Suprapubische katheter Inbrengen
en verzorgen van de suprapubische katheter
U bent patiënt bij de afdeling urologie van VU medisch centrum (Vumc). VUmc is een universitair medisch centrum waar medisch specialisten worden opgeleid. Zij doen zelfstandig spreekuren en assisteren bij operaties. Hierdoor kan het voorkomen dat u een afspraak heeft bij uw uroloog en een andere dokter aantreft. Dit is een arts in opleiding tot specialist (AIOS). Hij of zij werkt zelfstandig, maar altijd onder verantwoordelijkheid van uw uroloog. Als u het op prijs stelt uw eigen uroloog te spreken, kunt u dit aangeven als u een afspraak maakt. Indien mogelijk proberen wij met uw wens rekening te houden. In overleg met uw arts is besloten bij u een suprapubische katheter in te brengen. De reden hiervoor is dat u niet meer op de natuurlijke wijze kunt plassen, niet goed kunt leegplassen of last heeft van ongewild urineverlies. De suprapubische katheter is een permanente katheter waarmee de urine via een slangetje in een zakje buiten het lichaam wordt afgevoerd. De suprabubische katheter is een dun slangetje dat via een sneetje in de buikwand in de blaas wordt gebracht.
De behandeling Het inbrengen van de suprapubische katheter is een poliklinische behandeling. De ingreep vindt onder plaatselijke verdoving plaats. Voor de ingreep Voor de ingreep hoeft u niet nuchter te zijn. Als u bloedverdunnende medicijnen gebruikt, dan zal deze medicatie in overleg met uw arts voor de ingreep worden gestopt. Wij adviseren u voor begeleiding en vervoer te zorgen. De ingreep De ingreep vindt plaats op de polikliniek. Indien de blaas leeg is wordt een blaaskatheter ingebracht via de plasbuis. Via de katheter wordt de blaas gevuld met steriel water. Met een injectie wordt de huid verdoofd. De arts maakt in de huid een sneetje. Dan wordt met een dikkere naald de blaas aangeprikt. Dit kan pijnlijk zijn. Door een holle buis wordt de katheter ingebracht.
Als de suprapubische katheter geplaatst is, wordt de blaaskatheter verwijderd. De ingreep duurt ongeveer 15 minuten.
2
Na de ingreep Na de ingreep kunt u meteen weer naar huis. Als u thuis bent kunt u wat bloed in de urine hebben. Dit is niet ernstig en verdwijnt meestal vanzelf. De insteekopening van de katheter moet de eerste dagen afgedekt worden met een gaasje totdat het wondje van de insteekopening droog is geworden. Neem contact op met het ziekenhuis als u aanhoudend veel buikpijn heeft of koorts, hoger dan 38.5°C. Verwisselen van de katheter Elke 6 à 12 weken moet de katheter verwisseld worden. Dit wordt gedaan op de polikliniek urologie of, na overleg, in de thuissituatie door de thuiszorg of de huisarts. Verzorging van de katheter Was altijd goed uw handen voor en na het loskoppelen of vervangen van de opvangzak. Was dagelijks de huid rondom de suprapubische katheter met water. U kunt de insteekopening ook onder de douche reinigen en droog deppen met een schone handdoek. Zorg altijd voor een goede doorstroming van de urine. Van belang is dat: • u de opvangzak regelmatig leegt in het toilet; • de opvangzak lager hangt dan de blaas als u loopt, zit of ligt; • u dagelijks minimaal twee liter drinkt; • de afvoerslang van de katheter niet strakgetrokken is; • u loszittende kleding draagt om te voorkomen dat de • urinestroom door strakke kleding wordt onderbroken; • er geen knik zit in de katheterslang. • Met een suprapubische katheter kunt u gewoon douchen. Meest voorkomende probleem met de katheter Het meest voorkomende probleem is dat er geen urine wordt geloosd. Als er geen urine meer in de opvangzak loopt, kunt u zelf het volgende nagaan: 3
Zitten er knikken in de katheterslang, waardoor de urine niet in de zak kan lopen? Bevindt de opvangzak zich onder het niveau van de blaas? Is de opvangzak goed aan het uiteinde van de katheter aangesloten? Heeft u voldoende gedronken? Meest voorkomende klachten Blaasontsteking De kans op het krijgen van blaasontsteking is groot. Het is daarom van belang dat er een goede doorstroming van urine is. Antibiotica zijn meestal niet nodig. Blaaskrampen Nu en dan kunt u last hebben van blaaskrampen. Deze krampen kunnen urinelekkage veroorzaken via de plasbuis waar u normaal door plast. Uw uroloog kan eventueel medicatie voorschrijven om de krampen te verminderen. Wanneer hulp inroepen? Als u