De Moennik 37 omslag 08-10-2009 13:48 Pagina 1
De Moennik Historisch tijdschrift van Heemkundevereniging Helden Openingstijden van Openingstijden Streekmuseum ’t LandStreekmuseum van Peel en Maas ’t Land van Peel en Maas mei t/m september: dinsdag t/m zondag woensdag en (maandag gesloten) zondagmiddag van 11.00 uur - 17.00 uur. van 14.00 uur - 17.00 uur. oktober t/m april: Iedere derde dinsdagavond elke woensdag en zondag van de maanden van 14.00 uur. januari t/muur mei- 17.00 en van oktober t/m december van 19.30 uur - 21.30 uur Op deze avond kunnen beginners in de genealogie hulp krijgen.
Openingstijden verenigingslokaal (Documentatiecentrum) elke maandag van 19.00 uur - 21.30 uur elke woensdag van 14.00 uur - 17.00 uur oktober t/m april: elke 3e dinsdag van de maand van 19.30 uur - 10.30 uur genealogie
Haffmans, een gepassioneerde jagersfamilie
In dit nummer o.m. :
Adres:
Heemkundevereniging Helden / Streekmuseum ’t Land van Peel en Maas Aan de Koeberg 3, 5988 CA Helden. Website: www.moennik.nl Tel.077-308 15 55 (museum) Tel.077-324 02 44 (doc.-centrum) Tel.077-307 74 59 (balie).
•• •
De Haffmansen als dorpsnotabelen
Mieketrien Sjeng en Sillekóbben Hein Schatbewaarders van het documentatiecentrum
oktober 2009 nummer 37
De Moennik 37 omslag binnen 08-10-2009 13:45 Pagina 1
COLOFON De Moennik Periodiek van de Heemkundevereniging Helden. Verschijnt driemaal per jaar. ISSN nr. 1570-8128
Inhoud 1 2 5
___ REDACTIE: Patrick van 't Hooft Herman Dorssers Trees Dorssers Raf Janssen Willemien Severins OPMAAK EN LAYOUT: Boy Jacobs Henk Steeghs ADVERTENTIE-ACQUISITIE: Ton Leenders, Boy Jacobs, Frans Koch DRUKWERKBEGELEIDING: Frans Koch WEBMASTER: Rob van ‘t Padje ___ CORRESPONDENTIE-ADRES: Patrick van 't Hooft Prins Mauritsstraat 9 5981 BX Panningen tel. 077-3075747
[email protected] Voor vragen over bezorging en abonnement:
[email protected] ___ Prijs los nummer e 3,50 Postabonnement e 11,50 Rabobank 13.10.44.060 met vermelding van "De Moennik 2009"
Van de redactie Bèjein-gezeumerd Aod Heljes
Ongerweeges… Frans Wulms
6
Koperslagers en schepers
Heldenaren in den vreemde Jacques Rutten
11
Randfiguren (7)
Een blote-voeten-zonderling Raf Janssen
12
Schatbewaarders van het documentatiecentrum
17
Toen Panningen nog pittoresk was
18
Einkwartierung
22
De kapel van de Lazaristen in Panningen
27 34
Samen op de foto: de stopkrans
Patrick van ‘t Hooft
Herman en Trees Dorssers
Jeu Mertens
Herman Dorssers
Herman Dorssers
De notarisfamilie Haffmans en de Heldense gemeenschap
Het is tijd voor een bank met Heldense Historie
Willemien Severins-Janssen
35 36 39
De zeuchtende hankpaol (gedicht) Sief Frencken
Heldens glorie en historie, haar eigen dialect, de kennis van de kerkdorpen en haar gebruiken. Het zijn slechts enkele onderwerpen waar de Heldense
Wie hètse en wie sjriefse dich (7)
heemkundevereniging zich in verdiept. En die wetenswaardigheden willen
Van Mieketrien Sjeng tot Sillekóbben Hein
ze graag met u delen in dit mooie tijdschrift, De Moennik. Rabobank Peel
Trees Dorssers
en Maas maakt deze uitgave mede mogelijk. Omdat we als geen ander
Straatnamen: Nobis
verbonden zijn met de geschiedenis van Helden. Al meer dan 100 jaar.
Henk Thiesen
Peel en Maas
De Moennik 37 binnenwerk 08-10-2009 14:42 Pagina 1
Van de redactie Beste lezers, In alle drukte rond het klaarmaken van dit nummer waren we het bijna vergeten: dit is het laatste nummer dat verschijnt in de zelfstandige gemeente Helden. Toch iets om even bij stil te staan als redactie van een Heldens historisch tijdschrift. Het zette ons ook aan het denken. Willen wij met ons tijdschrift, net als de gemeente, ook naar een wat grotere schaal? Zouden we wellicht ook de kant op moeten van een heemkundetijdschrift voor de hele Peel en Maasregio? Het zou zeker voordelen hebben. Zo ontstaat er een ruimere keuze aan onderwerpen, en wordt de kring van medewerkers zeker groter. Vooral dat laatste is een belangrijk pluspunt voor ons als redactie. De Moennik draait nu immers op een beperkte kring van redactieleden en medewerkers, en is daardoor heel kwetsbaar. Schaalvergroting kan meer zekerheid bieden en zal de kwaliteit verder verhogen. Maar er zijn ook redenen om te twijfelen of we wel die kant op moeten. De kracht van een eigen, Heldens heemkundetijdschrift is immers dat de onderwerpen en de mensen waarover we schrijven voor veel lezers dicht bij zijn, herkenbaar. Hoe zal dat gaan in een Peel en Maaseditie? Hoeveel herkent een Heldense abonnee in een artikel over Baarlo? En zal een lezer uit Meijel graag iets lezen over de lagere school van Dörp? Het zijn vragen die zich vroeger of later zullen aandienen, en waarop wij als redactie ook het juiste antwoord niet weten. Maar alvast erover nadenken kan zeker geen kwaad. En voor diegenen die zich ongerust maken: deze aflevering is nog 100% Heldens! Veel leesplezier!
Eindredacteur
De Moennik
1
De Moennik 37 binnenwerk 08-10-2009 14:42 Pagina 2
Bèjein-gezeumerd Reacties De reacties die we ontvangen zijn soms ronduit hartverwarmend. Zoals die van mevrouw Miep de Jong-Thijssen, oudste dochter van meester Thijssen, uit Boskoop. Meer dan 50 jaar geleden woonde zij in Grashoek als dochter van het hoofd der school. Bij het verhaal over meester Van
door Herman Dorssers
zo liet hij ons per mail weten. Toch menen wij dat ons boekje steeds meer aan een van zijn doelen beantwoordt: de mensen iets van hun jeugd doen herbeleven. Dat vindt ook Jos Versteegen uit Amsterdam: “Al lezend in het tijdschrift valt me op hoe weinig ik eigenlijk weet van mijn eigen dorp,” zo mailt hij.
Woordenboek
Meester Van Soest, zelden waargenomen zonder sigaar of pijp. Foto: archief Historische Werkgroep Grashoek
Soest waande zij zich helemaal terug in haar jeugd. Zij belde speciaal om ons te bedanken. Piet Spee uit Grashoek daarentegen vond het verhaal over meester Van Soest juist een “dissonant in een verder overigens uitstekend historisch tijdschrift",
2
Wat al deze mensen niet zijn vergeten is ons eigen ‘Heljese’ dialect. Voor hen hebben wij goed nieuws. Er staat een echt Heljes Woordebook op stapel. Het heeft, volgens de uitgever, jaren en jaren werk gekost, maar eind november is het dan zover. Tijdens een feestelijke presentatie zal het boek dan in Streekmuseum ’t Land van Peel en Maas aan het Heldense publiek worden voorgesteld. Oudere en jongere generaties hebben er hun bijdrage aan geleverd. Wij mochten er al in bladeren en werden verrast door de vele woorden die we herkenden van vroeger. Woorden als ‘zjwaegelke’, ‘pletske’ of ‘babbeltje’, we waren ze bijna vergeten. Ook de werkwoorden worden mèt vervoegingen geleverd. Neem nou het werkwoord ‘zijn’: “Zien (ww.), woor/waar, gewees. (zijn). Ich bèn, doe bès, hae/zuuj ès, wae zien, gae ziet, zuuj zien.” En dat is nog maar alleen de tegenwoordige tijd… Houd dus eind november in de gaten. De juiste datum wordt nog bekend gemaakt.
100 jaar geleden In de ‘Nieuwe Venlosche Courant’ van 11 mei 1909, onder de rubriek ’notabelen’,
De Moennik
De Moennik 37 binnenwerk 08-10-2009 14:43 Pagina 3
Joannes Janssen 1857-1909 Foto: collectie Harrie Janssen
troffen wij onderstaand bericht aan: “HELDEN. Vrijdag ll. overleed alhier de heer J.H. Janssen, sedert ruim 28 jaren Ontvanger dezer Gemeente. In deze en na te melden betrekkingen onderscheidde de heer Janssen zich steeds als een nauwgezet en humaan man, in wien eenieder de grootste bereidwilligheid ondervond. Buiten zijn ambt, stond de overledene bekend als een braaf echtgenoot en vader, zoodat diens verscheiden een zwaar verlies is èn voor de Gemeente èn voor zijne geachte familie. De heer Janssen was tevens Sub-Ontvanger der accijnzen, lid van het R.K. Kerkbestuur en R.K. Armbestuur, alsmede voorzitter der Stoomzuivelfabriek St. Lambertus”. De heer Janssen behoorde dus nog echt tot de notabelen van Helden. Hetgeen natuurlijk voor zijn nazaten die nog onder ons verkeren geen reden mag zijn om naast hun schoenen te gaan lopen…
Jan Lodewijk Joosten gestorven 11 Mei jl. overleed in Breda Jan Lodewijk Joosten, de zoon van wijlen dokter Joosten (zie De Moennik nr. 27). Jan droeg onze vereniging de laatste jaren een warm hart
De Moennik
toe. Twee jaar geleden nog bezocht hij onze gemeente om de beide wandborden die zijn vader bij diens 25-jarig jubileum (1927) door de gemeenten Helden en Meijel waren aangeboden, min of meer officieel aan die gemeentes terug te schenken. Dat gebeurde in het bijzijn van de wethouders Janssen (Helden) en Berben (Meijel). Een reportage hierover kan men lezen in nummer 31 van dit tijdschrift. Het heeft het organiserende comité een half jaar later hogelijk verbaasd, dat het Heldense bord tijdens een jaarvergadering nóg eens door een van onze leden werd aangeboden. Een raadsel dat tot op heden nog niet is opgelost. Jan Lodewijk Joosten heeft de borden overhandigd aan de wethouders van Helden en Meijel. Foto: Ger Joosten
De Moennik gedigitaliseerd Wist u dat de inhoud van dit tijdschrift nu ook volledig op ieder woord digitaal opzoekbaar is, vanaf het eerste nummer in 1995? De werkgroep Documentatie heeft alle jaargangen zodanig digitaal ingevoerd
3
De Moennik 37 binnenwerk 08-10-2009 14:43 Pagina 4
dat met enkele toetsaanslagen de volledige tekst doorzocht wordt. Voert u bv. de zoekterm ‘Beringe’ in, dan krijgt u in enkele seconden alle plaatsen te zien waar het woord ‘Beringe’ wordt genoemd in alle 36 nummers die er tot nu toe zijn verschenen. Vooralsnog is deze Moennik-database alleen te gebruiken in ons documentatiecentrum (museum ’t Land van Peel en Maas). Het documentatiecentrum is elke woensdagmiddag open.
