IN DIT NUMMER: Tegenprestatie door de overheid Sociaal (?) beleid in 2014 Column Ik zie er (geen) gat in Fraude en huisbezoek Agenda Column Burger in verkiezingstijd Nieuws van het FSU-Jongerenteam Maatregelen in de zorg Het FSU in 2014 Persoonlijk maatwerk en geen standaardwerk! Ontmoeten en verbinden Voorlichting schoolverlaters Colofon
1 3 5 7 8 9 9 10 11
vakbeweging, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, de vereniging van sociale diensten DIVOSA, De Landelijke Clienten Raad, de Sociale Alliantie Nederland en wethouders van de grote(re) gemeenten. Hieronder de tekst van de bijdrage van Nanne de Jong.
12 14 15 16
DECEMBER 2013, NR. 145
TEGENPRESTATIE DOOR DE OVERHEID! De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de Tweede Kamer heeft op 28 november 2013 rondetafelgesprekken over de Wet maatregelen WWB georganiseerd. Met diverse deskundigen en betrokkenen wisselden de commissieleden van gedachten over de veranderingen die deze wet met zich meebrengt en de visie van de deelnemers op dit onderwerp. De commissie had het FSU uitgenodigd om deel te nemen aan het gesprek over de WWB-maatregelen en vooral te reageren op de Tegenprestatie naar Vermogen. Nanne de Jong deed namens het FSU het woord en drong op het intrekken van de maatregel. Een breed front van organisaties heeft dat ook bepleit: de
Intimiderend contact “Voor het inventariseren van mogelijkheden van participatie en het leveren van een tegenprestatie vinden er intensieve gesprekken plaats met alle WWB-klanten. Maatwerk is het uitgangspunt”. Aldus de gemeente Leeuwarden die deze zomer alvast gestart is met de tegenprestatie naar vermogen. De volgende ervaring legde ik eind augustus voor aan de gemeenteraad: Wim wordt gebeld door een medewerker van de sociale dienst dat de gemeente de volgende ochtend een gesprek met hem wil. Het klinkt al niet uitnodigend, maar nadat hij aangeeft niet te kunnen krijgt hij direct als reactie: u moet wel meewerken, anders volgt een korting op uw uitkering. Het gesprek wordt al knap dreigend. Wim vraagt naar de functie van de medewerker en krijgt na enig aandringen te horen dat ze van Handhaving is. De schrik zit er nu goed in. Waar verdenken ze me van?, 1
denkt Wim. Hij vertelt aan de medewerker dat hij ontheffing van sollicitatieplicht heeft gekregen tot eind 2014, vastgelegd in een beschikking van B&W. Dat om psychische redenen die aangeven dat Wim deze periode vooral met rust gelaten moet worden. Maar daar denkt de medewerker anders over: er volgt enkele dagen later een gesprek waarbij Wim weer over zijn vrijstelling vertelt. De reactie van de medewerker: “Ik heb uw dossier niet gelezen. Het doet er ook niet toe, het gaat niet om arbeid maar om een tegenprestatie naar vermogen”. Wim zegt dat hij zich best nuttig wil maken voor de maatschappij, maar nu even niet. De medewerker reageert dat dit als weigering genoteerd wordt en dat er mogelijk gevolgen voor de uitkering zijn. Wim zal nog bericht krijgen. Hij gaat verbijsterd naar huis: hij heeft de 2 contacten als heel intimiderend ervaren, voelt zich respectloos behandeld, ze kenden zijn situatie niet eens en waren daar ook niet in geïnteresseerd. Wim voelt zich vogelvrij verklaard en bedreigd. “Als er aan mijn voordeur gebeld wordt doe ik niet meer open. Misschien is het wel de sociale recherche die me komt ophalen”. Rad van avontuur De gemeenteraad reageerde geschokt op deze ervaring, zo moest het niet. De wethouder stelde verongelijkt dat het een toevalstreffer was, de publieke tribune met veel ervaringsdeskundigen dacht daar luidruchtig heel anders over. Er volgde een discussie in de raad met de trekjes van een rad van avontuur. De fractievoorzitter van het CDA vond dat bijstandsgerechtigden met kinderen tot 6 jaar niet onder de verplichte tegenprestatie moeten vallen. De opvoedingstaken zijn al een tegenprestatie. De wethouder ging aarzelend akkoord. De fractievoorzitter van PAL/Groen Links bleef niet achter en stelde dat dit dan ook moest gelden voor bijstandsgerechtigden met mantelzorgtaken. De wethouder begon nu te sputteren, dat was niet de bedoeling.
Maar een raadsmeerderheid vond van wel en gaf daarbij aan dat zelf gekozen vrijwilligerswerk ook als tegenprestatie beschouwd moet worden. Aan het eind van de raadsvergadering kon de conclusie getrokken worden dat de verplichte tegenprestatie eigenlijk alleen van toepassing is op mensen die helemaal niets doen. En dat zal om een kleine groep gaan. Tegenstrijdig Sinds 1978 ben ik werkzaam in de belangenbehartiging in de sociale zekerheid en heb ik veel beleid langs zien komen. De rol en positie van de sociale dienst medewerker is gaandeweg sterk veranderd: van dienstverlener naar controleur. Bij de grote werkloosheid begin tachtiger jaren werd bij wijze van spreken nog excuses aangeboden aan de cliënt voor het feit dat de samenleving geen kansen bood. Nu wordt van de bijstandsgerechtigde excuses geëist voor het feit dat deze een beroep op de samenleving doet voor steun. Er is veel pijn over het grote inkomensverlies en de sociale gevolgen. Maar er is vooral veel pijn over de bejegening: geen respect, intimidatie, niet serieus genomen worden, laten voelen dat je afhankelijk bent. Er is sprake van regelrechte tegenstrijdigheden: aan de ene kant heeft de overheid ’t over “zelfredzaamheid, in eigen kracht zetten, eigen verantwoordelijkheid, eigen regie, persoonlijk maatwerk”. Aan de andere kant laat diezelfde overheid steeds meer regels, sancties, controle en bevoogding op de burger los die eigen verantwoordelijkheid en regie frustreren en onmogelijk maken. Er is een systematisch wantrouwen jegens de burger ontwikkeld: regelgeving en contacten zijn daar op gebaseerd. De Nationale Ombudsman Alex Brenninkmeijer heeft daar ook herhaaldelijk op gewezen.
