Indien onbestelbaar retour zenden aan: Postbus 1275 8001 BG Zwolle
Zwols
2009 nr. 4
Tijdschrift
Jaargang 16 nummer 4, december 2009
Verschijnt 4 keer per jaar in een oplage van 700 exemplaren.
Redactie
Anja Bosman-de Haan, Bernadet van der Veen, Albert Versteegde, Nicole Vervoort, Erwin de Visser
Eindredactie
Anja Bosman-de Haan, Nicole Vervoort
Vormgeving
Nicole Vervoort
Druk
Drukkerij Veldman, IJsselmuiden
Redactieadres
Kattenwinkelweg 12 8015 PW Zwolle T 0529-481488 e-mail:
[email protected] Aanleveren van kopij voor het ZNT: Liefst digitaal zonder opmaak via e-mail of op CD aan het redactieadres. Geschreven, niet uitgetypte kopij sturen aan: IVN afdeling Zwolle e.o. Postbus 272 8000 AG Zwolle
in dit nummer:
ontwerp omslag: Henni van Dijk
ZNT-4_2009omslag.indd 1
Het ZNT is het gezamenlijke tijdschrift van IVN en KNNV, beide afdeling Zwolle
Onder andere.. - Aardsterren in de regio Zwolle - De struinwaard, het struinen waard - Prikkelbaar, maar o zo lief - Natuurgidsencursus weekend Orvelte - En verder: Herfst, Verkiezing mooiste boom van Zwolle, Vogelzangcursus 2010, activiteiten - en meer...
12-11-2009 9:51:37
Werkgroepen IVN en KNNV overzicht coördinatoren IVN
Bij de voorplaat
Foto en tekst Jan van Dijk
De haas (Lepus europaeus) Er zijn momenten in het jaar dat de haas een eigenschap van zijn Amerikaanse soortgenoot de sneeuwhaas (Lepus americanus) zou willen lenen. Sneeuwhazen zijn in de winter namelijk wit en dat komt in een sneeuwlandschap natuurlijk heel goed uit. Hazen hebben nogal eens de neiging zo lang mogelijk in hun leger te blijven liggen als je ze benadert. Ze drukken zich zo plat mogelijk en vertrouwen erop dat ze niet opvallen want vluchten brengt ook risico’s met zich mee. De haas op de foto dacht ook niet opgemerkt te worden. Maar ja, zo’n bruin beest in het zwaar berijpte gras…. Toen ik met de auto op circa vijf meter afstand stopte zag ik hem eerst heel alert kijken en zich zo plat mogelijk drukken. Na verloop van tijd begon hij zich echter zichtbaar te ontspannen, waarschijnlijk ook geholpen door het heerlijke zonnetje. Prachtig zo’n snelheidsduivel die daar in alle rust vlak voor je neus ligt.
Planning voor 2010 ZNT nr.1 Sluitingsdatum kopij: 15 januari 2010 Sluitingsdatum korte mededelingen: 5 februari 2010 Streefdatum verschijning: begin maart 2010 ZNT nr.2 Sluitingsdatum kopij: 16 april 2010 Sluitingsdatum korte mededelingen: 7 mei 2010 Streefdatum verschijning: half juni 2010 Niets uit dit nummer mag worden gebruikt voor publicatie zonder uitdrukkelijke toestemming van de redactie, de auteur of de fotograaf.
2 | Zwols Natuur Tijdschrift
ZNT-4_2009omslag.indd 2
Excursies Vogelzangcursus Wilde plantencursus Groencursus Natuurgidsencursus Jeugdactiviteiten (Groendoeners) Stands en verkoop Veldlessen Groen voor Ouderen
KNNV
KNNV Afdelingsbestuur Vacant Henriëtte Maan 038 - 444 76 12 Marlène Vaessen 0522 - 24 15 32 Heike Tack 038 - 337 57 57 Alfred v/d Burgh 038 - 422 79 47 Tineke Burghard 038 - 444 72 27 Fenna Westers 038 - 422 43 87 Renée Cornelis 038 - 460 59 78 Jan Westera 038 - 785 01 44
Vogelwerkgroep Jur Furda 038 - 385 82 00 Werkgroep Hydrobiologie Marion Geerink 038 - 466 24 40 Werkgroep Knoflookpadden Sybout Jaasma 038 - 453 75 73 Mossenwerkgroep Elja van Dongen 038 - 376 26 96 Plantenwerkgroep Elja van Dongen 038 - 376 26 96 Brunhilde Reicher 038 - 4221228 Insectenwerkgroep Leo Winter 038 - 851 94 70 Natuurbeschermingscommissie Hans Nederhand 038 - 460 45 51 Dirk Maas 0529 - 42 72 55 Werkgroep de Helmhorst Erik van Dijk 06 - 22441315
Paddenstoelen
Verwante werkgroepen
Roofvogelwerkgroep Steenuilenwerkgroep Kerkuilenwerkgroep Zoogdierwerkgroep Overijssel
Anna Adams-Catin 038 - 421 71 96
voorzitter
Betty van Leeuwen
secretaris
Wietske van Santen-de Vries
penningmeester
Erwin de Visser
PR en communicatie / coordinator activiteiten
Anja Bosman-de Haan
bestuurslid
Dirk Maas
bestuurslid
Henk van Blitterswijk
Meidoornlaan 4, 7721 EZ Dalfsen
[email protected] T 0529 - 43 39 69
16e jaargang nummer 4
voorzitter
Heike Tack
Stegginkmarke 20, 8016 MG Zwolle
[email protected] T 038 - 3375757
Prins Bernhardstraat 12, 8019 XK Zwolle
[email protected] T 038 - 422 04 50
secretaris
Ria Marteijn
Tiendschuurstraat 80, 8043 XS Zwolle
[email protected] T 038 - 444 61 07
Sloetmarke 41, 8016 CJ Zwolle
[email protected] T 038 - 465 96 07
Scheppinckmate 53, 8014 JR Zwolle
[email protected] T 038 - 465 47 35
Westenholterweg 7, 8042 AE Zwolle
[email protected] T 038 - 423 41 91
natuurhistorisch secretaris Erik van Dijk
Donker Curtiusware 35 8014 TK Zwolle
[email protected] T 06-22441315
Ondersteunende functies ledenadministratie
Cor Kauw
Sloetmarke 39, 8016 CJ Zwolle
[email protected] T 038 - 465 35 92
webmaster
Johan Buitenkamp
Goudplevierstraat 219, 8043 JL Zwolle
[email protected] T 038 - 420 21 51
website e-mailadres afdeling postadres
www.knnv.nl/zwolle
[email protected]
KNNV Afdeling Zwolle Postbus 1275 8001 BG Zwolle
Contributie KNNV Jan van Dijk 038 - 465 70 50 Bé Schilder 0529 - 49 74 28 Arnold Verhoeven 038 - 465 59 64 Henk Mellema 038 - 4250993
IVN Vereniging voor Natuur- en Milieueducatie
IVN Afdelingsbestuur
De Doornweg 49, 8035 PD Zwolle
[email protected] T 0529 - 42 72 55
KNNV
Gezamenlijke werkgroep
Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging, vereniging voor veldbiologie
Leden € 26,25 per jaar, incl. toezending van Natura, het landelijke tijdschrift van de KNNV; Huisgenootleden € 11,75 Regionale leden (afdelingslid) € 15,Gironummer: 998242 t.n.v. KNNV Zwolle. Opzeggen lidmaatschap dient uiterlijk 15 december voorafgaand aan het betreffende kalenderjaar schriftelijk of per e-mail te geschieden bij de ledenadministrateur, Cor Kauw (
[email protected]). U ontvangt hiervan binnen 10 dagen een schriftelijke bevestiging. Zo niet, neemt u dan opnieuw contact op.
16e jaargang nummer 4
penningmeester
Janna Drewes
bestuurslid
Krista Esselink
bestuurslid
Marieke van Slooten
bestuurslid
Marcel Tonkes
Dreessingel 85, 8015 CH Zwolle
[email protected] T 038 - 466 99 15
Blaaszegge 18, 8043 LA Zwolle
[email protected] T 038 - 420 06 26
Koningin Emmalaan 2, 8051 PD Hattem
[email protected] T 038 - 444 02 15
Dreessingel 107, 8015 CJ Zwolle
[email protected] T 038 - 465 99 66
bestuurslid
Roelof Pol
Kortenhorststraat 24, 8015 BT Zwolle
[email protected] T 038 - 460 94 36
Ondersteunende functies bestuurs-adviseur
Albert Versteegde
bestuurs-adviseur
Louis Zandbergen
ledenadministratie
Roelof Pol
tel. contactadres
038 - 444 61 07
website e-mailadres afdeling postadres
www.ivnzwolle.nl
[email protected]
Thorbeckelaan 2a, 8014 AZ Zwolle T 038 - 465 42 70
Drapenierlaan 27, 8043 AJ Zwolle T 038 - 420 10 83
[email protected] T 038 - 460 94 36
IVN Afdeling Zwolle e.o. Postbus 272 8000 AG Zwolle
Contributie IVN Donateurs minimaal € 7,95 per jaar; Leden (actief) € 13,60 per jaar, incl. toezending van Mens en Natuur; Huisgenootlid € 6,80. Gironummer: 124197 t.n.v. IVN Zwolle Wijzigingen m.b.t. het donateurs- en lidmaatschap schriftelijk doorgeven aan postadres of per e-mail:
[email protected]
Zwols Natuur Tijdschrift | 35
12-11-2009 9:51:37
ZNT
Buiten Kijken
door Margriet van Kampen
Zeearend
. . . hét domein van allerlei vogels van moerassen en open water . . . Boottocht naar Vossemeer en Ketelmeer “Kijk, daar! Een zeearend!!” Zoals een groep ganzen bij een teken van alarm met gestrekte nek, hun koppen naar dezelfde kant gericht, doodstil in het weiland staan, zo rijst de groep vogelaars boven op het dek als één man overeind, met de verrekijker speurend in dezelfde richting. “Verrék, daar nóg een!” “Waar?”
16e jaargang nummer 4
Foto: Jan van Dijk
“Nou, dáár!!” Een telescoopstatief valt om, een groep ganzen vliegt verschrikt op, maar de vogelaars laten zich niet afleiden, evenmin als de koninklijke zeearenden die majestueus door de lucht zweven….. Met zo’n 35 vogelaars hebben we ons ingescheept op het dek van een kleine rondvaartboot bij de Katerveersluis voor een boottocht via de IJssel richting Ketelmeer, door de Vogelwerkgroep van de KNNV (Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging) georganiseerd. We hebben ons op het bovendek geïnstalleerd, compleet met verrekijkers, camera’s en enkele telescopen. Er staat een stevige wind, die oer-Hollandse wolkenluchten oplevert. De rivier glinstert in de soms fel oplichtende zon. Ik heb een opgetogen ‘schoolreisjesgevoel’, en geniet van het rivierenlandschap: groene weiden, zwartbont vee, stille dorpjes aan de oevers, de statige stad Kampen…. En dan de weidse vlakten van de meren: Vossemeer en Ketelmeer, met brede rietkragen en kleine begroeide eilandjes; hét domein van allerlei vogels van moerassen en open water. Regelmatig gaan de kijkers omhoog, er valt altijd wel iets te zien. Zo genieten we van het spel van
Zwols Natuur Tijdschrift | 3
ZNT
futen en het gezellige gedoe van grauwe ganzen, maar ook van bijzondere waarnemingen zoals de reuzenstern, de grote mantelmeeuw, de dwergmeeuw (een reus en een dwerg, die twee), een koppeltje lepelaars, af en toe een grote zilverreiger. We verlaten de beschutting van de oevers, het schip danst op de golven met hun witte schuimkoppen en de schipper moet de koers aanpassen om zijn boot niet al te veel deining te geven (i.v.m. die telescopen op statief!). Niet ver van ons af is het water zwart van de aalscholvers, wel een paar honderd, die ‘sociaal aan het vissen’ zijn. Zo’n groep levert uitstekend teamwerk (een goed voorbeeld voor een teambuildings-workshop). De groep jaagt een school vissen in het nauw, al zwemmend en vliegend, en ze geven elkaar dan de gelegenheid om te duiken en te vangen. Het is een prachtig gezicht, al die zwarte koppen die boven de golven uitsteken en al die vliegende aalscholvers daarboven.
We laten het open water achter ons en zetten koers richting eilandjes. We zien regelmatig visarenden: groter en slanker dan een buizerd, met lange licht gebogen vleugels, donkere bovendelen, witte kruin. Omdat hij alleen van vis leeft, is hij altijd in de buurt van water te vinden. Een prachtig gezicht: hoe hij, na een ogenblik ‘biddend’ in de lucht met wijd uitgespreide klauwen, opeens ‘stootduikt’ naar een vis dicht onder het wateroppervlak. Helaas… botgevangen.. Vissen is niet alleen voor mensen soms een teleurstellende bezigheid. En dan opeens… niet ver van onze visarend, warempel een zeearend! Nee, geen familielid ervan. De visarend is een aparte roofvogelfamilie, met maar één soort – de visarend zélf. Wat een verschil met de visarend, die nu naast deze machtige verschijning bijna rank aandoet. De spanwijdte van zijn vleugels kan zo’n dikke 2 meter bedragen. Duidelijk zijn nu zijn grote kop en snavel en ook de helder witte staart te zien. Een machtig en donker silhouet met zware, gevingerde vleugels. En alsof dat niet genoeg is, komt er vanachter de begroeiing nóg een aanzeilen, kleiner en zonder de volwassen kenmerken. Dat moet dus wel een jong zijn. Ze hebben contact met elkaar, het lijkt erop alsof ze aan ’t stoeien zijn boven in de lucht. Ademloos staan we te kijken, totdat ze langzaam uit het zicht verdwijnen….
Een zwemmende aalscholver ligt laag op het water, omdat zijn verenpak niet waterafstotend is, zoals bij veel andere watervogels. Dit heeft als voordeel dat hij minder energie nodig heeft om onder water te blijven en dus een uitstekende zwemmer (en jager) is, die het lang vol kan houden. Het heeft wél als gevolg dat hij moeilijk kan vliegen als zijn verenpak eenmaal verzadigd is en dat hij zichzelf met uitgestrekte vleugels op de kant moet laten opdrogen. De meeste watervogels hebben een vetklier bovenaan de stuit. Als ze zich invetten, met de kop langs de stuit wrijvend en zo verder, dan wordt hun verenkleed weer waterafstotend. Bij wilde eenden kun je dat mooi zien: het water glijdt in druppeltjes af. Maar omdat hun kleed nu ook meer lucht vasthoudt, kost het ook meer moeite om onder water te blijven. Vooral jonge eenden en futen zie je soms als dobbers omhoog schieten!