Zomaar een plaatje De foto van deze schatjes is afkomstig uit de collectie van de familie Frencken. Een dergelijk nostalgisch plaatje maakt ons en u als lezer nieuwsgierig. Wie zijn het en wat is er van hen geworden? En jawel,
hoor! ‘Meester’ Jac Frencken uit Beringe zette ons op het juiste spoor. Het zijn de dochtertjes van Handrie en ‘Sjtiên’ Frencken uit Kepèl. V.l.n.r. zien we Bertha, Anna, Frieda en Maria. Bertha en Frieda bleven ongehuwd; zij runden een manufac-
4
turenwinkel aan de Schoolstraat. Anna is vrij jong gestorven en Maria trouwde met Michel Segers, de zoon van ‘dokters Pietje’ (die later hoofdonderwijzer werd in Sevenum). De foto dateert uit de jaren 20.
Waar gehakt wordt…. Dat het bij een van onze doelen: informatie over het Heldens verleden, wel eens mis kan gaan bewijzen reacties zoals die van Twan Niessen uit Helden en Nel MuldersThijssen uit Maasbree. De eerste laat ons weten dat Ezelen Tinus niet afkomstig was uit ‘Zerum’. Tinus was een rasechte Heldenaar, geboren in Grashoek. En Nel Mulders zet ons op het correcte spoor van ‘tómper Lewie’ (in Kepèl ook wel ‘tómper Lod’ genoemd). Deze is geboren in het laatste huis van de Lange Heide in Maasbree, schrijft zij, helemaal bij de grens met Blerick. Vandaar ‘D’n Tómp’. In 1943 verhuisde Lewie met zijn gezin naar Panningen en ging wonen naast ‘Kepringele’. Hij nam de naam dus mee vanuit Maasbree. Uit deze en ook andere reacties blijkt hoe goed De Moennik gelezen wordt. Jos Versteegen viel zelfs op dat Kobus van Maris twee verschillende sterfdata had: één in de tekst, en één in het fotobijschrift (p.19). Jacob van Maris stierf in 1969.
De Moennik
De Moennik 37 binnenwerk 08-10-2009 14:43 Pagina 5
Ongerweeges… Frans Wulms Wie ich nag nó de lieëgere sjoeël gong, waas ich van alle merrete thoês. Ich waas altiêd overal vör te vinge, èggaal wat ’t waas. Op d’n haenweeg nó de kerk enne sjoeël heijse nörges ginnen tiêd veur, mer op hoês aan loog det wel ’n bietje angers. Dan woorter nag wel es ’t ein en anger oêtgevraete. Zeker tege det de appele riep wore; zoe auch deze kieër. Wae lepe mèjstal dór ’t veldj vanaaf Sjtoks, en dan bènnendoor dór ’t veldj oppe Voosberg aan, woe nów de febrieke allemaol ligge. Op Sjtoks heisse drèj boerderèjje ligge mèt naggal get appele-, paere-, koorse- en proêmebuim. De èrste riêpe appele heije ze bèj Sjang Lènders, van die vreuge ougstappele. Det waas inne tiêd as ’t kore in ‘t veldj in de zón sjtóng te riêpe en de lieëwerik hoeëg inne loog zien deuntje flödje. Woe ich ’t over wil hebbe gebeurde get later in ’t jaor as de appele geploog mooste waere. Op ’t lès van september heije ze bèj Friedje, die daonaeve wónde, in ‘n hènnehkuë sjoeën wiênappele in kisjes sjtaon öm te riêpe, dus die wore al geploog. Die hènnekuë mèt twieë deure ope, det veel wel zóe hêl op vanne weeg oêt, ’t leek net ’n etelaasj. We wore dao al zoe dök naeve geloupe, èlleken daag veer kieër, wies det ’t lang genóg waas. Det hok sjtóng zoeget viêfentjwintig maeter vanne weeg aaf. Mien broor en ich keke èrs ofter nemes kwoom, en dan ’t hok in, de taese vol en truuk de weeg op. Wat wore det sjoeën appele, nag neet eine gepeerde. Mer wie wae wèr nao de weeg woeë loupe, sjtóng dao ’n laevend obsjtakel woe wae neet naevenhaer kooste. Friedje heij oppe loeër gesjtange. Det die zuu wel dökker, zoe waas die wel. Zuu zaog tege os det wae daomèt doeëdzung gedaon hejje. Wae truuk de taese leeg make, tenminste det daoch Friedje. Mien broor dae makde zien taese leeg, mer ich heel in iddere taes einen appel en heel de heng zoeë inne taes det zuu neet koos zeen det dao nag appele inzote. Zuu zoeë ’t de wever ziene Frens wel ’ns zegge wat vör nötte jónge det we wore. Wie we op hoês aan lepe zeet mien broor: “Die appele zoge d’r toch sjoeën oêt.” Ich zek: “Dees auch,“ en ich pakte de appele oete taes, en we ote ze lekker op mèt kits en al, of want wae d ‘r noeët mieër zoeë kriêge. Mer daagsternao loedje ’t neet good wie wae oete sjoeël kwome: Friedje heij geklikt.
De Moennik
Aod Heljes Noot van de redactie: Dit is de laatste bijdrage van Frans Wulms in deze rubriek. Frans heeft ruim zeven jaar nostalgische herinneringen met ons gedeeld, natuurlijk in onvervalst oud-Heldens dialect. Frans: bedankt! Vanaf volgend nummer zal de dialectrubriek worden verzorgd door Ann Philipsen.
Tekening Lei Steeghs
5
De Moennik 37 binnenwerk 08-10-2009 14:43 Pagina 6
Koperslagers en schepers
Heldenaren in den vreemde Jacques Rutten Mensen kwamen vroeger het dorp niet uit. Ze werden er geboren, leefden en werkten er, en gingen er dood. Dat denken we soms, maar dit beeld klopt zeker niet voor iedereen. Ook Heldenaren trokken er op uit naar andere streken. Vaak waren ze militair of boerenknecht, soms ook havenarbeider, anderen wilden elders een ambacht leren. Het kwam voor dat ze zich blijvend vestigden in het vreemde land, vaak kwamen ze terug naar Helden. We vinden ze in alle dorpen en steden in de buurt van Helden, maar ook in Antwerpen, Brussel, in Hamburg en in de Hollandse steden. Twee streken hebben een bijzondere aantrekkingskracht, op twee verschillende groepen: Vlaanderen en Hannover.
Vlaanderen
Rustpauzetijdens de doortocht in een dorp
6
De trek naar Vlaanderen is waarschijnlijk al zeer vroeg begonnen. In de Middeleeuwen? In de 16e eeuw? In Vlaanderen was welvaart. Bovendien lag het voor de schapenhandel op de route naar Parijs. De Heldenaren vonden er vooral werk als scheper (schaapsherder), soms als schapenhandelaar. Over de schapenhandel via Vlaanderen naar Parijs bestaat een prachtig boek van Jan Derix en Sjef Verlinden: ‘Wie al wil koopen wat hij ziet’ . We hebben geen totaalbeeld van deze trek vanuit Helden. We vinden alleen her en der wat snippers, losse mededelingen. Maar allemaal samen geven die snippers toch een indruk over de omvang van die trek, al blijft het beeld nog steeds onvolledig.
De Moennik
De Moennik 37 binnenwerk 08-10-2009 14:43 Pagina 7
Schaapskudde in Venray
De meeste snippers vinden we in drie bronnen: - het overlijdensregister van de parochie - het archief van de schepenbank - het brievenboek van burgemeester Hendrix Overlijdensregister van de parochie In het overlijdensregister van de parochie van Sint Lambertus Helden heeft pastoor Joannes Knippenbergh (1697-1742) ook Heldenaren vermeld die elders waren overleden. Meestal gaat het om soldaten, kloosterlingen of ..… schepers. Hieronder het lijstje van schepers die in Vlaanderen overlijden: 1. 02-04-1696 obiit Petrus Coumans in Flandriae 2. 21-03-1706 obiit Henricus Gielen in Vlaenderen 3. 24-05-1722 Gisbertus Neessen obiit in Flandria 4. 20-08-1730 obiit Petrus Zeelen tot Oudenborgh in Vlaenderen 5. mei 1732 hic mense obiit in Flandria Petrus Smollers, filius van Prycken Joost 6. 06-02-1736 obiit Jan Jansen in Oostkerke in Flanderen (overleed 4-12-1735, zie inv nr 31) Na 1736 worden personen die elders overlijden niet meer vermeld.
De Moennik
Foto: uit het boek ‘Die al wil koopen, wat hij ziet...’, Jan Derix, Jef Verlinden
Omslag boek ‘Die al wil koopen, wat hij ziet...’
7
De Moennik 37 binnenwerk 08-10-2009 14:43 Pagina 8
Een herder met zijn kudde schapen onderweg in Frankrijk.
