SUWAS • Postbus 254 • 2700 AG Zoetermeer telefoon 0900 165 65 65, optie 1 (€ 0,025 p/m) • www.colland.nl
151207 062010
Suwas I Jaarverslag 2009
Stichting Uittreding Werknemers Agrarische Sectoren
Stichting Uittreding Werknemers Agrarische Sectoren (SUWAS I) Jaarverslag 2009
administrateur
Syntrus Achmea Pensioenbeheer N.V. Postbus 254, 2700 AG Zoetermeer telefoon 0900 165 65 65
Versie 1.1
151128 062009
Stichting Uittreding Werknemers Agrarische Sectoren (SUWAS I )
pagina 2 | 31
Inhoud 1
Jaarverslag
5
1.1
Kerncijfers
5
1.2
Algemene gegevens
7
1.3
Verslag van het bestuur
1.4
Slotopmerkingen
16
2
Jaarrekening
17
2.1
Balans per 31 december 2009
17
2.2
Rekening van baten en lasten over het boekjaar 2009
19
2.3
Kasstroomoverzicht
20
2.4
Algemene toelichting
21
2.5
Toelichting op de balans
22
2.6
Toelichting op de rekening van baten en lasten
26
3
Overige gegevens
28
3.1
Vaststelling van de jaarrekening door het bestuur
28
3.2
Accountantsverklaring
29
3.3
Resultaatbestemming
31
Stichting Uittreding Werknemers Agrarische Sectoren (SUWAS I )
9
pagina 3 | 31
Stichting Uittreding Werknemers Agrarische Sectoren (SUWAS I )
pagina 4 | 31
1 Jaarverslag 1.1
Kerncijfers
Meerjarenoverzichten Financiële gegevens (bedragen x € 1.000)
2009
2008
2007
2006
2005
2004
97.716
96.185
91.638
87.381
66.748
71.971
4,0
4,0
4,0
4,0
3,15
3,25
1
59.327
61.507
61.837
63.010
6.515
6.502
6.616
6.534
7.454
7.648
1.041
977
1.190
1.013
977
727
155.210
118.680
91.244
88.361
79.091
67.780
11%
-6,0%
2,1%
3,3%
10,5%
6,1%
14.669
-5.276
1.947
2.893
7.928
4.163
Reserves
168.448
135.598
132.288
109.305
91.717
91.741
Resultaat
32.850
3.310
22.983
17.588
-24
- 863
Premiebaten Premiepercentage (%) Uitkeringen Pensioenpremie Administratie- en uitvoeringskosten Belegd vermogen Rendement Beleggingsopbrengst
69.057
77.616
Het bestuur heeft besloten het premiepercentage van 4% te handhaven. De premie is, naar aanleiding van de besluitvorming rond de nieuwe pensioenregeling in de bedrijfstak, zo vastgesteld dat naar verwachting ultimo 2011 binnen het fonds voldoende reserves zijn om de dan nog lopende verplichtingen tot maximaal 2015 te kunnen financieren. Het tot dan toe positief resultaat zal dan jaarlijks aan de reserves moeten worden toegevoegd. Volumeveranderingen
In aantallen Toekenningen Aangesloten werkgevers
2009
2008
2007
2006
2005
680
545
562
860
643
19.066
20.898
20.691
21.874
22.284
Het aantal toekenningen in 2009 is ten opzichte van 2008 gestegen van 545 naar 680. Op pagina 14 is een uitgebreid overzicht van volumeveranderingen binnen dit boekjaar te vinden.
1
Dit is inclusief de garantieregeling Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw ad € 18.014. Sinds 1 augustus 2005 worden vanuit Stichting Bedrijfspensioenfonds
voor de Landbouw de uitkeringen verzorgd in het kader van de Garantieregeling. Deze uitkeringen komen ten laste van Stichting Uittreding Werknemers Agrarische Sectoren (SUWAS I) en zijn in 2008 met terugwerkende kracht afgerekend. Van de totale last in 2008 heeft € 9.684 betrekking op boekjaar 2008 en € 8.330 op voorgaande jaren.
Stichting Uittreding Werknemers Agrarische Sectoren (SUWAS I )
pagina 5 | 31
Aangesloten werkgevers Sector
Aantal werkgevers 2009
2008
2007
3
3
3
2.406
2.618
2.567
193
208
211
37
37
31
Sorteerbedrijven
0
0
1
Veen- en turfstrooiselbedrijven
0
0
0
Cultuur Technische Werken Landbouwwerktuigen Exploit. Ondernem. Bos en Natuur Bedrijfsverzorgingsdiensten
7
8
8
32
34
31
2.898
2.988
2.797
Nederlandse Algemene keuringsdienst
0
0
0
Vlasbedrijf
0
1
1
Tuincentra
13
17
17
Rundveeverbetering
29
29
30
Groenvoederdrogerijen Tuinzaadbedrijven Hoveniersbedrijven
196
216
230
Dierhouderij
2.648
2.866
2.713
Glastuinbouw
3.521
3.884
3.981
Open teelten Landbouw
1.438
1.672
1.681
Open teelten Tuinbouw
3.199
3.641
3.700
899
998
1.009
1.354
1.470
1.468
Paddestoelen
Open teelten Bloembollen Open teelten Boomkwekerij
5
7
7
103
104
104
Zelder
2
3
3
De Schepper
2
2
2
Noorder Dierenpark
1
1
1
Grontmij
8
12
12
Weefselkweek Bloembollengroothandel
10
11
12
Hoge Veluwe
1
1
1
Gebr. Van Kessel
3
3
Agterberg
3
3
Hommel
1
1
Een andere, niet vermelde, CAO
40
46
46
Geen CAO van toepassing
14
14
15
19.066
20.898
20.691
Varkensverbetering
Totaal
Stichting Uittreding Werknemers Agrarische Sectoren (SUWAS I )
pagina 6 | 31
1.2
Algemene gegevens
Statutaire doelstelling De naam van de stichting is: Stichting Uittreding Werknemers Agrarische Sectoren (SUWAS). Zij is gevestigd te Den Haag. De Stichting staat onder nummer 41141343 bij de Kamer van Koophandel geregistreerd. Doelstelling De stichting stelt zich ten doel de vervroegde uittreding van werknemers in agrarische sectoren te financieren. De financiering geschiedt uit daartoe door de werkgevers en /of werknemers in die bedrijfstakken verstrekte gelden. Statutaire colleges Bestuur De stichting wordt bestuurd door een bestuur bestaande uit twaalf leden, die als volgt worden benoemd: Namens de werkgeversorganisaties: •
drie leden te benoemen door LTO Nederland (Land- en Tuinbouw Organisatie Nederland)
•
één lid te benoemen door de CUMELA Nederland (Cultuurtechnische werken en grondverzet, Meststoffendistributie en Loonwerken in de Agrarische sector in Nederland)
•
één lid te benoemen door de VHG (Vereniging van Hoveniers en Groenvoorzieners)
•
één lid te benoemen door de overige werkgeversorganisaties.
