Syllabus Burgerarrest HEMA Academie
ALLEMAAL REGELS De rechtspraak in ons land is een gecompliceerd geheel. Naast de verschillende rechtbanken bestaan er ook verschillende soorten recht. Elk soort recht kun je zien als een verzameling van een aantal regels. Je kunt te maken krijgen met bestuursrecht, privaatrecht, civiel recht, strafrecht en staatsrecht.
Bestuursrecht Het bestuursrecht schetst regels over de bestuurstaak van de overheid. De gemeente, de provincie en de rijksoverheid moeten zich hieraan houden. Binnen het bestuursrecht kunnen zij verschillende soorten besluiten nemen.
Beschikking 2
Een besluit met een individueel of concreet karakter is een beschikking. Voorbeelden van beschikkingen zijn het verlenen van een vergunning, het terugvorderen van teveel betaalde uitkeringen of de afgifte van een rijbewijs.
Besluit van algemene strekking Een besluit met een meer algemeen karakter noem je een besluit van algemene strekking. Voorbeelden hiervan zijn een bestemmingsplan voor een bepaald gebied, het aanwijzen van een bepaald terrein als parkeerterrein en het besluit tot plaatsing van verkeersborden.
Burgers Het bestuursrecht regelt ook wat burgers kunnen doen als zij het met deze besluiten niet eens zijn. Directe belanghebbenden kunnen bezwaar maken en eventueel in beroep gaan bij de rechter. Hoe men tegen een besluit bezwaar kan maken, moet altijd in het besluit vermeld staan. De belangrijkste regels van het bestuursrecht staan in de Algemene wet bestuursrecht, maar er zijn ook speciale wetten waarin aparte regels beschreven staan.
Civiel recht Het civiel recht, ook wel burgerlijk recht genoemd, beschrijft de regels voor de onderlinge verhoudingen tussen personen. Voorbeelden hiervan zijn het personenrecht, familierecht, handelsrecht, huurrecht en arbeidsrecht.
Privaatrecht Privaatrecht geeft rechtsregels aan, die rechten en plichten tussen burgers onderling en die tussen burgers en overheden vaststellen. De overheid bekleedt daarbij geen machtspositie. Een voorbeeld hiervan is een arbeidscontract met een schoonmaakbedrijf voor het schoonhouden van een ministerie.
Staatsrecht Het staatsrecht omvat regels die de organisatie van de overheid, de verhouding tussen de hogere en lagere overheden onderling en de relatie tussen burger en overheid vaststellen. Je kunt denken aan onderwerpen zoals de taakverdeling tussen rijk, provincie en gemeenten, de verhouding tussen regering en volksvertegenwoordiging, de positie van de koning(in) en de rechten van de burger.
Grondwet In het staatsrecht is de Grondwet verreweg de belangrijkste wettelijke regeling, hierin liggen de regels van onze democratie vast.
Strafrecht In het strafrecht zijn de regels vastgelegd waaraan burgers zich moeten houden. Al deze regels staan in het Wetboek van Strafrecht en in afzonderlijke wetten. De regels van het strafrecht bestaan uit een omschrijving van strafbare feiten en de manier waarop iemand kan worden bestraft. Als iemand zich niet aan de regels houdt, dan pleegt hij een strafbaar feit en kan hij of zij als verdachte worden aangemerkt. Hij moet dan, wanneer de officier van justitie dat wil, als verdachte voor de rechter verschijnen.
Soorten strafbare feiten Er zijn twee soorten strafbare feiten. De eerste zijn overtredingen; dit zijn relatief lichte vergrijpen. Misdrijven, zoals moord, zijn ernstige feiten. De training Burgerarrest gaat over uw bevoegdheden, wat u kunt doen als iemand een strafbaar feit pleegt.
3
HETERDAAD Het beste is natuurlijk om te voorkomen dat er een misdrijf of overtreding wordt gepleegd. Dit heet preventief optreden. Wanneer dit niet lukt of als het daarvoor te laat is, dan kunt u alleen nog repressief optreden. Dat betekent dat tot aanhouding wordt overgegaan. In dit hoofdstuk wordt verder ingegaan op hoe op te treden bij een heterdaadaanhouding bij een misdrijf of overtreding.
Overtredingen en misdrijven In het strafrecht zijn twee soorten strafbare feiten: overtredingen en misdrijven.
