Indien onbestelbaar retour zenden aan: Postbus 1275 8001 BG Zwolle
Zwols
15e jaargang nr. 5
Tijdschrift
Jaargang 15 nummer 5, december 2008
Verschijnt 5 keer per jaar in een oplage van 650 exemplaren.
Redactie
Anja Bosman-de Haan, Albert Versteegde, Nicole Vervoort
Eindredactie
Anja Bosman-de Haan, Nicole Vervoort
Vormgeving
Nicole Vervoort
Druk
Drukkerij Veldman, IJsselmuiden
Redactieadres
Kattenwinkelweg 12 8015 PW Zwolle T 0529-481488 e-mail:
[email protected] Aanleveren van kopij voor het ZNT: Liefst digitaal zonder opmaak via e-mail of op CD aan het redactieadres. Geschreven, niet uitgetypte kopij sturen aan: IVN afdeling Zwolle e.o. Postbus 272 8000 AG Zwolle
in dit nummer:
ontwerp omslag: Henni van Dijk
Het ZNT is het gezamenlijke tijdschrift van IVN en KNNV, beide afdeling Zwolle
Onder andere.. - Welriekende agrimonie nu ook in Zwolle - De knoflookpad een aandachtssoort binnen een Zwolse woonwijk - Succesvolle Groencursus van het IVN - Vangst van een liesgrasboorder tijdens de Nachtvlindernacht - Afscheid Bill van Kessel
Bij de voorplaat De Europese ijsvogel (Alcedo atthis) is een zeer opvallende vogel, die zowel aan de lichaamsbouw, de kleur en het gedrag gemakkelijk te herkennen is. De ijsvogel behoort technisch gezien tot de orde van Scharrelaarvogels (Coraciiformes), samen met de bijeneters, scharrelaars, hoppen en neushoornvogels. Kleine visjes vormen het belangrijkste voedsel en de ijsvogel komt dan ook vooral voor in de buurt van helder, visrijk water. De vogel jaagt vanaf een post boven het water of biddend in de lucht en stort zich vervolgens loodrecht naar beneden om recht boven een vis het water in te duiken. De ijsvogel vliegt doorgaans in een rechte lijn snel en laag over het water. Het nest bevindt zich in een steile oever en bestaat uit een nestholte die te bereiken is via een zelf gegraven gang. Op de website van vwggooi.nl kun je een handleiding downloaden voor het maken van ijsvogelwanden. Hoewel de meeste Nederlandse ijsvogels ‘s winters niet wegtrekken, komen vogels uit koudere streken in Nederland overwinteren. Ondanks de naam is de ijsvogel gevoelig voor strenge winters. Behalve door de kou sterven ook vogels doordat oppervlaktewater dicht vriest, waardoor de vogel niet langer op vis kan jagen.
Redactioneel Zeldzaam Zie hier het winternummer van het Zwols Natuurtijdschrift, het kerstnummer zo u wilt. We hadden het ook themanummer ‘Zeldzame planten en dieren’ kunnen noemen, want kijkt u eens naar de inhoud: artikelen over welriekende agrimonie, muurhavikskruid, liesgrasboorder, verhalen over de purperreiger, de kleine bonte specht, rechte driehoeksvaren,…de natuur in (en iets voorbij) de Zwolse regio biedt gelukkig nog veel avontuur. Kortom: een lekker dik ZNT voor in de kerstvakantie. Vergeet u niet de vele aangekondigde activiteiten van KNNV en IVN over te schrijven in uw nieuwe agenda! De redactie wenst u natuurlijk prettige feestdagen en een goed 2009! Namens de redactie, Anja Bosman – de Haan
Planning voor 2009 ZNT nr. 1 Sluitingsdatum kopij: 23 januari 2009 Sluitingsdatum korte medelingen: 13 februari 2009 Streefdatum verschijning: begin maart 2009 ZNT nr. 2 Sluitingsdatum kopij: 17 april 2009 Sluitingsdatum korte medelingen: 8 mei 2009 Streefdatum verschijning: begin juni 2009 ZNT nr. 3 Streefdatum verschijning: half september ZNT nr. 3 Streefdatum verschijning: begin december
2 | Zwols Natuur Tijdschrift
ZNT-5omslag3.indd 2
Werkgroepen IVN en KNNV overzicht coördinatoren IVN Excursies Vogelzangcursus Wilde plantencursus Groencursus Natuurgidsencursus Fiets-/wandelroutes Jeugdactiviteiten (Groendoeners) Stands en verkoop Amfibieën Beleidszaken Veldlessen Groen voor Ouderen
Vacant Henriette Maan 038 - 444 76 12 Marlène Vaassen 0522 - 24 15 32 Heike Tack 038 - 337 57 57 Alfred v/d Burgh 038 - 422 79 47 Vacant Tineke Burghard 038 - 444 72 27 Fenna Westers 038 - 422 43 87 Fred Mensink 038 - 454 46 54 Hans de Jong 0529 - 49 76 48 Renée Cornelis 038 - 460 59 78 Jan Westera 038 - 785 01 44
Gerrit Gerritsen 038 - 422 81 22 Marion Geerink 038 - 466 24 40 Sybout Jaasma 038 - 453 75 73 Vacant
Anna Adams-Catin 038 - 421 71 96
Verwante werkgroepen Roofvogelwerkgroep Steenuilenwerkgroep Kerkuilenwerkgroep Zoogdieren werkgroep Overijssel
KNNV Afdelingsbestuur voorzitter
IVN Afdelingsbestuur voorzitter
Henk van Blitterswijk
Westenholterweg 7, 8042 AE Zwolle
[email protected] T 038 - 423 41 91
secretaris
Wietske van Santen-de Vries
penningmeester
Erwin de Visser
PR en communicatie / coordinator activiteiten
Anja Bosman-de Haan
bestuurslid
Dirk Maas
bestuurslid
Betty van Leeuwen
Prins Bernhardstraat 12, 8019 XK Zwolle
[email protected] T 038 - 422 04 50
Sloetmarke 41, 8016 CJ Zwolle
[email protected] T 038 - 465 96 07
Scheppinckmate 53, 8014 JR Zwolle
[email protected] T 038 - 465 47 35
De Doornweg 49, 8035 PD Zwolle
[email protected] T 0529 - 42 72 55
natuurhistorisch secretaris Vacant Ondersteunende functies ledenadministratie Cor Kauw
Sloetmarke 39, 8016 CJ Zwolle
[email protected] T 038 - 465 35 92
Elja van Dongen 038 - 376 26 96 Diet ter Stege 038 - 465 48 40 Evert Ruiter 038 - 455 08 91 Hans Nederhand 038 - 460 45 51 Dirk Maas 0529 - 42 72 55
Gezamenlijke werkgroep Paddenstoelen
IVN Vereniging voor Natuur- en Milieueducatie
Meidoornlaan 4, 7721 EZ Dalfsen
[email protected] T 0529 - 43 39 69
KNNV Vogelwerkgroep Werkgroep Hydrobiologie Werkgroep Knoflookpadden Werkgroep Inventarisatie Landgoed de Helmhorst Plantenwerkgroep Insectenwerkgroep Natuurbeschermingscommissie
KNNV Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging, vereniging voor veldbiologie
Jan van Dijk 038 - 465 70 50 Bé Schilder 0529 - 49 74 28 Arnold Verhoeven 038 - 465 59 64 Nico Driessen 038 - 425 09 60
15e jaargang nummer 5
webmaster
Johan Buitenkamp
Goudplevierstraat 219, 8043 JL Zwolle
[email protected] T 038 - 420 21 51
website e-mailadres afdeling postadres
www.knnv.nl/zwolle
[email protected] KNNV Afdeling Zwolle Postbus 1275 8001 BG Zwolle
Contributie KNNV Leden € 26,25 per jaar, incl. toezending van Natura, het landelijke tijdschrift van de KNNV; Huisgenootleden € 11,75 Regionale leden (afdelingslid) € 15,Gironummer: 998242 t.n.v. KNNV Zwolle. Opzeggen lidmaatschap dient uiterlijk 15 december voorafgaand aan het betreffende kalenderjaar te geschieden bij de ledenadministrateur, Cor Kauw. Ook verhuizingen graag tijdig melden.
15e jaargang nummer 5
Heike Tack
Stegginkmarke 20, 8016 MG Zwolle
[email protected] T 038 - 3375757
secretaris
Ria Marteijn
Tiendschuurstraat 80, 8043 XS Zwolle
[email protected] T 038 - 444 61 07
penningmeester
Klaartje Arntzen
bestuurslid
Krista Esselink
bestuurslid
Marieke van Slooten
bestuurslid
Marcel Tonkes
Kampmansweg 63, 7722 RV Dalfsen
[email protected] T 0529 - 43 66 78
Blaaszegge 18, 8043 LA Zwolle
[email protected] T 038 - 420 06 26
Koningin Emmalaan 2, 8051 PD Hattem
[email protected] T 038 - 444 02 15
Dreessingel 107, 8015 CJ Zwolle
[email protected] T 038 - 465 99 66
bestuurs-adviseur
Albert Versteegde
bestuurs-adviseur
Louis Zandbergen
tel. contactadres
038 - 444 61 07
website e-mailadres afdeling postadres
www.ivnzwolle.nl
[email protected]
Thorbeckelaan 2a, 8014 AZ Zwolle T 038 - 465 42 70
Drapenierlaan 27, 8043 AJ Zwolle T 038 - 420 10 83
IVN Afdeling Zwolle e.o. Postbus 272 8000 AG Zwolle
Contributie IVN Donateurs minimaal € 7,95 per jaar; Leden (actief) € 13,60 per jaar, incl. toezending van Mens en Natuur; Huisgenootlid € 6,80. Gironummer: 124197 t.n.v. IVN Zwolle Wijzigingen m.b.t. het donateurs- en lidmaatschap schriftelijk doorgeven aan postadres of per e-mail:
[email protected]
Zwols Natuur Tijdschrift | 35
21-11-2008 15:30:07
ZNT
Buiten Kijken
door Margriet van Kampen
Blauwe reiger
. . . Het glasheldere water in de kleine kolkjes weerspiegelt het diepblauw van een wolkenloze hemel . . . Op een hete julidag doorkruisen we per kano de Wieden. Het glasheldere water in de kleine kolkjes weerspiegelt het diepblauw van een wolkenloze hemel. Het zonlicht valt op de rimpelingen van het water in duizenden sterretjes uiteen. Uitbundig bloeiende waterlelies vormen transparant witte velden op het water, afgewisseld met wat gele plompen. Verderop weer gele velden van tere watergentiaanbloemetjes, die je op een afstand al kunt ruiken. Kijk, een blauwe reiger staat roerloos te
15e jaargang nummer 5
Foto: Jan Westera vissen, daar aan de oever. Opeens een snelle beweging met zijn kop… tsakkaa.. een lekkere vis te pakken met zijn scherpe snavel .. een paar slikbewegingen en hij bevriest weer in een vissershouding. Maar wat staat daar nou, een paar meter achter hem? Wat meer verscholen in het riet? Een duplicaat van de eerste, ook in de vissershouding, maar dan kleiner, slanker en meer bruinachtig. Verdorie, het is de zeldzame en schuwe purperreiger, die zomaar open en bloot staat te vissen! Het is een prachtige vogel: voorzijde en hals bruinviolet, lange zwarte kuif, rank postuur met een slangachtig lange hals. Hij laat zich rustig door ons bekijken, voordat hij traag opvliegt. Veel meer dan de blauwe reiger, is hij voor voedsel en broeden afhankelijk van ontoegankelijke moeras- en rietlanden. Hij komt alleen in de Wieden en het Naardermeer voor. Hij overwintert in het zuiden, anders dan de blauwe reiger, die hier blijft. Ik ben nog niet van de indruk bekomen of een tweede wondertje doet zich voor. Op z’n dooie gemak vliegt er een geelbruin gestreept reigertje, met ingetrokken hals, voor onze kano langs. Laat dat nou de zeldzame en schuwe roerdomp zijn, ook eentje uit de reigerfamilie. Hij leeft in minder toegankelijke rietmoerassen. Door zijn schutkleuren en teruggetrokken leefwijze, waarbij hij dan ook nog vooral ’s nachts actief is, krijg je hem moeilijk te zien. Bij onraad bevriest hij in ‘paalhouding’: loodrecht, hals ver uitgestrekt, snavel naar boven
Zwols Natuur Tijdschrift | 3
ZNT wijzend..Zijn gestreepte hals maakt hem onzichtbaar tussen de rietstengels. Zijn doffe roep, die ik in het voorjaar wel eens gehoord heb, klinkt als een misthoorn – een soort ‘hoemp’ – en maakt hem des te geheimzinniger. En die zien we dan nu zomaar voorbij zeilen! Mijn vrienden moesten het een tijdlang tot vervelens toe horen: “Zo’n prachtige dag en dan ook nog zulke toegiften. Dat kan niet meer stuk!” Een stukje historie: Zoals bij zoveel andere idyllische gebieden op aarde, is ook hier de schoonheid van dit paradijsje duur betaald – door zware arbeid, uitbuiting en armoede in het verleden. In de 17e en 18e eeuw ontstond, vooral in het rijke westen van Holland, steeds meer behoefte aan brandstof. Dit werd als turf gewonnen o.a. in de Kop van Overijssel. Veenarbeiders dolven veen voor rijke speculanten en grondeigenaren onder erbarmelijke omstandigheden. Het veen werd tot ongeveer 1 ½ m. diepte handmatig opgegraven en op zogenaamde zetwallen te drogen gezet, voordat het in turven werd gesneden. Niet alleen de mensen, maar ook het gebied zelf kreeg te lijden onder de hebzucht; behalve onontgonnen veengebieden werd ook weiland opgeofferd om als turf verkocht te worden. Zo ontstond een onafzienbaar gebied van ‘petgaten’, rechthoekige plassen, zo’n 50 tot 100 m. breed en vele honderden meters lang, gescheiden door ‘ribben’, zetwallen van maar enkele meters breed! Men
4 | Zwols Natuur Tijdschrift
was zich wel bewust van het gevaar van afslag van de oevers bij harde wind – er waren zelfs regels om dit tegen te gaan, maar daar hield men zich niet aan. Het oude verhaal van hebzucht, uitbuiting en energieschaarste! Het onvermijdelijke gebeurde: zware stormen sloegen de smalle zetwallen weg en enkele overstromingsrampen, waarbij gehuchten en dorpen (o.a. het dorpje Beulake) in de zeegolven verdwenen, deden de rest. Grote plassen bleven achter in een, voor die tijd, nutteloos landschap: de Wieden. Maar de taaie plaatselijke bevolking vond, in samenspel met de natuur, nieuwe mogelijkheden: vanaf begin 20e eeuw gingen rietteelt, visserij en kleinschalige landbouw – en veel later ook natuurbehoud – het karakter van het gebied bepalen. Uiteindelijk had dit oude verhaal in onze contreien toch nog een happy end. Het is nu aan ons om ervoor te zorgen dat dit op langere termijn ook zo zal zijn.
