STUDIEGIDS. Professionele bachelor in de Biomedische laboratoriumtechnologie. 2 de opleidingsfase

Studiegids 2de opleidingsfase PBA biomedische laboratoriumtechnologie_2011-2012

STUDIEGIDS Professionele bachelor in de Biomedische laboratoriumtechnologie 2de opleidingsfase

Academiejaar 2011-2012

1


2

INHOUDSTABEL

INLEIDING

3

OPLEIDINGSDOELSTELLINGEN PROFESSIONELE BACHELOR BIOMEDISCHE LABORATORIUMTECHNOLOGIE

4

LESSENTABEL

9

VOLGTIJDELIJKHEIDSTABELLEN

11

ECTS-FICHES

16


3

INLEIDING

Deze studiegids wil je meer inzicht geven in het lessenpakket van het tweede jaar professionele bachelor in de biomedische laboratoriumtechnologie afstudeerrichting medische laboratoriumtechnologie. Deze gids bevat; - de opleidingsdoelstellingen. - een vergelijkende tabel van alle opleidingsonderdelen met aanduiding van het aantal lestijden per opleidingsonderdeel uitgedrukt in aantal lesuren per week, en het overeenkomstig aantal studiepunten. - de doelstellingen van het opleidingsonderdeel, een korte beschrijving van de inhoud, het studiemateriaal en de beoordelingswijze van iedere onderwijsactiviteit. Het formuleren van doelstellingen kadert in een kwaliteitsbeheersingssysteem dat door de KHLim, dep. IWT, is opgezet waarbij het mogelijk moet zijn om de kwaliteit van de aangeboden opleiding te meten en te beheersen (bewaken en eventueel bijsturen). Doelstellingen per opleidingsonderdeel geven aan waartoe een student in staat moet zijn bij het afsluiten van het opleidingsonderdeel. Zij geven o.m. het te realiseren waarneembaar eindgedrag van de student weer, rekening houdend met de leerinhoud. Indien tijdens het academiejaar bepaalde gegevens uit deze gids zouden veranderen, dan zal dit u tijdig meegedeeld worden via het mededelingenbord.


4

OPLEIDINGSDOELSTELLINGEN BIOMEDISCHE LABORATORIUMTECHNOLOGIE Afstudeerrichting Medische Laboratoriumtechnologie

1. ALGEMENE DOELSTELLING We willen ons engageren om jongeren op te leiden en hen optimaal te begeleiden in hun ontwikkeling tot professionele bachelors in de medische laboratoriumtechnologie die beantwoorden aan het opleidings- en het beroepsprofiel. Jullie zullen direct inzetbaar zijn in het beroepenveld waardoor vooral de nadruk zal liggen op de ontwikkeling van praktische vaardigheden. Door de snelle ontwikkelingen in dit gebied zal je in staat moeten zijn om je zeer snel nieuwe technieken eigen te maken en ze eventueel te vertalen naar de eigen specifieke situatie. Je praktische vaardigheden zullen daarom onderbouwd worden met een gedegen technisch-wetenschappelijke kennis die je toelaat een goed inzicht te verwerven in het belang van bepaalde onderzoeken en hun onderlinge relaties om resultaten op een correcte manier te kunnen interpreteren. Naast basisvakken zoals biologie, wiskunde, statistiek, fysica en chemie bevat de opleiding daarom tal van specialiteitsvakken zoals klinische chemie, analytische chemie, microbiologie, hematologie, immunologie, biochemie, pathologie, farmacologie, histologie en informatica. Je moet na deze opleiding in staat zijn om het werk in een klinisch labo of een biomedisch onderzoekscentrum zelfstandig, nauwkeurig, snel en betrouwbaar te kunnen uitvoeren. Dit houdt in dat je met voldoende accuraatheid en betrouwbaarheid een divers instrumentarium moet kunnen gebruiken, en de meetresultaten op hun juistheid moet kunnen controleren. Verder dien je te beschikken over voldoende organisatietalent om een aantal analyses, gebaseerd op verschillende principes, gelijktijdig uit te voeren. Dit is vooral noodzakelijk bij het zelfstandig verrichten van nacht- en weekenddiensten. De eindverantwoordelijkheid voor alle werkzaamheden in het medisch laboratorium berust echter bij de klinisch bioloog. Al deze doelstellingen zullen nagestreefd worden in het volledige pakket van opleidingsonderdelen dat aangeboden wordt.


5

2. BASISKENNIS, INZICHTEN EN VAARDIGHEDEN De opleiding is sterk praktijkgericht met een degelijke theoretische onderbouw. De theorie staat ten dienste van de praktijk. Om je beroep als medisch laboratoriumtechnoloog uit te kunnen oefenen, dien je de basiskennis, inzichten en vaardigheden te verwerven over :

de voornaamste begrippen uit de wiskunde, fysica, biologie en scheikunde om ze toe te passen op de technische problemen die behandeld moeten worden; veiligheid, gezondheid en hygiëne (met bijzondere aandacht voor besmettingsgevaar); Het werken met menselijke lichaamsvochten brengt immers een bepaald besmettingsgevaar met zich mee. Net als bij het werken met radio-isotopen dient de medisch laboratoriumtechnoloog op de hoogte te zijn van de nodige veiligheidsvoorschriften. kwaliteitszorg; correcte en efficiënte rapportering; informatica (teksten gegevensverwerking) in functie van de uit te voeren opdrachten; technisch taalgebruik in het algemeen, begrijpend lezen van vooral Engelse technische teksten in het bijzonder; taalzuiver en taalvaardig gebruik van het Nederlands.

3. SPECIFIEKE KENNIS, VAARDIGHEDEN EN INZICHTEN Gezien je opgeleid wordt om te kunnen functioneren in één van de afdelingen van een klinisch labo of een biomedisch onderzoekscentrum, moet je vertrouwd zijn met de werkmiddelen, de onderzoeksmaterialen en de werkwijzen binnen de volgende afdelingen; - klinische biochemie - hematologie - bacteriologie - histologie

3.1

Klinische biochemie

In een aantal menselijke vochten zoals bloed, plasma, serum, urine, ruggemergvocht worden verscheidene parameters bepaald: enzymen, substraten, elektrolyten, hormonen, geneesmiddelen, antistoffen en antigenen. Voor de analysen wordt een groot scala van methodieken gebruikt en dus ook een grote variatie aan analyse-apparatuur. Steeds meer wordt gebruikt gemaakt van computergestuurde apparatuur. Dit vergemakkelijkt de berekening van de meetresultaten, de opslag en verwerking van de onderzoeksgegevens. 3.2

Hematologie

Er wordt hoofdzakelijk bloed en serum microscopisch onderzocht. Je bepaalt bloedgroepen, Rhesusfactoren, de stolling, het aantal rode bloedcellen, witte bloedlichaampjes, bloedplaatjes, afwijkende vormen van bloedcellen, enz. De serologische bepalingen vormen een belangrijk onderdeel hierin.


6

Zo worden er bijvoorbeeld zwangerschaps- en reuma-testen uitgevoerd en hepatitis- en rubellaantistoffen opgespoord.

3.3

Bacteriologie

De medisch laboratoriumtechnoloog moet in deze afdeling van het laboratorium micro-organismen opsporen in urine, faeces, etter, sputum en uitstrijkjes. De identificatie van zowel bacteriën, schimmels en gisten is essentieel en verloopt via entschema's, biochemische, serologische en microscopische testen. Je test de gevoeligheid van bacteriën voor antibiotica en je moet ook voedingsbodems bereiden. Je identificeert eveneens, via microscopisch onderzoek, de meest courante bloed- en darmparasieten. Door de grote variatie in de aard van de stalen en op te sporen kiemen, is automatisering hier beperkt. Het kritisch observeren en het uitvoeren van de gepaste bijkomende testen, in functie van hun klinische relevantie, zijn essentiële vaardigheden. De medisch laboratoriumtechnoloog moet zich ook steeds bewust zijn van het potentiële besmettingsgevaar ten opzichte van zichzelf, zijn omgeving en van alle inoculaten.

3.4

Histologie

In deze afdeling worden weefselsneden en uitstrijkjes onderzocht. Dit houdt het maken, kleuren en het microscopisch onderzoek in van weefselfragmenten en cellen. Hierdoor kunnen abnormale cellen en structuren onderkend worden.

4. SOCIALE, METACOGNITIEVE EN ORGANISATORISCHE VAARDIGHEDEN Naast deze technische vaardigheden vinden we het ook zeer belangrijk je ook nog een aantal andere vaardigheden bij te brengen die noodzakelijk zullen zijn om op een degelijke manier te kunnen functioneren in het werkveld. We leiden je op zodanig dat je in staat zou moeten zijn om In team te kunnen werken zodanig dat je in staat zal zijn om mee te werken aan de realisatie van de objectieven van het team en open te staan voor elk initiatief dat de interne of externe relatie van het team kan verbeteren; zich solidair op te stellen met respect voor de medewerkers; om door contactvaardigheid en communicatievaardigheid alle relevante informatie te verzamelen, te verwerken en ze, indien nodig, in een voor anderen geschikte vorm beschikbaar te stellen; met voldoende assertiviteit zijn eigen realisaties en ideeën te verantwoorden en te verdedigen; rapporten op te stellen en mondeling en schriftelijk te rapporteren.