8
Archief van de schepenbank Ook in het archief van de schepenbank vinden we hier en daar namen van Heldenaren die in Vlaanderen vertoeven: - Jan Heijnen, die in “Vlaenderen getrout is met sekere Rosa”, woont in Knokke. Hij geeft zijn deel van de erfenis in Everlo over aan zijn broer Gisbert, die hem geld geleend had. (inv. nr. 20) - Dezelfde Jan Heijnen, “schaper te Cnocke”, geeft naar Helden het bericht door van het overlijden van Jan Janssen, op 4-12-1735 te Oostkerke. Jan was gehuwd met Maria Coumans, die nog in Helden woonde. De schepenen sturen een brief naar Oostkerke en vragen om de twintig rijksdaalder, die Jan in bezit had, over te geven aan Jan Heijnen. (inv. nr. 31) - Elisabeth Stroucken, weduwe van Peter Zeelen, heeft een geschil met de kinderen van Peter uit diens eerste huwelijk. De kinderen stellen dat Elisabeth bepaalde schulden moet betalen, omdat ze alle roerende goederen heeft geërfd. Ze heeft schapen verkocht en in Vlaanderen 500 rijksdaalder gebeurd, die Peter daar te vorderen had. Het is duidelijk dat Peter Zeelen in de schapenhandel zat. (inv. nr. 19) - In de afrekening van een voogd zien we dat hij zijn pupil Peter van Maris reisgeld geeft om naar Vlaanderen te gaan. (inv. nr. 42)
De Moennik
De Moennik 37 binnenwerk 08-10-2009 14:43 Pagina 9
-
-
Op 17-6-1771 maken Dirick en Engel Jannis en hun zus Gertruy (x Jan Meijelkens) hun testament. Ze bepalen nadrukkelijk dat ze “excludeeren of uytsluyten […….] van d'erffenisse hunner gereede goederen, respective Frans Jannis ende Simon Jannis ofte dessens wettige kinderen, woonachtigh in Vlaenderen.” (inv. nr. 29) Frans en Simon zijn lang voordien vertrokken. In Helden heeft men blijkbaar nooit meer iets van hen gehoord. In een erfenisgeschil, waarin o.a. de erfgenamen van Thijs Peeters partij zijn, zien we dat de kinderen Janssen bij Nieuwpoort wonen. (inv. nr. 19)
Brievenboek Ook het brievenboek uit de Franse periode geeft informatie over de trek naar Vlaanderen. In een brief van 27-4-1811 vertelt burgemeester Hendrix dat op dat moment Gerard Gielen en Jacques Wilms in het Vlaanderland zitten. Maar er zijn nog anderen: - Jean Pijpers zit in het plaatsje St. Pieter op de Dijk en wil daar in het huwelijksbootje stappen. Maar hij is ingeschreven onder de naam Driessen, en dat moet Pijpers zijn. In het Vlaamse dorp wonen ook een broer en een oom die allebei Pijpers heten. Dat is zijn echte naam. Zeker nu hij wil gaan trouwen moet dat worden rechtgezet. (brief 7-91807) - Servais Verschaeren is deserteur en zit in het departement van de Leie of in dat van de Schelde, of in de buurt van Rijssel (Lille). (5-12-1812) - Herman Tulmans zit in de buurt van Brugge als hij wordt opgeroepen voor het leger. Op 4-6-1813 meldt Hendrix dat een broer onderweg is om het bericht door te geven.
“Koperteuten” bieden hun waar aan.
Al deze losse opmerkingen maken duidelijk dat de trek naar Vlaanderen, als scheper of als handelaar, best omvangrijk was.
Hannover Hannover neemt een aparte plaats in voor Heldenaren die ver van huis een vak gingen leren. Er zat in die stad een groep Heldense koperslagers. We kunnen ze rangschikken bij de ‘teuten’: marskramers die in een bepaald gebied voorrechten genoten voor een ambacht,
De Moennik
9
De Moennik 37 binnenwerk 08-10-2009 14:43 Pagina 10
Een koperslager aan het werk.
Een koperslager aan een karwei in de open lucht.
of voor de handel. We hebben in dit geval dus te maken met “koperteuten”. Er is één groot verschil: de meeste teuten trokken er voor enkele maanden of een seizoen op uit, terwijl deze Heldenaren pas na vele jaren naar Helden terug keerden. In een stuk van rond 1780 worden enkele Heldenaren in Hannover genoemd, maar ik heb daar geen aantekening meer van. De enige bron die ik nu gebruik is het brievenboek uit de Franse Tijd. Op 27 april 1811 schrijft burgemeester Hendrix dat die mannen meestal na 16 à 20 jaar in Helden terugkwamen, met zo’n 10.000 francs op zak. Hij noemt vijf Heldenaren die toen in Hannover zaten: Jean Steeghs, Jean van Hooren, André Korsten, Mathieu Peeters en Jean Winckens. In diverse brieven lezen we dat ook anderen in Hannover verbleven, waarschijnlijk bij dezelfde groep teuten. Het zijn allemaal jonge mannen die worden opgeroepen voor militaire dienst in het Franse leger. Jean Verhaegh zit sinds 1804 in Hannover (brief 29-8-1807), net als Jean Houwen (brief 1-12-1808). Op 24 december is Jean thuis om in dienst te gaan. Ook vermeldt Hendrix Gerard van Hooren (3-12-1809) en Henri Renier Knippenbergh (12-31810). Waarschijnlijk hadden deze Heldense koperslagers in Hannover (en omgeving?) het privilege dat alleen zij koperen voorwerpen mochten maken en verkopen. Buiten deze groep noemt het brievenboek twee andere ketellappers, n.l. Gerard Wilms en Herman Wilms. Misschien hebben zij het vak in Hannover geleerd, en zijn ze later voor zichzelf begonnen in een ander gebied. Ze zijn jaren weggeweest en willen zich allebei in 1807 weer in Helden vestigen. (brievenboek 17-1-1807 en 18-3-1807) Het begrip vakantiereis bestond in die tijd nog niet, maar een aantal Heldenaren kwam toch wel ergens.
10
De Moennik
De Moennik 37 binnenwerk 08-10-2009 14:43 Pagina 11
Randfiguren
7
Een blote-voeten-zonderling Raf Janssen In zomer en winter liep hij rond op blote voeten. Een natuurliefhebber en gezondheidsfanaat die zelf verslonsde en zijn huis liet vervuilen. De mensen zeiden dat hij het ‘in de kop had’. Ze negeerden hem. Een enkeling bleef hem ondersteunen en helpen. Als jongen had hij een goed verstand en wilde hij doorleren. Maar de dood van zijn moeder maakte het voor zijn vader onmogelijk de studie verder te bekostigen, zodat hij ermee moest stoppen. Het kan zijn dat hij daardoor een geestelijke knak kreeg die zijn verdere leven bepaald heeft. Mogelijk dat deze geestelijke opdonder nog versterkt is tijdens de begindagen van de Duitse inval in 1940. Samen met een aantal kameraden moest hij een onmogelijke strijd leveren aan de Maaslinie. Jaren nadien werd hij wegens zware overspannenheid behandeld in een kliniek. Bij terugkomst voelde hij zich daarop aangekeken door de omgeving. Hij ging zich steeds meer terugtrekken in en rondom zijn eigen woning. De weinige mensen die bij hem binnenliepen voelden dat hij ergens was, maar ze kregen hem niet te zien. Hij verstopte zich op de zolder, trok de ladder omhoog en was ogenschijnlijk van de aardbodem verdwenen. De mensen wisten te vertellen dat hij bij tijd en wijle in zijn blote bast in de zon lag. En dat hij iedere avond naar de nabijgelegen Noordervaart liep om daar te badderen. Dat was ook nodig nadat vandalen de waterleiding uit zijn huis hadden gesloopt. Mensen die hem kenden brachten hem af en toe wat eten, maar doorgaans moest hij zelf zijn potje koken. De blikken die hij daarbij gebruikte bewaarde hij. Het hele huis stond vol met blik. Als natuurliefhebber liet hij ook de zwaluwnesten in huis met rust. Te midden van deze schier onleefbare janboel werd hij op een goede dag dood aangetroffen. Een zonderling die met hedendaagse hulp en voorzieningen gewoon mee had kunnen functioneren in de samenleving. Zijn naam was Jeu Engelen (19151984). Hij woonde aan de Meijelseweg in Beringe. Met dank aan mevrouw An van Dijck
De Moennik
Het graf van Jeu Engelen op de begraafplaats van Beringe.
11
De Moennik 37 binnenwerk 08-10-2009 14:43 Pagina 12
Schatbewaarders van het documentatiecentrum Patrick van 't Hooft Wie op woensdagmiddag het streekmuseum bezoekt, heeft geluk: dan is namelijk ook het documentatiecentrum open. Zomaar wat snuffelen tussen de soms wat beduimelde boeken en documenten levert vaak verrassende vondsten op. "De mensen hebben geen idee hoeveel hier te vinden is." Ondertussen zijn vrijwilligers van de werkgroep Documentatie druk bezig om de collectie zo toegankelijk mogelijk te maken.
Uit de collectie van het documentatiecentrum: Eerste uitgave van ’Midden-Limburg’ in bevrijd Helden.
12
Het is een actieve club, het groepje leden van de heemkundevereniging dat op woensdagmiddagen aan het werk is in het documentatiecentrum. De één is bezig met het updaten van de pc's, een ander scant foto's in, weer een ander is boeken aan het nummeren en indelen. Nog vóór de verhuizing naar het nieuwe streekmuseum
De Moennik
De Moennik 37 binnenwerk 08-10-2009 14:43 Pagina 13
besloot de heemkundevereniging haar collectie boeken en andere documenten opnieuw te gaan ordenen, en in een digitale database onder te brengen. Een gigantische klus, die inmiddels al aardig op weg is. Bijna alle 2700 boeken zijn genummerd en opzoekbaar op titel of trefwoord. De groep vrijwilligers is al een hele tijd druk bezig om de inhoud van de boeken die specifiek over Helden gaan met extra trefwoorden nog beter te ontsluiten. De eerste vruchten van hun werk kunnen al worden geplukt. Op www.moennik.nl kan iedereen die de link 'documentatie' aanklikt, thuis al iets proberen op te zoeken. Wie bijvoorbeeld 'Beringe' intypt, krijgt een lange lijst met resultaten van boeken, boekjes en geschriften die (deels) over Beringe gaan. De meeste staan in het documentatiecentrum, sommige in het gemeentearchief. (Beide collecties zijn in hetzelfde zoeksysteem ondergebracht) Het systeem is nog niet perfect of fijnmazig, maar wel publieksvriendelijk opgezet en dus gemakkelijk toegankelijk.
