013-2016 “Samen gezond verder” waar wij ons onder anderen inzetten op het bevorderen van een gezonde leefstijl, het tegengaan van overgewicht, verminderen van alcoholgebruik onder jongeren, het versterken mentale gezondheid met als uiteindelijke doel het verkleinen van gezondheidsverschillen. Het Nijmeegse gezondheidsbeleid gaat uit van een integrale aanpak op alle prioriteiten die in het beleid gesteld zijn. Dit doen wij onder anderen in nauwe samenwerking met de GGD en NIM. Naast het reguliere werk van de GGD zoals de jeugdgezondheidszorg en gezonde school zetten wij nadrukkelijk in op wijkgerichte aanpak via de inzet van gezondheidsmakelaars (via de GGD, Interlokaal en Sportservice Nijmegen). Gezondheidsmakelaars werken samen met diverse partijen in de wijk (school, huisartsen, sociaal wijkteam, SWON, sportorganisatie, etc) om gezonde leefstijl te bevorderen en een gezonde leefomgeving te realiseren. Zo zijn er specifieke beweegprogramma’s voor kinderen en volwassen met overgewicht, maar ook laagdrempelige beweeg, ontmoet en kook activiteiten in de buurt georganiseerd. Ook vanuit Sportservice Nijmegen is aandacht voor sportstimulering in de wijk en op school via Gezonde school XL en meer bewegen voor kwetsbare groepen zoals ouderen en mensen met een beperking. Via het programma gezond ouder worden wordt samen met de bewoners ingezet op zo lang mogelijk vitaal en actief te blijven in eigen omgeving. Samen met het Sociaal Wijkteam werkt Indigo aan versterken van de mentale gezondheid, weerbaarheid en ondersteuning mantelzorgers van psychische/ psychiatrische patiënten. In diverse onderdelen is zorgverzekeraar VGZ partner bij deze uitvoering van beleid o.a als het gaat om beweegprogramma’s voor kinderen en volwassen, valpreventie, de inzet van de wijkverpleegkundige in het Sociaal Wijkteam, de inzet van Praktijkondersteuner GGZ en de ouderenmodule binnen de huisartsenpraktijk. Daarbij is de inzet van het beleid met name gericht op de wijken waar mensen wonen met gezondheidsachterstanden zoals Lindenholt, Dukenburg, Hatert, Neerbosch-Oost, NijmegenWest en Nijmegen-Midden. Als het gaat om jeugd en ouderen zijn er ook diverse activiteiten in Nijmegen- Noord. In Oost ontstaan ook steeds meer activiteiten als het gaat om ouderen. GIDS gelden worden gebruikt voor de continuering en versterking van dit beleid. Dit voorstel gaat over het inzet van GIDS gelden. 2
Juridische aspecten
Het vast stellen van de uitvoering ten behoeve van het GIDS-programma is een collegebevoegdheid. Het vaststellen van meerjarige subsidies aan de instellingen GGD en NIM is een raadsbevoegdheid. 3
Doelstelling
Met dit voorstel wordt uitwerking gegeven aan het programma “Gezond in de Stad”. Door dit voorstel wordt gezondheidsbeleid versterkt op het bevorderen van een gezonde leefstijl, het tegengaan van overgewicht, verminderen van alcoholgebruik onder jongeren, het versterken mentale gezondheid met als uiteindelijke doel het verkleinen van gezondheidsverschillen. 4
Argumenten
Met het projectplan “Gezond in de Stad: Integrale aanpak gezondheidsachterstanden in de gemeente Nijmegen” willen wij door in te zetten op de volgende vier onderwerpen het gezondheidsbeleid versterken:
Collegevoorstel
Vervolgvel
2
1. Gezonde Start Vanaf het moment dat een vrouw zwanger wilt worden is het belangrijk om een gezondere levensstijl aan te nemen. Een ongezonde zwangerschap kan schadelijke gevolgen hebben voor de gezondheid van de baby, wat ook kan doorwerken in zijn volwassen leven. Kinderen met een minder goede of slechte start hebben meer kans op problemen op het terrein van groei, gezondheid en ontwikkeling in hun latere leven. Daarom is het belangrijk dat zo veel mogelijk kinderen een gezonde start krijgen. GGD heeft samen met input van partijen in het veld (oa JGZ, Gezondheidsmakelaars, verpleegkundige, Gezonde schooladviseurs en team Seksuele gezondheid) een plan opgesteld om de gezonde start te bevorderen. Gezonde start omvat beleid, interventieprogramma’s en professioneel handelen dat bijdraagt aan het verminderen van duurzame gezondheidsrisico’s en het versterken van lichamelijke en emotionele weerbaarheid aan het begin van het leven van een kind, dus vóórdat iemand zwanger wordt, gedurende de zwangerschapsperiode en de eerste vier levensjaren. Dit aandachtsveld is gericht op kinderen -1 tot +4, dus op vrouwen met een kinderwens in de (nabije) toekomst (en hun partner), zwangere, (nog ongeboren) kinderen en (aanstaande) ouders en hun sociale omgeving. Er wordt ingezet op preconceptie en interconceptiezorg (door onder anderen voorlichting op de ROC’s), het versterken van positief ouderschap bij kwetsbare groepen en het versterken van ketensamenwerking. Daarmee wordt niet alleen een gezonde start gegarandeerd, maar ook door in te zetten op positief ouderschap wordt er bijvoorbeeld kindermishandeling voorkomen. Deze onderdeel zal door GGD en NIM uitgevoerd worden. De totale kosten voor dit onderdeel bedragen € 80.000 per jaar. 2. Gezonde Jeugd De vier grote welzijnsorganisaties in Nijmegen hebben een ontwikkelopdracht gekregen op het gebied van preventief jeugdbeleid. In de derde kwartaal komen zij een plan die gericht is op jeugd. Het plan zal daarna in een aparte raadsvoorstel worden behandelt. 3. Gezondheidsvaardigheden Een op de negen Nederlanders is laaggeletterd. In Nijmegen gaat het om ongeveer een groep van 15.000 mensen. Laaggeletterden kunnen wel lezen en schrijven (soms ook met moeite), maar hebben bijvoorbeeld moeite met het begrijpen van folders en websites, het invullen van formulieren, het afhandelen van de post en het lezen van bijsluiters van medicijnen. Deze groep patiënten heeft moeite met het begrijpen van schriftelijke informatie over hun ziekte, met de mondelinge voorlichting van hun zorgverlener en met zelfmanagement bij chronische aandoeningen. Laaggeletterden gaan vaker naar een huisarts of medisch specialist en maken minder gebruik van preventieve programma’s. Aandoeningen zoals astma, diabetes, kanker, hartinfarcten en psychische problemen komen bij deze groep vaker voor. Zij maken ook minder gebruik van preventieve zorg dan mensen met meer gezondheidsvaardigheden. De gemeente Nijmegen vormt samen met verschillende publieke en private instellingen het bondgenootschap laaggeletterdheid regio Nijmegen. Dit bondgenootschap zet zich in om laaggeletterdheid in de regio te voorkomen en te verminderen. Het is belangrijk om in te zetten op verschillende onderdelen: signalering, het doorverwijzen van mensen, het vereenvoudigen van de eigen communicatie en kennisdeling met andere gezondheidsprofessionals. De laatste twee zijn erg noodzakelijk bij de huisartsen, apotheken en medisch specialisten. Deze onderdeel zal door GGD uitgevoerd worden. De totale kosten voor dit onderdeel bedragen € 80.000 per jaar. 4. Gezonde Beweging Zowel met het gezondheidsbeleid 2013-2016 als met het sportbeleid 2013-2016 zetten wij in op het voorkomen van gezondheidsproblemen en het stimuleren van een gezonde leefstijl.
Collegevoorstel
Vervolgvel
3
Met deze inzet van de gezondheidsmakelaars / buurtsportcoaches kunnen wij de aanpak versterken op die plekken waar dit nog nodig is. Het gaat om extra inzet op jeugd en overgewicht, waarbij het accent ligt op het realiseren van (stadsbreed) organiseren van bijvoorbeeld gezonde kantine op scholen, beweegprogramma’s voor kinderen met overgewicht. Ook wordt er aansluiting gezocht bij het programma Groen Verbindt. Het voorstel is om de uren van de gezondheidsmakelaars uit te breiden, zodat er meer capaciteit is om in te zetten met name op het op gang brengen van een beweging in de stad om gezamenlijkheid te creëren in de aanpak van overgewicht en het belang van een gezonde leefstijl. Daarbij kan sterker worden ingezet op de communicatie, stimuleren/ ondersteunen van burgerinitiatieven en het realiseren van themabijeenkomsten. Er is voldoende beweegaanbod maar meer samenwerking tussen zorg en sport/bewegen is noodzakelijk om de juiste doelgroepen te bereiken. Er zou meer samenwerkingen kunnen zijn op het gebied van bijvoorbeeld sportverenigingen, waarbij de sportaccommodatie ook aan andere clubs wordt aangeboden, zoals bijvoorbeeld een volleybalclub die hun accommodatie aan de bewoners aanbiedt voor het organiseren van badminton. Of de fitnesscentra meer betrekken bij het organiseren van de activiteiten en het inzetten van beweegmaatjes. Daarnaast zou ook meer aandacht kunnen zijn voor een stadsbreed thema. Zoals bijvoorbeeld wandelen, waarbij kan worden aangesloten bij het 100-jarig bestaan van de vierdaagse en is er een grote behoefte op het inzet op het overgewicht. De totale kosten voor dit onderdeel bedragen € 30.000 per jaar. 5
Financiën
Met dit voorstel verlenen wij een budgetsubsidie van € 166.060 voor 2015 en € 169.480 voor 2016 en 2017 aan de GGD en een budgetsubsidie van € 23.940 voor 2015 en € 20.520 voor 2016 en 2017 aan de NIM. De concrete subsidievoorstel is verwerkt in het raadsvoorstel. 6
Participatie en Communicatie
Het projectplan “Gezond in de Stad is tot stand gekomen samen met diverse partners in de stad, GGD, JGZ, NIM, ROC, en in nauw overleg met collega’s vanuit andere beleidsvelden. De uitvoerende organisatie worden via een beschikking op de hoogte gesteld over het besluit. Bij de uitvoering van het programma zal onder andere via het spoor Gezonde Beweging participatie en communicatie met bewoners vorm worden gegeven. 7
Uitvoering en evaluatie
Voor de uitvoering van het programma zijn deels GGD Gelderland-Zuid en NIM verantwoordelijk. De uitvoering zal in nauwe samenwerking gaan met de inzet van de gezondheidsmakelaars/buurtsportcoach. Voor de uitvoering zullen met de partijen prestatieafspraken worden gemaakt. 8
Risico
Er zijn geen risico’s verbonden aan dit voorstel. Bijlage(n): Projectplan “Gezond in de Stad: Integrale aanpak gezondheidsachterstanden in de gemeente Nijmegen” Ter inzage: Aanzet tot een programma Gezonde Start in gemeente Nijmegen, door GGD
Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel
10 juni 2015
/ 77/2015
Onderwerp
Stimuleringsprogramma “Gezond in de Stad” Programma
Zorg & Welzijn Portefeuillehouder
B. Frings Voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders d.d.
19 mei 2015 Samenvatting
“Gezond in de stad” is het stimuleringsprogramma vanuit het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport bedoeld om gemeenten extra te ondersteunen bij de lokale aanpak van gezondheidsachterstanden. De gemeente Nijmegen heeft zich aangemeld voor dit programma. Voor de gemeente Nijmegen is er in 2014 € 165.069 beschikbaar en in de jaren 2015 tot en met 2017 is er jaarlijks € 318.069 beschikbaar. Dit past goed binnen ons gezondheidsbeleid 20132016 “Samen gezond verder”, waar wij ons onder anderen inzetten op het bevorderen van een gezonde leefstijl, het tegengaan van overgewicht en het verkleinen van gezondheidsverschillen. Dit doen wij in samenwerking met GGD en NIM. Met dit voorstel vragen wij uw Raad om de meerjarige subsidie aan GGD en NIM te verlenen voor de uitvoering van doelstellingen, zoals deze geformuleerd zijn in het projectplan “Gezond in de Stad: Integrale aanpak gezondheidsachterstanden in de gemeente Nijmegen”.
Voorstel om te besluiten
1. 2. 3. 4.
Een budgetsubsidie te verlenen aan GGD van € 166.060 voor 2015 en € 169.480 voor 2016 en 2017 voor de uitvoering van het plan “Gezond in de stad”. Een budgetsubsidie te verlenen aan NIM van € 23.940 voor 2015 en € 20.520 voor 2016 en 2017 voor de uitvoering van het plan “Gezond in de stad”. De subsidies te dekken uit het programma Zorg en Welzijn, product Publieke Gezondheid. De subsidie voor 2016 en 2017 te verlenen onder voorbehoud van de vaststelling van de Stadsbegroting 2016-2019 en 2017-2020 door de raad.