7

Aanvullingen bij het Onderwijs- en examenreglement 1. Vrijstellingen: EVC en EVK Heb je competenties in de praktijk opgedaan of heb je credits of een diploma verworven, dan houdt de KHLim daar graag rekening mee bij het samenstellen van je studieprogramma. In een gesprek en/of assessment wordt duidelijk wat je al kan en wat nog nodig is om het bachelor en/of master diploma te behalen. Deze procedure heet EVC/EVK: EVC = Eerder Verworven Competentie, EVK = Eerder Verworven Kwalificatie Door EVC/EVK kan je de opleidingsduur verkorten, waardoor je sneller in het bezit bent van een waardevol diploma. Wil je in aanmerking komen voor een opleiding op maat? Neem contact op met de verantwoordelijke van de betrokken opleiding (zie contact) en neem deel aan de EVC/EVK procedure! Wat is EVC/EVK? EVC staat voor eerder verworven competenties. In de EVC-procedure wordt onderzocht of de competenties (door werkervaring, leerervaring, vrije tijd, …) die je verworven hebt zonder een formeel bewijs, erkend kunnen worden. Voor de competenties die je aantoont, kan je een bewijs van bekwaamheid bekomen. Met bewijzen van bekwaamheid kan je een opleiding starten en vrijstellingen aanvragen. Voor de EVC-procedure moet je een bijdrage betalen (zie kosten in het Onderwijs- en examenreglement). EVK staat voor eerder verworven kwalificaties. In de EVK - procedure wordt gekeken naar de diploma’s, attesten, creditbewijzen, … die je al behaald hebt. Er wordt nagegaan of deze aan het niveau van de beoogde opleiding beantwoorden waardoor je eventueel vrijstellingen kan krijgen in de opleiding. Deze procedure is volledig gratis. Indien je denkt in aanmerking te komen voor vrijstellingen op basis van EVK’s dan kan je een aanvraag indienen bij de opleidingscoördinator.. Je dient een dossier binnen te brengen bij de respectievelijke opleidingscoördinator met volgende bewijsstukken: • Het origineel uitslagenformulier of de verschillende creditbewijzen van de instelling waar credits werden behaald. • De ECTS-fiches met doelstellingen én de inhoudsopgave van de opleidingsonderdelen van de reeds behaalde credits. Indien nodig en bij twijfel kan nadien worden gevraagd het gebruikte cursusmateriaal binnen te brengen om de geziene inhoud te staven. Je kan zelf op basis van de ECTS-fiches nagaan voor welke opleidingsonderdelen je een aanvraag wil indienen. Daarvoor raadpleeg je de studiegidsen op de website van de school www.khlim.be (toekomstige studenten, kies het juiste departement en dan kies je “programma”). Gelieve een afspraak met de opleidingscoördinator vast te leggen via mail om dit dossier binnen te brengen.


8

2. Examens Examenrichtlijnen vind je op Toledo bij “Mededelingen voor studenten”, in de map “Examens”.

Deelname aan de examens: artikel 14 (OER) AFDELING 3 – Deelname aan de examens Artikel 14 (hernemen van examens) “… Indien de opleiding dit toestaat kan de student die niet slaagde in de eerste examenperiode eventueel reeds in de tweede examenperiode een examen hernemen …” Voor departement IWT geldt bijkomend: “Enkel studenten die afstuderen en hun diploma kunnen behalen in het huidige academiejaar, krijgen de toelating om hun tweede examenkans reeds op te nemen in juni (2de examenperiode) in plaats van in september (3de examenperiode). Enkel studenten die geen opleidingsonderdelen meer te volgen en af te leggen hebben in het tweede semester komen hiervoor in aanmerking. Deze studenten nemen hun volledige tweede examenkans op in de junizittijd. De studenten die nog wel onderwijsactiviteiten hebben in het tweede semester (opleidingsonderdelen, stage/eindwerk, buitenlandse reis) kunnen GEEN gebruik maken van deze uitzondering! Studenten die in aanmerking denken te komen op basis van de geschetste voorwaarden, moeten op EIGEN INITIATIEF een verzoek indienen om deze tweede examenkans in juni op te nemen i.p.v. in september. De studenten richten deze vraag tot de voorzitter van de examencommissie door het invullen van het document dat beschikbaar wordt gesteld op Toledo bij “Mededelingen voor studenten”.


9

Naam OLOD/dOLOD

Semester 1 (14 weken) T

O

L

Semester 2

Docent

Punten OLOD

overdracht Punten dOLOD

Contract

Code OLOD

SP dOLOD

2 PBA_BLT / MLT

SP OLOD

Tweede opleidingsfase _ Professionele bachelor in de biomedische laboratoriumtechnologie_afstudeerrichting medische laboratoriumtechnologie

(13 weken)

Ex_1

T

O

L

Ex_2

Analytische chemie II

5

PC_BLT_ANALII_21

e

J

50

31

S

VaAn

Biochemie

5

PC_CEBLT_BIO_BIOCH_21

e

J

50

35

M

VhPa

Biologie en parasitologie

3

PC_BLT_BIOLPARASIT_21

J

30

18

M

X

Communicatie (Nederlands en Engels)

3

PC_BLT_COMMUN_21

J

30

Hematologie en immunologie

6

PC_BLT_HEMATOIMMUNO_22

e

J

60

21

M

Microbiologie II

3

PC_BLT_MICROII_21

e

J

30

24

M

DmMa

Wijsbegeerte en ICT

3

P

VhMa

38

KuMo 23

M

RuJe

30

Informatica

1

PC_ALG_INF_21

e

J

10

Wijsbegeerte I

2

PC_ALG_WIJSB_22

e

J

20

9

24

Labo hematologie

6

PC_BLT_LHEMATO_22

J

60

49

Labo klinische analyse I

4

PC_BLT_LKLINANALI_22

J

40

42

M/P

42

S

LeSy

M/P

QuGr

BeIn


10

Labo microbiologie II

4

PC_BLT_LABMICROII_22

J

40

Histologie I

3

PC_BLT_HISTOI_22

J

30

16

Immunologie

3

PC_BLT_IMMUNO_22

J

30

14

Labo klinische analyse II

4

PC_BLT_LKLINANALII_22

J

40

Moleculaire biologie en radiochemie

5

e

Moleuculaire biologie

3

PC_BLT_MOLECUL_22

Radiochemie

2

PC_BLT_RADIO_22

e

Totaal Aantal OLOD's

X

S

RaGr

39

BeIn

30

16

M

VhPa

J

20

10

S

VaAn

2

J

PC_BLT_WERKVIKZ_22 PC_BLT_STATISDATA_22

e

J

61

20

9

26

M/S

KeBr

20

13

7

P/S

KeBr

38

120 610 129

128

125

0

15 21,07

Contacturen/Sem Gemidd. contacturen/Jaar

M

40 2

Statistiek en dataverwerking

15

DmMa

J

4

Werkveldervaring en kwaliteitsborging (IKZ)

32

50 e

Statistische kwaliteitsborging en werkveldervaring

28

22

T: Theorie; O: Oefeningen; L: Lab --- Ex: P: praktisch examen ; S: schriftelijk examen; M: mondeling examen Contract: e: examencontract is mogelijk O.O.= Opleidingsonderdeel --- OD = deel van een opleidingsonderdeel, indien J: overdracht punten van het deelvak zijn mogelijk Georganiseerde examens tijdens de examenweken : Ex_1 = examen jan, Ex_2 = examen juni

22

161


11

Tabel Volgtijdelijkheid 2 PBA Biomedische laboratoriumtechnologie credit nodig Opleidingsonderdelen basiskennis nodig van van 2PBA_biomedische Kwalitatieve redoxreacties/volumetrie/pHchemie en berekeningen/ Analytische chemie II Analytische stoechiometrische chemie I berekeningen instrumentele analyse I

SP

SEM

5

1

5

1

Biochemie

organische chemie

3

1

Biologie en parasitologie

anatomie en fysiologie

3

1

6

1+2

3

1

3

1+2

6

Communicatie (Nederlands en Engels) Hematologie en immunologie Microbiologie II

microbiologie I

Wijsbegeerte en ICT

1

Informatica (1)

2

Wijsbegeerte (2)

1+2

opmerking

Labo hematologie

steeds in combinatie met hematologie en i


4

1

Labo klinische analyse I

4

1+2

3

2

Histologie

3

2

Immunologie

4

2

12

kwalitatieve chemie en analytische chemie I en instrumentele analyse I

Labo microbiologie II

Labo klinische analyse II

kan niet opgenomen worden zonder analyt

microbiologie I

anatomie en fysiologie

enkel indien ook microbiologie II wordt opg

biologie & parasitologie

samen opnemen met hematologie en immu biologie is aangewezen kwalitatieve chemie en analytische chemie I en instrumentele analyse I

enkel indien Biochemie en lab klinische an en 'Statistiek en chemische dataverwerking worden opgenomen


5

kan enkel opgenomen worden indien ook biochemie wordt opgenomen omwille van de moleculaire biologie

Moleculaire biologie en radiochemie 2

radiochemie (2)

2

moleculaire biologie (3)

4

basischemie biochemie liefst samen met immunologie

Statistische kwaliteitsborging en werkveldervaring 2

2 61

13

enkel indien ook lab klinische analyse I EN of lab hematologie of lab microbiologie worden opgenomen

werkveldervaring en kwaliteitsborging (2)

Statistiek en dataverwerking (2)

statistiek I en chemdata I


14

Tabel Volgtijdelijkheid 3 PBA Biomedische laboratoriumtechnologie SP Opleidingsonderdelen 3de opleidingsfase

credit nodig van

basiskennis nodig van

opmerking

3PBA_Biomedische / MLT

5

Histologie II

Anatomie en fysiologie' (1PBA) en 'Histologie' (2PBA)

biologie & parasitologie

3

Pathologie

immunologie en anatomie & fysiologie en hematologie & immunologie

biochemie

3

Farmacologie

immunologie en anatomie & fysiologie

3

Labo hematologie en serologie

theorie en lab van hematologie en immunologie van 2PBA

enkel op te nemen in combinatie met pathologie en farmacologie

4

labo klinische analyse III

Labo klinische analyse I en II

liefst samen opnemen met pathologie en farmacologie

5

Klinische microbiologie

microbiologie II en lab microbiologie II

4

Analytische chemie III

analytische chemie I en II

liefst samen met lab analytische en in vivo technieken

4

Humane vorming II

5

Labo analytische en in vivo technieken

Instrumenentele analyse I en analytische chemie I en analytische chemie II

liefst samen met analytische chemie III

best samen opnemen met labo hematologie en serologie


24 Stage

60

15

De stage kan niet opgenomen worden indien er nog opleidingsonderdelen uit het tweede semester van de tweede opleidingsfase moeten worden afgelegd!! De stage kan ook niet worden aangevat indien niet alle opleidingsonderdelen uit de derde opleidingsfase werden opgenomen.