Namens de werknemersorganisaties: •
vier leden te benoemen door FNV Bondgenoten;
•
twee leden te benoemen door de CNV BedrijvenBond.
Het bestuur benoemt uit de bestuursleden-werkgevers een werkgeversvoorzitter en uit de bestuursleden-werknemers een werknemersvoorzitter, telkens voor de duur van vier jaar. Zij treden beurtelings voor de duur van een jaar op als voorzitter. De heer H.Th.J. Vulto is aan de werkgeverszijde de voorzitter. De heer G. Roest is aan werknemerszijde de voorzitter. Samenstelling bestuur per 31 december 2009 Leden werkgeverszijde H.Th.J. Vulto
Plaatsvervangende leden
Organisatie
G. van der Grind
LTO Nederland
(werkgeversvoorzitter) J. van Haarlem N. van Ruiten J. Maris
J.H. de Boer
LTO Nederland
J. den Dekker
LTO Nederland
Mw. J.H. Zweverink-Bosch
CUMELA Nederland
A. Kraan
Vacature
VHG
J.J.W.M. van den Oever
Vacature
Nederlandse Bond van Boomkwekers
Plaatsvervangende leden
Organisatie
Vacature
FNV Bondgenoten
Leden werknemerszijde G.P.M.J. Roest (werknemersvoorzitter) Mw. M.C. Bense
Vacature
FNV Bondgenoten
Vacature
Vacature
FNV Bondgenoten
Vacature
Vacature
FNV Bondgenoten
G.H. Koudys
R. Zwijnenburg
CNV BedrijvenBond
J. Bosma
R. Zwijnenburg
CNV BedrijvenBond
De heer Vulto was in 2009 voorzitter. Het bestuur is in het jaar 2009 twee keer bijeen gekomen, op 3 juni en 26 november. Er hebben zich geen wijzigingen in de bestuursamenstelling voorgedaan dit jaar.
Stichting Uittreding Werknemers Agrarische Sectoren (SUWAS I )
pagina 7 | 31
Bestuursbureau Ter ondersteuning van de besturen van diverse fondsen in de agrarische en groene sector hebben sociale partners een bestuursbureau opgericht. Ook het bestuur van SUWAS I maakt gebruik van dit bestuursbureau. Het bestuursbureau ondersteunt het bestuur. Met ingang van 2009 verzorgt het bestuursbureau ook het secretariaat van het bestuur. Actor Bureau voor Sectoradvies Boerhaavelaan 30 Postbus 28 2700 AA Zoetermeer Administrateur Syntrus Achmea Pensioenbeheer N.V. (v/h Interpolis Pensioenbeheer B.V.) Syntrus Achmea Vermogensbeheer B.V. (v/h Interpolis Pensioenen Vermogensbeheer B.V.) Accountant Ernst & Young Accountants LLP te Den Haag Adressen werkgevers- en vakorganisaties LTO Nederland Postbus 29773 2502 LT Den Haag (070-3382700) www.lto.nl CUMELA Nederland Postbus 1156 3860 BD Nijkerk (033- 2474999) www.cumela.nl VHG Postbus 1010 3990 CA Houten (030- 6595550) www.vhg.org FNV Bondgenoten Postbus 9208 3506 GE Utrecht (0900-9690 www.fnvbondgenoten.nl CNV Vakmensen Postbus 2525 3500 GM Utrecht ( 030-7511500) www.cnvvakmensen.nl
Stichting Uittreding Werknemers Agrarische Sectoren (SUWAS I )
pagina 8 | 31
1.3
Verslag van het bestuur
Het bestuur van de Stichting Uittreding Werknemers Agrarische Sectoren (SUWAS I) brengt hierbij verslag uit over de verrichte werkzaamheden en het gevoerde beleid in het jaar 2009. Het doel van de jaarverslaglegging is om informatie te verschaffen over de financiële positie, resultaten en wijzigingen in de financiële positie van het fonds. Deze presentatie van de verslaglegging is afgestemd op de richtlijnen voor de jaarverslaggeving. Aanspraak op uitkering vervroegde uittreding De SUWAS regeling biedt werknemers die werkzaam zijn binnen de aangesloten sectoren de mogelijkheid om, afhankelijk van het geboortejaar, conform de staffel onderaan deze pagina vervroegd uit te treden. De uitkering bedraagt in principe 80% van de uitkeringsgrondslag gebaseerd op het salaris in het derde jaar vóór uittreding (refertejaar). De voorwaarde om aanspraak te maken op de vervroegde uittreding is dat de werknemer gedurende de laatste tien jaren voorafgaand als werknemer werkzaam is geweest in de sector. Hiertoe zijn geen wederkerigheidafspraken gemaakt met bepaalde bedrijfstakken. Per individuele werknemer wordt gekeken of hij of zij aanspraak maakt op de wederkerigheid. Spaar-VUT Een deelnemer kan besluiten om op een later tijdstip dan op de reglementaire ingangsdatum gebruik te maken van de VUT-regeling. De totale uitkering wordt dan actuarieel herrekend. We noemen dit ook wel spaar-VUT. Hierdoor wordt de uitkering per maand hoger. Indien de uitkering door de herrekening meer dan 100% van het laatstverdiende loon bedraagt, wordt het meerdere omgezet in ouderdomspensioen. Gesloten regeling Met ingang van 1 januari 2006 is SUWAS een gesloten regeling. Werknemers die op 1 januari 2006 al gebruik maakten van SUWAS of nog geen gebruik maken maar al wel recht hadden, behouden het recht op de “oude” regeling (SUWAS, BPL-Flex met garantieregeling en het huidige BPL ouderdomspensioen). Voor deze groep is per 1 januari 2006 spaar-VUT ingevoerd. De uitgestelde uitkering dient in te gaan vóór de 65-jarige leeftijd voor de werknemers die enkel aan Suwas I deelnemen of voor de werknemers die niet voldoen aan de garantieregeling. Voor werknemers die gebruik maken van de Bedrijfspensioenfonds van de Landbouw (BPL)-Flex uitkering en voldoen aan de voorwaarden voor de garantieregeling geldt dat de uitkering in dient te gaan vóór de 64-jarige leeftijd. Zij ontvangen voor de periode van 64 tot 65 jaar een aanvulling vanuit Suwas I op hun prepensioen. Voor werknemers die geboren zijn vóór 1 januari 1950 is de oude regeling, inclusief SUWAS, BPL Flex en garantieregeling, van kracht gebleven. Wel wordt de uittreedleeftijd stapsgewijs verhoogd op basis van de volgende staffel: Geboortejaar
(Richt)uittreedleeftijd
1946
60
1947
60,5
1948
61
1949
61,5
Deze werknemers gaan, afhankelijk van hun geboortejaar, tussen 60 en 62 jaar met de VUT (SUWAS). Vanaf 64 jaar ontvangt de werknemer prepensioen (BPL Flex-pensioen) en een uitkering uit de garantieregeling. De garantieregeling vult het prepensioen aan tot het niveau van de VUT-uitkering. Dit is 80% van het brutoloon in het refertejaar. Het refertejaar is het derde jaar vóór het jaar waarin de VUT ingaat. Vanaf 65 jaar gaat het ouderdomspensioen in. Reglementswijzigingen In 2009 heeft het bestuur besloten een aantal reglementswijzigingen door te voeren die het reglement van SUWAS verduidelijken. In materieel opzicht is de regeling niet gewijzigd.
