Inbrengen katheter via de buik
H.367425.0915
(suprapubische katheter)
Inleiding In overleg met uw behandelend arts is besloten bij u een suprapubische blaaskatheter in te brengen. De reden hiervoor is dat u niet meer op een natuurlijke wijze kunt plassen door: Achterblijven van urine (retentie). Vernauwing in de plasbuis (obstructie). Ongewild urineverlies (incontinentie). Een operatie aan de urinewegen om het desbetreffende gebied te ontlasten. Voorbereiding thuis Wanneer u bloedverdunnende medicijnen gebruikt (bijv. sintrom, marcoumar) stopt u deze medicatie in overleg met uw behandelend arts enige dagen tevoren. Het kan zijn dat u na de ingreep niet lekker bent, het is verstandig om iemand mee te nemen die u naar huis brengt. Wat neemt u mee Uw patiëntenkaart. Actueel medicatieoverzicht, deze kunt u opvragen bij uw apotheek. Extra onderkleding. Waar meldt u zich U meldt zich bij poli 6 urologie. Voorbereiding in het ziekenhuis Om infectie te voorkomen vindt het inbrengen van een suprapubische blaaskatheter onder steriele omstandigheden plaats. Voor de ingreep wordt (zo nodig) uw buik tussen navel en schaambeen geschoren.
2
De ingreep Er wordt via uw buikwand een slangetje in uw blaas gebracht. Uw urine wordt opgevangen in een katheterzak. De ingreep vindt (meestal) plaats onder plaatselijke verdoving. Er wordt (zonodig) via de plasbuis een blaaskatheter ingebracht om de blaas te vullen. Soms is het voldoende als u veel drinkt. Na desinfectie van de buik wordt de huid met een injectie verdoofd. De arts maakt in de verdoofde huid een kleine snee. De blaas wordt met een holle naald aangeprikt. Dit kan een pijnlijk en drukkend gevoel geven. Door de holle naald wordt de katheter in de blaas geplaatst. De naald wordt verwijderd. De ballon van de katheter wordt gevuld met water, om te voorkomen dat de katheter er uitvalt. De katheter wordt eventueel met een hechting vastgezet. Na zes weken wordt deze katheter verwisseld en de eventuele hechting verwijderd.
Duur van de ingreep De ingreep duurt ongeveer 15 minuten.
3
Mogelijke complicaties Complicaties zijn gelukkig zeldzaam, maar nooit uit te sluiten. Ondanks alle zorg die aan de ingreep wordt besteed kunnen er toch complicaties optreden in de vorm van: Incontinent worden of blijven, dit kan verschillende oorzaken hebben, bijvoorbeeld door een knik of afsnoeren van de slang. Blaaskrampen, irritatie van de katheter. De urine wordt naast de katheter geperst. Behandeling bestaat uit spasmeremmende medicatie. Verstopping; de blaas wordt gespoeld als er na de spoeling geen doorgang is dan wordt de katheter verwisseld. Aanhoudende pijn. Geen urine lozing gedurende twee of drie uur. Ga eerst na of er een knik in de slang zit, of u genoeg gedronken heeft en of de katheterzak niet te hoog hangt. Blijvende lekkage langs de katheter. De kleur van de urine plotseling (donker) rood wordt door bloed bij de urine. De katheter uit uw blaas is gevallen. Wanneer de katheter is uitgevallen, zal er zo snel mogelijk een nieuwe katheter ingebracht worden, voordat het gaatje zich gesloten heeft (dit kan zeer snel zijn). Neemt u in bovengenoemde situaties contact op met de polikliniek urologie. (0523) 276325 Naar huis Na de ingreep kunt u naar huis.