16

ECTS-FICHES In hetgeen volgt krijg je een alfabetische rangschikking van de zogenaamde opleidingsfiches of ECTS-fiches voor de verschillende opleidingsonderdelen en deelvak(ken). Deze bevatten alle informatie die je nodig hebt per opleidingsonderdeel of deelvak zoals de vakdoelstellingen, de inhoudsopgave, de onderwijsvorm, het gebruikte studiemateriaal en de beoordelingswijze of evaluatievorm. Bijzondere aandacht gaat uit naar de evaluatievormen die voor elk opleidingsonderdeel zijn vermeld. Verschillende evaluatievormen worden gebruikt gaande van permanente evaluatie, schriftelijk/mondeling examen, labo-examen, werkjes,…. Bij alle opleidingsonderdelen waar een groot deel of alles via permanente evaluatie geëvalueerd wordt en waar bijvoorbeeld praktische of communicatieve vaardigheden worden aangeleerd, is de aanwezigheid van de student verplicht. Dit betekent dat élke afwezigheid gewettigd moet worden bij de betrokken docent of opleidingscoördinator. In geval van een gewettigde afwezigheid moet de student zo snel mogelijk zélf het initiatief nemen om samen met de betrokken docent een geschikt inhaalmoment of een vervangopdracht af te spreken. Indien de (gewettigde) afwezigheden dan (nà inhaalmomenten of vervangopdrachten) nóg meer dan 20% bedragen van de totale (labo) tijd of indien de afwezigheden niet gewettigd kunnen worden dan zal de totale score van het opleidingsonderdeel herleid worden tot een nulscore. Bij ongewettigde afwezigheden bestaat de mogelijkheid van inhaalmomenten en vervangopdrachten niet, hier zal een afwezigheid automatisch resulteren in een nulscore voor het gehele opleidingsonderdeel ongeacht de reeds verzamelde punten!


Naam opleidingsonderdeel

Analytische chemie II

Code opleidingsonderdeel

PC_BLT_ANALCHII_21

Afstudeerrichting

PBA_BLT_MLT

Studiepunten

5

Opleiding

2de opleidingsfase

Semester

1ste semester

Verantwoordelijke docent

Annemie Van Assche (VaAn)

Examinator

Annemie Van Assche (VaAn)

Overdracht

Ja

Examencontract mogelijk

Ja

Niveau van het opleidingsonderdeel

O x O

17

Inleidend Uitdiepend Gespecialiseerd

1. Begincompetenties Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaandelijk credits en/of tolereerbare cijfers dienen behaald te zijn Analytische chemie I Kwalitatieve chemie Opleidingsonderdelen die vooraf gevolgd dienen te zijn Instrumentele analyse I Andere begincompetenties Geen

2. Beoogde competenties

De student kan met eigen woorden de principes van de belangrijkste analysemethoden weergeven zoals pH-meting, ionselectieve elektroden, gaselektroden, enzymelektroden, complexometrie, ionenwisseling en AAS. De student kan oefeningen in verband met celspanning, wet van Nernst, elektrolyse, potentiometrie, conductometrie, AAS en complexometrie oplossen. De student kan de apparatuur met de belangrijkste onderdelen en werkwijzen van elektroanalytische toestellen weergeven. De student kan het principe van ionenwisselaars toepassen. De student kan het AAS-toestel met onderdelen uitleggen. De student kan de concentratie berekenen van een fluorimetrische bepaling.


18

3. Inhoud

Elektrochemische analysemethoden. Galvanische en elektrolytische cel Potentiometrie: pH-meting, ionselectieve elektroden, gasgevoelige elektroden, enzymelektroden, potentiometrische titraties. Conductometrie Complexometrie Ionenwisseling AAS, vlamfotometrie Fluorimetrie

4. Studiemateriaal en aanvullende leermiddelen Cursus, Toledo

5. Onderwijsvorm Hoorcolleges

6. Evaluatie of beoordelingswijze Te behalen punten

50

Beoordelingswijze

1ste examenkans

Schriftelijk examen (50 punten)

2de examenkans

Schriftelijk examen (50 punten)

7. Relatie met het werkveld Deze cursus geeft theoretische ondersteuning voor potentiometrische ( pH en ISE), conductometrische en fotometrische methoden in een klinisch labo en een daaraan verbonden researchlabo


19


Biochemie


PC_CEBLT_BIO_BIOCH_21

Opleiding

PBA_BLT_MLT

Studiepunten

5

Opleidingsfase

2de opleidingsfase

Semester

1ste semester (blok 1+2)


Paul Vanherwegen (VhPa)

Examinator

Paul Vanherwegen (VhPa)

Overdracht

Ja


Ja


x O O


1. Begincompetenties (volgtijdelijkheidsvoorwaarden) Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaandelijk credits en/of tolereerbare cijfers dienen behaald te zijn Geen Opleidingsonderdelen die vooraf gevolgd dienen te zijn Organische chemie I Andere begincompetenties Geen

2. Beoogde competenties (of eindcompetenties) - doelstellingen

De structuur van de in de cel voorkomende macromoleculen kunnen weergeven en hun functie kunnen beschrijven De opbouw en de afbraak van deze macromoleculen kunnen beschrijven De energievoorziening van de cel kunnen beschrijven Kunnen berekenen hoeveel energie er vrijkomt bij de afbraak van een gegeven suiker of vet Biochemische processen kunnen verklaren aan de hand van algemeen geldende organische reactieprinciepen

3. Inhoud


20

Beschrijvende biochemie: 1. De koolhydraten 2. De eiwitten 3. De vetten 4. De nucleïnezuren 5. De enzymen Dynamische biochemie 1. Het koolhydraatmetabolisme 2. Het eiwitmetabolisme 3. Het vetmetabolisme 4. Het nucleïnezuurmetabolisme 5. De celademhaling 6. De fotosynthese

4. Studiemateriaal en aanvullende leermiddelen

Cursus

5. Onderwijsvorm

Hoorcollege


50

1ste examenkans

Mondeling examen: 50 punten

2de examenkans


7. Relatie met het werkveld (of relevantie voor) Omdat het werkveld zich vrijwel uitsluitend bezig houdt met ‘de levende cel’ mag in de opleiding ‘de chemie van het leven’ niet ontbreken.



Biologie en Parasitologie


PC_BLT_BIOLPARASIT_21

Opleiding

PBA_BLT_MLT

Studiepunten

3

Opleidingsfase

2de opleidingsfase

Semester

1ste semester


X

Examinator

X

Overdracht

Ja


Nee


X O O

21


1. Begincompetenties (volgtijdelijkheidsvoorwaarden) Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaandelijk credits en/of tolereerbare cijfers dienen behaald te zijn Geen Opleidingsonderdelen die vooraf gevolgd dienen te zijn Geen Andere begincompetenties Geen

2. Beoogde competenties (of eindcompetenties) - doelstellingen Theorie 1 Het onderscheid tussen Prokarioten en Eukarioten kunnen beschrijven. 2 De relatie tussen de endomembraansystemen binnen de cel interpreteren. 3 De structuur van de plasmamembraan uitleggen. 4 Het verschil tussen mitose en meiose uitleggen. 5 De erfelijke implicaties van een gen omschrijven. 6 De structuur van DNA uitleggen. 7 De eiwitsynthese aan de hand van een zelfgemaakt schema illustreren. 8 Een overzicht geven van de verschillende phyla binnen het rijk van de protisten. 9 De levenscyclus van zaadplanten uitleggen. 10 De structuur en levenscyclus aangeven van een aantal vertegenwoordigers van de platwormen. 11 De levenscyclus van en aantal parasitaire platwormen aangeven. 12 De structuur en levenscyclus van een aantal ronde wormen aangeven. 13 De structuur en levenscyclus van een aantal gelede wormen aangeven. Het vermoedelijke ontstaan van het leven op aarde beschrijven. 14


15

22

Pathologie, verspreiding en diagnose van de in België voorkomende parasieten kennen.

3. Inhoud Theorie Diversiteit van het leven Pro- en Eukarioten De cel De plasmamembraan Mitose Seksuele reproductie DNA Proteïnesynthese Protista Plantae Animalia Platyhelminthes Nematoda Ontstaan van het leven

4. Studiemateriaal en aanvullende leermiddelen Cursus Vaste preparaten CD-rom Internet 5. Onderwijsvorm Hoorcollege


30

Beoordelingswijze

1ste examenkans

Schriftelijk examen

30 punten

2de examenkans

Schriftelijk examen

30 punten


23


Communicatie ( Nederlands en Engels)


PC_BLT_COMMUN_21

Opleiding

PBA_BLT_MLT

Studiepunten

3

Opleidingsfase

2de opleidingsfase

Semester

Semester 1 (blok 1+2)


Monique Kuhn (KuMo)

Examinator

Monique Kuhn (KuMo)

Overdracht

Ja


Neen


O X O


1. Begincompetenties (volgtijdelijkheidsvoorwaarden) Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaandelijk credits of tolereerbare cijfers dienen behaald te zijn Geen Opleidingsonderdelen die vooraf gevolgd dienen te zijn Geen

Andere begincompetenties Advanced intermediate niveau Engels

2. Beoogde competenties (of eindcompetenties) - doelstellingen Algemene competenties 1. in team te werken 2. intern en extern op alle niveaus te communiceren 3. mondeling en schriftelijk verslag uit te brengen 4. relevante gegevens te verzamelen, te selecteren en te structureren

Vakspecifieke competenties 1 De student kan een mondelinge presentatie houden, waarbij hij/zij een spreekschema hanteert en visuals gebruikt, en waarbij hij/zij zich zowel verbaal als non-verbaal aangepast gedraagt. 2 De student kan een vergadering voorbereiden,Hij/zij moet kunnen notuleren, deelnemen en voorzitten. 3 De student kan een interview voorbereiden, afnemen en uitschrijven. 4 De student kan een probleem verkennen, slecht nieuws brengen en conflicten


5

6 7 8 9

24

hanteren. de student kan inhoudsvragen beantwoorden i.v.m. in de les behandelde wetenschappelijke teksten in het Engels. Hij/zij kan deze teksten vertalen, parafraseren en samenvatten. de student kan de woordenschat uit voornoemde teksten gebruiken in oefeningen. De student kan een bijsluiter in het Engels lezen. Hij/zij kan hieruit de te volgen werkwijze in het labo afleiden. De student kan in correct, duidelijk Engels zijn mening geven en argumenteren (discussie). De student kan in de mediatheek een recente Engelse tekst vinden in vaktijdschriften. Hij/zij kan deze tekst vergelijken met andere bronnen.