Overtredingen 4
Overtredingen zijn lichte strafbare feiten, zoals openbare dronkenschap en verkeersovertredingen. Deze zaken behandelt de kantonrechter.
Misdrijven Misdrijven zijn ernstigere strafbare feiten, zoals de handel in drugs, diefstal of moord.
Wat mag volgens de wet? Iedere burger is gerechtigd om bij de ontdekking van een strafbaar feit op heterdaad iemand aan te houden. Dit betekent: vasthouden tot de politie komt om hem of haar over te dragen. Helaas leert de praktijk dat verdachten zich in sommige gevallen verzetten tegen een aanhouding. In deze gevallen mag gepaste dwang worden ingezet Gepaste dwang is toegestaan tot de komst van de politie. U mag een persoon bedwingen door hem of haar tegen een muur of tegen de vloer te drukken tot hij meewerkt. Dreigen met wapens of iemand mishandelen mag nooit. Als na een aanhouding iemand aangifte doet van mishandeling, bepaalt de Officier van Justitie achteraf of u juist hebt gehandeld. Als de Officier van Justitie twijfelt aan uw optreden dan maakt hij er een zaak van die wordt voorgelegd aan de rechter. De rechter geeft dan een uiteindelijk oordeel of u gestraft wordt. Camerabeelden kunnen in deze kwesties ook als ondersteunend bewijs dienen van de ondernemer jegens de verdachte.
Wanneer is iemand een verdachte? Niet iedereen mag zomaar als verdachte van een misdrijf worden aangemerkt. Artikel 27 van het Wetboek van Strafvordering stelt dan ook dat een verdachte moet worden gezien als:
‘Degene te wiens aanzien uit feiten of omstandigheden een redelijk vermoeden van schuld aan enig strafbaar feit voortvloeit’. We gaan werken aan de hand van een praktijkvoorbeeld winkeldiefstal: Er moet allereerst sprake zijn van feiten of omstandigheden waardoor winkelmedewerkers vermoeden dat iemand zich schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit. Dit vermoeden moet een redelijk vermoeden zijn. Dat wil zeggen: het vermoeden moet niet onlogisch of absurd zijn in de ogen van een buitenstaander. In de praktijk betekent het dat u moet hebben gezien dat iemand iets in zijn of haar jas of tas heeft gestopt en dit niet ter betaling bij de kassa heeft aangeboden. Een klant moet eerst door de poortjes of de uitgang zijn gelopen om te kunnen bewijzen deze klant iets heeft gestolen. Bij winkels die poortjes hebben (elektronische artikelbeveiliging, bestaande uit poortjes bij de kassa of de ingang en beveiligingselementen op te beveiligen artikelen) zal het systeem alarm geven op het moment dat artikelen niet ter betaling zijn aangeboden. Er zal echter eerst moeten worden vastgesteld dat het om een beveiligd en een niet ter betaling aangeboden artikel uit de winkel gaat.
Doel van aanhouding Volgens de wet is het doel van een aanhouding een verdachte te leiden voor een Officier of Hulpofficier van Justitie, zodat de verdachte verhoord kan worden. In de praktijk zal de politie hiervoor zorg dragen. Als u de politie belt, zal deze de verdachte ophalen, verhoren, een proces-verbaal opmaken en dit doorsturen
5
naar de Officier van Justitie. De Officier van Justitie bepaalt dan of er voldoende feiten zijn om tot vervolging over te gaan en de zaak voor de rechter te brengen. De rechter kijkt of er voldoende bewijs is en bepaalt of de verdachte schuldig is. Wordt deze schuldig bevonden, dan kan de rechter een straf opleggen. Camera’s in uw winkel zorgen natuurlijk voor extra bewijs.