Schatbewaarders Piet Madou en Toos Hermans Foto: Patrick van ‘t Hooft
Liefde voor boeken "Het is gewoon prachtig om tussen al die oude boeken te lopen", vertelt Piet Madou, één van de vrijwilligers. Hij en Toos Hermans zijn zo'n beetje de 'bibliothecarissen' van het documentatiecentrum. "Het is onvoorstelbaar wat je nog vindt. Ik heb nog lang niet alles gezien." Toos Hermans: "Je moet natuurlijk wel liefde voor boeken hebben om dit te doen." Een van de bekende 'schatten' van het documentatiecentrum is de complete collectie van nieuwsblad 'Midden-Limburg'
De Moennik
13
De Moennik 37 binnenwerk 08-10-2009 14:43 Pagina 14
Een bezoeker bezig met genealogisch onderzoek.
vanaf 1941. Veel mensen weten ook de 160(!) fotoklappers te vinden, met gerubriceerde historische foto's over alle mogelijke Heldense onderwerpen. Maar er staan ook catalogussen van de roemruchte Limburgse Jaarbeurs (LIHATE) in Panningen, en (soms heel oude) jubileumboekjes van tal van Heldense organisaties en verenigingen. Natuurlijk zijn vrijwel alle modernere boeken en boekjes te vinden die de laatste, zeg, twintig jaar over de geschiedenis van Helden en zijn dorpen en buurten zijn verschenen. Net als tal van moderne uitgaven over de geschiedenis van Heldens buurdorpen. En dan is er nog een flinke restgroep, veelal bestaand uit historische 'curiosa': vaak oude boeken over heel verschillende onderwerpen die via-via bij de heemkundevereniging zijn terechtgekomen. Al met al staat er op de eerste verdieping van het Kerkeböske een unieke collectie Heldense en Limburgse geschiedenisliteratuur.
Foto: Patrick van ‘t Hooft
Leuke groep Toos en Piet zijn nu een paar jaar samen aan het werk - eerst nog in de oude Moennik, nu in het goed ingerichte documentatiecentrum. Elke maandagavond en woensdagmiddag zijn ze er te vinden. Ze hebben veel plezier in hun werk. "We hebben hier echt een heel leuke groep vrijwilligers", zegt Toos. Piet: "Het is een stel mensen dat perfect bij elkaar past." Op woensdagmiddag is het documentatiecentrum open voor het
14
De Moennik
De Moennik 37 binnenwerk 08-10-2009 14:43 Pagina 15
publiek. Soms komen mensen met specifieke vragen speciaal langs, andere bezoekers zijn toevallig in het museum en lopen nieuwsgierig de openstaande deur van het documentatiecentrum in. Omdat niemand de weg in de boekenkasten beter kent dan Toos en Piet, zijn zij dan de vraagbaak. Piet: "Op woensdagmiddag ben ik veel bezig met het helpen van mensen. Soms zijn ze lid van de heemkundevereniging, meestal niet. Vaak vragen ze: heb je ook iets van mijn familie? Heel vaak kijken ze ook in de fotoklappers. Een paar weken geleden was er een groepje vrouwen dat over een bepaalde boerderij aan het praten was. Daar had ik toevallig pas een foto van gezien. Ik zeg: ik geloof dat ik daar wat van heb. Bij de tweede klapper had ik de foto al gevonden." Er zijn ook mensen die gericht op zoek zijn. Stamboomonderzoek, een buurtvereniging die een jubileum viert, of mensen die een oude foto van hun straat zoeken.
Strenger Met de komst van het nieuwe documentatiecentrum is de heemkundevereniging heel wat strenger geworden in de omgang met de collectie. Zo is het bezoekers niet toegestaan zelf boeken uit de kast pakken. Leden van de heemkundevereniging mogen officieel boeken lenen, maar Piet en Toos zijn er super-zuinig op. Toos: "Eigenlijk lenen we boeken liever niet uit, want ja…je kunt niet controleren wat er mee gebeurt. Er zijn unieke oude exemplaren bij." Piet is nog stelliger: "Sommige boeken gaan sowieso de deur niet uit! Denk daar maar niet aan!" Gelukkig voor de twee schatbewaarders komt een verzoek om boeken een tijdje mee te mogen nemen zelden voor. Piet: "Iedereen kan hier de boeken inzien en kopieën maken. Meestal gaat het ook zo dat mensen zeggen: ik heb het mijne gezien, die-en-die bladzijde had ik graag gekopieerd." Met zoveel moois op de planken, is het dan niet jammer dat
De Moennik
15
De Moennik 37 binnenwerk 08-10-2009 14:43 Pagina 16
het documentatiecentrum maar zo beperkt - alleen woensdagmiddag - open is? Piet: "Ruimere openingstijden zou goed zijn, maar dat is in de praktijk niet te doen. Er zijn gewoon te weinig vrijwilligers die weten waar 't over gaat en hoe het hier werkt." Toos: "Mensen kunnen ook gerust een afspraak met ons maken voor een andere dag, dat is geen probleem." Piet denkt trouwens dat er voor Toos en hem versterking in aantocht is: vrijwilligers van de werkgroep Documentatie die toch al vaak in het documentatiecentrum te vinden zijn. Op sommige momenten is versterking nú al hard nodig, weet Piet: "Er zijn woensdagmiddagen dat er vrijwel geen bezoek is in het documentatiecentrum, maar soms zijn het er tientallen. Dan zijn we met drie, vier man bezig om mensen te helpen. Bezoekers willen vaak ook zelf informatie kwijt, en dat moet je ook meenemen."
Op zolder De boekenkasten en archiefkasten staan er netjes bij, maar toch is er nog heel wat werk te doen. Een belangrijk project dat op stapel staat is het inrichten van een fotohoek in het museum zelf, dus búiten het documentatiecentrum. Toos: "Op die manier kunnen bezoekers altijd als het museum open is, onze fotocollectie bekijken. Wij merken namelijk dat bijna iedereen geïnteresseerd is in de foto's." Welke vorm de fotohoek gaat krijgen, wordt nog onderzocht. Piet en Toos laten zich bepaald niet uit het veld slaan door het schier eindeloze werk waar ze mee bezig zijn. "Er komen steeds nieuwe boeken bij die ingevoerd moeten worden", vertelt Toos rustig. "En ook de genealogie bijvoorbeeld moeten we nog helemaal invoeren." Piet: "Het houdt eigenlijk nooit op. We krijgen ook het hele archief van de deportatie, zowel digitaal als de eigenlijke documenten en geschriften. En pas hebben we nog van alles gekregen van het Bouwens van der Boijecollege. Dat lag daar op zolder." Toos: "Oh ja, dit wil ik nog heel nadrukkelijk zeggen: als mensen nog ergens oude boeken of foto's hebben: alsjeblieft niet weggooien!" Piet: "Nee, nee! Laat ons er naar kijken, wij beoordelen wel of ze het bewaren waard zijn."
16
De Moennik
De Moennik 37 binnenwerk 08-10-2009 14:43 Pagina 17
Toen Panningen nog pittoresk was Herman en Trees Dorssers
Foto: archief gemeente Helden
Wat een foto, wat een compositie! Ze is genomen in 1931 vanuit de toren van de voormalige kerk. Jammer dat ze zo onscherp is. We besluiten haar desondanks in dit nummer mee te nemen, er is zoveel op te zien! Want wat is van deze noordzijde van Kepèl nog over? Nieuwsgierig gaan we ermee tussen het winkelend publiek staan. Zoiets valt op. Algauw horen we: “Woe kiekt gae nó?” Een aantal mensen komt om ons heen staan. Uitbater Jo van ‘Da Kepello’ kijkt even mee en wijst op het hoge huis achter de lantaarnpaal. “Hier, dat is Da Kepello en vroeger woonde er Bolles Max." "En dat witte huis vooraan was vroeger hotel De Gouden Leeuw," weet iemand anders. Dat is dus op de plaats van de huidige Bruna. We gaan de foto maar eens systematisch bekijken. Vooraan is dus hotel ‘De Gouden Leeuw’ mèt hoge aanbouw. Maar daarnaast? Had Trienes Sjang daar vroeger niet zijn timmerbedrijf? Omstanders veronderstellen van wel, want later stond er het café van Trienes Sjaak. Het volgende huis, daar is Kömhoff toch zijn loodgietersbedrijf begonnen? Daarnaast dus het vervoersbedrijf van Joosten-Joosten (later Bolles Max). Verder was er zadelmaker Sjang Keiren (schoondochter Wies woont er nóg), de kapsalon van ‘Klómp zienen Baer’, het pand van slagerij Rutten en uitgeverij Kassteen. Goed te herkennen aan de achterbouw is café en zaal ‘Klómp ziene Hinke’ en tenslotte de eerste winkel van Reijnen en Zn. (let op de benzinepomp). Laten we het daar even op houden; reacties van de echte kenners komen tóch wel binnen!
De Moennik
17
De Moennik 37 binnenwerk 08-10-2009 14:43 Pagina 18
Einkwartierung! Jeu Mertens Dat in een oorlog niet alles zwart of wit is, weten we inmiddels. Zo waren in de Tweede Wereldoorlog niet alle bevrijders lieverdjes. Evenmin waren Duitse soldaten per definitie brute overweldigers. Dat laatste blijkt uit een herinnering van Jeu Mertens.