Twee zeearenden
Twee zeearenden in beeld
4 | Zwols Natuur Tijdschrift
Foto: Truus Goos
Foto: Jan van Dijk
16e jaargang nummer 4
ZNT
Redactioneel
Inhoudsopgave
Optelsommetje
Buiten Kijken door Margriet van Kampen
3-4
Redactioneel
5
Natuur in en om het huis door A. Driesprong
6
Aardsterren in de regio Zwolle en het aangrenzend deel van Flevoland door Piet Bremer
7-11
Ervaringen van de natuurgids door Dirk van de Graaf
12
Rode beuk op Van Nahuysplein mooiste boom van Zwolle
13
Prikkelbaar, maar o zo lief door Bernadet van der Veen
14-15
Goed bekeken door Gerard Beersma
16
De Struinwaard, het struinen waard door Han Beeuwkes
17-19
Groendoeners door Tineke Burghard
20
Van de IVN Bestuurstafel
21
Introductie Erik van Dijk
21
Programma KNNV Zwolle winter en voorjaar 2010
22-23
Tekening van Willemien
24
Van de KNNV Bestuurstafel
25
Gezocht oude ZNT's
25
IVN Natuurgidsencursus: weekend Orvelte door Jeroen Mulder
26-28
IVN excursie: de Overijsselse Vecht door Tinus Ekkelenkamp
28-29
Herfst door Bill van Kessel
30-31
De fotovraag
32
Aankondigingen ALV's
32
IVN Vogelzangcursus 2010
33-34
Cijfers zijn meedogenloos. Vlijmscherp confronteren ze je met de realiteit. Alles draait om cijfers en getallen. Een 5,4 voor wiskunde of een 5,5. Dat maakt een wereld van verschil. Jaartallen en leeftijden, daar schrik je echt van. Volgend jaar wordt mijn moeder 80, mijn zoon 20. Over mezelf heb ik het liever niet, dat begrijpt u. Twee, drie weken terug bleek het 20 jaar geleden te zijn dat de Berlijnse muur viel. Twintig? De beelden staan nog op mijn netvlies, alsof dat 6-7 jaar geleden gebeurde. Met rasse schreden naderen we het jaar 2010. De millenniumwisseling is al weer tien jaar geleden. Tien? Alweer zo’n oudejaarsavond op komst met hoeveel tonnen vuurwerk? Lawaai, stank. Waar kan ik heen? Hoe zou het volgend jaar met de kredietcrisis gaan? Ook die danken we aan cijfers, 1.234.567.890 m3 gebakken lucht. Dit is al weer ZNT nummer 4 van 2009, met 36 pagina’s leesplezier en mooie foto’s. Daar gingen weer heel wat uurtjes werk aan vooraf. Hoeveel? Ik heb ze niet geteld. De redactie bestaat op 20-11-2009 uit 5 personen: Nicole, Bernadet, Anja, Albert en Erwin. Als u er ook bij komt, dan tel ik er 6 en dat zou leuk zijn. Dat scheelt ons gemiddeld 20 % werk en dat zou fijn zijn! Als u twijfelt, geeft niet. Een poosje meedraaien op proef kan ook. Onze telefoonnummers staan wel ergens in dit ZNT. Bellen, hoor! Of stuur even een mailtje. Kijkt u eens wat het oplevert: een leuk blad vol Zwols natuurnieuws, leuke contacten, schrijfervaring, plezierige vergaderingen zo’n 5-6 keer per jaar en voldoening. En dat is niet in cijfers uit te drukken… Namens de redactie, Anja Bosman – de Haan
16e jaargang nummer 4
Winter
Foto: Nicole Vervoort
Zwols Natuur Tijdschrift | 5
ZNT
Natuur in en om het huis Toen wij, mijn vrouw, twee dochters en ik, in 1972 in Dalfsen gingen wonen, was de natuur om ons huis heerlijk simpel. Voor het huis een gazon, naast het huis een gazon en achter het huis een gazon met borders. Mijn schoonvader plantte tot halverwege de achtertuin een coniferenhaag als afscheiding met de buren. Langs de straat kwam een haag met forsythia, een witte sering en een struik met gele bolvormige bloemetjes. Later groeiden er spontaan ook nog een vlier en een kastanje in. In de borders kwamen dahlia’s en andere zomerplanten. Toen kwam het heidetijdperk. De voortuin werd omgespit, turfmolm door de grond gewerkt en heide erin geplant. Drie jeneverbessen erbij, want dat zijn trage groeiers. We konden weer jaren vooruit. Maar de heide groeide, verhoutte of ging dood. De jeneverbessen kregen na een aantal jaren een groeispurt en zakten tijdens zware sneeuwval uit elkaar.
. . . De voortuin ging weer op de schop . . . . De voortuin ging weer op de schop. Hei en jeneverbessen eruit en vaste planten erin. Links van het pad naar de voordeur in de kleine border een grote ranonkel tegen het huis, twee hosta’s en een hortensia (ex-kamerplant) met als verdere bodembedekker kleine viooltjes. In het voorjaar bloeien er ook sneeuwklokjes, narcissen en krokussen. Rechts van het pad werden in grote groepen drie soorten geraniums, paarse en witte brunel, een roze spirea, longkruid, kleine vrouwenmantel en langbladig ereprijs geplant. Een paar keer in het jaar moet ik de voortuin door om zaailingen, die in de groep niet thuishoren, onkruid dus, te verwijderen. Ook het gazon in de zijtuin ging eraan. Door elk jaar de opgespaarde konijnenmest eronder te spitten werd de grond steeds beter en konden er groenten en aardbeien geteeld worden. Langs de straatkant werd een berberishegje gezet. Nooit nadoen, want de doorns van de achtergebleven stukjes knipsel blijven achter in de vingers tijdens het wieden. Door de zijtuin loopt een tegelpaadje. In de strook naast het huis mogen de stokrozen, het vingerhoedskruid en de ruige anjers hun gang gaan. Ook staan er zeepkruid, bieslook, grootbloemig muur en een soort klokje. In de borders in de achtertuin kwamen
6 | Zwols Natuur Tijdschrift
door A. Driesprong steeds meer vaste planten, geplant in groepen, zoals de schoenlappersplant, een paarse herfstaster, geraniums, akelei, kleine maagdenpalm, vrouwenmantel, salie (als zaad meegenomen uit Zuid-Limburg tijdens een vakantie), Canadese guldenroede en in de hoek naast de schuur aardperen, die wel drie meter hoog worden en pas in oktober bloeien met kleine op zonnebloemen lijkende bloemen. Het konijn is dol op de bladeren en de knollen. De coniferenhaag werd in de loop der jaren steeds breder en is vervangen door een schutting. Mijn kant van de schutting heb ik voorzien van gaas. Daar tegenaan groeien nu een kamperfoelie, een blauwbloeiende clematis en Oost-Indische kers. Er heeft ook een hop gestaan, maar dat werd toch te gek. Die hop groeide waar ik bij stond. Ik bleef leiden en snoeien en als ik van vakantie terugkwam, zat ie toch nog boven in de struiken van de buurman. Nu staat er een clematis met mooie roze bloemen. Bloeit mooi in het voorjaar, maar groeit hard in de zomer. Misschien geen goede keuze. Het gazon is een mengeling van grassen en andere kruiden, echt gazongras staat er niet meer in, kort gehouden door konijn en maaimachine. De paardenbloemen en madelieven steek ik eruit, maar het overige onkruid laat ik maar zitten. Als het maar glad en groen is, ben ik tevreden. Er moeten wel engerlingen in zitten. Vorig jaar haalde een merel de meikevers, die overdag boven in de grasmat op de avond zaten te wachten om uit te vliegen, naar boven, hakte de schilden en vleugels eraf en at ze op. In mijn tuin komen niet veel vogels. Mussen broeden onder de dakpannen. Merels trekken wormen uit het gras en broeden soms in de klimop aan de waslijnpaal. Er komen pimpel- en koolmezen langs. Kauwtjes halen het gestrooide brood met snavels vol op. In de winter zit er een roodborst en komt de sperwer voorbij. In mijn tuin komen drie soorten huisjesslakken voor: een klein zwart slakje in een doorzichtig huisje, de tuinslak en de segrijnslak. De laatste soort kan een plaag worden en is overdag moeilijk te vinden. Wil je die bestrijden: ga met een zaklantaarn in de zomer ’s avonds in het donker, liefst na een regenbui, op zoek. Regelmatig herhalen. Wat je er mee doet, moet je zelf weten, maar ze zijn eetbaar.
16e jaargang nummer 4
ZNT
Aardsterren in de regio Zwolle en het aangrenzend deel van Flevoland door Piet Bremer Op 4 september 2009 bezocht de Paddenstoelenwerkgroep Zwolle e.o. op uitdrukkelijk verzoek van ondergetekende het Zalkerbos. Ondanks de regen van de voorgaande dagen (aantal mm), was het bos in feite kurkdroog. De regen viel pas in de nacht na ons bezoek, ca. 25 mm, en daarna bleef gedurende de hele maand de regen uit. Plaatjeszwammen waren, op de Spoelvoetcollybia (Collybia fusipes) en een enkel Wieltje (Marasmius rotula) nam niet aanwezig in het bos. Er waren vooral paddenstoellijken: restanten van paddenstoelen van het vorige jaar, zoals afgetakelde houtbuisjeszwammen of halve voetballen van de Reuzenbovist (Langermannia gigantea). Toch was de excursie vanwege de aardsterren een groot succes. In september 1993 was er een landelijke excursie van de Nederlandse Mycologische Vereniging naar zowel Zandhove als naar het Zalkerbos. Van Zandhove verscheen een verhaal in de Tureluur, de KNNV voorloper van het Zwols Natuurtijdschrift (Bremer, 1993). Dat bos was toen voor paddenstoelen heel goed, met veel bijzondere soorten en enthousiaste deelnemers. Het tweede excursiedoel, het Zalkerbos, was uitgekozen omdat hier eerder in 1989 de Grote vierslippige aardster (Geastrum fornicatum) was gevonden (Bremer, 1990, 1991). De soort is sinds 1980 uit ons land bekend. De excursie viel menig deelnemer tegen met een totaal van 62 soorten. Maar achteraf was de excursie helemaal niet teleurstellend en dat bleek toen alle determinaties bij mij binnenkwamen voor de verwerking in één lijst. Op de lijst stonden maar liefst vijf soorten aardsterren! Het betrof de eerder genoemde Grote vierslippige aardster, Tepelaardster (G. corollinum), Baretaardster (G. striatum), Gekraagde aardster (G. triplex) en de Forse aardster
16e jaargang nummer 4
De Baretaardster is een heel zeldzame soort met vondsten in het Zalkerbos en binnen Zwolle in een tuin aan de Amer. Foto: Herma Visscher (G. coronatum). Vijf soorten aardsterren in één klein gebied. Ongekend! Het bezoek van de 4e september bevestigde dat van de vijf soorten nog vier soorten voorkomen en deze op meerdere locaties. Naar de Grote vierslippige aardster heb ik in de jaren negentig nog vaak gezocht op de bekende groeiplaats, maar nooit meer teruggevonden. Aardsterren Aardsterren vormen te midden van de duizenden soorten paddenstoelen een bijzondere groep. Ze behoren tot de buikzwammen, waarbij de sporen worden gevormd in afgesloten vruchtlichamen, die bij rijping opengaan, waarna de sporen zich kunnen verspreiden. De Gewone aardappelbovist (Scleroderma citrinum) en Reuzenbovist zijn de bekendste voorbeelden van de buikzwammen. De aardsterren onderscheiden zich met een slippenkrans. Deze zit om het bolvormige vruchtlichaam heen, scheurt bij rijping in en gaat naar buiten staan, zodat
Figuur 1. De rijping van een vruchtlichaam van een aardster (naar Jalink 1995).
Zwols Natuur Tijdschrift | 7
ZNT het bolvormige vruchtlichaam vrij komt te liggen, bovenin een opening krijgt en haar sporen kan verspreiden, met name als dier of mens op zo’n bolletje gaat staan (figuur 1). Wie meer over aardsterren wil lezen, verwijs ik graag naar een eerder in het ZNT verschenen verhaal (Ruiter, 2002). Hoe bijzonder is het Zalkerbos? In tabel 1 zijn alle in Nederland waargenomen aardsterren vermeld (gebaseerd op de publicatie van Jalink, 1995). In totaal zijn in ons land 22 soorten waargenomen, waarvan 13 soorten in de omgeving van Zwolle en het aangrenzende gebied in Flevoland. Het aldus omschreven gebied is daarmee in het binnenland rijker aan aardsterren dan andere gebieden. Tabel 2 geeft het aantal soorten per bos, natuurgebied of recreatiegebied. Het Zalkerbos staat met het Roggebotzand bovenaan met vijf soorten. In het Roggebotzand is de aardsterrijkdom geconcentreerd in opstanden van de Fijnspar. Dat geldt min of meer ook voor het Schokkerbos in de Noordoostpolder. Aardsterren zijn soorten van kalkrijke of soms kalkarme zandige biotopen. Dat verklaart dan ook waarom in het mycologisch zo interessante Windesheim geen aardsterren zijn waargenomen. Het bos ligt op ontkalkte, zure klei. Ook het mycologisch bijzondere Voorsterbos heeft geen aardsterren. Dit bos ligt enerzijds op keileem, anderzijds op een sterk verzuurde zandbodem. In het aangrenzende Waterloopbos komen twee soorten voor. Hier komt schelphoudend zand
. . . Het Zalkerbos kan zonder meer als aardster hot spot worden omschreven . . . . voor en heeft de bodem een hoge pH. Het gebied heeft bijv. ook een rijke groeiplaats van de Gewone morielje (Morchella esculenta). Tabel 2 geeft ook het totaal aantal soorten voor een aantal regio’s. De belangrijkste aardsterregio’s in ons land zijn ZuidLimburg, de vastelandduinen en de Waddeneilanden. De omgeving van Zwolle en het aangrenzend deel van Flevoland blijken dan rijker aan soorten te zijn dan Zuid-Limburg en de Waddeneilanden. Het Zalkerbos kan zonder meer als aardster hot spot worden omschreven. Hier komen op tenminste drie locaties één of meerdere soorten aardsterren bij elkaar voor. Ook delen van het Roggebotzand zijn een hot spot. Hier groeien in een niet gedunde Fijnsparopstand vijf soorten. Het is de enige locatie van de Roze aardster (Geastrum rufescens) in de regio’s Zwolle/Flevoland.
8 | Zwols Natuur Tijdschrift
Figuur 2. Verspreiding van de Gekraagde aardster binnen straal van 25 km rondom Zwolle. In en bij Zwolle komt een concentratie van vindplaatsen voor, die mede het gevolg is van de inzet van leden van de Zwolse Paddenstoelenwerkgroep. De figuur geeft de steden, bossen en de provinciegrens. De stippen betreft kilometerhokken waarbinnen de soort is waargenomen (bron: mycologische database, Nederlandse Mycologische Vereniging).