Bevoegdheid tot aanhouden
6
Indien iemand van diefstal of een ander strafbaar feit (zoals vernieling) wordt verdacht, kan deze direct worden aangehouden. De bevoegdheid tot aanhouden van een verdachte van een strafbaar feit heeft iedereen, elke burger, dus ook u. Aanhouden mag alleen bij ontdekking op heterdaad. Heterdaad betekent het moment dat u het strafbare feit ziet gebeuren, bijvoorbeeld als u ziet dat iemand iets in zijn zak heeft gestopt, naar de kassa loopt en niet betaalt. Houdt u die persoon aan voor diefstal, dan is dat op heterdaad. Ziet u dezelfde persoon de kassa passeren en u doet niets, en komt deze persoon na een uur weer de winkel binnen, dan is het geen heterdaad en mag u hem niet aanhouden. Buiten heterdaad mag alleen de politie de aanhouding verrichten. Een voorbeeld daarvan is dat u een signalement, bijvoorbeeld videoopname of foto heeft van een verdachte van een kassagreep of overval. De politie mag deze persoon ook na enkele dagen of weken aanhouden. Aanhouden heeft consequenties voor de verdachte en ook voor u. Aanhouden is iemand zijn vrijheid benemen. U legt iemand vrijheidsbeperkingen op. Bij aanhouden bent u wettelijk verplicht de verdachte direct aan de politie over te dragen. Houdt er rekening mee dat in stressvolle situaties het wachten op de komst van de politie altijd langer lijkt te duren; een minuut lijkt veel langer te duren dan de werkelijkheid. Wees duidelijk aan de telefoon dat u een verdachte vast heeft. De politie kan dan direct in actie komen voor dergelijke heterdaadsituaties.
De aanhouding Indien preventief optreden geen gewenst effect heeft of als er is sprake van herhaling door dezelfde verdachte, dan kunt u overgaan tot aanhouding. Bij geweld of bedreiging dient altijd direct de politie te worden gealarmeerd om de persoon aan te houden.
Het benaderen van een verdachte gebeurt als volgt:
Algemeen: -
Blijf kalm en beleefd, maar wel overtuigend. Voorkom paniekreacties. Toepassing van geweld dient te worden voorkomen. Bij aanhouding mag alleen gepaste dwang worden gebruikt. Ga nooit een gevecht aan, tenzij het dient voor uw eigen zelfverdediging. - Bedenk dat uw eigen veiligheid en de veiligheid van andere mensen, altijd voorop moet staan.
Aanspreken: - Stel u allebei voor, noem uw naam en eventueel uw functie (bijvoorbeeld beveiliger/toezichthouder). - Verzoek de betrokkene vrijwillig mee te werken. - Indien de betrokkene dit weigert, kunt u hem of haar ter plekke aanhouden. - Spreek de volgende letterlijke juridische tekst uit: “Ik houd u aan wegens diefstal.” Bel direct het spoednummer van de politie (1-1-2) en vraag naar de plaatselijke politie.
Begeleiden: - Blijft naast de verdachte lopen. Een andere burger loopt achter de betrokkene ter voorkoming van paniekreacties of opkomende agressie. - Voorkom het wegwerpen of het verstoppen van bijvoorbeeld gestolen artikelen of voorwerpen waarmee hij/zij het misdrijf heeft gepleegd.
Begeleiding naar een rustige plaats: -
Laat betrokkene niet naar het toilet gaan of telefoneren. Laat de betrokkene plaatsnemen en leg de procedure uit. Ga zelf ook zitten om agressie te voorkomen. Laat betrokkene zelf tas, jas en broekzakken leegmaken of wacht op de politie. - Kom nooit aan zijn of haar kleding of lichaam.
7
- Blijf altijd met twee personen bij de verdachte. Zeker wanneer u man bent en de verdachte een vrouw. Regelmatig beschuldigen verdachten aanhouders van seksueel misbruik. Om dit te voorkomen is het zaak altijd met twee personen bij de verdachte te blijven. - Zorg dat de aangehouden persoon niet eenvoudig de ruimte kan verlaten door bijvoorbeeld zelf bij de deur plaats te nemen.
In beslag nemen:
8
U mag nooit een voorwerp in beslag nemen dat de verdachte met zich meevoert in zijn kleding of aan het lichaam. U mag in geen geval in de kleding of aan het lichaam gaan zoeken naar voorwerpen. Wel kunt u vragen of de verdachte op vrijwillige basis zijn of haar zakken wil legen of zijn of haar tas wil afgeven. Beter is nergens aan te komen, problemen en agressie van de verdachte te voorkomen en de inbeslagneming door de politie te laten doen. De politie mag de verdachte wel onderzoeken. Van belang is daarom om de verdachte nooit alleen te laten zodat hij iets kan verstoppen of weggooien. Laat de verdachte ook niet naar het toilet gaan. Nogmaals, u mag alleen vragen of de verdachte op vrijwillige basis zijn of haar zakken wilt legen.