Vader Wullem Mertens Foto: collectie Jeu Mertens
18
Het was een moeilijke, angstige tijd, die laatste weken van de Duitse bezetting. Veel mannen waren op 8 oktober opgepakt en weggevoerd naar Duitsland. Na die datum waren nog heel wat mannen van 17 tot 60 jaar ondergedoken. Ik was 18 en moest me dus ook verbergen. Na een paar weken onderduiken was de angst om opgepakt te worden wat vervlogen en ging ik weer naar huis. Ook mijn broer Jan had weer thuis zijn intrek genomen. Daar zorgden we er wel voor dat we geen Duitsers tegen het lijf liepen. Zonodig verborgen we ons in de schuur, op de hooizolder of bij de buren. Het Duitse leger leek in die dagen gedegenereerd tot een ware roversbende. Alles namen ze mee: paarden, koeien, varkens, fietsen, enz. Op de dag waarvan ik de gebeurenissen ga beschrijven, zaten Jan en ik op de ‘schelf’ (hooizolder), want er liepen nogal wat soldaten in de omgeving rond. Vader was met de riek bezig in de stal. Plotseling stond er een soldaat voor hem die ons paard wilde meenemen. Vader probeerde hem aan het verstand te brengen dat wij het paard onmogelijk konden missen, maar die vent luisterde niet eens. Hij duwde vader opzij en liep verder de stal in om het paard te pakken. Vader werd vreselijk kwaad; wij hoorden hem luid roepen: “As toe det paerd aanraks sjtaek ich tich aan de reek!” Daar schrok die ‘Pruus’ toch wel van. Een roemlozer dood was nauwelijks denkbaar. Ook wij daarboven op de schelf kregen de schrik van ons leven. Dit kon afschuwelijk uit de hand lopen. Stel je voor dat die kerel vader wat aandeed. Zonder veel na te denken kwamen we van de schelf af en probeerden de zaak te sussen. Wij kregen echter geen kans om wat te zeggen want de ‘Pruus’ bleef maar schreeuwen en dreigen; ze zouden vandaag terugkomen en al het vee en het paard meenemen. En wij twee zouden “verhaftet” worden en naar Duitsland overgebracht! Na
De Moennik
De Moennik 37 binnenwerk 08-10-2009 14:43 Pagina 19
deze dreigementen droop hij toch af, zonder paard. Was het bluf of zou hij met een stel trawanten terugkomen? Wij waren er niet gerust op. Vooral moeder en mijn zussen werden echt wel bang. Jan en ik lieten ons veiligheidshalve thuis een paar dagen niet zien. Na enkele zenuwslopende uren overviel onze familie de schrik van haar leven. Twee grote gepantserde voertuigen kwamen plotseling het erf oprijden. Kerels in zwarte pakken sprongen uit een van de vehikels. Het was angstaanjagend. Een van de zwarte mannen liep naar binnen en schreeuwde: “Einkwartierung!” In plaats van schrik bracht dit woord een zucht van verlichting teweeg. Inkwartiering hadden we al eens eerder meegemaakt; geen pretje maar niet gevaarlijk. Deze soldaten behoorden tot een pantserafdeling en daarbij werden zwarte uniformen gedragen. Het gevaar van een overval als gevolg van het voorval ’s morgens was voorbij. De mannen werden daarom niet onvriendelijk ontvangen. Wellicht daardoor gedroegen zij zich gedisciplineerd en beleefd en deden zij hun best zo min mogelijk over-
Jeu Mertens als jongeman Foto: collectie Jeu Mertens
De boerderij van de familie Mertens lag op de Stogger, vlakbij de huidige Van Hövellstraat. Foto: collectie Jeu Mertens
last te veroorzaken. ’s Avonds zat de hele huiskamer vol. En in die sfeer kwam ook ter sprake wat die morgen gebeurd was. De soldaten stelden mijn familie gerust; zolang zij er waren kon er niets gebeuren. Een van de soldaten haalde een trekharmonica tevoorschijn, er werd muziek gemaakt, ‘heimatliedjes’ gezongen en onze meisjes zongen mee. Een avond om nooit te vergeten. Misschien door samen te zingen ontstond een sfeer van begrip en invoelen van elkaars situatie. Zo kwam er een vredig einde aan een gedenkwaardige dag die zo dreigend begon.
De Moennik
19
De Moennik 37 binnenwerk 08-10-2009 14:43 Pagina 20
Toen in juli 1953 de Heldense brandweer werd gereorganiseerd, kon het niet uitblijven 1957. Vol trots wordt hier de aanwinst, een heuse GMC, gepresenteerd. Het voltallige co Staand vlnr.: Sjaak de Bruijn, Graad Joosten, Gerrit Schatorie, Gerrit Goutier, Had Go Cremers, H. Gijsen (wethouder), Jos Schatorie, Jan Gielens (gemeentesecretaris), Jo B Huub Litjens en Jan Janssen.
20
De Moennik 37 binnenwerk 08-10-2009 14:43 Pagina 21
blijven dat een nieuwe brandweerwagen moest worden aangeschaft. Dit gebeurde in allige college van B. en W. geeft acte de présence. Had Goutier, Gerrit Kessels, Lin van Knippenbergh (wethouder), burgemeester P.M.J. s), Jo Bos, Frans Litjens, Sef Hermkens en Wiel Verbong. Knielend vlnr. Had Lommen,
21
De Moennik 37 binnenwerk 08-10-2009 14:43 Pagina 22
De Kapel van de Lazaristen in Panningen Herman Dorssers De prachtige kapel van de paters Lazaristen in Panningen was op 13 september de locatie van Open Monumentendag in Helden. Deze kapel met zijn sacristie en dodenkapel is een van de relatief weinige Rijksmonumenten in onze gemeente. Voor hen die er tijdens monumentendag niet waren een korte, geïllustreerde beschrijving van dit bijzondere gebouw.
Geschiedenis
De kapel in wording, 1907 Foto: archief Missiehuis Panningen
22
Toen de Franse Lazaristen in 1903 het voormalige Duitse zustersklooster betrokken, troffen zij een kapel aan op de tweede verdieping van de rechtervleugel. Deze bleek al snel veel te klein. Dit gold trouwens voor het hele kloostercomplex, dat slechts de helft besloeg van het huidige gebouw. Daarom werd al in 1905 de voorzijde met 15 meter uitgebreid. Dit gebeurde door de Panningse aannemers De Bruijn en Hendricks (Trines Sjang en Zn.). De eerste toestroom van studenten kon nu worden opgevangen. Ondertussen dwong een godsdienstvijandige regering in Frankrijk het moederhuis van de Lazaristen in Parijs om uit te zien naar een ander huis in het buitenland. Het pas betrokken Missiehuis in Panningen kwam als toevluchtsoord in beeld. Dat maakte een verdere uitbreiding noodzakelijk. Een en ander gebeurde onder leiding van architect Seelen uit Venlo Deze was in dezelfde tijd ook al bezig met de nieuwbouw van het grote postkantoor aan de Markt in Panningen (de latere ‘secretarie’). Aannemers waren ditmaal de gebroeders Gooden uit Meijel. Het is duidelijk dat in dit uitbreidingsplan een nieuwe kapel met sacristie een belangrijke plaats innam. In 1907 werd met
De Moennik
De Moennik 37 binnenwerk 08-10-2009 14:43 Pagina 23
de bouw begonnen en in april 1908 werd de kloosterkapel plechtig ingezegend door Antoine Fiat, de Generale Overste van de Congregatie, die daarvoor uit Parijs overkwam. Een van de grote voordelen van de nieuwbouw was dat de jaarlijkse priesterwijding in eigen kapel kon plaatsvinden. Vóór die tijd moest bij priesterwijdingen ieder jaar naar elders worden uitgeweken (o.m. naar de Sint Jan van Den Bosch). Omdat het aantal priesters groeide, moesten er heel wat altaren zijn, waaraan door iedereen elke dag een H.Mis kon worden opgedragen. Daarom werden in 1913 vier straalkapelletjes gebouwd achter en rondom het priesterkoor. Tenslotte werd in 1915 een grafkapel gebouwd, waarin allereerst de vier tot dan toe overleden confraters, die voordien op het Panningse parochiekerkhof waren begraven, werden bijgezet.
Bouwtekening van de straalkapellen. Foto: archief Missiehuis Panningen
De kapel Het Missieklooster dat de Duitse zusters Ursulinen in 1878 in het ‘Panningerveld’ hadden opgetrokken, was gebouwd in een degelijke Duitse kloosterstijl. In de nieuwe kapel echter zijn zowel in architectonische opzet als interieuraankleding en inventaris duidelijk Franse invloeden aanwijsbaar. Zij is bovendien ontworpen in neogotische stijl, wat zichtbaar is aan diverse stijlelementen. Als men de kapel aan de buitenkant bekijkt vallen op: de zes traveeën met een 3/8 koorsluiting. Per travee bevinden zich twee lancetvensters onder een rondvenster, alle voorzien van glas-in-lood. Verticaal zijn er nog de
De Moennik
Zijaanzicht van de kapel Foto: Patrick van ‘t Hooft
23
De Moennik 37 binnenwerk 08-10-2009 14:43 Pagina 24
Spitsboogfriezen
driemaal ‘verjongende’ steunberen. Aan de bovenkant is de kapel verlevendigd met een omlopende spitsboogfries. Hetzelfde valt op bij de sacristie. Opvallend zijn ook de kunstig gesmede diefijzers, zowel bij de sacristie als de grafkapel. Opvallend is het gebruik van rode profielstenen o.a. rondom ramen en deuren, om de gevels te verlevendigen. Het huidige pannendak bestond oorspronkelijk uit leien.
Het interieur Het interieur van de kapel in 1925. Foto: archief Missiehuis Panningen
24
De kloosterkapel bestaat uit een eenbeukige gebedsruimte. De nu witgepleisterde wanden (vroeger prijkten er door schilder Ueberbach aangebrachte wandschilderingen) en gewelf worden geleed door ‘schalken’, ‘kruisribben’ en ‘gordelbogen’ in geprofileerde baksteen. De muurvlakken zijn tweedelig: bene-
De Moennik
De Moennik 37 binnenwerk 08-10-2009 14:43 Pagina 25
den een massief muurvlak en boven de glas-in-loodramen, die van elkaar gescheiden zijn door een omlopende zg. cordonlijst. De koorbanken stammen nog uit het voormalige zustersklooster. Ze zijn gemaakt door het voormalige timmerbedrijf van Hendricks (Trines Sjang en Wullem) en nu dus bijna 120 jaar oud. Zij staan tegenover elkaar omdat tijdens de vesperdiensten de psalmen alternerend gezongen werden. Dezelfde opstelling was men ook gewend in het moederhuis in Parijs. De kruiswegstaties zijn traditioneel, maar hun kaders zijn in gotische stijl uitgevoerd. Verder zijn o.a. van belang: diverse enkele en dubbele eikenhouten paneeldeuren met smeedijzeren krukken en sierbeslagwerk. De centrale entreedeur is voorzien van een spitsvormig bovenlicht met gekleurd glas-in-lood.
De verschijning van Maria aan Catharina Labouré, een van de glas-in-loodvensters. Foto: archief Missiehuis Panningen
De glas-in-loodvensters Naast de architectonische opzet verwijzen ook diverse elementen in het interieur en de inventaris naar de Franse herkomst van de Lazaristen. Daaronder de gebrandschilderde glas-in-loodvensters, afkomstig uit het atelier van Frans Nicolas in Roermond. De eerste overste, Hubert Meuffels, vond het belangrijk dat ook iets over het Nederlandse katholieke verleden tot uiting moest komen. Vandaar dat er twee ramen zijn die de Nederlandse kerkgeschiedenis als onderwerp hebben: de aankomst van St. Willibrord op het strand van Katwijk en de marteldood van de martelaren van Gorcum. Overste Hubert Meuffels had een bijzondere voorliefde voor deze heiligen; hij schreef er zelfs een (Frans) boek over, dat later in het Nederlands werd vertaald. Verder krijgt de geschiedenis van de Congregatie der Lazaristen een ruime plaats. Zo is er een raam waarop de Heilige Vincent Depaul de regels uitreikt aan de door hem gestichte congregatie. Op een ander spreekt hij de Dochters der Liefde, een congregatie eveneens door hem gesticht, toe. Het centrale raam beeldt de verschijning van Maria uit aan de Dochter der Liefde Catharina Labouré in de Rue du Bac te Parijs. De Rue du Bac is momenteel nog altijd een van de
De Moennik
Bronnen: Lazaristen 100 jaar in Panningen, Herman Dorssers Site: www.kerkgebouwenin-Limburg.nl
25
De Moennik 37 binnenwerk 08-10-2009 14:43 Pagina 26
meest bezochte bedevaartplaatsen van Frankrijk. Twee heiligen die de Congregatie heeft voortgebracht worden op de ramen niet vergeten: de Lazarist François Régis Clet die in 1820 de marteldood stierf in China en 1 oktober 2000 heilig werd verklaard. En pater Jean Gabriel Perboyre, die eveneens in China als martelaar om het leven kwam (1840); in 1996 werd hij heilig verklaard.