Raadsvoorstel Gezond in de Stad versie 12 05
1
Inleiding
“Gezond in de stad” (afgekort GIDS) is het stimuleringsprogramma vanuit het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport om gemeenten extra te ondersteunen bij de lokale aanpak van gezondheidsachterstanden. De gemeente Nijmegen heeft zich aangemeld voor dit programma. Voor de gemeente Nijmegen is er in 2014 € 165.069 beschikbaar en in de jaren 2015 tot en met 2017 is er jaarlijks € 318.069 beschikbaar. Het budget voor 2014 is overgeheveld naar de jaren 2015 en 2016. Dit past goed binnen ons gezondheidsbeleid 2013-2016 “Samen gezond verder” waar wij ons onder anderen inzetten op het bevorderen van een gezonde leefstijl, het tegengaan van overgewicht, verminderen van alcoholgebruik onder jongeren, het versterken mentale gezondheid met als uiteindelijke doel het verkleinen van gezondheidsverschillen. Het Nijmeegse gezondheidsbeleid gaat uit van een integrale aanpak op alle prioriteiten die in het beleid gesteld zijn. Dit doen wij onder anderen in nauwe samenwerking met de GGD en NIM. Naast het reguliere werk van de GGD zoals de jeugdgezondheidszorg en gezonde school zetten wij nadrukkelijk in op wijkgerichte aanpak via de inzet van gezondheidsmakelaars (via de GGD, Interlokaal en Sportservice Nijmegen). Gezondheidsmakelaars werken samen met diverse partijen in de wijk (school, huisartsen, sociaal wijkteam, SWON, sportorganisatie, etc) om gezonde leefstijl te bevorderen en een gezonde leefomgeving te realiseren. Zo zijn er specifieke beweegprogramma’s voor kinderen en volwassen met overgewicht, maar ook laagdrempelige beweeg, ontmoet en kook activiteiten in de buurt georganiseerd. Ook vanuit Sportservice Nijmegen is aandacht voor sportstimulering in de wijk en op school via Gezonde school XL en meer bewegen voor kwetsbare groepen zoals ouderen en mensen met een beperking. Via het programma gezond ouder worden wordt samen met de bewoners ingezet op zo lang mogelijk vitaal en actief te blijven in eigen omgeving. Samen met het Sociaal Wijkteam werkt Indigo aan versterken van de mentale gezondheid, weerbaarheid en ondersteuning mantelzorgers van psychische/ psychiatrische patiënten. In diverse onderdelen is zorgverzekeraar VGZ partner bij deze uitvoering van beleid o.a als het gaat om beweegprogramma’s voor kinderen en volwassen, valpreventie, de inzet van de wijkverpleegkundige in het Sociaal Wijkteam, de inzet van Praktijkondersteuner GGZ en de ouderenmodule binnen de huisartsenpraktijk. Daarbij is de inzet van het beleid met name gericht op de wijken waar mensen wonen met gezondheidsachterstanden zoals Lindenholt, Dukenburg, Hatert, Neerbosch-Oost, NijmegenWest en Nijmegen-Midden. Als het gaat om jeugd en ouderen zijn er ook diverse activiteiten in Nijmegen- Noord. In Oost ontstaan ook steeds meer activiteiten als het gaat om ouderen. GIDS gelden worden gebruikt voor de continuering en versterking van dit beleid. Dit voorstel gaat over het inzet van GIDS gelden. 1.1 Wettelijk kader of beleidskader
Vaststelling van meerjaren subsidies is de bevoegdheid van uw Raad. Hetzelfde geldt voor van vaststelling van een begrotingswijziging op het programmaniveau.
1.2 Relatie met programma
Het programma Gezond in de Stad valt onder het programma Zorg en Welzijn, Product Publieke Gezondheid. Naast raakvlakken binnen het programma Zorg en Welzijn, met andere jeugdbeleid en de WMO, heeft de uitvoering ook raakvlakken met diverse andere programma’s, zoals het programma Onderwijs, programma Sport en Accommodaties en het programma Duurzaamheid. 2
Doelstelling
Met dit voorstel wordt uitwerking gegeven aan het programma “Gezond in de Stad”. Door dit voorstel wordt gezondheidsbeleid versterkt op het bevorderen van een gezonde leefstijl, het tegengaan van overgewicht, verminderen van alcoholgebruik onder jongeren, het versterken mentale gezondheid met als uiteindelijke doel het verkleinen van gezondheidsverschillen. 3
Argumenten
Met het projectplan “Gezond in de Stad: Integrale aanpak gezondheidsachterstanden in de gemeente Nijmegen” willen wij door in te zetten op de vier onderwerpen, namelijk Gezonde Start, Gezonde Jeugd, Gezondheidsvaardigheden en Gezonde Beweging, het gezondheidsbeleid versterken. Binnen Gezonde Start en Gezondheidsvaardigheden werken wij samen met GGD en NIM. Zij geven de uitvoering aan het plan. 1. Gezonde Start Vanaf het moment dat een vrouw zwanger wilt worden is het belangrijk om een gezondere levensstijl aan te nemen. Een ongezonde zwangerschap kan schadelijke gevolgen hebben voor de gezondheid van de baby, wat ook kan doorwerken in zijn volwassen leven. Kinderen met een minder goede of slechte start hebben meer kans op problemen op het terrein van groei, gezondheid en ontwikkeling in hun latere leven. Daarom is het belangrijk dat zo veel mogelijk kinderen een gezonde start krijgen. GGD heeft samen met input van partijen in het veld (oa JGZ, Gezondheidsmakelaars, verpleegkundige, verloskundigen, Gezonde schooladviseurs en team Seksuele gezondheid) een plan opgesteld om de gezonde start te bevorderen. Gezonde start omvat beleid, interventieprogramma’s en professioneel handelen dat bijdraagt aan het verminderen van duurzame gezondheidsrisico’s en het versterken van lichamelijke en emotionele weerbaarheid aan het begin van het leven van een kind, dus vóórdat iemand zwanger wordt, gedurende de zwangerschapsperiode en de eerste vier levensjaren. Dit aandachtsveld is gericht op kinderen -1 tot +4, dus op vrouwen met een kinderwens in de (nabije) toekomst (en hun partner), zwangere, (nog ongeboren) kinderen en (aanstaande) ouders en hun sociale omgeving. Er wordt ingezet op preconceptie en interconceptiezorg (door onder anderen voorlichting op de ROC’s), het versterken van positief ouderschap bij kwetsbare groepen en het versterken van ketensamenwerking. Daarmee wordt niet alleen een gezonde start gegarandeerd, maar ook door in te zetten op positief ouderschap wordt er bijvoorbeeld kindermishandeling voorkomen. Dit onderdeel zal door GGD en NIM uitgevoerd worden. De totale kosten voor dit onderdeel bedragen € 80.000 per jaar. 2. Gezondheidsvaardigheden Een op de negen Nederlanders is laaggeletterd. In Nijmegen gaat het om ongeveer een groep van 15.000 mensen. Laaggeletterden kunnen wel lezen en schrijven (soms ook met moeite), maar hebben bijvoorbeeld moeite met het begrijpen van folders en websites, het
invullen van formulieren, het afhandelen van de post en het lezen van bijsluiters van medicijnen. Deze groep patiënten heeft moeite met het begrijpen van schriftelijke informatie over hun ziekte, met de mondelinge voorlichting van hun zorgverlener en met zelfmanagement bij chronische aandoeningen. Laaggeletterden gaan vaker naar een huisarts of medisch specialist en maken minder gebruik van preventieve programma’s. Aandoeningen zoals astma, diabetes, kanker, hartinfarcten en psychische problemen komen bij deze groep vaker voor. Zij maken ook minder gebruik van preventieve zorg dan mensen met meer gezondheidsvaardigheden. De gemeente Nijmegen vormt samen met verschillende publieke en private instellingen het bondgenootschap laaggeletterdheid regio Nijmegen. Dit bondgenootschap zet zich in om laaggeletterdheid in de regio te voorkomen en te verminderen. Het is belangrijk om in te zetten op verschillende onderdelen: signalering, het doorverwijzen van mensen, het vereenvoudigen van de eigen communicatie en kennisdeling met andere gezondheidsprofessionals. De laatste twee zijn erg noodzakelijk bij de huisartsen, apotheken en medisch specialisten. Dit onderdeel zal door GGD uitgevoerd worden. De totale kosten voor dit onderdeel bedragen € 80.000 per jaar. 3. Gezonde beweging Zowel met het gezondheidsbeleid 2013-2016 als met het sportbeleid 2013-2016 zetten wij in op het voorkomen van gezondheidsproblemen en het stimuleren van een gezonde leefstijl. Met deze inzet van de gezondheidsmakelaars / buurtsportcoaches kunnen wij de aanpak versterken op die plekken waar dit nog nodig is. Het gaat om extra inzet op jeugd en overgewicht, waarbij het accent ligt op het realiseren van (stadsbreed) organiseren van bijvoorbeeld gezonde kantine op scholen, beweegprogramma’s voor kinderen met overgewicht. Ook wordt er aansluiting gezocht bij het programma Groen Verbindt. Het voorstel is om de uren van de gezondheidsmakelaars uit te breiden, zodat er meer capaciteit is om in te zetten met name op het op gang brengen van een beweging in de stad om gezamenlijkheid te creëren in de aanpak van overgewicht en het belang van een gezonde leefstijl. Daarbij kan sterker worden ingezet op de communicatie, stimuleren/ ondersteunen van burgerinitiatieven en het realiseren van themabijeenkomsten. Er is voldoende beweegaanbod maar meer samenwerking tussen zorg en sport/bewegen is noodzakelijk om de juiste doelgroepen te bereiken. Er zou meer samenwerkingen kunnen zijn op het gebied van bijvoorbeeld sportverenigingen, waarbij de sportaccommodatie ook aan andere clubs wordt aangeboden, zoals bijvoorbeeld een volleybalclub die hun accommodatie aan de bewoners aanbiedt voor het organiseren van badminton. Of de fitnesscentra meer betrekken bij het organiseren van de activiteiten en het inzetten van beweegmaatjes. Daarnaast zou ook meer aandacht kunnen zijn voor een stadsbreed thema. Zoals bijvoorbeeld wandelen, waarbij kan worden aangesloten bij het 100-jarig bestaan van de vierdaagse en is er een grote behoefte op het inzet op het overgewicht. De totale kosten voor dit onderdeel bedragen € 30.000 per jaar. 4
Klimaat
Dit voorstel heeft geen gevolgen voor het klimaat. 5
Risico’s
Er zijn geen risico’s verbonden aan dit voorstel.
6
Financiën
Met dit voorstel verlenen we een budgetsubsidie van € 166.060 voor 2015 en € 169.480 voor 2016 en 2017 aan de GGD en een budgetsubsidie van € 23.940 voor 2015 en € 20.520 voor 2016 en 2017 aan de NIM. De subsidie is als volgt onder te verdelen: Onderdeel
Instelling
Inzet
2015
2016
2017
Gezonde Start
GGD
Projectleiding, inhoudelijke ontwikkeling van de opdracht, interventies, advies
€ 56.060
€ 59.480
€ 59.480
NIM
Projectleiding
€ 23.940
€ 20.520
€ 20.520
Gezonde Jeugd
Voorstel volgt
Gezondheidsvaardigheden
GGD
Projectleiding, inhoudelijke ontwikkeling van de opdracht
€ 80.000
€ 80.000
€ 80.000
Gezonde Beweging
GGD
Extra inzet Gezondheidsmakelaars
€ 30.000
€ 30.000
€ 30.000
€ 190.000
€ 190.000
€ 190.000
Totaal
De totale subsidie € 190.000 per jaar dekken we uit het programma Zorg en Welzijn, product Publieke Gezondheid (60640.S3160) waaraan de Gezond in de Stad middelen eerder zijn toegevoegd. 7
Participatie en Communicatie
Het projectplan “Gezond in de Stad is tot stand gekomen samen met diverse partners in de stad, GGD, JGZ, NIM, ROC, en in nauw overleg met collega’s vanuit andere beleidsvelden. De uitvoerende organisatie worden via een beschikking op de hoogte gesteld over het besluit. Bij de uitvoering van het programma zal onder andere via het spoor Gezonde Beweging participatie en communicatie met bewoners vorm worden gegeven.
8
Uitvoering en evaluatie
Voor de uitvoering van het programma zijn GGD Gelderland-Zuid en NIM verantwoordelijk. De uitvoering zal in nauwe samenwerking gaan met de inzet van de gezondheidsmakelaars/buurtsportcoach. Voor de uitvoering zullen met de partijen prestatieafspraken worden gemaakt.
College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester,
De Gemeentesecretaris,
drs. H.M.F. Bruls
drs. B. van der Ploeg
Bijlage(n): Projectplan “Gezond in de Stad: Integrale aanpak gezondheidsachterstanden in de gemeente Nijmegen”
Gezond in de Stad programma Nijmegen Integrale aanpak van gezondheidsachterstanden in gemeente Nijmegen
Gemeente Nijmegen
pagina
2 van 15
Inleiding Veel mensen geven aan dat hun gezondheid het belangrijkste is dat er is, een van de essentiële voorwaarden om te kunnen doen wat je wilt doen in het leven. Ook de gemeente heeft baat bij gezonde en actieve burgers. Ze participeren meer, zijn zelfredzamer, leveren een grotere bijdrage aan de economie en leggen minder beslag op het zorgstelsel. Maar niet iedereen is even gezond. De gezondheidsverschillen tussen lager en hoger opgeleiden zijn groot en dreigen groter te worden als we daar niets aan doen. Daarom is het belangrijk dat de gemeente niet alleen inzet op behoud en verbetering van gezondheid in het algemeen, maar ook op het verbeteren van de gezondheid van burgers met een gezondheidsachterstand. Vanuit het Rijk is extra geld beschikbaar gesteld voor de aanpak van gezondheidsachterstanden middels het stimuleringsprogramma “Gezond in de Stad”. Dit stimuleringsprogramma is onderdeel van het Nationale Preventieprogramma “Alles is Gezondheid”. Het programma ondersteunt één van de doelen van het Nationaal Programma Preventie, namelijk het aanpakken van sociaal economische gezondheidsverschillen (SEGV). Het programma is gericht op het versterken van de lokale aanpak van gezondheidsachterstanden en duurt vier jaar (2014-2017). De gemeente krijgt de ruimte om de aanpak zelf in te vullen en te laten aansluiten bij de lokale situatie en de decentralisaties. De achterliggende gedachte daarbij is dat juist de gemeente gezondheidsverschillen effectief kan verkleinen door een brede en duurzame aanpak in de buurt of wijk, samen met lokale partijen en met een actieve rol voor de burgers zelf. De gemeente Nijmegen heeft zich aangemeld voor dit programma.