2
Schuld en boete De tegenprestatie is helemaal niet gericht op het vergroten van arbeidsmarktkansen. De beperkte duur en omvang van de tegenprestatie geven dat uitdrukkelijk aan. Het gaat om een ‘wederdienst’ aan de samenleving, in ruil voor de uitkering. De bijstandsgerechtigde moet zich schuldplichtig voelen en boete doen. Dat gebeurt door een beleidsmaatregel op te leggen die er van uit gaat dat bijstandsgerechtigden niet vrijwillig bereid zijn om taken te verrichten. Een veronderstelling die absoluut niet strookt met de werkelijkheid. De uitkering wordt gekort als je niet een tijdje koffie wilt schenken of herfstblaadjes bijeen wilt blazen. Niet de situatie van de bijstandsgerechtigde is het uitgangspunt maar de genoegdoening van een anonieme samenleving. Het is wel heel cynisch dat tegelijkertijd het grootste deel van het reintegratiebudget bij gemeenten is wegbezuinigd. Met als resultaat dat juist de burgers met weinig kansen op de arbeidsmarkt geen enkele steun meer krijgen. Maatschappelijke inzet hoort motivatie als basis te hebben en niet te worden afgedwongen door een taakstraf. Het FSU pleit daarom voor een tegenprestatie van de overheid: stimuleer de uitkeringsgerechtigden om zelf regie te kunnen nemen en biedt de faciliteiten om mee te doen in de samenleving! Naar vermogen!
SOCIAAL(?) BELEID IN 2014
voorgestelde maatregelen moeten voorgelegd worden aan de 2e en 1e Kamer, die besluiten er over. Pas als de besluiten door het parlement genomen zijn volgt publicatie in de Staatscourant met de datum waarop de maatregelen in werking treden. Wet Werk en Bijstand * Tegenprestatie naar vermogen: de gemeenten mogen uitkeringsgerechtigden verplicht laten werken met behoud van uitkering. Er wordt op deze manier een ‘wederdienst’ voor het ontvangen van de uitkering geëist. De gemeente moet wel uitgaan van de persoonlijke wensen en kwaliteiten van de persoon. Het gaat om een beperkte periode en het mogen geen werkzaamheden zijn die anders betaald zouden worden. De tegenprestatie hoeft niet te leiden tot verhoging van de kansen op werk. Het wetsvoorstel is in november 2013 ingediend. De regeling zal mogelijk per 1 juli 2014 ingaan. * Voor iedere bijstandsgerechtigde gaat een verplichte wachtperiode van 4 weken gelden voordat je een WWB-uitkering kunt aanvragen. In deze periode moet je alles doen om aan het werk te komen, dat moet je bij de aanvraag ook aantonen. Deze regeling geldt nu nog alleen voor jongeren tot 27 jaar. Het wetsvoorstel is in november 2013 ingediend. De regeling zal mogelijk per 1 juli 2014 ingaan. * De gemeente kan de bijstandsgerechtigde korten op de uitkering als deze ‘onaangepaste’ kleding draagt of agressief gedrag vertoont. Als de persoon zich heftig misdraagt ten opzichte van medewerkers van de gemeente kan de volledige uitkering maximaal drie maanden gestopt worden. Het wetsvoorstel is in november 2013 ingediend. De regeling zal mogelijk per 1 juli 2014 ingaan.
Hieronder een selectie van de belangrijkste maatregelen op sociaal gebied in 2014. De maatregelen zijn aangekondigd in de Miljoenennota van het kabinet of dit najaar als wetsvoorstel ingediend bij de Tweede Kamer. Let wel: het gaat om voornemens van het kabinet. De 3
* Er wordt voor bijstandsgerechtigden een zogenaamde kostendelersnorm ingevoerd. De norm zal ook gaan gelden voor AOW, Algemene Nabestaanden Wet, IOAW, IOAZ en de Toeslagenwet. Het betreft de situatie waarin de uitkeringsgerechtigde een huis deelt met meerdere personen (daarmee worden niet partner of kinderen bedoeld) waarmee de kosten van de huishouding gedeeld kunnen worden. Naarmate er meer personen in huis wonen, wordt de uitkering lager. Bewoners die een loon verdienen worden niet meegerekend (kabinet: “werken moet lonen”). Het wetsvoorstel is in november 2013 ingediend. De regeling zal mogelijk per 1 juli 2014 ingaan. *De bijzondere bijstand wordt verruimd, vooral voor gezinnen met kleine kinderen en alleenstaande AOW-ers. Gemeenten kunnen daardoor soepeler en aan meer mensen bijzondere bijstand verstrekken. Het wetsvoorstel is in november 2013 ingediend. De regeling zal mogelijk per 1 juli 2014 ingaan. Andere maatregelen *De algemene heffingskorting en arbeidskorting worden inkomensafhankelijk: lage inkomens krijgen meer, hoge inkomens minder belastingaftrek. De heffingskorting wordt verhoogd met 99 euro. * De tegemoetkoming voor arbeidsongeschikten op grond van de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten wordt verlaagd van 342 naar 247 per jaar. * De mensen met de laagste inkomens krijgen volgend jaar een eenmalige tegemoetkoming van 100 euro netto. * Verschillende kinderregelingen worden afgeschaft. Er blijven over: kinderbijslag, kindgebonden budget, de combinatiekorting en de toeslag voor kinderopvang. De voorgenomen verlaging van de kinderbijslag is dank zij het Herfstakkoord van de baan. *Er komt 80 miljoen euro extra beschikbaar voor de aanpak van armoede en schulden. In 2015 en de jaren daarna wordt hiervoor 100 miljoen gereserveerd. De gemeenten moeten de bedragen besteden. Belangrijkste doel is het tegengaan van armoede onder gezinnen met kinderen.
Arbeidsmarkt Eind november is het wetsvoorstel Werk en Zekerheid ingediend bij de Tweede kamer. De wet regelt de verbetering van de positie van flexwerkers, het versoepelen van het ontslagrecht en verkorting van de WW-duur. Bedoeling is dat de maatregelen per 1 januari 2015 zullen ingaan. Flexwerk: Oneigenlijk gebruik van flexcontracten wordt tegengegaan. Werknemers kunnen eerder - al na twee jaar - aanspraak maken op een vaste aanstelling. Versoepeling ontslagrecht: Gericht op het vinden van een nieuwe baan. Voor alle werknemers gelden dezelfde ontslagroutes: * bij bedrijfseconomische redenen en langdurige arbeidsongeschiktheid naar het UWV * bij in de persoon gelegen redenen en verstoorde arbeidsverhoudingen naar de kantonrechter. Werknemers die ontslagen worden na een dienstverband van meer dan 2 jaar hebben recht op een wettelijke vergoeding, de ‘transitievergoeding’. De vergoeding wordt ingezet voor het vergroten van kansen op een nieuwe baan, zoals voor scholing. De invoering is met een jaar vervroegd door het Herfstakkoord. Verkorting duur WW: De WW wordt op termijn gesplitst in een publieke uitkering (betaald door de overheid) en in een CAO-uitkering (betaald door werkgevers en werknemers). De WW wordt vanaf 1 januari 2015 (met een jaar vervroegd door het Herfstakkoord) geleidelijk teruggebracht naar 24 maanden in 2018. Dat is dan de publieke uitkering. In CAO’s kunnen aanvullingen afgesproken worden, zodat de WW bijvoorbeeld nog verlengd kan worden met een jaar CAO-uitkering.