Juist over deze sparopstanden is veel te doen geweest. Een week voor onze Zwolse excursie werd aan de rand van het Bremerbergbos een symposium gehouden over het behoud van de sparrenbossen in Flevoland. Hoewel sparren op de voormalige zeebodem verre van natuurlijk zijn, blijken ze juist voor paddenstoelen vaak bijzonder. Er staan veel bijzondere soorten, zoals het Sparreveertje (Pterula multifida), Purperrode russula (Russula queletii) en Aangebrande kluifjeszwam (Helvella confusa). Als het bos vochtig genoeg is, staan er grote aantallen vruchtlichamen. En bijzonder is ook het voorkomen van meerdere soorten aardsterren. Door aantasting met de Dennemoorder (een houtbuisjeszwam) en dunningen zijn de Fijnsparaanplanten hun stabiliteit kwijtgeraakt en daarmee gevoelig geworden voor stormen. In het Roggebotzand zijn van de tientallen opstanden nog maar twee gave, ongedunde, dichte, paddenstoel- en
16e jaargang nummer 4
ZNT aardsterrijke voorbeelden over. En om deze beter beschermd te krijgen, werd het eerder genoemde symposium georganiseerd door de Paddenstoelenwerkgroep in Flevoland (Werkgroep Mycologisch Onderzoek IJsselmeerpolders). In figuur 2 is de verspreiding van de meest algemene soort, de Gekraagde aardster, aangegeven. De verspreiding laat een concentratie zien in en direct bij Zwolle. Hier speelt ongetwijfeld dat de Paddenstoelenwerkgroep de laatste jaren veel werk heeft verzet en haar waarnemingen heeft doorgegeven aan de NMV (database). Figuur 3 geeft op basis van de stippen in figuur 2 de verdeling van de waarnemingen over perioden van vijf jaar. 2006 en 2007 zijn samengenomen. Wat opvalt is de sterke toename van het aantal waarnemingen in deze twee jaren. Dit is trouwens niet zo zeer het effect van de Paddenstoelenwerkgroep. Zes van de 22 waarnemingen zijn afkomstig uit Zwolle, dus ook zonder deze waarnemingen blijft het een hoge score van 16 waarnemingen. Er lijkt dus een echte toename van deze soort op te treden. Van aardsterren is bekend dat ze het goed doen bij droge zomers en ook onder relatief droge omstandigheden vruchtlichamen vormen. Een wel heel treffend voorbeeld hiervan, op de valreep, was de vondst begin oktober in mijn tuin van een wel heel kleine aardster. Er stonden vier vruchtlichaampjes op strooisel van de Chamaecyperus lawsonii, precies onder deze dichte, hoogopgaande struik. Alleen bij zware en aanhoudende buien belandt er regen onder deze struik. Bij weinig neerslag blijft het leefgebied van de aardster geheel droog. Het bleek de
Figuur 3. Het aantal vondsten van de Gekraagde aardster (Geastrum triplex) In een gebied van 25 km rondom Zwolle gedurende 27 jaar. Een vondst is een unieke opgave voor een kilometerhok voor een bepaald jaar (bron: mycologische database, Nederlandse Mycologische Vereniging).
16e jaargang nummer 4
Ruwe aardster (Geastrum campestre) te zijn, waarvan de determinatie bevestigd werd door Leo Jalink. Het is een in het binnenland nog steeds zeldzame soort, maar misschien worden de kleine vruchtlichamen ook wel over het hoofd gezien. Mijn advies als in uw tuin of bij de buren van die hoogopgaande cipressen staan: Kijk er onder, misschien staan er ook wel aardsterren of aardsterretjes! Met dank aan Gerrit van Duuren (Dronten) en Atte van den Berg (Wijhe) voor enkele aanvullingen op dit verhaal. Aanvullingen op tabel 1 werden ontvangen van leden van de Zwolse Paddenstoelenwerkgroep: Anna Adams, Bert Dijkstra, Peter de Kraker, Evert Ruiter, Herman Sieben, Herma Visscher en Melchior van Tweel. Ad van den Berg leverde data uit de mycologische database van de Nederlandse Mycologische Vereniging. Leo Jalink, auteur van `De aardsterren van Nederland en België`, checkte in zijn archief de opgave van de heideaardster. Deze opgave voor het Schokkerbos blijkt vrijwel zeker onjuist.
Literatuur Bremer, P., 1990. Paddestoelen in het Zalkerbos. De Tureluur 11(1): 7 – 10. Bremer, P., 1991. Het paddestoelseizoen 1991. De Tureluur 12(1): 9 – 13. Bremer, P., 1993. Zandhove, de ontdekking van 1992! De Tureluur 13(1): 11 – 15. Jalink, L., 1995. De aardsterren van Nederland en België. Coolia 38 (supplement). Ruiter, E., 2002. Aardsterren, onverwachte kunstwerkjes van de natuur. ZwolsNatuurtijdschrift 9(4): 111 – 112. Zanen, G.C.N. van, 1999. Totaallijst van Paddestoelen gevonden in de provincie Flevoland in de periode 1975 t/m 1999.
Zwols Natuur Tijdschrift | 9
ZNT Tabel 1. Lijst van in Nederland gevonden aardsterren en hun voorkomen rondom Zwolle en aangrenzend deel van Flevoland (ofwel in straal < 25 km vanaf Zwolse binnenstad gerekend). Wetenschappelijke naam
Nederlandse naam
Voorkomen in onze regio
Geastrum berkeleyi
Grote ruwe aardster
-
Geastrum campestre
Ruwe aardster
Abbertbos (1993, van Zanen 1999)
Geastrum corollinum
Tepelaardster
Zalkerbos
Geastrum coronatum
Forse aardster
Zalkerbos, Engelse Werk
Geastrum elegans
Bruine aardster
-
Geastrum fimbriatum
Gewimperde aardster
Engelse Werk, Schokkerbos, Roggebotzand, Waterloopbos, Abbertstrand, Zwolle-Zuid, Wijthmenerplas, Abbertstrand
Geastrum floriforme
Bloemaardster
-
Geastrum fornicatum
Grote vierslippige aardster
4e vondst in ons land was in het Zalkerbos (leg. PB).
Geastrum lageniforme
Slanke aardster
-
Geastrum minimum
Kleine aardster
Abbertstrand
Geastrum pectinatum
Grote aardster
Roggebotzand, Schokkerbos, Abbert (in spar-opstanden) Ook in Urkerbos
Geastrum pseudolimbatum
Krulaardster
-
Geastrum quadrifidum
Vierslippige aardster
Roggebotzand, Reve: in fijnspar-opstand(en)
Geastrum rufescens
Roze aardster
Roggebotzand (fijnspar), z. van Zwolle?
Geastrum saccatum
Viltige aardster
In 1988 in Schokkerbos (leg. PB, det. Frans Tjallingii)
Geastrum schmidelii
Heideaardster
De soort ontbreekt in lijst van van Zanen (1999), maar wordt wel door Jalink (1995) genoemd van Schokkerbos. Bij navraag blijkt dat er zeer waarschijnlijk een fout is gemaakt en de soort niet van dit gebied bekend is.
Geastrum smardae
Tuinaardster
-
Geastrum striatum
Baretaardster
Zalkerbos, tuin Zwolle-Noord . Jalink (1995) geeft twee uurhokken voor Zwolle. Ook in Engelse Werk gevonden?
Geastrum triplex
Gekraagde aardster
o.a. Schokkerbos , Roggebotzand, Engelse Werk, Agnietenberg, Zalkerbos, Waterloopbos, Zandhove, Wijthmenerplas, Bergklooster, talud A28 (zie figuur 2)
Mycenastrum corium
Lederster
-
Myriostoma coliforme
Peperbus
-
Astraeus hygrometricus
Weerhuisje
Bij de Horte, naast fauna-voorziening (leg. M. Zekhuis).
10 | Zwols Natuur Tijdschrift
16e jaargang nummer 4
ZNT Tabel 2. Het aantal soorten aardster per regio of bos-, natuur- of recreatiegebied.
Gebied of regio
Aantal soorten aardsterren
Omgeving Zwolle en aangrenzend deel van
13
opmerkingen
Flevoland (< 25 km vanaf Zwolle) Zalkerbos
5
Roggebotzand
5
De soorten komen onder Fijnspar voor
Schokkerbos
4
Vooral in Fijnspar opstand
Reve - Abbertbos
3
Abbertstrand
3
Engelse Werk
3
Voorsterbos/Waterloopbos
2
Kleibos Windesheim
0
Andere regio`s in Nederland Duinen Hoek van Holland – Den Helder
18
Zuid-Limburg
9
Waddeneilanden
8
De Forse aardster is ook in het Engelse Werk gevonden.
16e jaargang nummer 4
Foto Herma Visscher
De Gewimperde aardster is van aantal gebieden bekend.
Foto Herma Visscher
Zwols Natuur Tijdschrift | 11
ZNT
Verkiezing mooiste boom van Zwolle De Gemeente Zwolle heeft dit najaar de verkiezing ‘De mooiste boom van Zwolle’ uitgeschreven en in dat kader aan het IVN gevraagd om twee excursies te verzorgen. Dirk van de Graaf is ’bomenexpert’ van het IVN en verzorgt al jaren excursies in de stad met het thema ‘Bomen’. Dus logisch dat de vraag aan hem werd gesteld of hij deze excursies voor de gemeente wilde verzorgen. Hierbij zijn verhaal.
Ervaringen van de natuurgids Via de Gemeente Zwolle kwam er een aanvraag binnen bij het IVN om een excursie te geven. Het zou gaan om een verkiezing van bomen in de stad. Via het bestuur kwam de vraag bij mij binnen of dat niet iets voor mij was, om een paar excursies te geven met als thema: ‘Kies de mooiste boom van de Gemeente Zwolle’. Even in de agenda gekeken en ik heb twee data doorgegeven. Op zondag 20 september was de 1e excursie en op zondag 4 oktober de 2e. Het waren twee prachtige herfstdagen. De opkomst was beide dagen gelijk: 9 personen. De route begon bij het VVV kantoor. Wij hebben een gedeelte van de wandelroute ‘Natuurlijk stappen in de stad’ gevolgd. Langs deze route kwamen we een verscheidenheid aan bomen tegen. Door de mensen bewust te laten worden van wat dit soort groen voor de stad betekent, is er voor velen een andere kijk op bomen ontstaan. Het is niet alleen maar dat die boom daar staat, maar er zijn zoveel factoren die er bij komen kijken, voordat een boom groot en oud kan worden. Wij hebben stil gestaan bij oude bomen in de stad, maar ook bij de parkbomen die in park Eekhout staan. Hier staan ook prachtige bomen, die mooi met de takken tot aan de grond reiken. Hier kun je de mensen mooi laten zien hoe bomen tot hun recht komen als ze niet hoeven te worden opgesnoeid in verband met de verkeersveiligheid. Dit is dan een prachtig voorbeeld. Daar staan de mensen eigenlijk helemaal niet bij stil: dat dit de natuurlijke vorm van een boom is. Teruggelopen naar het voormalige gerechtsgebouw. Hier staat de dikste boom van Zwolle: een prachtige plataan met een stamomtrek van zo’n 6 meter. De mensen vonden het geweldig en ze wisten eigenlijk niet dat er zoveel bijzondere bomen in de stad te zien waren. Vooral deze grote plataan oogstte veel bewondering. We liepen richting Potgieterssingel. Hier staan ook diverse boomsoorten, waar prachtige verhalen bijhoren.
12 | Zwols Natuur Tijdschrift
door Dirk van de Graaf
De route ging richting de Sassenpoort. We gingen de poort onderdoor richting het vertrekpunt van onze route. We hadden er toen al weer bijna twee uur opzitten. Ik wilde graag afsluiten bij de Melkmarkt, want hier staan elzen in betonnen bakken. De Gemeente Zwolle heeft het groen binnen de stadsmuren hoog in het vaandel en daarom zijn zij er ook zuinig op en investeren ze voor de toekomst. Want de generaties die na ons komen willen we ook graag laten genieten van al het groen in de stad. Ik heb vele positieve reacties mogen ontvangen van de mensen die ik heb rondgeleid. Ze vonden het geweldig dat er zoveel groen in de stad is. Ze zijn er nu op gewezen en kijken nu toch wel even iets anders tegen diverse dingen aan. In het dagelijkse leven gaat alles zo snel aan de aandacht voorbij, dat het eigenlijk helemaal niet opvalt dat er zoveel bijzonders te zien is in de stad en de parken eromheen. Op zondag 11 oktober heb ik een 3e excursie gegeven maar deze was voor het IVN. Hier kwamen 19 personen op af. Ik heb dezelfde route gelopen als bij de verkiezing mooiste boom van Zwolle-excursies. Het blijft altijd leuk om deze excursie te geven. De mensen blijven enthousiast en verbazen zich over de bomen en het groen in de stad. De excursie ‘Bomen in de stad’ is leuk om te geven. De reacties van de mensen zijn vaak positief en leuk. Of ik nu voor 3 personen of voor 25 personen deze excursie geef, het belangrijkste is deze groep mensen iets mee te geven, zodat ze met andere ogen naar de natuur gaan kijken. Als je dan de reacties van deze mensen hoort, dan is mijn middag geslaagd en dat geeft dan veel voldoening. Als natuurgids ben ik natuurlijk maar een klein onderdeeltje in het grote geheel en daarom vind ik het leuk om mijn kennis over te dragen aan anderen.
Groet, Dirk van de Graaf
16e jaargang nummer 4
ZNT
Rode beuk op Van Nahuysplein mooiste boom van Zwolle De rode beuk op het Van Nahuysplein is de mooiste boom van Zwolle. Wethouder Groen, Hennie Kenkhuis, maakte dat vrijdag 16 oktober j.l. bekend. Van de 48 genomineerde bomen kreeg de rode beuk 130 stemmen. De plataan in Groot Wezenland werd tweede met 102 stemmen en de eikenboom aan de Haersterveerweg werd met 74 stemmen derde. Mevrouw Janny Kamphuis nomineerde de rode beuk aan het Van Nahuysplein. Zij gaf daarbij de volgende motivatie op: “Ik ben opgegroeid met de monumentale rode beuk bij de fontein op het Van Nahuysplein. In het huis ertegenover ben ik geboren. We hadden een dakterras boven, waar we veel zaten en dan elke keer op de kroon van de majestueuze boom keken, elke keer genieten. We speelden veel onder de boom, bijvoorbeeld over de 'luchtwortels' springen zonder ze te raken. Soms vormden we een kring van vijf kinderen rondom de boom, zo dik is de stam. Het was ons speelterrein. Ook met mijn grote liefde heb ik menig keer onder de grote boom doorgebracht. Je kunt wel zeggen dat de liefde daar vergroot is. Ik heb er tot mijn vijfentwintigste jaar gewoond en nog steeds, 45 jaar later, kan ik mij alles haarfijn herinneren en kan er nog van genieten.” De beuk op het van Nahuysplein is de winnaar van de boomverkiezing 'Mijn boom is top', een verkiezing die door de gemeente Zwolle is georganiseerd. Meer informatie over de verkiezing, de uitslag en de 10 meest favoriete bomen van Zwolle, is te vinden op www.zwolle.nl.