Stichting Uittreding Werknemers Agrarische Sectoren (SUWAS I )
pagina 9 | 31
Deeltijd-VUT Vanaf 1 januari 2003 bestaat de mogelijkheid om naast een gedeeltelijke VUT-uitkering te blijven werken voor 50%. De uitkering bedraagt in deze gevallen 40% van de uitkeringsgrondslag en mag in 2008 met werken worden aangevuld tot 100%. Vereiste is wel dat men werkzaam blijft binnen de agrarische sector bij een Suwas-aangesloten werkgever. Maakt men eenmaal gebruik van de regeling, dan kan men alsnog besluiten volledig met de VUT te gaan, een overstap terug van volledige VUT naar deeltijd-VUT is echter niet mogelijk. Bijverdienen naast de VUT-uitkering In 2007 is het bestuur tot besluit gekomen dat het voor VUT-gerechtigden met ingang van 1 januari 2008 toegestaan is, om bij te verdienen naast de VUT-uitkering zonder dat dit gevolgen heeft voor de uitkering. Hierbij dient men een nieuw dienstverband aan te gaan of als freelancer te gaan werken. Er mag bijverdiend worden binnen of buiten de agrarische en groene sector. Er kan echter niet onbeperkt bijverdiend worden, omdat er een maximum aan gesteld is. De inkomsten en de uitkering samen mogen per kalenderjaar niet meer bedragen dan 125% van de uitkeringsgrondslag (dit is het loon waarop de VUT-uitkering is gebaseerd). De inkomsten dienen gemeld te worden bij de administratie. Indien sprake is van deeltijd-VUT mag ook bijverdiend worden. Als deelnemer aan de deeltijd-VUT (50% werken en 50% met de VUT) geldt dat bovenop de deeltijd-VUT-uitkering (40% van de uitkeringsgrondslag) tot 112,5% van de uitkeringsgrondslag bijverdiend mag worden. Indexatie van de VUT-uitkering Het bestuur heeft eind 2009 besloten om de uitkeringen per 1 januari 2010 te verhogen met 0,4%. Deze 0,4% is gebaseerd op het afgeleide consumentenprijsindexcijfer van oktober 2009. Informeren VUT gerechtigden Het bestuur heeft besloten om alle deelnemers zodra zij de leeftijd van 63 jaar bereiken door middel van een brief te informeren dat zij aanspraak kunnen maken op een VUT uitkering. Het aantal mensen dat nog gebruik kan maken van de regeling loopt terug en het bestuur wil er zeker van zijn dat iedereen zich bewust is van zijn recht op een VUT uitkering, voordat dit recht vervalt. BELEGGINGSBELEID Terugblik economie en financiële markten 2009 Het jaar van herstel Nadat de financiële wereld in 2008 op haar grondvesten schudde, werd 2009 het jaar van herstel. In eerste instantie werd de trend uit 2008 doorgezet. Aanhoudende problemen in de financiële sector en de vrije val waarin de wereldwijde economische groei was geraakt, bleven het beeld op de financiële markten bepalen. Zakelijke waarden zoals aandelen, beursgenoteerd onroerend goed en grondstoffen, leverden in de eerste maanden van 2009 wederom vele procenten aan waarde in. Het herstel dat inzette na het eerste kwartaal werd voornamelijk gedreven door het ruime monetaire beleid, noodkredieten aan banken en ondersteunende maatregelen die overheden namen. Ook onconventionele maatregelen zoals het opkopen van effecten om het financiële systeem aan de gang te houden werden niet geschuwd. Uiteindelijk bleken de maatregelen voldoende om herstel in de markten te bewerkstelligen en nam het risico op een systeemcrisis af. Het herstel was vooral zichtbaar op de aandelenmarkten en de kredietmarkten. In eerste instantie werd gevreesd dat de verbeteringen tijdelijk zouden zijn, echter, het economisch herstel zette zich gedurende de rest van 2009 door. Investeringen in infrastructuur en vastgoed, die in 2008 minder waren geraakt door de kredietcrisis, stegen in 2009. Als gevolg van de overheidsstimulansen, garantstellingen voor banken, nationalisaties en cyclische terugval, zijn de overheidstekorten fors gestegen. In de eerste maanden van het jaar leidde de vlucht naar veilige staatsobligaties nog tot een forse daling van de kapitaalmarktrente. Maar als gevolg van de behoorlijke verslechtering van de overheidsfinanciën, kan de kredietwaardigheid van het betreffende land in het geding komen. Dit bleek toen eind 2009 het emiraat Dubai in de problemen kwam
Stichting Uittreding Werknemers Agrarische Sectoren (SUWAS I )
pagina 10 | 31
en gered moest worden door Abu Dhabi. In Europa werd de kredietwaardigheid van Griekenland verlaagd door kredietbeoordelinginstanties. Als gevolg van deze ontwikkelingen steeg de kapitaalmarktrente eind 2009. Gevoerd beleid Gedurende de 1e helft van 2009 is de strategische vermogensverdeling opnieuw bekeken in het licht van de verplichtingen van het fonds. Per 1 juli zijn de benodigde wijzigingen doorgevoerd. Daarbij is het gedeelte ten behoeve van de verwachte toekomstige verplichtingen met beperkt risico belegd in de categorie euro vastrentende waarden. Het grote aandeel in liquide middelen is daarvoor teruggebracht en omgezet in obligatiebeleggingen. Het surplus is risicovoller belegd in de categorie Europese aandelen. Deze aanpassingen gingen met de benodigde aan- en verkopen gepaard, de hoeveelheid aan- en verkopen kwam daardoor hoger uit dan in een regulier jaar zou worden verwacht. Verder worden de periodieke premie-inkomsten belegd in de vastrentende waarde portefeuille en worden geen additionele investeringen of onttrekkingen in aandelen uitgevoerd. In 2011 zal deze strategische verdeling worden heroverwogen. Portefeuillewaarde De waarde van de portefeuille en de verdeling van het vermogen over de verschillende beleggingscategorieën aan het einde van het jaar ten opzichte van de situatie aan het begin van het jaar wordt weergegeven in onderstaande tabel: Bedragen x € 1.000.000 Aandelen Vastrentende waarden Liquide middelen Totaal
2009
2008
Bedrag
Percentage
Bedrag
Percentage
24,0
15%
18,6
15%
131,2
85%
100,1
79%
0,0
0%
8,5
7%
155,2
127,2
Rendementen Onderstaande tabel geeft de performance weer uitgesplitst naar de verschillende categorieën waarin voor het vutfonds wordt belegd.