Stress en nazorg: - Besef dat het gepleegde misdrijf spanningen kan oproepen. Ga hier op de juiste manier mee om. - Wees bedacht op machogedrag, angst of onzekerheid. - Zorg dat u weet wat de nazorg is bij incidenten en maak er gebruik van. U kunt ook gebruik maken van Slachtofferhulp. Via de politie kunt u hiermee in contact komen. - Doe iets met de angst en onzekerheid die u ervaart na een incident. Achterdocht en overreageren zijn bijvoorbeeld ongewenste effecten. - Spanning kan bij een dader tot agressie leiden, maar ook in uw directe omgeving.
Wat te doen bij een vergissing? - Biedt zonder meer uw excuses aan. - Geef de reden van het misverstand op. - Wees open en eerlijk.
BEVOEGDHEDEN Dit hoofdstuk gaat over de bevoegdheden van de burger en de strafrechtelijke achtergronden. Dit hoofdstuk is bedoeld voor de beveiligingsmedewerker, omdat de beveiligingsmedewerker moet weten op welke wettelijke basis hij zijn of haar bevoegdheden toepast. De beveiligingsmedewerker zal zich later moeten kunnen verantwoorden voor zijn of haar optreden.
Strafrecht Het strafrecht gaat over strafbaar gedrag. Bepaalde gedragingen zijn bij wet verboden en op overtreding is een straf gesteld. Veel strafbare feiten vind u in het Wetboek van Strafrecht. De zwaardere strafbare feiten staan in Boek 2 van dit wetboek, dat zijn de misdrijven. De lichtere strafbare feiten staan in Boek 3, dat zijn de overtredingen. Binnen het strafrecht wordt verschil gemaakt tussen materieel strafrecht en formeel strafrecht. In het materieel strafrecht vindt u onder andere de strafbare feiten en de maximumstraffen. Het formeel strafrecht beschrijft de rechtszaak en alles wat daaraan vooraf gaat, zoals het opsporingsonderzoek door de politie. Anders gezegd: het formeel strafrecht beschrijft wat er gebeurt als iemand een strafbaar feit heeft gepleegd. Het materieel strafrecht staat in het Wetboek van Strafrecht, het formele deel in het Wetboek van Strafvordering.
Wanneer is iemand verdacht? Wat is toch ook al weer de officiële wettekst van een verdachte van diefstal? “Hij die enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort wegneemt, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, wordt, als schuldig aan diefstal, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie”. (Artikel 310, Wetboek van Strafrecht). Het Wetboek van Strafrecht zegt dus dat iemand zich schuldig maakt aan diefstal als hij/zij: a. een artikel uit de winkel pakt met de bedoeling b. dat artikel voor zichzelf te houden c. zonder daarvoor te willen betalen
9
Het verstoppen van artikelen kan voldoende reden zijn voor u om aan te nemen dat de verdachte een diefstal pleegt. Het venijn zit in het woord oogmerk ofwel bedoeling. Want over bedoeling valt te twisten. U kunt iemand aanhouden als u een redelijke verdenking van schuld hebt. Die verdenking kan ontstaan uit waarneming (u ziet iemand iets pakken en niet afrekenen), maar ook uit omstandigheden: er verdwijnt bijvoorbeeld iets dat alleen de verdachte gepakt kan hebben, zonder dit artikel af te rekenen. Over zijn bedoeling mag de verdachte dan twisten met Justitie.
10
Een redelijke verdenking kan al ontstaan voordat iemand de kassa passeert. De Hoge Raad heeft bepaald dat iemand die een artikel zo goed wegstopt dat het niet meer te zien is, zich schuldig maakt aan een voltooide diefstal. Denk daarbij aan het verstoppen van artikelen in de kleding of in een gesloten tas. Iemand die zich daaraan schuldig maakt, kunt u dus zonder meer aanhouden op verdenking van diefstal. U hoeft dan niet te wachten tot iemand langs de poortjes of de uitgang loopt.