Gezondheidsverschillen in Nijmegen Ook de gemeente Nijmegen kent grote verschillen in gezondheid bij haar inwoners, waardoor een versterking van de aanpak nodig is. Het voorliggende plan is samen opgesteld met diverse lokale partijen. Hierdoor zorgt dit plan voor een impuls en aansluiting bij de lokale situatie, de Nijmeegse behoeften en de wijze waarop we de nieuwe wmo en Jeugdhulp in Nijmegen vormgeven. Bovendien zorgt zo’n plan voor draagvlak voor de voorgestelde activiteiten, wat de kans op succesvolle uitvoering vergroot.
pagina
3 van 15
Gezondheidssituaties zijn niet gelijk verdeeld: vrouwen in achterstandswijken en hun kinderen lopen een groter risico op sterfte en ziekte rond en kort na de geboorte, met gevolgen op latere leeftijd en in volgende generaties. Medische én niet-medische factoren, zoals leef- en omgevingsomstandigheden of psychosociale problematiek binnen kwetsbare gezinnen, spelen hierin een rol. De invloed van sociaalmaatschappelijke, en dus ook armoede gerelateerde risico’s, is lange tijd onderschat, evenals de bijdrage van de stapeling van vooral ook niet-medische risico’s1 ). Ook in Nijmegen zien we gezondheidsverschillen, bijvoorbeeld in de gezondheid tussen kinderen van ouders met een laag opleidingsniveau en kinderen van ouders met een hoger opleidingsniveau. Risicogroepen daarbij zijn kinderen van wie de ouders moeite hebben met rondkomen, kinderen van niet-westerse herkomst en eenoudergezinnen. Ruim een op de drie kinderen woont in een aandachtswijk. Ook tussen aandachtswijken en niet-aandachtswijken zien we verschillen in gezondheid en in factoren die de gezondheid van het kind nu of in de toekomst beïnvloeden. Naast opleiding en inkomen worden gezondheidsachterstanden beïnvloed door biologische factoren, fysieke omgeving, sociale omgeving, leefstijl en toegankelijkheid en kwaliteit van de gezondheidszorg. Participeren heeft eveneens een grote invloed op gezondheid. We weten ook dat gezondheidsvaardigheden en het vermogen tot zelfmanagement een grote rol spelen. Het programma Gezond in de stad is met name gericht op het aanpak van sociaal economische gezondheidsverschillen (SEGV). De GGD volwassen en ouderenmonitor 2012 laat zien dat lager opgeleiden (een van de indicatoren voor lage SES) significant verschillen met midden of hoog opgeleid op de volgende punten: • Algehele gezondheid wordt als matig tot slecht ervaren • Ernstige overgewicht • Diabetes komt meer voor • Chronische aandoeningen komen vaker voor • Minder participatie als vrijwilliger • Angst en depressie komt meer voor • Eenzaamheid komt meer voor • Geeft minder mantelzorg, maar het ontvangen van mantelzorg is hoger • Overgewicht komt meer voor • Bewegen volgens de NNGB is minder bij vooral 65+ • Hebben geen geld voor sportlidmaatschap • Vaker last van depressies of angststoornissen • Groente en fruit worden minder vaak gegeten • Meer werkloosheid • Vaker in de schulden of heeft moeite met het rondkomen • Jongeren bewegen minder dan 7 uur per week • Jongeren eten weinig groente en fruit • Overgewicht bij jongeren is aan het toenemen De gevolgen van een slechte gezondheid blijven niet beperkt tot een verminderde kwaliteit van leven en een groter beslag op gezondheidszorg. Een slechte gezondheid heeft op zichzelf weer invloed op opleiding, werk en participatie, terwijl minder opleiding, minder werk en een lagere participatie op hun beurt weer bepalend zijn voor de gezondheid. Deze wisselwerking vraagt om een aanpak die hier rekening mee houdt.
1
Monitoring en evaluatie van het programma Healthy Pregnancy 4 All-2: een sluitende aanpak door geboortezorg en jeugd(gezondheid)zorg
pagina
4 van 15
Het landelijke programma Gezond in de stad gaat bij deze aanpak tegen gezondheidsachterstanden uit van 5 sporen en 8 pijlers2 om op deze manier een integrale aanpak te realiseren.
Wat is er al? Het Nijmeegse Gezondheidsbeleid 2013-2016 Het Nijmeegse gezondheidsbeleid gaat uit van een integrale aanpak op alle prioriteiten die in het beleid gesteld zijn. Het tegengaan van gezondheidsachterstanden en het verkleinen van de gezondheidsverschillen is één van deze prioriteiten, naast tegengaan van overgewicht, verminderen van alcoholgebruik onder jongeren en versterken mentale gezondheid. Naast het reguliere werk van de GGD zoals de jeugdgezondheidszorg en gezonde school zetten wij nadrukkelijk in op wijkgerichte aanpak via de inzet van gezondheidsmakelaars (via de GGD, Interlokaal en Sportservice Nijmegen). Gezondheidsmakelaars werken samen met diverse partijen in de wijk (school, huisartsen, sociaal wijkteam, SWON, sportorganisatie, etc) om gezonde leefstijl te bevorderen en een gezonde leefomgeving te realiseren. Zo zijn er specifieke beweegprogramma’s voor kinderen en volwassen met overgewicht, maar ook laagdrempelige beweeg, ontmoet en kook activiteiten in de buurt georganiseerd. Ook vanuit Sportservice Nijmegen is aandacht voor sportstimulering in de wijk en op school via Gezonde school XL en meer bewegen voor kwetsbare groepen zoals ouderen en mensen met een beperking. Via het programma gezond ouder worden wordt samen met de bewoners ingezet op zo lang mogelijk vitaal en actief te blijven in eigen omgeving. Samen met het Sociaal Wijkteam werkt Indigo aan versterken van de mentale gezondheid, weerbaarheid en ondersteuning mantelzorgers van psychische/ psychiatrische patiënten. In diverse onderdelen is zorgverzekeraar VGZ partner bij deze uitvoering van beleid o.a als het gaat om beweegprogramma’s voor kinderen en volwassen, valpreventie, de inzet van de wijkverpleegkundige in het Sociaal Wijkteam, de inzet van Praktijkondersteuner GGZ en de ouderenmodule binnen de huisartsenpraktijk Daarbij is de inzet van het beleid met name gericht op de wijken waar mensen wonen met gezondheidsachterstanden zoals Lindenholt, Dukenburg, Hatert, Neerbosch-Oost, Nijmegen-West en Nijmegen-Midden. Als het gaat om jeugd en ouderen zijn er ook diverse activiteiten in Nijmegen- Noord. In Oost ontstaan ook steeds meer activiteiten als het gaat om ouderen.
2
In de bijlage een nadere toelichting
pagina
5 van 15
Wat gaan we doen? Op basis van wat er al is in Nijmegen en wat we vanuit het gezondheidsbeleid 2013-2016 in gang hebben gezet en waar op basis van de beschikbare informatie nog inzet op nodig is / gewenst is, stellen wij voor om op de volgende 4 onderdelen gericht in te zetten. 1. 2. 3. 4.
Gezonde Start Gezonde Jeugd Gezondheidsvaardigheden Gezonde beweging
pagina
6 van 15
Uitvoering
1.
Gezonde start en gezonde ontwikkeling in de eerste levensfase (gezond zwanger worden en gezond zwanger blijven, jeugdgezondheidszorg)
Vanaf het moment dat een vrouw zwanger wilt worden is het belangrijk om een gezondere levensstijl aan te nemen. Juist in die eerste periode is het ongeboren kind erg kwetsbaar. Een ongezonde zwangerschap kan schadelijke gevolgen hebben voor de gezondheid van de baby, wat ook kan doorwerken in zijn volwassen leven. Kinderen met een minder goede of slechte start hebben meer kans op problemen op het terrein van groei, gezondheid en ontwikkeling in hun latere leven. Daarom is het belangrijk dat zo veel mogelijk kinderen een gezonde start krijgen. Er bestaat een sociaaleconomische ongelijkheid in gezondheid tussen bevolkingsgroepen, ook in Nijmegen. Uit onderzoek door de GGD blijkt dat er grote verschillen zijn in de aanwezigheid van risicofactoren tussen bijvoorbeeld hoog en laagopgeleiden en tussen de verschillende wijken in Nijmegen. Andere risicogroepen zijn gezinnen die moeite hebben met rondkomen en eenoudergezinnen. Wat wordt er nu al in gemeente Nijmegen gedaan? In de afgelopen jaren is in Nijmegen intensief geïnvesteerd in het mogelijk maken van gezonde start. De inzet was gericht op voorlichting om zo een goede basis te geven, maar ook ter voorkoming van gezondheidsklachten of kindermishandeling. Daarom is ook ingezet op vroegsignalering, ketensamenwerking en ondersteuning bij opvoeding. Dit zijn de programma’s van afgelopen jaren: -
JGZ consultatiebureaus, met daarnaast in de attentiewijken extra inzet in Hatert, West, Dukenburg en Lindenholt, Maatwerkaanbod VHT en Lichte hulp. Consortium Nijmegen bevalt goed en VSV (samenwerking tussen: GGD, Radboudumc, CWZ, Coöperatieve Verloskundigen Nijmegen eo, KZG) gaat in 2015 samen met het VSV regio Nijmegen. Werkgroep Vroegsignalering, afstemming en samenwerking binnen de keten; Werkgroep Borstvoeding; bevordering van de borstvoeding Werkgroep Opvoedingsondersteuning en Richtlijn Opvoedingsondersteuning, werkgroep bestaand uit Tandem, NIM en GGD, gericht op: verbeteren van de kwaliteit van het gewone opvoeden, versterking van het preventieve voorveld, meer uitgaan van de kracht van sociale netwerken en bevorderen van effectiviteit en efficiency Kijk op kleintjes: is het bereiken van een samenhangend preventie- en hulpverleningsaanbod voor alle kinderen tussen 0-4 jaar in alle wijken van gemeente Nijmegen. Samen met de kinderopvang, huisartsen, BJZ, Mee, Tandem en Primair onderwijs is een sluitende keten voor de 0-4 jarigen gerealiseerd en zijn er korte lijnen onderling. 1e inventarisatie/gesprekken om wellicht Moeders van Nijmegen te ontwikkelen Verwijsindex Project Gezond Zwanger in Dukenburg en Lindenholt, als onderdeel van het landelijke project Healthy Pregnancy 4 All, preconceptiezorg en het signalering van gezondheidsrisico’s tijdens de zwangerschap. Mentale gezondheid en overgewicht: Sanny Smeekens (ontwikkelingspsychologe verbonden aan Behavioural Science Instituut en Academische werkplaats Jeugd) en Clemens Hosman (emeritus hoogleraar GGZ preventie) hebben hiervoor in opdracht van Academische werkplaats Publieke Gezondheid AMPHI een notitie geschreven.
pagina
7 van 15
Wat gaan we doen? GGD heeft samen met input van partijen in het veld (oa JGZ, Gezondheidsmakelaars, verpleegkundige, Gezonde schooladviseurs en team Seksuele gezondheid) een plan opgesteld om een Gezonde start te bevorderen. Ieder kind verdient een gezonde start van het leven, met zo optimaal mogelijk kansen op een goede gezondheid en ontwikkeling. Gezonde start omvat beleid, interventieprogramma’s en professioneel handelen dat bijdraagt aan het verminderen van duurzame gezondheidsrisico’s en het versterken van lichamelijke en emotionele weerbaarheid aan het begin van het leven van een kind, dus vóórdat iemand zwanger wordt, gedurende de zwangerschapsperiode en de eerste vier levensjaren. Dit aandachtsveld is gericht op kinderen -1 tot +4, dus op vrouwen met een kinderwens in de (nabije) toekomst (en hun partner), zwangeren, (nog ongeboren) kinderen en (aanstaande) ouders en hun sociale omgeving. Daarmee wordt niet alleen een gezonde start gegarandeerd, maar ook door in te zetten op positief ouderschap wordt er bijvoorbeeld kindermishandeling voorkomen. In overleg met de JGZ, Gezondheidsmakelaars, verpleegkundige, Gezonde schooladviseurs en team Seksuele gezondheid zijn er volgende prioriteiten opgesteld:
1. Aanstaande zwangeren weten hoe gezond zwanger te worden door het versterken van de preconceptie en interconceptiezorg: Inzetten op ROC’s/Voortgezet Onderwijs en dan met name VMBO, speciaal onderwijs en praktijkonderwijs. Hierbij aansluiten op Gezonde school methode en contacten van GGD met scholen. Samen met scholen en de doelgroep kijken hoe we dit zouden kunnen versterken. interconceptiezorg (kinderopvang, verloskundige/kraamzorg, JGZ) en meer alertheid/inzet/verwijzing via reguliere huisartsenzorg (samen met de doelgroep). 2. Versterken positief ouderschap bij kwetsbare (aanstaande) ouders via kinderopvang en/ of bestaande interventies (bijvoorbeeld Moeders informeren Moeders, Moeders voor Nijmegen, Stevig Ouderschap, Voorzorg. Met positief ouderschap wordt bedoeld: kennis en vaardigheden over gezonde leefstijl (incl. stressreductie, opvoedingscompetenties). 3. Er vindt optimale samenwerking in de keten plaats, ook op wijkniveau. Maken van samenwerkingsafspraken tussen betrokken partijen in de wijken, zowel op inhoud als op proces: sociaal wijkteam, huisarts, 1e lijn en 2e lijn verloskunde, kraamzorg, JGZ, welzijn en gezondheidsmakelaars. De betrokken partijen maken een gedegen en gedragen werkplan per wijk om te werken aan bovenstaande doelstellingen. Dit is geen doel op zich, maar wel een middel en essentiële randvoorwaarde om de eerste 2 doelstellingen te realiseren en zal ook zo veel mogelijk vanuit reguliere middelen gefinancierd worden. De sociale wijkteams en de huisartsen zien veel en hebben veel contact met de doelgroep, we zien rondom de gezonde start dan ook een signalerende en doorverwijzende rol (naar andere relevante organisaties/professionals/interventies met behulp van een goede sociale kaart) en het geven van input/aanwijzingen over hoe we gezonde start in hun wijk nog verder kunnen versterken. We zien echter hierin nog wel een aantal bottlenecks, waardoor we inschatten dat, hoewel optimale samenwerking in de keten broodnodig is en een “vanzelfsprekende’ basis moet zijn, deze samenwerking niet zomaar gerealiseerd is. Bijvoorbeeld, we zien dat de sociale wijkteams nu veel gevraagd worden, terwijl zij tegelijk nog veel dingen moeten opstarten/ontwikkelen. We willen dit programma Gezonde start graag goed met hen samen ontwikkelen en afstemmen, maar dat vergt tijd en aandacht en echt vanaf de start samen optrekken, en gezien de druk die nu op sociale wijkteams gelegd wordt is dit niet van vandaag op morgen gerealiseerd. Een andere bottleneck is de samenwerking tussen 1e en 2e lijn, waarbij de gewenste verschuiving van de overheid van 2e naar 1e lijn en met organiseren van de zorg dichtbij in de wijk nog achterblijft door de bestaande financiële schotten tussen 1e en 2e lijn en bijvoorbeeld door privacy-issues en delen van gegevens van patiënten.