4
COLUMN Door Frits Breteler
IK ZIE ER (G)EEN GAT IN! Met schrik en beven hoorde ik dat het de bedoeling is dat de zorgverzekering volgend jaar met € 50,00 omlaag gaat….om het jaar daarop met € 100,00 omhoog te gaan! Volgens mij kan het haast niet anders of er wordt grof verdiend aan die zorgverzekering. Vroeger waren er in het land maar een paar ziekenfondsen, schijnbaar was het niet lucratief genoeg om mensen te verzekeren tegen ziektekosten. Dit is nu wel anders! Iedere verzekeringsmaatschappij biedt nu een ziektekostenpakket aan. Logisch natuurlijk, elk jaar de premie fors verhogen en het verzekerde fors omlaag brengen…kassa!!!!! Het duurt niet lang meer, dan is alleen een bezoek aan de huisarts nog maar verzekerd. Tenminste…dat zou me niets verbazen! Wat me wel verbaasT is, dat er nog geen fietsbelasting (opnieuw) wordt ingevoerd. Een heerlijke melkkoe lijkt me, met al die miljoenen fietsen in Nederland! Om een geheel andere reden heb ik me pas verdiept in deze belasting. Deze werd voor het eerst geheven in 1895, niet landelijk maar plaatselijk. Men vond de vélocipède (zo’n fiets met een groot voorwiel en een klein achterwiel!) een luxe en dat moest belast worden. Daar kan ik me helemaal in vinden natuurlijk! De gewone man kon zo’n ding echt niet betalen! In 1919 werd deze belasting afgeschaft! Maar de fiets werd technisch verbeterd en ook een heel stuk goedkoper zodat het langzamerhand het vervoermiddel van de gewone man werd. In 1924 werd de rijwielbelasting opnieuw (landelijk) ingevoerd. Men diende vanaf dat moment een belastingplaatje (zelf betalen!) zichtbaar aan te brengen op het stuur. Aangezien deze plaatjes nogal veel werden gestolen was het later geoorloofd het plaatje zichtbaar op de kleding aan te brengen. Dit moest dan wel op de linkerborsthelft bevestigd worden. En je had het maar te doen want er werd heel streng gecontroleerd! Uiteraard waren er genoeg mensen die wel een fiets hadden maar de belasting niet konden betalen, o.a. werklozen en gehandicapten. Deze konden vrijstelling aanvragen en kregen dat ook! Bij de uitgifte van de kosteloze plaatjes liep het storm bij de gemeentehuizen en postkantoren 5
waar het plaatje kon worden gehaald. Men stond daarvoor een behoorlijke tijd in de rij!!
De gratis plaatjes zagen er echter heel anders uit dan de normale plaatjes. Er was een gat in aangebracht zodat men alle ‘armoedzaaiers’ meteen kon herkennen! Om te kunnen bewijzen dat je gerechtigd was een gratis plaatje te hebben werd een bewijs afgegeven of zelfs een stempel in het trouwboekje gezet! Als deze belasting opnieuw ingevoerd gaat worden zie ik me al met zo’n gat rond fietsen! Wat was nu de reden om deze belasting in te voeren? De verantwoordelijke minister van financiën H. Colijn gaf als reden op dat die hem in staat moest stellen de benarde financiële positie van het Koninkrijk Der Nederlanden te verbeteren. We schrijven 1924!!!! We zijn nu bijna 90 jaar verder en die benarde positie is alleen maar verergerd!! Wat hebben die kabinetten dan al die tijd in hemelsnaam gedaan? Ik stel voor dat ze in de schuldsanering gaan MET vooral… budgetbeheer! Wellicht biedt een schuldhulpmaatje van het FSU een gedegen oplossing?
6
FRAUDE EN HUISBEZOEK De controle op uitkeringsgerechtigden is strenger geworden door de wet ‘Aanscherping handhaving en sanctiebeleid’ en de wet ‘Huisbezoeken’ die per 1 januari 2013 zijn ingevoerd. Als je onvolledige of onjuiste informatie verstrekt of de informatie te laat geeft dan kan een boete opgelegd worden ter hoogte van de uitkering (100%). Bij een tweede overtreding volgt een boete van 150% die direct verrekend wordt met de uitkering. De uitkering kan bij herhaling van de nalatigheid maximaal 3 maanden stopgezet worden en je kunt dan niet in een schuldregeling komen. Daarnaast mogen de sociale dienst, het UWV en de Sociale Verzekerings Bank (SVB) onaangekondigd huisbezoek afleggen. Als de bewoner huisbezoek niet toestaat dan kan dat leiden tot verlaging of stopzetting van de uitkering. Toetsing vanuit de praktijk Het Provinciaal Overleg Cliëntenraden (POC) en het FSU hebben in 2008 en 2010 een visiedocument over het Handhavingsbeleid uitgegeven. Het document is toen verstuurd aan de Friese gemeenten, het UWV en de SVB. In de documenten werd gepleit voor een terughoudend en zorgvuldig beleid. Het handhavingsbeleid bij de gemeenten en de uitvoeringsinstanties is sindsdien verder aangescherpt. Steeds meer personen krijgen te maken met een directe korting of stopzetting van de uitkering vanwege een verwijtbare handeling, vaak zonder de kans te hebben gehad om fouten te herstellen.