Feiten en omstandigheden Niet iedereen mag zomaar als verdachte van bijvoorbeeld diefstal worden aangemerkt. Artikel 27 van het Wetboek van Strafvordering stelt dan ook dat een verdachte moet worden gezien als ‘degene te wiens aanzien uit feiten of omstandigheden een redelijk vermoeden van schuld aan enig strafbaar feit voortvloeit’. Er moet dus eerst sprake zijn van feiten of omstandigheden waardoor winkelmedewerkers vermoeden dat iemand zich schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit. Dit vermoeden moet een redelijk vermoeden zijn. Dat wil zeggen: het vermoeden moet niet onlogisch of absurd zijn in de ogen van een buitenstaander. In de praktijk betekent het dat u moet hebben gezien dat iemand iets in zijn of haar jas of tas heeft gestopt en niet ter betaling bij de kassa heeft aangeboden. Bij winkels die poortjes hebben (elektronische artikelbeveiliging, bestaande uit poortjes bij de kassa of de ingang en beveiligingselementen op te beveiligen artikelen) zal het systeem alarm geven op het moment dat artikelen niet ter betaling zijn aangeboden. Er zal echter eerst moeten worden vastgesteld dat het om een beveiligd en een niet ter betaling aangeboden artikel uit de winkel gaat.
Feiten Dit begrip is voor een ieder helder. Een voorbeeld: u bent onderweg naar een bedrijf en ziet op straat twee jongens bij elkaar staan. U ziet dat de ene jongen de andere jongen een vuistslag op het gelaat geeft. U ziet dat de jongen die geraakt wordt, neervalt en blijft liggen. De feiten uit dit voorbeeld spreken voor zich. U heeft feitelijk een mishandeling gezien waarbij er een dader en een slachtoffer zijn aan te wijzen.
Omstandigheden Dit begrip is abstracter. Wat zijn nu precies omstandigheden? We maken gebruik van een vergelijkbaar voorbeeld, echter je ziet nu een slachtoffer op de grond liggen. Bij dat slachtoffer staat een jongen. Zodra je het slachtoffer en de jongen nadert zie je dat de jongen bij jouw aankomst wegloopt. Verder zie je dat die jongen een bebloede hand heeft. Ook zie je dat er bloed vloeit uit het gelaat van het slachtoffer. Je ziet dat er voldoende omstandigheden zijn om de jongen die wegloopt aan te wijzen als verdachte van mishandeling, zonder dat je de feitelijke mishandeling zelf gezien hebt.
Bevoegdheid tot staande houden Wie zijn er bevoegd tot staande houden? Staande houden staat omschreven in artikel 52 van het Wetboek van Strafvordering en zegt het volgende: ”Iedere opsporingsambtenaar is bevoegd den verdachte naar zijn naam, voornamen, geboortedatum, geboorteplaats, adres waarop hij als ingezetene in de basisadministratie persoonsgegevens staat ingeschreven en woon- of verblijfplaats te vragen en hem daartoe staande te houden.” De bevoegdheid staande houden is dus alleen aan opsporingsambtenaren gegeven. Een beveiliger is niet bevoegd om een persoon staande te houden en naar persoonsgegevens te vragen, maar er is een uitzondering waarop iedere burger, en dus ook een beveiliger iemand mag aanhouden: In geval van ontdekking op heterdaad is een ieder bevoegd de verdachte aan te houden. Deze bevoegdheid geldt dus zowel voor misdrijven als overtredingen. (Artikel 53 Wetboek van Strafrechten lid 1)
11
Ontdekking op heterdaad “Ontdekking op heterdaad vindt plaats, wanneer het strafbare feit ontdekt wordt terwijl het begaan wordt, of terstond nadat het begaan is. Het geval van ontdekking op heterdaad wordt niet langer aanwezig geacht dan kort na het feit dat gepleegd is.” (Artikel 128 van het Wetboek van Strafvordering)
12
Wat wordt er bedoeld met “Terstond nadat het begaan is wordt per geval beoordeeld”? Indien iemand van diefstal of een ander strafbaar feit (zoals vernieling) wordt verdacht, kan deze worden aangehouden. De bevoegdheid tot aanhouden van een verdachte van een strafbaar feit heeft iedereen. Indien je een verdachte 10 minuten, nadat het feit is heeft plaatsgevonden, ziet lopen en je hebt de achtervolging onderbroken, dan is het geen heterdaad. Het is beter om eerst de Hulpofficier van Justitie te raadplegen aangezien er sprake is van een buiten heterdaad situatie. Heb je de achtervolging of zoektocht niet onderbroken, dan is er wel sprake van een heterdaad situatie. Om uiteindelijk iemand te kunnen vervolgen moet voldaan worden aan de volgende eisen:
”Voor het begin van de vervolging is de verdachte degene van wie uit feiten of omstandigheden een redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit wordt aangenomen, daarna is de verdachte degene tegen wie de vervolging is gericht.” (Artikel 27 van het Wetboek van Strafvordering). Er wordt gesproken over feiten of omstandigheden. Belangrijk voor de dagelijkse praktijk is om de definitie goed te begrijpen. Aanhouden mag alleen bij ontdekking op heterdaad. Heterdaad betekent het moment dat u het strafbaar feit ziet gebeuren, bijvoorbeeld als u ziet dat iemand iets in zijn zak heeft gestopt, naar de kassa loopt en niet betaalt. Houdt u die persoon aan voor diefstal, dan is dat op heterdaad. Buiten heterdaad mag alleen de politie de aanhouding verrichten. Een voorbeeld daarvan is dat u een signalement, bijvoorbeeld video-opname of foto heeft van een verdachte van een kassagreep of overval. De politie mag deze persoon ook na enkele dagen of weken aanhouden.
De aanhouding Als u iemand aanhoudt, berooft u iemand tijdelijk van zijn vrijheid. Dat kunt u alleen legaal doen als u ook de vervolgstappen zet: De politie waarschuwen en zo mogelijk het aanhoudings- en aangifteformulier invullen. Let op: in alle andere gevallen dan heterdaad, kunt u wel aangifte doen op basis van uw waarnemingen of vermoeden, maar mag u geen aanhouding verrichten. Artikel 53 van het Wetboek van Strafvordering geeft verder aan dat de opsporingsambtenaren die de verdachte aangehouden hebben, deze ten spoedigste voorgeleiden aan een hulpofficier van justitie. Geschiedt de aanhouding door een ander (een ieder), dan draagt deze de aangehoudene onverwijld over aan een opsporingsambtenaar, onder afgifte van mogelijk in beslag genomen voorwerpen.
Het verschil tussen aanhouden en staande houden Het belangrijkste verschil tussen aanhouden en staande houden is het volgende: - een aanhouding van een verdachte bij een heterdaadsituatie kan door iedereen; - staande houden is een bevoegdheid van opsporingsambtenaren bij een verdachte.
Doel van aanhouding Volgens de wet is het doel van een aanhouding een verdachte voor te leiden aan een Officier of Hulpofficier van Justitie, zodat de verdachte verhoord kan worden. In de praktijk zal de politie hiervoor zorg dragen. Als u de politie belt, zal deze de verdachte ophalen, verhoren, een proces-verbaal opmaken en dit doorsturen naar de Officier van Justitie. De Officier van Justitie bepaalt dan of er voldoende feiten zijn om tot vervolging over te gaan en de zaak voor de rechter te brengen. De rechter kijkt of er voldoende bewijs is en bepaalt of de verdachte schuldig is. Wordt deze schuldig bevonden, dan kan de rechter een straf opleggen.
13
Inbeslagneming bij aanhouding Deze bevoegdheid wordt beschreven in het Wetboek van Strafvordering in artikel 95. ”Hij die den verdachte aanhoudt of staande houdt, kan voor inbeslagneming vatbare voorwerpen, door dezen met zich gevoerd, in beslag nemen.” Nu ziet u dat artikel 95 een ieder de bevoegdheid geeft tot inbeslagname, met die restrictie dat het voor inbeslagname vatbare voorwerpen moeten zijn. Wat wordt hiermee bedoeld? Vatbaar voor inbeslagneming zijn alle voorwerpen die kunnen dienen om de waarheid aan het licht te brengen. (Wetboek van Strafvordering, artikel 94). We zullen hier voor het gemak alleen artikel 94 lid 1 bespreken. Hierin staat: “Een burger die een verdachte aanhoudt, zal dus de goederen die de verdachte met zich voert in beslag mogen nemen. “
14
Let op!! Burgers en beveiligers zonder opsporingsbevoegdheden mogen de verdachte niet aan de kleding of aan het lichaam onderzoeken. Aan de kleding onderzoeken is het aftasten van de kleding. Het openen van een jas en het voelen in broekzakken, et cetera is fouilleren. Kortom, wettelijk is het wel toegestaan voorwerpen in beslag te nemen waar u bij kunt zonder de verdachte aan te raken. Ter voorkoming van agressie kunt u dit echter beter aan de politie overlaten.