pagina
8 van 15
Deze aanpak past binnen de gestelde eisen bij de sporen: Preventie en zorg Gedrag en vaardigheden Sociale omgeving Kosten
GGD: Projectleiding
GGD: Vacatiegeld voor de werkgroepen, bestaand uit verpleegkundigen GGD: Onafhankelijk advies over in te zetten interventies (op basis van offerte van Clemens Hosman en Sanny Smeekens) GGD: Interventies totaal: Waarvan circa dit deel wordt besteed aan: · Preconceptiezorg (uitvoer) · Versterken positief Ouderschap (in 2015 voorbereiding, in 2016 en 2017 uitvoer) GGD: Onvoorzien NIM: Projectleiding
Totaal:
2.
2015
2016
2017
€ 23.940,- (0,4 ft, start in juni) dit zijn de kosten voor 7 maanden € 5.000,-
€ 20.520,- (0,2ft) dit zijn de kosten voor één jaar
€ 20.520,- (0,2ft) dit zijn de kosten voor één jaar
€ 5.000,-
€ 5.000,-
€ 30.000,-
€30.000,-
€ 8.000,-
€17.000,-
€5.000,€ 12.000,-
€5.000,€25.000,-
€5.000,€25.000,-
€ 2.120,-
€ 3.960,-
€ 3.960,-
€ 23.940,- (0,4 ft, start in juni) dit zijn de kosten voor 7 maanden € 80.000,-
€ 20.520,- (0,2ft) dit zijn de kosten voor één jaar
€ 20.520,- (0,2ft) dit zijn de kosten voor één jaar
€ 80.000,-
€ 80.000,-
Gezonde Jeugd
De vier grote welzijnsorganisaties in Nijmegen, gezamenlijk W4 genoemd, hebben een ontwikkelopdracht gekregen op het gebied van preventief jeugdbeleid. W4 is gevraagd voor de gehele breedte van activiteiten een analyse uit te voeren van wat er op dit moment aanwezig is in de stad aan activiteiten, waarom deze activiteiten worden uitgevoerd, hoe deze in samenhang met elkaar tot een beter resultaat dienen te lijden en wat er eventueel nodig is voor verbeteringen hiervan. De ontwikkeling in de stad en de diverse wijken in Nijmegen op het gebied van jeugd en jongeren zal vanaf 2016 (en verder) vooral gebeuren aan de hand van de keten van (talent)ontwikkeling, preventie, signalering en hulpverlening en vanuit aandacht voor culturen en leefomgevingen
pagina
9 van 15
(thuis, vrije tijd, straat, school/opleiding, werk) deze zichtbaar te maken en eventuele investeringen en aandachtsgebieden hieruit te destilleren. De belangrijkste vraag die aan W4 meegegeven wordt is: Wat is de huidige stand van zaken van de Nijmeegse jeugd in de stad en in de wijken en wat is er in 2016 nodig om de doelstellingen in de toekomst te behalen? Daarbij wordt er getracht om ook op deze vragen een antwoord te krijgen: - Hoe ziet de huidige situatie eruit voor de Nijmeegse jeugd? Wat is de situatie op stedelijk- en wijkniveau? - Hoe verhouden de diverse producten uit de W4 offerte voor het gebied jeugd zich tot de huidige situatie en de diverse genoemde fasen in de keten van zorg- en hulpverlening? - Hoe zou de toekomstige inzet eruit kunnen zien, gelet op de huidige situatie en inzet van producten, op stedelijk niveau en op wijkniveau? Welke gemotiveerde keuzes zijn te maken en uit te werken voor de inzet van de producten rondom (preventief) jeugdbeleid, zoals opvoedingsondersteuning, jongerenwerk etc.? De doelstelling is dat er inzicht komt in de ontwikkelingsrichting van de W4 op het gebied van (preventief) jeugdbeleid, in de vorm van concrete producten en activiteiten. In de geformuleerde opdracht richting W4 is nadrukkelijk gevraagd om ook aandacht te besteden aan jongeren en gezondheid. In de tweede kwartaal zal W4 met een voorlopige voorstel komen en eind kwartaal 3 met een meer definitieve voorstel. De verwachting is dat op het gebied van gezondheid men vanaf volgende jaar actief aan de slag kan gaan. De inschatting is dat het inzet op deze onderwerp ongeveer € 50.000 euro op jaarbasis zal bedragen. Deze aanpak past binnen het spoor: Preventie en zorg Sociale omgeving
Totaal
3.
2015 Nog geen uitvoering
2016 € 50.000,-
2017 € 50.000,-
Gezondheidsvaardigheden en laaggeletterdheid
Een op de negen Nederlanders is laaggeletterd (heeft moeite met lezen en rekenen). In Nijmegen gaat het om ongeveer een groep van 15.000 mensen.
De tweejarige dochter van mevrouw Hendriks heeft al vier dagen koorts. Mevrouw gaat naar de huisarts. De huisarts legt uit dat haar dochter een oorontsteking heeft en schrijft vloeibare paracetamol voor tegen de pijn. Mevrouw Hendriks haalt het drankje op bij de apotheek. Daar wordt uitgelegd dat ze haar dochter drie keer per dag 5ml moet geven en wordt er een maatkopje meegegeven. De apotheekassistente vraagt of mevrouw nog vragen heeft. Mevrouw Hendriks weet niet welke vragen ze moet stellen en zegt dat ze alles begrijpt. Eenmaal thuis leest mevrouw de bijsluiter. Door de ingewikkelde termen en grote hoeveelheid tekst begrijpt mevrouw de informatie onvoldoende. Ze vult het maatkopje en giet de vloeistof in het pijnlijke oor van haar dochter.
Ruim 25% van de Nederlandse bevolking heeft (zeer) beperkte gezondheidsvaardigheden. Ouderen binnen deze groep hebben 1.5 tot 2 maal hogere sterftekans dan ouderen met adequate
pagina
10 van 15
gezondheidsvaardigheden. 5.2% van de laagst geletterde mannen hebben diabetes tegenover 1.5% van de hoogst geletterden. 6% van vrouwen onder de laagst geletterden versus 0.9% onder de hoogst geletterden hebben diabetes. 13% van alle kinderen in Nederland loopt het risico om op latere leeftijd onder de noemer ‘laaggeletterd’ te vallen.
Laaggeletterden kunnen wel lezen en schrijven, maar hebben bijvoorbeeld moeite met: • het begrijpen van folders en websites • het invullen van formulieren • het afhandelen van de post • het lezen van bijsluiters van medicijnen Voor laaggeletterden is het lastig de weg te vinden binnen de huidige gezondheidszorg, zowel figuurlijk als letterlijk. Deze groep patiënten heeft moeite met het begrijpen van schriftelijke informatie over hun ziekte, met de mondelinge voorlichting van hun zorgverlener en met zelfmanagement bij chronische aandoeningen. Dit betekent dat zij over weinig gezondheidsvaardigheden beschikken. Laaggeletterden gaan vaker naar een huisarts of medisch specialist en maken minder gebruik van preventieve programma’s. Aandoeningen zoals astma, diabetes, kanker, hartinfarcten en psychische problemen komen bij deze groep vaker voor. Zij maken ook minder gebruik van preventieve zorg dan mensen met meer gezondheidsvaardigheden. Mensen met weinig gezondheidsvaardigheden hebben vaker een laag inkomen, laag opleidingsniveau of een lage sociale status dan mensen met een meer gezondheidsvaardigheden. Een opleiding kan kennis over gezondheid en ziekte vergroten, maar kan ook bijdragen aan de ontwikkeling van vaardigheden om informatie te kunnen ontsluiten. De ‘gezondheidsvaardigheden’ zijn vaardigheden om adequaat met informatie over gezondheid, ziekte en zorg om te gaan. Dit zijn de vaardigheden om gezondheidsinformatie ook kritisch te analyseren en deze te gebruiken om meer controle uit te oefenen over het eigen leven en hebben directe gevolg op zelfredzaamheid. • Mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden hebben vaak moeite met het begrijpen van informatie van hun zorgverlener en met het vinden van hun weg in de zorg, met als gevolg een hogere morbiditeit en sterfte. • Gezondheidsvaardigheden omvatten meer dan alleen geletterdheid. Nederland telt ongeveer anderhalf miljoen laag- en ongeletterden, van wie twee derde van autochtone afkomst. De groep met beperkte gezondheidsvaardigheden is nog groter. • Zorgverleners, onder wie artsen, moeten beperkte gezondheidsvaardigheden herkennen om er adequaat op te kunnen inspelen, bijvoorbeeld door het doseren van informatie, het toetsen van begrip, ondersteuning van de communicatie met visuele middelen, en een langere consulttijd. • Hierdoor zullen klinische uitkomsten naar verwachting verbeteren, maar onderzoek naar de effectiviteit van dergelijke maatregelen is noodzakelijk. De winst die te behalen is: Winst doordat patiënten beter omgaan met zowel ziekte als gezondheid. Patiënten kunnen informatie over de behandeling van hun gezondheidsklachten beter beoordelen. Ook kunnen zij informatie over een gezonde leefstijl beter begrijpen en toepassen. Winst doordat patiënten beter kunnen communiceren met hun zorgverlener. Investeren in gezondheidsvaardigheden zorgt voor verhoging van kennis, actievere communicatie en minder schaamte. Hierdoor verbetert de interactie tussen zorgverlener en patiënt. Winst door betere toegang en beperkter gebruik van de gezondheidszorg. Het verbeteren van gezondheidsvaardigheden zorgt ervoor dat laaggeletterden beter begrijpen bij welk soort zorgverlener ze met hun gezondheidsvraag terecht kunnen. De gemeente Nijmegen vormt samen met verschillende publieke en private instellingen het bondgenootschap laaggeletterdheid regio Nijmegen. Dit bondgenootschap zet zich in om laaggeletterdheid in de regio te voorkomen en te verminderen. Een lastige taak omdat op
pagina
11 van 15
laaggeletterdheid een groot taboe rust: laaggeletterden schamen zich, denken dat zij de enige zijn, denken dat ze niet geholpen kunnen worden en zijn vaak huiverig voor cursus of scholing. GGD heeft zich ook tot de bondgenootschap aangesloten en is van plan om het onderwerp gedegen op te pakken. GGD heeft natuurlijke verbanden met de plekken waar laaggeletterden gesignaleerd kunnen worden, zoals consultatiebureaus, huisartsen, enz. Het is belangrijk om in te zetten op verschillende onderdelen: signalering, het doorverwijzen van mensen, het vereenvoudigen van de eigen communicatie en kennisdeling met andere gezondheidsprofessionals. De laatste twee zijn met name noodzakelijk bij de huisartsen en apotheken. Het voorstel is om een continuering van het binnen de gemeente ontwikkelde aanpak en verbreding van deze aanpak door extra inzet op de gezondheidszorg. Dit kan in de vorm van een projectleider die de betrokken partijen in Nijmegen aan elkaar gaat verbinden, GGD, ziekenhuizen, huisartspraktijken, apotheken, fysiotherapie, etc. De projectleider moet goed in het onderwerp van laaggeletterdheid zitten. Hij/zij moet goed zicht hebben op wat er al beschikbaar is en goed de doelgroep kennen. Daarnaast is het belangrijk om een goede inbedding binnen de GGD te waarborgen. Hiervoor wordt een bedrag beschikbaar gesteld van € 6.000,-. Deze aanpak zet in op de sporen: Gedrag en vaardigheden Participatie
GGD 4.