4
Nazorg Een katheter levert doorgaans geen problemen op, zolang u geen infectie oploopt. Verzorging: Was uw handen voor en na het loskoppelen, vervangen of leegmaken van de katheterzak. Maak de insteekopening van de katheter dagelijks schoon met water. Sluit een katheterzak aan op de katheter. Leeg de opvangzak regelmatig in het toilet, wacht niet tot de zak (over) vol zit. Hang de katheterzak lager dan de blaas, om de urine goed af te laten lopen. Gebruik geen crème of talkpoeder in de buurt van de insteek opening. Drink voldoende minimaal twee liter per dag. Draag geen strakke kleding. De afvoerslang mag niet geknikt of afgekneld zijn. Iedereen met een verblijfskatheter heeft bacteriën in de urine. Antibiotica behandeling is alleen noodzakelijk bij hoge koorts. Materiaal Bij ontslag krijgt u een startpakket mee van de firma Hoogland. Er zit voldoende materiaal in voor de eerste weken (o.a. beenzakken, nachtzakken). In het startpakket vindt u het telefoonnummer van de firma Hoogland, voordat uw materiaal op is kunt u telefonisch nieuw materiaal bestellen. De firma Hoogland declareert uw kosten rechtstreeks bij uw zorgverzekeraar.
5
Katheterzakken Urine die via de katheter afloopt wordt opgevangen in een katheterzak. Er zijn twee soorten katheterzakken: Beenzak (500ml). De beenzak draagt u overdag onder uw kleding. U bevestigt deze aan uw onderbeen met behulp van beenbandjes. Deze bandjes zijn elastisch en hebben klittenband. Er zit een kraantje onderaan de zak waarmee u de zak leeg laat lopen in het toilet. Vergeet niet het kraantje weer te sluiten! Aankoppelen nachtzak (2000ml). ‘s Nachts koppelt u de nachtzak aan. U hoeft ’s nachts de zak niet te legen. Aankoppelen doet u door de nachtzak aan de dagzak te koppelen. Vergeet niet het kraantje van de dagzak open te zetten. De nachtzak kunt u met het ophangrekje aan uw bed bevestigen. Zorg ervoor dat deze lager hangt dan de blaas, voor een goede afloop van urine. U kunt de opvangzak in een emmer leggen, om lekkage van de urinezak op te vangen. ’s Morgens koppelt u de nachtzak los van de dagzak. De nachtzak maakt u schoon door hem in het toilet te legen en door te spoelen met kraanwater en een scheutje azijn. Flip flow kraantje. Het is (soms) mogelijk (alleen als de uroloog hier toestemming voor geeft), om in plaats van continue afloop van urine overdag, gebruik te maken van een flip flow kraantje. Met een flip flow kunt u bij aandrang of op vaste tijden uw blaas legen. U kunt in de nacht een nachtopvangzak aankoppelen. Zet het kraantje van de flip flow open en de nachtzak aan de onderkant dicht.
6
Het verwisselen van de katheterzak Elke drie à vier dagen verwisselt u de katheterzak. Was voordat u begint uw handen en droog deze goed af. Maak de oude zak los. Schuif het rubber van het uiteinde van de blaaskatheter, voorzichtig van de tip van de katheterzak. Rubberen uiteinden dichtknijpen. Haal het dopje van de nieuwe katheterzak en plaats deze op de blaaskatheter. Controleer of de zak goed vast zit. Spoelen van de blaas Bij gebruik van een suprapubische katheter kan er neerslag slijmvlies en steenvorming (slijm of gruis) in de blaas ontstaan. Om dit te voorkomen zijn de volgende punten van belang: Voldoende drinken. Minimaal twee liter per dag. Eventueel spoelen van uw blaas. De uroloog adviseert afhankelijk van de hoeveelheid neerslag in de blaas 1x per dag tot 2x per week te spoelen. Afspraak De katheter wordt om de twee á drie maanden verwisseld op de poli of via de thuiszorg. U krijgt hiervoor een afspraak. Vragen Als u nog vragen heeft kunt u contact opnemen met de polikliniek urologie. Van maandag tot en met vrijdag van 09.00 - 12.00 uur en van 14.00 - 16.00 uur. (0523) 27 63 25 In het weekend en buiten kantooruren kunt u bij problemen contact opnemen met de huisartsenpost. 0900 - 3336333
7
8