De controle is onevenredig streng, maakt in toenemende mate een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer en privacy van uitkeringsgerechtigden en getuigt steeds meer van een systematisch wantrouwen ten opzichte van de cliënt. De Nationale Ombudsman Alex Brenninkmeijer heeft er herhaaldelijk op gewezen dat de middelen niet in verhouding staan tot de cijfers over aangetoonde fraude. Op themabijeenkomsten op 19 april en 1 november 2013 hebben vrijwillige hulpverleners en leden van cliëntenraden in het FSU-netwerk de praktijk van het aangescherpte handhavingsbeleid besproken. Op de bijeenkomst op 1 november waren twee vertegenwoordigers van de gemeentelijke dienst Handhaving van Leeuwarden en van de Sociale Recherche Fryslân als gast aanwezig. De bijeenkomsten hebben geleid tot een geactualiseerd visiedocument. De belangrijkste voorstellen: Huisbezoek De bewoner behoort op de hoogte te zijn van de rechten en plichten bij huisbezoek. De gemeente moet niet volstaan met algemene (publieks)informatie, maar zal ook bij het huisbezoek de bewoner persoonlijk – mondeling en schriftelijk – informatie moeten verstrekken. Deze informatie zal ook moeten aangeven in welke situaties huisbezoek geweigerd kan worden. We stellen voor om deze informatierichtlijnen op te nemen in de verordening, het protocol en de instructies. Datzelfde geldt voor de mogelijkheid van de bewoner om een begeleider/adviseur bij het huisbezoek aanwezig te laten zijn en de tijd die de bewoner heeft om dit te regelen. Mogelijkheid voor herstel We stellen voor dat gemeenten en uitvoeringsinstanties bij vastgestelde nalatigheden de cliënt een waarschuwingsbrief toesturen met het verzoek om alsnog te voldoen aan de informatie- of medewerkings-plicht. De waarschuwing geeft de uitkeringsgerechtigde de mogelijkheid om zijn fout te herstellen voordat tot een sanctie wordt overgegaan. Toepassen sancties Vermeende nalatigheid of fraude blijken in de praktijk vaak te berusten op misverstanden, miscommunicatie en onwetendheid. We stellen dan ook voor om toepassing van sancties te baseren op de mate van verwijtbaarheid. We 7
vragen de gemeenten en uitvoeringsinstanties ook om bij de toepassing van sancties de persoonlijke omstandigheden van de cliënt mee te wegen. Het korten of intrekken van de uitkering kan verstrekkende gevolgen hebben voor de kinderen, die part noch deel hebben aan de reden voor de sanctie.
gesteld wordt. Deze aanpak zal veel tips die berusten op onzuivere motieven filteren. Het visiedocument is op te vragen bij het FSU en te downloaden via de website.
Terughoudend bij informatie uit sociale media Bij de inkomens- en handhavingsonderzoeken worden steeds meer de sociale media – zoals Facebook, Twitter en Google - geraadpleegd. We roepen de gemeenten en uitvoeringsinstanties op om zeer terughoudend te zijn met het benutten van deze media: het gaat om vluchtige en vaak onbetrouwbare informatiebronnen. Geen argwaan maar vertrouwen In het kader van het handhavingsbeleid wordt met risicoprofielen gewerkt. Cliënten worden op grond van deze profielen in risicogroepen ingedeeld en extra gecontroleerd. Daarmee wordt een onderscheid gemaakt in ‘soort’ cliënten vanwege hun sociale omstandigheden en vermeende verhoogde kans op fraude. Dat is stigmatiserend. Het gaat hier om het hellend vlak van veronderstelde risico’s die gekoppeld worden aan groepen cliënten. Dit staat haaks op het uitgangspunt van de uitkeringsregelingen dat sprake moet zijn van individuele beoordeling. We roepen de gemeenten en uitvoeringsinstanties op om het beleid te baseren op het principe ‘vertrouwen in de cliënt, tenzij…’ in plaats van op wantrouwen. Vertrouwenspersoon voor anonieme tips Gemeenten en uitvoeringsinstanties benutten anonieme tips als informatiebron voor het handhavingsbeleid. In de praktijk blijkt dat het merendeel van deze tips onterechte verdachtmakingen zijn. We vinden dat anonieme klikken niet hoort en zeker niet gestimuleerd moet worden. Indien anonieme tips wel geaccepteerd worden dan is een zorgvuldige check op juistheid heel belangrijk. We stellen voor dat in deze situaties tips gemeld moeten worden aan een vertrouwenspersoon binnen de organisatie. Deze functionaris garandeert dat de naam van de tipgever niet bekend raakt bij de betreffende cliënt, maar dat bij gebleken onjuistheid de tipgever (die alleen bekend is bij de vertrouwenspersoon) daarover op de hoogte
AGENDA DECEMBER 2013 en JANUARI 2014 03-12 19.00 uur Infoavond WMO in 2014, de Kruidhof Buitenpost 06-12 09.30 uur Cursus gespreksvaardigheid, kantoor FSU 10-12 19.00 uur Infoavond Sociaal Beleid in 2014, bibliotheek Grou 19-12 13.30 uur. Spreekuurhoudersoverleg FSU, kantoor FSU 23-12 tot 06-01 kantoor FSU gesloten. 10-01 15.00 uur Nieuwjaarsbijeenkomst FSU, kantoor FSU 14-01 19.00 uur Infoavond Sociaal Beleid in 2014, de Skalm Stiens 16-01 19.00 uur Infoavond Sociaal Beleid in 2014, In de Vrijloop Joure 17-01 10.00 uur Cursus Onderhandelen, kantoor FSU 20-01 19.00 uur Infoavond Sociaal Beleid in 2014, de Doelen Franeker 23-01 13.30 uur Spreekuurhoudersoverleg FSU, kantoor FSU 30-01 19.00 uur Infoavond Sociaal Beleid in 2014, Trebol Harlin
8
COLUMN Door Nanne de Jong
BURGER IN VERKIEZINGSTIJD Eens in de vier jaar zijn lokale politici je beste vriend. Je wordt dan als burger enthousiast aangesproken door wildvreemde mannen en vrouwen die je ook nog iets mee willen geven. Jawel: een politieke boodschap. Maar omdat die veel te ingewikkeld is krijg je bloemen, papiertjes, fruit, pennen, kraaltjes of spiegeltjes in handen gedrukt. En dat alles met de vrolijkheid van een Heilsoldaat. In verkiezingstijd veranderen de politici van tobbers in opgewekte marktkooplui. Ze verruilen de vergaderzalen voor straten en pleinen. De vertrouwde bankjes maken plaats voor ongemakkelijke sta-tafeltjes en olijke kraampjes. Niet te lang, want zodra de uitslagen bekend zijn is het afgelopen met de pret. Dan trekken de politici zich terug in het gemeentehuis. Daar gaan ze door met het
serieuze ambacht ‘besturen’, waarbij burgers weer schuil gaan achter cijfers en analyses. “Gemeenten staan het dichtst bij de burgers!” Aldus worden bezuinigingsoperaties voorzien van een sympathieke verklaring en taken in handen gelegd van gemeenten. Er wordt even wat gemopperd door de lokale politici. Maar vervolgens worden de taken en bezuinigingen braaf uitgevoerd. De werkelijkheid is dat de kloof tussen gemeente en burger gegroeid is. De gemeente gedraagt zich meer als een BV dan als de dienstverlener voor burgers. Dure managementtaal, dreigende brieven, dienstverlening per computer, centrale telefoonnummers ergens in de polders, controle en dwang voor bijstandsgerechtigden, halveren van minimaregelingen: hoezo dicht bij de burger? Het begrip ‘Mienskip’ is inmiddels geroofd door de cultuurmensen die het als een typisch Fries exportproduct uitventen. Laten we hopen dat gemeenteraadsleden ook na verkiezingstijd nog weten dat Mienskip vooral te maken heeft met het welzijn van burgers en met oprechte solidariteit voor hen die het niet redden. (de column is verschenen in het blad ‘Liwwadders’).