Rode beuk Van Nahuysplein.
16e jaargang nummer 4
Foto: Gerlinde Schrijver
Zwols Natuur Tijdschrift | 13
ZNT
Prikkelbaar, maar o zo lief
door Bernadet van der Veen
Foto: Wesley Overman Gedood worden omdat je ongeluk brengt, beschuldigd worden van het stelen van appels en verantwoordelijk worden gesteld voor koeien die geen melk meer geven. Ongeveer 100 jaar geleden werden egels om deze redenen voortdurend door boeren geëxecuteerd. Egels waren in hun ogen vermomde heksen en zaaiers van rampspoed en ellende. Gelukkig is dat nu wel anders. In 2009 is de egel als tweede uit de bus gekomen bij de verkiezing van het favoriete zoogdier in zowel Nederland als Engeland. Er is een officiële wet waarin het doden, vangen en roosteren (ja, u leest het goed) van egels als verwerpelijk wordt gezien en verboden is gesteld. Sterker nog, heel 2009 heeft in het teken gestaan van dit kleine, stekelige zoogdier.
14 | Zwols Natuur Tijdschrift
In januari 2009 riep de Zoogdiervereniging VZZ dit jaar namelijk uit als ‘Het jaar van de egel’. De vereniging startte daarbij een grootschalig onderzoek, waaruit moest blijken hoe het de egel precies vergaat in Nederland. Alle Nederlanders werden ingeschakeld om door te geven waar en wanneer ze een egel hadden gezien. Ook werd een speciaal E-team opgericht. Dit team bestond uit forenzen die een jaar lang op een bepaalde route egelwaarnemingen moesten doorgeven. Het motto hierbij was: meldt het ons, dood of levend. Dit klinkt wellicht in eerste instantie een beetje cru, maar elk jaar worden er veel dode egels gevonden. De voornaamste oorzaak hiervan is het verkeer. Als een egel het geluid van een auto hoort, rolt hij zich ter verdediging op tot een bal en wordt overreden. Elk jaar vallen er naar
16e jaargang nummer 4
ZNT schatting zeker 100.000 van deze verkeersslachtoffers. Maar de terugloop van de egel is niet alleen te wijten aan het verkeer. Ook het verdwijnen van hun leefmilieu is een belangrijke oorzaak. Evenals vergif. Egels eten vergiftigde slakken en insecten en sterven dan een zeer pijnlijke dood. En helaas sterven er ook altijd nog veel egels door goed bedoelde, onwetendheid: Mensen nemen vaak kleine egels mee naar huis in de veronderstelling dat zij door de moeder zijn verlaten of te klein zouden zijn om in winterslaap te gaan. Zij gaan vaak dood door verkeerde voeding en behandeling. De egels kunnen in geval van nood het beste naar een egelopvangadres worden gebracht en niet zelf door particulieren worden verzorgd. De dichtstbijzijnde opvang in Zwolle en omstreken is gevestigd in Kampen (Stichting Vogel- en Egelasiel Kampen, Bovensingel 86). Het hoogtepunt van het jaar van de egel, was het egelweekend in de derde week van september. Overal in het land werden diverse activiteiten georganiseerd, variërend van een open dag bij een egelopvangcentrum tot lezingen en knutselactiviteiten. Alles werd in het werk gesteld om het bijzondere zoogdier te promoten en mensen nogmaals te wijzen op het belang van de ‘egeltelling’. Naast het melden van het spotten van de egels, werden de mensen ook opgeroepen om het door te geven wanneer ze nooit (meer) een egel zagen.
Egel in de moestuin
16e jaargang nummer 4
De afgelopen maanden is er door vele Nederlanders massaal gehoor gegeven aan de oproep van de VZZ. Op dit moment is de vereniging druk bezig met het verwerken van alle gegevens. De uiteindelijke conclusies van het onderzoek moeten duidelijk maken of de egel in zijn voortbestaan wordt bedreigd en of het dier aan de Rode Lijst van bedreigde zoogdieren moet worden toegevoegd. Of de egel inderdaad in zijn voortbestaan wordt bedreigd, is op het moment van verschijning van dit ZNT dus nog niet zeker. De VZZ wil op basis van de voorlopige en nog niet volledige gegevens nog geen conclusies trekken. Wel geven ze bij de tussenstand van 21 september aan dat het opvalt dat er vrijwel overal in het land mensen zijn die geen egels (meer) zien in hun tuin. Aan de andere kant wordt het voorkomen van de dieren op veel plekken nog wel gemeld, wat zou kunnen duiden op een goede spreiding van de egel in het land. Opmerkelijk is dan wel dat uit een paar delen van het land nog vrijwel geen meldingen zijn binnengekomen. Het betreft hier de Veluwe, grote delen van Flevoland, Friesland, Noord-Holland en het gebied ten zuiden van de Rijnmond. Meer informatie over het jaar van de egel, is terug te vinden op de website: www.jaarvandeegel.nl. Op deze site zullen uiteindelijk ook de conclusies van het onderzoek worden gerapporteerd.
Foto: Rollin Verlinde
Zwols Natuur Tijdschrift | 15
ZNT
Goed Bekeken
tekst en fotografie ©Gerard Beersma
Nogal wat mensen vinden spinnen griezelige monsters. En spinnen vinden dat van mensen, want er worden er heel wat vertrapt of met de stofzuiger bewerkt. Zonde. De Nederlandse soorten zijn geheel ongevaarlijk en bovendien combineert de diergroep fascinerend gedrag met buitengewone lichaamskenmerken. De meeste soorten hebben 8 ogen. Ik heb geen flauw idee waarom, maar op een of andere manier moeten al die lenzen het de spin gemakkelijker maken. Spinnen die hun prooi in een web vangen, hebben kleine ogen. De prooi komt toch zelf aanvliegen en kan niet ontsnappen. Spinnen die lopend op zoek gaan naar hun diner om hier van een afstandje bovenop te springen, moeten goede ogen hebben en afstanden heel precies kunnen inschatten. Grote ogen dus, in elk geval die, die voor in de kop staan. De schorsmarpissa van de foto is zo’n springspin. Hij zit zeker bij u in de tuin, tegen het huis of op de schutting. De gigantische ogen zie je alleen als je er echt naar gaat kijken, want het is en blijft toch een klein beestje. Zijn verwant het zebraspinnetje is bekender, en heeft ook 8 van die mooie koplampen. Dit fotomodel zat in een kier in een paaltje bij Zalk en kwam nu en dan een klein stukje naar buiten, om daar op zijn kop de omgeving eens goed in zich op te nemen. “Wat primitief, slechts 3 lenzen”, zal hij gedacht hebben. 16 | Zwols Natuur Tijdschrift
16e jaargang nummer 4
ZNT
De Struinwaard, het struinen waard
tekst en foto's Han Beeuwkes
Een voorlopige verkenning
. . . de oevers zijn echt prachtig geworden!! . . . .
Natuurontwikkeling, retentie of beide? Toen ik in 2008, en ook al ervoor, een aantal keren door de struinwaard bij Berkum ben gesjouwd, dacht ik aanvankelijk: “Wat moet dit worden? Gaat het nu om ruimte voor de rivier of gaat het om natuurontwikkeling?” Ik las ergens: “De onlangs geopende Struinwaard in de uiterwaard van de Vecht bij Berkum (Zwolle) is ingericht voor extra waterberging bij piekafvoer van de Vecht en biedt tegelijkertijd meer kansen voor natuur en recreatie”. En wat kunnen wij daar dan van verwachten? Het gebied kwam mij, na de reconstructie, als kaal en stoffig, klei-zanderig en dor over. Vanuit de geschiedenis kende ik het uiterwaard, met uitzondering van de dijk, ook al als een gebied met weinig tot geen bijzondere begroeiing en zeer vogelsoortenarm. In de presentatie van de gemeente stond te lezen dat de herinrichting van het uiterwaard een uitgelezen kans was om nieuwe natuur te maken.
worden!! De geschapen voorwaarden in de vorm van poelen, natte zandplaten, steenhopen, lage oevers en oeverranden zijn in korte tijd rijkelijk gekoloniseerd door een veelheid aan plantensoorten. Dat had ik niet verwacht. Zo snel. En zo zie je maar weer dat ongeduld een slechte adviseur is. Er valt hier nog veel te verwachten. Natuur(ontwikkeling) heeft de tijd nodig. Soms vele jaren. Gebiedsbeschrijving en soorten De struinwaard is ongeveer 7,5 hectare groot. Voor de natuurontwikkeling is gekozen voor het toevoegen van een ondiepe, niet op de hoofdstroom aangetakte geul, die eigenlijk uit afzonderlijke delen bestaat. Er zijn 4 plassen die niet met elkaar verbonden zijn. Wel is er tussen de tweede en derde plas een diepte die bij stijgend water een doorwaadbare plaats, een ‘voorde’ wordt en waterverbinding kan vormen tussen beide plassen.
Natuurvoorwaarden scheppen Toen kwamen mij de woorden van wijlen professor Westhoff in gedachten, die in een interview van jaren geleden in het programma ‘Vroege Vogels’ brak met de gedachte van de maakbaarheid, dat wij nieuwe natuur kunnen maken. Hij zei toen: “Wij kunnen helemáál geen nieuwe natuur maken. Wij kunnen zelfs geen libellenvleugel maken, noch ook een aardappel. Wij kunnen wél voorwaarden scheppen.” Voor herintroductie van oorspronkelijke begroeiing, doordat oud zaad uit de bodem, aangewaaid of op andere wijze aangevoerd zaad weer kan ontkiemen, nadat de agrarische bovenlaag is verwijderd. Geduld In 2009 ben ik opnieuw een paar keer gaan verkennen en ik kom terug op die eerdere gedachte(n). Het is hier en daar nog wel stoffig en zanderig, maar de oevers zijn echt prachtig ge-
16e jaargang nummer 4
beekpunge
Zwols Natuur Tijdschrift | 17
ZNT - De eerste plas is klein en heeft vrij steile oeverranden. Deze plas zou je de kikkerpoel kunnen noemen, omdat hier vooral de kikvorsen te horen zijn. Een gesprek met een bewoner/ wandelaar bevestigde dat. De vegetatie bestaat vooral uit grote lisdodde, koninginnenkruid, harig wilgenroosje, kattenstaart en diverse zeggesoorten. - De tweede plas is het grootst. Het is een langgerekte slenk, die uitloopt in een hoekige plas. Hier zijn hoge oeverranden en brede, lage, horizontale natte oevers. De bodem van die natte oevers is bedekt met een dun vezelrijk humuslaagje van plm. een halve centimeter dikte. Daaronder ligt zand. De vegetatie op deze lage brede oevers is verrassend. Opvallend is het voorkomen van veel beekpunge, gevleugeld helmkruid, tijmbladige ereprijs, smal tandzaad, knikkend tandzaad, zwart tandzaad. Daarnaast watermunt, viltige basterdwederik, wolfspoot, kattenstaart, egelboterbloem, grote lisdodde, moerasrolklaver, blauw glidkruid, watermunt, moerasandoorn, grote waterweegbree, koninginnenkruid, amandelwilg, schietwilg, grauwe wilg en els. -De derde plas is weer wat kleiner en heeft aan beide zijden brede lage oevers. Soorten die hier werden waargenomen, zijn rode en blauwe waterereprijs, watermuur, beekpunge, tandzaden, waaronder smal tandzaad als opvallendste soort. Zeker ook opmerkelijk was de vondst van draadrus (Rode Lijst; op één plaats > 200 exx.) aan de Vechtdijkse kant, blaaszegge, amandelwilg, schietwilg, grauwe wilg. Verrassend was de vondst van bleekgele droogbloem (plm 20 exx.) aan de Vechtdijkse zijde. - De vierde plas is weer klein. Er zijn mooie lage oevers met de al eerder vermelde soorten, maar in het water een uitgebreide populatie van kransvederkruid, smalle waterpest en kikkerbeet. Kransvederkruid komt in deze laatste plas het meest voor. Kransmunt vinden we op de oevers. - Vlak daarachter ligt een keienhoop. Mogelijk vestigen zich hier sedumsoorten die een paar honderd meter verderop op het rivierduin van de Berkumkolk nog in grote aantallen groeien. Water en wind spoelen en blazen organismen weg, maar brengen ook organismen mee. Soms nieuwe. - Tenslotte is er nog een natte, smalle ondiepe geul direct achter de keiendam van de Vecht zelf. Deze strook is het kleurrijkste: paars van de kattenstaart, bleekroze van koninginnenkruid, grijsgroen en bruin van de grote lisdodde en goudgeel van boerenwormkruid. Op enkele plaatsen groeien al enkele exemplaren van bosbies en gevleugeld hertshooi. Op de keienbeschoeiing groeit grote teunisbloem. Opvallend is de (nog) beperkte aanwezigheid van klein lisdodde, overigens in het ge-
18 | Zwols Natuur Tijdschrift
hele gebied. Een zanderige, natte open plek was begroeid met getande weegbree. Toekomst De Vecht ligt bij ons in een stroomafwaarts gebied. Vooral lichte sedimenten zullen bij overstroming van het uiterwaard bezinken. Mogelijk wordt de explosieve groei van de vegetatie ingeperkt door de jaarlijkse inundatie en deposities van zanderige en kleiige sedentaten. Als echter de struiken toch de overhand krijgen, zal dat invloed hebben op de soortenrijkdom en -variatie, die ons hopelijk nog te wachten staat. Wat zou het mooi zijn als er zich bleke zegge vestigt, een soort die nog steeds aan de Berkumerkolk met 3 exemplaren al jaren standhoudt. Of nieuwe soorten uit het achterland van de Vecht, die hier als zaadjes bezinken op de natte oevers. Beheer Wat mij na enkele verkenningen opviel, is de snelle kolonisatie van grassen, russen en struiken (wilg en els) op de natte oevers. Eind augustus waren het droge wandelgedeelte en het resterende grasland keurig gemaaid. Het natte gedeelte niet. Dit bevindt zich op dit moment in een pionierssituatie. Pionierssituaties zijn in wezen instabiel. Ze veranderen voortdurend. Het is slechts een fase in de tijd. De natuur is altijd in beweging. Stilstand bestaat niet in de natuur. Dus moeten we dat ook niet proberen vast te leggen, vast te houden. Wel kun je na verloop van tijd de natte oevers maaien, voor zover dat op modderige bodem lukt, of het ruige gedeelte laten begrazen. Ik hoop dat de dynamiek van de rivier de Vecht krachtig genoeg is om iets van de oorspronkelijkheid en de oorspronkelijke begroeiing in stand te houden en te doen uitbreiden, zoals de IJssel dat ook doet langs het Engelse Werk en de Vreugerijkerwaard, en….. dat er in de loop der tijd nog verrassend nieuwe soorten opduiken.