Aandelen Vastrentende waarden Totaal
2009
2009
Portefeuille
Benchmark
33,3%
30,7%
7,7%
6,9%
11,0%
10,1%
Vastrentende waarden De markt voor vastrentende waarden kenmerkte zich in 2009 door een ongekende volatiliteit. Tot het einde van het eerste kwartaal werden risicovolle beleggingen verkocht. Beleggers vluchtten massaal in staatsobligaties met een voorkeur voor Duitse staatsobligaties. Door betere economische vooruitzichten vanaf maart draaide dit en werden beleggingen in staatsobligaties verruild voor bedrijfsleningen. Deze verschuiving heeft ook in de portefeuille plaatsgevonden, waardoor vanaf het eerste kwartaal de beleggingsportefeuille heeft geprofiteerd van het ongekende resultaat van deze bedrijfsleningen. De portefeuille sloot het jaar af met een positief rendement, dat hoger was dan het benchmarkrendement. Alle sectoren droegen hieraan bij, maar de financiële sector het meeste. Aandelen De aandelenmarkten zette in het eerste kwartaal de negatieve trend van 2008 door en leverden nog eens 20% in. Begin 2009 bestond nog het beeld dat de wereldeconomie zich in een recessie bevond. Zowel consumenten als ondernemingen waren terughoudend in hun bestedingen en dit resulteerde in een sterke daling van vooral industriële orders. Hierdoor daalden ook de winstverwachtingen van ondernemingen. Daarnaast hielden de problemen in de financiële sector aan. Na het eerste kwartaal trokken de aandelenmarkten echter aan waardoor geheel 2009 werd afgesloten met een stevige winst.
Stichting Uittreding Werknemers Agrarische Sectoren (SUWAS I )
pagina 11 | 31
Kwalitatief sterke bedrijven met goede balansen en hoge marges wisten de beste rendementen te halen in 2009. Doordat de beleggingsportefeuille vooral op deze bedrijven was gericht, lieten de Europese als de Amerikaanse aandelenportefeuille een sterke performance zien. Door de beleidskeuzes en de aandelenselectie heeft de vermogensbeheerder een belangrijke positieve bijdrage geleverd aan het behaalde resultaat. Verantwoord beleggen De aandelenbeleggingen van het fonds vinden uitsluitend plaats via aandelenbeleggingsfondsen en/of –pools die door Syntrus Achmea Vermogensbeheer worden beheerd. Deze voeren een maatschappelijk verantwoord beleggingsbeleid. Als uitgangspunt hanteren deze pools de principes van de Global Compact van de Verenigde Naties. Deze tien principes zijn gerelateerd aan de mensenrechten, arbeidsnormen, milieu en anticorruptie. Zij vinden hun oorsprong in internationaal breed geaccepteerde verdragen zoals de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens en de conventies van de International Labour Organisation. Het beleid bestaat uit: •
uitsluiten van controversiële wapens
•
engagement en aangaan van dialoog met ondernemingen, en
•
corporate governance en stemmen op aandeelhoudersvergaderingen.