Foto: Nicole Vervoort
15e jaargang nummer 5
ZNT
Natuur in en om het huis
door Pien Bos
Een natuurlijke creatie Toen ik twee jaar geleden in mijn huidige huis kwam wonen, merkte ik al snel dat ik erg verwend was. In mijn vorige tuin telde ik eens 24 vogelsoorten. Hier telde ik er hooguit vijf. Ik kwam niet veel verder dan de merel, de mus, de kauw, een groepje spreeuwen en wat meesjes. Laat staan dat er in de avond wel eens een egeltje langskwam. De vorige eigenaar had er dan ook geen werk van gemaakt. Er lag alleen een plak gras met betonnen tegels (die naar mijn mening toch echt niet meer kunnen) en een enorme Hedera klimop. Nu woonde ik ruimer, maar die levenloze tuin zat me niet lekker. Ik verlangde naar de bedrijvigheid van alle diertjes. En al snel maakte ik plannen om de tuin wat aantrekkelijker te maken. Met succes. Ik raadpleegde het boekje 'Meer vogels in de tuin' van de Vogelbescherming. Hierin staan veel tips voor het inrichten van een vogelvriendelijke tuin. Vanuit mijn vorige tuin had ik heel wat planten meegenomen. Ook een enorme rozemarijnstruik. Deze bloeide altijd prachtig en de geur, als je er langs liep, was verrukkelijk. De eerste zomer had de rozemarijn het moeilijk. Ze was andere grond gewend en haar wortels waren beschadigd. Na een moeilijke start kwam ze toch tot bloei. Dat beloofde wat. Ik werd enthousiaster. De klimop, die alle randen van de tuin had ingenomen, liet ik verwijderen. Daardoor kwam er meer ruimte. Herfstaster, guldenroede, salie, geranium en bruidssluier deden hun best en namen hun nieuwe plek in. Er kwam kleur en beweging. Persoonlijk ben ik gek op mossen en die zette ik op bepaalde plekjes in de tuin. Hier en daar plaatste ik wat halve boomstammetjes en ik had geluk, want daar kwamen verschillende zwammen op wonen. Een bergje takkenbossen trok de roodborst aan. De Turkse tortel zat dagelijks steevast op dezelfde tijd op zijn zaadjes te wachten. Af en toe nam hij zijn metgezel mee en aten ze samen. Ze werden vrij snel tam en waren niet eens meer bang voor de honden. Al snel begon het leven terug te komen in mijn tuin. Snuitkevers, muisjes, bijen, vlinders, slakjes kwamen allemaal hun plek innemen. Ik werd er heel blij van. En zelfs nu nog. Afgelopen week zat er een egeltje in mijn tuin te snoepen van wat bladeren. Totaal niet onder de indruk van mijn aanwezigheid. Twee weken geleden hoorde ik een schelle roep van een vogel die ik niet direct kon thuis brengen. Ik ging er naar op zoek. In een snelle vlucht scheerde er een zwart-witte vogel over mijn hoofd. Te klein voor een ekster, en hij maakte ook dat geluid niet. Ik ging er achteraan. Daar zat hij, boven in de hazelaar van de buren. Het was spannend, want ik zag hem slecht en hij hield zich nu stil. Af en toe een zacht roepje. En toen ineens kwam hij tevoorschijn. Ging bovenop de schutting zit-
15e jaargang nummer 5
. . . Al snel begon het leven terug te komen in mijn tuin . . . ten en liet flink van zich horen. Het was de kleine bonte specht. Hij zag er wat verfomfaaid uit. Toen ik later op de groencursus de vogelexpert eens vroeg hoe dat nu kon, vertelde hij dat het waarschijnlijk nog een jong was, of dat hij misschien niet helemaal gezond was. Die kleine ontmoetingen met de natuur vind ik geweldig. Afgelopen voorjaar heb ik een nest van de heggenmus in mijn tuin gehad. En omdat ik de tuin afgezet heb tegen katten, voelen steeds meer vogels zich er thuis. Zo bleek van het voorjaar dat het ook een geschikte plek is voor vogels om te leren vliegen. Een mereljong en een kauw hebben in mijn tuin hun eerste vliegles gehad. De merel werd om de haverklap gevoerd door zijn ouders. Tjonge, wat eet zo'n beestje veel. Van 's morgens tot 's avonds vlogen ze af en aan. Bij de kauw ging dat anders. Zijn ouders hielden hem in de gaten. Maakten contact met hem, maar kwamen niet in zijn buurt. Toen het beest er twee dagen zat zonder ook maar enige voeding te krijgen, dacht ik dat er iets mis was. Ik belde met het vogelasiel in Kampen. Daar vertelden ze mij dat de kauw waarschijnlijk op een plek zat waar de ouders niet bij durfden te komen en dat ik de kauw beter een eind verderop zou kunnen zetten, zodat de ouders hem weer konden voeren. Ik zette hem vervolgens boven in de bruidssluier, veilig en beschut. En ja hoor, de ouders hadden wat in te halen. Hij kreeg weer voeding. Zo voel ik me toch een beetje een creator van de natuur. Best simpel eigenlijk, de natuur doet gewoon zijn werk en ik dus ook.
Zwols Natuur Tijdschrift | 5
ZNT
Welriekende agrimonie nu ook in Zwolle
door Hendrikus van der Laan
Van het geslacht Agrimonia zijn in ons land twee soorten bekend: de Gewone en de Welriekende agrimonie. De Gewone agrimonie (Agrimonia eupatoria L.) was voorheen geen zeldzame wilde plant in de omgeving van Zwolle. Zij groeit immers bij voorkeur op een kalkrijke zandige bodem en zulke standplaatsen waren er eens op en achter de IJsseldijken ruim voorhanden. Die dijken bestonden voornamelijk uit zand en zavel. Zo nodig werd de kruin verhard met grind en leem. Het leem spoelde in de loop der tijden in het talud, terwijl bij hoog water ook nog eens kalkrijke klei of zavel op het buitenbeloop werd afgezet. Daardoor konden op de zuid en zuidwest gelegen taluds van de Sallandse dijk voor deze warmteminnende plantensoort geschikte levensomstandigheden ontstaan. Bij dijkverzwaring en afdekking met zeeklei zijn echter veel van die groeiplaatsen verloren gegaan. Op het bovenste deel van het dijktalud langs het Engelse Werk komt deze plant nu nog voor. Geheel anders is het voorkomen van de Welriekende agrimonie (Agrimonia (odorata) procera Wallr.). Die soort was nimmer in Zwolle en haar omgeving aangetroffen, totdat zij door Henk Rensink werd opgemerkt. Na zijn pensionering trekt hij met open oog en oor langs
. . . Zo ontdekte hij (Henk Rensink, red.) een vreemde, hem onbekende plantensoort. . .
6 | Zwols Natuur Tijdschrift
's heren wegen, spiedend naar vogels, planten, vlinders en oude schepen. En niet zonder succes. Zo ontdekte hij een vreemde, hem onbekende plantensoort. De groeiplaats aan de waterkant kon hij echter zonder levensgevaar niet bereiken. De digitale camera bracht uitkomst. Hij maakte er een foto van om zijn vondst vast te leggen en mij deze te kunnen tonen. En inderdaad kon ik zijn vermoeden bevestigen, dat het de Welriekende agrimonie betrof. Nader onderzoek ter plaatse aan de steile beschoeide oever van het Zwarte Water leverde de aanvullende informatie op betreffende de standplaats en de bijbehorende flora. Gebruik onder verschillende namen Enige gegevens uit de literatuur: Aanvankelijk werd slechts één soort onderkend. In de oudheid werd zij hepatorios of eupatorios genoemd en op grond van haar gele kleur gebruikt voor de genezing van leverziekten. Dodonaeus (Cruydt Boeck, 1554, 1644) duidde haar aan als Agrimonia (Eupatorium, Hepatorium, Levercruydt). Als kracht ende werckinghe vermeldde hij, dat delen van deze plant gedroogd en gekookt en oock ghesoden in wijn ende ghedroncken heilzaam werkzaam waren tegen leverkwalen, beten van venijnige dieren, bloedpissen, buikloop en helen van ongeneeslijke wonden. Ook Bruman (1662) vermeldde deze soort voor Zwolle en omgeving als Agrimonia, maar liet zich als rector van de Latijnse school niet uit over de medische werking van planten. In de apotheken werd zij volgens de Pharmacopee van 1747 Herba Agrimoniae genoemd. Linnaeus (Species Plantarum, 1751) gaf haar de naam Agrimonia eupatoria L. Kops, J.. 1814, (Prodromus Florae Batavae) vermeldde in een lijst van drieëndertig landelijke waarnemingen het voorkomen in Overijssel: 'bij Zwol; in de weiden omtrent den IJssel'. Over het medisch gebruik deelde hij mede: 'Is weinig zamentrekkend; min of meer versterkend. Buiten gebruik.' Over het huishoudelijk gebruik met vermelding van
15e jaargang nummer 5
ZNT bronnen: 'Wordt niet gegeten door runderen, paarden en varkens; wel door schapen en geiten, voor welke de plant jong zijnde een aangenaam voeder is; geeft nogthans om den harden steel een slegt hooi (Linn. Reuss). De bloemen gezogt door de beyen (Sav. Abh.). Dienstig tot leerlooijen. De gehele plant bekwaam tot geel verwen (Dambourney), hiervan ook een goede bruine verw te trekken (Damb., Suckow).' Intussen was door P. Miller (1691-1771) uit Chelsea naast Agrimonia eupatoria de soort Agrimonia odorata onderscheiden. Deze onderscheiding vinden we daarna bij de latere auteurs in de Nederlandse flora's. Dat adjectief odorata of welriekende heeft betrekking op de zoetzure geur, die bij wrijven van de bladeren is te ruiken en in mindere mate ook bij de Gewone agrimonie is waar te nemen. Dat is een nogal subjectief onderscheid. Intussen vindt men de morfologische verschillen meer objectief waarneembaar. In navolging van de auteur K.F.W. Wallroth (1792-1857) uit Nordhausen wordt deze soort daarom thans genoemd naar haar hoge en slanke verschijningsvorm als Agrimonia procera Wallr. Eertijds werd de Gewone agrimonie ook Agrimonia repens L. genoemd naar de kruipende wortelstok. Maar beide soorten hebben zo'n wortel, zodat ook dat deel van de plant geen goed onderscheidend kenmerk is. In Nederland houden we het voorlopig maar op de Gewone en de Welriekende agrimonie, al is die laatste naam niet in overeenstemming met de wetenschappelijke Latijnse naam. Gelet op de haakvormige stekels werd de soort tot in de achttiende eeuw in Griekenland aangeduid als Lappula hepatica of Leverklis (Kleijn, H., 1980). Plaatselijk werd ze ook in ons land Omgekeerde klis of Verkeerde klis genoemd. Als lokale naam werd volgens Heukels (1904) voor de Gewone agrimonie in Drenthe en Salland Leverkruid gebruikt. Kenmerken Uiterlijk lijken de beide soorten op elkaar. De Welriekende agrimonie heeft echter opvallend grotere en spitsere bladeren en meer en langere stengels. Beide soorten hebben een wortelstok, waaruit een of meer stengels ontspruiten. Iedere stengel draagt steunblaadjes en afgebroken, oneven geveerde, samengestelde bladeren, waarvan ieder blaadje een gezaagde bladrand heeft. Rondom het bovenste deel van de stengel zijn de kortgesteelde, gele, vijftallige, losbladige bloempjes als in een aar gerangschikt. Die stengels kunnen tot ruim een meter hoog worden. Door het agrarisch grondgebruik worden die van de Gewone agrimonie op de IJsseldijk als regel niet hoger dan een halve meter. Op beide soorten komen enige lange klierloze haren voor. Tevens zijn hun stengels en de onderzijde van hun bladeren bedekt met vele kleine kleurloze klierharen, die bij de Welriekende agrimonie bij droging geel kleuren en daarmee het gedroogde blad een bruingele glans geven. Die klierharen zijn alleen met een sterke loep waar te nemen. Behalve aan het verschil in verschijningsvorm en aan de geur en de
15e jaargang nummer 5
verkleuring, zijn de soorten te onderscheiden aan de vorm van de kroonblaadjes en aan de groeven en stekels op de schijnvruchten. De kroonblaadjes zijn bij de Welriekende agrimonie niet gaafrandig, maar gestulpt en iets ingesneden, omgekeerd hartvormig. De groeven op de kelkbuis van de schijnvrucht reiken bij de Gewone agrimonie vanaf de kelk tot het vruchtsteeltje, terwijl deze bij de Welriekende agrimonie slechts op het bovenste gedeelte van de kelkbuis voor tweederde aanwezig zijn. De haakvormige stekels staan bij de Gewone agrimonie schuin omhoog, de onderste rij soms loodrecht af, terwijl de onderste rij stekels bij de Welriekende agrimonie naar omlaag zijn gekromd en met de kelkbuis van de vrucht een scherpe hoek maken. De differentiërende kenmerken zijn soms moeilijk te onderscheiden, maar zij zijn op het gevonden exemplaar duidelijk aanwezig. Voorkomen en verspreiding Beide soorten zijn holarctisch, d.w.z. dat zij mondiaal alleen voorkomen op het noordelijk halfrond buiten de tropen. Zij komen dus voor in geheel Europa, maar daarbinnen is hun verspreiding verschillend. Het voorkomen van de Welriekende agrimonie is voornamelijk beperkt tot West- en Midden-Europa. In de overige plantengeografische arealen is zij slechts in geringe mate aanwezig. De Gewone agrimonie komt daarentegen in tweederde van de zes onderscheiden verspreidingsgebieden in de hoogste percentageklasse voor. Nederland ligt geheel binnen het natuurlijke verspreidingsgebied van beide soorten en deze behoren dan ook sinds eeuwen tot de inheemse Nederlandse wilde flora. Hun voorkomen en verspreiding daarbinnen zijn echter opvallend verschillend. Agrimonia eupatoria komt vrij algemeen voor in Zuid-Limburg, het rivierengebied, het kalkrijke zuidelijke kustgebied, Zeeland en het aangrenzende Laagveengebied van ZuidHolland en Utrecht, terwijl zij op de Waddeneilanden ontbreekt en in het overige deel van Nederland zeer zelden is aangetroffen. Agrimonia procera is zeldzaam in Twente en Oost-Gelderland, Noord-Brabant en Noord-
Zwols Natuur Tijdschrift | 7
ZNT
Afbeelding uit: Werner Rothmaler, 1988. Excursionsflora der D.D.R. und der B.R.D. Band 3, Atlas der Gefäszpflanzen
Limburg en zeer zeldzaam op de Veluwe, in Drente, Salland, de IJsselmeerpolders, het rivierengebied en het zuidelijke kalkrijke kustgebied. In het overige deel van ons land komt zij niet voor. Naar de kilometerhok-frequentie-klassen (KFK) komen zij respectievelijk voor in de klassen 7 en 5. Beide soorten zijn in hun voorkomen achteruit gegaan. Derhalve staan zij op de Rode Lijst, achtereenvolgens als gevoelig en kwetsbaar. De Welriekende agrimonie prefereert een permanent vochtige leembodem, zoals die van keileem of potklei. Bij deze soort ontwikkelt de wortelstok een lintvormige begroeiing in bermen en langs bosranden, zoals in De Lutte, Noord-Drenthe en op de Veluwe. Daarbij ontstaat veelal een kloon. De soorten van het geslacht Agrimonie zijn proterogynisch, d.w.z. dat bij deze soorten in een bloem de stempel eerder rijp is dan de meeldraden. Bij geïsoleerde planten is kruisbestuiving dan niet waarschijnlijk. Als regel past een plant in zo'n situatie zelfbestuiving toe. De rijpe meeldraden buigen daarbij naar de stempel, zodat het stuifmeel van de geopende helmhokjes tenslotte de stempel raakt. Veelal heeft bij deze geïsoleerde planten echter vegetatieve, ongeslachtelijke voortplanting plaats door middel van wortelvorming. Zo'n populatie is dan een kloon: een verzameling van individuen met hetzelfde genotype, dezelfde erfelijke eigenschappen als de moederplant. Zo breidt ook het Groot hoefblad zich lintvormig uit langs bermen, sloten en kanalen.
8 | Zwols Natuur Tijdschrift
De Welriekende agrimonie in Zwolle Het voorkomen van de Welriekende agrimonie in Zwolle en omgeving was ons tot nu niet bekend. Bij een second opinion werd deze soort evenwel in een particuliere tuin aangetroffen. Weliswaar was dit exemplaar uit Midden-Nederland afkomstig, maar niettemin opzettelijk door de mens ingevoerd. Daarvoor kunnen zeer verschillende motieven zijn, zoals: tuinversiering, onderzoek of ter verkrijging van een alternatief oud geneesmiddel. Voor Agrimonia eupatoria zijn haar heilzaam gebruik en dosering vakkundig beschreven door de apotheker W.F.Daems. Mogelijk is onze Welriekende agrimonie afkomstig van een kruidentuin. Nabij de groeiplaats was eertijds een particuliere tuin met zowel gekweekte als natuurbloemen en geneeskrachtige kruiden. Deze tuin is inmiddels ontruimd in verband met voorgenomen stedelijke ontwikkelingen. Helaas ontbreken ons nadere gegevens over de beplanting van die tuin. De vruchten van de Agrimonie dragen haak-
15e jaargang nummer 5
ZNT vormige stekels, waardoor zij gemakkelijk onopzettelijk door dier en mens kunnen worden verspreid. De ligging aan een druk bevaren waterweg en een veel bereden autoweg met nationaal en internationaal verkeer geeft alle mogelijkheden voor spontane vestiging. Wij gaan er dan ook vanuit, dat deze plantensoort ter plaatse niet opzettelijk door de mens of onopzettelijk als gevolg van storting van tuinafval is gekomen, maar zich daar op natuurlijke wijze spontaan heeft gevestigd. Als begeleidende soorten vonden wij op de beschoeide, hellende waterkant, die grenst aan een brede wegberm: Achillea millefolium (Duizendblad), Angelica sylvestris (Engelwortel), Centaurea jacea (Knoopkruid), Convolvulus (Calystegia) sepium (Haagwinde), Crataegus monogyna (Eenstijlige meidoorn), Dactylis glomerata (Kropaar), Daucus carota (Peen), Elytrigia repens (Kweek), Epilobium hirsutum (Harig wilgenroosje), Equisetum arvense (Heermoes), Fraxinus excelsior (Es),Galeopsis tetrahit (Gewone hennepnetel), Glechoma hederacea (Hondsdraf), Glyceria maxima (Liesgras), Hedera helix (Klimop), Hypericum perforatum (Sint-Janskruid), Iris pseudacorus (Gele lis), Leucanthemum vulgare (Gewone margriet), Lolium perenne (Engels raaigras), Plantago lanceolata (Smalbladige weegbree), Poa annua (Straatgras), Poa trivialis (Ruw beemdgras), Quercus robur (Zomereik), Ranunculus acris (Scherpe boterbloem), Rubus
caesius (Dauwbraam), Sambucus nigra (Gewone vlier), Tanacetum vulgare (Boerenwormkruid), Tilia spec. (Linde), Trifolium pratense (Rode klaver), Trifolium repens (Witte klaver), Tussilago farfare (Klein hoefblad), Urtica dioica (Grote brandnetel), Valeriana officinalis (Echte valeriaan), Veronica chamaedrys (Gewone ereprijs). Slot Door de speurzin en oplettendheid van Henk is deze soort opgemerkt en thans toegevoegd aan de wilde flora van Zwolle. Door stadsuitbreiding, verkeersvoorzieningen en intensief bermbeheer worden sommige soorten bedreigd. Laten we toezien op en zorg dragen voor het behoud van onze Welriekende agrimonie.