De aanhoudingsprocedure Beveiligingsmedewerkers die een verdachte hebben aangehouden, zijn verplicht de verdachte onverwijld aan de politie over te dragen. De politie op haar beurt is verplicht de verdachte ten spoedigste voor te geleiden aan een hulpofficier van justitie. En en ander is terug te vinden in artikel 53 van het Wetboek van Strafvordering. Opmerking: het is van belang dat de aanhouder de redenen van wetenschap goed overbrengt op het aanhoudings- en aangifteformulier. Redenen van wetenschap zijn: zien, horen, voelen, ruikenen proeven. Onderschat de redenen van wetenschap niet! De redenen van wetenschap zijn namelijk cruciaal bij het wel of niet kunnen vervolgen van een verdachte. U moet dus een goede beschrijving van de situatie geven. Nadat de verdachte is aangehouden zal hij of zij worden overgebracht naar een plaats van verhoor of onderzoek. Meestal is dit een politiebureau. De verdachte zal hier dan ook worden ingesloten. Tevens
zal de Hulpofficier van Justitie de rechtmatigheid van de aanhouding toetsen. Indien de hulpofficier heeft bepaald dat de aanhouding rechtmatig is en/of dat de verdachte op bevel van de Hulp Officier van Justitie voor verder onderzoek kan worden opgehouden, gaat de tijd van onderzoek in. Deze tijd bedraagt 6 uur waarbij de tijd tussen 00:00 uur en 09:00 uur niet meetelt. Een verdachte kan ook nog in verzekering worden gesteld. Deze termijn bedraagt 3 x 24 uur. Wettelijk is bepaald dat de verdachte altijd binnen 87 uur aan een rechter-commissaris moet worden voorgeleid. Deze tijd is gerekend vanaf het tijdstip van aanhouding. De aanhoudingsprocedure ziet er als volgt uit: 1. Stap bij voorkeur met twee personen af op de winkeldief. Blijf kalm en beleefd. Stel u allebei voor, noem uw naam en functie. 2. Vertel de verdachte wat u gezien heeft- zonder te spreken over diefstal- en vraag of deze vrijwillig met u mee wil komen naar het kantoor of magazijn om de kwestie te bespreken. 3. Weigert de verdachte, dan kunt u hem of haar ter plekke aanhouden. Spreek daarbij de letterlijke tekst:” ik houd u aan wegens verdenking van diefstal”. Geef aan wat de reden is waarvoor hij/zij is aangehouden. 4. Vul het aanhoudings- en aangifteformulier compleet en volledig in. 5. Zorg ervoor dat direct hierna de politie wordt gebeld. (bel 1-1-2). 6. Deel de verdachte mee dat de politie wordt gewaarschuwd. 7. U neemt, zo mogelijk, het goed in beslag. 8. Laat betrokkene niet naar het toilet gaan of telefoneren. 9. U vertelt aan de verdachte dat hij/zij wordt overgedragen aan de politie. Geef aan wat de reden is waarvoor hij/zij is aangehouden. 10. U reikt mogelijk een ontzegging winkeltoegang uit wanneer de politie er is. U sluit indien nodig tijdelijk de verdachte op in afwachting van de politie en blijft bij de verdachte. Als de HOvJ (Hulpofficier van Justitie) ter plaatse komt dan toetst de HOvJ op de volgende criteria of de aanhouding rechtmatig is: - Is er sprake van een verdachte (volgens artikel 27 WvS)? - Is er sprake van een heterdaadsituatie? - Is er rechtmatig gehandeld?