Vooruitzichten De verwachting voor de wereldwijde economische groei in 2010 is positief. Er wordt ongeveer 4% wereldwijde economische groei verwacht vooral gedreven door voorraadherstel. De hoogste groeicijfers zullen, net als in 2009, in de opkomende markten te vinden zijn. Vooral de verwachtingen voor China en India zijn positief. China laat weer hoge groeicijfers noteren mede door de grote overheidsstimulansen. De 4% wereldwijde economische groei is lager dan voor de crisis vooral door de achterblijvende groei in Westerse landen. In de opkomende markten lijkt daarnaast ook een herverdeling van groei plaats te vinden. Deze verschuift langzaam van een exportgedreven naar een meer binnenlandse vraag gedreven groei. Tevens wordt het belang van deze economieën op het wereldtoneel wordt steeds groter. Zo worden bijvoorbeeld nu in China meer auto’s op jaarbasis verkocht dan in de Verenigde Staten. In de Westerse wereld wordt een beperkt economisch herstel verwacht. Gemiddeld genomen is het herstel na een financiële crisis gematigd ondanks dat de eerste opleving vrij krachtig is. Historisch gezien is dit een normaal beeld. Daarnaast zal het herstelproces volatiel en instabiel zijn. Per saldo hebben de huishoudens in vooral de Angelsaksische landen nog hoge schulden welke een solide herstel van de bestedingen belemmert de komende jaren. Huishoudens willen niet meer schuld aangaan. Daarnaast zijn banken nog zeer terughoudend met het uitlenen van geld aangezien er nog afschrijvingen aan zitten te komen. Dit is vooral bepalend voor Europa waar bedrijven sterker leunen op de financiële sector voor financiering in plaats van de bedrijfsobligatiemarkt. Naar verwachting zal de invloed van banken afnemen en zullen bedrijven een groter beroep op de kapitaalmarkt gaan doen. De inflatie zal naar verwachting laag blijven. Er is momenteel sprake van een enorme overcapaciteit en door de hoge werkloosheid is looninflatie geen bedreiging. Desondanks verwacht een aantal analisten een fors hogere inflatie op de middellange termijn. Voor de middellange termijn zal veel afhangen van het beleid van centrale banken en overheden. Hier lijkt de weg van de minste weerstand overstimulering te zijn met mogelijk inflatoire effecten tot gevolg. Dit risico lijkt wel groter in de Verenigde Staten dan in Europa. De Federal Reserve (Fed) zal er alles aandoen om een schuld/deflatie spiraal te voorkomen terwijl de Europese Centrale Bank (ECB) veel meer gericht is op het bestrijden van inflatie. De maatregelen welke centrale banken hebben genomen zijn ongekend. Zo is de liquiditeitscreatie door centrale banken enorm geweest. Uiteindelijk zorgden de maatregelen voor stabilisatie op de financiële markten. Op enig moment dient hier echter een eind aan gemaakt te worden om de inflatieverwachtingen in toom te houden. Dit is het cruciale thema in 2010. Zo kan de korte beleidsrente worden verhoogd en zullen programma’s zoals het opkopen van effecten en het verstrekken van noodleningen langzaam maar zeker worden teruggedraaid of stilgezet. Ook lopen een aantal liquiditeitsverschaffende programma’s aan banken af en worden deze niet verlengd. Daarnaast hebben centrale banken aangekondigd voor een bepaald bedrag aan effecten op te kopen. Deze zijn voor een groot gedeelte voltooid. Uiteindelijk is de verwachting dat centrale banken eerder te voorzichtig zijn dan te agressief met verkrappen.
Stichting Uittreding Werknemers Agrarische Sectoren (SUWAS I )
pagina 12 | 31
Diverse overheden zullen fors moeten bezuinigen en de vraag is of dit politiek haalbaar is. Uiteindelijk zullen de financiële markten de overheden dwingen orde op zaken te stellen. Er zal een hogere vergoeding geëist worden op de staatsobligaties en/of het vertrouwen in de betreffende valuta gaat verloren. Eind 2009 werd de kredietwaardigheid van Griekenland verlaagd. Hierdoor liep de effectieve rente op Griekse staatsobligaties fors op. Vervolgens heeft de Griekse overheid een plan aangekondigd om de overheidsfinanciën weer op orde te brengen. De vraag is hoe de Europese Unie met dergelijke probleemlanden om zal gaan. Officieel mogen de andere lidstaten een probleemland niet te hulp schieten. In de praktijk zal er echter alles aangedaan worden om een werkbare oplossing te vinden. Per saldo is de oplopende overheidsschuld onhoudbaar in sommige landen. Pensioenfondsen beleggen doorgaans veel in staatsobligaties. Een belangrijk deel van de beschikbare middelen zal de komende jaren nog steeds richting de kernlanden (Nederland, Duitsland, Frankrijk) stromen. De huidige ontwikkeling op het gebied van staatsobligaties doet vooral denken aan de jaren tachtig en negentig, vóór de introductie van de Euro. Beleggers zijn zich bewust geworden van de onderlinge economische verschillen en de structurele problemen van een aantal landen. Vooralsnog zitten de grootste risico’s in Oost Europa, de zuidelijke Europese landen, Ierland en het Verenigd Koninkrijk. Ook in de Verenigde Staten en Japan begint de situatie nijpender te worden. Beleggers willen deze risico’s vertaald zien in de renteopslag.
Stichting Uittreding Werknemers Agrarische Sectoren (SUWAS I )
pagina 13 | 31
Volumeveranderingen Hieronder volgt een overzicht van werknemers naar geboortejaar die een aanvraag bij de SUWAS I hebben ingediend: Jaar
Aanvragen
1927
451
1928 1929
In
Afgewezen
Aanspraak
0
11
440
3
437
478
0
23
455
9
446
505
0
11
494
2
492
1930
526
0
14
512
2
510
1931
544
0
20
524
4
520
1932
578
0
29
549
4
545
1933
577
0
29
548
2
546
1934
616
0
41
575
4
571
1935
608
0
27
581
19
562
1936
625
0
33
592
17
575
1937
594
0
30
564
5
559
1938
695
0
29
666
14
652
1939
633
0
16
617
5
612
1940
634
0
29
605
13
592
1941
621
0
20
601
4
597
1942
696
0
12
684
11
673
1943
790
0
0
790
2
788
1944
720
0
3
717
3
703
1945
729
20
23
686
5
663
behandeling
Geen
Toegekend
gebruik
1946
1085
30
22
1033
17
961
1947
1109
219
29
861
18
835
1948
885
151
16
718
11
531
1949
179
24
11
144
1
2
1950
1
1
-
-
-
0
1951
1
0
1
-
-
0
14.880
445
479
13.956
175
13.372
Mutatieoverzicht uitkeringen 2009 2502 680 704 2478
Aantal lopende VUT uitkeringen per 1-1 Aantal nieuwe VUT uitkeringen Aantal beëindigde uitkeringen Aantal lopende uitkeringen per 31-12
2008 2634 545 677 2502
Toekenningen naar geboortejaar Geboortejaar
Aantal toekenningen 2009
Aantal toekenningen 2008
1943
0
1
1944
1
12
1945
17
21
1946
44
59
1947
93
444
1948
523
8
1949
2
0
Stichting Uittreding Werknemers Agrarische Sectoren (SUWAS I )
pagina 14 | 31
Overzicht van werknemers waar van de aanvraag is afgewezen Voor de werknemers in de geboortejaren 1941 tot en met 1951 die niet in aanmerking kwamen voor een uitkering vanuit de SUWAS I worden in het volgende overzicht de redenen hiervan uitgesplitst. Jaar
1941
1942
1943
1944
1945
1946
1947
1948
1949
1950
1951
Reden I
14
7
0
2
22
22
29
11
10
-
1
II
1
1
-
-
-
-
-
1
-
-
-
III
2
1
-
-
-
-
-
-
-
-
-
IV
3
3
0
1
1
-
-
4
1
1
-
I
Niet voldaan aan refertevoorwaarden;
II
geen werknemer in de zin van de regeling;
III
werkgever neemt niet deel aan de regeling;
IV
AAW/WAO-uitkering, a.o. 80-100%.