Bronnen: Daems, W.F., z.j. Geneeskruiden, van onkruid tot geneesmiddel; Dodonaeus, R., 1554 / 1644. Cruydtboeck. Het eerste deel, het tweede boeck, het VII capitel; Heukels, H., 1907. Woordenboek der Nederlandsche volksnamen van planten; Kleijn, H., 1980. Planten en hun naam; Kops, J., 1814. Prodromus Florae Batavae; Oudemans, C.A.J.A., 1881. Henricus Bruman, Ned. Kruidkundig Archief, pag. 368-398; Schaminée, J.H.J., L. van Duuren & A.J. de Bakker, 1992. Europese en mondiale verspreiding van Nederlandse vaatplanten. Gorteria, deel 18 ¾; Tamis, W.L.M. c.s., 2004. Standaardlijst van de Nederlandse flora 2003. Gorteria 30 4/5; Werner Rothmaler, 1988. Excursionsflora der D.D.R. und der B.R.D. Band 3, Atlas der Gefäszpflanzen.
2009: Jaar van de egel Zoogdiervereniging VZZ gaat in 2009 campagne voeren voor de egel. VZZ wil graag weten hoe het gaat met de egel in Nederland. De tekenen zijn niet al te gunstig, maar een goed beeld ontbreekt. Er lijkt sprake te zijn van een afname van vijftig procent ten opzichte van 1997. Er vallen veel slachtoffers in het verkeer en tuinen worden steeds minder natuurlijk. Daarom moet het jaar van de Egel ook bijdragen aan meer egelvriendelijk beheer van tuinen en parken. Hoogtepunt van de campagne wordt het Egeltelweekend op 18,19 en 20 september. Dan wordt onder andere de grootste egeltelling ooit gehouden. Zet dit weekend dus vast in uw agenda. Alle activiteiten worden te zijner tijd op een speciale website vermeld. Maar meteen al in het begin van het jaar wil de Zoogdiervereniging starten met het ‘E-team’, het Egelteam. Daarvoor worden forenzen gezocht die gedurende het jaar dode egels langs de weg willen registreren en doorgeven. Dat geeft inzicht in de verspreiding en aantallen verkeersslachtoffers. Wie zich op de een of andere manier (bijvoorbeeld door lid te worden van het E-team) wil inzetten voor het Jaar van de Egel, kan zich melden bij de Zoogdiervereniging: Eric van Kaathoven,
[email protected], projectleider Jaar van de Egel, www.zoogdiervereniging.nl.
15e jaargang nummer 5
Zwols Natuur Tijdschrift | 9
ZNT
De knoflookpad, een aandachtssoort binnen een Zwolse woonwijk door Sybout Jaasma Waar? Een aantal vijvers in de wijk Berkum-Brinkhoek. Eigenlijk zou je de knoflookpad niet in een woonwijk verwachten. Dat was ook het geval toen in 2000 in één van de vijvers in de Brinkhoek paddenlarven werden ontdekt. Misschien is dit niet helemaal vreemd. Voordat de wijk werd aangelegd, had het gebied een agrarische bestemming en was er al een aantal poelen aanwezig. Waarschijnlijk waren de knoflookpadden toen al aanwezig. Deze poelen zijn later als vijvers ingepast in de woonwijk. Ten behoeve van de knoflookpad is door de gemeente een nieuwe poel gegraven aan de Agnietenbergweg. Het zou mooi zijn wanneer deze poel door de knoflookpad bevolkt gaat worden. Het dier is er nog niet waargenomen. Waarschijnlijk is de oevervegetatie nog ‘te mager’. Wel komt de kleine watersalamander er voor, evenals de bruine kikker en de groene kikker. Helaas heeft aan het eind van de zomer een reiger de poel ook ontdekt en liep deze regelmatig te ‘vissen’. Terug naar de knoflookpad. Dit is een zeldzame paddensoort, waarvan het aantal vindplaatsen sterk is gedaald en de populaties veelal kleiner zijn geworden. Het dier is erg moeilijk te inventariseren vanwege zijn verborgen leefwijze. Dat geldt trouwens ook voor het larfstadium. Ze planten zich voornamelijk voort in april. De dieren verblijven enkele weken in het water en dan vooral in het diepe gedeelte. De mannetjes roepen vanonder de waterspiegel, een zacht kloppend geluid dat niet ver draagt. Wanneer er ook nog omgevingslawaai is, dan zijn ze al helemaal moeilijk waar te nemen. Dit alles heeft tot gevolg dat je bij een water, waarvan vermoed wordt dat er knoflookpadden aanwezig zijn, veel geduld moet opbrengen om roepende dieren te horen. De dieren roepen vooral na de schemering en voornamelijk rond middernacht, maar ook omstreeks twaalf uur overdag kan er sprake zijn van enige roepactiviteit. Wijzelf hoorden de dieren roepen rond elf uur ’s avonds. De dikke eisnoeren die door de vrouwtjes worden afgezet, zijn herkenbaar maar toch moeilijk te vinden tussen de weelderige onderwatervegetatie. Net als de volwassen dieren houden ook de larven zich overdag het liefst op in het diepe gedeelte van het water, maar ’s avonds zijn ze met een zaklamp wel te vinden aan het wateroppervlak. Volwassen dieren zijn ook met een zaklamp vinden. De werkgroep is bezig met het monitoren van de vijvers. Dit gebeurt al vanaf 2002 gedurende een aantal jaren achtereen. Het is opgezet door André Marisse, destijds lid van de KNNV Zwolle. Ik ontmoette hem op een excursie bij Nijverdal. Het werk werd voortgezet door Peter Sikkema en vervolgens door de werkgroep. We doen dit niet op eigen houtje, maar als onderdeel van het Meetnet Amfibieën van het Ravon. De doelstelling van het Meetnet is het signaleren van landelijke ontwikkelingen in de amfibieënstand. Er wordt gewerkt met
10 | Zwols Natuur Tijdschrift
een zogenaamde ‘aandachtssoort’. Dit is voor de Brinkhoek de knoflookpad. De coördinatie van het Meetnet wordt verzorgd door de werkgroep Monitoring van het Ravon. Het komt er op neer dat we minimaal 4 keer per seizoen de vijvers langs lopen en proberen waar te nemen welke amfibieën en in welk stadium ze voorkomen, maar ook in welke hoeveelheden. De wijze van waarnemen kan heel verschillend zijn: op zicht of op gehoor. Bij dit laatste gaat het niet alleen om de roep van de dieren, maar bijvoorbeeld ook om het plonsen van de groene kikker, die vanaf de walkant het water in duikt. Ook worden de dieren zo nodig geschept. Wanneer al deze gegevens beschikbaar zijn gedurende een aantal jaren, dan zijn bepaalde ontwikkelingen waar te nemen en te volgen. Dit geldt niet alleen voor de Zwolse situatie, maar ook landelijk. Meer hierover is te vinden op de website van het Ravon: www. ravon.nl. We hebben de vijvers (in 2008) bezocht vanaf begin april, eind april, begin mei, eind mei en eind juni. Bij het eerste bezoek zijn de padden op zicht waargenomen. (Zie foto gemaakt door Lizette Wolf). Op de foto zijn duidelijk de platwrattige structuur te zien en de rode stippen, evenals de pijl op de rug. Dit zijn een aantal kenmerken van het dier. Eind april hebben we een aantal mannetjes horen roepen. Daarna hebben we wel gezocht, maar we hebben de dieren niet waargenomen. Dat is gezien hun levenswijze niet verwonderlijk. Gezien het late tijdstip op de dag, zeker in het begin, dat de vijvers werden bezocht, zou je kunnen verwachten dat omwonenden ongerust de met zaklantaarns rondschijnende gestalten zouden aanspreken. Maar bijna niets van dit alles. Of we zijn onopvallend bezig of de omwonenden zijn er inmiddels al aan gewend dat de vijvers regelmatig bezocht worden.
15e jaargang nummer 5
ZNT Wat zijn nu de conclusies? In de vijvers komen de volgende vijf amfibieën voor: •
•
•
•
•
Kleine watersalamander; deze komt in 6 van de 8 vijvers voor. De aantallen zijn niet groot. We hebben eieren gevonden, metamorfoserende dieren en volwassen salamanders. Gewone pad; ook deze komt in 6 van de 8 vijvers voor. De soort is algemeen. Gevonden zijn de eieren; larven en volwassen dieren. Bruine kikker; deze komt in alle vijvers voor, maar in geringe aantallen. Ook hiervan hebben we eieren, larven en volwassen dieren gevonden. Groene kikkercomplex; deze komt in 6 van de 8 vijvers voor, voornamelijk in kleinere aantallen. In twee poelen is ze algemeen. Eieren, larven en volwassen dieren. We hebben geen onderscheid gemaakt tussen de drie soorten groene kikkers. Knoflookpad; deze komt in drie vijvers voor, waaronder een particuliere vijver. In twee is ze algemeen, in de derde is ze zeldzaam. We hebben alleen volwassen dieren gezien en gehoord.
Het viel ons op dat eind april rond de vijvers kievitsbloemen groei-
Knoflookpad
15e jaargang nummer 5
den. Tijdens het bezoek aan één van de poelen werden we begeleid door een paartje baltsende ransuilen. Een prachtig gezicht. Bij een andere vijver waren roepende jongen van de ransuil te horen. O, ja de wetenschappelijke naam is: Pelobates fuscus. Ongemerkt wordt het dan al weer juli en loopt het amfibieënseizoen ten einde. Literatuur: Stichting Ravon: Herkenning Amfibieën en Reptielen. Het waarnemen van Amfibieën en Reptielen. CBS & Ravon: Handleiding voor het monitoren van amfibieën in Nederland. Meetnet Amfibieën: Mededelingen & Verspreidingsonderzoek. www.ravon.nl
Foto: Lizette Wolf
Zwols Natuur Tijdschrift | 11
ZNT
Muurhavikskruid in Olst
Foto1: Schouwpad, noordberm met muurhavikskruid, weg en zuid-berm
door Gerard Schulten en Bert Evers
Foto: Bert Evers
De Werkgroep ‘Boeiende Bermen’ van het IVN ‘De Grutto’ inventariseert al enige jaren de bermen in de Gemeente Olst-Wijhe. Het doel van deze activiteit is een beter inzicht te krijgen in het voorkomen van bijzondere of beschermde planten en botanisch interessante bermen. Deze gegevens zijn van groot belang voor natuureducatie en natuurbehoud en ondersteunen het bermbeheer dat door de Gemeente uitgevoerd wordt. Vorig jaar (2007, red.) werd een grote populatie Muurhavikskruid (Hieracium murorum) ontdekt langs de Hoenlose weg (km blok: 2746-31; Am. Coörd.: 205,4-482,1) in Olst. De gegevens die dit jaar over de groei en bloei van het Havikskruid op deze bermen verzameld zijn, worden hier besproken. Het Muurhavikskruid groeit op vochtige tot droge, matig voedselrijke grond in loofbossen, aan houtwallen en op muren en is een kwetsbare Rode Lijst-soort (Heukels’ Flora van Nederland, 2005). Muurhavikskruid was in Overijssel tot nu toe niet bekend uit Salland, maar wel uit Twente (Florbase 2 E, 2008). Vooral buiten Zuid-Limburg gaat de soort sterk achteruit (Atlas van de Nederlandse Flora, deel 2, 1989). Het gedeelte van de Hoenlose weg waar het Muurhavikskruid groeit, heeft aan beide zijden honderdjarige beukenbomen, die op 8-13 m afstand van elkaar staan. De noordelijke berm is ongeveer 2 m breed en wordt begrensd door een 20-30 cm lager gelegen 2 m breed schouwpad langs een sloot. Tien beukenbomen verdelen de berm in 9 vakken. De zuidelijke berm is ongeveer 3.5 m breed en wordt begrensd door een maïsveld. Hier verdelen 9 beukenbomen de berm in acht vakken. De vakken zijn voor dit overzicht genummerd: 1, 2, 3 etc., gerekend vanaf de brug over de Zandwetering. Foto 1 geeft een overzicht van de locatie. De grond is er zanderig en is naast havikskruiden begroeid met o.a. Akkerhoornbloem, Braam, Muizenoor, Scherpe boterbloem, Smalbladige weegbree, Veldereprijs, Bochtige smele, Gladde witbol, Schapengras, Zandstruisgras, Hazenzegge, Pilzegge, Veldbies, Bronsmos en Haarmos. Het Muurhavikskruid heeft een rozet van wortelbladeren en is te herkennen aan de afgeknotte of iets hartvormige wortelbladen en
12 | Zwols Natuur Tijdschrift
aan de bloemstengel met een enkel of geen stengelblad (foto 2). Het Dicht havikskruid (Hieracium vulgatum) heeft ook een rozet, maar de wortelbladeren zijn langwerpig en de bloeistengel draagt twee of meer stengelbladeren (foto 3). Het Muurhavikskruid was in het voorjaar het meest algemene havikskruid. Medio april stonden er in de eerste vier vakken in de noordberm ongeveer 200, 200, 180 en 80 havikskruidrozetten. In de zuidberm groeiden de havikskruiden in 7 vakken met respectievelijk 22, 75, 100, 85, 110, 35 en 10 rozetten. De getelde planten waren voor 80-90% Muurhavikskruid waartussen ook Dicht havikskruid voorkwam. Later in het seizoen bleek er ook Stijf havikskruid (Hieracium laevigatum) in de bermen te groeien. De bloei van het Muurhavikskruid begon in de eerste week van mei. Eind mei waren bijna alle planten in bloei en sommige begonnen al met de zaadvorming. Het Dicht havikskruid was toen nog in de knop en het Stijf havikskruid was nog niet te zien of te herkennen. De hoogte van het Muurhavikskruid op de noordberm was 40-55 cm en per plant waren er 5-10 bloemen, aan de zuidzijde waren de planten iets lager (35-40 cm) en hadden 4-9 bloemen. Begin juni begon het Dicht havikskruid te bloeien. Medio juni was het Muurhavikskruid in beide bermen grotendeels uitgebloeid. Het Dicht havikskruid stond nu in volle bloei en hier en daar begon er wat Stijf havikskruid te bloeien. Medio juli raakte het Dicht havikskruid uitgebloeid en trad het Stijf havikskruid meer op de voorgrond. Eind augustus/ begin september waren er nog enige bloeiende Muur- en Dicht havikskruiden, die zich kennelijk later ontwikkeld hadden. Het Stijf havikskruid was toen uitgebloeid. Opvallend was dat Muur- en Dicht havikskruid dicht bij elkaar groeiden. Het Stijf havikskruid groeide vooral in de zuidberm, ook in vakken waar de twee andere havikskruiden niet of nauwelijks gevonden waren en meestal op enige afstand van beide andere havikskruiden. Gevaren die de populatie Muurhavikskruiden bedreigen, zijn vooral verruiging, vermesting en vergraving. De bermen langs de Hoenlose
15e jaargang nummer 5
ZNT weg worden door de Gemeente ecologisch beheerd, wat inhoudt dat de bermen eenmaal in juli/ augustus gemaaid worden en het maaisel afgevoerd. Deze werkwijze voorkomt verruiging en opbouw van een strooisel laag. Afgesproken is met de Gemeente dat geen grondverstoring plaats vindt en indien onvermijdelijk eerst contact wordt opgenomen met het IVN. Het schouwpad wordt gebruikt voor stort van slootbagger en plantmateriaal, dat later geklepeld wordt. Dit is geen ideale situatie. De huidige havikskruidpopulatie langs de noordelijke berm is daarom beperkt tot de smalle berm tussen de weg en het schouwpad. Het Waterschap is op de hoogte gesteld van het botanisch belang van deze berm.