2015 € 80.000,-
2016 € 80.000,-
2017 € 80.000,-
Gezond beweging
Zowel met het gezondheidsbeleid 2013-2016 als met het sportbeleid 2013-2016 zetten wij in op het voorkomen van gezondheidsproblemen en het stimuleren van een gezonde leefstijl. Met deze inzet van de gezondheidsmakelaars / buurtsportcoaches kunnen wij de aanpak versterken op die plekken waar nog dit nodig is. Het gaat om extra inzet op jeugd en overgewicht, waarbij het accent ligt op het realiseren van (stadsbreed) organiseren van bijvoorbeeld gezonde kantine op scholen, beweegprogramma’s voor kinderen met overgewicht. Via de Het Interlokaal is daarbij specifieke expertise beschikbaar voor het bereiken van en stimuleren van allochtonen om te werken aan een gezondere leefstijl. Deze expertise is ook inzetbaar in de andere wijken waar gezondheidsmakelaars werken. De gezondheidsmakelaars / buurtsportcoaches worden ingezet op onderdelen waar nog witte vlekken zijn in de aanpak van gezonde leefstijl / bewegen en tegengaan van overgewicht en gezondheidsverschillen. De gezondheidsmakelaars en buurtsportcoaches zorgen voor de verbinding tussen welzijn, zorg en het ‘reguliere’ sport en beweegaanbod in de buurt. Door het maken van nieuwe combinaties en dwarsverbanden tussen organisaties en financiële stromen, wordt optimaal ingezet op het stimuleren van gezonde leefstijl en het verminderen van gezondheidsverschillen. Voor het stimuleren van meer bewegen voor ouderen en chronische zieken, wordt samengewerkt met activiteiten en het netwerk Sport en Bewegen Plus van Sportservice. Werkzaamheden van de gezondheidsmakelaar zijn: • het koppelen van de vraag van burgers aan het aanbod van gemeenten (beleid en wijkgerelateerde voorzieningen); • het brengen van sectoren en partijen bij elkaar om het aanbod klantvriendelijker te maken; • het promoten bij burgers het gebruik van het gezondheidsaanbod;
pagina
12 van 15
• het aanbieden van en verwijzen naar preventieve interventies bij een huisartsenpraktijk; • het opzetten en versterken van intersectorale werkgroepen; • het opnemen van gezondheid in wijkactieplannen. Nijmegen heeft 5 gezondheidsmakelaars in de volgende wijken: Dukenburg (de wijken Aldenhof, Meijhorst, Tolhuis, Zwanenveld en Malvert) Hatert (in het verlengde daarvan soms ook delen van Grootstal) Kolpingbuurt Lindenholt (de wijken Zellersacker, Voorsten- en Gildekamp en Leuvensbroek) Neerbosch Oost Oud West (de wijken Waterkwartier, Heseveld, Wolfskuil) Willemskwartier Concrete voorbeelden van projecten: Stoppen met Roken in Hatert: naar de vraag vanuit huisartsenpraktijken om aansluiting bij stoppen met roken programma’s heeft de gezondheidsmakelaar samen met een aantal partijen in de wijk een integrale aanpak stopen met roken opgezet. Hierin stond centraal: samenwerking en afstemming bij werving, bij een sluitend aanbod en bij een goede follow. Vallen verleden tijd in Hatert: aansluiting bij de cursus ‘vallen verleden tijd’ van Fysiotherapie Hatert. Er werd een werkgroepje ‘integrale valpreventie’ opgericht waardoor een keten gevormd kon worden. Sportservice Nijmegen (algemene aandacht voor bewegen), de wijkverpleegkundigen (signaleren, doorverwijzen, screening van d e thuissituatie) de huisartsen, apotheek (medicijnen met ene gele sticker) en woningcorporatie (thuissituatie) en de ergotherapeut (rollatorcontrole!) werken nu samen in het terugdringen van valrisico. Werkgroep Plussers en bewegen Dukenburg: burgerinitiatief van een wijkbewoner van Dukenburg in het kader van ‘Dromen over Dukenburg’. De vraag was om een overzicht te maken van beschikbare seniorensport in de wijk. Inmiddels is een actueel overzicht, in de vorm van een boekje huis-aan-huis bezorgd bij alle 60-plussers in Dukenburg. Verder zijn er sportmaatjes gevormd om de drempel om aan sport deel te nemen te verlagen. Burendag Lindenholt: er is een burendag georganiseerd zodat de buren elkaar beter leren kennen en daarmee sneller bij elkaar durven aan te kloppen voor hulp. Uiteindelijk werd er op 6 locaties in Lindenholt voor in totaal zo’n 75 wijkbewoners koffie geschonken. Het is de taak van de gezondheidsmakelaar om in het veld, afstemming te realiseren tussen de vraag van de bewoners en het aanbod van de organisaties op het gebied van gezondheid. Enerzijds signaleert de gezondheidsmakelaar gezondheidsproblemen in de wijk en verheldert de vraag van bewoners. Anderzijds heeft de gezondheidsmakelaar het aanbod op het gebied van gezondheid inzichtelijk en zorgt dat het aanbod onder de organisaties (sector overstijgend) bekend is. Op het moment gebeurt er al veel, maar de capaciteit is beperkt en er zijn nog belangrijke aandachtspunten zoals : - het bereiken van allochtonen - het hardnekkig probleem van overgewicht waardoor blijvend onder de aandacht brengen van preventie en vertaling naar collectieve activiteiten nodig is. - een groeiende groep van mensen (o.a. chronisch zieken) die niet (makkelijk) gebruik kan maken van het regulier sportaanbod, maar waar wel behoefte een noodzaak is aan bewegen - samenwerking en op gang brengen van een beweging op het gebied van overgewicht tussen partijen in het veld die met het onderwerp bezig zijn Het voorstel is om de uren van de gezondheidsmakelaars uit te breiden, zodat er meer capaciteit is om in te zetten met name op het op gang brengen van een beweging in de stad om gezamenlijkheid te creëren in de aanpak van overgewicht en het belang van een gezonde leefstijl. In Nijmegen zijn er al veel partijen met het onderwerp bezig. Echter om daar meer structuur aan te kunnen geven is het belangrijk dat iemand zich actief bezig houdt met het verbinden van
pagina
13 van 15
partijen aan elkaar, met het organiseren van bijeenkomsten en informatieoverdracht. Daarnaast zal aansluiting gezocht worden bij het programma Groen Verbindt. Ook deze taak zou de gezondheidsmakelaar op zich kunnen nemen. Daarbij kan sterker worden ingezet op de communicatie, stimuleren/ ondersteunen van burgerinitiatieven en het realiseren van themabijeenkomsten. Er is voldoende beweegaanbod maar meer samenwerking tussen zorg en sport/bewegen is noodzakelijk om de juiste doelgroepen te bereiken. Er zou meer samenwerkingen kunnen zijn op het gebied van bijvoorbeeld sportverenigingen, waarbij de sportaccommodatie ook aan andere clubs wordt aangeboden, zoals bijvoorbeeld een volleybalclub die hun accommodatie aan de bewoners aanbiedt voor het organiseren van badminton. Of de fitnesscentra meer betrekken bij het organiseren van de activiteiten en het inzetten van beweegmaatjes. Daarnaast zou ook meer aandacht kunnen zijn voor een stadsbreed thema. Zoals bijvoorbeeld wandelen, waarbij kan worden aangesloten bij het 100-jarig bestaan van de vierdaagse.is een grote behoefte op het inzet op het overgewicht. Deze aanpak zet in op de sporen: Fysieke omgeving Sociale omgeving Gedrag en vaardigheden
GGD
2015 € 30.000
2016 € 30.000
2017 € 30.000
pagina
2
14 van 15
Begroting
Voor de gemeente Nijmegen is er in 2014 € 165.069, in 2015 tot en met 2017 is er jaarlijks € 318.069 beschikbaar. Het budget voor 2014 is overgeheveld naar de jaren 2015 en 2016. Actie Gezonde start Gezonde Jeugd3 Gezondheidsvaardigheden Gezonde Beweging
2015 € 80.000 € 0,€ 80.000,€ 30.000,-
2016 € 80.000,€ 50.000,€ 80.000,€ 30.000,-
2017 € 80.000,€ 50.000,€ 80.000,€ 30.000,-
Totaal
€ 190.000,-
€ 240.000,-
€ 240.000,-
3
Deze bedragen zijn een inschatting.
pagina
15 van 15
Bijlage Integrale aanpak; wat is dat? In Nederland zijn veel gemeenten goed op weg in de aanpak van gezondheidsachterstanden. Vaak wordt echter ingezet op slechts één of twee sporen; een brede samenhangende aanpak blijkt nog moeilijk van de grond te komen. De (internationale) ervaring leert juist dat een integrale aanpak die zich richt op een gezonde leefstijl, gezonde fysieke en sociale omgeving, goede en toegankelijke zorg en participatie nodig is om duurzaam effect te sorteren. Op deze vijf ‘sporen’ kan op lokaal niveau het verschil worden gemaakt. Uit nationale en internationale studies, programma’s en ervaringen blijkt dat daarbij acht pijlers de aanpak effectiever maken.
De aanpak: vijf sporen, acht pijlers Vijf sporen - Gezond gedrag en gezondheidsvaardigheden. Het is belangrijk dat burgers zich bewust zijn van de mogelijkheden om hun eigen gezondheid te behouden of te verbeteren. Daarvoor zijn kennis en vaardigheden omtrent gezond gedrag en een evenwichtige leefstijl nodig. - Participatie. Actief meedoen in de samenleving maakt mensen gezond. Dat kan door betaald of vrijwilligerswerk, het volgen van een opleiding of anderszins. Participatie en gezondheid beïnvloeden elkaar over en weer. - Gezonde fysieke omgeving. Een gezonde fysieke omgeving draagt bij aan gezond gedrag. Het gaat bijvoorbeeld om een goed binnenmilieu in woningen en scholen, een schone en veilige buitenruimte – liefst met veel groen – en verschillende mogelijkheden om te sporten. - Gezonde sociale omgeving. Het sociale netwerk heeft veel invloed op het eigen gedrag, gevoel van veiligheid en gezondheid. Steun en bijval vanuit de omgeving kunnen mensen net dat extra zetje geven dat soms nodig is. - Goede preventie en zorg. Goede en laagdrempelige zorg in de buurt met aandacht voor preventie is een randvoorwaarde voor gezondheid. Daarbij is de samenwerking tussen zorg- en welzijnsaanbieders in de wijk en tussen gemeenten en zorgverzekeraars van belang. Acht pijlers - Burgers zijn hoofdrolspelers. Betrek de burgers binnen de gemeenten en wijken, ga met ze in gesprek over wat zij belangrijk vinden en versterk hun eigen rol en initiatieven. - Differentiatie is essentieel. Dé burger, dé wijk en dé gemeente bestaan niet. Vermijd het ‘one size fits all’-denken en laat interventies altijd aansluiten bij de eigen gemeente, wijken en burgers. Denk ook aan de verschillende levensfasen waarin mensen zitten, zoals jongeren, gezinnen of ouderen. - Bestuurlijke betrokkenheid. Eigenaarschap is een doorslaggevende succesfactor. Draagvlak bij lokale bestuurders is voorwaarde voor een succesvolle aanpak en borging in regulier beleid. - Proces is even belangrijk als inhoud. Creëer een procesmatige aanpak en benut de energie en motivatie van mensen. Laat ‘best persons’ de kar trekken . Versterk de vaardigheden van de mensen die het moeten doen: burgers, vrijwilligers en professionals. - Synergie circuits. Laat de werelden van preventie en zorg, eerste lijn en sociale wijkteams, werk en inkomen, ruimtelijke ordening, onderwijs, sport en bewegen elkaar versterken. Hetzelfde geldt voor de formele en informele netwerken in de wijken. - Publiek en privaat. Vanuit de JOGG-aanpak is bekend dat de samenwerking tussen publieke en private partijen veel oplevert. Breng op lokaal niveau zorgprofessionals, scholen, sportverenigingen, bedrijven, winkeliers en vrijwilligersorganisaties met elkaar in contact. Ze hebben elkaar veel te bieden. - Sociale marketing op alle niveaus. De manier waarop de boodschap wordt gebracht, kan diezelfde boodschap versterken. Gebruik de principes van sociale marketing, zowel op strategischbestuurlijk niveau als richting zorgprofessionals en burgers. - Monitoren voortgang en resultaten. Formuleer heldere doelen en zet consistente acties in. Zo zijn de voortgang en resultaten goed te monitoren. Probeer de kosteneffectiviteit in kaart te brengen met MKBA’s: Maatschappelijke Kosten en Baten Analyses.