3. Inhoud 1 Lichaamstaal 2 Interactie 2.1 Het probleemgesprek 2.2 Slecht nieuws brengen 2.3 Hanteren van conflicten 3 Vergaderen 4 De mondelinge presentatie 5 Het interview 6 Integrated skills 7 Elisa tests

4. Studiemateriaal en aanvullende leermiddelen Cursus

5. Onderwijsvorm Groepswerk,groepsdiscussie,zelfstandig werk,opzoeken, werkcollege,presentaties, luisteroefeningen. 6. Evaluatie of beoordelingswijze Te behalen punten 30 Beoordelingswijze (mondeling, schriftelijk, permanente evaluatie)

1ste examenkans

2de examenkans

Permanente evaluatie

Permanente evaluatie. 100% aanwezigheid vereist. Vervangopdracht bij gewettigde afwezigheid. Opdrachten. Neem contact op met docent voor 5 juli.

7. Relatie met het werkveld Een laborant moet op alle niveaus kunnen communiceren, bovendien vraagt het werkveld vaak ook kennis van het Engels.


25


Hematologie & immunologie


PC_BLT_HEMATOIMMUNO_22

Opleiding

PBA BLT_MLT

Studiepunten

6

Opleidingsfase

2de opleidingsfase

Semester

1ste en 2de semester


Jean-Luc Rummens (RuJe)

Examinator

Jean-Luc Rummens (RuJe)

Overdracht

Ja


Ja


O O x


1. Begincompetenties (volgtijdelijkheidsvoorwaarden) Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaandelijk credits en/of tolereerbare cijfers dienen behaald te zijn Geen Opleidingsonderdelen die vooraf gevolgd dienen te zijn Geen Andere begincompetenties Geen

1. Beoogde competenties (of eindcompetenties) – doelstellingen Semester 1 1. Inzicht en interpretatie van de bloedvorming of hematopoiësis. 2. Inzicht in de theoretische en praktische begrippen van de algemene hematologische laboratoriumonderzoeken. 3. Oorsprong en functie kunnen weergeven van de rode bloedcellen. 4. Inzicht en interpretatie van hematologische laboratoriumonderzoeken van de rode bloedcellen en hun nut bij de diagnose van ziekten kunnen omschrijven. 5. Inzicht in de principes van de immunohematologie van rode bloedcellen. Kunnen beschrijven hoe bloedgroepantigenen worden gevormd, welke de voornaamste bloedgroepenstelsels zijn en het belang ervan kunnen verklaren. Inzicht en interpretatie van laboratoriumonderzoeken in verband met bloedtransfusie. 6. Interpretatie van laboratoriumresultaten i.v.m. hematologische analysen. Semester 2 1. Oorsprong en functie kunnen weergeven van de witte bloedcellen 2. Inzicht en interpretatie van hematologische laboratoriumonderzoeken van de witte bloedcellen en hun nut bij de diagnose van ziekten kunnen omschrijven


26

3. Inzicht in de theoretische basisprincipes van de immunologie en in het ontstaan van afwijkingen van het immmunologisch afweersysteem 4. Oorsprong en functie kunnen weergeven van de bloedplaatjes 5. Inzicht en interpretatie van hematologische laboratoriumonderzoeken van de bloedplaatjes en hun nut bij de diagnose van ziekten kunnen omschrijven 6. Omschrijven wat het begrip hemostase inhoudt en inzicht hebben in de werking van de factoren die de hemostase regelen. 7. Inzicht en interpretatie van hematologische laboratoriumonderzoeken van de hemostase en hun nut bij de diagnose van bloedingsziekten kunnen omschrijven. 8. Interpretatie van laboratoriumresultaten i.v.m. hemotologische analysen

3. Inhoud Semester 1 De cursus hematologie behandelt zowel de theoretische basisprincipes als de praktische werkprocedures voor het klinisch laboratorium hematologie. Het eerste deel “hematologie en klinische microscopie”, behandelt de fysiologie van de bloedvorming en specifiek van de rode bloedcellen. Het beschrijft de voornaamste laboratoriumonderzoeken van deze cellen en gaat dieper in op enkele frequent voorkomende hematologische ziektebeelden in verband met de bloedaanmaak en de rode bloedcellen. Een belangrijk accent wordt gelegd op de morfologie (microscopisch onderzoek) van de rode bloedcellen. Daarnaast worden de fysiologie, de laboratoriumanalysen en pathologische begrippen i.v.m. de bloedgroepen en bloedtransfusie behandeld. Semester 2 In het tweede deel van de cursus komen de fysiologie, de laboratoriumtesten en de pathologie van de witte bloedcellen en van het immunologisch afweersysteem aan bod. Vervolgens worden de fysiologie, de laboratoriumtesten en de pathologie van de bloedplaatjes en van de hemostase of het bloedstelpingssysteem besproken. Een belangrijk accent wordt gelegd op de morfologie (microscopisch onderzoek) van de witte bloedcellen en bloedplaatjes.

4. Studiemateriaal en aanvullende leermiddelen -

Cursus Hematologie KHLim “A beginner’s Guide to Blood Cells” – Barbara Bain (Blackwell Science-ISBN 978-1-4051-2175-0) Outprints van powerpoint-presentaties

5. Onderwijsvorm Hoorcollega, CD-rom’s morfologie bloedcellen



60

Beoordelingswijze

1ste examenkans

Semester 1 Mondeling examen: 24 punten Semester 2 Mondeling examen: 36 punten

2de examenkans


7. Relatie met het werkveld (relevantie voor) Is noodzakelijk om te kunnen functioneren in een klinisch laboratorium, zowel in routine als in wachtdiensten, en om de theoretische achtergrond te begrijpen en zo resultaten te kunnen interpreteren.

27



Histologie I


PC_BLT_HISTOI_22

Opleiding

PBA_BLT_MLT

Studiepunten

3

Opleidingsfase

2de opleidingsfase

Semester

Semester 2


X

Examinator

X

Overdracht

Ja


Nee


x O O

28


1. Begincompetenties (volgtijdelijkheidsvoorwaarden) Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaandelijk credits of tolereerbare cijfers dienen behaald te zijn Anatomie en Fysiologie Opleidingsonderdelen die vooraf gevolgd dienen te zijn Biologie en Parasitologie

Andere begincompetenties

2. Beoogde competenties (of eindcompetenties) - doelstellingen Algemene competenties Vertrouwd geraken met de algemene weefsels in het lichaam Vakspecifieke competenties 1. De variatie in epithelen kunnen beschrijven 2. Het verschil tussen de speekselklieren uitleggen 3. De verschillende soorten bindweefsels interpreteren 4. Het “sliding filament” mechanisme bij gestreepte spieren verklaren 5. De werking van een synaps uitleggen 6. De structuur van hart, arteries, venen en haarvaten uitleggen


29

3. Inhoud Epitheelweefsel Klierweefsel Bindweefsel Spierweefsel Zenuwweefsel Circulatieweefsel 4. Studiemateriaal en aanvullende leermiddelen Cursus Wetenschappelijke handboeken Vaste microscopische preparaten Internet 5. Onderwijsvorm Hoorcollege Labo 6. Evaluatie of beoordelingswijze Te behalen punten 30 Beoordelingswijze (mondeling, schriftelijk, permanente evaluatie)

1ste examenkans

2de examenkans

Theorie: mondeling examen

15 punten

Labo: permanente evaluatie labo examen

5 punten 10 punten

Theorie: mondeling examen

15 punten

Labo: attitude 1ste examenkans labo examen

5 punten 10 punten

7. Relatie met het werkveld Van een klinische laborant wordt een inzicht verwacht in de menselijke weefsels



Immunologie


PC_BLT_IMMUNO_22

Opleiding

PBA_BLT_MLT

Studiepunten

3

Opleidingsfase

2de opleidingsfase

Semester

2de semester


Greet Raymaekers (RaGr)

Examinator

Greet Raymaekers (RaGr)

Overdracht

Ja


Ja


x x x

30


Deelvak I: 1. Begincompetenties (volgtijdelijkheidsvoorwaarden) Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaandelijk credits of tolereerbare cijfers dienen behaald te zijn Geen Opleidingsonderdelen die vooraf gevolgd dienen te zijn Hematologie en Immunologie Opleidingsonderdelen die tegelijkertijd dienen opgenomen te worden Geen Andere begincompetenties Basiskennis van moleculaire biologie is een pluspunt.