Het orgel
Foto uit ‘Lazaristen 100 jaar in Panningen’
Op het onderste oksaal werd in 1912 als geschenk van de Generale Overste van het Franse moederhuis een orgel geplaatst. Het werd een Parijs orgel uit de ateliers van de beroemde orgelbouwers Cavaillé-Coll en Mutin. In opdracht van deze orgelbouwers heeft timmerman 'Trines Wullem' het bovenste oksaal volledig moeten aanpassen om de grote orgelpijpen ruimte te geven. Oksaal en kapelgewelf waren namelijk iets minder hoog dan gebruikelijk, omdat boven de kapel naar Parijs’ voorbeeld de slaapzaal van de novicen was gesitueerd. In de kerstnacht van 1912 werd het nieuwe orgel ingespeeld door de zeer muzikale priesterstudent Giel Janssen (broer van koster Fons Janssen). Het werd in 1988 gerestaureerd door de fa. Verschueren uit Heythuysen en doet nog veelvuldig dienst.
De grafkapel
Ingang van de grafkapel Foto uit ‘Lazaristen 100 jaar in Panningen’
26
Met de bouw van de grafkapel in 1915 wordt het kapelgedeelte afgerond. De neogotische bouwwijze van de kapel wordt ook hier nauwkeurig voortgezet. Let op de voorpui die voorzien is van een dubbele deur met spitsbogig bovenlicht, waarin eikenhouten maaswerk met gekleurd glas-in-lood. Het inwendige is voorzien van een decoratieve wandschildering, die in 1925 door Piet Heuvelmans uit Panningen is aangebracht. Hierop wordt het stervensuur van Sint Vincent uitgebeeld. De laatste Lazarist die in de grafkelder werd bijgezet is de in 1966 gestorven Bernard de Lepper (Tilburg).
De Moennik
De Moennik 37 binnenwerk 08-10-2009 14:43 Pagina 27
Samen op de foto Herman Dorssers Hoewel onderstaande foto niet opperbest is willen wij haar onze lezers niet onthouden. Het betreft hier een groep vrouwen die - in verschillende samenstellingen - jarenlang klaar stond voor ons Missiehuis. Vrijwilligers ‘avant la lettre’ dus. Iedere week kwamen de dames bij elkaar in de spreekkamer van het Missiehuis om daar de sokken van studenten en professoren te ‘stoppen’. Het initiatief tot dit soort vrijwilligerswerk ging in 1931 uit van Jeannette Joosten (‘Bolles Sjenet’). De foto is genomen in 1956, toen deze ‘stopkrans’ 25 jaar bestond. De dames werden meestal gerekruteerd uit familieleden van de in het klooster wonende Heldense studenten. Toen vanaf de jaren zestig sokken niet meer gebeurde, ging de stopkrans geruisloos ter ziele.
Bovenste rij: 1e Rij: Pater Jac Boonekamp (provisor), mevrouw Janssen (Ninnesweg), mevr. Noor Oomen (Hub, later Nijverheidsstraat), mevr.Van Nisselroij (Strötje), mevr. Knippenbergh (Heuvelhoek), mevr. Dorssers (Kerkstraat), mevr. Geurtjens (Heuvelhoek), mevr. Hoebers (Markt), pater Jozef Donders (overste) 2e Rij: mevr. Keltjens (Ninnesweg), mevr. Janssen (Kerkstraat), mevr. Oomen (Ninnesweg), mevr. Ebisch (Strötje), mevr. Manders (Heuvelhoek), mevr. Giesen (Kerkstraat).
De Moennik
27
De Moennik 37 binnenwerk 08-10-2009 14:43 Pagina 28
De notarisfamilie Haffmans en de Heldense gemeenschap Willemien Severins-Janssen In de vorige uitgave van De Moennik is de geschiedenis van 120 jaar notariaat Haffmans in Helden beschreven. In onderstaand artikel wordt ingegaan op de relatie tussen de notarisfamilie Haffmans en de Heldense bevolking.
Dorpsnotabel Helden was in de vorige eeuwen een kleine gemeenschap. In 1920 bijvoorbeeld telde de hele gemeente nauwelijks meer dan vijfduizend inwoners. In zo'n kleine gemeenschap was een notaris qua aanzien vergelijkbaar met de burgemeester. Samen met de dokter en het hoofd der school behoorden zij tot de notabelen van het dorp. De eerste Heldense notaris, Alphons Haffmans (1821-1895), was lid van de Heldense gemeenteraad en van Provinciale Staten. Zijn zoon notaris Oscar Haffmans
Dit is veruit de oudste foto die ooit in De Moennik heeft gestaan. Het is een zogeheten Daguerreotype, gedateerd 1851. Linksboven staat de 30-jarige Alphons Haffmans, Heldens eerste notaris, met naast hem zijn zus Nathalie. Zittend v.l.n.r. Cunera (zus), Alphons' ouders Dorothea Verblackt en Jan Alexander Haffmans (die later dat jaar zou overlijden) en Emile (broer). Het hele gezin telde twaalf kinderen. Foto: collectie Joep Haffmans
28
De Moennik
De Moennik 37 binnenwerk 08-10-2009 14:43 Pagina 29
(1859-1933) was niet alleen lid van de gemeenteraad en Provinciale Staten maar ook van de Eerste Kamer der StatenGeneraal. Toen hij in 1908 gekozen werd tot lid van de Eerste Kamer was er een groot feest in Helden-Dorp. Door diverse muziekverenigingen, zoals fanfare St. Cecilia, vergezeld door schutterij St. Lambertus, en (toen nog) fanfare Concordia werden serenades gebracht bij het huis van de notaris, de destijds nog niet afgebroken Villa Maria aan de Pool. Ook Oscars zoon Frans Haffmans sr. (1893 1982) was politiek geëngageerd. Hij was jarenlang fractievoorzitter van de katholieke partij in de Provinciale Staten (RKSP, later KVP). De laatste notaris Haffmans, Frans jr. (1921-1971) was ook gemeenteraadslid in Helden.
Oscar Haffmans en echtgenote Mary Wibaut. Ze trouwden in 1887. Foto: collectie Joep Haffmans
Oscar Haffmans (omcirkeld) verwelkomt minister Regout in Panningen bij de opening van de tramlijn Venlo-Maasbree-Helden in 1912. Foto uit 'Helden in Oude Ansichten deel 1'
Speechen Regelmatig deed men een beroep op de notaris als vertegenwoordiger van de gemeenschap. Bij feestelijke en plechtige gebeurtenissen was hij het die het woord voerde en een passende speech afstak. In 1909 werd het patronaatsgebouw in Helden-
De Moennik
29
De Moennik 37 binnenwerk 08-10-2009 14:43 Pagina 30
Fanfare Sint Cecilia uit Helden-Dorp in 1923. Op de eerste rij achter de tafel voorzitter Frans Haffmans sr.. Rechts van hem zijn vader Oscar (beschermheer), links burgemeester Van Cann. Foto uit '100 jaar Fanfare St. Cecilia Helden'
Mary Haffmans-Wibaut op latere leeftijd Foto: collectie Joep Haffmans
30
Dorp ingezegend. Na de inzegening hield Oscar Haffmans de openingsrede. En toen in april 1912 de tramlijn VenloMaasbree-Helden officieel werd geopend, was het weer notaris Oscar Haffmans die minister Regout in Panningen verwelkomde, nadat deze bij de pomp op ’t Greuske in Panningen was uitgestapt. Als een priester zijn eerste Heilige Mis opdroeg in de parochiekerk, werd deze met de fanfare bij de ouderlijke woning afgehaald en naar de kerk begeleid. De neomist werd dan gefeliciteerd en toegesproken door de notaris in zijn functie als voorzitter van het muziekgezelschap. Ook als er een nieuwe pastoor werd benoemd, was de notaris er natuurlijk bij aanwezig en voerde hij het woord, soms als vervanger van de burgemeester. Ook bij het 25-jarig jubileum van dokter Joosten in 1926 ontbrak de notaris niet. Fanfare St. Cecilia uit Helden-Dorp bracht natuurlijk een serenade, en de jubilaris werd door de een jaar eerder tot notaris benoemde mr. Frans Haffmans sr. toegesproken in zijn functie als ondervoorzitter van de Bond van Harmonie- en Fanfaregezelschappen (waarvan de jubilaris voorzitter was) en als voorzitter van de fanfare.
Liefdadigheidswerk De notarisfamilie deed op diverse terreinen aan liefdadigheidswerk. De echtgenote van Oscar Haffmans, Mary Haffmans-
De Moennik
De Moennik 37 binnenwerk 08-10-2009 14:43 Pagina 31
Wibaut (1862 -1939, dochter van de bekende Amsterdamse wethouder zie het vorige nummer van De Moennik), was in talrijke landelijke caritasverenigingen, zoals het Groene Kruis, actief. Ook de vrouw van notaris Frans Haffmans sr., Katrien HaffmansIJzermans (1897-1972) verrichtte liefdadigheidswerk. Op het woonwagenkamp aan de Kesselseweg verzorgde ze samen met mevrouw Leida Schilte van Hotel Antiek wel eens voorleesmiddagen voor de kinderen van de woonwagenbewoners. De kinderen noemden haar dan ‘de mevrouw van het kasteel’. Zij was tevens beschermvrouwe van de plaatselijke invalidenvereniging St. Liduina. Mevrouw Haffmans-IJzermans was zelf ook gehandicapt en droeg een beenprothese. Vanwege deze handicap kon ze moeilijk lopen en reed ze door het dorp in een kleine wagen die werd getrokken door een pony, ‘Poetje’ geheten. Eenmaal per jaar werd er bij een feestavond van St. Liduina een reis naar Lourdes verloot. Die werd aangeboden door de familie Haffmans.