NIEUWS VAN HET FSU-JONGERENTEAM Workshop Debtless Het jongerenteam heeft op 19 november een workshop Debtless gevolgd bij de organisatie ‘Plannenmakers’. Het Project ‘Think Twice, Debt is a serious Issue!’is een kleinschalig Europees samenwerkingsproject gericht op samenwerkingsactiviteiten tussen verschillende organisaties die actief zijn op het gebied van volwasseneneducatie in de breedste zin. Vertegenwoordigde landen zijn: Tsjechië, Verenigd Koninkrijk, Nederland, Bulgarije, Italië, Litouwen en Slovenië. Het project is een initiatief in reactie op het huidige economische klimaat waarin veel individuen en gezinnen zich in de schulden bevinden.
9
Het doel van het project is om mensen ‘gereedschap’ aan te bieden dat hen kan helpen om waardevolle informatie te krijgen en geadviseerd te worden. Het jongerenteam kan deze tools gebruiken ter aanvulling op de huidige workshops om meer preventie te bieden op het gebied van schulden.
Bieb werkt Het FSU-jongerenteam geeft elke eerste vrijdag van de maand workshops in de centrale bibliotheek (Beurs) in Leeuwarden van 15.00 tot 17.00 uur. Dat gebeurt in het stadsstudiecentrum, een ruimte in de bibliotheek. Het jongerenteam start met de workshop Handle with or without money. Er is gratis Wifi en gratis gebruik van computers. Het team werkt samen met BIEBwerkt.
MAATREGELEN IN DE ZORG * De geplande bezuiniging van 89 miljoen op huishoudelijke hulp in 2014 gaat niet door. In 2015 zal echter 40% gekort worden op huishoudelijke hulp aan ouderen. Gemeenten en zorgverzekeraars worden vanaf 2014 verantwoordelijk voor de zorg aan ouderen en gehandicapten die niet in een instelling wonen (gericht op het langer thuis wonen). * De premie voor de zorgverzekering is voor 2014 verlaagd met gemiddeld 120 euro per jaar. * De zorgtoeslag gaat met een klein bedrag omlaag. Reden is dat de korting voor een collectieve zorgverzekering vanaf 2014 wordt meegenomen in de berekening van de hoogte van de zorgtoeslag. * Het eigen risico in de zorg wordt niet inkomensafhankelijk. Het bedrag wordt verhoogd van 350 naar 360 euro per jaar.
* De regelingen Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg), compensatie eigen risico en de fiscale regeling voor aftrek van specifieke zorgkosten worden samengevoegd. * De normen om voor een Persoons Gebonden Budget (PGB) in aanmerking te komen worden aangescherpt. Nieuwe aanvragers die minder dan 10 uur zorg nodig hebben krijgen geen PGB. Voor 40.000 mensen die nu al een PGB hebben verandert er niets. * Er wordt 300 miljoen bezuinigd op het basispakket van de zorgverzekering. Het College voor Zorgverzekeringen komt met voorstellen wat er uit kan. * Er mag in 2014 en de jaren daarna nog maar 1,5% meer uitgegeven worden aan ziekenhuiszorg. Dat is een besparing van 250 miljoen per jaar. Verwacht gevolg: patiënten nog sneller van ziekenhuisbed naar bed thuis.
10
HET FSU IN 2014 Eind oktober heeft het FSU zijn productplan 2014 gepresenteerd. In de inleiding van het plan worden de situatie in het volgende jaar geschetst en de keuzes die het FSU maakt.
Friezen geldt dat er de komende jaren geen betaalde banen in het verschiet liggen, alle banenplannen en re-integratieprojecten ten spijt. Dat betekent dat ze afhankelijk worden of blijven van een uitkering. Werk aan de winkel
Veel Friese burgers aan de kant
Nog meer Friese werklozen, nog minder banen in 2014. Dit vooruitzicht wordt geschetst door het UWV dat verwacht dat er volgend jaar in Fryslân duizenden banen verloren gaan en dat er begin 2014 32.000 werklozen zullen zijn. De jeugdwerkloosheid in Fryslan neemt dramatisch toe: het aantal werkloze jongeren tot 27 jaar is in 2013 met 71% ten opzichte van 2012 gestegen. Dat is veel meer dan het landelijk gemiddelde (55%). Volgens de Divosa-monitor (de vereniging van sociale diensten) stijgt het aantal mensen in de Wet Werk en Bijstand (WWB) het snelst in Fryslân. Als de voorgenomen Participatiewet per 2015 in werking treedt zal het aantal mensen met een uitkering op WWB-niveau drastisch toenemen. Veel personen met een Wajonguitkering en een WSW-loon worden dan samen met bijstandsgerechtigden onder 1 regeling gebracht en leveren inkomen in. Het aantal arbeidsongeschikten (WAO, WIA en Wajong) in de provincie zal in 2014 rond de 30.000 liggen.
De stapeling van uiteenlopende overheidsbezuinigingen brengt veel onzekerheid en materiele achteruitgang teweeg. De contacten van burgers met de instanties verlopen vaak moeizaam en er is een groot gebrek aan begrijpelijke informatie en kennis van de rechten op ondersteunende voorzieningen. Uitvoeringsinstanties als UWV en sociale diensten leggen de nadruk vooral op productie- en controlegericht werken en treden minder op als dienstverlener. Er wordt vooral vanuit de regelgeving gedacht en gewerkt. Een gevolg is een ontmoedigende bureaucratisering: onnodige, vaak onbegrijpelijke regels en procedures en van het kastje naar de muur gestuurd worden. Er bestaat een grote kloof tussen de leefwereld van de burger en de systeemwereld van de instanties en overheden. Veel burgers glijden af in een afwachtende, initiatiefloze rol. Ze nemen steeds minder deel aan de Friese samenleving. Solidaire individuele steun en een effectieve collectieve belangenbehartiging zullen in 2014 hard nodig zijn. Werk aan de winkel voor het FSU!