Literatuur: Atlas van de Nederlandse Flora, 1985. Deel 2, Zeldzame en vrij zeldzame planten, Uitgeverij Kosmos, Amsterdam; Floron, Provincie Overijssel. Gegevens Florbase 2E, 2008; www.floron.nl; Heukels’ Flora van Nederland, 23ste druk, 2005. Uitgeverij Wolters-Noordhoff, Groningen/Houten.
Met dank aan Piet Bremer voor de Floron-gegevens.
Foto2: Muurhavikskruid met aan de voet afgeronde, afgeknotte of hartvormige Foto3: Dicht havikskruid met in steel versmalde wortelbladeren. Foto: Bert Evers wortelbladeren. Foto: Bert Evers
15e jaargang nummer 5
Zwols Natuur Tijdschrift | 13
ZNT Nummer 7 van ‘Vogels in Overijssel’ is verschenen met dit keer 7 artikelen op 80 pagina's, weer volledig in kleur met 40 prachtige foto's. Wat vindt u in dit nummer? Gerrit Gerritsen en Jan van Dijk beschrijven het veldmuisrijke seizoen 2007-2008 in de polder Mastenbroek. Dus een heel actueel artikel over indrukwekkende aantallen predatoren die op deze veldmuizen af kwamen. Wat dacht u van 170 grote zilverreigers? Peter van den Akker levert een Overijsselse bijdrage aan het Jaar van de Scholekster. De negatieve broedvogeltrend wordt beschreven en geanalyseerd, de resultaten van de slaapplaatstelling in maart 2008 komen aan bod en duidelijk wordt dat Overijsselse scholeksters vooral zuidelijk van Nederland overwinteren. Wil Gerritse heeft als boswachter van SBB vanaf 1989 honderden tellingen verricht aan doortrekkende en/of overwinterende watervogels in de Duurse Waarden. Hij presenteert de resultaten van 15 telseizoenen en stelt een afname van graseters vast en een toename van waterplanten- en viseters. Ben Hulsebos nam de moeite alle 7 kunstwanden voor oeverzwaluwen in kaart te brengen en de resultaten van deze wanden te presenteren. Oeverzwaluwen blijken hier succesvol te broeden. Jan Nap wist in de periode 1970-2006 1825 groenlingen in zijn tuin te vangen, waarvan een belangrijk deel in Scandinavie bleek te broeden. Deze noordelijke vogels vertrokken vooral in de tweede helft van maart, maar de laatste pas begin mei. Ben Hulsebos beschrijft de 3e waarneming van een griel in Overijssel en Gerben Mensink en David Uit de Weerd doen verslag van de 2e waarneming van een citroenkwikstaart in Overijssel. Mark Zekhuis schreef samen met Martijn Bunskoek het overzicht van bijzondere vogelsoorten in Overijssel in 2007. Maak voor toezending 9,55 over op ABN-AMRO rekening 413571203 of Postbankrekening 3094594 van Natuur en Milieu Overijssel te Zwolle ovv Vogels in Overijssel 2008. De afhaalprijs bij NMO is 8,25 aan de Stationsweg 3 te Zwolle, tijdens kantooruren.
Van de IVN Bestuurstafel Herfst, herfst wat heb je te koop? Duizend kilo bladeren op een hoop…… Dat is zo’n kinderliedje dat mij weer te binnen schiet als ik door bruin, rood en gele bladerhopen wandel, het geknisper onder mijn voeten hoor, de geur van herfst opsnuif. Mooi, maar ook om een beetje melancholiek van te worden. De dagen korten en behalve paddenstoelen, die ……ja ….als paddenstoelen de grond uitschieten, is de natuur wat sober. Toch heeft het ook nu alweer de belofte van het voorjaar in zich. Knoppen aan de bomen, in het gras het jonge groen van fluitenkruid, madeliefjes en hier en daar nog een grasklokje dat zich net als ik nog even koestert in de najaarszon. Wat kan het leven simpel en ontspannen zijn als je in de natuur rondstruint. En hoe gaat het in het IVN Zwolle? Als vrij jong bestuur hebben we half oktober op een rij gezet hoe het ons en de verschillende geledingen vergaat.
14 | Zwols Natuur Tijdschrift
15e jaargang nummer 5
ZNT 1. Communicatie We merken dat er hoge verwachtingen zijn naar het bestuur, die we helaas als kleine groep met allemaal druk bezette mensen niet volledig waar kunnen maken. Zo ervaren we de communicatie tussen bestuur en werkgroepen als ad hoc en los zand. Er is onduidelijkheid over en weer, over waar we mee bezig zijn en wat we van elkaar mogen verwachten. Doordat de meeste bestuursleden relatief nieuw zijn bij het IVN Zwolle, missen we een stukje binding, geschiedenis met de afdeling. Daar kijken mensen, vooral de leden die al langere tijd lid zijn, ons soms op aan. Conclusie: we willen de contacten met de werkgroepen anders organiseren, om meer samenhang te krijgen. En we stellen het op prijs als ‘oudgedienden’ ons een seintje geven als we iets over het hoofd zien. 2. Bestuur Het kost tijd om je als nieuw bestuurslid in te werken. We merken dat er veel tijd, enthousiasme, maar ook veel kennis en kunde voor nodig is om ons IVN goed te laten functioneren. Goed betekent voor ons, als bestuur, dat leden zich in de visie en activiteiten herkennen. Dat we weten wat er speelt in het IVN, lokaal, regionaal en landelijk. Dat we, waar mogelijk, in kunnen spelen op actualiteiten als klimaatverandering en duurzaamheid. En dat we beleid voor de toekomst kunnen maken en uitvoeren. Het betekent echter in onze beleving ook, dat activiteiten zodanig verdeeld zijn, dat het je inzetten voor het IVN leuk blijft en niet op ‘gewoon’ werken gaat lijken. En op dat punt gaat het knellen, omdat er te veel vacatures zijn (zie elders in dit ZNT). 3. Beeldvorming Wat wil het IVN uitstralen? We horen geluiden dat er een beeld bestaat dat het IVN vooral op natuurbeleving gericht zou zijn en het kennisaspect zou verwaarlozen. Het bestuur is van mening dat er binnen het IVN ruimte is voor een mix van natuurkennis en natuurbeleving. Het evenwicht mag niet te veel naar één kant overhellen. We weten immers dat mensen op verschillende manieren leren over en betrokken raken bij een onderwerp. Natuurbeleving kan nieuwsgierig maken naar kennis en achtergronden. Kennis kan mensen enthousiast maken om de natuur in te gaan en te beleven hoe alles met alles samenhangt. 4. Prioriteiten stellen Hoezeer het ons ook ter harte gaat: voorlopig is er geen ruimte voor vernieuwing. We zullen vanwege tekort aan menskracht prioriteiten moeten stellen. 1. Het opvullen van de vacatures heeft de hoogste prioriteit. Er vallen steeds meer ‘gaten’. Gaten die het bestuur ook niet op kan vangen. 2. Het invullen en opstarten van de nieuwe website. De website heeft enige vertraging opgelopen.. Ook hier blijkt tijd een bepalende factor. We hebben de ambities bijgesteld wat betreft het tijdstip van online gaan. 3. Huisvesting: afspraken met Landstede voor het gebruik van de Nooterhof/ Kruidwisch. 4. De Natuurgidsencursus 2009 / 2010. 5. Goed nieuws 1. Dit jaar zijn in de Vechterweerd voor het eerst ook veldlessen gegeven na de zomervakantie. Vooral voor coördinator Renee Cornelis betekende dit veel extra werk om het te organiseren. Maar met succes. De groep begeleiders en de deelnemende basisscholen zijn heel tevreden met deze uitbreiding dit jaar. 2. De eerste digitale nieuwsbrief is uitgegaan. We hopen daarmee in een behoefte te voorzien. Een ieder die zich hiervoor nog niet heeft opgegeven, kan dit alsnog doen bij Roelof Pol (
[email protected]). 3. We kunnen terugkijken op een geslaagde Groencursus. Als dit ZNT in de bus rolt, is het december en gaan we de feestdagen in. Namens het IVN bestuur wens ik iedereen fijne feestdagen en een natuur-rijk 2009. Heike Tack
15e jaargang nummer 5
Zwols Natuur Tijdschrift | 15
ZNT
Goed Bekeken
tekst en fotografie ©Gerard Beersma
In dit zwartwitte blad toch even iets over kleur, want ieder van ons maakt kleurenfoto’s. Een landschap is vaak niet kleurrijk. En vreemd genoeg is zo’n kleurloos landschap(je) vaak toch mooi voor een kleurenfoto. Misschien komt dat wel doordat de kleuren niet afleiden en je meteen doordringt tot de kern. Wil je goede kleurenfoto’s maken, dan kun je jezelf het beste aanleren om te kijken in zwartwit. Dat klinkt moeilijk, maar het is gemakkelijker dan het lijkt. Kijk maar eens naar je onderwerp en knijp je ogen zover dicht dat je bijna niets meer ziet. Dat ziet er niet uit, het is erg leuk voor omstanders. Op het moment dat er nog maar een heel klein beetje licht tussen je oogharen doorvalt zie je geen details meer. Eigenlijk zie je bijna niets meer, en al helemaal geen kleur. Maar er gaat een wereld voor je open, want wat je wel ziet is precies de essentie van een goede foto: lichte en donkere vlakken die het beeld vullen. En wat je in kleur niet kon kun je nu opeens wel: zien dat het ene landschap veel te saai is voor een foto, en het andere juist heel spannend door die bijzondere wolkjes of dat kleine beetje glinstering op een nat oppervlak. En de belangrijkste ontdekking die je zult doen, is dat voor een bijzondere foto het onderwerp best heel gewoon mag zijn.
16 | Zwols Natuur Tijdschrift
15e jaargang nummer 5
ZNT
Vreugderijkerwaard toplocatie stroomdalgrasland door Hans Nederhand
De Vreugderijkerwaard is een onvervangbare toplocatie van stroomdalgrasland. Dat stellen Eddy Weeda et al. in een recent rapport¹ dat is opgesteld ten bate van het beheerplan voor het Natura 2000-gebied Uiterwaarden IJssel. De Vreugderijkerwaard maakt daar deel van uit. Het rapport is uitgekomen toen het plan voor het verleggen van de dijk van de IJssel bij Westenholte vrijwel klaar was. Het is daarom niet betrokken bij de planvorming. Gealarmeerd door dit rapport bepleit de Natuurbeschermingscommissie dat dit alsnog gebeurt.
gedeeltelijk wordt verlegd, kan deze op- en aanzanding van de kronkelwaardrug afnemen of eindigen. Daarmee gaan de kansen voor de ontwikkeling van nieuw stroomdalgrasland op de kronkelwaard verloren.
Door de dijkverlegging en de aanleg van de strangen (nieuwe nevengeulen) bij Westenholte krijgt de IJssel meer ruimte en neemt de frequentie waarmee de uiterwaarden en het rivierduin overstromen af. Geregelde overstromingen zijn onontbeerlijk voor de vegetatie op het rivierduin. Voor de kalkminnende planten is het nodig dat het rivierwater tijdens overstromingen kan doordringen tot diep in de wortelzone.
In de documenten over de Natura 2000-gebieden wordt de actuele staat van instandhouding van de stroomdalgraslanden in ons land als zeer ongunstig gekwalificeerd. Er is in heel Nederland nog ongeveer dertig hectare over. Het ministerie van LNV werkt aan herstel en mikt daarbij op een verdubbeling van het areaal. In dat kader mag er niets meer verloren gaan en dient iedere kans op een uitbreiding van het areaal te worden benut.
Na de normalisatie van de rivier aan het begin van de negentiende eeuw is door op- en aanzanding een lange kronkelwaardrug ontstaan tussen het huidige rivierduin en het zomerbed van de IJssel. Dit proces heeft decennia geduurd en gaat nog steeds door. Tijdens het hoogwater van 1995 bijvoorbeeld is op deze kronkelwaardrug over een oppervlakte van 20.000 vierkante meter een pakket zand afgezet met een dikte van 6,5 centimeter. De kronkelwaardrug kan zich binnen enkele decennia ontwikkelen tot een ecotoop voor stroomdalgrasland.² Maar dan moet er door de rivier tijdens overstromingen wel zand worden afgezet. Doordat het rivierbed wordt verruimd en de stroming tijdens hoogwater
15e jaargang nummer 5
In het projectgebied liggen echter ook kansen voor de ontwikkeling van bijzondere vegetaties (stroomdalgrasland en glanshaverhooiland). In het bijzonder door het restant van de bestaande dijk af te graven tot een of twee meter onder de maximale waterstand en deze af te dekken met een toplaag van zand. Verder door de toplaag van de nieuwe dijk, als dat de veiligheid niet schaadt, zo veel mogelijk af te werken met zand en in te zaaien met lokaal gewonnen zaad. Deze kansen zijn tot nu toe niet verkend en benut.
Bij de ontwikkeling van de plannen voor de dijkverlegging bij Westenholte is tot nu toe geen aandacht besteed aan de bedreigingen en de kansen van de dijkverlegging bij Westenholte voor het stroomdalgrasland in de Vreugderijkerwaard. De natuurbeschermingscommissie bepleit daarom bij de plannenmakers dat er bij de uitwerking van de plannen alsnog aandacht wordt besteed aan de kansen en bedreigingen van de dijkverlegging voor de ontwikkeling van de kronkelwaardrug en de onvervangbare stroomdalgraslanden op het rivierduin. Natuurbeschermingscommissie Literatuur ¹ Weeda, E.J., C. Schuiling, Th. Jacobs en J.P.M. Willemen: Inventarisatie ruimteclaims in rivierengebied ten behoeve van Natura 2000 en de Ecologische Hoofdstructuur. Wageningen, 2008; ² Maas, G.J., B. Makaske, P.W.M.F. Hommel, B.S.J. Nijhof en H.P. Wolfert: Verstoring en successie; rivierdynamiek en stroomdalvegetaties in de uiterwaarden van de Rijntakken. Wageningen, 2003. Bladzijde 94.
Zwols Natuur Tijdschrift | 17
ZNT
Activiteiten KNNV winter - voorjaar 2009 De activiteiten van de KNNV Zwolle zijn toegankelijk voor alle leden van KNNV en IVN. Ook wie geen lid is van een
Opgave en informatie: Henk Timmerman, tel.: 0320 - 221071.
bepaalde werkgroep, is welkom om mee te doen met een activiteit. Neem dan wel even contact op met de coördinator van de betreffende werkgroep (telefoonnummer voorin het ZNT). Het kan namelijk zijn dat er op het laatst iets wordt gewijzigd in het programma.
Donderdag 8 januari 2009 Lezing ‘Paddenstoelen door het jaar heen’, door Jos Ketelaar Jos Ketelaar, uit Bussum, hij is lid van KNNV, afdeling het Gooi. Hij is deskundig op mycologisch gebied. Een avondvullend programma, met prachtige beelden en commentaar. Na afloop gelegenheid voor nieuwjaarswensen onder het genot van een hapje en een drankje. Voor wie: alle KNNV en IVN leden. Introducés welkom. Waar: Eli Heimanszaal, Ecodrome. Tijd: 20.00 u. – 22.00 u. Informatie: Anja Bosman, tel.: 038 - 4654735 of Betty van Leeuwen, tel.: 0529 – 433969. Dinsdag 27 januari 2009 Lezing ‘Zeggen, biezen en grassen’, door Albert Corporaal Albert Corporaal, uit Hasselt, hij is werkzaam als landschapsecoloog bij WUR Alterra in Wageningen, is opgegroeid in de Kop van Overijssel en al vanaf zijn jeugd bezig met deze fascinerende, maar lastige ‘grasachtige sprieten’. Vanavond zijn introductie met mooie plaatjes en tekeningen. Plantenwerkgroep KNNV. Waar: Eli Heimanszaal, Ecodrome. Tijd: 20.00 u. – 22.00 u. Zaterdag 31 januari 2009 Excursie Roggebotzand Het Roggebotzand, ten oosten van Dronten, is landschappelijk bijzonder fraai en bovendien zeer rijk aan korstmossen, zeldzame mossen en paddenstoelen. We gaan op zoek naar ondermeer twee zeer zeldzame leermossen (Peltigera's) en verder zoveel mogelijk andere soorten. Voor wie: gevorderden en beginners! Organisatie: Werkgroep Korstmossen, KNNV Lelystad. Verzamelen: Op het parkeerterrein van het Koningin Wilhelmina-bos om 10.45 u.