Het Zonnehuis aan de Kesselseweg anno 1950 Foto: collectie Twan Niessen
In de tijd dat de familie Oscar Haffmans nog aan de Pool woonde, mochten met Kerstmis alle kinderen uit Helden-Dorp naar de villa komen. In het grote park achter de villa stond ook een koetshuis, tevens werkplaats. Die diende tevens als oefenruimte voor de fanfare. Hierin stond dan een grote kerstboom, prachtig versierd tot aan het plafond. De kinderen zongen kerstliedjes en declameerden versjes. Hierna kregen ze
De Moennik
31
De Moennik 37 binnenwerk 08-10-2009 14:43 Pagina 32
een cadeautje en sinaasappelen. In die tijd waren sinaasappelen iets geweldigs, want die kreeg je niet vaak. Ook voor andere doeleinden stelde de notaris zijn park beschikbaar. Er werden vaak concerten gegeven door de plaatselijke muziekverenigingen of festiviteiten georganiseerd. Later, toen men naar Villa Louisa, later het Zonnehuis, aan de Kesselseweg verhuisde, werd deze traditie voortgezet in het parkdeel tegenover het huidige Kerkeböske. Daar werden ook toneelstukken (o.a. van Heldenaar Wim Segers) in de openlucht opgevoerd. Velen zullen zich dat nog herinneren.
De Odaschool Willem Hermans ('Koetsers Wullem'), chauffeur van Oscar Haffmans, in uniform (±1930). Foto: collectie fam. Hermans
Toen in 1920 de zusters van de Goddelijke Voorzienigheid in Helden-Dorp een nieuwe meisjesschool wilden bouwen, leek het erop dat deze zou komen te liggen achter het park dat achter het Zonnehuis lag. Daar woonde sinds 1919 Frans Haffmans sr.. De zusters vonden dit echter te ver weg van de dorpskern. Een deel van het park, nabij hun klooster, was volgens de zusters, een betere plek. Frans sr. voelde daar echter
Begrafenis van Oscar Haffmans op 6 september 1933. Het familiegraf waar o.m. ook zijn vader Alphons ligt (bij het kruis, zichtbaar op de foto) ligt aan de zuidzijde van de kerk in HeldenDorp. Foto uit tijdschrift 'Mooi Limburg' 16-9 1933 ( archief Streekmuseum)
niet zoveel voor. De zusters dreigden daarop het dorp te verlaten als ze geen toestemming kregen voor de nieuwbouw in het park. Na geruzie met de toenmalige pastoor (later deken) Jaspers was de notaris toch bereid een stuk van het park af te
32
De Moennik
De Moennik 37 binnenwerk 08-10-2009 14:43 Pagina 33
staan. In 1929 werd de nieuwe school geopend. Ze kreeg als naam: Odaschool, naar een dochter van Haffmans.
Werkgelegenheid De welgestelde familie Haffmans had, zoals in die tijd gebruikelijk was, veel personeel in dienst. Er waren dienstmeisjes en een poetsvrouw, die meestal nog een jongere hulp erbij had, terwijl er iemand uit het dorp het verstelwerk kwam doen. Een inwonende kinderjuffrouw hield toezicht op de tien kinderen
van Frans en Katrien Haffmans. Deze taak werd jarenlang verricht door ‘juf’ Mien van Helvert. Ook was er een tuinman, Kuëb Teeuwen, en deze had meestal nog een knecht. Notaris Oscar Haffmans (1859-1933) had ook een koetsier in dienst, Frans Hermans. Later, nadat de koets vervangen was door een auto, trad diens broer Willem ('Koetsers Wullem') in dienst als chauffeur. Willem reed de notaris naar Den Haag, en naar vele andere plaatsen in binnen- en buitenland waar Oscar moest zijn vanwege zijn talrijke functies. Het notariaat Haffmans besloeg een groot gebied, tot vérgelegen plaatsen in Noord-Limburg zoals Geysteren en Broekhuizen. Ook daar reed de chauffeur de notaris naar toe,
De Moennik
De Haffmansen waren gepassioneerde jagers. Deze opname dateert uit de jaren 20. V.l.n.r. Emile Haffmans (bankdirecteur en locoburgemeester te Venlo), kandidaat-notaris Frans Haffmans sr., Caesar Haffmans, Eugene Haffmans (houthandelaar Roobeek), R. Kahrmann (D), eigenaar van de
Roobeek, Alphons Haffmans (burgemeester van Kessel), Chretien Haffmans (mede-eigenaar van brouwerij De Vriendenkring te Arcen, voorzitter Kamer van Koophandel te Venlo), notaris Oscar Haffmans, Leopold Haffmans (tweelingbroer van Caesar Haffmans en mede-eigenaar van de brouwerij; bewoner van Huis Ooijen te Broekhuizenvorst). Foto: collectie Rik Kaspersen
33
De Moennik 37 binnenwerk 08-10-2009 14:43 Pagina 34
omdat veel cliënten aan huis bezocht moesten worden. Na Oscars overlijden in 1933 was er voor een voltijds-chauffeur geen emplooi meer. De familie had ook een jachtopziener in dienst, Sjang Verkennis uit Heibloem. Hij hield toezicht op de bossen en landerijen van de familie.
Jacht
De foto die in 1949 de krant haalde: een groep trotse jagers, onder wie Frans Haffmans, met zijn buit.V.l.n.r. Gerard Peeters, Sjeng Dorssers, Frans Haffmans sr., diens zonen Oscar en Maarten, Kees Sevens, Toon Schreurs, Kuëp Theeuwen. Foto: collectie Joep Haffmans
De familie had in de loop der tijd her en der nogal wat bezittingen in grond en boerderijen. Zo was bijvoorbeeld de kasteelboerderij Westering in Maasbree in het begin van de 20e eeuw eigendom van de familie. Zo ook het landgoed ‘de Waterbloem’ bij Roggel. Dit laatste diende voornamelijk als productiebos voor mijnhout voor de toenmalige kolenmijnen. Op dit terrein gingen leden van de familie vaak jagen. In januari 1949 lukte het een groep jagers, onder wie Frans Haffmans sr., om een everzwijn van ongeveer 130 kilo neer te leggen. Dit voorval werd uitgebreid in de krant vermeld. De jacht was (en is) voor vele generaties Haffmans een passie. In villa Het Zonnehuis bevond zich dan ook een speciale kamer, de jachtkamer (zie ook het artikel van Herm Verlaak in Oos Bukske nr. 11), waar in de loop van de jaren veel jachttrofeeën waren bijeengebracht. Aan de muren van deze kamer hing ook een indrukwekkende wapencollectie, die door de notarissen op verschillende boedelveilingen was aangekocht. Anno 2009 bestaat de kleine, overzichtelijke dorpsgemeenschap met zijn dorpsnotabelen niet meer. Door de toegenomen welvaart en het gestegen opleidingsniveau steekt de notaris er tegenwoordig niet meer zo bovenuit als vroeger. Notaris is bijna een gewoon beroep geworden, en de notaris een gewoon lid van de gemeenschap. Met dank aan Joep Haffmans en Rik Kasperen
34
De Moennik
De Moennik 37 binnenwerk 08-10-2009 14:44 Pagina 35
Sief Frencken
De zeuchtenden hankpaol* Al jaore lang deen ich et drukke verkieër in oos Dörp aan de Kaupman zien meurke. En ich blónk in mien jeugd door de graasgreune vèrf; op mien wiezers waas wit-zjwart et kleurke. Dök sjtrieëmde de raegen, de zón sjeen mei heit, mer ich vulde mich good en tevreeje, wiesdet de roest, miene vijand op laeven en doeëd, toe kwaam knagen aan liêf en aan leeje. Nów veul ich mich versjlete, d’n ozel is d’r aan en de kleur van mie lief is versjote. En de name die vaal op mien wiezers nag sjtaon kan me laeze mèt hieël groeëte mote. En daobèj bèn ich lees oet et loeëd get gezakt, toe ‘ne perik krek onger mich neesde. Mer det bieëst heet zien sjtaof al, et moos aan d’n haok Toe m’n in ‘t kenaal mèt um veesde. Toch zó ich in mien laeve nag aevel e wel ‘t verkieër nag hieël gaer blieven dene en de weeg nao Kepèl en nao Kessel en Bree* wille wieze aan dezen en gene. Mer ‘nen hankpaol mót raech sjtaon en trèkken et aug, dus waem zal dao nów ins vur zórge? Jao waem zèt mich wèr good en waem sjoort mich ‘ns aaf? Onger verf wört d’n ozel verborge. Is ’t veul wat ich vraog? Zèt mich dan in ‘Antiek’ dao is leechtig vur mich wel e plekske. Of is meugelik vur mich dao det aod grei te sjiek? Dan ludj Tiesj * mich wel èns in zie bekske. –––– ❧ –––– Bijgaand gedicht van plukten wij uit ‘Veldeke’, augustus 1954. Het handelt over de erbarmelijke toestand waarin de wegwijzer t/o hotel Antiek zich bevond. Het verscheen ook in Midden-Limburg en was een duidelijke hint aan het falende gemeentebestuur.