Aanzet tot een programma Gezonde Start in gemeente Nijmegen
auteurs
uitgave datum afdelingen
Gerdine Fransen, Goke Zijlmans, Margreet de Ruiter, Anja Ton, Meta Moerman, Gerard Molleman en Hannelore Hoogeveen GGD Gelderland-Zuid 10 april 2015 Gezond Leven en Jeugdgezondheidzorg
ons kenmerk versie status bestandsnaam DEF.docx
GGD/N/GL/1255/GF/ns def 1500410 GF notitie gezonde start
Aanzet tot een programma Gezonde Start in gemeente Nijmegen pagina 2 van 18
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave 2 1 Aanleiding en algemene doelstelling 3 1.1 Wat is een gezonde start? 1.2 Waarom inzetten op een gezonde start? 1.3 Hoofddoelstelling 2 Wat wordt er nu al in gemeente Nijmegen gedaan? 5 2.1 Netwerken 2.1.1. Ketenzorg en vroegsignalering 2.1.2. Consortium Nijmegen bevalt goed en VSV 2.1.2. Werkgroep Borstvoeding 2.1.3. Werkgroep Opvoedingsondersteuning 2.2 Bestaande projecten 2.2.1. Kijk op Kleintjes 2.2.2. Project Gezond Zwanger in Dukenburg en Lindenholt 2.2.3. Mentale gezondheid en overgewicht 3 Kader voor een programma “Gezonde start” 8 3.1 De uitgangspunten voor het programma 3.2 Partners 4 Prioriteiten en de uitwerking ervan 9 5 Hoe zetten we GIDS gelden in voor Gezonde start? 11 5.1 Doelstellingen 5.2 De te realiseren mijlpalen op korte termijn: 5.3 Fasering 5.4 Organisatie Bijlage1: Tabel 1. Kindermonitor 2013: Ouders van kinderen in Nijmegen Bijlage 2: Cijfers borstvoeding gemeente Nijmegen 17 Bijlage 3: Het Balansmodel 18
3 3 4 5 5 5 5 6 6 6 6 7 8 8
11 12 13 13 15
Aanzet tot een programma Gezonde Start in gemeente Nijmegen pagina 3 van 18
1
Aanleiding en algemene doelstelling
Met het landelijke “Stimuleringsprogramma lokale aanpak gezondheidsachterstanden: Gezond in…” is er voor Nijmegen in 2015 en verder geld beschikbaar voor een integrale aanpak van gezondheidsachterstanden. Gemeente Nijmegen wil een deel van deze middelen (80.000 euro voor 2015) gaan inzetten ten behoeve van het verminderen van gezondheidsachterstanden rondom een gezonde start. Wat het budget zal zijn voor 2016, 2017 en 2018 is nu nog niet bekend. De opdracht van de gemeente aan de partijen in Nijmegen is om een programma voor “gezonde start” te ontwikkelen dat aansluit bij de activiteiten die nu al lopen in Nijmegen zoals het gezondheidsbeleid, het WMO-beleid, het afgesloten convenant met zorgverzekeraar VGZ, alle partijen binnen het Netwerk Nijmegen Op Een Lijn en het verloskundig samenwerkingsverband (VSV; gefuseerd met het Consortium Nijmegen Bevalt Goed). In hoofdstuk 2 schetsen we wat er in Nijmegen al specifiek gedaan wordt rondom gezonde start. Het doel van dit document is het schetsen van hoe we kunnen komen tot dit programma. Dit programma moet starten met een gezamenlijk, integraal plan van aanpak ter verbetering van de gezonde start van kinderen in Nijmegen. Een plan dat: • Gedragen, ondersteund en samen uitgevoerd wordt door alle belangrijke stakeholders • Aansluit bij wat we nu al doen in Nijmegen • En daarop verder gaat, de huidige aanpak verder wil verbeteren (aanvullen/verdiepen/verbreden/verankeren/samenhang verbeteren) • In koppeling met de transities en de mogelijkheden die de gemeente heeft om preventiever te werken en een gezonde start verder te bevorderen cq gezondheidsverschillen rondom gezonde start te verkleinen.
1.1
Wat is een gezonde start?
Gezonde start verwijst in deze notitie naar beleid, interventieprogramma’s en professioneel handelen dat bijdraagt aan het verminderen van duurzame gezondheidsrisico’s en het versterken van lichamelijke en emotionele weerbaarheid aan het begin van het leven van een kind. Gezonde start richt zich op kinderen -1 tot +4, dus op vrouwen met een kinderwens in de (nabije) toekomst (en hun partner), zwangeren, (nog ongeboren) kinderen en (aanstaande) ouders en hun sociale omgeving.
1.2
Waarom inzetten op een gezonde start?
Het is belangrijk dat zo veel mogelijk kinderen een gezonde start krijgen. Kinderen met een minder goede of slechte start hebben meer kans op problemen op het terrein van groei, gezondheid en ontwikkeling in hun latere leven. Er bestaat een sociaaleconomische ongelijkheid in gezondheid tussen bevolkingsgroepen, ook in Nijmegen. Uit onderzoek door de GGD blijkt dat er grote verschillen zijn in de aanwezigheid van risicofactoren tussen bijvoorbeeld hoog en laagopgeleiden en tussen de verschillende wijken in Nijmegen. Andere risicogroepen zijn gezinnen die moeite hebben met rondkomen en eenoudergezinnen (zie bijlage 1). Deze gezondheidsachterstanden worden ten dele bepaald door de invloed van sociale factoren die reeds tijdens zwangerschap en eerste levensjaren leiden tot duurzame verschillen in cognitieve en sociaal-emotionele competentie, weerbaarheid en immuniteit. Investeren in Gezonde Start, met name bij lage SES-gezinnen, kan daardoor bijdragen aan vermindering van sociaal-economische gezondheidsverschillen. Veel bekende risicofactoren en beschermende factoren voor de gezondheid en ontwikkeling van kinderen, beginnen zich te ontwikkelen tijdens de zwangerschap en in de eerste levensjaren, maar hebben een langdurige impact in het verdere leven.
Aanzet tot een programma Gezonde Start in gemeente Nijmegen pagina 4 van 18
Investeren in deze vroege risico- en beschermende factoren kan op lange termijn tot en breed spectrum aan gunstige gezondheids-, sociale en ook economische effecten leiden. Veel van deze factoren zijn rondom de start van het kind te beïnvloeden (sensitieve perioden), en makkelijker beïnvloedbaar met minder investering dan in latere levensfasen van het kind. Zie voor een overzicht van risicofactoren en beschermende factoren het Balansmodel van Bakker en Hermanns in bijlage 1. Ook de INVENT groep laat zien dat inzet zo vroeg mogelijk in het leven de beste kostenbatenverhouding in termen van sociaal kapitaal oplevert (zie Figuur 1).
Figuur 1. Belang van investeren in vroegtijdige signalering en interventies (advies Inventgroep 2005) “Helpen bij opgroeien en opvoeden: eerder, sneller en beter” (J. Hermanns, F. Öry en G. Schrijvers) Deze argumenten geven aan dat de start van het leven van een kind (en van de ouder(s) een heel belangrijke fase is, waarin preventief veel rendement gehaald kan worden om eventuele problemen op latere leeftijd te voorkomen/verminderen.
1.3
Hoofddoelstelling
De stip op de horizon is: Het (steeds verder) verkleinen van gezondheidsverschillen in Nijmegen, zodat zo veel mogelijk kinderen een zo optimaal mogelijke gezonde start hebben. De activiteiten die we binnen het programma gaan doen moeten hieraan bijdragen.
Aanzet tot een programma Gezonde Start in gemeente Nijmegen pagina 5 van 18
2
Wat wordt er nu al in gemeente Nijmegen gedaan?
Netwerken
2.1
2.1.1. Ketenzorg en vroegsignalering
De inspectie voor de gezondheidszorg (IGZ) benadrukt dat vroegsignalering en overdracht zo goed mogelijk moeten worden gedaan, voor continuïteit van zorg en goede overdracht van risicogezinnen, met zo weinig mogelijk administratieve lasten. (http://www.igz.nl/zoeken/document.aspx?doc=Verbetering+nodig+in+samenwerking+tussen+k raamzorg+en+JGZ&docid=7486). Er zijn sluitende afspraken gemaakt over het uitwisselen van gegevens en vooral bijzonderheden daarin tussen de eerstelijnsverloskundigen en de kraamzorginstellingen. Voorafgaand daaraan is het belang van vroegsignalering en gegevensuitwisseling door alle partijen erkend en heeft er scholing in plaatsgevonden. Er is een standaard overdrachtsformulier gemaakt, dat aansluit op het automatiseringssysteem van de verloskundigen De resultaten: • • • • • •
Meer afstemming tussen verloskundigen, kraamzorg en Jeugdgezondheidszorg (JGZ) tijdens zwangerschap. Verbeterde signalering van risicofactoren door verloskundigen en kraamzorg. Overdracht van signalen aan de JGZ. Contact tijdens de zwangerschap met de cliënt door de JGZ (indien nodig). Bespreekbaar (kunnen) maken van signalen bij de cliënt. Organiseren van casusoverleg door de drie betrokken disciplines (indien nodig).
2.1.2. Consortium Nijmegen bevalt goed en VSV Het consortium Nijmegen bevalt goed is een samenwerking tussen GGD, Radboud UMC, CWZ, Coöperatieve Verloskundigen Nijmegen eo en KZG). In 2015 gaat dit consortium samen met het Verloskundig Samenwerkingsverband (VSV) regio Nijmegen. In Nederland sterven nog relatief veel kinderen rondom de geboorte. Binnen het nieuwe consortium 'Nijmegen bevalt goed’ werken verloskundigen, gynaecologen, neonatologen, kinderartsen, kraamzorg en jeugdgezondheidszorg daarom samen aan een verbetering van de zorg bij zwangerschap en geboorte. De nadruk ligt daarbij op organisatorische aspecten, gezondheidsvoorlichting en gezondheidsbevordering. Het consortium voert verschillende praktijkgerichte projecten uit, waarbij de aanstaande moeder en haar toekomstige kind steeds centraal staan.
2.1.2. Werkgroep Borstvoeding In de regio Nijmegen wordt intensief samengewerkt t.b.v. de bevordering en begeleiding van borstvoeding. Borstvoeding maakt onderdeel uit van een “gezonde start” Al sinds 1997 heeft de werkgroep Borstvoeding een eigen regionale richtlijn Borstvoeding. De werkgroep bestaat uit de K Coöperatieve Verloskundigen Nijmegen. Canisius Wilhelmina Ziekenhuis, Radboudumc, Kraamzorg Zuid Gelderland, GGD Gelderland-Zuid (afdeling jeugdgezondheidszorg), de contactpersonen van de borstvoedingsorganisaties in de regio: VBN en LLL, en de vrijgevestigde lactatiekundigen.
Aanzet tot een programma Gezonde Start in gemeente Nijmegen pagina 6 van 18
2.1.3. Werkgroep Opvoedingsondersteuning De werkgroep bestaat uit Tandem, NIM en GGD. Er is een gezamenlijke visie geformuleerd, waarbij 3 aspecten beschreven zijn: 1. Een uniforme boodschap, positief opvoeden 2. Uitgangspunten voor ondersteuning bij opvoedingsvragen en –zorgen 3. Een sterke pedagogische basisstructuur Doelstellingen: • Verbeteren van de kwaliteit van het gewone opvoeden. • Versterking van het preventieve voorveld • Meer uitgaan van de kracht van sociale netwerken • Bevorderen van effectiviteit en efficiency 2.2
Bestaande projecten 2.2.1. Kijk op Kleintjes
Het doel van Kijk op Kleintjes (2006) is het bereiken van een samenhangend preventie- en hulpverleningsaanbod voor alle kinderen tussen 0-4 jaar in alle wijken van gemeente Nijmegen. Samen met de kinderopvang, huisartsen, BJZ, Mee, Tandem en Primair onderwijs is een sluitende keten voor de 0-4 jarigen gerealiseerd en zijn er korte lijnen onderling. Ook zijn er lijnen gelegd naar de sociaal wijkteams. De werkwijze is, vanuit multidisciplinaire teams: • Het bieden van themabijeenkomsten voor ouders. • Het bieden van licht pedagogische hulp in de vorm van oudergesprekken of Video Home Training. • Zorgcoördinatoren van de GGD observeren (na vraag van pedagogisch medewerkers) kinderen op peuterarrangementen, voeren desgewenst oudergesprekken en verwijzen naar hulp. Tevens zijn zij in sommige wijken voorzitter van het ZAT 0-4.
2.2.2. Project Gezond Zwanger in Dukenburg en Lindenholt Preconceptiezorg Binnen het project Gezond Zwanger in Dukenburg en Lindenholt, als onderdeel van het landelijke project Healthy Pregnancy 4 All, heeft de gemeente Nijmegen de afgelopen jaren al geïnvesteerd in preconceptiezorg en het signalering van gezondheidsrisico’s tijdens de zwangerschap. Rondom de preconceptiezorg zijn hiervoor kinderwensspreekuren opgezet en workshops gegeven. Kinderwensspreekuren: Deze worden gegeven door een verloskundige of een huisarts. Het aantal deelnemers bleef beperkt en er blijkt een misopvatting te leven dat kinderwensspreekuren bedoeld zijn voor vrouwen die problemen hebben met het zwanger worden. Workshops: De workshops richten zich met name op bestaande groepen. Deze groepen hadden een groot bereik en relatief veel vrouwen met een lager opleidingsniveau en van allochtone afkomst, en niet alleen vrouwen in de vruchtbare leeftijd maar ook ouder, dus ook de vrouwen in de nabij sociale omgeving van vrouwen met een kinderwens (aanstaande oma’s, tantes, etc). De workshops worden gegeven door gecertificeerde voorlichters vanuit Tandem, GGD (consultatiebureau) en ZZG kraamzorg, om op een laagdrempelige manier groepen voor te lichten voor wat je moet doen om gezond zwanger te worden.
Risicosignalering tijdens de zwangerschap Vanuit Gezond Zwanger in Dukenburg en Lindenholt zijn 15 zorgpaden ontwikkeld door een grote groep zorgverleners en deze zijn goedgekeurd door het VSV. Daarmee is afgesproken dat alle zorgverleners in de regio Nijmegen (aangesloten bij dit VSV) deze zorgpaden gebruiken als zij een risico signaleren. De eerstelijnsverloskundigen hebben het risicosignaleringsinstrument R4U toegepast bij meer dan 100 mensen en inhoudelijk zijn zij tevreden over dit instrument.