18 | Zwols Natuur Tijdschrift
Zaterdag 7 februari 2009 ‘Vogels kijken langs de IJssel’, fietsexcursie richting Kampen Excursieleider: Erwin de Visser. Denk aan verrekijker, warme kleding en proviand voor onderweg! Verzamelen: Engelse Werk, om 9.30 u. Informatie: Erwin de Visser, tel.: 038 – 4659607. Woensdag 11 februari 2009 Lezing over de kwartelkoning, door Jan Schoppers van SOVON Voor wie: vogelaars en andere belangstellenden. Waar: Eli Heimanszaal, Ecodrome. Tijd: 20.00 u. – 22.00 u. Informatie: Erwin de Visser, tel.: 038 – 4659607. Zaterdag 21 februari 2009 Gewestelijke vogelexcursie naar Schouwen Duiveland De geplande vogelexcursie van 22 november jl. is wegens het slechte weer niet doorgegaan, daarom wordt deze alsnog gehouden op 21 februari 2009. Excursieleiders: Hans Grotenhuis en Tjalling van der Meer. ‘Van oudsher zijn de Zeeuwse eilanden en de Deltawateren bekende excursiedoelen om naar vogels te kijken. Op Schouwen zijn niet alleen de bekende inlagen (zoals de Flauwers) aan de zuidzijde van het eiland goede vogelkijkpunten, maar sinds enkele jaren is daar een omvangrijk en zeer interessant terrein bijgekomen: de Prunje. Door uitvoering van het Plan Tureluur is voormalige landbouwgrond omgezet in water, plas-dras land en slikken: een eldorado voor vogels en vogelaars. Het terrein is van alle zijden vanaf de wegen goed te overzien en in het terrein zelf ligt ook nog een observatietoren. Uiteraard kijken we ook nog even in de Flauwersinlagen en bij gunstig tij kunnen we nog een blik werpen op de droogvallende slikken langs de Oosterscheldedijk.’ We zitten dus lang niet de hele dag in de auto, maar zullen ook buiten vertoeven en een stukje lopen. Om rekening
15e jaargang nummer 5
ZNT ZNT mee te houden: het is niet naast de deur, dus het is vroeg weg en laat thuis. Meenemen: brood en drinken voor de hele dag, stevig schoeisel, winddichte kleding en natuurlijk kijker en vogelboek (en indien aanwezig telescoop). We verzamelen om 10.00 uur op Schouwen bij café-restaurant ‘De Heerenkeet’, Boogerdweg 1, 4321 SN Kerkwerve. De verzamelplaats voor KNNV Zwolle wordt bekend gemaakt na opgave. Opgave uiterlijk 13 februari 2009 bij Anja Bosman, tel.: 038 – 4654735 of per e-mail:
[email protected]. Zondag 22 februari 2009 ‘Vogels kijken langs de IJssel’, fietsexcursie Windesheim en Wijhe Excursieleider: Erwin de Visser. Denk aan verrekijker, warme kleding en proviand voor onderweg! Verzamelen: Engelse Werk, om 9.30 u. Informatie: Erwin de Visser, tel.: 038 – 4659607. Dinsdag 24 februari 2008 Lezing ‘het Varsenerveld’, door Henk Ruiter ‘Het Varsenerveld is een eeuwenoud stukje natte heide, een restant van een enorm veengebied. Op initiatief van Henk Ruiter wordt dit stukje natuur beheerd door een groep vrijwilligers. Hierdoor is de oorspronkelijke kenmerkende soortenrijkdom bijna volledig teruggekeerd. Het staat er nu vol met vele Rode Lijstsoorten, waar Henk alles over weet te vertellen.’ Plantenwerkgroep KNNV. Waar: Eli Heimanszaal, Ecodrome. Tijd: 20.00 u. – 22.00 u. Donderdag 5 maart 2009 Algemene Ledenvergadering Voor wie: alle KNNV leden. U zult hiervoor nog een uitnodiging en het jaarverslag 2008 ontvangen. Bedoeling is de avond af te sluiten met een aantrekkelijk programma. Waar: Eli Heimanszaal, Ecodrome. Tijd: 20.00 u. – 22.00 u. Zaterdag 7 maart 2009 Mossenlezingendag BLWG van de KNNV Thema 'onderzoek en beheer'. Naast lezingen is er
15e jaargang nummer 5
een mossenquiz met leuke prijzen. Boekenkraam van Meijs Natuurboeken aanwezig met recent verschenen mossenboeken. Waar: Dominicanenklooster, Assendorperstraat 29 in Zwolle. Aanvang: 10.30 u. Meer info: www.blwg.nl. Zondag 8 maart 2009 Natura 2000-excursie Tichelgaten, Windesheim Excursieleiders: Henk van Blitterswijk, Dirk Maas Doel van het Natura 2000 –project van de KNNV is de burger bekend te maken met het belang van Natura 2000-gebieden. KNNV Zwolle wil ‘Het IJsseldal’ onder de aandacht brengen van het publiek. Voor wie: iedereen met belangstelling voor de natuur. U wordt dan ook van harte uitgenodigd familie, buren en bekenden mee te nemen! Verzamelen: om 10.00 u. bij de parkeerplaats bij de oude steenfabriek, bij de dijk langs de Tichelgaten, Windesheim. De excursie zal ca. 2 uur duren. Info: Henk van Blitterswijk, tel.: 038 - 4234191 of Dirk Maas, tel.: 0529 – 427255. Dinsdag 24 maart 2009 Lezing ‘Varens in Nederland en bijzondere ontwikkelingen in de Flevolandse bossen' door Piet Bremer, lid van KNNV Zwolle, promoveerde in december 2007 op varens in het Kuinderbos. ‘Wie al eens een excursie met Piet heeft mee beleefd, weet hoe enthousiast hij over varens kan vertellen’. Plantenwerkgroep KNNV. Ook voor andere belangstellenden! Waar: Eli Heimanzaal, Ecodrome. Tijd: 20.00 u. – 22.00 u. Een zaterdag in maart of april 2009 Gezellige voorjaarsbijeenkomst Meer informatie hierover krijgt u nog. Paddenstoelenwerkgroep KNNV en IVN Het programma van de paddenstoelenwerkgroep wordt in januari vastgesteld. Informatie hierover is t.z.t te vinden op de website: www.knnv.nl/zwolle of bij Anna Adams - Catin, tel.: 038 – 4217196.
Zwols Natuur Tijdschrift | 19
ZNT ZNT
Spannende verhalen in het bos Ga in het weekend of in de kerstvakantie eens lekker naar het bos of park en verzamel dode takken, mooie blaadjes, kastanjes en verder alles wat je vindt. Laat vervolgens je fantasie de vrije loop. Kijk maar eens naar de voorbeelden. Als het buiten niet al te koud is, kun je in het park tussen twee bomen een touw spannen en er een deken overheen hangen. Dan heb je een mooie poppenkast. Maak van de gevonden spullen mooi poppen. Je weet er zelf vast wel een spannend verhaal bij te bedenken.
Maak een vorm van dun gaas. Werk de randen van binnen en buiten goed af met schildersplakband zodat er geen scherpe punten meer uitsteken. Bevestig er bandjes aan om dicht te strikken. Steek er dan bladeren, takken, kastanjes en eikels in zodat het een gezicht krijgt. Wordt het ‘een griezel’ of een vriendelijke reus ? Hoe gaat jouw pop heten? Tip: maak de poppen niet te klein
20 | Zwols Natuur Tijdschrift
Tineke Burghard Uit: Doe meer met de natuur 15e jaargang nummer 5
ZNT ZNT
IJssel verdringt steenuil
door Hans Nederhand
De extra ruimte voor de IJssel bij Westenholte gaat ten koste van leefgebied voor de steenuil. Het leefgebied van de steenuil wordt verder bedreigd door de nieuwbouw van extra woningen, door vernieuwbouw van bestaande woningen en door de toename van het recreatieverkeer vanuit Westenholte en Stadshagen. Samen met de roofvogelwerkgroep pleit de natuurbeschermingscommissie voor compensatie. De IJssel krijgt bij Westenholte extra ruimte doordat de dijk vijfhonderd meter landinwaarts wordt verlegd. Daardoor gaat er binnendijks veertig hectare verloren. En juist in dat gebied broeden ieder jaar drie tot vier paartjes. Drie tot vier van de acht in Zwolle. Het belangrijkste leefgebied van de steenuil in Zwolle gaat door het verleggen van de IJsseldijk verloren. In het gebied dat rest tussen de nieuwe dijk en Westenholte wordt het dringen. De bewoners die worden verdreven door de IJssel krijgen daar een nieuwe stek. Er komt een landgoed. De gemeente plant er extra woningen (plan IJsselvizier B). Er komt ruimte voor recreanten uit Westenholte en Stadshagen. En er zal plaats moeten worden gemaakt voor de verdreven steenuiltjes. Dat eist de Flora- en faunawet. Deze wet dwingt af dat het verlies aan leefgebied voor de steenuil wordt gecompenseerd. Samen met de roofvogelwerkgroep pleit de natuurbeschermingscommissie daarom voor een pakket met maatregelen dat ertoe leidt dat de steenuil in Westenholte kan overleven. Het pakket bestaat uit een versterking van het oorspronkelijke kleinschalige landschap door: • de aanplant van hoogstamboomgaarden, knotwilgen en besdragende struiken; • de aanleg van takkenrillen, takkenhopen, muizenruiters, poelen, composthopen, ruigteranden en overhoekjes; • het stimuleren van streekeigen erfbeplanting; • het behoud van de schapenboerderij; • de plaatsing van vervangende nestkasten; • de aanleg van ecologische verbindingszones naar naburige populaties van steenuilen in de omgeving. De provincie Overijssel en de gemeente Zwolle proberen deze maatregelen voor het behoud van de steenuil in Westenholte in te passen in de plannen voor de dijkverlegging en de plannen voor de inrichting van de (noordelijke) stadsrand langs Westenholte en Stadshagen. Natuurbeschermingscommissie
Landelijke dag 2009 van Vlinderstichting op 14 februari
Op 14 februari 2009 vindt in de Junushoff in Wageningen van 10 u. – 16 u. de jaarlijkse Landelijke Dag plaats van De Vlinderstichting. Dit keer is het thema ‘Ruimte voor vlinders en libellen’. Parallel aan het reguliere programma wordt er ’s middags een workshop nachtvlinders herkennen gegeven door Rob de Vos. Toegang: € 8,- inclusief koffie en thee. Opgave uiterlijk 3 februari. Meer informatie via 0317-467346 of
[email protected].
15e jaargang nummer 5
Foto:Nicole Vervoort
Zwols Natuur Tijdschrift | 21
ZNT
© illustraties: Willemien van Ittersum 2008
22 | Zwols Natuur Tijdschrift
15e jaargang nummer 5
ZNT
Vangst van een liesgrasboorder tijdens de Nachtvlindernacht door Evert Ruiter
Liesgrasboorder Op 29 augustus vond de landelijke Nachtvlindernacht plaats. Gewoontegetrouw deed KNNV afdeling Zwolle daar weer aan mee. Na drie jaar gezellig bij Dirk of Silvia in de tuin, togen we ditmaal naar De Veldschuur ten noorden van Hasselt naast het fraaie natuurgebied de Olde Maten. Daar waren we te gast bij Hanneke Rademaker. We hadden er namelijk een gezamenlijk evenement van gemaakt en dat leverde wel resultaat op: over publieke belangstelling niets te klagen. Na een inleidend praatje over nachtvlinders en het nut van deze avond en, niet te vergeten, uitleg over de site www.vlindernet.nl togen we naar buiten. Het was inmiddels schemerig geworden en de lampen bij de twee opgestelde schermen gingen aan. Er werden door de tientallen aanwezigen heel wat spanners, uilen en beertjes gezien. Het niveau van de kennis varieerde van absolute leek tot ervaren nachtvlinderaar. Onze steun, toeverlaat en wandelende nachtvlinderencyclopedie, Dhr. Huisman uit Wezep, pendelde heen en weer tussen de twee schermen om behulpzaam te zijn bij determinaties. Een tweetal basisschooljuffen raakte zeer geïnspireerd en haast in vervoering van de vele bijzondere nachtvlindernamen die de revue passeerden. Wat wil je ook met soortnamen als moerasgoudvenstertje,
15e jaargang nummer 5
Foto: Bart Wierda breedbandhuismoeder, haarbos of appeltak? Hieronder staan alle soorten vermeld die we tijdens deze avond hebben genoteerd. De lijst is zeker niet compleet. De absolute klapper van de avond was echter de waarneming van de liesgrasboorder. Deze soort was sinds 1984 niet meer in Nederland waargenomen. Daarvoor was hij ook altijd al uiterst zeldzaam en slechts bekend van Midden-Limburg en Salland. Op 10 september 1978 ving Ab Goutbeek uit Dalfsen een liesgrasboorder op De Horte. Dat exemplaar is tegenwoordig te bewonderen in het Ecodrome. Gerard Beersma, collectiebeheerder van het Ecodrome, mailde mij daarover het volgende: “De collectie van Ecodrome omvat honderden soorten vlinders en in totaal zo'n 18.000 à 19.000 exemplaren. Wij verzamelen zelf geen levend materiaal (met als uit-
Zwols Natuur Tijdschrift | 23
ZNT zondering de planten voor ons herbarium), maar we kopen soms wel oude collecties op en er worden ook collecties of losse exemplaren geschonken. De liesgrasboorder is aan ons gegeven omdat dhr. Goutbeek terecht vond dat hij thuishoorde in een regionaal museum dat in staat is dit soort materiaal goed te beheren. Wat dat beheer betreft: 4x per jaar laat ik zowel de museumzalen als de depots waar de insecten en vogelcollecties staan, helemaal gassen, zodat eventuele motjes of kevertjes (tenminste de exemplaren die niet tot de collectie horen) deze actie niet overleven. De depots worden om dezelfde reden zoveel mogelijk dicht gehouden en er zijn geen openslaande ramen.” Dhr. Huisman had in de tachtiger en negentiger jaren¹ de liesgrasboorder ook al wel gevangen in de Stadsgaten bij Hasselt. Die plek ligt hemelsbreed zeker een kilometer verwijderd van de Veldschuur. Dat laat onverlet dat de waarneming op 29 augustus 2008 zeer bijzonder is. Zo werd dat ook opgevat bij De Vlinderstichting. Men was daar zeer opgetogen en er werd melding van deze waarneming gemaakt op hun site en in het blad Vlinders. Naast het educatieve karakter van de Nachtvlindernacht is dit initiatief ook bedoeld om zoveel mogelijk verspreidingsgegevens te verzamelen en als er dan ook nog zo’n verrassing uitrolt, dan is dat helemaal geweldig! Naar aanleiding van deze waarneming en de door Gerard verstrekte info togen Silvia Meijer, Anja Bosman – de Haan en ik op 14 september naar De Horte om daar nachtvlinders te bekijken. We genoten er van een prachtige zonsondergang, de stilte en een aantal leuke nachtvlindersoorten. Helaas was de liesgrasboorder niet van de partij. We zijn zeker van plan daar en in de Stadsgaten nog eens te gaan nachtvlinderen.
Waarnemingen
Nacht-
vlindernacht Locatie De Veldschuur, Hasselt Van 21.00 – 23.30 uur
gamma-uil waterleliemotje huismoeder bruine eenstaart zwarte c-uil koperuil pyramidevlinder kameeltje liesgrasboorder (1 ex) kleine hermelijnvlinder essengouduil moerasgoudvenstertje
Volgend jaar vindt alweer de vijfde Nationale Nachtvlindernacht plaats. Noteer deze datum: vrijdagavond 28 augustus 2009. Hoe, wat en waar wordt tijdig aangekondigd.
goudvenstertje goudgele boorder agaatvlinder breedbandhuismoeder bruine snuituil gewone silene-uil stro-uil gewone gouduil wilgengouduil haarbos gewone breedvleugeluil vierkantvlekuil appeltak vierbandspanner vlekstipspanner
Liesgrasboorder
Foto: Gerard Beersma
1 De waarnemingen van Dhr. Huisman zijn nog niet allemaal verwerkt in de bestanden van de Vlinderstichting. Officieel staat als laatste waarneming 1984.