De Moennik
* hankpaol = wegwijzer * de weg naar Roggel bestond nog niet * Tiesj Baere, oud ijzer-ophaler Foto: collectie Twan Niessen
35
De Moennik 37 binnenwerk 08-10-2009 14:44 Pagina 36
Wie hètse en wie sjrief se dich
7
Van Mieketrien Sjeng tot Sillekóbben Hein Trees Dorssers
‘Jenkes Sil’ Foto: collectie Martha Hillen- Reijnders
‘Trienus Wullem’ Foto: archief Streekmuseum ‘t Land van Peel en Maas
36
In deze aflevering van de serie over Heldense bijnamen komen namen aan bod die afgeleid zijn van vóórnamen. Vanwege het grote aanbod in deze categorie bestaat het gevaar dat het een opsomming wordt. Daarom is er een willekeurige keuze gemaakt die een goede illustratie is van deze categorie. Ik pretendeer overigens niet volledig en foutloos te zijn; niet alles kon worden nagetrokken. Zoals altijd zijn aanvullingen en verbeteringen welkom. Er zijn heel veel bijnamen afgeleid van voornamen. Dit kan eenvoudig van één naam zijn, zoals ‘Doër ziene Sjang’: Johannes Maessen was een zoon van Theodorus. Dochter Lies is dus Lies van Doër ziene Sjang. Een paar andere uit de lange rij zijn: ‘Bert ziene Giel’ (Schers), ‘Jenkes Sil’ (Reijnders), een van de eerste tuinders van de gemeente Helden, ‘Jenkes ziene Sef’ (van de Beuken) ‘Kobbe Sef’ (Gommans), ‘Leikes Pol’ (Engels), ‘Dirke Pierre’ (Görts). Ook ‘Seuse Kobbes’ (Jacob van Maris) past in dit rijtje. Seuse is afgeleid van Franciscus. Kobus van Maris was in de vorige eeuw een bekende persoon. Hij was lid van Provinciale Staten en heeft o.a. op het gebied van tuinbouw en ruilverkaveling veel voor de Heldense gemeenschap betekend (zie Moennik nr.36). Veel ouderen hebben ‘Trienes Wullem’ nog gekend (Trienes: zoon van Trien). Wullem was een van de zonen van ‘Trienes Sjang’. Hij was jarenlang dirigent van het kerkelijk zangkoor in Panningen, waarvan hij in 1947 afscheid nam. Zijn beroep was echter, evenals dat van zijn vader Sjang, timmerman. Samen hebben zij in verschillende gebouwen in Helden timmerwerkzaamheden verricht. In het artikel over de paterskapel, elders in dit nummer, kunnen we lezen dat zij in 1905 hebben meegewerkt aan de uitbreiding van het klooster. Vóór de Heren Lazaristen het oude zustersklooster kochten, stonden daarin al de kerkbanken die door Sjang gemaakt zijn. Ze doen nog steeds dienst. ‘Trienes Sjaak’, broer van Wullem, van huis uit timmerman,
De Moennik
De Moennik 37 binnenwerk 08-10-2009 14:44 Pagina 37
maakte sigarenkistjes voor de plaatselijke sigarenfabrieken. Daarnaast had hij een café aan de Markt in Panningen. Tijdens de kermisdagen werd altijd een danstent geplaatst achter het café om zoveel mogelijk mensen te laten genieten van dit jaarlijkse volksfeest. Iets uitgebreider worden de namen als er een generatie bij komt. Er zijn mensen die ‘Jenkes Naad ziene Sil’ hebben gekend. Sil Jacobs was een zoon van Naad (Leonardus) en kleinzoon van Jenke (Johannes). ‘Bartele Sjang zien Nölke’ was Arnold Neessen. Een paar namen uit Koningslust zijn bv. ‘Berber Jan zien Duurke’ (Janssen), ‘Ingel ziene Kobus’ (Jac Joosten) en ‘Ingel ziene Sef’ die ook ’t sjruurke (kleermaker) werd genoemd. Dan had je nog ‘Sjaers Bertje ziene Koëb’ die de plaatselijke bevolking als kruidenier voorzag van spijs en drank. Sjeng Steeghs, kriëmer op Stoks, heeft jarenlang een winkeltje in kruideniers- en textielwaren gedreven. Maar weinigen kenden zijn echte naam. Hij was vooral bekend onder zijn bijnaam ‘Mieketrien Sjeng’. Voordat de oudsten van zijn zeven dochters de leeftijd hadden bereikt om mee te helpen in de zaak, had hij een knecht die met paard en huifkar naar de klanten ging om waren te leveren. Sjeng handelde ook in kippen en varkens. Hij kocht dit vee op en plaatste het om het vet te mesten bij boeren die dat zelf niet konden financieren. Met een vrachtwagen leverde hij het meel. Was het vee klaar voor de verkoop, dan werd het verkocht en beide partijen, Sjeng en de boeren, voeren er wel bij. Zelfs de paters in Steijl waren klant bij Steeghs-Verkennis (of Mieketrien Sjeng). Omdat er geen vrouwen mochten komen, verkleedde dochter Mie zich voor ze zich meldde aan de kloosterpoort: overall aan, haren onder de pet en ziezo, daar stond een jongeman. Er zijn ook bijnamen waarin maar liefst drie of meer eerdere
De Moennik
Winkel annex café van ‘Sjaers Bertje ziene Koëb’ anno 1930 in Koningslust Foto:‘Helden in oude ansichten’ deel 1
‘Mieketrien Sjeng’
37
De Moennik 37 binnenwerk 08-10-2009 14:44 Pagina 38
‘Angeniëze Naad ziene Wullem’ Foto: collectie Nellie van GochJanssen
generaties voorbij komen. Zo is Jos Timmermans uit Grashoek ‘Jos van Lei van Tone Pier’. Jos, zoon van Lei, kleinzoon van Pier en achterkleinkind van Toon. Bakker Koopmans van de co-operatie was ‘Heine Joost ziene Fried’ en Theodorus Vestjens in Egchel was ‘Thei van Toone Kubke’. En ‘Nellie van Angeniëze Naad ziene Wullem’. Nellie Janssen: dochter van Wullem, kleindochter van Naad (Leonardus) en achterkleinkind van Angeniës (Agnes). Grootvader Naad had al een vervoersbedrijf. Met paard en wagen zorgde hij in het begin van de twintigste eeuw voor het goederenvervoer van en naar Venlo. Omstreeks 1930 werd de eerste vrachtwagen aangeschaft. Wullem was eerst in loondienst bij zijn vader. Toen hij in 1933 trouwde is hij ‘voor zichzelf’ begonnen. Vooral in de topjaren (jaren 80 en 90) zag je regelmatig de gele vrachtauto’s van Wullem Janssen. Het bedrijf groeide uit tot een wagenpark met 15 tot 20 voertuigen. Twee van zijn acht zoons hebben in de zaak meegewerkt en tot het einde in 2004 hebben zij het vervoersbedrijf gerund. Niet alleen goederen, ook personen werden door Wullem met zijn vrachtauto vervoerd. Hij heeft in de Tweede Wereldoorlog meegeholpen om onderduikers te vervoeren. Omdat hij werd verraden heeft hij zelf bijna anderhalf jaar moeten onderduiken. Wie kent niet ‘Jan van Giel van Körvers Pierke ziene Sjang’ (Jan van Soest). Jan is de zoon van Giel, kleinzoon van Sjang en achterkleinzoon van Pierke. Allerlei beroepen heeft deze familie Van Soest uitgeoefend. Het café stond altijd centraal, eerst op de Driessen, later op de Molenstraat (De Zoes). Sjang was tevens postbode, Giel bezorgde elke dag trouw de ‘Vènnelse gezet’ en Jan heeft lange tijd drank verkocht in zijn winkel naast het café.
‘Körvers Pierke ziene Sjang’ Foto:‘Helden in oude ansichten’ deel 1
Tenslotte nog een curieus liedje. De dochters van Hein Gommans uit Panningen worden voor de grap bezongen in een liedje. Alle maedjes hebbe dieke bein Behalve die van ‘Sillekóbben Hein’ (en in Dörp zong men die van Opstals Hein)
Met dank aan Piet Verbugt, Nellie van Goch, Grad Joosten e.a.
38
De Moennik
De Moennik 37 binnenwerk 08-10-2009 14:44 Pagina 39
Straatnamen Henk Thiesen De herkomst van sommige straatnamen is zelfs voor de kenners niet meer te achterhalen. Waar komt bijvoorbeeld 'nobis' in Nobisstraat vandaan ? Het gebied dat in het verleden de naam Nobis droeg, lag tussen Steenstraat, Ninnesweg, Nobisstraat en de Groenstraat. Op de kadasterkaart van 1820 komen Nobis Kemp, Nobisstraat en Nobis veld al voor. De verklaring voor Nobis is een lastige. De naam Nobis komt al voor in de eerste helft van de 17e eeuw. Een Hencken van Nobis1 leent dan 650 Roermondse guldens van Gerhard Verhaegh. In 1634 huwde een Catharina Nobis met Godefridus Halfman2. Het kwam vroeger vaak voor dat mensen achternamen hadden die verwezen naar het gehucht of buurtschap waar ze woonden. In Helden zijn voorbeelden bekend van mensen met de achternamen Van Bijringhen, Van Achell, Van Everloo, Van Paningen en Van Neenhuijs. Zeer waarschijnlijk zijn ook de mensen met de achternaam Nobis naar hun buurtschap genoemd. Opvallend is dat de meeste achternamen, met uitzondering van Van Nienhuijs, niet meer voorkomen. Waarschijnlijk komt dit doordat deze mensen ook nog een eigen familienaam hadden, zoals Verlinden of Gielen. Als we de kaarten bestuderen, levert dat ook geen verklaring op voor de naam Nobis. Er staan enkele boerderijen op met akkeren weidegrond. Mogelijk is Nobis een grote boerderij geweest. Al in de 16e eeuw stond in het gehucht Nobis het zogenaamde 'Pastoors ofte Egel baendts goedt'.3 Dit bezit was oorspronkelijk niet van een pastoor maar van een familie die de achternaam Pastoors droeg. Het grondbezit ging over naar een zestiental mensen. In de vroege 18e eeuw waren dat o.a. families Verlinden, Verhaegh, Hesen, Knippenberg, Leenen, en Groenen. Waar de hof precies gelegen heeft is ons niet bekend. In de laatste helft van de 18e eeuw treffen we op dit grondgebied de Hof De Beukel aan. Hij stond op de hoek Nobisstraat-Ninnesweg. Het bekende restaurant Nobis in Asten is overigens (indirect) genoemd naar de rector van een klooster in het naburige Ommel die de naam Nobis droeg. Maar ook hier is de oorsprong van de familienaam onduidelijk. Al met al blijft de naam Nobis in de nevelen van het verleden gehuld.
De Moennik
Een detail uit de kadasterkaart van de gemeente Helden 1820
Bronnen: 1
2
3
R.A.L. Schepenbank Archief Helden 01.036 inv.nr. 25. d.d. 04-1633, folio 16v. Huwelijksregister H.Lambertusparochie Hauptstaatarchiv Düsseldorf bestand Geldern, admin. Kolleg. Land van Kessel no.211 V. blz. 40.
39
De Moennik 37 binnenwerk 08-10-2009 14:44 Pagina 40
Steenstraat 8
Markt 65, Panningen
Jan Reijnen BV Panningen Markt 21
Verf en wand Kranen Helden-Dorp Kaupmanshof 12
Janssen uitvaartverzorging Panningen Loosteeg 19A
Van Lier maatwerk in interieurs J.F. Kennedylaan 16b, Panningen
Boekbinderij Frans Koch Koningslust De Koningstraat 66
Mobers & Dings notarissen Panningen Raadhuisstraat 168
Bruna Boekhandel Panningen Markt 29
40
De Moennik