16e jaargang nummer 4
ZNT
blauw glidkruid
gevleugeld hertshooi
getande weegbree
smal tandzaad
Bronnen: Afdeling Communicatie gemeente Zwolle; Westhoff, V. Prof. Dr., 1969. De plantengemeenschappen van Nederland; Held den, Drs. J.J., 1988. Beknopt overzicht van de Nederlandse plantengemeenschappen, WM nr. 134. kransvederkruid
16e jaargang nummer 4
Zwols Natuur Tijdschrift | 19
ZNT
Klimop Deze altijd groenblijvende klimmer is bijzonder in trek in de dierenwereld. Klimop is een van de weinige planten die pas in de herfst tot bloei komen en is daardoor voor veel insecten nog een laatste bron van nectar en stuifmeel. Voor vlinders, zoals de atalanta is het dé brandstofleverancier voordat ze op reis naar het warme zuiden gaan. Ook vogels houden van klimop, het is een mooie plek om een nestje in te verstoppen en ze vinden er voedsel. De doffe zwarte bessen zijn rijp in de lente, juist in een moeilijke tijd voor vogels als het om eten gaat. Verder overwinteren er veel insecten tussen de bladeren en ook dat komt de vogels goed van pas. Omdat klimop het hele jaar groen blijft en zich vasthecht aan een muur of boom, was het al in de Oudheid een symbool voor eeuwig leven en trouw. In de kruidengeneeskunde gebruikt men vooral de jonge bladeren van de plant. En wie thuis wandelende takken heeft, weet maar al te goed hoe vaak deze verse klimop nodig hebben. Vreemde vogels: Als je de letters weer in de goede volgorde zet, dan lees je de namen van een aantal standvogels. Welk vogeltje is bezig een nestje te maken in de klimop?
Moesleok
nikjongwe
gilnerong
lerem
niter
Uit: Doe meer met de natuur
20 | Zwols Natuur Tijdschrift
nikv Tineke Burghard
16e jaargang nummer 4
ZNT
Van de IVN Bestuurstafel Het eind van het jaar komt in zicht en de excursies, cursussen en veldlessen zijn achter de rug. Andere IVN-activiteiten kennen geen 'winterstop' en gaan gewoon door, zoals de Groendoeners, Groen voor Ouderen en de Natuurgidsencursus, die eind juni zal worden afgerond. Het bestuur zit in deze periode ook niet stil en kijkt alvast vooruit naar het volgende jaar. Welke activiteiten gaan er in 2010 weer van start en we kijken natuurlijk ook naar de begroting van het volgende jaar. In november is het nieuwe excursieprogramma voor 2010 samengesteld, met daarin een aantal oude bekenden en ook een aantal nieuwe excursies. Leuk om te melden is dat er ook enkele aspirant-natuurgidsen bij aanwezig waren. Sommigen staan te trappelen om zelf aan de slag te gaan na de opleiding tot natuurgids. Dat vinden we als bestuur natuurlijk geweldig! We hopen dan een groep enthousiaste vrijwilligers te kunnen verwelkomen binnen de werkgroepen. In oktober hebben we opnieuw een gesprek gehad met wethouder Kenkhuis over een aantal groenzaken. Onder andere over het Doepark Nooterhof, waar het IVN steeds meer gebruik van maakt. Maar ook over de Boomfeestdag 2010 als Zwolle het landelijke speerpunt is. De gemeente grijpt die gelegenheid aan om natuur in het basisonderwijs extra aandacht te geven. IVN Zwolle heeft aangeboden om daar een rol in te spelen en biedt scholen (groep 7) aan om een boomexcursie te doen met een natuurgids. We hopen dat de scholen er gebruik van zullen maken! Op deze plek wil het IVN bestuur nogmaals de aandacht vragen voor de vacature van secretaris die per maart 2010 zal ontstaan. We zouden graag in contact komen met belangstellenden voor deze functie. Geïnteresseerden kunnen dan alvast meekijken in het bestuur en de overdracht kan dan goed plaatsvinden. Een korte schets van de taken: het verwerken van de post (zowel schriftelijk als e-mail), het notuleren van de bestuursvergaderingen (6x per jaar), het organiseren van de algemene ledenvergadering, het coördineren van het jaarverslag, het organiseren van het coördinatorenoverleg, etc. We zijn op zoek naar een persoon die het leuk vindt om een spilfunctie in de vereniging te vervullen en ongeveer 1 dagdeel per week tijd kan vrijmaken. En daarbij is het heel erg fijn om met een groep betrokken bestuursleden te kunnen samen werken! Als huidig secretaris heb ik dat in ieder geval zo ervaren! Dus: schroom niet om te informeren bij voorzitter of huidige secretaris! Namens het bestuur van IVN Zwolle, Ria Marteijn, secretaris
Introductie Erik van Dijk als nieuw bestuurslid KNNV Zwolle
Sinds medio 2009 ben ik bestuurslid (natuurhistorisch secretaris) van de afdeling Zwolle. Ik ben ecoloog (Amsterdam, Leiden, Wageningen) en al ruim 20 jaar lid van de KNNV Zwolle, maar was lang slapend lid. De reden daarvan was niet gebrek aan belangstelling, maar gebrek aan tijd. Naast een drukke baan bij de provincie, was ik ondermeer vele jaren erg actief met het kustbeheer via actieve en deels in tijd overlappende bestuurslidmaatschappen van Stichting Duinbehoud (Leiden, 20 jaar) en Waddenvereniging (Harlingen, 9 jaar). Verder deed ik in een landelijke werkgroep veel veldwerk aan de Nederlandse beken. Mijn prepensioen geeft me de gelegenheid om ook in de omgeving van Zwolle meer dan voorheen met anderen de natuur in te gaan om mijn specialiteiten (hogere planten en met name waterplanten en orchideeën, lichenen, natuurfotografie) te botvieren. Maar ook vogels, paddenstoelen, zoogdieren en reptielen, amfibieën en vissen hebben mijn volle aandacht. Momenteel ben ik voor de KNNV Zwolle vooral bezig met het opstellen van een rapport over al de resultaten op het gebied van vogels, planten, paddenstoelen, libellen, vleermuizen e.a. die enthousiaste vrijwilligers dit en voorgaand jaar haalden op en rond het landgoed de Helmhorst, ten zuiden van Berkum. Dit rapport kan een belangrijke rol gaan spelen in het toekomstige behoud en beheer van dit leuke, maar relatief onbekende landgoed. Behalve voor de afdeling Zwolle ben ik bij de KNNV ook actief in de Algemene Reiscommissie. Los daarvan ben ik bij de Leidse Vereniging Kust & Zee als projectleider betrokken bij een groot Waddenfonds-project om de mosselbanken in de Waddenzee te herstellen en te behouden.
16e jaargang nummer 4
Zwols Natuur Tijdschrift | 21
ZNT
Programma KNNV Zwolle winter en voorjaar 2010 Leden van KNNV Zwolle en IVN Zwolle zijn allen welkom bij onze activiteiten. Ook andere natuurliefhebbers worden uitgenodigd vrijblijvend kennis te maken. Kom gerust eens naar een lezing of ga mee met een excursie! Het rooster van de Paddenstoelenwerkgroep zal in januari gemaakt worden en wordt dan bekend gemaakt op de website: www.knnv.nl/zwolle. Of bel voor informatie met de coördinator van de Paddenstoelenwerkgroep, Anna Adams-Catin, tel. 038 – 4217196. Let op! Sommige binnenactiviteiten worden gehouden in de Kruidwisch, Doepark Nooterhof, Goertjesweg 5 te Zwolle. Andere worden gehouden in de Eli Heimanszaal, Ecodrome, Willemsvaart 19, Zwolle. Meer informatie over de activiteiten kunt u krijgen bij Anja Bosman – de Haan, tel. 038 - 4654735 of per mail:
[email protected], of bij de persoon die bij de betreffende activiteit staat vermeld. Woensdag 13 januari 2010 Lezing ‘Sperwers’, door Jan van Dijk Jan van Dijk is coördinator van de Roofvogelwerkgroep Zwolle en bestuurslid van de Werkgroep Slechtvalk Nederland. Hij is actief met monitoring van de roofvogels in en rond Zwolle. Vanavond zijn verhaal met ongetwijfeld prachtige plaatjes. Voor wie: vogelaars en andere belangstellenden. Locatie: Kruidwisch, Doepark Nooterhof. Tijd: 20.00 u. – ca. 22.00 u. Na afloop nieuwjaarsborrel!!! Dinsdag 26 januari 2010 Determinatie-avond Plantenwerkgroep Een doeavond voor leden die actief zijn in de KNNV Plantenwerkgroep. Nel Wijts neemt een vijftigtal planten van het Ecodrome mee die nog moeten worden gedetermineerd. Neem dus je boeken en je loep mee, zodat we gezamenlijk de planten op naam kunnen brengen. Locatie: Eli Heimanszaal, Ecodrome. Tijd: vanaf 20.00 u. Informatie: Elja van Dongen, 038 – 3762696
22 | Zwols Natuur Tijdschrift
Zaterdag 13 februari 2010 Workshop libellen determineren, aan de hand van huidjes. Initiatief: Gert Veurink i.s.m. Evert Ruiter. Voor wie: liefhebbers van libellen. Tijd: vanaf 13.30 u. Locatie: de Kruidwisch, Doepark Nooterhof. Huidjes, binocs, boeken en deskundigen zijn aanwezig. Opgave vooraf is nodig, want er kunnen max. ca. 20 deelnemers meedoen. Opgave en informatie bij Gert Veurink, e-mail:
[email protected]. Meer informatie volgt na opgave. Zaterdag 20 februari 2010 Excursie naar de IJsselmeerkust en het zuidwesten van Friesland We gaan op zoek naar kleine zwanen, zaagbekken en kleine rietganzen. Voor wie: beginnende en gevorderde vogelaars en andere natuurliefhebbers. Excursieleider: Jur Furda, tel.: 038 – 3858200. Tijd: Vertrek om 9.00 u., terugkomst ca. 17.00 u. Verzamelpunt: Yosemite, van der Heijdenstraat 8, Zwolle Kosten meerijden: € 6,- Opgave: uiterlijk daags tevoren via e-mail bij
[email protected]. Graag vermelden of u wilt meerijden of chauffeur wilt/ kunt zijn. Meenemen: verrekijker, water- en winddichte kleding, eten en (warm) drinken, goede schoenen of laarzen. Donderdag 25 februari 2010 Lezing ‘Bijzondere plantengroei op de voormalige zeebodem’, door Piet Bremer Nieuwe natuur in de Noordoostpolder en opmerkelijke ontwikkelingen in de afgelopen 67 jaar. Piet Bremer, lid van KNNV Zwolle en werkzaam bij de Provincie Overijssel, promoveerde in december 2007 op varens in het Kuinderbos. Voor wie: alle belangstellenden. Aanvang: 20.00 u. Toegang vrij. Locatie: Kruidwisch, Doepark Nooterhof, Goertjesweg 5, Zwolle.