24 | Zwols Natuur Tijdschrift
15e jaargang nummer 5
ZNT
Groencursus IVN 2008 Thema Herfst, excursie Paddenstoelen door Eric Tempelaar
IVN Zwolle heeft in de maanden september en oktober de Groencursus georganiseerd. De cursus bestond uit vier thema-excursies: Bladverkleuring en Bladval, Paddenstoelen, Vogeltrek en Herfstvruchten. Op zaterdag 11 oktober was de thema-excursie Paddenstoelen, waarover dit korte verslag. Ook deze zaterdag was het weer een prachtige najaarsdag. Onder deskundige leiding van Tineke Burghard (Paddenstoelenwerkgroep), verzamelde de enthousiaste groep zich bij het Engelse Werk. ‘Gelukkig’ had het de dagen ervoor behoorlijk geregend. De bodem was nog aardig nat en dat is over het algemeen bevorderlijk voor het letterlijke ‘uit de grond schieten’ van de paddenstoelen. Tineke had een grote doos met verschillende soorten meegenomen, waaronder: -Groene knolamaniet, plaatjeszwam met lamellen, groeit uit beurs, heeft ring, is zeer giftig; -Een gordijnzwam, met ‘vitrage’ of spinragachtige velumresten aan de hoedrand; -Een boleet, gaatjeszwam i.p.v. plaatjes; -Kleine stinkzwam, vliegen/insecten verspreiden sporen; -Gestreept nestzwammetje, verspreiding sporen doordat regendrup- pels de ‘sporeneitjes’ laten barsten; -Een paddenstoel uit de Russula familie. De paddenstoelen uit deze familie zijn gemakkelijk te herkennen, doordat de steel breekt als een krijtje. Tineke vertelde een aantal interessante wetenswaardigheden, zoals: -De meeste mensen denken dat paddenstoelen alleen in de herfst voorkomen, maar dat is niet waar. Ze komen het gehele jaar door voor, met wel een piek in het najaar. -De paddenstoel die wij zien, is in feite het vruchtlichaam van een netwerk van schimmeldraden (Mycelium), dat zich onder de grond bevindt of in het organisch materiaal. -We kennen soorten die op dood organisch materiaal groeien, soor- ten die juist als parasiet leven op levend materiaal en soorten die samenwerken met bomen via het wortelstelsel (z.g. symbiose). -In Nederland kunnen zo’n 3500 soorten worden gevonden. -De determinatie kan op basis van het uiterlijk, door geur of smaak, maar dikwijls kan de soortnaam pas echt worden vastgesteld door het onderzoek van de sporen onder een microscoop bij 400x tot 600x vergroting. -De Groene knolamaniet is de giftigste paddenstoel in Nederland, komt regelmatig voor in loofbos en is dodelijk giftig. Gelukkig zijn vele andere soorten niet giftig en vele zelfs eetbaar voor dier en mens. Vervolgens trok de groep door het Engelse werk over smalle onver-
15e jaargang nummer 5
harde paadjes, tussen de vele soorten bomen door. Juist deze variatie en het achterlaten van omgevallen bomen en afgewaaide takken, bevorderen het aantal verschillende soorten. Enkele soorten die we hebben gezien: -Hazenpootje, inktzwam met dunne witte steel en grauwe puntige hoed; -Honingzwam, parasitair, plaatjeszwam met honinggele hoed, gevreesd bij de bosbouw. Mycelium vormt zwarte strengen onder de schors van de aangetaste bomen. Mycelium kan ‘s nachts fluorescerend oplichten, als dat aan het oppervlak zichtbaar is; -Hertenzwam, plaatjeszwam met bleke hoed, groeit op dood hout; -Grijze buisjeszwam, groeit dakvormig op levend zwakke of dode stam, vaak gevolgd door witte bultzwam, parasiet op mycelium van de Grijze buisjeszwam; -Meniezwammetje, genoemd naar de oranje kleur, groeit als puntjes op dode takken en afgezaagde voeten; -Houtknotszwam of dodemansvingers, zwar- te knotsvormige zakjeszwam; -Week oorzwammetje, oorvormig bleke plaatjeszwam, groeit op dode stronken en stammen loofhout; -Platte tonderzwam, meerjarige gaatjes zwam, groeit dakvormig op stammen. Bruin van boven, wit van onderen; -Elfenschermpje, lila kleurige plaatjeszwam, met radijsachtige geur, groeit op bodem; -Oranje dwergmycena, geeloranje plaatjes- zwam met kleine (<1cm) hoed, groeit op plantenresten, bodemafval; -Reuzenzwam, parasitair, op stamvoet of wortels groeiende waaiervormige lichtbrui- ne/crème plaatjeszwam; -Spechtinktzwam, vrij zeldzaam, hoed zwart met witte spikkels, genoemd naar de Grote bonte specht; -Wortelende aardappelbovist, knolvormige geelbruine buikjeszwam, met wortelvormi- ge voet; -Eikelbekertje, kaneelkleurig, 1cm hoed, groeit op overjarige eikels;
Zwols Natuur Tijdschrift | 25
ZNT -Kostgangersboleet, zeldzame parasitaire geelbruine boleet, groeit op Aardappelbovist; -Biefstukzwam, tongvormige gaatjeszwam, aan de voet van loofbomen, gelijkend op een rauwe biefstuk; -Gekraagde aardster, zeldzame beige stervormige buikzwam, groeit op de bodem in bos. Helaas kwam er weer te snel een einde aan de excursieochtend. Maar er was genoeg stimulans opgedaan om later zelf op zoek te gaan naar paddenstoelen. Want één ding is zeker: tijdens de IVN Groencursus leer je kijken naar je omgeving. En als dat je eenmaal pakt, dan zie je plotseling veel meer! Met dank aan Dasja Loobeek voor haar gedetailleerde aantekeningen.
Van de KNNV bestuurstafel Het is volop herfst. De eiken in het Prins Clauspark zitten nog in blad, maar het is al goudgeel gekleurd. Nog een enkele herfststorm met veel bladval dan treedt de rust in. De winter lijkt een leeg seizoen. Maar dat is gelukkig schijn. In werkelijkheid worden er voorbereidingen getroffen voor een nieuwe periode van activiteit. Zo gaat het ook met het bestuur. Wij zijn druk bezig met de planning van lezingen en excursies. Voor de eerste maanden van 2009 staan er verschillende lezingen op het programma o.a. over paddenstoelen en de kwartelkoning. In het kader van het Natura 2000 project, waarover in de vorige ‘KNNV bestuurstafel’ geschreven is, staan twee publieksexcursies gepland: naar de Tichelgaten in maart en naar de Vreugderijkerwaard in juni. Wij willen op deze manier de natuur van ‘ons’ IJsselgebied breder onder de aandacht van de Zwolse bevolking brengen. Het bestuur heeft al eerder aangekondigd een enquête te willen houden onder de leden. Die is nu klaar. Wij hopen daarmee nuttige informatie van u te ontvangen over uw wensen en ideeën over onze afdeling. De enquête wordt per e-mail verstuurd. Zij die geen e-mailadres bezitten dan wel dit niet aan ons hebben doorgegeven, krijgen hem via de post. Wij hopen dat u allemaal de vragenlijst wilt invullen en snel terugsturen. Op de Algemene Ledenvergadering in maart kunnen de resultaten dan gepresenteerd worden. Zoals u wellicht weet, wordt er op de Nooterhof hard gewerkt aan de vernieuwing van de Kruidwisch. De toegang naar de Nooterhof is vriendelijker, meer open en daarmee ook veiliger geworden. Wij willen daarom graag weer gebruik gaan maken van deze plek voor onze activiteiten. Het is onze bedoeling om rond de opening van de Nooterhof, ergens maart - april 2009, een gezellige (voorjaars) bijeenkomst voor alle leden te organiseren, waarbij wij allen de gelegenheid hebben om bij een hapje en een drankje elkaar weer te ontmoeten. Bedoeling is daarbij een interessante lezing en verschillende excursies aan te bieden. U zult hiervoor tegen die tijd een uitnodiging ontvangen. De nieuwjaarsbijeenkomst komt daarmee deze keer te vervallen. In de rubriek ‘Activiteiten van de KNNV’, elders in dit nummer, kunt u datum, tijd en plaats van de hier genoemde en wellicht nog andere activiteiten vinden. Het jaar 2009 staat fris en vrolijk voor u klaar, net als uw bestuur. Wietske van Santen
Contributie KNNV
Tijdens de Algemene Ledenvergadering van 2008 is afgesproken om de contributie te verhogen met 25 cent. Daarmee wordt in 2009 het KNNV lidmaatschap € 26,25, regionaal lidmaatschap € 15,- en huisgenoot lidmaatschap € 11,75. De contributiebrief zal begin januari worden toegestuurd.
26 | Zwols Natuur Tijdschrift
15e jaargang nummer 5
ZNT
jonge koolmees
Foto: Nicole Vervoort
Vogelzangcursus 2009 Ook al zin in het voorjaar? Op zaterdag 7 maart en maandag 9 maart 2009 gaan de vogelzangcursussen voor beginners, gevorderden en iedereen die daar tussenin zit, weer van start. De cursus is een keer per week. De cursussen eindigen dit jaar op 23 en 25 mei. De zaterdaggroepen beginnen hun wandelingen om 8.00 uur en de maandaggroepen starten om 9.00 uur. Tijdens de vogelzangcursus gaan we elke week samen met twee gidsen op pad in het oude parkbos het Engelse Werk en het aangrenzende jonge natte Spoolderbos. Een enkele keer zullen we in overleg naar een ander gebied gaan. De gevorderden doen dat wat vaker dan de beginners. Met behulp van de enthousiaste gidsen zul je steeds meer vogels leren herkennen aan hun zang. In het begin van de cursus kun je door de nog kale takken ook kijken naar vogels. Naarmate het voorjaar vordert en er meer zomergasten terugkeren uit het zuiden, zullen er steeds meer soorten te beluisteren zijn. De eerste maand lopen we voornamelijk in het Engelse Werk waar we onder andere de boomklever, de boomkruiper, de koolmees, de pimpelmees, de roodborst, de vink en de grote bonte specht zullen horen. Naarmate het voorjaar vordert, verplaatsen we onze wandelingen meer naar het Spoolderbos, een vochtig waterrijk gebiedje met wat jongere bomen en veel struiken. Daar zullen we de terugkerende trekvogels gaan beluisteren zoals de zwartkop, de tuinfluiter, de kleine karekiet, de nachtegaal, de spotvogel en vast nog veel andere vogelsoorten die hun zang laten horen vanuit de struiken, de bomen en het riet. Het afgelopen jaar hebben we met ons allen ook kunnen genieten van bijvoorbeeld kramsvogels, gekraagde roodstaarten en bonte vliegenvangers. Een bosuil liet zich door ons bewonderen. Heel bijzonder was de groep kepen die zich een aantal weken liet zien en horen. Wie weet wat het komende seizoen ons biedt… De cursus is er voor iedereen die meer wil weten over vogels, hun zang en hun gedrag en de natuur in het voorjaar op een prachtige manier wil beleven. Kinderen vanaf 9 jaar zijn ook van harte welkom. Op 10 februari wordt er een informatieavond georganiseerd, waarbij iedereen van harte welkom is. De avond start om 20.00 uur (plaats wordt bekend gemaakt op de website en in de huis-aan-huisbladen). U kunt zich aanmelden tot 24 februari via het aanmeldingsformulier in dit ZNT (p.28) of via de website: www.ivnzwolle.nl. Graag tot ziens! De vogelzangwerkgroep van het IVN Zwolle e.o.
15e jaargang nummer 5
Zwols Natuur Tijdschrift | 27
ZNT
Herstart Mossenwerkgroep KNNV
De oproep in de ZNT Nieuwsbrief van oktober heeft ertoe geleid dat de opnieuw opgerichte Mossenwerkgroep inmiddels uit drie enthousiaste leden bestaat, zodat een voorzichtig begin gemaakt kan worden met het organiseren van activiteiten. Ieder die de Mossenwerkgroep wil komen versterken, eerst meer informatie wil of eens wil kennismaken, kan contact opnemen met Elja van Dongen, e-mail:
[email protected], tel.: 038 – 3762696.
Workshop Vogelzanggidsen
Vogelzanggidsen en natuurgidsen zijn van harte zijn uitgenodigd op 20 januari 2009. In de Eli Heijmanszaal in het Ecodrome in Zwolle Thema: Tuinvogels
Aanmeldingsformulier vogelzangcursus 2009 IVN afd. Zwolle Voornaam:..........................................................M/V Ik heb: 00 geen Achternaam:............................................................ 00 weinig 00 redelijk Adres:..................................................................... 00 veel ervaring met het herkennen van vogelzang Postcode:................................................................. Ik loop voor het ....... seizoen mee Woonplaats:............................................................. Ik ben Telefoon:.................................................................. 00 IVN/KNNV-lid 00 geen IVN-lid/donateur, maar wil hierbij lid/donateur worden E-mail:..................................................................... 00 geen IVN-lid/donateur en wil het ook niet worden. Leeftijd (kinderen)..................................................... Ik loop mee op: Bank / gironr:........................................................... 00 maandagmorgen (U krijgt van het IVN een acceptgirokaart) 00 zaterdagmorgen U kunt het IVN ook machtigen het bedrag van uw rekening te schrijven!
Ik ben op deze cursus geattendeerd door:
Hierbij machtig ik IVN Zwolle en omstreken onderstaande bedrag van mijn rekening af te schrijven, ten gunste van rekeningnummer 124197 ten name van IVN Ver. voor Natuur- en Milieu Educatie. Naam Adres Postcode en wooplaats Telefoonummer Rekeningnummer Bedrag Handtekening
28 | Zwols Natuur Tijdschrift
Cursusgeld Cursusgeld Cursusgeld Cursusgeld
voor leden en donateurs voor niet-leden én IVN lidmaatschap en IVN donateurschap
€ € € €
14,22,50 27,60 21,95
Dit formulier invullen, uitknippen en opsturen naar: IVN afdeling Zwolle en omstreken, p/a Martje Dijks, Koolzaadweg 8, 8042 HZ Zwolle
15e jaargang nummer 5
ZNT
Afscheid van Bill van Kessel?!
door Albert Versteegde aantreden als voorzitter nog een heikele financiële situatie, dit verandert al snel dankzij de goede samenwerking met vooral Elja van Dongen, die als penningmeester een ‘strakke hand’ heeft. Zo introduceren zij zaken als betaling voor cursussen, advertenties in de wandel- en fietsrouteboekjes en een vrijwillige bijdrage bij de publieksexcursies.