2. Beoogde competenties (of eindcompetenties) – doelstellingen

Algemene competenties en vakspecifieke competenties: Van de student wordt verwacht inzicht te hebben in de verschillende immunologische technieken en deze kunnen verklaren a.h.v. concrete voorbeelden: - precipitatietechnieken - agglutinatietechnieken - immunohistochemische technieken - ligand-bindingstechnieken


De student kan in team concrete immunologische testen analyseren en beschrijven a.h.v. de theoretische achtergrond. 3. Inhoud Immunologische technieken ter bepaling van Ag en Ab - precipitatiereacties: Ouchterlony, RID, nefelometrie, turbidimetrie - agglutinatiereacties: agglutinatie, agglutinatie-inhibitie - immunohistochemische technieken, immunoblotting - immuno-assays: ELISA, MEIA, EMIT, LIA, LIPA, RIA, FIA, CIA - productie van polyclonale en monoclonale antilichamen.

4. Studiemateriaal en aanvullende leermiddelen Cursus

5. Onderwijsvorm Hoorcollege

6. Relatie met het werkveld (of relevantie voor) Zowel in klinische als biochemische laboratoria worden immunologische technieken aangewend voor analytische bepalingen en voor wetenschappelijk onderzoek.


30

Beoordelingswijze

1ste examenkans

Schriftelijk examen: 30 punten

2de examenkans

Schriftelijk examen: 30 punten

31


32


Labo Hematologie


PC_BLT_LHEMATO_22

Opleiding

PBA BLT_MLT

Studiepunten

6

Opleidingsfase

2de opleidingsfase

Semester



Greta Quintiens (QuGr)

Examinator

Greta Quintiens (QuGr), Ingrid Bertels (BeIn), X

Overdracht

Ja


Neen


O x O


1. Begincompetenties (volgtijdelijkheidsvoorwaarden) Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaandelijk credits en/of tolereerbare cijfers dienen behaald te zijn Geen Opleidingsonderdelen die vooraf gevolgd dienen te zijn Geen Opleidingsonderdelen die tegelijkertijd dienen gevolgd te worden Hematologie en Immunologie Andere begincompetenties Geen

2. Beoogde competenties (of eindcompetenties) - doelstellingen Algemene competenties: Op een veilige en milieubewuste manier handelen (glaswerk en producten) conform de veiligheids- en hygiëneregels Een methode correct, kritisch en zelfstandig uitvoeren en de (analyse)resultaten interpreteren en rapporteren In team werken Binnen de gestelde deadline een opdracht tot een goed einde brengen Zich houden aan de gemaakte afspraken: stipt aanwezig zijn, het benodigde materiaal bijhebben, de gevraagde voorbereiding maken, tijdig afgeven van verslagen, … Vakspecifieke competenties: 1. De student moet een bloedstaal, aan de hand van de hem voorgelegde of zelf opgezochte werkwijze kwalitatief en kwantitatief kunnen analyseren. 2. De student moet uitgaande van de resultaten, het resultaat kunnen weergeven in


33

de gevraagde eenheden, het resultaat kunnen interpreteren en indien nodig de proef doelbewust hernemen. 3. De student moet een uitgevoerd onderzoek kunnen weergeven in een verslag. 4. De student kan de principes uitleggen van de geziene hematologische bepalingen. 5. De student kan theorethische vragen over gebruikte reagentia en werkwijzen beantwoorden. 6. De student kan in de microscoop normale en afwijkende morfologie i.v.m. de RBC, de WBC en PLT herkennen en interpreteren. 7. De student kan de RBC-indices berekenen en interpreteren. 8. De student kan werken met een automatische celteller en kan de resultaten van deze automaat interpreteren. 9. De student kan werken met een stollingstoestel en kan de resultaten interpreteren. 10. De student kan stollingstesten manueel uitvoeren en berekenen via lineaire regressie. 3. Inhoud Semester 1 1. Inleiding: Samenstelling van het bloed Functies van het bloed Bloedafname en staalbehandeling Anticoagulantia 2. Hematocrietwaarde 3. RBC-indices 4. Sedimentatietest 5. Tellen van celelementen: Rode bloedcellen Reticulocyten 6. Normale en afwijkende morfologie van RBC 7. Bloedgroepbepaling 8. Coombstesten 9. Kruisproeven

Semester 2 1. Tellen van celelementen: Witte bloedcellen 2. Normale en afwijkende morfologie van WBC en PLT 3. Bloedstolling: manueel + automatisch op ACL9000 4. Automatische celtelling: Celldyn 3500

4. Studiemateriaal en aanvullende leermiddelen Studiemateriaal: Cursus KHLim A beginner's Guide to Blood Cells, Barbara J.Bain Leukemia diagnosis, Barbara J. Bain Tabulae haematologicae Georg Riedler, RAOUL Zingg Bloed en beenmergmorfologie, Prof.Dr.P.Frick Aanvullende leermiddelen: CD-rom: Interactive haematology imagebook with self assessement, Barbara J. Bain CD-rom: Diffex


34

5. Onderwijsvorm Labopraktijk


60

Beoordelingswijze

1ste examenkans

Semester 1: Permanente evaluatie: 20 punten Examen met schriftelijk en praktisch gedeelte: 10 punten Deelpunten worden samengeteld volgens wiskundige regels tenzij er op 2 onderdelen (verslagen, resultaten, examen theorie en examen praktijk) een onvoldoende behaald wordt. De totaalscore wordt dan herleid naar maximaal 9/20. Semester 2: Permanente evaluatie: 20 punten Examen met schriftelijk en praktisch gedeelte: 10 punten Deelpunten worden samengeteld volgens wiskundige regels tenzij er op 2 onderdelen (verslagen, resultaten, examen theorie en examen praktijk) onvoldoende behaald wordt. De totaalscore wordt dan herleid naar maximaal 9/20.

2de examenkans

Examen met schriftelijk en praktisch gedeelte: 60 punten

7. Relatie met het werkveld (of relevantie voor) De aangeleerde praktische vaardigheden in de hematologie worden toegepast in elk klinisch labo.


35


Labo Klinische Analyse I


PC_BLT_LKLINANALI_21

Opleiding

PBA BLT_MLT

Studiepunten

4

Opleidingsfase

2de opleidingsfase

Semester

1ste semester


Ingrid Bertels (BeIn)

Examinator

Ingrid Bertels (BeIn), Liesbeth Maes (MaLi), X

Overdracht (ja of nee)

Ja

Examencontract mogelijk (ja of nee)

Nee


O x O


1. Begincompetenties (volgtijdelijkheidsvoorwaarden) Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaandelijk credits en/of tolereerbare cijfers dienen behaald te zijn Analytische Chemie I labo Instrumentele Analyse I Opleidingsonderdelen die vooraf gevolgd dienen te zijn Kwalitatieve chemie Opleidingsonderdelen die gelijktijdig dienen gevolgd te worden Analytische Chemie II Andere begincompetenties Geen 2. Beoogde competenties (of eindcompetenties) - doelstellingen Algemene competenties: Op een veilige en milieubewuste manier handelen (glaswerk en producten) conform de veiligheids- en hygiëneregels Een methode correct, kritisch en zelfstandig uitvoeren en de (analyse)resultaten interpreteren en rapporteren In team werken Binnen de gestelde deadline een opdracht tot een goed einde brengen Zich houden aan de gemaakte afspraken: stipt aanwezig zijn, het benodigde materiaal bijhebben, de gevraagde voorbereiding maken, tijdig afgeven van verslagen, … Vakspecifieke competenties: De student moet een urinestaal, aan de hand van de hem voorgelegde of zelf opgezochte werkwijze, kwalitatief en kwantitatief kunnen analyseren.


36

De student moet, uitgaande van de meetresultaten, het resultaat kunnen berekenen en weergeven in de gevraagde eenheden. De student moet binnen de gestelde deadline de opdracht tot een goed einde brengen. De student moet de referentiewaarden kennen en de resultaten kunnen interpreteren. De student moet een uitgevoerd experiment of onderzoek kunnen weergeven in een verslag, en moet bovendien een overzichtelijk en volledig laboschrift kunnen bijhouden. De student moet oefeningen in verband met de uitgevoerde en analoge experimenten kunnen oplossen. De student kan theoretische vragen over de gebruikte reacties, reagentia, apparatuur en werkwijzen beantwoorden. De student moet aantonen welke vooropgestelde doelen bereikt werden en indien nodig zijn handelen bijsturen. De student gebruikt wetenschappelijke literatuur en integreert het in zijn handelen.

3. Inhoud 1. Inleiding: - werking van een klinisch labo - kwaliteitszorg met praktische toepassing (Unity Real Time Bio-Rad2. Urine onderzoek - belang van de nieren - fysisch onderzoek - chemisch onderzoek: a. minerale bestanddelen: -pH - electrolyten b. organische bestanddelen: kreatinine Opm.: Naast het klinisch aspect ligt de nadruk op de instrumentele analyse: - ionselectieve elektroden - pH-meting - fotometrie - vlamfotometrie

4. Studiemateriaal en aanvullende leermiddelen Cursus KHLim Klinische Chemie voor Analisten - Deel I Dr. J.P.F.M. van Eerd, Dr. E.K.J. Kreutzer (Heron reeks)




40

Beoordelingswijze

1ste examenkans

- Permanente evaluatie (28 punten) verslagen + attitude (8ptn), resultaten (20ptn) - Schriftelijk examen(12 punten)

2de examenkans

Examen met schriftelijk en praktisch gedeelte (40 punten)

7. Relatie met het werkveld (of relevantie voor) Elk klinisch labo heeft een afdeling klinische chemie. Vele bepalingen gebeuren hier weliswaar geautomatiseerd, maar de gebruikte meettechnieken komen ook in dergelijke automaten aan bod.