Koploper
De cijfers over werkloosheid en arbeidsongeschiktheid betreffen geregistreerde personen (ruim 60.000) die een beroep doen op een uitkering. Maar in veel situaties zijn ook partner en opgroeiende kinderen afhankelijk van deze uitkering. Een ruwe schatting geeft dan aan dat minstens 100.000 Friese burgers direct te maken hebben met de gevolgen van werkloosheid en arbeidsongeschiktheid. Fryslân is koploper als het gaat om de groei van het aantal huishoudens met schulden en kent – samen met Groningen en Drenthe – relatief de meeste mensen in armoede. Voor een omvangrijke groep
Zelforganisatie en vraaggericht werken Het FSU is een samenwerkingsverband waar vrijwilligers het beleid bepalen en uitvoeren, ondersteund door enkele beroepskrachten. Het FSU is daarmee een belangenorganisatie waar de deelnemers op een directe manier bezig zijn met de verbetering van de situatie van lotgenoten. Het uitgangspunt voor het werk van het FSU is het principe van de zelforganisatie: het zijn personen uit de doelgroep zelf die het FSU vormen. Het aanbod van activiteiten van het FSU is heel direct gebaseerd op de ervaringen van uitkeringsgerechtigden en gehandicapten. Het FSU 11
is daarom een provinciale organisatie die bij uitstek vraaggericht werkt. Het netwerk aan spreekuurpunten garandeert de dagelijkse contacten met de burgers. Knokken
Het FSU kiest overduidelijk partij: de situatie en beleving van de uitkeringsgerechtigde, zieke werknemer of burger met een minimuminkomen vormen het uitgangspunt voor het belangenwerk. Het FSU wil als authentieke cliëntorganisatie consequent de dagelijkse praktijk laten zien en die benutten om de kwaliteit van beleid en uitvoering te toetsen. In de taal en met de emoties van de gewone burger. Het FSU treedt op als belangenbehartiger en wil die rol helder uitdragen. Het FSU is geen welzijnsinstelling maar een organisatie die veel ervaringsdeskundigen bijeen brengt. Een organisatie die knokt voor verbetering van de positie van Friezen met een kleine portemonnee en een grote afhankelijkheid. Het FSU maakt van slachtoffers weer onderhandelaars!
PERSOONLIJK MAATWERK EN GEEN STANDAARDWERK! Op de Noordelijke Alliantiedag op 16 oktober j.l. in Beilen vertelde Nanne de Jong van het FSU over de ontwikkelingen rond het reintegratieproject Pastiel: WSW-aanpak Februari dit jaar: met veel publiciteit de geboorte van een nieuw re-integratieproject: Pastiel. In 13 Friese gemeenten worden mensen die zich melden voor een bijstandsuitkering onmiddellijk aan het werk gezet in gebouwen van het WSW bedrijf Empatec. Bij weigering volgt korting of intrekking van de uitkering. “We hopen een efficiencyslag te maken waarbij de wensen van de werkgever voorop staan”, aldus de trotse directeur.
Deelnemers kregen een oproepbrief . Enkele fragmenten: “U bent wettelijk verplicht om mee te werken. Doet u dit niet dan heeft dit gevolgen voor uw uitkering” en “Neem zelf een lunch mee. Het is handig om gemakkelijke, lekker zittende kleding en schoenen te dragen”. De deelnemers werden in een grote hal aan lange tafels gezet. Eerst een korte toespraak over de gang van zaken en vervolgens direct aan de slag met washandjes vouwen. En dat een maand lang: “Werk en Diagnose” om arbeidsritme op te doen en te observeren hoe je je gedraagt op de werkvloer. Let wel: het ging niet om personen die al lang in de bijstand zaten maar om mensen die net een WW achter de rug hadden. Gebouwen, materiaal, werkzaamheden, methodes zoals observeren en testen: alles rechtstreeks afkomstig uit de WSW. Vernederd Deelnemers namen contact op met het FSU. Uit een mailtje: “Ik heb 25 jaar hard gewerkt in de theaterwereld als producent. Helaas ging het bedrijf waar ik in vaste dienst was failliet. Diep beledigd ben ik door de wijze waarop Pastiel denkt mijn werkmotivatie en werkritme te moeten beoordelen. Zonder protest – om mijn uitkering niet in gevaar te brengen – ga ik morgen de vierde week in met elastiekjes om zaadzakjes binden en doekjes vouwen. Ik voel mij geschoffeerd en vernederd door deze hele gang van zaken. Motivatie om te werken ontleen ik aan mezelf, arbeidsritme deed ik al op door onbetaald vrijwilligerswerk te doen.” Meerdere deelnemers deelden deze ervaring. Start campagne Reden voor het FSU om een open brief met de titel ‘Stop de klopjacht op uitkeringsgerechtigden” te sturen naar alle gemeenraden in Friesland. Met als kern de oproep om 1. niet te kiezen voor dwang en intimidatie 2. aan te sluiten op de vaardigheden en kennis van de persoon en 3. dat met respect te doen. De wethouders van de betrokken gemeenten reageerden met verontwaardiging: het FSU overdreef en de samenleving mag best een tegenprestatie vragen in ruil voor de uitkering. We besloten om de actie te verbreden tot een campagne, met vooral de gemeenteraadsleden als doelwit. De campagne begon met een themabijeenkomst in maart waar 40 12
vrijwilligers van spreekuurpunten en cliëntenraden met elkaar de situatie in Pastiel en ook die in andere re-integratieproject bespraken. Iedereen werd uitgenodigd om in de huid van een deelnemer te kruipen en vanuit die positie aan te geven hou je benaderd en behandeld zou willen worden. Uitkomst was een voorbeeld-uitnodigingsbrief zonder dreigingen en een notitie over de eerste contactlegging en gespreksvoering met cliënten. Beide stukken werden opgestuurd naar alle gemeenteraden, colleges van B&W en de leiding van sociale diensten. Kritisch en op zoek naar de dialoog Het FSU haalde in maart de cliëntenraden Werk en Inkomen in het werkgebied van Pastiel en de cliëntenraad van het WSWbedrijf Empatec bij elkaar. Gezamenlijk werden de rolverdeling en de stappen in het kader van de campagne afgesproken. De cliëntenraden legden contact met deelnemers en gingen op bezoek bij de Pastiel-locaties om daat op de werkvloer te praten met deelnemers en medewerkers. Ook gingen de raden aan de slag met ongevraagde advisering aan hun gemeentebesturen en voerden gesprekken met het management van de sociale diensten. Het FSU was de bijeenroeper, verbinder en verzorgde de beinvloedingsacties naar de politiek. We gingen ondertussen ook om tafel met de directie van Pastiel. Volgens het parool: kritisch en opbouwend, steeds op zoek naar de dialoog. Het werden pittige maar toch ook constructieve gesprekken. En deze gesprekken plus de druk van de campagne leidden tot resultaat: de dreigende oproepbrief van Pastiel werd veranderd in een vriendelijke uitnodigingsbrief: de voorbeeldbrief had dus effect. De werkwijze werd ook gaandeweg aangepast: deelnemers krijgen eerst een persoonlijk gesprek waarin hun eigen situatie uitgangspunt is. Voor steeds meer deelnemers werden andere trajecten aangeboden in plaats van de standaard[periode van vier weken washandjes vouwen.