Stichting Uittreding Werknemers Agrarische Sectoren (SUWAS I )
pagina 15 | 31
1.4
Slotopmerkingen
Nadere gegevens met betrekking tot de financiële gang van zaken gedurende het afgelopen boekjaar zijn vermeld in de op de volgende pagina's opgenomen jaarrekening. Wij danken ieder die in het verslagjaar heeft bijgedragen aan het goed functioneren van de Stichting Uittreding Werknemers
Agrarische Sectoren (SUWAS I). Zoetermeer, 27 mei 2010
H.Th.J. Vulto
G.P.M.J. Roest
werkgeversvoorzitter van het bestuur
werknemersvoorzitter van het bestuur
Stichting Uittreding Werknemers Agrarische Sectoren (SUWAS I )
pagina 16 | 31
2 Jaarrekening 2.1 Balans per 31 december 2009 Activa
31.12.2009
31.12.2008
Aandelen
23.993
18.584
Obligaties
130.782
99.625
Bedragen x € 1.000
Financiële vaste activa Beleggingen
2.5.1
Onderhandse leningen
Vorderingen en overlopende activa
471 118.680
18.409
18.666
2.5.2
Te vorderen premies Te vorderen intrest Rekening-courant Centraal premie Administratie. Overige vorderingen
Liquide middelen
435 155.210
2.5.3
Totaal
Stichting Uittreding Werknemers Agrarische Sectoren (SUWAS I )
67
328
7.561
7.966
253
2.484
26.290
29.444
5.443
13.772
186.943
161.896
pagina 17 | 31
Passiva
31.12.2009
31.12.2008
20.081
6.385
148.367
129.213
168.448
135.598
Te betalen pensioenpremie
6.747
6.632
Te betalen Garantieregeling
9.441
18.014
Loonheffing en sociale lasten
2.002
1.445
305
207
18.495
26.298
186.943
161.896
Bedragen x € 1.000
Eigen vermogen
2.5.4
Beleggingsreserve Bestemmingsreserve
Overige schulden en overlopende passiva
2.5.5
Overige schulden
Totaal
Stichting Uittreding Werknemers Agrarische Sectoren (SUWAS I )
pagina 18 | 31
2.2 Rekening van baten en lasten over het boekjaar 2009 Bedragen x € 1.000
2009
2008
Baten Premies
2.6.1
97.716
96.185
Opbrengst beleggingen
2.6.2
14.669
-5.276
0
641
112.385
91.550
69.057
77.616
Sociale lasten
2.583
2.775
Pensioenpremie
6.515
6.502
1.041
977
0
2
Overige baten
Lasten Uitkeringen
Administratie- en uitvoeringskosten
2.6.3
2.6.4
Overige lasten Toevoeging voorziening dubieuze debiteuren
Voordelig resultaat
Stichting Uittreding Werknemers Agrarische Sectoren (SUWAS I )
339
368
79.535
88.240
32.850
3.310
pagina 19 | 31
2.3
Kasstroomoverzicht
Bedragen x € 1.000
2009
2008
Kasstroom uit VUT-uitvoeringsactiviteiten Bijdragen van werkgevers en werknemers Betaalde VUT-uitkeringen VUT-uitvoerings- en administratiekosten Overige baten
99.743
95.677
-85.614
-77.544
-940
-930
0
641
13.189
17.844
Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Directe beleggingsopbrengsten Verkopen en aflossingen van beleggingen Aankopen beleggingen Kosten
Toename/afname liquide middelen Mutatie liquide middelen Stand liquide middelen per 1 januari Stand liquide middelen per 31 december
Stichting Uittreding Werknemers Agrarische Sectoren (SUWAS I )
522
1.586
19.971
8.814
-41.849
-42.725
-162
-133
-21.518
-32.458
-8.329
-14.624
-8.329
-14.624
13.772
28.396
5.443
13.772
pagina 20 | 31
2.4 Algemene toelichting Algemeen De in dit jaarrapport opgenomen jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de Richtlijn voor de Jaarverslaggeving 640 ‘Organisaties zonder winststreven’ en de relevante bepalingen van het Toetsingskader Algemeen Verbindend Caobepalingen. Er zijn geen wijzigingen doorgevoerd in de grondslagen voor de waardering en resultaatbepaling. De jaarrekening is, voor zover niet anders vermeld, opgesteld in duizenden euro’s. Grondslagen voor waardering en bepaling van het resultaat De activa en passiva zijn, voor zover niet anders vermeld, gewaardeerd op kostprijs. Uitkeringen ten laste van SUWAS II De uitvoering van de aanvullingsregelingen AAW/WAO en oudere werkelozen is voorbehouden aan SUWAS I. De lasten daarentegen worden met ingang van 1998 door SUWAS II gedragen conform het bestuursbesluit van 24 juni 1997. Effecten Aandelen en Obligaties worden gewaardeerd tegen beurswaarde ultimo boekjaar. Onderhandse leningen De onderhandse leningen worden gewaardeerd tegen de contante waarde van de toekomstige kasstromen. Bij het contant maken wordt uitgegaan van de herleide marktwaarde (Yield). Bestemmingsreserve Dit betreft de bestemmingsreserve voor mogelijke financiering van de VUT-verplichtingen. De bestemmingsreserve wordt gevoed door het resultaat, nadat de Beleggingsreserve op het juiste niveau is gebracht. Beleggingsreserve Aan de beleggingsreserve wordt het ongerealiseerde verschil tussen de marktwaarde aan het einde en aan het begin van het boekjaar toegevoegd respectievelijk onttrokken. De toevoeging respectievelijk de onttrekking geschiedt via de resultaatbestemming. Overige activa en passiva Op de post te vorderen premies is een voorziening dubieuze debiteuren in mindering gebracht. Resultaatbepaling Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen baten en lasten. Baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop zij betrekking hebben. Zowel gerealiseerde als ongerealiseerde resultaten op beleggingen worden verantwoord in de rekening van baten en lasten. Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld op basis van de directe methode, waarbij uitgegaan wordt van de daadwerkelijke ontvangsten en uitgaven en waarbij een onderscheid gemaakt wordt tussen de kasstromen uit beleggingsactiviteiten en vutuitvoeringsactiviteiten.
