Suprapubische Katheter
In overleg met uw uroloog is besloten, dat u binnenkort een suprapubische katheter gaat krijgen. In deze folder krijgt u uitleg over de ingreep en over hoe om te gaan met de katheter. Waarom deze ingreep? Het doel van het inbrengen van een suprapubische katheter is om permanent de urine-afvoer uit de blaas mogelijk te maken op een voor u acceptabele wijze. De meest voorkomende reden om over te gaan tot het plaatsen van een dergelijke katheter, is retentie (het onvermogen om de urine op natuurlijke wijze te lozen) of incontinentie (ongewild urineverlies). Een andere manier om retentie of incontinentie tegen te gaan is het plaatsen van een katheter rechtstreeks in de blaas via de plasbuis. In het algemeen geldt dat de suprapubische katheter een speciale verzorging vereist. Meestal kan deze verzorging goed geleverd worden door een deskundige wijkverpleegkundige. Waar vindt de ingreep plaats? De ingreep gebeurt op de polikliniek Urologie van het TweeSteden ziekenhuis. U meldt zich op de polikliniek Urologie wachtruimte 6 2e verdieping in het polikliniek gebouw Hoe verloopt de ingreep? Voor de eigenlijke ingreep kan een blaaskatheter via de plasbuis ingebracht worden, om de blaas zonodig te vullen. Daarna begint de ingreep voor de plaatsing van de suprapubische blaaskatheter. Via een echo wordt de blaas gelokaliseerd. Na desinfectie van de buikwand (met jodium) wordt de huis plaatselijk verdoofd door middel van een injectie. Vervolgens maakt de arts op de verdoofde huid een kleine snede, 3 cm boven het schaambeen. Hierna wordt met een dikkere naald de blaas aangeprikt. Dit kan een pijnlijk gevoel geven. Om de naald heen zit een holle buis. Na het verwijderen van de naald kan door deze buis de katheter rechtstreeks in de blaas worden geplaatst.
Het aanprikken van de blaas en vastzetten van de suprapubische katheter in de blaas De buis wordt verwijderd en de ballon van de katheter wordt opgeblazen om te voorkomen dat de katheter uit de blaas raakt. Na een geslaagde plaatsing van de katheter wordt de katheter via de plasbuis weer verwijderd. Het wondje bij de suprapubische katheter wordt bedekt met een steriel gaas. De ingreep duurt ongeveer een kwartier. U mag na deze ingreep niet zelf autorijden.
Wat is belangrijk om te weten? U hoeft niet nuchter te zijn voor deze ingreep. Het kan zijn dat uw buik geschoren moet worden. Dit is het gebied tussen navel en schaambeen. Comlicaties van de ingreep Elke ingreep brengt kans op complicaties met zich mee. Bij deze ingreep kan het gebeuren dat bloedverlies uit de blaas ten gevolge van de punctie optreedt. Een andere complicatie kan zijn, dat er schade veroorzaakt kan worden aan de omliggende weefsels, zoals een bloedvat of darmlis. Het risico wordt kleiner als de blaas goed gevuld kan worden voor de punctie. De genoemde complicaties komen zelden voor. Medicatie Wanneer u bloedverdunnende middelen gebruikt (sintrom, marcoumar) zal deze medicatie in overleg met uw behandelend arts 3 dagen van tevoren gestaakt zijn. Met het innemen van Acetosal (ascal) dient 7 dagen van tevoren voor de ingreep gestopt te worden.
Omgaan met de katheter Dagelijks dient de insteekopening van de katheter afgedekt te worden met een steriel gaasje (splitgaas). Op de katheter kan een urinezakje worden aangesloten dat eventueel op het been gefixeerd kan worden met behulp van een speciaal bandsysteem. ’s Nachts kan het best een grotere urinezak worden aangesloten met een bedhanger. Ook is het mogelijk om overdag de katheter af te stoppen met een speciaal ontworpen kraantje. Wel dient u dan regelmatig de blaas te ledigen, bijvoorbeeld elke vier uur of zoals is afgesproken met uw uroloog. Douchen en baden met de katheter is geen bezwaar. Verwisselen van de katheter De wisseling dient ongeveer om de 6 weken plaats te vinden bij de thuiszorg. De eerste maal wordt de wisseling gedaan op de polikliniek Urologie. Meteen nadat de oude katheter is verwijderd, moet de nieuwe worden ingebracht omdat het insteekkanaal vrij snel kan sluiten. Als er veel steenaanspag plaatsvindt op de katheter kan de verwisseling beter vervroegd worden. Desinfectie van de insteekopening bij de wisseling is wel aan te raden maar is niet noodzakelijk. Wel dient, zoals gezegd, de insteekopening dagelijks met een steriel gaas afgedekt te worden. Deze zijn verkrijgbaar bij de drogisterijen. Soms is het noodzakelijk om de blaas te spoelen. Dit wordt alleen gedaan als de arts dit noodzakelijk vindt. Complicaties van de katheter
lekkage van de katheter
sommige patienten met een katheter blijven of worden incontinent door urineverlies naast de katheter. Dit kan verschillende oorzaken hebben, meestal ligt de oorzaak in een eenvoudige knik of afsnoeren van de slang naar de katheterzak. Bij een blaassamentrekking wordt de urine dan naast de katheter geperst.
Blaaskrampen
er kunnen blaaskrampen zijn ten gevolge van bijvoorbeeld een infectie. Vaker zijn blaaskrampen het gevolg van irritatie door de katheter. Behandeling bestaat uit krampenremmende medicamenten.
verstopping van de katheter
indien de katheter niet meer functioneert dient deze gespoeld te worden. Indien er nog geen doorgankelijkheid optreedt, dient de katheter gewisseld te worden.
uitvallen van de katheter
wanneer de katheter is uitgevallen dient er zo snel mogelijk een nieuwe katheter ingebracht te worden, voordat het gaatje zich gesloten heeft. Dit kan zeer snel gebeuren. Neem tijdens kantooruren contact op met de polikliniek Urologie en buiten de kantooruren met de huisartsenpost. Deze kunnen u eventueel doorsturen naar de spoedeisende hulp. Tot slot Deze folder is bedoeld als extra informatie naast het gesprek met uw uroloog. Bijzondere omstandigheden kunnen aanleidin geven tot wijzigingen. Dit maakt uw uroloog altijd aan u kenbaar. Als u na het lezen van deze folder nog vragen hebt, kunt u deze stellen aan uw uroloog of aan de verpleegkundige van de polikliniek. Telefoonnummer: 013-4655400.
Bron: Patiënteninformatie St. Elisabeth Ziekenhuis Tilburg.