15
Geweld In het geval van de werkzaamheden die een beveiligingsmedewerker uitvoert, is het mogelijk dat enig geweld onvermijdbaar is. Echter, nu is de vraag wat nu precies geweld is. ”Geweld is het uitoefenen van enige kracht van meer dan geringe betekenis.” In de praktijk is gebleken dat niet iedere aanhouding zonder geweld is uit te voeren. In bepaalde gevallen zal de aanhouding zelfs niet eens mogelijk zijn zonder het gebruik van geweld. Wie zijn er bevoegd tot het toepassen van geweld? Indien een burger geweld toepast om zijn doel te bereiken zal hij vervolgd kunnen worden voor mishandeling tenzij er sprake is van een uitsluitingsgrond. De wetgever heeft bepaald dat het geweldsmonopolie bij de politie ligt. Mag de beveiligingsmedewerker of winkelpersoneel helemaal niets doen? Jawel, u heeft recht om u zelf te verdedigen tegen geweld. Maar, u mag het geweld niet als eerste toepassen.
16
Een voorbeeld: een beveiliger wil iemand aan gaan houden die een strafbaar feit heeft gepleegd. Omdat de beveiliger verwacht dat de verdachte wel eens lastig zou kunnen worden, geeft de beveiliger hem alvast een paar klappen. Dit is natuurlijk niet toegestaan. Anders is het als de verdachte duidelijk maakt niet mee te willen door zijn vuisten te ballen en dreigend op de beveiliger af te lopen. De verdachte dreigt de beveiliger door te roepen dat hij de kop van zijn romp slaat als hij hem probeert aan te houden. Om deze dreiging af te wenden geeft de beveiliger die persoon een harde duw tegen de borst waardoor het verzet breekt en de persoon kan worden aangehouden. Echter, later blijkt dat de persoon die de duw op de borst heeft gehad klaagt over pijn in de borst en dat hij tevens een grote blauwe plek op de borst heeft. Aangezien er nu ook letsel is, omdat geweld is toegepast, kan de beveiliger zich beroepen op noodweer. In artikel 41 lid 1 van het Wetboek van Strafrecht staat namelijk:
“Niet strafbaar is hij, die een feit begaat, geboden door de noodzakelijke verdediging van eigen of een anders lijf, eerbaarheid of goed, tegen ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding.” Ondanks dat er toch geweld is toegepast, heeft de wetgever gezegd dat men gerechtigd is om zichzelf of een ander te verdedigen tegen ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding. Men heeft het recht zichzelf te verdedigen als een verdachte u rechtstreeks pijn of letsel wil toebrengen en afwerings- of ontwijkingsmanoeuvres niet helpen.
De vragen die u dus zult moeten kunnen beantwoorden zijn: Was er sprake van noodzakelijke verdediging van mijn eigen of een anders lijf, eerbaarheid of goed? Was er sprake van ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding? U mag niet meer geweld gebruiken dan strikt noodzakelijk is voor uw verdediging.
Proportionaliteit en subsidiariteit In deze context worden ook vaak de volgende begrippen gebruikt: proportioneel en subsidiair geweld toepassen. Subsidiariteit betekent: Is er een andere mogelijkheid om het probleem op te lossen? Zo nee, dan moet het geweld proportioneel worden toegepast. Dit betekent in verhouding tot het dreigingsgevaar. Gepaste dwang is toegestaan tot de komst van de politie. U mag een persoon bedwingen door hem of haar tegen een muur of tegen de vloer te drukken tot hij meewerkt. Dreigen met wapens of iemand mishandelen mag nooit. Als na een aanhouding iemand aangifte doet van mishandeling, bepaalt de Officier van Justitie achteraf of u het goed heeft gedaan. Anders maakt hij er een zaak van die wordt voorgelegd aan de rechter. De rechter geeft dan een uiteindelijk oordeel of u gestraft wordt. In de meeste gevallen leidt dit tot een goede afloop en ziet een rechter in dat geweld terecht is toegepast.
BELANGRIJK: Pas alleen dwang toe als u zeker bent dat u dit kunt. Roep altijd de hulp van andere omstanders in. Bij twijfel is het beter de verdachte goed te observeren en te volgen. Laat de aanhouding dan over aan de politie, die daarvoor getraind is. Zorg ervoor dat u bij het volgen van de verdachte contact heeft en houdt met de 112-centrale. Mocht ook het volgen van een verdachte niet tot uw mogelijkheden behoren, probeer dan het signalement van de verdachte vast te leggen. Tegenwoordig zijn er mogelijkheden met mobiele telefoons om goede foto’s te maken.
17
NOTITIES
18
19
Jeroen Bakker © 2012