Het is 1 november, een grijze en regenachtige morgen, als ik naar Berkum fiets voor een bezoek aan Bill van Kessel. De aanleiding ligt in augustus toen ik -samen met Nicole Vervoort- dezelfde gang maakte voor het afscheid van Bill als redactielid van het ZNT. We brachten toen een fles whisky mee naar Bill zijn smaak (Glenfiddich, cask strength, vatted malt). Op weg naar huis spraken we af dat we in het eerstvolgende ZNT een artikeltje zouden zetten over Bill. Bill ontvangt mij (zoals altijd) hartelijk en gastvrij met een kopje thee met een lekker koekje, waarna we aan tafel gaan zitten. We moeten immers ‘werken’. Omdat ik Bill al jaren ken, is zijn verhaal niet helemaal onbekend, maar toch luister ik weer geboeid naar zijn verhalen. Bill is immers naast een goede gastheer een goed verteller. De IVN-kennismaking van Bill dateert al weer van 1984, toen hij in de krant een artikeltje las over een rondleiding van het IVN. Hij meldde zich aan bij Leny van Eijsden en Elly Osinga. Tijdens deze excursie kwam het gesprek al snel op de vereniging. Bill kreeg een uitnodiging om in Heino langs te komen, alwaar hij van alles te zien en horen kreeg en het eerste enthousiasme voor het IVN ontstond. In zijn werkzame leven heeft Bill bij Philips gewerkt. Als elektrotechnicus kwam hij in de directie terecht en de laatste jaren was hij adjunct-directeur van de technische diensten in Nederland. In de directie word je geacht op je 62e jaar met pensioen te gaan. In 1982 was het zover. Hij had in zijn arbeidzame jaren weinig ruimte voor hobby’s, dus de kennismaking met het IVN kwam op een moment waarop er wat meer ruimte in zijn agenda was ontstaan. Al snel na ‘Heino’ gaat Bill in het bestuur kijken, omdat hij nieuwsgierig is geworden en het wel even wilde ‘aanzien’. Als Han van Buuren, de toenmalige voorzitter, een auto-ongeluk krijgt in Spanje, wordt hij tijdelijk vervangen door de secretaris. Bill komt dan als waarnemend secretaris het bestuur versterken. Van het een komt het ander, en Bill wordt voorzitter van het IVN, een functie die hij 2 termijnen met veel plezier invult. Is er bij zijn
15e jaargang nummer 5
In 1990 gaat Bill de Natuurgidsencursus doen, waarna hij in september het bijbehorende diploma behaalt. Dit geeft weer veel plezier en inspiratie, en leidt tot een jarenlange inzet als natuurgids. Pas recent is hij opgehouden met het geven van publieksexcursies. Niet omdat het plezier op is, maar omdat -op 86 jarige leeftijd- de energie en het geheugen wat minder worden. ‘Het is zo (kn)-ullig dat je tien meter verder bent als je weer te binnen schiet dat het plantje van zojuist boerenwormkruid heet’, vertelt hij plastisch. Dat weerhoudt hem er overigens niet van om iedere eerste woensdag van de maand met een groep natuurgidsen op excursie te gaan ‘om het allemaal bij te houden’. Maar terug naar de chronologie. Ook na zijn bestuursjaren blijft Bill actief voor het IVN. Een van de zaken waar Bill zich sterk voor heeft gemaakt, is de oprichting van een paddenstoelenwerkgroep in 1998. Begonnen als een IVN werkgroep, werd dit later een gezamenlijke werkgroep van IVN met het KNNV. Er werden excursies georganiseerd en de onbekende paddenstoelen werden meegenomen naar het Ecodrome, alwaar met microscoop en deskundige begeleiding van Piet Bremer en Elja van Dongen het determineren wordt geleerd. In 2002 neemt Annet van der Wal de leiding over deze activiteit van hem over, maar Bill blijft onverminderd actief bij de activiteiten van de werkgroep. In 2004 word Bill in Zwolle gekozen als ’vrijwilliger van het Jaar’. Dit vanwege zijn brede maatschappelijke inzet. Niet alleen binnen de Zwolse groene verenigingen is Bill actief. Ook is hij jaren -ondermeer als bestuurder- actief binnen de Bergsportvereniging. (Hij haalt trots een herdenkingstegeltje tevoorschijn
Zwols Natuur Tijdschrift | 29
ZNT om dit te staven.) Voor de restauratie van het Dominicanenklooster zorgt Bill dat de benodigde miljoenen binnen komen. En van de Cityguides is hij -tot op de dag van vandaag- de oudste actieve stadsgids. Tijdens de IVN jaarvergadering van maart 2005, wordt Bill tot zijn verrassing benoemd tot erelid. Dit vanwege de vele verdiensten voor de vereniging en -zoals in de oorkonde stond- ´… bovenal was en ben je inspirator en stimulator van vele collega IVN’ ers´. Bill wordt nog steeds emotioneel als hij hieraan terugdenkt. “Ik heb de zilveren speld altijd op mijn jas”, vertelt hij trots. Het gesprek gaat weer terug naar de aanleiding voor dit interview. Hoe kwam Bill bij het ZNT terecht? In 1993 werd door de besturen van KNNV en IVN besloten om de afdelingsorganen ‘De Tureluur’ en ‘Fritillaria’ samen te laten gaan in ‘Het Zwols Natuurtijdschrift’. Bill is vanaf het begin enthousiast en betrokken. Hij is beschikbaar als redactielid in welke hoedanigheid hij meteen de schakel vormt naar het IVN-bestuur toe. In zijn 15 redactiejaren heeft Bill vele artikelen aangeleverd, eerst aan Diet ter Stege en later aan Anja Bosman, die de tekstuele vormgeving verzorg(d) en. Minstens zo belangrijk is zijn jarenlange stimulatie -samen met Piet Bremer- van potentiële auteurs, tekenaars en fotografen tot een inhoudelijke bijdrage aan het ZNT. Hij maakt de overgang mee van de eindredactie door Peter van Dam naar Henni van Dijk en tenslotte, recent, de overdracht van de eindredactie naar Nicole Vervoort. Tijdens de bijeenkomsten van de redactieraad konden we vaak sma-
Excursieverslag Kuinderbos Excursie op 23 augustus 2008, o.l.v. Piet Bremer
door Hans-Erik Kuyper
Hoe leuk en leerzaam kan een excursie zijn? Ik moet bekennen dat voor mij bij de gedachte aan de Noordoostpolder en een relatief jong bos (aangeplant vanaf 1947) niet direct een beeld van mooie natuur en soortendiversiteit opdoemt. Hoe verkeerd kan zo’n gedachte zijn. Onder de enthousiaste leiding van Piet Bremer toog een groepje van ongeveer 15 KNNV’ers naar dit bijzondere polderbos om te zoeken naar de verschillende soorten varens die dit Staatsbosbeheergebied rijk is. Voor de statistiek: In het Kuinderbos is recentelijk de 28ste varensoort gevonden (van de 35 in Nederland voorkomende varensoorten). (Zie bijgevoegde lijst). Al meteen bij het verlaten van de auto’s, staande in de berm langs de Hopweg, maakt Piet ons opmerkzaam op de kalkminnende vegetatie aan onze voeten. Het bermenbeheer (maaien en afvoeren) op de kalkhoudende voormalige zeebodem heeft z’n vruchten afgeworpen en we vinden dan ook veel Geelhartje (Linum catharticum) en Stijve ogentroost (Euphrasia stricta). Het is verbazingwekkend hoe een op het oog ‘strak’ vormgegeven productiebos zoveel varensoorten kan herbergen. De combinatie tussen de unieke standplaatsfactoren kalkhoudend, zeer fijn zand
30 | Zwols Natuur Tijdschrift
kelijk lachen om de verhalen en anekdotes van Bill, waarmee hij een positieve bijdrage leverde aan de vergadering. Bill kijkt met plezier en trots terug op de ontwikkeling van het ZNT dat steeds overzichtelijker werd, …”en het wordt nog steeds eigentijdser en beter”, voegt hij eraan toe. Het wordt tijd om afscheid te nemen. Ik vraag Bill of hij nog even wil poseren voor een foto. Bill stapt resoluut naar de achtertuin voor een mooie (groene) achtergrond. Het poseren vindt hij wat ongemakkelijk, maar als ik vraag om een mop te vertellen, lukt het toch om een aardig portret te schieten. Bij de voordeur kijkt Bill nog geïnteresseerd naar mijn fiets. Naar aanleiding van mijn hydraulische remmen (op een fiets?) begint hij weer over de vooruitgang van de techniek. “In mijn tijd maakte ik de overgang van hoog-ohmige (electro-)techniek naar laag-ohmige… “ We nemen afscheid en ik fiets, terugkijkend op een bijzondere ochtend, Berkum weer uit, richting huis.
. . . Het is verbazingwekkend hoe een op het oog ‘strak’ vormgegeven productiebos zoveel varensoorten kan herbergen . . .
15e jaargang nummer 5
ZNT
Stijve naaldvaren
Foto: Hans-Erik kuyper
Tongvaren
(Blokzijlzand) op vochthoudend veen en het menselijk ingrijpen door het graven van ontwateringgreppels maakt het bos een aantrekkelijke vestigingsplaats voor deze soorten. Met name in de greppels en op de greppelranden vinden we de hieronder genoemde varens terug.
Foto: Hans-Erik Kuyper
De soorten in het Kuinderbos Zwartsteel
Om deze bijzondere planten goed te kunnen zien, verlaten we al snel het pad en baant Piet zich een weg door de dichte begroeiing met behulp van een Gardena snoeischaar. Zijn decennialange ervaring met het gebied maakt dat hij ons in een rechte lijn naar een greppel weet te leiden waar we een echtpaar Mannetjes- en Wijfjesvaren (Dryopteris filix-mas en Athyrium filix-femina) aantreffen. Iets verder lopend, komen we langs dezelfde greppel ook Geschubde mannetjesvaren (D. affinis), Tongvaren (Asplenium scolopendrium) en Stijve naaldvaren (Polystichum aculeatum) tegen.
Tongvaren Steenbreekvaren Groensteel Dubbelloof Blaasvaren Geschubde mannetjesvaren Kamvaren
Tijdens onze zoektocht wordt stilgestaan bij het gevoerde beheer in deze bijzondere bossen. Piet kan zich oprecht boos maken over de soms rigoureuze houtkap in sommige percelen, waarbij de totale kroonlaag verdwijnt. Door de plotselinge lichttoetreding krijgen lichtminnende soorten (zoals Braam) de overhand en verdwijnen de varens. Ook hier bestaat de controverse tussen houtproductie aan de ene kant en het behoud van natuurwaarden aan de andere kant. Een middenweg kan er soms moeilijk gevonden worden. Piet is dan ook al 25 jaar bezig om kleine ‘varenpareltjes’ te verdedigen en weet op sommige plekken een te grove uitkap te voorkomen. Zijn persoonlijke betrokkenheid met het gebied komt ook tot uiting in de zorg waarmee hij enkele braamtakken wegknipt om een aantal exemplaren van Steenbreekvaren (Asplenium trichomanes) een groeikans te geven: beheer op de vierkante meter! Even later komen we nog een Rode Lijst-soort tegen: Rechte driehoeksvaren (Gymnocarpium robertianum). Uit vrees voor beschadiging aan het talud van de greppel, mogen we deze alleen met enige eerbiedige afstand bekijken. In het bos wordt de overgang van de holocene kalkhoudende bodem naar het pleistocene zand gemarkeerd door het voorkomen van Eikvaren (Polypodium vulgare). Aan de andere kant van de Hopweg zet zich dit pleistocene gebied voort en is recentelijk een aantal vennen hersteld. In dit gebiedje vindt het tweede deel van de excursie plaats.
Zachte stekelvaren Gebogen driehoeksvaren Rechte driehoeksvaren Stippelvaren Koningsvaren Smalle beukvaren Brede eikvaren Gewone eikvaren Stijve naaldvaren Lansvaren Zachte naaldvaren Adelaarsvaren Moerasvaren Wijfjesvaren Smalle stekelvaren Mannetjesvaren Ijzervaren Truisvaren
Helaas zit voor mij de excursie er dan al weer op en kan ik terugkijken op een fantastische zaterdagochtend. De andere excursiedeelnemers kregen nog de kans om het vennengebiedje te bezoeken en de daar aanwezige soorten te inventariseren.
15e jaargang nummer 5
Addertongvaren
Zwols Natuur Tijdschrift | 31
ZNT
............................ Vacatures IVN ............................ We merken dat er op onze oproepen in Nieuwsbrief en ZNT weinig of geen reacties komen. Evenmin op de site van de Vrijwilligerscentrale. Daarom nogmaals een hartenkreet naar ieder, die met ons mee wil denken, kennissen en familieleden wil polsen of overweegt iets voor het IVN te doen in een werkgroep, project of bestuur: We zijn op zoek naar een: • penningmeester: Klaartje Arntzen gaat ons verlaten per 1 januari. Zij heeft daar een heel goede en voor haar plezierige reden voor: ze verwacht een kindje en gaat bovendien verhuizen naar Diepenveen. (Contact opnemen met Klaartje Arntzen) • werkgroep excursies: Gerda Boonstra stopt na vele jaren inzet met haar coördinatie Excursies. Ze laat ons niet zwemmen en heeft voor de nieuw aan te stellen werkgroep een draaiboek en taakverdeling gemaakt. De werkgroep kan uit minimaal 3 mensen bestaan, bij voorkeur natuurgidsen die actief zijn / geweest zijn. (Contactpersoon Heike Tack) • redactielid voor het ZNT: er is dringend behoefte aan 2 nieuwe redactieleden die de inhoud van het ZNT willen gaan verzorgen. Voor zover het zich laat aanzien hebben we 1 iemand gevonden, die pas de Groencursus heeft gedaan. Wie wordt het 2e IVN redactielid? (Contactpersoon Albert Versteegde) • lid / leden werkgroep lezingen: samen met het KNNV lezingen organiseren (Contactpersoon Henk van Blitterswijk) • vormgever: iemand die folders e.d. kan voorzien van een goede vormgeving en • lid van het bestuur: ter versterking van het huidige bestuur( contactpersoon Ria Marteijn).
Waterestafette langs de IVN afdelingen in Overijssel
Na de Natuurestafette die in 2007 werd georganiseerd, vindt nu in het voorjaar van 2009 de Waterestafette plaats. Met deze estafette willen alle IVN afdelingen in Overijssel de aandacht richten op het water in onze provincie en allerlei dingen die daarmee te maken hebben. Bijvoorbeeld wateropslag en ruimte voor de rivier, de oorspronkelijke loop van beken terug krijgen, water in de stad, natuurlijke oevers, water om te spelen en te recreëren. Het idee is om de rivieren en beken in Overijssel te volgen, waarbij iedere afdeling een excursie of activiteit organiseert. Ook IVN Zwolle doet mee en zal in haar activiteit de IJssel als middelpunt hebben. De start van de estafette is in het weekend van 18-19 april. Eind juni is de laatste etappe. In het volgende nummer van het Zwols Natuur Tijdschrift leest u er meer over! Ria Marteijn
Catalogus van IVN-producten op MijnIVN
Het landelijk bureau van het IVN heeft een website gemaakt waarop alle IVN afdelingen en consulentschappen materialen kunnen plaatsen. IVN’ers zijn creatievelingen die allerlei mooie materialen maken om te gebruiken bij educatieve activiteiten. Denk bijvoorbeeld aan kant-en-klare tentoonstellingen, cursusmaterialen, lesbrieven, leskisten, ontdekrugzakjes, werkplannen en promotiematerialen. Deze materialen zijn onvoldoende zichtbaar en toegankelijk voor de vrijwilligers en/of beroepskrachten en daardoor zijn mensen regelmatig opnieuw het wiel aan het uitvinden. Om al die materialen nu goed op een rij te krijgen en beter toegankelijk te maken, is een speciale website gemaakt: www.mijnivn.nl. Iedereen die iets in wil voeren en lid is van een IVN afdeling, kan dat straks zelf doen. Het IVN bestuur zal een beheerder aanwijzen, die een overzicht krijgt van de producten die leden uit de afdeling aanmelden. Daarna kan iedereen gegevens invoeren. Ria Marteijn
32 | Zwols Natuur Tijdschrift
15e jaargang nummer 5
ZNT
Rietbranden ... de resultaten van twee jaar lobbyen! door Hans Nederhand
Twee jaar na de rietbranden van maart 2006 worden de eerste resultaten zichtbaar van het lobbywerk door onze natuurbeschermingscommissie. Grote illegale branden zijn verder uitgebleven. Er is dit jaar meer overjarig riet gereserveerd voor de broedvogels. Er ligt een uitstekend onderzoeksrapport dat als uitgangspunt kan dienen voor een beheerplan. En de verpachter (De Stadserven) heeft Natuurmonumenten de komende jaren ingeschakeld om het rietbeheer beter te kunnen afstemmen op de natuurwaarden van de rietvelden.
instanties kondigden aan dat zij nieuwe overtredingen niet verder wilden tolereren. Dat leverde een doorbraak op. De Stadserven toonde zich bereid het rietbeheer aan te passen en de helft van het riet te willen reserveren als nest- en foerageergelegenheid voor de grote karekiet, de roerdomp en de purperreiger. De Stadserven schakelde verder Natuurmonumenten in.
Tijdens de illegale rietbranden van 2006 ging de helft van al het overjarig riet (130 hectare) in de uiterwaarden langs het Kampereiland in het Zwarte Meer en het Ketelmeer in vlammen op. En daarmee ook de nestgelegenheid voor de broedvogels uit het gebied, zoals de grote karekiet, de roerdomp en de purperreiger.
Rijkswaterstaat en Vogelbescherming Nederland verenigden ondertussen verschillende bij het rietbeheer betrokken partijen en gaven twee bureaus de opdracht uit te zoeken hoe het rietbeheer kan worden afgestemd op het behoud van de zelfs in Europees verband unieke natuurwaarden van de rietvelden. Het onderzoek is inmiddels afgerond en zal worden vertaald in een nieuw plan voor het natuurbeheer in de rietvelden.