Aanzet tot een programma Gezonde Start in gemeente Nijmegen pagina 7 van 18
Echter, het werken hiermee is gestopt omdat het teveel tijd kostte. De onderzoeksresultaten over de gezondheidsuitkomsten worden medio 2015 verwacht. Mogelijk is er dan voor het VSV aanleiding voor een heroverweging. In de gemeente Groesbeek is recent een pilot gedaan naar de uniforme intake. Hierin hebben de eerstelijns verloskundigen alle intakes in een bepaalde periode gedaan en daarna is in VSVverband beoordeeld of het verdere traject bij de eerste of tweede lijn hoort. Op dit moment is niet duidelijk of en welk vervolg aan deze pilot gegeven wordt, maar mogelijk kan uniforme risicosignalering gemakkelijker verbeterd worden als het kan aanhaken bij een uniforme intake.
2.2.3. Mentale gezondheid en overgewicht
Sanny Smeekens (ontwikkelingspsychologe, verbonden aan Behavioural Science Instituut en Academische werkplaats Jeugd) en Clemens Hosman (emeritus hoogleraar GGZ preventie) hebben hiervoor in opdracht van Academische werkplaats Publieke Gezondheid AMPHI een notitie geschreven. Deze notitie heeft als doelen: 1. Een verkenning van mogelijkheden voor integrale bevordering voor een ‘gezonde start’ van het leven, met een focus op bevorderen van mentale gezondheid en preventie van overgewicht 2. Een eerste verkenning van kennis uit wetenschappelijk onderzoek ten behoeve van een effectief beleid en een effectieve praktijk voor het bevorderen van een gezonde start. De input van deze notitie en expertise van Sanny en Clemens kan ingezet worden ten behoeve van een gedegen wetenschappelijk onderbouwing ten gunste van ontwikkeling, opzet en evaluatie/monitoring van het programma Gezonde start.
Aanzet tot een programma Gezonde Start in gemeente Nijmegen pagina 8 van 18
3
Kader voor een programma “Gezonde start”
3.1
De uitgangspunten voor het programma
Waar mogelijk sluiten we aan bij en bouwen we voort op bestaande initiatieven en wat we nu al doen om gezonde start te bevorderen. Er gebeurt al veel. De uitdaging is: verbindingen leggen, ‘dubbelingen’ eruit halen, samenhang in de keten vormen en de ‘witte vlekken’ opsporen. We werken hierbij volgens de 5 sporen en 8 pijlers zoals het programma Gezond in de stad aangeeft. Andere uitgangspunten zijn: • • • • • •
3.2
Doe alles zoveel mogelijk samen met en/of vanuit de doelgroep. Mensgericht (breed kijkend, vraaggericht i.p.v. aanbodgericht gedacht vanuit het systeem); Zo dichtbij mogelijk (maar ook wat verderaf als dat passender is); maatschappelijk ingebed waar gewenst; Specifieke aandacht voor kwetsbare groepen zoals allochtonen, laaggeletterden en lage SES; Zo preventief mogelijk; Economisch houdbaar en duurzaam: inzetten op structurele en duurzame borging i.p.v. projectmatig activiteiten.
Partners
• • • • • • • • • • • •
Doelgroep zelf Gemeente en zorgverzekeraars. Alle partijen binnen het Verloskundig SamenwerkingsVerband/Consortium Nijmegen bevalt goed (VSV), (1e lijnsverloskundigen/ Coöperatieve Verloskundigen Nijmegen e.o., Verloskunde en Gynaecologie Radboudumc & CWZ, Kraamzorg(KZG), GGD) Universiteit: Clemens Hosman, Sanny Smeekens, Koos van der Velden, AWPG Jeugd, Academische werkplaats Publieke gezondheid AMPHI, Werkgroep opvoedingsondersteuning en W4, Entrea Healthy Preqnancy 4 All, Erasmus mc Rotterdam Onderwijs: ROC, VMBO, VSO en praktijkonderwijs; GGD: SOA SENSE; JGZ, Gezondheidsmakelaars en Gezonde school adviseurs in Nijmegen, onderzoekers, zorgcoördinatoren Kijk op Kleintjes, toezicht/inspectie kinderopvang, Veilig Thuis JOOP; Lactatiekundigen, werkgroep Borstvoeding Alle partijen binnen het Netwerk Nijmegen op een lijn (Huisartsenkring, CIHN, ZZG Zorggroep, W4, GGD, NIM, ROS Robuust)
• •
Sociale wijkteams (mn in aandachtswijken).
•
MEE
Voorlichters workshops Straks zwanger worden, en kinderwensspreekuren gegeven door huisarts Olaf Ouwendijk en verloskundige Mirielle Rutten (preconceptiezorg)
Aanzet tot een programma Gezonde Start in gemeente Nijmegen pagina 9 van 18
4
Prioriteiten en de uitwerking ervan
Alle deelnemers van de expertmeeting op 9 maart is gevraagd naar een top 3 van wensen, deze top 3-en zijn geclusterd naar onderstaande 6 prioriteiten. In de expert meeting is door de diverse experts gepleit voor deze prioriteiten. 1. Preconceptiezorg Vanuit project Gezond zwanger in Dukenburg en Lindenholt (GZDL) bleek dat er veel onwetendheid is over gezonde zwangerschap. Veel ongezonde leefstijlen voordat vrouwen zwanger worden, dit beeld zien we ook in de kindermonitor-gegevens (grote verschillen tussen hoog en laag opleidingsniveau in bijvoorbeeld aantal vrouwen die roken tijdens de zwangerschap en borstvoeding geven). Voorlichting preconceptiezorg, zowel individueel (kinderwensspreekuur door verloskundige of huisarts) als in groepen (tupperware party-methodiek: workshops Straks zwanger worden) kan bijdragen aan gezondere leefstijl van (aanstaande) zwangeren. Met de workshops worden relatief veel mensen bereikt, zeker als we dit geven aan bestaande groepen en ook veel vrouwen van allochtone afkomst. (Bestaande groepen zijn bijvoorbeeld Marokkaanse groepen, vriendinnengroepen via Tandem en Interlokaal). De verbetering rondom de preconceptiezorg zou kunnen gaan over: • Inzetten op ROC’s/Voortgezet Onderwijs en dan met name VMBO, speciaal onderwijs en praktijkonderwijs • interceptiezorg (kinderopvang, verloskundige/kraamzorg, JGZ) • en meer alertheid/inzet/verwijzing via reguliere huisartsenzorg. 2. Risico’s tijdens de zwangerschap Tijdig signaleren, systematische inventarisatie van medische en niet-medische risico’s door iedereen in de verloskundige keten en adequaat handelen bij risico’s (met behulp van zorgpaden) is essentieel om risico’s te verminderen en betere gezondheidsuitkomsten voor moeder en kind te krijgen. Hierin is in GZDL een start gemaakt, maar dit zou nog verbeterd kunnen worden in de keten (verloskundigen, huisartsen, sociale wijkteams, 2e lijn, kraamzorg en JGZ). 3. Integrale ketenzorg Signaleren en delen van de informatie door de belangrijkste partners en samen één inhoud afspreken. Hier ontbreekt het nu aan. Ligt in het verlengde van omgaan met risico’s tijdens de zwangerschap. 4. Borstvoeding Melk de witte motor, melk goed voor elk. Borstvoeding levert een bijdrage aan een gezonde start van de baby. Voordelen moedermelk: o.a. gratis, op de juiste tempratuur, minder kans op borstkanker bij moeder, overgewicht minder bij moeder en kind, goed voor taal- en spraakontwikkeling. In Nijmegen, bijlage 1 laat zien dat van hoge SES 13% geeft geen borstvoeding, lage SES 48% geen borstvoeding. Conclusie tijdens expert meeting: stimuleren van borstvoeding is belangrijk, maar zou een onderdeel moeten zijn van alle andere prioriteiten, bijvoorbeeld door het op ROC onderdeel te maken van de voorlichting rondom seksuele gezondheid en zwangerschap. 5. Kinderopvang Twee jaar om de kinderen voor te kunnen bereiden op school. Voor bepaalde groepen is het tijdsbestek te kort. Vooral als er achterstanden zijn. Het idee is om eerder te beginnen met programma´s voor ouders en kinderen (vanaf 1,5 jaar). Goed om spelenderwijs al ontwikkelingen bij te brengen en om pedagogisch medewerkers hierin goed te trainen. 6. Versterken “positief ouderschap” bij (aanstaande) ouders Effectieve programma´s om positief ouderschap te bevorderen. Eerste periode is de ouder en kind het belangrijkste. Vroege ouder kind relatie essentieel maar ook kwetsbaar. Goed en effectief programma om de binding met ouders te bevorderen. In een aantal ronden is gepleit en gestemd voor bovenstaande prioriteiten en zijn uiteindelijk 4 prioriteiten uitgewerkt:
Aanzet tot een programma Gezonde Start in gemeente Nijmegen pagina 10 van 18
1. Preconceptiezorg 2. Integrale ketenzorg 3. Kinderopvang 4. Versterken stevig ouderschap Zie tabel 2 in bijlage 4 hoe deze prioriteiten tijdens de expert meeting verder zijn uitgewerkt. Tijdens de expert meeting merkten we dat er een zekere overlap tussen de prioriteiten was, ze liggen in elkaars verlengde en hangen met elkaar samen. Daarom was het voor de aanwezigen ook moeilijk te kiezen en vielen er niet veel prioriteiten af gedurende de avond. In de nabespreking van de expert meeting met de auteurs van deze notitie kwamen we dan ook tot de conclusie dat we de 4 bovenstaande prioriteiten gaan over 3 doelstellingen: 1. Toekomstige/aanstaande zwangeren weten hoe gezond zwanger te worden (overeenkomstig met de uitwerking van prioriteit Preconceptie). 2. Versterken van positief ouderschap bij kwetsbare (aanstaande) ouders (samenvoeging van prioriteit “kinderopvang” en prioriteit “Versterken stevig ouderschap”). 3. Er vindt optimale samenwerking in de keten plaats, ook op wijkniveau (overeenkomstig met de uitwerking van prioriteit “integrale ketenzorg”). In het programma willen we ons gaan richten op deze 3 doelstellingen, die verder uitgewerkt staan op de volgende pagina’s.
Aanzet tot een programma Gezonde Start in gemeente Nijmegen pagina 11 van 18
5
5.1
Hoe zetten we GIDS gelden in voor Gezonde start?
Doelstellingen
Met de input van de expert meeting stelt de GGD het volgende voor. Om te werken aan de hoofddoelstelling, het (steeds verder) verkleinen van gezondheidsverschillen in Nijmegen, zodat zo veel mogelijk kinderen een zo optimaal mogelijke gezonde start hebben, stellen we de volgende doelstellingen: Doel Manieren om doel te bereiken opmerkingen Aanstaande zwangeren door het versterken van de weten hoe gezond zwanger preconceptie en interconceptiezorg: te worden 1. Inzetten op ROC’s/Voortgezet Onderwijs en dan met name VMBO, speciaal onderwijs en praktijkonderwijs. Hierbij aansluiten op Gezonde school methode en contacten van GGD met scholen. Samen met scholen en de doelgroep kijken hoe we dit zouden kunnen versterken, wat hierin mogelijk en wenselijk is. Dit geldt ook voor: 2. interconceptiezorg (kinderopvang, verloskundige/kraamzorg, JGZ) en 3. meer alertheid/inzet/verwijzing via reguliere huisartsenzorg. Ook hierin moeten we samen met de betrokken partijen en de doelgroep kijken hoe we dit kunnen vormgeven. Versterken positief via kinderopvang, JGZ en/ of Met positief ouderschap1 ouderschap bij kwetsbare bestaande interventies (bijvoorbeeld wordt bedoeld: kennis en (aanstaande) ouders Moeders informeren Moeders, vaardigheden over Moeders voor Nijmegen, Stevig gezonde leefstijl (incl. Ouderschap, Voorzorg) stressreductie, opvoedingscompetenties). Er vindt optimale samenwerkingsafspraken tussen Dit is geen doel op zich, samenwerking in de keten betrokken partijen in de wijken, zowel maar wel een middel en plaats, ook op wijkniveau op inhoud als op proces: sociaal essentiële wijkteam, huisarts, 1e lijn en 2e lijn randvoorwaarde om de verloskunde, kraamzorg, JGZ, welzijn eerste 2 doelstellingen te en gezondheidsmakelaars. De realiseren en zal ook zo betrokken partijen maken een veel mogelijk vanuit gedegen en gedragen werkplan per reguliere middelen wijk om te werken aan bovenstaande gefinancierd worden. doelstellingen. Vroegsignalering van medische en niet-medische risico’s tijdens de zwangerschap en daarop adequaat reageren, zoals genoemd bij prioriteit 2, blijft een heel belangrijk thema waarop nog veel verbetering te behalen is. We hebben dit niet als prioriteit binnen de bovenstaande doelstellingen genoemd, omdat we dit niet vanuit de GIDS-gelden willen oppakken. Wel willen we vanuit het VSV en vanuit de GGD, als partner in het VSV, dit (blijven) agenderen en samen met het VSV, maar ook met de sociale wijkteams en de huisartsen versterken.