37


38


Labo Klinische Analyse II


PC_BLT_LKLINANALII_22

Opleiding

PBA_BLT_MLT

Studiepunten

4

Opleidingsfase

2de opleidingsfase

Semester

2de semester


Ingrid Bertels (BeIn)

Examinator

Ingrid Bertels (BeIn), Liesbeth Maes (MaLi), X

Overdracht

Ja


Nee


O x O


1. Begincompetenties (volgtijdelijkheidsvoorwaarden) Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaandelijk credits en/of tolereerbare cijfers dienen behaald te zijn Instrumentele Analyse I Opleidingsonderdelen die vooraf gevolgd dienen te zijn Labo klinische analyse I Opleidingsonderdelen die tegelijkertijd dienen gevolgd te worden Biochemie Andere begincompetenties Geen

2. Beoogde competenties (of eindcompetenties) - doelstellingen Algemene competenties: Op een veilige (eigen gezondheid en die van zijn collega’s) en milieubewuste manier handelen (glaswerk en producten) conform de veiligheids- en hygiëneregels Kwaliteitsvol, nauwkeurig en plichtsbewust de laboproeven uitvoeren Een methode correct, kritisch en zelfstandig uitvoeren en de (analyse)resultaten interpreteren en rapporteren In team werken Binnen de gestelde deadline een opdracht tot een goed einde brengen Zich houden aan de gemaakte afspraken: stipt aanwezig zijn, het benodigde materiaal bijhebben, de gevraagde voorbereiding maken, tijdig afgeven van verslagen, … Vakspecifieke competenties:


39

De student kan een urinestaal, aan de hand van de hem voorgelegde of zelf opgezochte werkwijze, kwalitatief en kwantitatief analyseren. De student kan uitgaande van de metingen het resultaat berekenen en weergeven in de gevraagde eenheden. De student kan resultaten vergelijken en interpreteren en indien nodig de proef doelbewust hernemen. De student kan overzichtelijk een laboschrift bijhouden. De student kan van een uitgevoerd experiment een verslag maken. De student kan oefeningen in verband met de uitgevoerde of analoge experimenten oplossen. De student kan theoretische vragen over de gebruikte reacties, reagentia en werkwijzen beantwoorden. De student moet aantonen welke vooropgestelde doelen bereikt werden en indien nodig zijn handelen bijsturen.

3. Inhoud 1.

Urine chemisch onderzoek: suikers eiwitten ketonlichamen galproducten ureum

2. Biochemisch onderzoek: werking alkalische fosfatase 4. Studiemateriaal en aanvullende leermiddelen Cursus KHLim



40

1ste examenkans

- Permanente evaluatie (28 punten) verslagen + attitude (8 ptn), resultaten (20 ptn) - Schriftelijk examen (12 punten)

2de examenkans

- Examen met schriftelijk en praktisch gedeelte: 40 punten

7. Relatie met het werkveld: De aangeleerde kwalitatieve en kwantitatieve analyses worden toegepast in elk klinisch labo.


Naam Opleidingsonderdeel

Labo Microbiologie II


PC_BLT_LABMICROII_22

Opleiding

PBA_BLT_MLT

Studiepunten

4

Opleidingsfase

2de opleidingsfase

Semester



Marie-Anne Demeersseman (DmMa)

Examinator

Marie-Anne Demeersseman (DmMa), Ingrid Bertels (BeIn), Liesbeth Maes (MaLi), X

Overdracht

Ja


Neen


O x O


1. Begincompetenties (volgtijdelijkheidsvoorwaarden) Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaandelijk credits en/of tolereerbare cijfers dienen behaald te zijn Geen Opleidingsonderdelen die vooraf gevolgd dienen te zijn Microbiologie I Opleidingsonderdelen die tegelijkertijd dienen opgenomen te worden Microbiologie II

Andere begincompetenties Geen

40


41

2. Beoogde competenties (of eindcompetenties) - doelstellingen 1 2 3

4 5 6 7 8 9

Micro-organismen observeren in de microscoop met verschillende kleurtechnieken als eerste stap in de identificatie. De meest gebruikte entmethodes op een aseptische manier uitvoeren om volgens gestandaardiseerde methoden te enten. Als project een humaan belangrijke bacteriesoort aan de hand van literatuurgegevens in het labo proberen te isoleren, te identificeren en te vergelijken met bacteriesoorten van medestudenten. Het identificeren van stafylococcen, streptococcen en gramnegatieve staafjes. Aan de hand van conventionele en commerciële technieken de Enterobacteriaceae en andere gramnegatieve staafjes identificeren. Het microbiologisch onderzoek van klinische stalen uitvoeren. Het prepareren van voedingsbodems. Het opsporen van Salmonella en Staphylococcus aureus in een voedingsstaal om het verschil met de medische diagnostiek vast te stellen. Het herkennen van bloedparasieten in preparaten

3. Inhoud 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.

Microscopisch onderzoek Steriliteit en voedingsbodems Prepareren van voedingsbodems De techniek van het aseptisch enten en de verschillende entmethodes De lucht en de huid als bron van besmetting bij het enten Uitvoeren van biochemische reacties Opsporen van kiemdragers van Staphylococcus aureus Candida albicans Identificatie van Enterobacteriaceae:conventionele methode versus commerciële methode 10. Microbiologisch onderzoek van enkele lichaamsvochten 11. Voedingsmiddelenonderzoek 12. Studie van een bacterie op zelfstandige basis met presentatie 13. De antigeenstructuur van een aantal darmpathogenen bepalen 14. Bloedparasieten: microscopische studie

4. Studiemateriaal en aanvullende leermiddelen Labotekst, fotomateriaal Preparaten,atlassen, CD-rom 5. Onderwijsvorm Labowerk, casi, project


42


40

Beoordelingswijze

1ste examenkans

Permanente evaluatie met praktische test:40 punten

2de examenkans

Schriftelijk examen + praktische test (32 punten) De attitudepunten van de 1ste examenkans worden integraal overgedragen naar de 2de examenkans. (8 punten)

7. Relatie met het werkveld (relevantie voor) Kennis van de aangeleerde microbiologische technieken is essentieel in elk klinisch labo.


Opleidingsonderdeel

Microbiologie II


PC_BLT_MICROII_21

Opleiding

PBA_BLT_MLT

Studiepunten

3

Opleidingsfase

2de opleidingsfase

Semester

1ste semester


Marie-Anne Demeersseman (DmMa)

43

Marie-Anne Demeersseman (DmMa) Examinator Ja Overdracht

Ja



O x O


1. Begincompetenties (volgtijdelijkheidsvoorwaarden) Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaandelijk credits en/of tolereerbare cijfers dienen behaald te zijn Geen Opleidingsonderdelen die vooraf gevolgd dienen te zijn Microbiologie I Opleidingsonderdelen die tegelijkertijd dienen opgenomen te worden Geen Andere begincompetenties Voorkennis van een aantal basisbegrippen & systematiek van microbiologie is een pluspunt.

2. Beoogde competenties (of eindcompetenties) - doelstellingen 1. Het terrein van de medische microbiologie kennen. 2. De microscopische methodes kennen om micro-organismen te bestuderen. 3. De kweek- en identificatiemethodes beheersen om micro-organismen op te sporen in lichaamsvochten. 4. Het beschrijven van belangrijke humane bacteriesoorten.


3. Inhoud 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.

Medische microbiologie. Pathologische specimen. Microscopisch onderzoek. Kweekmethoden. Identificatiemethoden. Enterobacteriaceae. Andere gramnegatieve bacteriën. Spirochaetales. Mycobacterium.

4. Studiemateriaal en aanvullende leermiddelen Cursus medische microbiologie voor laboratoriumtechnologen/deel 1 Prof.dr.J. Verhaegen en Dr.M. Pyckavet/ Acco

5. Onderwijsvorm hoorcollege


30

Beoordelingswijze

1ste examenkans


2de examenkans


7. Relatie met het werkveld (relevantie voor) Kennis van microbiologie is essentieel in elk klinisch labo.

44



45

Moleculaire biologie en radiochemie Moleculaire biologie Radiochemie

Deelvak I Deelvak II Code opleidingsonderdeel Deelvak I Deelvak II

PC_BLT_MOLECUL_22 PC_BLT_RADIO_22

Opleiding

PBA BLT_MLT

Studiepunten

5

Opleidingsfase

2de opleidingsfase

Semester

2de semester


Moleculaire biologie Paul Vanherwegen (VhPa) Radiochemie Anne-Marie Van Assche (VaAn)

Examinator

Moleculaire biologie Paul Vanherwegen (VhPa) Radiochemie Anne-Marie Van Assche (VaAn)

Overdracht

Ja


Ja

Deelvak I: Moleculaire biologie Niveau van het opleidingsonderdeel

x O O


1. Begincompetenties (volgtijdelijkheidsvoorwaarden) Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaandelijk credits en/of tolereerbare cijfers dienen behaald te zijn Geen Opleidingsonderdelen die vooraf gevolgd dienen te zijn Biochemie Andere begincompetenties Geen


46

2. Beoogde competenties (of eindcompetenties) - doelstellingen 1. Aan de hand van zelfgekozen voorbeelden het belang van de moleculaire biologie kunnen uitleggen. 2. De verschillende stappen in een moleculair biologisch experiment herkennen en kunnen verklaren. 3. De verschillende methoden voor de amplificatie van DNA kunnen uitleggen. 4. De resultaten van een DNA-sequentieanalyse kunnen interpreteren. 5. Met eigen woorden voorname principes kort, bondig en volledig kunnen omschrijven. 3. Inhoud 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.

Indeling en historiek Protoplastfusies Recombinant-DNA technologie Recombinatietechnieken DNA-sequenching DNA-amplificatie Recombinant selectie Expressie van rDNA in bacteriën Expressie van rDNA in eukaryote cellen


Cursus Toledo

5. Onderwijsvorm

Hoorcollege

6. Relatie met het werkveld (of relevantie voor) In het werkveld worden moleculaire biologische technieken en –bepalingen steeds meer toegepast.