Wij hebben dat niet laten passeren en contact gezocht met de natuurvereniging IJsseldelta Kampen en Natuur en Milieu Overijssel. De schade hebben wij vastgelegd op luchtfoto's. Gewapend met deze foto's hebben we contact opgenomen de gemeente Kampen, de Stadserven, de provincie Overijssel, Rijkswaterstaat, het ministerie van LNV, de Algemene Inspectiedienst (AID) en de provincie Flevoland. Ook met de dienst van het ministerie van LNV die de gemeente Kampen de afgelopen zes jaar voor circa € 175.000 subsidieerde voor het natuurgerichte maaien en afvoeren (in plaats van branden!) van het riet. Met talloze gesprekken, brieven, telefoontjes en e-mails hebben we de ernst van de problemen onder de aandacht van de verantwoordelijke autoriteiten gebracht. In eerste instantie is daar door de gemeente Kampen, de provincie Overijssel en het ministerie van LNV (subsidiënt) niet, afhoudend of lauw op gereageerd. Eind vorig jaar is de ernst van de overtredingen onderkend door de Dienst Regelingen van LNV (handhaver van de Flora- en faunawet) en de provincie Flevoland (handhaver van de Natuurbeschermingswet voor het Ketelmeer en Zwarte Meer). Als het rietbeheer niet zou worden aangepast, zou dat binnen tien jaar kunnen leiden tot het uitsterven van de grote karekiet. De Dienst Regelingen van LNV stelde vast dat het door de gemeente Kampen gevoerde rietbeheer in strijd was met de Flora- en faunawet en de provincie Flevoland dat het in strijd was met de Natuurbeschermingswet. Beide
15e jaargang nummer 5
Wij verwachten dat de excessen van de afgelopen zes jaar zich niet zullen herhalen. Maar wij blijven de ontwikkelingen volgen. En dat blijkt ook nodig. Zo blijken de in januari van dit jaar gemaakte afspraken over de verbeteringen van het rietbeheer al dit voorjaar te zijn geschonden, toen er na het aanbreken van het broedseizoen (1 maart) werd doorgemaaid. Wij hebben de provincie Flevoland daarop gevraagd de maaiwerkzaamheden onmiddellijk te laten stil leggen. En verder hebben we geconstateerd dat er langs het Zwarte Meer dit jaar toch weer op beperkte schaal illegaal is gebrand. Wij blijven daarom waakzaam en rekenen daarbij ook op jullie 'ogen en oren in het veld'!
Natuurbeschermingscommissie
Zwols Natuur Tijdschrift | 33
ZNT
Speuren naar de verborgen oranjeklant
door Pien Bos
Verslag van IVN Groencursus, najaar 2008 Ook in het najaar zijn er veel vruchten en zaden te vinden in de natuur. Als je maar goed uit je ogen kijkt. Dit bleek tijdens de laatste van vier bijeenkomsten van de Groencursus van het IVN in Zwolle. Bij de drie eerdere dagen kwamen de thema’s Bomen en Bladval, Paddenstoelen en Vogeltrek aan bod. Persoonlijk dacht ik dat we wat laat in het seizoen waren om nog zaden en vruchten te kunnen vinden deze eerste november. Maar wanneer je goed keek, bleek er nog van alles aanwezig te zijn. Op Park Zandhove vertelde Agnes Neimeijer enthousiast over alles wat we onderweg tegenkwamen. Zo waren er de zaden van de Lisdodde. Deze noemde men vroeger lampenpoetser omdat de olielampjes er mee werden schoongemaakt. De Grote Klis was nog te vinden. Agnes plakte deze kleefbolletjes op haar jas als natuurlijke broche. De Ridderzuring, die o.a. door putters en mussen wordt verspreid hebben we gevonden, net als de Sneeuwbes, die haar zaden in de vrucht bewaart. Ook zagen we de Taxus, waarvan een deel van de bessen niet giftig is, maar de boom zelf wel. Van het afval van de Taxus wordt het middel Taxol gemaakt. Een anti-kankermedicijn dat word gewonnen uit de takken van de taxusboom. En dan was er ook nog de prachtige Kardinaalsmuts. De vrucht is een rozerode, vier- of vijfhokkige doosvrucht die open splijt, waarbij de vlezige, oranje zaden tevoorschijn komen. Alle delen van de plant zijn voor mensen giftig, maar vogels eten de oranje zaden waardoor deze verspreid worden. Hij dankt zijn naam aan de vorm, deze zou op een kardinaalsmuts lijken. In de oorlog noemde men het 'de verborgen oranjeklant' en ze werd gebruikt als alternatief middel tegen hoofdluis. Verder zagen we onder veel meer elzenproppen, Sprokkehout (ook wel vuilboom genoemd), en de zaden van de berenklauw. Er was dus, ondanks het late seizoen, genoeg te vinden. We hadden, net als de andere dagen, het weer erg meezitten en daarbij hebben de mensen van Zandhove ons kosteloos thee en koffie aangeboden. Het zit niet altijd mee. Een week eerder stond namelijk de vogeltrek centraal tijdens de Groencursus. We hadden afgesproken bij het Engelse Werk en liepen vol goede moed naar de vogelhut. Helaas was er werkelijk geen enkele vogel te zien. Toch was het een heel fijne, leerzame morgen. Jan Westera en Henk Luten waren zelf net terug van Schiermonnikoog, waar ze een aantal dagen vogels hadden geringd. Er werd ons verteld dat het belangrijk is dat, wanneer je een ring vindt, je deze altijd even aanmeldt bij het ringstation in de buurt. Zo blijft alle informatie optimaal bewaard. We hebben het gehad over de valk, wiens nest vol zat met pasgeringde jongen van de koolmees. De nijlgans die oprukt. Een uit gevangen-
34 | Zwols Natuur Tijdschrift
. . . wanneer je goed keek, bleek er nog van alles aanwezig te zijn. . . schap ontsnapte, agressieve gans, die geen andere vogels in zijn buurt duldt, zelfs geen valk als hij de kans krijgt. Ik kwam erachter dat de merel die dagelijks in mijn tuin komt, waarschijnlijk niet dezelfde is als die ik in de zomer tegen kom. Hoewel de klimaatverandering er steeds meer invloed op heeft, is het goed mogelijk dat de merel van afgelopen zomer toch meedoet aan de trektocht en dat de huidige merel in mijn tuin hier juist komt overwinteren. We kregen nog een folder mee van de Stichting Vogelringstation De Kooi. De tweede cursusdag ging over paddenstoelen. Daarover heeft een medecursist in dit ZNT een uitgebreide reportage geschreven. Helaas ben ik zelf niet aanwezig geweest bij de eerste cursusdag. Deze ging over bomen en bladval, en werd gehouden in Park Zandhove. Misschien is er nog een andere cursist die het leuk vindt daar iets over te schrijven in het volgende ZNT. De opkomst bij de cursus was hoog en ik kreeg de indruk dat iedereen het heel leuk vond. De cursusleiders waren allen enthousiast en we hebben veel nieuws geleerd. Bomen en bladval werd gegeven door Dirk van der Graaf, Paddenstoelen door Tineke Burghard, Vogeltrek door Henk Luten en Jan Westera en Vruchten en zaden door Agnes Neimeijer. Alle cursusleiders zijn IVN-gidsen. Daarbij hebben Gerda Boonstra en Heike Tack zich fantastisch ingezet als coördinatoren.
15e jaargang nummer 5
Bij de voorplaat De Europese ijsvogel (Alcedo atthis) is een zeer opvallende vogel, die zowel aan de lichaamsbouw, de kleur en het gedrag gemakkelijk te herkennen is. De ijsvogel behoort technisch gezien tot de orde van Scharrelaarvogels (Coraciiformes), samen met de bijeneters, scharrelaars, hoppen en neushoornvogels. Kleine visjes vormen het belangrijkste voedsel en de ijsvogel komt dan ook vooral voor in de buurt van helder, visrijk water. De vogel jaagt vanaf een post boven het water of biddend in de lucht en stort zich vervolgens loodrecht naar beneden om recht boven een vis het water in te duiken. De ijsvogel vliegt doorgaans in een rechte lijn snel en laag over het water. Het nest bevindt zich in een steile oever en bestaat uit een nestholte die te bereiken is via een zelf gegraven gang. Op de website van vwggooi.nl kun je een handleiding downloaden voor het maken van ijsvogelwanden. Hoewel de meeste Nederlandse ijsvogels ‘s winters niet wegtrekken, komen vogels uit koudere streken in Nederland overwinteren. Ondanks de naam is de ijsvogel gevoelig voor strenge winters. Behalve door de kou sterven ook vogels doordat oppervlaktewater dicht vriest, waardoor de vogel niet langer op vis kan jagen.
Redactioneel Zeldzaam Zie hier het winternummer van het Zwols Natuurtijdschrift, het kerstnummer zo u wilt. We hadden het ook themanummer ‘Zeldzame planten en dieren’ kunnen noemen, want kijkt u eens naar de inhoud: artikelen over welriekende agrimonie, muurhavikskruid, liesgrasboorder, verhalen over de purperreiger, de kleine bonte specht, rechte driehoeksvaren,…de natuur in (en iets voorbij) de Zwolse regio biedt gelukkig nog veel avontuur. Kortom: een lekker dik ZNT voor in de kerstvakantie. Vergeet u niet de vele aangekondigde activiteiten van KNNV en IVN over te schrijven in uw nieuwe agenda! De redactie wenst u natuurlijk prettige feestdagen en een goed 2009! Namens de redactie, Anja Bosman – de Haan
Planning voor 2009 ZNT nr. 1 Sluitingsdatum kopij: 23 januari 2009 Sluitingsdatum korte medelingen: 13 februari 2009 Streefdatum verschijning: begin maart 2009 ZNT nr. 2 Sluitingsdatum kopij: 17 april 2009 Sluitingsdatum korte medelingen: 8 mei 2009 Streefdatum verschijning: begin juni 2009 ZNT nr. 3 Streefdatum verschijning: half september ZNT nr. 3 Streefdatum verschijning: begin december
2 | Zwols Natuur Tijdschrift
ZNT-5omslag3.indd 2
Werkgroepen IVN en KNNV overzicht coördinatoren IVN Excursies Vogelzangcursus Wilde plantencursus Groencursus Natuurgidsencursus Fiets-/wandelroutes Jeugdactiviteiten (Groendoeners) Stands en verkoop Amfibieën Beleidszaken Veldlessen Groen voor Ouderen
Vacant Henriette Maan 038 - 444 76 12 Marlène Vaassen 0522 - 24 15 32 Heike Tack 038 - 337 57 57 Alfred v/d Burgh 038 - 422 79 47 Vacant Tineke Burghard 038 - 444 72 27 Fenna Westers 038 - 422 43 87 Fred Mensink 038 - 454 46 54 Hans de Jong 0529 - 49 76 48 Renée Cornelis 038 - 460 59 78 Jan Westera 038 - 785 01 44
Gerrit Gerritsen 038 - 422 81 22 Marion Geerink 038 - 466 24 40 Sybout Jaasma 038 - 453 75 73 Vacant
Anna Adams-Catin 038 - 421 71 96
Verwante werkgroepen Roofvogelwerkgroep Steenuilenwerkgroep Kerkuilenwerkgroep Zoogdieren werkgroep Overijssel
KNNV Afdelingsbestuur voorzitter
IVN Afdelingsbestuur voorzitter
Henk van Blitterswijk
Westenholterweg 7, 8042 AE Zwolle
[email protected] T 038 - 423 41 91
secretaris
Wietske van Santen-de Vries
penningmeester
Erwin de Visser
PR en communicatie / coordinator activiteiten
Anja Bosman-de Haan
bestuurslid
Dirk Maas
bestuurslid
Betty van Leeuwen
Prins Bernhardstraat 12, 8019 XK Zwolle
[email protected] T 038 - 422 04 50
Sloetmarke 41, 8016 CJ Zwolle
[email protected] T 038 - 465 96 07
Scheppinckmate 53, 8014 JR Zwolle
[email protected] T 038 - 465 47 35
De Doornweg 49, 8035 PD Zwolle
[email protected] T 0529 - 42 72 55
natuurhistorisch secretaris Vacant Ondersteunende functies ledenadministratie Cor Kauw
Sloetmarke 39, 8016 CJ Zwolle
[email protected] T 038 - 465 35 92
Elja van Dongen 038 - 376 26 96 Diet ter Stege 038 - 465 48 40 Evert Ruiter 038 - 455 08 91 Hans Nederhand 038 - 460 45 51 Dirk Maas 0529 - 42 72 55
Gezamenlijke werkgroep Paddenstoelen
IVN Vereniging voor Natuur- en Milieueducatie
Meidoornlaan 4, 7721 EZ Dalfsen
[email protected] T 0529 - 43 39 69
KNNV Vogelwerkgroep Werkgroep Hydrobiologie Werkgroep Knoflookpadden Werkgroep Inventarisatie Landgoed de Helmhorst Plantenwerkgroep Insectenwerkgroep Natuurbeschermingscommissie
KNNV Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging, vereniging voor veldbiologie
Jan van Dijk 038 - 465 70 50 Bé Schilder 0529 - 49 74 28 Arnold Verhoeven 038 - 465 59 64 Nico Driessen 038 - 425 09 60
15e jaargang nummer 5
webmaster
Johan Buitenkamp
Goudplevierstraat 219, 8043 JL Zwolle
[email protected] T 038 - 420 21 51
website e-mailadres afdeling postadres
www.knnv.nl/zwolle
[email protected] KNNV Afdeling Zwolle Postbus 1275 8001 BG Zwolle
Contributie KNNV Leden € 26,25 per jaar, incl. toezending van Natura, het landelijke tijdschrift van de KNNV; Huisgenootleden € 11,75 Regionale leden (afdelingslid) € 15,Gironummer: 998242 t.n.v. KNNV Zwolle. Opzeggen lidmaatschap dient uiterlijk 15 december voorafgaand aan het betreffende kalenderjaar te geschieden bij de ledenadministrateur, Cor Kauw. Ook verhuizingen graag tijdig melden.
15e jaargang nummer 5
Heike Tack
Stegginkmarke 20, 8016 MG Zwolle
[email protected] T 038 - 3375757
secretaris
Ria Marteijn
Tiendschuurstraat 80, 8043 XS Zwolle
[email protected] T 038 - 444 61 07
penningmeester
Klaartje Arntzen
bestuurslid
Krista Esselink
bestuurslid
Marieke van Slooten
bestuurslid
Marcel Tonkes
Kampmansweg 63, 7722 RV Dalfsen
[email protected] T 0529 - 43 66 78
Blaaszegge 18, 8043 LA Zwolle
[email protected] T 038 - 420 06 26
Koningin Emmalaan 2, 8051 PD Hattem
[email protected] T 038 - 444 02 15
Dreessingel 107, 8015 CJ Zwolle
[email protected] T 038 - 465 99 66
bestuurs-adviseur
Albert Versteegde
bestuurs-adviseur
Louis Zandbergen
tel. contactadres
038 - 444 61 07
website e-mailadres afdeling postadres
www.ivnzwolle.nl
[email protected]
Thorbeckelaan 2a, 8014 AZ Zwolle T 038 - 465 42 70
Drapenierlaan 27, 8043 AJ Zwolle T 038 - 420 10 83
IVN Afdeling Zwolle e.o. Postbus 272 8000 AG Zwolle
Contributie IVN Donateurs minimaal € 7,95 per jaar; Leden (actief) € 13,60 per jaar, incl. toezending van Mens en Natuur; Huisgenootlid € 6,80. Gironummer: 124197 t.n.v. IVN Zwolle Wijzigingen m.b.t. het donateurs- en lidmaatschap schriftelijk doorgeven aan postadres of per e-mail:
[email protected]
Zwols Natuur Tijdschrift | 35
21-11-2008 15:30:07
Indien onbestelbaar retour zenden aan: Postbus 1275 8001 BG Zwolle
Zwols
Tijdschrift
Jaargang 15 nummer 5, december 2008
Verschijnt 5 keer per jaar in een oplage van 650 exemplaren.
Redactie
Anja Bosman-de Haan, Albert Versteegde, Nicole Vervoort
Eindredactie
Anja Bosman-de Haan, Nicole Vervoort
Vormgeving
Nicole Vervoort
Druk
Drukkerij Veldman, IJsselmuiden
Redactieadres
Kattenwinkelweg 12 8015 PW Zwolle T 0529-481488 e-mail:
[email protected] Aanleveren van kopij voor het ZNT: Liefst digitaal zonder opmaak via e-mail of op CD aan het redactieadres. Geschreven, niet uitgetypte kopij sturen aan: IVN afdeling Zwolle e.o. Postbus 272 8000 AG Zwolle
in dit nummer:
ontwerp omslag: Henni van Dijk
Het ZNT is het gezamenlijke tijdschrift van IVN en KNNV, beide afdeling Zwolle