16e jaargang nummer 4
ZNT Dinsdag 2 maart 2010 Algemene Ledenvergadering KNNV Zwolle KNNV leden ontvangen hiervoor t.z.t. een uitnodiging. Locatie: Kruidwisch, Doepark Nooterhof. Tijd: 20.00 u. – ca. 22.00 u. Zaterdag 6 maart 2010 Excursie korstmossen, omgeving Hoog- en Laag-Zuthem Excursieleider: Erik van Dijk. Voor alle belangstellenden. We gaan per fiets naar interessante gebieden en daar wandelen. Wie met de auto wil gaan, kan even bellen voor een ontmoetingsafspraak. Tijd: 9.00 u. – ca. 12.00 u. Verzamelen: Wijkboerderij Schellerhoeve, Schellerpark 101, Zwolle. Opgave niet nodig. Informatie: Erik van Dijk, tel.: 06-22441315. Donderdag 11 maart 2010 Lezing ‘Oeverplanten’, door Melchior van Tweel Melchior van Tweel, ecoloog en lid van KNNV Zwolle, zal zijn lezing voorzien van vele mooie foto’s. Organisatie: Plantenwerkgroep KNNV. Ook voor andere belangstellenden. Tijd: 20.00 u. Locatie: Eli Heimanszaal, Ecodrome. Donderdag 1 april 2010 Lezing ‘De geschiedenis van de relatie tussen mens en dier’, door Wietske Prummel Wietske Prummel, lid van KNNV Zwolle, is universitair hoofddocent Archeozoölogie bij de leerstoel Pre- en Protohistorie aan de Rijksuniversiteit Groningen. De archeozoölogie onderzoekt de relatie tussen mens en dier aan de hand van overblijfselen van dieren uit archeologische opgravingen. Deze resten zijn vooral botten en schelpen. Gedurende meer dan 95% van de menselijke geschiedenis haalde de mens al zijn voedsel en grondstoffen uit de natuur. Ruim 15.000 jaar geleden ging de mens ertoe over wilde dieren om te vormen tot huisdieren. Dat was allereerst de hond, later kwamen daar de huisdieren bij die de mens voedsel verschaften, zoals schapen, geiten, runderen en varkens. Maar
16e jaargang nummer 4
ook de jacht, vogelvangst en visvangst bleven tot op de huidige dag belangrijk. Voor wie: alle belangstellenden. Aanvang: 20.00 u. Toegang vrij. Locatie: Kruidwisch, Doepark Nooterhof, Goertjesweg 5, Zwolle. Zaterdag 10 april 2010 Excursie korhoenders op de Sallandse Heuvelrug Voor wie: vogelaars en andere belangstellenden. Vertrek: 6.00 u. Verzamelpunt: Yosemite, van der Heijdenstraat 8, Zwolle Kosten meerijden: € 4,- Opgave: uiterlijk daags tevoren via e-mail bij
[email protected]. Graag vermelden of u wilt meerijden of chauffeur wilt/ kunt zijn. Informatie: Jur Furda, tel.: 038 – 3858200. Woensdag 14 april 2010 Lezing ‘Groenbeleid Gemeente Zwolle’, door Lieuwe Dijkstra Lieuwe Dijkstra, lid van KNNV Zwolle, is senior adviseur landschapsecologie van de Gemeente Zwolle. Organisatie: Plantenwerkgroep KNNV. Ook voor andere belangstellenden. Tijd: 20.00 u. Locatie: Eli Heimanszaal, Ecodrome. Zaterdag 24 april 2010 Ledendag met excursies, gezelligheid, eten en drinken en een boeiende lezing. Aan het programma wordt bij het verschijnen van dit ZNT nog gewerkt. Leden van KNNV Zwolle krijgen hiervoor t.z.t. een uitnodiging. Introducés welkom. Tijd: vanaf 14.00 u. tot ca. 22.00 u. Uitvalsbasis: Kruidwisch, Doepark Nooterhof, Goertjesweg 5, Zwolle. Noteert u ook alvast: Zondag 16 mei 2010: Voorzomerfeest Nooterhof Zaterdag 22 mei 2010: Vogelexcursie Dollard, OostFriesland, Breebaardpolde; Op zoek naar de grauwe kiekendieven van het Reiderland Zaterdag 26 juni 2010: Vogelexcursie naar de Wieden, ‘De Auken’; purperreigers, lepelaars, aalscholvers
Zwols Natuur Tijdschrift | 23
ZNT
© illustratie: Willemien van Ittersum 2009 24 | Zwols Natuur Tijdschrift
16e jaargang nummer 4
ZNT
Van de KNNV Bestuurstafel
door Erik van Dijk
Zoals elders vermeld in dit ZNT, ben ik vanaf voorjaar 2009 actief als bestuurslid bij de KNNV (Natuurhistorisch Secretaris van afdeling Zwolle, daarnaast ook landelijk via de Algemene Reis Commissie). Ik trof in Zwolle een bestuur aan dat enthousiast en met veel inzet van tijd en energie bezig is met de voorbereiding van een breed scala aan verenigingsactiviteiten en regelmatig daarover vergadert. Ik heb inmiddels ervaren dat het vergaderen bij de KNNV efficiënt verloopt, maar tegelijk is er ook voldoende aandacht voor de sociale aspecten van KNNV leden en de maatschappelijke context waarin we onze natuurwaarnemingen doen. We kunnen wat betreft de zomer en het najaar van 2009 terugzien op een flink aanbod aan zeer diverse activiteiten. Of je nu aan planten, vogels, zoogdieren, insecten, waterdieren of paddenstoelen wilde doen, de betreffende werkgroepen boden excursies en lezingen aan om de kennis te verdiepen. In november is samen met de coördinatoren geëvalueerd wat er afgelopen jaar goed en minder goed is gelopen en de voorbereidingen voor de activiteiten 2010 zijn weer in volle gang. Helaas ging dit jaar de traditionele voorjaarsexcursie op Schier niet door. Als we volgend jaar weer samen dit eiland willen bezoeken, moet het organisatieclubje versterkt worden. Wie? Een aantal KNNV leden ging in september wel mee met de succesvolle excursie naar Ameland; ook volgend jaar zal er een septemberexcursie naar Ameland georganiseerd worden waaraan KNNV’ers mee mogen doen. In goede samenwerking met IVN Zwolle heeft ons bestuur de afgelopen maanden contact gehad met de Groen Links fractie van de Zwolse gemeenteraad en ook met wethouder Kenkhuis. Punten van overleg waren onder andere de verwachte actieve inbreng van IVN en KNNV bij de Boomfeestdag 2010 (waarbij Zwolle een landelijke trekkersrol vervult), het tijdig kunnen inspreken bij gemeentelijke plannen met het landelijke gebied, onze huisvesting bij het Ecodrome en de Kruidwisch. IVN en KNNV zullen de komende gemeenteraadsverkiezing afwachten voordat we onze gezamenlijke activiteiten richting de politieke parijen uitbreiden en intensiveren. Een goed honk voor onze lezingen en andere activiteiten staat daarbij hoog op ons verlanglijstje. De Kruidwisch bevalt ondertussen goed, bij veel leden beter dan de inmiddels zonder overleg met ons gehalveerde zaal bij het Ecodrome, maar er ontbreekt nog een echt contract voor duurzaam gebruik. Daaraan wordt inmiddels gewerkt. Echte hoogtepunten van de afgelopen periode waren na de leuke voorjaarshappening in de Kruidwisch met lekker eten, leuke muziek en een kievitsbloemenexcursie, de druk bezochte boottocht op de IJssel naar Vosse- en Ketelmeer en de lezingen over muizen en muizeninventarisatieronden rond het landgoed de Helmhorst ten zuiden van Berkum. Die muizengegevens zijn een mooie afronding van eerdere inventarisaties van planten, vogels, paddenstoelen, libellen en vleermuizen, waarvan het rapport inmiddels in wording is. Rest me nog te melden dat de Natuurbeschermingscommissie naast heel veel andere al lopende activiteiten nu ook de bescherming van het netwerk aan sloten in de IJsseldelta en met name de Mastenbroekerpolder naar zich toe heeft getrokken. Heel nuttig omdat veel individuele boeren de laatste jaren steeds meer voor natuur en waterbeheer waardevolle sloten dempten om hun percelen te vergroten. Het hele karakter van de beschermde (!) polder dreigt hiermee verloren te gaan.
Gezocht: oude ZNT’s Wie is er in het bezit van oude exemplaren van het Zwols Natuurtijdschrift en is bereid deze –eventueel tijdelijkaf te staan voor het archief van KNNV Zwolle? We zouden ze graag willen overnemen of lenen. Het plan is om oude jaargangen te scannen en digitaal beschikbaar te maken, zodat iedereen ze nog eens kan lezen. We zijn op zoek naar de 1e jaargang, uit 1994, tot en met de 13e jaargang, uit 2007. Ook komen we graag in het bezit van de voorloper van het ZNT, de Tureluur van 1984 t/m 1993.Kunt u ons helpen, neem dan contact op met Erwin de Visser, e-mail:
[email protected] of tel.: 038 – 4659607.
16e jaargang nummer 4
Zwols Natuur Tijdschrift | 25
ZNT
IVN Natuurgidsencursus: weekend Orvelte een verslag
door Jeroen Mulder
In het weekend van 25, 26 en 27 september, een weekend met heel mooi weer, hebben we met de Natuurgidsencursus een werkweekend in Orvelte. Vrijdag Op weg naar het veldwerkcentrum de Veldhoeve, waar we ons onderkomen hebben, zien we vanuit de auto dat de Gasunie het Drentse landschap behoorlijk op de schop aan het nemen is. Van verre zijn de gasleidingen met een diameter van zo'n 1 m. 20 te zien. In 1991 werden bij Orvelte al botresten door de Gasunie naar boven gehaald en nu twee dagen geleden zijn er weer vondsten gedaan. In de opgravingsput bij Orvelte zijn de beenderen van verschillende dieren gevonden. Naast de resten van drie of vier wolharige mammoeten, zijn overblijfselen aangetroffen van een (waarschijnlijk wolharige) neushoorn, de trouwe metgezel van de wolharige mammoet. Vaak worden de fossiele resten van beide soorten samen aangetroffen. Zaterdag We maken een fietstocht door de Orvelterbosjes naar het Orvelterveld. In de heide worden door de ochtenddauw tal van spinnenwebjes tevoorschijn getoverd, de waterdruppeltjes twinkelen als diamantjes in het zonlicht. Hier, te midden van een golvend heidelandschap, verzamelen we ons om over het landschap te horen: De golving in het terrein is ontstaan tijdens de afzettingen van dekzand tijdens de laatste IJstijd (Pleistoceen).De zandige opho-
. . . een wel heel bijzondere natuurbeleving. . . .
26 | Zwols Natuur Tijdschrift
IVN' ers in spe
Foto: Tonny Valk
ging waar wij naast staan, ligt hoger dan het landschap aan de andere zijde. Is hier nu sprake van een stuwwal? Was dit zand opgestuwd door het landijs lang geleden? Nee, deze verhoging bestaat uit stuifzand. Stuifzandgebieden kunnen vaak worden beschouwd als een verwijzing naar menselijke activiteiten in het verleden, doordat ze met name ontstonden op akkers en afgeplagde terreinen. Ook langs oude wegen ontstaan vaak verhoogde stuifzandafzettingen. In het heidegebied kunnen we enkele natuurtypen vrij vlot onderscheiden: Droge heide op de hogere zandgronden met als overheersende soort: struikheide. Natte heide – tot dit natuurtype behoren alle heidevegetaties waar in ieder geval in het winterhalfjaar het water boven of vlak onder het maaiveld staat. De overheersende soort is: dopheide, maar ook moeraswolfsklauw en kleine zonnedauw groeien hier. De overgangszone tussen natte en droge heide is makkelijk te zien aan het door elkaar groeien van struikheide en dopheide. Droge heide is een cultuurmonument. Door toedoen van de mens is struikhei tot landschapbepalend gewas geworden. In de IJstijd kwam dit plantje al voor, maar pas toen men voor de landbouw grootschalig bos ging kappen, is het sneller gegaan met dit plantje. De humuslaag raakt op de kapvlakten spoedig veel voedingsstoffen kwijt. Stukken werden soms ook weggebrand. De bodem had geen bescherming meer van het kronendek van de bomen. Er ontstond een verarmde, zure, humeuze grond waar de struikhei als geen andere plant op toegerust is. Na een korte lunch fietsen we naar een boerderij die nagebouwd is, zoals ze er in de ijzertijd uitgezien hebben. Het bestaat grotendeels uit houten balken en leem. Naast de boerderij staat een wildspieker. Dat is een schuurtje op palen. Het werd een stuk boven de grond
16e jaargang nummer 4
ZNT gebouwd, zodat de dieren niet bij de oogst konden komen. Iets van de boerderij af ligt een akkertje. Het is een Celtic Field (ook wel raatakker). Een akkersysteem uit met name de ijzertijd: rechthoekige of vierkante akkers van 20 tot 40 meter lang en breed werden gescheiden door lage, brede wallen. De wallen waren 8 tot 12 meter breed en tussen de 30 en 100 cm hoog. Telkens werden slechts op één deel van de akkers gewassen verbouwd, werd er op één deel gewoond en lag één deel braak. Op de akkers verbouwde men gewassen als: gerst, gierst en zelfs rogge. Na enkele tientallen jaren werden de boerderijen verplaatst naar een ander deel van de raatakker. De akkers in dat gedeelte hadden lang braak gelegen en er moesten dus eerst struiken en heide verwijderd worden. Al het vrijgekomen materiaal werd aan de randen van de akker gelegd, waardoor langzaam de wal-
wildspieker
Nagebouwde boerderij uit de ijzertijd
16e jaargang nummer 4
len om de akkers heen ontstonden. In Orvelte eten we ons broodje bij de schaapskooi. In de stal ligt een kudde van het Schoonebeeker ras. Dit ras is ontstaan tijdens de overgangsfase van schrale heidegebieden naar vruchtbare weidegronden. Op extreem schrale gronden kan dit ras zich moeilijk handhaven. Daar is het Drents heideschaap weer geschikter voor. En op de vruchtbare weiden is de Schoonebeeker een ras met een te lage productiviteit en is een modern vleesras meer rendabel. 's Avonds krijgen we een wereldmaaltijd aangeboden, die is klaargemaakt door twee mensen uit ons IVN gezelschap. De gedachte achter een wereldmaaltijd is dat er genoeg voedsel is voor iedereen op de wereld, als we 't maar eerlijk zouden verdelen. Op basis van cijfers van de voedsel- en landbouworganisatie van de Verenigde Naties, heeft Stichting WereldDelen berekend wat iedere wereldbewoner elke dag zou kunnen eten als de wereldvoedselproductie gelijk verdeeld zou zijn. Volgens schattingen kan onze aarde zelfs genoeg opbrengen om het dubbele van haar huidige bevolking te voeden. Er is dus geen gebrek aan voedsel. Het beschikbare voedsel is alleen erg ongelijk verdeeld. We hebben een rijke maaltijd gehad. Zondag De afsluitende dag houden we door onszelf voorbereide presentaties. We zijn in drie groepen van ongeveer zes verdeeld en ieder groepje krijgt een plek in het Drentse Landschap. Er is een groep Heide, een groep Houtwallen en een groep Heidevennetje. 's Ochtends gaan we weer op ons fietsje de natuur in. En tot in de middag genieten we van elkaars presentaties. De heidegroep laat ons meer te weten komen over de fauna op de heide. Als nectarplant is struikhei van vitale betekenis voor laatvliegende vertegenwoordigers van diverse insectengroepen: bijen, zweefvliegen en heivlinders. We speuren de, op vele plekken kale, bodem af naar diertjes. Een holletje recht omlaag met een diameter van nog geen halve centimeter. Welk dier zou hier naar beneden of
Foto's: Jeroen Mulder
Zwols Natuur Tijdschrift | 27
ZNT omhoog gekropen zijn? Op de heide maken krekels een holletje, maar volgens mij is dit holletje een stuk smaller. Voor een mestkever, die ook holletjes graaft op de heide om in de gangen haar eitjes te leggen, was het gaatje ook te smal. Het zou van een wilde bij kunnen wezen. Vele soorten graven een hol recht omlaag de grond in. Een stukje verderop kruist een zwart, ijzersterk draad het karrenspoor, om aan weerszijden weer tussen de heidestruikjes te verdwijnen. Een van ons trekt er aan en in de verte op de hei horen we een schapenbel rinkelen....Wat dit te betekenen heeft?! We gaan maar verder naar de volgende presentatie over houtwallen. Houtwallen zijn een typisch element uit het esdorplandschap. Landbouwers brachten bij het ontginnen van hun grond stobben, keien en zand naar de randen, waardoor er langgerekte ophogingen ontstonden. Deze kregen al snel een functie als eigendomsmarkering en perceelscheiding. Vaak werd aan beide zij-
den een greppel gegraven, zodat de wal extra steile kanten kreeg en ook als vee- en wildkering dienst kon doen. Op zandgronden waar de houtwallen voorkomen, staat namelijk niet het hele jaar door water in de sloten en droogstaande sloten kunnen het vee niet keren. Doordat er bomen werden aangeplant, werden de functies van de houtwallen nog verder uitgebreid. Ze boden schaduw en luwte en ze leverden hout voor het dagelijks gebruik. De laatste presentatie is bij een vennetje. Het merendeel van de vennen in Nederland is van nature zuur. Zure vennen liggen vaak in de hoge delen van het dekzandlandschap en ontvangen regenwater en zeer lokaal zuur grondwater. Het neerslagwater zakt niet of hooguit een paar meter in de grond weg vanwege de keileemlaag die zich in de bodem bevindt. In het zure water kunnen slechts weinig planten groeien: voornamelijk knolrus en veenmossen. Langs de oevers komen laagblijvende oeverplanten voor, zoals veenpluis en snavelzegge. De fauna van zure vennen vertoont veel overeenkomsten met die van hoogveenpoelen. Voorbeelden van zulke soorten zijn venwitsnuitlibel, koraaljuffer en de kokerjuffer. Speuren we naar watervogels, worden we verrast door voorbij rennende reeën. En van de ene verbazing vallen we in de andere. Een stuk verderop tussen de hoge pitruspollen zit een beeldschone vennimf. Met haar ritmische dans weet ze menigeen van ons mee te krijgen in een wel heel bijzondere natuurbeleving.