namen van de Pastiel-werkwijze en schetste hoe maatwerk toegepast werd. Het FSU benutten deze brief: hij werd opgestuurd naar alle gemeenten om te laten zien dat het ook anders kan. Geen cijfers maar ervaringen In de campagne tot nu toe – die we overigens verbreed hebben naar ook het beleid Tegenprestatie naar vermogen - is heel opvallend dat wij als clientorganisaties vooral de nadruk leggen op de bejegening terwijl de gemeenten en Pastiel zich vooral richten op de zogenaamde uitstroom: hoeveel mensen kunnen we plaatsen in een werksituatie. De manier waarop is daar aan ondergeschikt. Dat merkten we ook in de contacten met de redactie van het programma Zembla. Leden van de redactie bezochten ons in juni, ze maakten het overleg mee van de cliëntenraden en waren een ochtend te gast met camera om interviews op te nemen. Maar de redactie liet wel merken dat ze vooral geïnteresseerd was in mogelijke verdringingseffecten, bijvoorbeeld Pastiel-deelnemers die WSW-werk gaan doen. De ervaringen over de bejegening en onze boosheid over de Pastiel-werkwijze vonden ze minder interessant. Uiteindelijk was dat ook de reden dat het volledige Pastiel-onderwerp door de eindredactie uit de uitzending gehaald werd. Ontmoetingen Onze campagne gaat door. Maar niet meer via notities, mailtjes en overleg. We gaan ontmoetingsbijeenkomsten organiseren in de regio’s met Pastielvestigingen: ontmoetingen tussen kritische Pastiel-deelnemers en wethouders, gemeenteraadsleden en medewerkers van de sociale diensten. Luisteren naar de ervaringen van vlees en bloed en vervolgens met elkaar in gesprek: er moet gevoeld worden hoe belangrijk het is om als persoon met opvattingen aangesproken te worden en met respect behandeld te worden. Dat willen we toch allemaal, of je nou wethouder bent of uitkeringsgerechtigde.
Reacties gemeenten Er kwamen veel reacties van gemeentebesturen in andere regio’s van Friesland binnen. Meestal met de reactie dat men niet de Pastielwerkwijze wilde volgen. Het college van B&W van Tytsjerksteradiel stuurde een brief van 2 kantjes waarin ze uitdrukkelijk afstand 13
ONTMOETEN EN VERBINDEN Op een werkconferentie op 10 juni in Joure was sprake van een klassieker als het gaat om de communicatie en contacten tussen gemeente en burger: A. gemeenten die – na intern denken en vormgeven – een participatiemodel presenteren en de aanwezige burgers vragen om invulling te geven aan dit model. B. burgers die vanaf het begin mee willen denken en hun inbreng ook terug willen zien in de vormgeving van de participatie. Verschillende verwachtingen Twee verschillende vertrekpunten en zienswijzen, met verschillende verwachtingen. Het gevolg was dat de burgers zich overvallen en voor het blok gezet voelden, terwijl de gemeenten dachten een concrete handreiking te bieden. Beide partijen dreigden tegenover elkaar te komen staan in plaats van samen aan de slag te kunnen met een coöperatief proces. Een ongewild gevolg, want beiden willen een zinvolle en effectieve burgerparticipatie ontwikkelen. Het besluit van de wethouders van de drie gemeenten om het gepresenteerde participatiemodel in te trekken was dan ook wijs. Aanpak participatie Drie betrokken ondersteuners van participatie – Gerry Broersma (welzijnsinstelling Miks), Geertje Haringsma (Zorgbelang Fryslan) en Nanne de Jong (FSU) werden door de gemeenten van de Friese Meren gevraagd om hun visie op een aanpak van de burgerparticipatie te geven. Ze gaven de volgende tips: * schep allereerst de voorwaarden om een coöperatief en integraal participatiebeleid vorm te geven. Doe dat door een proces te starten waarbij burgers en maatschappelijke organisaties de tijd hebben om een verandering in denken en handelen op gang te brengen. Dat geldt evengoed voor de ambtelijke diensten en de wethouders. Het is dan een gezamenlijk proces op basis van wederkerigheid en gelijkwaardigheid. Bijvoorbeeld aan de hand van de vraag ‘Wat is de consequentie van de Kantelingsgedachte voor beide partijen?’:
burgers die niet meer rechten claimen, maar een beroep op omgeving en dienstverlening doen voor steun. Beleidsambtenaren die de organisaties en de leefomgeving van burgers (“het veld”) niet alleen van papier kennen, maar ook op pad gaan om de burgers te ontmoeten en contact te leggen met sleutelpersonen in de gemeenschap. Tijd nemen is ook belangrijk om de mogelijk ‘conserverende ‘ houding van cliënt/bewonersorganisaties (behoud van het bestaande) te doorbreken en te werken aan daadwerkelijke integratie van de diensten in het ambtelijk apparaat. * De uitdaging is om buiten de traditionele (en vertrouwde) kaders te treden: naast het klassieke vertegenwoordigingsmodel zijn er nog veel vormen denkbaar en toepasbaar. Een belangrijke vraag daarbij is hoe de ervaringen van burgers zo goed mogelijk en met regelmaat verzameld kunnen worden (de relatie met de achterban). Het wordt de kunst om stap voor stap tot een vormgeving te komen waarin alle betrokkenen het gevoel hebben dat ze een steentje hebben bijgedragen (“ons plan”). * We stellen voor om dat te doen in enkele ontmoetingsbijeenkomsten. In deze bijeenkomsten gaat het om een informele aanpak waarbij de nadruk ligt op een open uitwisseling van ideeën en discussie over participatie. Niet volgens een statische vergaderagenda, maar met elkaar in gesprek aan de hand van één of meerdere thema’s: doel (wat willen we met de participatie bereiken?), vorm (op welke manier gaan we dat handen en voeten geven?), samenstelling (wie doen dat?) en werkwijze (hoe gaan we het aanpakken?). De deelnemers worden uitgenodigd en uitgedaagd om zelf te formuleren – of uit te tekenen - hoe hun ideale participatie er uit ziet. Dat vraagt een gespreksleiding van hoge kwaliteit: iemand die de deelnemers verleidt om met ideeën en reacties te komen, iemand die met humor en improvisatievermogen een interactieve bijeenkomst weet te leiden. Ook iemand die durft in te grijpen en creatieve gespreks- en discussiemethoden (zoals de brainstorm-aanpak of een socratische gespreksvoering) in huis heeft. De gespreksleider zal een onafhankelijke positie moeten hebben, los van cliënt/burgerorganisaties en gemeenten. 14