47

Deelvak II: Radiochemie Niveau van het opleidingsonderdeel

x O O


1. Begincompetenties (volgtijdelijkheidsvoorwaarden) Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaandelijk credits en/of tolereerbare cijfers dienen behaald te zijn Basischemie Opleidingsonderdelen die vooraf gevolgd dienen te zijn Geen Andere begincompetenties Geen

2. Beoogde competenties (of eindcompetenties) - doelstellingen 1. Eigenschapen van verschillende radioactieve stralingen kunnen weergeven en verklaren. 2. Interactie van verschillende radioactieve stralingen met materie kunnen uitleggen en verklaren. 3. De principes van verschillende radioactieve meettoestellen kunnen weergeven en verklaren. 4. De principes van verschillende versnellers kunnen weergeven en verklaren. 5. Voorzorgsmaatregelen kunnen weergeven van verschillende soorten stralen 6. Kernfusie en kernfissie uitleggen. 7. Oorzaken en gevaren van kernfissie kunnen weergeven. 8. Verschillende klinische toepassingen van radio-isotopen kunnen weergeven. 3. Inhoud 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.

Soorten radioactieve straling Interactie met de materie Teltechnieken Versnellers Kernenergie Voorzorgsmaatregelen Toepassingen


Cursus Toledo

5. Onderwijsvorm

Hoorcollege

6. Relatie met het werkveld (of relevantie voor) Radioprotectie is van belang in geval van contact met radio-isotopen.



50

1ste examenperiode

Moleculaire biologie: 30 punten Mondeling examen Radiochemie: 20 punten Schriftelijk examen

2de examenperiode

Moleculaire biologie: 30 punten Mondeling examen Radiochemie: 20 punten Schriftelijk examen

48



Deelvak I Deelvak II

49

Statistische kwaliteitsborging en werkveldervaring Statistiek en dataverwerking Werkveldervaring en kwaliteitsborging (IKZ)

Code opleidingsonderdeel Deelvak I Deelvak II

PC_BLT_STATISDATA_22 PC_BLT_WERKVIKZ_22

Afstudeerrichting

PBA_ BLT_MLT

Studiepunten

4

Programmajaar

2de opleidingsfase

Semester

2de semester

Verantwoordelijke docent(en)

Brunhilde Keijers (KeBr)

Examinatoren Deelvak I Deelvak II

Brunhilde Keijers (KeBr) Greta Quintiens (QuGr), Ingrid Bertels (BeIn), Marie-Anne Demeersseman (DmMa), Liesbeth Maes (MaLi), X

Overdracht

ja

Examencontract mogelijk Deelvak I Deelvak II

ja nee

Niveau van de opleiding

O X O


Deelvak I: Statistiek en dataverwerking 1. Begincompetenties (volgtijdelijkheidsvoorwaarden) Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaandelijk credits en/of tolereerbare cijfers dienen behaald te zijn Omdat verder gewerkt wordt met begrippen uit de beschrijvende statistiek, met Excel en met lineaire regressie moet Instrumentele Analyse I met goed gevolg zijn afgelegd. Opleidingsonderdelen die vooraf gevolgd dienen te zijn Geen Opleidingsonderdelen die gelijktijdig gevolgd moeten worden Geen Andere begincompetenties Geen


50

2. Beoogde competenties (of eindcompetenties) - doelstellingen Statistiek 1. De student kan oefeningen oplossen in verband met kansberekening en diverse kansverdelingen. 2. De student kan de tabel van de standaardnormale verdeling raadplegen om oefeningen i.v.m. de normale verdeling op te lossen. 3. De student kan een serie meetresultaten testen op uitschieters; de precisie van twee methoden vergelijken met de F-toets; de gemiddelden van twee series (al dan niet gepaarde) meetresultaten vergelijken met t-toetsen en niet-parametrische methodes kunnen gebruiken. 4. De student kan de onzekerheid op een ijklijn berekenen. Hij/zij kan tevens de helling en de intercept van deze ijklijn berekenen alsook hun betrouwbaarheidsintervallen, het betrouwbaarheidsinterval van een “teruggerekende” x berekenen, de onderste detectiegrens van een methode bepalen, een component A bepalen in een onbekende oplossing volgens de standaard-additiemethode en regressielijnen gebruiken om analyse-methoden te vergelijken. Bij al deze toepassingen kan de student interpretaties over deze betrouwbaarheidsintervallen geven. Dataverwerking 1. De student kan het programma Excel zelfstandig gebruiken voor het verwerken van gegevens. 2. De student kan de voornaamste Excelfuncties gebruiken. 3. De student kan met Excel een dynamisch werkblad aanmaken, hierin berekeningen maken en de berekende gegevens uitzetten in een grafiek. 4. De student kan een uitgebreide regressie-analyse uitvoeren op een set meetpunten. Dit omvat de berekeningen in Excel die hierboven bij Statistiek onder punt 4 zijn opgenomen. 5. De student kan oefeningen van volgende onderdelen van de cursus Statistiek (I+II) en IKZ met Excel oplossen: berekenen van kengetallen voor ligging en spreiding, maken van een frequentieverdeling met histogram en cumulatief frequentiepolygoon, uitvoeren van een QQ-plot, maken van Levey-Jennings controlekaarten.

3. Inhoud Statistiek -

Kansberekening en kansvariabelen Normale verdeling Statistische testen: o Test op uitschieters (Z-test, T-test) o Vergelijken van precisies (F-test) o Vergelijken van gemiddelden (T-test; gepaard en niet-gepaard) o Testen op onafhankelijkheid (X²-test) o Aanpassingstoetsen (X²-test)

-

Lineaire regressie: o Schatten en voorspellen o Betrouwbaarheidsintervallen (ijklijn, helling en intercept, teruggerekende x) o Vergelijking van meetmethodes


o o

Bepaling van de detectiegrens Standaardadditie

Dataverwerking MS-Excel: o Vervolg op formules en functies o Basisbewerkingen statistiek o Grafieken: specifieke toepassingen (QQ-plot, controlekaarten, histogram, cumulatief frequentiepolygoon, boxplot) o Gegevensanalyse (beschrijvende statistiek, regressie met betrouwbaarheidsintervallen, frequentieverdeling en histogram, …)


Cursusteksten met oefeningen en formularium Toledo (lespresentaties, voorbeeldoefeningen) Websites (interactieve toepassingen voor statistiek)

5. Onderwijsvorm -

Hoorcollege met oefeningen (Statistiek) Computeroefeningen in practicum (Dataverwerking)

Deelvak II: Werkveldervaring en kwaliteitsborging (IKZ) 1. Begincompetenties (volgtijdelijkheidsvoorwaarden) Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaandelijk credits en/of tolereerbare cijfers dienen behaald te zijn Geen Opleidingsonderdelen die vooraf gevolgd dienen te zijn Voor de kennismakingsstage is voldoende klinische achtergrond uit de verschillende zuilen wenselijk en daarom moeten minimaal 2 klinische labo’s gevolgd zijn (labo Klinische I EN nog een ander specifiek labo, hetzij labo Hematologie, hetzij labo Microbiologie. Opleidingsonderdelen die gelijktijdig gevolgd moeten worden Geen Andere begincompetenties Geen

51


52

2. Beoogde competenties (of eindcompetenties) - doelstellingen Kwaliteitsborging (IKZ) 1. De student kan uit meetreeksen oordelen welke statistische controlekaarten dienen opgesteld te worden, kan de nodige grenzen berekenen om daarna deze kaart grafisch te kunnen voorstellen. Uit deze grafieken kan de student aan de hand van vooropgestelde criteria oordelen of het proces statistisch beheerst verloopt. 2. De student kan controlekaarten volgens Levey-Jennings opstellen. 3. De student kan controlekaarten volgens de Westgardregels interpreteren. 4. De student weet welke kwaliteitszorgsystemen in een klinisch labo van toepassing (kunnen) zijn. 5. De student kan enkele belangrijke aspecten aangeven van een kwaliteitszorgsysteem en kan het nut van een KZS in eigen woorden omschrijven. 6. De student moet een aantal termen en begrippen rond kwaliteitszorg kunnen omschrijven (vb. validatie, GLP, GMP, normering, SOP, audit). 7. De student kent het begrip validatie en kan een correcte proefopzet herkennen voor bepaling van specifieke prestatiekenmerken. 8. De student is verplicht om tijdens de kennismakingsstage (zie hieronder) een persoonlijk werk over IKZ te maken om het belang van kwaliteitszorg in een klinisch labo beter te begrijpen. Werkveldervaring De kennismakingsstage heeft tot doel de student, in een periode van 3 dagen, een duidelijke indruk te geven van de praktijk in een klinisch labo en een beeld te schetsen van de toekomstige tewerkstellingsmogelijkheden voor een (bio-)medisch laboratoriumtechnoloog. De student moet over het geleerde tijdens de kennismakingsstage een presentatie maken in Powerpoint en deze mondeling komen voorstellen aan een KHLim-jury. Er wordt van de student voldoende interesse, initiatief, inzet en motivatie verwacht. Het stipt naleven van afspraken, correct rapporteren en mondelinge toelichting zijn vaardigheden die in deze opdracht zeker aan bod komen.

3. Inhoud Kwaliteitsborging (IKZ) Inleiding IKZ Kwaliteitszorg in een klinisch laboratorium (incl. validatie) Kwaliteitszorgsystemen en accreditatie Statistische controlekaarten (SPC) Kwaliteitscontroles in een klinisch laboratorium Werkveldervaring De student loopt gedurende enkele dagen mee in een (bio-)medisch laboratorium, onder mentorschap van een 3de jaarstudent en/of biomedisch laboratoriumtechnoloog uit het werkveld. De nadruk ligt op het globale overzicht van afname staal tot uiteindelijke rapportering van de resultaten. Zowel de analytische fase als de pre- en post-analytische fase worden belicht.


53

Hiernaast wordt deze stage aangewend om het belang van kwaliteitszorg in een modern (bio-)medisch laboratorium aan te tonen. De student krijgt hiertoe een individuele opdracht.