IVN Excursie 19 september 2009: de Overijsselse Vecht door Tinus Ekkelenkamp
Thema: nieuwe natuur langs de Overijsselse Vecht. Gidsen: Fred Mensink, Wim Rotman en ondergetekende, Tinus Ekkelenkamp. Start: 14.00 uur, parkeerplaats bij restaurant Van der Valk, Zwolle, Berkum. Aantal personen: 16. Na een welkomstwoord van Fred Mensink werd de excursie gestart op de Oude Hessenweg, die al spoedig overgaat in de winterdijk met fietspad. Fred vertelde hier met zicht op de rivier over de historie. De Vecht, een regenrivier, is allang geen vaarweg meer. Omstreeks 1900 werd de rivier rechtgetrokken en van stuwen voorzien. Reden? Een snellere afvoer van het water bij veel regenval en het water vasthouden bij droogte door middel van de stuwen. Hierdoor kwam er een eind aan deze doorgaande scheepvaartroute. Het werd een (kanaal)rivier met stenen oeverbeschoeiing. Nu
28 | Zwols Natuur Tijdschrift
. . . De verborgen zaden van weleer ontkiemen . . . . worden enige geamputeerde rivierarmen weer aangetakt en de oude meanderloop herstelt zich uit het keurslijf van de bekading. Het vervoer van goederen gebeurde steeds meer over de verharde weg, zo ook over de Oude Hessenweg, met brug over de Vecht bij Berkum. Een restant van de weg is nog te zien tussen twee boerderijen (niet meer bedrijfsmatig gevoerd) in het winterbed. Door de toegenomen verkeersdrukte werd een nieuwe brug van beton over de Vecht aangebracht, ongeveer 200 meter noordelijk van de gesloopte Hessenwegbrug. De weg N 340 (Zwolle-Emmen) werd via deze brug de verbinding met Berkum en Zwolle en verder. Later werd een tweede brug aangelegd in de A 28, om daarmee een snellere verbinding met het noorden te krijgen. Eind vorige eeuw – na het verwijderen van een zuiveringsinstallatie
16e jaargang nummer 4
ZNT – werd de uitbreiding van Berkum tot aan de winterdijk gerealiseerd. Passend bij het streven om de rivier meer ruimte te geven, is gepland om in de uiterwaarden een struingebied te maken. Dit project is in 2007 gestart en inmiddels is 3.8 ha uitgevoerd. Voor natuurontwikkeling en waterberging werden delen van het winterbed afgegraven, waardoor moerasgebieden en paddenpoelen zijn ontstaan. Achter de winterkade werd een nevengeul gegraven. Door het opwerpen van een 1½ m hoge stortstenen wal, liggend in de buitenbocht van de Vecht, vindt bij hoogwater een splitsing van de waterstroom plaats. Na realisering van het hele gebied is een ruiterpad van de manege ten noorden van de A 28 onder de beide Vechtbruggen door naar het struingebied gerealiseerd. Kanoaanlegsteigers bij de zandwinningplas maken het gebied ook in dat opzicht recreatief aantrekkelijk. Gids Wim Rotman vertelde dat het waterpeil van de Vecht bij Berkum gelijk is aan het peil van het Ketelmeer/IJsselmeer. De Overijsselse Vecht (een peilrivier) wordt bij weinig regen in de zomer en de herfst ‘bijgevoerd’ door water uit het kanaal Almelo-De Haandrik, het Mariënberg-Vechtkanaal en nog enkele weteringen. We liepen langs de uitgegraven moeras- en paddenpoelen om de vele verschillende pionierplanten te bewonderen. Na af- of uitgraving van bouwaarde ontkiemen de verborgen zaden van weleer heel snel en zijn in een mum van tijd elkaars concurrenten in het plasdrasgebied. Wij zagen o.a. Canadese fijnstraal, grote lisdodde, harig wilgenroosje, veerdelig tandzaad, knikkend tandzaad, watermunt en grote kattenstaart. Zwarte els en diverse wilgensoorten schieten uit de toch al rijke voedselbodem omhoog. “De ‘kievitsbloemweide’ in ontwikkeling heeft nog enkele jaren te gaan om geschikt te worden voor deze zeer zeldzame bolgewassen”, vertelde Wim Rotman. Bij de oude schutsluis van de Nieuwe Vecht in het winterbed aangekomen, werd even halt gehouden. Fred en Wim memoreerden de plat-
bodems met Bentheimer zandsteen en schepen met turf voor de industrie en de stadverwarming. Deze schepen konden na verbreding met 2 vaartuigen tegelijk in de sluis, om tenslotte in het centrum van Zwolle aan de Turfmarkt af te meren. Nu niet meer in gebruik voor de scheepvaart, maar nog wel van belang voor waterkering. Teruglopend over de dijk met zitbankjes werd door mij nog verteld hoe de hopplant elk jaar weer opnieuw rankend naar een hoogte van oms 5 à 6 meter klimt, daarbij steeds linksom draaiend om het licht van de zon te volgen. Het is de langste kruidachtige slingerplant van Nederland. Deze plant wordt ook gekweekt voor de bierbereiding. En de hopbellen als vrouwelijke bloeiwijzen worden ook gebruikt voor medicinale doeleinden. Intussen was het windstil en zonnig weer, waardoor de temperatuur tijdens de wandeling was opgelopen naar 24˚ Celsius. Als laatste werd verteld hoe je een wintereik van een zomereik kunt onderscheiden. De eikel in een napje met korte steel is een wintereik. Deze is hier zeldzaam en komt meer voor in Zuid-Limburg. Ook blijven de bladeren van de wintereik langer aan de boom hangen.
Een fijne en voor mij als aankomend natuurgids leerzame excursie.
Foto: Han Hubers
16e jaargang nummer 4
Zwols Natuur Tijdschrift | 29
ZNT
Herfst
door Bill van Kessel
. . . onder de indruk van de enorme hoeveelheden vruchten . . . . Onlangs wandelde ik door een bos en was weer geïmponeerd door de kleurenpracht van de diverse bomen. En tevens was ik onder de indruk van de enorme hoeveelheden vruchten die de bomen ieder jaar weer produceren. Is dat niet een enorme mate van verspilling? Halverwege oktober immers vertonen verscheidene asfaltwegen, omzoomd door eiken en beuken, grote plekken van platgereden zaden. Wie tijdens de herfstvakantie door bosrijke streken heeft gefietst, zal zich het knerpende geluid herinneren van onder de banden brekende en wegspringende eikels en beukennootjes. Er zijn tonnen bomenzaad en vogelvoedsel geplet, aangestampt, weggespoeld, verkwist. In sommige Veluwse dorpen hebben kinderen nog pogingen gedaan iets te redden door de boomzaden te verzamelen voor opkopende boseigenaren, jagers of boeren. Maar met het grote aanbod bleek de kiloprijs niet interessant genoeg om te blijven rapen. Er is dus veel ‘verloren’ gegaan. Maar verspild…? Je kunt je eigenlijk niet voorstellen hoe de wereld eruit zou zien als al die eikels en snel kiemende beukennootjes ook inderdaad zouden uitgroeien tot bomen. Het is toch maar goed, zoals het nu geregeld is. In elk geval hebben veel dieren geprofiteerd van het volop aanwezige stevige herfstvoedsel. Zwermen vinken foerageerden op de wegen met beuken. Vlaamse gaaien vlogen af en aan met eikels en heel wat muizen en eekhoorns hebben een aardige wintervoorraad kunnen opbouwen.
30 | Zwols Natuur Tijdschrift
Er was overvloed. Die is te danken geweest aan een samenspel van milieufactoren. Dat geheel moet dus, zo is men geneigd te veronderstellen, gunstig zijn geweest. Zo gunstig zelfs, dat hier en daar wat vakliteratuur bijgesteld zou kunnen worden. Die spreekt immers van een eens in de acht á tien jaar voorkomend ‘mastjaar’ als beuken en eiken in dat jaar een overvloedige dracht aan vruchten vertonen. Maar ook het vorige jaar en het jaar daarvoor al was er een grote opbrengst te melden. Zaden en zaadverspreiding zijn fascinerende zaken. Hoe gewoon en ‘doods’ zo’n beukennootje er ook mag uitzien, er zit toch een geweldig stuk samengebalde dynamiek in. Daar hoef je dan nog niet eens verwonderd en bewonderend over te filosoferen in de trant van: dat er uit zo’n klein zaadje zo’n geweldige boom kan groeien….. Het gehele proces is dynamisch. Met zijn hele bestaan is de boom erop gericht voort te blijven gaan. Er moet zaad geproduceerd worden om de soort in stand te houden! En om de kans daartoe zo groot mogelijk te maken, worden grote hoeveelheden aangemaakt. Een percentage verlies wordt als het ware ingecalculeerd. Bovendien zijn er diverse mechanismen of constructies aanwezig die kunnen meehelpen aan de verspreiding. Eik en beuk lijken hun zaad zomaar te laten vallen. Maar omdat veel dieren er nuttig voedsel in vinden, wordt er toch danig mee gesleept en worden voorraadjes elders wel eens ‘vergeten’. Andere bomen doen het wat geraffineerder. De esdoorn, es en den geven hun vruchtjes vleugeltjes mee en de linde zorgt voor een parachute. Zo kan het zaad wat verder weg terecht komen dan de directe omgeving van de moeder, welke vaak te donker is om kiemplantjes gunstige groeiomstandigheden te bieden. Ook verscheidene soorten planten hebben mogelijkheden om hun zaad te verspreiden. Een mooi voorbeeld is
16e jaargang nummer 4
ZNT Foto's Nicole Vervoort
springzaad met zijn tuinsoort reuzenbalsemien. Als die is uitgebloeid en de vruchten zijn gevormd is een lichte aanraking al voldoende om de rijpe vrucht te doen openspringen. Er zit dan zo’n spanning op de onderdelen van het vruchtdoosje dat de kleine zaden echt worden weggeschoten als de spanning breekt. Welk effect dat heeft weet iedereen die ooit argeloos zo’n mooie, rose bloeiende plant in de tuin heeft gehad, waaronder ikzelf. Het volgend jaar verschijnen ze overal. En binnen de kortste keren lijkt het wel een onuitroeibaar 'onkruid'. Overbekend moet zijn de wijze waarop een eenvoudige soort als de paardenbloem voor zaadverspreiding zorgt: de zaadjes onderin de voormalige bloem zitten vast aan magnifieke parachuutjes. Als de wind ze van de bloemstengel blaast, kunnen de zaadjes zeer lange reizen maken. Dat geldt ook voor het eveneens aan zulke parachutes reizende zaad van de akkerdistel. De hoeveelheid zaad is dus gigantisch. De wind die dit zaad verspreidt, kan het op honderden kilometers afstand weer deponeren. Slechts een heel klein deel komt terecht op plaatsen waar het echte levenskansen krijgt. Hoewel niet direct ‘zaad’ te noemen, moeten ook de sporen van paddenstoelen het hebben van hun lichtgewicht en de wind. Ook paddenstoelen produceren ongelooflijk grote hoeveelheden van dat voortplantingsmateriaal om daarmee de kansen te vergroten. Het zit ‘m niet altijd in het formaat van de plant hoe groot of hoe klein het zaad zal zijn. De papaver of klaproos is toch niet meteen de kleinste bloemplant. Maar het zaad dat in prachtig gevormde doosjes ligt opgeslagen, is wonderlijk klein. De gaatjes in het doosje zijn groot genoeg om dat zaad te lozen als de wind de stengel met het bruine doosje beweegt. De plant lijkt dan zelf bezig met zaaien….. Een aantal plantensoorten maakt gebruik van dieren
16e jaargang nummer 4
om zaad te (laten) verspreiden. Heel direct door stekelige vruchtjes en zaden te maken, zodat passerende dieren (en mensen!) ze aangekleefd krijgen. Voorbeelden zijn het kleefkruid en ook de klis. In de bessen, die vogels zo graag eten, zit het zaad verstopt en dat wordt vaak niet verteerd door de maagsappen. Met de uitwerpselen worden ook die zaden ergens anders, op nuttige afstand, gedeponeerd. Berucht is in dit opzicht de Amerikaanse vogelkers. Deze struikachtige boom, ooit ingevoerd als bodemverbeteraar in schrale naaldbossen, heeft zich mede dankzij de zaadverspreiding door de vogels zo geweldig kunnen uitbreiden, dat hij nu bospest wordt genoemd. Hij wordt met de felste middelen bestreden. Planten in en aan het water hebben zich ook met de zaadverspreiding aan hun typische milieu aangepast. De zaden met drijfvermogen en vochtbestendigheid vallen gewoon het water in en met enige stroming zorgt het water voor transport naar een plek waar het zaad toch naar de bodem zakt. Dat geldt ook voor sommige soorten strandpioniers zoals de zeeraket, waarvan het zaad langdurige zeereizen kan maken. Ter land, ter zee en in de lucht. Overal vindt in deze tijd van het jaar het zaadtransport plaats. Overal en zonder dat de mens het opmerkt, wordt de grondstof voor voortplanting vervoerd, verplaatst en gedeponeerd. Over de grootste producten wordt achteloos heengereden en het lijkt een en al verspilling. Elders zijn kleinere zaden op mars naar een goede vestigingsplaats. Als ze die vinden, zullen ze het volgende jaar laten zien waartoe ze in staat zijn. Dat is dan overigens nog niet het begin van een successtory, want een aantal soorten zal hardhandig te maken krijgen met schoffel, hark en wellicht verdelgingsmiddel.
Maar ook die tegenstand lijkt wel berekend…..
Zwols Natuur Tijdschrift | 31
ZNT
De fotovraag
Foto: Bernadet Van der Veen
Mail uw antwoord naar zntzwolle@planet. nl of per post naar het redactieadres. Onder de juiste inzendingen wordt naar keuze een flesje lekkere wijn of sap verloot (of een banketstaaf van de banketbakker)! De redactie van het ZNT is uitgesloten van deelname.
Antwoord op de fotovraag van de vorige keer: De kever van de fotoprijsvraag in het ZNT van september was volgens deskundigen een Otiorhynchus clavipes, de lapsnuittor. Het exemplaar op de foto is waarschijnlijk ten prooi gevallen aan een biologische bestrijder. Het achterlijf lijkt namelijk ingekapseld door een schimmel. Vaak wordt de schimmel Metarhizium Anisopliae gebruikt.
Winnaar van de fles wijn of sap naar keuze was dus Cees Hummelen. Gefeliciteerd! Een eervolle vermelding is er voor Geert Keizer, die als oplossing Otiorhynchus sulcatus noemde, de gegroefde lapsnuitkever.
Fietskar IVN weg Sinds de verbouwing van de Kruidwisch, het inpakken van alle spullen en weer uitpakken van allerlei IVN-materiaal, zijn we de fietskar kwijt. Als je weet waar de fietskar is, wil je dan contact opnemen met Heike Tack (tel.: 038 – 3375757), voorzitter van het IVN Zwolle. Bij voorbaat zeer vriendelijk bedankt.
Algemene Ledenvergadering IVN
Algemene Ledenvergadering KNNV
De Algemene Ledenvergadering van IVN Zwolle e.o. is op woensdag 24 maart 2010. Noteer deze datum alvast in de agenda voor komend jaar! Net als in 2009 willen we weer een informatief gedeelte na de officiële ledenvergadering plannen. Wie suggesties heeft voor een aansprekend onderwerp of een spreker, kan dat doorgeven aan de secretaris.