1
Zie Nota Opvoedingsondersteuning gem. Nijmegen
Aanzet tot een programma Gezonde Start in gemeente Nijmegen pagina 12 van 18
De sociale wijkteams en de huisartsen zien veel en hebben veel contact met de doelgroep, we zien rondom de gezonde start dan ook een signalerende en doorverwijzende rol (naar andere relevante organisaties/professionals/interventies met behulp van een goede sociale kaart) en het geven van input/aanwijzingen over hoe we gezonde start in hun wijk nog verder kunnen versterken. We zien echter hierin nog wel een aantal bottlenecks, waardoor we inschatten dat, hoewel optimale samenwerking in de keten broodnodig is en een “vanzelfsprekende’ basis moet zijn, deze samenwerking niet zomaar gerealiseerd is. Bijvoorbeeld, we zien dat de sociale wijkteams nu veel gevraagd worden, terwijl zij tegelijk nog veel dingen moeten opstarten/ontwikkelen. We willen dit programma Gezonde start graag goed met hen samen ontwikkelen en afstemmen, maar dat vergt tijd en aandacht en echt vanaf de start samen optrekken, en gezien de druk die nu op sociale wijkteams gelegd wordt is dit niet van vandaag op morgen gerealiseerd. Een andere bottleneck is de samenwerking tussen 1e en 2e lijn, waarbij de gewenste verschuiving van de overheid van 2e naar 1e lijn en met organiseren van de zorg dichtbij in de wijk nog achterblijft door de bestaande financiële schotten tussen 1e en 2e lijn en bijvoorbeeld door privacy-issues en delen van gegevens van patiënten. Vanuit de GGD hebben we de commitment om en zien wij het als onze taak om, in het verlengde van het gemeentelijk beleid, ons preventief en stevig in te zetten voor de Gezonde start van kinderen. Om dit duurzaam, effectief en efficiënt te kunnen doen moeten we dit doen volgens de uitgangspunten beschreven in paragraaf 3.1 en is het noodzakelijk om goed de wijk erbij te betrekken. Het is een stadsbreed programma, met de mogelijkheid om een aantal zaken rondom het versterken van positief ouderschap en de preconceptiezorg zo veel mogelijk op maat voor de wijken te doen. Per wijk moet op maat gewerkt worden en aangesloten bij wensen, behoeften en mogelijkheden van de doelgroep en de professionals per wijk, waarbij we voorstellen om ons alleen op de aandachtswijken van Nijmegen te richten (naast een aantal stadsbrede zaken). Per aandachtswijk wordt aangegeven hoe de bovenstaande doelstellingen in die wijk gerealiseerd worden. Daarnaast zijn er zaken die ook stadsbreed kunnen worden aangepakt, bijvoorbeeld inzet via het ROC en moeten de wijken van elkaar leren/initiatieven van de wijken met elkaar verbonden zijn. In een stadsbreed werkplan wordt de samenhang tussen de verschillende “werkplannen” per wijk geschetst en gewaarborgd en stadsbrede interventies worden beschreven. De precieze invulling per wijk en stadsbreed moet samen met de belangrijke partners gemaakt worden en we kunnen nu nog niet op vooruit lopen, we kunnen wel de belangrijke stappen schetsen. De GIDS-middelen zullen ingezet worden om enerzijds de doelgroep (kwetsbare (aanstaande) ouders, kinderen en hun sociale omgeving) te versterken. Dit doen we door inzet van educatieve, omgevingsgerichte en beleidsgerichte interventies, gericht op het versterken van het weten, willen en kunnen van de doelgroep. Anderzijds zullen de GIDS-middelen ook worden ingezet om de infrastructuur van gezondheidsbevordering rondom de Gezonde start te verstevigen, zodat de interventies die gedurende dit programma worden uitgevoerd, na afloop van het programma kunnen blijven bestaan/geborgd en verankerd zijn op basis van reguliere financiering. Onderdeel van deze infrastructuur zijn bijvoorbeeld een stevige samenwerking in de keten.
5.2
De te realiseren mijlpalen op korte termijn: •
•
In mei beschrijving van de interventies (beoogde resultaten, wat is er voor nodig, randvoorwaarden en een onafhankelijk advies over welke interventies het beste in de context van de Nijmeegse aandachtswijken in te zetten op basis van theorie en onderzoek, resulterend in menukaarten, waaruit de wijk mag kiezen uit een select aantal goede interventies. In november/december liggen er gedegen en gedragen “werkplannen” per aandachtswijk met daarin SMART-doelstellingen, zijn hierover samenwerkingsafspraken gemaakt en is duidelijk hoe de bovenstaande doelstellingen worden beoogd te behalen. Ieder “werkplan” heeft hierin dezelfde basis van het stadsbrede, met een aantal wijkspecifieke
Aanzet tot een programma Gezonde Start in gemeente Nijmegen pagina 13 van 18
• • • •
aanpassingen, die in 1 of 2 keer overleg met een aantal professionals in de wijk en de doelgroep tot stand zijn gekomen. In september ligt er een gedegen en gedragen stadsbreed werkplan met daarin SMARTdoelstellingen, zijn hierover samenwerkingsafspraken gemaakt en is duidelijk hoe de bovenstaande doelstellingen worden beoogd te behalen. In september/oktober wordt gestart met de uitvoer van het stadsbreed werkplan en de stadsbrede interventies, bijvoorbeeld op het ROC. In januari 2016 (en waar mogelijk eerder) wordt gestart met de uitvoer van de interventies volgens de wijk-werkplannen. Tussentijdse evaluatie en overleg met gemeente Nijmegen in najaar 2015 om plannen voor 2016-2017 en 2018 te bespreken en bij te sturen.
5.3
Fasering
Mei/juni:
advies over beste opties interventies Clemens en Sanny uitwerking mogelijkheden kinderopvang, positief Ouderschap Juni/juli/aug: format maken, aansluiten bij 5 sporen van gemeente Nijmegen, Menukaart met opties per wijk en voor de stad Mei-sept: Benaderen van de samenwerkingspartners per wijk (en voor stadsbrede interventies) en starten met vormen van werkgroepen, samen starten met op maat maken van het werkplan. Sept/oktober: Opladen wijkplannen, op wijkniveau ook beoordelen of/ hoe elkaars activiteiten te versterken zijn, aansluiten sociaal wijkteam, huisartsen/POH-ers, gezondheidsmakelaars, JGZ, 1e lijn en 2e lijn verloskunde, kraamzorg en andere relevante professionals in de wijk en de doelgroep; gebruik maken van de wijkprofielen en sociale kaart. organiseren van samenhang tussen wijkwerkplannen en stadsbrede plan. Sept/oktober: start met de uitvoer van stadsbrede plan Nov/dec voorbereiden uitvoeren van wijk-werkplannen Jan. 2016 uitvoering werkplannen.
5.4
Organisatie
Voor het project stellen we een projectleider aan. De projectleiding van dit project moet de eerste maanden steviger zijn om alles op te starten en daarna kan dit minder worden, zodat dan meer ingezet kan worden om het daadwerkelijk bereiken van de doelgroep middels interventies, op een duurzame, effectieve en efficiënte manier. We stellen voor dat projectleiding van dit programma door het NIM en de GGD gezamenlijk wordt vormgegeven. Er zal een stuurgroep van gemeente, GGD en NIM gevormd worden (gefinancierd vanuit eigen middelen) om de voortgang van het project te monitoren. Daarnaast zal een werkgroep gevormd worden vanuit GGD, NIM en andere relevante organisaties om de projectleiding inhoudelijk te ondersteunen, dit ook gefinancierd vanuit eigen reguliere middelen. Verder zal een werkgroep per wijk en per (stadsbrede) interventie gevormd worden, verantwoordelijk voor het opstellen en uitvoeren van hun werkplan. Projectleiding heeft hierin een aanjagende en ondersteunende rol. Wat Projectleiding: start per 1 mei: 2015: 7 maanden x 0,4 FTE GGD + 0,4 FTE NIM (2016-2017: circa 0,2 FTE GGD + 0,2 FTE NIM) Vacatiegeld voor werkgroepen Onafhankelijk advies over in te zetten interventies (op basis van offerte van
Kosten in 2015 47.880 (=665 productieve uren op basis van uurtarief 72,=) 5.000 8.000
2016 41.040 (= 570 productieve uren)
2017 41.040 (= 570 productieve uren)
5.000 -
5.000 -
Aanzet tot een programma Gezonde Start in gemeente Nijmegen pagina 14 van 18
Clemens Hosman en Sanny Smeekens) Interventies: totaal: Waarvan circa dit deel wordt besteed aan: • Preconceptiezorg (uitvoer) • Versterken positief Ouderschap (in 2015 voorbereiding, in 2016 en 2017 uitvoer) Onvoorzien Totaal:
17.000 5.000 12.000
2.120 80.000
30.000
30.000 5.000 25.000
3.960 80.000
5.000 25.000
3.960 80.000
Vacatiegeld voor werkgroep: Samenwerking binnen de keten voor reguliere zorg kan en mag niet vanuit deze GIDS-middelen gefinancierd worden. Het meewerken aan het opzetten van een werkplan valt echter niet onder reguliere zorg en is voor veel zorgverleners iets wat zij buiten hun dagelijkse werkzaamheden erbij zouden moeten doen. Door hen tegemoet te komen en een deel van hun onkosten te vergoeden middels deze vacatiegelden zal dit de samenwerking bespoedigen/vergemakkelijken. Daar waar organisaties zelf deze kosten willen/kunnen dragen wordt dit toegejuicht en gestimuleerd.
Aanzet tot een programma Gezonde Start in gemeente Nijmegen pagina 15 van 18
Bijlage1: Tabel 1. Kindermonitor 2013: Ouders van kinderen in Nijmegen (bron: www.ggdgelderlandzuid.nl) In %
Totaal Nijmegen Achtergrondkenmerken eenoudergezin Kind niet-westers allochtoon Geen betaald werk vader Geen betaald werk moeder Geen inkomen uit werk in gezin Moeite met rondkomen Gezondheid/welzijn Kind heeft beperking met gevolgen voor bewegen, sociale omgang of opvoeding Overgewicht (2-12 jaar) Verhoogd risico op psychosociale problemen (SDQ verhoogd) Ingrijpende gebeurtenissen: Conflicten/ruzies binnen gezin Echtscheiding Problemen ivm werk(loosheid) Psychische problemen van een van de ouders Langdurige ziekte/handicap van een gezinslid Problemen met drank/verslaving van een gezinslid Kind meestal weerbaar (412 jr) Opvoeding Ouder zelden/nooit met familie en vrienden praten over opvoedingsproblemen Ouder vindt deze steun: Voldoende onvoldoende, ik zou graag meer steun nvt, ik krijg geen steun Ouder krijgt zelden/nooit hulp van familie en vrienden bij opvoeding Ouder vindt deze hulp: Voldoende onvoldoende, ik zou graag meer hulp willen nvt, ik krijg geen hulp
Opleidingsniveau ouders 0 tot 12 jarigen 0-4 jarigen/ totaal 0-12 jarigen -
Laag
Midden
16
33
5 /10 13 /15 9 /11 19 /21 6 /8
19 30 24 40 22
20 /22
Hoog
51
Nietaandachts wijken 62
aandachts wijken 38
7 14 11 20 6
8 8 6 12 3
7 10 8 16 5
15 22 17 30 16
42
22
12
18
28
2/6
10
6
4
5
8
7 / 11 -/ 9
22 20
8 11
7 4
9 8
13 11
13/21 5/12
29 17
24 13
17 9
20 10
24 15
15/17
22
19
13
15
20
8/11
13
10
10
10
12
6/11
15
13
8
10
13
0/2
3
2
1
1
2
70
64
na/67
47
67
76
4/7
13
8
4
5
10
93 /90 4/4
84 4
90 3
93 4
92 4
87 5
3/6 16 /27
11 39
7 29
3 20
4 24
9 31
82 /76
69
74
79
78
71
9/8 9 /17
5 26
7 19
9 11
7 14
8 21
Aanzet tot een programma Gezonde Start in gemeente Nijmegen pagina 16 van 18
Ouder heeft op dit moment behoefte aan opvoedingsondersteuning Leefstijl kind Tijdens de zwangerschap heeft de moeder: (0-4 jr) (af en toe) alcohol gedronken (af en toe) gerookt Borstvoeding 1e half jaar (04 jr): Geen borstvoeding Alleen borstvoeding Ontbijten dagelijks Dagelijks fruit eten Dagelijks groente eten Drinkt 3 of meer suikerhoudende drankjes per dag Inactief (<3 uur per beweging per week) Is geen lid van een sportclub of vereniging Rookt passief mee Fysieke omgeving Belemmeringen om buiten te spelen: teveel afval Buurt niet (zo) kindvriendelijk Ouder mist: Veilige speelplek grasveld/trapveldje Voorzieningengebruik Ouder maakt geen gebruik van kinderopvang Voor kind contact gehad met: Maatschappelijk werk Bureau Jeugdzorg
7/8
8
9
8
9
8
5 /-
1
5
7
7
3
9 /-
31
14
2
7
13
21/34/98 / 97 84 / 69 64 / 53 15 / 24
48 16 93 52 26 28
25 26 98 66 49 30
13 43 99 77 65 18
20 35 99 72 57 23
23 33 96 63 47 25
-/6
10
6
6
6
7
- / 30
35
29
28
27
33
3/6
18
6
1
3
10
19/16
23 21
16 21
12 18
11 16
24 27
19/18 12/12
22 11
18 13
16 13
15 11
23 15
7 / 21
39
21
13
17
26
3/7 4/6
13 14
8 6
5 3
5 5
11 9
20/20
pagina
Bijlage 2: Cijfers borstvoeding gemeente Nijmegen
17 van 18
Aanzet tot een programma Gezonde Start Aanzet tot een programma Gezonde Start in gemeente Nijmegen pagina 18 van 18
Bijlage 3: Het Balansmodel