aanhoudend veel pijn heeft. Als u gedurende 2 à 3 uur geen urinelozing heeft gehad en u de punten genoemd bij de meest voorkomende problemen bent nagegaan. Als u last heeft van aanhoudende urinelekkage via de insteekopening van de katheter en er geen urine in de opvangzak komt. Als de katheter uitvalt. Als u koorts heeft (hoger dan 38.5°C) en koude rillingen. Neem in deze gevallen altijd contact op met het ziekenhuis. Katheterzakken Er zijn twee soorten opvangzakken: een kleine voor overdag (dagzak) en een grote voor ‘s nachts (nachtzak). De dagzak bevestigt u aan het uiteinde van de katheter en zet deze met bandjes vast aan uw bovenbeen. De verbindingsslang is eenvoudig korter te maken, door deze op de gewenste lengte af te knippen. De nachtzak heeft een lange verbindingsslang. De opvangzak kunt u hierdoor in het rekje aan uw bed hangen. Om de opvangzakken te legen, opent u het kraantje aan de onderkant van de zak en laat de urine in het toilet wegstromen. U hoeft hiervoor de zak niet eerst te ontkoppelen. U kunt een opvangzak 7 dagen gebruiken. Als een zak beschadigd raakt, moeilijk leeg te maken 4
is of onaangenaam is om te dragen, kunt u de zak eerder vervangen. Als u de zak verwisselt, kunt u de gebruikte zak doorspoelen met water en de volgende dag of nacht weer gebruiken. Het afdoppen van de suprapubische katheter Het afdoppen van de suprapubische katheter is u geleerd in het ziekenhuis. Het afdoppen mag u alleen doen als u daarvoor toestemming heeft gekregen van uw uroloog. U gaat als volgt te werk: U doet het dopje op het uiteinde van de suprapubische katheter. U drinkt voldoende, minimaal 2 liter. Na enige tijd zult u aandrang krijgen om te plassen. Als het lukt op de normale manier te plassen, vangt u de urine op in een maatbeker en noteert de hoeveelheid als u het gevoel heeft goed te hebben uitgeplast. U leegt de maatbeker. Daarna meet u hoeveel urine in de blaas achterblijft. Dit doet u door het dopje weer van de suprapubische katheter af te halen en de katheter leeg te laten lopen in de maatbeker. Deze hoeveelheid noteert u ook. Het plassen, opvangen en noteren van de uitgeplaste urine en de urine die achterblijft in de blaas, herhaalt u tenminste 5 keer. De bevindingen neemt u mee naar de polikliniek bij uw eerstvolgende afspraak. Als het na enkele keren proberen niet gelukt is spontaan te plassen of als u kleine beetjes plast en er meer dan 150 ml urine achterblijft in de blaas, sluit dan de suprapubische katheter weer aan op de opvangzak, of ledig de blaas elke 3 à 4 uur via de suprapubische katheter. Verkrijgen kathetermateriaal Het kathetermateriaal wordt verstrekt door een medische speciaalzaak. Het ziekenhuis werkt hiermee samen. Als u met een verblijfskatheter naar huis gaat, krijgt u van het ziekenhuis een startpakket mee en een kaartje met de adresgegevens van de medische speciaalzaak. De afdelingsverpleegkundige vraagt aan u toestemming om de gegevens van uw ziektekostenverzekering aan de medische speciaalzaak door te geven. De medische speciaalzaak declareert dan rechtstreeks de kosten voor het startpakket bij uw verzekeraar. Als u extra materialen nodig heeft, kunt u uw bestelling telefonisch doorgeven aan de medische speciaalzaak. Bestellingen die op werkdagen 5
vóór 14.00 uur zijn doorgebeld, worden de volgende dag met de post thuis bezorgd. Voor advies is de medische speciaalzaak 24 uur per dag bereikbaar. Informatie Voor al uw vragen kunt u telefonisch contact opnemen met de continentieen stomaverpleegkundige van maandag tot en met vrijdag van 08.00 uur tot 16.00 uur via (020) 444 0458 of het verpleegkundig spreekuur van de polikliniek urologie via (020) 444 0229. Het verpleegkundig spreekuur is van maandag tot en met donderdag van 08.00 uur tot 09.00 en van 13.00 tot 14.00 uur, vrijdag van 08.00 tot 10.00 uur. Voor spoedeisende zaken kunt u het ziekenhuis bereiken: binnen kantooruren, via de polikliniek urologie op nummer (020) 444 1103; Buiten deze tijden kunt u het algemene nummer van het ziekenhuis bellen, (020) 444 444 en vragen naar de dienstdoende uroloog. Daarnaast kunt u terecht op de website: www.vumc.nl/afdelingen/urologie Tot slot Deze folder bevat algemene informatie. Het is bedoeld als extra informatie naast het gesprek met uw behandelend arts.
6
7
213021
VUmc© juli 2014 www.VUmc.nl
8