* Bij een omvangrijke deelname kunnen de bijeenkomsten bestaan uit plenaire gedeelten (inspirerende start en afronding) met daartussen meerdere kleinere groepsbijeenkomsten die een gelijke tijdsduur en inhoud kennen (parallel). Deze aanpak voorkomt dat de rappe praters en denkers domineren. * De ontmoetingsbijeenkomsten zullen als opbrengst een inventarisatie van ideeën over doel, vorm, samenstelling en werkwijze hebben waarbij een rangorde wordt aangebracht op basis van de scores (turven op voorkeur en overeenstemming). Daarbij kan een rubricering als hulpmiddel worden gebruikt, bijvoorbeeld 1. Beleidsvoorbereiding, invloed op de ontwikkeling van voornemens en plannen 2. Uitvoering van beleid: informatieverstrekking en publieksinformatie en het volgen van de directe effecten van het beleid naar de burgers 3. Toetsing en evaluatie van het beleid: verzamelen van praktijkervaringen van burgers ten behoeve van het evalueren en bijstellen van het beleid en de uitvoering ervan (dienstverlening en bejegening).
VOORLICHTING SCHOOLVERLATERS Het FSU-Jongerenteam ontwikkelt een gevarieerd aanbod ten behoeve van voortgezet middelbaar (beroeps)onderwijs en hoger onderwijs. Uit de contacten met de opleidingen blijkt dat er in het afstudeerjaar weinig kennis en informatie meegegeven wordt over werkloosheid. In verschillende vakken – zoals economie en maatschappijleer – wordt aandacht besteed aan de sociale zekerheid, maar dan voornamelijk gericht op de regelingen en structuur (‘macro’). De belevingskant van de werkloze (‘micro’) en de concrete stappen die ondernomen moeten worden komen niet aan bod. Het FSU wil dit hiaat opvullen en in 2014 een aanbod aan deze opleidingen doen. Streven is om de opleidingen te stimuleren structureel meer aandacht te geven aan deze informatie over werkloosheid en daarmee
schoolverlaters en afgestudeerden te ‘wapenen’ bij hun stappen naar de arbeidsmarkt. Het FSU zal het volgende bieden: Voorlichting over de werkloosheidssituaties van jongeren, de actuele regelingen en de manier waarop jongeren stapsgewijs hun weg vinden richting werk. Het FSU zet een variatie aan voorlichtingsmiddelen in: workshop, Ganzenbordspel Sociale Zekerheid, budgetspel, quiz (groepsgericht) en informatiemapjes (individueel). Het Jongerenteam ontwikkelt zelf de workshops en legt de nadruk op een interactief karakter. De voorlichting zal vooral in het laatste jaar van de opleiding aan de leerlingen/ studenten gegeven worden. Bij dit voorlichtingsaanbod zal ook samengewerkt worden met Present Promotions en Mentor Programma Friesland, samenwerkingsverbanden van Friesland College, ROC Friese Poort en Stenden Hogeschool. Advies en hulp aan de schoolverlaters via de contacten van de opleidingen in het kader van hun leerling- of studentvolgsystemen of nazorg. Veel opleidingen willen hun leerlingen/studenten na het verlaten van de school nog volgen. Maar in de meeste situaties gebeurt dit op een administratieve manier: er wordt een mail of bericht gestuurd en het initiatief wordt bij de leerling/student gelegd om gegevens aan te leveren of contact op te nemen. Het FSU wil samen met FC Educatie de contactlegging actiever en aantrekkelijker maken door de nog werkzoekende leerling/student iets te bieden: a. persoonlijke hulp via de huidige spreekuren van het FSU b. informatiebijeenkomst of workshop.
15
COLOFON Redactie: Team FSU Oplage: 500 Verschijnt per kwartaal.
Kopij voor de volgende Rondzendbrief inleveren vóór 10 februari 2014. FSU kort De vereniging FSU bundelt belangenorganisaties, spreekuren en cliëntenraden in Friesland. De spreekuren zijn gevestigd in alle regio’s van de provincie. Iedereen met vragen en problemen op het gebied van sociale zekerheid, voorzieningen, werk en reïntegratie kan hier terecht. De spreekuren vormen de basis en voeding voor de collectieve belangenbehartiging van het FSU. Het FSU verzorgt voorlichting en onderhandelt met instanties en politiek over verbetering van de positie van uitkeringsgerechtigden. Bestuur Johan Spek Siebren Bonsma Jan van den Berg Dirk van der Wal Roel Vogelzang Brigitta Meinema Harmen de Wind
voorzitter secretaris penningmeester lid lid lid lid
Team medewerkers Nanne de Jong (coördinator); Carla Wierenga (opbouwwerker); Sewindzj Mamedchanova (administratief medewerker); Monique Robben (administratie, vervanging)); Emilia Geraud, Suzanne Visser, Danique van Houten, Soraya Matabhik, Chris Lourens, Cerra Postma, Irene Sternsdorff, Natasja Beun (allen stagiaires); Rob Boonstra (website beheer), Frits Breteler (scholing); Nienke Zijlstra (buurtservicepunten), Marjolein van Veen (scholing), Mireille van der Meer (schuldhulp), Nicol Hart (schuldhulp en Jongerenteam), Hein Schukken (redactie RZB); Richard van der Woude , Hans den Draak en Gerrit Bosch (medewerkers huishoudelijke dienst). Vrijwilligers In het FSU-netwerk zijn zo’n 350 vrijwilligers actief. De meeste vrijwilligers zijn spreekuurhouder of cliëntenraadslid en actief in een aangesloten organisatie. Het FSU kent provinciale projectgroepen die de verantwoordelijkheid voor een project of product dragen. www.fsufriesland.nl
16