Stichting Uittreding Werknemers Agrarische Sectoren (SUWAS I )
pagina 21 | 31
2.5 Toelichting op de balans (na verwerking van het voorstel resultaatbestemming)
2.5.1 Beleggingen Bedragen x € 1.000
2009
2008
18.584
23.437
5.172
14.757
Aandelen Stand 1 januari Aankopen Verkopen Waarderingsverschillen Verkoopresultaten Stand 31 december
-5.880
-8.381
17.876
29.813
5.576
-10.386
541
-843
23.993
18.584
99.625
67.299
Obligaties Stand 1 januari Aankopen Verkopen/ lossingen Waarderingsverschillen Verkoopresultaat Stand 31 december
36.677
27.977
-14.046
-387
122.256
94.889
8.109
4.728
417
8
130.782
99.625
471
508
Onderhandse leningen Stand 1 januari
-45
-45
426
463
Waarderingsverschillen
11
9
Verkoopresultaat
-2
-1
435
471
Verkopen/lossingen
Stand 31 december
Stichting Uittreding Werknemers Agrarische Sectoren (SUWAS I )
pagina 22 | 31
2.5.2 Vorderingen en overlopende activa Bedragen x € 1.000
31.12.2009
31.12.2008
18.418
18.569
554
550
Te vorderen premies Te vorderen premies lopend boekjaar Te vorderen premies voorgaand jaar Te vorderen premies voor voorgaand jaar Te vorderen premies oudere jaren
328
347
1.227
1.434
20.527
20.900
Voorziening dubieuze debiteuren
-2.118
-2.234
Totaal
18.409
18.666
2.234
2.380
-455
-514
1.779
1.866
Verloop voorziening dubieuze vorderingen Stand 1 januari Afboeking oninbare premie gedurende het boekjaar
339
368
2.118
2.234
211
2.353
Te vorderen dividendbelasting
21
104
Overige vorderingen
21
27
253
2.484
31.12.2009
31.12.2008
Toevoeging t.l.v. de rekening van baten en lasten Stand 31 december Overige vorderingen Rekening-courant SUWAS II
Totaal 2.5.3 Liquide middelen Bedragen x € 1.000
-
8.500
Banktegoeden
5.443
5.272
Totaal
5.443
13.772
Callgelden
Stichting Uittreding Werknemers Agrarische Sectoren (SUWAS I )
pagina 23 | 31
2.5.4 Eigen vermogen Bedragen x € 1.000
2009
2008
-2.844
7.542
5.576
-10.386
2.732
-2.844
8.897
4.169
Beleggingsreserve Waardemutaties aandelen Stand 1 januari Ongerealiseerd koersresultaat boekjaar (uit resultaatbestemming) Waardemutaties obligaties Stand 1 januari Ongerealiseerd koersresultaat boekjaar (uit resultaatbestemming) 8.109
4.728
17.006
8.897
332
323
11
9
343
332
20.081
6.385
129.213
120.254
19.154
8.959
148.367
129.213
Waardemutaties onderhandse leningen Stand 1 januari Ongerealiseerd koersresultaat boekjaar (uit resultaatbestemming)
Stand 31 december Bestemmingsreserve Stand per 1 januari Uit resultaatbestemming Stand 31 december
Stichting Uittreding Werknemers Agrarische Sectoren (SUWAS I )
pagina 24 | 31
2.5.5 Overige schulden en overlopende passiva Bedragen x € 1.000
31.12.2009
31.12.2008
5.942
5.574
512
266
Te betalen pensioenpremie Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw Stichting Pensioenfonds Grontmij
293
792
6.747
6.632
Garantieregeling
9.441
18.014
Stand per 31 december
9.441
18.014
Nog af te dragen loonheffing
2.002
1.445
Stand per 31 december
2.002
1.445
Te betalen pensioenpremie aan overigen Stand per 31 december Te betalen Garantieregeling
Loonheffing en sociale lasten
Overige schulden Nog te betalen kosten
305
207
Stand per 31 december
305
207
Niet in de balans opgenomen verplichtingen De contante waarde van de raming van de totale verplichting inzake VUT- uitkeringen bedraagt € 305,4 mln (2008: € 391,4 mln) en is als volgt te splitsen: • •
De verplichting inzake de reeds ingegane VUT-uitkeringen € 86,7 mln (2008: € 92,9 mln). De mogelijke verplichtingen inzake de deelnemers die t/m 2010 (resterende looptijd huidige CAO) in aanmerking komen voor VUT, of reeds in aanmerking komen maar nog niet hebben geopteerd € 205,6 mln (2008: € 285,4 mln).
•
De mogelijke verplichting inzake de deelnemers die bij verlenging van de CAO in 2011 of later in aanmerking komen voor VUT bedraagt € 13,1 mln (2008: € 13,1 mln).
Bij de berekening van alle componenten van de mogelijke verplichtingen inzake VUT-uitkeringen zijn onder andere de volgende uitgangspunten gehanteerd: •
De huidige of verwachte uitkeringen worden contant gemaakt tegen een rekenrente van 2,5%.
•
Er is geen rekening gehouden met eventuele toekomstige indexaties of andere toeslagen.
•
Er is geen rekening gehouden met sterftekansen.
•
Er is rekening gehouden met de werkgeverslasten in het kader van de bijdrage aan de pensioenregeling en de bijdrage in verband met de zorgverzekeringswet.
•
Er is, voor zover mogelijk, rekening gehouden met de referte-eis.
De premie is in 2006 verhoogd naar 4%. Op basis van de bestaande reserves en de verwachte premie-inkomsten zal de verplichting ad. € 305,4 mln (2008: € 391,4 mln) door het fonds volledig kunnen worden afgefinancierd in de periode tot en met 2011. Na 2011 wordt er geen rekening meer gehouden met premiebetaling en zullen de nog bestaande verplichtingen worden gefinancierd uit de reserves van het fonds. Het positief resultaat ad € 33,3 mln over 2009 zal hiervoor worden gereserveerd (over 2008 is € 3,3 mln gereserveerd).