Cursustekst met oefeningen en formularium Toledo (lespresentaties, voorbeeldoefeningen, voorbeelddocumenten IKZ, links naar websites) Leidraad kennismakingsstage Tijdschrift uit de mediatheek: “Tijdschrift van de Belgische Vereniging van Laboratoriumtechnologen” (ISSN: 0770-1578)

5. Onderwijsvorm -

Hoorcollege met oefeningen (IKZ) Persoonlijke opdracht IKZ tijdens kennismakingsstage Kennismakingsstage in (medisch-klinisch) laboratorium met persoonlijke opdracht in verband met staalflow


54


40

Beoordelingswijze

1ste examenkans

Statistiek en dataverwerking (20 punten): Schriftelijk examen (Stat II) met formularium op 10 punten. Permanente evaluatie en praktisch examen op PC op 10 punten. Werkveldervaring en kwaliteitsborging (IKZ) (20 punten): Schriftelijk examen (IKZ) met formularium op 10 punten. Mondelinge presentatie werkveldervaring en schriftelijke opdracht IKZ op 10 punten. Deelname aan de werkveldervaring is verplicht (anders geen 2de examenkans mogelijk). De persoonlijke opdracht voor IKZ en de mondelinge presentatie van de werkveldervaring dienen verplicht uitgevoerd te worden anders mag geen schriftelijk examen afgelegd worden. Een minimumscore van 6/20 is vereist, anders wordt de totaalscore voor dit deelvak tot maximaal 9/20 herleid. Bij een sterk negatieve beoordeling door het werkveld MOET de stage, alsook de presentatie voor de jury bij de 2de examenkans opnieuw gedaan worden.

2de examenkans

Statistiek en dataverwerking (20 punten): Schriftelijk examen (Stat II) met formularium op 10 punten. Praktisch examen op PC op 10 punten. Werkveldervaring en kwaliteitsborging (IKZ) (20 punten): Schriftelijk examen (IKZ) met formularium op 10 punten. Mondelinge presentatie werkveldervaring en schriftelijke opdracht IKZ op 10 punten. Er is GEEN 2de examenkans mogelijk indien niet werd deelgenomen aan de werkveldervaring !!!


55

Indien er geen werkveldervaringpresentatie werd gehouden en/of geen persoonlijke opdracht voor IKZ werd ingeleverd bij de 1ste examenkans, of indien de score hierop lager was dan 6/20, moet dit (opnieuw) uitgevoerd worden voor de 2de examenkans. Bij een sterk negatieve beoordeling door het werkveld bij de 1ste examenkans, moet de stage(incl. presentatie) bij de 2de examenkans opnieuw uitgevoerd worden. In alle andere gevallen worden de punten van deze opdrachten overgedragen naar de 2de examenkans.


56

7. Relatie met het werkveld (relevantie voor) Kennis van statistiek is nodig bij het verwerken, weergeven en samenvatten van resultaten. Statistische testen zijn noodzakelijk om op een objectieve manier beslissingen te kunnen nemen. Verwerking van de bekomen meetresultaten is een deel van elke analysetechniek. Het is essentieel dat elke student over deze competenties beschikt. De bekomen analyseresultaten worden veelal statistisch verwerkt in onder meer controlekaarten van Levey-Jennings, met daaraan gekoppeld de Westgardregels. Dit komt aan bod in de cursus Excel met daarnaast het visualiseren van kengetallen van ligging en spreiding in boxplots en frequentieverdelingen. Ook het aangeven van betrouwbaarheidsintervallen staat in deze cursus centraal. Kwaliteit is een begrip dat toepassingen kent in elke job. Een kwaliteitsbewuste houding is overal in het werkveld wenselijk. De kennismakingsstage heeft tot doel de student een eerste maal te laten kennis maken met het werkveld om zich een beter beeld te kunnen vormen van de toekomstige jobinhoud.


57

Naam opleidingsonderdeel Deelvak I Deelvak II

Wijsbegeerte en ICT Informatica Wijsbegeerte

Code opleidingsonderdeel Deelvak I Deelvak II

PC_ALG_INF_21 PC_ALG_WIJSB_22

Opleiding

PBA_BLT_MLT

Studiepunten

3

Opleidingsfase

2de opleidingsfase

Semester



Informatica: Marina Vanhecke (VhMa) Wijsbegeerte: Sylvain Leysen (LeSy)

Examinator

Informatica: Marina Vanhecke (VhMa) Wijsbegeerte: Sylvain Leysen (LeSy)

Overdracht

Ja


Ja

Deelvak I: Informatica Niveau van het opleidingsonderdeel

O x O


1. Begincompetenties (volgtijdelijkheidsvoorwaarden) Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaandelijk credits en/of tolereerbare cijfers dienen behaald te zijn Geen Opleidingsonderdelen die vooraf gevolgd dienen te zijn Geen Opleidingsonderdelen die tegelijkertijd dienen opgenomen te worden Geen Andere begincompetenties Gebruik van Internet (surfen, downloaden van bestanden, …) en mail en andere basisvaardigheden PC worden verwacht.

2. Beoogde competenties (of eindcompetenties) - doelstellingen De studenten moeten: Met MS-Word brieven en kortere artikels kunnen maken en aanpassen, gebruik makende van specifieke functies van het pakket. Dit zijn o.a. invoeren en aanpassen van tekst, opmaken van een bestaande tekst, tabellen en figuren


58

invoegen/opmaken, plaatsen van bijschriften, het aanmaken van formules. Een groter Word-document maken en daarbij specifieke Word-functies gebruiken zoals stijlen en sjablonen, allerhande verwijzigingen (o.a. inhoudsopgave), secties, … Teksten redigeren (opmerkingen, wijzigingen bijhouden) In een Word-document objecten (grafieken, tabellen, figuren, …) uit andere softwarepakketten kunnen invoegen en bewerken. De opgegeven oefeningen kunnen afwerken.

3. Inhoud MS-word: Invoeren en aanpassen van tekst Tekstopmaak: teken, alinea, pagina, document Tabellen en figuren Formules Verwijzingen: voetnoot, bijschriften, inhoudsopgave, lijsten, kruisverwijzing, bronvermelding, … Sjablonen en stijlen Eindemarkeringen; kolommen; watermerk Tekst redigeren via opmerkingen en wijzigingen


Handboek MSWord 2010, Eddy Van den Broeck, Erik Cuypers, De Boeck, Antwerpen, 2011 oefeningenbundel opleidingsgerichte tijdschriften in de mediatheek ICT-brochure Elektronische leeromgeving Toledo KHLim-site Bijkomende informatie en tekstbestanden op de netwerkschijven van de school Website

5. Onderwijsvorm Practicum met opdrachten 6. Relatie met het werkveld (relevantie voor) Kennis van ICT is onmisbaar voor het verdere beroepsleven. Veel bedrijven vragen bij openstaande vacatures expliciet naar ICT-vaardigheden.


59

Deelvak II: Wijsbegeerte Niveau van het opleidingsonderdeel

x O O


1. Begincompetenties (volgtijdelijkheidsvoorwaarden) Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaandelijk credits dienen behaald te zijn Geen Opleidingsonderdelen die vooraf gevolgd dienen te zijn Geen Opleidingsonderdelen die tegelijkertijd dienen opgenomen te worden Geen Andere begincompetenties De cursus wordt gegeven op het niveau van de gemiddelde humaniorastudent en eist geen specifieke voorkennis. Voldoende communicatievermogen en de mogelijkheid om de eigen gedachten op een correctie manier te verwoorden en weer te geven is wel nodig. Zo wordt vanuit de wijsbegeerte ook ondersteuning geboden aan alle vakken die enige vorm van abstract denken en vlotte communicatie veronderstellen.

2. Beoogde competenties (of eindcompetenties) - doelstellingen Student moet met eigen woorden kunnen uitleggen: 1. Dat filosofie met het eigen leven te maken heeft 2. Dat in de reclame mythische denkpatronen aanwezig zijn 3. Dat zowel in denken als handelen het universaliteitsprincipe geldt 4. De dualistische mensvisie en de poging om het dualisme te overwinnen 5. Het denken van Marx over arbeid 6. Het denken van Marcuse en Habermans over het maatschappelijk systeem 7. Het denken van I. Illich over het leven binnen de grenzen van het mogelijke 8. Vier voorstellen om tot een christelijk handelen te komen 9. Wat mimetische begeerte is. 3. Inhoud Inleiding: een uitnodiging om mee te denken Hfdst. 1: De reclame, een kwestie van mythe Hfdst. 2: Universaliteit in kennen en handelen Hfdst. 3: De strijd met een dualistische mensvisie Hfdst. 4: Karl Marx: denken over arbeid Hfdst. 5: De mens: ontwerper, bestuurder of slachtoffer van het systeem Hfdst. 6: Leven binnen de grenzen van het mogelijke Hfdst. 7: Een christelijke visie Nawoord: over mimetische begeerte en menselijke verantwoordelijkheid. 4. Studiemateriaal en aanvullende leermiddelen Cursus: Wijsbegeerte 2CE/BLT/MIL van Sylvain Leysen Intranet


60

5. Onderwijsvorm Hoorcolleges en groepsgesprek 6. Relatie met het werkveld (relevantie voor) Blijft beperkt tot een intense reflectie op de eigen plaats van de student binnenhet werkveld. Dit gebeurt aan de hand van gesprekken met vakdocenten en juryleden uit het werkveld bij de beoordeling van eindwerken.

7.

Evaluatie of beoordelingswijze

Te behalen punten

50

Beoordelingswijze

1ste examenkans

Informatica: 10 punten (opm. 1) Opdrachten en praktisch examen Wijsbegeerte: 20 punten Schriftelijk examen

2de examenkans

Informatica: 10 punten (opm. 1) Praktisch examen Wijsbegeerte: 20 punten Schriftelijk examen Opm. 1: de student moet minimaal 70% van de punten behalen om een score van 10 of meer te behalen.

STUDIEGIDS. Professionele bachelor in de Biomedische laboratoriumtechnologie. 2 de opleidingsfase

Recommend Documents