De Algemene Ledenvergadering van KNNV Zwolle is op dinsdag 2 maart 2010. KNNV leden ontvangen hiervoor t.z.t. een uitnodiging. Locatie: Kruidwisch, Doepark Nooterhof, Goertjesweg 5, Zwolle. Tijd: 20.00 u. – ca. 22.00 u.
32 | Zwols Natuur Tijdschrift
16e jaargang nummer 4
ZNT
IVN Vogelzangcursus 2010
Foto: Nicole Vervoort Uitlopende takken, frisgroene kleuren en vrolijk gezang: het voorjaar. Lekker naar buiten. Op zaterdag 6 maart en maandag 8 maart 2010 gaan de vogelzangcursussen voor beginners, gevorderden en iedereen die daar tussenin zit, weer van start. De Vogelzangcursus wordt een keer per week gegeven gedurende ongeveer anderhalf uur. De cursussen eindigen dit jaar met een slotexcursie van een hele ochtend op 29 en 31 mei. De zaterdaggroepen beginnen hun wandelingen om 8.00 uur en de maandaggroepen starten om 9.00 uur. Naar de vogels luisteren doen we buiten. Elke week loop je samen met je groep en twee gidsen in het oude parkbos het Engelse Werk en het aangrenzende jonge natte Spoolderbos. Een enkele keer zullen we in overleg naar een ander gebied gaan. De gevorderden doen dat wat vaker dan de beginners. Met behulp van de enthousiaste gidsen zul je steeds meer vogels leren herkennen aan hun zang. In het begin van de cursus kun je door de nog kale takken ook kijken naar vogels. Naarmate het voorjaar vordert en er meer zomergasten terugkeren uit het zuiden, zullen er steeds meer soorten te beluisteren zijn. De eerste maand lopen we voornamelijk in het Engelse Werk waar we onder andere de boomklever, de boomkruiper, de koolmees, de pimpelmees, de roodborst, de vink en de grote bonte specht zullen horen. Naarmate het voorjaar vordert, verplaatsen we onze wandelingen meer naar het Spoolderbos, een vochtig waterrijk gebiedje met wat jongere bomen en veel struiken. Daar zullen we de terugkerende trekvogels gaan beluisteren zoals de zwartkop, de tuinfluiter, de kleine karekiet, de nachtegaal, de spotvogel en vast nog veel andere vogelsoorten, die hun zang laten horen vanuit de struiken, de bomen en het riet. Wie weet wat het komende seizoen ons biedt… De cursus is er voor iedereen die meer wil weten over vogels, hun zang en hun gedrag en de natuur in het voorjaar op een prachtige manier wil beleven. Kinderen vanaf 9 jaar zijn onder begeleiding ook van harte welkom. Leden van het IVN of de KNNV betalen €17,50 voor de cursus, niet-leden €27,50. Wil je meer informatie? Bel dan met Ineke Schoorel 038 - 4550249 of Martje Dijks: 038 – 4216315 (beide tussen 18:30 en 19:00 uur) Aanmelden kan via het formulier in dit ZNT of via de website: www.ivnzwolle.nl. Het cursusgeld dient vooraf te worden voldaan. Graag tot ziens! De Vogelzangwerkgroep van het IVN Zwolle eo
16e jaargang nummer 4
Zwols Natuur Tijdschrift | 33
ZNT
!
Tip:
Workshop Vogelzangwerkgroep op 28 januari 2010 in de Eli Heimanszaal, Ecodrome, Zwolle. Speciaal voor vogelzanggidsen, natuurgidsen en deelnemers aan de vogelzangcursussen. Het thema wordt nader bepaald. Meer info op de website: www.ivnzwolle.nl
Er is een leuke site van de Vroege Vogels met een Vogelzang Top 100, met beeld en geluid van al die vogels: http://vroegevogels.vara.nl/index.php?id=575
Foto: Nicole Vervoort
Aanmeldingsformulier vogelzangcursus 2010 IVN afd. Zwolle
Voornaam:..................................................M/V Achternaam:....................................................
De inschrijving wordt definitief als u het cursusgeld hebt overgemaakt op rekeningnummer 124197 van IVN Zwolle e/o onder vermeling van Cursusgeld Vogelzangcursus 2010
Adres:............................................................. Het cursusgeld bedraagt: Postcode:......................................................... 00 Woonplaats:..................................................... 00 Telefoon:.......................................................... E-mail:.............................................................
00
Leeftijd (kinderen)............................................. 00 Ik heb: 00 geen 00 weinig 00 redelijk 00 veel ervaring met het herkennen van vogelzang Ik loop voor het .............. Ik loop mee op: 00 maandagmorgen 00 zaterdagmorgen
seizoen mee
Ik ben lid / donateur van IVN of KNNV en betaal € 17,50 Ik geef mij nu op als lid van IVN Zwolle en betaal € 31,10 (€ 17,50, cursusgeld en € 13,60 contributie) Ik geef mij nu op als donateur van IVN Zwolle en betaal € 25,45 (€ 17,50 cursusgeld en € 7,95 bijdrage donateur) Ik ben geen lid en betaal € 27,50
Graag aankruisen wat voor u van toepassing is. Voor verschil in lid en donateurschap van IVN zie onze website www.ivnzwolle.nl Inschrijving gebeurt op volgorde van binnenkomst. Mocht de cursus onverhoopt vol zitten dan krijgt u gegarandeerd uw geld retour. Dit formulier invullen, uitknippen en opsturen naar: IVN afdeling Zwolle en omstreken, p/a Martje Dijks, Koolzaadweg 8, 8042 HZ Zwolle
34 | Zwols Natuur Tijdschrift
16e jaargang nummer 4
Werkgroepen IVN en KNNV overzicht coördinatoren IVN
Bij de voorplaat
Foto en tekst Jan van Dijk
De haas (Lepus europaeus) Er zijn momenten in het jaar dat de haas een eigenschap van zijn Amerikaanse soortgenoot de sneeuwhaas (Lepus americanus) zou willen lenen. Sneeuwhazen zijn in de winter namelijk wit en dat komt in een sneeuwlandschap natuurlijk heel goed uit. Hazen hebben nogal eens de neiging zo lang mogelijk in hun leger te blijven liggen als je ze benadert. Ze drukken zich zo plat mogelijk en vertrouwen erop dat ze niet opvallen want vluchten brengt ook risico’s met zich mee. De haas op de foto dacht ook niet opgemerkt te worden. Maar ja, zo’n bruin beest in het zwaar berijpte gras…. Toen ik met de auto op circa vijf meter afstand stopte zag ik hem eerst heel alert kijken en zich zo plat mogelijk drukken. Na verloop van tijd begon hij zich echter zichtbaar te ontspannen, waarschijnlijk ook geholpen door het heerlijke zonnetje. Prachtig zo’n snelheidsduivel die daar in alle rust vlak voor je neus ligt.
Planning voor 2010 ZNT nr.1 Sluitingsdatum kopij: 15 januari 2010 Sluitingsdatum korte mededelingen: 5 februari 2010 Streefdatum verschijning: begin maart 2010 ZNT nr.2 Sluitingsdatum kopij: 16 april 2010 Sluitingsdatum korte mededelingen: 7 mei 2010 Streefdatum verschijning: half juni 2010 Niets uit dit nummer mag worden gebruikt voor publicatie zonder uitdrukkelijke toestemming van de redactie, de auteur of de fotograaf.
2 | Zwols Natuur Tijdschrift
ZNT-4_2009omslag.indd 2
Excursies Vogelzangcursus Wilde plantencursus Groencursus Natuurgidsencursus Jeugdactiviteiten (Groendoeners) Stands en verkoop Veldlessen Groen voor Ouderen
KNNV
KNNV Afdelingsbestuur Vacant Henriëtte Maan 038 - 444 76 12 Marlène Vaessen 0522 - 24 15 32 Heike Tack 038 - 337 57 57 Alfred v/d Burgh 038 - 422 79 47 Tineke Burghard 038 - 444 72 27 Fenna Westers 038 - 422 43 87 Renée Cornelis 038 - 460 59 78 Jan Westera 038 - 785 01 44
Vogelwerkgroep Jur Furda 038 - 385 82 00 Werkgroep Hydrobiologie Marion Geerink 038 - 466 24 40 Werkgroep Knoflookpadden Sybout Jaasma 038 - 453 75 73 Mossenwerkgroep Elja van Dongen 038 - 376 26 96 Plantenwerkgroep Elja van Dongen 038 - 376 26 96 Brunhilde Reicher 038 - 4221228 Insectenwerkgroep Leo Winter 038 - 851 94 70 Natuurbeschermingscommissie Hans Nederhand 038 - 460 45 51 Dirk Maas 0529 - 42 72 55 Werkgroep de Helmhorst Erik van Dijk 06 - 22441315
Paddenstoelen
Verwante werkgroepen
Roofvogelwerkgroep Steenuilenwerkgroep Kerkuilenwerkgroep Zoogdierwerkgroep Overijssel
Anna Adams-Catin 038 - 421 71 96
voorzitter
Betty van Leeuwen
secretaris
Wietske van Santen-de Vries
penningmeester
Erwin de Visser
PR en communicatie / coordinator activiteiten
Anja Bosman-de Haan
bestuurslid
Dirk Maas
bestuurslid
Henk van Blitterswijk
Meidoornlaan 4, 7721 EZ Dalfsen
[email protected] T 0529 - 43 39 69
16e jaargang nummer 4
voorzitter
Heike Tack
Stegginkmarke 20, 8016 MG Zwolle
[email protected] T 038 - 3375757
Prins Bernhardstraat 12, 8019 XK Zwolle
[email protected] T 038 - 422 04 50
secretaris
Ria Marteijn
Tiendschuurstraat 80, 8043 XS Zwolle
[email protected] T 038 - 444 61 07
Sloetmarke 41, 8016 CJ Zwolle
[email protected] T 038 - 465 96 07
Scheppinckmate 53, 8014 JR Zwolle
[email protected] T 038 - 465 47 35
Westenholterweg 7, 8042 AE Zwolle
[email protected] T 038 - 423 41 91
natuurhistorisch secretaris Erik van Dijk
Donker Curtiusware 35 8014 TK Zwolle
[email protected] T 06-22441315
Ondersteunende functies ledenadministratie
Cor Kauw
Sloetmarke 39, 8016 CJ Zwolle
[email protected] T 038 - 465 35 92
webmaster
Johan Buitenkamp
Goudplevierstraat 219, 8043 JL Zwolle
[email protected] T 038 - 420 21 51
website e-mailadres afdeling postadres
www.knnv.nl/zwolle
[email protected]
KNNV Afdeling Zwolle Postbus 1275 8001 BG Zwolle
Contributie KNNV Jan van Dijk 038 - 465 70 50 Bé Schilder 0529 - 49 74 28 Arnold Verhoeven 038 - 465 59 64 Henk Mellema 038 - 4250993
IVN Vereniging voor Natuur- en Milieueducatie
IVN Afdelingsbestuur
De Doornweg 49, 8035 PD Zwolle
[email protected] T 0529 - 42 72 55
KNNV
Gezamenlijke werkgroep
Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging, vereniging voor veldbiologie
Leden € 26,25 per jaar, incl. toezending van Natura, het landelijke tijdschrift van de KNNV; Huisgenootleden € 11,75 Regionale leden (afdelingslid) € 15,Gironummer: 998242 t.n.v. KNNV Zwolle. Opzeggen lidmaatschap dient uiterlijk 15 december voorafgaand aan het betreffende kalenderjaar schriftelijk of per e-mail te geschieden bij de ledenadministrateur, Cor Kauw (
[email protected]). U ontvangt hiervan binnen 10 dagen een schriftelijke bevestiging. Zo niet, neemt u dan opnieuw contact op.
16e jaargang nummer 4
penningmeester
Janna Drewes
bestuurslid
Krista Esselink
bestuurslid
Marieke van Slooten
bestuurslid
Marcel Tonkes
Dreessingel 85, 8015 CH Zwolle
[email protected] T 038 - 466 99 15
Blaaszegge 18, 8043 LA Zwolle
[email protected] T 038 - 420 06 26
Koningin Emmalaan 2, 8051 PD Hattem
[email protected] T 038 - 444 02 15
Dreessingel 107, 8015 CJ Zwolle
[email protected] T 038 - 465 99 66
bestuurslid
Roelof Pol
Kortenhorststraat 24, 8015 BT Zwolle
[email protected] T 038 - 460 94 36
Ondersteunende functies bestuurs-adviseur
Albert Versteegde
bestuurs-adviseur
Louis Zandbergen
ledenadministratie
Roelof Pol
tel. contactadres
038 - 444 61 07
website e-mailadres afdeling postadres
www.ivnzwolle.nl
[email protected]
Thorbeckelaan 2a, 8014 AZ Zwolle T 038 - 465 42 70
Drapenierlaan 27, 8043 AJ Zwolle T 038 - 420 10 83
[email protected] T 038 - 460 94 36
IVN Afdeling Zwolle e.o. Postbus 272 8000 AG Zwolle
Contributie IVN Donateurs minimaal € 7,95 per jaar; Leden (actief) € 13,60 per jaar, incl. toezending van Mens en Natuur; Huisgenootlid € 6,80. Gironummer: 124197 t.n.v. IVN Zwolle Wijzigingen m.b.t. het donateurs- en lidmaatschap schriftelijk doorgeven aan postadres of per e-mail:
[email protected]
Zwols Natuur Tijdschrift | 35
12-11-2009 9:51:37
Indien onbestelbaar retour zenden aan: Postbus 1275 8001 BG Zwolle
Zwols
2009 nr. 4
Tijdschrift
Jaargang 16 nummer 4, december 2009
Verschijnt 4 keer per jaar in een oplage van 700 exemplaren.
Redactie
Anja Bosman-de Haan, Bernadet van der Veen, Albert Versteegde, Nicole Vervoort, Erwin de Visser
Eindredactie
Anja Bosman-de Haan, Nicole Vervoort
Vormgeving
Nicole Vervoort
Druk
Drukkerij Veldman, IJsselmuiden
Redactieadres
Kattenwinkelweg 12 8015 PW Zwolle T 0529-481488 e-mail:
[email protected] Aanleveren van kopij voor het ZNT: Liefst digitaal zonder opmaak via e-mail of op CD aan het redactieadres. Geschreven, niet uitgetypte kopij sturen aan: IVN afdeling Zwolle e.o. Postbus 272 8000 AG Zwolle
in dit nummer:
ontwerp omslag: Henni van Dijk
ZNT-4_2009omslag.indd 1
Het ZNT is het gezamenlijke tijdschrift van IVN en KNNV, beide afdeling Zwolle
Onder andere.. - Aardsterren in de regio Zwolle - De struinwaard, het struinen waard - Prikkelbaar, maar o zo lief - Natuurgidsencursus weekend Orvelte - En verder: Herfst, Verkiezing mooiste boom van Zwolle, Vogelzangcursus 2010, activiteiten - en meer...
12-11-2009 9:51:37