Stichting Uittreding Werknemers Agrarische Sectoren (SUWAS I )
pagina 25 | 31
2.6
Toelichting op de rekening van baten en lasten
2.6.1 Premies Hieronder zijn opgenomen: Bedragen x € 1.000
2009
2008
97.357
95.549
333
606
De samenstelling van de post is als volgt: Premiebaten lopend jaar Premiebaten voorgaande jaren
26
30
97.716
96.185
2009
2008
1
89
gerealiseerd
541
-843
ongerealiseerd
5.576
-10.386
6.118
-11.140
Premie Colland Arbeidsmarktbeleid Het heffingspercentage is in 2009 vastgesteld op 4,00% (2008: 4,00%). 2.6.2 Beleggingsopbrengsten Bedragen x € 1.000
Aandelen Directe opbrengsten Indirecte opbrengsten
Obligaties -
-47
gerealiseerd
417
8
ongerealiseerd
8.109
4.728
8.526
4.689
22
24
gerealiseerd
-2
-1
ongerealiseerd
11
9
31
32
Directe opbrengsten Indirecte opbrengsten
Onderhandse leningen Directe opbrengsten Indirecte opbrengsten
Kasgeld / callgeld Directe opbrengsten Kosten vermogensbeheer Liquide middelen
51
234
-162
-133
105
1.042
14.669
-5.276
De rente met betrekking tot obligaties wordt niet afzonderlijk weergegeven, omdat deze reeds wordt verantwoord in de beleggingspool bij de berekening van de net asset value. De in 2008 verantwoorde negatieve bate onder de directe opbrengsten obligaties is veroorzaakt door een afboeking op een eerder te hoog verantwoorde vordering.
Stichting Uittreding Werknemers Agrarische Sectoren (SUWAS I )
pagina 26 | 31
2.6.3 Uitkeringen Bedragen x € 1.000
Uitkeringen Wederkerigheid
2009
2008
59.821
60.200
6
19
-
-40
Aanvullingsregeling SUWAS 2, WAO/AAW
-99
-110
Aanvullingsregeling SUWAS 2, oudere WW
-402
-467
290
-
9.441
9.684
Retourontvangen uitkeringen WAO
Correctie uitkeringen voorgaande jaren Garantieregeling Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw huidig jaar Garantieregeling Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw voorgaande jaren Totaal
-
8.330
69.057
77.616
De uitkeringen van SUWAS II worden verzorgd door SUWAS I. Jaarlijks vindt er tussen SUWAS I en SUWAS II verrekening plaats van de uitkeringen welke ten laste dienen te komen van SUWAS II. In 2009 heeft er een correctie op de verrekening van de uitkeringen uit voorgaande jaren plaatsgevonden. Deze correctie heeft geleid tot een eenmalige last van €290, waarvan €222 betrekking heeft op 2007 en €68 betrekking heeft op 2008.
2.6.4 Administratie- en uitvoeringskosten Bedragen x € 1.000
2009
2008
Administratiekosten
1.021
954
Accountantskosten
12
14
8
9
1.041
977
Overige kosten Totaal
Stichting Uittreding Werknemers Agrarische Sectoren (SUWAS I )
pagina 27 | 31
3 Overige gegevens 3.1 Vaststelling van de jaarrekening door het bestuur De jaarrekening 2009 van de Stichting Uittreding Werknemers Agrarische Sectoren (SUWAS I) is vastgesteld in de bestuursvergadering van 27 mei 2010. Zoetermeer, 27 mei 2010
H.Th.J. Vulto
G.P.M.J. Roest
werkgeversvoorzitter van het bestuur
werknemersvoorzitter van het bestuur
Stichting Uittreding Werknemers Agrarische Sectoren (SUWAS I )
pagina 28 | 31
3.2
Accountantsverklaring
Aan: het bestuur van Stichting Uittreding Werknemers Agrarische sectoren Accountants verklaring Wij hebben de jaarrekening 2009 van Stichting Uittreding Werknemers Agrarische Sectoren (SUWAS I) te Den Haag bestaande uit de balans per 31 december 2009 en de rekening van baten en lasten over 2009 met de toelichting gecontroleerd. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, in overeenstemming met de Richtlijn voor de jaarverslaggeving 640 ‘Organisaties zonder winststreven’ en de relevante bepalingen van het Toetsingskader Algemeen Verbindend Verklaring CAObepalingen. Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer: het ontwerpen, invoeren en in stand houden van een intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat, zodanig dat deze geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevat, het kiezen en toepassen van aanvaardbare grondslagen voor financiële verslaggeving en het maken van schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico’s van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn maar die niet tot doel hebben een oordeel te geven over de effectiviteit van het interne beheersingssysteem van de stichting. Tevens omvat een controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van schattingen die het bestuur van de stichting heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Uittreding Werknemers Agrarische Sectoren (SUWAS I) per 31 december 2009 en van het resultaat over 2009 in overeenstemming met de Richtlijn voor de jaarverslaggeving 640 ‘Organisaties zonder winststreven’. Voorts zijn wij van oordeel dat de in de jaarrekening weergegeven lasten juist zijn aangewend ten behoeve van het bestedingsdoel/de activiteit welke aansluit bij de statuten en/of reglementen van het fonds, in overeenstemming met de relevante bepalingen van het Toetsingskader Algemeen Verbindend Verklaring CAO-bepalingen.
Stichting Uittreding Werknemers Agrarische Sectoren (SUWAS I )
pagina 29 | 31
Zonder afbreuk te doen aan ons oordeel vestigen wij de aandacht op de op pagina’s 25 weergegeven “Niet in de balans opgenomen verplichtingen” inzake toekomstige VUT -uitkeringen welke het eigen vermogen van de Stichting op balansdatum in ruime mate overtreffen. Uit de uiteenzetting blijkt echter dat bij de betaling tot 2011 van de afgesproken jaarlijkse premie van 4% naar de verwachting van het bestuur aan de genoemde verplichtingen kan worden voldaan. Den Haag, 27 mei 2010 Ernst & Young Accountants LLP
w.g. W.J. Thuss RA
Stichting Uittreding Werknemers Agrarische Sectoren (SUWAS I )
pagina 30 | 31
3.3
Resultaatbestemming 2009
2008
Toevoeging aan de bestemmingsreserve
13.696
8.959
Onttrekking/Toevoeging aan de beleggingsreserve
19.154
-5.649
Totaal
32.850
3.310
Bedragen x € 1.000
Stichting Uittreding Werknemers Agrarische Sectoren (SUWAS I )
pagina 31 | 31
SUWAS I • Postbus 254 • 2700 AG Zoetermeer telefoon 0900 165 65 65, optie 1 (€ 0,025 p/m) • www.colland.nl
151207 062010
Suwas I Jaarverslag 2009
Stichting Uittreding Werknemers Agrarische Sectoren